Ovenbuurkes in Zulte, Olsene & Machelen
VOORWOORD Beste vrienden, Reeds eeuwenlang maakt het ovenbuur onlosmakelijk deel uit van het landelijk karakter van onze gemeente. De bakhuizen werden door onze voorouders gebruikt om zich te voorzien in hun dagelijkse behoefte aan brood. Op speciale gelegenheden werden er ook koeken, taarten en andere zoetigheden gebakken. Vaak fungeerde één ovenbuur als gemeenschappelijke bakplaats voor meerdere families uit de buurt. Ter gelegenheid van Erfgoeddag 2016 worden deze speciale – vaak vergeten – gebouwen graag in de aandacht geplaatst. In samenwerking met de gemeentelijke erfgoedraad werd een fietsroute uitgestippeld waarlangs ovenburen te bezichtigen en op sommige plaatsen ook te bezoeken zijn. De route is 40 kilometer lang en brengt u langs bekende en minder bekende wegen in Machelen, Olsene en Zulte. Er is een startplaats voorzien in de kern van iedere deelgemeente. Tijdens het fietsen zal u ook kennismaken met meerdere trage wegen die vorig jaar werden benoemd. Voor de naamgeving werd beroep gedaan op de Geschied- en Heemkundige Kring die de plaatsnamen selecteerde op basis van oude documenten en kaarten. De nieuwe namen zijn in deze brochure opgenomen. Recentelijk zijn de trage wegen ook voorzien van een fraai straatnaambord. Het zal de vele fiets- en wandelliefhebbers ongetwijfeld gemakkelijker gebruik doen maken van deze mooie en veilige verbindingen op ons grondgebied. Mijn dank gaat uit naar de cultuurbeleidscoördinator Emmy Tavernier, de vrijwilligers en de leden van de erfgoedraad die u op de diverse locaties de nodige uitleg zullen verschaffen. Daarnaast wens ik de eigenaars te bedanken voor het gastvrije openstellen van hun waardevol patrimonium. Ik wens u allen een aangename en sportieve erfgoeddag toe! Michaël Vandemeulebroecke Schepen voor Cultuur
2
E
euwenlang waren deze gebouwen niet weg te denken uit ons landschap. Ze waren er ‘broodnodig’ voor het ‘dagelijks brood’.
Een bakhuisje, in de volksmond ‘ovenbuurke’, is een bijgebouw van een boerderij of landhuis waarin men brood en koeken bakte. Vroeger bakte men, zeker op het platteland, z’n dagelijks brood zelf in de eigen of gemeenschappelijke bakoven. Die oude, karakteristieke bakovens en bakhuisjes zijn aan het verdwijnen. Toch kunnen er nog enkelen gevonden worden. Tijd om deze in Zulte, Olsene en Machelen eens in de kijker te plaatsen. ◆
◆
◆◆◆
Wat is wat? Bakhuis Een bakhuis omvat doorgaans een bakoven met een aanpalend voorgebouw. De bakoven zelf kan zich evenwel ook in het bakhuis bevinden. Meestal betreft het twee gelijkvormige gebouwen met eenzelfde dakstructuur. De gebruikte materialen om het bakhuis op te trekken is streekgebonden, zowel metselwerk als vakwerk van hout en leem komen voor. De dakbedekking bestaat gewoonlijk uit pannen. Het grootste gebouw heeft, behalve een toegangsdeur, meestal aan weerszijden een raam met luiken. Het kleinere gebouw (‘de ovenkop’) waarin de oven is ingebouwd sluit aan bij het eerste gebouw. Aan de achterzijde heeft de ovenkop boven de oven meestal een luik naar buiten opendraaiend. Binnenin komt de schouw uit vlak boven de ovendeur. (1)
Bakoven Een bakoven is een oven die warm gemaakt wordt met hout en waar brood in gebakken wordt. (1)
Tekst uit het 10 e jaarboek van de Geschied- en Heemkundige Kring Zulte. 3
Onderdelen van een bakoven(2) a. Onderbouw De onderbouw van de bakoven is de sokkel waar de ovenvloer en het ovengewelf op rusten. Gewoonlijk steunt ook de dakstoel van de bakoven, dit is het houten gebinte waarop het dak rust, op de onderbouw. Bij de oudere bakovens rustte de oven zelf op een houten onderstel. Later gaf men de voorkeur aan een stenen onderbouw die was dichtgemetseld en opgevuld met een mengeling van steengruis, grond en zavel. Vaak werd echter een holle ruimte gelaten, de “ovenkelder”. Het nadeel van een ovenkelder is dat er, via de ovenvloer, veel warmte verloren gaat. De opening van de ovenkelder bevindt zich meestal onder de ovenmond. Daar worden de natte takkenbossen soms enige tijd bewaard om te drogen. Het keldertje deed ook dienst als vuurvrij assenkot, opslagplaats voor aardappelen of kippenhok.
b. Ovenvloer De ovenvloer is de oppervlakte waarop eerst het brandhout en daarna het brood geplaatst worden. Hij heeft een ovalen vorm. De hoeken zijn altijd afgerond. De ovenvloer bestaat uit twee lagen: de eigenlijke vloer en een isolerende onderlaag die opgedeeld is in een zandlaag en een leemlaag. De eigenlijke vloer is vervaardigd uit een vuurvast materiaal, voornamelijk hard gebakken bakstenen of tegels. De smalle voegen worden meestal gevuld met zand. De ovenvloer moest achteraan een 4-tal centimeter lager zijn dan bij de ovenmond. Hier immers moest de vlam een dalende beweging maken om de hitte in de oven te houden.
(2)
Informatie website Museum voor de Oudere Technieken, Grimbergen 4
c. Ovengewelf Het ovengewelf omsluit de ruimte waar gestookt of gebakken wordt. Het gewelf moet de warmte opslaan die na het bakken terug afgegeven wordt. Oorspronkelijk was het gewelf gemaakt uit leem. De nog bestaande bakovens hebben doorgaans een gewelf uit vuurvaste bakstenen. Op sommige bakovens werd een dikke laag zand op het gewelf gelegd, dit als isolatiemiddel.
d. Ovenmond De ovenmond is de ingang van de oven, die men kan afsluiten tijdens het bakken met de ovendeur. De ovendeur is doorgaans vervaardigd uit plaatijzer.
e. Schoorsteen Een bakhuis heeft meestal een schoorsteen om de rook uit de bakoven naar buiten te leiden. De schoorsteen bevindt zich boven de ovenmond. De schoorsteen bestaat uit twee onderdelen: een trechtervormige rookvang die uitloopt in de eigenlijke schoorsteen. Beiden zijn gewoonlijk in baksteen gemetseld.
5
Geschiedenis van de bakoven De bakoven, zoals we die nu nog kennen, heeft een zeer lange geschiedenis. Archeologen hebben op verschillende plaatsen in de wereld resten teruggevonden van prehistorische ovens. De oudste sporen van een vaste bakoven zijn nagelaten door de Bandkeramiekers, de eerste landbouwers die rond 4.000 voor Christus in het Neolithicum woonden. Van de oven als gebouw hebben de Romeinen de oudste voorbeelden nagelaten, bijvoorbeeld in Pompeï. In vrijwel heel Europa zijn deze bakovens gebruikt voor het bakken van broden en koeken. Het “basismodel” met ovenvloer en koepel bestaat al minstens 4.000 jaar. Omstreeks 1900 teelde de bevolking op het platteland zijn eigen graan en bakte meestal zelf zijn brood. De grote boerderijen hadden vaak een eigen bakhuis. De kleinere boeren lieten hun zelfbereid deeg bakken in een gemeenschappelijk bakhuis dat aan een groep naburige erven toebehoorde. Het bakken gebeurde éénmaal per week. Wanneer men zijn brood in een gemeenschappelijk oven of bij een bakker liet bakken, bracht men een eigendomsteken of een herkenningsteken aan op het brood. Vaak gebeurde dat met behulp van een broodstempel die in het deeg gedrukt werd. Na de Tweede Wereldoorlog werd brood steeds vaker gekocht in de bakkerij of door de bakker aan huis gebracht. Wanneer men toch nog thuis zijn brood bakte, gebeurde dat al in een “modern” gasfornuis of een elektrisch fornuis. Het broodbakken op steen werd steeds zeldzamer en is vandaag de dag bijna helemaal verdwenen.
Situering op het erf De plaats van de bakoven op het erf is verschillend. Meestal staat de bakoven los van het woonhuis en andere bijgebouwen op het erf. Dit is ter voorkoming van het afbranden van de gehele boerderij, mocht er ooit brand uitbreken bij de oven. Meestal zijn bakovens gesitueerd in een bakhuisje. Wanneer de bakoven is gevestigd in een bakhuisje staan deze huisjes in enkele gevallen aan de straatzijde van het erf. Dit kan erop wijzen dat de oven werd gedeeld met één of meerdere buren.
6
Het gebruik van de oven Graan, rogge of tarwe werd gemalen op de molen en gezeefd. Het meel werd, met melk en gist, gekneed in de baktrog. Wanneer veel broden gebakken werden en de baktrog groot genoeg was, gebeurde het kneden met blote voeten. Intussen werd de bakoven opgestookt. Dit gebeurde met takkenbossen, turf of een andere brandstof. In onze streken werd vooral vlasafval gebruikt. Wanneer de stenen aan de binnenkant van de oven wit waren van de hitte, was de oven warm genoeg om broden te bakken. Daarna werd het as met een rakelijzer verwijderd en werd het brood op platen gebakken. Met een broodschieter werd het brood in de oven geplaatst die een temperatuur had bereikt van ongeveer 165 graden Celsius. Wanneer de oven afgekoeld was, was het brood klaar. Tijdens het bakken moest men de deur van de oven heel goed gesloten houden.
Waarvoor werd de bakoven nog gebruikt? Naast het bakken van brood werd de warmte van de oven nog voor allerlei andere doeleinden gebruikt: - Tijdens of na het bakken werd er ook plaats voorzien voor het bakken van vlaaien, peperkoek, appelbroodjes of andere lekkernijen voor kinderen. - Men droogde in de nog warme oven peren, appels en pruimen. - Als de oven lauw was, werd het beddengoed wel eens ontsmet. - Potten in gebakken aarde werden voor hun eerste gebruik in de warme oven gestoken om de slechte smaak eruit te halen. - Wandelstokken werden in de oven gewarmd om ze te kunnen buigen. - Soms gebruikte men de ovenkelder om witloof te telen. - Na het slachten van een varken werden de hespen in de schoorsteen gerookt. - …
7
8
9
Ovenbuurkes in Zulte, Olsene en Machelen In de gemeente Zulte zijn nog op verschillende plaatsen ovenbuurkes te vinden. We sommen hieronder enkele ovenbuurkes op.
Zulte LIMNANDERDREEF 46-48
KAPELLESTRAAT 191 Dit bakhuis trotseert reeds 2 eeuwen de tijd. Binnen staat op een stevige eiken balk het jaartal 1771 ingegrift. In de grote oven kon men 20 broden bakken. Voor de paarden en honden bakte men roggebroden. De zoldering was ingenomen door een duiventil.(3)
KRAAIDREEF 21
Foto uit Jaarboek Heemkundige Kring 1989.
Dit ovenbuurke is van het samengestelde type. Binnenin staat op de haardbalk het jaartal 1773 gegraveerd. Er is een korfboogdeur onder de waterlijst in de voorgevel te zien.
ZAUBEEKSTRAAT 10 TE BEZICHTIGEN TIJDENS ERFGOEDDAG VANAF 14.00 UUR Dit ovenbuur is in goede staat. De oven zelf dateert van 1911 en is momenteel niet meer functioneel.
(3)
Tekst uit het 10 e jaarboek van de Geschied- en Heemkundige Kring Zulte 10
Olsene HOUTSTRAAT 60 TE BEZICHTIGEN TIJDENS ERFGOEDDAG (Onder voorbehoud) Ovenbuurke in goede staat.
CENTRUMSTRAAT 27 TE BEZICHTIGEN TIJDENS ERFGOEDDAG Het ovenbuurke en de oven zijn nog volledig intact. De oorspronkelijke trog en vuurhaken zijn zelfs nog aanwezig. De tand des tijds heeft wel invloed gehad op het ovendeurtje, dat compleet weggeroest is.
Foto huidige staat ovenbuurke.
PONTEPUTSTRAAT 14 Foto uit Jaarboek Heemkundige Kring 1993.
11
Machelen VOSSENHOLSTRAAT 9 Zo stond het ovenbuurke erbij in 2002. Het werd ondertussen gerenoveerd. De bakoven is volledig intact. Een kwarteeuw terug werd er tot 3 maal in de maand 8 à 10 broden gebakken, meestal wit brood. Bij kermis en andere feesten ook rozijnenbrood en taarten.(4)
Foto uit Jaarboek Heemkundige Kring 2002-2003.
MEULEBERGSTRAAT 18 Gerestaureerd bakhuis waarvan de ovenkop verdwenen is.
Foto uit Jaarboek Heemkundige Kring 2002-2003. 12
TORRESTRAAT 19 Mooi bakhuis, recent gerenoveerd aan de buitenzijde. Binnenzijde moet nog aangepakt worden. Om de 14 dagen werd er brood gebakken. Het ovenbuurke was voor gemeenschappelijk gebruik en werd gebruikt door nog 2 andere buren.(5)
TORRESTRAAT 16 Groot bakhuis met ovenkop. Momenteel in vervallen staat.
Torrestraat 16 en Torrestraat 19. Foto’s uit Jaarboek Heemkundige Kring 2002-2003.
BRULLENSTRAAT 1 Ovenbuurke in goede staat, van het samengestelde type met pannen zadeldakjes.
(4) & (5)
Tekst uit het Jaarboek 2002-2003 van de Geschied- en Heemkundige Kring Zulte 13
GRAMMENESTRAAT 15 TE BEZICHTIGEN TIJDENS ERFGOEDDAG Na 1966 werd er niet meer gebakken. Het bakhuis kreeg een andere bestemming. Het werd gebruikt als droogoven en rookplaats.(6)
Grammenestraat 15 en Grammenestraat 4. Foto’s uit Jaarboek Heemkundige Kring 2002-2003.
GRAMMENESTRAAT 7 Tot 1980 werd er hier nog om de tien dagen gebakken.
GRAMMENESTRAAT 4 Groot bakhuis met ovenkop, losstaand van het woongebouw. Tot voor een kwarteeuw werd hier minstens om de veertien dagen een dozijn broden gebakken.(7)
GRAMMENESTRAAT 2 VERDWENEN Dit ovenbuurke is in de loop der jaren volledig verdwenen. Het betrof een ovenbuur met ovenkop. Door instorting bij stormweer werd het ovenbuurke verwijderd. Wekelijks werden er 7 à 8 broden gebakken, variërend van koekebrood, wit of bruin. Eind jaren 1950 kwamen de laatste broden en ovenkoeken uit de oven.(8)
(6), (7) & (8)
14
Tekst uit het Jaarboek 2002-2003 van de Geschied- en Heemkundige Kring Zulte
Trage Wegen Ons Vlaamse land ligt bezaaid met trage wegen: verbindingen voor niet-gemotoriseerd verkeer zoals veldwegen, kerkwegels, jaagpaden, vroegere treinbeddingen, holle wegen, bospaden,… Veel van die trage wegen zijn in het verleden reeds verdwenen of dreigen in de toekomst te verdwijnen. Afgesloten, omgeploegd of verdrongen door nieuwe verkavelingen. De achteruitgang van het trage-wegennet gaat nog steeds voort. Een spijtige zaak, want trage wegen bieden immers heel wat mogelijkheden en voordelen. Een paradijs voor zachte weggebruikers, van belang voor natuurverbinding, beladen met cultuurhistorische waarde en uitermate geschikt voor heel wat vormen van duurzame recreatie. In samenspraak met de erfgoedraad en de cultuurraad van de gemeente Zulte werden volgende trage wegen benoemd:
Zulte: A. Moortelputweg: verbindt de Leiestraat met de Oeselgemstraat B. Wappersweg: verbindt de Waalstraat met de Zaubeekstraat C. Patrijsbulk: is de verzamelnaam voor de vijf toegankelijke doorsteekjes tussen de Nachtegaalstraat, Olsenestraat, Fazantstraat en Koekoekstraat
Olsene: D. Stapweg: verbindt de Groeneweg met de Grote Steenweg en loopt langs het domein van Kasteel Ter Wallen E. Kasteeldreef: verbindt de twee uiteinden van de Kasteelstraat (ter hoogte van de Machelenstraat en de Grote Steenweg) F. Sterkebeekweg: verbindt de Kasteelstraat met de Heirweg, ter hoogte van de Oliebergstraat
Machelen: G. Gaverweg: ligt in het verlengde van de Gaverweg, kruist de Rijksweg en loopt verder richting spoorweg H. Genomen Trapweg: deze weg verbindt de Hoevestraat met de Veerstraat en gaat over in de Kerkweglos I. De Broeken: ligt tussen de Zandweg en de Dorpsstraat J. Meirekouter: tussen de Leie en de Oude Leie, ligt in het verlengde van de Grammenestraat Om deze trage wegen meer zichtbaarheid te geven, werden er naambordjes aangebracht. Op die manier kunnen meer fietsers en voetgangers gebruik maken van de veilige en aangename trage wegen.
Dienst Cultuur Zulte T 09 243 14 04
[email protected] Openingsuren: Ma: 8.30 tot 12.00 uur en 13.30 tot 19.00 uur Di t.e.m vr: 8.30 tot 12.00 uur en 15.30 tot 17.00 uur
V.U. Simon Lagrange, burgemeester bevoegd voor informatie
Met dank aan: de Geschied- en Heemkundige Kring, de leden van de erfgoedraad en de deelnemende eigenaars.
Foto’s cover voor- en achteraan: © Leon De Winter Grote coverfoto vooraan: © Can Stock Photo Inc./eeandrey
16