vrijeschool voor vwo, havo en vmbo
Ontdek het
Michaël college
2015-2016
Als je naar het Michaël college gaat, kies je voor: • een school, waar iedereen gezien en
gekend wordt;
• leren voor het leven: veel aandacht voor
sociale vorming;
• de Middenbouw: een vast docententeam
voor de eerste twee jaar;
• een dubbele brugklas: uitgestelde keuze
voor examenroute;
• hoofd, hart en handen: veel kunst– en
praktische vakken;
• onderwijs vanuit een heldere
pedagogische visie;
• veel thematisch onderwijs
(periode-onderwijs): versterkt de zelfstandigheid;
• jaarlijkse werkweken, stages,
2
gastlessen en projecten.
Het Michaël college Het Michaël college in Breda Prinsenbeek verzorgt voortgezet vrijeschoolonderwijs voor vwo, havo en vmbo t (mavo). De school staat open voor leerlingen van alle gezindten en achtergronden.
Wij streven ernaar een excellente school voor voortgezet vrijeschoolonderwijs
te zijn. Op alle gebieden wil de school tot de beste scholen van de regio behoren. De examenresultaten en de aansluiting bij het vervolgonderwijs (mbo, hbo,
universiteit) zijn uitstekend. Leerlingen die de school verlaten zijn in hoge mate zelfstandig, sociaal vaardig en creatief.
Vrijescholen werken vanuit een heldere mens- en maatschappijvisie, waarbij
de persoonlijke en sociale ontwikkeling van elk individu centraal staan. Daarom ontwikkelden we een breed onderwijsaanbod en proberen we beperkende studiekeuzen zo lang mogelijk uit te stellen.
Het Michaël college is de enige aanbieder van voortgezet vrijeschoolonderwijs in de regio West-Brabant. Het is een kleinschalige maar groeiende onderwijsvoorziening; de school telt bijna 300 leerlingen en groeit naar verwachting binnen enkele jaren uit tot 350 leerlingen.
Het Michaël college is onderdeel van Scholengemeenschap Breda, unit Markenhage. De lessen in de hoogste klassen havo en vwo, worden in nauwe samenwerking
met Markenhage verzorgd. In 2016 vindt nieuwbouw plaats op het terrein aan de
Emerweg in Breda. Daardoor ontstaat een campus met drie scholen op één terrein: Michaël college, Markenhage en Orion.
In deze brochure lees je meer over de achtergronden en werkwijze van het Michaël college. Voor uitgebreide en actuele informatie, kunt u terecht op www.michaelcollege.nl.
3
Onderwijsvisie en uitgangspunten Doordat we werken vanuit een heldere mens- en maatschappijvisie, vertoont het
leerplan en de uitvoering hiervan een sterke pedagogische samenhang. Onze visie op onderwijs wordt duidelijk in deze tekst van Rudolf Steiner:
“De vraag is niet, wat de mens moet kunnen en weten
teneinde zich in de bestaande sociale orde te kunnen voegen; maar wel, wat er in aanleg in de mens aanwezig is en in hem ontwikkeld kan worden.
Pas dan kan de opgroeiende generatie, de maatschappij steeds opnieuw met nieuwe krachten verrijken”
Deze visie is een leidraad voor het inrichten van het onderwijs. Als we in het onderwijs slechts de bestaande kennis en de bestaande maatschappelijke
verhoudingen reproduceren, kan echte ontwikkeling en vernieuwing nooit
plaatsvinden. Dan reproduceren we slechts de bestaande kennis en de bestaande maatschappelijke verhoudingen.
Alleen als we de nieuwe mogelijkheden, die jongeren in zichzelf dragen, kunnen
aanspreken en tot ontwikkeling laten komen, kan de maatschappij werkelijk worden vernieuwd. Dit betekent dat zowel de individuele ontwikkeling en ontplooiing, als de sociale en maatschappelijke ontwikkeling, leidend moeten zijn.
4
Uitgangspunten Uit deze visie leiden we drie uitgangspunten voor ons onderwijs af: ‘een vuur
brandend houden’, ‘onderwijs voor hoofd, hart en handen’ en ‘leren voor het leven’.
Een vuur brandend houden Kinderen, die van de basisschool komen, zijn vol interesse. Ze willen de wereld leren kennen en staan daar volledig voor open. Wij willen dit vuur brandend houden. We willen leerlingen op een levende manier met de wereld in contact brengen, zodat
de betrokkenheid en belangstelling blijft. De wijze waarop de stof wordt aangeboden laat ruimte voor verbeelding en verbinding. Bij de verwerking van de lesstof is
ruimte voor de vragen en ervaringen van de leerling. De lesstof roept vragen op en
houdt de belangstelling warm. Dit volgens de eeuwenoude leuze: “Opvoeden is niet een emmer vullen, maar een vuur ontsteken”.
5
Hoofd, hart en handen De vrijeschool streeft naar een evenwichtige en
geïntegreerde ontwikkeling van het ‘denken’, het ‘voelen’ en het ‘willen’.
Een belangrijk deel van het onderwijs is gericht
op het behalen van examens en daarvoor moet je goed kunnen denken. Maar de ontwikkeling
van ‘het denken’ kan meer zijn dan dat. Kennis
van en reflectie op het eigen denkproces, maakt
mensen minder afhankelijk van het denken en de
mening van anderen. Leren denken zal uiteindelijk resulteren in het vermogen tot ‘zelfstandige oordeelsvorming’.
Klassentelling Het voortgezet vrijeschoolonderwijs kent zes
leerjaren, de klassen 7 t/m 12. Klas 7 is eerste de brugklas.
Het vrije basisonderwijs (zie pagina 26: Vrije
basisscholen in de regio West-Brabant) telt acht
leerjaren, waarvan de eerste jaren net als vroeger ‘kleuterklas’ worden genoemd. Vervolgens zijn
er zes ’onderbouwklassen’, net als vroeger op de
lagere school: klas 1 t/m klas 6 (dat is groep 3 t/m
groep 8). Het voortgezet vrijeschoolonderwijs telt daarna gewoon verder: van klas 7 t/m klas 12. Klas 7 is dus de brugklas.
6
Een mens kan meer ‘vrij’ en ‘autonoom’ zijn als hij/zij voor het vormen van
oordelen niet afhankelijk is van de waan van de dag of van wat anderen hem/haar
‘voordenken’. Veel thema’s in het periodeonderwijs (zie pagina 12) zijn gericht op de ontwikkeling van dit vrije denken.
Het belang van kennis van het gevoelsleven, wordt de laatste jaren steeds breder
geaccepteerd en wetenschappelijk ondersteund. ‘Emotionele intelligentie’ is geen
modeterm meer. Ook de beperkingen van de ratio (het verstand) bij het maken van belangrijke keuzes in het leven wordt steeds meer erkend.
Zelfkennis en kennis van de leefwereld en de belevingswereld van anderen is belangrijk in elke sociale interactie. Leerlingen leren op dit gebied veel in de
kunstvakken: literatuur, drama, muziek, tekenen/schilderen, beeldhouwen en
kunstgeschiedenis. Ook het klassenverband biedt een uitstekende voedingsbodem om jezelf en de ander te leren kennen (zie pagina 7: Leren voor het leven). De ontwikkeling van de wil, het vermogen om eigen keuzes te maken en
voorgenomen besluiten uit te voeren, is een moeizaam proces. Maar het is wel
iets dat geleerd en geoefend kan worden. Met name in de praktijkvakken en de studieopdrachten (zie pagina 11: Het eindwerkstuk) wordt hieraan gewerkt.
Leren voor het leven De klas is een sociale oefenplaats. Leerlingen blijven in de eerste vier jaar bij elkaar in de klas. Doordat leerlingen met verschillende kwaliteiten, achtergronden,
leerstijlen en niveaus met elkaar werken, ontstaat waardering voor de ander en de
andere manieren van werken en leren. Het respecteren van verschillen en hiermee om kunnen gaan, is van doorslaggevend belang in het succesvol maatschappelijk functioneren.
Mede door de vele activiteiten, die leerlingen gezamenlijk ervaren en vaak zelf
organiseren, zoals werkweken, stages, presentaties, excursies en bedrijfssimulaties, worden sociale vaardigheden sterk gestimuleerd. Vriendschappen, die in deze
periode tot ontwikkeling komen, blijven vaak nog vele jaren bestaan of zijn zelfs voor het leven.
7
Tijd om goed te kunnen kiezen Bij de overgang van basisschool naar het
voortgezet onderwijs verandert er veel in het leven. In deze spannende en turbulente tijd
moeten vaak snel belangrijke keuzes worden
gemaakt. Je kiest een school, een niveau (vwo, havo of vmbo t (mavo)) en soms een richting
of sector. Op het Michaël college proberen we
extra tijd en ruimte te geven om die belangrijke ‘definitieve keuzes’ weloverwogen te kunnen maken.
We geven elke leerling de kans om in de eerste
leerjaren te laten zien welke kwaliteiten tot ont
wikkeling kunnen komen. Daarom is er een brede dubbele brugklas (vwo, havo, vmbo t (mavo)):
de Middenbouw. We geven elke leerling de kans om in de eerste leerjaren te laten zien welke
kwaliteiten tot ontwikkeling kunnen komen.
Daarom is er een brede dubbele brugklas (vwo, havo, vmbo t (mavo)): de Middenbouw.
8
De Middenbouw In de Middenbouw, de klassen 7 en 8, is er een speciaal team van mentoren. Deze
Middenbouwmentoren hebben ruime ervaring met de leeftijdsgroep; zij kennen de
brugklassen in het voortgezet onderwijs, maar hebben ook ervaring met het (vrije-) basisonderwijs. Zij verzorgen gezamenlijk een groot deel van de lessen. Leerlingen
en mentor kunnen op deze wijze een intensieve band opbouwen, die bijdraagt aan
een veilige leeromgeving. Aan het einde van de Middenbouw wordt duidelijk welke leerroute de beste is: vmbo of havo-vwo.
Een brede basis voor iedereen en kansen om te excelleren De Middenbouw vormt inhoudelijk één geheel met de twee leerjaren daarna,
de klassen 9 en 10. Op het Michaël college is er voor alle leerlingen (ongeacht het instroomadvies) een vierjarig basisprogramma. In dit vierjarig basiscurriculum
zijn veel ontwikkelingsgerichte programmaonderdelen opgenomen, zoals stages,
presentaties, themablokken (periodeonderwijs), kunst- en praktijkvakken, reizen en
excursies. Leerlingen leren de wereld en de cultuur waarin we leven kennen door een brede kennismaking met de kunsten, de wetenschappen en de ‘praktische wereld’. In deze eerste vier jaar, van klas 7 t/m klas 10, blijven de leerlingen voor een groot aantal lessen en activiteiten als klas bij elkaar. Dit betreft de periodelessen (zie pagina 12: Een dag op het Michaël college), de kunst en praktijkvakken en de
mentoruren. In deze lessen werken we met ‘heterogene groepen’: leerlingen van verschillende niveaus (vwo, havo, vmbo) zitten bij elkaar in de klas.
In de vaklessen wordt vanaf de 8e klas in niveaugroepen gewerkt en vanaf het eerste leerjaar in de Middenbouw is er een Plusklas.
Plusklas In de 7e en 8e klas is er speciaal voor leerlingen, die makkelijk en snel leren, een
Plusklas. Binnen het bestaande lesrooster worden wekelijks twee extra uren aan
geboden. De stof wordt modulair aangeboden in blokken van 10 weken (20 lessen). Op het programma staat onder andere ‘Natuurwetenschappen’.
9
Niveaugroepen Om recht te doen aan cognitieve verschillen, verschillen in leervermogen en tempo,
werken de leerlingen vanaf klas 8 in niveaugroepen in de lessen: Nederlands, Engels, Frans en Duits en wiskunde. Criteria voor de indeling in de groepen zijn: leervermogen, leerprestaties, werktempo, zelfstandigheid en abstractievermogen. In groep 1 wordt gewerkt op vmbo-niveau en in groep 2 op havo-/vwo-niveau.
Vanaf het derde leerjaar (klas 9) is er een vmbo-examenroute en een havo-vworoute. Vrijwel alle examengerichte vaklessen worden dan in niveaugroepen aangeboden.
Na klas 10 Aan het einde van klas 10 wordt het eerste deel van het vrijeschoolprogramma
afgesloten. Leerlingen die op vmbo-niveau gewerkt hebben en examen hebben gedaan, stromen daarna uit naar het Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO) aan
een van de Regionale Opleidings Centra (ROC’s). Doorstromen naar het havo is ook
mogelijk. Dat kan als de leerling gemiddeld een 6,8 of hoger scoort voor het examen en een positief advies krijgt.
Leerlingen die de havo/vwo route volgden, gaan door naar klas 11, dat is klas 4 in de Tweede Fase havo of vwo van het Markenhage-Michaël examentraject. Deze leerlingen kunnen het hele vrijeschoolleerplan doorlopen tot en met klas 12.
10
Examentraject Markenhage/Michaël college De Tweede Fase havo en vwo (klas 11 en 12) wordt door het Michaël college en
Markenhage gezamenlijk verzorgd. Leerlingen volgen het hele vrijeschoolleerplan
en bereiden zich daarnaast voor op het havo- of het vwo-examen. De leerling kan
daarbij uit alle bestaande profielen kiezen: Cultuur en Maatschappij (CM); Economie en Maatschappij (EM); Natuur en Gezondheid (NG) en Natuur en Techniek (NT).
Het eindwerkstuk In klas 12, het laatste jaar van het vrijeschoolonderwijs, werken de leerlingen
gedurende een heel jaar aan een eigen individueel afsluitingsproject, het eind-
werkstuk. De keuze van het onderwerp is vrij. Het onderwerp wordt theoretisch en kunstzinnig uitgewerkt. Elke leerling wordt intensief door een leerkracht
begeleid. Het onderzoek vindt zijn neerslag in een geschreven verslag, een openbare eindpresentatie (voor een zaal met 200 bezoekers) en een tentoonstelling waar het
kunstzinnige werk, het eindwerkstuk en de praktische verwerking daarvan te zien zijn.
Leerroutes in schema vwo-6 vwo-5
havo-5
11
vwo-4
havo-4
10
9 8 7
KLAS
VRIJESCHOOL-LESSEN
12
examen vmbo t (mavo) B-stroom HV
examen vmbo t (mavo) vmbo t traject (mavo)
A-stroom HV
havo-vwo traject
vmbo t traject (mavo)
minimaal 1 x groep 2 WI 1
WI 2
fa/du1 fa/du2
mbo
alle adviezen groep 1
EN 1
Heterogene groepen
EN 2
NE 1
NE2
11
Lestijden Maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag
Periodeles
08.35 - 10.15 uur
Pauze
10.15 - 10.30 uur
4e lesuur
11.20 - 12.10 uur
3e lesuur 5e lesuur Pauze
6e lesuur 7e lesuur
8e lesuur
10.30 - 11.20 uur 12.10 - 13.00 uur 13.00 - 13.30 uur
13.30 - 14.20 uur
14.20 - 15.10 uur
15.10 - 16.00 uur
Donderdag Periodeles
08.35 - 09.55 uur
3e lesuur
10.10 - 10.50 uur
Pauze
4e lesuur
09.55 - 10.10 uur 10.50 - 11.30 uur
5e lesuur
11.30 - 12.10 uur
6e lesuur
12.40 - 13.20 uur
Pauze
7e lesuur
8e lesuur
12.10 - 12.40 uur 13.20 - 14.00 uur
14.00 - 14.40 uur
Een dag op het Michaël college Periodeonderwijs In de eerste twee lesuren van elke ochtend is er ‘periodeonderwijs’. De lesstof
wordt hier thematisch aangeboden. Er is geen strikte scheiding tussen de schoolse vakgebieden, de stof wordt vanuit de samenhang aangeboden. Dat betekent dat
de lesstof vanuit verschillende invalshoeken, verschillende vakgebieden, benaderd
zal worden. Bijvoorbeeld: In een geschiedenisperiode als ‘revoluties’ in klas 9, wordt een breed beeld geschetst van de omstandigheden voor, tijdens en na de Franse
Revolutie. De revolutie wordt benaderd vanuit de economie, de kunst, de literatuur,
de filosofie, de sociale geografie en de politiek. Door deze brede benadering schetst de docent, eventueel met hulp van gasten en digitale hulpmiddelen, ‘een levend
beeld’. De inbreng van de leerlingen kan op deze manier mede vorm geven aan de lesinhoud. In het periodeonderwijs worden geen methoden gebruikt.
De leerlingen werken drie weken achtereen, elke dag twee lesuren, aan een thema. Elk thema wordt dus in 30 lesuren uitgewerkt (met daarnaast nog huiswerktijd).
Een klas heeft per schooljaar 13 periodes. De thema’s sluiten aan bij de leeftijd en
ontwikkelingsfase van de leerlingen. Leerlingen maken van elke periode een schriftelijk verslag en soms een presentie. De kennis wordt getoetst door opdrachten en proefwerken.
12
Lessentabel periodelessen in weken per jaar Aardrijkskunde/sterrenkunde
Klas 7
Klas 8
Klas 9
6
3
3
Klas 10 Klas 11
Klas 12
2
Architectuur
2
Biografie
2
Biologie
3
3
3
Cito Volgsysteem
3
2
1
1
1
Compensatieweek**
2
Filosofie
3
Economie
3
2
Eindwerkstuk Geschiedenis
3 3
3
3
3
3
Kunstgeschiedenis
6
3
4
3
3
3
Maatschappijleer
1
4
Mens en Maatschappij Muziekgeschiedenis Natuurkunde
3 3
3
3
3
Natuurwetenschappen Nederlands
6
6
PTA inhaalweek Scheikunde
6
5
3
6
3
1
1
2 3
3
Stage
2
2
2
2
Stagevoorbereiding
1
Sociale wetenschappen Toneel
3
1 4
3
3
Waarnemen
3
Wegen/meten
3
Werkweek
1
1
1
1
1
Wiskunde
6
6
6
6
4
Sectorwerkstuk
1
Masterclass
4*
Totaal periodeweken
40
40
40
34
35
1
28
* = Masterclass uitsluitend voor havo en vwo-leerlingen in mei/juni 2015, totaal 33 periodeweken. ** = Per klas wordt 1 periode met een week verlengd, zodat er totaal 40 periodeweken zijn.
13
Vaklessen Vanaf het 3e lesuur volgen de vaklessen. Die worden gegeven in lesuren van
50 minuten. De cognitieve vakken zijn gelijk aan die op elke school voor voortgezet onderwijs. Het gaat in de eerste twee leerjaren voor alle leerlingen om de vakken
Nederlands, Frans, Duits, Engels en wiskunde en daarnaast een aantal keuzevakken. Daarna is er een grotere verscheidenheid aan vaklessen.
Bloklessen: kunst en praktijkvakken Het praktisch, kunstzinnig en bewegingsonderwijs wordt gegeven in zogenaamde bloklessen van 100 minuten. Door de jaren heen komen veel verschillende vakken aan bod, bijvoorbeeld: koperslaan, smeden, fietstechniek, koken, textiel, beeld-
houwen, leerbewerken, tekenen, schilderen en toneel. Alle klassen hebben vier uur per week bloklessen en daarnaast muziek en koor. In de twaalfde klas wordt in het kunstzinnig onderwijs een eigen keuze gemaakt in het zogenaamde ‘atelier’.
Elke klas heeft het hele jaar door gymnastiek (Lichamelijke Opvoeding): een blok van twee lesuren per week.
Goed om te weten De docenten en leerlingen beschikken, naast de reguliere middelen, over digiborden en smartboards. Er zijn ICT-lessen in een computerlokaal en er zijn laptops voor de overige lessen beschikbaar.
*
= uitsluitend in het vmbo traject
in klas 10 2 van de 4)
**
*** = extra ondersteuning (LWOO) of
14
}
= keuzevak (in klas 9 max 3 van de 6 vakken
uitdaging (Plusklas)
**** = dat is 36,4 lesuren van 50 minuten.
Lessentabel vaklessen in uren per week
Periodelessen (zie blz. 13)
Klas 7
Klas 8
Klas 9
Klas 10
Klas 11
Klas 12
10
10
10
10
8
8
2*
2* 4
3
1
1
Vakles Administratie Beweging
1
Kunstblok
4
4
4
4
Duits
2
2
2**
2**
2
2
Economie Engels
2
2
2
2
Frans
2
2
2**
2**
Biologie
2**
2**
Geschiedenis
2**
2**
2
2
1
1
Gymnastiek
2
2
ICT
1
1
Koor
1
1
Levensbeschouwing
1
1
1***
1***
LWOO Maatschappijleer 1
2
Maatschappijleer 2
2**
2**
Mentoruur
1
1
1
1
1
1
Muziek
1
1
1
1
1
1
Nederlands
3
2
2
NASK-1 Plusklas
2
2
2**
2**
1***
1***
Wiskunde vmbo/havo/vwo
3
3
3
2/3
Minimale lesuren per week
23
23
24
25
19
16
Extra voor vwo/havo *** Economie
1
Scheikunde
1
Aangevuld met vaklessen Markenhage (+/- 21 lesuren van 40 min)
37
40****
Totaal minimale lesuren per week
33
33
34
37****
15
Burgerschap en ondernemerschap De generatie van nu en morgen zal niet meer levenslang in een bedrijf of instelling werken.
Kwaliteiten die gevraagd worden zijn flexibiliteit, (digitale)bekwaamheid, sociale vaardigheid, creativiteit en ondernemerschap.
Meer leerlingen zullen zich na de schooltijd
vestigen als zelfstandig ondernemer met of zonder personeel. Zij zullen het leren niet
afsluiten op 20-jarige leeftijd. Leren wordt een permanent onderdeel van de levensloop en
de beroepsontwikkeling: een leven lang leren
wordt de norm. Wij willen leerlingen ook hierop
voorbereiden. Burgerschap en ondernemerschap worden gedragen door een positieve en actieve instelling en door persoonlijke en sociale competenties.
Wij willen voor de ontwikkeling hiervan veel ruimte geven.
Stages en beroepsoriëntatie dragen bij tot kennis van de maatschappij en de eigen
beroepsmogelijkheden en wensen. Binnen de maatschappijvakken is ruime aandacht
voor de politieke en sociale vorming. In een actieve leerlingenraad, die o.a. betrokken is bij sollicitaties, kunnen leerlingen
burgerschapskwaliteiten ontwikkelen. In klas 11 is er een project bedrijfssimulaties. Geen oefening ‘op het droge’, maar echte bedrijfjes waar
ondernemersvaardigheden worden geoefend.
16
Werkweken De werkweken vinden op het Michaël college aan het begin van het schooljaar
plaats. Naast een (hernieuwde) kennismaking, wordt er hard gewerkt. Mentoren en leerlingen krijgen door deze intensieve week de kans het sociaal proces (dat het leven op school, in de klas, óók is) beter te begrijpen en vorm en richting te geven. Het is een uitstekende voorbereiding op een jaar lang samen leren en
samenwerken. De inhoud van de werkweken is afgestemd op de leeftijdsfase. 7e klas: voedingsleer. De leerlingen werken in en rond een biologisch dynamisch landbouwbedrijf.
8e klas: bosbouw. De leerlingen werken in het bos (planten, rooien en houthakken).
9e klas: wandelweek/survival. De leerlingen ervaren in de Ardennen hun
(fysieke) grenzen tijdens het klimmen en dalen van overnachting naar overnachting.
10e klas: dienstverlening en sociaal bewustzijn. De leerlingen werken in een
instelling voor lichamelijk en verstandelijk gehandicapten in West-Polen.
11e klas: de weg naar binnen. Tijdens een werkweek in Zeeland wordt op
kunstzinnige manier individueel gewerkt aan deze weg, om vervolgens met elkaar over het werk in gesprek te komen.
12e klas: kunstreis. De leerlingen maken een tiendaagse culturele reis naar
Barcelona ter ondersteuning van het kunstonderwijs en het eindwerkstuk. De periode kunstgeschiedenis van de twintigste eeuw wordt door deze
kunstreis verdiept. Naast het bezoeken van musea wordt ook dagelijks in het atelier gewerkt.
17
18 18
Stages Het stage programma is een voorbeeld van de eigenheid van het
vrijeschoolleerplan. Vanaf de 9e klas (15 jaar) wordt veel aandacht geschonken aan
de ontwikkeling van de leerling op cultureel, sociaal, politiek en economisch gebied. Het doel hiervan is de ontwikkeling van het zelfstandig oordeelsvermogen, sociale competenties en wilskracht. Daardoor kunnen leerlingen aan het einde van de
schooltijd als authentiek, autonoom en praktisch mens in de wereld staan. In elk schooljaar gaan de leerlingen twee volle weken op stage. klas 9: winkelstage. Werken in de winkel, detailhandel.
klas 10: sociale stage. Werken in de zorgsector met mensen die nog niet of niet meer helemaal voor zichzelf kunnen zorgen.
klas 11: industrie- of bedrijfsstage. Ongeschoold werk in een grootschalige
onderneming met sterke arbeidsdeling.
klas 12: de leerlingen bepalen zelf hoe deze stage ingevuld gaat worden. Samen met een begeleider wordt een plan van aanpak en eisen opgesteld. De
stage vormt een onderzoeksdeel in het eindwerkstuk/profielwerkstuk.
Jaarfeesten
Naast de werkweken en de stages spelen de jaarfeesten op de vrijeschool een
belangrijke rol in het jaarverloop. Deze feesten zijn op te vatten als momenten van verdieping en bewustwording voor leerlingen en docenten. De door ons gevierde jaarfeesten zijn: Michaël, St.-Nicolaas, Advent, Kerstmis en St.-Jan.
19
Leerlingenzorg Het Michaël college streeft ernaar de juiste
voorwaarden te scheppen voor de ontwikkeling van elke leerling en elke leerling toe te
leiden tot een diplomering, die aansluit bij
zijn/haar mogelijkheden en aspiraties. Het
vrijeschoolleerplan en de vrijeschoolpedagogie vormen hiervoor de basis. De leerlingenzorg is erop gericht om belemmeringen bij dit
onderwijsproces weg te nemen, voor zover dit
onder de verantwoordelijkheid van de school valt en het personeel op dit gebied competent is.
Er is een algemene basiszorg voor alle leerlingen, waarin achtereenvolgens de docenten, de
mentor en de ondersteuningscoördinator een rol spelen. De mentor is de spin in het web
bij de basiszorg. Hij/zij geeft met name in de
lagere klassen veel lessen; verzorgt wekelijks een mentoruur en onderhoudt de contacten
tussen leerling, ouders en de school. Naast deze basiszorg is er op een aantal gebieden meer specifieke begeleiding.
Als meer gespecialiseerde zorg gewenst lijkt, kan de leerling door de docent en/of
mentor doorverwezen worden naar de
ondersteuningscoördinator. Zij coördineert alle zorg, die de basiszorg overstijgt. Via de
ondersteuningscoördinator kan meer specifieke interne zorg aangeboden worden. Het is ook
20
mogelijk dat de leerling in het Zorg Advies Team (ZAT) wordt besproken en er kan
doorverwijzing plaatsvinden naar zorgverleners buiten de school. Over de specifieke zorg worden ouders altijd vooraf geïnformeerd. Binnen het Zorg Advies Team heeft ook de schoolmaatschappelijk werker zitting.
Het Michaël college heeft een ondersteuningscoördinator en een Remedial Teacher in dienst. Er is wekelijks een schoolmaatschappelijk werker aanwezig. De school biedt leer- wegondersteuning (LWOO) voor geïndiceerde leerlingen in speciale
ondersteunings- uren voor taal en rekenen. Er wordt gescreend op dyslexie en er zijn faciliteiten en ondersteuning voor leerlingen met een dyslexieverklaring. De school hanteert een dyslexieverklaring. Deze verklaring en meer informatie over de zorg, staat in ons zorgplan op de website.
Signalering van achterstanden Leerlingen met achterstanden hebben recht op extra begeleiding. Het onderzoek
waarbij leerachterstanden worden gesignaleerd, het zogeheten drempelonderzoek, is onderdeel van de aannameprocedure. De meeste basisscholen nemen dit
onderzoek in klas 6 / groep 8 af. Als dit niet het geval is, wordt dit onderzoek alsnog na inschrijving afgenomen. Het onderzoek vindt plaats op een van te voren door de school vastgestelde dag.
Cito-volgsysteem Alle leerlingen van klas 7 t/m 9 nemen jaarlijks deel aan de Cito-toetsen. We doen
dit om aanvullende informatie te krijgen en zo nodig op basis daarvan ons onderwijs
bij te stellen, of leerlingen individuele ondersteuningsprogramma’s te kunnen
bieden. Daarnaast kunnen we op deze manier onze leeropbrengsten vergelijken met andere scholen in het land. Ook op dit gebied zijn onze opbrengsten ruim boven het gemiddelde.
21
22
Vereniging Ouders Bovenbouw- onderwijs West-Brabant (VOBW) In het begin van het schooljaar 1996-1997 is door ouders van het Michaël college
een vereniging opgericht, die zich ten doel stelt voortgezet onderwijs in de geest
van Rudolf Steiner te bevorderen en in stand te houden. Ouders, die hun kinderen
aanmelden als leerlingen van de bovenbouw, melden zich automatisch aan als lid van de vereniging.
De overheidssubsidie is niet voldoende om al het extra onderwijs te bekostigen.
Daarom wordt een vrijwillige ouderbijdrage gevraagd. Elk jaar, voor het begin van
een nieuw schooljaar, wordt op de algemene ledenvergadering de hoogte van deze (exploitatie) bijdrage door de leden vastgesteld. Voor schooljaar 2013-2014 was de
financiële vraag 1 425,00 per leerling, met een kortingsregeling indien er meerdere kinderen uit één gezin vrijeschool onderwijs volgen. Over de besteding wordt
jaarlijks verantwoording afgelegd door de locatiedirecteur. Uit de ouderbijdragen
wordt jaarlijks een ‘halve leerkracht’ betaald, worden extra materiaalkosten gedekt van de kunst- en praktijkvakken en worden alle kosten van werkweken en excursies
betaald (uitgezonderd de Barcelonareis). De vereniging gaat ervan uit dat elke ouder zijn/haar financiële verantwoordelijkheid neemt. Indien de hoogte van het bedrag een bezwaar is, wordt gevraagd dat wat mogelijk is te betalen.
Klassenouders Klassenouders zijn betrokken bij de school in het algemeen en bij de klas waar hun kind in zit. Zij willen graag op de hoogte zijn, meedenken en hun handen uit de
mouwen steken en de school kritisch volgen. Zij ondersteunen hun klassenleer-
kracht waar nodig, maar werken ook mee in zaken, die de hele school betreffen, zoals jaarfeesten, de open dag en de sportdag. Het ‘klassenouderoverleg’ treedt minimaal vier maal per jaar in overleg met de locatiedirecteur.
23
Aanmeldprocedure In Breda is een gezamenlijke aannameprocedure afgesproken voor nieuwe
leerlingen van de basisscholen. Alle scholen voor VO hebben twee centrale
aanmeldmomenten, zie www.vobreda.nl. Tussentijdse instroom verloopt direct via onze aannamecommissie.
Aanmelding en plaatsing Er kunnen jaarlijks slechts 90 leerlingen in de brugklassen (zevende klassen) geplaatst worden. Als er meer dan 90 ‘plaatsbare leerlingen’ zijn, wordt er
geloot. Leerlingen afkomstig van vrije basisscholen blijven buiten deze loting: als zij plaatsbaar zijn, worden ze zonder loting geplaatst. Binnen Breda wordt
gegarandeerd, dat leerlingen die worden uitgeloot, in ieder geval geplaatst worden op de school van tweede of derde keuze.
Criteria voor inschrijving en aanname Michaël college Kiezen voor voortgezet vrijeschoolonderwijs (criterium 1) Uitgangspunt is, dat we met leerlingen en ouders willen werken, die weten wat
de vrijeschool te bieden heeft en hiervoor ook uitdrukkelijk kiezen. Basiscriterium voor toelating is dan ook het ‘passen binnen de werkwijze van het vrijeschool-
onderwijs’. Het gaat hierbij om individuele aanspreekbaarheid op gedrag; ook los
van de dwang van genormeerde cijferdoelen kunnen en willen presteren; een open
houding tot kunstzinnige leerstofverwerking en zich willen/kunnen voegen binnen het intensieve groepsproces van een vaste jaargroep voor langere tijd. Een leerling
moet in zekere mate beschikken over vaardigheden die in het vrijeschoolonderwijs van belang zijn zoals: motivatie, creativiteit, zelfstandigheid, communicatieve - en sociale vaardigheden.
24
Advies basisschool en ondersteunende toets-gegevens (criteria 2 en 3) • Wij kunnen leerlingen aannemen van wie op grond van de prestaties op de basisschool blijkt dat zij op vwo- of havo- niveau kunnen functioneren. Ook
leerlingen die in staat worden geacht binnen vier jaar een vmbo t (mavo) diploma te halen zijn plaatsbaar. Leerlingen met een vmbo t (mavo) advies moeten
aantoonbaar beschikken over een goede werkhouding en concentratievermogen, aangezien het tempo in een heterogene groep hoger ligt.
• De leerling moet voldoende steun hebben aan de (begrensde) zorg die wij als school kunnen bieden. De reikwijdte van de zorg is aangegeven in het
schoolondersteuningsprofiel van het Michaël college. Daarin staat welke zorg door
elke school in de regio wordt verleend en welke extra zorg het Michaël college biedt. Als de zorgvraag buiten dit profiel valt, is aanname doorgaans niet mogelijk.
Samenvatting criteria voor aanmelding Een leerling kan worden aangemeld indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
1. er is een positieve en bewuste keuze voor het voortgezet vrijeschoolonderwijs;
2. het advies van de basisschool is vwo, havo of vmbo t (mavo);
3. de extra zorgvraag valt binnen de mogelijkheden beschreven in het school ondersteuningsprofiel.
25
Contact Michaël college Vijverstraat 1
4841 AT Prinsenbeek T (076) 543 18 88
I www.michaelcollege.nl E
[email protected] Administratie/receptie: Aannamecommissie:
Ondersteuningscoördinator:
Patricia van Lomwel
Ingrid Raijmaekers Ingrid Raijmaekers
Middenbouwcoördinator klas 7 en 8: Linda Maljers Coördinator klas 9 en 10:
René Rovers
Decaan:
Eric van Helden
coördinator klas 11 en 12:
Herman de Raat
Dagelijkse leiding en Locatiedirecteur:
Rob van der Meijden
Op onze website is alle recente informatie te vinden. Hier staan o.a. de lestijden, roosters, examenresultaten en foto’s en verslagen van activiteiten.
Vrije basisscholen in de regio West-Brabant • Rudolf Steiner School Breda: Minckelersstraat 27, 4816 AD BREDA, 076 571 36 46,
[email protected]
• De Strijene: Ganzendonk 4, 4907 XZ Oosterhout, 0162 456 533,
[email protected]
• Basisschool Zilverlinde: Melis Stokelaan 42, 4707 HS Roosendaal, 0165 560 377,
[email protected]
• Basisschool Tiliander: Lange Nieuwstraat 189, 5041 DB Tilburg, 013 543 19 63,
[email protected]
• Dordtse Vrije School: Dubbelmondestraat 1, 3312 NB, Dordrecht, 078 614 01 06,
[email protected]
26
27
Colofon Fotografie: © Indyphoto, Diana Goudswaard; m.u.v. pagina 18 © Jos Verwijs Ontwerp: Red Splash, Elz van Betuw Opmaak: Toon Joosen
Vijverstraat 1 | 4841 AT Prinsenbeek T (076) 543 18 88 | F (076) 543 18 80
[email protected] | www.michaelcollege.nl