Opdrachten Oevergroep Ho, stop! Voordat jullie met de schepnetjes naar het water rennen, eerst even dit! De Waal is de drukst bevaren rivier van Europa en door haar bedding stromen miljoenen liters water naar zee. Daarnaast is de rivier heel belangrijk voor planten, vissen en watervogels. Jullie gaan het water onderzoeken en kijken of er bijzondere dingen zijn aangespoeld. Maak met de camera uit de krat foto’s van jullie werkzaamheden en ontdekkingen. De foto’s kunnen jullie gebruiken voor de presentatie op school! Ga naar het strand en vul eerst de onderstaande vragen in. Is de Waal gestegen of gedaald? Kijk eens goed naar wat er op het strand is aangespoeld. De stand van de Waal is iedere dag anders, een regenbui of droogte heeft direct invloed op de waterstand. Maak een foto! De Waal is kortgeleden: Gedaald Gestegen Geen idee Even een strikvraag, strikvraag welke kant stroomt de Waal eigenlijk op? Richting Nijmegen Vanaf Nijmegen
Kribben
Het touw
Strand
Scheppen met de schepnetten. Onderzoek al het water langs het strand waar het touw ligt en ook bij de twee kribben. Schud de netjes na elke poging uit in een witte bak met water en kruis aan wat jullie hebben gevangen. Maak foto’s van jullie vangsten!
01
aankruisblad
oever
Waterdieren Welke waterdieren hebben jullie gevangen? Kruis ze aan! Visjes
('Pisces' in het Latijn)
Visjes zijn in het water levende gewervelde dieren die ademhalen met kieuwen. De meeste vissen zijn koudbloedig, maar sommige grotere soorten vertonen warmbloedige trekjes. Vissen komen over de hele wereld voor, er zijn nu ruim 31.000 soorten, in meer dan 500 families onderverdeeld en er wordt vaak een nieuwe soort ontdekt! Vlokreeft
('Amphipoda')
Er zijn verschillende soorten vlokreeftjes. Zo heb je typische zeesoorten, brakwatersoorten en zoetwatersoorten. Ze kunnen heel goed in allerlei richtingen zwemmen. Soms zie je ze ondersteboven, achteruit of op hun zij zwemmen. Ze zijn ongeveer 1 cm lang en hebben een doorzichtig tot knalgroen of gele kleur.
Slak
('Gastropoda')
De meeste slakken komen voor in de tuin en zijn landbewonend. Het lichaam van een slak bestaat voor een heel groot deel uit water, de slijmerige huid zorgt er bij landbewonende slakken voor dat de dieren niet uitdrogen. Maar bovenal helpt het ze om vooruit te bewegen. Waterslakken hoeven nooit bang te zijn om uit te drogen. Rugzwemmer
('Anisops Sardea')
De Rugzwemmer zwemt, zoals de naam al zegt, op de rug onder het wateroppervlak. De Rugzwemmer lijkt erg op de 'Bootsmannetjes' maar is kleiner en slanker. Wel hebben de Rugzwemmers langere achterpoten om mee te 'roeien'. Omdat ze weinig wegen kunnen ze heel makkelijk in het water zweven.
02
Bloedzuiger
('Hirudinea')
Bloedzuigers hebben zuignappen aan beide uiteinden van hun lichaam. Ook hebben ze vaak tanden en zuigen bloed uit mensen of dieren. Ze worden vooral gevonden in gebieden waar zoet water is, al kunnen sommige soorten ook in de zee worden aangetroffen. Ze zijn ongeveer tot 5 cm maar sommige kunnen echter 30 cm lang worden.
Watermijt
('Hydrachnellae')
Deze kleine diertjes zijn verwant aan de spin. Ze bezitten een ovaal lichaam met daaraan acht poten (larven hebben maar zes poten). Ze zijn vaak rood maar afhankelijk van het soort kan de kleur varieren van melkachtig wit tot diverse felle kleurtjes. Ze komen voor in heel Europa en zijn tot 8 mm lang.
Muggenlarve
('Nematocera')
De muggenlarven zijn bodembewoners die veel eten. Ze eten wortels van waterplanten en aangroeisel van stenen. Het langwerpige lichaam heeft enkele achterpoten, dit zijn geen echte poten. Buiten het hol zijn ze kwetsbaar voor stekelbaarsjes. In het hol veranderen ze in poppen die naar de oppervlakte drijven en daar tot mug verpoppen.
Eenoogkreeftjes
('Copepoda')
Eenoogkreeftjes komen zowel in zout- als zoetwater voor. Er zijn meer dan 12.000 soorten beschreven. Het zijn parasieten die je met het blote oog kunt zien. Zij zitten in het algemeen vastgehecht aan huid en of dikwijls ook op de kieuwen. Deze kleine beestjes schijnen na Deens onderzoek de sterkste dieren ter wereld te zijn.
03
Strandjutten Veel dieren die in het waterleven spoelen aan op het strand. Meestal zijn ze dood of je vindt slechts een deel van het dier. Speur het strand af en kruis aan op het aankruisblad wat jullie hebben gevonden.
Vogelpoep
Dode vis
Visgraat
Resten van krab
Zwanenmossel
Aziatische korfmossel
Veer
Bevertak
Beverpoep
Botje 04
Zo, uitgeschept? Leg de schepnetten bij de kar. Vul het ronde glazen schaaltje met water en kijk eens goed met de loepjes naar het water. Zien julie kleine beestjes in het water? Deze kleine beestjes zijn weer voedsel voor grotere dieren. Als jullie beestjes zien, probeer ze dan hieronder te tekenen. Voor een foto zijn ze waarschijnlijk te klein.
Een stEen
Zoek samen een mooie steen op het strand. Pak uit jullie krat de stenenzoekkaart en zoek de naam van de steen op. Op de achterkant vinden jullie informatie over jullie steen. Neem allemaal een mooie steen mee naar school.
Afsluiting Goed gewerkt! Jullie hebben prima gevist en gestrandjut! Neem alle materialen die jullie hebben gevonden mee naar school om aan jullie medeleerlingen te laten zien. Vergeet niet de gegevens die jullie hebben genoteerd ook mee te nemen!
05