Duurzame beslissers Steeds meer fabrikanten en handelaren in de bouw maken werk van duurzaamheid. De belangrijkste vraag voor deze toeleveranciers is hoe zij hun energiebesparende producten en merken in de handen van hun afnemers krijgen. In dit hoofdstuk zoeken we het antwoord op deze vraag. Hiervoor brengen we de complexe samenstelling van de actoren die betrokken zijn bij het keuzeproces rondom duurzaamheid in kaart. Wanneer wordt de keuze voor duurzame maatregelen en merken gemaakt? Wie kiest deze en op basis waarvan? Fasen en beslissers duurzame materialen Belangrijkste factoren duurzame maatregelen Feiten en beslissers duurzame merken Belangrijkste factoren duurzame merken Conclusie Duurzaamheid is een belangrijk speerpunt van veel toeleveranciers in de bouw. Het keuzeproces rondom duurzame toepassingen en merken verloopt echter vooralsnog ondoorzichtig. Daardoor is het voor hen lastig de concurrentiestrijd met collega’s in hun voordeel te beslissen. Meer duidelijkheid over het verloop van het beslissingsproces van de belangrijkste spelers op het gebied van duurzaamheid is gewenst. Het hoofddoel van dit thema is het identificeren van de belangrijkste beslissers en beslissingsmomenten bij duurzame maatregelen en merken en het achterhalen van de motivaties achter de gemaakte keuzes. Fasen en beslissers duurzame materialen In ieder bouwproces komt een moment waarop de keuze voor duurzame maatregelen gemaakt moet worden. Dit keuzemoment is bepalend voor de mate van duurzaamheid van een bouwproject. Als er al vroeg in het proces veel aandacht is voor duurzaamheid, werkt dit in latere fasen door en is er ook gelegenheid om de beschikbare duurzame mogelijkheden volledig te benutten. Het moment waarop er gekozen wordt, bepaalt ook wie die keuze maakt. De architect zal immers vaak leidend zijn als er in de ontwerpfase gekozen wordt, enzovoort. Het bouwproces is verdeeld in de volgende fasen: initiatieffase, ontwerpfase, bestekfase, werkvoorbereidingsfase en uitvoeringsfase. Natuurlijk zijn er ook vóór en na het bouwproces momenten die de keuze voor duurzame maatregelen beïnvloeden. Denk bijvoorbeeld aan de rol van de overheid die als wetgever buiten het bouwproces om invloed uitoefent (al kan men beargumenteren dat bouwpartijen op hun beurt weer invloed op dit beleid uitoefenen). Of de rol van de eindgebruiker. Hiermee moet terdege rekening gehouden worden, maar in dit onderzoek wordt deze kant van de medaille grotendeels buiten beschouwing gelaten. Keuzemoment duurzame materialen De keuze voor duurzame maatregelen valt veelal in de eerste fasen van het bouwproces. 62% van de betrokkenen zegt dat deze in de ontwerpfase genomen wordt, terwijl 40% de initiatieffase van een project noemt. Wat opvalt is dat opdrachtgevers (overheid, corporaties en ontwikkelaars) de initiatieffase vaker dan gemiddeld aanwijzen als keuzemoment, terwijl dit volgens uitvoerende partijen juist vaker in de ontwerpfase gebeurt. Dit kan ermee te maken hebben dat bedrijven hun eigen rol in de keuze voor duurzaamheid doorgaans vrij groot achten. De hoge percentages van klusbedrijven en hoofdaannemers bij de uitvoeringsfase onderschrijven dit. Met deze bekende bijwerking moet rekening gehouden worden in dit gehele hoofdstuk.
Fase waarin de keuze voor duurzame maatregelen wordt gemaakt (in %) Architect
Onderaannemer
Hoofdaannemer B&U
Installateur
Ontwikkelaar
Ontwerpfase (82%) Initiatieffase (52%) Bestekfase (42%)
Ontwerpfase (32%)
Ontwerpfase (68%)
Ontwerpfase (68%)
Werkvoorbereidingsfase (29%) Bestekfase (20%)
Bestekfase (33%)
Bestekfase (25%)
Werkvoorbereidingsfase (32%)
Werkvoorbereidingsfase (24%)
Ontwerpfase (70%) Initiatieffase (67%) Bestekfase (24%)
Bron: BouwKennis, juni 2013 Primaire beslisser duurzame materialen Eén niveau lager in het stroomdiagram staat wie in welke fase verantwoordelijk is voor de keuze voor duurzame maatregelen. Hierbij zijn de fasen van het bouwproces verdeeld naar het moment voor de bouw begint (ontwerp, initiatief en bestek) en het moment hierna (werkvoorbereiding en uitvoering). De keuze voor duurzame maatregelen is vaak al genomen voordat de eerste schop de grond in gaat. In dit geval neemt de opdrachtgever zelf het vaakst de beslissing, op afstand gevolgd door de architect en de woningcorporatie. Deze drie partijen hebben doorgaans ook de grootste rol in de ontwerp –en initiatieffase, deze uitkomst is dus niet verrassend. Wel opvallend is dat architecten in de fasen voor de daadwerkelijke bouw eigenlijk alleen door architecten zelf en door aannemers veelvuldig genoemd worden als beslissende partij bij de keuze voor duurzame maatregelen. Overheden noemen de architect helemaal niet, maar steken de hand in eigen boezem. Voor vrijwel alle marktpartijen geldt dit overigens, zoals eerder al aangegeven: zij wijzen veel vaker dan gemiddeld naar zichzelf als beslisser. Installateurs zijn hierop een uitzondering. Zij noemen de W-installateur zelfs nimmer als beslisser. Dit is zeker met het oog op de toenemende installatiequote opvallende. Maar omdat gevraagd is naar de beslisser, wil dit niet zeggen dat de kennis van de installateur niet benut wordt. Hij heeft alleen niet het laatste woord over de keuze voor duurzame maatregelen. Ook in de werkvoorbereidings- en uitvoeringsfase is de opdrachtgever leidend voor de keuze voor duurzame maatregelen. Wie betaalt, bepaalt gaat dus zeker op voor de bouw. De architect is in deze fasen echter verdrongen door de hoofd- en onderaannemer. Alleen architecten zelf en de bouwmanagement- en adviesbureaus zien de bouwmeester nog als belangrijkste speler in de DMU in deze fasen. Deze verschuiving verraadt het gefaseerde karakter van de bouw: de invloed van partijen die verantwoordelijk zijn voor de grote lijnen, neemt later in het proces af ten gunste van uitvoerende partijen. Beslissende partij voor de keuze van duurzame maatregelen voor de bouw (in %) Architect
Onderaannemer
Opdrachtgever (50%) Architect (42%)
Architect (32%)
Hoofdaannemer (5%)
Opdrachtgever (26%) Onderaannemer (13%)
Hoofdaannemer B&U Opdrachtgever (51%) Architect (20%) Hoofdaannemer (7%)
Installateur
Ontwikkelaar
Opdrachtgever (49%)
Opdrachtgever (43%) Projectontwikkelaar (30%) Architect (7%)
Advies- en bouwmanagementbureau (22%) Eindgebruiker (17%)
Bron: BouwKennis, juni 2013 Beslissende partij voor de keuze van duurzame maatregelen tijdens de bouw (in %) Architect
Onderaannemer
Architect (100%)
Onderaannemer (41%) Opdrachtgever (29%) Hoofdaannemer (12%)
Bron: BouwKennis, juni 2013
Hoofdaannemer B&U Opdrachtgever (57%) Hoofdaannemer (36%) Architect (7%)
Installateur
Ontwikkelaar
Opdrachtgever (58%)
Opdrachtgever (31%)
E-installateur (25%)
Architect (20%)
Woningbouwcorporatie (8%)
Woningbouwcorporatie (10%)
Veranderingen in de oorspronkelijke keuzes Hoewel men vaak achter gemaakte keuzes blijft staan, kunnen er altijd redenen zijn waarom dit toch niet gebeurt. Om te achterhalen of en wanneer dit voor de keuze voor duurzame maatregelen gebeurt, is gevraagd in hoeveel procent van de projecten er later in het bouwproces nog veranderingen worden aangebracht in de gemaakte keuzes. In 21% van de projecten worden nog veranderingen aangebracht in de initiatieffase zelf. In een kwart van de projecten gebeurt dit in de ontwerpfase. In het algemeen geldt: hoe verder men in het bouwproces komt, hoe minder vaak er nog veranderingen aangebracht (kunnen) worden. Desondanks veranderen de keuzes voor duurzame maatregelen nog bij 13% van de projecten in de uitvoeringsfase. Dit geven vooral uitvoerende partijen zoals de installateur en de onderaannemer aan. Veranderingen aangebracht in de gemaakte keuzes voor duurzame maatregelen (in %) Architect
Onderaannemer
Hoofdaannemer B&U
Installateur
Ontwikkelaar
Ontwerpfase (31%) Bestekfase (24%) Initiatieffase (19%)
Uitvoeringsfase (27%)
Ontwerpfase (23%)
Werkvoorbereidingsfase (23%) Bestekfase (17%)
Initiatieffase (20%)
Ontwerpfase (30%) Uitvoeringsfase (21%) Bestekfase (16%)
Initiatieffase (29%) Ontwerpfase (25%) Bestekfase (15%)
Werkvoorbereidingsfase (19%)
Bron: BouwKennis, juni 2013 Redenen om keuzes te veranderen De belangrijkste reden om een keuze terug te draaien is het financiële plaatje. Veel bedrijven die aangaven dat er veranderingen plaatsvonden, wijzen erop dat het budget te klein was, producten te duur of dat er bespaard moest worden. Onvoorziene externe omstandigheden (zoals aanpassingen van subsidies) daargelaten, blijken partijen dus op voorhand nog niet (goed) in staat om de kosten van duurzame maatregelen goed in te schatten. Diverse partijen noemen ook expliciet onduidelijke terugverdientijden als reden voor het maken van andere keuzes. Een andere veelgenoemde reden om keuzes aan te passen, is voortschrijdend inzicht. Waar komt dit vandaan? Als reden wordt vaak genoemd dat er in de voorbereiding niet goed is nagedacht of dat er na overleg met derden en andere partijen tijdens het proces betere oplossingen bedacht zijn. Een logische oplossing lijkt dan ook het werken in bouwteam. Door aan het begin van een traject met alle betrokkenen rond de tafel te gaan, kan kennis gedeeld worden en zijn minder aanpassingen nodig. Als reden om keuzes later aan te passen wordt ook genoemd dat deze onuitvoerbaar bleken, dat producten niet leverbaar waren of dat de wensen van gebruikers of opdrachtgevers veranderden. Interessant voor fabrikanten is dat er soms andere keuzes worden gemaakt omdat er nieuwere en betere producten beschikbaar zijn gekomen. Er is dus zeker ruimte voor fabrikanten om hun innovaties in het project te krijgen, ook als er al keuzes gemaakt zijn. Beslissers bij veranderen keuze Hiervoor is het natuurlijk wel zaak te weten wie de beslissende partij is voor het veranderen van de keuze. De ondervraagden noemen hierbij wederom het vaakst de opdrachtgever (42%), gevolgd door de corporatie en de hoofdaannemer. De rol van de opdrachtgever is niet verwonderlijk, gezien de redenen die marktpartijen eerder noemden voor het veranderen van een keuze. Beslissende partij voor het veranderen van de keuze van duurzame maatregelen (in %) Architect
Onderaannemer
Opdrachtgever (50%) Architect (26%)
Opdrachtgever (32%) Onderaannemer (18%)
Hoofdaannemer B&U Opdrachtgever (50%) Hoofdaannemer (32%)
Installateur
Ontwikkelaar
Opdrachtgever (57%) E-installateur (27%)
Opdrachtgever (29%) Projectontwikkelaar (29%)
Hoofdaannemer (20%)
Eindgebruiker (14%)
Architect (6%)
W-installateur (5%)
Hoofdaannemer (24%)
Bron: BouwKennis, juni 2013 Belangrijkste factoren duurzame maatregelen Met kennis over beslissers en beslismomenten kunnen toeleveranciers een doelgerichte (marketing)strategie opstellen om hun producten en merken in het beslissingsproces te krijgen. Maar om deze strategie concreet te maken is de derde deelvraag essentieel: welke argumenten en motivaties liggen aan de basis van de genomen beslissingen? Om te achterhalen welke factoren het meeste gewicht in de schaal leggen, is marktpartijen die eerder aangaven dat zij de beslisser zijn bij de keuze voor duurzame maatregelen gevraagd welke factoren bij deze keuze beslissend waren. Drie factoren worden met afstand het vaakst genoemd: de betrouwbaarheid van de maatregel, inzicht in de terugverdientijd en de aanschafkosten. Met name voor architecten en bouwmanagement- & adviesbureaus geeft de betrouwbaarheid de doorslag. Waarschijnlijk hangt dit samen met de nieuwigheid van diverse duurzame toepassingen, terwijl opdrachtgevers vaak vragen om bewezen technologieën die minder risicovol zijn. Fabrikanten die een innovatie in de markt willen zetten, zullen hun producten dus uitvoerig moeten testen en documenteren. Dat het kostenplaatje belangrijk is, spreekt voor zich wanneer prijs een argument is om veranderingen in gemaakte keuzes aan te brengen. Opvallend hierbij is wel dat de life-cycle costs in veel mindere mate een rol spelen dan de aanschafkosten. Alleen adviesbureaus en architecten hebben hier oog voor, terwijl deze factor in een ideale situatie leidend zou moeten zijn bij een beslissing. Helaas spelen er andere belangen (of ontbreekt er juist belang) waardoor dit aspect naar de achtergrond verdwijnt. Zo rekenen ontwikkelaars bijvoorbeeld veel vaker alleen met aanschafkosten. Een belangrijke conclusie is dat de persoonlijke motivatie voor maar liefst de helft van de architecten (en 20% van de markt) beslissend is bij de keuze voor duurzame maatregelen. Met persoonlijk motivatie wordt onder andere bedoeld of iemand wel of geen extra moeite wil doen om energie te besparen in projecten waarin hij meewerkt. Als een werknemer persoonlijk gemotiveerd is om maatregelen toe te passen zal hij dit in zijn werk ook doen. De persoonlijke motivatie bepaalt doorgaans ook hoeveel aandacht er wordt besteed aan het thema duurzaamheid. Het is dus zaak voor toeleveranciers om tijdens een project die beslissers te betrekken die duurzaam gemotiveerd zijn. Feiten en beslissers duurzame merken Als de keuze voor duurzame maatregelen positief uitvalt, begint het volgende keuzeproces: dat van de duurzame merken. Door de toenemende populariteit van duurzaamheid in de bouw, wordt deze keuze steeds complexer. Vrijwel iedere fabrikant heeft immers producten in het assortiment die onder de noemer duurzaamheid vallen. Door de voortschrijdende techniek lijken deze toepassingen bovendien steeds meer op elkaar. Keuzemoment duurzame materialen De keuze voor een bepaald duurzaam merk wordt gemiddeld iets later gemaakt dan de keuze voor duurzame maatregelen, maar vindt toch ook met name plaats in de ontwerp- en de bestekfase. In de initiatieffase worden er volgens een kwart van de marktpartijen al man en paard genoemd. Net als bij de keuze voor duurzame maatregelen noemen de overheid, corporaties en ontwikkelaars deze fase het vaakst. Hun invloed als opdrachtgever is hier dan ook doorgaans het grootst en het meest direct. In de ontwerpfase wordt volgens ruim de helft van de marktpartijen bepaald welke merken er gebruikt worden, terwijl vier op de tien dit in de bestekfase ziet gebeuren. In ongeveer één op de vijf projecten wordt de keuze voor een duurzaam merk pas in de werkvoorbereidingsfase gemaakt, terwijl 12% deze keuze tijdens de uitvoering maakt.
Fase waarin de keuze voor duurzame merken wordt gemaakt (in %) Architect
Onderaannemer
Hoofdaannemer B&U
Installateur
Ontwikkelaar
Bestekfase (69%)
Ontwerpfase (39%)
Ontwerpfase (64%)
Ontwerpfase (53%)
Ontwerpfase (62%)
Bestekfase (27%)
Bestekfase (41%)
Bestekfase (34%)
Werkvoorbereidingsfase (23%)
Werkvoorbereidingsfase (20%)
Werkvoorbereidingsfase (31%)
Werkvoorbereidingsfase (23%)
Ontwerpfase (67%) Initiatieffase (45%) Bestekfase (39%)
Bron: BouwKennis, juni 2013 Primaire beslisser duurzame materialen Ook voor duurzame merken is onderzocht wie deze keuze maakt. De antwoorden zijn uitgesplitst naar het moment voor de bouw begint (ontwerp, initiatief en bestek) en het moment hierna (werkvoorbereiding en uitvoering). De opdrachtgever (30%) is in de fasen voor de bouw leidend. De architect wordt door 22% van de ondervraagde marktpartijen genoemd, waarbij opvalt dat dit vaker door de ontwikkelaar gebeurt. Vergeleken met de keuze voor duurzame maatregelen, worden merken minder vaak direct bepaald door de opdrachtgever en hebben marktpartijen zelf hier meer invloed op. Dit zal voor een belangrijk deel te maken hebben met kennis van zaken. Voor veel opdrachtgevers is de keuze voor zonnepanelen (al dan niet gemaakt met advies van de markt) immers eenvoudiger dan het bepalen van een specifiek merk. Beslissende partij voor de keuze van duurzame merken voor de bouw (in %) Architect
Onderaannemer
Architect (56%)
Architect (24%)
Opdrachtgever (35%) W-installateur (6%)
Opdrachtgever (24%) Onderaannemer (21%)
Hoofdaannemer B&U Opdrachtgever (36%) Architect (31%) Hoofdaannemer (11%)
Installateur
Ontwikkelaar
Opdrachtgever (33%)
Architect (27%)
Advies- en bouwmanagementbureau (21%) Architect (15%)
Opdrachtgever (27%) Projectontwikkelaar (27%)
Bron: BouwKennis, juni 2013 Beslissende partij voor de keuze van duurzame merken tijdens de bouw (in %) Architect
Onderaannemer
Architect (50%)
Onderaannemer (40%) Opdrachtgever (27%) Hoofdaannemer (13%)
Opdrachtgever (25%) Hoofdaannemer (25%)
Hoofdaannemer B&U Hoofdaannemer (62%) Opdrachtgever (23%) Architect (8%)
Installateur
Ontwikkelaar
Opdrachtgever (64%) E-installateur (18%) W-installateur (9%)
Opdrachtgever (33%) Hoofdaannemer (33%) Eindgebruiker (33%)
Bron: BouwKennis, juni 2013 Veranderingen in de oorspronkelijke keuzes Hoewel de keuze voor een bepaald duurzaam merk vooral in de eerste fasen wordt gemaakt, is deze lang niet altijd definitief. Al tijdens de initiatieffase wordt in gemiddeld 15% van de projecten een andere keuze gemaakt. In 22% van de projecten veranderen de gemaakte keuzes voor duurzame merken in de ontwerpfase. In grofweg evenveel projecten gebeurt dit in de bestekfase. In de werkvoorbereidingsfase en de uitvoeringsfase vinden echter de meeste veranderingen plaats. Maar liefst bij drie op de tien projecten wordt in deze fasen een ander merk gekozen. De uitvoeringsfase wordt vooral door de onderaannemer genoemd. Veranderingen aangebracht in de gemaakte keuzes voor duurzame merken (in %) Architect
Onderaannemer
Hoofdaannemer B&U
Installateur
Ontwikkelaar
Bestekfase (28%)
Uitvoeringsfase (30%)
Ontwerpfase (24%)
Uitvoeringsfase (27%)
Ontwerpfase (29%)
Ontwerpfase (20%) Werkvoorbereidingsfase (16%)
Werkvoorbereidingsfase (17%) Bestekfase (15%)
Bestekfase (22%) Werkvoorbereidingsfase (15%)
Ontwerpfase (24%) Bestekfase (15%)
Werkvoorbereidingsfase (18%) Bestekfase (17%)
Bron: BouwKennis, juni 2013 Redenen om keuzes te veranderen De belangrijkste redenen om een keuze later in het proces terug te draaien verschillen bij merken niet veel van de redenen bij maatregelen. In een sector waarbij de laagste prijs nog steeds leidend is, wordt ook hier de prijs (kosten of budget) het vaakst genoemd als reden. Ook voortschrijdend inzicht en veranderende klantwensen worden vaak genoemd. Interessant om te vermelden is ook dat er bezwaren zijn die door een goede fabrikant of handelaar eenvoudig opgevangen kunnen worden. Zo wordt er soms bijvoorbeeld een andere keuze gemaakt omdat een merk niet voorhanden is of omdat de levertijd tegenvalt. Bij merken speelt esthetica daarnaast vaker een rol dan bij maatregelen. Beslissers bij veranderen keuze Wanneer ten slotte gevraagd wordt wie de beslissende partij is voor het veranderen van de keuze voor duurzame merken, valt op dat de hoofdaannemer hierbij op de tweede plaats eindigt met 15%, achter de opdrachtgever. De aannemer zal dus vaak degene zijn die tijdens de bouw aanstuurt op een ander merk wanneer er problemen rondom het budget zijn of wanneer het eerder genoemde voortschrijdende inzicht hierom vraagt. Dit is ook logisch, gezien de overkoepelende rol van de hoofdaannemer in de bouwfase, wanneer veel keuzes worden veranderd. Beslissende partij voor het veranderen van de keuze van duurzame merken (in %) Architect
Onderaannemer
Hoofdaannemer B&U
Installateur
Ontwikkelaar
Architect (44%)
Opdrachtgever (38%) Onderaannemer (24%) Hoofdaannemer (19%)
Opdrachtgever (42%)
Opdrachtgever (46%) E-installateur (27%) Hoofdaannemer (12%)
Hoofdaannemer (44%) Projectontwikkelaar (31%) Opdrachtgever (19%)
Opdrachtgever (33%) Hoofdaannemer (21%)
Hoofdaannemer (42%) Advies- en bouwmanagementbureau (6%)
Bron: BouwKennis, juni 2013 Belangrijkste factoren duurzame merken Bij iedere aankoop van een product waarvan meer dan één merk wordt aangeboden, moeten professionals een keuze maken uit de beschikbare merken. Welk merk wordt gekozen is sterk afhankelijk van onder andere: eerder gekochte merken, de fabrikant waar het merk van is en marketingvariabelen zoals prijs. Veel van deze factoren oefenen invloed uit op elkaar en op de uiteindelijke merkkeuze. Zo is een eigenschap van de fabrikant van wie het merk is, zoals klantvriendelijkheid, bijvoorbeeld deels bepalend voor het gevoel van betrouwbaarheid dat een afnemer van een merk heeft. De kwaliteit van een merk straalt vervolgens af op de professionaliteit van de fabrikant en op de directe merkkeuze. Drie factoren blijken het vaakst beslissend bij de keuze voor een bepaald duurzaam merk. Voor bijna zeven op de tien beslissers is dit betrouwbaarheid, terwijl 63% kwaliteit noemt en 56% de prijs/kwaliteitverhouding. Dat de prijs/kwaliteitverhouding vaker genoemd wordt door beslissers dan de aanschafprijs (34%), is gunstig voor fabrikanten en de ontwikkeling van duurzaamheid in het algemeen. Dit toont aan dat producten niet per se het goedkoopst hoeven te zijn om te worden meegenomen in een project. Diverse zachte factoren voor de fabrikant, zoals het advies van vertegenwoordigers, klantvriendelijkheid en het nakomen van afspraken zijn minder vaak beslissend. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat deze factoren geen rol van betekenis spelen, aangezien zij op hun beurt invloed
uitoefenen op andere aspecten. Toeleveranciers die deze aspecten op orde hebben zullen hiervan altijd profiteren. Maar deze factoren zijn voor de daadwerkelijke beslissers minder belangrijk dan harde factoren zoals prijs en kwaliteit. Opmerkelijke verschillen tussen markpartijen onderling zijn onder andere dat de architect innovativiteit vaker dan gemiddeld op prijs stelt, terwijl positieve ervaringen uit het verleden minder zwaar meetellen. Fabrikanten met producten die doorgaans later in het proces gekozen worden, lijken er goed aan te doen juist wel op dit aspect in te zetten, aangezien aannemers en installateurs hier vaak mee werken. Zij zijn meer gewoontedier dan de andere partijen en zullen, wanneer ze eenmaal een goed product kennen, minder gauw overstappen. Klusbedrijven noemen veel vaker dan gemiddeld de verwerkbaarheid van een merk als beslissende factor. Conclusie Het keuzeproces rondom duurzame toepassingen en merken verloopt vooralsnog ondoorzichtig. Daardoor is het voor toeleveranciers lastig de concurrentiestrijd met collega’s in hun voordeel te beslissen. Meer duidelijkheid over het verloop van het beslissingsproces van de belangrijkste spelers op het gebied van duurzaamheid is gewenst. Duurzame maatregelen De keuze voor duurzame maatregelen valt veelal in de eerste fasen van het bouwproces: de initiatiefen de ontwerpfase. In die fasen neemt de opdrachtgever zelf het vaakst de beslissing over duurzame maatregelen, op afstand gevolgd door de architect en de woningcorporatie. Ook in de werkvoorbereidings- en uitvoeringsfase is de opdrachtgever leidend. Hoewel men vaak achter gemaakte keuzes blijft staan, worden deze soms veranderd. In het algemeen geldt: hoe verder men in het bouwproces komt, hoe minder vaak er nog veranderingen aangebracht (kunnen) worden. De belangrijkste reden om een keuze terug te draaien is het financiële plaatje. Partijen blijken vaak niet in staat om de kosten van duurzame maatregelen goed in te schatten. Wanneer keuzes later aangepast worden, gebeurt dit het vaakst door de opdrachtgever, gevolgd door de corporatie en de hoofdaannemer. Deze beslissers baseren hun keuze vooral op de drie factoren betrouwbaarheid van de maatregel, inzicht in de terugverdientijd en aanschafkosten. Opvallend hierbij is dat de life-cycle costs in veel mindere mate een rol spelen dan de aanschafkosten. Een belangrijke conclusie is dat de persoonlijke motivatie voor 20% van de markt beslissend is bij de keuze voor duurzame maatregelen. Duurzame merken De keuze voor duurzame merken wordt gemiddeld iets later gemaakt dan de keuze voor duurzame maatregelen, en vindt met name plaats in de ontwerp- en de bestekfase. De opdrachtgever is in de fasen voor de bouw leidend. De architect wordt door 22% van de ondervraagde marktpartijen genoemd. Ook in de werkvoorbereidings- en uitvoeringsfase is de opdrachtgever leidend voor de keus van duurzame merken. Keuzes zijn ook hier niet altijd definitief. Al tijdens de initiatieffase wordt in gemiddeld 15% van de projecten een andere keuze gemaakt. Maar liefst bij drie op de tien projecten wordt in de werkvoorbereiding- of uitvoeringsfase een ander merk gekozen. In een sector waarbij de laagste prijs nog steeds leidend is, wordt ook hier de prijs het vaakst genoemd als reden om een andere keuze te maken. Drie factoren blijken het vaakst beslissend bij de keuze voor een bepaald duurzaam merk: betrouwbaarheid, kwaliteit en prijs/kwaliteitverhouding. Diverse zachte factoren voor de fabrikant, zoals het advies van vertegenwoordigers, zijn minder vaak beslissend.