|
Open!
|
Open Government in de Verenigde Staten van Amerika Kansen voor het archiefwezen Roxana Chandali ■
Afgelopen najaar heb ik, geïnspireerd door de ambities van president Obama ten aanzien van een open en transparante overheid, onderzoek gedaan naar Open Government in de Verenigde Staten (VS).1 Ik was benieuwd naar de wijze waarop president Obama zijn ambities ten aanzien van Open Government Foto: Roxana Chandali.
vorm zou geven en of hij daarin zou slagen. Tijdens dit onderzoek viel de rol van de ‘National Archives and Records Administration’ (NARA) op. Dat biedt inspiratie voor het archiefveld om de kansen van Open Government te benutten.
Open Government in de VS De VS behoorde tot de voorlopers op het gebied van openbaarheid van bestuur (Freedom of Information) en is momenteel wederom voorloper ten aanzien van Open Government. President Obama heeft politiek leiderschap getoond op dit onderwerp en Open Government gemaakt tot één van zijn prioriteiten. Niet voor niets heeft hij dit onderwerp gepositioneerd in het Witte Huis zelf en niet bij één van de departementen, en behoorden zijn memoranda over Open Government en over Freedom of Information tot zijn eerste politieke daden in het Witte Huis. Met het Open Government Partnership, waarover later meer, heeft hij dit
10 Q 2012 n u m mer 2
leiderschap ook mondiaal getoond en een aanzet gegeven om Open Government tot een wereldwijde beweging te maken.
Drie pijlers Het Open Governmentbeleid van de VS berust op drie pijlers: transparantie, participatie en samenwerking. Tezamen moeten deze pijlers leiden tot een efficiëntere en effectievere overheid en tot een beter functionerende democratie. Daarnaast zijn economische voordelen een belangrijke drijfveer. Transparantie vormt de eerste pijler van Open Government en heeft tot doel het vergroten van het afleggen van verantwoording door burgers te voorzien
van informatie over wat de overheid doet. Hieronder valt onder andere het publiceren van data(sets) op websites (zie bijvoorbeeld www.data.gov), de Freedom of Information Act en derubricering. Participatie is de tweede pijler van Open Government en stelt burgers in staat om ideeën en deskundigheid in te brengen, zodat de overheid gebruik kan maken van wijdverspreide informatie. Samenwerking ten slotte, is de derde pijler van Open Government en heeft tot doel het verbeteren van de effectiviteit van de overheid door samenwerkingsverbanden te creëren en het vergroten van samenwerking binnen de federale overheid, tussen de verschillende
|
Open!
|
en een effectieve democratie. De overheid heeft niet alle oplossingen in huis en er zijn daarom andere participatie- en samenwerkingsvormen nodig om te komen tot oplossingen en resultaten.6 Deze waarschuwende vinger is terecht. Er moet voor worden gewaakt dat Open Government teveel een technologische benadering krijgt met nadruk op open data en transparantie alleen. Dat zou een te enge opvatting van Open Government zijn en veel mogelijkheden onbenut laten.
Uitdagingen President Barack Obama begroet toeristen bij Lincoln Memorial in Washington D.C., zaterdag 9 april 2011 (official White House Photo by Pete Souza).
overheidsniveaus en tussen overheid en private instellingen. Samenwerking richt zich op het vinden van innovatieve strategieën om problemen op te lossen. Het ‘Open Government Initiative’ van de regering Obama mondde op 8 december 2009 uit in een derde memorandum, de zogenaamde ‘Open Government Directive’, waarin beleid ten aanzien van Open Government geformuleerd werd met duidelijke opdrachten en deadlines. Inmiddels zijn verschillende rapporten uitgebracht – zowel van de overheid zelf als van niet-gouvernementele organisaties2 – over de stand van zaken van het Open Government Directive. De prestaties zijn beoordeeld en over het algemeen blijkt dat de doeleinden gehaald worden, maar met wisselende resultaten. Om inzichtelijk te maken hoe ver overheidsorganen zijn gevorderd met de uitvoering van het Open Government Initiative lanceerde het Witte Huis het Open Government Dashboard.3
Kritische noten Open Government heeft naast grote voordelen – zoals meer vertrouwen in de overheid en nieuwe ideeën die (kunnen) leiden tot een efficiëntere en effectievere overheid – ook een aantal (mogelijke) nadelen. Wendy Ginsberg van de Congressional Research Service wijst daarbij op het feit dat er nog niet heel veel bruikbare beleidsopties uit Open Government zijn voortgekomen en dat vergrote transparantie en verplichte publieke participatie kunnen leiden tot vertraging in overheidsprocessen. Tevens wijst zij op het gevaar van informatielekken van gevoelig materiaal en op de
kosten die Open Government met zich meebrengt. Ook aan het vrijgeven van datasets zit meer vast dan op het eerste gezicht lijkt. Het is namelijk de vraag voor wie de datasets bedoeld zijn. Heeft de gemiddelde burger wel de kennis, middelen en capaciteit om de data te gebruiken? Datasets kunnen door gebruikers gemanipuleerd worden en op deze wijze een verkeerd beeld geven. Bovendien kan het zijn dat gebruikers door de enorme hoeveelheid aan data niet de gewenste informatie kunnen vinden. Meer gegevens kunnen dan, paradoxaal genoeg, leiden tot minder transparantie. De authenticiteit van data zou beter gewaarborgd moeten worden. Kortom: als datasets niet toegankelijk zijn voor burgers en burgers de datasets niet goed kunnen gebruiken, dan levert dat niet meer transparantie op.4 Tevens bestaat het risico dat vooral belangengroepen met tijd, middelen en kennis, in plaats van individuele burgers, zullen profiteren van de mogelijkheden om te participeren.5 Ook is het nog een vraag in hoeverre burgers daadwerkelijk geïnteresseerd zijn in en bereid zijn om te investeren in participatie. Ten slotte is er de kritiek, of misschien beter gezegd de waarschuwende vinger, van Beth Noveck. Zij is een van de drijvende krachten geweest achter de Open Government beweging en heeft voor Obama gewerkt. Zij benadrukt dat Open Government bedoeld is als meer dan transparantie met betrekking tot de overheid; namelijk als een strategie om de manier te veranderen waarop de overheid werkt, door informatie van de publieke sector te gebruiken voor het creëren van meer innovatieve instituties
Open Government is een relatief nieuwe ontwikkeling en is nog volop in beweging. De uitdagingen zijn onder andere te vinden in aspecten als cultuurverandering, opleiding, expertise en samenwerking, (financiële) middelen en betekenisvolle bijdragen van burgers. Met name culturele verandering bij de overheid wordt als een cruciale factor gezien. Overheidscultuur is vaak gesloten, risicomijdend en op controle gericht. Er is angst dat meer transparantie leidt tot (pijnlijke) onthullingen of confrontaties met ‘boze’ burgers.7 Open Government vraagt om verandering van de werkwijze van de overheid en een open houding van de overheidsmedewerkers. Deze veranderingen gaan niet vanzelf. Daar is tijd voor nodig, maar ook bewuste aandacht om die veranderingen tot stand te brengen. Bij het Open Governmentbeleid van de VS heeft cultuurverandering de aandacht. Een instrument dat hierbij wordt ingezet is de toekenning van awards, wellicht een instrument dat meer past bij de Amerikaanse dan bij de Nederlandse cultuur. De inzet van awards weerspiegelt echter wel het belang van prikkels om resultaten te bereiken. Open Government moet onderdeel van het primaire proces worden. Om dat te bereiken zijn (extra) inspanningen nodig en daar zou waardering tegenover moeten staan. Nu is het te vaak zo dat medewerkers wel ontslagen kunnen worden voor openheid en openbaarmaking, maar er zelden voor worden beloond, zoals regelmatig wordt opgemerkt.
Openbaarheid De Freedom of Information Act (FOIA), een vorm van Open Government, is al sinds 1967 van kracht (ter vergelijking: de Nederlandse Wet openbaarheid van
n umm er 2 2012 Q 11
>>
|
Het Capitool (foto Roxana Chandali). >>
bestuur sinds 1980). In de VS heeft elke staat een eigen FOIA en heeft de federale FOIA alleen betrekking op de uitvoerende macht.8 De FOIA wordt in de VS als belangrijk beschouwd. Dit lijkt samen te hangen met de van oudsher zware nadruk op democratische principes en een al dan niet gezond ‘wantrouwen’ tegen de overheid. Openbaarheid van bestuur wordt als noodzakelijk gezien, omdat het de mogelijkheid biedt tot controle van overheidshandelen. Bovendien wordt de neerslag van het handelen van de overheid gezien als eigendom van de burgers. Veel meer dan in Nederland zijn in de VS talrijke particuliere initiatieven en organisaties tot stand gekomen, die zich beijveren voor een open, transparante overheid en openbaarheid van overheidsinformatie. Toch is de FOIA geen politieke prioriteit. Ook binnen overheidsorganen is dat niet het geval, omdat de aandacht ligt bij de primaire (beleids) processen. Recentelijk verscheen er nog een kritisch rapport van belangenorganisaties, dat erop wijst dat verzoeken nu over het algemeen wel sneller worden behandeld, maar dat tegelijkertijd meer gebruik wordt gemaakt van de uitzonderingsgronden van de FOIA om informatie niet te verstrekken.9 De in het oog springende verschillen tussen de VS en Nederland als het gaat om de openbaarheid van bestuur, betreffen vooral de omvang en de organisatie c.q. infrastructuur en de daarmee samenhangende interesse van het publiek. Het FOIA-systeem in de VS is, vergeleken met Nederland, zwaar opgetuigd. Elk overheidsorgaan heeft
12 Q 2012 n u m mer 2
een Chief FOIA Officer, een FOIA Public Liaison Officer, een FOIA-verzoekersservicecentrum, FOIA-personeel, FOIAwebpagina’s en jaarlijkse FOIArapportages. Daarnaast is het Office of Government Information Services (OGIS) opgericht. Het gaat in de VS om enorme aantallen. In het fiscale jaar 2010 werden er ruim 600.000 FOIA-verzoeken op federaal niveau behandeld en waren ruim 4.000 fte’s beschikbaar.10 Toch blijft er een gebrek aan personeel en financiële middelen, waardoor de achterstanden groot zijn, en lijkt de coördinatie op FOIA-activiteiten gering. Toepassing van ICT zou hierbij kunnen helpen. Het streven is dan ook om hier meer gebruik van te gaan maken. Ook wordt gehoopt dat meer proactieve openbaarmaking de problemen bij de uitvoering van de FOIA kan verlichten.
National Archives en OGIS
Open!
|
van Open Government. Hierbij speelt tevens dat de positie van ‘Archivist of the USA’ in de VS een politieke benoeming is. In 2009 benoemde president Obama David S. Ferriero, afkomstig uit de bibliotheekwereld, in deze functie. In september 2009 is de ‘Office of Government Information Services’ (OGIS) van start gegaan. OGIS, ook wel de FOIA-ombudsman genoemd, heeft een bijzondere positie. Bij de totstandkoming onder president Bush junior waren er de nodige schermutselingen tussen de president en het Congres over de positionering en budgettering. Uiteindelijk heeft het Congres het pleit gewonnen en heeft OGIS onderdak gevonden bij de NARA in plaats van bij het ministerie van Justitie. OGIS is daarmee overigens ook een instrument voor het Congres om meer greep te houden op de uitvoering van de FOIA. OGIS heeft als wettelijke taken het verlenen van mediation bij geschillen tussen FOIA-verzoekers en federale overheidsorganen, het evalueren van FOIA-beleid, procedures van overheidsorganen en het evalueren van de naleving van de FOIA. Ook doet OGIS beleidsaanbevelingen om de uitvoering van de FOIA te verbeteren. Tot op heden is er nog geen mediationcase geweest. Veel zaken probeert OGIS in een eerder stadium af te vangen door op een informele wijze partijen bij elkaar te brengen en te bemiddelen. Mediation en de meer informele bemiddelingen leiden, zoals ook vanuit andere terreinen bekend is, vaak tot snellere, meer bevredigende en ook goedkopere oplossingen dan de gang naar de rechter.11
De NARA, het Nationaal Archief van de VS, heeft onder president Obama een belangrijke(re) rol gekregen ten aanzien
National Archives and Records Administration (foto Roxana Chandali).
|
Foto: Roxana Chandali.
Het overgrote deel van de casussen die worden aangedragen bij OGIS komen van individuen, terwijl nauwelijks casussen afkomstig zijn van overheidsonderdelen. Een belangrijke waarneming van OGIS is dat overheidsorganen die een goede dienstverlening hebben, een grotere kans hebben om meningsverschillen op te lossen dan andere overheidsorganen. OGIS geeft hiervoor een aantal good practices, die eenvoudig doch fundamenteel van aard zijn.12 Over de macht, invloed en autoriteit van OGIS zijn de meningen verdeeld. Opgemerkt wordt dat OGIS over te weinig middelen en menskracht beschikt. OGIS heeft wel taken, maar geen doorzettingsmacht.
Derubricering Rubricering en derubricering zijn onderdelen van het Open Governmentbeleid waarop veel kritiek is in de VS. Dat geldt vooral voor rubricering. De organen die bij rubricering en derubricering een rol spelen zijn met name de overheidsorganen en de tot rubricering en derubricering bevoegde overheidsmedewerkers, de Information Security Oversight Office (ISOO), de Public Interest Declassification Board (PDIB) en het National Declassification Center (NDC). ISOO en NDC zijn onderdelen van de NARA. Het National Declassification Center (NDC) is, mede op advies van de PDIB, eind 2009 opgericht door president Obama en moet bijdragen aan het Open Governmentbeleid. Het NDC heeft als belangrijkste taken het coördineren en stroomlijnen van derubricerings-
processen, het faciliteren van maatregelen voor kwaliteitsborging en het trainen van derubriceringsmedewerkers. Het NDC heeft van de president de indruk-wekkende taak gekregen om een achterstand in derubricering van 386 miljoen pagina’s weg te werken op uiterlijk 31 december 2013. Dit aantal heeft alleen betrekking op documenten die in fysieke en juridische bewaring zijn bij de NARA en houdt geen rekening met de miljoenen pagina’s die er ieder jaar bij komen. De aanwas neemt bovendien exponentieel toe door de groei van de overheid en de introductie van elektronische documenten, waaronder e-mail. Met de bestaande werkwijze en 81 medewerkers zou het NDC circa 10 miljoen pagina’s per jaar kunnen wegwerken. Veel te weinig om ook maar te denken aan het wegwerken van de achterstand. Door afstemming met alle betrokken overheidsorganen, het invoeren van een workflow systeem, het toepassen van het Lean en Six Sigma systeem (een methode om processen
‘American Redaction’ (foto Jared Rodriguez/ truthout).
Open!
|
te verbeteren) en de riskmanagement benadering waar president Obama zich achter stelde, werd het mogelijk om grote stappen te zetten. Men zit nu op schema.13 Een belangrijke rol in rubricering en derubricering blijft uiteraard weggelegd voor de overheidsorganen zelf. Overheidsorganen gaan daar verschillend mee om en hebben naast derubricering eerst en vooral andere belangen. Met als gevolg dat er overal sprake is van achterstanden. Volgens de PDIB lijkt een gemeenschappelijk begrip van het publieke belang en een gemeenschappelijke benadering om derubricering tot stand te brengen te ontbreken. In 2007 heeft de PDIB een uitgebreid rapport opgesteld met onderwerpen die aangepakt moeten worden en de daarbij behorende aanbevelingen.14 Een goed voorbeeld van Open Government ten aanzien van derubricering zijn de activiteiten van de PDIB geweest naar aanleiding van het verzoek van president Obama voor een onderzoek naar een meer fundamentele verandering van het rubriceringssysteem. Hier heeft men met een blog en openbare bijeenkomsten gewerkt en er is ook input gevraagd op een aantal concept-aanbevelingen, zodat meer gespecificeerde en daardoor beter bruikbare reacties zouden binnenkomen, hetgeen ook het geval bleek. Daarnaast kon het publiek zelf voorstellen doen.
Vlaggenschipinitiatief Onderdeel van het Open Government Plan dat elk overheidsorgaan moest opstellen, is het ontwikkelen van een vlaggenschipinitiatief dat op korte termijn uitgevoerd moet worden. Het vlaggenschipinitiatief van de NARA richt zich op online gebruikersparticipatie bij het herontwerp van de website, beschrijving, prioritering van de digitalisering en de ontwikkeling van de strategie voor sociale media.15 Onlangs heeft president Obama, mede naar aanleiding van een rapportage van de NARA, een memorandum uitgevaardigd dat het beleid en de uitvoering van records management, met nadruk op elektronische archieven, e-mails en sociale media, moet verbeteren.16 In het kader van deze plannen tot verbetering van het beheer van overheidsarchieven, heeft David S. Ferriero, archivaris van de VS, aangekondigd een internationale >>
n umm er 2 2012 Q 13
|
Facebook White House. >>
bijeenkomst te beleggen om de rol van archivarissen te bediscussiëren in een meer open overheid.17
Concrete betrokkenheid Op 20 september 2011 werd het Open Government Partnership (OGP) gelanceerd op initiatief van de VS en Brazilië. Dit is een nieuw multilateraal initiatief dat zich richt op het verkrijgen van concrete betrokkenheid van regeringen om transparantie te bevorderen, burgers te ‘empoweren’, corruptie te bestrijden en nieuwe technologieën in te zetten om het bestuur te versterken. In de stuurgroep van OGP zijn in de geest van Open Government niet alleen nationale overheden vertegenwoordigd, maar ook vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld (civil society). De acht oprichters van OGP hebben hun nationale actieplannen bekend gemaakt en een verklaring ondertekend waarin zij beloven openheid te bevorderen, burgers te betrekken bij besluitvorming, de hoogste standaarden van professionele integriteit toe te passen en de toegang tot nieuwe technologieën te vergroten. Inmiddels hebben 41 andere landen, waaronder Nederland, aangegeven zich bij het initiatief aan te sluiten. Deze landen zullen in het voorjaar van 2012 hun plannen presenteren.18
Toekomst Open Government, opgevat als een samenstel van de drie pijlers transparantie, participatie en samenwerking, is een nieuw concept en een
14 Q 2012 n u m mer 2
nieuwe ontwikkeling, waarvan nog onduidelijk is waartoe het uiteindelijk zal leiden. Open Government kent echter een aantal potentieel interessante en krachtige ontwikkelingen. Nederland kan in dit stadium veel leren van de positieve en minder positieve ervaringen die in de VS zijn en worden opgedaan. Veel wordt in dit stadium immers geleerd van experimenten. En het bijzondere is dat president Obama experimenten, innovatie en de toepassing van technologie ten aanzien van Open Government actief ondersteunt. De VS is op het terrein van Open Government een echte voorloper en pionier, terwijl Nederland nog aan het begin staat. Om volop te kunnen profiteren van de mogelijkheden en daarbij ook oog te hebben voor de onmogelijkheden van Open Government, zal de Nederlandse overheid zich moeten voorbereiden op mogelijke ontwikkelingen en deze mede vorm moeten gaan geven door hierop beleid te ontwikkelen. Daarbij is van belang Open Government te zien als een proces, experimenten te durven aangaan, een visie te ontwikkelen, bereid te zijn om de relaties met de omgeving (burgers, maatschappelijk middenveld, bedrijven etc.) te herzien en aandacht te schenken aan de cultuur van de overheid. Nederland is pas recent aan Open Government gaan denken en werken.19 Maar de ontwikkelingen kunnen snel gaan, zoals blijkt uit recente brieven aan de Tweede Kamer20 over de Digitale Agenda.NL en over hergebruik van overheidsinformatie en open data, de digitale implementatieagenda, de start
Open!
|
van het Open Data Portaal en het aansluiten bij het OGP. Aanzetten voor Open Government waren er natuurlijk al in de vorm van bijvoorbeeld databanken met wetgeving en documenten van het parlement, een toenemend gebruik van sociale media, maar bijvoorbeeld ook initiatieven om burgers te betrekken, zoals Burgernet en het inschakelen van burgers bij het opstellen van de begroting 2012-2015 in Enschede. Ook zijn er steeds meer app-wedstrijden. Daarnaast staat de WOB in de belangstelling met enerzijds voormalig minister Donner die oneigenlijk gebruik van de WOB wil aanpakken, en anderzijds GroenLinks die heeft aangekondigd te komen met een initiatiefwetsvoorstel om de openbaarheid van bestuur te verruimen. Ook in de archiefwereld zijn voorbeelden te vinden van activiteiten binnen de drie pijlers. In de pijler transparantie spelen activiteiten op het terrein van openbaarheid van archieven, derubricering en gepubliceerde datasets als bijvoorbeeld manumissies in Suriname, VOC-opvarenden en tal van genealogische informatie. De wijze waarop de Archiefvisie tot stand gekomen is, kan gekenschetst worden als participatie. Een voorbeeld van samenwerking is het project ‘Vele handen maken licht werk. Open archieven door crowdsourcing’, waarbij militieregisters toegankelijk worden gemaakt. Een voorbeeld in de VS op dit gebied is de website Collaborate (http://collaborate. digitalvaults.org/), die dient als een virtuele ontmoetingsplaats voor leden van het NARA-educatieteam en medewerkers van scholen, instituten en organisaties van buiten de overheid om innovatieve ideeën en best practices te delen en advies te geven over het verbeteren van een website die het makkelijker moet maken voor onderwijzers om primaire bronnen op te nemen in lesplannen.
Mogelijkheden Mij lijkt het goed mogelijk dat Open Government met zijn pijlers van transparantie, participatie en samenwerking kan helpen bij vraagstukken waar het gaat om het vinden van een wezenlijk nieuwe koppeling tussen maatschappelijke betrokkenheid, oplossings- en organisatorisch vermogen en sociale
|
Screenshot www.data.gov.
verantwoordelijkheid enerzijds, en het functioneren van de overheid anderzijds.21 Open Government draagt een visie in zich en kan het instrumentarium leveren om een bijdrage te leveren aan het oplossen van deze vraagstukken. Open Government gaat er immers vanuit dat de overheid in zijn huidige vorm aan verandering toe is en dat nieuwe vormen van participatie en samenwerking nodig zijn. Voorwaarde daarvoor is een transparante en responsieve overheid. Een brede visie op en aanpak van Open Government, zoals in de VS, ontbreekt in Nederland nog. Dat geldt ook voor de samenhang tussen de verschillende initiatieven die er wel degelijk zijn. Open Government, waaronder openbaarheid van bestuur, document- en informatiemanagement, transparantie van besluitvormingsprocessen en betrokkenheid van burgers hangen nauw met elkaar samen en zouden, meer dan nu gebeurt, in samenhang met elkaar moeten worden beschouwd en worden ontwikkeld. Hier liggen voor het archiefwezen vanuit deskundigheid, betrokkenheid en overzicht interessante mogelijkheden en uitdagingen die de moeite waard zijn om aan te gaan. De ontwikkelingen gaan echter snel, laat de aansluiting niet verloren gaan! ■
Noten 1 ■ Dit onderzoek maakte deel uit van de opleiding Master of Public Administration aan de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur. 2 ■ Bijvoorbeeld van OpenTheGovernment.Org, CREW en OMB
Watch. Ook: The Obama Administration’s Commitment to Open Government: a status report (16 september 2011). 3 ■ www.whitehouse.gov/open/ around. 4 ■ Ginsberg, Wendy R., ‘The Obama Administration’s Open Government Initiative: Issues for Congress’, Congressional Research Service 7-5700 (28 januari 2011) 29. En een interview met Wendy Ginsberg, Analyst Congressional Research Service. 5 ■ Interview Wendy Ginsberg. 6 ■ Noveck, Beth Simone, ‘What’s in a Name? Open Gov. and Good Gov.’ in: The Huffington Post, 7 april 2011 (www. huffingtonpost.com/beth-simonenoveck/whats-in-a-name-open-gov-_b_ 845735.html). 7 ■ Open Overheid, Internationale beleidsanalyse en aanbevelingen voor Nederlands beleid, TNO-rapport, nr. 35440 (Delft 2011) 38. 8 ■ Zie voor de federale FOIA informatie op: www.justice.gov/oip/ en www.foia. gov. 9 ■ ‘Citizens for Responsibility and Ethics in Washington & OpenTheGovernment.org’, Measuring transparency under the FOIA: The Real Story Behind The Numbers (december 2011). 10 ■ Department of Justice, Summary of Annual FOIA Reports for Fiscal Year 2010. 11 ■ Interview Miriam Nisbet, directeur OGIS. 12 ■ Office of Government Information Services, The First Year Building Bridges Between FOIA Requesters and Federal Agencies (2011). 13 ■ Interview David Mengel, Deputy Director van het NDC en Madeline
Open!
|
Proctor, Director Evaluation & Special Projects Division van het NDC. 14 ■ Improving Declassification: a Report to the President from the Public Interest Declassification Board (2008). 15 ■ www.archives.gov/open/ open-plan.html. 16 ■ www.whitehouse.gov/the-pressoffice/2011/11/28/presidentialmemorandum-managing-governmentrecords. 17 ■ www.whitehouse.gov/ blog/2011/09/30/recommittingourselves-making-government-moreeffective. 18 ■ Zie voor meer informatie: www. opengovpartnership.org. 19 ■ Hierbij speelt ook de Europese richtlijn voor het hergebruik van overheidsinformatie (2003/98/EG) een belangrijke rol. 20 ■ Kamerstukken II 2010/2011, 29 515, nr. 331 (Digitale Agenda.NL, 17 mei 2011). En: Kamerstukken II 2010/2011, 32 802, nr. 2 (Hergebruik en Open Data: naar betere vindbaarheid en herbruikbaarheid, 30 mei 2011). 21 ■ Zie: Donner, P.H., lezing tijdens opening Zomerconferentie 2011 Montesquieu (25 augustus 2011). Roxana Chandali ■ beleidscoördinator Programma Bevolkingsdaling bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
n umm er 2 2012 Q 15