ONVATBAAR BOUWFYSISCHE BIJLAGE
COLOFON STAN MATHIJSSEN Wollenhoekstraat 1 6021 JJ, Budel 0031 613594620 KEVIN DE BRESSER Koningsplein 232 5038 WK, Tilburg 0031 610018904 Avans Hogeschool Prof. Cobbenhagenlaan 13 5037 DA Tilburg Afstudeerontwerp 25 april 2008
2
INHOUDSOPGAVE RUIMTE OPZET BOUWFYSISCH PROGRAMMA VAN EISEN ENERGETISCH MODEL LUCHTBEHANDELING OPWEKKING ELEKTRICITEIT VENTILATIE WARMTE WATERWAND TECHNISCHE RUIMTE GEVEL EPC-BEREKENING GELUID MATERIALISATIE
4 7 14 16 16 17 41 47 47 50 51 54 67
3
RUIMTE OPZET
ALLE BOUWFYSISCHE RUIMTEN
PARKEERGARAGE
TOILETRUIMTEN
CREMATORIUM
PERSONELE FUNCTIES / KOFFIEKAMER
VENTILATIESCHACHTEN
MUZIEKRUIMTE
RESTRUIMTE
B O U W F Y S I C H
P R O G R A M M A
V A N
E I S E N
Vanuit het functioneren en het beleven van het gebouw is er begonnen bij het programma. Hierbij wordt in acht genomen dat de eisen die gesteld worden aan de verschillende ruimtes, ervoor zorgen dat het klimaat binnen de ruimtes een rol gaat spelen voor de ervaring ervan. Zo is er een technisch programma van eisen opgesteld. In dit technisch programma van eisen worden de bouwfysisch gewenste kwaliteiten als, licht, vocht, temperatuur, geluidsisolatie, nagalmtijd en de ventilatie beschreven. De uitwerkingen van dit programma van eisen zijn in de architectuur verwerkt zodat er een compleet ontwerp ontstaat. In de ruimtes die in de mergel gesitueerd zijn laten we het klimaat dat in de mergel heerst doorlopen. Deze ruimtes zullen we bouwfysisch geheel los zien van het werkelijke gebouw. Bouwfysica naar architectuur Het programma van eisen is afgeleid van de functionele en conceptuele eisen en wensen van het ontwerp. De bouwfysische eisen zijn voor een groot gedeelte gekoppeld aan de relaties tussen de ruimtes en de overledene. De veranderingen van klimaat binnen ruimtes en de overgangen tussen ruimtes met verschillende klimaateigenschappen worden bouwfysisch verantwoord verwerkt waardoor en goede koppeling ontstaat met de architectuur. Uiteindelijk blijkt dat de ovens een grote rol spelen in het klimaatsysteem van het gebouw. In dat gebied wordt de ervaring van de ruimtes het heftigst door de veranderingen in de omgeving wanneer de oven in werking treedt. In een korte tijd veranderen de klimatologische eigenschappen zeer extreem. 7
VERD.
VENT RUIMTE BENAMING
NR
BENOEMING
BEZETTINGSGR. VLOEROPP.
TEMP. EIS °C
VENT. VOUD dm³/sec./m²
CAPA AANW dm³/
-1
parkeren entree entree liftschacht trappenhal urnenwand urnenwand
-1.0 -1.1 -1.2 -1.3 -1.4 -1.5 -1.6
onbenoemde ruimte verkeersruimte verkeersruimte verkeersruimte verkeersruimte opslagruimte opslagruimte
B3 B1 B1 B1 B1 B4 B4
627,5 8,7 8,7 8,7 8,7 8,7 8,7
14-17 14-17 14-17 14-17 14-17 12 12
3,3 4,8 4,8 4,8 4,8 0,5 0,5
207 41,8 41,8 41,8 41,8 4,4 4,4
0
ontvangstruimte gang urnenwand urnenwand urnenwand urnenwand
0.0 0.1 0.2 0.3 0.4 0.5
verblijfsruimte verkeersruimte opslagruimte opslagruimte opslagruimte opslagruimte
B1 B3 -
618,8 89,3 8,7 8,7 8,7 8,7
17-21 12 12 12 12 12
3,8 -
235 -
1
aula dienstruimte kantoor kantoor kantoor kantine personeelsgang gang urnenwand urnenwand urnenwand urnenwand
1.0 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 1.10
verblijfsruimte verblijfsruimte verblijfsruimte verblijfsruimte verblijfsruimte verkeersruimte verkeersruimte opslagruimte opslagruimte opslagruimte opslagruimte
B1 B3 B3 B3 B3 B3 B3 -
569,3 26,5 26,5 26,5 26,5 35,3 89,3 8,7 8,7 8,7 8,7
17-21 17-21 17-21 17-21 17-21 14-17 12 12 12 12 12
3,8 1,3 1,3 1,3 0,5 0,8 -
216 34,5 34,5 34,5 13,3 28,2 -
TILATIE EIS
EISEN LICHT
ACITEIT WEZIG /sec.
EIS RELATIEVE VOCHTIGHEID
DAGLICHT PERC.
DAGLICHT PERC. T.O.V. BVO
0,8 8 8 8 8
70-90 70 70 70 70 80/100 80/100
-
0-0,7
1,4
70 80/100 80/100 80/100 80/100 80/100
-
0-0,7 0,05-0,5
3,3 5 5 5 3 2
70 70 70 70 70 70 80-100 80/100 80/100 80/100 80/100
2,5 2,5 2,5 -
0-0,7 0,05- 0,5 -
0,663 0,663 0,663 -
ZTA (MAX)
LTA (MIN)
KUNSTLICHT
EISEN GELUID
AUTO
NAGALM TIJD
VOLUME GELUID
3 2 2 -
-
0-800
2,5 -
-
0-800 0- 400 0- 400 0- 400 0- 400
2,5 1 1 1 1 1 -
30 -
REGELBAAR
100 200 200 50 50 400 400
50 400 400 400 400
200 50 400 400 400 400
VERD.
VENT RUIMTE BENAMING
NR
BENOEMING
BEZETTINGSGR. VLOEROPP.
TEMP. EIS °C
VENT. VOUD dm³/sec./m²
CAPA AANW dm³/
2
aula dienstruimte keuken magazijn personeelsgang gang urnenwand urnenwand urnenwand urnenwand trappenhal lifthal
1.0 2.0 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9
verblijfsruimte verblijfsruimte bergruimte verkeersruimte verkeersruimte opslagruimte opslagruimte opslagruimte opslagruimte verkeersruimte verkeersruimte
B1 B4 B4 B3 B3 B1 B1
569,3 53,3 53,3 35,3 89,3 8,7 8,7 8,7 8,7 8,7 8,7
17-21 17-21 14-21 14-17 12 12 12 12 12 12 12
3,8 0,5 (min 21) 0,5 0,8 0,8 -
216 26,7 26,7 28,2 71,4 -
3
aula dienstruimte muziekruimte verzogkamer koeling parkeren lijkauto personeelsgang parkeren goederen Heren toiletten Dames toiletten opbaarruimte opbaarruimte urnenwand urnenwand urnenwand urnenwand gang gang
1.0 3.0 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12 3.13 3.14 3.15
verblijfsruimte verblijfsruimte verblijfsruimte technische ruimte onbenoemde ruimte verkeersruimte onbenoemde ruimte toiletruimte toiletruimte verblijfsruimte verblijfsruimte opslagruimte opslagruimte opslagruimte opslagruimte verkeersruimte verkeersruimte
B1 B1 B3 B5 B4 B3 B4 B1 B1 B1 B1 B3 B3
569,3 123,75 26,5 17,6 26,5 35,3 26,5 26,4 26,4 26,4 26,4 8,7 8,7 8,7 8,7 44,1 26,7
17-21 17-21 17-21 6 14-17 14-17 14-17 17-21 17-22 12 12 12 12 12 12 12 12
3,8 4,8 0,8 0,0 3,3 0,8 3,3 4,8 (min 7) 4,8 (min 7) -
216 594 21,2 50 87,5 28,2 87,5 126 126 -
TILATIE EIS
ACITEIT WEZIG /sec.
EISEN LICHT EIS RELATIEVE VOCHTIGHEID
DAGLICHT PERC.
DAGLICHT PERC.
ZTA (MAX)
LTA (MIN)
3,3 7 7 2 4
70 70 70 70 80/100 80/100 80/100 80/100 80/100 80/100 80/100
-
-
0-0,7 -
0,05- 0,5 -
3,3 ,0 2
70 70 70 70-90 70 70-90 70-90 70-90 70 70 80/100 80/100 80/100 80/100 80/100 80/100
-
-
0-0,7 -
0,05- 0,5 0,05- 0,5 -
5 2 5 ,7 ,7
-
KUNSTLICHT
EISEN GELUID
AUTO
REGELBAAR
NAGALM TIJD
VOLUME GELUID
0-800 0-400
2,5 1 1 1 -
30 -
0-800
2,5 2 1 1 1 1 1 1 -
30 80 -
200 50 400 400 400 400 200 200
200 400 200 200 200 100 100 400 400 400 400 50 50
0-800
0-800 0-800
VENT VERD.
4
5
RUIMTE BENAMING
NR
aula/ dienstruimte oven koffieruimte trappenhal lifthal gang urnenwand urnenwand urnenwand urnenwand
1.0 4.0 4.1
gang urnenwand urnenwand urnenwand urnenwand
BENOEMING
BEZETTINGSGR. VLOEROPP.
B1
569,3
4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
verblijfsruimte technische ruimte verblijfsruimte verkeersruimte verkeersruimte verkeersruimte opslagruimte opslagruimte opslagruimte opslagruimte
B1 B1 B1 B3 -
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
verkeersruimte opslagruimte opslagruimte opslagruimte opslagruimte
B3 -
TEMP. EIS °C
VENT. VOUD dm³/sec./m²
CAPA AAN dm³
3,8 min. geb. 2 4,8 4,8 -
216
142,8 8,7 8,7 89,3 8,7 8,7 8,7 8,7
17-21 800/1000 17-21 14-17 14-17 12 12 12 12 12
89,3 8,7 8,7 8,7 8,7
12 12 12 12 12
-
-
685 41,8 -
TILATIE EIS
ACITEIT WEZIG /sec.
3,3
,4 8
EISEN LICHT
KUNSTLICHT
EISEN GELUID
AUTO
REGELBAAR
NAGALM TIJD
VOLUME GELUID
0-800
2,5 1 -
30 50 -
1,5 -
-
EIS RELATIEVE VOCHTIGHEID
DAGLICHT PERC.
DAGLICHT PERC.
ZTA (MAX)
LTA (MIN)
70 70 70-80 70-80 80/100 80/100 80/100 80/100 80/100
-
-
0-0,7 -
0,05- 0,5 -
200 200 50 400 400 400 400
80/100 80/100 80/100 80/100 80/100
-
-
-
-
50 400 400 400 400
0-800
-
Energetisch model Het bereiken van de juiste klimatisering in de verschillende ruimtes binnen het gebouw vereist een keuze voor een technische installatie. Deze technische installatie is direct betrokken bij het functioneren en het beleven van de ruimtes waardoor ze grote invloed heeft op het ontwerp. In het energetisch model wordt schematisch weergegeven wat de koppelingen tussen de verschillende klimaatinstallaties zijn en hoe de klimatisering in de ruimtes gewaarborgd wordt.
14
ENERGETISCH MODEL warmte koeling warmtewisselaar
dak
verse lucht vervuilde lucht vervuilde lucht drinkwater verse luchtaanvoer vervuilde luchtafvoer gebruiksruimte
toiletten
gasleiding afgifte gas electriciteitsleiding opwekking electriciteit afgifte electriciteit
kubusruimte
ovens
parkeerruimte
15
Luchtbehandeling Voordat de verse lucht het gebouw binnen komt zal het in de winter in de gevel voorverwarmd worden. Voor de luchtbehandeling in het gesloten volume wordt de verse lucht via een warmtewisselaar in de centrale luchtafvoer voorverwarmd het gesloten volume in gezogen. Doormiddel van het afzuigen van lucht wordt er verse lucht naar binnen getrokken. De luchtbehandeling van het gesloten volume wordt voor een gedeelte afhankelijk gemaakt van het gebruik van de oven. De afzuiging van de vuile lucht uit het gesloten volume wordt via de luchtinvoer door de oven naar buiten afgezogen. Opwekking elektriciteit Op de dakconstructie komt een grote hoeveelheid zonne-energie waartegen we moeten isoleren. Een optie die een positieve invloed heeft op de EPC waarde is het opvangen van die energie doormiddel van zonnecellen. Doormiddel van accu’s wordt de energie opgeslagen en afgeven op momenten dat de bezetting van het gebouw groter is. Het volledig transparant zijn van het gebouwvolume kan positieve en negatieve invloeden hebben. De zonnewering zorgt ervoor dat het gebouw koel blijft. De verlichting en de mate van zonwering die we hierdoor realiseren hangt af van het absorptievermogen en de lichtreflectie van het gekozen materiaal voor de lamellen.
16
Ventilatie Het ventilatiesysteem in dit project is opgedeeld in twee afzonderlijke gebieden. In het klimaatschema zijn deze omschreven als gebied 1 (parkeren en de dienstruimte) en gebied 2 (gesloten volume). Beide gebieden hebben een natuurlijke luchttoevoer en een mechanische luchtafvoer. Door een geforceerde luchtafvoer te realiseren kunnen we de lucht reguleren door de afmetingen van de ventilatiekanalen. Door het toepassen van een centrale afzuiging, met een bepaalde luchtsnelheid zijn de afmetingen van de kanalen bepalend voor de verschillende capaciteiten van de verschillende ruimten.
ZOMERSTAND
WINTERSTAND
17
Gebied 1 De toevoer van de verse lucht gebeurd in de gevel. Afhankelijk van de buitentemperatuur en de zonnestand zal de verse lucht wel of niet voorverwarmd worden. Omdat de uitlaatgassen uit de auto’s in de kelder niet in het gebouw terecht mogen komen wordt ventilatietechnisch de luchtafvoer van de parkeergarage volledig om de rest van het gebouw heen. De verse lucht wordt wel, of niet voorverwarmd via de gevels aangevoerd en via de ventilatieschacht mechanisch afgevoerd. De afvoer van de kelder is maatgevend voor de luchtsnelheid in de ventilatieschacht. De ventilatieafvoer van de overige ruimtes die hierop aangesloten worden zullen gereguleerd worden door de grootte van de openingen naar deze schacht toe. In de dienstruimte is de muziekruimte die volledig geluiddicht moet zijn. De ventilatievoorzieningen zijn bij het toepassen van muziek (luchtgeluid) een grote geluidslek. Om deze rede hebben we deze ruimte ventilatietechnisch niet aangesloten op de dienstruimte met als gevolg dat we hem volledig natuurlijk ventileren via de gevels. Gebied 2
VENTILATIESCHACHT
18
Net zoals ventilatiegebied 1 zal er natuurlijke luchttoevoer toegepast worden. De luchttoevoer voor het gesloten volume komt via de schacht van de luchtafvoer van gebied 1. In de afvoerschacht wordt een warmtewisselaar toegepast zodat de verse lucht daardoor voorverwarmd de ruimtes binnen het gesloten volume ingevoerd wordt. De afvoer van
het gesloten volume wordt voorzien van de minimum dat vereist is aan de afvoer. Wanneer de rookgasafvoer voor de ovens in werking treed zal de luchtafvoer geforceerd worden zodat de luchttoevoer in het gehele gesloten volume zal toenemen zodat dit overal ervaren zal worden. De toiletruimtes zijn voorzien van een eigen luchttoevoer die tevens gebruikt wordt voor het drogen van de handen. Dit zal wel of niet voorverwarmd via de gevel gebeuren. Met betrekking tot de ventilatie is er berekend hoeveel oppervlak aan kanalen nodig is om het gewenste ventilatievoud te bereiken. Door de totale inhoud van de betrekkelijke ruimte, en aan de mogelijke luchtsnelheid in het kanaal, is de oppervlakte te bepalen. De luchtsnelheden zijn verschillend voor verticale kanalen, horizontale kanalen, aftakkingen en roosters. Voor de ruimtes die meerdere verdiepingen beslaan is het van belang deze als één geheel te beschouwen. Het grootste ventilatievoud is bij de toiletten, de ovens en de parkeerkelder. Ventilatieberekening Met betrekking tot de ventilatie is berekend hoe groot de oppervlakte van de kanalen en de doorgangen moet zijn om het gewenste ventilatievoud te bereiken. De gewenste capaciteit wordt bereikt door de luchtsnelheid aan te passen aan de oppervlakte van het ventilatiekanaal. Voor de ruimtes die uit meerdere etages bestaan is het van belang deze als één geheel te beschouwen. Dit geld bij ons voor de dienstruimte.
19
RUIMTEBENAMING
NR.
RUIMTE BENOEMING
BEZETTINGS- VLOEROPP GRAAD
VENTILATIE CAPACITEIT AANWEZIG
HOOGTE RUIMTE
INHOUD RUIMTE
VENT. VOUD
[m2]
[m]
[m3]
2070,8 -
parkeren entree entree liftschacht trappenhal entree enrtee
-1.0 -1.1 -1.2 -1.3 -1.4 -1.5 -1.6
onben. ruimte verk.ruimte verk.ruimte verk.ruimte verk.ruimte verk.ruimte verk.ruimte
B3 B1 B1 B1 B1 B1 B1
627,5 8,7 8,7 8,7 8,7 8,7 8,7
2,9 2,9 2,9 20,9 20,9 2,9 2,9
1819,75 25,23 25,23 181,83 181,83 25,23 25,23
[dm³/ (sec./m²)] 3,3 4,8 4,8 4,8 4,8 4,8 4,8
[dm³/sec.]
ontv.ruimte gang urnenwand urnenwand urnenwand urnenwand
0.0 0.1 0.2 0.3 0.4 0.5
verblijfsruimte B1 verk.ruimte B3 urnenwand urnenwand urnenwand urnenwand -
618,8 89,3 8,7 8,7 8,7 8,7
2,9 2,9 2,9 2,9 2,9 2,9
1794,52 258,97 25,23 25,23 25,23 25,23
4,8 0,0 0,5 0,5 0,5 0,5
2970,2 -
dienstruimte kantoor kantoor kantoor kantine pers.gang gang urnenwand urnenwand urnenwand urnenwand
1.0 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 1.10
verblijfsruimte B1 verblijfsruimte B3 verblijfsruimte B3 verblijfsruimte B3 verblijfsruimte B3 verk.ruimte B3 verk.ruimte B3 urnenwand urnenwand urnenwand urnenwand -
243 26,5 26,5 26,5 26,5 35,3 89,3 8,7 8,7 8,7 8,7
2,9 2,9 2,9 2,9 2,9 2,9 2,9 2,9 2,9 2,9 2,9
704,7 76,85 76,85 76,85 76,85 102,37 258,97 25,23 25,23 25,23 25,23
4,8 1,3 1,3 1,3 0,5 0,8 0,8 0,5 0,5 0,5 0,5
1166,4 34,5 34,5 34,5 13,3 28,2 -
EIS T AFMETINGEN INVOERKANAAL b h OPP. AANTAL KANALEN
OPP. TOTAAL
LUCHTSNELHEID HOR. AFMETINGEN AFVOERKANAAL KANAAL b h OPPERVLAKTE OPP. AANT. TOTAAL
LUCHT SNELH.
[m/s] 7,87 -
[m] 2,74 -
[m] 0,08 -
[m2] 0,219 -
[n] 2 -
[m2] 0,438 -
[m/s] 47,234 -
[m] 2,74 -
[m] 0,08 -
[m2] 0,219 -
12 -
[m2] 2,630 -
2,74 -
0,08 -
0,219 -
12 -
2,630 -
11,29 -
1,37 -
1,37 -
1,877 -
2 -
3,754 -
7,913 -
2,74 0,16 0,16 0,16 0,16 0,16 -
0,08 0,04 0,04 0,04 0,04 0,04 -
0,219 0,006 0,006 0,006 0,006 0,006 -
6 8 8 8 8 8 -
1,315 0,051 0,051 0,051 0,051 0,051 -
8,87 6,73 6,73 6,73 2,59 5,52 -
1,37 0,35 0,35 0,35 0,35 0,35 -
1,37 0,08 0,08 0,08 0,08 0,08 -
1,877 0,028 0,028 0,028 0,028 0,028 -
2 2 3 4 5 6 -
3,754 0,056 0,084 0,112 0,14 0,168 -
3,107 6,152 4,101 3,076 0,946 1,681 -
RUIMTEBENAMING
NR.
RUIMTE BENOEMING
BEZETTINGS- VLOEROPP GRAAD
VENTILATIE CAPACITEIT AANWEZIG
HOOGTE RUIMTE
INHOUD RUIMTE
VENT. VOUD
[m2]
[m]
[m3]
1166,4 26,7 26,7 28,2 1166,4 594,0 21,2 140,8 87,5 28,2 87,5 126,7 126,7 -
dienstruimte keuken magazijn pers.gang gang urnenwand urnenwand urnenwand urnenwand trappenhal lifthal
1.0 2.0 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9
verblijfsruimte B1 verblijfsruimte B4 bergruimte B4 verk.ruimte B3 verk.ruimte B3 urnenwand urnenwand urnenwand urnenwand verk.ruimte B1 verk.ruimte B1
243 53,3 53,3 35,3 89,3 8,7 8,7 8,7 8,7 8,7 8,7
2,9 2,9 2,9 2,9 2,9 2,9 2,9 2,9 2,9 2,9 2,9
704,7 154,57 154,57 102,37 258,97 25,23 25,23 25,23 25,23 25,23 25,23
[dm³/ (sec./m²)] 4,8 0,5 0,5 0,8 0,8 0,5 0,5 0,5 0,5 4,8 4,8
dienstruimte muziekruimte verzogkamer koeling parkeren auto pers.gang parkeren auto toiletten (h) toiletten (d) opbaarruimte opbaarruimte urnenwand urnenwand urnenwand urnenwand gang gang
1.0 3.0 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12 3.13 3.14 3.15
verblijfsruimte B1 verblijfsruimte B1 verblijfsruimte B3 techn. ruimte B5 onben. ruimte B4 verk.ruimte B3 onben. ruimte B4 toiletruimte B1 toiletruimte B1 verblijfsruimte B1 verblijfsruimte B1 urnenwand urnenwand urnenwand urnenwand verk.ruimte B3 verk.ruimte B3
243 123,75 26,5 17,6 26,5 35,3 26,5 26,4 26,4 26,4 26,4 8,7 8,7 8,7 8,7 44,1 26,7
2,9 8,9 2,9 2,9 2,9 2,9 2,9 2,9 2,9 2,9 2,9 2,9 2,9 2,9 2,9 2,9 2,9
704,7 1101,375 76,85 51,04 76,85 102,37 76,85 76,56 76,56 76,56 76,56 25,23 25,23 25,23 25,23 127,89 77,43
4,8 4,8 0,8 8 3,3 0,8 3,3 4,8 4,8 4,8 4,8 0,5 0,5 0,5 0,5 0,8 0,8
[dm³/sec.]
EIS T AFMETINGEN INVOERKANAAL b h OPP. AANTAL KANALEN
OPP. TOTAAL
LUCHTSNELHEID HOR. AFMETINGEN AFVOERKANAAL KANAAL b h OPPERVLAKTE OPP. AANT. TOTAAL
LUCHT SNELH.
[m/s] 8,87 5,21 5,21 5,52 -
[m] 0,16 0,35 0,35 0,35 -
[m] 2,74 0,08 0,08 0,08 -
[m2] 0,438 0,028 0,028 0,028 -
[n] 2 2 3 4 -
[m2] 0,877 0,056 0,084 0,112 -
[m/s] 13,303 4,759 3,173 2,521 -
8,87 116,02 8,28 15,71 11,39 11,03 11,39 12,38 12,38 -
1,37 0,35 0,35 0,35 0,35 0,35 0,35 0,35 0,35 -
1,37 0,08 0,08 0,08 0,08 0,08 0,08 0,08 0,08 -
1,877 0,028 0,028 0,028 0,028 0,028 0,028 0,028 0,028 -
2 2 3 4 4 4 4 4 4 -
3,754 0,056 0,084 0,112 0,112 0,112 0,112 0,112 0,112 -
3,107 106,07 2,524 12,571 7,808 2,521 7,808 11,314 11,314 -
[m] 2,74 0,16 0,16 0,16 -
[m] 0,08 0,04 0,04 0,04 -
[m2] 0,219 0,006 0,006 0,006 -
6 8 8 8 -
[m2] 1,315 0,051 0,051 0,051 -
2,74 0,16 0,16 0,16 0,16 0,16 0,16 0,32 0,32 -
0,08 0,04 0,04 0,04 0,04 0,04 0,04 0,32 0,32 -
0,219 0,006 0,006 0,006 0,006 0,006 0,006 0,102 0,102 -
6 8 4 14 12 4 12 1 1 -
1,315 0,051 0,026 0,090 0,077 0,026 0,077 0,102 0,102 -
RUIMTEBENAMING
NR.
RUIMTE BENOEMING
BEZETTINGS- VLOEROPP GRAAD
VENTILATIE CAPACITEIT AANWEZIG
HOOGTE RUIMTE
INHOUD RUIMTE
VENT. VOUD
[m2]
[m]
[m3]
[dm³/ (sec./m²)]
[dm³/sec.]
4,8
dienstruimte oven koffieruimte trappenhal lifthal gang urnenwand urnenwand urnenwand urnenwand
1.0 4.0 4.1 2.8 2.9 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
verblijfsruimte B1 techn. ruimte verblijfsruimte B1 verk.ruimte B1 verk.ruimte B1 verk.ruimte B3 urnenwand urnenwand urnenwand urnenwand -
243 1 142,8 8,7 8,7 89,3 8,7 8,7 8,7 8,7
2,9 2,9 2,9 2,9 2,9 2,9 2,9 2,9 2,9 2,9
704,7 2,9 414,12 25,23 25,23 258,97 25,23 25,23 25,23 25,23
0,5 4,8 4,8 0,8 0,5 0,5 0,5 0,5
1166,4 916,4 71,4 -
gang urnenwand urnenwand urnenwand urnenwand
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
verk.ruimte urnenwand urnenwand urnenwand urnenwand
89,3 8,7 8,7 8,7 8,7
2,9 2,9 2,9 2,9 2,9
258,97 25,23 25,23 25,23 25,23
0,8 0,5 0,5 0,5 0,5
-
B3 -
EIS T AFMETINGEN INVOERKANAAL b h OPP. AANTAL KANALEN
OPP. TOTAAL
LUCHTSNELHEID HOR. AFMETINGEN AFVOERKANAAL KANAAL b h OPPERVLAKTE OPP. AANT. TOTAAL
LUCHT SNELH.
[m2]
[m/s]
[m]
[m]
[m2]
[n]
[m2]
[m/s]
[m]
[m]
[m2]
2,74 1 0,16 -
0,08 0,08 0,04 -
0,219 0,08 0,006 -
6 4 16 -
1,315 0,32 0,102 -
8,87 28,64 6,97 -
1,37 0,16 1,37 -
1,37 2,9 1,37 -
1,877 0,464 1,877 -
2 4 2 -
3,754 1,856 3,754 -
3,107 4,937 0,190 -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
3000-P BOUWLAAG: -1 Ventilatie schone lucht (verticaal) Ventilatie schone lucht (horizontaal) Ventilatie vuile lucht (verticaal) Ventilatie vuile lucht horizontaal)
28
VENTILATIE PARKEERZONE
29
P=000 BOUWLAAG: BG Ventilatie schone lucht (verticaal) Ventilatie schone lucht (horizontaal) Ventilatie vuile lucht (verticaal) Ventilatie vuile lucht horizontaal)
30
VENTILATIE RESTRUIMTE
31
3000+P BOUWLAAG: 1 Ventilatie schone lucht (verticaal) Ventilatie schone lucht (horizontaal) Ventilatie vuile lucht (verticaal) Ventilatie vuile lucht horizontaal)
32
VENTILATIE KUBUSRUIMTE / TOILETTEN / CREMATORIUM
33
6000-P BOUWLAAG: 2 Ventilatie schone lucht (verticaal) Ventilatie schone lucht (horizontaal) Ventilatie vuile lucht (verticaal) Ventilatie vuile lucht horizontaal)
34
9000-P BOUWLAAG: 3 Ventilatie schone lucht (verticaal) Ventilatie schone lucht (horizontaal) Ventilatie vuile lucht (verticaal) Ventilatie vuile lucht horizontaal)
36
VENTILATIE MUZIEKRUIMTE
37
12000+P BOUWLAAG: 4 Ventilatie schone lucht (verticaal) Ventilatie schone lucht (horizontaal) Ventilatie vuile lucht (verticaal) Ventilatie vuile lucht horizontaal)
38
OPLICHTENDE EN WARME NADEN TIJDENS CREMATIEDIENST
15000+P BOUWLAAG: 5 Ventilatie schone lucht (verticaal) Ventilatie schone lucht (horizontaal) Ventilatie vuile lucht (verticaal) Ventilatie vuile lucht horizontaal)
40
Warmte De warmte wordt opgewekt doormiddel van de oven die alleen tijdens een crematie energie afgeeft aan het systeem. Voor de ruimtes die na een uitvaartdienst in gebruik zijn kan de restwarmte gebruikt worden. De energie wordt opgeslagen in waterbassins van waaruit het getransporteerd wordt naar de radiatoren doormiddel van geïsoleerde leidingen. Deze leidingen worden tussen de plafondplaten en de constructievloer verwerkt. Doordat de warmtebron en opslag centraal in het gebouw gesitueerd zijn gaat er tijdens het transport weinig energie verloren. Het toepassen van water in het warmtetransport beperkt de afmetingen van de leidingen. De warmte wordt opgeslagen in het water. Doordat het gebouw een enorm volume heeft geven we de warmte af doormiddel van radiatoren in de vorm van een bank en een bordes gericht naar de gebieden waar dat hard nodig is. Van daaruit zal de warmte zicht verspreiden door het hele gebouw. In het gebied rondom de ovens zal de energie die tijdens een crematie wordt opgewekt duidelijk voelbaar worden. In de ruimtes in de mergel lopen de klimatologische eigenschappen van de mergelgroeven door. De temperatuur van het mergel zal de ruimtes een constante temperatuur geven. Het mergel wordt tijdens de zomer (buitentemperatuur hoger dan 12°C) voor deze ruimtes als een enorme koude opslag gezien worden. Tijdens de winter (buitentemperatuur lager dan 12°C) is dit omgedraaid en zal de mergel een enorme warmte opslag zijn. Tijdens een crematie zal er een enorme hoeveelheid warmte vrij komen die opgeslagen moet worden doordat een crematie een moment zal zijn van ongeveer een uur. Zonder bijverwarming zal het gebouw afhankelijk zijn van het aantal crematies dat er plaats gaat vinden. Dit is de reden dat we bijverwarming toepassen doormiddel van een ketel. 41
STOEL ONVERWARMD
42
BEENVERWARMING
CONVECTIEWARMTE ACHTERZIJDE
bijverwarming koeling warm water koud water gas drinkwater vervuilde lucht vanuit kubusvolume rookgasafvoer pomp
LEIDINGSCHEMA CREMATIERUIMTE 12000+P
43
Tussen de verschillende ovens word er warmte opgeslagen in waterbassins die doormiddel van vacuüm geïsoleerd zullen zijn. De warmte uit de ovens wordt gebruikt voor twee systemen namelijk, de centrale verwarming en het drinkwater, die geheel van elkaar gescheiden zijn uitgevoerd. Doormiddel van een warmte wisselaar zal de energie uit de oven afgegeven worden aan beide systemen. Rondom de oven wordt de warmte aan de buitenzijde voelbaar. Aan de zijde binnen het gesloten volume zal via de naden de temperatuur oplopen en door het licht zichtbaar worden welke oven in werking is. Aan de zijde van de leegte zal het water over de waterwand ter plaatse van de naden dampverschijnselen vertonen door het krijgen van een hoge temperatuur. Hierdoor kan de temperatuur aan deze zijde hoger worden dan aan de zijde van het gesloten volume. Het hele gebouw zal verwarmd worden doormiddel van radiatoren in de vorm van balustraden en zitbanken. Voor een goed warmte transport naar deze radiatoren is er een warmwaterleiding naar de radiatoren toe en een koudwaterleiding vanaf de radiatoren terug naar de warmteopslag waar het water weer opgewarmd zal worden. Op deze wijze zal de leiding zo kort mogelijk zijn en zal er zo veel mogelijk warmte door de radiatoren afgeven worden. De waterleidingen door de ‘radiatoren’ moeten voor een grote warmteafgifte zo lang mogelijk zijn. Hoe langer het warme water langs de koude lucht stroomt hoe meer warmte er afgegeven kan worden wordt. Door een extra ruimte waarlangs meer lucht kan stromen wordt de warmteafgifte vergroot De verse lucht die wordt binnen gelaten kan in de gevel worden voorverwarmd. Hierdoor ontstaat warmteterugwinning die wordt veroorzaakt doordat de energie uit de oven of bijverwarming vervangen door de zonne-energie die op de gevel terecht komt. 44
De oven De overledene zal doormiddel van de mobiele kistdrager de oven binnengereden worden waarna die afgesloten wordt. De oven is aangesloten op de gasleiding die ontstoken wordt om de overledene te verassen. De as zal uit zichzelf door de trechtervorm in de urn terecht komen die na het naar buiten rijden van de mobiele kistdrager verwijderd wordt en overgedragen kan worden aan de nabestaanden. Zij kunnen vervolgens weg vervolgen naar de urnenwand of graven. Bij de verassing van de overledene zal een hoeveelheid energie vrij komen in de vorm van warmte en licht. Door de translucente eigenschappen van het glas wordt aan de buitenzijde zichtbaar welke oven in werking is gesteld. De warmte die wordt opgewekt in de oven wordt via de warmtewisselaar in de wanden opgevangen als bruikbare energie en opgeslagen in het water in een opslagbasin voor het drinkwater en opslagbasin voor het verwarmingsysteem. In het energetisch model is zichtbaar dat een warmwater circuit gebruikt wordt voor het drinkwater op te warmen. Hierbij zal de warmtewisselaar aangesloten worden op een boiler met een aansluiting aan het waterleidingnet. Het tweede circuit voor het warme water is om het gebouw te verwarmen. Dit water is niet voor het consumeren van de bezoekers en is om deze reden een gesloten circuit. Wanneer de vier ovens allemaal in werking worden gesteld wordt het principe met elkaar gekoppeld zodat de extra opgewekte energie opgeslagen kan worden. De rookgasafvoeren worden aangesloten op het permanent werkende ventilatiesysteem dat, wanneer de ovens in werking treden harder gaan werken voor de aanvoer van de benodigde zuurstof en de afvoer van de rookgassen. Hierdoor zal de werking van de oven in een groot gedeelte van het gebouw duidelijk voelbaar worden. De minimale afzuiging van de rookgasafvoeren moet gelijk gesteld worden aan de minimale ventilatie-eis die gesteld wordt aan gebied 2 in het energetisch model. 46
Waterwand Het hemelwater wordt ter plaatse van de stramienen 9 en 10 opgevangen in de koudwaterbassins. Het opgevangen water wordt gefilterd door mergelbrokken en mergelgruis zodat grove vervuiling buiten het hemelwater circuit blijft. De kalkaanslag die hierdoor zal ontstaan tegen het glas wordt door de continue stroming beperkt. Door het toepassen van translucent glas zal de kalkafzetting nagenoeg niet zichtbaar worden. Vanuit de waterbasins zal het water in een gesloten circuit rondgepompt worden over de waterwand. Op dit gesloten circuit zijn de toiletten aangesloten waarna het als afvalwater het gebouw zal verlaten. Door het variabele gebruik van de toiletten is er de noodzaak om dit circuit aan te sluiten op een bijaansluiting voor water. Technische ruimte De centrale situering van de ovens binnen het gebouw en de invloed daarvan op het ontwerp maken dit tot de ideale plaats voor de technische installaties die nodig zijn voor het creëren van een aangenaam binnenklimaat. De aanwezige installaties zijn,de ovens met de rookgasafvoeren, de warmtewisselaars, de waterbassins,de ketel, de pomp, en de elektriciteitsvoorzieningen. WATERWAND T.P.V. HELLINGBAAN
47
Gevel De gevels zijn de thermische schil van het gebouw en zorgen voor een grens tussen het binnenen buitenklimaat. Omdat er gestreefd wordt naar een constant binnenklimaat ontstaat er een grensgebied in de gevel tussen een variërend buitenklimaat en een constant binnenklimaat. Glas heeft eigenschappen die een positieve en negatieve invloed kunnen hebben op de klimatisering van het gebouw. Door het toepassen van warmte reflecterend glas in dubbele beglazing bereiken we een U waarde voor de gevel van 1,1 (Saint Gobain sgg Planistar). Voor de gevel maken we onderscheid tussen de zomer- en de winterperiode. In de winter isoleert dit glas beter de warmte van binnen naar buiten en in de zomer wordt de warmte van buiten naar binnen beter geïsoleerd met als gevolg dat er binnen een constant klimaat ontstaat. De glasoppervlakte in de gevel is direct gekoppeld aan de daglichttoetreding. De zonnestraling wordt opgevangen door grote verstelbare horizontale lamellen die voorzien zijn van een spiegelende zijde en een matzwarte zonlicht absorberende zijde. Wanneer de zon zeer laag staat worden de lamellen zo gepositioneerd dat het felle licht tegen gehouden wordt. Het is een conceptuele eis dat de lamellen geheel dicht gedraaid kunnen worden zodat aan de binnenzijde alleen het licht door de naden naar binnen of naar buiten gestraald kan worden afhankelijk of het licht of donker is. De ventilatievoorzieningen in de gevel zijn ook aan de zomer- en winterperiode aangepast. De toevoeren zijn verstelbaar zodat de ‘koude’ frisse lucht direct naar binnen gevoerd kan worden wanneer het gebouw in de zomerperiode gekoeld moet worden. In de winterperiode zal de ‘koude’ verse lucht voorverwarmt door de gevel naar binnen gevoerd worden.
50
EPC berekening
Indeling Gebruiksfunctie Bezettingsgraad Klasse gebouwhoogte Gemiddelde vertrekhoogte Massa vloer/ plafond Plafond Binnenwand/ borstwering Gebruiksoppervlakte Ag Oppervlakte gevel 1, incl. ramen Oppervlakte gevel 2, incl. ramen Oppervlakte gevel 3, incl. ramen Oppervlakte gevel 4, incl. ramen Oppervlakte dak, incl. ramen Oppervlakte bgvloer Perimeter bgvloer
Bijeenkomstfunctie <=1,3 m² PP >20 3,0 100-400 open of geen licht/ licht 5124 756 378 756 378 648 648 2268
m m kgm² m² m² m² m² m² m² m² m
51
Bouwkundig Rc gevel Rc dak Rc bgvloer Uraam ZTA-glas Zonwering Oriëntatie voorgevel Raamoppervlakte gevel 1 (N) Raamoppervlakte gevel 2 (O) Raamoppervlakte gevel 3 (Z) Raamoppervlakte gevel 4 (W) Gemiddeld raampercentage, gevels Raamoppervlakte dak
2,5 2,5 2,5 HR++ 0,5 automatisch noord 100% 100% 100% 100% 100% 0 %
Installatie W Klimaatinstallatie Ventilatie toe-/ afvoer Warmteterugwinning Ventilatievoud, toevoer Ventilatoren Warmte opwekking Koude opwekking
radiatoren natuurlijk/mechanisch wel n=3,5 + 40% (1/h) normaal externe warmtelevering geen
52
m²K/W m²K/W m²K/W W/m²K buitenzonwering 756 378 756 378
m² m² m² m²
0
m²
InstallatieE Vermogen verlichting Armatuurafzuiging Lichtregeling Aanwezigheidsdetectie
10,00 Niet aanwezig veeg- en daglichtschakeling aanwezig
Warmtapwater/ zonne-energie Warmtapwatersysteem Circulatieleiding
externe warmtelevering aanwezig
Resultaten Qpres; totaal Qpres; toelaatbaar Q/Q EPC Bijeenkomstfunctie
2678770 4705573 0,57 1,25
MJ MJ
Uit het bouwbesluit 2003 geldt voor een gebouw met een bijeenkomstfunctie is de EPC eis 2,2. Bij een EPC van 0 is het gebouw energieneutraal. Ook met onze waarde voor de energieprestatie Q/Q = 0,57 zitten wij ruim onder de eis van Q/Q <=1.
53
Geluidsisolatie De akoestische isolatie van gevels die blootgesteld staan aan uiteenlopende geluiden van hoge intensiteit en lage frequentie (wegverkeer, muziek) is moeilijk. Op de locatie hebben we geen geluid van buitenaf dat veroorzaakt wordt door verkeer. In de dienstruimte hebben we een muziekruimte gesitueerd die volledig geluiddicht moet zijn aan de zijden van de dienstruimte. De wand tussen de muziekruimte en de dienstruimte is opgebouwd als een dubbele raamconstructie, die zal bestaan uit een glasplaat aan de zijde van de muziekruimte (sgg Climalite silence) waarachter een luchtspouw van 140mm is gesitueerd zodat de geluidsgolven onderbroken worden. De twee wanden waaruit deze dubbele raamconstructie uitgevoerd is moet asymetrisch worden uitgevoerd voor resonantie van de constructie tegen te gaan. Het geluidsniveau in de muziekruimte wordt door deze constructie van 80 dB(A) terug gebracht naar een geluidniveau dat kleiner is dan 30 dB(A). Het contactgeluid tussen de verschillende ruimten gaan we tegen door de oplegging van de vloeren op de constructieve balken te onderbreken door het akoestisch absorberend materiaal SH-007 van de fabrikant Aixfoam. De scheidingswanden tussen de voorgaande ruimtes moeten voorzien worden van een kierdichting zodat het luchtgeluid geweerd wordt. Doordat compribanden storend aanwezig zullen zijn nemen we hiervoor een Nagalm Voor de akoestiek van het gebouw worden eisen gesteld aan de nagalmtijd. Dit is de tijd die verloopt voordat het geluid, wanneer een geluidsbron wordt uitgeschakeld is, 60 dB daald. Voor de muziekruimte, de koffieruimte, een andere ruimte binnen de structuur en de dienstruimte is hiervan een berekening gemaakt. 54
Doordat de absorptiecoëfficiënt van glas erg laag is ontstaat er zonder een alternatief dan glas een lange nagalmtijd in de betreffende ruimte. 125
250
500
1000 2000 4000
0,1
0,04
0,03
0,02
0,02
0,02
Bij het absorberen van het geluid maken we gebruik van een extra materiaal, glaswol, waarvan de absorptiecoëfficiënt groter is zodat de nagalmtijd gereduceerd kan worden tot de gestelde eis. 125
250
500
1000 2000 4000
0,08
0,2
0,3
0,35
De oppervlakte tussen de lucht in de betreffende ruimte en het glaswol bepaald de nagalmtijd. Deze oppervlakte is beperkt tot het minimum door perforaties te maken in de vloeren van de muziekruimte. In de dienstruimte voorzien we een gedeelte van de oppervlakten van de wanden en de vloeren van perforaties om zo een verstaanbaar geluid te realiseren op de plaatsen waar dat nodig is. Het geluid van de spreker naar de bezoekers van de dienst wordt niet onderbroken en wordt zo kort mogelijk gehouden met het gevolg dat dit geluid de nagalm altijd zal overheersen. Om te zorgen dat de nagalm niet hinderlijk wordt, wordt het materiaal met een grotere geluidsabsorptie gericht binnen de ruimte geplaatst. Als referentieruimte voor deze dienstruimte hebben we een kerk genomen met een nagalmtijd die ligt tussen de 1,5 en 2,5 sec.
55
GELUIDSCOEFFICIENT GLAS frequentie [Hz] 125 250 500 enkel glas 0,1 0,04 0,03 A= a1xS1 + a2xS2 + a3xS3 A a S
58
1000 2000 4000 0,02 0,02 0,02
totale hoeveelheid absorptie in m² o.r. absorptiecoëfficient materiaal oppervlakte van de constructie in m²
Berekening 3.0 muziekruimte Materiaal: glas opp: S 1206 m² a 125 250 500 1000 2000 4000 0,1 0,04 0,03 0,02 0,02 0,02 A 125 = 120,6 m²o.r. A 250 = 48,24 m²o.r. A 500 = 36,18 m²o.r. A 1000 = 24,12 m²o.r. eis: 1,2-1,5 T= V= T= V A
1/6 x V/A 1512 m³ de nagalmtijd in s Het volume van de ruimte in m³ de aanwezige geluidabsorptie in m²o.r.
Nagalmtijd in frequentiegebied T125 = 2,090 s T250 = 5,224 s T500 = 6,965 s T1000 = 10,448 s
59
Materiaal opp: S a A A A A A
glaswol 400 m² 250 0,2 125 = 0 250 = 80 500 = 120 1000 = 240 2000 = 240
T250 = T500 = T1000 = T2000 =
60
3,15 2,1 1,05 1,05
s s s s
500 1000 2000 0,3 0,6 0,6 m²o.r. m²o.r. m²o.r. m²o.r. m²o.r.
Berekening geluidabsorptie ruimte binnen de structuur (3.1) Materiaal glas opp: S 108 m² a 125 250 500 1000 2000 4000 0,1 0,04 0,03 0,02 0,02 0,02 A 125 10,8 m²o.r. A 250 4,32 m²o.r. A 500 3,24 m²o.r. A 1000 2,16 m²o.r. Berekening nagalmtijd van ruimte binnen de structuur eis: T= V= T= V A
T= 1 sec. 1/6 x V/A 81 m³ de nagalmtijd in s Het volume van de ruimte in m³ de aanwezige geluidabsorptie in m²o.r.
nagalmtijd in frequentiegebied T125 = 1,25 s T250 = 3,125 s T500 = 4,167 s T1000 = 6,25 s 61
Materiaal opp: S a
32
A A A A A
= = = = =
125 250 500 1000 2000
glaswol m² 250 500 1000 2000 0,2 0,3 0,6 0,6 0 m²o.r. 6,4 m²o.r. 9,6 m²o.r. 19,2 m²o.r. 19,2 m²o.r.
nagalmtijd in frequentiegebied met extra isolatie T250 = T500 = T1000 = T2000 =
62
2,109 1,406 0,703 0,703
s s s s
Berekening geluidabsorptie ruimte 1.0 dienstruimte Materiaal glas opp: S 7920 m² a 125 250 500 1000 2000 4000 0,1 0,04 0,03 0,02 0,02 0,02 A 125 = 792 m²o.r. A 250 = 316,8 m²o.r. A 500 = 237,6 m²o.r. A 1000 = 158,4 m²o.r. Berekening nagalmtijd 1.0 dienstruimte T= 1/6 x V/A V= 6804 m³ T= de nagalmtijd in s V Het volume van de ruimte in m³ A de aanwezige geluidabsorptie in m²o.r. frequentiegebied T125 = 1,432 T250 = 3,580 T500 = 4,773 T1000 = 7,159
s s s s
63
Materiaal opp: S a
glaswol 1000 m² 250 500 1000 2000 0,2 0,3 0,6 0,6 A 125 = 0 m²o.r. A 250 = 200 m²o.r. A 500 = 300 m²o.r. A 1000 = 600 m²o.r. A 2000 = 600 m²o.r. nagalmtijd in frequentiegebied met extra isolatie T250 = 5,67 s T500 = 3,78 s T1000 = 1,89 s T2000 = 1,89 s
64
Berekening ruimte -1 parkeren Materiaal glas opp: S 1206 m² a 125 250 500 1000 2000 4000 0,1 0,04 0,03 0,02 0,02 0,02 A 125 = 120,6 m²o.r. A 250 = 48,24 m²o.r. A 500 = 36,18 m²o.r. A 1000 = 24,12 m²o.r. Berekening nagalmtijd 3.0 parkeren T= 1/6 x V/A V= 1944 m³ T= de nagalmtijd in s V Het volume van de ruimte in m³ A de aanwezige geluidabsorptie in m²o.r. T125 = T250 = T500 = T1000 =
2,090 5,224 6,965 10,448
s s s s
65
Materiaal opp: S a
glaswol 300 m² 250 500 1000 2000 0,2 0,3 0,6 0,6 A 125 = 0 m²o.r. A 250 = 60 m²o.r. A 500 = 90 m²o.r. A 1000 = 180 m²o.r. A 2000 = 180 m²o.r. nagalmtijd in frequentiegebied met extra isolatie T125 = 0 s T250 = 5,4 s T500 = 3,6 s T1000 = 1,8 s T2000 = 1,8 s
66