www.researchportal.be - 31 Oct 2015 06:53:28
Onderzoeksprojecten (8500 - 9000 van 29735) Binnewaerts sien: Constantijn Huygens Ooghen-troost en de bijzondere visualiteit van de poëtische ervaring Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt een uitvoerige cultuurhistorische analyse van de Ooghen-troost (1647) van de Nederlandse dichter Consantijn Huygens. De analyse tracht de literaire tekst te vatten in de context van contemporaine filosofische, religieuze, esthetische en natuurwetenschappelijke debatten. Centraal staat tevens een poging tot methodologische vernieuwing van het historische literatuuronderzoek en een reflectie op de bijzondere visualiteit van de lectuur van literaire teksten. Organisaties: • Vakgroep Nederlandse literatuur
Onderzoekers: • Jurgen Pieters
Taxonomische turnover in terrestrische en aquatische diatomeeëngemeenschappen : integratie van macro-ecologische, morfologische, fylogenetisch-evolutionaire en ecofysiologische benaderingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Met het huidige project beogen wij bij te dragen tot een beter begrip van bet belang van historisch-evolutionaire, ecologische en neutrale mechanismen voor endemisme en latitudinale gradiënten in de diversiteit en de regionale species turnover van terrestrische en lacustriene diatomeeënfloras. Hiertoe zullen we (1) de eerste globale taxonomisch geintercalibreerde dataset voor diatomeeën op soortsniveau construeren en (2) a.d.h.v. een uitgebreide cultuurcollectie voor een selectie van representatieve genera en soortscomplexen in detail nagaan in welke mate (i) de fylogenetische historiek variatiepatronen in biogeografie en diversiteit op populatie-, soorts- en genus-niveau kan verklaren, en (ii) deze variatiepatronen gecorreleerd zijn met variatie in levensgeschiedeniskenmerken en ecofysiologie tussen en binnen taxa. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Willem De Smet
Identificatie van primaire doelwitgenen van de canonieke Wnt signaaltransductieweg en onderzoek naar hun klinische relevantie voor kanker Universiteit Gent Abstract: We willen nieuwe doelwitgenen identificeren van de canonieke Wnt signaaltransductieweg die heel vaak is ontspoord in verschillende kankers. Deze genen zullen worden opgespoord in verschillende organen van transgene kikkervissen (Xenopus) waarin we de Wnt pathway genetisch kunnen manipuleren. Hierna zullen we nagaan of ze ook zijn aangerijkt in menselijke kankers waarin de wnt pathway is geactiveerd. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Erik Remaut • Kris Vleminckx
Simulatie van turbulente niet-voorgemengde verbranding met CMC modellen in combinatie met LES technieken. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is het combineren van LES - en minder rekenintensieve aanverwante methoden zoals hybride LES/RANS en detached Eddy Simulation (DES) - met de CMC methodologie. De theoretische formulering van CMC in de LES context is goed gekend. Conditionele momenten worden nu gefilterde conditionele momenten (FCM). In analogie met RANS, kunne de FCM vergelijkingen opgelost worden op groffere roosters dan stroming. Volgens Bilger (2000) is eerste-orde sluiting in de meeste aanvaardbaar en zullen de conditionele fluxen op subgrid niveua veelal verwaarloosbaar zijn. In het eerste deel van het project wordt de CMC benadering ingevoerd in een RANS context. 2D, axisymmetrische vlammen worden behandeld, zowel jetstromingen als bluff body vlammen. Werveling wordt niet behandeld in dit stadium, aangezien RANS als onnauwkeurig beschouwd wordt voor zulke configuraties. Aangezien dit project zich niet toelegt op vlammen met lift-off, is een CMC met eerste-orde sluiting voldoende. CMC met tweede-orde sluiting vb. Kim en Huh (2004), of CMC met een tweede conditioneringsvariabele (naast de mengfractie), vb. Kronenburg (2004), wordt daarom niet beschouwd. De modellering van de conditionele scalaire dissipatiesnelheid (CSDR) wordt vooreerst onderzocht. Het is geweten dat modellen voor CSDR volledig consistent moeten zijn met het PDF veld, zodanig dat aan de PDF transportvergelijking en zijn rindvoorwaarden wordt voldaan. CSDR Moddelering is daarom gebonden aan de micro-menging modellering in de getransporteerde PDF vergelijking. Hoewel er reeds bruikbare modellen beschikbaar zijn, is er toh nog ruimte voor verbetering. Cf. 'Flow, Turbulence and combustion', waar een recente uitgave aan CSDR werd besteed, 2004:72. In de huidige studie zullen de resultaten verkregen met getransporteerde PDF-waar de UG groep ervaring in heeft- vergeleken worden met CMC resultaten gebruik makend van verschillende CSDR modellen. Deze zullen gebaseerd zijn op recente experimentele gegevens voor Sandia vlammen, cfr. Barlow en Karpetis (2004). Een ander onderzoekstopic is de vergelijking tussen getransporteerde PDF resultaten (met een gedetailleerd chemisch schema model voor effecten van eindige snemheid) en getransporteerde PDF resultaten met alleen mengfractie als onafhankelijke scalaire variabele. In de laatste benadering kand e chemie gemodelleerd worden met enerzijds eenflamelet model of anderzijds CMC, Zou et al. (in press). De combinatie van getransporteerde PDF met CMC biedt het voordeel dat de PDF vorm niet vooraf moet verondersteld worden (zoals meestal gedaan wordt met CMC). Toepassing op de Sydney vlammen en een diepgaand vergelijk tussen voornoemde methodes werd, voor zover ons bekend, nog niet beschouwd. Organisaties: • Toegepaste Mechanica
Onderzoekers: • CHRISTIAN LACOR
Menselijke lichaamssamenstelling: validatie van in vivo meetinstrumentarium ten behoeve van de ergonomie in de werkplaats en implementering in de gezondheidszorg. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In-vivo methoden om de menselijke lichaamssamenstelling te bepalen worden gebruikt in de kliniek (endochrinologie-nutritie, radiologie, anesthesiologie, sportgeneeskunde...), in de ergonomie en in de algemene gezondheidszorg. Door een gebrek aan basisgegevens worden we geconfronteerd met een profileratie van indirecte technieken, formules en meetinstrumenten. Sommige van deze middelen die op de markt worden gebracht behoren tot de zware apparatuur met toepassinf in ziekenhuizen en/of onderzoekslaboratoria. een vb. hiervan is DEXA (Dual Energy X-
Ray Absorptiometry) bestemd voor onderzoek van beenmineralen, beendensiteitn regio-veronderstellingen zonder validatie ervan. De marketing overtreft het kwaliteitsonderzoek desbetreffende. Maar er zijn eveneens in vivo technieken o.a. in de algemene gezondheidszorg, die evenmin onderworpen zijn aan validerende kwaliteitscontrole: a) de huidplooidikte (HDP) die indirect toelaat het % lichaamsvet te bepalen binnen formules en indexen die nauwelijks ter discussie staanin de nutrionele-obesiteit, de ergonomische gezondheidswetenschappen en veelvuldig worden gebruikt; b) de perimeters voor hypertrofie/atrofieonderzoek, voor nutritionele toestanden, bij groeionderzoek, HIV, somatotype... c) de body-mass index(BMI) met zijn populaire status en verregaande relaties met risico factoren wordt beschouwd als evident. Maar de relatie van deze index met menselijke weefselverhoudingen waarvoor het een voorspellende waarde heeft is niet onderzocht. Doel: toetsen van deze voorbeelden en andere in-vivo technieken met indirect bekomen gegevens aan directe maten door middel van carcas analyse. Organisaties: • Experimentele Anatomie
Onderzoekers: • JAN PIETER CLARYS
Cultuurfaciliteiten voor experimenteel onderzoek op speciatiemechanismen bij Ectocarpus siliculosus (Ectocapales, Phaeophyta) Universiteit Gent Abstract: Aanschaf kweekruimtes (incubatoren) voor het kweken van Ectocarpus ten behoeve van onderzoek naar speciatie en proteïnen verantwoordelijk voor gameetherkenning. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Eric Coppejans • Olivier De Clerck
VIB-Onderzoek naar de genen die van invloed zijn op progranulin-gemedieerde neurodegeneratie. Universiteit Antwerpen Abstract: VIB-Onderzoek naar de genen die van invloed zijn op progranulin-gemedieerde neurodegeneratie. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Marc Cruts
Populatiegenetische structuur en cryptische diversiteit van vrijlevende mariene nematoden: beschrijving en implicaties voor het functioneren van populaties en ecosystemen Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoekt de populatiegenetische structuur en cryptische diversiteit bij enekele geselecteerde vrijlevende mariene nematodensoorten aan de hand van moleculaire merkers en van een morfologische en morfometerische analyse van verschillende genotypes binnen erkende morfospecies. Daarnaast worden functionele implicaties van genotypische diversiteit bestudeerd, en wordt het verband tussen de genetische diversiteit en de fitness en veerkracht van populaties onderzocht in microcosmosexperimenten. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Tom Moens
Van gemodificeerde VIP analohga naar VIP mimetica: synthese en structurele studies. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Vertrekkende van de &-helix-bevattende conformatie van de VIP zullen in eerste instantie peptidische analoga gesynthetiseerd worden met verbeterde farmacokinetische eigenschappen. Daartoe zullen verschillende strategieën gevolgd worden. Het invoeren van B³-homoaminozuren in de (verkorte) peptidensequentie zal aanleiding geven tot B-peptiden waarvan geweten is dat zij een &-helix kunnen nabootsen. Een tweede methode is de stabilisatie van de &-helix door brugvorming op drie verschillende manieren: via lactambindingen tussen Lys en Asp of Glu residu's, via ringsluitingsmetathese vertrekkende van O-allylserines, allylglycines of &-methylallylglycines of via azide-alkyn, 1,3-cycloadditiereacties tussen propargylglycineresidu's en azide-bevattende aminozuren. Stabilisatie van de helix kan tenslotte ook verkregen worden door het invoeren van hydrogen bond surrogate templates in de peptidensequentie. Een derde type VIP analoga zijn cyclische B-hairpin decapeptiden. De conformatie van de gezynthetiseerde derivaten zal geanalyseerd worden m.b.v. CD, NMR en molecular dynamics gebruikmakende van NMR constraints. Hun biologische activiteit zal bepaald worden door de groep van M. Waelbroeck (ULB). In een volgende fase zullen neoVIP analoga voor een neoVPAC1 receptor bereid worden. Op langere termijn beoogt dit project als uiteindelijke doel van het ontwerp en de synthese van niet-peptidische mimetica. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • DEBBY FEYTENS
Gevangeniscultuur, druggebruik en drughandel in 3 Vlaamse gevangenissen Universiteit Gent Abstract: Dit kwalitatief onderzoeksproject onderzoekt de rol en betekenis van (zowel legaal als illegaal) druggebruik en drughandel als aanpassingsstijl of copingsstrategie van gedetineerden binnen de gevangenis. We onderzoeken daarbij ook de individuele achtergrondkenmerken van gedetineerden, de contextuele factoren die daar een invloed op hebben en de aanwezigheid van een 'gevangenencultuur'. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Tom Decorte
Internationale Cross Culturele studie naar de vergelijkbaarheid vanzelfbeoordelingen van levenskwaliteit. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Door verschillende instanties , zoals de wereld Gezondheids Organisatie, worden geregeld peilingen naar objectieve en subjectieve levenskwaliteit georganiseerd (Inglehardt, 2004, Cummins, et al., 2003). Steeds meer gaan kritische stemmen op over het Probleem van culturele geladenheid van antwoorden op de zelfbeoordelingsschalen die daarbij worden gebruikt. Eigen onderzoek bij studenten en personeel van universiteiten in België en Iran en bij een grote groep patiënten in Duitsland laat vermoeden dat zelfgeankerde antwoordschalen minder gevoelig
zijn voor culturele verschillen tussen populaties. Het onderzoek dat hierbij wordt opgestart wil dit nu grondig onderzoeken door met één enkele survey (naauwkeurig vertaald naar de moedertaal van de deelnemers ) een aantal populaties te bevragen die onderling verschillen que cultuur, maar die niet noemenswaardig verschillen qua opleiding (controle voor opleiding door het bevragen van studenten en staf van universiteiten en hogescholen). In een eerste fase zal dit onderzoek lopen in verscheidene Moslimlanden (Iran, Syrië, Algerije) en bij verschillende doelgroepen, waaronder ook Moslims in België. Het is de bedoeling om dit onderzoek binnenkort uit te breiden naar andere landen en culturen: partners in Zuid-Afrika, Rwanda en Ghana zijn aangezocht om te participeren. Organisaties: • Arbeids- en Organisatiepsychologie
Onderzoekers: • PETER THEUNS
Gedeeltelijke actualisatie van het MIRA achtergronddocument Energie 2010. Universiteit Antwerpen Abstract: De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) publiceert jaarlijks een 'Toestand van het milieu' rapport in Vlaanderen. Dit zogenaamde MIRA-T rapport beschrijft de toestand van milieu en natuur, analyseert de waargenomen evoluties en beoordeelt de al uitgevoerde beleidsmaatregelen. Dit project beoogt een gedeeltelijke actualisatie van het achtergronddocument voor de energiesector binnen de context van MIRA-T. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Aviel Verbruggen
Regulatorische functie van beta-actine op eiwitexpressie, celmorfologie en focale adhesievorming Universiteit Gent Abstract: Regulatorische functie van beta-actine op eiwitexpressie, celmorfologie en focale adhesievorming Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Christophe Ampe
Lange-termijn monitoring van geneesmiddelen resistentie van viscerale leishmaniasis veroorzaakt door Leishmania infantum bij HIV-patiënten. Universiteit Antwerpen Abstract: Bepaling van de geneesmiddel-gevoeligheid van Leishmania stammen afkomstig van patiënten met HIV co-infectie, gebruik makend van een combinatie van biologische in vitro gevoeligheidstesten (LMPH) en moleculair biologische methoden. Organisaties: • Laboratorium voor Microbiologie, Parasitologie en Hygiëne (LMPH)
Onderzoekers: • Louis Maes • Paul F R C M Cos
De filosofie van de geste: een onderzoek van de lichamelijke expressie geïnspireerd door Mead, Vygotsky en MerleauPonty. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het project is een gezamelijke publicatie van David McNeill (University of Chicago) en Liesbet Quaeghebeur over enkele theoretische aspecten van multimodaal taalgebruik, d.w.z. het talig uitdrukkingsvermogen bekeken als lichamelijke aangelegenheid eerder dan als zuiver linguïstische. Organisaties: • Centrum voor Filosofische Psychologie
Onderzoekers: • Peter Reynaert
Rol van aminozuur metabolisme en peroxisomale enzymes in ziekteresistentie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De tomatenmutant sitiens, die deficiënt is in productie van abscisinezuur, is resistent aan necrotrofe fungi zoals Botrytis cinerea (Audenaert et al., 2002, Plant Physiol. 128: 491-501) en heeft verminderde gevoeligheid aan de biotrofe fungus Oidium neolycopersici (Achuo et al., 2006, Plant pathology 55: 178-186). Via microarray analyse werden in tomaat genen geïdentificeerd die na infectie differentieel geïnduceerd worden in wild type and sitiens planten. Dit project heeft als doel experimenteel na te gaan of deze differentieel gereguleerde genen een rol spelen in de afweer tegen pathogenen bij tomaat en Arabidopsis thaliana. Het project is een samenwerking tussen het Laboratorium Fytopathologie (UGent), het departement Plant Systems Biology (VIB/UGent) en het Laboratorium Plantengenetica (Vrije Universiteit Brussel). Organisaties: • Plantengenetica • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Sigrid BRAUC • GEERT ANGENON • Eric DE WAELE
Selectieve lineaire en niet-lineaire optische spectroscopie van koolstofnanobuizen en hun interacties met organische moleculen. Universiteit Antwerpen Abstract: Selectieve lineaire en niet-lineaire optische spectroscopie van koolstofnanobuizen en hun interacties met organische moleculen. Organisaties: • Experimentele fysica van de gecondenseerde materie (ECM)
Onderzoekers: • Etienne Goovaerts • August Bouwen • Wim Wenseleers
Onderzoeksovereenkomst voor wetenschappelijke dienstverlening in het kader van het HORECA Limburg project. Universiteit Hasselt Abstract: De horeca-sector is een zeer substantieel onderdeel van het economisch weefsel van België. Het is eveneens een sector met een sterke eigenheid die zeer regelmatig een grote persbelangstelling kent. Spijtig genoeg worden de problemen heel vaak besproken en bediscussieerd zonder al te veel objectief en gefundeerd cijfermateriaal. De opzet van onderhavige studie bestaat er dan ook in om de nodige gegevens te verzamelen vanuit de sector om aan dit probleem in belangrijke mate tegemoet te komen. Organisaties: • Accountancy en financiering • Financiering, ondernemerschap en rapportering • Kenniscentrum voor Ondernemerschap en Innovatie
Onderzoekers: • Ghislain HOUBEN
Zoektocht naar correlaten van protectie bij secundaire controllers en het optimaliseren van mRNA "delivery" methoden voor HIV immunotherapie. Universiteit Antwerpen Abstract: Zoektocht naar correlaten van protectie bij secundaire controllers en het optimaliseren van mRNA "delivery" methoden voor HIV immunotherapie. Organisaties: • Laboratorium voor Microbiologie, Parasitologie en Hygiëne (LMPH)
Onderzoekers: • Guido Vanham • Winni De Haes
Small numbers, big problems? Een kwalitatieve studie naar het jeugdbeschermingstraject van vrouwelijke persistente delinquenten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Meisjes zijn zwaar ondervertegenwoordigd in de jeugdcriminaliteit. Hun aandeel is echter nog kleiner in de ernstige jeugddelinquentie. Onderzoek over ernstige jeugddelinquentie besteedt bijgevolg weinig aandacht aan meisjes. Over risicofactoren die leiden tot ernstige jeuddelinquentie bij meisjes alsook over criminele carrières bij meisjes is zo goed als niets bekend. Hoewel empirisch onderzoek over dit thema doorgaans gebeurt op basis van een volledig mannelijke populatie, wordt aan de theorieën over risicofactoren en criminele carrières van ernstige jeugddelinquenten een algemene geldigheid toegekend. Voorliggend onderzoek wenst te toetsen of de traditionele theorievorming over dit thema toepasbaar is op het vrouwelijke geslacht. Een van de stellingen van de "paradox of persistence" stelt dat wanneer we terugkijken naar de jeugd van volwassen delinquenten, het merendeel jeugddelinquent was. In voorliggend onderzoek zullen we d.m.v. retrospectief onderzoek bij jongvolwassen vrouwelijke gedetineerden nagaan of dit ook gelds voor jongvolwassen vrouwen. Op basis van verscheidene onderzoeken, waaronder ook eigen onderzoek, vermoeden we dat bij meisjes de welzijnscomponent (problematische opvoedingssituatie) een grote(re) rol speelt in de ontwikkeling van ernstige jeugddelinquentie en criminele carrières. Organisaties: • Criminologie
Onderzoekers: • CHRISTIAN ELIAERTS • JENNEKE CHRISTIAENS
Van ruimtelijke analyse tot karakterisering van sites uit de Ijzertijd en de vroeg-Romeinse periode van Noord- en OostGallië Universiteit Gent Abstract: In dit project worden verschillende types archeologische sites (grafvelden, nederzettingen, heiligdommen) uit de late ijzertijd en de vroegRomeinse periode onderworpen aan een grondige gegevensanalyse met de nadruk op kwantificatie, gevolgd door een interne ruimtelijke analyse. Met behulp van een geografisch informatiesysteem en ruimtelijke statistiek wordt getracht meer inzicht te krijgen in de ruimtelijke en socioeconomische organisatie van de sites. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Jean Bourgeois • Philippe De Maeyer
Onderzoek naar het politieonderwijs. Het politieonderwijs op een Europese leest geschoeid. Een vergelijkend onderzoek naar de externe gerichtheid van Europese politieonderwijssystemen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De Belgische gesloten vorm van het politieonderwijs wordt als belangrijke verklaring gehanteerd voor de gebrekkige en moeizame implementatie van de externe politieoriëntatie. Het doel van dit onderzoek is dus: - De politieopleidingen van verschillende Europese landen maar ook Canada te onderzoeken. - Na te op welke wijze deze externe oriëntering zich vertaald via opleiding, het programma en de vakken in gewenste competentieprofielen van de politieambtenaren aan de basis. Organisaties: • Criminologie
Onderzoekers: • ELISABETH ENHUS
Onderzoek naar het werkingsmechanisme van nieuwe therapieën in de ziekte van Parkinson. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit project worden 2 aspecten van de nieuwe behandelingsstrategieën voor de ziekte van Parkinson bestuderen. De zoektocht bij de medicamenteuze behandeling spitst zich tegenwoordig toe op farmaca die zowel een antiparkinsonactiviteit als een neuroprotectief effect hebben. Wij betsuderen een aantal kandidaat molecules met mogelijks een dergelijk profiel. In eerste instantie kijken we na of ze neuroprotectief zijn in het
hemi-Parkinson rat model. Daarna onderzoeken we via welk mechanisme de neuroprotectie gebeurt en of deze geneesmiddelen ook een antiparkinsonactiviteit hebben. In een tweede deel van dit project willen we een bijdrage leveren tot het onderzoek omtrent het werkingsmechanisme van DBS. In een eerste fase wordt de baan van de NST naar de substantia nigra pars reticulata (SNr) farmacologisch gekarakteriseerd, en dit in normale en parkinsonratten. Om het werkingsmechanisme van hoog frequente stimulatie op te helderen zullen we de NST ook electrisch stimuleren in deze dieren en met in vivo microdialyse de neurotransmittervrijstelling bepalen in de SNr. De resultaten van deze studies moeten ons ook een betere kennis geven van de rol van de NST in de controle van de motoriek, maar kunnen eveneens bijdragen tot de ontwikkeling van nieuwe relevante geneesmiddelen. Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis • Inwendige Geneeskundige Specialiteiten
Onderzoekers: • Birgit MERTENS • Mustafa VARCIN • YVETTE MICHOTTE • SOPHIE SARRE • Hong YUAN • Ben AMPE • Anja FLAMEZ
Populatiedynamica- en simulatie van oorwormen in boomgaarden: densiteitsafhankelijke factoren in een populatie van generalist predatoren. Universiteit Antwerpen Abstract: Oorwormen, Forficula auricularia (L.) (Dermaptera, Forficulidae), zijn belangrijke predatoren in boomgaarden. Uit experimentele studies blijkt dat ze belangrijke plagen onder controle kunnen houden in zowel appel- als perenteelten. Hierbij denken we vooral aan diverse luizen en perenbladvlo. Oorwormen zouden dus een belangrijke rol kunnen spelen in de geïntegreerde fruitteelt en vormen een essentiële schakel in de biologische fruitteelt. Het probleem vormt zich echter doordat de oorwormpopulatie een grote jaarlijkse variatie vertoont in densiteiten. Hierdoor kunnen ze geen betrouwbare bijdrage leveren voor de landbouwer en blijft het praktisch nut beperkt. Om deze problematiek aan te pakken zal er een populatiemodel worden gebouwd. Hiermee kan de populatie met behulp van gevoeligheidsanalyses geanalyseerd worden, zodat kritische periodes in de levenscyclus alsook sleutelfactoren geïdentificeerd kunnen worden. Dit moet leiden tot een optimaal boomgaardbeheer, waarbij men rekening houdt met de invloed van abiotisch en biotische factoren enerzijds en de impact van menselijke ingrepen anderzijds op de oorwormenpopulatie. Er is echter te weinig relevante biologische informatie beschikbaar om een dergelijk model te maken. Met behulp van de reeds goedgekende en bestudeerde fenologie van de oorworm kan er bepaald worden welke parameters relevant zijn voor deze studie. Deze parameters vereisen een uitgebreide kennis van ontwikkelingstijden, overlevingskansen, fecunditeit en reproductiecijfers, dat kan bereikt worden door een combinatie van veld -en labo-experimenten. In dit project zal de aandacht vooral uitgaan naar densiteitafhankelijke factoren zoals parasitisme (door sluipvliegen), predatie, intra- en interspecifieke competitie. Deze factoren zijn slechts zeer summier gekend en vormen bijgevolg een groot hiaat in de noodzakelijke kennis om de populatie te modelleren en te simuleren. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs • Rob Moerkens
Moleculaire genetica en biologie van charcot-Marie-Tooth Neuropathieën. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit onderzoeksproject beogen we de verdere identificatie van loci en genen voor erfelijke perifere zenuwaandoeningen door middel van geavanceerde moleculair genetische technieken. Daarnaast zullen we mutaties opsporen in nieuwe en gekende genen in families en geïsoleerde personen met verschillende vormen van de neuropathie van Charcot-Marie-Tooth (CMT). We voeren een gedetailleerde neurologische studie uit van onze CMT patiënten met gekende en nieuw geïdentificeerde mutaties. Deze analyses zijn belangrijk om na te gaan of mutaties geassocieerd zijn met een specifiek ziektebeeld (fenotype) of betrokken zijn in een breder ziektespectrum. De identificatie van mutaties is essentieel voor functionele studies en het begrijpen van hun effect op proteïne niveau en dus het functioneren van onze perifere zenuwen. Uiteindelijk moet dit onderzoek resulteren in de ontwikkeling van diagnostische richtlijnen en de identificatie van mogelijke doelwitten voor de behandeling van CMT en andere erfelijke perifere zenuwaandoeningen. Organisaties: • VIB DMG - Perifere Neuropathieën
Onderzoekers: • Vincent Timmerman
Controle van databank "Projecten vredesopvoeding" Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Vlaams Vredesinstituut' hebben voor het project ' Controle van databank "Projecten vredesopvoeding". ' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX
Evaluatie van nieuwe types stationaire fases en kolomdimensies voor de ontwikkeling van hoogefficiënte en generische superkritische vloeistofchromatografie Universiteit Gent Abstract: Een techniek die de chromatografische voordelen van GC en de brede toepasbaarheid van HPLC combineert is superkritische vloeistofchromatografie (SFC). Superkritische vloeistoffen vertonen bijzondere eigenschappen. Dit project heeft als doel om de performantie van SFC ten opzichte van HPLC grondig te evalueren, om bij te dragen tot de optimalisatie en valorisatie van de huidige SFC hardware, om nieuwe ?op maat gemaakte? SFC stationaire fasen te ontwikkelen, om ?generische? SFC methoden te ontwikkelen. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers:
• Annemieke Madder • Frederic Lynen
VIB-Ophelderen van PGRN verlies van functie in neurodegeneratie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dementie is de vierde voornaamste doodsoorzaak en beïnvloedt meer dan 30 miljoen individuen wereldwijd. De ziekte van Alzheimer (AD) en frontotemporale lobaire degeneratie (FTLD) zijn de twee meest voorkomende oorzaken van corticale dementie in het presenium. FTLD bestaat uit diverse vormen en het voornaamste type wordt gekarakteriseerd door inclusies van geübiquitineerde proteïnen aanwezig in neuronen en gliale cellen zowel in het cytoplasma als in de nucleus (waar deze typisch kat-oog vormig zijn). Dit type wordt FTLD-U (U voor ubiquitine) genoemd. Zeer recent werden mutaties die de vorming van een functioneel proteïne verhinderen, geïdentificeerd in het progranuline (GRN) gen als oorzaak van FTLD-U. Een proteïne genaamd TDP-43 werd eveneens onlangs geïdentificeerd als de voornaamste constituent van de neuronale en gliale inclusies. Zowel progranuline als TDP-43 zijn belangrijke proteïnen met vele functies, maar de exacte functie in de hersenen en in neurodegeneratie is nog niet gekend, net zoals de link tussen progranuline en TDP-43. Dit project heeft tot doel knockout en transgene muismodellen te ontwikkelen om te bestuderen hoe verlies van GRN proteïne neurodegeneratie kan veroorzaken en hoe het in verband kan gebracht worden met TDP-43 aggregatie. De aanwijzingen verkregen met deze diermodellen zullen ook belangrijk zijn om andere vormen van neurodegeneratie, zoals de ziekte van Alzheimer en amyotrofe laterale sclerose, te behandelen en/of te voorkomen. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Samir Kumar-Singh
Analyse van de relatie tussen structuur en reactiviteit in chirale homogene katalyse m.b.v. gepulste EPR technieken. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project heeft als doel de subtiele elektronische en sterische effecten die de werking van chirale homogene katalysatoren sturen te ontrafelen met behulp van geavanceerde gepulste elektronische paramagnetische resonanatie (EPR) en elektron nucleaire dubbele resonantie (ENDOR) technieken. Het project spitst zich toe op de analyse van paramagnetische transitiemetaal-bevattende salen-type katalysatoren. Organisaties: • Biofysica en Biomedische Fysica
Onderzoekers: • Sabine Van Doorslaer
Dwarsverbindingen tussen publieke en private verzamelingen van hedendaagse beeldende kunst. Universiteit Antwerpen Abstract: Private verzamelaars van hedendaagse beeldende kunst ontwikkelen veeleer eigen juridische structuren voor opbouw, beheer en overdracht van hun verzameling, dan synergie te zoeken met publieke verzamelingen. Het ontbreekt de overheid aan een efficiënt instrumentarium om wederzijdse dwarsverbindingen tot stand te brengen. Een onderzoek naar het private resp. publieke instrumentarium moet toelaten betere dwarsverbindingen mogelijk te maken. Organisaties: • Persoon en vermogen
Onderzoekers: • Frederik Swennen
IWT Overbruggingsbeurs (4 maanden): Titel wordt later aangevuld Vrije Universiteit Brussel Abstract: Doctorandus Koen Meeussen is momenteel binnen mijn onderzoeksgroep aangesteld op een doctoraatsbeurs, gefinancierd door het vierjarig IWT SBO project 'Monitoring Quality of End-of-Life Care (MELC) Study'. Deze aanstelling loopt af op 31 augustus 2010. Bij deze wens ik een aanvraag in te dienen voor een predoctoraal opvangmandaat met een looptijd van vier maanden (1 sept 2010 - 31 dec 2010) zoals beschreven in het reglement van de Facultaire Navorsingscommissie (art A.2), teneinde Drs Koen Meeussen in de mogelijkheid te stellen zijn doctoraat 'Monitoring Quality of Care at the End of Life' af te werken. De onderzoeker heeft in de voorbije 4 jaar origineel en baanbrekend onderzoek opgezet en uitgevoerd met een vier-jaar durende continue registratie van levenseindezorg in België via het een representatief netwerk van huisartsen. Daarnaast heeft hij prof dr Lieve Van den Block (Huisartsgeneeskunde) ondersteund in de opstart en uitvoering van een Europese studie in dit kader. Aan het eind van zijn reguliere aanstellingsperiode, zal hij 5 van de beoogde 6 A1 papers voor zijn proefschrift hebben afgewerkt en ingediend bij internationale peer-reviewed tijdschriften. Eén paper is reeds gepubliceerd in the British Journal of General Practice [IF:2.442], en één in BMC Public Health [IF:2.223] wat onlangs de quotering "highly accessed" heeft gekregen. Twee papers zijn gesubmit en in review bij respectievelijk the European Journal of Public Health [IF:2.313], en the Journal of Pain and Symptom Management [IF:2.324]. Een vijfde artikel is vergevorderd en zal eind augustus 2010 ingediend worden bij the Journal of the American Medical Association (JAMA). Verder is Koen Meeussen ook co-auteur van een A1 paper gepubliceerd in the Journal of Pain and Symptom Managment [IF:2.324] en van een A1 paper gesubmit bij Medical Care [IF:3.241]; eerste auteur van een Nederlandstalige publicatie in Huisarts Nu, en eerste auteur van een hoofdstuk in het boek "Living and Dying Well: palliative and end-of-life care for older people" uitgegeven door Oxford University Press (in press). De bijkomende 4 onderzoeksmaanden zijn gewenst om de papers en doctoraat af te kunnen ronden tegen eind december 2010. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • LUC DELIENS
Studie van de topografische en chronologische evolutie van Romeinse steden in Marche (Midden-Italië) met behulp van gecombineerde afstandswaarneming en oppvervlakteprospectie Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt de gecombineerde studie van Romeinse urbanisatie in de Adriatische regio Marche met behulp van technieken van systematische veldverkenning, geofysische prospectie, actieve luchtfotografie, materiaalstudie en geomorfologische survey. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers:
• Frank Vermeulen
Methodologie voor moleculaire diepte- en 3D-analyse op sub-micro- en nanoschaal van UV-curable polyacrylaten met industriële toepassingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Een methodologie wordt uitgewerkt voor verschillende soorten UV-curable polyacrylaten die via Time-of-Flight Statische SIMS de diepteprofilering en 3D-analyse op sub-micro- en nanoschaal toelaat. Informatie over de moleculaire verdeling en interacties is namelijk nodig om blijvende optimalisatie en innovatie van hoogtechnologische materialen te garanderen. Organisaties: • Massaspectrometrie (Mitac 5)
Onderzoekers: • Luc Van Vaeck • Remko Dardenne
Studie van hoge-energie galactische en extra-galactische neutrino's met behulp van de IceCube Cherenkov detector geplaatst diep in het antarctische ijs nabij de Zuidpool. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De Icecube Neutrino Detector. De neutrino astronomie gebruikt technieken uit de deeltjesfysica bij het opsporen van galactische en extra-galactische objecten die neutrino's produceren met energieën in het TeV-EeV bereik. De neutrino's die de aarde bereiken ondergaan een zwakke geladen stroom interactie met de nucleonen in het gesteente of ijs. Bij die interactie wordt bvb een muon geproduceerd met een dracht van rond de km. De neutrino detectie berust op de meting van het spoor van dit muon. een rooster van fotonvermenigvuldigers (Optische Modules, OM) meet het Cherenkovlicht dat het Muon uitstraalt wanneer het door een medium als ijs vliegt. De lage waarde van de werkzame doorsnede voor een neutrino interactie samen met de km dracht van het muon betekenen dat neutrino telescopen een volume van 1km3 moeten hebben om binnen redelijke tijd voldoende statistiek te bekomen. Het uiteindelijke doel van de IceCube collaboratie is in het Antarctische ijs nabij de Zuidpool op een diepte van 1,5 km een detector te bouwen met een volume van 1 km3. Deze telescoop zal bestaan uit 4800 digitale OMs (DOMs) verdeeld over 80 kabels die 100m van elkaar verwijderd zijn. Boven elke kabel, aan de oppervlakte, zal er een IceTop station geinstalleerd worden, bestaande uit twee tanks met elk twee DOMs van hetzelfde type als de IceCube DOMs. IceTom zal gebruikt worden als veto tegen neerwaartse atmosferische muonen bij de neutrino analyses, voor de callibratie van IceCube in coindicentie met IceTop en voor de studie van kosmische straling bij hoge energie. Het AMANDA II rooster is een eerste mijlpaal in de ontwikkeling van IceCube. In zijn huidige configuratie bevat het 667 OMs verdeeld over 19 kabels. De ervaring die wij nu opdoen bij de analyse van de AMANDA gegevens en de uitbating van de detector zijn essentieel om voor IceCube een optimaal concept uit te werken. AMANDA II neemt gegevens sedert 2000. Organisaties: • Natuurkunde
Onderzoekers: • CATHERINE DE CLERCQ
Biodiversiteit en de metagenoom: het voorbeeld van cocoa fermentatie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Studie mbt de biodiversiteit van Cocoa Organisaties: • Industriêle Microbiologie • Microbiële Interacties
Onderzoekers: • Luc DE VUYST • PIERRE CORNELIS
Genomische afwijkingen en biologisch gedrag van tumoren in het hoofdhalsgebied. Universiteit Antwerpen Abstract: Gezien de rol die de Epidermal Growth Factor Receptor (EGFR) speelt in de ontwikkeling van hoofdhalstumoren kunnen EGFR-remmers van belang zijn voor de behandeling van deze tumoren. Voor een doelgerichte en kosteneffectieve toepassing van op EGFR gerichte therapeutica is het van belang te weten wat de frequentie is van EGFR en/of KRAS mutaties en welke de eventuele prognostische en predictieve waarde is van een dergelijke mutatie. Organisaties: • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • Marc Baay
ICP-OES (Inductively Coupled Plasma Optical Emission Spectrometer) Universiteit Gent Abstract: Een ICP-OES, ter vervanging van een oude AAS, is onontbeerlijk in een laboratorium bodemkunde waar dagelijks bodem- en wateranalyses worden uitgevoerd in het kader van practica voor studenten, MSc en PhD scripties, en onderzoeksprojecten. Het toestel zal weliswaar ook gebruikt worden om metingen uit te voeren voor andere onderzoekseenheden, waaronder Protistologie en Aquatische Ecologie, Mariene Biologie, Sedimentaire Geologie en Ingenieursgeologie, en grondwatermodellering. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Eric Van Ranst
Impact van klimaatextremen op plantengemeenschappen. Universiteit Antwerpen Abstract: In een lopend, grotendeels ongefinancieerd experiment rond de impact van klimaatextremen op plantengemeenschappen, ontbreekt een accuraat systeem van geautomatiseerde vochtsensoren om waterrelaties grondig te onderzoeken. Financiering via een KP voor de aankoop van 44 van zulke sensoren + bedrading kan deze belangrijke leemte in het onderzoek opvullen. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Hans De Boeck
Leverfibrose als doelwit voor niet-virale gentherapie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Littekenvorming door de overmatige productie van extracellulaire matrix, is het gemeenschappelijk kenmerk van fibrotische aandoeningen. Leverbeschadiging induceert de transdifferentiatie van leverstellaatcellen naar myofibroblastachtige cellen die beschouwd worden als de primaire bron van deze extracellulaire matrixeiwitten. Histondeacetylases (HDACs) spelen een belangrijke rol tijdens deze transitie en het ophelderen van hun functie kan dan ook leiden tot een beter inzicht in de pathologie. Overexpressie en neerregulatie van specifieke HDACs laat toe hun functie tijdens stellaatcelactivatie te karakteriseren. Bij deze aanpak moet er siRNA of pDNA in de stellaatcellen geïntroduceerd worden. Het doel van dit mandaat is het construeren en evalueren van niet-virale dragers, die zowel in vitro als in vivo stellaatcellen efficiënt kunnen transfecteren. Deze dragers zullen initieel worden ingeschakeld in het onderzoek naar de rol van HDAC-repressorcomplexen tijdens stellaatcelactivatie, maar kunnen ook ingezet worden voor ander onderzoek in het gastlaboratorium. De nucleïnezuren zullen gecomplexeerd worden met kationische liposomen tot lipoplexen. Stellaatcelspecificiteit verhogende modificaties die we gaan doorvoeren zijn de koppeling van lipoplexen met moleculen die opgenomen worden door stellaatcellen (Vitamine A), koppeling van de lipoplexen aan ultrasound gevoelige gasbellen (microbubbles) en het gebruik van stellaatcelspecifieke promotoren. Alle lipoplexen zullen getest worden op hun gentransfer efficiëntie en specificiteit in vitro en in vivo. Organisaties: • Celbiologie en Histologie
Onderzoekers: • Leonardus VAN GRUNSVEN • Liesbeth PEETERS
Verbeeldingen van de apocalyps in het hedendaagse Hispano-Amerikaanse verhalend proza, met bijzonder aandacht voor het Cono Sur-gebied Universiteit Gent Abstract: Met dit project willen wij, aan de hand van een concreet corpus van teksten, nagaan hoe de verbeeldingen van de apocalyps in het hedendaagse Hispano-Amerikaanse verhalend proza - vooral dan in dat van Argentinië, Chili en Uruguay - in de loop van de twintigste eeuw zijn geëvolueerd als thema en vorm, en wat hun functie is in een 'post-apocalyptisch' maatschappij (term van Monsivais). Organisaties: • Vakgroep Romaanse talen (andere dan het Frans)
Onderzoekers: • Ilse Logie
Thin client netwerkbeheer met gedistribueerde broncodering Universiteit Gent Abstract: Bij de ontwikkeling van nieuwe telecommunicatiediensten wordt steeds meer gebruik gemaakt van video. Er worden ook steeds meer draagbare terminals gebruikt waarbij er belangrijke beperkingen optreden in kanaalkwaliteit, rekencapaciteit, opslagcapaciteit en batterijvermogen. Doelstelling van dit project is het grondig bestuderen van innovatieve technieken om telecommunicatiediensten voor draagbare terminals met een hoge QoE (Eng. Quelity of Experience) te realiseren. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Rik Van de Walle • Filip De Turck
Molecular en Crystal Engineering: Asymmetrische oligomeren voor Polaire Kristallen. Universiteit Antwerpen Abstract: Molecular design staat centraal in het optimaliseren van interessante moleculaire eigenschappen van oligomeren. Kristalsymmetrie verhindert echter meestal het macroscopisch uiten van deze gewenste eigenschappen. Een uitvoerige X-straaldiffractiestudie wordt verricht om pakkingspatronen te rationaliseren in termen van intermoleclaire interacties. Het hogere doel is dan ook om deze interacties te gebruiken als instrument voor het opbouwen van een gewenste supramoleculaire structuur door middel van de invoer van functionele groepen in de molecule. Op deze manier zal worden getracht polaire kristallen te bekomen. Organisaties: • Structuurchemie
Onderzoekers: • Frank Blockhuys • Alain Collas
Betacelfunctie in pretype 1 diabetes. Vrije Universiteit Brussel Abstract: INLEIDING Type 1 diabetes is een belangrijke (>1.5% levenslang risico in West-Europa) en vooralsnog ongeneeslijke ziekte die ongeveer de helft van de invaliderende verwikkelingen van alle diabetespatiënten veroorzaakt (1-5). Het ziekteproces wordt geïnitieerd en verder gedreven door een samenspel van (multipele en onvolledig gekende) genetische en omgevingsfactoren (1,6-12). Op een nog niet te detecteren ogenblik veroorzaakt dit proces een daling in het aantal betacellen, die vermoedelijk maanden tot jaren asymptomatisch kan bestaan, maar zich progressief doorzet tot de betacelmassa niet meer in staat is om de hyperglycemie te vermijden, hetgeen dan zal leiden tot de diagnose "diabetes". Het verlies aan betacellen wordt toegeschreven aan een lokaal chronisch inflammatoir proces met immunologische tekenen van autoreactiviteit (9-14). Na diagnose wordt een insuline substitutietherapie ingesteld die de metabole behoeften aan glucose kan dekken maar die er wel niet in slaagt om de glucosespiegels continu binnen de normale grenzen te houden waardoor op termijn chronische diabetescomplicaties kunnen optreden. Het is dus duidelijk dat nieuwe therapieën - gericht op de betacellen en/of het immuun systeem - dienen ontwikkeld om het (verder) verlies aan betacellen te vermijden (3,5,15-17), zowel voor als na de klinische diagnose (10,11). Totnogtoe waren noch het profylactisch toedienen van insuline injecties noch de orale inname van nicotinamide in risicogroepen zoals antilichaampositieve eerstegraadsverwanten succesvol in de preventie van type 1 diabetes (18,19). Een korte IV behandeling met gehumaniseerde monoklonale anti-CD3-antilichamen daarentegen kon de betacelmassa wel significant bewaren in pas-ontdekte patiënten (20,21). De grootste placebo-gecontroleerde en gerandomiseerde studie (n=80 patiënten) werd gecoördineerd door het BDR en mede gefinancierd binnen een voorafgaande FWO project (FWO G.0319.01). Door gebruik te maken van reproduceerbare hyperglycemische clamp testen (21,22) kon deze studie aantonen dat een kortdurende CD3-antilichaam behandeling de betacelfunctie voor ten minste 18 maand efficiënt kon bewaren, maar dit enkel in patiënten met ?25% residuele functionele betacelmassa bij klinische diagnose in vergelijking met de mediaan van gezonde leeftijdsgecontroleerde controlepersonen. Nieuwe protocollen zouden nu moeten uitgewerkt worden om deze therapeutische strategie verder te ontwikkelen, maar eerst en vooral moeten proefpersonen kunnen geïdentificeerd worden die het meest gebaat zouden zijn met de geplande immuno-interventies, aangezien observaties in de Belgische CD3-studie en in proefdiermodellen (23) suggereren dat deze interventies eveneens efficiënt kunnen zijn in de late preklinische fase wat betere perspectieven opent. WERKHYPOTHESE Klinische studies ter preventie van betaceldestructie bij antilichaam(Ab)-positieve verwanten (2aire preventie) en pas-ontdekte diabetespatiënten (3aire preventie) vereisen kennis van de relatie tussen 1. circulerende Abs. waarvan is geweten dat ze een risico uitdrukken voor
type 1 diabetes, elk met hun eigen specificiteit: Abs. tegen insuline - IAA; tegen glutamaatdecarboxylase - GADA; tegen IA-2 eiwit - IA-2A en/of tegen eilandjescel cytoplasma - ICA (7- 12,24,25). 2. en merkers van veranderde betacelfunctie, zoals verhoogde proinsulinespiegels (PI), verlaagde insuline (INS) of C-peptide (CP)- spiegels en verhoogde PI/CP ratio's, basaal en tijdens clamp testen (10,26-30). Op dit ogenblik gebeurt de rekrutering van diabetespatiënten en hun eerstegraadsverwanten, en de bepaling van autoantilichamen, genetische merkers en een beperkt aantal clamp testen binnen het lopend FWO-project G.0517.04. Het gelijktijdig bepalen van merkers voor de functionele betacelmassa en de immune status laat toe patiënten te stratifiëren volgens het stadium in het pathogenetisch proces. Dit is nuttig voor het selecteren van testgroepen voor interventies en het interpreteren van resultaten (11,31). DOELSTELLING Deze studie wil biologische criteria bepalen die verlies van betacelmassa op korte tijd weergeven en dus een versnelde evolutie naar type 1 diabetes. Deze criteria helpen bij de keuze van het tijdstip en het type van preventie, vergemakkelijken de samenstelling van meer homogene groepen studiepersonen (op basis van residuele betacelmassa, homogeen risico op betaceldestructie) en leiden tot herkennen van functionele merkers die als "surrogate endpoints" kunnen worden gebruikt. Op deze manier wordt de omvang van de studiegroepen verminderd evenals de opvolgingstijd die nodig is om significante effecten van een testsubstantie te onderzoeken (11). Organisaties: • Pathologische Biochemie en Fysiologie
Onderzoekers: • FRANS GORUS
TD-GC-MS voor de analyse van (semi-)vluchtige organische componenten van biogene an antropogene oorsprong in omgevingslucht en in de headspace van verschillende matrices. Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt de chemische analyse van (semi-)vluchtige organische verbindingen in omgevingslucht. Aandacht gaat hierbij uit naar enerzijds biogene emissies zoals bijv. de emissie van sesquiterpenen door bosvegetatie, en anderzijds naar de aanwezigheid van antropogene gezondheidsbelastende (semi-)VOC in binnenlucht. Het aangevraagde krediet dient voor de aankoop van de nodige innovatieve TD-GC-MS apparatuur. Organisaties: • Vakgroep Duurzame Organische Chemie en Technologie
Onderzoekers: • Herman Van Langenhove
Beeld van de stad. Visuele stadsrepresentatie en stedelijke identiteit in de laatmiddeleeuwse en vroegmoderne Nederlanden (15de-16de eeuw). Universiteit Antwerpen Abstract: Beeld van de stad. Visuele stadsrepresentatie en stedelijke identiteit in de laatmiddeleeuwse en vroegmoderne Nederlanden (15de-16de eeuw). Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Peter Stabel
Interculturele competentie: de rol van modale partikels bij de verwerving van formeel en informeel taalgebruik in het Duits. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is onderzoek naar de rol van modale partikels bij de verwerving van formeel en informeel taalgebruik van het Duits (bij Nederlandstaligen). De onderzoeksopzet kadert binnen de actuele problematiek van de verwerving van sociolinguïstische competentie ter bevordering van interculturele communicatie. Het voorgestelde onderzoek wil nagaan hoe Nederlandstalige leerders van het Duits omgaan met formeel en informeel taalgebruik in de doeltaal. Daarbij wordt er specifiek gelet op hun interpretatie (receptie) en gebruik (productie) van modale partikels in verschillende registers. Uit het weinige onderzoek totnogtoe over dit thema is namelijk gebleken dat de modale partikels vaak een probleem vormen bij de verwerving van het Duits als vreemde taal, zelfs voor gevorderden. Hierdoor ontstaan bij interculturele communicatie vaak misverstanden, die het imago van het Duits als vreemde taal geen goed doen. Daarom zal er ook worden gekeken naar het verband tussen formaliteit en beleefdheid (gedefinieerd in termen van modaliteit) en de rol van het al dan niet gebruiken van modale partikels daarbij. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • KATJA LOCHTMAN • WIM VANDENBUSSCHE
Impact van snelle en trage klimaatverandering op biodiversiteit en landschapsstabiliteit: studie van het Laat-Glaciaal en Vroeg-Holoceen als vergelijkingsmodel voor de huidige klimaatverandering. Universiteit Antwerpen Abstract: Recent onderzoek voorspelt dat de huidige klimaatverandering de biodiversiteit en landschapsstabiliteit op aarde bedreigt. Deze voorspellingen zijn echter moeilijk te testen. Als vergelijkingsmodel voor de huidige klimaatverandering, bestuderen we in dit project de impact van snelle en trage klimaatveranderingen, die zich hebben afgespeeld in het verleden, op de toenmalige biodiversiteit en landschapsstabiliteit. We bestuderen dit o.b.v. afzettingen in de Vlaamse riviervalleien en de pollen die hierin zijn bewaard. Speciale aandacht gaat naar de interacties tussen vegetatie- en landschapsveranderingen, als reactie op klimaatverandering. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Lodewijk Beyens • Ivan Nijs • Stijn Temmerman
Beleidsvoorbereidend onderzoek VUB (BVO): Universitair Expertisecentrum PPS (PPS Leerstoel) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Publiek-Private Samenwerking, kortweg PPS, is een samenwerkingsverband waarbij de publieke en de private sector samen een project uitvoeren met de bedoeling om een bepaalde meerwaarde te realiseren: projecten zijn van dezelfde kwaliteit tegen een lagere prijs of zijn van betere kwaliteit tegen een gelijke prijs. Het vormt een alternatief voor de traditionele manier van samenwerken. De overheid maakt gebruik van de denk- en innovatiekracht van de private sector. De private sector kan rekenen op een contract voor een lange periode. Organisaties: • Business • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • Elvira HAEZENDONCK • Steven DE SCHEPPER
De diachronie van Nederlandse modale uitdrukkingen, in het bijzonder de hulpwerkwoorden. Universiteit Antwerpen Abstract: De "empirische" doelstelling van het project omvat een grondige en systematische analyse van de vorm- en betekenisontwikkeling van een steekproef van modale uitdrukkingen, vanaf het Oud- en Vroegmiddelnederlands (Ondl, Vmndl) tot vandaag. De theoretische doelstellingen van het project zijn: - het verfijnen van het inzicht in de processen van grammaticalisatie en (inter)subjectificatie. - het verbeteren van het inzicht in de structuur van de modale betekenissen, hun onderlinge relaties en hun relaties met niet-modale kwalificationele betekenissen en niet-kwalificationele betekenissen. - het aanscherpen van het inzicht in de functionele structuur van, en de vorm-functie-correlaties in de systemen van uitdrukkingsvormen van de verschillende modale betekenissen. - het nagaan van de implicaties van al het voorgaande voor de behandeling van modale betekenissen in een cognitief-functionele taaltheorie, en met name voor de hypothesen in de functionalistische literatuur i.v.m. de gelaagde representatie van kwalificationele categorieën. Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Jan Nuyts
Rol van Sirtuin 1 in pancreas exocriene celdifferentiatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek van pancreas acinaire celdifferentiatie is belangrijk gezien de gededifferentiëerde acini vermoedelijk aan de basis liggen van pancreaskanker, maar ook omdat deze celpopulatie een bron is van nieuwe beta-cel vorming in vitro. Studies van acinaire celdifferentiatie hebben zich voornamelijk gericht op het ontrafelen van een transcriptiefactor netwerk dat de acinaire cellijn determineert tijdens de embryonale ontwikkeling en dat de stabiele differentiatie als functionele enzyme-secreterende acini regelt. Er is echter weinig inzicht in de epigenetische regulatie van deze genexpressie. Sirtuines, een klasse van histon-deacetylases die ook niet-histonen als doelwitproteïnes hebben, zijn nooit in deze context bestudeerd. Sirtuines worden geïnhibeerd door nicotinamide, een eindproduct van hun katalytische reactie. Wij vonden dat nicotinamide zorgt voor een sterk behoud van acinaire cendifferentiatie in vitro. Wij wensen de expressie en de werking van sirtuines in dit cultuursysteem te bestuderen, en de proteines te identificeren die worden gedeacetyleerd en dus cruciaal zijn voor acinaire dedifferentiatie. Het doel van deze studie is ook de expressie en de rol van sirtuines na te gaan in de embryonale fase. Zowel effecten op sirtuine activiteit als expressie zullen worden nagegaan, respectievelijk door het gebruik van een gekende inhibitor en activator van sirtuines, en anderzijds een transgeen muis model met conditionele sirtuine deficiëntie en lentivirale gentransfer. Dit onderzoek zal nieuwe inzichten creëren in de epigenetische regulatie van acinaire celdifferentiatie. Organisaties: • Pathologische Anatomie
Onderzoekers: • ILSE ROOMAN
Analyse van zorgtrajecten van kinderen met een aangeboren gehoorverlies in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Analyse van zorgtrajecten van kinderen met een aangeboren gehoorverlies in Vlaanderen. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • FREDDY LOUCKX
Onderzoek van het ecologisch potentieel van graslanden in de regio Antwerpse Kempen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het Agentschap voor Natuur en Bos beheert diverse domeinen in de Antwerpse Kempen die een uitgestrekt graslandareaal kennen. Om het beheer te optimaliseren en eventuele inrichtingsmaatregelen te plannen is het noodzakelijk om de potenties van de graslanden te kennen. Het doel van deze opdracht is dan ook om op basis van de huidige biotiek, een inventarisatie van de belangrijkste abiotische parameters en specifieke randvoorwaarden de maximale potenties te bepalen en aan te geven op welke wijze deze te bereiken zijn. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Rudy van Diggelen
Toll-like receptor 3 (TLR3) stimulatie in de behandeling van kanker Universiteit Gent Abstract: TLR3 stimulatie is potentieel belangrijk bij de behandeling van kanker: enerzijds omwille van zijn vermogen om de efficiëntie van antikanker vaccins te verhogen, en anderzijds omwille van zijn direct cytotoxisch effect op tumorcellen. In dit project bestuderen we TLR3 geinduceerde signaaltransductie en mechanismen verantwoordelijk voor TLR3 resistentie. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Rudi Beyaert
Geautomatiseerde numerieke modellering van de luchtwegen voor de ontwikkeling van nieuwe diagnose technieken Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Mechanica
Onderzoekers: • Peter Van Ransbeeck
Een antropologische en micro-niveau exploratie van de Conflict Cycle in Rwanda met een focus op verschuivende breuklijnen en veranderende identiteiten in "State-Stanctioned Practices Over Time" (1980-2010).
Universiteit Antwerpen Abstract: Doorheen de analyse van populaire praktijken en percepties van socio-politieke verandering in de context van gewelddadig conflict in het verleden, probeert dit onderzoek te begrijpen hoe extern gedreven processen van conflictbeheersing en -voorkoming interageren met lokale leefwerelden en initiatieven van lokale actoren. In de casestudy Rwanda worden heuvels en huishoudens gebruikt als analyse-eenheden. Organisaties: • Politieke economie van de Grote Meren Regio
Onderzoekers: • Filip Reyntjens • Bert Ingelaere
Implementatieprocessen voor zelfregulerend leren in de lagere school. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Zelfregulerend leren (ZL) verwijst naar een praktijk waarin leerlingen zelf leerdoelen formuleren, een planning opstellen en uitvoeren, bijsturen en het eigen leerproces evalueren. Naast deze metacognitieve component spelen ook motivationele (vb, realistisch attribueren) en gedragsmatige factoren (vb. structureren van leeromgevingen) een belangrljke rol. Verregaande zelfregulatie wordt echter zelden geassocieerd met het basisonderwijs. Toch geeft recent onderzoek aan dat ook jonge kinderen het eigen leren plannen, bijsturen en evalueren tijdens complexe leertaken. Het hoofddoel van dit project is het toetsen van een in eerder onderzoek ontwikkeld model dat verschillen in ZL-praktijken verklaart vanuit zowel structurele als culturele kenmerken op leraar- en schoolniveau. Een eerste onderzoeksfase houdt een analyse in van de actuele situatie op het vlak van zelfregulerend leren in lager onderwijs op relatief grote schaal. Een verklaringsmodel dat werd ontwikkeld in vorig onderzoek, zal op basis van deze analyse verfijnd en/of uitgebreid worden. In een vervolgfase worden de onderliggende processen op microniveau (klas) die aan de basis liggen van zelfregulerende leeromgevingen verder onderzocht. In een derde onderzoeksfase zal de stap worden gezet naar een actiegerichte onderzoekmethodologie, waarbij het onderzoeksdoel wordt geformuleerd als 'het onderzoeken van de mogelijkheden om via beleidsplanontwikkeling de scholen te ondersteunen bij het verhogen van de effectiviteit van hun ZL-realisaties'. Organisaties: • Onderwijskunde
Onderzoekers: • Koen LOMBAERTS
Onderzoek naar de centrale neurobiochemische wijzigingen geïnduceerd door modulatie van deAT4 receptor/insuline gereguleerd aminopeptidase, therapeutische perspectieven voor cognitieve dysfunctie en limbische epilepsie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Angiotensine IV(Ang IV) is eenbio-actief peptidefragment van het welgekende renine-angiotensine systeem met zowel anticonvulsieve als cognitieverbeterende eigenschappen in diermodellen. De bindingsplaats van Ang IV in de hersenen is de AT4 receptor, die in 2001 tevens werd geïdentificeerd als het enzyme insuline-gereguleerd aminopeptidase (IRAP). Een aantal onderzoeksgroepen, waaronder de onze, bouwden reeds evidentie op dat IRAP in vivo zowel een enzymatische als een receptor-functie kan bezitten. In dit project willen we onderzoeken of IRAP de belangrijkste bindingsplaats is voor Ang IV en dat Ang IV door interactie met IRAP zijn centrale fysiologische en neurobiochemische effecten induceert. Verder willen we de mogelijke werkingsmechanismen geïmpliceerd in de Ang IV-gemedieerde cognitieverbeterende en anticonvulsieve effecten verder ontrafelen. Ten eerste kan Ang IV een deel van zijn centrale effecten uitlokken door inhibite van IRAP's enzymatische activiteit, we zullen daarom onderzoeken of inhibite van IRAP door Ang IV ook in vivo daadwerkelijk leidt tot een verhoging van de concentratie aan neuropeptide substraten. Wijzigingen in hippocampale neurotransmitters spelen een rol in acquisitie van geheugen, leerprocessen en het genereren van epileptische activiteit, we zullen daarom de in vivo effecten van Ang IV op de hippocampale transmittervrijgave na te gaan. Tenslotte is IRAP in de hippocampus gelocaliseerd met de insulin-afhankelijke glucose transporter GLUT4, we willen daarom bestuderen of Ang IV de hippocampale glucose opname kan wijzigen. Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • YVETTE MICHOTTE
Technische voorlichting - Elektrische voertuigen Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Vlaam Elektro Innovatiecentrum - VEI' hebben voor het project ' Technische voorlichting - Elektrische voertuigen' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Thierry Clement COOSEMANS • Maarten MESSAGIE • PETER VAN DEN BOSSCHE • JOERI VAN MIERLO
Masteropleiding van docenten NOSPA. Universiteit Antwerpen Abstract: Masteropleiding van docenten NOSPA. Organisaties: • Internationale economie, internationaal management en diplomatie
Onderzoekers: • Ludo Cuyvers
Studie naar het gebuik van melphalan-DNA adducten als biomarkers bij gïsoleerde longperfusies: kwalitatievekwantitatieve analyse van de gevormde DNA adducten. Universiteit Antwerpen
Abstract: Studie naar het gebuik van melphalan-DNA adducten als biomarkers bij gïsoleerde longperfusies: kwalitatieve-kwantitatieve analyse van de gevormde DNA adducten. Organisaties: • Biomolecular & Analytical Mass Spectrometry (BAMS)
Onderzoekers: • Jasper Boschmans
Projectielidentificatie in terrestrische impactkraters. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit project wordt getracht de impactoorsprong van een aantal geologische structuren op aarde te bevestigen door de detectie van een extraterrestrische component in de door impact geproduceerde impactitieten (smeltgesteenten, breccies of ejecta) en wordt geprobeerd de samenstelling van het ingeslagen projectiel (~type meteoriet) te achterhalen. Op basis van deze gegevens worden nagegaan of er veranderingen hebben plaatsgegrepen in de oorsprong en frequentie van de inslagprojectielen doorheen de geologische tijd. Kennis van de oorsprong en frequentie van de verschillende soorten projectielen levert een beter inzicht de dynamica van kleine hemellichamen in ons zonnestelsel (i.e., asteroïden en kometen). Tijdens de kratervorming wordt het grootste deel van het ingeslagen lichaam gesmolten of verdampt. De projectielbijdrage in impactieten bedraagt over het algemeen minder dan 1 gew%,. Enkel die siderofiele elementen, die in hoge concentraties voorkomen in meteorieten, maar ontbreken in terrestrische korstgesteenten kunnen worden gebruikt om de projectielcomponent in de 'gecontamineerde' lithologieën te identificeren: voor dit project zijn dat platinagroep-elementen (PGE) en chroom (Cr) isotopen. Tijdens het eerste deel van dit doctoraat werd de aandacht vooral gericht op de inrichting van het PGE laboratorium, in de A&MS-eenheid van de UGent onder leiding van Prof. Dr. F. Vanhaecke. Na voorbereiding van de oplossingen met een nikkelsulfide (NiS) fire assay methode, kunnen de PGE worden gemeten met behulp van inductief gekoppeld plasma massaspectrometrie (ICP-MS). Het laboratorium staat op punt, de resultaten zijn reproduceerbaar en komen overeen met het referentiemateriaal, zodat de meting van impactmateriaal is aangevangen. Veel tijd werd geïnvesteerd in de analyse de andere siderofiel Ni, Cr, Co) want deze elementen goed proxies vormen van de PGE concentraties en dus maken een efficiënter verloop van het meetprogramma mogelijk, bovendien Cr/Ir en Ni/Ir ratio bruikbaar zijn voor projectiel identificatie. Dit doctoraat richt de aandacht sterk op het laat Eoceen vanwege de wereldwijde verhoogde impact rate en de aanrijking aan extraterrestrisch 3He, gemeten in de diepwatercarbonaten van de Massignano typesectie in Italië. Dit laatste wijst op een verhoogde influx van interplanetary dust particles (IDPs) en kan worden toegeschreven aan de aankomst in het centrale deel van het zonnestelsel van lang-periodische kometen (Farley et al., 1998) of van asteroïden uit het binnenste deel van de asteroïdengordel (Tagle & Claeys, 2004). De identieke identificatie van de Popigai (100 km; 35,7 ± 0,2 Ma) en Wanapitei (7-8 km; 37 ± 2 Ma) impactstructuren als type L ordinary chondrieten (Tagle & Claeys, 2004; Tagle et al., 2007) wijst eerder op deze laatste hypothese. De karakterisering van de Chesapeake Bay (85 km; 35,5 ± 0,6 Ma) en Logoisk (17 km; 40 ± 5 Ma) impactstructuren, evenals van de laat Eocene Massignano (Italië) en Fuerte Caldera (Spanje) secties, waarvan werden stalen verzameld en voorbereid, zou uitsluitsel kunnen bieden over de aard van de laat Eocene shower. Bovendien werd er contact opgenomen met Prof. Dr. John G. Spray van de University of New Brunswick die stalen van de Canadese Mistastin (28 km; 36,4 ± 4 Ma) en Haughton (23 km; 39 ± 2 Ma) impactstructuren zal voorzien. Daarnaast zullen tijdens dit project kraters en ejectamateriaal, gevormd tijdens andere geologische perioden, worden gemeten om de algemene flux van impactoren doorheen de geologische tijd te karakteriseren en een beter inzicht te krijgen in de populatie van de asteroïdengordel. Stalen van de Neoarchaean spherule layer in de Carawine Dolomite, Hamersley Group, Western Australia (2548 +26/-29 Ma), de Mjølnir ejectalagen in Svalbard, Noorwegen (40 km; 142,0 ± 2,6 Ma) en het Lybian Desert Glass, Egypte (28,5 Ma) werden verzameld en voorbereid. In parallel worden Cr isotopenverhoudingen gemeten in de impactkratermaterialen die voldoende hoge chroom concentraties bevatten (0.7 gew% chondritisch materiaal moet worden toegevoegd aan targetmateriaal met 50 µg/g Cr voor een meetbaar signal; Frei en Rosing, 2005) met behulp van Multicollector-ICP-MS, eveneens aan de UGent. Organisaties: • Isotopen Geologie en Evolutie van het Paleo-Milieu
Onderzoekers: • STEVEN GODERIS • Philippe CLAEYS
Biosynthese van aromatische cytokininen en de ontwikkeling van toepassingen in land- en tuinbouw. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit projectvoorstel beoogt de ontwikkeling van 'rationele weefselkweek': een soortspecifieke hormoonbehandeling 'op plantenmaat', gebaseerd op de kennis van het soortspecifiek natief auxine- en cytokininemetabolisme bij planten en de identificatie van plant-eigen cytokininen. Teneinde de endogene aromatische cytokinine inhoud (en dus cytokininesynthese en -metabolisme) te sturen wordt de rol van precursoren en antagonisten bestudeerd. De focus zal hierbij liggen op salicylzuur en aanvenvante stoffen voor wat precursoren betreft en methyljasmonaat voor wat antagonisten bekeft. Er wordt tevens nagegaan hoe soortspecifiek het spectrum aan aromatische cytokininemetaholieten is voor diverse monocotylen en dicotylen. Het aldus verkregen inzicht in de hormonale huishouding bij diverse planten leg de basis voor andere toepassinge,&i.$k de land- en tuinbouw, te weten gereduceerde senescentie (verlengde houdhaarheid) van planten, kansport van planten en snijbloemen, en op langere termijn regulatie van vruchtzetting en juveniliteit bij fruit en (sier)bomen. Organisaties: • Plantengroei en -ontwikkeling
Onderzoekers: • Els Prinsen
Aansluitend bij Steunpunt (VLO170) geeft de Vlaamse Overheid opdracht aan jeugdonderzoeksplatform om versneld een jeugdmonitor af te nemen in Brussel. VUB TOR-onderzoeksgroep staat in voor de coördinatie van het veldwerk. Vrije Universiteit Brussel Abstract: abstract niet beschikbaar Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • JESSY SIONGERS
Duurzaam beheer van bodem en grondwater onder druk van verontreiniging van bodemverontreiniging en -contaminatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Duurzaam beheer van bodem en grondwater onder druk van verontreiniging van bodemverontreiniging en -contaminatie. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Lieven Bervoets
Endotoxemie en Gram-negatieve sepsis: fundamenteel onderzoek om nieuwe mediatoren en nieuwe therapeutische doelwitten te definiëren Universiteit Gent Abstract: Infectie met Gram negatieve bacterien (sepsis) doodt duizend personen per dag in de EU of de USA. De celwandcomponenten van de bacteriën, LPS, zijn daarvoor verantwoordelijk. We onderzoeken nieuwe molecules die daarbij een rol spelen en richten onze aandacht op matrix metalloproteinasen en interferonen. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Claude Libert
In vivo studie van transcriptieregulatie in hyperthermoacidofiele archaea behorende tot het genus Sulfolobus. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Ss-LrpB van Sulfolobus solfataricus is een ideel modelsysteem voor de studie van transcriptieregulatie bij hyperthermoacidofiele archaea van het genus Sulfolobus. De succesvolle aanmaak van een gendisruptiemutant betekende een doorbraak in die analyse. Het was tevens de allereerste gendisruptiemutant van een transcriptieregulator bij S. solfataricus. Op basis van dit succes willen we de fysiologische rol van van SsLrpB verder analyseren door het maken van gendisruptiemutanten van de doelwitgenen, het maken van reportergenfusies en het maken van een Ss-LrpB overexpressiestam. Bovendien zal de implementatie van deze genetische technieken nieuwe perspectieven openen voor de studie andere archaeale transcriptieregulators in ons laboratorium. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Eveline PEETERS • DANIEL CHARLIER
Meting van de HBsAg-specifieke cellulaire T-cel en B-celimmuniteit op lange termijn bij volwassenen, na vaccinatie tegen hepatitis B. Universiteit Antwerpen Abstract: Hepatitis B is een infectieziekte die wereldwijd voorkomt en die een substantiële morbiditeit en mortaliteit veroorzaakt. Recent onderzoek schat dat wereldwijd 1/3 van de mensen ooit zijn blootgesteld aan het hepatitis B virus (HBV), dat er 367 miljoen dragers zijn van HBV en dat hepatitis B elk jaar 600.000 overlijdens veroorzaakt. Nochtans kan hepatitis B door vaccinatie worden voorkomen. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) roept dan ook sinds 1997 op om hepatitis B vaccinatie overal op te nemen in de basisvaccinatieprogramma's. Op basis van de beschikbare gegevens over het voortbestaan van vaccin-geïnduceerde antistoffen en over de onderliggende cellulaire immuniteit opgewekt door vaccinatie, en op basis van de afwezigheid van rapporten van klinische hepatitis B gevallen bij gevaccineerden, kwam een groep experten in 2000 tot de consensus dat herhalingsvaccinaties tegen hepatitis B niet noodzakelijk zijn. Zij gaan ervan uit, tot bewijs van het tegendeel, dat de vaccins levenslange bescherming bieden, op voorwaarde dat een adequaat immuunantwoord na volledige vaccinatie werd aangetoond bij een gezonde persoon. Toch is de exacte duur van bescherming na vaccinatie niet gekend, ondanks het feit dat hepatitis B vaccins al meer dan 20 jaar beschikbaar zijn. Gezien de universele vaccinatie tegen hepatitis B momenteel in 168 landen wordt uitgevoerd (voornamelijk bij pasgeborenen en zuigelingen), is kennis over de duur van bescherming op dit ogenblik erg belangrijk. Dit onderzoeksproject wil bijdragen tot deze kennis, door de hoeveelheid anti-HBs antistoffen te bepalen bij gevaccineerde volwassenen, minstens 5 jaar na de laatste dosis hepatitis B vaccin, aan de hand van een tijdsreeks (tot 15 jaar) van bloedstalen van volwassenen die volledig gevaccineerd zijn tegen hepatitis B. Daarnaast willen we in dit project bij deze gevaccineerde volwassenen ook (1) het hepatitis B specifieke immuungeheugen bepalen, zowel op het niveau van anti-HBs producerende B-lymfocyten als op het niveau van hepatitis B specifieke T-helper type 1 en type 2 geheugen T-lymfocyten en (2) de seroconversie voor anti-HBc en HBsAg bepalen tijdens de follow-up periode. Aan de hand van deze gegevens zullen we nagaan welke variabelen de HBsAg-specifieke cellulaire immuniteit kunnen verklaren, en de correlatie tussen humorale en cellulaire immuniteit bestuderen. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Koen Van Herck
De evolutie van het architectuuronderwijs in Antwerpen 1919-1977. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek heeft als onderwerp de evolutie van het architectuuronderwijs in Antwerpen in de periode 1919-1977. Vooropgesteld wordt dat de architectuuropleiding in de loop van de 20ste eeuw belangrijke veranderingen heeft ondergaan, die in nauwe relatie stonden met de ontwikkeling van een regionaal modernisme enerzijds en de evolutie van het professionele kader van de architect anderzijds. Een diepgaande studie van deze veranderingen moet een bredere basis leggen voor bijkomend onderzoek naar de architecten en het patrimonium van het Antwerpse modernisme. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Henk de Smaele
In vitro en in vivo merkers van beta cel dood en -functie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Betaceltransplantatie werd voorgesteld als een mogelijke geneeswijze bij type 1 diabetes patiënten die al hun eigen insulineproducerende betacellen hebben verloren. De bereiding van een therapeutische betacelent vereist de beschikbaarheid van een voldoende functionele betacelmasse, t.t.z. een voldoende aantal levende betacellen mmet adequate metabole activiteit en insulineproducerende capaciteit. Dit veronderstelt de ontwikkeling van efficiënte kwaliteitscontroletesten die op de donorcellen kunnen toegepast worden. Deze teste zouden specifieke en gevoelige merkers van bètaceldood en -functie moeten includeren. Idealiter zouden ze ook in vivo bruikbaar dienen te zijn, bvb. na transplantatie. De actueel beschikbare circulerende merkers van type 1 diabetes (bvb. diabetes autoantilichamen) zijn niet in staat betaceldood in vivo te kwantificeren. Het voorgestelde project beoogt: 1) Gevoelige en specifieke extracellullaire merkers van bètaceldood en functionele betacelmassa te ontwikkelen die toegepast kunnen worden voor in vitro kwaliteitscontrole en standaardisatie van therapeutische betacelenten; 2) De toepasbaarheid van deze merkers te onderzoeken voor de detectie en kwantificatie van betaceldood in vivo vooraleer hyperglycemie zich ontwikkelt of terug optreedt in diermodellen van betacelschade en transplantatie; 3) De toepasbaarheid van deze merkers te onderzoeken voor de monitoring van de overleving van betacelenten in humane transplantatietrials, en - in geval van voldoende gevoeligheid - ook voor de detectie van vroege en/of kleine episodes
van betaceldestructie in personen met verhoogd risico op type 1 diabetes. Preliminaire resultaten tonen aan dat een extracellulaire vrijstelling van de 65 kDa vorm van glutamaatdecarboxylase(GAD) - een prominent betacelautoantigen bij type 1 diabetes - als merker van betacelschade in vitro of in vivo kan fungeren wanneer bepaald met een gevoelige timeresolved fluorescentie immunoassay (TRFIA). De bruikbaarheid van deze merker zal verder uitgetest worden in xeno transplantatie-experimenten bij proefdieren; in geval van beloftevolle resultaten, zullen bloedmonsters van patiënten onderzocht worden kort na ontvangst van een betacel allogreffe. Andere gevestigde diabetesautoantigen -insulinoma-associated antigen-2 en -2B (IA-2 en IA-2B) - zullen ook als extracellullaire merkers van betacelschade in vivo en in vitro onderzocht worden. Voor hun dosering zullen gevoelige TRFIAs ontwikkeld worden met gebruik van specifiek gekozen monoclonale antilichamen. Proteoomanalyse van kweekmilieu na blootstelling van eilandjescelpreparaten aan betaceltoxines in vitro en proteoomanalyse van plasma na blootstelling van diermodellen aan betacelbeschadigde condities (toxines of betacelentafstoting) in vivo zullenaangeven welke nieuwe eiwitmerkers verder onderzocht kunnen worden voor ontwikkeling van gevoelige immunoassays. Daarnaast wil men gamma aminoboterzuur (GABA) vrijstelling in kweekmilieu verder valideren als kwaliteitscontrole parameter voor humane betacelenten. Op basis van vorig onderzoek wil men de hypothese testen dat een kagere hoeveelheid GABA vrijgesteld bij een intermediaire glucose concentratie (6mM) een lager aantal levende betacellen weerspiegelt, terwijl de graad van suppressie van GABA vrijstelling bij hoog glucose (20mM de glucose gevoeligheid van de betacellen voorstelt. De GABA inhoud van humane betacellen en hun kweekmilieu zal gemeten worden met een gevalideerde HPLC methode. We verwachten dat gebruik van GABA vrijstelling voor het vaststellen van de glucose respons bijzonder nuttig zal zijn in sterk gedegranuleerde betacelpraparaten voor dewelke de snelheid van insuline vrijstelling sterker beïnvloed wordt door hun lage insuline voorraad dan door hun metabole activiteit. Organisaties: • Pathologische Biochemie en Fysiologie
Onderzoekers: • FRANS GORUS
Sociaal kapitaal in Antwerpse ambachten, 16de eeuw. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project wordt onderzocht hoe het georganiseerde middenveld van het 16de-eeuwse Antwerpen reageerde op de toenemende spanningen binnen het stedelijk weefsel. In de 'lange' 16de eeuw kreeg Antwerpen te maken met ontwrichtende evoluties als het ontstaan van een moderne '(handels)kapitalistische' economie en staatsvormingsprocessen, die proletarisering, massale immigratie en een verlies aan autonomie voor de lokale 'civil society' tot gevolg hadden. De vraag is wat deze ontwikkelingen betekenden voor het 'sociaal kapitaal' in de stad en welke politieke en discursieve acties verenigingen (in casu ambachten) ontwikkelden met het oog op het behoud of de ontplooiing ervan. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bert De Munck
Politie aan het werk: Grondige studie van evoluties in de taken en rol van de lokale politie in een veranderende samenleving. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project richt zich op het dagelijkse werk van de politie en gaat na op welke terreinen ze actief is, hoe en vanuit welk perspectief politiemensen hun taken afhandelen. Het verzamelde materiaal moet een antwoord bieden op de vraag naar de wijze waarop de door de wetgever uitgewerkte regelgeving in de praktijk wordt omgezet. Verder is het mogelijk om voor de twee belangrijkste 'klanten' (de burgers en de overheid) na te gaan welke verwachti,ngen beiden hebben tav de politierol en op welke wijze deze verwachtingen een invloed hebben op het takenpakket en haar afhandeling. Dit perspectief wordt aangevuld door de invulling die politiemensen geven aan deze rol in complexe, multiculturele setting aangestuurd door zowel lokale, federale, Europese als internationale overheden. Deze ontwikkelingen worden vervolgens vergeleken met een eerdere uitgevoerde studie (Enhus, Eliaerts, 2001) en nagegaan in welke mate rolpercepties, verwachtingen van burgers en overheid zijn verschoven onder invloed van recente beleidsbeslissingen tav de politie (politiehervorming, invoering community policing filosofie) en andere politieke, culturele, economische ontwikkelingen (ontstaan en uitbouw private bewakingssector, internationalisering van de politie, ontstaan van 'nieuwe beroepen in veiligheid'...) Organisaties: • Sociale Veiligheidsanalyse • Criminologie
Onderzoekers: • Isabel VERWEE • CHAIM DEMAREE • ELISABETH ENHUS
Interactie van grote biomoleculen met potentiometrische sensor oppervlakken. Universiteit Antwerpen Abstract: De onderzoeksgroep richt zich op de studie van potentiometrische sensoren voor determinatie van organische geladen moleculen. Recent werd gewerkt op grote biomoleculen zoals oligonucleotiden en fosfoproteïnen. In het nu voorgestelde project wordt een methode uitgewerkt om de kinetiek van interactie (adsorptie/desorptie) van deze producten met het sensor oppervlak te bestuderen, via FIA en sensorgrammen. Organisaties: • Chromatografische organische sporenanalyse
Onderzoekers: • Lucien Nagels
Quartz Crystal Microbalance' voor het bestuderen en optimaliseren van cel-interactieve coatings op biomaterialen Universiteit Gent Abstract: Het doel van het project is om door middel van 'Quartz Crystal Microbalance' (QCM) na te gaan wat de efficiëntie is van het coating proces van biomaterialen. Hierbij zal worden nagegaan in welke mate bepaalde proteïnen en/of polysacchariden interageren met biomateriaal oppervlakken. Deze studie zal ons toelaten om dergelijke processen te optimaliseren. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Peter Dubruel
Molecular and functional characterization of distinct tumor-associated macrophage (TAM) subsets and the evaluation of Tam-associated molecules as therapeutic targets. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In this study, TAM subsets from different pre-clinical mouse models will be sorted on the basis of differential surface marker expression and their molecular signatures, intratumoral localization and functional aspects will be evaluated. This work will cumulate in the identification of
molecules predominantly expressed by 'aggressive' TAM- driving angiogenesis, metastasis and suppression - and the assessment of such molecules as therapeutic targets. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • PATRICK DE BAETSELIER
Productie en evaluatie van recombinante vaccin antigenen tegen de runderparasiet Ostertagia ostertagi Universiteit Gent Abstract: Protectieve componenten die werden geïdentificeerd in excretie-secretie materiaal van de lebmaagnematode Ostertagia ostertagi zullen in correct immunogene conformaties recombinant aangemaakt worden en vervolgens getest worden op hun beschermende capaciteiten in runderen. Organisaties: • Vakgroep Virologie, parasitologie en immunologie
Onderzoekers: • Edwin Claerebout • Peter Geldhof • Sven Arnouts
Vervolgingsbeleid van internationale strafhoven. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit internationaal onderzoek gaat na hoe de vervolgende instanties van uiteenlopende internationale strafrechtbanken hun vervolgingsbeleid formuleren en uitvoeren. Organisaties: • Politieke economie van de Grote Meren Regio
Onderzoekers: • Filip Reyntjens
Match of mismatch? Een kosten-batenanalyse van maternale effecten bij kanaries (Serinus canaria). Universiteit Antwerpen Abstract: Ondanks het vele onderzoek naar de functie van maternale hormonen bij vogels, werden de gevonden kosten en baten tot nog toe enkel vanuit het perspectief van het jong en onafhankelijk van de opgroeiomgeving beschreven. Een gevonden effect zou echter in de ene omgeving positief kunnen zijn, maar in een andere omgeving juist negatief. Het is dus belangrijk om in dergelijke experimenten ook met de omgevingsafhankelijkheid rekening te houden. Hiernaast dienen ook de hieraan verbonden consequenties voor de ouders in acht genomen te worden. Wat optimaal is voor de ouders is immers niet noodzakelijkerwijs optimaal voor de jongen. Mogelijkerwijs is een omgevingsafhankelijke hormoondepositie de optimale strategie van de moeder ter maximalisatie van haar fitness. De adaptieve waarde van de hormoondepositie kan dus pas in deze bredere context bepaald worden. Organisaties: • Ethologie
Onderzoekers: • Marcel Eens • Jonas Vergauwen
Inkapselen van optische en opto-elektronische componenten in gedrukte schakelingen Universiteit Gent Abstract: Dit project heeft een unieke doelstelling, met name het onderzoek naar een ver doorgedreven verpakkingstechnologie voor optoelektronische en optische chips, met name het inkapselen in gedrukte schakelingen. Dit is een unieke uitdaging met verstrekkende gevolgen in de informatietechnologie, en dit zowel in domeinen als lees-modules, communicatie, signalisatie, displays, sensoren, ? Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Peter Van Daele • Jan Vanfleteren
Afrikaanse trypanosomose als werkmodel om de rol van myeloïde cellen in parasietcontrole en modulatie van immunopathologie te bestuderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Macrofagen en andere myeloïde cellen (MC) vertonen een hoge mate van plasticiteit en veelzijdigheid als antwoord op signalen uit de micro-omgeving, wat leidt tot verschillende activeringstoestanden. Bovendien wijzen recente bevindingen erop dat bepaalde subsets van macrofaag-achtige cellen, myeloïde suppressieve cellen (MSC) genoemd, opgewekt worden tijdens een brede waaier aan pathologieën, gaande van parasietinfectie tot kankerprogressie, en een rol spelen in het ziekteverloop. Dit project stelt zich tot doel Afrikaanse trypanosomose te gebruiken als een werkmodel om de bijdrage van MC/MSC en hun genproducten tot parasietcontrole en modulatie van immunopathologie te bestuderen. Belangrijke aandachtspunten zullen hierbij de rol van lever-MC/MSC, alsook deze van MC/MSC-geassocieerde genen induceerbaar door IL-10 of door immune complexen samen met lipopolysaccharide, zijn. Een genetische, fenotypische en functionele analyse van MC/MSC zal uitgevoerd worden in dieren die van nature uit trypanotolerant zijn, of die trypanotolerant gemaakt zijn via een in onze groep ontwikkelde anti-ziekte behandeling. Geselecteerde MC/MSC populaties en de geassocieerde genen, met de nadruk op deze die een mogelijke rol spelen in het opwekken van of beschermen tegen pathologie, zullen dan bestudeerd worden met betrekking tot hun rol in het verloop van de ziekte. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • PATRICK DE BAETSELIER
Implementatie van snelle biosensor testen in industriële waterzuivering en TEB (Totale Effluent Beoordeling) - Validatie van de geselecteerde testen binnen de normstelling in de EU kaderrichtlijn water. Universiteit Antwerpen Abstract: De kaderrichtlijn Water, de nieuwe Europese Wetgeving omtrent waterbeheer, vereist dat de waterkwaliteit voldoet aan een aantal chemische en ecologische criteria. De duurtijd van de klassieke biologische testen is echter te lang en niet compatibel met de dynamiek van een waterzuivering. Er is daarom een grote nood aan snelle en gevoelige biosensoren. In dit project zullen een aantal snelle testen worden gevalideerd voor hun bruikbaarheid in de waterzuivering.
Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Johan Robbens
Evaluatie van de participatie van huisartsen aan het interdisciplinair oncologisch instituut (MOC) aan de hand van een webgestuurde applicatie. Universiteit Antwerpen Abstract: De participatie van huisartsen een Medisch Oncologisch Consult via de webgestuurde applicatie zal worden geëvalueerd aan de hand van twee korte studies. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal
De bescherming van grondrechten tegen schendingen door de regelgever in convergerende nationale en Europese rechtsordes. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project beoogt een rechtsvergelijkende analyse te maken van de verhoudingen van rechtscolleges op nationaal en Europees niveau inzake de bescherming van grondrechten tegen optreden of nalaten van de materiële wetgever. Zowel nationale verhoudingen als de interactie van het Hof van Justitie met de nationale rechter komen daarbij aan bod. De Europese dimensie speelt hierbij een bijzondere rol. Om te verzekeren dat het gemeenschaprecht volledig effect kan sorteren, moeten lidstaten hun rechtssysteem organiseren op dergelijke wijze dat elke bepaling van nationaal recht die strijdt met gemeenschapsrecht opzij kan worden gezet. In het domein van de mensenrechten moeten nationale rechters dus de rechtsbescherming waarin is voorzien in de nationale rechtsorde combineren met de verplichtingen die voortvloeien uit het Europees Gemeenschapsrecht, waarbij ze tevens moeten rekening houden met het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, dat minimum vereisten stelt inzake het niveau van rechtsbescherming. Nagegaan wordt op welke wijze knelpunten kunnen worden opgelost binnen het kader van het huidige systeem van rechtsbescherming. Vervolgens wordt onderzocht op welke wijze het huidige systeem van rechtsbescherming eventueel kan worden hervormd om te komen tot een efficiënte en coherente vorm van rechtsbescherming binnen een redelijke termijn. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Patricia Popelier • Jan Velaers
Compensatoire mechanismen voor de gestoorde motorische controle bij de ziekte van Parkinson: inzicht in de relatie tussen Cueing, cognitie en de onderliggende hersenactiviteit. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Freezing is een episodische en onwillekeurig optredende fase vanblokkering van stappatroon van personen met de ziekte van Parkinson (PD) optredend bij ongeveer 50% van de patiënten. Het globale onderzoeksproject (in samenwerking tussen KUL en VUB) poogt een bijdrage te leveren aan de ontrafeling van het onderlinge mechanisme van freezing. De VUB-onderzoeksgroep (samenwerking tussen revalidatiewetenschappen en cognitievepsychologie) heeft als doel: 1)nagaan of een verschil bestaat tussen het executief functioneren van freezers en non-freezers, 2) het effect nagaan van een dubbeltaak en cueing in een voorspelbare vingerbewegingtaak om het voorkomen van freezing in de bovenste ledematen na te gaan, 3) het effect nagaan van een dubbeltaak op het leren van een ieuwe motorische sequentie bij freezers en nonfreezers. Het neuropsychologisch profiel van freezers en non-freezers wordt bestudeerd aan de hand van conventionele neuropsychologische tests (SCOPA-COG, Stroop color-word test, TOWER of London, Controlled word association test) en de mogelijkheid tot het leren van een motorische sequentie aan de hand van een seriële reactietijd taak (naar Nissen & Bullemer, 1987) met een gekende en een ongekende sequentie en als een enkelvoudige of met het tellen van akoestische tonen als dubbeltaak. Organisaties: • Motorische Revalidatie en Kinesitherapie
Onderzoekers: • ERIC KERCKHOFS
In-huis lesgeven : experimenteel ontwerp en data analyse Vrije Universiteit Brussel Abstract: In-huis lesgeven : experimenteel ontwerp en data analyse Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • Yvan VANDER HEYDEN
Production pedlars en peasants in de vroegmoderne Zuidelijke Nederlanden. De lokale economie in een vergelijkend perspectief. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project wil de lokale economieën in twee vroegmoderne regio's vergelijken. Op basis van de expertise opgedaan in het doctoraal onderzoek naar de Aalsterse regio, zal een welomlijnde, comparatieve studie naar het Land van Waas gebeuren. Allereerst beoogt het project de opmaak van een databank van de huishoudeconomie van 600 gezinnen. Vervolgens zullen deze gegevens voor publicaties in internationale tijdschriften worden gebruikt. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Reinoud Vermoesen
Regelgeving voor Genetisch Gemodificeerd Voedsel in de Europese Unie, de Verenigde Staten en China Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek focust op de vergelijking van verschillende systemen van regelgeving betreffende Gentisch Gemodificeerd Voedsel in de EU en de VS in de context van de risico samenleving (Beck e.a.), met het oog op het ontwikkelen van een coherent en gecoördineerd systeem van regelgeving in China.
Organisaties: • Vakgroep Publiek recht
Onderzoekers: • Luc Lavrysen
Self-Organised Hybrid Devices Universiteit Hasselt Abstract: Het doel van deze studie is het ontwerpen van nieuwe structuren door het gebruiken van anorganische en organische blokken gecombineerd in co-polymeren en hybride structuren voor het maken van moleculaire opto-eclectronische toestellen zoals transitors. De sleutel van dit project is het samenbrengen van organische en inorganische chemisten met natuurkundigen om zo hybide nanostructuren te bestuderen en ontwikkelen die nuttig zijn voor het ontwikkelen van functionele toestellen. Organisaties: • Organische en Bio-polymere Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Dirk VANDERZANDE
Performantie-analyse en ontwerp van buffersystemen met reservatie-gebaseerde schedulering toegepast in heterogene telecommunicatienetwerken Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksproject spitst zich toe op ontwerp en analyse van een nieuwe klasse scheduleringmechanismen met toepassing in telecommunicatienetwerken waarover vele types verkeersstromen, elk met specifieke 'Quality-ofService'-vereisten, tegelijkertijd worden vervoerd. Door in een buffer ruimte te reserveren voor toekomstig binnenkomend verkeer van een type met hogere prioriteit, kan de vertraging ervaren door de verschillende verkeerstypes op gecontroleerde wijze worden gedifferentieerd. Organisaties: • Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking
Onderzoekers: • Herwig Bruneel
Fundamenteel onderzoek naar de rol van DIRIGENT en PCBER in houtvorming in populier Universiteit Gent Abstract: Hout is één van 's werelds belangrijkste hernieuwbare grondstoffen, en dient oa als constructiemateriaal, als bron van energie en als grondstof voor de pulp en papierindustrie. In dit project wensen we de rol op te helderen van twee genen, DIRIGENT en PCBR, die sterk tot expressie komen tijdens houtvorming. Dit zal gebeuren door middel van comparatieve transcript- en metabolietprofilering van transgene populier RNAi-neergereguleerd voor DIRIGENT en PCBER. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Eric Messens • Wout Boerjan
Structurele en elektronische eigenschappen van biologisch gemodificeerde, grafeen-gebaseerde lagen Universiteit Hasselt Abstract: Dit is een FWO-project met referentie G.0159.07 binnen het onderzoeksinstituut IMO. Dit is een interuniversitair FWO-project samen met UAntwerpen en KULeuven, waarbij UHasselt optreedt als coordinator. Doel van het project is onderzoek naar de structurele en elektronische eigenschappen van biologisch gemodificeerde, grafeen-gebaseerde lagen. Het project verloopt volgens de bepalingen zoals opgesteld in de voorliggende overeenkomst. Organisaties: • Materiaalfysica • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Patrick WAGNER
Rol van specifieke histondeacetylases tijdens leverstellaatcelactivatie en fibrogenese. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de laatste twee decennia werd een grote vooruitgang geboekt in de kennis van het fibroseproces. In de eerste plaats door de identificatie van de stellaatcel als effectorcel van dit pathologische proces, maar ook door de identificatie van door stellaatcellen gesecreteerde mediatoren, matrixmoleculen, proteasen en hun inhibitoren in het wondhelingsproces van de lever. De activatie van leverstellaatcellen is de dominante factor in leverfibrogenese en gaat gepaard met hun transdifferentiatie naar contractiele myofibroblastachtige cellen (4). Inhibitie van dit proces kan dus een belangrijk doelwit zijn voor de therapeutische interventie in leverfibrogenese en meer algemeen fibroproliferatieve aandoeningen. In deze context dient vermeld te worden dat in de laatste 10 jaar stellaatcellen in vele organen werden beschreven, waardoor de studie van dit celtype de grenzen van de hepatologie overschrijdt. Het moleculaire mechanisme van stellaatcelactivatie is slechts ten dele gekend. Het ontrafelen van dit mechanisme, zou een belangrijke stap zijn in de ontwikkeling van een efficiënte antifibrogene therapie. Er is reeds aangetoond dat histondeacetylase (HDAC)-inhibitoren het activeringsproces van stellaatcellen kunnen remmen (5). De activiteiten van HDACs en histonacetyltransferasen (HATs) houden elkaar in evenwicht. De HATs acetyleren lysineresiduen van histoneiwitten, en verhogen daardoor de transcriptionele activiteit. De HDACs deacetyleren histoneiwitten, waardoor transcriptie onderdrukt wordt. Door de eerdere resultaten bekomen in het laboratorium (5) is het dus denkbaar dat stellaatcelactivatie HDAC-activiteit vereist. Over de precieze rol van de individuele HDACs, HDAC-complexen of hun doelwitten, tijdens stellaatcelactivatie is verder nog niets gekend. Momenteel lopen er wel verschillende klinische studies (fase I/II) waarin HDAC-inhibitoren, worden getest als antikankergeneesmiddel. De resultaten van deze studies zijn nog zeer preliminair. Een eerste vaststelling is wel dat de initiële waarnemingen uit preklinische studies, namelijk dat de HDAC-inhibitoren weinig toxisch zijn in vergelijking met de traditionele anti-tumorbehandelingen, bevestigd worden (6, 7). Het gebruik van HDAC-inhibitoren als mogelijk antifibrotisch middel, is dus een belangrijke te onderzoeken mogelijkheid en zal deel uitmaken van het voorgestelde project. Helaas zijn er nog steeds geen echt specifieke HDACinhibitoren beschikbaar en is het dus aangewezen om ook fundamenteel onderzoek te verrichten naar het onderliggende mechanisme van HDAC-afhankelijke stellaatcelactivatie in vitro en in vivo. Referenties 1.Leask A., Abraham D.J., TGF-beta signaling and the fibrotic response. Faseb J 2004, 18, 816-827. 2.Pinzani M., Rombouts K., Colagrande S., Fibrosis in chronic liver diseases: diagnosis and management. Journal of Hepatology Management of Liver Diseases 2005 2005, 42, S22-S36. 3.Arthur M., Meeting of the proposed EuroGOLF network. European Group on Liver Fibrosis (EUROGOLF). Chilworth Conference Centre
Southampton UK, 1995. 4.Friedman S.L., Bansal M.B., Reversal of hepatic fibrosis -- fact or fantasy? Hepatology 2006, 43, S82-88. 5.Niki T., Rombouts K., De Bleser P., De Smet K., Rogiers V., Schuppan D., Yoshida M., Gabbiani G., Geerts A., A histone deacetylase inhibitor, trichostatin A, suppresses myofibroblastic differentiation of rat hepatic stellate cells in primary culture. Hepatology 1999, 29, 858-867. 6.Minucci S., Pelicci P.G., Histone deacetylase inhibitors and the promise of epigenetic (and more) treatments for cancer. Nat Rev Cancer 2006, 6, 38-51. 7.Hellebrekers D.M., Griffioen A.W., van Engeland M., Dual targeting of epigenetic therapy in cancer. Biochim Biophys Acta 2006. Organisaties: • Celbiologie en Histologie
Onderzoekers: • ALBERT GEERTS • Leonardus VAN GRUNSVEN
Intertekstualiteit en informatiestromen. Universiteit Antwerpen Abstract: Taalkundige studie van de wijze waarop betekenissen worden gegenereerd en getransformeerd in informatiestromen binnen de context van de globalisering. Bijzondere aandacht gaat uit naar intertekstuele processen benaderd vanuit etnografisch ondersteund taalpragmatisch ideologieonderzoek, met focus op verschillen in het gebruik van implicietheid en differentiatie in de verwijzing naar bronnen. De concrete casus die onderzocht zal worden betreft de internationale geschreven media in het Engels, de geschreven pers in het Nederlands in Vlaanderen, en de geschreven pers in het Frans in België, Frankrijk, Congo en West-Afrika. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Patrick Dendale • Jozef Verschueren • Walter De Mulder
Sinusoidale analyse gebaseerd op audio-partituur alignering. Universiteit Antwerpen Abstract: Sinusoïdale analyse is een belangrijke techniek voor audio-analyse. Wanneer men polyfone audio probeert te analyseren, heeft men echter vaak te maken met overlappende harmonische componenten afkomstig van de verschillende noten. De resulterende systeemmatrix is dan onoplosbaar. Door het gebruik van bijkomende informatie, in de eerste plaats afkomstig van de partituur, kunnen we echter een veel betere initialisatie van het model bekomen, en tegelijk het juiste aantal parameters bepalen. Dit moet alvast resulteren in een accuratere en robuustere analyseresultaten. Het eerste deel van dit project is geconcentreerd rondom de wiskundige en technische beperkingen en zal onder andere het ontwikkelen van de nodige software bevatten. In een tweede deel ligt de nadruk op toepassingen, meer specifiek op source separation en individuele nootbewerking in een polyfone context. Organisaties: • Visielab
Onderzoekers: • Paul Scheunders • Joachim Ganseman
Toepassing van gevorderde en diffusie ondersteunde Magnetische Resonantie technieken als nieuwe onderzoeksmethode voor de studie van nanodeeltjes en hersenbiochemie Universiteit Gent Abstract: Dit project richt zich op de ontwikkeling en toepassing van diffusie NMR spectroscopie als onderzoeksinstrument voor in situ karakterisering van colloidale dispersies van metaaloxide nanomaterialen en quantum halfgeleiders. Anderzijds voorziet zij in het ontwikkelen van een geïntegreerd NMR-spectroscopisch en beeldvormingsonderzoek naar het metabool en fysiologisch profiel van neuropathologieën in proefdiermodellen. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • José Martins
Gecombineerde moleculaire dynamica (MD) en Monte Carlo (MC) simulaties voor de plasma-geassisteerde depositie van (ultra)nanokristallijne diamant ((U)NCD) films. Universiteit Antwerpen Abstract: We wensen het depositieproces van (ultra)nanokristallijne diamantfilms, gevormd via microgolf-plasma's, te bestuderen met behulp van moleculaire dynamica simulaties. We zullen hiervoor gebruik maken van de Brenner interactiepotentiaal voor koolwaterstoffen. Om het depositieproces op een realistische manier te simuleren, zullen we ook Monte Carlo simulaties ontwikkelen die de relaxatie van het systeem naar een thermodynamisch gunstigere configuratie kunnen beschrijven. Deze Monte Carlo simulaties zullen we koppelen aan de moleculaire dynamica simulaties, We wensen o.a. de invloed na te gaan van de substraattemperatuur, aangelegde (bias) spanning en gasmengsel. Organisaties: • Plasma, Laser Ablatie en Oppervlakte-modellering (PLASMANT)
Onderzoekers: • Annemie Bogaerts • Maxie Eckert
Studie van proton-proton interacties in het CMS-experiment bij de Large Hadron Collider in CERN. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project heeft als doel de gegevens te analyseren die verzameld zullen worden met de CMS-detector bij de LHC-versneller. Het behelst voornamelijk het onderzoek naar de top-quark en naar zgn. "diffractie en voorwaartse fysica". Hiertoe zal bijgedragen worden tot de uitbouw van een Belgisch TIER-2 GRID rekencentrum. Organisaties: • Elementaire-Deeltjesfysica
Onderzoekers: • Pierre M S J Van Mechelen • Nick Van Remortel • Eddi De Wolf • Albert De Roeck
Subsidie 2010 voor de centra menselijke erfelijkheid Universiteit Gent Abstract: Het betreft een jaarlijkse subsidie van de overheid aan de genetische centra voor ondersteuning van de genetische dienstverlening en in het bijzonder de genetische counselling activiteit rond erfelijkheidsproblematiek, waarbij nadruk gelegd wordt op noodzaak tot een multidisciplinaire aanpak met, naast de medische begeleiding ook het aanbiedenvan psychologische begeleiding. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Anne De Paepe
Improvement of the fertility of strongly weathered soils of the hinterland plateaus in the mining area of Katanga Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Plantaardige Productie
Onderzoekers: • Geert Baert
IBBT financiering IBCN Universiteit Gent Abstract: Er wordt onderzoek verricht op het gebied van telecommunicatie en software. Enerzijds komen netwerkarchitecturen en -protocollen aan bod: vaste meerlaagse netwerken, thuisnetwerken, gridcomputing, VPANs, persoonlijke netwerken, multimedia transport en storage. Daarnaast wordt gekeken naar opkomende mobiele en draadloze netwerken: draadloze gemaasde netwerken, draadloze sensor/actuatornetwerken, draadloze toegangsnetwerken voor snelbewegende gebruikers. Ook innovatieve architecturen voor dienstenbeheer en softwaretoepassingen komen aan bod: netwerk/dienstenbeheer, contextbewuste diensten en software, eHealth, iDTV, Thin Clients. Machine learning en experimental design. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Piet Demeester
Moleculair genetisch onderzoek naar de complexe genetica van frontaalkwabdementie. Universiteit Antwerpen Abstract: Frontaalkwabdementie (frontotemporal lobar degeneration, FTLD) is een vorm van dementie waarbij progressieve karakterveranderingen en/of taalproblemen op de voorgrond staan. Bij tot 50% van de FTLD patiënten wordt een familiale voorgeschiedenis vermeld wat duidt op een belangrijke rol van genetische factoren in de ontwikkeling van de ziekte. Causale mutaties worden teruggevonden in de PGRN, MAPT, VCP en CHMP2B genen, welke nu 10 tot 20% van de FTLD patiënten verklaren. Binnen dit project beoog ik om nieuwe genetische oorzaken te identificeren die bijdragen aan het risico op het ontwikkelen van FTLD. Hiertoe zullen genoomwijde associatiestudies worden uitgevoerd, welke toelaten het volledige genoom in hoge densiteit en op een onbevooroordeelde wijze te evalueren op associatie tussen genetische varianten en de ziekte. Wanneer uitgebreide families met mendeliaanse overerving van de ziekte worden verzameld, zullen ook genetische koppelinganalyses worden uitgevoerd voor het identificeren van nieuwe causale genen voor FTLD. Bij de identificatie van nieuwe genetische oorzaken zal er worden onderzocht of ze gecorreleerd zijn aan klinische subtypes, specifieke afwijkingen bij neurologische beeldvorming, eiwitprofielen in plasma of serum en bevindingen bij neuropathologisch onderzoek. Om dit mogelijk te maken zal ik investeren in het uitbouwen van een uitgebreide onderzoekspopulatie van FTLD patiënten die klinisch, pathologisch en genetisch in detail werden gekarakteriseerd en van wie verschillende bronnen van biologisch materiaal werd verzameld - DNA, cellijnen, serum, plasma en hersenen. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Tim Van Langenhove
Epidemologie, risicofactoren van sportletsels in Vlaanderen. Een sportspecifiek letseldetectie-en preventieprogramma. Vrije Universiteit Brussel Abstract: voor vele topsporters is sportbeoefening een dagtaak geworden, waardoor afhankelijkheid van de sporter aan zijn sport is toegenomen. De laatste jaren beoefenen steeds meer mensen een sport, wat maakt dat het aantal letsels eveneens is toegenomen. de begeleiders en de sporters zien de noodzaak in om aan letselpreventie te doen. De promotie van letselpreventie zou moeten leiden tot een groter bewustzijn, bij zowel atleten, jeugdsporters, ouders als coaches, wat betreft de maatregelen om letsels te voorkomen. Hierdoor zullen talentrijke sporters de kans krijgen om tot volle ontwikkeling te komen zonder de 'hinder' van letsels. Verder zal het mogelijk zijn om een aantal predisponerende factoren vroegtijdig op te sporen en te corrigeren. Pas de laatste jaren worden er in Vlaanderen een aantal onderzoeken uitgevoerd waarim men gegevens over sportletsels verzamelt. Aan de hand van de resultaten in deze studie kunnen er preventiestrategieën worden opgesteld. Dit maakt het mogelijk om onze sporters een betere bescherming tegen letsels te bieden. Organisaties: • Menselijke Fysiologie
Onderzoekers: • ROMAIN MEEUSEN
De invloed van klimaatverandering op de koolstof- en broeikasgasbalans van een model-laagveen. Universiteit Antwerpen Abstract: Temperatuursstijging en grondwaterdaling zijn twee belangrijke factoren van global change en beiden hebben een belangrijke invloed op de koolstof- en broeikasgasbalans van veenbodems. Dit project werd opgezet om na te gaan hoe temperatuur en grondwaterstand deze balansen beïnvloeden. Daarnaast besteden we ook speciale aandacht aan de onderliggende processen van de methaan- en lachgasemissies en hoe deze processen beïnvloed worden door veranderingen in temperatuur en grondwaterstand. Aan de Universiteit Antwerpen werd een experimenteel platform gebouwd met negen groeikamers. Elke groeikamer bevat vier mesokosmossen, gevuld met veen. In deze mesokosmossen wordt het waterniveau geregeld. Van april tot november staat het grondwater 5, 10, 17 of 24 cm onder het maaiveld. Tijdens de overige zes maanden verhogen we het grondwaterniveau met 10 cm (behalve voor het hoogste grondwaterniveau, waar de stijging slechts 5 cm bedraagt). In elke groeikamer wordt de temperatuur geregeld: drie kamers De broeikasgasemissies (CO2- CH4- en N2Oemissies) worden op regelmatige tijdstippen gemeten. Daarnaast bepalen we ook alle componenten van de koolstofbalans (DOC, POC, VOC and DIC), een aantal componenten van de stikstofbalans (NO3-, NH4+, DON and DIN) en verscheidene belangrijke parameters, zoals zuurstofconcentratie, temperatuur en bodemvochtgehalte. Bovendien meten we ook de CO2- CH4- en N2O-concentraties op verschillende dieptes
in de bodem. Via deze gegevens komen we meer te weten over de onderliggende processen van de verschillende broeikasgasemissies. Naast dit mesokosmosexperiment voeren we ook enkele nevenexperimentjes uit waarin we de onderliggende processen van de CH4-productie en oxidatie en van de N2O-productie in detail bestuderen. In deze experimentjes testen we eveneens enkele experimentele procedures. Tenslotte bepalen we de fractionatiefactoren (voor 13C) van de twee voornaamste CH4-productiewegen en van de CH4-oxidatie. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Janssens • Sara Vicca
E-government-II Hogeschool Gent Abstract: Dit project is een samenwerkingsverband tussen VVSG, V-ICT-OR, Corve en Hogeschool Gent en is een vervolg op het I-scan onderzoek (www.iscan.be). In de voorbije jaren lichtte het I-scan team een 30-tal gemeenten door op vlak van ICT- en organisatieontwikkeling en de wisselwerking tussen beide. Het vervolgonderzoek bestaat enerzijds uit het uitvoeren van de I-scan bij Vlaamse gemeenten en centrumsteden. Anderzijds omvat het vervolgtraject een onderzoek naar de effecten van een specifieke toepassing op de gemeentelijke organisatie, de gebruikers, de burgers en interbestuurlijke samenwerking. Organisaties: • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Bestuur en beleid
Onderzoekers: • Simon Vander Elst • Philippe De Rynck • An Decorte
Veranderingsprocessen in gezinnen in een ernstige opvoedingscrisis: dynamieken van verandering achter de uitkomstgegevens van IFPS (Intensice Family Preservation Services) Crisishulp aan Huis in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Voorliggend onderzoek naar de impact van crisisbegeleiding in gezinnen richt zich op (de verandering in) het perspectief op verder opvoeden en opgroeien in de context van het gezin, vanuit twee perspectieven bij zowel de betrokken ouder als de betrokken jongere, namelijk vanuit de (veranderingen in de) beleving van de aanpak van de problematische opvoedingssituatie doorheen de crisisbegeleiding enerzijds en vanuit het perspectief van de (verandering in de) beleving van de opvoedingssituatie tijdens en na de crisisbegeleiding anderzijds. Uit eerder uitgevoerd onderzoek kennen we de uitkomsten van een crisisbegeleiding in gezinnen waar sprake is van een dreigende uithuisplaatsing van de minderjarige uit het gezin naar professionele residentiele jeugdhulpverlening (Loots, G. et al., 2006; Van Puyenbroeck, H. et al., 2007). Voorliggend kwalitatieve onderzoek gaat nu verder op zoek naar de veranderingsprocessen achter deze uitkomstgegevens door middel van meervoudige kwalitatieve gevalstudies, Fenomenologische analyse van de door middel van semi-gestructureerde interviews en dagboekanalyse verzamelde gegevens gaat na welke thema's, processen en ontwikkelingen relevant zijn voor een effectieve crisisbegeleiding. Organisaties: • Orthopsychologie
Onderzoekers: • GERRIT LOOTS
Datafusie van multi-modale informatie via geavanceerde signaalverwerking, segmentatie en registratietechnieken Universiteit Gent Abstract: In dit project wordt de synthese van eendimensionale signaalinformatie en tweedimensionale beeldinformatie nagestreefd in een raamwerk waarin zowel kenmerkclassificatie, beeldsegmentatie en beeldregistratie worden geïntegreerd. Als inputsignalen worden verschillende medische modaliteiten gebruikt: electro-encephalograms, magnetische resonantie beeldvolumes en echografiebeelden van premature baby's. Het uiteindelijke doel van dit project is een theoretisch kader te ontwikkelen waarin de relevante beeld- en signaalinformatie op een hoog niveau gecombineerd kunnen worden in functie van hun diagnostische waarde. Organisaties: • Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking
Onderzoekers: • Wilfried Philips
Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting 2010. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is het inventariseren en systematiseren van bestaand materiaal over armoede en sociale uitsluiting en het opsporen en aanvullen van lacunes. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Danielle Dierckx
Van een archimedisch pluralisme naar een onderhandeld pluralisme: de relevantie van Indische visies op pluralisme voor een reconceptualisering van de Europese context; Een studie vanuit het werk van Bilgrami. Universiteit Antwerpen Abstract: Vertrekpunt is de vraag hoe religieuze visies een plaats moeten krijgen binnen het politieke discours gegeven een seculiere, maar radicaal plurale sociale en culturele context. De theoretisch-methodologische specificiteit van dit onderzoek is gelegen in de beschouwing van de Indische context die evenzeer pluraal is. Indische politieke filosofen ¿ in het bijzonder Bilgrami ¿ die hierover reflecteren, bieden een interessant standpunt om ook Europese context te reconceptualiseren. Organisaties: • Centrum voor Europese Filosofie
Onderzoekers: • Walter Van Herck
Separometrie: bijdragen tot snellere en efficiëntere methodeontwikkeling en -validatie van farmaceutisch-analytische scheidingsmethodes. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Separometrie is het gebruik van chemometrische methodes in scheidingstechnieken. Onderzoek zal verricht worden naar (a) het gebruik van minimale en weinig courante experimentele designs in methodeontwikkeling en robuustheidstesten, en naar (b) de multivariante analyse van fingerprints. (a) screening designs laten toe de factoren met de meeste invloed op de respons te identificeren. De frequents gebruikte zijn de fractionele factoriële en Plackett-Burman designs. Response surface designs laten toe de respons te modelleren teneinde optimale voorwaarden te voorspellen. Meest gebruikt zijn de central composite designs. In het project zullen minimale en minder courant gebruikte designs (kleinere designs met minder experimenten) onderzocht worden. Supersaturated designs werden reeds onderzocht en een nieuwe methode (FEAR) voor het schatten van de factoreffecten werd reeds gedefinieerd. Deze designs zullen nog verder geëvalueerd worden. Daarnaast zullen D-optimale en Rechtschaffner designs als screening designs, en optimale en uniforme designs als response surface designs onderzocht worden. Woor dit onderzoek komen alle applicaties die toelaten snelle analyses te bekomen in aanmerking. Naast HPLC analyses, zullen in deze context ook UPLC analyses interessant zijn. UPLC zou toelaten een betere resolutie en sensitiviteit in kortere analysetijden te bekomen, en dus een verhoogde analyse-throughput opleveren, wat extreem nuttig is in de context van het vergelijken van verschillende experimentele-design resultaten. (b) Chromatografische fingerprints zijn chromatogrammen, karakteristiek voor een complex staal. Eerst dienen fingerprints ontwikkeld te worden. Hierbij zijn een maximaal aantal componenten gescheiden. Daarna wordt de relevante informatie geëxtraheerd uit de fingerprints. Naast HPLC, zijn ook UPLC systemen interessant, aangezien UPLC toelaat meer pieken basislijn gescheiden te krijgen in een korter tijdsinterval. Vooral bij analyse van complexe stalen , zoals kruiden en planten-extracten, zou dit een enorm voordeel zijn. Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • Bieke DEJAEGHER
Monte Carlo-simulaties van molecuulkristallen Universiteit Antwerpen Abstract: Het gebruik van symmetrie-aangepaste rotatorfuncties bij Monte Carlo simulaties van molecuulkristallen wordt uitgewerkt. De methode wordt algemeen geformuleerd en vervolgens toegepast op C60.C8H8 en C70.C8H8 fullereencubaankristallen. Verder wordt de rol van de bilineaire translatierotatiekoppeling in C60.C8H8 en C70.C8H8 onderzocht. Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Bart Verberck
Evaluatie van de phytostabilisatie op een grote oppervlaktedefinitie en effecten op lange termijn en met het oog op het overbrengen van de resultaten op andere besmette territoria. Universiteit Hasselt Abstract: Het voorliggende contract betreft een samenwerkingsovereenkomst tussen CMK (UHasselt) en ADEME voor de periode van 01.09.2007 tot 31.12.2010. Het onderzoek betreft de evaluatie van de phytostabilisatie op een grote oppervlaktedefinitie en effecten op lange termijn en met het oog op het overbrengen van de resultaten op andere besmette territoria. Organisaties: • Milieubiologie • Anorganische en Fysische Chemie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Jaak VANGRONSVELD • Ann RUTTENS • Jan COLPAERT
Validatie van nieuwe antigenen voor reumatoïde artritis Universiteit Hasselt Abstract: Binnen het onderzoek naar reumatoïde artritis is er nood aan nieuwe ziektemerkers die gebruikt kunnen worden voor een snelle diagnose-stelling van de ziekte en die bijdragen tot een betere kennis van het onderliggend ziekteproces. Om dergelijke ziektemerkers te identificeren, hebben we in een recente studie de antilichaamprofielen geanalyseerd van vroege RA-patiënten en RA-patiënten die seronegatief zijn voor de 2 belangrijkste serologische RA-merkers. Dit onderzoek leidde tot de identificatie van 14 nieuwe RA-geassocieerde humorale antigenen. Door toevoeging van dit panel van antigenen aan serologische testen voor RA diagnose werd de sensitiviteit met 25% verhoogd waardoor de diagnostische relevantie van het panel aangetoond werd. Het doel van deze studie is de verdere validatie van de geïdentificeerde antigenen op 2 niveaus. Allereerst zal de diagnostische relevantie van de antigenen verder onderzocht worden door screening van antilichaamreactiviteit tegen het panel in grotere groepen RA-patiënten en controles. Daarnaast zal de biologische relevantie van de geïdentificeerde antigenen in het RA-ziekteproces verder onderzocht worden. Om dit doel te bereiken zal de weefselexpressie van de antigenen bepaald worden in RA en controle synoviaal weefsel. Hun rol in het RA-ziekteproces zal eveneens -in vivo- bepaald worden door toediening van deze antigenen en antilichamen gericht tegen deze antigenen in artritis-diermodellen. Organisaties: • Immunologie - Biochemie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Veerle SOMERS
KWANTUMCHEMIE Vrije Universiteit Brussel Abstract: Conceptuele Density Functional Theorie: alternatieve berekeningswijze van reactiviteitsdescriptoren en toepassingen op moleculen, vaste stoffen en biologische systemen. IN het kader van het centrale thema van het onderzoek in ALGC, Conceptuele Density Functional Theorie, wordt in een methodologisch luik voorgesteld reactiviteitsdescriptoren op een alternatieve wijze te berekenen om problemen met afgeleiden m.b.t. het aantal elektronen te omzeilen. Via een maxwell relatie kunnen deze afgeleiden omgezet worden naar fuctionaal afgeleiden m.b.t. de externe potentiaal waarvoor een storingsmethode door ons ontwikkeld werd. Evaluatie van de Fukui functie, de duale descriptor en de zg. lineaire respons functie (tot hiertoe niet numeriek berekend) en descriptoren in het gebied van spingepolariseerde DFT zullen in dit luik aan bod komen. In het toegepaste luik worden de voordelen van de perturbationele aanpak gebruikt om reacties aan oppervlakken te bestuderen (katalytische werking vaan aardalkalimetaaloxides en gedragen transitiemetaaloxiden), werk in samenwerking met Prof. B. Weckhuyzen (Utrecht). Anderzijds wordt, in opvolging van een vroegere
samenwerking met ULTR, het redoxgedrag van enzymen onderzocht met bijzondere aandacht voor de invloed van de omgeving op redoxkoppels. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • PAUL GEERLINGS
Business Intelligence Platform voor klantenidentificatie Universiteit Hasselt Abstract: Het eindresultaat van dit onderzoeksproject is het proof-of-concept prototype,dat het resultaat is van een reeds eerder uitgevoerde KMOinnovatiestudie-type 6 rond het Pay & Save-concept, uit te werken tot een volwaardig marktrijp prototype dat de pilootklanten toelaat om proefprojecten te starten waarmee zowel de functionaliteit als de stabiliteit van het platform aangetoond worden. Het Pay & Save-concept is in wezen een identificatie-beheers-systeem dat gebruik maakt van bestaande betaal- en/of bankkaarten als facilitator voor betere spaarsystemen en klantenbinding. Het identificeert dus de kaarteigenaar en stelt vervolgens deze informatie ter beschikking aan derden, zoals handelaren, die bv. een loyaliteitssysteem aanbieden en naar een vereenvoudiging van en kostenbesparing op het beheer van bestaande en nieuwe loyaliteitssystemen streven. Organisaties: • Expertisecentrum voor Digitale Media • Expertisecentrum voor Digitale Media
Onderzoekers: • Eddy FLERACKERS • Edith CLOES
Gelpermeatie chromatografie (GPC) Universiteit Gent Abstract: In dit BOF-project wordt en GPC-systeem voor absolute moleculaire gewichtsbepaling aangevraagd als basisuitrusting. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Filip Du Prez
Stigma en psychische ziekte in een cross-nationaal perspectief Universiteit Gent Abstract: Deze studie vormt een deel van een cross-nationaal comparatief onderzoek naar stigmatisering, met als einddoel het opstellen en testen van een multidisciplinair multilevel model. Aan de hand van gestandaardiseerde face-to-face interviews in een representatieve steekproef van de algemene bevolking worden in een 25-tal landen de denkbeelden, attitudes en gedragsintenties tegenover personen met psychische problemen vergeleken. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Piet Bracke
Herstelling van de flow-cytometer aan het Laboratorium voor Microbiologie, Parasitologie en Hygiëne. Universiteit Antwerpen Abstract: Herstelling van de flow-cytometer aan het Laboratorium voor Microbiologie, Parasitologie en Hygiëne. Organisaties: • Laboratorium voor Microbiologie, Parasitologie en Hygiëne (LMPH)
Onderzoekers: • Louis Maes
Voorbereiding en eerste proeve van een (gedeeltelijke) vertaling van Ruusbroecs traktaat Die geestelike brulocht. Universiteit Antwerpen Abstract: De vertaling in het Chinees van Ruusbroecs meesterwerk Die geestelike brulocht wordt voorbereid door een grondige lectuur van de zeer letterlijke Engelse vertaling. Hierbij worden de technische begrippen van mystieke aard (wesen, innich, ghemeyn) in hun samenhang genoteerd. Op basis van dit begrippenapparaat wordt de vertaling van de tekst begonnen, waarbij het apparaat permanent wordt aangevuld en bijgesteld. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ruusbroecgenootschap
Onderzoekers: • Robertus Faesen
De natie in de stad: imagining the nation beyond Benedict Anderson. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project is een aanzet tot internationale samenwerking met partners in Oxford en Leiden. Doel is de historische kennis over natievormingsprocessen in de 19de eeuw in een fundamenteel nieuwe richting te sturen. Met name het paradigma van de imagined communities van B. Anderson wordt ter discussie gesteld via een comparatief onderzoek naar de verbeelding van de natie binnen verschillende stedelijke milieus in België, Nederland en Duitsland. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Maarten Van Ginderachter
Dendritische cel vaccinatie tegen menselijk cytomegalovirus in leukemie patiënten na allogene hematopoïetische stamcel transplantatie: Een fase I / II studie. Universiteit Antwerpen Abstract: Hoge-dosis chemotherapie gevolgd door een allogene beenmerg- of stamceltransplantatie (alloSCT) is één van de standaard behandelingswijzen van acute leukemie. Echter na transplantatie, zijn deze patiënten voor een geruime periode immunodeficiënt. Dit is vooral het geval voor patiënten die bijkomende immuunsuppressieve medicatie krijgen om graft-versus-host disease (GvHD) te voorkomen. Hierdoor is reactivatie van humane cytomegalovirus (CMV), wat frequent voorkomt in allo-SCT patiënten, een belangrijke oorzaak van behandelinggerelateerde mortaliteit. In voorliggend project beschrijven we een fase I dosisescalatie studie, gebruikmakende van CMV pp65gemodificeerde dendritische cellen, in alloSCT recipiënten. Het hoofddoel van deze studie is de haalbaarheid en veiligheid van deze nieuwe
behandeling onderzoeken in een eerste groep patiënten. Ten tweede zal ook herstel van CMV immuniteit post-transplantatie onderzocht worden in een grotere groep gevaccineerde patiënten. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Zwi Berneman
Diffusie magnetische resonantie beeldverwerking met het oog op kwantitatieve groepsanalyses. Universiteit Antwerpen Abstract: Diffusie magnetische resonantie beeldverwerking met het oog op kwantitatieve groepsanalyses. Organisaties: • Visielab
Onderzoekers: • Jan Sijbers • Wim Van Hecke
Optimaal schatten en verwerken van diffusie kurtosis parameters met het oog op klinische toepasbaarheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Diffusiegewogen magnetische resonantie beeldvorming (DW-MRI) laat toe de mate van diffusie van watermoleculen in levend weefsel te bepalen. Diffusietensor beeldvorming (DTI) maakt gebruik van een Gaussiaans model om deze diffusie voor te stellen en is een veelgebruikte techniek in huidig onderzoek naar de witte hersenmaterie. Ondanks het feit dat het DTI-model tot op heden de meest toegepaste techniek binnen dit domein is en al vaak succesvol leidde tot nieuwe inzichten rondom neurologische aandoeningen, heeft het enkele fundamentele tekortkomingen waardoor nieuw technieken zich opdringen. DTI bezit bijvoorbeeld beperkte mogelijkheden om meervoudige vezelorientaties in een voxel te beschrijven, grotendeels te wijten aan de aanname van het Gaussiaanse diffusiemodel. Diffusie kurtosis beeldvorming (DKI) laat toe om diffusie niet-Gaussiaans te beschrijven [23]. Echter: (1) het bijhorende beeldvormingsproces vereist verhoogde b-waarden waardoor de SNR verlaagt. Het verschil tussen de werkelijk aanwezige Riceverdeelde ruis en normaalverdeelde ruis zal hierdoor beduidend groot worden waardoor kleinste kwadraten benaderingen onjuistheden introduceren bij het schatten van de DKI-parameters. Om de klinische en biologische meerwaarde van deze nieuwe methode tegenover DTI aan te tonen is er nood aan een set parameters die gebruikt kan worden tijdens kwantitatieve analyses. DTI wordt meestal beschreven aan de hand van twee invarianten (gemiddelde diffusie en anitrope diffusie) , maar: (2) DTI levert niet de geschikte parameters om eenduidig de invloed van myelineafbraak of axonaal verlies op het diffusieproces te kwantificeren. (3) Doordat DKI tot op heden voornamelijk theoretisch werd bestudeerd, bestaan er geen atlassen van de bijhorende parameters die kwantitatieve analyses en daaropvolgende klinische studies mogelijk maken. De hogere orde van de diffusie kurtosis tensor (DKT) in vergelijking met de DT, impliceert het bestaan van extra parameters die meerwaarde bieden bij klinisch onderzoek. Een recente theoretische studie maakt de mathematische afleiding van deze (in)variante parameters mogelijk. Het onderzoek zal volgende stappen inhouden: Doelstelling 1: bepalen van de optimale beeldvormingsparameters (o.a. gradientsterkte en - richtingen) waarbij optimaal rekening gehouden wordt met de Rice verdeling van de opgenomen diffusiegewogen data. Het doel hierbij is de juistheid en de precisie van de geschatte DKI parameters te optimaliseren. Om klinische toepasbaarheid na te streven, zal de scantijd en de praktische haalbaarheid van de beeldvormingsinstellingen steeds in acht genomen worden. Doelstelling 2: onderzoek naar de meerwaarde van kurtosis-parameters t.o.v. de huidige DTI-metingen voor de detectie van pathofysiologische verschijnselen zoals myelineafbraak, axonaal verlies, . . . . Deze vormen van weefselafbraak zullen worden gesimuleerd in muizen, waarna een vergelijk van DKT-parameters en histologie mogelijk wordt. De myelineafbraak zal gesimuleerd worden door het toedienen van zeer kleine hoeveelheden cuprizone, een stof die zorgt dat de oligodendrocyten afsterven. Een direct gevolg is het verlies van myeline rondom de zenuwvezels. Doelstelling 3: opstellen van een kurtosis-atlas op basis van de relevante kwantitatieve parameters die in doelstelling twee gevonden werden. Hierbij zal er onderzocht worden hoe de bestaande registratietechnieken voor meervoudige beelden aangepast dienen te worden voor een optimale DKT beeldregistratie en atlasvorming. Doelstelling 4: de kurtosis-atlas zal gebruikt worden om de klinische meerwaarde van DKI te beoordelen voor een voxel gebaseerd onderzoek rond Multiple Sclerose. (4) Theoretisch vormt DKI reeds een techniek die de tekortkomingen van DTI omzeilt binnen realistische scantijden. In de praktijk werden tot op heden slechts enkele klinische studies uitgevoerd. De finale meerwaarde en toepasbaarheid van DKI in klinisch onderzoek is hierdoor nog niet bekend. Organisaties: • Visielab
Onderzoekers: • Jan Sijbers • Jelle Veraart
Longitudinaal onderzoek van biomechanische, biochemische en biometrische prestatiebepalende parameters van de sprintstart bij jonge elitesprinters in het kader van talentdetectie en trainingsbegeleiding. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het aandeel van snelle spiervezels is voor het sprinten, het explosief starten in het bijzonder, een belangrijke prestatiebepalende parameter (A. Mero et al. 1992). Het voorliggende project stelt zich dan ook tot doel bij jonge sprinters een beter inzicht te verwerven in de evolutie van de spiersamenstelling (fast-slow- twitch) zoals gemeten in specifieke sprongtests (Bosco et al. 1983) en gebruikmakend van electromyografisch "getunde" wavelets (Wakeling et al. 2001). Daarbij komen nog de driedimensionele biomechanica van de sprintstart (Mero et al. 2006, Hunter et al.. 2004. Schache et al. 2000) en een selectie prestatiegerelateerde biochemische parameters (Poortmans et al. 2003. 2005 ) aangevuld met biometrische indicatoren voor lichaams-samenstelling(Sands et al.. 2005. Spenst et al, 1993). Hiervoor zouden 60 talentvolle jonge sprinters. samen met een controlegroep, vanaf 14 jaar longitudinaal doorheen hun adolescentie jaarlijks getest worden. Bij een deelpopulatie zal tevens nagegaan worden hoe jonge sprinters fysiologisch reageren op een acute belasting zoals bij sprintintervaltraining (Twist & Eston, 2005). Deze studie biedt daarom een unieke gelegenheid om biomechanische en biochemische parameters te bestuderen die invloed hebben op de sprintprestatie, de start in het bijzonder, en op de inspanningsbelasting doorheen de adolescentie bij jonge sprinters. Het is tenslotte de ultieme bedoeling om de onderzoeks resultaten terug te koppelen naar de trainers en begeleiders van jonge sprinters voor een optimale talentdetectie en -begeleiding.
Organisaties: • Biometrie en Biomechanica
Onderzoekers: • BARTOLD VAN GHELUWE
Screening van Arabidopsis thaliana deletiemutanten op zoek naar genen die een rol spelen bij signaaltransductie van stress veroorzaakt door zware metalen. Universiteit Hasselt Abstract: Planten die blootgesteld worden aan vervuilende stoffen in de bodem vertonen veranderde morfologie van het wortelsysteem, waardoor groei in gecontamineerde delen vermeden wordt. Het ontrafelen van de moleculaire achtergrond van deze responsen op contaminanten kan nuttig zijn voor de verdere verbetering van phytoremediatietechnieken. In dit project worden de morfologische veranderingen bij Arabidopsis thaliana planten, blootgesteld aan een teveel aan cadmium of koper, gebruikt in genetische screens om moleculaire componenten te identificeren die deel uitmaken van de perceptie, signaaltransductie en responsen die de veranderde wortelmorfologie bewerkstelling. Organisaties: • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Tony REMANS
Eiwit modificaties geassocieerd met oxidatieve en nitratieve stress: een gel-vrije proteoom analyse Universiteit Gent Abstract: Stijgende concentraties van "reactive oxygen species" induceren verschillende modificaties in cellulaire eiwitten. Sommige daarvan zijn oxidaties, terwijl andere te wijten zijn aan reactieve NO-derivaten. Dit kan leiden tot verandering van functie en ageert vaak als signaal. Gebruik makend van een nieuwe gel-vrije proteoom benadering, zullen we zowel de natuur van de doeleiwitten als de plaatsen van modificatie identificeren. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Kris Gevaert
Functionele testbatterij ter evaluatie van de activiteit van het autonome zenuwstelsel en de cardiorespiratoire reflexen bij patiënten met chronische aandoeningen Universiteit Gent Abstract: Patiënten met chronische aandoeningen ondervinden een versneld optreden van kortademigheids tijdens minimale fysieke inspanning. De onderliggende oorzaken van een toegenomen ventilatoir antwoord op inspanning zijn multifactorieel (cardiovasculair, pulmonair, musculair, autonoom-neurologisch of neurohormonaal). De aangevraagde apparatuur moet ons in staat stellen om de belangrijkste mechanismen, die aan de oorzaak liggen van de afgenomen ventilatoire efficientie op een niet-invasieve manier te analyseren. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Johan De Sutter • Daniël De Wolf
De Nederlandse literatuur en het literaire bedrijf in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden 1815-1830: interactie en differentiatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Object van onderzoek is de literaire interactie tussen Noord en Zuid tijdens de periode van het Verenigd Koninkrijk (1815-1830) waarin de Nederlandse overheid een actieve taal- en cultuurpolitiek voerde die was gericht op de algehele samensmelting tot één natie van twee landen met een verschillende cultureel en politiek verleden. Het is de bedoeling zowel in Noord- als Zuid-Nederland de productie, distributie en consumptie van literatuur in kaart te brengen en daarbij systematisch na te gaan of en in welke mate er sprake is van interactie en integratie op de diverse domeinen van de literaire communicatie (publicaties, auteurschap, uitgeverij, genootschappen, tijdschriften, literaire kritiek, lezerspubliek etc.) Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Piet Couttenier
Genexpressie in endometriale biopten als predictieve merker voor klinische zwangerschap na IVF. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Uit voorgaand onderzoek in het Centrum voor Reproductieve Geneeskunde blijkt een verschil van meer dan 3 dagen tussen histologische datering van het endometrium volgens Noyes en de chronologische cyclusdag op de dag van eicelaspiratie in een IVF cyclus niet compatibel te zijn met het tot stand komen van een klinische zwangerschap. Dit verschil komt echter slechts bij een minderheid (ongeveer 10%) van de onderzocht patiëntes voor en is dus niet klinisch bruikbaar als evaluatie van de endumetriumreceptiviteit. Volgen een zeer recente studie kunnen endometriumstalen met gekende als ongekende histologie geklasseerd worden in een specifieke fase van de menstruele cyclus aan de hand van hun moleculaire genexpressieprofielen. In een preliminaire studie in ons centrum waren 77 genen differentieel geëxprimeerd in 3 endometria met en 3 zonder doorgaande zwangerschap. Een kandidaat-gen (gen betrokken in de regulatie van de celproliferatie) voor endometriumreceptiviteit werd reeds geïdentificeerd. Dit gen vertoont in de literatuur tevens een gedaalde expressie in proliferatief endometrium vergeleken met vroefsecretoir endometrium. Het huidige project beoogt de verkregen preliminaire resultaten met genexpressie analyse op hormonaal gestimuleerde Endometrium biopten uitbreiden, de gevonden merkers te valideren met RT-PCR en hun expressie longitudinaal op te volgen met immunocytochemie op biopten uit verschillende stadia van normale en gestimuleerde cycli. Prospectief zullen dan de kandidaat-merkers getest worden als bloed- of weefselmerker op hun predictieve waarde voor endometriale receptiviteit. Organisaties: • Centrum voor Ethiek • Pathologische Anatomie
Onderzoekers: • Pieter IN 'T VELD • CLAIRE BOURGAIN • PAUL DEVROEY
Publicatie monografie "Strukturwandel in Grenzdialekten. Die Konsolidierung der niederländisch-deutschen Staatsgrenze als Dialektgrenze."
Universiteit Antwerpen Abstract: Publicatie monografie "Strukturwandel in Grenzdialekten. Die Konsolidierung der niederländisch-deutschen Staatsgrenze als Dialektgrenze." Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Tom Smits
Valorisatie van (ligno-)cellulose reststromen Hogeschool Gent Abstract: Het project VaLiCel onderzoekt de geschiktheid van een aantal celluloserijke reststromen (papieruitval, pulp, vlasresten, (snoei-)hout, bermgras en landbouwresidu's) in Vlaanderen op potentiële valorisatie in tweede generatie biobrandstoffen. Het project beoogt een enzymatische sacharificatie van de residuele biomassa en de daaropvolgende fermentatie in bio-ethanol. Lignocellulose reststromen met een goed rendement aan ethanol en met het minst inhiberende nevenproducten bekomen met een welbepaalde voorbehandelingstechnologie worden aan de hand van casestudies opgeschaald. De doelgroep van het project bestaat uit drie categorieën: bedrijven met een celluloserijke reststroom, bedrijven uit de bio-energie sector en enzymproducenten. De projectresultaten bieden een potentiële valorisatie voor de reststromen van de gebruikers, voorzien mogelijks in een nieuw aanvoerkanaal voor biomassa voor de bedrijven uit de bio-energie sector en kunnen de ontwikkeling van tweede generatie biobrandstoffen in Vlaanderen stimuleren. Bovendien zal de in het project ontwikkelde methodologie ook aansluiting vinden in projecten rond conversie van energiegewassen. Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Chemie
Onderzoekers: • Ingeborg Stals
Van uitstel komt afstel? Een longitudinale analyse naar nieuwe patronen van gezinsvorming aan de hand van de volkstelling van 1991 en de algemene socio-economische enquête van 2001. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De focus van dit doctoraatsproject is gelegen op de tweede kwestie waarbij de mechanismen achter de vruchtbaarheidsrecuperatie worden onderzocht bij vrouwelijke cohorten die een nieuwe standaard hebben gezet met betrekking tot uitstel van vruchtbaarheid in België. Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Jan VAN BAVEL
Onderzoek naar de pijn uitlokkende en pijn potentiërende effecten van langdurige blootstelling aan Endothelin-1 (ET-1). Universiteit Antwerpen Abstract: Endothelin-1 wordt steeds meer erkend als een belangrijke molecule in de ontwikkeling en progressie van kanker, maar ook in het tot stand kome van kanker pijn. Voorlopig werd alleen een acute toediening van ET-1 onderzocht. Dit is een opstelling die weinig gelijkenis vertoont met de klinische context. Wij stellen voor om de effecten te onderzoeken van chronische blootstelling aan ET-1 voor wat betreft spontane en uitgelokte pijn. Organisaties: • Translationele Neurowetenschappen (TNW)
Onderzoekers: • Kristof Deseure
Incidentie, infectiebronnen en preventie van enterohemorhagische Escherchia Coli in het Brussels Gewest. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Infectie met enterohemorrhagische Escherichia coli (EHEC) is een belangrijke oorzaak van bloederige diarree en het hemolytisch uremisch syndroom (HUS). Om de reële incidentie van infecties met deze voedselpathogeen in het Brussels Gewest te onderzoeken zullen faecesstalen in Brusselse ziekenhuizen worden verzameld en gescreend voor EHEC. Tevens zullen gevallen van HUS in samenwerking met centra voor kinderdialyse worden geregistreerd en onderzocht voor EHEC met zeer gevoelige technieken. Alle patiënten met een positieve kweek zullen worden opgenomen in een case-control studie. Hiermee zal de invloed van voedingsgewoonten op het voorkomen van EHEC en HUS worden onderzocht en besmettingsbronnen en transmissiewegen zullen worden geïdentificeerd. Bovendien zal getracht worden om stalen van potentiële besmettingsbronnen (voedsel, omgeving, humane contacten) te verzamelen voor analyse. In dit project zullen nieuwe diagnotische methoden (PCR-RFLP, PHIA en real-time PCR) worden geëvalueerd en geoptimaliseerd. Om de verspreiding van EHEC stammen in de maatschappij te monitoren zullen nieuwe techieken voor subtypering (sequentieanalyse, multiplex PCR en MLVA) worden onderzocht en ontwikkeld. Tenslotte zullen aan de hand van de verzamelde informatie in de case-control studie preventieve maatregelen worden voorgesteld, onder andere door het opstellen van een brochure die de bevolking moet sensibiliseren voor het gevaar van infectie met EHEC. Organisaties: • Immunologie en Microbiologie
Onderzoekers: • DENIS PIERARD • Glenn BUVENS
Uitbreiding microtoom voor semi-dunne snijtechniek met diamantmes Universiteit Gent Abstract: De studie naar de morfologie van gewervelde vertebraten vereist een analyse van macroscopisch tot microscopisch niveau. Om nog dieper in te kunnen gaan op de microscopische anatomie, is het gebruik van een microtoom uitgerust met diamantmes noodzakelijk, daar dit toelaat histologische preparaten dunner dan 5 micrometer te genereren. Deze aanvraag behelst de aanschaf van een meshouder met dergelijk diamantmes.
Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Dominique Adriaens
Ontwerpautomatisatie, analyse en modellering van multirate analoge discrete-tijdsystemen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit doctoraat is het ontwerp van multirate analoge discrete-tijdsystemen te automatiseren. Er wordt vertrokken van een beschrijving van een digitaal multirate filter om een implementatie op transistorniveau te bekomen. De evaluatie van deze techniek gebeurt aan de hand van chipontwerpen in vooruitstrevende technologieën. Gezien de complexiteit van de ontwerpen wordt er gewerkt volgens een hiërarchische ontwerpaanpak. Tijdens het ontwerp vereist deze aanpak gedragsmodellen van de lagere niveaus. Bij het schalen en de topologieselectie van de verschillende ontwerpen worden de optimale ontwerpparameters bepaald aan de hand van Pareto-optimale fronts. Bij deze optimale fronts zal er rekening gehouden worden met de parametrische yield van het ontwerp om de procesvariaties in rekening te brengen. Bij de verificatie en het gebruik van het ontwerp in een volledig systeem, is er eveneens nood aan nauwkeurigere gedragsmodellen. Deze gedragsmodellen zullen bekomen worden door de beste lineaire benadering uit te breiden van tijdsinvariante naar periodisch tijdsvariërende systemen. Hiertoe zal er gebruikgemaakt worden van speciaal ontwikkelde excitatiesignalen, multisinussignalen met een specifiek vermogenspectrum, in combinatie met bestaande simulatoren, zoals SPICE of SPECTRE. De ontwerpautomatisatie en de modelextractie zullen toegepast worden op verschillende geavanceerde technologieën die beschikbaar zijn binnen IMEC. Het gebruik van de methodologie op verschillende technologieën moet enerzijds de ontwerpautomatisatie illustreren en anderzijds inzicht geven over de relevantie van switched-capacitorschakelingen in toekomstige technologieën. Organisaties: • Elektronica en Informatica • Elektriciteit
Onderzoekers: • Lynn BOS • YVES ROLAIN
De rol van niet-efficiëntieoverwegingen in de toepassing van artikel TFEU (ex artikel 81 EC) in de audiovisuele en telecomsector. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Mijn doctoraal onderzoek analyseert de rol van niet-efficientieoverwegingen in de toepassing van de Europese concurrentieregels, meerbepaald de 'antitrust'-regel m.b.t. overeenkomsten tussen ondernemingen (Art. 101 TFEU, ex Art. 81 EC). Het vertrekpunt is de observatie dat het karakter en de doelstellingen van het het Europese concurrentiebeleid fundamenteel gewijzigd zijn de afgelopen 50 jaar. Sinds 1962 evolueerde het beleid - parallel met eerdere ontwlkkelingen in de VS - van een formalistische, multi-valued benadering naar een praktijk die in toenemende economische georienteerd is en in een steeds grotere mate klemtoon legt op de doelstelling economische efficientle te bevorderen. Het onderwerp onderzoekt de implicaties van deze trend voor de inachtneming van overwegingen die een enge economische efftcientle-fccus overstijgen. De beslissingspraktijk van de Europese Commissie in de audiovisuele en telecommunicatiesector wordt hiervoor aan een grondige juridische analyse onderworpen. Beide sectoren vormen een erg relevante case studie voor het onderwerp. Niet alleen omwille van het toenemende belang van concurrentiebeleid in deze sectoren (als gevolg van liberallserinq, deregulering en concentratietendenzen) maar ook omdat hier vaak bredere publieke belangen opduiken wanneer de concurrentieregels worden toegepast. Sommige van de meest scherpe discussies over de huldige rol en finaliteit van de concurrentieregels worden dan ook in deze context gevoerd. Het onderzoek focust op de rol van vier specifieke nietefficientieoverwegingen. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • CAROLINE PAUWELS
Whiteheads "Science and the Modern World" herschreven. Van wetenschapsgeschiedenis naar cultuurdiagnose. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is het herschrijven van SMW, en 'herschrijven' wil zeggen: interpreteren, evalueren en actualiseren in het licht van het gehele oeuvre van Whitehead en van de relevante secundaire literatuur, maar vooral in bet licht van de evolutie van de Westerse cultuur sinds 1925. De cultuurfactor die voor Whitehead de achtergrond en de rode draad bij het schrijven van SMW vormde, was de natuurwetenschap. Ook onze gids bij het herschrijven van SMW is de evolutie van de wiskundige natuurkunde. Maar: hoe centraal de ontwikkelingsgeschiedenis van de mathematische fysica ook moge staan, toch is de bestudering ervan geen doel op zich. Het uiteindelijke doel is het expliciteren van de cultuurfilosofische relevantie van SMW. Om het in een slagzin samen te vatten: samen met Whitehead willen wij de stap zetten van wetenschapsgeschiedenis naar cultuurdiagnose. Of nog: met het herschrijven van SMW willen wij Whitehead herintroduceren als een vanuit de exacte wetenschappen denkende cultuurcriticus. Organisaties: • Centrum voor Europese Filosofie
Onderzoekers: • André Cloots • Guido Vanheeswijck
Genoomwijde screening naar gemethyleerde genen en microRNA's in neuroblastoom Universiteit Gent Abstract: Het hoofddoel van dit project is het verwerven van inzichten in de epigenetische veranderingen die bijdragen tot het ontstaan en de progressie van neuroblastoom (NB). Hierbij beogen we de identificatie van genen en signaalwegen die verstoord zijn in de verschillende NB subtypes met bijzondere aandacht voor mogelijke druggable targets. Daarbij aansluitend zal aandacht gaan naar een verbeterde prognostische stratificatie voor NB patiënten en de selectie van NB patiënten die in aanmerking komen voor dergelijke nieuwe behandelingen. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Franki Speleman • Jasmien Hoebeeck
Ontwikkeling van een 3D numeriek model met adaptief grid voor de vorming en voortplanting van meanders in een rivier Universiteit Gent Abstract: Natuurlijke rivieren in vlak terrein vertonen meestal een meanderend verloop, dat zich zowel zijdelings als naar afwaarts voortplant. In dit projectvoorstel wordt een originele oplossingsmethodiek voorgesteld voor de numerieke modellering van de vorming en voortplanting van een meanderende rivier, waarbij bijzondere aandacht besteed wordt aan de implementatie van een adaptief grid om de dynamische wijzigingen van het rivierbed in planvorm te volgen. Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Ronny Verhoeven • Peter Troch • Jan Vierendeels
Tumor-micromilieu interacties als therapeutisch doelwit in multiple myeloma. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Multipel myeloma (MM) is een B cel maligniteit welke de tweede meest voorkomende hematologische kanker vertegenwoordigt. Ondanks recente therapeutische ontwikkelingen blijft MM een ongeneeslijke ziekte en dit vooral door chemotherapeutische resistentie. Het doel van de huidige studie is de identificatie van sleutelmoleculen in de beenmerg micro-omgeving die de myeloma ziekte ondersteunen en zo ook het identificeren van potentiële therapeutische targets. Organisaties: • Hematologie
Onderzoekers: • Karin VANDERKERKEN
Karakterisering en modulatie van microglia responsen na transplantatie van allogene beenmerg-afgeleide stromale cellen in het centrale zenuwstelsel van immuun-competente muizen. Universiteit Antwerpen Abstract: De korte/lange termijn overleving van allogene beenmerg-afgeleide stromale celtransplanten zal worden bepaald door combinatie van niet-invasieve in vivo imaging technieken, immunohistochemische analyses specifiek voor de verschillende betrokken celtypes en immunologische tests (ELISPOT). De stromale cellen zullen genetisch gemanipuleerd worden ter expressie van neuro-immuun regulerende proteïnen teneinde de microglia responsen te moduleren. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Bart Tambuyzer
VIB-Ontcijfering van de moleculaire mechanismen van neuronale dysfunctie veroorzaakt door DI-CMTC geassocieerde mutaties in YARS met behulp van een Drosophila DI-CMTC model. Universiteit Antwerpen Abstract: VIB-Ontcijfering van de moleculaire mechanismen van neuronale dysfunctie veroorzaakt door DI-CMTC geassocieerde mutaties in YARS met behulp van een Drosophila DI-CMTC model. Organisaties: • VIB DMG - Neurogenetica
Onderzoekers: • Albena Jordanova
Mee schrijven aan de ontwikkeling van de Aanbeveling Alcohol. Universiteit Antwerpen Abstract: Mee schrijven aan de ontwikkeling van de Aanbeveling Alcohol. Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Paul Van Royen
Moleculaire genetische analyse van idiopathische epilepsieën: genidentificatie via copy number variation (CNV) analyse. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project beogen we nieuwe genen te identificeren die betrokken zijn bij idiopathische vormen van epilepsie. We concentreren ons hierbij in een eerste fase op een patiëntengroep die tot op heden nog niet systematisch bestudeerd werd en tevens introduceren we hiervoor de relatief recent ontwikkelde techniek van array Comparative Genomic Hybridization (aCGH) technologie om copy number variations (CNV's) te identificeren. Organisaties: • VIB DMG - Neurogenetica
Onderzoekers: • Peter De Jonghe • Philip Holmgren
Simultane chemische en structurele analyse van micropartikels met micro-Raman spectrometrie gekoppeld aan elektronen probe microanalyse. Universiteit Antwerpen Abstract: De fundamentele doelstellingen van dit project kunnen als volgt worden samengevat: -Installatie en implementatie van een interface tussen de aanwezige Renishaw micro-Raman spectrometer en een JEOL EPMA/SEM instrument. -Analyse van verschillende monsters, verbindingen, materialen en standaarden om de mogelijkheden van de gecombineerde techniek te onderzoeken. -Toepassing van micro-Raman/SERS voor de analyse van atmosferische aerosolen, en een vergelijking van de bekomen resultaten met deze van EPMA/SEM-EDX metingen -Toepassing van gecombineerde micro-Raman/EPMA metingen op milieu monsters en technologische micro-partikels. -Samenwerking met collega's die behoefte hebben aan verbeterde analytische capaciteiten voor andere types van onderzoek. Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Rene Van Grieken
Multi-agent Reinforcement Learning in Large State Spaces. Vrije Universiteit Brussel Abstract: I) Probleemstelling en doelstellingen Multi-agent systemen (MAS) zijn een recent paradigma waarmee een brede waaier van complexe problemen kan opgelost worden. MAS zijn en collectie van autonome agenten die onafhankelijk van elkaar handelen en die beschikken over lokale informatie en (eventueel beperkte) communicatiemogelijkheden. Tot op heden worden voornamelijk propositionele technieken gebruikt om de omgeving, waarin de agenten actief zijn, voor te stellen. Dit is echter in grote werelden met veel toestanden geen geschikte aanpak. In dit project stellen wij voor om het huidige MAS-framework te versterken door singleagent technieken, aan te passen naar omgevingen waarin meerdere agenten actief zijn. Deze single-agent technieken zijn gebaseerd op gefactoriseerde voorstellingen van de omgeving (i.e. beslissingsbomen, relaties, Bayesiaanse netwerken) en op macro-acties.
II) Methodiek Voor de uitbreiding van de huidige technieken zal gesteund worden op technieken uit het single-agent framework, die ontwikkeld zijn met het oog op grote toestandsruimtes. Ten eerste zullen we de bestaande technieken evalueren in een MAS setting waarbij de agenten geen weet hebben van elkaars aanwezigheid (Independent Learners). Vervolgens wensen we deze technieken aan te passen naar systemen waarin de agenten wel degelijk op de hoogte zijn van de aanwezigheid van andere agenten. Hierbinnen gaan we nog onderscheid maken op basis van de mogelijkheid tot communicatie, de aanwezigheid van een leraar, enz. We gaan ook een onderscheid maken tussen systemen waarin agenten hetzelfde doel, of tegenstrijdige doelen hebben. Ten slotte willen we de werking van deze technieken demonstreren in een case study van een realistisch, practisch probleem. Organisaties: • Computationele Modelering Lab
Onderzoekers: • ANN NOWE
VIB-Identificatie van differentiële eiwit-eiwit interactie netwerken in CMT. Universiteit Antwerpen Abstract: VIB-Identificatie van differentiële eiwit-eiwit interactie netwerken in CMT. Organisaties: • VIB DMG - Perifere Neuropathieën
Onderzoekers: • Vincent Timmerman
Betacelfunctie in (pre)type 1 diabetes. Universiteit Antwerpen Abstract: Deze studie wil biologische criteria bepalen die verlies van betacelmassa op korte tijd weergeven en dus een versnelde evolutie naar type 1 diabetes. Deze criteria helpen bij de keuze van het tijdstip en het type van preventie, vergemakkelijken de samenstelling van meer homogene groepen studiepersonen (op basis van residuele betacelmassa, homogeen risico op betaceldestructie tijdens interventieduur) en leiden tot herkennen van functionele merkers die als "surrogate endpoints" kunnen worden gebruikt. Op deze manier wordt de omvang van de studiegroepen verminderd evenals de opvolgingstijd die nodig is om significante effecten van een testsubstantie te onderzoeken. Organisaties: • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Luc Van Gaal
Identificatie en karakterisatie van genen verantwoordelijk voor slechthorendheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Slechthorendheid is een zeer frequente handicap die verreikende sociale en psychologische gevolgen kan hebben. Volgens de laatste gegevens van Kind en Gezin komt congenitale slechthorendheid in Vlaanderen voor bij ongeveer 1 op 700 pasgeborenen. In meer dan de helft van de gevallen wordt de slechthorendheid veroorzaakt door een mutatie in één enkel gen (monogeen). Op dit moment zijn ongeveer 40 verschillende genen voor niet-syndromale monogene slechthorendheid gekend, maar een meerderheid van de verantwoordelijke genen blijft nog steeds onbekend (zie Hereditary Hearing loss Homepage voor een overzicht en publicaties: http://webhost.ua.ac.be/hhh/). Erfelijke slechthorendheid is dan ook een extreem voorbeeld van genetische heterogeniteit. Gehoorverlies dat ontstaat op latere leeftijd is nog veel frequenter dan slechthorendheid bij jonge kinderen. In tegenstelling tot erfelijke slechthorendheid bij kinderen, die vrijwel steeds monogeen is, omvat slechthorendheid met aanvang op latere leeftijd een diverse groep van complexe aandoeningen veroorzaakt door een samenspel van genen en omgeving. Ouderdomsslechthorendheid, lawaai-geïnduceerde slechthorendheid, en otosclerose behoren tot de meest frequente vormen. Tot op heden werden nog geen genetische risicofactoren geïdentificeerd. Ons laboratorium verricht sedert jaren lokalisatie en identificatie van genen voor erfelijke slechthorendheid. Hoewel dit in het huidige project wordt verdergezet, behelst het slechts een kleiner luik van dit project. De nadruk voor de monogene aandoeningen ligt meer op de karakterisatie van genen en op de ontrafeling van de pathofysiologische mechanismen die leiden tot gehoorverlies. Hierbij ligt de focus op DFNA5 en TGF-beta. Muismodellen spelen een belangrijke rol bij deze functionele analyse. Belangrijke ervaring met muismodellen voor erfelijke slechthorendheid werd reeds in ons laboratorium opgedaan met de analyse van een DFNA5 knockout model (Van Laer et al, Neurobiol Dis 19, 386-399, 2005) en een TECTA knock-in mutant (Legan et al, Nature neurosci, 8:1035-42, 2005). Een tweede luik, dat een groeiend belang inneemt in het onderzoek, maakt gebruik van technieken voor de analyse van complexe ziekten. In het kader van dit project zullen deze technieken worden gebruikt voor het opsporen van genen die het fenotype van GJB2 patiënten, de meest voorkomende vorm van erfelijke doofheid, modificeren. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Guido Van Camp
Uitwerken van een integraalplan voor de scholengroep Leuven-Tienen-Landen Universiteit Hasselt Abstract: Het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap wil voor Scholengroep 11, Leuven Tienen Landen, een integraalplan laten opmaken. Dit integraalplan moet de ontwikkeling van Scholengroep 11 aangeven voor de komende 10 à 20 jaar. Het onderzoek vertrekt vanuit het onderwijsaanbod van de scholengroep in de verschillende gemeenten en steden en koppelt hieraan een langetermijnvisie inzake de voorzieningen (schoolgebouwen, sportinfrastructuur, ). De scholengroep omvat 36 scholen en 5 centra voor leerlingen-begeleiding in de volgende gemeenten: Boutersem, Herent, Heverlee, Kessel-Lo, Landen, Leuven, Tienen, Zoutleeuw,en Wilsele. Verschillende dimensies moeten geanaliseerd worden. Mobiliteit is tevens één van de dimensies die geanaliseerd moet worden en waarvoor een toekomstvisie moet ontwikkeld worden. Dit zal de opdracht zijn van het IMOB. Meer concreet zal het IMOB instaan voor de opmaak van: - een bereikbaarheidsprofiel: het in kaart brengen van het mobiliteitsaanbod voor auto, OV, fiets en voetgangersverkeer; - een verkeersveiligheidsprofiel: het in kaart brengen van verkeersveiligheidssituaties in de schoolomgeving a.d.h.v. ongevallendata en infrastructurele risicosituaties; - en een mobiliteitsprofiel: het in kaart brengen van de mobiliteitsgeneratie van de school. Verder zal het IMOB knelpunten en opportuniteiten identificeren door het bereikbaarheids- en verkeersveiligheidsprofiel te confronteren met het mobiliteitsprofiel. Organisaties: • Verkeersveiligheid • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Tom BRIJS
Ontwikkeling en validering van een carrièretransitiemodel en identificatie van variabelen van invloed op het beëindigen van de carrière bij elite atleten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek naar de carrière-beëindiging heeft niet alleen geleid tot het ontwikklen van diverse procesmatige "retirement" modellen maar ook tot het conceptualiseren van het carrière-einde als een "transitie" tussen twee ontwikkelingsfasen, eerder dan als een eindpunt in de ontwikkeling van het individu. In acht nemend dat er, in tegenstelling tot andere populaties, tot op heden relatief weinig systematisch en gestructureerd onderzoek werd verricht naar de carrièrebeëindiging bij professionele topsporters, stelt dit onderzoek zicht de volgende drie doelen: (a) het ontwikkelen en toetsen van een transitiemodel van het proces van topsportcarrière-einde, (b) het identificeren van variabelen (en hun samenhang) die van invloed zijn op de duur, de subjectieve perceptie en beleving, en de gevolgen van het topsportcarrière-einde, en (c) het door (a) topsporters in individuele sporten (Vrije Universiteit Brussel, topsportfederaties, topsportscholen, het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité) en (b) "significante anderen" (ouders, siblings, peers, trainers/coaches, partner ) zal bevraagd worden aan d ehand van een combinatie van kwantitatieve instrumenten en kwalitatieve technieken. Structural equation modeling zal gehanteerd worden om tot modeltoetsing te komen (zie onderzoeksdoel [a]). Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • PAUL WYLLEMAN
De vrijmetselarij en de constructie van nationale identiteiten in België (19e eeuw / vroege 20ste eeuw). Vrije Universiteit Brussel Abstract: De historische relatie tussen vrijmetselarij en de constructie van nationale identiteiten staat volop in de belangstelling. Recent werd een project dat deze problematiek op Europees niveau wil bevragen door de ESF gehonoreerd. Steunend op de jongste theoretische (constructivistische en etno-symbolistische) bevindingen rondom natievorming, wensen de promotoren bij deze werkzaamheden aan te sluiten en de specifieke bijdrage van de Belgische vrijmetselarij tot het construeren van Belgische identiteiten en subidentiteiten te onderzoeken. Daarbij wordt vertrokken van de essentiële spanning tussen het kosmopolitische doel van de organisatie en de reële band met nationalisme. In dat licht wordt de vrijmetselarij, enerzijds, extern beschouwd als afspiegeling van bredere maatschappelijke verschijnselen maar, anderzijds, ook intern als producent van culturele artefacten met expliciet nationaal of nationalistisch karakter. Deze elementen worden onderzocht op diverse niveaus. Vooreerst wordt de graad van "geconstrueerdheid" van nationale identiteiten bevraagd. Vervolgens wordt de relevantie van de lokale, regionale, nationale en koloniale dimensies bekeken. Het recent uit de ex-USSR gerestitueerde archiefmateriaal zal hiervoor ten volle worden benut. Organisaties: • Interdisciplinaire Onderzoeksgroep Vrijmetselarij • Geschiedenis
Onderzoekers: • Anais MAES • JEFFREY TYSSENS
BOF/IWT-opvangmandaat (Melanie Verlinden). Universiteit Antwerpen Abstract: BOF/IWT-opvangmandaat (Melanie Verlinden). Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Reinhart Ceulemans • Melanie Verlinden
Feasibility and potency of a IL-12-secreting multi-antigen dendritic cell vaccine in patients with leukemia and myeloma: a two-center trial. Universiteit Antwerpen Abstract: Niettegenstaande vooruitgang in de behandelingsmethoden voor acute myeloïde leukemie (AML) en multiple myeloom (MM), hervalt een hoog percentage van deze patiënten ten gevolge van persisterende residuele maligne cellen. In voorliggend onderzoeksvoorstel, zullen we actieve specifieke immunotherapie van AML en MM patiënten in remissie valideren door deze intradermaal te vaccineren met autologe dendritische cellen opgeladen met mRNA coderend voor het Wilm's tumorantigen (WT1), voor de receptor voor hyalurongemedieerde motiliteit (RHAMM), en voor IL12p70. De belangrijkste objectieven van deze studie zijn: (1) de haalbaarheid en klinische veiligheid van een polyvalent mRNA-gemodificeerd DC vaccin onderzoeken, (2) analyse van de capaciteit van het vaccin om WT1/RHAMM-specifieke T celresponsen te stimuleren en (3) evaluatie van objectieve responscriteria als preliminair bewijs voor anti-leukemische en anti-myeloom activiteit in AML en MM patiënten. Organisaties:
• Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Zwi Berneman
Onderzoek naar de muziek van Nicolaus A. Huber Hogeschool Gent Abstract: Het opzet van het onderzoek is de bestudering en situering van de muziek van de Duitse componist Nicolaus A. Huber (°1939) vanuit verschillende invalshoeken: de klassieke muziekanalyse, de analysetechnieken zoals momenteel ontwikkeld aan de Univeristeit Gent binnen de cognitieve muziek-psychologie, de muzieksociologie, de muziekgeschiedenis, de uitvoeringspraktijk (opname van een CD met deze muziek), de psychologie-politicologie-theaterwetenschappen (voor zover deze relevant zijn ten aanzien van de werkwijze van de componist), de (artistieke) grensvervaging, e.a. Organisaties: • Departement Conservatorium • Vakgroep Theorie
Onderzoekers: • Filip Rathe
Opbouw van basisinzicht in okara, een co-product van de sojamelkproductie Universiteit Gent Abstract: In dit project wordt beoogd functionele componenten uit okara, een coproduct van de sojamelkproductie, te isoleren en de functionaliteit ervan te verhogen. De bioactiviteit van zowel de dieetvezel/oligosaccharide fractie als de proteïnehydrolysaten/peptide fractie zal onderzocht worden. Met betrekking tot de dieetvezelfractie zal voorname aandacht uitgaan naar prebiotische effecten die zullen worden onderzocht in vitro simulatoren van het menselijke spijsverteringskanaal. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste ecologie en milieubiologie
Onderzoekers: • Willy Verstraete
Characterisation of the role of astrocytic B2-adrenergic receptors in multiple sclerosis: an invivo approach. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Multiple sclerose is een chronische neurodegeneratieve aandoeningen die vooral jonge, actieve patiënten treft. De impact op persoonlijk zowel als socio-economisch vlak van deze aandoening zijn dramatisch. De etiologie blijft tot op heden grotendeels onbekend en de huidige behandelingen hebben eerder bescheiden effecten op het ziekteverloop. Bovendien blijft de impact van ehandeling op lange termijn en de progressieve vormen van de ziekte onbepaald. Uit voorgaand onderzoek bleek dat astrocyten bij MS deficiënt zijn aan ?2-adrenerge receptoren. Deze receptoren spelen een belangrijke rol in een hele reeks processen die een van belang zijn bij het ziekteproces van MS. De receptor onderdrukt inflammatie, reguleert de expressie van neurotrofe factoren, ondersteunt het metabolisme van de neurotoxische transmitter glutamaat, stuurt de glycogenolyse aan die voor de energietoevoer naar axonen instaat. Het doel van ons onderzoeksproject betreft de translatie van preliminaire in-vitro bevindingen omtrent de rol van ?2-adrenerge receptoren naar invivo onderzoek in fysiologische en pathologische omstandigheden. Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • Ralph CLINCKERS
Onderzoek naar de residentiewerking. Universiteit Antwerpen Abstract: In opdracht van het Agentschap Kunsten en Erfgoed, zullen eerst en vooral alle residentieplekken in Vlaanderen opgelijst worden, alsook de residentieplekken in het buitenland waarmee Vlaanderen samenwerkt. Vervolgens zal een kwalitatieve analyse gemaakt worden van een aantal typen van residentieplekken en zal via kwalitatieve interviews onderzocht worden in welke mate deze residenties ook invloed hebben op de individuele kunstenaarsloopbanen. Op basis daarvan zullen beleidsaanbevelingen geformuleerd worden. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Annick Schramme
Subcontract to main contract between ULB and the Federal Public Services BePASSTA-studie (Belgian PAediatric Short STAy studie) Universiteit Gent Abstract: In de kindergeneeskunde doet zich, net zoals in andere specialismen, een verschuiving voor van traditionele ziekenhuisopnames naar zorgverleningmodaliteiten van korte duur zoals medische en chirurgische dag hospitalisatie, observatie. Het doel van deze studie (d.m.v. kwalitatief en kwantitatief onderzoek) was het formuleren van aanbevelingen inzake de organisatie en financiering van de zorg voor kinderen die gedurende een korte tijdsduur (<24uur) in het ziekenhuis verblijven. Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Lieven Annemans
Reconversie van de metalen draagstructuur van gebouwen uit 1860-1920. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Probleemstelling. De reconversie van historische panden is een belangrijk maar complex hedendaags facet van de bouwnijverheid. Toch wordt men in de praktijk nog steeds geconfronteerd met een gebrek aan informatie. Dit probleem stelt zich zeker voor de metalen draagstructuur van gebouwen daterend van 1860 tot 1920 omdat de productie van ijzer en staal een grote evolutie doormaakte in deze periode. Doelstelling. Opstellen van een referentiewerk voor de reconversie van bouwwerken met een metalen draagstructuur uit 1860-1920. Het bepalen van de innoverende rol van historische gebouwen op bouwtechnisch vlak. Het opzoeken, groeperen, aanvullen, verwerken en inzetbaar maken van
informatie over de productieprocédés, materialen, bouwtechnieken en berekeningsmethoden van metalen draagstructuren van gebouwen in België uit de periode 1860-1920. Het afleiden, opstellen en uitschrijven van een methodologie voor de reconversie van metalen draagstructuren van gebouwen. Methodiek. Het verloop omvat drie fases: de informatievergaring, de toetsing dmv casestudys en de verwerking tot een methodisch referentiewerk voor reconversie. Organisaties: • Metallurgie, Elektrochemie en Materialenkennis • Architectonische ingenieurswetenschappen
Onderzoekers: • JEAN VEREECKEN • INE WOUTERS
Ontwerp en evaluatie van DSL-systemen met exploitatie van 'common mode'-signalen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: DSL-technologie (`digital subscriber line') laat toe breedbanddiensten aan te bieden over de`twisted pair' koperdraden van het huidige telefonienetwerk. Elektromagnetische koppeling tussen verschillende koperparen in dezelfde bundel leidt echter (vooral in nieuwe systemen die bijvoorbeeld gebruik maken van hogere frequenties) tot overspraak en daardoor beduidende performantievermindering, eventueel zelfs volledige uitval. Via dynamisch spectrummanagement en overspraakonderdrukkingstechnieken kan een gedeeltelijk herstel aangeboden worden. In dit project wordt theoretisch onderzocht hoe de (tot dusver afwezige) exploitatie van 'common mode'-signalen kan bijdragen tot een substantiële bekamping van deze performantievermindering en eventueel zelfs voor een supplementaire capaciteitsverhoging zou kunnen zorgen. Specifiek zal daarbij aandacht besteed worden aan transmissiekanaalkarakterisering en fysische lijn- en overspraakmodellering, en aan het ontwikkelen van theoretische concepten voor een verbeterd dynamisch spectrummanagement dat expliciet gebruik maakt van 'common mode'-signalen en eventueel -signalisatie. Overspraakonderdrukking en DSM in het bijzonder zijn recente thema's die momenteel internationaal zeer veel aandacht krijgen, zowel in de academische wereld (e.g. Stanford University, USA) als in bedrijven en standardisatie-organisaties. De exploitatie van 'common mode' signalen biedt hierbij wellicht nieuwe mogelijkheden, die echter tot dusver veruit onontgonnen bleven. Daarom is het hier voorgestelde onderzoek o.i. waardevol, strategisch en relevant. Daarenboven is het tegelijkertijd fundamenteel en expliciet toepassingsgeoriënteerd, waarbij de bekomen resultaten uiteindelijk moeten resulteren in zowel wetenschappelijke publicaties als (op langere termijn) concrete realisaties. Organisaties: • Elektriciteit
Onderzoekers: • LEO VAN BIESEN
Verstrooiing van licht aan nanogestructureerde elektro-optische componenten Universiteit Gent Abstract: Vloeibare kristallen, zonnecellen en beeldschermen zijn elektro-optische componenten waarin lichtpropagatie essentieel is. Traditioneel worden deze componenten beschreven door eendimensionele simulaties omdat de laterale variaties zich over een grotere schaal afspelen dan de golflengte van het licht. Het doel van dit project is het ontwikkelen, in samenwerking met verschillende partners,van expertise voor de realisatie, simulatie en karakterisatie van verstrooiing aan nanogestructureerde componenten Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Patrick De Visschere • Marc Burgelman • Kristiaan Neyts
Systematisering en transcriptie van dialectopnamen. Universiteit Antwerpen Abstract: Voor mijn doctoraat "Structuurverandering in grensdialecten" werden in NL en D spraakdata opgenomen. Ze bevatten o.a. taalmateriaal voor 27 onderzochte linguïstische variabelen. Het volledige corpus is grotendeels nog niet ontsloten en bevat waardevolle informatie voor baanbrekend taalveranderingsonderzoek. Voor transcriptie en systematische opslag ervan wordt een jobstudent aangeworven die onder begeleiding van de projectleider zal werken. Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Tom Smits
Studie naar de rol van onzuiverheden bij de kristallisatie van biologische macromoleculen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is om op zowel kwantitatieve als kwalitatieve wijze het effect van onzuiverheden na te gaan op de kinetiek en kwaliteit van eiwitkristallen. We willen een nieuw onzuiverheidsmodel ontwikkelen en inzicht verkrijgen in de mechanismen van onzuiverheidincorporatie in kristallen en de effecten op de kristalkwaliteit. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • JAN STEYAERT • DOMINIQUE MAES
Temporeel logisch programmeren als basis voor een declaratieve aspecttaal voor event-driven programmeren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In het implementeren van grafische user interfaces, gedistribueerde applicaties, web services etc gebruikt men het event-driven paradigma. Daarin doet zich ook het welbekende probleem van 'crosscutting concerns' voor, waardoor de implementatie van een zelfde functionaliteit verspreid geraakt over verschillende afhandelingsprocedures van events. Bovendien hangen die crosscutting concerns af van temporele relaties tussen events, zowel verleden als toekomstige events. Aspect-gericht programmeren biedt misschien wel al oplossingen voor het modulariseren van crosscutting concerns, maar eigenlijk zijn geen van de bestaande aspecttalen of implementatietechnieken helemaal geschikt voor het event-driven paradigma. Net omdat zij geen voldoende ondersteuning bieden voor het uitdrukken van zulke temporele relaties.
Het doel van dit project is eerder gepresenteerd werk rond temporele logica voor aspecttalen uit te breiden om temporele relaties tussen events in het event-driven paradigma uit te drukken. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • THEO D'HONDT
Wetenschappelijke analyse van het Belgisch Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Belgische Staat. UA levert aan de Belgische Staat de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM)
Onderzoekers: • Steven Van Hecke
Ontwikkeling van methoden voor hoge doorvoer, regiospecifieke transcriptoomanalyse en de toepassing ervan in psychiatrische ziekten. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit doctoraatsproject heeft als doel het ontwikkelen van methode(n) voor de systematische hoge doorvoer screening van het transcriptoom. De methode zal een combinatie zijn van bio-informatica en nieuwe experimentel technieken en zal uit drie opeenvolgende stappen bestaan. In de eerste stap worden alle mogelijke transcripten in een genomische regio voorspeld. Hiervoor zal bestaande en nieuwe software gecombineerd worden tot een sensitieve predictie pipeline. De tweede stap bestaat uit de hoge doorvoer experimentele detectie van de transcripten met behulp van het massief parallelle sequencing GS FLX platform (Roche). De transcriptsequenties gegenereerd door dit platform worden in de derde stap geanalyseerd met hiervoor ontwikkelde software. Deze methode laat toe om een veel beter inzicht te krijgen in het transcriptoom van bepaalde genomische regio's. Organisaties: • VIB DMG - Toegepaste Moleculaire Genomica
Onderzoekers: • Jurgen Del-Favero • Bart Aelterman
Onderzoek bijzondere jeugdbijstand. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject beoogt een grondig onderzoek naar: -de bestaande noden in de sector bijzondere jeugdbijstand in de provincie Antwerpen -de oorzaken van de tekorten in het aanbod bijzondere jeugdbijstand (vb. de kloof tussen de geprogrammeerde en effectieve capaciteit) -de sociologische mechanismen die aan de stijgende vraag ten grondslag liggen -de manieren waarop op deze situatie kan worden ingegrepen worden Organisaties: • Facultaire Onderzoeksgroep PSW
Onderzoekers: • Therese Jacobs • Kristel L R Driessens
Ontwikkeling van n-type polymeren als een alternatief voor oplosbare C60 derivaten en hun gebruik in organische zonnecellen Acronym: SolarNtype Universiteit Hasselt Abstract: Het netwerk solarNtype zal bijdragen aan het ontwerp, de synthese en het testen van apparatuur in de nieuwe oplossing- verwerkbaar-ntype "electron acceptor" geconjugeerde polymeren, die gebruikt worden als alternatief voor kleine C60 derivaten voor toepassing in organische zonnecellen. Algemene onderzoeksdoelstellingen: -Het gebruik van acceptor polymeren als alternatief voor de C60 en PCBM kan anticiperen op een aantal doorbraken in de controle van de langetermijn dunne film morfologie in organische bulk heterojunction zonnecellen en andere vormen van organische apparaten op basis van polymeren. -Het gebruik van polymeer / polymeer mengsels zorgt voor een gemakkelijkere en goedkopere verwerkbaarheid op grote schaal - Het bestaan van alternatieve materialen voor de acceptor PCBM voorkomt eventuele toekomstige monopoliesituaties wanneer organische bulk heterojunction zonnecellen worden gecommercialiseerd. Een sterke multidisciplinaire en intersectorale aanpak is een doel van het netwerk met een hoge mate van integratie in een brede waaier van competenties: chemie, analytische analyse, de elektrische en optische karakterisatietechnieken, toestel- fabricage en up-scaling technologie. Dit alles in een context van voortdurende interactie en samenwerking tussen de verschillende sectoren van activiteit: universiteiten, internationale onderzoeksinstituten en gerenommeerde industriële ondernemingen (KMO's). Het SolarNtype netwerk stelt de volgende uitdagende doelstellingen: 1. Een sterke interdisciplinaire en intersectorale aanpak, met een hoge mate van interactie, is van essentieel belang voor het netwerk. De synergie van de know-how aanwezig in de verschillende onderzoeksgroepen, allemaal met een sterke internationale reputatie in hun subvelden, zal zorgen voor een snelle vooruitgang en doorbraak, en zal de juiste omstandigheden voor de technische vooruitgang en de opleidings- taken op dit fundamenteel belangrijk onderzoeks- domein creëren. 2. Het verstrekken van opleiding en onderzoekservaring voor jonge pre-doctorale en postdoctorale onderzoekers door hen de gelegenheid te geven om tijd te besteden in een ander land als onderdeel van een internationaal hoogwaardig onderzoeksproject. Het netwerk draagt bij aan de overdracht van kennis door middel van interactie en uitwisseling van onderzoekers en door het organiseren van netwerk-evenementen op basis van praktische handleidingen over verschillende thema's. De jonge onderzoekers zullen hun resultaten aan de rest van het netwerk kunnen presenteren door regelmatig bijeenkomsten. Dit netwerk richt zich op onderzoek naar nieuwe materialen met n-type eigenschappen voor organische zonnecellen, maar de technieken waarin jonge onderzoekers zullen worden opgeleid, zijn van toepassing op alle halfgeleidende onderzoeksgebieden (LED's, field-effect transistors, biosensoren, etc) , dewelke snel opkomende technologieën zijn. 3. Verspreiding van de door het netwerk verworven kennis aan de Europese industrie door middel van publicatie in internationale tijdschriften en recensies, de presentatie van de resultaten op workshops, internationale congressen en symposia.
Organisaties: • Organische en Bio-polymere Chemie • Toegepaste en Analytische Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Peter ADRIAENSENS • Laurence LUTSEN
Wetenschappelijke onderzoeksgemeenschappen (WOG) : Audiovisuele systemen (AVS) (= VERLENGING van Beeldverwerkingssystemen (IPS) - FWOWO8) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De Wetenschappelijke Onderzoeksgemeenschap Audiovisuele Systemen ontspruit uit de Wetenschappelijke Onderzoeksgemeenschap Beeldverwerkingssystemen (2001-2005, http://ips.etro.vub.ac.be), waarbij een extensie met audioexpertise wordt nagestreefd. Dit wordt gemotiveerd vanuit de observatie dat we evolueren naar verwerkingssystemen waarbij zowel audio als visuele componenten een rol spelen evenals hun interactie. Dit laatste aspect wordt typisch verwaarloosd en wordt één van de belangrijke missies van deze WOG: het tot stand brengen van wetenschappelijke samenwerking tussen de beeldverwerkings- en de audioverwerkingsgemeenschappen in Vlaanderen. Deze inspanning is nodig om het fundamenteel onderzoek in dit domein te structureren (exploratief onderzoek te ondersteunen). Mogelijke toepassingsdomeinen zijn legio: biometrie, audiovisuele scène- & archiefanalyse, audiovisuele rendering Merk op dat de uitbreiding naar audio hoofdzakelijk gericht is op de ondersteuning van multimodale analyses. Solitair audio- en spraakonderzoek wordt niet nagestreefd omdat dit het kader van de onderzoeksgemeenschap te veel zou verbreden. Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • ILSE RAVYSE • WERNER VERHELST • PETER SCHELKENS • JAN CORNELIS
Onderzoek en ontwikkeling van Au/TiO2 schuimen voor verwijdering van NOx en VOC's uit omgevingslucht. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het project is de verwijdering van NOx en VOC uit omgevingslucht door een geïntegreerd luchtzuiveringsproces op basis van fotokatalyse. Hierbij wordt een keramisch schuim ontwikkeld op basis van een fotokatalytisch nanogestructureerd poeder. Verder zal er gepoogd worden om een verbeterde werking te bekomen door Au depositie. Dit alles wordt aangepakt vanuit een procesbenadering waarbij naast wetenschappelijk/technologische ook socio-economische aspecten een rol spelen. Organisaties: • Duurzame energie en luchtzuivering: DUeL
Onderzoekers: • Silvia Lenaerts • Tom Tytgat
Modulatie van immuunresponsen gericht tegen allogene celtransplanten in muishersenen. Universiteit Antwerpen Abstract: Transplantatie van embryonale stamcel-afgeleide neurale progenitor cellen (ES-NPC) zal een belangrijke optie worden voo behandeling van neurologische traumata. Echter, door technische beperkingen zullen hoogstwaarschijnlijk NPC afgeleid van allogene ES cellen gebruikt worden voor transplantatie. Dit project onderzoekt verschillende immunologische strategieën om afstoting van muis ES-NPC te voorkomen na transplantatie in hersenen van MHC-incompatibele muizen . Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Peter Ponsaerts • Shyama Ghosh
Nanolasers in indiumfosfide membranen voor optische signaalverwerking en biosensoren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project heeft als doel om basisonderzoek te verrichten naar nanolasers op basis van fotonische kristallen in een indiumfosfide (InP) membraan gebond op een siliciumwafer. Een tweetal toepassingen van deze component zullen onderzocht worden: enerzijds als basiscomponent in een flip-flop voor volledig optische signaalverwerking, en anderzijds als extreem gevoelige biosensor. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • JAN DANCKAERT
Beleidsvoorbereidend onderzoek VUB (BVO): Werkgroep "stages/eerste werkervaring" Vrije Universiteit Brussel Abstract: De Vrije Universiteit Brussel (VUB) heeft een aanvraag gekregen van enkele vooraanstaande HR dienstverleners om samen te werken in de doorstroming van studenten van de VUB naar de arbeidsmarkt. Een zichtbare doorstroming van VUB studenten naar de arbeidsmarkt draagt immers mogelijk bij aan het verhogen van de instroom aan de VUB. In dit onderzoek wordt een overzicht gegeven van de dagelijkse processen gerelateerd aan een eerste werkervaring van studenten. Vervolgens wordt een inventarisatie gemaakt van noden en behoeften in dit kader. Ten slotte wordt een voorstel gedaan tot mogelijke verbeteringen in het licht van een doelmatiger aanwending van middelen gerelateerd aan processen verbonden aan een eerste werkervaring van studenten aan de VUB. Organisaties: • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • Michael DOOMS
Fysicochemische eigenschappen van hybride materialen. Physicochemical properties of hybrid materials. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Hybride materialen zijn materialen bestaande uit een anorganische en organische component. Ze kunnen onder ander gebruikt worden in de medische wereld. Voornaamste toepassingen zijn braces, prothesen en maskers om patienten te fixeren tijdens bestralingen. Door gebruik van
nanocomposieten zal geprobeerd worden stijvere film te bekomen zodat minder materiaal (en energie) nodig is voor dezelfde toepassing. Organisaties: • Fysische Scheikunde en Polymeren
Onderzoekers: • HUBERT RAHIER
Externe evaluatie van de MIRA-publicatie 'Milieuverkenning 2030'. Universiteit Antwerpen Abstract: In december 2009 publiceerde de Vlaamse Milieumaatschappij, meer bepaald het team verantwoordelijk voor de milieurapportering (het MIRA-team), het rapport Milieuverkenning 2030. De Milieuverkenning 2030 bevat een beschrijving van de verwachte ontwikkelingen van het milieu volgens een aantal relevant geachte scenario's, zowel bij ongewijzigd als bij gewijzigd beleid. In dit onderzoeksproject onderzoekt de Universiteit Antwerpen hoe deze publicatie werd ontvangen bij het doelpubliek. Het MIRA-team wil: (1) een duidelijk beeld over de wijze waarop de lezers van de Milieuverkenning 2030 het document evalueren, zowel wat betreft de inhoud, het proces als de vormgeving, (2) weten of de Milieuverkenning 2030 een goede insteek geeft voor het milieubeleid in Vlaanderen en het maken van strategische keuzes op langere termijn, en (3) concrete suggesties voor een conceptnota die zal ontwikkeld worden met het oog op een nieuwe editie van de Milieuverkenning, te publiceren in 2013. Organisaties: • Milieu en Samenleving (M&S)
Onderzoekers: • Ilse Loots • Ann Crabbé
IBBT - MICT Universiteit Gent Abstract: MICT (Media & ICT) is een onderzoeksgroep die deel uitmaakt van het IBBT (Interdisciplinair Instituut voor Breedband Technologie), maar ook als zelfstandige onderzoeksgroep opereert binnen Universiteit Gent, vakgroep Communicatiewetenschappen. De onderzoeksgroep (MICT) heeft naast een sterke en brede sociaalwetenschappelijke methodologische expertise (zowel in kwantitatief als kwalitatief onderzoek), inhoudelijke competenties in vier domeinen: (1) mediastructuren, -strategieën en -gebruik (2) beleid en regulering inzake telecommunicatie en media (3) adoptie en diffusie van ICT en (4) computer-mediated communication en communities. Organisaties: • Vakgroep Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Eric Van Heesvelde
Hoofdrolspelers in de determinatie van celgrootte tijdens elongatie van plantencellen. Universiteit Antwerpen Abstract: Voor sessiele organismen als (hogere) planten is het van cruciaal belang snel en gepast te kunnen reageren op een pleiade van biotische en abiotische prikkels. Een uitgebreid arsenaal van signaaltransductiecascades zorgt ervoor dat de ontwikkeling en het metabolisme van de plant continu optimaal worden afgestemd op de steeds veranderende omgeving. In vele gevallen wordt hierbij de mate en richting van de groei aangepast. Om te weten hoe die cascades hun invloed op groei uitoefenen, moeten eerst het groeiproces zelf en de controlemechanismen ervan goed gekend zijn. Organisaties: • Plantengroei en -ontwikkeling • Plantenmorfologie
Onderzoekers: • Kris Vissenberg
Production de semences pour remédier la production alimentaire au Katanga Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Plantaardige Productie
Onderzoekers: • Geert Haesaert • Geert Baert
Colloquium (contactformum) "natie en democratie" (8-9 juni 2006) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het colloquium richt de focus op de interactie tussen het sociaal-politieke democratiserings-en integratieproces en de Belgische natiestaat in de periode l890-1921. In welke mate werken democratisering en nationalisme op elkaar in? Slagen de leidinggevende kringen er al dan niet in de integratie in het kader van de natiestaat te laten gebeuren? In welke mate versterken beide tendensen elkaar? Welke conflicten ontstaan er met de regionalistische en internationale stromingen? Door ook de oorlogsperiode en de totstandkoming van de massademocratie te incorporeren kan het proces scherp getraceerd worden. Vooral tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt immers meer dan ooit een beroep gedaan op nationalisme. Organisaties: • Brussels Informatie-, Documentatie- en Onderzoekscentrum
Onderzoekers: • ELS WITTE
De Nepantla generatie: het identiteitsdiscours in de essays van de tweede generatie Spaanse ballingen in Mexico. Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoekt het identiteitsdiscours in de essayistische teksten geschreven door de kinderen van de Republikeinse ballingen in Mexico. Deze zogenaamde ?Nepantla? generatie, naar het Nahuatl woord voor ?tussen twee werelden? wordt gekenmerkt door haar complexe en meervoudige culturele identiteit. Door middel van de discoursanalyse van de essays van een representatieve groep van auteurs van deze generatie wordt er onderzocht hoe deze Spaans-Mexicaanse schrijvers erin slaagden een identiteit te construeren vanuit de spanning tussen Europese en de Amerikaanse cultuur. Organisaties: • Vakgroep Romaanse talen (andere dan het Frans)
Onderzoekers: • Eugenia Houvenaghel
Wanneer en hoe heeft het afleiden van de aandacht van pijn een effect op de pijnervaring: een meta-analyse en experimentele benadering Universiteit Gent Abstract: De aandacht wegrichten van pijn is intuïtief aannemelijk maar er zijn twijfels over de effectiviteit ervan. In dit project wordt via een metaanalyse van de vakliteratuur en via experimentele studies onderzocht wanneer aandachtsafleiding van pijn faalt en werkt. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Geert Crombez
De rol van het 'mannelijk' geslachtshormoon testosteron bij vrouwelijke vertebraten: een geïntegreerde studie met de koolmees en de spreeuw als modelsoorten. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is een beter inzicht te krijgen in de rol van het 'mannelijk' hormoon testosteron (T) bij vrouwelijke vertebraten. Dit zal gebeuren door (1) de effecten van experimenteel verhoogde T waarden op verschillende gedragsmatige, reproductieve en fysiologische parameters bij vrouwelijke koolmezen en spreeuwen te bestuderen in het wild en in gecontroleerde experimentele omstandigheden en (2) na te gaan in welke mate T-gevoelige kenmerken een effect hebben op de fitness. Organisaties: • Ethologie
Onderzoekers: • Marcel Eens
VIB-Biosampling en uitgebreide fenotypering van FTLD patienten. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van dit onderzoeksproject is het verzamelen van een uitgebreide en goed gekarakteriseerde collectie van biologisch materiaal afkomstig van patiënten met frontotemporale dementie. Frontotemporale dementie vertegenwoordigd na de ziekte van Alzheimer één van de meest frequente vormen van dementie. In het kader van dit project willen we biologisch materiaal zoals DNA, serum, plasma en hersenmateriaal verzamelen van een grote groep Belgische frontotemporale dementie patiënten samen met uitgebreide klinische en pathologische informatie. Om genetische bevindingen van deze patiënten te kunnen vergelijken met de gezonde populatie, zullen we tevens neurologisch gezonde individuen verzamelen uit dezelfde geografische regio. Dit project zal toelaten om genetische veranderingen over het hele genoom te vergelijken tussen patiënten met frontotemporale dementie en neurologisch normale individuen. Op die manier kunnen we nagaan of bepaalde veranderingen meer frequent voorkomen bij patiënten dan bij gezonde mensen. Deze aanpak wordt een genoomwijde associatiestudie genoemd. De uitgebreide klinische, pathologische en biologische informatie die we zullen verzamelen, gecombineerd met genoomwijde informatie verkregen uit genoomwijde associatiestudies zal ons meer inzicht verschaffen in de ziekteprocessen die leiden tot frontotemporale dementie. Deze inzichten zijn essentieel om vooruitgang te kunnen boeken in een verbeterde en vroege diagnose, preventie en therapie van deze dodelijke ziekte. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Julie van der Zee
De rol van natuurlijke en seksuele selectie in de evolutie van polymorfisme in de lacertide hagedis, Podarcis melisellensis. Universiteit Antwerpen Abstract: Natuurlijke populaties worden doorgaans gekenmerkt door grote interindividuele fenotypische variatie. Indien deze variatie discreet is en er binnen eenzelfde populatie alternatieve vormen (i.e. morfen) voorkomen spreekt men van polymorfisme. Het bestaan van polymorfismen is intrigerend omdat het samen voorkomen van verschillende morfen impliceert dat deze allen een gelijke fitness hebben. In dit project zullen we de relatieve bijdrage van natuurlijke en seksuele selectiedrukken alsook de combinatie van beide in de evolutie van kleurpolymorfisme bij een lacertide hagedissensoort, Podarcis melisellensis, nagaan. Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Beatrijs Vanhooydonck
De transformatie van groepsidentiteiten in de noordelijke kaukasus: een onderzoek naar de sociale respons op groepsconflict Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoekt de conflicten in de Noord-Kaukasus door het analyseren van evoluerende groepsidentiteiten. Een vergelijkende analyse van meerdere casestudy's moet een licht werpen op de verschillende wijzen waarop sociale identiteiten en conflict op elkaar van invloed zijn. Vragen: 'op welke manier wordt sociale identificatie ge(trans)formeerd door conflict? En wat is de impact van verschuivende groepsidentiteiten op de lokale maatschappij en conflictdynamiek? Organisaties: • Vakgroep Studie van de derde wereld
Onderzoekers: • Hendrik Coolsaet • Koen Vlassenroot • Sami Zemni
Ecoscore 2010 Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch onderzoek)' hebben voor het project ' Dienstverleningsovereenkomstin het kader van het contract "ECOSCORE 2010' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Maarten MESSAGIE • NELE SERGEANT • JOERI VAN MIERLO
Geavanceerde numerieke methoden voor wiskundige modellering. Universiteit Antwerpen Abstract: Het uit veertien partners bestaande wetenschappelijke netwerk stelt volgende doelstelling voorop : het ontwikkelen van geavanceerde numerieke methoden met focus op tijdsintegratie van differentiaal vergelijkingen en numerieke lineaire algebra. Het bestuderen van de interactie van deze methode in toepassingen zoals vloeistof dynamica, beeldreconstructie enz. Organisaties: • Computeraritmetiek en numerieke technieken (CANT) • Computationele wiskunde
Onderzoekers: • Annie Cuyt
Groei, karakterisering en simulatie van nanokristallijne en ultrananokristallijne PE-CVD diamantfilms Universiteit Hasselt Abstract: Het doel van het onderhavige projectvoorstel is een fundamentele experimentele en theoretische studie van de groei van zowel nanokristallijne (NCD) als ultrananokristallijne (UNCD) PE-CVD diamantfilms, aangevuld met een grondige structurele, morfologische en (opto)elektronische karakterisering. Het voorstel kan opgesplitst worden in drie grote delen, die onderling sterk samenhangen: A.depositie van NCD en UNCD films B.structurele, morfologische en (opto-)elektronische karakterisering C.simulatie van de depositie van NCD en UNCD films Deel A zal uitgevoerd worden door IMO, deel B zal uitgevoerd worden door EMAT (voor de structurele en elektronische karakterisering) en door IMO voor de morfologische en de opto-elektronische karakterisering, terwijl PLASMANT, verantwoordelijk is voor deel C. Organisaties: • Materiaalfysica • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Milos NESLADEK • Ken HAENEN
Genetische basis van fenotypische tolerantie in pseudomonas aeroginosa. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Pseudomonas aeruginosa is een pathogeen van de mens waarbij multidrug-resistente stammen in toenemende mate verantwoordelijk zijn voor nosocomiale infecties. De bacterie veroorzaakt sepsis bij brandwonden, catheder- en urinewegen-infecties, pneumonia en chronische longontstekingen in personen die lijden aan cystische fibrosis (CF). P. aeruginosa bezit een brede metabolische diversiteit die zich onder meer weerspiegelt in de vele soorten gastheren die de pathogeen kan infecteren. Het infectiegevaar in ziekenhuizen schuilt ondermeer in de mogelijkheid tot vorming van biofilmen in medische toestellen zoals katheders en mechanische ventilatietoestellen of bij infecties in de longen van CF patiënten. In dit projectvoorstel wensen we determinanten verantwoordelijk voor fenotypische tolerantie van P. aeruginosa in de aanwezigheid van verschillende klassen van antibiotica te identificeren en karakteriseren. Er wordt gekozen voor een open, mutant-gebaseerde benadering, gecombineerd met kennis over reeds gekarakteriseerde mutanten en globale regulatorische netwerken. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • PIERRE CORNELIS
Gecombineerd gebruik van in-vivo MRI, telemetrische elektrofysiologie en online gedragsanalyse voor het onderzoek naar interacties tussen anatomische plasticiteit en elektrofysiologische activiteit in zangvogelhersenen. Universiteit Antwerpen Abstract: Gecombineerd gebruik van in-vivo MRI, telemetrische elektrofysiologie en online gedragsanalyse voor het onderzoek naar interacties tussen anatomische plasticiteit en elektrofysiologische activiteit in zangvogelhersenen. Organisaties: • Bio-imaging
Onderzoekers: • Vincent Van Meir
Repetitive Strain Injuries bij musici: 1ste fase: Evaluatie van de kinematische/kinetische ketens van de strijk- en vioolondersteunende armen en de cervicothoracale regio bij violisten. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project rond RSI bij musici heeft twee einddoelen: 1. de oprichting van een expertisecentrum rond musculoskeletale klachten bij musici en 2. gerelateerd, klinisch en biomechanisch (kinematisch en kinetisch) onderzoek van coördinatie, vermoeidheid en artrokinematica van de motorische uitvoeringscontrole van muziekpartituren en het ontstaan van RSI bij musici. In een eerste fase zal het onderzoek zich verder richten op violisten, onderzoek welk verleden jaar is aangevat bij altviolisten van het Koninklijk Conservatorium Antwerpen. Organisaties: • Antwerps chirurgisch training, anatomie en onderzoekscentrum (ASTARC)
Onderzoekers: • Johan Somville
Drukpersproductie en uitgeversstrategieën in Antwerpen (1585-1648). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek wil nagaan welke rol drukkers en boekverkopers speelden in de vroegmoderne cultuuroverdracht. De drukker-boekverkoper wordt hier niet zozeer opgevoerd als een geleerde idealist die de drukpers zag als een middel om kennis te verspreiden, maar als een pragmatische vakman en handelaar, gedreven door overwegend zakelijke motieven. Een beter begrip van dit zakelijke aspect kan de rol van de drukker/uitgever/boekhandelaar in het communicatieproces verduidelijken. Organisaties:
• Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Pierre Delsaerdt
De Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden als een literair en cultureel 'entrepôt' voor de zeventiende-eeuwse Britse letterkunde, 1603-1688 Universiteit Gent Abstract: Het project will via 'close reading' van een ruim corpus van niet-canonieke teksten, in samenhang met een sociaalhistorische studie van de diverse Nederlandse loci waarin zij tot stand kwamen en/of waarop zij betrekking hadden, een nieuw perspectief creëren op de continentale inbedding van de zeventiende-eeuwse Britse literatuur. Organisaties: • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Jean Pierre Vander Motten
Gebruik van principes van taal en taalevolutie om het ontstaan van ziekte-geassocieerde gen-interacties te onderzoeken. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Gebruik van principes van taal en taalevolutie om het ontstaan van ziekte-geassocieerde gen-interacties te onderzoeken. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • LUC STEELS
Introductie van analytische scheidingstechnieken in de virologie om interacties op moleculair vlak bij picornaviridae op te helderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Toen de onderzoeksgroep van Dieter Blaas (Wenen, Oostenrijk) in 1999 voor het eerst capillaire electroforesee (CE) gebruikte om viral interacties aan te tonen op moleculair vlak (in zijn geval, rhinovirus), was het op dat ogenblik nagenoeg vijftig jaar geleden dat nieuwe analytische scheidingstechnieken werden geintroduceerd in de virologie. Ook de onderzoeksgroep (MICH) voelde op dat ogenblik de noodzaak aan om nieuwe scheidingstechnieken in te voeren in hun lab, om hun doelstellingen te kunnen bereiken. Teneinde dit probleem op te lossen werd een samenwerking opgezet met de onderzoeksgroep van Prof. Y. Vanderheyden (FABI). Met als uitgangspunt de CE methode van de groep Blaas, worden nu een scheidingsprotocol voor poliovirus en zijn subvirale partikels opgesteld. Een eerste protocol is nu klaar (Oita et al., submitted for publication). Deze scheidingsmethode zal door MICH gebruikt worden om de morfogenese van poliovirus te bestuderen, de interacties van poliovirale partikels en waardcelproteïnen na te gaan. Om beide eerste doel-stellingen tot een goed einde te brengen zal gebruik gemaakt worden van een celvrij RNA translatie/replicatie systeem (kortweg celvrij systeem) voor het poliovirus. Het systeem bestaat uit een niet-geïnfecteerd celextract, aangevuld met zouten, een energie regeererend systeem, aminozuren en nucleotiden, dat geprogrammeerd wordt met poliovirusRNA waarna een volledige replicatiecyclus van poliovirus wordt waargenomen. Dit zal in de onderzoeksgroep MICH gebeuren. Ondertussen zal binnen de onderzoeksgroep FABI enerzijds de gevoeligheid van de CE worden opgedreven door de viruspartikels ofwel extern (na translatie) ofwel intern (tijdens translatie) fluorescent te merken en zal anderzijds gezocht worden naar andere alternatieve scheidingstechnieken die op virussen kunnen toegepast worden. Deze zijn eerder gericht op miniaturisatie (microfluidic chips) en anderzijds op preparatieve methodes (chromatografie). Tenslotte is ook het derde aspect van de onderzoeksdoelstellingen van MICH nu bijzonder actueel geworden. Dit betreft zoals hoger gesteld, de interactie van poliovirus met liganden. Enerzijds werd een project gestart met de onderzoeksgroep van Prof. J. Neyts op het Rega Instituut (KULeuven) waarbij gezocht wordt naar nieuwe antivirale middelen tegen poliovirus. Recentelijk (zie onze publicatielijst) werd nl. vastgesteld dat wanneer men poliomyelitis en het agens poliovirus wil eradiceren, men in de eindfase van deze eradicatie antivirale middelen zal nodig hebben (zie WHO en CD8 rapport). De interactie van deze antivirale middelen met het virus zal met CE onderzocht worden. Anderzijds werd een nieuw project opgestart met Prof. S. Muyldermans (onderzoeksgroep DBIT, VUB) om nanobodies te maken tegen het poliovirus. Deze zullen in de volgende weken ter beschikking komen. CE zal ook in dit onderzoek gebruikt worden om de binding van nanobodies met het virus na te gaan (ratio virus/nanobodies bepalen voor neutralisatie, enz. ). Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • Yvan VANDER HEYDEN
De rol van ontwikkelings homeostasis op het evolutionair potentieel van een complex kenmerk: de schedel van de veeltepelmuis (Mastomys natalensis) als modelsysteem. Universiteit Antwerpen Abstract: Morfologische ontwikkeling wordt beïnvloed door deterministische (omgeving en genotype) en stochastische (ontwikkelingsstabiliteit en kanalisatie) processen. Deze laatste vormen een potentiële een maat voor stress en kunnen een belangrijke rol spelen in evolutionaire processen. Tijdens dit onderzoek zal nagegaan worden in welke mate ontwikkelingsstabiliteit en kanalisatie in de schedel dalen met voedselstress bij de veeltepelmuis (Mastomys natalensis), en in welke mate deze stochastische processen een genetische basis hebben. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs • Stefan Van Dongen
Biologisch ondersteunde oceanische koolstofexportflux uit de oppervlaktelaag en doorheen de waterkolom kwantificeren en begrijpen m.b.v. multidisciplinaire aanpak. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 1. Probleemstelling Ieder toegepast onderzoek kan opgedeeld worden in een aantal cruciale beslissingen. - Welke vraag wil men precies beantwoorden? - Welk experiment kan daarvoor het best opgezet worden? - Welk model is het meest geschikt om de gevraagde informatie uit de metingen te extraheren? - Hoe moeten metingen en model gecombineerd worden om de maximale hoeveelheid informatie te verkrijgen en in welke mate is de bekomen informatie betrouwbaar? Meestal wordt hierbij een intuïtieve aanpak gevolgd, maar dit kan soms tot onbetrouwbare resultaten leiden, zelfs zonder dat de gebruiker zich bewust is van een probleem. Dit is de voornaamste motivatie voor de ontwikkeling van de systeemidentificatietheorie. Deze biedt een systematische werkwijze om een model zo optimaal mogelijk te fitten op metingen, waarbij de invloed van meetonzekerheden wordt geminimaliseerd en modelonvolmaaktheden worden in kaart gebracht indien al niet weggewerkt. De onderzoeksactiviteiten van ELEC situeren zich
voornamelijk in de ontwikkeling van dit theoretische kader. ANCH, van zijn kant, is gespecialiseerd in het ontwikkelen van meettechnieken voor elementconcentraties en isotopenverhoudingen alsook bijbehorende modellen nodig voor het beschrijven en begrijpen van biogeochemische processen in natuurlijke aquatische systemen. De specifieke vraagstelling waarop in dit onderzoek wordt gefocust is de bepaling van de particulair organisch koolstofexport uit de bovenste oceaanlaag en zijn lot doorheen de waterkolom tot aan de zeebodem. De grootte van de exportflux en de efficiëntie van het transport naar de diepe oceaan bepalen de oceanische CO2-sequestratie-efficiëntie. Om bovenstaande vraag te beantwoorden zullen zowel metingen als modellen nodig zijn (ANCH bijdrage), evenals een goede kennis van de manier waarop beide op elkaar kunnen afgestemd worden (ELEC inbreng). 4. Doelstellingen De algemene doelstelling van dit onderzoek is het kwantificeren van de exportflux van particulair organisch materiaal (en indien er voldoende gegevens beschikbaar worden ook het opgeloste organisch materiaal) dat ontsnapt uit de oppervlaktelaag en zinkt doorheen de waterkolom. Hierbij zal vooral aandacht besteed worden aan - de schatting van primaire productie op schaal van oceaanbekkens (integratie van de gegevens in horizontale richting); - een geïntegreerde visie op de koolstofflux doorheen de volledige waterkolom (integratie van de gegevens in verticale richting); - een optimale combinatie van modellen en metingen zodat de maximale hoeveelheid informatie uit de metingen gehaald wordt (en ook niet meer). Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • Anouk DEBRAUWERE
Mannelijke homoseksualiteit in Brussel, 1867-1967. Een studie van praktijken en vertogen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project wil aan de hand van gerechtsdossiers waarin sprake is van mannelijke gelijkgeslachtelijke seksuele handelingen die plaatsvonden in Brussel tussen 1867 (de introductie van het Belgisch Strafwetboek) en 1967 (ontstaan van de homobewegingen) nagaan: (1) welke elitaire en volkse vertogen over homoseksualiteit circuleerden en hoe deze vertogen een invloed hadden op de opbouw van seksuele identiteit van de betrokkenen; (2) welke betekenis stadsontwikkeling had voor de uitbouw van niet-heteroseksuele levensstijlen en identiteiten; (3) welke invloed werd uitgeoefend op dit alles werd uitgoefend door politieke transformaties en machtswissels. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Henk de Smaele
Zo goed als oud: tweedehandsconsumptie en de opkomst van de moderniteit, ca. 1750-ca. 1870. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project richt zich op de studie naar tweedehands in een tijd van toenemende industrialisering en modernisering (c 1750-1870). Momenteel staat daarbij de dataverwerking van aangelegde bronnen-databases centraal; net als de noodzakelijke comparatieve toetsing aan gelijkaardig internationaal onderzoek. Een zorgvuldig gepland studie- en onderzoeksverblijf aan de University of California in Berkeley, is daarbij prioritair en aangewezen. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Ilja Van Damme
Toepassing van gevorderde en diffusie ondersteunde Magnetische Resonantie technieken als nieuwe onderzoeksmethode voor de studie van nanodeeltjes en hersenbiochemie. Universiteit Antwerpen Abstract: Toepassing van gevorderde en diffusie ondersteunde Magnetische Resonantie technieken als nieuwe onderzoeksmethode voor de studie van nanodeeltjes en hersenbiochemie. Organisaties: • Toegepaste NMR
Onderzoekers: • Roger Dommisse • Anne Marie Van Der Linden
Modelgestuurde debietoptimalisatie voor schaalbare videocodering: theorie en applicaties. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogt drie doelstellingen in de context van schaalbare videocodering: (1) het afleiden van nieuwe modellen die het gedrag van de relatie tussen bitdebiet en vervorming beschrijven, (2) de ontwikkeling van een statistische multiplexer en (3) een omroepscenario voor de verdeling van digitale video naar een heterogene groep gebruikers over een heterogeen netwerk, beiden gebaseerd op de nieuwe modellen. Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • ADRIAN MUNTEANU • PETER SCHELKENS • FREDERIK VERBIST
Effecten van sedimentgebonden metalen op het aquatisch milieu. Relaties tussen blootstelling, accumulatie, interne verdeling en de effecten op de macro-invertebraat levensgemeenschap. Universiteit Antwerpen Abstract: De centrale doelstelling van het project is het effect na te gaan van sedimentgebonden metalen op de samenstelling van macroinvertebraat levensgemeenschappen; dit in relatie tot metaalblootstelling en -accumulatie. Hierbij wordt er rekening gehouden met de aanwezigheid van verschillende metaalbindende sedimentkarakteristieken (o.a. Acid Volatile Sulfides, organisch materiaal, ijzer- en mangaanoxiden,...), metaalspeciatie en verschillen in soortgevoeligheid en algemene ecologie. De bekomen informatie wordt uiteindelijk gebruikt voor het vinden/bestuderen van bepaalde invertebraat soorten, die enerzijds gebruikt kunnen worden als maat voor de metaalbiobeschikbaarheid in het aquatische ecosysteem en anderzijds als voorspeller dienen voor effecten van metalen op andere, meer gevoelige organismen. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Lieven Bervoets • Maarten De Jonge
Theater zonder verloop: het statuut van de tekst in het postdramatische theater. Universiteit Antwerpen Abstract: De ontwikkeling van het theater in de twintigste eeuw laat zich vatten als overgang van het 'dramatische' theater naar het 'postdramatische' theater. Terwijl de literatuur hieromtrent vooral aandacht heeft voor de lichamelijkheid van het postdrama, wil dit project de consequenties nagaan voor de theatrale omgang met tekst vandaag. Focus van dit 'practice based'-onderzoek is het tijdsverloop eigen aan actuele postdramatische narratieven. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele Poëtica
Onderzoekers: • Kurt Vanhoutte
De rol van plant-geassocieerde bacteriën voor de verbetering van fytoremediatie van gemengde verontreinigingen door populier Universiteit Hasselt Abstract: In dit project zal de rol van plant-geassocieerde bacteriën (endofyten en rhizosfeer bacteriën) voor de fytoremediatie van gemengde verontreinigingen door populier bestudeerd worden. De organische polluenten zullen vertegenwoordigd worden door BTEX en TCE en Ni zal modelcomponent voor de zware metalen zijn. Concreet zal in eerste instantie de bacteriële populatie geïsoleerd worden uit de rhizosfeer, de wortels, de bladeren en de stengel van Populus trichocarpa x deltoides (Hoogvorst), die in 1999 geplant werden op een site met een grondwater verontreinigingspluim waarin Ni, TCE en BTEX voorkomen. Deze bacteriële populatie zal vervolgens geïdentificeerd en gekarakteriseerd worden. De identificatie zal gebeuren via BOX-PCR genomic DNA fingerprinting, gevolgd door 16S-rDNA sequentie analyse. Voor de karakterisatie worden de Ni-resistentie met de MIC-waarde en eventuele Ni-precipitatie aan de celwand (SEM-EDX en TEM-EDX), de groei op BTEX met eventueel cometabolisatie van TCE (PCR met specifieke primers), en de sideroforen productie getest. In een tweede deel zullen de meest voorkomende endofyten, gebruik makend van natuurlijke gentransfer, gemodificeerd worden tot endofyten die in staat zijn TCE en BTEX verbindingen af te breken en/of Ni te binden aan hun celwand. Dit zal gebeuren in samenwerking met Dr. Safiyh Taghavi en Dr. Daniel van der Lelie van het departement Biologie van Brookhaven National Laboratories, USA. De degradatie-routen voor TCE en BTEX zullen geïnduceerd worden via het pTOM plasmide. Om Ni-resistentie stammen te verkrijgen zal enerzijds een miniTn5 transposon waarin de nccnre merker werd gecloneerd en anderzijds het pMOL222 plasmide aangewend worden. Een selectie van endofyten, uit enerzijds de collectie van natuurlijke endofyten en anderzijds de gemodificeerde stammen, zal in de volgende fase geïnoculeerd worden in stekken van Populus trichocarpa x deltoides (Hoogvorst). De kolonisatie-efficiëntie, de fytoremediatie-efficiëntie en de fytotoxiciteit zullen geëvalueerd worden aan de hand van een serre-experiment (in hydrocultuur en in niet steriele grond). Om de kolonisatieefficiëntie op te volgen worden de endofyten, alvorens ze geïnoculeerd worden, genetisch gemerkt door een kanamycin:gfp cassette te introduceren in hun chromosoom. Een epi-fluorescent microscoop zal gebruikt worden voor de in planta visualisatie van de gfp gemerkte endofyten. Voor de fytoremediatie-efficiëntie zullen enerzijds de afbraak en de evapotranspiratie van tolueen en TCE en anderzijds de Ni-opname en de binding aan de celwand (SEM-EDX en TEM-EDX) getest worden. De fytotoxiciteit van TCE, tolueen en Ni zal onderzocht worden via de groei van de wortel en de bovengrondse delen en via de fotosynthese activiteit. In dit serre-experiment zal ook nagegaan worden of de inoculatie van de endofyten gepaard gaat met het optreden van horizontale gentransfer. Hiervoor worden de niet-gemerkte endofyten getest op tolueen- en TCEafbraak en/of Ni resistentie/sequestratie. De endofyten met een positieve test worden gecontroleerd op horizontale gentransfer via BOX-PCR genomic DNA fingerprinting, PCR met specifieke primers en 16S-rDNA sequentie analyse. In de laatste fase zullen, na overleg met en met toelating van de instanties verantwoordelijk voor het gebruik van GMO's, enkele niet-GMO endofyten in situ geïnoculeerd worden in de Populus trichocarpa x deltoides (Hoogvorst), die groeien op de site met een grondwater verontreinigingspluim waarin Ni, TCE en BTEX voorkomen. De Ni-, TCE- en BTEX-concentraties in het grondwater zullen op regelmatige tijdstippen gemeten worden. De Ni-opname zal opgevolgd worden door de Ni-concentraties in blad, wortel en stengel te bepalen. Voor BTEX en TCE zal de evapotranspiratie gemeten worden. Bovendien zal gecontroleerd worden of ook in situ horizontale gentransfer is opgetreden. Organisaties: • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Jaak VANGRONSVELD • Nele WEYENS
Toxiciteitskarakterisatie en groepering van chemicaliën op basis van toxinogenomics in Daphnia magna. Universiteit Antwerpen Abstract: Toxiciteitskarakterisatie en groepering van chemicaliën op basis van toxinogenomics in Daphnia magna. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Melissa Penninck
Moleculaire beeldvorming van HER2 expressie bij borstcarcinoom door middel van radioactief gemerkte Nanobodies. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Doelstelling van de onderzoeksproject: Binnen dit onderzoeksproject willen een nieuwe tracer ontwikkelen voor moleculaire beedvorming van HER2 expressie bij patienten met borstkanker. Hiervoor zullen we een Nanobody ontwerpen met een nanomolaire affiniteit voor HER2, een snelle bloedklaring en lage leveropname. Introductie: Maligne tumoren worden gekenmerkt door de aanwezigheid van specifieke proteinen op de celmembraan. Deze kankerantigenen kunnen in relatief grote aantallen op de membraan voorkomen en zijn meestal in verband te brengen met een signaaltransductiecascade die bijdraagt tot het onstaan of het promoten van het kankerfenotype. Daarom zijn deze membraanantigenen een belangrijk aangrijpingspunt voor antikankerbehandelingen. De humane epidermale groeifactorreceptor type 2 (HER2) is een typisch voorbeeld van een membraanreceptor die in grote aantallen uitgedrukt wordt op de membraan van kankercellen bij onder andere borstcarcinoom en ovariumcarcinoom. De signalisatie door deze receptor leidt tot celproliferatie, toename van de celmobiliteit en een onderdrukking van apoptose. HER2 overexpressie is dan ook gerelateerd aan een hogere aggressiviteit van de tumor en een verhoogde kans op recidief 1. Doelgerichte behandelingen voor tumoren met HER2 overexpressie zijn reeds beschikbaar onder de vorm van monoclonale antilichamen (trastuzumab en pertuzumab) die specifiek binden aan het extracellulaire domein van HER2 en onder de vorm van specifieke inhibitoren (lapatinib) van de tyrosine kinase activiteit die interageren met het intracellulaire domein van HER2. Informatie over de HER2 status van tumoren is dus belangrijk omdat het de selectie van de behandeling beïnvloedt. Momenteel wordt HER2 expressie bepaald in biopsie materiaal. Binnen dit project willen we een methode ontwikkelen voor onderzoek naar HER2 expressie bij borstkanker patiënten op een nietinvasieve manier door middel van beeldvorming. Dit biedt het voordeel dat het volledige kankerletsel alsook eventuele metastatische letsels geanalyseerd kunnen worden tijdens een enkele scanprocedure. Dit vermijdt 'sampling error' bij biopten en kan meerdere keren herhaald worden, waardoor het mogelijk wordt om de HER2 overexpressie op te volgen tijdens het ziekteverloop. Op die manier is het mogelijk om patienten te selecteren die in aanmerking komen voor een doelgerichte therapie en om de respons op de behandeling op te volgen. Niet invasieve beeldvorming van HER2 expressie werd reeds bestudeerd
door andere onderzoeksgroepen. Hiervoor werden verschillende soorten moleculen die een affiniteit hebben voor HER2 radioactief gemerkt (monoclonale antilichamen, anitlichaamfragmenten, affibodies, ...) (9-11). In de meeste gevallen kan aangetoond worden dat deze diagnostische 'tracers' zowel in vitro als in vivo HER2 kunnen binden. De belangrijkste beperking van deze tracers is echter de achtergrond activiteit in het lichaam. De biodistributie toont ofwel hoge tracerconcentraties in het bloed ofwel intense opname in de lever en excretie in de gastrointenstinale tractus. Dergelijke achtergrondactiviteit is suboptimaal voor het beeldvormingsproces en beperkt het klinisch potentieel van deze tracers. Daarom zullen we bij een nieuw ontwerp van een tracer de normale biodistributie van de molecule vooropstellen. Dit is mogelijk door gebruik te maken van Nanobodies. De generatie van Nanobodies tegen een nieuw antigen levert multipele kandidaat Nanobodies op die in aanmerking komen voor verdere ontwikkeling. Op dit stadium zullen we de selectie van onze 'lead compound' niet alleen laten afhangen door de subtiele verschillen in affiniteit voor het target, maar zullen we op basis van de aminozuursequentie van de backbone en het in vivo biodistributiepatroon een selectie uitvoeren. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • Tony LAHOUTTE • Olive TCHOUATE GAINKAM Lea • Ilse VANEYCKEN • Catarina XAVIER • SERGE MUYLDERMANS • Matthias D'HUYVETTER • VICKY CAVELIERS • AXEL BOSSUYT • NICK DEVOOGDT
Een 'multi-proxy' benadering voor de studie van biogeochemische cycli van koolstof en stikstof in tropische en gematigde estuaria. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het objectief van dit project is de caracterisatie en quantificatie van estuariene biogeochemische C en N processen in tropische en gematigde milieus door het ontwikkelen en gebruik van een 'proxy-toolbox'. Optimisatie, ontwikkeling en verdere bijdrage op bestaande nieuwe analytische technieken staan centraal in ons begrip van de distributie en bronnen van organisch en anorganisch C en N in estuaria ecosystemen. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • MARC ELSKENS • Steven BOUILLON • FRANK DEHAIRS • NATHALIE BRION
Lever en vetweefsel: functies in het Metabool Syndroom. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Recent onderzoek suggereert dat vetopstapeling in de lever (onder meer een gevolg van obesitas) een cruciale rol speelt in de ontwikkeling van het Metabool Syndroom, dat een belangrijk risicomerker is voor type 2 diabetes en voor cardio-vasculaire aandoeningen. De hypothese van het HEPADIP project stelt dat dit een verandering reflecteert in de metabole interacties of signaaltransductie tussen vetweefsel en de lever. De doelstellingen van het project richten zich daarom op de rol van en interacties tussen vetweefsel en de lever, in de ontwikkeling van een verstoord vetmetabolisme, insuline signaaltransductie, en glucose homeostase met als doel de identificatie, validatie en ontwikkeling van nieuwe targets voor diagnose, preventie en behandeling van het Metabool Syndroom. Aanzienlijke hoeveelheden gegevens van transcriptomics en metabolomics zullen worden gegenereerd. Deze data zullen worden geïntegreerd en geanalyseerd met de nieuwe 'omics' en bio-informatica technologieën. Het Hepadip Project verenigt 19 Europese, academische laboratoria en 7 industriële partners in een consortium dat haar doelstellingen wil realiseren in 5 onderzoekslijnen, elk met hun specifieke objectieven. CYTO-VUB zal een prominente rol spelen in Onderzoekslijn 2: Biology van het Leverweefsel. CYTO-VUB zal de verschillende celpopulaties in de lever isoleren en daarna zuiveren met een celsorteerder, uitgerust met UV laser. Ons specifiek doel is de effecten van insuline resistentie en nietalcoholoische steatotische leverziekte ("non-alcoholic fatty liver disease" - NAFLD) in specifiek levercelpopulaties te karakteriseren. Organisaties: • Celbiologie en Histologie • Fysiologie
Onderzoekers: • ALBERT GEERTS • Hendrik REYNAERT • Leonardus VAN GRUNSVEN
Ontwerp, synthese en evaluatie van diverse enzyminhibitoren als potentieel antiparasitaire verbindingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project omvat een verdere uitbreiding van het onderzoek naar reeds vertrouwde doelwit enzymen waar het nu noodzakelijk blijkt nieuwe onderzoekslijnen uit te bouwen. Het omvat daarnaast enkele nieuwe enzymen en nieuwe benaderingen. De voornaamste doelstelling is het ontwerpen en bereiden van krachtige en selectieve inhibitoren van een reeks enzymen in het domein van parasitaire aandoeningen als malaria en trypanosomiasis. Deze inhibitoren kunnen een belangrijk middel zijn om de biologische functie van het enzym te ontrafelen en (of) kunnen aan de basis liggen van de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen. Het ontwerpen gaat steeds gepaard met een structuur-activiteitsrelatie onderzoek. Andere doelstellingen zijn: het zo nodig optimaliseren van biologisch actieve verbindingen naar een gunstiger farmacokinetisch profiel toe en het opstellen van adekwate syntheseprocedures. Organisaties: • Medicinale chemie (UAMC)
Onderzoekers: • Pieter Paula Frans Van Der Veken • Achiel Haemers • Koen Augustyns
Taxonomische turnover in terrestrische en aquatische diatomeeëngemeenschappen: integratie van macro-ecologische, morfologische fylogenetisch-evolutionaire en ecofysiologische benaderingen Universiteit Gent
Abstract: Dit project beoogt bij te dragen tot een beter begrip van het belang van historisch-evolutionaire en neutrale mechanismen voor endemisme en latitudinale gradiënten in de diversiteit en de regionale species turnover van terrestrische en lacustriene diatomeeënflora?s. Hiertoe wordt (1) een globale taxonomisch geïntercalibreerde dataset voor diatomeeën op soortsniveau geconstrueerd en (2) fylogenetische verwantschappen tussen een aantal modeltaxa bestudeerd. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Wim Vyverman
Onderzoek in de kanstheorie Vrije Universiteit Brussel Abstract: onderzoek in de kanstheorie Organisaties: • Toegepaste Wiskunde • Wiskunde
Onderzoekers: • UWE EINMAHL
De status van cellulair redox: involvement in Cd-stress Universiteit Hasselt Abstract: Het huidige contract betreft een intern contract van de UHasselt met BOF-middelen voor de periode van 2007-2010. Begunstigde is onderzoeksgroep CMK. Het onderzoek handelt over de cellulaire redox status: de involvement in Cd-Stress. Organisaties: • Fysiologie • Milieubiologie • Dierkunde: Biodiversiteit en Toxicologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Emmy VAN KERKHOVE • Tom ARTOIS • Ann CUYPERS
Stochastische modellering van optische buffers en schakelsystemen gebaseerd op Fibre Delay Lines Universiteit Gent Abstract: De bedoeling van het voorgestelde project bestaat erin analytische of semi-analytische oplossingstechnieken te ontwikkelen voor adequate stochastische modellen van optische buffers en schakelsystemen, die moeten toelaten snel en efficiënt de belangrijkste performatniematen, zoals de gemiddelde vertragingstijden die pakketten oplopen, de spreiding hierop, de kans dat een pakket verloren gaat, enz. te berekenen. Organisaties: • Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking
Onderzoekers: • Herwig Bruneel • Sabine Wittevrongel
Spin-gepolariseerde conceptuele "density functional theory": toepassing in radicalaire en fotochemische reacties Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit project staat het gebruik centraal van descriptoren uit de zogenaamde conceptuele DFT in de studie van eigenschappen en reactiviteit van spin-gepolarizeerde systemen, zoals radicalen en systemen in de aangeslagen toestand. In een eerste luik zullen eigenschappen van systemen in de aangeslagen toestand, gebruik makend van enerzijds klassieke indices zoals atomaire ladingen en de moleculaire elektrostatische potentiaal en reactiviteit in de spin-gepolarizeerde versie van conceptuele DFT anderzijds bestudeerd worden. In een tweede luik worden deze reactiviteitsindices gebruikt in de studie van de regioselectiviteit van fotochemische en radicalaire reacties. De combinatie van deze twee luiken beooogt een stevige basis te geven voor de aanwending van conceptuele DFT. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • Frank DE PROFT
Innovatief micro RNA gebaseerde differentiatiestrategie om metabolisch stabiele langetermijns hepatociete culturen te ontwikkelen die toepasbaar zijn in vroege preklinische medicatie onderzoek Vrije Universiteit Brussel Abstract: Innovatief micro RNA gebaseerde differentiatiestrategie om metabolisch stabiele langetermijns hepatociete culturen te ontwikkelen die toepasbaar zijn in vroege preklinische medicatie onderzoek Organisaties: • Toxicologie, Dermato-cosmetologie en Farmacognosie
Onderzoekers: • Tamara VANHAECKE
3D Nanonetwerken van organische/anorganische semigeleiders voor opto-elektronische applicaties Universiteit Hasselt Abstract: Het betreft een intern contract aan de UHasselt met BOF-gelden, toegekend aan de onderzoeksgroep IMO voor de periode van 01.01.2007 tot 31.12.2010. Het onderzoek heeft betrekking op 3D Nanonetwerken van organische/anorganische semigeleiders voor optoelektronische applicaties Organisaties: • Anorganische en Fysische Chemie • Materiaalfysica • Organische en Bio-polymere Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Jules MULLENS • Dirk VANDERZANDE
• Jean MANCA
Betere taalvaardigheid door intensieve begeleiding? Een effectonderzoek van het begeleidingsproject "Rand- en taalgrensgemeenten en gemeenten uit de Brede Rand rond Brussel". Universiteit Antwerpen Abstract: De drie pedagogische begeleidingsdiensten in Vlaanderen werken samen een begeleidingsproject uit om in de Vlaamse rand rond Brussel te werken aan de taalvaardigheid van de leerlingen uit het basisonderwijs. Daartoe worden 128 basisscholen gedurende 4 schooljaren begeleid met als doel: het beleidsvoerend vermogen op scholen verhogen, om zo scholen beter in staat te stellen om randvoorwaarden voor een taalbeleid te creëren; het inzicht en de vaardigheden van leraren verhogen om met de 'nieuwe' maatschappelijke realiteit in de Vlaamse rand (i.c. anderstalige leerlingen) om te kunnen gaan; de Nederlandse taalvaardigheid van leerlingen in de Vlaamse rand verhogen. Dit onderzoek heeft tot doel dit begeleidingstraject op een wetenschappelijke wijze te evalueren. Hiervoor wordt een multi-method onderzoek opgezet waarbij we zowel de (verschillen in) invulling van het begeleidingstraject in de verschillende scholen willen beschrijven als het effect ervan nagaan op verschillende niveaus: school-, leraren- en leerlingenniveau. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Rita Rymenans • Peter Van Petegem • Sven De Maeyer
Het energieabsorberend vermogen van composietstructuren ter bescherming van bouwkundige constructies tegen explosiebelasting. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De doelstelling van dit project is de studie van het energieabsorberend vermogen van composietstructuren die in staat zijn om door een stabiel progressief falen de energie van een explosie te dissiperen en de achterliggende structurele elementen (kolommen, brugpijlers, dragende wanden, ...) van bouwkundige constructies afdoend te beschermen. Hiertoe moet de kracht waarbij dit progressief falen geïnitieerd wordt, voldoende laag zijn en gedurende een zo lang mogelijke tijd constant. De beoogde composietstructuren hebben een gelijkaardige opbouw als een sandwichpaneel, maar de klassieke schuim- of honingraatkern wordt vervangen door een rooster van energieabsorberende composiet buisjes. Dit onderzoek is origineel en innovatief om verschillende redenen: * Het energieabsorberend vermogen van composiet buizen en kokers is tot nu toe bestudeerd in een bereik van impactsnelheden dat veel lager ligt dan bij explosies. Bijontploffingen heeft de invallende schokgolf een snelheid van 400m/s en meer, en duurt het totale fenomeen amper een paar tientallen microseconden (bij crash-experimenten met wagens of vogelimpact-experimenten is de impactduur typisch een paar milliseconden). Door het strain rate dependent karakter van deze composietmaterialen zal de sterk verhoogde vervormingssnelheid zeker een invloed hebben, maar er bestaan geen experimentele data, noch predictieve modellen, om dit fenomeen te bestuderen. * zoals hoger aangehaald, is het onderzoek naar composietstructuren voor bescherming van bouwkundige constructies tegen explosiebelasting nagenoeg onbestaande, ook al tonen de geciteerde onderzoeken in de automobiel- en luchtvaartindustrie aan dat specifiek energieabsorberend vermogen van composietmaterialen bijzonder hoog is en deze materialen tot een valabele kandidaat maakt voor dergelijke toepassingen * tenslotte zullen de kleinschalige en grootschalige explosietesten in dit onderzoen uitgevoerd worden met een maximale instrumentatie (digitale hoge-snelheidscamera's, Digital Image Correlation, druksensoren, laser doppler velocimeter, projectie-moiré). Deze metingen moeten teolaten om de energiedissipatie in de composietstructuren op een fundamentele manier te onderzoeken, op basis van betrouwbare fenomenologische observaties. Organisaties: • Mechanica van Materialen en Constructies
Onderzoekers: • DANNY VAN HEMELRIJCK • JOHNNY VANTOMME • JAN WASTIELS
Faith-based Organisations and Exclusion in European Cities. (FACIT) Universiteit Antwerpen Abstract: Faith-based Organisations and Exclusion in European Cities. (FACIT) Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken • Danielle Dierckx
Introductie van de chemische analyse in de microbiologie om interacties van poliovirus op het molecular niveau op te helderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Door gebruik te maken van een celvrij systeem en capillaire electroforese zullen onopgeloste vraagstukken in verband met de structuur en de replicatie van het poliovirus, zoals de functie van sommige virale proteïnen, het mechanisme van de initiatie van proteïnen- en RNA synthese en de verschillende stappen in de morfogenese bestudeerd worden. Het moet toelaten om (i) subvirale partikels te detecteren die ontstaan tijdens de replicatiecyclus van poliovirus (morfogenese), (ii) interacties te bestuderen tussen het viraal genoom en subvirale partikels, die leiden tot het ontstaan van nieuwe virionen, (iii) interacties te onderzoeken tussen het viraal RNA en cellulaire proteïnen, (iv) interacties tussen virale en cellulaire proteïnen te beschouwen, (v) interacties tussen viraal RNA en virale proteïnen te volgen, waarbij telkens de stoichiometrie en affiniteit kan bepaald worden, en (vi) om nieuwe targets voor potentieel antivirale drugs te identificeren. Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie • Farmaceutische Biotechnologie en Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • BARTHOLOMEUS ROMBAUT • Yvan VANDER HEYDEN
De bevoogding nabij? Het spanningsveld tussen pedagogisering en commercialisering in de leefwereld van kinderen. Over kinderen en gezonde voeding. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoeksproject vertrekt vanuit de economische (het kind als consument) en politieke (het kind als partciciperend burger) veranderingen die zich in de tweede helft van de twintigste eeuw in onze Westerse samenleving rond het kindzijn hebben voorgedaan. Steunend op het paradigma van de Sociology of Childhood en zijn methodologische consequenties en via de inbreng van een historische dimensie wil deze studie vanuit een kindgericht perspectief de implicaties in kaart brengen van deze veranderingen voor zowel de huidige vormgeving aan het kindzijn
als voor de actuele leefwereld van kinderen. Deze studie beoogt zo een wetenschappelijke bijdrage te leveren aan meer empirische kennis over de relatie tussen kind, opvoeding en cultuur. Deze probleemstelling zoals gearticuleerd in het goedgekeurde FWO-project werd intussen geoperationaliseerd naar een studie van het discours omtrent gezondheid van en naar kinderen toe, waarbij toegespitst wordt naar het discours omtrent gezonde voeding. Onderzocht wordt (1) hoe pedagogische én commerciele actoren via reclame- en voorlichtingscampagnes kinderen aanspreken met betrekking tot hun visie over gezonde voeding en (2) hoe kinderen hier zelf mee omgaan. Daarbij staat de beleving van het "kindzijn" centraal en worden kinderen aanzien en benaderd als ervaringsdeskundigen. Hiertoe zal op representatieve wijze onderzocht worden wat gezondheid en meer bepaald gezonde voeding betekenen voor Vlaamse kinderen, welke hiervoor hun informatiebronnen ziin en hoe zij zelf omgaan met de spanning tussen de commerciele en eerder pedagogische gezondheidsboodschappen in hun leefwereld. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • KATIA SEGERS
24u. zorgsteunpunt binnen het Zorgbedrijf Antwerpen. Universiteit Antwerpen Abstract: Bij de onderzoeksopdracht '24u zorgsteunpunt binnen het Zorgbedrijf Antwerpen' zal volgende opdracht worden uitgevoerd: onderzoek naar de huidige en toekomstige zorgbehoeften, het zorggebruik van het huidige aanbod en de mogelijkheden van de nieuwe zorgvormen (PAS, ADL-Steunpunt). Organisaties: • Welzijn en verzorgingsstaat
Onderzoekers: • Jozef Breda
Vernieuwing van de apparatuur voor monstervoorbereidingen in het geochronologisch en geochemisch onderzoek van mineralen en gesteenten Universiteit Gent Abstract: De aangevraagde apparaten betreffen een schijvenmolen en een koolstofbedamper. De schijvenmolen is een basistoestel voor het afscheiden van specifieke mineralen uit gesteenten, nodig voor geochronologisch en/of isotropisch onderzoek. De koolstofbedamper is een apparaat dat dient om kleine mineralogische monsters te bekken met een koolstoflaagje, nodig voor microchemische analyse onder de SEM (scanning-electronenmicroscoop). Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Peter Van den haute • Marlina Elburg
Uitbouw van een integraal kennis- en testplatform voor de evaluatie van chromatografische systemen en kolommen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 1. Rationale Hoge Prestatie-Vloeistofchromatografie (HPLC) is sinds haar ontstaan begin jaren '70 uitgegroeid tot één van de meest gebruikte technieken in de analytische chemie. Ondanks dit succes wordt momenteel intensief verder gezocht naar methodes om de techniek nog verder te verbeteren. De huidige HPLC-kolommen zijn immers niet in staat de toenemende vraag naar snellere en betere scheidingen vanuit de industrie en de maatschappij te beantwoorden. Industrieën (o.a. de farmaceutische) willen steeds complexere mengsels scheiden (cfr. het opstellen van fingerprintchromatogrammen en het proteomics-onderzoek), willen steeds meer samples per dag analyseren (cfr. de high-throughput drugscreening), of willen steeds kortere antwoordtijden (cfr. de on-line proces- en productcontrole). Vanuit de maatschappij worden steeds strenger wordende zuiverheidseisen gesteld aan de kwaliteit van het milieu, het voedsel, de samenstelling van geneesmiddelen, enz... Om aan al deze vragen te voldoen zijn enerzijds chromatografiekolommen nodig die significant meer resolutie leveren in dezelfde analysetijd en anderzijds zijn er kolommen nodig die de analysetijd significant kunnen verkorten zonder aan resolutie in te boeten. In een reeks studies binnen de vakgroep, waaronder het eigen doctoraat, werd aangetoond dat de sleutel tot het ontwerp van betere kolommen tweevoudig is: 1) de pakking en de doorstroomporiën moeten maximaal uniform zijn en 2) kleine diffusie-afstanden (=kleine partikels of kleine domeingroottes) moeten gecombineerd kunnen worden met een lage stromingsweerstand. Voor hoge snelheidsscheidingen kunnen de kleine diffusie-afstanden gerealiseerd worden door gepakte kolommen te vullen met zeer kleine (sub 2- of sub 1-micrometer) sferische poreuze partikels. Voor hoge resolutie-scheidingen zijn gepakte kolommen echter te dicht gestapeld en zijn systemen met een grotere externe porositeit (i.e., doorstroomvolume per volume kolom) nodig. Monolietkolommen, en met name dan voornamelijk silica-monolietkolommen, zijn via hun regelbare verhouding tussen skeletgrootte en poriegrootte bij uitstek geschikt om deze grotere externe porositeit te leveren. Gepakte kolommen en monolietkolommen zijn dus in zekere zin complementair. Het eerste type kan vooral uitgespeeld worden om snelle scheidingen nog sneller te maken, terwijl het laatste type vooral geschikt is om hogere resoluties in een korte tijd te bekomen. Hoewel de kolomfabrikanten momenteel nieuwe producten op de markt brengen die volgens bovenstaande regels ontworpen zijn, worstelen zij toch nog met een aantal fundamentele vragen. De huidige sub-2- micrometerkolommen bijvoorbeeld presteren slechter dan theoretisch verwacht. Of dit afkomstig is van het feit dat partikels moeilijker pakken indien ze onder de sub-2-micrometergrens gaan, of omdat de pieken die verwacht worden zo smal zijn dat een klein zijwand- of een pakkingsdichtheidsgradiënt-effect toch significant wordt, of omdat niet vermeden kan worden dat zeer kleine afgebrokkelde partikeldeeltjes mee in de pakkingsuspensie terecht komen, is moeilijk te zeggen zonder nader onderzoek. Dat dit laatste effectief een probleem kan vormen werd tijdens het eigen doctoraatsonderzoek aangetoond door het testen van een reeks sub 2 ?m-kolommen die gevuld waren met zelfgemaakte mengsels bekomen door twee verschillende fracties met licht verschillende gemiddelde diameter met mekaar te mengen [1]. Voor de productie van monolietkolommen zijn de problemen die rijzen bij de kolomfabricage nog veel fundamenteler omdat elke poging om de domeingrootte te verkleinen vaak gepaard lijkt te gaan met een verlies van externe porositeit, en erger nog, ook met een toename van de wanorde. M.a.w. voor monolietkolommen lijkt het moeilijk te zijn om de eisen 1) en 2) met mekaar te verzoenen. Dit probleem werd tijdens het eigen doctorale onderzoek uitgebreid theoretisch onderzocht [2,3], o.a. door het uitvoeren van computational fluid dynamics(CFD)-simulaties op een reeks geometrische modellen met afnemende schaalgrootte maar met constante variatie op de skelet- en poriediameter. Dit inherente probleem betekent ook dat grootschalig, systematisch en theoretisch onderbouwd onderzoek naar het vinden van de optimale reactie- en synthesecondities absoluut nodig is. Samengevat toont het bovenstaande eigenlijk aan dat de onduidelijkheid die er bestaat over de relatie tussen het productieproces en de interne kolomstructuur enerzijds, en de relatie tussen deze structuur en de chromatografische prestaties anderzijds nog zo groot is dat er internationaal zeer veel onderzoek nodig is. Het huidige project is er op gericht om deze zoektocht mee te ondersteunen. 2. Doelstelling De doelstelling van het huidige project is om voldoende testtechnieken en theoretische kennis bij mekaar te brengen om een sluitende analyse betreffende de pakkingkwaliteit en de structurele uniformiteit van nieuwe of bestaande HPLCkolommen te kunnen maken. De uiteindelijke bedoeling is om een integraal kennis- en testplatform uit te bouwen dat kan aangeboden worden aan kolomontwerpers, zowel academische als commerciële, om hun kolomproductieprocessen te evalueren en bij te sturen. Om dit platform te realiseren zullen enerzijds alle theoretische of experimentele concepten die tijdens het doctorale onderzoek ontwikkeld of onderzocht werden samengebundeld worden en gecombineerd worden met een aantal additionele en nieuwe technieken. Anderzijds zullen één of meerdere prototypeHPLC-instrumenten uitgebouwd worden die het mogelijk moeten maken de prestaties van ultra-hoge resolutie en ultra-snelle kolommen op te meten zonder additionele piekverbreding en tot diep in het C-term gebied.
Organisaties: • Chemische Ingenieurstechnieken en Industriele Scheikunde
Onderzoekers: • Jeroen BILLEN
Stemgedrag van Belgische Europarlementsleden (2004-2009). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek analyseert het stemgedrag van de 24 Belgische MEPs tijdens de legislatuur 2004-2009. Aan de hand van meer dan 4.000 roll-call votes wordt per MEP een stemprofiel opgesteld (kwantitatief onderzoek). Daarnaast wordt voor belangrijke stemmingen het individueel stemgedrag onderzocht (kwalitatief onderzoek). Deze tweevoudige analyse is onontbeerlijk om MEPs ter verantwoording te roepen in de aanloop naar de verkiezingen van juni 2009. Organisaties: • Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM)
Onderzoekers: • Steven Van Hecke
Vaag answer set programmeren voor het semantisch web. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het internet is uitgegroeid to een gigantische verzameling van gegevensbronnen. In deze context is het voor menselijke gebruikers niet altijd vanzelfspreken om betrouwbare van onbetrouwbare informatie te onderscheiden en om te gaan met elkaar etegensprekende bronnen; dit probleem stelt zich eens te meer bij automatisatie van taken op het Semantische Web. Recent heeft VUB-onderzoeksgroep voorgesteld om aan webagenten gestalte te geven door middel van de "answer set" semantiek. In deze aanpak bestaat de kennis van een agent uit een verzameling van regels die, eventueel, externe gegevensbronnen kunnen aanroepen. Zo bijvoorbeeld betekent de regel GEVOLG <- FEIT, BRON.EXTERN_FEIT dat GEVOLG kan afgeleid worden als FEIT bekend is en een externe BRON EXTERN_FEIT bevestigt. Om tegenspraken tussen de verschillende regels te verhelpen wordt in (Heymans et al. 2005b) voorgesteld om de regels te ordenen volgens een voorkeursrelatie, waarbij meer geprefereerde regels zullen verkozen worden voor voldoening op minder geprefereerde regels in geval van contradicties. De ordening kan bijvoorbeeld afhangen van het vertrouwen in de geraadpleegde externe agenten. Anderzijds heeft de Ugent-onderzoeksgroep recent voorgesteld om vertrouwensnetwerken tussen agenten te modelleren als vraagrelaties ('Fuzzy relations') die toelaten om zowel vertrouwen als wantrouwen uit te drukken en te berekenen (De cock & Pinheiro da Silva, 2006). Wantrouwen is vaak immers minstens zo belangrijk als vertrouwen in het handelen; het samen beschouwen van beide laat bovendien toe onwetendheid te modelleren die alomtegenwoordig is in een groot netwerk waar iedere agent typisch slechts enkele andere agenten kent. Het vraaglogisch model laat daarenboven toe om vertrouwen en wantrouwen te modelleren als graduele concepten die in een bepaalde mate kunnen vervuld zijn (ik sta eerder wantrouwig tegenover deze bron, ik vertrouw deze bron zeer). In het voorgestelde project willen de beide onderzoeksgroepen hun expertise in de twee verschillende methodologieën, namelijk answer set programmeren en vraaglogica, samenbrengen om vaag answer set programmeren te ontwikkelen. We zijn van mening dat een combinatie met vaaglogica de toepasbaarheid van answer set programmeren voor het Semantisch Web gevoelig zal verbeteren; bijvoorbeeld uitdrukken van vertrouwen en/of wantrouwen tussen webagenten; appreciatie (door een agent) van, mogelijk inconsistente, informatie beschikbaar op het internet; minder belangrijke regels niet ten volle in rekening moeten brengen, etc. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • Davy VAN NIEUWENBORGH • DIRK VERMEIR
Methodologie en responseffecten bij websurveys. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De voorbije jaren is het internet steeds populairder geworden als medium voor het verspreiden van vragenlijsten. Deze specifieke methode kent heel wat voordelen ten opzichte van papieren surveys. Men moet echter ook enkele belangrijke nadelen onderkennen. Eén daarvan is de gevoeligheid voor gedeeltelijke of volledig non respons. Meer dan traditionele media is het internet echt vluchtig. E-mail, de methode bij uitstek om respondenten uit te nodigen voor deelname aan online studies, wordt geteisterd door plagen als spam en phishing: mensen worden overspeld met virtuele post en men wordt erg wantrouwig, zelfs ten aanzien van betouwbare bronnen. Dit betekent een bedreiging van deze nieuwe methode van datacollectie. In de huidige studie worden een aantal experimenten uitgevoerd om een beter inzicht te krijgen in de reden waarom respondenten kiezen om een online survey al dan niet in te vullen. Verder bouwend op enkele recente studies, zullen eerst een aantal onderzoeken in het "online veld" gebeuren. Enerzijds zal hierin aandacht worden besteed aan non respons en anderzijds worden ook respons- en contexteffecten onderzocht. Hierbij zal nadruk gelegd worden op de invloed die responsschalen hebben op dergelijke effecten. Deze inzichten kunnen een bijdrage leveren tot het optimaliseren van webvragenlijsten om zo een hogere datakwaliteit te bekomen. Organisaties: • Arbeids- en Organisatiepsychologie
Onderzoekers: • PETER THEUNS • Frederik VAN ACKER
Ontwikkeling van een "gestapeld" volume-gedegenereerd schaalelement voor de simulatie van schade in grote composietconstructies onder dynamische belasting Universiteit Gent Abstract: In dit project wordt een nieuwe type "gestapeld" volume-gedegenereerd schaalelement ontwikkeld. Door het opleggen van de continuiteit van de interlaminaire spanningen en de grotere aspect ratios dan bij volume-elementen, zal de schade-ontwikkeling in grote composietconstructies efficienter en nauwkeuriger gesimuleerd worden. Organisaties: • Vakgroep Mechanische constructie en productie
Onderzoekers: • Joris Degrieck • Wim Van Paepegem
Optimalisatie van het behoud van de fertiliteit na gonadotoxische therapieën. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De spermatogoniale stamceltransplantatie (SSCT) en de testiculaire weefselgraft zijn twee veelbelovende technieken ter preventie van infertiliteit na gonadotoxische therapieën. Verdere optimalisatie en onderzoek naar de efficiëntie zijn echter nodig vooraleer de stap naar een klinische toepassing gezet kan worden. In een eerste onderzoeksluik zal getracht worden de efficiëntie van de xenogene transplantatie met humaan prepubertair weefsel te optimaliseren. Hiertoe zal een humaan prepubertair testisstukje worden getransplanteerd naar de testis van een
immunodeficiënte muis. Vier en negen maand na transplantatie zal testisweefsel gecollecteerd en geëvalueerd worden. Zowel overleving van spermatogoniale stamcellen als hun functionaliteit en maturatie van de nichecellen zal worden geëvalueerd. Via toediening van humaan recombinant follikel stimulerend hormoon zal nagegaan worden of overleving, proliferatie en differentiatie kan worden geïnduceerd in humane spermatogonia, gegraft in de muriene testiculaire omgeving. In een tweede onderzoeksluik zal nagegaan worden of apoptotische mechanismen de efficiëntie van de SSCT en grafting beinvloeden. Op verschillende tijdstippen na transplantatie (SSCT en graft) zal daartoe apoptose worden bestudeerd via vroege en late apoptotische merkers. In een derde onderzoeksluik zal de rol van anti-apoptotische middelen op de apoptose en de efficiëntie van transplantatie onderzocht worden. Organisaties: • Embryologie en Menselijke Genetica
Onderzoekers: • KAREN SERMON • HERMAN TOURNAYE
Optimalisering van compacte NanobodyTM-gebaseerde fusieproteïnen voor aanmaak van 'moleculaire schakelaars'. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Optimalisering van compacte NanobodyTM-gebaseerde fusieproteïnen voor aanmaak van 'moleculaire schakelaars'. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • SERGE MUYLDERMANS
Modeling of turbulent flows with combustion by Large Eddy Simulation in connection with Conditional Moment Closure model. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Modeling of turbulent flows with combustion by Large Eddy Simulation in connection with Conditional Moment Closure model. Organisaties: • Toegepaste Mechanica
Onderzoekers: • CHRISTIAN LACOR
Geographies of aid intervention in Palestine Universiteit Gent Abstract: Recent scholarship has highlighted the problems associated with aid effectiveness in the occupied Palestinian territories. Faith in economic development to keep alive the ?peace process?, as well as the dominant?post-conflict? framework has shaped most development interventions since the Oslo accords. Less research has been done about the microgeographies of development intervention in general, and the ways in which these practices are negotiated, implemented, and contested, or how they are related to a broader political economy of aid and development. The aim of this conference is thus to explore the ways in which development intervention reshapes socio-political, spatial, economic, and environmental relations in the oPt, in addition to thinking out alternatives for a development that responds to Palestinians needs and rights Organisaties: • Vakgroep Studie van de derde wereld
Onderzoekers: • Sami Zemni
'Zorgen voor een zorgbeleid.' Onderzoek naar de parameters van een geïntegreerd zorgbeleid en het effect hiervan op de professionele ontwikkeling van leraren secundair onderwijs. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit onderzoek wordt een conceptueel kader én instrument ontwikkeld voor het uitwerken van een geïntegreerd zorgbeleid op vlak van socio-emotionele begeleiding in het secundair onderwijs. Verder wordt in dit onderzoek ook perceptie van de leerkracht die fungeert als sleutelfiguur binnen een geïntegreerde vorm van leerlingenbegeleiding onderzocht. De taakopvatting en het handelen van de leerkracht met betrekking tot geïntegreerde socio-emotionele leerlingenbegeleiding alsook het effect van een steunend netwerk op het niveau van de school, worden onderzocht. Organisaties: • EduBROn • Expo-Eco
Onderzoekers: • Elke Struyf
Betacelfunctie in (pre)type 1 diabetes. Vrije Universiteit Brussel Abstract: INLEIDING Type 1 diabetes is een belangrijke (>1.5% levenslang risico in West-Europa) en vooralsnog ongeneeslijke ziekte die ongeveer de helft van de invaliderende verwikkelingen van alle diabetespatiënten veroorzaakt (1-5). Het ziekteproces wordt geïnitieerd en verder gedreven door een samenspel van (multipele en onvolledig gekende) genetische en omgevingsfactoren (1,6-12). Op een nog niet te detecteren ogenblik veroorzaakt dit proces een daling in het aantal betacellen, die vermoedelijk maanden tot jaren asymptomatisch kan bestaan, maar zich progressief doorzet tot de betacelmassa niet meer in staat is om de hyperglycemie te vermijden, hetgeen dan zal leiden tot de diagnose "diabetes". Organisaties: • Pathologische Biochemie en Fysiologie
Onderzoekers: • FRANS GORUS • BART KEYMEULEN
Belangengroepen en de WTO. Een kwantitatieve studie naar de ontwikkeling van een populatie transnationale belangengroepen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project onderzoekt waarom en hoe zich sinds 1995 een vrij omvangrijke populatie belangengroepen heeft ontwikkeld die op globaal niveau het beleid van de Wereldhandsorganisatie tracht te beïnvloeden. Daarbij staan drie subdoelen centraal; 1) meten van de longitudinale ontwikkeling van deze populatie, 2) verklaren van ongelijke groei en 3) verklaren van de samenhang tussen de gemobiliseerde populatie en de inhoud van de WTO beleidsagenda. Organisaties: • Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM)
Onderzoekers: • Jan Beyers
De Kracht van de Minnesota Multiphasic personality Inventory -2- Restructured Form (MMPI-2-RF) als screeningsinstrument bij de differentiaaldiagnose van melancholische versus niet-melancholische depressieve patiënten en bij het meten van behandelingsui... Vrije Universiteit Brussel Abstract: De centrale focus van dit project betreft het exploreren van de kracht van de Minnesota Multiphasic Personality Inventory -2- Restructured Form (MMPI-2-RF) in het onderzoek naar melancholische versus niet-melancholische depressie. De MMPI werd initieel ontwikkeld als screeningsinstrument voor de differentiatie van verschillende vormen van psychopathologie. In het bijzonder werd schaal 2, depressie, geconstrueerd met het oog op het identificeren van klinische depressie. De MMPI-2-RF, een verkorte en geherstructureerde versie van de herziene Minnesota Multiphasic Personality Inventory (MMPI-2), telt 338 items en bevat naast de 'Restructured Clinical' (RC) schalen, vernieuwde validiteitschalen, hogere orde schalen, specifieke probleemschalen en PSY-5-r schalen. Onze doelstelling is in de eerste plaats om het discriminatievermogen en de voorspellende waarde van de MMPI-2-RF schalen te onderzoeken bij differentiaaldiagnostiek tussen een groep melancholisch en niet-melancholisch depressieve patiënten. Bijzondere aandacht gaat uit naar de geherstructureerde schaal 2, nu RC2, die een veel betere specifiekere indicator is van majeure depressieve stoornis. Daar deze differentiatie behandelimplicaties heeft, wensen we in de tweede fase van dit project de mate te onderzoeken waarin de MMPI-2-RF in staat is verandering na behandeling in kaart te brengen. Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • GINA ROSSI
Onderzoek van de in vivo anti-oxidatieve effecten van gestandardiseerde plantaardige preparaten in een diabetisch ratmodel. Universiteit Antwerpen Abstract: In een eerste fase van het onderzoek zullen de voornaamste anti-oxidatieve bestanddelen van Pueraria lobata, Cynara scolymus en Olea europaea, planten rijk aan polyfenolen, gekarakteriseerd worden en hun in vitro anti-oxidatief profiel bepaald. Vervolgens dienen geschikte analyse¬methodes ontwikkeld en gevalideerd te worden om de plantenextracten op deze actieve componenten te standardiseren, om dan over te gaan tot in vivo evaluatie in een diabetisch rat-model. Organisaties: • Farmacognosie, Functionele voeding en Farmaceutische Analyse (NatuRA)
Onderzoekers: • Luc Pieters • Sandra Apers
Financiering IOF-Proof of Concept: transversaal mode schakelen toegepast op CO2 en YAG lasers Vrije Universiteit Brussel Abstract: Financiering IOF-Proof of Concept: transversaal mode schakelen toegepast op CO2 en YAG lasers Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • JOHAN STIENS
Designing evidence-based strategies and actions (DAPHNE). Universiteit Antwerpen Abstract: Designing evidence-based strategies and actions (DAPHNE). Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Peter Van Petegem
De liberalisering van de arbeidsmarkt: een existentiële bedreiging voor het sociaal recht. De onderaanneming: de ultieme vorm van sociale dumping? Universiteit Antwerpen Abstract: De mondialisering en de Europeanisering van de economische verhoudingen genereren een liberalisering van de arbeidsmarkt. Gebruik makend van Europese communautaire regelgeving, inzonderheid i.v.m. vrij verkeer van diensten, hebben grensoverschrijdende onderaannemingspiramides het licht gezien. In de mate dat de onderaanneming een situatie van schijnzelfstandigheid afdekt, brengen deze constructies de sociale correcties aan de vrije arbeidsmarkt in het gedrang. Het onderzoek strekt ertoe een beter juridisch inzicht te brengen in deze mechanismen teneinde de beleidsvoerders juridische remedies aan te reiken. Organisaties: • Sociale Concurrentie en Recht
Onderzoekers: • Marc Rigaux • Anne Van Regenmortel • Daniël Cuypers
Gebruik van superkritische vloeistofchromatografie voor chirale scheidingen en fingerprintapplicaties. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van het voorgestelde project is superkritische vloeistofchromatografie (SFC) te evalueren voor twee soorten applicaties die reeds bestudeerd worden op het departement via andere scheidingstechnieken, nl. de scheiding van chirale moleculen en het ontwikkelen van chromatografische fingerprints. Voor de chirale scheidingen zal nagegaan worden of recent gecommercialiseerde types chirale stationaire fasen (CSF) ook in SFC een verhoogde enantioselectiviteit vertonen, zoals reeds gezien werd in HPLC. Er zal nagegaan worden of de reeds gedefinieerde scheidingsstrategie in SFC transfereerbaar is naar deze nieuwere types stationaire fasen, en of ze moet aangepast worden. Tevens zal geëvalueerd worden of de nieuwe CSF enantioselectiviteit vertonen voor een groot aantal chirale componenten en of ze complementaire selectiviteit vertonen tegenover de selectoren in de huidige strategieën. Voor de fingerprintanalyses zal de techniek gebruikt worden voor het ontwikkelen van chromatografische fingerprints van plantaardige extracten. Waar nu vooral superkritische extractietechnieken gebruikt worden als staalvoorbehandeling van deze extracten, zal in dit project SFC als analytische scheidingstechniek beschouwd worden. De techniek lijkt geschikt om relatief snelle fingerprints met een hoge piekcapaciteit te ontwikkelen en deze dan voor de relevante data-analyse te gebruiken.
Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • Yvan VANDER HEYDEN • Debby MANGELINGS
De neurobiologie van besluitvormige en executief functioneren in the suïcidale brein Universiteit Gent Abstract: Suïcidale personen hebben een veranderd patroon van activatie van de orbitofrontale en dorsolaterale prefrontale cortex, alsook executieve functioneringmoeilijkheden. Deze bevindingen vertonen belangrijke parallellen met de resultaten uit het onderzoek naar besluitvormingsprocessen. In dit project wordt aan de hand van fMRI, via neuropsychologische taken zoals de Markov Beslissingstaak, onderzoek gedaan naar besluitsvormingsprocessen en hun rol bij suïcidaliteit. Organisaties: • Vakgroep Psychiatrie en medische psychologie
Onderzoekers: • Cornelis Van Heeringen
Moleculaire genetica en biologie van mutaties in kleine heat shock proteïnes HSP22 en HSP27 in relatie tot motorische zenuwaandoeningen. Universiteit Antwerpen Abstract: Distale hereditaire motorische neuropathiëen (distale HMN) zijn genetisch en klinisch heterogene aandoeningen van het perifeer zenuwstelsel (PZS). Recent vonden we pathogene mutaties in twee kleine heat shock proteïnes HSP22 en HSP27 als oorzaak voor distale HMN. Dit project heeft als doelstellingen: 1. Genotype-fenotype correlaties uitvoeren in distale HMN en andere erfelijke aandoeningen van het PZS, 2. Associatiestudies van HSP22 en HSP27 als risico of protectieve factoren voor amyotrofe lateraal sclerose (ALS), 3. Functioneel onderzoek van HSP22 en HSP27 mutaties, 4. Aanmaak van transgene muizen door overexpressie van specifieke HSP22 en HSP27 mutaties. Organisaties: • VIB DMG - Perifere Neuropathieën
Onderzoekers: • Joy Ijeoma Irobi-Devolder
Ex Machina Universiteit Hasselt Abstract: Dit project omvat een haalbaarheidsstudie voor de valorisatie van een raamwerk voor het bouwen van mobiele gidsen, in eerste instantie voor de culturele sector. Het gaat hierbij om mobiele ICT toepassingen die de bezoekerservaring verrijken en een plezierige, sociale, verrassende en persoonlijk zinvolle ervaring aanbieden. Door bezoekers onder te dompelen in de verhalen van de instelling en hen te stimuleren om zowel met hun medebezoekers als met de omgeving te interageren willen we de tevredenheid bij bezoekers verhogen en bovendien hun motivatie verhogen om enerzijds deze specifieke instelling opnieuw te bezoeken of anderzijds om gelijksoortige sites en musea te gaan ontdekken. Voor de realisatie van de mobiele ICT toepassingen is er binnen het Expertisecentrum voor Digitale Media (EDM) een software raamwerk ontwikkeld tijdens die gesubsidieerd werden door zowel lokale, regionale als Europese overheden met het oog op toegepast onderzoek. Dit software raamwerk maakt het mogelijk om op een flexibele manier mobiele gidsen te ontwikkelen op maat van een specifieke instelling en haar specifieke noden. Om de te volgen valorisatiestrategie goed te kunnen inschatten wordt er binnen dit project een haalbaarheidsstudie uitgevoerd. Organisaties: • Expertisecentrum voor Digitale Media • Expertisecentrum voor Digitale Media
Onderzoekers: • Karin CONINX • Kris LUYTEN
In vivo kwantificatie en karakterisatie van neuroplasticiteit in de adulte hersenen van de zangvogel. Universiteit Antwerpen Abstract: In vivo kwantificatie en karakterisatie van neuroplasticiteit in de adulte hersenen van de zangvogel. Organisaties: • Bio-imaging
Onderzoekers: • Anne Marie Van Der Linden • Jacob Verschueren
Moleculaire genetica/genomica van psychiatrische ziekten in een geïsoleerde populatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Algemene doelstellingen van het project: A. Identificatie van nieuwe genen voor psychiatrische ziekten in een geïsoleerde noord Zweedse populatie. B. Identificatie van nieuwe chromosomale loci voor psychiatrische ziekten. C. Invoeren van een Neurofenomica onderzoekslijn. D. Ontwikkelen van genetische en genomische Multiplex PCR applicaties. Organisaties: • VIB DMG - Toegepaste Moleculaire Genomica
Onderzoekers: • Jurgen Del-Favero • Peter De Rijk
Informeel publiek bestuur: Focus op basisonderwijs en urbane landbouw in peri-urbaan Kinshasa (DRC). Universiteit Antwerpen Abstract: Na een periode van transitie en burgeroorlog wordt het ontwikkelingsproces in Congo-Kinshasa in de eerste plaats gedacht vanuit een heropbouw van de staatsstructuren. Tegelijk is er ondertussen een systeem van 'informeel' beleid ontstaan. Dit onderzoek focust op deze vormen van lokaal bestuur in interactie met het bestaande en nieuwe overheidsbeleid. De sectoren van onderzoek zijn lager onderwijs en urbane landbouw. Organisaties: • Armoede en welzijn als kenmerk van lokale institutionele processen
Onderzoekers:
• Tom De Herdt
Kinetiek en toxiciteit van eiwitaggregatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De groeiende wetenschappelijke interesse voor eiwitaggregatie en amyloidose is voor een groot deel geïnspireerd de associatie van degeneratieve menselijke ziektes zoals Alzheimers en Parkinson met eiwitafzettingen die zijn samengesteld uit één of een beperkt aantal eiwitten. Eiwitaggregatie is een reactie waatrbij eiwitten verkeerd worden gevouwen en samenkomen in multimoleculaire assemblages. Sommige van deze aggregaten zijn toxisch en het ziektebeeld in de hoger vermelde aandoening wordt hiermee in relatie gebracht. De kernvraag bij dit onderzoek is het bepalen onder welke omstandigheden de toxische aggregaten gevormd worden. Dit heeft een belangrijke toepassing in de ontwikkeling van therapeutica tegen aggregatie: het wijzigen van aggregatie kinetiek door middel van farmaca omvat inherent het gevaar dat meer ipv minder toxiciteit bekomen wordt. Het belangrijkste obstakel voor het begrijpen van eiwitaggregatie mechanismen was van technologische aard. Stalen van eiwitaggregatie zijn per definitie erg heterogeen en verdeeld tussen de vloeibare en de vaste fase. Tot onlangs was er geen methode om de relevante intermediaire toestanden van een eiwitaggregatiereactie te scheiden. Dit probleem werd echter opgelost door de introductie van de nieuwe 'field-flow fractation' technologie. Met deze sleuteltechnologie kunnen aggregaten van uiteenlopende grootte worden gescheiden met online bepaling van hun moleculaire grootte. Gezien slechts een aantal groepen op wereldvlak en geen enkele in België deze technologie bezitten, is de verwerving ervan een strategische stap voor de zichtbaarheid van het onderzoek naar eiwitaggregatie aan de VUB. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Frederic ROUSSEAU
Effect van in- en ontpolderen op hoogwaterpeilen in het Schelde-estuarium: historische effecten (1550-1800) als referentiemodel voor huidige beheersplannen. Universiteit Antwerpen Abstract: Om het overstromingsrisico van de Schelde te doen dalen, worden valleigebieden ontpolderd. Er bestaan echter geen empirische data die de relatie tussen ontpolderingen en waterpeil reductie (~ overstromingsrisico) beschrijven. Als vergelijkingsmodel worden daarom de effecten van historische in- en ontpolderingen langs de Westerschelde (1550-1800) op het waterpeil langs de Vlaamse Zeeschelde bestudeerd, a.d.h.v. protisten (diatomeeën en thecaoeben). Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Stijn Temmerman • Marijke Ooms
Archeologie van versterkte Berber spijkers Universiteit Gent Abstract: In hun verdedigde graanspijkers slaan de Berbers hun oogsten en kostbare goederen op. Dergelijke spijkers werden meestal los van het dorp gebouwd op een gemakkelijk en natuurlijk te verdedigen plaats. Men vindt ze van Marokko tot Tripolitanië. De oudst gedateerde spijkers bevinden zich vermoedelijk in Zuid-Tunesië, maar dit onderwerp heeft er nog geen speciale aandacht gekregen. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Johnny De Meulemeester
Synthese van bicyclische azaheteroaromaten gebaseerd op C-N bindingsvorming via transitiemetaal-gekatalyseerde C(sp2)-H activering. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project beoogt de ontwikkeling van nieuwe synthesemethodologieën voor azaheteroaromaten. Het is de bedoeling om de C-N binding tot stand te brengen met behulp van transitiemetaal gekatalyseerde C-H activering. Door gebruik te maken van C-H activering is geen preactivering meer nodig, wat dus het aantal synthesestappen inkort en minder afval creëert. Organisaties: • Organische synthese
Onderzoekers: • Bert Maes • Mattijs Baeten
Progranuline in neurodegeneratieve dementie: genetische, functionele en neuropathologische karakterisatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project maakt gebruik van moleculaire genetische en pathologische studies met als doel de rol van progranuline (PGRN) in dementie en de bijdrage van genetische factoren die bijdragen tot de klinische en pathologische expressie van PGRN mutaties beter te begrijpen. Deze studies moeten bijdragen tot het optimaliseren van een protocol voor DNA diagnostische testen. Bovendien is de kans groot dat genen die de aanvangsleeftijd of de vooruitgang van de ziekte beïnvloeden, een belangrijke rol kunnen spelen als targets voor therapeutische interventies om de ziekte af te remmen. Verder beoogt dit project de aanmaak van cel- en muismodellen waarin de PGRN productie werd uitgeschakeld - PGRN -/+ en PGRN -/- knockout muizen, afgeleide primaire PGRN -/- en siRNA behandelde muis neuronen - en welke zouden moeten toelaten te onderzoeken hoe het verlies aan PGRN bijdraagt tot celdood van corticale neuronen. De cellulaire modellen zouden toelaten het cellulaire transport en catabolisme van PGRN te analyseren evenals de onderliggende signaaltransductie wegen die onderdrukt worden in PGRN deficiëntie. De specifieke doelstellingen van dit project zijn: het evalueren van de aanwezigheid van complexe mutaties in een groep van 190 Belgische patiënten met frontaalkwabdementie evenals de studie van de bijdrage van PGRN mutaties tot verwante neurodegeneratieve ziekten zoals PD, ALS en AD, de identificatie van genen die bijdragen tot de sterke variatie in aanvangsleeftijd in PGRN mutatie dragers, de aanmaak van PGRN knockout muizen om na te gaan of deze muizen neuronaal verlies vertonen in de hersenen en/of gedrag en cognitieve stoornissen, en het ontwikkelen van celmodellen om de cellulaire lokalisatie en het transport van PGRN te bestuderen. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Marc Cruts • Christine Van Broeckhoven • Samir Kumar-Singh
Targeted troggering of innate immune receptors on dendritic cells to counteract activation and suppressive function of regulatort T cells.
Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het team van K. Thielemans heeft een methode ontwikkeld voor het genereren van 'klinische graad dentritische cellen' en voor het optimaliseren van tumorspecifieke antigens. Ze stellen nu voor om de efficiëntie van dentritische celgebaseerde vaccins dmv een systematische studie te verbeteren. Organisaties: • Fysiologie
Onderzoekers: • KRISTIAAN THIELEMANS
SICOM - Simulatie gebaseerde corrosiebheer bij vliegtuigen Vrije Universiteit Brussel Abstract: SICOM zal een numeriek microschaal model ontwikkelen om gelokaliseerde corrosie bij Al-Alloys te simuleren, met oog voor de microstructuur en de micro elektrochemische toestand. Organisaties: • Metallurgie, Elektrochemie en Materialenkennis • Elektrotechniek-Energietechniek • Materialen & chemie
Onderzoekers: • Levente-Csaba ABODI • IRIS DE GRAEVE • HERMAN TERRYN • Steven VAN DAMME • JOHAN DECONINCK
Wetenschappelijke onderzoeksgemeenschappen (WOG) : Onderzoek naar de constructie van integrerende wereldbeelden.(VERLENGING van FWOWO11) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderzoek binnen de nieuwe onderzoeksgemeenschap 'Onderzoek naar de constructie van integrerende wereldbeelden' is een voortzetting van het onderzoek in de vorige onderzoeksgemeenschappen (1995-2000, 2000-2005). Gedurende de laatste jaren van de vorige onderzoeksgemeenschap ontwikkelde zich een intense dynamiek van 'uitbreiding en verdieping'. Er werden daarom nieuwe groepen uitgenodigd. Deze uitbreiding en verdieping is eveneens het gevolg van de interactie met drie gelijklopende FWO-projecten (zie verslag vorige onderzoeksgemeenschap), die elk op zich nieuwe verbanden legden, en nieuwe mogelijkheden voor wereldbeeldenconstructie naar voren brachten. Concreet vloeide dit voort uit de ontdekking van manieren om 'de invloed van context en omgeving' en de niet-klassieke, nietdeterministische, en/of niet-Booleaanse structuur van entiteiten en processen uit het domein van de humane en gedragswetenschappen in kaart te brengen aan de hand van modellen die hun oorsprong vinden in de niet-klassieke (bv. quantum) exacte wetenschappen. We brengen een nieuwe aanpak naar voren, te vergelijken met de 'complexiteits- en chaos aanpak' van de jaren tachtig, waar formele modellen uit de klassieke exacte wetenschappen werden aangewend om entiteiten en processen uit de humane en gedragswetenschappen te bestuderen. Complexiteits- en chaos modellen zijn echter niet in staat om 'de invloed van context en omgeving' te modelleren, daar ze uit klassieke mechanische theorieën voortspruiten. De modellen in deze nieuwe aanpak zijn niet-klassiek. Daarom kunnen ze de invloed van context en omgeving beschrijven. Naast deze uitbreiding van het oorspronkelijke onderzoeksthema naar de exacte wetenschappen toe, is er eveneens een uitbreiding binnen de humane wetenschappen zelf met betrekking tot onderzoek naar de grondslagen van wereldbeelden. Het onderzoeksthema 'identiteit, grens en verschil' wordt verder uitgewerkt en verdiept aan de hand van drie bijkomende thema's: interculturele filosofie, wereldbeelden versus klassieke logica en sociale ontologie. De nieuwe onderzoeksgemeenschap gebruikt nog steeds als kader de vijf hoofdelementen van een wereldbeeld. Onderzoek wordt gepland ter verdieping van het begrip van deze hoofdelementen: (1.1) De constructie van een model van de wereld: onderzoek naar de aard en het functioneren van de wereld (CLEA, PAF, CTS, FBC). (1.2) Een verklaringsmodel van de wereld: naast beschrijven wil men ook verklaren (CWLP, CTS). (1.3) Een waarderingsmodel van de wereld: de manier waarop we waarde toekennen aan de globale werkelijkheid (CWLP, SOPINS, ARC). (1.4) Een model van modelconstructie: met elk model, zij het beschrijvend, verklarend of waarderend, gaat een modelconstructie samen (CLEA, CPM, QIEG, CCE). (1.5) Een geïntegreerd actiemodel: we zijn niet alleen kennend, waarderend en emotioneel betrokken op de wereld, maar ook actief (SOPINS, CLEA, CCE). De nieuwe onderzoeksgemeenschap zal zich in hoofdzaak toeleggen op de volgende nieuwe onderzoeksthema's: (2.1) Relaties tussen verschillende wetenschappelijke domeinen: De wetenschappelijke disciplines focussen zich op specifieke domeinen; natuurkunde op deeltjes en velden, scheikunde op moleculen, biologie op cellen en organismen, sociologie op maatschappijen, enz. Om de resultaten van deze disciplines te integreren bestuderen we de relaties tussen de verschillende domeinen; meer bepaald de evolutionaire processen waardoor een domein (bv. een maatschappij) emergeert vanuit een ander (bv. individuele organismen) (CLEA, CCE, PAF, QIEG, CTS). (2.2) Onderzoek in verband met fundamentele theorieën. Dit onderzoeksthema is gespreid over de exacte en de humane wetenschappen. Een voorbeeld vanuit de natuurkunde: vanuit de quantummechanica onderzoeken we specieke problemen met de bedoeling modellen te bouwen voor verschillende domeinen van de wetenschap die niet specifiek tot het domein van de natuurkunde behoren (CLEA, QIEG, CCE, CTS, CLPS, CICI, CWLP, SOPINS, FBC). (2.3) Modelconstructie: Het uitwerken van modellen gebaseerd op wiskundige constructies die wortelen in (niet-Booleaanse, niet-commutatieve enz.) structuren en hun veralgemeningen. Een dergelijk kader bevat op een natuurlijke manier contextuele invloed (CLEA, QIEG, CCE). (2.4) Evolutie: Onderzoek naar de algemene structuur van evolutie in de verschillende wetenschappelijke domeinen, met speciale aandacht voor biologische evolutie (de rol van zelf-organizatie, context en omgeving) en culturele evolutie. Aandacht voor de actuele filosofisch/ethische debatten omtrent evolutie en Darwinisme en de kritieken op de Neodarwinistische synthese (CLEA, PAF, CCE). (2.5) Identiteit, grens en verschil: studie naar de meest fundamentele bouwstenen van een wereldbeeld: categorieën. Deze categorieën hebben een groeperende functie, door iets als gelijkwaardig, identiek of verschillend te benoemen (SOPINS, FBC, CICI, ARC). (2.6) Interculturaliteit: Categorieën hebben ook een oriënterende of verklarende functie. Belangrijke knelpunten, zoals het belang van de absoluutheid van een wereldbeeld in zijn functie als oriënterend gegeven versus de noodzaak van relativisme van dit wereldbeeld als voorwaarde tot diepgaand intercultureel begrijpen wordt daarom bestudeerd. Verband met de kunstfilosofie, met als grondidee dat kunst een wereldwijd laboratorium is voor de constructie en exploratie van nieuwe hybride wereldbeelden, waarin sprake is van multiple identiteiten (CLEA, DAA, MIM, ISEAT, CICI, CWLP, ARC). (2.7) Wereldbeelden versus traditionele metafysica: In de traditionele (analytische) metafysica worden zeer uiteenlopende methoden gebruikt zoals intuïties, conceptuele analyse, gedachte-experimenten. Wereldbeeldenonderzoek vertrekt vooral van wetenschappelijke bevindingen. Onderzocht wordt of de benaderingen complementair zijn of elkaar uitsluiten (CLEA, ISEAT, ARC, SOPINS, CWLP, MIM, CICI). (2.8) Sociale ontologie: Onderzoek naar de betekenis van een engagement in sociale relaties voor het individu. Centrale vragen van de sociale ontologie zijn cruciaal voor de metafysische funderingen van andere disciplines (CWLP, SOPINS). (2.9) Concepten, creativiteit en attentie: Ontwikkeling van een model voor concepten dat gebruik maakt van het State-COntext-Property (SCOP) formalisme om te beschrijven hoe context geïncorporeerd wordt in de toestand van een concept. Studie van de combinatie van concepten binnen SCOP, aan de oorsprong liggend van het creatieve proces. Onderzoek naar biologische aspecten van creativiteit, zoals het verband van creativiteit met attentie (CLEA, CCE). (2.10) Kennis en constructivisme: Onderzoek naar verschillende begrippen van kennis zoals gebruikt in verscheidene disciplines steunend op de epistemologie van het constructivisme. Studie van de mechanismen van kennisconstructie in mens zowel als in machine, vanuit de visie dat cognitieve systemen eerder hun kennis actief construeren in de plaats van deze passief te ontvangen van buitenaf (CLEA, IWTF).
Organisaties: • Centrum Leo Apostel
Onderzoekers: • Diederik AERTS
Onderzoek naar de relatie tussen pakkingskwaliteit en gradiënt-piekcapaciteit van gepakte en monolithische kolommen voor vloeistofchromatografie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Om aan de vraag naar scheidingen van meer complexe mengsels te kunnen beantwoorden, vormen capillaire kolommen een mogelijk antwoord. Voor complexe scheidingen kan niet meer gewerkt worden onder isocratische condities, maar zal op de samenstelling van het solvent een gradiënt in de tijd worden opgelegd. Het opzet is om een gedetailleerde studie te maken van het effect van de pakkingstructuur die verschillend zal zijn ten opzichte van normal-bore kolommen, op de piekcapaciteit onder gradiënt-elutie-condities van capillaire kolommen. Organisaties: • Chemische Ingenieurstechnieken en Industriele Scheikunde
Onderzoekers: • Jeroen BILLEN • GERT DESMET
Economische Groei, Armoede en Milieudegradatie in Ethiopië. Een Analyse van de Effecten van Economisch Beleid met Behulp van een Village Computable General Equilibrium (VCGE) Model. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project onderzoekt de relaties tussen economische groei, armoede en milieudegradatie in een dorpseconomie van noord Ethiopië. Een village social accounting matrix (VSAM) en een village computable general equilibrium (VCGE) zullen worden geconstrueerd met het oog op uitvoeren van microsimulaties. De analyse zal helpen om te identificeren welke strategieën gepast zijn om te evolueren in de richting van duurzame ontwikkeling. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Guido Erreygers
Taal als springplank tot het hoger onderwijs Hogeschool Gent Abstract: - Digitale instapproef taalvaardigheid: alle eerstejaarsstudenten worden online getest op hun taalvaardigheid. - Digitale basiscursus taalvaardigheid in Blackboard: differentieerbaar zelfstudiepakket volgend op de instapproef met theorie en oefeningen. Organisaties: • Departement Lerarenopleiding Ledeganck • Vakgroep Talen en Onderwijs • Vakgroep Pedagogiek en Agogiek
Onderzoekers: • Hanne Vandenbussche • Barber Bossuyt • Bert De Bisschop • Helena Vanhuysse • Liesbet Dutillieux • Sabina Versieck
Scheidingstechnologiegerelateerde miniatuurisatie en -fingerprints in de farmaceutische analyse. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de chemische en meer specifiek de farmaceutische analyse middels scheidingstechnieken zijn twee tendensen actueel, enerzijds de miniaturisatie van technieken en anderzijds het gebruik van volledige chromatogrammen of electroferogrammen, in plaats van individuele pieken, om er relevante informatie uit te extraheren. De ontwikkeling en data-analyse van fingerprints kadert in deze laatste tendens. Met fingerprints bedoelen we chromatogrammen of electroferogrammen die een piekenpatroon vertonen dat karakteristiek is voor een gegeven (type) staal. Dit project wil aansluiten bij beide tendensen om in het ultieme geval trachten te komen tot de ontwikkeling van fingerpints middels geminiaturiseerde technieken. Beide onderwerpen worden momenteel ook nog gekenmerkt door een aantal problemen waarvoor we binnen dit project oplossingen zullen trachten te vinden. De beschouwde geminiaturiseerde technieken zijn capillaire electrochromatografie (CEC), pressurised CEC (pCEC) en CEC op chips (chip-CEC). Ze worden momenteel gekenmerkt door een aantal technologische problemen die zich o.a. situeren op het niveau van de kolomvervaardiging en de kolomrobuustheid. Het is de bedoeling binnen dit project robuustere kolommen te vervaardigen dan de actueel voorhanden zijnde, evenals er applicaties op te ontwikkelen (fingerprints in het ultieme, meest complexe geval). Wat fingerprints betreft moet men enerzijds over een eenvoudige methodologie beschikken om informatierijke fingerprints te ontwikkelen en anderzijds moeten de verkregen fingerprints onderworpen worden aan een geschikte data-analyse. Deze laatste is afhankelijk van het doel en telkens moet er een keuze gemaakt worden uit meerdere potentieel toepasbare chemometrische technieken. Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • NELE MATTHIJS • Yvan VANDER HEYDEN • JOHANNA VERBEKE
Constitutieve wetten voor verhard zelfverdichtend beton: experimentele bepaling en modellering Universiteit Gent Abstract: De specifieke samenstelling van zelfverdichtend beton, met een geringer gehalte aan grove granulaten en een verhoogd gehalte zand en vulstoffen, leidt tot wijzigingen betreffende het mechanisch gedrag van het materiaal. Deze wijzigingen kunnen belangrijk zijn voor het opitmaal ontwerp van elementen in zeflverdichtend beton, bv met betrekking tot dwarskracht of aanhechting van het wapeningsstaal. Het project heeft tot doel de experimentele bepaling en fundamentele studie van een geselecteerd aantal constitutieve wetten van verhard zeflverdichtend beton, en dit wat betreft uniaxiale druk (met bijzondere aandacht voor het strain-softening gedrag), het tension-stiffening effect, de aanhechting tussen zeflverdichtend beton en betonstaal, en de dwarskrachtsterkte. Dit moet uiteindelijk leiden tot degelijk onderbouwde rekenmodellen voor het structureel gedrag van zelfverdichtend beton. Organisaties: • Vakgroep Bouwkundige constructies
Onderzoekers: • Luc Taerwe • Geert De Schutter
Audiovisuele systemen. Universiteit Antwerpen Abstract: Audiovisuele systemen. Organisaties: • Visielab
Onderzoekers: • Dirk Van Dyck
Human rights and international legal discourse. 2010: Uitgave tijdschrift. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogt de publicatie van een internationaal juridisch tijdschrift. Organisaties: • Internationaal en Europees recht
Onderzoekers: • STEFAAN SMIS
Bepalen van PGRN serum waarden in Belgische frontotemporale dementie patiënten. Universiteit Antwerpen Abstract: Recent toonden we aan dat mutaties in PGRN een significant aandeel van de genetische etiologie van frontotemporale dementie (FTLD) verklaren en verder onderzoek leidde tot de identificatie van serum PGRN als potentiële biomarker voor FTLD met onderliggende PGRN pathologie. In dit project willen we deze initiële bevindingen uitbreiden en versterken door PGRN serum waarden te bepalen via ELISA in een grote groep Belgische FTLD patiënten. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Julie van der Zee
Beginselen van behoorlijk bestuur en de doorverwerking ervan binnen de contractuele(arbeids)verhoudingen in de publieke sector: water en vuur? Universiteit Antwerpen Abstract: Het voorliggende onderzoeksproject beoogt in de eerste plaats een antwoord te bieden op de vraag of en in hoever de algemene beginselen van behoorlijk bestuur doorwerken indien de overheid niet eenzijdig optreedt, maar contracten afsluit. Daarnaast is het de bedoeling de impact te meten van de onderscheiden beginselen van behoorlijk bestuur en andere publiekrechtelijke regelgeving in het meer specifieke geval dat een publiekrechtelijke werkgever een arbeidsovereenkomst sluit. In die laatste hypothese staat de interferentie tussen het bestuursrecht en het arbeidsrecht centraal. Organisaties: • Management & Bestuur (M&B)
Onderzoekers: • Ingrid Opdebeek • Ria Janvier
Van bisschop tot heks: een onderzoek naar de religieuze en mentale leefwereld van gewone gelovigen in het bisdom Antwerpen, 16de-17de eeuw. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject concentreert zich op de religieuze vernieuwingsprocessen van de Nieuwe Tijd aan de hand van een case study over het bisdom Antwerpen. Het stelt de vraag naar de religieuze en mentale leefwereld van gewone gelovigen en gaat daarbij na welke impact uitging van het katholieke Tridentijnse hervormingsprogramma. Het gaat daarbij uit van een dynamisch communicatieperspectief. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Guido Marnef
Testen van Standaard Model werkzame doorsnedes in top quark processen gedetecteerd door CMS bij de LHC. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Nucleaire wetenschappen Organisaties: • Elementaire Deeltjes • Natuurkunde
Onderzoekers: • JORIS MAES • Jorgen D'HONDT
Synchronisatie in scalairbare virtuele omgevingen die simulatie-gebaseerde interactiviteit ondersteunen Universiteit Hasselt Abstract: Het betreft een intern contract van de UHasselt met BOF-middelen voor nieuwe initiatieven voor de periode van 2007-2010. Bevoordeelde is het EDM. Het project betreft de synchronisatie in scalairbare virtuele omgevingen die simulatie-gebaseerde interactiviteit ondersteunen. Organisaties: • Expertisecentrum voor Digitale Media • Expertisecentrum voor Digitale Media
Onderzoekers: • Eddy FLERACKERS • Karin CONINX • Wim LAMOTTE • Chris RAYMAEKERS
Therapeutisch potentieel van wormantigenen op het verloop van experimentele gastro-intestinale inflammatie en geassocieerde sensorimotorische stoornissen in muis en rat. Universiteit Antwerpen Abstract: Helminten beschikken over immuunmodulerende eigenschappen die kunnen aangewend worden voor de behandeling van immunologische aandoeningen zoals chronische inflammatoire darmziekten. Deze nieuwe vorm van behandeling is succesvol gebleken met levende wormen, waartegen medisch-etische bezwaren kunnen worden ingebracht. Daarom willen we nagaan of specifieke wormantigenen, zonder infectieuze eigenschappen, eveneens een preventief en/of therapeutisch potentieel hebben, zowel of het inflammatoire proces als op de sensitiviteits- en motiliteitsstoornissen van experimentele inflammatoire darmziekten. De onderliggende immunologische mechanismen worden bestudeerd met histologische, biochemische en moleculair biologische technieken. De sensorimotorische stoornissen worden zowel in vivo als in vivo bestudeerd. Organisaties: • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Benedicte De Winter • Paul Pelckmans • Tom G G Moreels
Ontwikkeling van alpha-gesubsidieerde fosmidomycine-analogen als anti-malaria DOXP reducto-isomerase inhibitoren Universiteit Gent Abstract: Een mevalonaat-onafhankelijke weg voor de biosynthese van isoprenoïden, de zogenaamde DOXP-weg, werd onlangs ontdekt en gevalideerd als nieuw doelwit voor geneesmiddelenontwikkeling. Fosmidomycine, een fosfonaat dat interfereert met deze biosynteweg door inhibitie van het DOXP reducto-isomerase, is een veelbelovend antimalariamiddel. Dit project beoogt de verdere ontwikkeling van alphagesubstitueerde fosmidomycine-analogen die in vitro superieur zijn t.o.v. fosmidomycine in het remmen van de groei van P. falciparum e.a. pathogenen die gebruik maken van de non-mevalonaatweg. Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Serge Van Calenbergh
Fundamentele methoden en technieken in de wiskunde. Universiteit Antwerpen Abstract: Algemeen wiskundig onderzoek met bijzondere nadruk op interdisciplinaire aspecten. Organisaties: • ALGEBRA-MEETKUNDE/LABORATORIUM INTELLIGENTE SYSTEMEN • Algebra, meetkunde en ISLAB • Fundamentele Wiskunde
Onderzoekers: • Robert Lowen • Alain Verschoren
Fundamentele studie van een geïntegreerd fotokatalytisch NOx en fijn stof verwijderingsproces. Universiteit Antwerpen Abstract: De voornaamste polluenten in de uitlaat van dieselmotoren zijn fijn stof en stikstofoxiden (NOx). In de onderzoeksgroep voor Duurzame Energie en Luchtzuivering (DuEL, Universiteit Antwerpen) worden keramische fotokatalytische schuimen bestudeerd die fijn stof opvangen en tevens de katalytische afbraak van fijn stof en NOx bewerkstelligen. De benodigde energie voor het katalytische proces wordt geleverd door belichting. Het hoofddoel van dit doctoraatsonderzoek is het bestuderen van de reactiemechanismen die plaatsvinden op de fotokatalytische titaandioxide materialen tijdens de geïntegreerde afbraak van fijn stof en NOx. Een beter inzicht in deze reacties is belangrijk om een doorbraak te bereiken in fotokatalytische afbraakprocessen. De fundamentele kennis zal helpen bij de verbetering van de materialen en de optimalisatie van de reactie-omstandigheden. Organisaties: • Duurzame energie en luchtzuivering: DUeL
Onderzoekers: • Silvia Lenaerts • Marianne Smits
Analyse van de link tussen de ziekte van Alzheimer en atherosclerosis in het APP23 x ApoE knockout muismodel. Universiteit Antwerpen Abstract: Het amyloïd precursor proteïne staat centraal in de ziekte van Alzheimer, maar blijkt ook bij atherosclerose een cruciale rol te spelen. De link tussen beide aandoeningen zal bestudeerd worden in een kruisingsmodel van de transgene APP23 amyloidosis Alzheimer muis en het atherosclerose-gevoelige ApoE knockout model op gedragsmatig, biochemisch, morfologische en histopathologisch vlak. Organisaties: • Neurochemie en gedrag
Onderzoekers: • Debby Van Dam
Het opnemen van kwadraten, nemen van grondwater en oppervlaktewaterstalen, het meten van stroomsnelheden, en het verrichten van analyses in de Zegge. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds KMDA. UA levert aan KMDA de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Rudy van Diggelen
Modulaire Virtuele Machines voor Ambient Intelligence. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Miniaturisatie van computers en de opkomst van draadloze netwerken maken het mogelijk computationele technologie te integreren in alledaagse gebruiksvoorwerpen. Dit heeft geleid tot een visie waarin computationele technologie alomtegenwoordig is in onze omgeving. Men
spreekt van Ambient Intelligence (of AmI). In tegenstelling tot het ontwikkelen van software voor desktop applicaties, kan men de hardwarebeperkingen van AmI toestellen vaak niet zomaar wegabstraheren in een alomvattend platform zoals een besturingssysteem of een klassieke virtuele machine. Dit omwille van beperkingen in rekenkracht en geheugen en omwille van de draadloze verbinding die kan uitvallen door interferentie of door de mobiliteit van gebruikers. In de voorbije decennia is veel vooruitgang geboekt bij het ontwikkelen van concepten en technologieën die de verschillen tussen platformen weggeabstraheren. De belangrijkste stap hierin is de introductie van de virtuele machine. Dit is echter problematisch wanneer men de stap naar virtuele machines ook op de hierboven beschreven hardware wil gaan ontplooien. Het probleem is dat virtuele machines als doel hebben de hardware te verbergen maar dat deze hardware zodanig divers is dat een virtuele machine noodzakelijkerwijs de unie van alle soorten hardware moet omvatten. Het probleem is dat dit resulteert in te grote monolitische virtuele machines die bovendien overbodige diensten aanbieden die toch niet op de concrete hardware waarop ze wordt ontplooid voorhanden is. Het doel bestaat erin te onderzoeken hoe virtuele machines voor AmI op maat gebouwd kunnen worden die inzetbaar zijn op diverse geïntegreerde systemen. De visie van het voorstel bestaat erin zulke virtuele machines samen te stellen uit herbruikbare virtuele machine componenten. We spreken daarom van modulaire virtuele machines. Een zeer belangrijk onderdeel van het onderzoek is het bepalen van de verschillende modules waaruit een virtuele machine is opgebouwd. Men kan zich bijvoorbeeld inbeelden dat sommige rekenintensieve modules (zoals bvb. reflectie) niet in rekening zullen gebracht worden indien men een virtuele machine voor een actieve RIFD tag wil gaan samenstellen. Het conceptueel uit mekaar rafelen van de modules waaruit AmI virtuele machines zullen worden opgebouwd is dus zeker één van de doelstellingen. Een tweede doel is het onderzoeken hoe deze conceptueel onafhankelijke modules daadwerkelijk modulair geïmplementeerd kunnen worden en samengeplugged kunnen worden. Hiervoor denken we aan het gebruik van aspect-georiëenteerde technieken en assemblagebandtechnologie zoals technieken uit generatief programmeren. De combinatie van deze technieken zal ons toelaten af te stappen van de huidige monolitische virtuele machines die te groot en te rijk aan features zijn om praktisch ingezet te kunnen worden op geïntegreerde systemen. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • THEO D'HONDT
Ontwikkeling en evaluatie van leptine receptor antagonisten als therapeutische strategie voor de behandeling van multiple sclerosis Universiteit Gent Abstract: Het gewichtregulerende hormoon leptine speelt een belangrijke rol in het ontstaan en de progressie van een reeks T-cel gestuurde autoimmuun ziekten, waaronder multiple sclerosis (MS). In dit project wensen we nanobodies, een relatief nieuwe techniek die gebruik maakt van kameel antilichamen, gericht tegen de leptine receptor te ontwikkelen en te evalueren in een relapsing-remitting muis model voor MS. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Jan Tavernier
Achttiende-eeuwse klaviermuziek in de Zuidelijke Nederlanden. Onderzoek naar samenhang en wisselwerking tussen repertoire en instrumentarium. De historische uitvoeringspraktijk in interdisciplinair perspectief. Universiteit Antwerpen Abstract: De 18de-eeuwse klaviermuziek uit de Zuidelijke Nederlanden is een ondergewaardeerd studieterrein. Via onderzoek naar de relatie tussen instrumentarium en repertoire worden nieuwe, musicologisch gegrondveste bevindingen getoetst aan de huidige uitvoeringspraktijk. Daarenboven zal deze uitwisseling van bevindingen ook in belangrijke mate bijdragen aan een juister en vollediger beeld van de 'historische' uitvoeringspraktijk. Hiermee wordt tevens dit repertoire in een ruimere context geplaatst, en zo een belangrijke lacune in de muziekgeschiedschrijving én muzikale praktijk opgevuld. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé
Studie naar het mechanisme en de controle van celelongatie in de Arabidopsis wortel. Universiteit Antwerpen Abstract: De grootte en vorm van planten wordt in grote mate bepaald door het expansie-proces dat cellen doormaken na hun ontstaan in meristemen. Uitgaande van verscheidene bestaande micro-array data beoogt het project de studie van verschillende genen met een rol in de elongatie van de Arabidopsis wortel. Een 'reverse genetics' aanpak gekoppeld aan een diepgaande analyse van de genen zal hun rol in het elongatieproces verduidelijken. Organisaties: • Plantengroei en -ontwikkeling
Onderzoekers: • Kris Vissenberg
Een studie naar de functionele rol van het "mannelijke" hormoon testosteron bij vrouwelijke vertebraten. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is om de effecten van testosteron (T) te onderzoeken op de morfologie, fysiologie en gedrag van vrouwtjes koolmezen (Parus major) en uiteindelijk de fitness van de vrouwtjes. Verder wil ik nagaan of de T-concentraties in vrouwtjes het gevolg zijn van een gecorreleerde respons op de T-concentraties in mannetjes. Aan het einde van dit project zullen de resultaten geïntegreerd worden met de op dat ogenblik beschikbare literatuur over T bij vrouwelijke vogels. Hierdoor kunnen we een beter inzicht krijgen in de rol van T bij wijfjes en algemene conclusies kunnen maken over verbanden tussen T en gedragsmatige, fysiologische en morfologische parameters. Organisaties: • Ethologie
Onderzoekers: • Marcel Eens • Berber De Jong
The survey of Health, Ageing and Retirement in Europe (SHARE LEAP). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Universiteit van Tilburg. UA levert aan de Universiteit van Tilburg de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.
Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Mobiele X-stralen fluorescentie spectrometer Universiteit Gent Abstract: X-stralen fluorescentie analyse (XRF) is een analytische techniek die toelaat om snel en op een niet-destructieve manier de elementcompositie van een object te bepalen. In dit project wordt een mobiele X-stralen fluorescentie spectrometer aangekocht, waardoor archeologische objecten geanalyseerd kunnen worden, wat nuttig is voor diverse archeometrische toepassingen (herkomstbepaling, bepaling van het productieproces, materiaalidentificatie, etc.) Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Peter Vandenabeele
Herstel van disfunctionele anti-HIV T cellen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een infectie met het humaan immuundeficiëntievirus 1 (HIV-1) wordt gekenmertk door een progressief verlies van de immuunfunctie. Dit is vooral te wijten aan een afname van het aantal CD4 T cellen, de voornaamste doelwitcellen van HIV-1 maar ook door een verlies aan functie van andere immuuncellen. Zo worden HIV specifieke CD8+ T cellen die verantwoordelijk zijn voor het onderdrukken van de virale replicatie en het vertragen van de ziekte minder en minder responsief en verliezen zij de controle over de virale replicatie. De aantasting door HIV-1 van de CD4 helper lymfocyten die nodig zijn voor het behoud van de CTL activiteit is een belangrijke, maar niet de enige, oorzaak van dit progressieve verlies van CTL activiteit door selectief de expressie van MHC klasse I moleculen naar beneden te halen en ontsnappingsmutanten te intriduceren de functionaliteit van CTL te verminderen. In dit project willen wij enerzijds onderzoeken welke mechanismen verantwoordelijk zijn voor de disfunctie van cytotoxische T lymfocyten bij chronische HIV infectie en anderzijds nagaan of er kan worden ingegrepenom de CTL functionaliteit te herstellen. Tenslotte wensen wij na te gaan in hoeverre deze kennis kan worden gebruikt om bestaande therapeutische vaccinatiestrategieën te verbeteren. Organisaties: • Fysiologie
Onderzoekers: • Joeri AERTS
Onderzoek en kwalitatieve digitale ontsluiting van de eerste Belgische fotografietijdschriften 'Bulletin belge de Photographie' en het 'Bulletin de l'Association Belge de Photographie'. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project onderzoekt de kwalitatieve digitalisering van de eerste Belgische fotografietijdschriften 'Bulletin belge de Photographie' en het 'Bulletin de l'Association Belge de Photographie'. De resultaten uit het onderzoek worden gebundeld in een kwalitatief lessenpakket, syllabus en een e- book dat wordt aangeboden aan specifieke vakbibliotheken en musea om de informatie toegankelijk te maken voor verder onderzoek. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Herman Van Goethem
BOF/IWT-opvangmandaat (Leen Janssen). Universiteit Antwerpen Abstract: BOF/IWT-opvangmandaat (Leen Janssen). Organisaties: • Neurochemie en gedrag
Onderzoekers: • Peter De Deyn • Leen Janssen
I Promessi Sposi als 'hypotekst': 'verderzettingen' in proza en herwerkingen voor operalibretti. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project neemt in de eerste plaats vanuit een intertekstueel oogpunt de romans tot voorwerp die men traditioneel beschouwt als "verderzettingen" van Manzoni's I Promessi sposi. Ondanks het feit dat deze werken sterker onderworpen geweest zijn aan directe invloeden van Manzoni's roman, zijn ze ten onrechte vergeten door de literatuurstudie. Daar waar ze bij hun eerste uitgave geloofd werden in apologetische recensies, worden ze vandaag nauwelijks nog in beschouwing genomen door moderne onderzoekers, die zich beperken tot enkele oppervlakkige aanhalingen in literaire naslagwerken (enkel La Monaca di Monza van Giovanni Rosini genoot van enkele beperkte autonome kritische beschouwingen). Hun auteurs hadden zich voorgenomen de inhoud van hun model verder uit te bouwen door een bepaalde episode van de roman aan de basis te leggen van een nieuw verhaal, of door de lezer een proleptische of een analeptische vertelling aan te bieden die bijkomende informatie kon verschaffen over de gebeurtenissen beschreven door Manzoni. Het gaat ook hier om historische romans: La Monaca di Monza van Giovanni Rosini (1829), L'Innominato van Luigi Gualtieri (1860), alsook I Figli di Renzo Tramaglino e di Lucia Mondella en Lasco il bandito della Valsassina van Antonio Balbiani (1870 en 1872-73). Ondanks evidente paratekstuele aanwijzigingen, die de bedoeling van deze werken om zich te meten met hun hypotekst duidelijk naar voor brengen, bestaan tot op heden geen gegronde studies die zowel de linguïstische als de thematische aanknooppunten tussen de romans analyseren. Pretenderen de literaire aspecten van deze werken te minimaliseren door hen eenvoudigweg te classificeren onder de rubriek "verderzettingen" zou zonder twijfel gelijkstaan aan een miskenning van hun intrinsieke waarde. Het tweede deel van het project belicht de vormelijke en inhoudelijke aspecten van de reducties van I Promessi sposi voor de opera. In tegenstelling tot de aangehaalde historische romans gaat het in deze gevallen bijna uitsluitend om herwerkingen in versvorm. Ook hun doelstellingen naar het publiek toe zijn verschillend: daar waar de "verderzettingen" in proza in de eerste plaats streven naar een verder uitdiepen van de plot, proberen de libretti aan de hand van een herwerking van cruciale episodes de inhoud van de roman eerder compact aan het publiek voor te stellen. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • Ann PEETERS • DIRK VANDEN BERGHE
Marketing Universiteit Gent Abstract: Consumentengedrag en communicatie. De modererende impact van attidundinale, persoonlijkheids- en situationele variabelen op attitude-gedragsinconsistentie: een toepassing op consumentenethiek en gezondheidsaspecten. De modererende impact van attitudinale, persoonlijkheids- en situationele variabelen op effectiviteit van communicatie. Organisaties: • Vakgroep Marketing
Onderzoekers: • Patrick Van Kenhove
Ontwikkeling van een ideale compound coating Universiteit Gent Abstract: Vetreductie in chocolade of chocoladeproducten zonder in te boeten aan de sensorische eigenschappen is een grote uitdaging voor levensmiddelentechnologen. In dit project zullen de meest veelbelovende strategieën in kaart gebracht worden en verder onderzocht worden. Organisaties: • Vakgroep Voedselveiligheid en Voedselkwaliteit
Onderzoekers: • Koen Dewettinck
Fasegedrag en reologie van oplossingen en mengsels van geconjugeerde polymeren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De algemene doelstelling van het project is fundamenteel inzicht te verkrijgen in enerzijds het oplos/fase gedrag van geconjugeerde polymeren in specifiek gekozen solventen en anderzijds deze kennis dan uit te breiden naar het corresponderende reologisch gedrag, m.a.w. het gedrag van deze oplossingen onder afschuif- of rekspanning. In een eerste fase moet dit leiden tot een geïntegreerd beeld van het fundamenteel gedrag van dergelijke polymeren in oplossing. In een tweede fase wordt de studie uitgebreid naar het fase- en verwerkingsgedrag van mengsels van geconjugeerde polymeren met een specifieke moleculaire component, nl. fullereenderivaten. De relevantie hiervan is dat dit type materiaalsystemen de actieve laag uitmaken van fotovoltaïsche cellen en ze een volgend niveau van complexiteit vertegenwoordigen waarrond inzichten betracht worden. Er zal gebruik gemaakt wordt van goedgedefinieerde geconjugeerde polymeren, die hetzij gesynthetiseerd worden via de sulfinylroute (voor Poly(pFenyleen Vinyleen) (PPV) derivaten) of via de dithiocarbamaatroute (voor Poly(Thienyleen Vinyleen) (PTV) derivaten). Ook Poly(Thiofenen) (PT) worden opgenomen in de studie. Organisaties: • Fysische Scheikunde en Polymeren • Materialen & chemie
Onderzoekers: • JUN ZHAO • Niko VAN DEN BRANDE • Fatma DEMIR • GUY VAN ASSCHE • BRUNO VAN MELE
De rol van aminozuurmetabolisme in resistentie tegen biotische en abiotische stressfactoren in Arabidopsis thaliana. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Aanwijzingen voor een verband tussen aminozuurmetabolisme en ziekteresistentie werd verkregen in onderzoek naar ziekteresistentie van de tomatenmutant sitiens uitgevoerd aan het Laboratorium voor Fytopathologie (UGent, Prof. M. Höfte) en het Departement Planten Systeem Biologie (VIB-UGent, Dr. F. Van Breusegem). De ABA deficiënte sitiens mutant, die geraakt is in de laatste stap in de ABA-biosyntheseweg, heeft verhoogde resistentie tegen de necrotrofe schimmel Botrytis cinerea (Audenaert et al., 2002, Plant Physiol. 128: 491-501) en de biotrofe schimmel Oidium neolycopersici (Achuo et al., 2006, Plant Pathology 55: 178-186). Wild type en sitiens planten werden met elkaar vergeleken 0 en 8 u na bladinfectie met B. cinerea met behulp van de Tom1 tomatenarrays. Hieruit bleken 240 genen significant verschillend geïnduceerd te worden ten gevolge van B. cinerea infectie, waaronder een reeks genen betrokken bij aminozuurmetabolisme. Veel van deze genen worden ook in Arabidopsis thaliana geïnduceerd na infectie met B. cinerea, en sommige genen tevens bij verschillende vormen van abiotische stress. Het doel van dit project is na te gaan of deze genen rechtstreeks betrokken zijn bij afweer tegen biotische en abiotische stressfactoren in Arabidopsis thaliana. Organisaties: • Plantengenetica • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • GEERT ANGENON
De uitbouw van de publieke cultuurverzamelingen van diatomeeën, polaire cyanobacteriën en mycobacteriën en hun verdere integratie in het BCCM consortium Universiteit Gent Abstract: De Belgische gecoordineerde verzamelingen van micro-organismen (BCCM) bevat publiek beschikbare verzamelingen van verschillende groepen micro-organismen. Recent werden verzamelingen van diatomeeën (UGent), polaire cyanobacteriën en mycobacteriën toegevoegd. In het huidige project worden deze collecties verder uitgebouwd als publieke dienstverlenende Biological Resource Centers, wordt hun integratie in het BCCM consortium vervolledigd, en wordt nieuw biologisch materiaal aan de collecties toegevoegd. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Wim Vyverman
Project MIDP IV (Multilingual Information and informatics Development) : Meertaligheid van onderuit. Universiteit Antwerpen Abstract: In het overheersende discours rond taalbeleid en -planning, worden taalgebruikers al te vaak beschouwd als de passieve 'ontvangers' van overheidsbeslissingen op het vlak van taal. In tegenstelling met dat discours wil het MIDP IV project de reële betrokkenheid van de zogezegd ondergeschikte of zwakke ontvanger centraal stellen. Het uitgangspunt is dat diegenen die verondersteld worden taalbeleidsmaatregelen te ondergaan en louter te implementeren, in hun dagelijkse talige praktijk en doorheen hun discursieve percepties en interpretaties van taalverhoudingen de taalrealiteit mee vorm blijken te geven en haar bovendien in nieuwe en onverwachte richtingen te sturen. Dit dialectische interactieproces tussen beslissingen 'van bovenuit' en de actieve respons daarop 'van onderuit' geeft vorm aan de taalverhoudingen binnen meertalige gemeenschappen. Dat is de focus van het onderzoek dat binnen het MIDP IV project in de Xhariep (Free State Province, Zuid-Afrika)
wordt opgezet en eveneens de focus van de publicatie die uit het project voortvloeit en waarin ook ander internationaal onderzoek over het thema wordt samengebracht. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Reinhild Vandekerckhove • Pol Cuvelier
Studie van proton-proton interacties in het CMS-experiment bij de Large Hadron Collider in CERN. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project heeft als doel de gegevens te analyseren die verzameld zullen worden met de CMS-detector bij de LHC-versneller. Het onderscheidt zich van lopende projecten bij het FWO i.v.m. met het CMS-experiment die de constructie van de detector en het onderhoudsbudget ("Maintenance and Operation") beogen. Naast het onderzoek naar supersymmetrie en/of het Higgs-deeltje, hebben de groepen werkzaam aan de UA en de VUB o.a. interesse in het onderzoek naar de top-quark en naar zgn. "diffractie en voorwaartse fysica" bij de LHC. Twee van de promotoren (Pierre Van Mechelen en Albert De Roeck) waren lange tijd werkzaam in het H1-experiment bij de HERA-versneller en bouwden daar een belangrijke expertise op i.v.m. diffractie en de studie van het proton bij lage fractionele impuls van de getroffen quark ("low Bjorken-x"). Albert De Roeck is ook actief in het CMSexperiment. Twee andere promotoren (Jorgen D'Hondt en Catherine De Clercq) waren oorspronkelijk werkzaam in het DELPHI-experiment bij de LEP-versneller. Jorgen D'Hondt is echter reeds geruime tijd actief in de CMS-collaboratie, waar hij de constructie van spoordetector-modules coördineert en een methode ontwierp om de massa van de topquark nauwkeurig te meten. De promotoren wensen nieuwe onderzoeken te starten of verder te zetten in het kader van CMS. Hiertoe zijn bijdragen tot een Belgisch TIER-2 GRID-rekencentrum en tot de CASTOR-detector, beide belangrijke onderdelen van deze aanvraag, onontbeerlijk. Organisaties: • Natuurkunde
Onderzoekers: • WALTER VAN DONINCK • STEFAAN TAVERNIER • CATHERINE DE CLERCQ • Jorgen D'HONDT
IGF-1 in tumor progressie van multipel myeloom: effecten op celcyclus en UPR respons. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Multipel myeloom (MM) is een ongeneeslijke plasmacel kanker, waarbij de normale cyclus controles verloren zijn gegaan waardoor de cellen het fenotype van "actieve" of delende PC's krijgen. MM cellen verblijven in het beenmerg (BM) waar zij interageren met de stromale componenten via adhesie moleculen en cytokines (IL-6 en IGF-1) om noodzakelijke groei en overlevingssignalen te ontvangen. In recente jaren is het duidelijk geworden dat vooral IGF-1 een multifunctionele rol in MM ontwikkeling speelt. In dit project gaan we in een eerste luik na welke effecten IGF-1 op de celcyclus heeft. We zullen onderzoeken of IGF-1 nieuwe protëïnen aanschakelt of dat het de activatie van de reeds actieve proteïnen verandert. Verder zullen we nagaan of contact met BM stromale cellen, die een beschermend effect op MM cellen hebben, dezelfde effecten induceren. In een tweede luik willen we de effecten van IGF-1 op de "unfolded protein response" bestuderen. Deze "UPR" behoudt het evenwicht tussen het ritme van proteïne aanmaken krijgt het ER een stress signaal dat leidt tot activatie van de UPR. Deze kan ofwel het evenwicht terug herstellen en een overlevingssignaal sturen ofwel faalt dit wat dan uiteindelijk leidt tot een apoptose signaal. Aangezien de UPR zowel pro als anti-apoptotisch wegen heeft, is het niet duidelijk of het ook een rol speelt bij drug resistentie en/of groeistimulatie. In dit project zullen we nagaan op de UPR constitutief aanwezig is in MM cellen en welk invloed IGF-1 hierop heeft, meer bepaald op depor-survival weg van de UPR. Organisaties: • Hematologie
Onderzoekers: • Eline MENU
Muziekwetenschappelijke en artistieke studie naar historische en stilistische achtergronden in de Russische opera's van Sergei Prokofiev en het belang van Maddalena als voorstudie voor De Speler en De Vuurengel. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit geïntegreerd artistiek onderzoeksproject stelt de Russische opera's van Sergei Prokofiev centraal. Muziekhistorisch en muziektechnisch onderzoek moet nieuwe inzichten aanbrengen inzake ontstaan, uitvoering, perceptie, stilistische en inhoudelijke achtergronden en hun belang voor het integrale oeuvre van Prokofiev. Dit wordt gekoppeld aan een nieuwe instrumentatie van de éénakter Maddalena en het componeren van een nieuwe kameropera op basis van hetzelfde verhaal. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé
Democratische transities in het Midden-Oosten en Noord-Afrika: Een vergelijkende studie van Marokko en Egypte Universiteit Gent Abstract: Dit project draagt bij tot de theorievorming over democratische transities in het Midden-Oosten en Noord-Afrika middels een comparatieve politieke analyse. Dit project focust op twee casussen nl. Egypte en Marokko. Aan de hand van een "most difference case" methode focust dit project op de interactie tussen binnenlandse instituties in de twee landen en exogene factoren die transitieprocessen bevorederen en/of hinderen. Organisaties: • Vakgroep Studie van de derde wereld
Onderzoekers: • Sami Zemni • Christopher Parker
Simulation and design tools towards the reduction of aerodynamic noise in confined flows.(CAPRICORN) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen NL abstract Organisaties: • Toegepaste Mechanica
Onderzoekers: • CHRISTIAN LACOR • PATRICK GUILLAUME
Moleculair genetische analyse van genen voor erfelijke, axonale perifere neuropathieën. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project willen we een bijdrage leveren tot de opheldering van het pathomechanisme van hereditaire sensorische neuropathieën (HSN). Hereditaire sensorische neuropathieën zijn een zeldzame variant van de erfelijke perifere neuropathieën en worden gekarakteriseerd door een progressief sensorisch verlies in de distale delen van het lichaam. We hebben een genotype-fenotype correlatie studie uitgevoerd in een uitgebreid cohorte van HSN-patiënten van de gekende genen voor HSN (SPTLC1, RAB7, HSN2, NTRK1, NGFB and CCT5). Dit leidt tot een verbeterde genetische raadgeving, geeft meer inzicht in het onderliggende ziektemechanisme en maakt het mogelijk mutaties te selecteren voor verder functioneel onderzoek. Het tweede doel van dit project is de identificatie van nieuwe genen voor HSN. Hiervoor worden functionele en positionele kandidaatgenen gescreend. Organisaties: • VIB DMG - Perifere Neuropathieën
Onderzoekers: • Vincent Timmerman • Annelies Rotthier
Corporate communication in een maritieme context. Universiteit Antwerpen Abstract: Een aanzienlijk deel van de (vooral lagere) bemanningsleden op internationale schepen is Spaanstalig. Nochtans is de internationale voertaal in de maritieme wereld het Engels. Onvoldoende kennis van deze taal zorgt voor tal van communicatieproblemen die de veiligheid in het gedrang brengen. Het voorgestelde project wil de verschillende taalkundige en economische aspecten van dit probleem analyseren in een Belgische context. Organisaties: • Internationale bedrijfscommunicatie
Onderzoekers: • Lieve Vangehuchten
Stochastische modellering van optische buffers en schakelsystemen gebaseerd op Fibre Delay Lines. Universiteit Antwerpen Abstract: Het opstellen van adequate stochastische modellen en bijhorende analysetechnieken om bet gedrag en de prestaties van optische buffers en schakelsystemen (opgebouwd uit FDL's) te kunnen voorspellen, vormt de primordiale doelstelling van dit onderzoeksproject. Met name zal dit project zich toeleggen op het (verder) ontwikkelen van wiskundige technieken die toelaten op snelle en efficiënte wijze uit de vooropgestelde modellen de belangrijkste performantiematen te berekenen. Typische voorbeelden van dergelijke performantiematen zijn de gemiddelde vertragingstijden die pakketten oplopen, de spreiding hierop, de kans dat een pakket verloren gaat, enz. Deze grootheden kenmerken ook de uiteindelijke kwaliteit ('Quality of service" of QoS) die een gebruiker van het netwerk ervaart. Organisaties: • Modeleren van Systemen en Internet Communicatie (MOSAIC)
Onderzoekers: • Christian Blondia • Benny Van Houdt
Beleidsvoorbereidend onderzoek VUB (BVO): Universitair expertisecentrum PPS (PPS Leerstoel) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het uitvoeren en het financieren van grootschalige projecten, bijvoorbeeld in infrastructuur , is een belangrijke zorg voor overheden, gezien de impact die deze projecten hebben op de economische groei en maatschappelijke activiteit en, (in voorkomend geval), tevens beogen om te voorzien in essentiële (overheids)diensten. In vele landen hebben de beperkingen van overheidsfondsen of -budgetten geleid tot het uitnodigen van de private sector om deel te nemen in lange termijn contractuele overeenkomsten voor het financieren, bouwen en/of operationaliseren van kapitaalintensieve projecten. De publiek-private samenwerking (PPS) wordt vaak beschouwd als een afgeleide vorm van de privatiseringsbeweging in Westerse geliberaliseerde regimes. Nochtans worden ook andere argumenten worden aangehaald om PPS - vormen in het leven te roepen of te rechtvaardigen zoals efficiëntieverhoging van de (federale, regionale of lokale) overheid, het hefboomeffect voor overheidsinvesteringen, meerwaardecreatie voor zowel overheid als de private sector, lange termijn zorgmanagement in plaats van episodisch management, etc. Er is echter ook een schaduwzijde aan het PPS - begrip omdat soms ook andere - minder lofwaardige - redenen kunnen meespelen zoals debudgettering. Sommige PPS projecten kregen dan ook een negatieve conotatie in de media, bijvoorbeeld door een gebrekkig stakeholder management. Fundamenteler is echter dat het begrip PPS op zich tot controverse kan leiden omdat het de rol van de private sector vergroot in de domeinen van publieke dienstverlening, zoals onderwijs, publiek transport, (wegen)infrastructuur, watervoorziening, zorg- en rusthuisvoorzieningen, stadsontwikkeling, etc. Bovendien is een PPS-project vaak zeer complex en zijn vele publieke en private entiteiten betrokken hetgeen tot verhoogde studiekosten leidt. Terwijl het aantal publiek-private samenwerkingsprojecten sterk toeneemt over de laatste jaren, rijst toch de vraag of deze projecten succesvol zijn voor alle betrokken partijen, of de complexiteit geen afbreuk doet aan het beoogde resultaat of aan de risicoanalyse en -evaluatie, en of dit wel een duurzame vorm betreft voor het investeringsbeleid in bepaalde sectoren. Voor België bevinden we ons nog aan het begin van de leercurve en vertonen overheden, private partners en investeerders een sterke interesse in meer onderzoek betreffende dit investeringsvehikel. De PPS - projecten die lopen, enkele uitzonderingen buiten beschouwing gelaten, bevinden zich hetzij in de fase van het "in de markt plaatsen", hetzij in de fase van de conceptualisering resp. het bouwen van de infrastructuur; het aantal gevallen waarin men zich in de (lange termijn-) exploitatiefase bevindt en die soms twintig tot dertig jaar of méér bestrijkt, zijn eerder beperkt. In dit visiedocument worden op een beknopte wijze enkele potentiële onderzoeksdomeinen geïdentificeerd die verder kunnen worden geëxploreerd en uitgewerkt binnen het kader van het Universitair Expertisecentrum PPS aan de Vrije Universiteit Brussel, dat einde januari 2010 werd opgericht (Leerstoel PPS: VUB i.s.m. de partners Deloitte, Laga en Grontmij). De inleiding zal onder meer ingaan op het ontstaan van de publiek-private samenwerking (PPS) in Europa waarbij enkele landen enige ervaring hebben opgebouwd terzake, onder meer het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Portugal en Nederland. Daarbij zijn landen met een eerder continentale visie en/of traditie betrokken evenals landen met een eerder Angelsaksische visie en/of traditie betrokken. Het begrip PPS wordt kort toegelicht en enkele noden voor onderzoek in dit kader worden aangehaald. Er wordt vervolgens aangegeven welke doelen het Universitair expertisecentrum PPS voor ogen heeft en hoe het academisch team dit doel zal realiseren. De timing binnen de Leerstoelperiode van 5 jaar wordt beschreven en het budget om dit waar te maken wordt aan de hand van enkele scenario's voorgesteld. Organisaties: • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • Elvira HAEZENDONCK
FISystems (in vivo fluorescence imaging analysis) Universiteit Hasselt Abstract: Dit project kadert in de voorbereiding voor de oprichting van de spin-off "FISystems". Deze spin-off zal zich richten op de verkoop van een meettoestel en consulting in het domein van predictieve en niet-destructieve meting van plantvitaliteit. FISystems bevindt zich in het laatste stadium voorafgaand aan de oprichting van een volwaardige UHasselt spin-off, waarbij enerzijds UHasselt de technologie en de IPR zal inbrengen tegen een bepaald percentage van de aandelen, en anderzijds een externe investeerder het nodige opstartkapitaal zal inbrengen. Deze IOF-financiering zal concreet gebruikt worden om de software op punt te stellen vooraleer naar externe investeerders gegaan kan worden. Organisaties: • Moleculaire en Fysische Plantenfysiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Roland VALCKE
Microgolf-geassisteerde synthese van hernieuwbare grondstoffen uit triglyceriden. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar microgolf-geassisteerde synthese van hernieuwbare grondstoffen uitgaande van triglyceriden met specifieke aandacht voor nieuwe katalysatoren en processen zonder katalysator. Dergelijke processen geven aanleiding tot een reductie van de afvalstromen en kunnen tevens de aanzet zijn van het ontwerp van compacte industriële productieprocessen (doorstroom microgolf reactoren). Organisaties: • Organische synthese
Onderzoekers: • Roger Dommisse • Bert Maes
Jongeren en 'harde' vechtsporten. Een analyse van de visies en ervaringen bij jongeren, trainers en vechtsportdeskundigen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sinds de jaren '80 is er een trend van 'verharding' merkbaar binnen een aantal vechtsporten. Aangezien vechtsporten een grote populariteit vertonen bij jongeren, kan de vraag worden gesteld in welke mate jonge vechtbeoefenaars omgaan met deze 'verharding'. Diverse vragen kunnen hierbij gesteld worden. Waarom beoefenen jongeren deze vechtsporten? Hoe gaan jongeren om met gevaarlijke vechttechnieken? Hoe gaan zij om met conflicten? Is er volgens hen een vormende waarde aan het beoefenen van deze vechtsporten? Voelen zij de noodzaak om zich te leren verdedigen? Zien zij vechtsporten als een sport of als een levenswijze? Enzovoort. Naast een analyse van de ervaringen van jongeren met vechtsporten is ook een studie van het begeleidingsproces van jongeren in de vechtsporten noodzakelijk. Het is immers bekangrijk inzicht te verwerven over de wijze waarop er met jongeren wordt omgegaan binnen de vechtsporten. Concreet zal zich dit hier ondermeer vertalen in een analyse van de visie van vechtsporttrainers en -coaches op het begeleiden van jongeren. Tenslotte zal ook gepeild xorden naar de visie van vechtsportdeskundigen hierover. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • MARC THEEBOOM
Arbeid, arbeidsverhoudingen en arbeidsmarkten in West-Europa, 1500-2000. Universiteit Antwerpen Abstract: De voornaamste doelstelling is een nieuw licht te werpen op globale transformatieprocessen die zich sedert de 16de eeuw op het vlak van arbeidsprocessen, arbeidsverhoudingen en arbeidsvormen hebben voltrokken. Het accent ligt op fasen van vermelde maatschappelijke transformatie en het onderzoek van stedelijke vormen van loonarbeid en zelfstandige arbeid. Organisaties: • CENTRUM ANTWERPSE CULTUURGESCHIEDENIS • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Alfons Thijs
Biomonitoring van de luchtkwaliteit aan de hand van plantkarakteristieken. Universiteit Antwerpen Abstract: Biomonitoring van de luchtkwaliteit aan de hand van plantkarakteristieken. Organisaties: • Milieu Ecologie en Microbiologie (ENdEMIC)
Onderzoekers: • Roeland Samson • Tatiana Wuytack
Ontwikkeling van een "particle-in-cell Monte Carlo" model voor gepulste magnetron ontladingen, voor de reactieve sputter-depositie van nitride- en oxide-lagen. Universiteit Antwerpen Abstract: Doel van het project is het modelleren van gepulste magnetron ontladingen, in een mengsel van argon met stikstof of zuurstof, gebruikt voor de reactieve sputter-depositie van resp. nitride- of oxide-lagen. Het magnetron plasma zal gemodellereerd worden met een "particle-in-cell ¿ Monte Carlo" model. De invloed van o.a. de gasverhouding (reactief gas t.o.v. argon) zal nagegaan worden. Organisaties: • Plasma, Laser Ablatie en Oppervlakte-modellering (PLASMANT)
Onderzoekers: • Annemie Bogaerts
Epigenetic regulation and multiple myeloma : identification of potential targets. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Multiple myeloma (MM) is an incurable plasma cell malignancy hallmarked by the accumulation of monoclonal plasma cells in the bone marrow (BM). MM accounts for 2% of all malignancies and is the second most commonly diagnosed hematological malignancy. In the BM, the normal cells and components provide signals to the MM cancer cells to survive, grow and escape drug-induced cell death. Although new drugs targeting these signals have demonstrated a significant improvement in the overall survival, patients inevitably relapse and develop refractory, non-
responsive disease. As such, people nowadays agree that the cancer cells should be targeted from different angles at the same time and different drug combinations are now in trial which target both the MM cell itself and the surrounding BM cells and components. Increasing evidence demonstrates that epigenetic changes play a major role in the pathogenesis of MM. Epigenetic changes regulated gene transcription and little mistakes in these changes can have a larger impact and lead to the development of cancer. Two of the most well known changes are (i) DNA methylation of cytosine bases within a CpG dinucleotide and (ii) post-translational (non)histone changes (e.g. acetylation, methylation, phosphorylation,...). In cancer and MM, mistakes in these epigenetic changes have been documented. Although these epigenetic changes are inheritable, they are reversible and represent interesting targets for therapy. Agents targeting these epigenetic changes have proven to possess potent anti-myeloma activity. However, it is unclear how the agents precisely work and affect the gene expression of the MM cancer cells in situ where the cells are protected by the BM microenvironment. This will be investigated in the present study. In parallel, we will investigate whether combining agents that target these two different epigenetic changes has increased therapeutic potential. Organisaties: • Immunologie en Microbiologie
Onderzoekers: • Karin VANDERKERKEN
Evaluatie van de toegevoegde waarde van functionele beeldvorming aan een set van biomerkers voor de predictie van therapierespons in solide tumoren. Universiteit Gent Abstract: Er is nood aan niet-invasieve in vivo surrogaatmerkers die clinici voorzien van relevante informatie omtrent de werking van de ziekte en de therapeutische doeltreffendheid van de behandeling. Daarom zullen bepaalde biomerkers en beeldvormingsvariabelen voor enkele van de meest voorkomende kankers, niet-kleincellige longkanker en metastatische colorectale kanker, geïdentificeerd en gevalideerd worden in zowel een retrospectieve als prospectieve studie. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Jan Van Meerbeeck
De bio-informatica-aspecten van mathematische en statistische modellen voor infectieziekten. Universiteit Hasselt Abstract: Het voorliggende contract is een intern contract van de UHasselt met BOF-middelen, toegekend aan het Centrum voor Statistiek, voor de periode van 01.01.2007 tot 31.12.2010. Het onderzoek betreft de bio-informatica-aspecten van mathematische en statistische modellen voor infectieziekten. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Marc AERTS • Geert MOLENBERGHS • Ziv SHKEDY
Supergeleiding in diamant films: effecten van dotering geïnduceerd door chemische substitutie en elektrisch gate veld Universiteit Hasselt Abstract: Dit is een FWO-project met referentie G.0430.07 binnen het onderzoeksinstituut IMO. Doel van dit project is onderzoek naar supergeleiding in diamant films. Hierbij wordt onderzoek wat de effecten van dotering zijn dewelke geïnduceerd worden door chemische substitutie en elektrisch gate veld. DIt is een interuniversitair FWO-project met KULeuven als coordinator. Het project wordt uitgevoerd zoals bepaald in voorliggende overeekomst. Organisaties: • Materiaalfysica • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Ken HAENEN • Patrick WAGNER
Modelling van de invloed van ionoplast tussenlagen op het tijds- en temperatuursafhankelijk mechanisch gedrag van gelamineerde glazen platen en balken en op hun sterkte na breuk Universiteit Gent Abstract: Bij de sterkte- en stabilitietsberekening van draagstructuren in glas speelt de tussenlaag een belangrijke rol. In onderhavig project wordt de tijds- en temperatuursafhankelijkheid van ionoplast tussenlagen gemodelleerd met behulp van een uitgebreid proefprogramma. Bijkomend wordt het bezwijkmechanisme en de reststerkte en -stijfheid na breuk van ionoplast/galslaminaten bestudeerd. Uiteindelijk worden ontwerpaanbevelingen geformuleerd die de taak van de ontwerper ten goede komen. Organisaties: • Vakgroep Bouwkundige constructies
Onderzoekers: • Rudy Van Impe • Jan Belis
Onderwijsinnovatie binnen praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek. Overkoepelend onderzoek 'Expeditie Durven Delen Doen I' Universiteit Gent Abstract: In 'Expeditie Durven Delen Doen I' voeren 16 scholen uit het voortgezet onderwijs in Nederland samen met onderzoekers praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek uit naar effecten van innovaties in de school. In deze studie worden effecten, succes- en faalfactoren van dit project in kaart gebracht. Als ruimer kader worden opvattingen verkend van onderzoekers, schoolleiders en leraren over het belang van onderwijsinnovatie en over de rol van onderwijsonderzoek bij het invoeren van onderwijsinnovaties. Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Johan van Braak
Inkapselen van optische en opto-elektronische componenten in gedrukte schakelingen.
Vrije Universiteit Brussel Abstract: In huidige elektronische systemen is er een toenemende drang naar verhoging van de densiteit van de interconnecties, plaatsing van componenten en het steeds compacter maken van de modules. De stijgende integratie binnen de micro-electronica, verhoogt echter steeds verder het aantal in- en uitgangen naar de chip en stelt zwaardere eisen aan de verpakkingstechnologie. De oplossing die naar voor geschoven worden is het inkapselen van de chips in de gedrukte schakeling zelf, zonder enig andere vorm van verpakkking. Deze oplossing van embedded chips is een verder zetten van de evolutie die kan waargenomen worden in de verpakking van elektronische chips. Naast deze trend naar inkapselen van de elektronische chips, wordt ook een andere trend waargenomen, met name de toenemende integratie van optische en opto-elektronische componenten. Deze projectaanvraag richt zich op de zoektocht naar een bruikbare technologie die toelaat aan deze beide trends een oplossing te bieden met name het inkapselen van optische en opto-electronische chips in gedrukte schakelingen. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • HUGO THIENPONT
Voorbereiding van de Staten-Generaal Inburgering en Integratie 2010: Organisatie en rapportering van de werkgroep 'Werk'. Universiteit Antwerpen Abstract: Organisatie van de werkgroep 'Werk' en opstellen van een discussietekst die de voornaamste uitdagingen oplijst binnen het thema 'Werk' om de integratie van nieuwe Vlamingen te bevorderen. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Ive Marx
Pilootproject "bevolkingsonderzoek naar dikkedarmkanker". Universiteit Antwerpen Abstract: Dikkedarmkanker is één van de kankers waarvoor de Europese code voor kankerbestrijding een bevolkingsonderzoek aanbeveelt. In Vlaanderen zal vanaf februari 2009 gestart worden met het proefonderzoek naar dikkedarmkankeropsporing. Het proefonderzoek bestaat uit twee delen. Het eerste deel betreft dikkedarmkankeropsporing bij personen met gewoon risico en zal uitgevoerd worden in drie regio's. Elke inwoner van 50 tot en met 74 jaar van Schilde, Vosselaar en Borgerhout kan deelnemen aan dit eerste deel van de dikkedarmkankeropsporing. Het tweede deel betreft naaste familieleden (biologische ouders, kinderen, broers en zussen) van personen met dikkedarmkanker en zal starten vanuit zeven deelnemende ziekenhuizen in Antwerpen en Turnhout. Alle naaste familieleden van 40 tot en met 74 jaar van nieuwe dikkedarmkankerpatiënten van één van de zeven deelnemende ziekenhuizen kunnen deelnemen aan dit tweede deel van de dikke-darmkankeropsporing. Dit project heeft primair tot doel het vergaren van kennis over de te bereiken participatiegraad in eventueel bevolkingsonderzoek naar dikkedarmkanker in Vlaanderen. Het levert informatie op over eventuele verschillen in opkomst tussen twee uitnodigingsmethoden, de geografische verdeling van (niet)participanten, leeftijdsgroepen, etniciteit en sociaal-economische klasse van de (niet)participanten en het effect van sensibilisatie. Daarnaast kunnen de prestaties van de test bestudeerd worden (percentage testpositieven, positief voorspellende waarde, detectiecijfers van adenomen en invasieve darmkanker). Het project levert aanvullende informatie op over de haalbaarheid van bevolkingsonderzoek (benodigde capaciteit colonoscopie, compliance, verwerking van test- en follow up-gegevens) en aanvullende gegevens voor gezondheidseconomische modelberekeningen. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal
Fysiologische signaalwegen voor adaptieve betaceldeling en maturatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Recent onderzoek heeft de belangstelling getrokken naar deling van gedifferentieerde pancreatische betacellen als een mogelijk mechanisme tot postnatale aanpassing van de betacelmassa aan de metabole noden van het organisme. Fysiologische voorbeelden van dergelijke adaptieve betaceldeling vinden we tijdens de normale postnatale groei, waar ook het aantal betacellen in belangrijke mate toeneemt, en tijdens de zwangerschap waar de snelle foetale groei gepaard gaat met een toename van de maternale betacelmassa. Ook bij bepaalde pathologische condities lijkt een adaptieve betaceldeling mogelijk, zoals bv bij proefdieren met obesitas waar een verhoogde functionele betacelmassa zorgt voor het behoud van de glycemische homeostase. Diabetes kan ontstaan wanneer de adaptatie van de functionele betacelmassa binnen bovenstaande modellen onvoldoende is om aan de verhoogde nood aan insuline te voorzien. De wijze waarop een toegenomen behoefte aan insuline vertaald wordt naar een verhoogde betaceldeling is grotendeels onbekend en vormt de focus van dit project. Hoofddoel van het project is een dissectie van de verschillen en/of gelijenissen in genexpressiepatronen tussen condities waar betacelhyperplasie fysiologisch optreedt, dit in vergelijking met het expressiepatroon van adulte gedifferentieerde betacellen. Het ontsluieren van de signaalsystemen onderliggend aan adaptatieve betacelexpansie kan een stimulans geven aan betacel-gerichte therapie die mikt op hte stimuleren van endogene betaceldeling. Organisaties: • Pathologische Biochemie en Fysiologie
Onderzoekers: • KARINE HELLEMANS
Introductie van analytische scheidingstechnieken in de virologie om interacties op moleculair vlak bij picornaviridae op te helderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Toen de onderzoeksgroep van Dieter Blaas (Wenen, Oostenrijk) in 1999 voor het eerst capillaire electroforesee (CE) gebruikte om viral interacties aan te tonen op moleculair vlak (in zijn geval, rhinovirus), was het op dat ogenblik nagenoeg vijftig jaar geleden dat nieuwe analytische scheidingstechnieken werden ge^¨introduceerd in de virologie. Ook onze onderzoeksgroep (MICH) voelde op dat ogenblik de noodzaak aan om nieuwe scheidingstechnieken in te voeren in ons lab, om onze doelstellingen te kunnen bereiken. Teneinde dit probleem op te lossen werd een samenwerking opgezet met de onderzoeksgroep van Prof. Y. Vanderheyden (FZBI). Met als uitgangspunt de CE methode van de groep Blaas, worden nu een scheidingsprotocol voor poliovirus en zijn subvirale partikels opgesteld. Een eerste protocol is nu klaar (Oita et al., submitted for publication). deze scheidingsmethode zal door MICH gebruikt worden om de morfogenese van poliovirus te bestuderen, de interacties van poliovirale partikels en waardcelproteïnen na te gaan. Om beide eerste doel-stellingen tot een goed einde te brengen zal gebruik gemaakt worden van een celvrij RNA translatie/replicatie systeem (kortweg celvrij systeem) voor het poliovirus. Het systeem bestaat uit een niet-geïnfecteerd celextract, aangevuld met zouten, een energie regeererend systeem, aminozuren en nucleotiden, dat geprogrammeerd wordt met poliovirusRNA waarna een volledige replicatiecyclus van poliovirus wordt waargenomen. Dit zal in de onderzoeksgroep MICH gebeuren. Ondertussen zal binnen de onderzoeksgroep FABI enerzijds de gevoeligheid van de CE worden opgedreven door de viruspartikels ofwel extern (na translatie) ofwel intern (tijdens translatie) fluarescent te merken en zal anderzijds gezocht worden naar andere
alternatieve scheidingstechnieken die op virussen kunnen toegepast worden. Deze zijn eerder gericht op miniaturisatie (microfluidic chips) en anderzijds op preparatieve methodes (chromatografie). Tenslotte is ook het derde aspect van de onderzoeksdoelstellingen van MICH nu bijzonder actueel geworden. Dit betreft zoals hoger gesteld, de interactie van poliovirus met liganden. Enerzijds werd een project gestart met de onderzoeksgroep van Prof. J. Neyts op het Rega Instituut (KULeuven) waarbij gezocht wordt naar nieuwe antivirale middelen tegen poliovirus. Recentelijk (zie onze publicatielijst) werd nl. vastgesteld dat wanneer men poliomyelitis en het agens poliovirus wil eradiceren, men in de eindfase van deze eradicatie antivirale middelen zal nodig hebben (zie WHO en CD8 rapport). De interactie van deze antivirale middelen met het virus zal met CE onderzocht worden. Anderzijds werd een nieuw project opgestart met Prof. S. Muyldermans (onderzoeksgroep DBIT, VUB) om nanobodies te maken tegen het poliovirus. Deze zullen in de volgende weken ter beschikking komen. CE zal ook in dit onderzoek gebruikt worden om de binding van nanobodies met het virus na te gaan (ratio virus/nanobodies bepalen voor neutralisatie, enz. ). Organisaties: • Farmaceutische Biotechnologie en Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • BARTHOLOMEUS ROMBAUT
Invloed van progenitorcellen op de leverregeneratie na majeure resectie in pathologische levercondities. Universiteit Antwerpen Abstract: Invloed van progenitorcellen op de leverregeneratie na majeure resectie in pathologische levercondities. Organisaties: • Antwerps chirurgisch training, anatomie en onderzoekscentrum (ASTARC)
Onderzoekers: • Dirk Ysebaert • Nele Boeykens
Measuring, modelling and simulation. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is het uitbouwen/toepassen van meetmethodes, modellering en simulatietechnieken op diverse types systemen. Aan de hand van de geleverde steun, zullen diverse projecten extern aangetrokken en begeleid worden. Hiertoe zullen diverse bronnen van financiering beschouwd worden. Typische applicatie en systemen zijn ondermeer elektronische systemen (waaronder zowel micro-elektronica and microgolfapplicaties), thermische systemen (zoals grondgekoppelde warmtepompen en distillatiekolommen), evenals medische applicaties zoals bijvoorbeeld het verbeteren van de resolutie van PET scanners gebruikmakende van identificatietechnieken. Organisaties: • Elektriciteit
Onderzoekers: • Gerd VANDERSTEEN
Doorlichting van het project "Geïntegreerde gebiedsvisie Leievallei tussen Wervik en Kortrijk" Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek omvat een evaluatie van een geïntegreerd gebiedsgericht proces waarin verschillende partners werken aan een ?open ruimte?-visie op de Leievallei. In het onderzoek wordt het verloop van de procesvoering doorgelicht, alsook de doorwerking van het project op het vlak van ruimtelijke kwaliteit. De onderzoeksaanpak bestaat uit een analyse van schriftelijke bronnen, terreinverkenning en interviews met betrokken partijen. Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Georges Allaert
Functionele analyse van Neuronaal Pentraxine 1 en Myeline transcriptiefactor 1 in de ontwikkeling en regeneratie van de endocriene pancreas. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Functionele analyse van Neuronaal Pentraxine 1 en Myeline transcriptiefactor 1 in de ontwikkeling en regeneratie van de endocriene pancreas. Organisaties: • Medische Biochemie
Onderzoekers: • Henry HEIMBERG
Studie van de betrokkenheid van LEMD3 en naburige genen op 12q14 in de pathogenese van aandoeningen met verhoogde botdensiteit en groeistoornissen Universiteit Gent Abstract: Met dit project beogen we het genetisch defect te identificeren dat verantwoordelijk is voor sporadische melorheostosis. Vooral de mogelijkheid van somatische mutaties in LEMD3 wordt nagekeken. De rol van LEMD3 in bothomeostase en endochondrale ossificatie wordt bestudeerd in een transgeen muismodel. Tenslotte beogen we het gen te identificeren dat verantwoordelijk is voor de groeistoornis bij patiënten met een 12q14 microdeletie. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Franki Speleman • Geert Mortier • Paul Coucke
TELEX: het combineren van akoestische voorbeelden en lexicale modellering Universiteit Gent Abstract: Een 'bottom-up' fonetische HMM herkenner zal gecombineerd worden met een 'long-span' voorbeeldgebaseerde herkenner, teneinde een betere performantie te kunnen halen dan met een traditionele HMM herkenner. Vernieuwend is de manier waarop fonetische transcripties die aanwezig zijn in de foneemgrafen van trainingsdata zullen worden aangewend om alternatieve uitspraken van woorden en uitdrukkingen aan te leren en in het lexicon op te nemen. Daarenboven worden in de voorbeeldgebaseerde herkenner enkel die templates geactiveerd die ook voorkomen in een van die uitspraakvarianten.
Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Jean Martens
Thin client netwerkbeheer met gedistribueerde broncodering. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Bij de ontwikkeling van nieuwe diensten voor vaste en mobiele gebruikers wordt er steeds meer gebruik gemaakt van video. Enkele recente voorbeelden zijn nieuwswebsites of video op mobiele terminals (zoals mobiele televisie). Een tweede belangrijke trend is het gebruik van het Internet protocol voor zowel de vaste als mobiele netwerken (Voice over IP of interactieve digitale televisie over het Internet). Tot slot worden steeds meer draagbare terminals gebruikt waarbij er belangrijke beperkingen optreden in kanaalkwaliteit van de draadloze verbinding, rekencapaciteit, opslagcapaciteit en batterijvermogen. In dit project zal de aandacht uitgaan naar broncodering van videostromen en de interactie met het netwerk (het netwerk- en service-beheer). Specifiek zal dit toegepast worden op thin client architecturen voor mobiele gebruikers (hierbij zal men zoveel mogelijk taken voor de gebruiker uitbesteden aan het netwerk en de bijhorende servers). Bij definitie hebben thin clients beperkte resources en leggen ze aan videotoepassingen op de thin client lage complexiteitsvereisten op (zowel voor encodering als voor decodering). In deze context zijn technologieën voor schaalbare videocodering dan ook onontbeerlijk. Deze codecs bereiken stilaan een mature status zodat zij als volwaardige alternatieven kunnen aanzien worden voor hun niet-schaalbare opponenten, in het bijzonder onder heterogene transmissie- en consumptieomstandigheden. Niettegenstaande de uitstekende bitdebiet-distorsie karakteristieken van deze codeertechnieken blijven twee problematieken significant: 1) het verzekeren van een optimaal bitdebiet-distorsie gedrag onder foutgevoelige transmissieomstandigheden en 2) de asymmetrie in complexiteit van coder en decoder (respectievelijk hoge en lage complexiteit). Deze asymmetrie is echter incompatibel met toepassingen zoals mobiele videoconferentie waar wordt getracht het vermogenverbruik (en inherent ook het gebruikte rekenkrachtbudget) op het niveau van de thin client te minimaliseren. Het doel van dit project is het ontwikkelen van een codec-netwerk architectuur die tegemoet komt aan bovenstaande verzuchtingen. Met betrekking tot het foutgevoeligheidsaspect zijn verschillende technologieën in ontwikkeling, nl. gegevenspartitionering, voorwaartse foutcorrectiecodes, ongelijke foutbescherming en meervoudige beschrijvingscodering. Deze technologieën bieden echter geen antwoord op de complexiteitsproblematiek. Recentelijk werd aangetoond dat gedistribueerde broncodering een valabel alternatief vormt dat tegemoetkomt aan beide bovenstaande verzuchtingen, zij het met enig verlies aan compressie-efficiëntie. Een bijzondere uitdaging is de theoretische en praktische ontwikkeling van (1) een end-to-end (E2E) codec architectuur voor gedistribueerde schaalbare broncodering en (trans)codering naar een schaalbaar foutrobuust formaat, (2) de parallelle uitwerking van een netwerk en service beheersarchitectuur die dergelijke applicaties ondersteunt én (3) de modellering en 'cross-layer' optimalisatie ervan gegeven specifiek kanaalgedrag (adaptieve witte Gaussianse ruis, Raleigh fading, etc.). In dit project worden de expertises van drie partners geëxploiteerd: schaalbare en foutresistente videocodering (VUB/IRIS en UGent/MMLab) en netwerkbeheer (UGent/IBCN). Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • ADRIAN MUNTEANU • PETER SCHELKENS
MicroRNA profiel analyse: implicaties op dendritische cel biologie, pancreasceldifferentiatie, hematologische stam- of progenitorcel stoornissen en non-small cell longcarcinoom. Vrije Universiteit Brussel Abstract: MicroRNAs (MiRNAs) vertegenwoordigen een klasse van kleine, 18-25 nucleotiden, endogene, niet-coderende RNA moleculen die tussenkomen in de posttranscriptionele regulatie van specifieke doelwit mRNAs. Primaire miRNA transcripten worden bewerkt door 2 RNAse III enzymen (Drosha & Dicer) tot mature miRNAs. Dit enkelstrengig RNA wordt vervolgens geïncorporeerd in een RISC complex en leidt dit naar een specifiek doelwit mRNA. Bijonvolledige base-paring wordt de translatie geremd; bij volledige complementariteit wordt het mRNA gedegradeerd. miRNA analyse heeft een zeet belangrijke plaats ingenomen in de recente wetenschappelijke litteratuur (4 publicaties in 2001, 360 in 2005). miRNAs zouden een rol spelen in tal van processen zoals embryogenese, het behoud van pluripotentie, differentiatie van hematopoiëtische cellijnen, apoptose, controle over de insumline secretie, adipocyt differentiatie, proliferatie van gedifferentieerde celtypes, genomische herschikking en tumorvorming. Analyse van 217 zoogdier specifieke miRNAs leidt tot een nauwkeurige taxonomie van humane kankers en klasseert de weinig gedifferentieerde tumoren nagenoeg foutloos. Omdat miRNAs tot overexpressie kunnen worden gebracht of worden geïnhibeerd, kunnen zij ook een mogelijkheid vormen om het gedrag van cellen te manipuleren in vitro. In dit project wensen we de analyse van miRNA te ontwikkelen en toe te passen in het kader van een aantal subprojecten en biologische vraagstellingen. 1. miRNA profilering in NSCL en correlatie met de mutatiestatus van het EGFR-gen en respons op tyrosyne kinase inhibitoren (J. De Greve) 2. miRNA analyse in de immunobiologie van dendritische cellen (K. Thielemans) 3. miRNA in de regulatie van celdifferentiatie in de pancreas (L. Bouwens) 4. miRNA profilering voor diagnostiek en classificatie van hematopoëtische stam- of progenitorcel aandoeningen (M. De Waele) Organisaties: • Pathologische Anatomie • Immunologie en Microbiologie • Fysiologie • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • KRISTIAAN THIELEMANS • LUC BOUWENS • MARC DE WAELE • JACQUES DE GREVE
Is auxine betrokken in de groeiremming van Arabidopsis thaliana bladeren in response op droogtestress? Universiteit Antwerpen Abstract: De rol van het groeiregulerende plantenhormoon auxine in de respons op abiotische stress zoals droogte is tot nu toe nauwelijks onderzocht. Op basis van microarraydata hebben we aanwijzingen dat de expressie een 45-tal auxineresponsgenen specifiek is voor delende cellen en sterk wordt beïnvloedt door droogte. In dit project zullen mutanten van deze genen worden geïsoleerd en getest voor hun effect op groei in optimale en droogtecondities. Organisaties:
• Moleculaire Plantenfysiologie en Biotechnologie
Onderzoekers: • Gerardus Beemster
Tijdsgeresolveerde metingen van het emissie patroon van halfgeleiderlasers. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project handelt over de studie van halfgeleiderlasers. De ontwikkeling van hoogwaardige halfgeleiderlasers gedurende de laatste decennia heeft er voor gezorgd dat deze optische bronnen vandaag een centrale rol spelen in vele toepassingen. Wij willen nieuwe en unieke functionaliteiten ontwikkelen met halfgeleiderlasers door hun spectrale, dynamische en coherentie eigenschappen te manipuleren. Daartoe zullen we in dit project het temporele en ruimtelijk geresolveerde emissie patroon van VCSELs bestuderen. Op deze wijze willen we nagaan hoe optische modes zich precies opbouwen in een caviteit die meerdere transversale modes ondersteunt en wat de dynamische competitie tussen deze modes is. Dit moet ons meer inzicht verschaffen in het optreden van ruimtelijk incoherente laseremissie, een uniek en veelbelovend emissie regime dat we in dit lasertype kunnen induceren. Deze studie zal ook een belangrijke bijdrage leveren om theoretische modellen van halfgeleiderlasers te verifiëren en te verfijnen. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • Guy VERSCHAFFELT • HUGO THIENPONT
NICE - Netwerk voor ijsblad en klimaatevolutie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De RTN is beperkt tot een klein aantal Europese Instituten. Zijn vorm is anders dan de Geïntegreerde Projecten (IP) waarbij het mogelijk is om een groot aantal instituten te betrekken. We focussen op de NICE netwerk over Klimaat - Ijsblad interacties en trachten om de training en samenwerkingn in het netwerk te optimaliseren. We zijn er bewust van dat vele belangrijke laboratoria die interessante partners zouden kunnen zijn niet betrokken zijn bij het project. NICE zal zich open blijven stellen voor samenwerking met deze groepen. Vooral alle vergaderingen die georganiseerd worden door NICE zullen toegankelijk zijn voor andere laboratoria met de nadruk op een mogelijke integratie van nieuwkomers. Organisaties: • Geografie
Onderzoekers: • PHILIPPE HUYBRECHTS
Inbouw van sensorische functionaliteiten voor de ontwikkeling van Thinking Textiel Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Textieltechnologie
Onderzoekers: • Didier Verhulst • Marc Van Parys
Cross-feeding en butyrogeen effect van inuline-type fructanen: in vitro en in vivo analyse. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderhavig project zal een bijdrage leveren aan het verder in kaart brengen van de kinetiek van de productie en de verdere omzetting van organische zuren tijdens het colonfermentatieproces. Het richt zich enerzijds op de rol van lactaat- en/of acetaatconverterende bacteriën bij de boterzuurvorming in het colon en anderzijds op de invloed die bepaalde prebiotica hierop uitoefenen. Er zal voornamelijk gefocust worden op cross-feeding als mogelijke verklaring voor het butyrogeen effect. Drie concrete doelen kunnen in dit project onderscheiden worden: (i) het opstellen van metabolietprofielen, kinetische modellen en metabolische wegen voor geselecteerde colonbacteriën (bifidobacteriën, lactobacillen, boterzuurvormende colonbacteriën) bij groei op oligofructose, inuline en fermentatieproducten van deze prebiotica, door middel van in vitro computergecontroleerde laboratoriumfermentaties in MCB. (ii) He aantonen en kinetisch analyseren van cross-feeding tussen inuline- en/of oligofructose-degraderende en boterzuurproducerende colonbacteriën door middel van in vitro fermentaties. (iii) In vivo studies met gezonde vrijwilligers om in situ cross-feeding aan te tonen. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Luc DE VUYST
Het energieabsorberend vermogen van composietstructuren ter bescherming van bouwkundige constructies tegen explosiebelasting Universiteit Gent Abstract: In dit project wordt het energieabsorberend gedrag van composietstructuren bestudeerd onder explosiebelasting. Buisjes uit composiet worden tussen twee brandvrije glas/IPC huiden geplaatst. De huiden dragen de drukgolf over naar buisjes die de energie moeten absorberen. Zowel kleinschalige als grootschalige explosietesten zullen worden uitgevoerd. Organisaties: • Vakgroep Mechanische constructie en productie
Onderzoekers: • Joris Degrieck • Wim Van Paepegem
Social cohesion indicators for the Flemisch Region. The development of comprehensive social cohesion indicators at the local level in Flander. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen NL abstract Organisaties: • Micro-economie voor Profit en Non-Profit Sector
Onderzoekers: • BRUNO HEYNDELS
Economische verandering, levenskwaliteit en sociale cohesie (EQUALSOC). Universiteit Antwerpen Abstract: Equalsoc is een netwerk gefinancierd door de Europese Commissie onder het 6de Kaderprogramma. Het netwerk bestaat uit 13 Europese onderzoekscentra waarvan de Commissie heeft geoordeeld heeft dat ze bijzonder niveau van academische expertise op vlak van sociale ongelijkheid en cohesie hebben opgebouwd. Het netwerk wil vergelijkend onderzoek stimuleren op vlakken zoals tewerkstelling en arbeidsmarkt, inkomensverdeling en mobiliteit, onderwijs en sociale mobiliteit, gezin en sociale netwerken, culturele differentiatie en sociaal kapitaal. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Joris Ghysels • Ive Marx • Gerlinde Verbist • Bea Cantillon • Godelieve De Lathouwer • Cornelius Van den Bosch
Internationaal congres: The Contribution of Non-Western Legal Systems to international Human Rights Law. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De conferentie analyseert hoe niet-westerse juridische systemen bijdragen tot het universeel mensenrechtensysteem Organisaties: • Internationaal en Europees recht
Onderzoekers: • STEFAAN SMIS
HOA: Kwantitatieve beeldvorming met dynamische contrast CT-toepassingen bij tumormedellen in kleine proefdieren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Kwantitatieve beeldvorming met dynamische contrast CT-toepassingen bij tumormodellen in kleine proefdieren. Organisaties: • Elektronica en Informatica • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • AXEL BOSSUYT • EDGARD NYSSEN • RUDI DEKLERCK • Johan DE MEY
Effecten van neureguline op ventriculaire functie: een in vivo studie. Universiteit Antwerpen Abstract: Neureguline is een cardioprotectieve factor waarvan de werkingsmechanismen in vivo ongekend zijn. Het voorgestelde project onderzoekt de rol van eNOS en cGMP in inotrope en cardioprotectieve effecten van neureguline met invasieve druk- en volumemetingen. We stellen voorop dat neureguline het gehalte aan ventriculaire cGMP opdrijft en dat de protectieve werking van neureguline verschilt naargelang de activeringsgraad van PDE5 (dat cGMP afbreekt). Organisaties: • Menselijke fysiologie en pathofysiologie
Onderzoekers: • Katrien Lemmens
Evaluatie van nieuwe types stationaire fases en kolomdimensies voor de ontiwkkeling van hoogefficieënte en generische superkritische vloeistofchromatografie. Universiteit Gent Abstract: Een techniek die de chromatografische voordelen van GC en de brede toepasbaarheid van HPLC combineert is superkritische vloeistofchromatografie (SFC). Superkritische vloeistoffen vertonen bijzondere eigenschappen. Dit project heeft als doel om de performantie van SFC ten opzichte van HPLC grondig te evalueren, om bij te dragen tot de optimalisatie en valorisatie van de huidige SFC hardware, om nieuwe "op maat gemaakte" SFC stationaire fasen te ontwikkelen, om "generische" SFC methoden te ontwikkelen. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Patrick Sandra • Annemieke Madder • Frederic Lynen
ITEA 06043 3DT-BE: 3D-TESTBENCH-BE (in kader EUREKA programma ITEA 2 en in kader van IWT-080061 van BARCO) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het innovatiedoel van het project is het creëren van een proefversie van een intelligent, groot en interactief visualisatieplatform dat alle belanghebbenden betrokken in technische reviews van complexe producten, zoals die van de automobiel- en ruimtevaartindustrieën, toelaat om meerdere gegevenstypes, uit verschillende bronnen te bekijken en de betekenis (concepten) achter de gegevens te manipuleren zonder noodzakelijke toegang te hebben tot de originele gegevensbronnen. Een dergelijke visualisatie- en manipulatieplatform, waaraan de naam Multidisciplinaire Semantische Muur (of SemWall) gegeven werd, zal met eigenschappen worden uitgerust om het niveau van abstractie van het denken en samenwerken tussen multidisciplinaire belanghebbenden op verscheidene manieren te verhogen. Het project poogt niet een geïntegreerde (commerciële) en gebruiksklare SemWall te ontwikkelen maar zal zich beperken tot het creëren van de aanvankelijke sleuteltechnologie en het identificeren van de bijpassende natuurlijkste HMI technieken. Het project zal uiteindelijk in een onderzoeksdemonstratiesyteem (=pilootversie) van de SemWall resulteren. Organisaties: • Toegepaste Mechanica
Onderzoekers: • CHRISTIAN LACOR • DEAN VUCINIC
Optimalisatie van Dendritische Cel Vaccinatie.
Vrije Universiteit Brussel Abstract: De immunobiologie van dendritische cellen (DC) heeft een enorm potentieel voor de ontwikkeling van nieuwe immuuntherapieën voor kanker en infectueuze aandoeningen. In dit project, dat deel uitmaakt van een geheel aan studies betreffende DC-biologie en de ontwikkeling van nieuwe immuuntherapeutische strategieën met DC in het kader van een EU-Network of Excellence, wensen we vier subprojecten te ontwikkelen ter optimalisatie van dendritische celtherapie. We wensen onze know-how en expertise omtrent de genetische modificatie van muis en humane DC aan te wenden om deze cellen optimaal te activeren. Hiertoe zullen we de DC voorzien van constitutief actieve synergistische TLR receptoren die tevens coderen voor TAA antigenen, van een dominant negatieve variant van de inhibitor van de TLR en cytokine signalisatie en van een oppervlakte membraan gebonden vorm van de TLR3 receptor gebonden aan de signaaltransductie van TLR4. Om deze DC optimaal in vivo te activeren zal de combinatie therapie met TLR3 agonisten uitgebreid worden getest. Organisaties: • Fysiologie
Onderzoekers: • KRISTIAAN THIELEMANS
Functionele beeldvorming (MRI) van spreeuwenhersenen voor het ontrafelen van de neurale basis van vocale communicatie in zangvogels als model voor humane communicatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project heeft als doel de hersen-gedrag interacties te begrijpen, met speciale aandacht voor de rol van sociale factoren op deze interacties als mogelijke oorzaak van hersenplasticiteit. Dit zal mogelijk gemaakt worden door een aanpak die de volledige hersenen in beeld brengt, namelijk functionele MRI, toegepast op een origineel diermodel: de Europese spreeuw. Organisaties: • Bio-imaging
Onderzoekers: • Colline Poirier
Onderhoud en restauratie van functioneel Betacel massa in Type I diabetes Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen NL abstract Organisaties: • Pathologische Biochemie en Fysiologie
Onderzoekers: • DANIEL PIPELEERS
SimForTree: een beleidsondersteunend computermodel voor duurzaam bosbeheer gebaseerd op ecofysiologische analyse en simulatie van boomontwikkeling. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject beoogt het op punt stellen van een werkinstrument, gebaseerd op een volledig procesgestuurd model dat de groei van bosbomen in Vlaanderen op een realistische wijze simuleert (SimForTree), via een gecoördineerde samenwerking tussen de Universiteiten van Antwerpen, Gent en Leuven. Alhoewel de ontwikkeling en het gebruik van dit simulatiemodel potentiëel ook een industriële impact heeft op de bosbouw- en de houtverwerkende sectoren, heeft het niet als hoofddoel economische omzetverbeteringen te realiseren. Het instrument wordt in de eerste plaats gecreëerd om zowel socio-economische als ecologische gevolgen van veranderende milieu-omstandigheden (o.a. door global climate change, milieuvervuiling) en specifieke beleidskeuzes realistisch in te kunnen schatten. Het is met andere woorden een hulpmiddel voor duurzame ontwikkeling. SimForTree zal dus ontwikkeld worden vanuit een filosofie van duurzaam beheer van bosecosystemen en natuurlijke hulpbronnen, en draagt zodoende bij tot het verbeteren van het welzijn en de welvaart in onze maatschappij. Het simulatiemodel zal praktisch bruikbaar zijn voor: ·wetenschappelijk onderzoek op het gebied van landschaps- en bosecologie, bosbeheer, boomfysiologie, houtvorming, boom- en houtkwaliteit; ·het geven van voorlichting met betrekking tot de impact van boomsoortenkeuzes, bosbehandelingstechnieken, huidige en toekomstige klimaatsveranderingen; ·het nemen van beleidsbeslissingen door de verschillende belangengroepen binnen de volledige bos-houtkolom. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Reinhart Ceulemans
Modellen van samenwerking in het Europese sociaal werk onderzoek in stedelijke omgevingen. Universiteit Antwerpen Abstract: 8 Europese onderzoeksprojecten waarin onderzoeksploeg en stedelijk sociaal werk samenwerken worden begeleid in een gezamenlijk reflectieproces op de onderzoeksmethode. Doel is om de resultaten te publiceren in de European Journal of Social Work . Het budget dient om deze publicatie voor te bereiden met een voortraject (bundeling en correctie van kopij), de ondersteuning bij de conferentie én een natraject (integratie van tussenkomsten). Organisaties: • Welzijn en verzorgingsstaat
Onderzoekers: • Therese Jacobs
Identificatie en regeling beta cel fenotypes met therapeutisch potentieel. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project steunt op de werkhypothese dat beta cellen kunnen voorkomen als verschillende fenotypes die elk gekarakteriseerd worden door een specifiek gen- en proteine expressie en door functionele kenmerken, in het bijzonder in termen van celoverleving en deling, insuline productie en reserve, gevoeligheid voor glucose. Organisaties: • Pathologische Biochemie en Fysiologie • Medische Biochemie
Onderzoekers: • Henry HEIMBERG • DANIEL PIPELEERS • KARINE HELLEMANS • ZHIDONG LING
De validiteit van studentoordelen in onderwijsevaluaties.
Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit onderzoeksproject is het verkrijgen van inzicht in het evaluatiegedrag van studenten in onderwijsevaluaties en het nagaan welke gevolgen dit heeft voor de validiteit en de geldigheid van studentenevaluaties. Hiertoe worden cross-sectionele en longitudinale analyses uitgevoerd op studentenenquêtes enerzijds en wordt een discoursanalyse uitgevoerd op basis van beleidsdocumenten, focusgroepgesprekken en face-to-face interviews. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
De vroege hydrografie van de stad Gent: een verkennend geomorfologisch onderzoek van het menselijk ingrijpen in de waterhuishouding van het Middeleeuwse Gent (1100-1300). Universiteit Antwerpen Abstract: Menselijke modificaties aan het natuurlijke waterwegennet in de omgeving van de stad Gent liggen aan de basis van één van de meest spectaculaire voorbeelden van stedelijke groei in middeleeuws Europa. Toch bestaan over het onderwerp nauwelijks historische studies. Door integratie van de (schaarse) historische gegevens met recent voor het onderzoek beschikbare geomorfologische en geologische data in een hydrologisch model, wordt met dit onderzoeksproject een belangrijke synergie gecreërd tussen de onderzoeksexerptise binnen het Centrum voor Stadsgeschiedenis (UA) en het Centrum voor Architectuur- en Stedenbouwgeschiedenis (HA). Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Tim Soens
Fiber Bragg Gratings in Fotonische Kristalvezels: Een selectieve optische vezel sensor. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Fiber Bragg grating (FBG) sensoren hebben een lange lijst van voordelen, maar toch schiet de huidige FBG-technologie op enkele belangrijke punten nog steeds tekort: zo is hun kruisgevoeligheid voor verschillende fysische grootheden een belangrijk minpunt dat ervoor zorgt dat de te meten grootheden niet onafhankelijk van elkaar kunnen worden gemeten zonder complexe en dure compensatietechnieken. In dit doctoraatsonderzoek wordt deze problematiek aangepakt door gebruik te maken van fotonische kristalvezels (PCF). Het aanpassen van de vorm en de plaatsing van de microgaatjes in een PCF maakt het mogelijk om de eigenschappen van lichtvoortplanting te controleren met een nooit eerder geziene vrijheid en precisie. In dit project wordt die ontwerpvrijheid dan ook gebruikt om een selectieve en optimaal gevoelige FBG te maken, die geen compensatie vereist en aldus aan lagere kost kan aangeboden worden. De eerste concrete doelstellingen van dit doctoraatswerk zijn het ontwerpen en modelleren, fabriceren en optisch karakteriseren van een fotonische kristalvezel sensor met een Fiber Bragg grating, meer bepaald een sensor die toelaat om quasi-verdeelde metingen uit te voeren zonder kruisgevoeligheid van rek en temperatuur. De tweede doelstelling is het bouwen van twee princiepsdemonstratoren die de mogelijkheden van de selectieve optische vezelsensoren illustreren. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • HUGO THIENPONT
3D kinematische analyse van de interspecifieke variate in het springen van gibbons (Hylobatidae). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek focust op een kinematische analyse van het springen bij diverse gibbonsoorten. Met het voorgestelde onderzoek willen we de springprestaties van verschillende gibbonsoorten kwantificeren en koppelen aan verschillen in techniek en functionele morfologie. Hiermee hopen we inzicht te verwerven in het mechanisme dat gebruikt wordt tijdens het springen, met speciale aandacht voor de rol van de Achillespees. Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Evie E Vereecke
Dairy technology - from rural to industrial scale Universiteit Gent Abstract: Doel van deze training is het verstrekken van theoretische en praktische kennis over de samenstelling en het verwerken van melkproducten. Aandacht wordt besteed aan de mogelijkheden voor lokale verwerking in ontwikkelingslanden en op kleine schaal met aangepaste technologieën. Organisaties: • Vakgroep Voedselveiligheid en Voedselkwaliteit
Onderzoekers: • Koen Dewettinck
Identificatie van susceptibiliteitsgenen voor psychiatrische aandoeningen via een functioneel genomische aanpak. Universiteit Antwerpen Abstract: Bipolaire stoornis (BP) en schizofrenie (SZ) behoren wereldwijd tot de meest voorkomende hersenaandoeningen en resulteren in hoge sociale en economische kosten met betrekking tot morbiditeit en mortaliteit. Zowel genetische als omgevingsfactoren spelen een belangrijke rol in het ontstaan van BP en SZ. Er wordt verondersteld dat beide aandoeningen tot uiting komen door een interactie van susceptibiliteitsgenen en/of als gevolg van complexe genetische mechanismen. Het doen van dit onderzoek bestaat erin een beter inzicht te verwerven in de mechanismen die aan de basis liggen van psychiatrische aandoeningen en te bepalen hoe relevant deze zijn in de patiëntenpopulaties. Deze doelstellingen zullen we verwezenlijken door drie hypothesen te onderzoeken. De drie verschillende denkpistes hebben allen als primair doel positionele en functionele kandidaatgenen voor BP en/of SZ te identificeren. Hypothese 1: Identificatie van positionele kandidaatgenen gelegen op chromosoom 6. Een sterke aanwijzing voor koppeling werd door onze onderzoeksgroep gevonden ter hoogte van chromosoom 6q23-q24 in negen Noord-Zweedse multiplex families. Dit gebied zal ik verder fijnmappen met behulp van SNP gebaseerde genotyperingstechnieken. Het kandidaatgebied zal vervolgens verder verkleind worden via een SNP gebaseerde associatiestudie in grote patiënten/controle populaties. Hypothese 2: Belang van 'copy number variations' op susceptibiliteit voor BP en SZ.In de recente literatuur zijn er sterke aanwijzingen dat 'copy number variations' (CNVs) verantwoordelijk kunnen zijn voor complexe ziekten, zoals BP en SZ. Daarom zullen we de in de literatuur beschreven potentiële instabiele regio's met de door onze onderzoeksgroep ontwikkelde methode (Multiplex Amplicon Quantification - MAQ) analyseren in onze associatie populaties. Op deze manier zullen we een beter zicht krijgen over het belang van genomische instabiliteit als onderliggende oorzaak van BP en SZ. Hypothese 3: Post-transcriptionele modificaties als oorzaak voor BP en SZ. Er wordt verondersteld dat andere mechanismen, zoals genregulatie, verantwoordelijk zijn voor complexe ziekten. A-naar-I RNA editing door 'Adenosine Deaminases Acting on RNA' (ADAR) is een vorm van post-
transcriptionele modificatie, welke onder andere beschreven is voor mRNA's die coderen voor de serotonine receptor 5-HTR2C en voor de glutamaat receptor GRIA2. Bij deze hypothese gaan we de verschillende ADAR-genen en de targetgenen die mogelijk verband houden met BP en SZ, aan een associatiestudie en/of mutatieanalyse onderwerpen. Organisaties: • VIB DMG - Toegepaste Moleculaire Genomica
Onderzoekers: • Jurgen Del-Favero • Shana Ceulemans
Computationele technieken voor stylometrie voor het Nederlands. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project stellen we een methodologie voor de automatische extractie en analyse van stijlkenmerken voor die we willen toepassen op individuele auteurs (auteursherkenning, zowel van non-fictie als fictie) en groepen van auteurs (extractie van stijlkenmerken geassocieerd met sekse en leeftijdsgroep). De methodologie bevat de volgende onderdelen: (1) Een automatische taalkundige analyse van documenten met behulp van de beschikbare tekstanalyse-instrumenten op het niveau van morfologische structuur, woordsoort, globale syntactische structuur en semantische rollen (subject, object, temporeel, locatie) voor de constructie van potentieel relevante stilistische kenmerken. (2) Gebruik van nietgesuperviseerde en gesuperviseerde leertechnieken voor de selectie van de meest informatieve stilistische kenmerken en de constructie van een model van de stijl van een auteur (of group van auteurs). (3) Evaluatie van de geconstrueerde modellen door (a) vergelijking met stilistische analyses in taalkunde en literatuurwetenschap en (b) empirische toetsing van de voorspellende kracht van de modellen. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Guy De Pauw • Walter Daelemans
FAOS : Flexibele artificiële optische huid Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het FAOS project beoogt het ontwikkelen van generische technologie dat een geïntegreerde oplossing biedt aan de stijgend vraag en zal een doorbraak betekenen op het gebied van optische sensoring. Dit project beoogt het ontwikkelen van een flexibele substraat of folie waarop de sensing elementen geïntegreerd kunnen worden en waarop ook lichtbronnen, detectoren en elektronische circuits toegevoegd zijn of geïntegreerd zijn door compacte signaalverwerkingsborden. Dit artificieel en flexibel optische sensing folie kan toegepast worden bij ongelijke ondergronden, beweegbare ondergronden of kan geplooid worden in compacte modules. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • HUGO THIENPONT
Genetische en functionele studies voor genen betrokken bij ouderdomsslechthorendheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Genetische en functionele studies voor genen betrokken bij ouderdomsslechthorendheid. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Els Van Eyken
Kwaliteitsmetrieken voor de objectieve beoordeling van de invloed van IP-gebaseerde netwerken op video- en audiokwaliteit Universiteit Gent Abstract: Netwerkstoornissen (pakketverlies) hebben in het geval van digitale video een invloed hebben op de visuele kwaliteit van het ontvangen signaal. Tijdens dit doctoraatsonderzoek wordt de relatie tussen deze netwerkstoornissen en de waargenomen beeldkwaliteit onderzocht. Het is de bedoeling om een kwaliteitsmetriek op te stellen die, op basis van netwerk monitoring, in staat is om de visuele kwaliteit te voorspellen. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Piet Demeester
Grootschalige discrete-event simulatie van gedistribueerde systemen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project heeft als doelstelling om grootschalige simulaties van gedistribueerde systemen met GES en SimGrid mogelijk te maken. We onderscheiden hierbij drie wetenschappelijke doelstellingen: 1) Reductie van het geheugengebruik en van de sequentiële uitvoeringstijd van simulaties. 2) Uitvoering van de simulatie op een gedistribueerde architectuur. 3) Realisatie van een schaalbare interoperatie tussen GES en SimGrid. Organisaties: • Modeleren van Systemen en Internet Communicatie (MOSAIC)
Onderzoekers: • Jan Broeckhove
Gedetailleerde studie van proteïne-proteïne interacties: studie van eht activeringsmechanisme van Toll Like receptoren Universiteit Gent Abstract: Toll like receptoren worden geactiveerd door interacties tussen TIR domeinen. Homologie modellen worden gebouwd voor TIR domeinen. De MAPPIT methode en in vitro bindingsstudies tussen recombinant TIR domeinen worden gecombineerd met plaatsgerichte mutagenese om interactievlakken tussen TIR domeinen te identificeren. Deze data worden gebruikt als input voor data-gedreven in silico docking. Dit leidt tot experimenteel ondersteunde modelen voor TIR-TIR complexen. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers:
• Frank Peelman
Onderzoek naar de sociale en schoolse situatie van Congolese en Rwandese jongeren te Brussel. Universiteit Antwerpen Abstract: Het betreft een onderzoek naar de sociale en schoolse situatie van Congolese jongeren in zowel het Nederlandstalige als het Franstalige onderwijs te Brussel (meestal tweede generatie) waarbij zo precies en exhaustief mogelijk kwantitatieve gegevens opgezocht en ingebracht worden (o.m. betreffende de demografie, de familiale en socio-economische situatie, de concentratie in bepaalde scholen, de gekozen onderwijsvormen, de schoolse resultaten), maar waarbij het grootste deel besteed wordt aan een kwalitatieve, antropologische invulling van deze gegevens via participerende observatie en semi-gestructureerde interviews. Organisaties: • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman • Paul Mahieu
Gedetailleerde analyse van de inflammatie-resistentie van Mus spretus door middel van genomische technieken Universiteit Gent Abstract: Het muisspecies Mus spretus, meer bepaald de inteeltstam SPRET/Ei vertoont een zeer duidelijke resistentie tegen inflammatie, geinduceerd door b.v. lipopolyacchariden van gram-negatieve bacterien. Deze resistentie is wellicht het gevolg van een variatie in signaaltranductie. Is wellicht het gevolg van een variatie in signaaltransductie. Dit willen we grondig bestuderen a.h.v. een expressieanalyse in macrofagen en met Affimetrix microarrays. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Claude Libert
Preferentievorming over Europese integratie op het niveau van individuele politieke elites: tussen nutsmaximalisatie en socialisatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project onderzoekt de oorsprong van preferenties over het Europese integratieproces op het niveau van individuele politieke elites. Door middel van kwantitatieve en kwalitatieve analyses wordt op zoek gegaan naar het relatieve gewicht van rationeel afgewogen belangen (rational choice institutionalisme) enerzijds en de socialiserende context (sociologisch institutionalisme) anderzijds, bij het bepalen van elitepreferenties over Europese integratie in België. Organisaties: • Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM)
Onderzoekers: • Peter Bursens
Verzamelen van nationale gegevens over het resistentieprofiel van Streptococcus pyogenes. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds BAPCOC. UA levert aan BAPCOC de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Herman Goossens
Permutatiegroepen en incidentiemeetkunde. Vrije Universiteit Brussel Abstract: R&D secretariaat Organisaties: • Wiskunde-TW
Onderzoekers: • Philippe CARA
Onderaannemingsovereenkomst voor het FND project nr. 06011: Oprichting van een consortium voor de ontwikkeling van nieuwe fyto-oestrogeen extracten Universiteit Gent Abstract: Doelstelling van dit project is het samenbrengen van onderzoeksgroepen en bedrijven met complementaire expertise op het gebied van het screenen naar nieuwe substraten die fyto-oestrogenen bevatten en het ontwikkelen van nieuwe extracten. Organisaties: • Vakgroep Biochemische en microbiele technologie
Onderzoekers: • Willy Verstraete
Herziening van de aanbeveling Influenza. Universiteit Antwerpen Abstract: Herziening van de aanbeveling Influenza. Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Paul Van Royen
Rol van het dystrophine-geassocieerd eiwitcomplex in contractie van leverstellaatcellen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Portale hypertensie is een gevreesde complicatie van cirrose en wordt gekenmerkt door een verhoogde druk in de vena portae. Het wordt algemeen aanvaard dat leverstellaatcellen (LSC) een centrale rol spelen in de pathogenese van portale hypertensie: door contractie verhogen ze de vasculaire weerstand. Het doel van dit onderzoek is meer inzicht te verwerven in de mechanismen die leiden tot contractie van LSC. Opdat een cel contractiele krachten zou kunnen overbrengen zijn er 3 voorwaarden: aanwezigheid van functionele motorproteïnen, een stevig cytoskelet en
verankering met de extracellulaire matrix. Wij toonden aan dat er is LSC twee types non-muscle myosine aanwezig zijn die een verschillende lokalisatie en functie hebben. Wij hebben eveneens de expressie van de intermediaire filamenten synemine en syncoiline aangetoond. In skeletspiercellen is het dystrophine-geassocieerd proteïne complex (DAPC) de fysische en functionele link tussen de extracellulaire matrix en actine-myosine filamenten enerzijds en intermediaire filamenten anderzijds. We toonden aan dat verschillende elementen van het DAPC opgereguleerd worden tijdens activatie van LSC. Wij willen nu verder onderzoeken of de toename van de contractiliteit van de LSC mede te wijten is aan de opregulatie van het DAPC, en zo ja via welke mechanisme. Organisaties: • Fysiologie
Onderzoekers: • Hendrik REYNAERT
Bepalen van biologische merkers voor het selecteren van vrouwen met verhoogd risico op prematuriteit te wijten aan Ureaplasma infectie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Prematuriteit is de belangrijkste oorzaak van neonatale morbiditeit en mortaliteit. Meestal is de reden van prematuriteit niet gekend, en de huidige therapie is nog steeds gebaseerd op de reductie van fysische activiteit en het gebruik van weeënremmende middelen. Geen enkele behandeling ter preventie van vroeggeboorte is tot op heden efficiënt gebleken. Het percentage vroeggeboortes in de Westerse wereld is de voorbije 20 jaar niet afgenomen. Een betere kennis van de etiologie van prematuriteit kan leiden tot betere therapeutische schema's ter preventie van deze aandoening. Infecties uitgaande van de endogene flora van de vrouw kunnen aan de basis liggen van preterme arbeid. Ureaplasma spp. is het micro-organisme dat het frequenst voorkomt ter hoogte van de vruchtvliezenin geval van vroeggeboorte < 32 weken. Echter meer dan 40% van de zwangeren zijn gekoloniseerd t.h.v. de lagere genitale tractus. Preventieve strategieën die enkel gebaseerd zijn op een cervix kweek voor Ureaplasma zijn dus niet aangewezen. Een betere test voor predictie van prematuriteit te wijten aan infectie met dit micro-organisme zou moeten worden ontwikkeld. De bedoeling van dit project is dan ook het ontwikkelen van een serologische test voor U. spp. antilichamen en het gebruik van deze test bij zwangere vrouwen om zijn nut als een laboratorium marker voor prematuriteit te evalueren. Naast deze serologische test zal een qPCR ontwikkeld worden voor detectie en differentiatie van Ureaplasma species in de lagere genitale tractus. In een klinische evaluatie zullen we nagaan of er een correlatie is tussen het resultaat van de serologie, kweek, qPCR en zwangerschapsuitkomst. Organisaties: • Immunologie en Microbiologie
Onderzoekers: • ANNE NAESSENS
Biologie en pathobiologie van de progenitorcelniche in de lever. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Veel volwassen zoogdierweefsel bevatten adulte somatische progenitorcellen (ASPCs) in gespecialiseerde micro-omgevingen (lokale adulte progenitorcelniches [³,4]), bestaande uit verschillende celtypes (ASPCs, 'transit amplifying cells" (TACs), niet-stam nichecellen) en axtracellullaire matrix [1,2]. In de lever functioneren de kanalen van Hering (KvH) die aansluiten op de terminale galwegen (TWG) als microscopische progenitorcelniches [5,8]. Beide ontstaan in het embryo uit de endodermale cellaag van de ductale platen [9,10], die aan beide zijden mesenchymale cellen [11,12] bevatten. Sommige van deze endodermale en mesenchymale cellenbehouden tijden de embryonale en postnatale ontwikkeling hun progenitorceleigenschappen. In gevorderde menselijke leverziekten en in veel experimentele proefdiermodellen van leverlijden, zijn hepacyten in een toestand van replicatieve secescentie [13,14]. De progenitorcellen trachten hiervoor te compenseren door te delen en nieuwe hepacyten te genereren[15]. Deze verhoogde en langdurige stimulering van de leverprogenitorcellen verhoogt de kans op maligniteit [16]. Inzicht in het leverprogenitorcel-compartiment zal ons beter de pathogenese van vele leverziekten en de ontogenese van leverkankers doen begrijpen. Op therapeutisch vlak kan dit leiden tot autologe of allogene celtransplantatie, en tot behandeling van chronische leverziekten via tijdelijke stimulering van de proliferatie van locale progenitorcellen. Organisaties: • Celbiologie en Histologie
Onderzoekers: • ALBERT GEERTS • Leonardus VAN GRUNSVEN
De rol van de insuline-achtige groeifactor IGF-I in bescherming en regeneratie van hersenweefsel na inductie van transiënte focale ischemie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Cerbrale ischemie is de meest voorkomende oorzaak van invaliditeit bij volwassenen. Hersenbeschadiging door ischemie wordt veroorzaakt door necrose en apoptose van hersencellen, en leidt tot opregulatie van IGF-I expressie in het CZS, maar de maximale concentraties worden pas bereikt na 5 dagen of zelfs enkele weken. Uit de literatuur blijkt dat toediening van de anti-apoptische insulineachtige groeifactor IGF-I tot enkele uren na inductie van cerebrale ischemie in proefdieren leidt tot een aanzienlijke vermindering in celdood en weefselschade. Deze studie onderzoekt de rol van IGF-I in neuroprotectie en regeneratie van neuraal weefsel na inductie van een tijdelijke focale ischemie. Hierbij richten we ons voornamelijk op: 1) Het mechanisme betrokken bij de neuroprotectieve effecten van exogeen IGF-I na inductie van tijdelijke focale ischemie door toediening van endotheline-1. 2) De directe effecten van IGF-I op inflammatoire reacties in het CZS. 3) De rol van lokaal in het CZS geproduceerd IGF-I in overleving van neuronen en regeneratie. Dit zal worden onderzocht in een cel speciefieke knock out muizen voor IGF-I. 4) het therapeutisch potentieel van IGF-I in cerebrale ischemie. Hiertoe zullen we in ratten de effecten van intraveneus toegediend IGF-I vergelijken met de effecten van centraal toegediend IGF-I, en de distributie van IGF-I in de hersenen van deze dieren bepalen na beide toedieningswijzen. Organisaties: • Farmacologie
Onderzoekers: • RON KOOIJMAN
Hydrodynamische analyse van zuigvoeding bij vissen door middel van computationele vloeistofdynamica (CFD). Universiteit Antwerpen Abstract: Door middel van computationele vloeistofdynamica (CFD) willen we functioneel inzicht krijgen in de werking van het zuigvoedingsapparaat bij vissen, meer bepaald wat het effect is van variatie in kopmorfologie en variatie in eigenschappen van de schedelexpansie tijdens het zuigen voor de opgewekte stroming. De eigenschappen van deze opgewekte stroming bepaalt namelijk het vermogen prooien te vangen, en is dus van cruciaal belang voor de overleving van het dier. Vissen zijn namelijk één van de meest diverse groepen binnen de gewervelde dieren, en de kopmorfologie wijkt bij talrijke soorten dan ook sterk af van wat beschouwd wordt als een "typische" kopvorm.
Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Sam Van Wassenbergh
Clinical observation examination of ADMIRA/ Admira Bond in comparison to Tetric Ceram / Excite and Definite/Etch & Prime . Vrije Universiteit Brussel Abstract: Clinical observation examination of ADMIRA/ Admira Bond in comparison to Tetric Ceram / Excite and Definite/Etch & Prime . Organisaties: • Conserverende en Prothetische Tandheelkunde
Onderzoekers: • PETER BOTTENBERG
Synthese van potentieel biologisch actieve aza-heterocyclische verbindingen via organometaal-bemiddelde reacties. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Matching FWO Project: Reactiviteitsstudie van polyfunctionele gehalogeneerde aminen, gesynthetiseerd via de Lewiszuur bemiddelde boor-Mannich reactie van gehalogeneerde aldiminen. De 1,2- additie van nucleofielen aan iminen is een belangrijke en ingeburgerde reactie in de organicsche synthese. Hierbij worden nieuwe C-C bindingen en stereogene centra gevormd in dezelfde stap. Allylaminen, propargylaminen en homoallylaminen zijn zeer belangrijke synthons in de organische synthese. De Petasisreactie of de organoboorzuur Mannich reactie (BAM) is een één-pots reactie van een amine, een aldehyde en een alkenylboorzuur, en wordt gebruikt voor de synthese van allylaminen en alkenyl-aminozuren. In dit project zal een systematische uitbreiding van dez lexiszuur bemiddelde Mannichreactie uitgewerkt worden, die gebruik maakt van niet-enoliseerbare halogeen, dihalogeen en trihalogeenaldiminen. De synthese van gehalogeneerde iminen met een chirale stikstofsubstituent zal eveneens aan bod komen met de bedoeling de asymmetrische additie aan de C=N binding te evalueren. In een volgend luik zal de tandem kationische 2-aza-Cope omlegging -Lewis zuur bemiddeld organoboor-Mannich reactie van N-homoallyl iminen onderzocht worden. Een derde deel van dit project zal de condensatiereacttie van fenylacetyleen met N-alkyliminen, onderzoeken. Op deze wijze zouden immers gesubstitueerde allylaminen beschikbaar komen. Deze fundamentele reacties zullen verder toegepast worden bij de synthese van enkele specifieke doelmoleculen zoals polyoximezuur en anisomycine (fungiciden), brood- en rijstaroma, lactams, aza-suikers en Asperparaline A analoga. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Kourosch ABBASPOUR TEHRANI
Akoestische sensoren voor afstandsmeting. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project onderzoekt de toepassing van akoestische sensoren voor afstandsmeting in de robotica. De beweging van de robot bij het naderen van een oppervlak wordt bewaakt door de sensor. Er worden sensoren gebouwd en uitgetest bij het reinigen van kunstvoorwerpen en buitenmuren. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Herbert Peremans
Productie van geconjugeerde vetzuren in melk door een gerichte selectie van starterculturen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project heeft tot doel micro-organismen, meer bepaald melkzuurbacteriën, aan te wenden die het gehalte aan geconjugeerde vetzuren (CLA, in het bijzonder c9t11CLA, en CLNA) kunnen verhogen en dit via volgende productiewegen: 1) omzetting van transC18:1 (in het bijzonder t11C18:1) naar CLA (c9t11CLA); 2) omzetting van LA en LNA naar CLA- en CLNA-isomeren. De specifieke doelstellingen van het project zijn: - genotypische en fenotypische screening naar micro-organismen die een isomerase- en/of ( 9-)desaturase-activiteit bezitten voor de productie van CFA. - Productie van CFA in gecontroleerde melkfermentaties gebruik makend van melkzuurbacteriën, waarbij (indien dit nodig zou blijken) precursorvetzuren door bvb. lipasen vrijgesteld worden, en kinetische analyse van de productie van CFA en TFA in relatie tot omgevingsfactoren door middel van wiskundige modellering. - Gedetailleerde identificatie van de gevormde CFA en TFA door de micro-organismen. - Moleculaire karakterisatie van ( 9-)desaturase- en/of isomerasegenen bij de geselecteerde micro-organismen. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Luc DE VUYST • FREDERIC LEROY
Ontwikkeling van een gamma duurzame hybride diesel-elektrische stadsbussen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Binnen dit project worden door firma Van Hool NV 3 types hybride stadsbussen ontwikkeld, waarbij de aandrijflijn door piekvermogeneenheden (supercondensatoren) geassisteerd wordt. Einddoel is een daling van het brandstofverbruik en de emissies van 20% ten opzichte van klassieke dieselmotor-gebaseerde bussen. Ook streeft men na het geluidsniveau en de life cycle cost te veminderen. Rol van ETEC/VUB is het vermogenbeheer van de aandrijflijn van de bus te evalueren en te optimaliseren. Dit gebeurt door gebruik te maken een simulatieplatform, alsook door metingen uit te voeren op een rijdende bus. Voor deze metingen wordt een geautomatiseerd data-acquisitie syteem gebouwd dat alle relevante parameters simultaan registreert en opslaat. Dit behelst zowel parameters voor geheel het voertuig zoals snelheid en inclinatiehoek, evenals parameters die de vermogenstroom beschrijven tussen de verschillende onderdelen van de aandrijflijn. Het meetsysteem is gebaseerd op hardware en software van de firma National Instruments. Voor het simulatieplatform, dat gegenereerd wordt in Matlab, wordt voor elk onderdeel van de aandrijflijn een softwaremodel geïmplementeerd, gebaseerd op gegevens afkomstig van Van Hool NV of haar onderaannemers. De simulatiesoftware bootst de wisselwerking tussen de verschillende onderdelen van de aandrijflijn na en kan aldus een beheerstrategie bepalen waarbij bvb. het brandstofverbruik of het geluidsniveau minimaal is. Ook kunnen mogelijke verbeteringen aan de elektrische dimensionering van de aandrijflijn berekend en gesuggeerd worden. Door vergelijking van de gesimuleerde resultaten met de metingen kan men zowel het simulatiemodel verfijnen als nagaan of een verbetering van het geïmplementeerde vermogenbeheer op de bus mogelijk is. De
gemaakte conclusies worden vervolgens gestaafd door een tweede reeks metingen op een bus waarin het verbeterde beheer geimplementeerd is. Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Thierry Clement COOSEMANS • JOERI VAN MIERLO
Moleculair onderzoek naar een ecologische adaptatie: zuignappen bij Anura. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het meermaals onafhankelijk ontstaan en verdwijnen van een complex orgaan zoals de zuignap is misschien wel één van de boeiendste aspecten van adaptieve radiaties bij kikkers. De doelstellingen van dit project zijn: 1. Isolatie en identificatie van onwikkelingsgenen die distaal in vingers en tenen uitgedrukt worden. 2. Identificatie en annotatie van genen die rechtstreeks betrokken zijn bij de ontwikkeling van zuignappen. 3. Onderzoek naar kwantitatieve en spatiale verschillen in genexpressie. 4. Onderzoek naar de evolutie van zuignapspecifieke genen binnen kikkers. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • Franky BOSSUYT
Biomerkers voor een effectief en kosteneffectief gebruik van anti-EGFR biotherapeutica voor de behandeling van hoofdhalskanker. Universiteit Antwerpen Abstract: Head and neck squamous cell carcinoma (HNSCC) is de zesde meest voorkomende vorm van kanker wereldwijd. In 80-90% van HNSCC wordt de epidermale groei factor receptor (EGFR) tot overexpressie gebracht. Toch hebben anti-EGFR biotherapeutica heden slechts een beperkte klinische relevantie. In dit project wordt onderzoek verricht naar biomerkers welke respons op anti-EGFR therapie in HNSCC voorspellen. Gevoelige en resistente cellijnen worden vergeleken en potentiële biomerkers worden gevalideerd in retrospectief en prospectief verkregen patiëntenmateriaal. Organisaties: • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • Filip Lardon • Carolien Boeckx
Anglo-Amerikaanse modernistishce poëzie en muziek: Ezra Pund, Amy Lowell, Mina Loy en Edith Sitwell Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoekt het belang van muziek in de poëzie van vier Anglo-Amerikaanse modernistische dichters. Het focust vooral op hoe muziek fungeerde als kritische metafoor en vergelijkingspunt in uiteenzettingen van de schrijvers over hun poëzie en op de manier waarop muzikale vormen en genres zowel formeel als inhoudelijk geïncorporeerd werden in gedichten. Daarbij gaat aandacht naar zowel klassieke als populaire muziek. Organisaties: • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Maryse Demoor
Een historisch gedocumenteerde scenische uitvoering van Johann Christian Bachs opera Artaserse. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project wil Johann Christian Bachs vooruitstrevende opera Artaserse op een historische geïnformeerde manier uitvoeren. Dit betekent dat er in de eerste plaats een kritische partituur dient vervaardigd te worden ¿ er bestaan enkel een aantal originele handschriften van het werk. Vervolgens zal onderzoek gedaan worden naar historische decors, kostuums en regie. Ten slotte worden de studenten van het conservatorium onderwezen in de specifieke uitvoeringspraktijk van deze periode. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé
Ontwikkeling van de Aanbeveling Alcohol. Universiteit Antwerpen Abstract: Ontwikkeling van de Aanbeveling Alcohol. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal
Studie van de functie van caspase-14 en RIP4 in epidermale differentiatie Universiteit Gent Abstract: Caspase-14 en speelt een belangrijke rol bij de terminale differentiatie (:cornificatie) van de epidermis, terwijl 'Receptor Interacting Protein-4' (RIP4) deficiente muizen een algemene verstoring van keratinocyt differentiatie vertonen. Wij willen nu verder de moleculaire signalisatiewegen bestuderen die aanleiding geven tot deze fenotypes. Hierbij maken we zowel gebruik van in vitro als in vivo benaderingen. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Peter Vandenabeele • Wim Declercq
Een fMRI onderzoek naar de determinanten van coöperatie in sociale dilemma's. Universiteit Antwerpen
Abstract: Deze fMRI studie wil inzicht verwerven in hoe het neuraal substraat van coöperatie bepaald wordt door omgevingsfactoren en persoonlijkheid. We vermoeden dat prosocialen, omwille van een gevoeliger sociaal brein, gemakkelijker beïnvloed zijn door subtiele omgevingscues. Verder onderzoeken we of de beoordeling van een (niet)coöperatieve partner bij prosocialen op emotionele processen steunt, terwijl dit bij proselfs cognitief verwerkt wordt. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Carolyn Declerck
Wetenschappelijk dienstbetoon cursussen (en hoorcolleges) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Diagnostiek bij laatadolescenten Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • INGRID KRISTOFFERSEN
Ondernemingsgroepen, politieke connecties en instituties: een langetermijnanalyse. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project onderzoekt de rol van ondernemingsgroepen vanuit een langetermijnperspectief. Op basis van een unieke databank van Belgische beursgenoteerde ondernemingen doorheen de 19de en 20ste eeuw, wordt de impact van ondernemingsgroepen op de performantie van ondernemingen onderzocht en wordt nagegaan in welke mate groepen gebruik maken van politiek connecties om hun belangen door te drukken. Organisaties: • Accountancy en financiering
Onderzoekers: • Ludo Cuyvers • Marc Deloof
Singulariteit en herhaling: Maurice Blanchot over het neutrum en de conditie van de subjectiviteit Universiteit Antwerpen Abstract: Doelstelling van het project is een Nederlandse vertaling te realiseren van de belangrijkste teksten van Blanchot over het thema van het neutrum. De filosofische relevantie van deze notie wordt door de auteur aangegeven in discussie met het hedendaagse filosofische vertoog dat onder invloed staat van de filosofie van Heidegger en in relatie tot de modernistische transformatie van de narratieve structuur van de roman. Organisaties: • Centrum voor Europese Filosofie
Onderzoekers: • Arthur Cools
Zang bij zangvogels als modelsysteem voor de studie van complexe gedragingen: integratie van ecologische, fysiologische en neurobiologische data in een evolutionair kader. Universiteit Antwerpen Abstract: Zang bij zangvogels als modelsysteem voor de studie van complexe gedragingen: integratie van ecologische, fysiologische en neurobiologische data in een evolutionair kader. Organisaties: • Ethologie
Onderzoekers: • Anne Marie Van Der Linden • Marcel Eens
Functionele consequentie en ecologie implicaties van extreme morfologische specialisatie: bouw en werking van het voedselopname-apparaat bij zeepaardachtigen (Syngnathidae) Universiteit Gent Abstract: Zeepaardjes zijn alom geliefde vissen door hun speciaal uiterlijk. Toch is nagenoeg niets gekend van hun lichaamsbouw of hun aanverwanten, de zeenaalden. Dit laat ook niet toe te begrijpen in welke mate deze dieren aangepast zijn aan hun extreem snelle manier van zuigvoeden. Dit project beoogt dit te bestuderen, en hierbij na te gaan in welke mate extreme specialisaties nadelig kunnen zijn om zich aan te passen aan wisselende omgevingsomstandigheden. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Dominique Adriaens
Ontwikkeling van een visueel en multimediaal georiënteerde methodologie voor onderzoek van websites als sociaalculturele databron. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject wil een wezenlijke bijdrage leveren tot de onwikkeling van een meer geëigend onderzoeksinstrumentarium voor de wetenschappelijke ontsluiting van het internet als sociale en culturele databron. In het bijzonder wordt de ontwikkeling beoogd van een analyseinstrument dat het verbale en puur inventariserende niveau weet te overstijgen en de rijke visuele en multimediale structuur en inhoud van het internet op gepaste wijze kan vatten en wetenschapplijk hanteerbaar maken. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele en Digitale Culturen (ViDi)
Onderzoekers: • Luc Pauwels
Ladingsoverdracht in halfgeleidende polymeer / CVD diamant heterostructuren Universiteit Hasselt Abstract: Het doel van dit projectvoorstel is de vorming van heterostructuren gebaseerd op dunne CVD diamantfilms in combinatie met electroactieve kleine organische moleculen, en halfgeleidende oligomeren en polymeren. In een breder kader past dit onderzoek in de fundamentele studie naar de omzetting van zonlicht gebruik makend van nieuwe zichzelf organiserende mono- of multilagen van organische moleculen en het grensvlak met anorganische oppervlakken. Via de preparatie van nieuwe organische/anorganische systemen zal het ladingsoverdrachtmechanisme
tussen deze materialen onderzocht worden, terwijl kennis gegenereerd wordt die onmisbaar is voor toekomstige nieuwe foto-voltaïsche zonnecellen, moleculaire schakelaars en andere electroactieve componenten. Het projectvoorstel is opgebouwd rond twee grote delen: I) de vorming van organische materiaal/diamant heterostructuren en de structurele en morfologische karakterisering, uitgevoerd door UHasselt-IMO, II) de (opto-)elektronische karakterisering van de heterostructuren met zeer gevoelige spectroscopische technieken met focus op het ladinsgstransfermechanisme tussen beide materiaalsystemen, een taak waarvoor UA-ECM de nodige apparatuur en expertise in huis heeft. Het project, gebaseerd op de huidige expertise van deze twee deelnemende onderzoeksgroepen, zal leiden tot een verdere positionering van beide partners binnen het zeer competitieve internationale onderzoeksveld van koolstofgebaseerde materialen. Organisaties: • Materiaalfysica • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Ken HAENEN
Decompositie: een tekstgenetisch onderzoek naar literaire meertaligheid. Universiteit Antwerpen Abstract: De opzet van dit project is drievoudig: 1. het compositieproces van meertalige literaire werken reconstrueren; 2. een adequate editiemethode voor de genese van meertalige teksten uitwerken; 3. de studie van het ontstaansproces van meertalige literaire werken aanwenden voor de interpretatie ervan. Hiertoe wordt een initieel onderscheid gemaakt tussen twee soorten meertalige werken, waarbij telkens het latere werk van één auteur als casestudy dient. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Geert Lernout • Dirk Van Hulle
Elektrische fietsen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' EDUCAM vzw' hebben voor het project ' Elektrische fietsen.' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek
Onderzoekers: • PHILIPPE LATAIRE • Jean-Marc TIMMERMANS
Mechanische eigenschappen van het trommelvlies - meting en modellering. Universiteit Antwerpen Abstract: Om het complexe gedrag van middenoormechanica en de werking van middenoorprotheses en -implantaten te bestuderen, wordt sinds het begin van de jaren '90 eindige elementen modellering toegepast. Echter, tot op heden zijn de modellen gelimiteerd tot het akoestische regime en zijn de elasticiteitsparameters van het trommelvlies nog onnauwkeurig en onvolledig bepaald. Daarom zullen we in dit project de drukvariaties in een normaal werkend middenoor in kaart brengen en de elasticiteitsparameters van het trommelvlies bepalen via inverse eindige elementen modellering van in situ punt-indentatie metingen. In de laatste fase worden de nieuwe gegevens geïncorporeerd in een model dat ook valide is voor quasi-statische drukveranderingen. Organisaties: • Biofysica en Biomedische Fysica
Onderzoekers: • Joris Dirckx • Jef Aernouts
Effectiviteit van reclame, tijdreeksanalyse met hoogfrequente data. Universiteit Antwerpen Abstract: Effectiviteit van reclame, tijdreeksanalyse met hoogfrequente data. Organisaties: • Marketing
Onderzoekers: • Patrick De Pelsmacker • Marcel Weverbergh
Erfelijke Perifere Zenuwziekten. Universiteit Antwerpen Abstract: De erfelijke perifere zenuwziekten zijn een complexe groep van aandoeningen die zich klinisch op een vrij stereotype wijze presenteren. Het meest voorkomende ziektebeeld werd in 1886 voor het eerst beschreven door Charcot, Marie en Tooth en draagt sindsdien het epopym ziekte van Charcot-Marie-Tooth of kortweg CMT. Met de introductie van nieuwe onderzoeksmethoden in de klinische praktijk bleek dat deze ziekte heterogeen was met diverse klinische, electrofysiologische en genetische varianten. Pas in 1992, enkele jaren na de introductie van nieuwe moleculair genetische technieken, werd het eerste moleculair genetisch defect gevonden. Momenteel zijn er meer dan 50 genetische CMT varianten gekend en voor 30 van deze varianten is het onderliggende genetische defect gekend. De doorbraken op moleculair genetisch vlak werden gerealiseerd door intensieve samenwerking tussen diverse Europese, Amerikaanse en Australische onderzoeksgroepen. De zeer krachtige techniek van positionele clonering vereist namelijk de medewerking van grote CMT families of homogene populaties van CMT patiënten met een specifiek type. In 2005 verschenen de eerste studies die succesvolle behandelingen rapporteren van twee diermodellen van de meest frequent voorkomende vorm van CMT. Momenteel wordt onderzocht of dergelijke behandelingen rijp zijn om vertaald te worden naar experimenten bij de mens. Al deze aspecten vereisen een nauwe samenwerking tussen onderzoekers met diverse expertise zoals clinici, electrofysiologen, neuropathologen, moleculaire genetici en celbiologen.. Er bestaat reeds een jarenlange traditie van samenwerking binnen het Europese CMT consortium dat vanuit ons laboratorium gecoördineerd wordt. Recent werd, naar analogie met het Europese netwerk, ook een Noord-Amerikaans CMT consortium gesticht. Een eerste gemeenschappelijk congres van het Europese en Noord-Amerikaanse CMT consortium greep plaats in 2004 t Antwerpen. In deze Wetenschappelijke Onderzoeksgemeenschap bundelen we de expertise van de voornaamste Europese, Amerikaanse en
Australische onderzoeksgroepen die onderzoek verrichten rond CMT en aanverwante erfelijke perifere neuropathieën om bestaande samenwerkingen te intensifiëren en verder uit te bouwen. Organisaties: • VIB DMG - Neurogenetica
Onderzoekers: • Peter De Jonghe
Structurele en elektronische eigenschappen van biologisch gemodificeerde op grafeen gebaseerde lagen. Universiteit Antwerpen Abstract: Doelstellingen van het project: (i) De optimalisatie van de preparatie en patroonvorming van op grafeen gebaseerde lagen waarop biomoleculen vastgehecht worden en (ii) het begrijpen van de magnetotransporteigenschappen van zulke lagen in een breeed temperatuursgebied voor en na het vasthechten van de biomoleculen. De inzichten die resulteren uit deze studies zullen gebruikt worden om een gevoelige, elektronische monitoring te ontwikkelen voor specifieke biologische processen in een waterig midden, inclusief de denaturatie en rehybridisatie van DNA en de herkenning van antigenen door antilichamen. Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Francois Peeters • Bart Partoens
BIORES - Meeting a biodiversity researcher. Universiteit Antwerpen Abstract: BIORES - Meeting a biodiversity researcher. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Johan Meeusen
Plasma Abeta als endofenotype voor genetische studies van Alzheimer dementie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt genetische risicofactoren te identificeren voor Alzheimer dementie (AD) aan de hand van Aß1-42 in plasma als endofenotype. Door Aß1-42 als uitkomstmaat te gebruiken kan direct het werkingsmechanisme van geassocieerde kandidaat genen in functie van de amyloid cascade geëvalueerd worden. Kennis van de genetische variatie in Aß1-42 spiegels zal op de langere termijn bijdragen tot gerichte ontwikkeling van therapie en preventie. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Kristel Sleegers
Studie van sers eigenschappen van vaste subtraten voor de analyse van de individuele koolstof deeltjes in het milieu. Universiteit Antwerpen Abstract: De taak van dit project is de Surface Enhanced Raman Spectroscopy (SERS) van de vaste substraten (Ag en Al folie, Au-laag op glas en gepolijste Si) voor detectie van de koolstofinhoud in atmosferische individuele deeltjes te bestuderen. Twee soorten studies werden uitgevoerd: dunne lagen van koolstof op onderzochte vaste substraten en koolstofinhoud wordt gedeponeerd op kunstmatige anorganische deeltjes op de zelfde vaste substraten. Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Larysa Darchuk Korovina
Preoperative radiotherapy of rectal cancer by helical tomotherapy : prognostic significance of iNOS, CD3, CD16 en CD68 molecular markers. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen NL abstract Organisaties: • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • GUY STORME • Mark DE RIDDER
Onderzoek naar monogene vormen van doofheid met dense genoomwijde SNP data. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project wordt gezocht naar nieuwe loci voor niet-syndromale erfelijke vormen van gehoorverlies. Een unieke set van 30 zeer informatieve Iraanse families met een hoge graad van bloedverwantschap staat ter beschikking. Na een initiële screening van recurrente mutaties, wordt een genoomwijde zoektocht uitgevoerd met de meest geavanceerde technieken voor genotypering (DNA chips), waarna de ziektelocus wordt toegewezen via koppelingsanalyse. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Erik F P Fransen
Ontwikkeling en gebruik van een 4D-GIS systeem ter ondersteuning van de conservatie van de Calacmul-site (Mexico) Universiteit Gent Abstract: Binnen het kaderwerk van het R&D samenwerkingsakkoord tussen BELSPO en UNESCO/WHP (2007-2011) helpt een Belgisch team van experten de UNESCO en lokale partners met het conservatiemanagement van UNESCO-sites. Het Belgisch consortium ontwerpt en implementeert een 4-dimensionaal GIS voor de deskundigen van het ?Biosphere Reserve and Archaeological Urban Centre van Calakmul/Yucatan Paninsula (Mexico)? Organisaties:
• Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Philippe De Maeyer
Media, gender en etniciteit: beeldvorming van allochtone vrouwen in en door de Vlaamse audiovisuele nieuwsmedia. Een inhouds- en receptieanalyse. Universiteit Antwerpen Abstract: Doel en objectieven Berichtgeving over (en de perceptie hiervan door) allochtone vrouwen is een fel bediscussieerd, maar veel minder onderzocht thema. Zeker in relatie tot de specifieke positie van vrouwen binnen de allochtone gemeenschap en hun deelname aan het maatschappelijk leven, wordt de rol van media als belangrijk beschouwd. In eigen land is dit debat echter vaak meer op indrukken dan onderzoek gebaseerd, enkele interessante studies niet te na gesproken (cf. d'Haenens & Koeman, 2005). In het buitenland zijn er wel voorbeelden van onderzoek naar de perceptie van deze berichtgeving door een bepaalde etnische groep vrouwen (cf. o.a. Gillespie, 1995) maar die gaan meestal niet gepaard met een gedetailleerde studie van de specifieke inhoud van de berichtgeving over deze groep. Dit onderzoek wil een nieuw licht werpen op dit thema door een studie van de inhoud van televisienieuws- en duidingsprogramma's te combineren met kwalitatief onderzoek naar de perceptie van deze mediaberichten door de allochtone vrouwen zelf. De relatie tussen media en gender-specifieke etniciteit wordt onderzocht, in een eerste fase, door een inhoudelijke analyse van de representatie en framing van allochtone vrouwen in een uitgebreide steekproef van non-fictie televisieprogramma's. In een tweede fase wordt via kwalitatief receptieonderzoek inzicht verworven in de manier waarop allochtone vrouwen omgaan met deze berichtgeving: hun kijkgedrag, perceptie en interpretaties van mediaberichtgeving over dit thema. Centraal wordt er hierbij van uitgegaan dat deze receptie moet worden gekaderd in het ruimere mediagebruik alsook de ruimere belevingscontext van deze vrouwen. In een derde fase worden de resultaten van het eerste en tweede luik teruggekoppeld naar experten (televisiemakers, allochtonenverenigingen, ..); mensen die zich bezighouden met de themathiek maar tot op heden weinig beroep kunnen doen op systematisch onderzoek naar de relatie tussen de inhoud van de berichtgeving en de manier waarop die beleefd en geïnterpreteerd wordt door allochtone vrouwen. Organisaties: • Media, beleid en cultuur (MPC)
Onderzoekers: • Magda Michielsens • Hildegarde Van den Bulck
Fluorescerende biosensoren gebaseerd op volledige cellen Universiteit Hasselt Abstract: Het voorliggende contract is een intern contract van de UHasselt op basis van BOF-gelden, toegekend aan BIOMI (UHasselt) voor de periode van 01.01.2007 tot 31.12.2010. Het onderzoek betreft fluorescerende biosensoren gebaseerd op volledige cellen. Organisaties: • Biofysica • Fysiologie • Immunologie - Biochemie • Materiaalfysica • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Marcel AMELOOT • Martinus VAN DE VEN • Luc MICHIELS • Patrick WAGNER
Interactie van neuroleptica met D2-receptoren in intacte cellen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Schizofrenie is een chronische mentale aandoening dat ± 1% van de bevolking treft. De hierbij optredende psychotische periodes kunnen door neurpleptica/antipsychotica onderdrukt worden, evenwel zonder de aandoening zelf te genezen. De klinische potentie van deze geneesmiddelen komt overeen met hun affiniteit voor D2-dopamine receptoren [1,2]. Hieromtrent wordt vermoed dat psychosen verband houden met een te sterke dopamine transmissie in het mesolimbisch systeem [3-5]. Neuroleptica blokkeren ook D2-receptoren in het striatum en dit kan aanleiding geven tot extrapyramidale symptomen analoog aan deze van de ziekte van Parkinson [6]. Dit kwam vooral voor met de eerste generatie neuroleptica zoals haloperidol maar nu veel minder met de nieuwe "atypische" neuroleptica. Dit houdt mogelijk verband met de snelle dissociatie van de atypische neuroleptica/D2receptor complexen. In het striatum, waar endogene dopamine concentraties sterk en snel variëren, zou dit tijdelijke postsynaptische D2-receptor stimulatie toelaten; voldoende om extrapyramidale symptomen te voorkomen. Om het therapeutisch venster van neuroleptica te maximaliseren dienen de hierop beïnvloedende factoren achterhaald te worden. Een grondige vergelijkende studie van de interactie van de verschillende klassen van neuroleptica met D2-receptoren vormt hierbij een essentieel onderdeel. Op moleculair farmacologisch vlak wordt hierbij veel beroep gedaan op radioligand bindingstudies op celmembranen. Ook worden functionele assays op intacte cellen aangewend om partieel agonisme en invers agonisme op te sporen. Om de resultaten van beide assays objectief met elkaar te vergeleken stellen we voorop om alle experimenten op intacte cellen uit te voeren. Receptoren in geïsoleerde celmembranen vertonen namelijk gewijzigde eigenschappen. Door ons recent onderzoek op angiotensine AT1-receptor antagonisten hebben we ruime ervaring met de 'intacte cel' benadering opgedaan en werden ook originele technieken ontwikkeld. Ook leidde deze benadering tot een moleculaire verklaring voor 'onoverbrugbaar' antagonisme en het vaak partieel karakter hiervan [7-9]. We wensen deze opgedane kennis te benutten om comparatief in vitro onderzoek uit te voeren naar de werking van klassieke en atypische neuroleptica op D2-receptoren en de mogelijke invloed van de cellulaire organisatie hierop. Preliminair onderzoek werd tijdens het laatste academiejaar gestart en de reeds bekomen resultaten zijn bijzonder hoopgevend. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • PATRICK VANDERHEYDEN • GEORGES VAUQUELIN
De 16de eeuwse glasmedaillons in het UA patrimonium en daarbuiten: een systematisch onderzoek naar materiaal- en technologiegebruik. Universiteit Antwerpen Abstract: De uitzonderlijke collectie aan glasmedaillons van het Klooster der Grauwzusters (nu Universiteit Antwerpen), daterende uit de 16de eeuw, wordt in de loop van het jaar gerestaureerd. Deze, hoogst waarschijnlijk, samenhangende collectie kunnen we, door afname van glasstalen, vergelijken met glasfragmenten uit de 16de eeuw uit de collecties J. Caen en C. Berserik. Door uitvoering van analyses willen we weten of het medaillonglas een subgroep is binnen de gekende high lime ¿ low alkaligroep door gebruik van o.a. Mn. Eveneens willen we weten of de stukken gemaakt zijn door eenzelfde atelier. Aansluitend vermoeden we dat bij het samenstellen van de analyseresultaten karakteristieken naar voren komen waarvan we nu (nog) niet volledig op de hoogte zijn.
Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Koen Janssens
Herkenning en expressie van emoties door kinderen van lagere scholleeftijd in het kader van het FACE programma. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Achtergrond bij deze aanvraag: Huidige aanvraag dient ter ondersteuning van het doctoraatsonderzoek van Stefaan Baert, duur 20072010, School-aged children's recognition and expression of emotions through the human Figure Drawing.Dit doctoraat kadert binnen het fundamentele onderzoeksluik van het FACE programma (Faciliteren van de afstemming van cognities en emoties) ter preventie en interventie van gedrags- en emotionele problemen bij kinderen. Conceptueel kader:Adequate herkenning en expressie van gevoelens is een fundamenteel proces in de kindontwikkeling. Dit proces ligt nota bene aan de grondslag van empathische vaardigheden, essentieel voor de sociale, emotionele en persoonsontwikkeling van het kind. Actueel neuropsychologisch en ontwikkelingsonderzoek toont aan dat het een complex proces betreft, dat een adequate afstemming vergt tussen de emotionele, limbisch gestuurde en hogere hersenfuncties met inbegrip van prefrontale cognitieve processen. Deze recente wetenschappelijke inzichten openden een fundamentele onderzoekslijn in volle ontwikkeling op internationaal vlak. Onderzoeksdoel en methode: Het FACE onderzoeksluik is geconcipieerd vanuit dit inzicht dat verstoringen in de cognitief-emotionele afstemming bij kinderen een essentiële rol vervullen in het ontstaan en/of instandhouden van gedrags-en emotionele problemen. Het huidige onderzoek beoogt condities te identificeren waarin al dan niet verstoring optreedt van het emotionele herkennings- en expressie proces en de praktijkimplicaties hiervan. Qua methode, wordt dit proces bij zes- tot negenjarige kinderen specifiek getoetst via ontwikkelingsadequate expressiettechnieken in een reeks gestandaardiseerde proefsituaties, tijdens een eerste valideringsfase in schoolcontext, gevolgd door een tweede onderzoeksfase in klinisch milieu. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • SMADAR WESTREICH
De mechanismen van barrièrepermeabiliteithuishouding ontrafeld: de interactie tussen stressfactoren in het stratum corneum en de signaaloverdrachten in de onderliggende levende epidermis. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Bij normale zoogdieren lokt acute beschadiging van de barrièrepermeabiliteit metabole responsen in de onderliggende epidermis uit die gaan zorgen voor een snel herstel van de barrièrehuishouding. De cascade die verantwoordelijk is voor het barrièreherstel wordt in gang gezet door: snelle secretie van vooraf gevormde lammellar bodies (LB), voornamelijk afkomstig uit de bovenste stratum granulosum (SG) cellaag, gevolgd door een toename in epidermale DNA synthese. Organisaties: • Toxicologie, Dermato-cosmetologie en Farmacognosie • Specialiteiten (KNO, Dermatologie, Oftalmologie, Psychiatrie)
Onderzoekers: • KRISTIEN DE PAEPE • DIANE ROSEEUW • Jean-Pierre HACHEM
Ontwikkeling van een zelfemulgerende vaste doseringsvorm via co-processing van polyglycoliseerde glyceride/polymeermengsels met farmaceutische dragers: verhogen van de biologische beschikbaarheid van slecht water oplosbare geneesmiddelen Universiteit Gent Abstract: De eerste doelstelling van dit project is het evalueren van het potentieel van polyglycoliseerde glyceride/polymeer-mengsels om de oplosbaarheid en biologische beschikbaarheid van itraconazole te verhogen. De tweede doelstelling is het co-processen van de geneesmiddel/SEDDS-combinaties met een drager zodat een preparaat (poeder, granulaat) wordt verkregen dat compressie toelaat. Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Jean Remon • Chris Vervaet
Realisatie van micro-spuitgietproducten door optimalisatie van ontwerp, matrijs en proces Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Mechanica
Onderzoekers: • Ludwig Cardon
Verschaffen van (bij)scholing inzake mentale begeleiding en begeleiding aan trainers en zwemmers tijdens (binnen- en buitenlandse) bijscholingsactiviteiten, trainingen, stages en competities. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Verschaffen van (bij)scholing inzake mentale begeleiding en begeleiding aan trainers en zwemmers tijdens (binnen- en buitenlandse) bijscholingsactiviteiten, trainingen, stages en competities. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • PAUL WYLLEMAN • PAUL DE KNOP
Wetenschappelijke onderzoeksgemeenschap (WOG) : Arbeid, arbeidsverhoudingen en arbeidsmarkten in West-Europa, 1500- 2000 (=VERLENGING van FWOWO10) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Arbeid, arbeidsverhoudingen en arbeidsmarkten in West-Europa, 1500-2000' van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen(FWO)is een Wetenschappelijke Onderzoeksgemeenschap (WOG), waar PIPA de kerngroep van vormt. Dit onderzoeksnetwerk verenigt onderzoekseenheden uit 17 verschillende wetenschappelijke instellingen. Naast andere onderzoekseenheden uit de VUB en andere Vlaamse (UG, KUL, UFSIA) en Franstalige (ULB) universiteiten, nemen ook onder meer onderzoeksgroepen uit Nederland (IISG, KU Nijmegen, RU
Utrecht), Groot-Brittannië (U Cambridge, London School of Economics and Political Science), Frankrijk (Lille III), Italië (UdS Bologna) en de Verenigde Staten (Cornell) deel. Het doel van dit internationale netwerk is een nieuw licht te werpen op de veranderingen die sedert de 16de eeuw hebben plaats gevonden in arbeidsverhoudingen, arbeidsprocessen en arbeidsmarkten, met bijzondere aandacht voor perioden van globale maatschappelijke transformatie, en voor stedelijke vormen van loonarbeid en zelfstandige arbeid. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • CATHARINA LIS • HUGO SOLY
Jeugdonderzoekplatform: jeugdmonitor in Brussel Universiteit Gent Abstract: De Brusselse JOP-monitor is een grootschalig surveyonderzoek, dat de levensomstandigheden, de leefwereld en het gedrag van scholieren tussen 12 en 18 jaar in het Nederlandstalige secundaire onderwijs in Brussel onderzoekt (N=2.513). Thema?s die daarbij aan bod komen zijn: het schoolwelbevinden, antisemitisme, delinquentie, de ideale levensloop, drank- en drugsgebruik, consumptieafhankelijkheid, onveiligheidsgevoelens en participatie aan het verenigingsleven. Organisaties: • Vakgroep Sociale agogiek
Onderzoekers: • Nicole Vettenburg
Restwarmterecuperatie via een Organische Rankine Cyclus Universiteit Gent Abstract: Een organische Rankine cyclus (ORC) is een Rankine cyclus waarin een organisch koelmiddel wordt gebruikt in plaats van water. De werkingstemperaturen zijn hierdoor lager. In dit onderzoeksproject worden verschillende mogelijkheden onderzocht om restwarmte om te zetten in elektriciteit via een ORC. De warmtewisselaars worden geoptimaliseerd en een aantal industriële cases worden bestudeerd. Organisaties: • Vakgroep Mechanica van stroming, warmte en verbranding
Onderzoekers: • Michel De Paepe
Oostende-Numerieke moddelering van de golfindringing ten behoeve van het OW-plan Universiteit Gent Abstract: De opdracht omvat het uitvoeren van diffractieberekeningen in de haventoegang van Oostende. De berekeningen moeten toelaten de golfindringing in de haven te bepalen bij een 1000-jarige storm, ten einde het ontwerp en de stabiliteitsberekeningen te kunnen begroten bij het uitwerken van overstromingsmaatregelen rond de haven en ter hoogte van het Zeeheldenplein. De diffractieberekeningen gebeuren aan de hand van numerieke modellering. Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Peter Troch
De impact van culturele adaptatie op de effectiviteit van e-commerce websites. Een contingentie benadering. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De centrale probleemstelling van dit onderzoek behelst de vraag of e-commerce websites gestandaardiseerd dan wel aangepast moeten worden om internationale klanten aan te trekken en op welke vlakken eventuele adaptatie wenselijk is. Om op deze vraag een antwoord te kunnen bieden, wensen wij aan de hand van een omvattende experimentele opzet de impact van culturele adaptatie op de effectiviteit van transactie-geörienteerde websites te bestuderen. Wij zullen hiervoor gebruik maken van een verfijnde en systematische experimentele benadering, waarbij internetgebruikers binnen de EU blootgesteld zullen worden aan fictieve websites die op verscheidene vlakken en niveaus aan verschillende culturele dimensies zullen worden aangepast. De effectiviteit van deze websites zal worden gemeten aan de hand van een uitgebreide online bevraging bij de proefpersonen. Zo kunnen we nagaan op welke niveaus culturele adaptatie wenselijk is en op welke effectiviteitsmaatstaven de verschillende graden van lokalisatie een impact hebben. We zullen daarbij ook rekening houden met institutionele verschillen tussen landen binnen de EU. Via deze studie hopen wij, (1) een belangrijke bijdrage te zullen kunnen leveren aan het standaardisatie/adaptatie debat in navolging van de aanbevelingen door Taylor (2005) alsook (2) tegemoet te komen aan de nood aan systematische cultuuroverschrijdende studies naar de effectiviteit van website design aspecten, waar Cyr aan appelleert (2008). Organisaties: • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • MALAIKA BRENGMAN
A small pipeorgan with extensive expressive possibilities Hogeschool Gent Abstract: a computer programmable robotic organ with individual pressure control Organisaties: • Departement Conservatorium • Vakgroep Scheppende Muziek
Onderzoekers: • Godfried-Willem Raes
Evaluatie van de steun van het Europees Sociaal Fonds voor gendergelijkheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds FGB. UA levert aan FGB de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Danielle Dierckx
Productiviteit van agro-ecosystemen in de Pampa regio met een bijzondere nadruk op de opbrengst van tarwe. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Erasmus Mundus. UA levert aan Erasmus Mundus de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Reinhart Ceulemans
De ontwikkeling van professionele kennis van leraren in functie van geïntegreerd ICt gebruik in Chineese lagere scholen Universiteit Gent Abstract: De volgende begrippen staan central in deze studie: Teachers' Professional Knowledge (TPK), lerarenopleiding en het geïntegreerd gebruik van Informatie- en Communicatietechnologieën (ICT). Het geïntegreerd gebruik van ICT veronderstelt het oppikken van specifiek concepties en beliefs die onderdeel zijn van de TPK. In China wordt ICT gebruik gepromoot, maar de gevolgen voor de lerarenopleiding worden nauwelijks onderzocht zeker niet op het niveau van de opvattingen en beliefs. Dit onderzoek onderzoekt deze elementen van TPK, de relatie tussen concepties en beliefs en de onderwijsstrategieën bij ICT-gebruik en hoe dit kan beïnvloed worden door het invoeren van een REalistic Teacher Education Pedagogy (RTEP). Implicaties voor de inservice en preservice lerarenopleiding worden onderzocht. Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Martin Valcke • Johan van Braak
Niet lineaire en stochastische effecten in halfgeleider microlasers. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Inleiding Ook in de fotonica, de wetenschap van de interactie licht-materie en de nuttige toepassingen hiervan, is de tendens tot miniaturisatie van de componenten die mogelijk is dank zij het aanwenden van nanotechnologie onafwendbaar. De laatste jaren zijn er dan ook vele inspanningen gedaan voor de fabricatie van actieve optische componenten uit halfgeleiders op micro en nanoschaal, zoals bv. gekoppelde microring lasers [1], microdisk lasers [2] , nanolasers [3], nanodraden [4], fotonische moleculen [5] en microcaviteiten [6]. Er wordt verwacht dat deze microlasers de meer "standaard" halfgeleiderlasers zullen vervangen in een aantal toepassingen als datatransmissie. Omdat er een groot aantal van hen op eenzelfde chip geïntegreerd kunnen worden, zijn ultrakleine optische caviteiten tegelijker-tijd veelbelovend voor snelle optische informatieverwerking en optische dataopslag [1]. Een ringlaser bijvoor-beeld, kan stabiel opereren in zowel wijzerszin als tegenwijzerszin; een dergelijke bistabiele component kan dus gebruikt worden als bouwsteen voor de constructie van een optisch geheugen. Met moderne technologie worden integratiedichtheden tot 100 componenten per cm2 bereikt. Kleinere componenten zouden de productiekosten nog verder drukken, omdat er dan meer van kunnen gefabriceerd worden op dezelfde wafer. Bovendien verbetert dan ook de functionaliteit, omdat zowel de responstijd als het vermogen dat nodig is om te schakelen schalen met de grootte van de component. Sinds september 2006 is TONA-VUB betrokken bij het Europese IOLOS project, met als doel de studie van micro-ring lasers en hun toepassingen in optische dataverwerking en --opslag. Vanuit theoretisch oogpunt kunnen halfgeleiderlasers zoals de net vermelde ring lasers beschreven worden door een stel gekoppelde complexe GinzburgLandau vergelijkingen (GL) [7]. GL-achtige vergelijkingen vinden hun oorsprong in de symmetrie (ring) van een systeem. Ze worden gebruikt om een grote klasse van fysische verschijnselen als fase-overgangen, spontane symmetriebreking en de vorming van patronen te beschrijven. In dit project behandelen we in de eerste plaats universele eigenschappen van micro-resonatoren beschreven door GL-vergelijkingen; maar we verwachten dat we onze resultaten zullen kunnen toepassen op andere fysische systemen of verschijnselen waarvoor GL-vergelijkingen een adequate beschrijving vormen. Uitdagingen Hoewel ring lasers al met succes gedemonstreerd zijn als geheugenelement [1], is het nog steeds een fundamentele uitdaging hun volledige potentieel te benutten voor volledig optische informatieopslag en - verwerking. Een van de meest fascinerende eigenschappen van ringlasers zijn misschien wel de onvoorspelbare fluctuaties van het elek-trisch veld, die ontstaan door spontane emissie van fotonen in het actieve medium. Als gevolg van deze fluctuaties kan de lasing spontaan en abrupt van richting omkeren (mode hopping), met verlies van de opgeslagen informatie (gelijkaardige polarisatie mode hopping bij VCSEL's vermindert ook de stabiele werking van de component). Als de component kleiner wordt, wordt het aandeel van de spontane emissie groter in verhouding tot het vermogen van de laser (zie bijvoorbeeld [8]). Stochastische fluctuaties in microlasers vormen dus een fundamenteel probleem. Ze zijn immers een direct gevolg van de kwantummechanica en kunnen niet vermeden worden door betere fabricatie. Dus is er een diep inzicht vereist opdat we er mee om zouden kunnen gaan. Daarnaast bestaat een optisch circuit in de praktijk uit een groot aantal componententen die zich op dezelfde chip bevinden. Een koppeling tussen componenten is noodzakelijk om informatie door te geven, bijvoorbeeld van een optisch geheugen naar een ander. Het is echter bekend dat de dynamica van gekoppelde systemen veel complexer kan zijn van het enkelvoudige systeem. In het bijzonder is het mogelijk dat in het gekoppelde systeem onge-wenste regimes ontstaan, typisch een gevolg van complexe niet-lineaire dynamica. Zo hebben we tijdens ons verblijf aan de TU/e (Eindhoven) recent chaotische regimes ontdekt in fotonische circuits bestaande uit gekoppel-de caviteiten [9]. Opnieuw is een diepgaand begrip van het dynamisch gedrag en van de oorsprong ervan nodig. Ten slotte is een robuuste sturingstechniek vereist (zoals deze voorgesteld door [10]) die toelaat om de laser van het ene naar het andere regime te schakelen op een optimale manier. Ideaal is een volledig optisch mechanisme, dat snel (sub-nanoseconde) schakelen mogelijk maakt voor een minimale energie. Ondanks het belang ervan, is zo'n schakeltechniek voor de overgang tussen de verschillende werkingsregimes van een ringlaser nog niet ontwik-keld. We denken hier aan schakelen geïnduceerd door optische terugkoppeling (feedback), optische injectie of stroommodulatie. Project We zijn ervan overtuigd dat de juist vermelde problemen opgelost kunnen worden op een systematische manier, met methoden uit de bifurcatietheorie en de stochastische niet-lineaire dynamica. We stellen voor om het probleem van de stabiliteit en de controle van optisch actieve systemen te bestuderen. Concreet zullen we ons onderzoek richten op de studie van halfgeleider ring lasers, microdisk lasers en halfgeleider nanodraden. Schematisch zal onze aanpak bestaan uit drie stappen: - systematische karakterisatie van de structuur van de faseruimte, waarbij we zowel van theoretische technieken (zoals continuatiemethoden [11,12]) als van experimentele metingen gebruik maken. - studie van de stochastische dynamica van het systeem, via asymptotische analyse van de Fokker-Planck vergelijking [13,14] gecombineerd met numerieke simulaties en experimenten. - ontwikkeling van een optimale sturingstechniek [10] gebaseerd op optische injectie, die experimenteel en numeriek getest zal worden.We vertrouwen erop dat onze achtergrond op het gebied van transities in nietlineaire systemen [14] en stochastische maps [15,16], onze expertise in de controle van complexe systemen zoals chaotische attractoren [17], en onze ervaring met de experimentele karakterisatie van kwantumstip ringlasers op millimeterschaal [18] ideale startpunten vormen voor deze analyse. Karakterisatie van de faseruimte van het systeem Onze studie van fluctuaties in microhalfgeleiderlasers zal gebaseerd zijn op een semi-klassieke aanpak: de elektronen en gaten in het halfgeleidermateriaal zullen gemodelleerd worden als een kwantummechanisch systeem, terwijl het elektromagnetisch veld klassiek zal beschreven worden. Het effect van de spontane emissie wordt dan in rekening gebracht door middel van een stochastische term in het model. Dit model beschrijft in zeer goede mate de dynamica van laserstructuren op micrometerschaal. Deze benadering gaat niet meer op voor de zogenaamde single-photon toepassingen, maar het is niet de bedoeling om deze limiet in dit project te bestuderen. Aan TONA-VUB werd reeds een begin gemaakt van de theoretische studie van de faseruimte van een ruisvrije ring laser en werden structuren zoals zadelpunten en limietcycli geïdentificeerd. Deze analyse is een ideaal uitgangspunt voor het huidige project, die we op theoretisch vlak zullen voortzetten aan de hand van continuatiemethodes. Dergelijke continuatietechnieken zijn de meest
robuuste manier om structuren in de faseruimte te volgen wanneer parameters worden veranderd en om alle optredende bifurcaties te identificeren. Tenslotte zullen we de theoretische analyse vervolledigen door het bepalen van de invariant manifolds die de verschillende structuren in de faseruimte verbinden. Tegelijkertijd zullen de ringlasers, die worden gefabriceerd aan de Univ. of Glasgow (een partner in het IOLOS-project), ook experimenteel worden gekarakteriseerd. Op die manier kunnen de optredende bifurcaties experimen-teel worden opgemeten en kunnen de parameters van het gebruikte model worden afgesteld. Via de Universiteit van Pavia, eveneens een IOLOS partner, zullen we ook toegang hebben tot experimentele faciliteiten voor optische injectie; de expertise van deze partner zal het huidige project ook ten goede komen. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • Stefano BERI
Studie en ontwerp van geavanceerde geschakelde hoogspanningsversterkers voor vermogen-efficiënte xDSL aanstuurcircuits Universiteit Gent Abstract: Het rendement van huidige xDSL lijn-driver chips is vrij laag door het gebruik van lineaire klasse-AB versterkers. Dit doctoraatsonderzoek beoogt een drastische verhoging van dit rendement door de lineaire versterker te vervangen door een geschakelde klasse-D of multi-niveau versterker, uitgevoerd in een hoogspannings 'smart power' technologie. Ook de introductie van nieuwe hoogperformante IGBT transistoren zal het rendement gevoelig kunnen verbeteren. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • André Van Calster • Jan Doutreloigne
Onderzoek naar de gevolgen van het Sigmaplan, baggeractiviteiten en havenuitbreiding in de Zeeschelde op het milieu. Universiteit Antwerpen Abstract: De Schelde is een estuarium met vele functies: naast zijn belangrijke ecologische functie (bv. als broed- en foerageergebied voor vis, schelpdieren, vogels,enz), is het een belangrijke vaarroute (bv. naar de Antwerpse haven) en dienen dichtbevolkte woongebieden langs de Schelde te worden beschermd tegen stormvloeden (bv. overstromingen 1953, 1976,enz). Duurzaam beheer van het Schelde-estuarium is enkel mogelijk indien deze functies goed op elkaar zijn afgestemd. Dit project onderzoekt de effecten van menselijke ingrepen, zoals de aanleg van gecontroleerde overstromingsgebieden, baggeren en havenuitbreiding, op het natuurlijke milieu van de Zeeschelde (= Vlaamse deel Scheldeestuarium). In het huidige project worden specifiek de sedimentatie/erosieprocessen bestudeerd in een recent aangelegd overstromingsgebied (Lippenbroek, Hamme). Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Stijn Temmerman
Managen in onzekere tijden Universiteit Hasselt Abstract: De Vlaamse Overheid beschikt over een vrij compleet instrumentarium om bedrijven te ondersteunen. Toch is het zo dat bedrijven die reeds geholpen werden bij het opstellen van een strategisch doorstartplan dit te weinig implementeren. In het moeilijke economische klimaat is het belangrijk dat bedrijven hun strategische focus behouden om hun toekomst veilig te stellen en continuïteit te garanderen. In een periode van 24 maanden willen we 79 KMO's bijstaan met het implementeren van hun strategische plannen. Organisaties: • Governance • Kenniscentrum voor Ondernemerschap en Innovatie
Onderzoekers: • Tinne LOMMELEN • Raf SLUISMANS
Onderzoek naar de gevolgen van het Sigmaplan, baggeraktiviteiten en havenuitbreiding in de Zeeschelde op het milieu, perceel 3 : sediment en zwevende stof (Bestek nr. 16 EI/09/21) Vrije Universiteit Brussel Abstract: coming soon Organisaties: • Hydrologie en Waterbouwkunde
Onderzoekers: • Margaret CHEN • FLORIMOND DE SMEDT
Pijnlijke botmetastasen als studiemodel voor translationeel onderzoek dat laag-toxische uitvoering van palliatieve antalgische radiotherapie beoogt. Universiteit Gent Abstract: Nieuwe inzichten in moleculaire mechanismen van botmetastasepijn openen mogelijkheden om beeldvormingsgestuurde radiotherapie te richten op het tumor-gastheer ecosysteem dat verantwoordelijk is voor pijn en om bestraling van gezond bot en omgeving maximaal te vermijden. We veronderstellen dat deze strategie optimale anti-pijn efficiëntie kan geven met behoud van de structurele botsterkte en toxiciteit op de naburige organen kan vermijden. Organisaties: • Vakgroep Radiotherapie en Experimenteel Kankeronderzoek
Onderzoekers: • Wilfried De Neve
Regulatieve vaardigheden bij vroeggeboren kinderen in het eerste levensjaar Universiteit Gent Abstract: Onderzoek wijst op problemen met regulatieve vaardigheden bij vroeggeboren kinderen en de mogelijke link met minor problemen. In een longitudinaal opzet wordt de link tussen regulatieve vaardigheden op fysiologisch en gedragsmatig vlak onderzocht bij vroeggeboren kinderen in het eerste levensjaar. Dit binnen een sociale en niet-sociale context. De predictieve waarde ten aanzien van de sociaal-communicatieve ontwikkeling wordt nagegaan.
Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers
Gertrude Stein in dialoog met Gilles Deleuze: een analyse van modernistische poëzie Universiteit Gent Abstract: Met mijn onderzoek beoog ik de waarde van Deleuzes filosofisch project voor de analayse van modernistische poëzie aan te tonen. Mijn corpus bestaat uit het experimentele werk van Gertrude Stein. Sleutelbegrippen in mijn onderzoek zijn Deleuzes concepten 'littérature mineure' en 'devenir femme'. Ze zullen me in staat stellen een link te maken tussen Steins modernistische poëzie en onze postmoderne literatuurbeleving en aan te sluiten bij de feministische literatuurkritiek. Organisaties: • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Maryse Demoor • Bart Keunen
Gevolgen van nietigheid en ontbinding van overeenkomsten Universiteit Gent Abstract: Traditioneel wordt aangenomen dat de nietigheid of de ontbinding van een overeenkomst tot gevolg heeft dat de overeenkomst met terugwerkende kracht tenietgaat. Er wordt onderzocht wat de grondslag is van deze regel, of uitzonderingen op deze regel mogelijk zijn, in welke gevallen een bijkomende schadevergoeding kan gevorderd worden en welke gevolgen de terugwerkende kracht voor derden heeft. Organisaties: • Vakgroep Burgerlijk Recht
Onderzoekers: • Hubert Bocken • Annelies Wylleman
Samenwerking ikv "Metrologies and algorithms for the characterisation and evaluation of lenses, lens arrays and lens stacks". Vrije Universiteit Brussel Abstract: Samenwerking met Anteryon ikv "Metrologies and algorithms for the characterisation and evaluation of lenses, lens arrays and lens stacks". Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • HEIDI OTTEVAERE • HUGO THIENPONT
Inschatting van de binnenmilieublootstelling aan en ontwikkeling van humane biomerkers voor PAK en afgeleiden in Vlaanderen. Universiteit Hasselt Abstract: De globale doelstellingen van deze onderzoeksopdracht zijn het bepalen van de binnenmilieublootstelling van de bevolking aan Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (PAKs) en afgeleiden in Vlaanderen en de ontwikkeling van geschikte humane blootstelling- en effectmerkers voor de blootstelling aan PAK en afgeleiden. Het uitgangspunt is de eerdere inventarisatiestudie van het buitenmilieu waarin specifieke milieu- en blootstellinggegevens verkregen werden. Dit project heeft als doel om de invloed van het buitenmilieu en de invloed van binnenhuisbronnen op de concentratie aan PAK en afgeleiden in het binnenmilieu te onderzoeken. De meest geschikte humane biomerkers worden bepaald om de gezondheidsimpact van deze blootstellingen in te schatten. Tot slot zal het onderzoek concrete aanbevelingen formuleren ten aanzien van het milieubeleid en andere beleidsentiteiten, evenals valorisatiemogelijkheden en nuttige tips ten aanzien van de bevolking voor te stellen. Uiteindelijk moet dit leiden tot het aanduiden van de meest geschikte methode om op regelmatige basis de blootstelling aan PAK in Vlaanderen te evalueren via een selectie van indicatoren. Zo bekomen we betere informatie over de reële concentraties en trends in blootstelling aan PAK in Vlaanderen in termen van belangrijkheid voor de gezondheid van de mens. Dit project loopt in samenwerking met VITO en PIH. Organisaties: • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Tim NAWROT
Geavanceerde calibratie- en instrumentatiesetups voor niet-lineaire RF-Componenten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoeksproject beoogt de ontwikkeling van een geavanceerde calibratie en verificatie voor de Large-Signal-Network-Analyzer (LSNA) en zal bijdragen tot een verbeterde nauwkeurigheid van de volgende generatie LSNAs, wat belangrijk is voor modelextractie. Lineaire componenten kunnen volledig gekarakteriseerd worden door een vectoriële netwerk analyzer (VNA) aan de hand van S-parameter metingen. Wat betreft niet lineaire componenten volstaat de VNA echter niet. We dienen te beschikken over metingen van de absolute waarde van de golven en niet enkel hun verhouding. (Er geldt dat ) De LSNA daarentegen, ontwikkeld door HP en het departement ELEC van de VUB, is in staat om simultaan het amplitude en faze spectrum van invallende en gereflecteerde golven die interageren met het systeem onder test te meten. Aangezien een lineair systeem gekenmerkt wordt door golfverhoudingen is de klassieke relatieve calibratie zoals bvb. de Short-Open-Load-Thru (SOLT) calibratie voldoende om gecalibreerde spanningsmetingen te bekomen. Voor niet lineaire systemen, dient men de golven te calibreren en dient de SOLT calibratie uitgebreid te worden met een vermogen en een faze calibratie. Deze uitgebreide calibratiemethode is beschikbaar maar levert slechts gecalibreerde metingen op een frequentiegrid met een harmonische spectrale resolutie (tussen 600 en 1200 MHz). Binnen het departement ELEC (Algemene Elektriciteit en Instrumentatie) van de faculteit Ingenieurswetenschappen van de Vrije Universiteit Brussel bestudeert de onderzoekseenheid "microwave systems", algemene niet lineaire meettechnieken, de optimalisatie van een meetsysteem voor lineaire microwave componenten en het modelleren van hoogfrequente niet lineaire systemen. Het voorgestelde project kadert dan ook binnen het onderzoeksdomein van deze eenheid. Het doel van dit project is om faze calibratie toe te laten op een dens grid. Er bestaan 2 verschillende aanpakken: de model gebaseerde methode en de signaal gebaseerde methode. In het eerste geval kan door middel van een kwadratische detector als extra calibratie standaard vanuit het grove gecalibreerde faze grid een fijn gecalibreerd faze grid bekomen worden. In het tweede geval maken we gebruik van een gerepeteerde puls, waarvan de eigenschappen gekend zijn. Dit signaal stelt ons in staat om de bestaande faze calibratie uit te breiden naar een dens grid. Vervolgens zal getracht worden de calibratie te vereenvoudigen door gebruik te maken van de parametrische aanpak. Calibartie
standaards dienen telkens weer gekarakteriseerd te worden wat veel metingen vereist. Daarom is het nuttig een parcimoneous - bepaald door een minimaal aantal parameters - model te extraheren voor de LSNA. b?Sa FWO Subsidieaanvraag January 16, 2006 2 Daarenboven zal deze parametrische calibratie worden uitgebreid naar een niet lineaire calibratie, waarvoor op dat ogenblik de model gebaseerde en signaal gebaseerde faze calibratie beschikbaar is en de vermogen calibratie nog dient te worden voorzien. Ten slotte worden verificatie standaards gebouwd. Enerzijds hebben we de mogelijkheid om passief te verificeren aan de hand van niet lineaire materialen, zoals bvb. niet lineaire transmissielijnen of shocklines, waarbij er zich onder de transmissielijn een diode bevindt. Hoewel deze materialen op zich eenvoudig te produceren zijn, bestaan er echter weinig fabrikanten van zulke transmissielijnen. Anderzijds kan de verificatie ook actief gebeuren door middel van systemen gekemerkt door een Wiener-Hammerstein blokmodel. Uit laagfrequente metingen aan de hand van goed gekozen excitatie signalen werd het niet lineair gedrag van de kwadratische detector onderzocht en werd een niet lineair model opgesteld. Over deze onderwerpen wordt een wetenschappelijke publicatie voorbereid. Organisaties: • Elektriciteit
Onderzoekers: • YVES ROLAIN
Determining the efficacy of TH-302 for treating multiple myeloma employing the 5T33MM mice model. Vrije Universiteit Brussel Abstract: CONFIDENTIAL Organisaties: • Immunologie en Microbiologie
Onderzoekers: • Karin VANDERKERKEN
Karakterisatie van poreuze geomaterialen in 2D en 3D Universiteit Gent Abstract: Optische en fluorescentie microscopie visualiseert poriën in 2D. CT laat de karakterisatie toe van poriën in 3D. Hierdoor is er nood aan een gekalibreerd systeem waar de informatie van beide technieken aan elkaar worden gekoppeld. Door bijkomende fusie met XRF data, kan er een correcte karakterisatie van de geomaterialen worden uitgevoerd op een structurele en chemische wijze. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Patric Jacobs • Veerle Cnudde
Evaluatie en ontwikkeling van bedrijfsinitiatieven inzake de controle en vermindering van woon-werkplaatsingen Universiteit Gent Abstract: Onderzoek met als doel de beoordeling van de effectiviteit van initiatieven die ondernemingen hebben ondernemen om te komen tot duurzamer pendelverkeer aan de hand van case studies en een enquête. De evaluatie gebeurt gebruik makend van een economisch en ruimtelijk model. Het project eindigt met het vooropstellen en evaluaren van beleidsaanbevelingen inzake duurzame mobiliteit. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Frank Witlox
Microbiële diversiteit en metaalfluxen in gecontamineerde Noordezeesedimenten - MICROMET (Fase 1 en Fase 2) Diversité microbienne et flux de métaux dans les sédiments contaminés de la mer du Nord. (Phase 1 + Phase 2) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Micromet Fase 1 & 2 Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • WILLY BAEYENS • MARTINE LEERMAKERS
NMR-spectroscopie voor screening en diagnose van ziekten. Universiteit Hasselt Abstract: In de afgelopen decennia zijn veel nieuwe medicijnen ontwikkeld die een succesvolle behandeling van verschillende vormen van kanker mogelijk maken. Maar de mogelijkheid om de aanwezigheid van een tumor in een vroeg stadium te detecteren is meestal een belangrijke voorwaarde, maar op dit moment erg moeilijk. Naast de mammografie screening voor borstkanker zijn er geen tools beschikbaar die een routinematige screening van grote risicopopulaties mogelijk maken voor de ontwikkeling van een bepaald type kanker. Dit project beoogt de ontwikkeling van een hoge doorvoer analyse die de aanwezigheid van borst- en longkanker kan detecteren. De laatste tijd werd duidelijk dat naast genomics, transcriptomics en proteomics in het bijzonder metabolomics een hoog potentieel heeft om een belangrijke nieuwe benadering voor de ziekte screening te worden. In onze recente studie in samenwerking met Ziekenhuis Oost-Limburg (ZOL), UZ Leuven en het Leuvens Universitair Centrum voor Kankerpreventie, toonden we aan dat de analyse van de metabole samenstelling ons in staat stelt om borstkanker patiënten te onderscheiden uit de controle personen. De metabolieten die ten grondslag liggen aan deze detectie werden onlangs beschermd door patenten. Tijdens dit project zullen de verkregen resultaten verder worden gevalideerd en vertaald naar een commercieel waardevolle test. Voor de succesvolle vertaling van de verkregen onderzoeksresultaten naar commercieel waardevolle proeven moet naast O & O ook rekening gehouden worden met een aantal andere zaken. Allereerst vereist de wetgeving bij commercialisering de CE-etikettering van alle nieuwe diagnostische tests. Hiervoor moet een technische validatie opgezet worden. Bovendien moet een business plan opgezet worden, waarin een marktanalyse opgenomen is, moeten de doelstellingen en mijlpalen gedefinieerd worden en het operationele en financiële plan bepaald worden. Dit businessplan zal de leidraad van de spin-off zijn en zal gebruikt worden om de benodigde financiering te verzamelen. Organisaties: • Immunologie - Biochemie • Organische en Bio-polymere Chemie • Toegepaste en Analytische Chemie • Biomedisch Onderzoeks Instituut • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers:
• Peter ADRIAENSENS • Pieter STINISSEN • Kurt BAETEN
Modelleren van de klinische effectiviteit en kosteneffectiviteit van geoptimaliseerde cardiovasculaire preventie in Europa Universiteit Gent Abstract: Deze studie beoogt om via de EUROASPIREIII data inzake coronaire en hoog risico patiënten verschillende klinische scenario?s voor cardiovasculaire preventie te modelleren om zo hun klinische- en kosteneffectiviteit te kwantificeren doorheen verschillende landen in Europa. Deze informatie zal opinieleiders ondersteunen in hun pleidooi bij beleidsmakers betreffende cardiovasculaire preventie. Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Lieven Annemans
Onderzoek op navelstrengbloed van paarden Universiteit Gent Abstract: in dit project wordt onderzocht hoe stamcellen uit het bloed van de navelstreng van veulens kunnen geIsoleerd worden Organisaties: • Vakgroep Verloskunde, voortplanting en bedrijfsdiergeneeskunde
Onderzoekers: • Ann Van Soom
Grant: Unraveling and treating impaired pain inhibition during exercise in patients with Myalgic Encephalomyelitis/Chronic Fatigue Syndrome: a clinical experiment targeting brain neurotransmission. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen NL abstract Organisaties: • Menselijke Fysiologie
Onderzoekers: • JO NIJS
Impact van troposferische ozon op de voedsel- en voederkwaliteit van Brassicaceae. (OFFQ) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject heeft als doel na te gaan wat de gevolgen kunnen zijn van de toenemende troposferische ozonverontreiniging op veranderingen in het gehalte aan antioxidantia en glucosinolaten (natuurlijk toxine) in Brassica gewassen. Beide componenten hebben immers een belangrijke functie met betrekking tot de gezondheids- en veiligheidsaspecten van de menselijk voeding en dierlijk voeder. Doelstellingen : 1. bepalen van de invloed van stijgende troposferische ozonconcentraties op de antioxidant en glucosinolaat samenstelling van Brassica species 2. evaluatie van de invloed van ozon op het menselijk dieet en de voedselopname door dieren door de veranderingen in antioxidant en glucosinolaat niveaus in de voedselketen in rekening te brengen 3. identificeren van fysiologische en biochemische 'biomarkers' voor ozonstress door de interactie tussen stressinductie en veranderingen in secundaire metabolieten te onderzoeken 4. opheldering van de interactie tussen abiotische stressinductie, verdedigingsmechanismen en veranderingen in secundaire metabolieten door middel van transcriptoom analyse 5. evalutie van het effect van ozon-geïnduceerde veranderingen in glucosinolaatconcentraties en ¿samenstelling in relatie tot plantpathogeen/insekt interacties door middel van een literatuurstudie 6. bepalen van de opbrengstverliezen en veranderingen in opbrengstkwaliteit 7. bijdragen tot ozonflux modellering door gegevens te leveren van stomatale geleidbaarheid in functie van omgevingscondities In functie van het vooropgestelde objectief, zullen koolzaad of canola (Brassica napus L.) en broccoli (Brassica oleracea L. cv. Italica) gedurende het ganse groeiseizoen aan verschillende ozonconcentraties blootgesteld worden. Hiervoor zal gebruik gemaakt worden van 15 Open-Top kamers (OTCs) waarin de gewassen kunnen opgroeien onder condities die de veldomstandigheden zeer dicht benaderen. Deze faciliteiten bevinden zich op de terreinen van het Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie (CODA). Voor een betrouwbare extrapolatie van de gegevens dienen deze experimenten minstens over 3 jaar herhaald te worden zodanig dat met de nodige klimaatsvariatie kan rekening gehouden worden. Voor een evaluatie van het "kamereffect" en bepaling van de ozonflux op bladniveau worden open veldplots gebruikt. De Onderzoeksgroep Planten- en Vegetatie-Ecologie van de Universiteit Antwerpen is verantwoordelijk voor het opvolgen van de fysiologische conditie van de planten gedurende het ganse groeiseizoen door metingen van fotosynthese en chlorophyll fluorescentie op bladniveau. Het hoofddoel hierbij is een identificatie van de momenten waarop de heersende ozonconcentraties ook effectief een fysiologische stressrespons bij de planten veroorzaken zodat deze evenementen kunnen teruggekoppeld worden aan de biochemische wijzigingen. Organisaties: • Moleculaire Plantenfysiologie en Biotechnologie
Onderzoekers: • Yves Guisez
Belgisch onderzoek naar de microbiële diversiteit in de regio van het Princess Elisabeth Station, Antarctica Universiteit Gent Abstract: Binnen dit project zullen staalnamecampagnes georganiseerd worden met als tot doel representatieve habitats te bemonsteren die potentieel microorganismen bevatten in een straal van 200 km rond de Belgische Princess Elisabeth basis, Dronning Maud Land, Antarctica. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Wim Vyverman • Anne Willems
Modeling of high-enthalpy plasmas. Wetenschappelijke begeleiding van Dhr. Michael Kapper. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Van Karman Instituut - VKI' hebben voor het project ' Modeling of high-enthalpy plasmas' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het
bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Toegepaste Mechanica
Onderzoekers: • CHRISTIAN LACOR
CLEVER: Clean vehicle research: LCA and policy measures. Onderzoek naar milieuvriendelijke voertuigen: LCA (Levenscyclus Analyse) en beleidsmaatregelen (Fase 1 en Fase 2). Vrije Universiteit Brussel Abstract: De Vrije Universiteit Brussel, VITO en ULB hebben de Ecoscore ontwikkeld, een well-to-wheel milieu rating tool voor voertuigen. Deze methodologie werd ontwikkeld voor toepassing in verschillende beleidsmaatregelen om de aankoop en het gebruik van milieuvriendelijke voertuigen te stimuleren. In het CLEVER project zal een Levenscyclus Analyse (LCA) uitgevoerd worden van voertuigen met conventionele en alternatieve brandstoffen (LPG, CNG, alcoholen, biobrandstoffen, biogas en waterstofgas) en/of alternatieve aandrijfsystemen (batterij, hybride en brandstofcel elektrische voertuigen). Naast de well-to-wheel emissies zal deze LCA eveneens rekening houden met de volledige cradle-to-grave emissies (inclusief productie en ontmanteling/recyclage van het voertuig). Recente ontwikkelingen in brandstofproductie en nieuwe voertuigtechnologieën zullen in rekening gebracht worden en speciale aandacht zal gewijd worden aan de well-to-tank emissies van biobrandstoffen en waterstofgas en aan de cruciale invloed van de energie-mix (i.e. combinatie van energiebronnen) voor de elektriciteitsproductie van (plug-in) elektrische wegvoertuigen. Vanuit het perspectief van de gebruiker is de levenscyclus kost vaak een sleutelfactor in de keuze van een nieuw voertuig. Prijsinstrumenten zijn geschikt om de milieuprestaties van voertuigen te integreren in de aankoopbeslissing. CLEVER zal het mogelijk maken om mogelijke beleidsmaatregelen voor een duurzamere voertuigkeuze te onderzoeken. De onderzochte beleidsinstrumenten zullen niet alleen de nadruk leggen op individueel aankoopgedrag van voertuigen, maar eveneens op maatregelen gericht op bedrijven en openbare instanties. De Ecoscore methodologie is eveneens een geschikte indicator om de milieuprestaties van de volledige voertuigvloot te analyseren. Mogelijkheden om een ecologischere samenstelling van de voertuigvloot te bereiken zullen bestudeerd worden, waarbij rekening wordt gehouden met de factoren die de optimale tijd voor vervanging bepalen, socio-economische haalbaarheid, enz. Al deze aspecten zullen rekening houden met externe kosten, waaronder milieu-impact en sociale weerstand geassocieerd met de geselecteerde technologieën. De aandacht van CLEVER zal voornamelijk gaan naar de markt van de personenwagens. In alle analyses zal echter op een kwalitatieve manier aandacht besteed worden aan mogelijk extrapolaties naar zwaar vervoer in het algemeen en naar stadsbussen in het bijzonder, daar stadsbussen zich er gemakkelijk toe lenen om nieuwe technologieën te implementeren en zij een voorbeeldfunctie kunnen vervullen. Organisaties: • Wiskunde, Operationeel Onderzoek, Statistiek en Informatica voor Management • Elektrotechniek-Energietechniek • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Laurence TURCKSIN • Vincent WYNEN • Faycal-Siddikou BOUREIMA • Maarten MESSAGIE • Annalia BERNARDINI • CATHY MACHARIS • NELE SERGEANT • JOERI VAN MIERLO
Ontwikkeling van referentiedocumenten voor Belgische kwaliteitssystemen voor kleinschalige hernieuwbare energiesystemen - Q-DIRECT.(Fase 1 en Fase 2) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Tot 2008 werd de ontwikkeling van hernieuwbare energie technologieën omkaderd door weinig veeleisende wetgeving, bestaande uit nietbindende doelstellingen. Sinds de goedkeuring van de Richtlijn Hernieuwbare Elektriciteit en de Richtlijn inzake de bevordering van Hernieuwbare Energie, worden het energie- en milieubeleid onderworpen aan juridisch bindende doelstellingen. Daarom moeten ze beschikken over doeltreffende systemen van prestatie-evaluatie. Sommige hernieuwbare energie technologieën (HET) kennen een snel groeiende markt, met een constant evoluerend product. In België zijn er grote verschillen waar te nemen tussen de technologieën op het gebied van marktpenetratie en marketingkanaal, in het bijzonder omdat de mechanismen en het niveau van financiële steun verschillend zijn in de Gewesten. Een aantal ondersteuningsmechanismen hebben geleid tot een versterkt aanbod van een groot aantal leveranciers en installateurs van HET op de markt, wat geleid heeft tot een reeks van producten en diensten die sterk gediversifieerd zijn en met name dus een gebrek hebben aan gekwalificeerde professionele structuren. In tegenstelling hiermee verwachten de eindgebruikers van deze technologieën producten en diensten van hoge kwaliteit. Veel studies tonen aan dat kwaliteitsborging voor de HET (opkomende of reeds gevestigde) een belangrijk onderdeel is van hun groei en duurzame ontwikkeling in de Europese markt. Een bijzonder aspect van het onderzoek was om het ontwerp van een kwaliteitssysteem aan te pakken op verschillende niveaus, afhankelijk van de doelgroep van begunstigden, het niveau van vermarkting van het product en de technologie. DOELSTELLINGEN Het belangrijkste doel van het onderzoek was om aanbevelingen voor beleidsmakers te formuleren om de groei van systemen van decentrale productie van duurzame energie in België te ontwikkelen, op basis van gemeenschappelijke ambitieniveaus en kwaliteitsnormen voor de verschillende technologieën. Het geïntegreerde systeem voor kwaliteitscontrole moet zo zijn ontworpen dat het later kan worden beheerd door een operator - onafhankelijke derde partij en moet zorgen voor een niveau van vertrouwen en kwaliteitsgaranties voor de eindgebruiker die vergelijkbaar zijn in termen van product, het ontwerp van het geïnstalleerde systeem, de installatiekwaliteit en prestaties, ongeacht de technologie. Organisaties: • Toegepaste Mechanica
Onderzoekers: • JACQUES DE RUYCK
Ontwikkeling en integratie van spraaktechnologie in cursusmateriaal voor het leren van talen (DISCO). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Nederlandse Taalunie. UA levert aan Nederlandse Taalunie de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties:
• Individueel onderzoek IOIW
Onderzoekers: • Jozef Colpaert
Advertising effectiveness in the non-profit sector: the moderating impact of characteristics of consumer Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Marketing
Onderzoekers:
Cyanobacteriële bloeien: toxiciteit, diversiteit, modelleren en beheer - B-BLOOMS2.(Fase 1 en Fase 2) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogd om de kennis rond bacteriële bloeien in België te verdiepen, om de voorspelling van vroegtijdige waarschuwingen te verbeteren, om operationele monitoringsstructuren en instrumenten te ontwikkelen, en om strategieën om deze impact voor te stellen. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • LUDWIG TRIEST
Studie voor het opstellen en uitvoeren van een monitoringsprogramma voor natuurvriendelijke oevers langs het Zeekanaal in Grimbergen. Universiteit Antwerpen Abstract: Langs het kanaal Schelde-Brussel zijn verschillende typen natuurvriendelijke vooroeververdediging aangelegd. Deze zijn telkens aangelegd op enkele meters van de aangrenzende vaste oever, met verbindingsbuizen naar het kanaal. Hierdoor ontstaat tussen de vooroeververdediging en de vaste oever een nagenoeg afgesneden geïsoleerd stuk water waarin de waterdynamiek minder sterk is als in het aangrenzende kanaal. Zowel de vooroeververdediging zelf als deze geïsoleerde waterlichamen kunnen mogelijk als substraat fungeren voor verscheidene planten- en dierensoorten en hiermee, naast het leveren van beschermling, de locale biodiversiteit verhogen. In deze studie zal het effect van de vooroeververdediging op de biodiversiteit worden gekwantificeerd. Soortgroepen die over enkele jaren zullen worden gemonitoord zijn: hogere planten, vissen, macro-invertebraten en vogels. Verloop in soortensamenstlling en aandeel per soort zal worden geëvalueerd als functie van vooroeververdedigingstype en tijd. De studie zal resulteren in een aanbeveling die aangeeft welke type vooroeververdediging zal leiden tot in de hoogste biodiversiteit. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Hindernis of hefboom: De invloed van het Europese sociale beleid op het Belgische gelijkekansebeleid Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Bestuur en beleid
Onderzoekers: • Karen Celis
Ontwikkeling van een geïntegreerde strategie voor de beheersing van de allergenenproblematiek in de Belgische voedings- en catering industrie. (ALLERRISK - tweede fase) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Belspo. UA levert aan Belspo de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Translationeel pathofysiologisch onderzoek (TPR)
Onderzoekers: • Didier Ebo • Willem Stevens
Macrophyten en nutriënt dynamiek: proces en veldstudies in de bovenlopen van rivieren - Manudyn II. (tweede fase) Universiteit Antwerpen Abstract: Doordat in situ, heterogene en complexe interacties ontstaan tussen waterstroming, sediment en macrofyten patches, is het bestuderen van het effect van licht, temperatuur en nutrienten op de groei en degradatie van macrofyten een complex process (MANUDYN en andere projecten). Daarom zullen er in MANUDYN II experimenten uitgevoerd worden op verschillende schalen met een stijgende complexiteit, gaande van individuele planten naar een complexe interactie van verschillende planten patches. Op de ruimtelijke schaal zal dit project opgesplitst worden in drie delen: individuele planten, planten patchen en rivier secties. Hierdoor zullen we meer inzicht krijgen in de ruimtelijke engineering capaciteit van macrofyten. Het koloniseren van historisch verontreinigde rivieren zal immers plaats vinden vanuit individuen. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Binnenhuis risicofactoren voor respiratoire aandoeningen bij kinderen: ontwikkeling en toepassing van niet-invasieve biomarkers. (ANIMO - tweede fase) Universiteit Antwerpen Abstract: Respiratoire aandoeningen bij kinderen behoren tot de onderzoeksprioriteiten in milieu en gezondheidsprogramma's. Biomonitoring in kinderen stelt een aantal specifieke problemen zoals verzamelen van biologische stalen, onderzoek van blootstelling en gezondheidseffecten en
ethische aspecten. Het doel van dit project is de ontwikkeling van niet-invasieve biomerkers die toegepast kunnen worden in kinderen en die toelaten om schadelijke effecten aan de luchtwegen in een vroege fase op te sporen zodat preventieve maatregelen kunnen worden genomen vooraleer er een duidelijk ziektebeeld ontstaat. Organisaties: • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Kristine Desager
Voedingsinteracties: gezondheidseffecten, consumentenperceptie en impact op de agroalimentaire industrie (FOODINTER) - tweede fase. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is een bijdrage te leveren aan de risico-analyse van chemische en natuurlijke producten en milieu contaminanten aanwezig in voedingssupplementen en para-farmacie producten, en hun eventuele interactie met het normale humane dieet. Het project zal tevens trachten functionele voeding, voedingssupplementen en para-farmacie producten te binnen het menselijke dieet te plaatsen en hun impact op de menselijke gezondheid beter in te schatten. Het zal een bijdrage leveren aan de algemene kennis rond deze nieuwe voedingsgewoonten en de geldigheid van eventuele gezondheidsclaims nagaan. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Wim De Coen
Gezondheidseffecten van fijn stof in relatie met fysisch-chemische karakteristieken en meteorologie. (PARHEALTH tweede fase) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de federale overheid. UA levert aan de federale overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Rene Van Grieken
Beschermende gastro-intestinale effecten van melkvetglobulemembraan (MVGM)-glycoproteïnen Universiteit Gent Abstract: Melkvetglobulemembraan(MVGM)-glycoproteïnen zijn gekend om hun beschermende effecten tegen de binding van ziekteverwekkende bacteriën aan de mucosa van het maag-darm kanaal. In deze studie werden fracties van MVGM-glycoproteïnen geïsoleerd en deze werden getest op hun capaciteit om adhesie van bacteriën aan een mucuslaag te voorkomen. Daarnaast werden de effecten van de fracties op de microbiële gemeenschap in het colon getest. Organisaties: • Vakgroep Voedselveiligheid en Voedselkwaliteit
Onderzoekers: • John Van Camp
Macrophyten en nutriënt dynamiek: proces en veldstudies in de bovenlopen van rivieren - MANUDYN II. (FASE 1 en Fase 2) Macrophytes and nutrient dynamics: process and field studies in the upper reaches of river basins - MANUDYN II. (FASE 1 en Fase 2) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De troebelheid in onze rivieren is in het algemeen sterk gedaald sinds de rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI's) werkzaam zijn. De verhoogde lichtbeschikbaarheid heeft het kiemen en daaropvolgend de groei van waterplanten mogelijk gemaakt. Enorme biomassa's waterplanten ontwikkelen zich doordat de beschikbare anorganische nutriëntenconcentraties (NH4+, NO2-, NO3- en PO43-), deels afkomstig van intensieve landbouw maar ook van huishoudelijk en industriële activiteiten wegens onze dichtbevolkte regio's, nog steeds vrij hoog zijn. De aanwezigheid van deze macrofyten wijzigt de hydraulische eigenschappen van de rivieren in die zin dat waterafvoer gehinderd wordt en het risico op overstromingen sterk verhoogt (Sand-Jensen, 1998; Stephan & Gutknecht, 2002; Trepel et al., 2003). Een van de meest gebruikte beheersmaatregelen is dan ook het maaien van de macrofyten om overstromingen in bebouwde gebieden te vermijden. Het Manudyn I project heeft zich vooral gefocused op de rol die macrofyten hebben in de nutriëntcyclering in het Netebekken. Resultaten tonen dat macrofyten wel degelijk een impact hebben op de nutriëntenbalans in rivieren. Bijkomend is er aangetoond dat bepaalde macrofyten ook zware metalen uit het sediment, zoals koper, opnemen en die dus een belangrijke, natuurlijk zuiverende rol kunnen spelen. Toch zijn de onderliggende mechanismen die deze macrofyt-nutriënt interacties beïnvloeden niet helemaal duidelijk. Opname mechanismen en nutriëntbronnen (sediment of oppervlaktewater), de opslag in de plant en eventueel de vrijstelling van nutriënten en metalen in het water zijn slechts vaag gedefinieerd. Worden nutriënten en metalen vooral in de biomassa van de macrofyten opgeslagen? Of kunnen zij beschouwd worden als een overgangscompartiment die nutriënten en metalen oppompen om deze daarna af te geven aan de waterfase? En wat gebeurt er wanneer de macrofyten afsterven in het najaar? Wat is de invloed van temperatuur en lichtintensiteit op de groei en het afsterven van macrofyten? Verder toonde het Manudyn I project dat er duidelijke verschillen bestaan in het opnamegedrag tussen verschillende macrofytensoorten. Het Manudyn II project zal zich daarom vooral toespitsen op processtudies. Het doel is hier om duidelijkheid te scheppen over de opname, de opslag en de vrijstelling van nutriënten en metalen gerelateerd aan de groei en het afsterven van enkele veel voorkomende macrofyten en deze relaties te beschrijven. De resultaten zullen gebruikt worden om nieuwe modellen te ontwikkelen die processen op verschillende schaalniveaus beschrijven en om de modellen uit het eerste Manudyn project te verfijnen. Dit project zal uitgevoerd worden aan de hand van verschillende werkpakketten. Het eerste werkpakket zal alle kleinschalige experimenten omvatten, namelijk op het niveau van één enkel individu van een macrofytensoort. Het tweede werkpakket pakt het onderzoek op het niveau van een macrofytenpatch aan en het derde werkpakket bestaat uit veldexperimenten met verschillende macrofytenpatches. In een vierde en laatste werkpakket zullen de resultaten modelmatig en op verschillende schalen benaderd worden. Eén van de doelstellingen van het eerste werkpakket bestaat erin fluxen van opname/afgifte van nutriënten voor sommige macrofytensoorten en algen te definiëren als functie van lichtintensiteit, temperatuur en van NH4+ en NO3- concentraties. O2 and CO2 productie of verbruik zal nagegaan worden met een foto bioreactor systeem. Deze experimenten zullen uitgevoerd worden in korte tijdsspannes en op verschillende tijdstippen in het groeiseizoen met isotopische verdunningstechnieken. De groei, het afsterven en de concentraties aan N, P en C in de biomassa van de planten zullen bestudeerd worden groei- en decompositie-experimenten op lange termijn (verschillende maanden) als functie van lichtintensiteit, temperatuur, NH4+ en NO3- concentraties en ook de invloed van bacteriën en fungi zal getest worden.
Verder zal de interactie tussen macrofytenwortels en het sedimentporiënwater, aangaande de nutriënten, onderzocht worden door het sediment en de wortels te scheiden van het oppervlaktewater en de bovengrondse biomassa. Dit zal zowel met artificieel als met reëel sediment gebeuren. Om deze strict macrofyt gerelateerde nutriënt- en elementprocessen te begrijpen, is het noodzakelijk dat ook de epibenthische uitwisseling tussen sediment (zonder macrofyten) en water gekend is. Deze experimenten zullen in cilindrische potten uitgevoerd worden. Bovendien wordt de interactie plant-sediment-water ook in situ uitgevoerd met speciaal daarvoor voorziene cilindrische potten die rond de macrofyten in het veld worden geplaatst. Om deze drie voorgenoemde processen te achterhalen, worden isotopische technieken gebruikt. Een aantal extra expirementen zullen worden uitgevoerd om de relatie tussen koper en sommige macrofytensoorten te achterhalen. Koperverontreinigde sedimenten met macrofyten zullen vergeleken worden met niet-verontreinigde sedimenten met macrofyten en hetzelfde zal vergeleken worden zonder macrofyten. Koper zal in alle compartimenten opgevolgd worden; het poriewater van het sediment, het oppervlaktewater en in de biomassa. In het tweede werkpakket zal het effect van variabele hydraulische condities onderzocht worden door middel van isotopische technieken. In een grote stroomgoot zullen verschillende stroomsnelheden opgelegd worden om nutriëntopname en O2/CO2 productie of consumptie na te gaan op verschillende locaties in macrofytenpatches met verschillende dichtheden. In de tweede plaats zal de brekingssterkte van enkele macrofytensoorten bepaald worden. In het derde werkpakket zal nutriëntopname in situ, in twee riviersecties met macrofytenpatches (één sectie in de Aa en één in de Semois), onderzocht worden. Twee types van veldstroomgoten zullen opgesteld worden in elke riviersectie: het eerste type zal de afvoer in de ene stroomsectie doen versnellen, het tweede type zal in de parallelle stroomsectie de stroming doen vertragen. Isotopische technieken zullen gebruikt worden om verschillen in opname tussen de types veldstroomgoten na te gaan en op verschillende locaties in de macrofytenpatches. Het modelerings werkpakket bestaat uit twee belangrijke doelstellingen: een instrument voor data en experiment analyse en de ontwikkeling van dynamisch mechanistische macrofyt modellen, met als eindproduct een gebruiksvriendelijk instrument voor waterbeheerders dat antwoorden biedt op de rol van macrofytendynamiek op waterkwaliteit in rivieren. Modellen zullen op verschillende niveaus ontwikkeld worden, gaande van macrofyt groeimodellen van verschillende species tot modellen in functie van omgevingscondities (licht, nutriënten, ...) via het gedrag in patches tot de integratie ervan op ecosysteemniveau. Het ecosysteemmodel van een rivier met macrofyten kan gebruikt worden als een middel om scenario's te bestuderen van macrofytenverwijdering en daarmee het effect op nutriëntenopslag of -verwijdering en van het schatten van het functioneren van een ecosysteem na herstelprojecten. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • FRANK DEHAIRS • NATHALIE BRION
Impact van sterk invasieve exotische planten op de biodiversiteit: mechanismen, amplificerende factoren, en risicoanalyse - ALIEN IMPACT (Fase 1 + Fase 2) Biodiversity impacts of highly invasive alien plants: mechanisms, enhancing factors and risk as... Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het ALIEN IMPACT project beoogd om een eerste geïntegreerde studie over de patronen en mechanismen van de impact van sterk invasieve exotische planten in België. Het zal sterk invasieve plantensoorten onderzoeken, en een combinatie maken van grootschalige screening van invasie-impact op verschillende ruimtelijke schalen (om patronen te karakteriseren) met hoog mechanische studies op vaste plaatsen. Zowel de ecosystemen aan land als in waterbronnen zullen onderzocht worden. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • LUDWIG TRIEST
Sabbatverblijf van Prof. Anat FEINBERG: Language, Alienation and Hybrid Identity in the Literary Works of Exiled IraqiJewish Writers. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Vlaams Academisch Centrum (VLAC) kende aan Heidy Margrit Müller en Kamal Kolo (Vakgroep Taal- en Letterkunde, Vrije Universiteit Brussel) een onderzoeksproject toe over Language, Alienation and Hybrid Identity in the Literary Works of Exiled Iraqi-Jewish Authors. Als buitenlandse collega is Prof. Anat Feinberg (Hochschule für Jüdische Studien, Heidelberg) bij het project betrokken. Het onderzoek zal leiden tot publicaties over de literaire werken van auteurs van Iraaks-Joodse afkomst die in de diaspora leven (o.m. Samir Naqqash, Sami Michael, Eli Amir, Shimon Ballas, Naim Kattan, Mona Yahia en Nissim Rejwan). De Joodse gemeenschap was sinds de Oudheid - sinds de Babylonische ballingschap - in Mesopotamië ingeburgerd. In de eerste helft van de twintigste eeuw hebben schrijvers van Joodse afkomst een belangrijke bijdrage geleverd tot de Iraakse literatuur en cultuur. In de periode van 1947 tot 1973 heeft echter bijna de hele Joodse bevolking van Irak (meer dan 120.000 mensen) het land (moeten) verlaten. De romans en verhalen van de auteurs die in hun kindertijd of jeugdjaren uit Irak moesten vluchten, thematiseren zeer genuanceerd enerzijds het leven in de tijd van voor de vervolging en de vlucht, anderzijds de problemen van de immigratie en van het leven als Arabischtalige joden in Israël of in de Westerse wereld, verscheurd tussen culturen die elkaar als vijandig beschouwen. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • Kamal KOLO • Margrit MULLER Heidy
Opmaak van plan van aanpak voor de kwantitatieve inschatting van blootstelling aan en gezondheidseffecten van verkeersblootstelling in Vlaanderen , met speciale aandacht voor Ultra Fijne Partikels (UFP) Universiteit Hasselt Abstract: Er wordt geschat dat luchtvervuiling verantwoordelijk is voor meer dan 2 miljoen vroegtijdige overlijdens per jaar wereldwijd. Polluenten die door de World Health Organization vernoemd worden als meest schadelijk voor de mens, zijn fijn stof, ozon, stikstofdioxide en zwaveldioxide. Eén van de belangrijkste bronnen van luchtvervuiling wereldwijd is transport. Totnogtoe is blootstelling aan ultrafijn stof (UFP) niet onderzocht in Vlaanderen. Nochtans is deze fractie toxicologisch zeer interessant gezien het dieper in de longen kan doordringen. Het is relevant vast te stellen wat het relatief belang is van deze fracties in relatie tot verkeer t.o.v. andere stoffracties of andere verkeerspolluenten. Organisaties:
• Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Tim NAWROT
Impact van troposferische ozon op de voedsel- en voederkwaliteit van Brassicaceae. (OFFQ) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject heeft als doel na te gaan wat de gevolgen kunnen zijn van de toenemende troposferische ozonverontreiniging op veranderingen in het gehalte aan antioxidantia en glucosinolaten (natuurlijk toxine) in Brassica gewassen. Beide componenten hebben immers een belangrijke functie met betrekking tot de gezondheids- en veiligheidsaspecten van de menselijk voeding en dierlijk voeder. Doelstellingen : 1. bepalen van de invloed van stijgende troposferische ozonconcentraties op de antioxidant en glucosinolaat samenstelling van Brassica species 2. evaluatie van de invloed van ozon op het menselijk dieet en de voedselopname door dieren door de veranderingen in antioxidant en glucosinolaat niveaus in de voedselketen in rekening te brengen 3. identificeren van fysiologische en biochemische 'biomarkers' voor ozonstress door de interactie tussen stressinductie en veranderingen in secundaire metabolieten te onderzoeken 4. opheldering van de interactie tussen abiotische stressinductie, verdedigingsmechanismen en veranderingen in secundaire metabolieten door middel van transcriptoom analyse 5. evalutie van het effect van ozon-geïnduceerde veranderingen in glucosinolaatconcentraties en ¿samenstelling in relatie tot plantpathogeen/insekt interacties door middel van een literatuurstudie 6. bepalen van de opbrengstverliezen en veranderingen in opbrengstkwaliteit 7. bijdragen tot ozonflux modellering door gegevens te leveren van stomatale geleidbaarheid in functie van omgevingscondities In functie van het vooropgestelde objectief, zullen koolzaad of canola (Brassica napus L.) en broccoli (Brassica oleracea L. cv. Italica) gedurende het ganse groeiseizoen aan verschillende ozonconcentraties blootgesteld worden. Hiervoor zal gebruik gemaakt worden van 15 Open-Top kamers (OTCs) waarin de gewassen kunnen opgroeien onder condities die de veldomstandigheden zeer dicht benaderen. Deze faciliteiten bevinden zich op de terreinen van het Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie (CODA). Voor een betrouwbare extrapolatie van de gegevens dienen deze experimenten minstens over 3 jaar herhaald te worden zodanig dat met de nodige klimaatsvariatie kan rekening gehouden worden. Voor een evaluatie van het "kamereffect" en bepaling van de ozonflux op bladniveau worden open veldplots gebruikt. De Onderzoeksgroep Planten- en Vegetatie-Ecologie van de Universiteit Antwerpen is verantwoordelijk voor het opvolgen van de fysiologische conditie van de planten gedurende het ganse groeiseizoen door metingen van fotosynthese en chlorophyll fluorescentie op bladniveau. Het hoofddoel hierbij is een identificatie van de momenten waarop de heersende ozonconcentraties ook effectief een fysiologische stressrespons bij de planten veroorzaken zodat deze evenementen kunnen teruggekoppeld worden aan de biochemische wijzigingen. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Reinhart Ceulemans
Technische studies OW-plan oostende - golfindringing - Fysische proeven fase 1 Universiteit Gent Abstract: De aanneming heeft tot doel het bepalen van het overslagdebiet over en de krachten op een stormmuur. De proeven behandelen de overtoppingsproblematiek aan de kades van de haven van Oostende waarbij uit een toetsing is vastgesteld dat er zich momenteel een onveilige situatie bij extreme stormen voordoet (zeer groot risico op overstromingen). Uit de proefresultaten dienen formules afgeleid te worden die toelaten om voor vergelijkbare configuraties overslagdebieten kan dan de optimale hoogte van de stormmuur berekend worden. De krachten zullen gebruikt worden om de nodige fundering te dimensioneren en de structurele stabiliteit van de stormmuur te berekenen Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Julien De Rouck
Duurzaam eindgebruik van biobrandstoffen - BIOSES Biofuels Sustainable End uSe - BIOSES (Fase 1 en Fase 2). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het BIOSES project analyseert de impact van verschillende marktintroductiescenarios van biobrandstoffen in het Belgische transportsysteem, met de nadruk op het perspectief van de gebruikersmarkt (de vraagzijde). Tijdshorizon voor de analyses gaat van korte termijn (2010) over middellange termijn (2020) tot lange termijn (2030). Het project zal een roadmap creëren voor de introductie van vloeibare biobrandstoffen in België, met de nadruk op de vraagzijde (eindgebruikers), waarbij technische en beleidsnoden geïdentificeerd worden op korte, middellange en lange termijn. Op basis van up-to-date gegevens van energiegebruik, emissies en kost, zal het project de praktische haalbaarheid en de ecologische, socio-economische en macro-economische impact bepalen van de introductie van biobrandstoffen in België. Organisaties: • Toegepaste Mechanica • Elektrotechniek-Energietechniek • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Vincent WYNEN • Faycal-Siddikou BOUREIMA • CATHY MACHARIS • NELE SERGEANT • JOERI VAN MIERLO • JACQUES DE RUYCK • Svend BRAM
Integrale benadering van duurzaam energiebeleid - Een normatieve bijdrage tot beleidsondersteuning (SEPIA). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Belspo. UA levert aan Belspo de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties:
• Engineering Management
Onderzoekers: • Aviel Verbruggen
Landgebruik en het transport van silicium doorheen het Scheldebekken. (LUSi - tweede fase) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project stelt zich als doel na te gaan of siliciumstromen doorheen het Scheldebekken, en uiteindelijk naar de Noordzee, veranderd zijn door menselijke ingrepen in het landgebruik. Oppervlakige siliciumrun-off, ondergrondse stromen van Si en de opname en vrijstelling door vegetatie, worden bestudeerd in verschillende landschapssystemen. Gemodelleerde resultaten zullen worden toegepast voor landgebruik doorheen de geschiedenis, om de potentiële verandering van Si-stromen in kaart te brengen. Lokale experimenten op de schaal van enkelvoudige percelen zullen worden uitgevoerd in verschillende landschapstypes, om zo tot een kwantificering van zowel oppervlakkig als ondergronds transport van BSi, DSi en sediment te komen. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
SHAPES (Fase 1): Fysieke activiteit en gezondheidsrisico's van fietsen in verschillende geografische omstandigheden. Activité physique et risque en matière de santé de la pratique du vélo pour différents milieux géographiques. Systematic analysis of ... Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen NL abstract Organisaties: • Menselijke Fysiologie
Onderzoekers: • ROMAIN MEEUSEN
GRAPPLE : Generic responsive adaptive personalized learning environment. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het GRAPPLE project heeft de bedoeling een technologieondersteunde adaptieve leeromgeving te bouwen om te gebruiken in de context van levenslang leren. De leeromgeving zal zich automatisch aanpassen aan de persoonlijke voorkeuren van de leerling, zijn voorkennis, zijn vaardigheden en competenties, zijn leerdoelen en aan de persoonlijke en sociale context waarin het leren plaats vindt. Deze leeromgeving kan gebruikt worden thuis, op scholen, op het werk of zelf op verplaatsing (door gebruik te maken van mobiele toestellen). GRAPPLE zal ook voorzien in een auteursomgeving die lesgevers zal toelaten om adaptief leermateriaal te ontwikkelen. Dit omvat het creëren en importeren van leerobjecten, toevoegen van betekenis aan leerobjecten, het ontwerpen van leeractiviteiten en het definiëren van adaptatiestrategieën. Ook adaptatie van interactieve leerobjecten (visualisaties, simulaties en virtuele realiteit) is voorzien. Om een brede verspreiding en toepasbaarheid te waarborgen, zal GRAPPLE werken met open source en aansluiting waarborgen met commerciële leeromgevingen. De leeromgeving zal geëvalueerd worden door middel van experimenten in universiteiten en in het bedrijfsleven. Organisaties: • Web en Information System Engineering
Onderzoekers: • Sven CASTELEYN • FREDERIC KLEINERMANN • BRAM PELLENS • OLGA DE TROYER
Fysico-chemische determinanten van toxiciteit: Rationele benadering voor veiliger nanomaterialen - S2 NANO (Fase 1 + Fase 2). A rational approach towards safer nanostructured materials - S2 NANO (Fase 1 en Fase 2) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Nanomaterialen zijn materialen waarvan de dimensies 100 nm of kleiner zijn en die unieke mechanische, optische, elektrische en magnetische eigenschappen hebben verkregen. De bezorgdheid in verband met hun effecten op de menselijke gezondheid, zowel in geval van beroepsblootstelling alsook voor de consument en de algemene bevolking, stijgt. Desondanks worden deze materialen reeds uitgebreid gebruikt in vele toepassingen, gaande van cosmetica en autobanden tot medische toepassingen. Een aantal onderzoeksrapporten wijzen op negatieve effecten in doelwitorganen waaronder de longen, de hersenen, het cardio-vasculair systeem, de huid en de lever. Begrijpen hoe nanomaterialen hun toxische effecten uitoefenen en de identificatie van physico-chemische determinanten bepalend voor de toxiciteit van nanomaterialen zijn de belangrijkste doelstellingen, die zullen worden onderzocht in samenwerking met drie andere onderzoeksgroepen (UCL-TOXI, KULeuven-LUNG en KULeuven-COK). Aan de hand van een modelmateriaal, namelijk silica-nanopartikels (SNP) zal de in vitro genotoxiciteit en apoptose worden bepaald in epitheliale, endotheliale en mesotheliale cellen. Op basis van deze in vitro data, tesamen met de in vitro data van de andere onderzoeksgroepen (ivm de productie van inflammatorishe mediatoren door macrofagen en aggregatie van bloedplaatjes en coagulatie), zal een paradigma over de SNPtoxiciteit worden ontwikkeld. Dit paradigma zal vervolgens kritisch worden getest in vivo voor twee species (rat en muis) die een verschillende gevoeligheid vertonen. Daarenboven zullen de cellulaire en moleculaire mechanismen geassocieerd met de respons op SNP toxiciteit worden onderzocht, waarbij de nadruk zal worden gelegd op interacties met cytoskeletale proteïnen, de inductie van aneuploïdie, effecten op de DNA repair capaciteit en op cellular trafficking. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • MICHELINE VOLDERS
TEXBIAG : Beleidsinstrumenten ter ondersteuning van bio-energie in de landbouw (fase 1 en fase 2) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het einddoel van dit project is te komen tot een significante bijdrage van bio-energie uit landbouw tot een lagere uitstoot van broeikasgassen, een duurzame en gediversifieerde energiebevoorrading, hogere inkomsten voor landbouwers en plattelandsontwikkeling. Daartoe moeten de wijzigingen kunnen worden ingeschat die de bestemming van de gronden raken enerzijds, en het energiegebruik en de omzetting van biomassa in energie anderzijds. Met het oog daarop reikt het project TEXBIAG drie specifieke instrumenten aan: 1. Een databank van kwantitatieve basisgegevens over de milieugebonden en socio-economische impact van bio-energie uit landbouw, met daarin ook de logistieke aspecten van het gebruik van biomassa;
2. Een wiskundig model dat de externaliteiten van bioenergie uit landbouw "monetariseert"; 3. Een prognose-instrument dat de impact inschat van de beleidsbeslissingen in het kader van de ontwikkeling van bio-energie uit landbouw op verschillende economische sectoren (energie, landbouw, industrie en milieu). Die drie instrumenten spelen een doorslaggevende rol bij de invoering van bio-energie uit landbouw in het kader van duurzame ontwikkeling. Organisaties: • Toegepaste Mechanica
Onderzoekers: • JACQUES DE RUYCK • Svend BRAM
Het in kaart brengen, het opzetten van netwerken en het aanzetten van expats en Europeanen tot een actieve participatie in het Brusselse verenigingsleven en civiele maatschappij. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' KONING BOUDEWIJNSTICHTING' hebben voor het project ' Het in kaart brengen, het opzetten van netwerken en het aanzetten van expats en Europeanen tot een actieve participatie in het Brusselse verenigingsleven en civiele maatschappij. ' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Geografie
Onderzoekers: • ERIC CORIJN
Omgaan met traditioneel recht in de context van rechts- en justitiële ontwikkelingshulp (na conflict) in Afrika Universiteit Gent Abstract: Onderzoek naar de visie en het beleid van externe actoren inzake traditionele justitie in het kader van internationale steun aan rechtstaatsopbouw en transitionele justitie in post conflict sub-Sahara Afrika. Er wordt geanalyseerd hoe traditioneel recht kan bijdragen tot de opbouw van democratische rechtsstaten en wat haar plaats is in transitionele justitiemechanismes met bijzonder aandacht voor mensenrechten. Organisaties: • Vakgroep Publiek recht
Onderzoekers: • Eva Brems
De wijk achter de botsing - Een onderzoek naar wijken in Nederland en Vlaanderen met rellen en conflicten met de politie Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Bestuur en beleid
Onderzoekers: • Liesbeth Descheemaeker • Marleen Easton
Colloquium "De plaats van de Islam in het nieuwe Europa". Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds CISO. UA levert aan CISO de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Luc Goossens
Analytical glow discharge network (GLADNET). Universiteit Antwerpen Abstract: Het GLADNET consortium brengt onderzoeksgroepen samen uit de domeinen van fysica, chemie en materiaalwetenschappen. De verschillende teams zijn gespecialiseerd in gasontladingsfysica, spectroscopie, analytische chemie of de structuur van materialen, alsook teams uit industrie, geinteresseerd in bepaalde toepassingen of in de instrumentontwikkeling. Het netwerk biedt training aan voor de nieuwe generatie onderzoekers in dit domein. De specifieke rol van de onderzoeksgroep PLASMANT bestaat in het ontwikkelen van computermodellen voor glimontladingsplasma's, vooral met de nadruk op het beschrijven van het effect van waterstof, stikstof of zuurstof onzuiverheden op het argon plasma. Organisaties: • Plasma, Laser Ablatie en Oppervlakte-modellering (PLASMANT)
Onderzoekers: • Annemie Bogaerts
Inter-university collaboration for building a Belgian Biobank network. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen NL abstract Organisaties: • Pathologische Anatomie • Immunologie en Microbiologie • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • CLAIRE BOURGAIN • JACQUES DE GREVE • Mark DE RIDDER
ERASMUS MUNDUS PROGRAMMA "external cooperation window" - GRANT AGREEMENT. Deel Kost dhr. Carlos MACHADO (55 % voltijds) ikv ERASMUS MUNDUS agreement tussen EC en Erasmus Hogeschool.(EMEC9)
Vrije Universiteit Brussel Abstract: Deel Kost dhr. Carlos MACHADO (55 % voltijds) ikv ERASMUS MUNDUS agreement tussen EC en Erasmus Hogeschool.(EMEC9) Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Jan VAN BAVEL • JACQUES VILROKX
Development of regional products and tourism to upgrade socio-economic structure of Wielkopolska and East Flanders Universiteit Gent Abstract: Het Regtour-poz project bouwt voort op de vorige samenwerking tussen de Economische Raad van Oost-Vlaanderen (EROV), Universiteit van Gent (UGent) en Nationale Vereniging voor Ontwikkeling van Plattelandsgebieden (NADRA) - door goede contacten met de professoren en de onderzoekers van de landbouw Universiteit van Poznan in Polen. Het nieuwe project focust op de ontwikkeling van regionale producten als hulpmiddel voor het stimuleren van toerisme in Wielkopolska. De belangrijkste doelstelling van het huidige project is een samenwerkingsnetwerk te creëren om regionale producten en toerismeactiviteiten te ontplooien. Het samenwerkingsnetwerk zal de sociaal-economische structuur van beide gebieden bevorderen. Organisaties: • Vakgroep Landbouweconomie
Onderzoekers: • Jacques Viaene
Ontwikkeling van een module voor de immunologische basis voor de immunisatieserie over hepatitis B Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds the World Health Organization (WHO). UA levert aan World Health Organization (WHO) de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme
Taxonomie en evolutie van de cyperus soorten (Cyperaceae) met een C3 fotosynthese type Universiteit Gent Abstract: De relaties in Cyperus (Cyperaceae) zijn nog onduidelijk. Deze studie zal helpen bij de reconstructie van de moleculaire 'backbone' van Cyperus. De nadruk ligt op de taxa met C3 fotosynthese en het ontstaan van de C4 clade. Er wordt eveneens gestreefd naar een beschrijvende en fylogenetische revisie van de C3 groep, die beschikbaar zal worden gemaakt via een interactive database. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Paul Goetghebeur • Paul De Vos
Hardware acceleratie van beeldverwerkingsalgoritmen op field programmable gate arrays (FPGA's) Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Elektronica
Onderzoekers: • Peter Veelaert
Lenotapijt: het perfecte huwelijk tussen effectgarens en vlakke tapijten? Hogeschool Gent Abstract: Met lenotapijten worden vlakke weefsels bedoeld geweven volgens het lenoprincipe én gebruikt als vloerbedekking. Traditioneel tapijt beschikt over een pool die in een grondweefsel is ingeplant. Deze pool bepaalt het uitzicht en dus ook de esthetiek van het tapijt. . Bij deze vlakke tapijten is er geen pool meer, enkel een grondweefsel en dus moet de esthetische waarde volledig in dit vlakke weefsel zijn verwerkt. Deels kan dit door met weefbindingen te spelen, deels door inslageffecten. Bij gebruik van een lenobinding krijgt men daarenboven de mogelijkheid om de esthetiek van het effectgaren in de inslag sterker te benadrukken dan in een standaardbinding. Einddoel van het project is om de bestaande technologieën te optimaliseren naar een bruikbaar procédé voor lenotapijten toe. Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Departement Technologie • Vakgroep Textieltechnologie
Onderzoekers: • Geert De Smedt • Hannelore Biebaû • Geert De Clercq
Oprichting en lancering van het Belgisch Child Alert Plan (Child Focus) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen NL Abstract Organisaties: • Criminologie
Onderzoekers: • ELISABETH ENHUS • MARCUS LEYS
Overeenkomst / Het opstellen van een advies betreffende de ontwerpbeslissing over de markt voor televisieomroep van 21 december 2010.
Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' SACD' hebben voor het project ' Overeenkomst ' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • CAROLINE PAUWELS
Material transfer/Biological testing agreement (zie ook NDA 37; deleted) Vrije Universiteit Brussel Abstract: geen Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Kourosch ABBASPOUR TEHRANI
Het analyseren van verplaatsingsgedrag op basis van sequentie analyse Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksproject gaat na hoe menselijke verplaatsinspatronen kunnen worden opgespoord in grote datasets van tijd-ruimte paden op basis van sequentie analyse. Sequentie analyse werd tot dusver voornmalijk gebruikt in het domein van de biochemie voor het vergelijken van DNA structuren maar werd recent ook succesvol toegepast in transport studies. Het doel van dit project is om na te gaan wat de voordelen en beperkingen zijn van sequentie analyse voor het bestuderen van tijdruimtelijke verplaatsingsgedrag. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Frank Witlox
Meting diffractief rooster. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Overeenkomst BIRA mbt Meting diffractief rooster Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • HUGO THIENPONT • Jurgen VAN ERPS
Valorisatie van onderzoek in de humane en sociale wetenschappen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project wil de aard, de omvang en het belang van de valorisatie van onderzoek in de humane en sociale wetenschappen in kaart brengen en de disciplinaire verschillen op dit vlak aangeven. Daarnaast is het eveneens de bedoeling de mogelijke drempels en hinderpalen voor valorisatie in de humane en sociale wetenschappen aan te geven, na te gaan waar de "assets" van Vlaanderen op dit gebied momenteel onderbenut blijven en pistes aan te reiken voor een uitbreiding van het valorisatiepotentieel van de humane en sociale wetenschappen. Bij de bestudeerde casestudies zal een aantal cases in het gebied van de rechtswetenschappen worden opgenomen. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Bernard Hubeau
Studie van vasculaire calcificatie bij uremische ratten. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds University of Debrecen . UA levert aan University of Debrecen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Pathofysiologie
Onderzoekers: • Patrick D'Haese
Medewerkingscontract: Realiseren van een lastenboek voor informaticatoepassingen die de samenstelling van een administratief en klinisch kinesitherapiedossier beheren. (Elektronisch kinesitherapiedossier) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Axxon' hebben voor het project ' Medewerkingscontract: Realiseren van een lastenboek voor informaticatoepassingen die de samenstelling van een administratief en klinisch kinesitherapiedossier beheren. (Elektronisch kinesitherapiedossier)' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Biomedische Statistiek en Informatica
Onderzoekers: • Ronald BUYL
Studie van de vaatwand door middel van functionele beeldvorming bij patiënten met slaapapneu. Universiteit Antwerpen Abstract: Studie van de vaatwand door middel van functionele beeldvorming bij patienten met slaapapnoe Obstructieve slaapapnoe (OSA) is een frequent voorkomend ziektebeeld dat, afhankelijk van de ernst, bij 5 tot 10% van de bevolking voorkomt. Tot voor kort werden slaperigheid tijdens de dag, vermoeidheid en concentratiestoornissen gezien als een van de belangrijkste gevolgen van de ziekte. Deze symptomatologie is vaak aanwezig en verdwijnt meestal snel na het instellen van een adequate behandeling door middel van nasale
CPAP(1). Het laatste decennium werd echter ook duidelijk dat slaapapnoe welke gekenmerkt wordt door repetitieve zuurstofdesaturatie, met telkens ook reoxygenatie, een belangrijke oorzaak is van oxidatieve stress en systemische inflammatie. Meer recent werden deze afwijkingen in verband gebracht met toenemende vaatpathologie. Inderdaad gaat slaapapnoe gepaard met hypertensie en een toegenomen cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit. Het verband tussen ernstige OSA en cardiovasculair lijden werd overtuigend aangetoond door een zeer significante reductie van cardiovasculaire morbiditeit bij patienten met adequate nCPAP therapie in vergelijking met niet behandelde OSA patienten (2). OSA kan leiden tot cardiovasculaire pathologie door een verhoging van de sympatische tonus, maar wellicht ook door complexe inflammatoire processen en oxidatieve stress ter hoogte van de bloedvatwand (3). Het is daarom bijzonder belangrijk op een zeer gevoelige en adequate manier de wijzigingen in de structuur van de bloedvatwand bij OSA patienten te beschrijven. De structuurveranderingen in de grote bloedvaten kunnen enkel worden waargenomen door middel van driedimensionele reconstructie. Tevens is het wenselijk hierbij de weerstand te berekenen. Vrij recent beschikken we over een analyse methode die toelaat weerstanden te berekenen in geometrien mits de randvoorwaarden zoals druk en flow bekend zijn. Deze methode staat bekend als 'computational fluid dynamics' of CFD. Er is reeds enige ervaring met biomedische toepassingen van CFD zowel in het cardiovasculaire domein (4) als respiratoire domein (5). In dit onderzoeksproject zullen dus patienten met wisselende graden van slaapapnoe worden onderzocht, voor en na een adequate behnadeling, wat betreft de structuur van de vaten en dit dmv CFD. De behandelingen zullen bestaan uit antioxidantia en anti-inflammatoire middelen in vergelijking met CPAP. Ook zal het effect van de combinatie van deze behandelingen worden nagekeken. Referenties 1. McMahon, J. P., B. H. Foresman, and R. C. Chisholm. 2003. The influence of CPAP on the neurobehavioral performance of patients with obstructive sleep apnea hypopnea syndrome: a systematic review. WMJ. 102:36-43. 2. Marin, J. M., S. J. Carrizo, E. Vicente, and A. G. Agusti. 2005. Long-term cardiovascular outcomes in men with obstructive sleep apnoeahypopnoea with or without treatment with continuous positive airway pressure: an observational study. Lancet 365:1046-1053. 3. Lavie, L. 2004. Sleep apnea syndrome, endothelial dysfunction, and cardiovascular morbidity. Sleep 27:1053-1055. 4. Eloot, S., Y. D'Asseler, P. De Bondt, and R. Verdonck. 2005. Combining SPECT medical imaging and computational fluid dynamics for analyzing blood and dialysate flow in hemodialyzers. Int.J Artif.Organs 28:739-749. 5. De Backer, J., O. Vanderveken, W. Vos, A. Devolder, S. Verhulst, J. Verbraecken, P. Parizel, M. Braem, P. Van de Heyning, W. De Backer. 2007. Functional imaging using computational fluid dynamics to predict treatment success of mandibular advancement devices in sleep-disordered breathing. J Biomechanics 40:16: 3708-3714. Organisaties: • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Wilfried De Backer • Johan Verbraecken • Heleen Vrints
De rol van de aangeboren immuunrespons in neurodegeneratie en neuroprotectie. Universiteit Antwerpen Abstract: Een neurodegeneratieve respons in perifere axonen gaat vaak gepaard met de activering van een aangeboren immuunrespons in Schwann cellen. In dit project wensen we dieper in te gaan op de precieze rol van deze respons en hoe deze kan bijdragen tot zenuwherstel en remyelinisatie enerzijds, of - wanneer ze uit balans geraakt - tot neurodegeneratie anderzijds. Een beter begrip van deze processen zou ons kunnen toelaten om deze lichaamsinherente capaciteit tot herstel aan te wenden in therapie. Organisaties: • VIB DMG - Perifere Neuropathieën
Onderzoekers: • Sophie Janssens
Externe Expert collectief onderzoeksproject dal- en nachtdistributie Universiteit Gent Abstract: De mogelijkheden voor dal- en nachtdistributie voor Vlaanderen worden onderzocht adhv een reeks casestudies. Daarbij wordt oa rekening gehouden met de maatschappelijke effecten Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Frank Witlox
Hoe demografische veranderingen vorm geven aan intergenerationele solidariteit, welzijn en sociale integratie: een multilink kader. (MULTILINKS) Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van deze studie is te onderzoeken hoe veranderende sociale contexten, van macro-sociale tot micro-interpersoonlijke contexten, sociale integratie, welzijn en intergenerationele solidariteit beïnvloeden binnen diverse Europese landen. Debatten over vergrijzing focussen hoofdzakelijk op de leefomstandigheden van de ouderen. Onze benadering bouwt voort op drie premises. Ten eerste, vergrijzing beïnvloedt alle leeftijdsgroepen: de jongeren, de middelbare leeftijd en de ouderen. Ten tweede, er zijn cruciale interdependenties tussen familiegeneraties en tussen mannen en vrouwen. Ten derde, we moeten alle analytische niveaus erkennen en onderscheiden: het individu, de dyade (ouder-kind, partners), familie, regio en land. Op basis van deze drie premissen, onderzoeken we (a) multiple banden binnen families (bv. transfers omhoog en omlaag in de familiebanden), interdependenties tussen oudere en jongere familieleden; (b) multiple banden over de tijd heen (meting op verschillende tijdspunten, op verschillende plaatsen, op verschillende punten in de individuele en de familiale levensloop); (c) multiple banden tussen aan de ene kant nationale en regionale contexten (bv. beleidsregimes, economische omstandigheden, normatief klimaat, religiositeit) en aan de andere kant individueel gedrag, welzijn en waarden. Doorheen het project zullen we methodologische strategieên testen, ontwikkelen en gebruiken die een gezond beleid mogelijk maken. Door het identificeren van intergenerationele zorgsystemen (dwz. combinaties van kinderopvang en zorg voor de kwetsbare ouderen) en hun tekortkomingen, willen we een bijdrage leveren aan het begrijpen van risico's op sociale isolatie en/of het ontbreken van de noodzakelijke steun en zorg. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Studiegroep Pedagogiek van het Sociaal Werk
Universiteit Gent Abstract: Deze studiegroep is een samenwerking tussen de verschillende parnterinstellingen van de Associatie UGent. De studiegroep is gericht op een profilering van het academisch onderzoek in het sociaal werk, op een afstemming tussen het theorievormend en het beleidsgericht onderzoek, en op een ondersteuning van de participatie van de onderzoeksgroep in internationale netwerken met betrekking tot de studie van het sociaal werk. Organisaties: • Vakgroep Sociale agogiek
Onderzoekers: • Maria De Bie
Schuld en executie: een onderzoek naar de reikwijdte van de fiscale titel. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderzoek heeft betrekking op de invordering van belastingschulden in de inkomstenbelastingen. Het valt immers op dat de wetgever zijn fiscale administratie de afgelopen jaren heeft gewapend met steeds verdergaande invorderingsmogelijkheden, waardoor de fiscale schuldeiser vandaag over tal van privileges beschikt die hun gelijke niet kennen in het gemeen recht. Het onderzoek heeft tot doel om deze invorderingmodaliteiten die aan het fiscaal vorderingsrecht verbonden zijn nader te omlijnen en te analyseren. Teneinde het onderzoek gericht en accuraat te kunnen voeren, wordt vanuit twee denkkaders geredeneerd. In eerste instantie wordt vanuit een 'algemene' invalshoek gepeild naar de specifieke kenmerken van het fiscaal vorderingsrecht, alsook van de gedwongen tenuitvoerlegging daarvan. In tweede instantie wordt onderzocht hoe de specifieke invorderingsoptimaliserende maatregelen zich verhouden tot dit algemene kader. Deze analyse laat toe een antwoord te geven op de vraag hoever het fiscaal vorderingsrecht en de uitvoering daarvan reikt, en dit zowel op personeel, materieel, territoriaal als temporeel vlak. Organisaties: • Fiscaal Recht
Onderzoekers: • MIGUEL DE JONCKHEERE
Simulatiemodellen van transmissie van besmettelijke ziekten en controle processen (SIMID). Universiteit Antwerpen Abstract: Met dit project beogen we de capaciteit in simulatiemodelleringen voor infectieziektes uit te breiden en een brede hoogstaande basis te geven in Vlaanderen. In de gezondheidszorg is het modelleren van infectieziektes veel complexer dan niet-infectieuse ziektes, omdat interventies gericht tegen infectieziektes ook mensen die de interventie niet ondergaan, zullen treffen. Er is in Vlaanderen momenteel weinig expertise in het modelleren van ziektes, of het nu om infectieuse aandoeningen gaat, of niet. Daarom verwachten we dat dit project de expertise in het modelleren van niet-infectieuse aandoeningen ook in Vlaanderen naar een internationaal aanvaardbaar niveau kan tillen, en zo de algemene kwaliteit van gezondheidseconomische evaluatie toegepast in de Belgische context kan helpen verbeteren. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Philippe Beutels
FAOS: Flexibele Artificiële Optische Huid Universiteit Gent Abstract: Het FAOS-project richt zich op de ontwikkeling van een flexibel substraat waarin zowel optische sensoren als lichtbronnen, detectoren en elektronische stuurschakelingen worden geïntegreerd. De integratie steunt op het inkapselen van de componenten in het substraat. Een dergelijke kusntmatige en flexibele huid kan op onregelmatige oppervlakten gemonteerd worden op beweegbare onderdelen of kan opgevouwen worden in compacte modules. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Peter Van Daele
VUB in onderaanneming ikv het Collectief Onderzoeksproject Dal-en nachtdistributie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de vierde stap van het onderzoeksproject wordt een opportuniteitsanalyse uitgevoerd. Aan de hand van een Multi-actor Multi-criteria analyse worden de belangrijkste logistieke stromen die naar de nacht- of daluren kunnen worden omgezet getoetst. De verschillende stromen die in aanmerking komen om naar de dal- of nachturen te worden verschoven, worden volgens een aantal criteria met elkaar vergeleken. Met dit onderzoek wilt het VIL , dmv toegepast onderzoek en concrete pilootprojecten praktisch nagaan of dal- en nachtdistributie een duurzame oplossing zijn (in termen van kost en service) voor het realiseren van een vlottere goederenstroming. Organisaties: • Wiskunde, Operationeel Onderzoek, Statistiek en Informatica voor Management • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Sara VERLINDE • Ellen VAN HOECK • CATHY MACHARIS
AKT/mTOR/p70S6K1 signaaltransductieroute in humaan epitheliaal ovariumcarcinoom. Universiteit Antwerpen Abstract: De AKTjmTORjp70S6Kl signaaltransductieroute in humaan epitheliaal ovariumcarcinoom. Het ovariumcarcinoom is onder de gynaecologische maligniteiten degene met het hoogste mortaliteitsratio. Vaak omdat patienten worden gediagnosticeerd in een laattijdig stadium. De AKT/mTOR/p70S6Kl signaal transductieroute is in een meerderheid van ovariumtumoren hyperactief en een mogelijk doelwit voor gerichte therapie. Met translationeel onderzoek probeert dit project preklinische aanwijzingen te verzamelen om aan te tonen dat mTOR inhibitie werkzaam zou zijn bij (bepaalde) patienten met ovariumcarcinoom. Met immunohistochemische kleuringen, western blot, RT PCR en cellijnexpimenten wordt de AKT/mTOR/p70S6Kl signaal transductieroute nagekeken. Een bijzonder aandachtspunt is de relatie van deze signaaltransuctieroute met VEGF-A aangedreven processen aangezien van VEGF-A reeds werd aangetoond dat het een belangrijke factor speelt bij het ovariumcarcinoom.
Organisaties: • Antwerps chirurgisch training, anatomie en onderzoekscentrum (ASTARC)
Onderzoekers: • Wiebren Tjalma • Xuan Bich Trinh
De impact van klimaatveranderingen op kustwetlands Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Erasmus Mundus - EADIC. UA levert aan Erasmus Mundus - EADIC de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Stijn Temmerman
Strategisch Innoveren in Vlaanderen Universiteit Hasselt Abstract: Strategisch Innoveren is een grootschalig project met als doel een boost te geven aan het strategische innovatievermogen van het Vlaamse bedrijfsleven. Het project wordt gecoördineerd door Universiteit Hasselt en uitgevoerd door verschillende consultancy firmas die via een Europese openbare aanbesteding werden geselecteerd. Elk van hen is hiertoe opgeleid en gecertificeerd. Het project wordt gefinancierd door Europa (EFRO - Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling), de Vlaamse Gemeenschap (Hermesfonds) en de Provincies Limburg en Antwerpen. In het kader van Strategisch Innoveren kunnen 250 Vlaamse KMOs twee opeenvolgende adviestrajecten doorlopen die het innovatievermogen van het bedrijf vergroten. Deze adviestrajecten worden afzonderlijk opgezet en vormen elk een afgerond geheel. In de eerste fase wordt het bedrijf strategisch doorgelicht. Dit gebeurt met behulp van een door UNU-MERIT i.s.m. Universiteit Hasselt ontwikkelde methode en wordt begeleid door ervaren consultants. Uit de bedrijfsdoorlichting komt naar voren welke innovaties mogelijk zijn; er worden prioriteiten gesteld én keuzes gemaakt. Het eindresultaat is een concreet plan van aanpak, dat het bedrijf in staat moet stellen om de beoogde innovaties te realiseren. Kenmerken van de strategische bedrijfsdoorlichting zijn de korte doorlooptijd, de doelgerichte aanpak en de heldere analyses. In de tweede fase is er steun mogelijk voor bedrijven die begeleiding willen bij het realiseren van de voorgenomen acties. Op maat van de behoeften van het bedrijf wordt de implementatie vorm gegeven. Waar nodig kunnen relaties met kennisinstellingen worden gelegd. Organisaties: • Governance • Data-analyse en Modellering • Kenniscentrum voor Ondernemerschap en Innovatie
Onderzoekers: • Raf SLUISMANS
Studie van het in vivo effect van natriumhydrosulfiet op vasculaire calcificatie in uremische ratten. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds University of Debrecen . UA levert aan University of Debrecen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Pathofysiologie
Onderzoekers: • Patrick D'Haese
GEMINI - Generic Electronics and Microsystems Integration Universiteit Gent Abstract: In dit project wordt een generische technologie ontwikkeld voor de integratie van microsystemen en electronica, gebaseerd op SiGe lagen met gecontroleerde stress. De fotonica groep zal gebruikmakend van deze lagen een optische modulator ontwerpen en karakteriseren. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Roeland Baets • Dries Van Thourhout
GEMINI - Generic Electronics and Microsystems Integration Universiteit Gent Abstract: In dit project wordt een generische technologie ontwikkeld voor de integratie van microsystemen en electronica, gebaseerd op SiGe lagen met gecontroleerde stress. De fotonica groep zal gebruikmakend van deze lagen een optische modulator ontwerpen en karakteriseren. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Roeland Baets • Dries Van Thourhout