opdrachtenboek groep 7
513934
blok 4
opdrachtenboek groep 7
blok 4
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
blok 4 les 4 begin hier
1
Laten we ze verdelen. Eerst allemaal 600?
2
Zoek steeds de grootste hap.
a Neem over. Maak de som af. 4/
8
5
2 \
13 /
8
0
0 200 ×
5
2
4
1
6 \
3
9
0
10 × 0
0
15 /
6
1
5 \
●
●
2
32 /
3
5
8
4 \
..... ×
40 ×
100 ×
2×
..... ×
..... ×
..... ×
0
..... ×
3×
..... ×
..... ×
..... ×
b Schrijf onder elkaar. Maak de som af. ●
d 14 / 2842 \ 14 x 20 = 14 x 2 = 14 x 30 = 14 x 200 =
c 4 / 376 \ 4x 9= 4 x 600 = 4 x 80 = 4 x 90 =
b 6 / 2612 \ 6 x 400 = 6x 4= 6 x 500 = 6 x 60 =
a 3 / 1815 \ 3x 6= 3 x 500 = 3 x 600 = 3 x 60 =
Kies steeds de grootst mogelijke hap. Doe het zo: a 3 x 600
Er is nog 371 gram boter. Hiermee kun je 7 pannenkoeken bakken. Hoeveel is nodig voor 1 pannenkoek? Er is nog 845 cl melk. Hiermee kun je 13 pannenkoeken bakken. Hoeveel is nodig voor 1 pannenkoek? Er is nog 868 gram bloem. Hiermee kun je 31 pannenkoeken bakken. Hoeveel is nodig voor 1 pannenkoek?
7/
3
7
1 \
3
5
0
..... ×
..... × ..... ×
les 4 blok 4 en
begin hier
3
Zoek het goede getal in de som. Doe het zo: a = 24 horizontaal 1 2 3 4 5 6 8 9 10 11
4
10 × a 300 × b 40 × c 8×d 13 × e 3×f 2×g 20 × h 50 × i 100 × j
1
2 4 5 6 7 8 9
20 × k 200 × l 7×m 9×n 200 × o 10 × p 20 × q 2×r
a Neem over en reken uit.
4
3 4
0
5
0
0
2
0
0
0
0
8
0
5
2
0
0
4
0
0
2
0
0
0
0
5 8
7
4
1
10
6 / 1386 \ 17 / 612 \
Zoek steeds de grootste hap. Kan een hap van 100? En 200? En 300? Kan een hap van 100 niet? Kan 10 × ?
2
0
0
verticaal 1
2
9 11
1
2
7
1
1
8
0
0
0
0
0
0
0
b Reken uit. ●
23 / 966 \ ●
17 / 2465 \ 31 / 9021 \
6
●
Zaterdag is € 448,– ontvangen. Per kind kost een kookfeestje € 16,–. Hoeveel kinderen zijn er zaterdag geweest? In 56 pepernoten zitten 336 kcal. Hoeveel kcal zitten in 1 pepernoot? Er is nog 3036 gram bloem. Per pannenkoek is 23 gram bloem nodig. Hoeveel pannenkoeken kun je bakken?
3
blok 4 1 les 4 begin hier
5
Reken uit. 85 : 9 = ..... rest ..... 51 : 7 = ..... rest ..... 79 : 8 = ..... rest ..... 58 : 6 = ..... rest .....
6
65 : 6 = ..... rest ..... 302 : 3 = ..... rest ..... 45 : 4 = ..... rest ..... 807 : 8 = ..... rest .....
= ..... rest ..... = ..... rest ..... = ..... rest ..... = ..... rest .....
604 : 4 215 : 7 66 : 5 2601 : 13
= ..... rest ..... = ..... rest ..... = ..... rest ..... = ..... rest .....
a Neem over en reken uit. 15 / 350 \ ..... rest ..... 16 / 420 \ ..... rest .....
18 / 2260 \ ..... rest ..... 32 / 4500 \ ..... rest .....
b Reken uit. ●
●
●
4
705 : 7 126 : 12 2200 : 22 356 : 34
Er zijn 340 plastic vorken. In 1 zak gaan 8 vorken. Hoeveel volle zakken kun je maken? Hoeveel vorken houd je over? Er zijn 1230 plastic bekertjes. In 1 doos gaan 12 bekertjes. Hoeveel volle dozen kun je maken? Hoeveel bekertjes houd je over? Er is 2700 ml melk. Voor 1 pannenkoek is 65 ml melk nodig. Hoeveel pannenkoeken kun je maken? Hoeveel melk houd je over?
21 / 550 \ ..... rest ..... 26 / 810 \ ..... rest .....
18 / 1840 \ ..... rest ..... 17 / 3575 \ ..... rest .....
les 4 blok 4 begin hier
7
Schat welk antwoord er moet staan. Doe het zo: a tussen ..... en ..... a 11 / 423 \ tussen 3 en 4 tussen 30 en 40 tussen 300 en 400
8
c 17 / 4488 \ tussen 2 en 3 tussen 20 en 30 tussen 200 en 300
d 24 / 936 \ tussen 3 en 4 tussen 30 en 40 tussen 300 en 400
Neem over en reken uit. 65 / 850 \ ..... rest ..... 37 / 2340 \ ..... rest ..... 28 / 3395 \ ..... rest ..... 36 / 7317 \ ..... rest .....
9
b 26 / 3718 \ tussen 1 en 2 tussen 10 en 20 tussen 100 en 200
16 / 782 \ ..... rest ..... 42 / 2610 \ ..... rest ..... 38 / 5092 \ ..... rest ..... 27 / 8379 \ ..... rest .....
Hoeveel kost 1 tapashapje?
Recept voor
75 tapashapjes:
1500 g mozzarellabolletjes 3750 g kleine tomaten 525 g pesto 375 g basilicum
Prijslijst mozzarellabolletjes: € 2,40 per 150 g kleine tomaten: € 0,30 per 250 g pesto: € 1,50 per
70 g
basilicum: € 1,80 per 100 g 5
blok 4 les 5 begin hier
1
Reken uit. 6×7= 6×9=
2
5×7= 3×6=
8×9= 2×6=
6×3= 8×6=
9×9= 7×8=
9×0= 4×8=
3×7= 8×6=
b Neem over en reken uit.
a Neem over en reken uit.
1 portie: 224 kilocalorieën. 4 porties: .....
3
4×5= 2×8=
224 1 × 4
114 × 6
113 × 4
151 × 4
104 × 6
318 × 4
× tiental is 0 opschrijven
Schrijf de som op en reken uit. a Er kwamen in september 31 groepen van 8 kinderen naar ’t Kookpunt. Hoeveel kinderen zijn dat? b Er staan 4 stapels met elk 33 borden. Hoeveel borden zijn dat?
52 × 30
42 × 30
36 × 40
24 × 60
32 × 70
54 × 60
31 8 × .....
begin hier
4
5
Reken uit. Onderstreep in je schrift de moeilijkste sommen met rood. 136 × 2
323 × 4
203 × 5
513 × 5
331 × 6
321 × 7
62 × 40
36 × 40
36 × 22
36 × 23
32 × 34
53 × 63
Hoeveel? Reken uit. a Er waren in oktober 13 groepen van 16 kinderen. Hoeveel kinderen zijn dat samen? b ’t Kookpunt serveerde 17 menu’s van € 15,–. Hoeveel euro is ontvangen?
6
les 5 blok 4 begin hier
6
7
Reken uit. 126 × 3
213 × 6
104 × 9
518 × 3
132 × 7
224 × 6
94 × 60
46 × 40
37 × 26
36 × 38
36 × 43
63 54 ×
Hoeveel? Reken uit. a 27 groepen van steeds 15 kinderen bezochten in november ’t Kookpunt. Hoeveel kinderen zijn dat samen? b Per maand kocht ’t Kookpunt gemiddeld voor € 678,– aan voorraad. Hoeveel euro is dat per jaar? c Per week bezochten gemiddeld 103 kinderen ’t Kookpunt. Hoeveel kinderen zijn dat per jaar?
8
Keer maar weer!
van 100 tot 200 ×
van 200 tot 300 =
×
van 300 tot 400 =
Nodig: 1 dobbelsteen. Teken allebei het blaadje met de vakjes over in je schrift. Gooi om de beurt met de dobbelsteen. Vul ieder 1 vakje in met het getal dat gegooid is. Maak sommen met het antwoord dat tussen de getallen staat. Het spel is afgelopen als alle vakjes ingevuld zijn. Reken de sommen van de ander uit. Elke som die goed is levert 1 punt op. Degene met de meeste punten wint.
van 400 tot 500
×
=
×
=
van 400 tot 500
4
× 1
=
7
blok 4 1 les 5 4 begin hier
9
Neem over en reken uit. 2,60 3 ×
2,4 × 4
26,08 4 ×
1 tosti kost € 2,60. Hoeveel kosten 3 tosti? Ik reken eerst de komma eruit. Dus x 100. Dat is 260 x 3 = 780. Dan reken ik de komma weer terug. Dus : 100. Dat is € 7,80.
10
43,15 5 ×
27,20 4 ×
Per zak 12,5 kg rijst. Hoeveel rijst zit in 3 zakken? Ik reken de komma eruit. Dus x 10. En dan reken ik de komma weer terug. Dus : 10. Dat is 37,5 kg.
Neem over. Schrijf de komma op de goede plaats. 7,60 8 × 6080
11
12,5 3 ×
9,8 7 × 686
19,70 6 × 1182
40,9 8 × 3272
40,05 8 × 3204
3,90 6 × 2340
49,8 4 ×
49,38 7 ×
26,70 6 ×
Reken uit. a 1 kindermenu kost € 12,40. Hoeveel kosten 5 kindermenu’s? En 10 kindermenu’s? b 1 roerstaafje kost € 0,03. Hoeveel kosten 135 roerstaafjes? En 270 roerstaafjes? c 4 kratten frisdrank wegen samen 24 kg. Hoeveel wegen 8 kratten? En 10 kratten?
12
Neem over en reken uit. 2,80 6 ×
8
2,8 × 7
26,09 8 ×
les 5 blok 4 begin hier
13
Schrijf onder elkaar. Reken uit. 4 x 13,06
14
8 x 9,7
7 x 0,74
9 x 30,58
4 x 2,36
10,07 x 8
Reken uit. a 1 servet kost € 0,42. Hoeveel kosten 120 servetten? En 240 servetten? b 2 pannen kosten samen € 45,–. Hoeveel kosten 10 pannen? En 20 pannen? c 5 kg bloem kost € 5,95. Hoeveel kost 10 kg? En 50 kg?
15
Keer maar weer.
van 0 tot 100 ×
van 100 tot 200 =
×
van 200 tot 300 =
×
=
Nodig: 1 dobbelsteen. Teken allebei het blaadje met de vakjes over in je schrift. Gooi om de beurt met de dobbelsteen. Vul ieder 1 vakje in met het getal dat gegooid is. Maak sommen met het antwoord dat tussen de getallen staat. Het spel is afgelopen als alle vakjes ingevuld zijn. Reken de sommen van de ander uit. Elke som die goed is levert 1 punt op. Degene met de meeste punten wint.
16
van 300 tot 400 ×
=
van 0 tot 100 ×
4 =
Bedenk sommen bij de volgende antwoorden. Doe zoals bij opgave 14. a € 0,35
b 125 g
c 9,1 km
d 3,5 m 9
blok 4 les 9 begin hier
1
1 Schrijf steeds beide digitale tijden op. a Hoe laat is het op de klokken? Doe het zo: 1 = 14:35 uur en 02:35 uur. b Hoe laat is het over anderhalf uur? c Hoe laat was het 3 kwartier geleden? 3
2
2
4
5
Hoe lang doen ze erover? Reken uit. Gebruik een tabel. a Maud fietst 2,5 km in 10 minuten. Hoe lang doet ze over 10 km? b Vital loopt 3 km in een half uur. 't Kookpunt ligt 1,5 km verderop. Hoe lang loopt ze er over? c Vincent rijdt 21 km in 3 kwartier. Hoeveel km is dat per uur?
3
Beantwoord de vragen. Gebruik een tabel.
Ik help mee in de keuken, ik verdien € 2,50 per kwartier. Mickey
Ik bezorg pizza’s, ik verdien € 3,50 per uur. Albert
a b c d 10
Hoeveel verdient Mickey in 512 uur? Hoeveel verdient Albert in anderhalf uur? Hoe lang moet Mickey werken om een game van € 30,– te kunnen kopen? Hoe lang moet Albert werken om een game van € 49,– te kunnen kopen?
les 9 blok 4 en
begin hier
4
Komen ze op tijd? Schrijf op hoeveel minuten ze te laat of te vroeg zijn.
De workshop NASI KOKEN begint om 19 : 3 0 Ton 5
Steffie
Koos
Silke
Reken uit. Je mag een tabel gebruiken. a Opa rijdt met de auto 90 km per uur. Hij is anderhalf uur onderweg. Hoeveel km heeft hij gereden? b Oom Jo fietst 15 km per uur. Hoe lang doet hij over 10 km? c Faye rijdt 9 km per uur. Ze rijdt 20 minuten. Hoeveel km heeft ze gereden?
6
Hoeveel kost het? Je mag een tabel gebruiken.
BANANEN gewicht in kg: 4 prijs €/kg: 2,50 totaalprijs:
LIMOENEN aantal: 20 prijs: 2 voor € 0,75 totaalprijs:
APPELS gewicht in g: 1500 prijs €/kg: 2,– totaalprijs:
PERSSINAASAPPELEN gewicht in kg: 15 prijs €/kg: 1,50 totaalprijs:
11
blok 4 les 9 begin hier
7
8
Hoe laat is het klaar? Schrijf de juiste tijd op. broodjes
in de oven: 09:44 uur baktijd: 28 minuten
koekjes
in de oven: 16:36 uur baktijd: 29 minuten
lasagne
in de oven: 11:24 uur baktijd: 3 kwartier
cake
in de oven: 19:41 uur baktijd: 1 uur en 20 minuten
‘t Kookpunt
De Pollepel
3 uur les voor € 45,00
a Joost wil precies 5 uur lang kookles hebben. Reken uit wat hij moet betalen bij ’t Kookpunt, bij De Pollepel en bij De Herberg.
in de oven: 16:54 uur baktijd: 2 uur en 40 minuten
De Herberg
112 uur les voor € 25,50
b Hanneke wil 12 uur lang kookles hebben. Reken uit wat zij moet betalen bij ’t Kookpunt, bij De Pollepel en bij De Herberg.
Reken uit. a Dave rijdt 100 km per uur. Hoe lang doet hij over 175 km?
12
kip
Reken uit.
een half uur les voor € 9,00
9
appeltaart in de oven: 11:05 uur baktijd: 2 uur en 15 minuten
b Benthe rijdt in 10 minuten 4 km. Hoe lang doet ze over 24 km?
c Danny rijdt 70 km per uur. Hoeveel heeft hij gereden na anderhalf uur?
les 9 blok 4 begin hierr
10
Hoe lang duurt het? a Kipschotel, gestart: 16:45 uur, klaar: 17:13 uur. b Macaroni, gestart: 17:44 uur, klaar: 18:26 uur. c Taco’s, gestart: 16:17 uur, klaar: 18:28 uur. d Chili, gestart: 19:23 uur, klaar: 20:09 uur. e Preischotel, gestart: 11:41 uur, klaar: 12:19 uur. f Moussaka, gestart: 16:26 uur, klaar: 17:53 uur.
11
Reken uit. a Oma rijdt 60 km per uur met de auto. Zij is 50 minuten onderweg. Hoeveel km heeft ze gereden? b Tante Joy fietst 15 km per uur. Hoe lang doet zij over 20 km? c Klaas rijdt 12 km in anderhalf uur. Hoeveel km per uur rijdt hij?
12
Hoeveel kost het?
GEHAKT gewicht in g: 1750 prijs €/kg: 5,00 totaalprijs:
KIPFILET gewicht in g: 800 prijs €/kg: 7,50 totaalprijs:
HAMBURGERS gewicht in g: 1500 prijs €/kg: 7,00 totaalprijs:
TARTAARTJES gewicht in g: 1250 prijs €/kg: 12,00 totaalprijs:
13
puntblad 1A
blok 4 bij les 1 en 2
1
2 2
Reken uit.
Elke dag 40 glazen. In 17 dagen: 17 x 40 glazen. 17 × 40
28 × 70
169 × 5
384 × 6
698 × 8
47 × 12
31 × 28
72 × 43
87 × 56
93 × 85
Hoeveel? Reken uit. € 23,–
6 glazen
b In 1 doos zitten 6 glazen. Hoeveel glazen zitten in 123 dozen?
a 1 menu kost € 23,–. Hoeveel betaal je voor 14 menu’s?
3
Kijk in het recept. Reken uit. Maak de tabel af.
n Toetje va : d n a a de m rbet Reuzenso,– € 14
4
14
Recept voor 1 Reuzensorbet: 44 stukjes ananas 32 aardbeien 30 plakjes banaan 28 plakjes kiwi 24 druiven 16 schijfjes appel
Reken uit. Maak 6 verschillende vermenigvuldigingen. Kies steeds uit elke pan 1 getal.
10 Reuzensorbets
18 Reuzensorbets
..... stukjes ananas
..... stukjes ananas
..... aardbeien
..... aardbeien
..... plakjes banaan
..... plakjes banaan
..... plakjes kiwi
..... plakjes kiwi
..... druiven
..... druiven
..... schijfjes appel
..... schijfjes appel
€ .....
€ .....
76 138
8 18
59
15
37 61
blok 4
plusblad 1A
bij les 1 en 2
1
Schrijf de sommen zonder vlekken goed op. 34 ×
7
401
2
6 9 4 × 636
×
84 6
×
53 4
a Kijk in het recept bij opgave 3 op de vorige bladzijde. Maak de tabel af. b De kookclub verkoopt Reuzensorbets voor € 14,–. De ingrediënten voor 1 Reuzensorbet kosten € 5,–. Hoeveel winst maakt de kookclub? bij verkoop van 13 Reuzensorbets? bij verkoop van 45 Reuzensorbets? bij verkoop van 139 Reuzensorbets? bij verkoop van 364 Reuzensorbets?
7
341
25 Reuzensorbets
38 Reuzensorbets
..... stukjes ananas
..... stukjes ananas
..... aardbeien
..... aardbeien
..... plakjes banaan
..... plakjes banaan
..... plakjes kiwi
..... plakjes kiwi
●
..... druiven
..... druiven
●
..... schijfjes appel
..... schijfjes appel
€ .....
€ .....
●
●
3
76
9 2 5 × 4 60
Wie heeft de grootste uitkomst? Maak 10 even grote kaartjes. Schrijf de getallen 1 t/m 10 op de kaartjes. Schud de kaartjes en leg ze op de kop tussen jullie in. De oudste mag beginnen. Draai 3 kaartjes om.
Maak een zo groot mogelijk getal. Bijvoorbeeld: 532. Draai dan het 4e kaartje om. Bijvoorbeeld 7. Maak nu sommen zoals deze: 532 × 7 Doe de kaartjes terug in de stapel en schud weer. Nu is de ander aan de beurt. Wie het grootste antwoord heeft, krijgt 1 punt. Speel dit spel 5 keer. Wie heeft de meeste punten?
3
2
5
Pas op! Zorg voor allemaal verschillende sommen, want dezelfde som telt niet meer mee! 15
puntblad 2A
blok 4 1 bij les 1 en 2
1
2
Reken uit.
1 zak aardappelen kost € 1,75. 8 zakken kosten 8 x € 1,75.
1,75 8 ×
2,3 × 12
25,5 6 ×
8,6 × 74
Voor 1 tafel 2,3 meter papier. Voor 12 tafels: 12 x 2,3 meter.
26,36 8 ×
Hoeveel? Reken uit. a Een pizza kost € 12,45. Hoeveel betaal je voor 6 pizza’s?
€ 12,45
€ 4,95
b De glazen kosten € 0,45 per stuk. Hoeveel kosten 130 glazen? c 5 l siroop kost € 4,95. Hoeveel kost 20 l?
€ 0,45
d 2 kandelaars kosten samen € 28,–. Hoeveel kosten 10 kandelaars?
3
Hoeveel geld is er per menu ontvangen? Hoeveel per drank? Reken uit. Doe het zo:
25,20 18 ×
16
prijs € 25,20 menu a € 32,55 menu b € 18,75 menu c frisdrank € 0,75 € 1,45 koffie € 1,35 thee
aantal bestellingen 18 8 4 115 6 8
totaal ontvangen € € € € € €
€ 28,00
4 blok 1
plusblad 2A
bij les 1 en 2
1
Je maakt pannenkoeken en toetjes. Dit heb je nodig:
1800 gram pannenkoekenmix 4 liter melk 12 eieren 9 liter aardbeienijs 450 gram verse aardbeien
Marktsuper
ALDO
pannenkoekenmix: 150 gram € 0,98 melk: 1 liter € 0,59 eieren: 4 stuks € 1,29 aardbeienijs: 1 liter € 2,49 verse aardbeien: 75 gram € 1,98
pannenkoekenmix: 75 gram € 0,56 melk: 0,5 liter: € 0,39 eieren: 6 stuks € 1,49 aardbeienijs: 1,5 liter € 3,36 verse aardbeien: 100 gram € 2,19
Reken uit in welke winkel de boodschappen het goedkoopst zijn.
2
Hoeveel geld is er in totaal per bon betaald? Kijk op de vorige bladzijde bij opgave 3.
a
3 x menu a 8 x frisdrank 2 x thee
b
4 x menu c 13 x frisdrank 4 x thee
totaal
c
2 x menu b 3 x menu c 12 x frisdrank 4 x koffie
totaal totaal
3
Hoeveel kost het? Doe het zo: prei 1,19
2
×
4
PREI prijs €/kg: 1,19 gewicht: 2 kg totaalprijs:
APPEL prijs €/kg: 2,19 gewicht: 3 kg totaalprijs:
BANAAN prijs €/kg: 1,69 gewicht: 2,4 kg totaalprijs:
Zoek de som. Schrijf de × en de = op de goede plek.
3
2
5
5
1
6
2
5
6
4
3
3
1
9
2
9
4
6
7
2
3
3
1
2
6
7
8
4
5
6
2
8
325 × 5 = 1625
Bedenk zelf ook 3 sommen. Schrijf ze op in vakken zoals hiernaast. 17
puntblad 1B
blok 4 bij les 6 en 7
1
a Kijk in het recept. Reken uit. Maak de tabel af.
1 2
2 broodjes? ei en nog een 21 ei.
voor 1 broodje
Nodig voor 1 broodje gezond:
voor 4 broodjes
voor 12 broodjes
..... ei
..... eieren
..... eieren
..... tomaat
..... tomaten
..... tomaten
..... plak kaas
..... plakken kaas
..... plakken kaas
..... augurk
..... augurken
..... augurken
1 broodje 1 2
ei
1 4
tomaat
1 21 plak kaas 1 3
augurk
b Hoeveel broodjes kun je maken? met 10 eieren? met 10 tomaten?
2
met 9 plakken kaas? met 9 augurken?
met 15 plakken kaas? met 15 augurken?
Hoeveel bekers kun je vullen met alle flessen?
?
? Bas
18
met 15 eieren? met 15 tomaten?
? Meike
Angela
blok 4
plusblad 1B
bij les 6 en 7
1
a Kijk in het recept. Reken uit. Maak de tabel af.
Nodig voor 2 plusbroodjes: voor 1 broodje
2 broodjes 3 hamburgers 2 ui 5 1 lepel ketchup 1 21 plak kaas 2 tomaat 6
voor 5 broodjes
voor 30 broodjes
..... hamburger
..... hamburgers
..... hamburgers
..... ui
..... uien
..... uien
..... lepel ketchup
..... lepels ketchup
..... lepels ketchup
..... plak kaas
..... plakken kaas
..... plakken kaas
..... tomaat
..... tomaten
..... tomaten
b Hoeveel broodjes kun je maken? Doe het zo: Met 30 hamburgers: ..... broodjes.
Met 10 uien: ..... broodjes
15 plakken kaas 15 plakken kaas 10 tomaten
10 uien 10 hamburgers 10 hamburgers 10 hamburgers
2
a Hoeveel stoplichtprikkers kun je maken met de blikken knakworst? b Welke kleur is als eerste op? Rood, oranje of groen? c Met welke kleur kun je de meeste stoplichtprikkers maken? d Reken uit hoeveel je van alles nodig hebt om voor jouw klas stoplichtprikkers te maken.
ketchup: 1fles = 50 lepels
Nodig voor een stoplichtprikker: 1/2 kerstomaatje (rood) 1/2 knakworstje 3/10 winterpeen (oranje) 1/2 knakworstje 2/3 augurk (groen) 1/2 knakworstje
10 tomaten
10 tomaten
10 tomaten
10 tomaten
10 tomaten
10 tomaten
10 tomaten
10 tomaten
10 tomaten
18 tomaten 18 tomaten
18 tomaten blikjes met knakworstjes
winterpenen potjes met augurken 19
puntblad 2B
blok 4 bij les 6 en 7
1
bakjes champignons
Reken uit hoeveel je nodig hebt. Maak een tabel in je schrift: voor 60 minipizza’s voor 100 minipizza’s voor 5 minipizza’s
Recept voor 10 minipizza'ss
● ●
●
1 2
bakje champignons
3 4
paprika
aantal pizza’s
1 21 plak kaas 0,4 liter tomatensaus
2
Hoeveel glazen kun je vullen? a
d
e
b
c f
3
7 pizza’s op een rij is 2 m. a Hoeveel pizza’s liggen er in 1 m? b Hoeveel pizza’s liggen er in 100 m? c Hoeveel cm is de doorsnede van 1 pizza ongeveer?
2m
20
Ik heb het record 200 m pizza bakken gewonnen.
1 2
10
1
blok 4
plusblad 2B
bij les 6 en 7
1
Hoeveel flessen kan de kok vullen? Reken het uit voor elke soort fles.
0,25 l
a 2
b
2 5
l
c 3 5
Reken uit.
a Er zijn 10 flessen cola van 112 liter. Er worden 60 glazen cola gedronken. Hoeveel liter is er nog over?
3
7 21 dl
a Hoeveel flessen frituurvet zijn er nodig voor deze superkroket? b Een gewone kroket weegt ongeveer 90 gram. Hoeveel gewone kroketten kun je ongeveer maken van deze superkroket?
c
b Voor 1 tafel is 16 dm papier nodig. Er worden 60 tafels gedekt. Hoeveel meter is er dan nog over?
liter ijs voor 4 toetjes.
1 liter 1 liter 1 liter 1 liter
De kok wil 24 toetjes maken. Hoeveel ijs heeft hij over of tekort?
Grootste kroket ooit
Deze kroket weegt 250 kg. Hij is 1,5 meter lang. Er is 1200 liter frituurvet voor nodig.
21