8088 …
Ongekwalificeerde uitstroom Carl Lamote Onderzoeksgroep Onderwijseffectiviteit en -Evaluatie
Ongekwalificeerde uitstroom? • Jongeren niet in het bezit van: o
Diploma ASO, TSO, KSO of
o
Getuigschrift BSO of
o
Getuigschrift DBSO/Syntra of
o
Kwalificatie via BuSO OV3/OV4
Hoeveel leerlingen? • Afhankelijk van indicator o
Europees • Maar: steekproef, met statistische ruis • Regionale uitspraken -> betrouwbaarheid?
o
Steunpunt Studie- en Schoolloopbanen • Per leeftijdsinterval (18-24) • Per geboortecohorte • Per kalenderjaar
Hoeveel leerlingen? • Per kalenderjaar Kalenderjaar
Jongens
Meisjes
J+M
1999
14.5%
9.4%
12.0%
2000
15.6%
9.9%
12.8%
2001
15.3%
9.4%
12.4%
2002
15.7%
10.0%
12.9%
2003
16.6%
10.1%
13.4%
2004
16.9%
10.2%
13.6%
2005
16.7%
10.3%
13.6%
2006
17.6%
10.5%
14.1%
2007
17.9%
10.6%
14.4%
2008
17.6%
10.4%
14.1%
2009
16.4%
10.2%
13.4%
2010
15.5%
9.9%
12.7%
Zwitserland
Noorwegen
Ijsland
VK
Zweden
Finland
Roemenië
Portugal
Oostenrijk
Nederland
Malta
Hongarije
Luxemburg
Litouwen
Cyprus
Italië
Frankrijk
Spanje
Griekenland
Estland
Duitsland
Denemarken
Wallonië
Vlaanderen
België
Goede leerling in EU-klas?
60
50
40
30
20
10
0
Hoeveel leerlingen? • ‘Natuurlijk experiment’ in 2008
Hoeveel leerlingen? Vsv per kalenderjaar 20
18
Jongens
14
Meisjes Totaal
12
10
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
8 1999
%
16
Wie? • • • •
Verschillende verhalen Vaak zeer individueel Begint reeds vroeg in de schoolcarrière Enkele patronen o Geslacht o Betrokkenheid o SES/etniciteit o Prestatie o Schoolloopbaan o Schoolwissels
Wie? 1
5,0
4,5 0,9
4,0
0,8
3,5
3,0 0,7 2,5 0,6 2,0
7 7
High
8
9
10
High & Decreasing
11
8
9
10
11
12
12
Low
High
High & Decreasing
Low
Wie? Kans vroegtijdig schoolverlaten vanuit BSO naar aantal jaren vertraging en leerjaar (Van Landeghem & Van Damme, 2011). Jongens Meisjes Leerjaar Vertr. Leerjaar 3 4 5 6 3 4 5 6 0 4% 4% 1 12% 7% 13% 6% 2 24% 20% 14% 24% 17% 11% 3 45% 32% 28% 18% 43% 25% 27% 14% 4 46% 39% 29% 19% 37% 37% 25% 13% 5 43% 27% 30% 70% 50% 16%
Uitval uit beroepsonderwijs? • Twee benaderingen o
Aandeel BSO in totale uitstroom • Jongens: 5.6% (van 18.3%) uit beroepsonderwijs • Meisjes: 4.0% (van 10.9%) uit beroepsonderwijs
o
Aandeel uitvallers binnen totale uitstroom BSO • Méér dan één vijfde van de uitstromers geen kwalificatie.
Redenen? 1.
2. 3.
Aantrekkingskracht arbeidsmarkt/andere opleiding Inhoud van de opleiding Schoolmoeheid
• 54% tevreden, zowel op moment van beslissing als enkele jaren erna. • 39% niet meer tevreden enkele jaren erna
Redenen? • Recente interviews: Problematische relatie met medeleerlingen o Gebrek aan inspraak- en participatie • Allen en Meng (2010) o Belangrijkste reden: opleiding voldeed niet aan verwachtingen o Belangrijke reden: ‘wilde liever gaan werken’ o
Gevolgen? Schoolverlater
Werkzoekend na 1 jaar
na 1 jaar nog geen werkervaring
Aantal
%
1625
609
37.48
Leertijd
1443
226
DBSO
2711
geschoold
Laag
Max. 1SO
(*)
9.91
15.66
40
2.77
1133
41.79
230
8.48
(*)
394
60
15.23
(*)
22
5.58
(*)
e
(*)
1214
320
26.36
(*)
119
9.80
(*)
e
(*)
151
37
24.50
(*)
9
5.96
(*)
e
(*)
4185
1528
36.51
(*)
385
9.20
(*)
e
5822
821
14.10
269
4.62
e
13174
1849
14.04
563
4.27
e
887
172
19.39
53
5.98
14544
2282
15.69
554
3.81
2 graad TSO
3 graad ASO
geschoold
161
(*)
(*)
2 graad BSO
Midden
%
e
2 graad ASO
2 graad KSO
(*)
Aantal
3 graad TSO 3 graad KSO e
e
3 (en 4 ) graad BSO
ongekwalificeerde uitstromer volgens definitie SSL.
Gevolgen? • In toekomst: amper 1 op 10 jobs bereikbaar • Sociale kost • Kost in € (NL: 1 800 000 per vroegtijdige schoolverlater)
Arbeidsmarkt • Relatie onderwijsniveau en bijgeleerde vaardigheden. • Hoe hoger opgeleid, hoe meer ‘algemeen bruikbare vaardigheden’ worden verworven in eerste job. • Ongelijkheid in vaardigheden neemt toe.
Arbeidsmarkt Geen vaardigheden bijgeleerd (%)
Enkel in eerste job bruikbare vaardigheden bijgeleerd (%)
Ook beroeps- of sectorspecifieke vaardigheden bijgeleerd (%)
Ook algemeen bruikbare vaardigheden bijgeleerd (%)
Geen SO
33.8
12.5
30
23.8
6BSO
31.9
9.6
39.4
19.1
7BSO
30.6
9.5
35
25
TSO/KSO
27.4
8.1
34.3
30.2
ASO
25.7
8.5
31.1
34.7
HOBU1C
19.3
6.4
39.9
34.3
HOBU2C
12.9
3.4
37.3
46.4
UNIV
16.6
4.2
31.6
47.6
Arbeidsmarkt • Job Demand Control
Autonomie
Werkdruk
Laag
Hoog
Laag
Passieve job
Lage stress job
Hoog
Hoge stress job
Actieve job
Arbeidsmarkt • Jongeren in ‘actieve job’ leren meer ‘algemeen bruikbare vaardigheden’. o Verband tussen jobtype en onderwijsvorm! Grootste groep in ‘actieve job’ zijn jongeren met universitair diploma.
• Contracttype; o
o
o
Deeltijds werkenden lopen groter riciso ‘niets bij te leren’ dan voltijds werkenden. Jongeren met uitzendcontract dubbel zoveel risico ‘niets bij te leren’ dan jongeren met contract van onbepaalde duur. Jongeren tewerkgesteld via tewerkstellingsprogramma’s hebben grotere kans op bijleren van ‘algemeen bruikbare vaardigheden’! • Zwakste groep op arbeidsmarkt heeft baat bij zulke programma’s!
Aanpak? Identificatie en analyse Monitoring Coördinatie van initiatieven
Preventie Aanpak begint bij de start
Interventie Schoolniveau Leerlingniveau
Systeemniveau
Compensatie Tweedekansonder wijs Herintrede in regulier onderwijs Ondersteuning
Aanpak vanuit een regionaal perspectief • Lokaal probleem vraagt lokale cijfers Per provincie/gemeente/school o NL? • Lokaal probleem vraagt lokale analyse o Pijnpunten? • Lokaal probleem vraagt lokale aanpak o ‘brede aanpak’; school in een buurt – buurt in een school o ‘early warning system’ (o.a. spijbelproblematiek) o Vlaamse aanpak geeft algemene richting -> lokaal beleid geeft exacte coördinaten. o
Aanpak vanuit regionaal perspectief • Onderzoek over wat werkt; merendeel rendeert meest lokaal! o Mentorschap o Opvolging spijbelen o Voldoende en zinvolle stageplaatsen
Compensatie • • • • • • • • •
0% vsv utopisch EVC/EVK Examencommissie en tweedekansonderwijs Examencommissie: vooral leerlingen met oog op verder studeren (gemiddelde leeftijd: 22) Tweedekansonderwijs: vooral leerlingen met oog op vergroten mogelijkheden op werkvloer (gemiddelde leeftijd: 26) Leerlingen TKO problematischere schoolloopbaan. Voor oudere herkansers: “échte” tweede kans (voor jongere vaak verlenging SO) Mentaliteitsverandering TKO: ‘schoolse sfeer’ door grote groep jongeren Beide vormen: vooral jongeren met iets hogere SES (klein verschil TKO vs EC: TKO lagere SES)
Referenties •
Lamote, C., Speybrouck, S., Van Den Noortgate, W., Van Damme, J. (2012). Different pathways to dropout; the role of engagement in early school leaving. CO&E Working paper.
•
Lamote, C., Van Droogenbroeck, I., Van Damme, J. (2012). Één leerling per uur valt uit en de klok tikt verder. Over vroegtijdig schoolverlaten en suggesties voor een brede aanpak. Te verschijnen in Lerende Gemeente, gids voor flankerend onderwijsbeleid.
•
Lamote, C., Van Damme, J. (2011). Ongekwalificeerde uitstroom in Vlaanderen. In: Mahieu P. (Eds.), School en samenleving. Mechelen: Plantyn.
•
Lamote, C., Van Damme, J., Van Den Noortgate, W., Speybroeck, S., Boonen, T., de Bilde, J. (2012). Dropout in secondary education: An application of a multilevel discrete-time hazard model accounting for school changes. Quality and Quantity, in press.
•
Van Landeghem, G., Van Damme, J. (2011). Vroege schoolverlaters in Vlaanderen. Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom tot 2009 - Kort verslag. Leuven: Steunpunt Studie- en Schoolloopbanen (SSL).
•
Van Landeghem, G., Van Damme, J. (2011). Vroege schoolverlaters uit het voltijds beroepsonderwijs. Vertrekpunt voor een gedifferentieerde aanpak. Leuven: Steunpunt Studie- en Schoolloopbanen (SSL).
•
Van Trier, W. (2010). Leren sommige jongeren in hun eerste baan meer bij dan andere? En waarom? In: J. Vranken, S. De Blust, D. Dierckx & A. Van Haarlem (Eds.). Armoede en Sociale uitsluiting 2010, pp. 359-382. Antwerpen, UA.