Ontdek de Bibliotheek Ontdek de Bibliotheek Ontdek de Bibliotheek
Welkom in de bibliotheek.
Je gaat op ontdekking in de bibliotheek. Hierbij doe je een onderzoek naar verschillende soorten media; zoals boeken, tijdschriften, video, audio etc. Zo maak je kennis met alles wat de bieb te bieden heeft. Wat is media? Dit zijn de middelen die gebruikt worden om met elkaar en met grote delen van de bevolking in contact te treden. Soms is dat een telefoon, of krant, maar het kan ook YouTube, Facebook of een televisieuitzending zijn. Media zijn dus hulpstukken die uitwisseling van informatie mogelijk maken.
Welkom in de bibliotheek.
Je gaat op ontdekking in de bibliotheek. Hierbij doe je een onderzoek naar verschillende soorten media; zoals boeken, tijdschriften, video, audio etc. Zo maak je kennis met alles wat de bieb te bieden heeft. Wat is media? Dit zijn de middelen die gebruikt worden om met elkaar en met grote delen van de bevolking in contact te treden. Soms is dat een telefoon, of krant, maar het kan ook YouTube, Facebook of een televisieuitzending zijn. Media zijn dus hulpstukken die uitwisseling van informatie mogelijk maken.
Welkom in de bibliotheek.
Je gaat op ontdekking in de bibliotheek. Hierbij doe je een onderzoek naar verschillende soorten media; zoals boeken, tijdschriften, video, audio etc. Zo maak je kennis met alles wat de bieb te bieden heeft. Wat is media? Dit zijn de middelen die gebruikt worden om met elkaar en met grote delen van de bevolking in contact te treden. Soms is dat een telefoon, of krant, maar het kan ook YouTube, Facebook of een televisieuitzending zijn. Media zijn dus hulpstukken die uitwisseling van informatie mogelijk maken.
Onderzoek alle soorten media binnen de bibliotheek.
30
minuten
4 personen
In het eerste half uur ga je met een groep van vier personen onderzoek doen naar de verschillende bronnen in de bibliotheek. Wat is een bron? Een bron is datgene waar je informatie vandaan haalt. Het kan zowel analoog als digitaal zijn. Dus bijvoorbeeld een muurschildering of een muziekalbum.
Onderzoek alle soorten media binnen de bibliotheek.
30
minuten
4 personen
In het eerste half uur ga je met een groep van vier personen onderzoek doen naar de verschillende bronnen in de bibliotheek. Wat is een bron? Een bron is datgene waar je informatie vandaan haalt. Het kan zowel analoog als digitaal zijn. Dus bijvoorbeeld een muurschildering of een muziekalbum.
Onderzoek alle soorten media binnen de bibliotheek.
30
minuten
4 personen
In het eerste half uur ga je met een groep van vier personen onderzoek doen naar de verschillende bronnen in de bibliotheek. Wat is een bron? Een bron is datgene waar je informatie vandaan haalt. Het kan zowel analoog als digitaal zijn. Dus bijvoorbeeld een muurschildering of een muziekalbum.
Opdracht
1.1
1.2 1.3
Opdracht
1.1
1.2 1.3
Opdracht
1.1
1.2 1.3
In groepen van vier bedenk je naar welke bekende sporter/ zanger/ kunstenaar/ schrijver je vanmiddag onderzoek gaat doen. Als je eenmaal iemand hebt gekozen zoek je zoveel mogelijk bronnen over deze persoon op. Dit kunnen interviews in kranten zijn, foto’s in tijdschriften, geluidsfragmenten van cd’s, beeldmateriaal enz, enz. Maak foto’s van alle verschillende bronnen die jullie vinden/ gevonden hebben. Welke verschillende bronnen kwamen jullie tegen? Overleg met elkaar welke bron het meest interessant is voor het vervolg van de opdracht. In groepen van vier bedenk je naar welke bekende sporter/ zanger/ kunstenaar/ schrijver je vanmiddag onderzoek gaat doen. Als je eenmaal iemand hebt gekozen zoek je zoveel mogelijk bronnen over deze persoon op. Dit kunnen interviews in kranten zijn, foto’s in tijdschriften, geluidsfragmenten van cd’s, beeldmateriaal enz, enz. Maak foto’s van alle verschillende bronnen die jullie vinden/ gevonden hebben. Welke verschillende bronnen kwamen jullie tegen? Overleg met elkaar welke bron het meest interessant is voor het vervolg van de opdracht. In groepen van vier bedenk je naar welke bekende sporter/ zanger/ kunstenaar/ schrijver je vanmiddag onderzoek gaat doen. Als je eenmaal iemand hebt gekozen zoek je zoveel mogelijk bronnen over deze persoon op. Dit kunnen interviews in kranten zijn, foto’s in tijdschriften, geluidsfragmenten van cd’s, beeldmateriaal enz, enz. Maak foto’s van alle verschillende bronnen die jullie vinden/ gevonden hebben. Welke verschillende bronnen kwamen jullie tegen? Overleg met elkaar welke bron het meest interessant is voor het vervolg van de opdracht.
Achtergrond
Hoe betrouwbaar vind je de bron? Denk aan hoe oud de bron is, wie de auteur/maker is, worden er feiten of meningen vermeld? Bij het inschatten van de betrouwbaarheid moet je twee dingen vaststellen: Is de bron echt? Oftewel, is de bron écht gemaakt door degene die zegt dat hij/zij hem gemaakt heeft? Is de bron waar? Oftewel, is de maker van de bron te controleren en kan ik de bronnen checken op feiten en meningen?
Achtergrond
Hoe betrouwbaar vind je de bron? Denk aan hoe oud de bron is, wie de auteur/maker is, worden er feiten of meningen vermeld? Bij het inschatten van de betrouwbaarheid moet je twee dingen vaststellen: Is de bron echt? Oftewel, is de bron écht gemaakt door degene die zegt dat hij/zij hem gemaakt heeft? Is de bron waar? Oftewel, is de maker van de bron te controleren en kan ik de bronnen checken op feiten en meningen?
Achtergrond
Hoe betrouwbaar vind je de bron? Denk aan hoe oud de bron is, wie de auteur/maker is, worden er feiten of meningen vermeld? Bij het inschatten van de betrouwbaarheid moet je twee dingen vaststellen: Is de bron echt? Oftewel, is de bron écht gemaakt door degene die zegt dat hij/zij hem gemaakt heeft? Is de bron waar? Oftewel, is de maker van de bron te controleren en kan ik de bronnen checken op feiten en meningen?
Let op: Als iemand veel bronnen vermeld is de controleerbaarheid veel groter.
Let op: Als iemand veel bronnen vermeld is de controleerbaarheid veel groter.
Let op: Als iemand veel bronnen vermeld is de controleerbaarheid veel groter.
Voorbeeld
Je wilt meer weten over Johan Cruijff. Hij heeft een boek geschreven, een liedje opgenomen, hij heeft in tijdschriften gestaan, in kranten en hij is op de radio geweest. Ook is er een documentaire over hem en een audioboek dat hij heeft gemaakt: ‘Ik hou van voetbal’. Als je je wilt verdiepen in zijn zangkunsten is de cd met zijn liedje misschien wel de beste bron. Dan heb je niet zoveel aan een tijdschriftartikel met zijn mening over het Nederlands elftal, want dat vertelt jou immers niks over zijn zangkunsten. Zo kun je het liedje kiezen voor de volgende opdracht.
Voorbeeld
Je wilt meer weten over Johan Cruijff. Hij heeft een boek geschreven, een liedje opgenomen, hij heeft in tijdschriften gestaan, in kranten en hij is op de radio geweest. Ook is er een documentaire over hem en een audioboek dat hij heeft gemaakt: ‘Ik hou van voetbal’. Als je je wilt verdiepen in zijn zangkunsten is de cd met zijn liedje misschien wel de beste bron. Dan heb je niet zoveel aan een tijdschriftartikel met zijn mening over het Nederlands elftal, want dat vertelt jou immers niks over zijn zangkunsten. Zo kun je het liedje kiezen voor de volgende opdracht.
Voorbeeld
Je wilt meer weten over Johan Cruijff. Hij heeft een boek geschreven, een liedje opgenomen, hij heeft in tijdschriften gestaan, in kranten en hij is op de radio geweest. Ook is er een documentaire over hem en een audioboek dat hij heeft gemaakt: ‘Ik hou van voetbal’. Als je je wilt verdiepen in zijn zangkunsten is de cd met zijn liedje misschien wel de beste bron. Dan heb je niet zoveel aan een tijdschriftartikel met zijn mening over het Nederlands elftal, want dat vertelt jou immers niks over zijn zangkunsten. Zo kun je het liedje kiezen voor de volgende opdracht.
Uitvoering
realisatie van de verschillende media
165
minuten
4 personen
De komende twee uur en driekwartier heb je de tijd om iets nieuws te maken, niet alleen een nieuw document, maar je gaat het ook converteren. Converteren betekent dat je van het ene medium een ander medium maakt. Op de kaart op de volgende pagina staat een type media (afbeelding/ video/ tekst/ audio). De ene kaart beschrijft waarin jullie onderzoek gaan doen, de andere kaart beschrijft waar dit type media in geconverteerd moet worden.
Uitvoering
realisatie van de verschillende media
165
minuten
4 personen Uitvoering
realisatie van de verschillende media
165
minuten
4 personen
De komende twee uur en driekwartier heb je de tijd om iets nieuws te maken, niet alleen een nieuw document, maar je gaat het ook converteren. Converteren betekent dat je van het ene medium een ander medium maakt. Op de kaart op de volgende pagina staat een type media (afbeelding/ video/ tekst/ audio). De ene kaart beschrijft waarin jullie onderzoek gaan doen, de andere kaart beschrijft waar dit type media in geconverteerd moet worden.
De komende twee uur en driekwartier heb je de tijd om iets nieuws te maken, niet alleen een nieuw document, maar je gaat het ook converteren. Converteren betekent dat je van het ene medium een ander medium maakt. Op de kaart op de volgende pagina staat een type media (afbeelding/ video/ tekst/ audio). De ene kaart beschrijft waarin jullie onderzoek gaan doen, de andere kaart beschrijft waar dit type media in geconverteerd moet worden.
Opdracht
2.1
Wat ga je maken? Een afbeelding, video, tekst of audio? Welke bron is daar als basis het meest geschikt voor? Om dit te realiseren mag je de bibliotheek uit om het eindproduct te perfectioneren. Let op de criteria die bij het eindproduct horen.
bedoeling is om je product plus de door jullie gemaakte 2.2 De keuzes later te delen met belangstellenden, denk daarover
na bij het proces. Je kunt tijdens het proces bijvoorbeeld een video maken als ‘making of’.
Opdracht
2.1
Wat ga je maken? Een afbeelding, video, tekst of audio? Welke bron is daar als basis het meest geschikt voor? Om dit te realiseren mag je de bibliotheek uit om het eindproduct te perfectioneren. Let op de criteria die bij het eindproduct horen.
bedoeling is om je product plus de door jullie gemaakte 2.2 De keuzes later te delen met belangstellenden, denk daarover
na bij het proces. Je kunt tijdens het proces bijvoorbeeld een video maken als ‘making of’.
Opdracht
2.1 2.2
Wat ga je maken? Een afbeelding, video, tekst of audio? Welke bron is daar als basis het meest geschikt voor? Om dit te realiseren mag je de bibliotheek uit om het eindproduct te perfectioneren. Let op de criteria die bij het eindproduct horen. De bedoeling is om je product plus de door jullie gemaakte keuzes later te delen met belangstellenden, denk daarover na bij het proces. Je kunt tijdens het proces bijvoorbeeld een video maken als ‘making of’.
VAN
NAAR
VAN
NAAR
VAN
NAAR
Tips audioconversie • Een tekst voor luisteraars is anders dan een tekst voor lezers. Dat betekent dat je ‘spreektaal’ gebruikt in plaats van ‘schrijftaal’. Alsof je het aan een goede vriend vertelt. • Gebruik korte zinnen van maximaal 7 á 8 woorden. • Zorg dat zinnen ‘actief’ zijn. Het betekent dat je werkwoordvervoegingen van ‘zijn’ en ‘worden’ zoveel mogelijk vermijdt. Dus in plaats van: ‘Ik ben over straat aan het lopen’ gebruik je ‘ik loop over straat’. • Gebruik niet alleen gesproken woord, maar ook geluid. Met geluid creeër je heel veel sfeer. Rijdt er een auto voorbij? Zeg niet dat het zo is, maar laat het horen. • Een luisteraar ziet, hoort, ruikt en voelt niet hetzelfde als jij. Het betekent dat je veel moet omschrijven of laten horen. Vraag jezelf af hoe bepaalde onderdelen van wat je wilt zeggen zouden klinken. Die geluiden gebruik je bij het maken van de audio. Eventueel kun je wat je niet kunt laten horen, vertellen.
Tips audioconversie • Een tekst voor luisteraars is anders dan een tekst voor lezers. Dat betekent dat je ‘spreektaal’ gebruikt in plaats van ‘schrijftaal’. Alsof je het aan een goede vriend vertelt. • Gebruik korte zinnen van maximaal 7 á 8 woorden. • Zorg dat zinnen ‘actief’ zijn. Het betekent dat je werkwoordvervoegingen van ‘zijn’ en ‘worden’ zoveel mogelijk vermijdt. Dus in plaats van: ‘Ik ben over straat aan het lopen’ gebruik je ‘ik loop over straat’. • Gebruik niet alleen gesproken woord, maar ook geluid. Met geluid creeër je heel veel sfeer. Rijdt er een auto voorbij? Zeg niet dat het zo is, maar laat het horen. • Een luisteraar ziet, hoort, ruikt en voelt niet hetzelfde als jij. Het betekent dat je veel moet omschrijven of laten horen. Vraag jezelf af hoe bepaalde onderdelen van wat je wilt zeggen zouden klinken. Die geluiden gebruik je bij het maken van de audio. Eventueel kun je wat je niet kunt laten horen, vertellen.
Tips audioconversie • Een tekst voor luisteraars is anders dan een tekst voor lezers. Dat betekent dat je ‘spreektaal’ gebruikt in plaats van ‘schrijftaal’. Alsof je het aan een goede vriend vertelt. • Gebruik korte zinnen van maximaal 7 á 8 woorden. • Zorg dat zinnen ‘actief’ zijn. Het betekent dat je werkwoordvervoegingen van ‘zijn’ en ‘worden’ zoveel mogelijk vermijdt. Dus in plaats van: ‘Ik ben over straat aan het lopen’ gebruik je ‘ik loop over straat’. • Gebruik niet alleen gesproken woord, maar ook geluid. Met geluid creeër je heel veel sfeer. Rijdt er een auto voorbij? Zeg niet dat het zo is, maar laat het horen. • Een luisteraar ziet, hoort, ruikt en voelt niet hetzelfde als jij. Het betekent dat je veel moet omschrijven of laten horen. Vraag jezelf af hoe bepaalde onderdelen van wat je wilt zeggen zouden klinken. Die geluiden gebruik je bij het maken van de audio. Eventueel kun je wat je niet kunt laten horen, vertellen.
VAN
NAAR
VAN
NAAR
VAN
NAAR
Tips tekstconversie • Een tekst bevat alleen maar woorden. Het betekent dat je bij een conversie van video, audio of een afbeelding alles wat je ziet en hoort in woorden moet vatten. Het helpt om niet alleen te omschrijven wat je ziet en hoort, maar ook treffende vergelijkingen te maken. • Wissel zinnen af in lengte. Afwisseling in zinslengte geeft een tekst een fijn ‘leesritme’. • Zorg dat een tekst een pakkende introductie heeft. Begin dus met een spannend fragment, een introductie op het onderwerp of een kernachtige samenvatting. Verleid de lezer met de eerste alinea. • Zorg dat zinnen ‘actief’ zijn in plaats van ‘passief’. Het betekent dat je werkwoordvervoegingen van ‘zijn’ en ‘worden’ zoveel mogelijk vermijdt. Dus in plaats van: ‘Ik ben over straat aan het lopen’ gebruik je ‘ik loop over straat’. • Eén lange lap tekst vindt niemand fijn om te lezen. Deel je tekst daarom op in kleine blokjes die inhoudelijk bij elkaar horen. Zo’n blokje heet een alinea. In de allerlaatste alinea schrijf je een conclusie of samenvatting. • De aandacht van de lezer trek je met een goede titel boven je stuk. Deze geeft informatie over het onderwerp. • Zorg dat je alle tekst zelf schrijft. Het is strafbaar en tegen de wet om andermans teksten te kopiëren en te plakken in jouw eigen stuk. Wil je toch een zin van iemand anders gebruiken? Zorg dan voor een goede bronvermelding.
Tips tekstconversie • Een tekst bevat alleen maar woorden. Het betekent dat je bij een conversie van video, audio of een afbeelding alles wat je ziet en hoort in woorden moet vatten. Het helpt om niet alleen te omschrijven wat je ziet en hoort, maar ook treffende vergelijkingen te maken. • Wissel zinnen af in lengte. Afwisseling in zinslengte geeft een tekst een fijn ‘leesritme’. • Zorg dat een tekst een pakkende introductie heeft. Begin dus met een spannend fragment, een introductie op het onderwerp of een kernachtige samenvatting. Verleid de lezer met de eerste alinea. • Zorg dat zinnen ‘actief’ zijn in plaats van ‘passief’. Het betekent dat je werkwoordvervoegingen van ‘zijn’ en ‘worden’ zoveel mogelijk vermijdt. Dus in plaats van: ‘Ik ben over straat aan het lopen’ gebruik je ‘ik loop over straat’. • Eén lange lap tekst vindt niemand fijn om te lezen. Deel je tekst daarom op in kleine blokjes die inhoudelijk bij elkaar horen. Zo’n blokje heet een alinea. In de allerlaatste alinea schrijf je een conclusie of samenvatting. • De aandacht van de lezer trek je met een goede titel boven je stuk. Deze geeft informatie over het onderwerp. • Zorg dat je alle tekst zelf schrijft. Het is strafbaar en tegen de wet om andermans teksten te kopiëren en te plakken in jouw eigen stuk. Wil je toch een zin van iemand anders gebruiken? Zorg dan voor een goede bronvermelding.
Tips tekstconversie • Een tekst bevat alleen maar woorden. Het betekent dat je bij een conversie van video, audio of een afbeelding alles wat je ziet en hoort in woorden moet vatten. Het helpt om niet alleen te omschrijven wat je ziet en hoort, maar ook treffende vergelijkingen te maken. • Wissel zinnen af in lengte. Afwisseling in zinslengte geeft een tekst een fijn ‘leesritme’. • Zorg dat een tekst een pakkende introductie heeft. Begin dus met een spannend fragment, een introductie op het onderwerp of een kernachtige samenvatting. Verleid de lezer met de eerste alinea. • Zorg dat zinnen ‘actief’ zijn in plaats van ‘passief’. Het betekent dat je werkwoordvervoegingen van ‘zijn’ en ‘worden’ zoveel mogelijk vermijdt. Dus in plaats van: ‘Ik ben over straat aan het lopen’ gebruik je ‘ik loop over straat’. • Eén lange lap tekst vindt niemand fijn om te lezen. Deel je tekst daarom op in kleine blokjes die inhoudelijk bij elkaar horen. Zo’n blokje heet een alinea. In de allerlaatste alinea schrijf je een conclusie of samenvatting. • De aandacht van de lezer trek je met een goede titel boven je stuk. Deze geeft informatie over het onderwerp. • Zorg dat je alle tekst zelf schrijft. Het is strafbaar en tegen de wet om andermans teksten te kopiëren en te plakken in jouw eigen stuk. Wil je toch een zin van iemand anders gebruiken? Zorg dan voor een goede bronvermelding.
VAN
NAAR
VAN
NAAR
VAN
NAAR
Tips videoconversie • Een tekst voor kijkers is anders dan een tekst voor luisteraars. Dat betekent dat je ‘spreektaal’ gebruikt in plaats van ‘schrijftaal’. Alsof je het aan een goede vriend vertelt. • Gebruik korte zinnen van maximaal 7 á 8 woorden. • Zorg dat zinnen ‘actief’ zijn in plaats van ‘passief’. Het betekent dat je werkwoordvervoegingen van ‘zijn’ en ‘worden’ zoveel mogelijk vermijdt. Dus in plaats van: ‘Ik ben over straat aan het lopen’ gebruik je ‘ik loop over straat’. • Een beeld zegt meer dan duizend woorden. Vervang zoveel mogelijk van de tekst die je wilt vertellen door beelden. Heb je het bijvoorbeeld over een fiets? Zorg dan dat er tegelijk ook een fiets te zien is en geen trein. Wanneer beeld en tekst elkaar tegenspreken wordt het voor een kijker erg verwarrend.
Tips videoconversie • Een tekst voor kijkers is anders dan een tekst voor luisteraars. Dat betekent dat je ‘spreektaal’ gebruikt in plaats van ‘schrijftaal’. Alsof je het aan een goede vriend vertelt. • Gebruik korte zinnen van maximaal 7 á 8 woorden. • Zorg dat zinnen ‘actief’ zijn in plaats van ‘passief’. Het betekent dat je werkwoordvervoegingen van ‘zijn’ en ‘worden’ zoveel mogelijk vermijdt. Dus in plaats van: ‘Ik ben over straat aan het lopen’ gebruik je ‘ik loop over straat’. • Een beeld zegt meer dan duizend woorden. Vervang zoveel mogelijk van de tekst die je wilt vertellen door beelden. Heb je het bijvoorbeeld over een fiets? Zorg dan dat er tegelijk ook een fiets te zien is en geen trein. Wanneer beeld en tekst elkaar tegenspreken wordt het voor een kijker erg verwarrend.
Tips videoconversie • Een tekst voor kijkers is anders dan een tekst voor luisteraars. Dat betekent dat je ‘spreektaal’ gebruikt in plaats van ‘schrijftaal’. Alsof je het aan een goede vriend vertelt. • Gebruik korte zinnen van maximaal 7 á 8 woorden. • Zorg dat zinnen ‘actief’ zijn in plaats van ‘passief’. Het betekent dat je werkwoordvervoegingen van ‘zijn’ en ‘worden’ zoveel mogelijk vermijdt. Dus in plaats van: ‘Ik ben over straat aan het lopen’ gebruik je ‘ik loop over straat’. • Een beeld zegt meer dan duizend woorden. Vervang zoveel mogelijk van de tekst die je wilt vertellen door beelden. Heb je het bijvoorbeeld over een fiets? Zorg dan dat er tegelijk ook een fiets te zien is en geen trein. Wanneer beeld en tekst elkaar tegenspreken wordt het voor een kijker erg verwarrend.
VAN
NAAR
VAN
NAAR
VAN
NAAR
Tips afbeeldingconversie • De kracht van een afbeelding is dat het in één oogopslag heel veel duidelijk maakt. • Denk na over de kijkrichting. Waar wil je de aandacht op focussen of waar wil je dat de kijker naar kijkt. Zet dit op een juiste plek in de foto. Tip: wij kijken van links naar rechts. • Is de oorspronkelijke tekst, video of audio heel strak en serieus? Dan houd je daar tijdens het maken van de afbeelding rekening mee. Een cartoon met neonkleuren is dan wellicht te heftig en jolig. De stijl en toon van het bronbestand zet je zo om in een bijpassende stijl en toon van de afbeelding.
Tips afbeeldingconversie • De kracht van een afbeelding is dat het in één oogopslag heel veel duidelijk maakt. • Denk na over de kijkrichting. Waar wil je de aandacht op focussen of waar wil je dat de kijker naar kijkt. Zet dit op een juiste plek in de foto. Tip: wij kijken van links naar rechts. • Is de oorspronkelijke tekst, video of audio heel strak en serieus? Dan houd je daar tijdens het maken van de afbeelding rekening mee. Een cartoon met neonkleuren is dan wellicht te heftig en jolig. De stijl en toon van het bronbestand zet je zo om in een bijpassende stijl en toon van de afbeelding.
Tips afbeeldingconversie • De kracht van een afbeelding is dat het in één oogopslag heel veel duidelijk maakt. • Denk na over de kijkrichting. Waar wil je de aandacht op focussen of waar wil je dat de kijker naar kijkt. Zet dit op een juiste plek in de foto. Tip: wij kijken van links naar rechts. • Is de oorspronkelijke tekst, video of audio heel strak en serieus? Dan houd je daar tijdens het maken van de afbeelding rekening mee. Een cartoon met neonkleuren is dan wellicht te heftig en jolig. De stijl en toon van het bronbestand zet je zo om in een bijpassende stijl en toon van de afbeelding.
Voorbeeld Geluid > Beeld Je kiest bijvoorbeeld de hit van Johan Cruijff ‘Oei oei oei, dat was me weer een loei’. Dit ga je onderzoeken; wat betekent de tekst, wat bedoelen ze met het liedje etc. Hiervan maak je een typerende foto voor dit nummer. Bijvoorbeeld iemand die een koe en een voetbal op de foto zet en hier een mooie collage van maakt.
Voorbeeld Geluid > Beeld Je kiest bijvoorbeeld de hit van Johan Cruijff ‘Oei oei oei, dat was me weer een loei’. Dit ga je onderzoeken; wat betekent de tekst, wat bedoelen ze met het liedje etc. Hiervan maak je een typerende foto voor dit nummer. Bijvoorbeeld iemand die een koe en een voetbal op de foto zet en hier een mooie collage van maakt.
Voorbeeld Geluid > Beeld Je kiest bijvoorbeeld de hit van Johan Cruijff ‘Oei oei oei, dat was me weer een loei’. Dit ga je onderzoeken; wat betekent de tekst, wat bedoelen ze met het liedje etc. Hiervan maak je een typerende foto voor dit nummer. Bijvoorbeeld iemand die een koe en een voetbal op de foto zet en hier een mooie collage van maakt.
Afronding
presentatie van de verschillende media
45
minuten
4 personen
In de laatste 45 minuten presenteren jullie je resultaten en gaan jullie bedenken hoe jullie eindproduct bekendheid kan krijgen in de media. Tijdens de presentaties geven jullie elkaar feedback op verschillende onderdelen. Presentatie: houding, taalgebruik, overtuiging, opbouw Inhoud: onderbouwing onderzoek, onderbouwing conversie en onderbouwing vormgeving
Afronding
presentatie van de verschillende media
45
minuten
4 personen
In de laatste 45 minuten presenteren jullie je resultaten en gaan jullie bedenken hoe jullie eindproduct bekendheid kan krijgen in de media. Tijdens de presentaties geven jullie elkaar feedback op verschillende onderdelen. Presentatie: houding, taalgebruik, overtuiging, opbouw Inhoud: onderbouwing onderzoek, onderbouwing conversie en onderbouwing vormgeving
Afronding
presentatie van de verschillende media
45
minuten
4 personen
In de laatste 45 minuten presenteren jullie je resultaten en gaan jullie bedenken hoe jullie eindproduct bekendheid kan krijgen in de media. Tijdens de presentaties geven jullie elkaar feedback op verschillende onderdelen. Presentatie: houding, taalgebruik, overtuiging, opbouw Inhoud: onderbouwing onderzoek, onderbouwing conversie en onderbouwing vormgeving
Opdracht
3.1
Bij de afronding geef je een korte presentatie van het eindresultaat en je afwegingen bij de keuzes in maximaal 2 minuten. Beschrijf hoe je onderzoek heeft geleid tot dit eindresultaat. En tot welke keuzes je werd gedwongen door het medium waarmee je werkte.
iedere presentatie geef je een tip en een top over de 3.2 Bijpresentatie op een post-it. Iedere deelnemer van een groepje let op een ander onderdeel. zou jij kunnen doen om dit eindresultaat te delen met 3.3 Wat zoveel mogelijk mensen? Tip: #mediawijsheid #bibliotheek
Opdracht
3.1
Bij de afronding geef je een korte presentatie van het eindresultaat en je afwegingen bij de keuzes in maximaal 2 minuten. Beschrijf hoe je onderzoek heeft geleid tot dit eindresultaat. En tot welke keuzes je werd gedwongen door het medium waarmee je werkte.
iedere presentatie geef je een tip en een top over de 3.2 Bijpresentatie op een post-it. Iedere deelnemer van een groepje let op een ander onderdeel. zou jij kunnen doen om dit eindresultaat te delen met 3.3 Wat zoveel mogelijk mensen? Tip: #mediawijsheid #bibliotheek
Opdracht
3.1
Bij de afronding geef je een korte presentatie van het eindresultaat en je afwegingen bij de keuzes in maximaal 2 minuten. Beschrijf hoe je onderzoek heeft geleid tot dit eindresultaat. En tot welke keuzes je werd gedwongen door het medium waarmee je werkte.
iedere presentatie geef je een tip en een top over de 3.2 Bijpresentatie op een post-it. Iedere deelnemer van een groepje let op een ander onderdeel. zou jij kunnen doen om dit eindresultaat te delen met 3.3 Wat zoveel mogelijk mensen? Tip: #mediawijsheid #bibliotheek
http://mbomediawijs.nl
http://mbomediawijs.nl
http://mbomediawijs.nl