www.researchportal.be - 19 Nov 2015 22:43:53
Onderzoeksprojecten (7500 - 8000 van 29735) Presentatie en conservatie van kunstwerken met organische componenten. Een onderzoek gestuurd door kunsttheoretische, praktische en deontologische vraagstellingen m.b.t. conservatie van bederfelijke materialen. Hogeschool Gent Abstract: Hedendaagse kunstenaars maken steeds meer en gediversifieerder gebruik van organische materialen, zoals voedingsmiddelen, plantaardige of dierlijke weefsels en andere natuurlijke materialen. Een van hun meest nadelige eigenschappen is hun inherent beperkte houdbaarheid en gevoeligheid voor degradatie. Slechte bewaar- en tentoonstellingsomstandigheden kunnen dit ontbindingsproces versnellen. Willen wij hun ontbindingsproces onder controle houden en zo mogelijk afremmen, dan is er nood aan een grondige kennis van alle inwerkende factoren. De conservatie van kunstwerken waarin organische materialen worden gebruikt, stelt derhalve zeer specifieke eisen, die strenger zijn dan voor klassieke kunstwerken, waar relatief inerte materialen gebruikt worden. Degradatie van het kunstwerk kan enerzijds een substantieel onderdeel vormen van dit kunstwerk, maar kan anderzijds de lectuur ervan grondig verstoren. Wat de groep der levensmiddelen betreft, ontbreekt een grondige kennis omtrent het omgaan met kunst die volledig of deels uit levensmiddelen werd vervaardigd. Bovendien worden we steeds vaker met deze kunstwerken en hun specifieke problemen geconfronteerd (denken we maar aan het spraakmakende werk van Fabre tijdens de tentoonstelling Over The Edges, symposia in Bordeaux en Gent). Omwille van beide factoren, enerzijds gebrek aan kennis en anderzijds het steeds groter gebruik van deze materialen, is er nood aan onderzoek op Eat Art. De conserveringsmethoden en technieken ontwikkeld voor kunstwerken met levensmiddelen kunnen trouwens getransponeerd worden naar andere vergankelijke kunstwerken met organische materialen. Tevens kan men voor de conservatie van levensmiddelen in de actuele kunst terugvallen op oplossingen die reeds binnen de voedingsindustrie op vlak van conservering werden ontwikkeld. Dit onderzoeksproject wil via interdisciplinair onderzoek, een antwoord bieden op de vraag naar de optimale condities (tijdens tentoonstellingen, depot en transport) voor kunstwerken die levensmiddelen bevatten. Essentiële doelstelling hierbij is de systematische analyse van de problematiek gesteund op een wetenschappelijke en academisch multidisciplinaire onderbouw met aandacht voor kunsttheoretische omkadering en proefondervindelijke casestudies. Welke houdingen t.a.v. conservatie en restauratie van kunstwerken met organische materialen moeten ingenomen worden? Er zal m.a.w. via kunstwetenschappelijke analyses onderzocht worden welke stellingen men kan poneren t.a.v. het beheer en behoud van vergankelijke kunst. Hoever kan men gaan in de bewaring van deze kunstwerken en zijn ze wel voor de eeuwigheid bestemd? Is het de bedoeling van kunstenaar ze te bewaren of is het een kunstwerk waarbij vergankelijkheid deel uitmaakt van zijn visie? Kunnen er voor dergelijke kunstwerken oplossingen aangeboden worden? Gezien het algemeen cultureel belang van de problematiek en het internationale karakter van de Hedendaagse Kunst ligt het voor de hand ook verschillende musea, onderzoekscentra en restauratoren in binnen- en buitenland bij het onderzoek te betrekken. Dit kan des te verdienstelijker zijn omdat in dit verband zowel nationaal als internationaal nog maar weinig onderzoek op academisch niveau werd verricht. Het is de bedoeling om met dit onderzoek antwoorden en oplossingen te bieden voor vragen en problemen die momenteel rijzen in de wereld van de conservatie van kunstwerken met organische materialen. Het onderzoek wordt opgesplitst in drie deelgebieden: het kunstwetenschappelijke veld, het natuurwetenschappelijke veld en de praktijk. Hoger genoemde deelgebieden zullen elkaar complementeren; regelmatige onderlinge terugkoppeling en bijsturing zullen noodzakelijk zijn. - Het kunstwetenschappelijke veld: Het gebruik van levensmiddelen is niet eigen aan één kunststroming, waardoor we met uiteenlopende kunstenaarsvisies worden geconfronteerd . Theoretisch uitgangspunt vormt de intentie van de kunstenaar, de studie van kunstenaarshoudingen en diverse artistieke concepten. Omdat dit criterium in de praktijk niet steeds als enige relevante parameter wordt gehanteerd zullen ook afwijkende visies van bv. galerijhouders, restaurateurs, kunsttheoretici en andere protagonisten binnen dit mentale veld op hun praktijk en motivatie worden onderzocht. Voor de bewaring van levensmiddelen in kunstwerken speelt de eetbaarheid slechts zelden een rol; afgezien van hun eventuele symbolische referentie, zijn vooral organoleptische parameters van wezenlijk belang. De vraag dringt zich op hoe met dergelijke kunstwerken om te gaan zonder de integriteit van het kunstwerk aan te tasten. Dienen de werken ‘an sich’ bewaard of primeert het concept ? Hoe kan het een of het andere voor het nageslacht worden bewaard? Welke voordelen en pijnpunten gaan gepaard met documentatie van vergankelijke Kunst? Cruciaal hierbij is het onderzoek naar mogelijke functies van levensmiddelen binnen elk specifiek kunstwerk, naar de impact van deterioratie op visueel, beeldend en semantisch niveau. Pas na deze onderzoeken kan tot besluitvorming m.b.t. al dan niet bewaring (of eventuele ingreep in het proces van deterioratie) van het kunstwerk worden overgegaan. - Het natuurwetenschappelijke veld: De industriële conserveringsmethodes voor levensmiddelen zullen worden getraceerd en er zal worden onderzocht welke hiervan bruikbaar of transponeerbaar zijn m.b.t. het behoud van kunstwerken. Daarom zal in het kader van dit project onder meer worden nagegaan hoe bepaalde conserveringsmethoden (vacuum verpakkingen of vitrinekasten, toevoeging van inerte gassen, nucleaire bestraling, toevoeging chemicaliën, etc.) desbetreffende kunstwerken een langere levensduur kunnen garanderen. Toch kunnen niet alle conserveringsmethoden uit de voedingsindustrie zondermeer toegepast worden in de kunstwereld. Kunst stelt immers andere prioriteiten (langdurige bewaring) dan de voedingsindustrie, waar levensmiddelen voor consumptie worden bewaard. Concreet naar het onderzoek toe, wordt hier de nadruk gelegd op de verscheidenheid in voorkomen van de levensmiddelen. In dit deelgebied wordt de efficiëntie van de conserveringsmethodologie voor levensmiddelen uitgetest en wordt bijzondere aandacht geschonken aan de verhouding tussen de optimale omgevingsfactoren voor de kunstwerken waarin levensmiddelen zijn vervat en de museale omgevingsfactoren gebruikelijk binnen de opslagruimtes enerzijds en hanteerbaar tijdens een tentoonstelling anderzijds. - De praktijk: Dit deelgebied zal zich voornamelijk toespitsen op de toepasbaarheid van de theoretisch gevormde methodieken in het museale veld. Het praktijkgerichte onderzoek zal gerealiseerd worden door het reconstrueren van enkele kunstwerken. De keuze van de casestudies hangt mede af van de resultaten bekomen na het onderzoek binnen respectievelijk het kunst- en natuurwetenschappelijke veld . Kunstwerken die door de kunsttheorie en de kunsthistorische praktijk als waardevol worden aanzien, creaties van nog in leven zijnde kunstenaars en kunstwerken waarbij de vraag naar behoud vanuit de museale sector werd geformuleerd, komen hiervoor in aanmerking. Tevens zullen de casestudies gekozen worden in relatie tot de hanteerbaarheid van de diverse conserveringstechnieken. Deze zijn in gebruiksmogelijkheden afhankelijk van diverse inwendige eigenschappen en factoren van de levensmiddelen zelf. Concreet betekent dit dat elke case in tweevoud zal gereconstrueerd worden: een reconstructie die dient als referentiecase en de andere waarbij men de diverse conserveringsmethoden gaat toepassen door ze in vitrines te integreren waarbij men de interne omgeving gaat wijzigen. Beiden worden vervolgens onderworpen aan een versnelde degradatie. Dit kan men artificieel creëren door de modellen alternerend in klimaatruimtes
onder te brengen waarbij ze aan verschillende omgevingsfactoren (licht, temperatuur en relatieve luchtvochtigheid) worden blootgesteld. Dit alles gebeurt uiteraard in nauwe samenwerking met de Vakgroep Voedselveiligheid en Voedselkwaliteit. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Vormgeving • Vakgroep Theoretische omkadering van de kunstpraktijk
Onderzoekers: • Julie Gilman • Dirk van Gogh
Preseniline 1 geïnduceerde tau pathologie: biochemische en neuropathologische karakterisering in de mens en in muismodellen. Universiteit Antwerpen Abstract: Presenilines (PS1 en 2) zijn integrale componenten van het gamma-secretase complex dat verantwoordelijk is voor de klieving van een aantal transmembranaire proteïnen zoals het amyloïd precursor proteïne (APP) en Notch. Mutaties in PS1 zijn een belangrijke oorzaak van familiale Alzheimer dementie (FAD). Er wordt aangenomen dat PS mutaties FAD veroorzaken via de 'amyloïd cascade' waarbij Aß accumulatie tau fosforylatie en neurodegeneratie voorafgaat. Meer en meer gegevens suggereren echter dat PS direct kunnen interageren met tau en tau kinasen. In ons departement werd een PS1 mutatie (G183V) geïdentificeerd die pathologische frontotemporale dementie (FTD) van het Pick-type veroorzaakt. Progressieve veranderingen in gedrag of taaldysfuncties worden waargenomen als gevolg van deze ziekte, die een belangrijke oorzaak is van dementie in patiënten jonger dat 65 jaar. Het doel van dit project is het bestuderen van de onderliggende mechanismen van tau accumulatie ten gevolge van mutant PS1 G183V met behulp van cellulaire modellen en muismodellen. Deze modellen kunnen meer duidelijkheid scheppen over de manier waarop een pathologische PS1 mutatie tau pathologie en/of neurodegeneratie kan veroorzaken. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Samir Kumar-Singh • Hans Wils
PRESCIENT: Privacy en opkomende velden van wetenschap en technologie : naar een gemeenschappelijk raamwerk voor privacygerichte en ethische evaluaties Vrije Universiteit Brussel Abstract: rivacy is a multifaceted concept, a moving target and a salient topic in technology policy-making. PRESCIENT will provide an early identification of privacy and ethical issues arising from emerging technologies and their relevance for EC policy. It will contribute to the quality of research in the field of ethics, by distinguishing between privacy and data protection and analysing the ethical, legal and socio-economic conceptualisations of each. The project unfolds in four stages. The first stage is ANALYSIS: the partners will provide a state-of-the-art analysis of privacy and data protection as conceptualised from an ethical, socio-economic and legal perspective. The second stage is CASE STUDIES wherein the partners will identify the privacy, data protection and ethical issues arising from five different emerging technologies and their applications. The third stage focuses on CITIZENS. The partners will analyse various existing surveys to assess citizen concerns and knowledge of the way in which their data are collected, stored and used and their concerns about new technologies and how their concerns have changed over time. The partners will examine 20 top websites and interview data collectors to assess how easy or difficult it is for citizens to access their information and to find out how it is being used. The fourth and final stage focuses on development of a NEW FRAMEWORK FOR PRIVACY AND ETHICAL IMPACT ASSESSMENTS. The partners will develop four scenarios as an element in this new framework, which is based on an integration of the results of this study and on privacy impact assessment guidelines such as those of the UK. The partners will invite a multi-disciplinary panel of 10 external experts to comment on their deliverables and discuss the issues raised in a workshop at each stage. The project will conclude with a final conference to which experts, policy-makers and other stakeholders will be invited in order to debate the project's findings and recommendations. Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Metajuridica
Onderzoekers: • Rocco BELLANOVA • Raphaël GELLERT • SERGE GUTWIRTH • PAUL DE HERT
Pre-partner programma 2012 voor VLIRUOS Institutionele Universitaire (IUS) samenwerking met het Nelson Mandela African Institute of Science andTechnology (NM-AIST) in Tanzania. KU Leuven Abstract: Het prepartner programma beoogt vooral het opzetten van een Programme Support Unit (PSU) aan NM-AIST, het recruiteren en trainen van stafleden.Er zal ook een programma wagen aangeschaft worden en een programma management boek uitgeschreven worden. Een formuleringszending zal plaatsgrijpen tussen 6 en 14 september 2012. Ondertussen werden ook reeds lokale en Vlaamse coördinatoren geselecteerd aan Vlaamse kant en aan NM-AIST. Procedures voor het uitwerken van onderzoekstopics in het programma (waterzuivering en landbouw, en water en mensen) worden voorbereid. Tevens worden procedures uitgewerkt voor toelating van studenten om onderzoek te verrichten binnen het programma. Gedurende het prepartner programma zal NM-AIST zich engageren om lokale partners en andere stakeholders te betrekken in het beoogde programma. NM-AIST en de Vlaamse partners zullen ookbrainstormen in verband met de nodige activiteiten om een Science/Technology Park te installeren op de campus. Er zal ook een gedetailleer Organisaties: • Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud
Onderzoekers:
• Bart Van der Bruggen • Luc Brendonck
Pre-partner programma (2012): Network University cooperation: Network UCLV (Universidad Central "Marta Abreu" de las Villas (Cuba). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Met het programma Zuidinitiatieven financiert VLIR-UOS kleinschalige, laagdrempelige projecten met een beperkt budget. De projecten worden geïnitieerd door Vlaamse academici/ docenten, in samenwerking met academici/ docenten van een universiteit/ hogeschool of een (nonprofit) onderzoeksinstelling in een ontwikkelingsland. Ook andere sociale actoren in het Zuiden kunnen worden betrokken. Een Zuidinitiatief heeft een looptijd van maximum 2 jaar. Organisaties: • Educatiewetenschappen
Onderzoekers: • GEORGES EISENDRATH
Pre-partner programma (2010) voor institutionele universitaire samenwerking tussen de Université du Burundi en de Vlaamse universiteiten. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLIR. UA levert aan VLIR de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Politieke economie van de Grote Meren Regio
Onderzoekers: • Filip Reyntjens
Pre-partner programma (2010) voor institutionele universitaire samenwerking tussen de l'Université Catholique du Congo en de Vlaamse universiteiten. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLIR. UA levert aan VLIR de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Armoede en welzijn als kenmerk van lokale institutionele processen
Onderzoekers: • Tom De Herdt
PReparing Industry to Privacy-by-design by supporting its Application in REsearch. KU Leuven Abstract: The mission of PRIPARE is twofold: facilitate the application of a privacy and security -by-design methodology that will contribute to the advent of unhindered usage of Internet against disruptions, censorship and surveillance, support its risk practice by the ICT research community to prepare for industry practice; foster risk management culture trough educational material targeted to a diversity of stakeholders. Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch. • OE ICRI / CIR
Onderzoekers: • Joseph Dumortier
Preparatory work in the ananlysis and reporting of data on multi-resistance in antimicrobial resistance isolate based data collected from reporting countries for the year 2011 Universiteit Hasselt Abstract: De algemene doelstelling van dit project is het analyseren en rapporteren van de geïsoleerde gegevens over antimicrobiële resistentie bij dieren en voedsel gerapporteerd door de EU-lidstaten en een aantal andere landen die verslag uitbrengen over het rapporteringsjaar 2011. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Marc AERTS • Christel FAES • Ruth NYSEN • Stijn JASPERS
Preparation of amyloid-beta aggregate species from synthetic and patient-derived material to define desease-causing mechanisms.( ABETA) KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Bart De Strooper
Preparatie & Karakterisatie van Polymeer:Fullereen Zonnecellen Universiteit Hasselt Abstract: Organische zonnecellen, gebaseerd op mengsels van geconjugeerde polymeren en fullerenen, zijn veelbelovende volgende generatie zonnecellen door tal van specifieke voordelen : zij kunnen geproduceerd worden door gebruik te maken van traditionele printtechnieken, zij kunnen bereid worden in verschillende kleuren, vormen en op verscheidene (flexibele) substraten (glas, plastic, papier,..),.. Het algemeen doel van dit project is de preparatie en karakterisatie van polymeer:fullereen zonnecellen op basis van een complementaire samenwerking tussen Adis Ababa University en Universiteit Hasselt. De universiteit van Adis Ababa heeft expertise in de synthese van nieuwe geconjugeerde polymeren en kleine moleculen en zal in dit project nieuwe isoindigo- en diketopyrrolopyrrole-gebaseerde geconjugeerde polymeren en kleine moleculen aanleveren. Preparatie van zonnecellen zal gebeuren zowel in Adis Ababa (desk-top roll-to-roll) als in Universiteit Hasselt (spincoating in glovebox) en complementaire karakterisatie zal gebeuren in beide instellingen. Door deze complementaire samenwerking wordt een significante vooruitgang beoogd in een beter begrip en controle van roll-to-roll printbare zonnecellen.
Organisaties: • Materiaalfysica • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Jean MANCA
Preparatie en elektro-optische karakterisatie van polymeer:fullereen zonnecellen Universiteit Hasselt Abstract: De Onderzoeksraad heeft op 23 juni 2011 het verblijf van dr. Shimelis Admassie Molla van de Addis Ababa University, Ethiopië goedgekeurd. Gedurende dit verblijf zal dr. Shimelis Admassie Molla onderzoek uitvoeren in samenwerking met prof. Jean Manca (onderzoeksinstituut IMO). Organisaties: • Materiaalfysica • Organische en Bio-polymere Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Dirk VANDERZANDE • Jean MANCA
Preoperative radiotherapy of rectal cancer by helical tomotherapy : prognostic significance of iNOS, CD3, CD16 en CD68 molecular markers. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen NL abstract Organisaties: • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • GUY STORME • Mark DE RIDDER
Preoperatieve radiotherapie bij rectumkanker naar een behandeling op maat van de patiënt KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Labo Experimentele Radiotherapie
Onderzoekers: • Karin Haustermans • Ines Joye
(Pre)numerische predictoren en subtypes van rekenstoornissen Universiteit Gent Abstract: In deze studie willen we de predictieve waarde van een aantal mogelijke 'markers' ten aanzien van rekenstoornissen op kleuterleeftijd nagaan. Daarnaast proberen we diverse subtypes van rekenstoornissen op hun theoretische onderbouw en klinische relevantie te toesten. Hiertoe worden cross-sectionele data verzameld bij 100 kinderen met rekenstoornissen en worden 500 kleuters longitudinaal gedurende 3 jaar in de lagere school gevolgd. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers • Anne Desoete
Prenatal medical interventions to modulate pulmonary vascularization toprevent pulmonary hypertension in case of congenital diaphragmatic hernia KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Orgaansystemen
Onderzoekers: • Jan Deprest • N. N.
Prenatal interventions to modulate lung growth KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Orgaansystemen
Onderzoekers: • Jan Deprest • Jaan Toelen • Julio Alberto Jiménez Grez
Prenatale modulatie van de longontwikkeling met moleculaire en stemceltechnologie KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Orgaansystemen
Onderzoekers: • Jan Deprest • Jute Richter
Prenatale echografische screening met hoog frequente sondes kan het prognostisch verschil tussen geisoleerde en syndromale afwijkingen van het corpus callosum en de fossa posterior faciliteren. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Orgaansystemen
Onderzoekers: • Luc De Catte • Bart De Keersmaecker
Prenatale Chromosomale Microarray Analyse en Identificatie van Genetische Variaties bij Congenitale Hernia Diafragmatica. KU Leuven Abstract: normal"><w:latentstyles deflockedstate="false" defunhidewhenused="true" defsemihidden="true" defqformat="false" defpriority="99" Prenatale genetische diagnostiek gebeurt traditioneel door middel van karyotypering. Foetale cellen worden verkregen van het amniosvocht of van chorionvlokken via een invasieve staalafname. Deze cellen worden vervolgens opgekweekt en de metafase chromosomen worden gevisualiseerd door kleuring. Karyotypering laat toe om numerieke afwijkingen (b.v. het syndroom van Down of trisomie 21) en structurele afwijkingen met een resolutie van ~10Mb te detecteren. Dit duurt ongeveer 8 à 10 dagen. Chromosomale microarray analyse is een recente techniek die toelaat deleties en duplicaties in het genoom, ook copy number variations (CNVs) genoemd, sneller op te sporen en dit met een veel hogere resolutie in vergelijking met conventionele karyotypering. Hierdoor zijn chromosomale microarrays een heel interessantalternatief. De technologie werd de laatste jaren klinisch in Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Joris Vermeesch • Koenraad Devriendt • Jan Deprest • Paul Brady
Preklinisch testen van procedures voor diagnose en therapie voor hart- en vaatziekten met behulp van ultrageluid. Hogeschool Gent Abstract: De hoofddoelstelling van het onderzoek bestaat uit het ontwikkelen van een geavanceerd fysisch vierkamermodel van het menselijke hart, waarbij vooral aandacht wordt besteed aan:- De realistische geometrie, voornamelijk van het linker en rechter ventrikel (i.e. de pompkamers)- De passieve en actieve mechanische eigenschappen van het wandmateriaal- De echogene karakteristieken van het wandmateriaalteneinde realistische vervormingen van de hartwand en fysiologische intraventrikulaire stromingspatronen te verkrijgen, die gemakkelijk op te meten zijn met 3D echografie.Dit innovatieve experimentele model zal toelaten om:- de technische mogelijkheden van de 3D echocardiografie verder te verkennen.- op een zinvolle manier verbanden te leggen tussen de parametrische beelden op de ultrageluidsmachine en de resultaten verkregen uit numerieke simulaties (stromingsmechanica en/of structuurmechanica).- op een relatief eenvoudige wijze pathologische condities te simuleren (zoals hartklepinsufficiëntie of asynchrone wandbewegingen), en het effect ervan op gebied van intraventrikulaire hemodynamica en wandbeweging te kunnen begroten.- Het effect van therapeutische ingrepen op de intraventrikulaire hemodynamica en de wandbewegingen te simuleren.
Deelprojecten: -----------1) Analyse van de relatie tussen torsiebeweging en bloeddrukgradiënten in het linker ventrikel 2) Application of the Diastolic Filling Formalism on the Asklepios Population Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Mechanica
Onderzoekers: • Peter Van Ransbeeck • Tom Claessens
Preklinisch onderzoek naar veelbelovende combinaties van radiochemotherapie en cytoprotectieve middelen. (Beurs Stichting Emmanuel van der Schueren.) Universiteit Antwerpen Abstract: Bij de behandeling van tumoren wordt de combinatie chemo- en radiotherapie steeds vaker succesvol toegepast. Naast de voordelen van een behandeling die zowel lokaal als systemisch een effect heeft, is er bij sommige combinaties sprake van een door de chemotherapie geïnduceerde toename in de gevoeligheid voor radiotherapie, zogenaamde radiosensitisatie. Gemcitabine heeft een dergelijk versterkend effect op de radiotherapie. Dit heeft vaak niet alleen een verhoogd antitumor effect tot gevolg, maar ook een toename in toxiciteit. Daarom moet deze combinatie in de kliniek met de nodige voorzichtigheid worden toegepast. Het gebruik van cytoprotectieve middelen, zoals amifostine, die normale weefsels kunnen beschermen tegen zowel radiotherapie als diverse chemotherapeutica, zou deze combinatietherapie sterk kunnen verbeteren. Dit onderzoeksproject richt zich op het bestuderen van de combinatie gemcitabine en radiotherapie in tumorcellen en op de optimalisatie van de toepassing van gemcitabine/radiotherapie door gebruik te maken van amifostine. Er zal worden nagegaan hoe beide therapieën het best met elkaar kunnen worden gecombineerd door gebruik te maken van verschillende behandelingsschema's. Naast de cytotoxiciteit zullen andere parameters gemeten worden die mogelijk het werkingsmechanisme van de radiosensitisatie nader kunnen ophelderen, zoals de invloed op de celcyclus, rol van apoptose en p53, intracellulaire dFdCTP concentratie en de invloed op de cellulaire nucleotides. Het optimaliseren van de combinatie gemcitabine/radiotherapie en het gebruik van amifostine in vitro, zou kunnen leiden tot nieuwe klinische toepassingen van deze combinatie. Organisaties: • Medische oncologie, radiotherapie en gynaecologische oncologie • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • Jan Vermorken
Preklinisch onderzoek naar de rol van hepatische opname-transportproteïnen (OATP familie) in de farmacokinetiek van HIV protease remmers.
KU Leuven Abstract: Hepatocyten van rat, hond, varken en mens, gekweekt in een zgn. sandwich-configuratie, worden gebruikt voor het bestuderen van mogelijke interactie van HIV protease remmers met activiteit en functionaliteit van opname-transportproteïnen in de lever. Dit betreft in de eerste plaats transportproteïnen van de OATP familie (Organic Anion Transporting Polypeptide). Recente in vitro gegevens bekomen door onze onderzoeksgroep ((URL:http://dmd.aspetjournals.org/cgi/content/abstract/36/7/1315)Z.-W. Ye, P. Augustijns, P. Annaert, 2008) tonen inderdaad aan dat verschillendeHIV protease remmers duidelijke inhibitie veroorzaken van OATP-gemedieerde accumulatie van model substraten in hepatocyten. Daarnaast toonden Parker en Houston ((URL:http://dmd.aspetjournals.org/cgi/content/abstract/36/7/1375)2008) recent aan dat opnametransporters in de lever snelheidsbepalend zijn voor de hepatische eliminatie van drie HIV protease remmers die in klinisch gebruik zijn. Verder onderzoek zal gericht zijn op de Organisaties: • Farmacotechnologie en Biofarmacie
Onderzoekers: • Pieter Annaert
Preklinisch onderzoek naar de rol en het mechanisme van MDM2 "small molecule" inhibitoren in combinatie met conventionele chemo- en/of radiotherapie, onder normoxische en hypoxische condities. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IWT. UA levert aan IWT de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • Patrick Pauwels • Christophe Deben
Preklinisch onderzoek naar de rol en het mechanisme van MDM2 "small molecule" inhibitoren in combinatie met conventionele chemo- en/of radiotherapie, onder normoxische condities. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de UZA. UA levert aan de UZA de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • Filip Lardon
Preklinisch onderzoek naar de combinatie van MDM2 'small-molecule' inhibitoren met conventionele chemo- en/of radiotherapie, onder normoxische en hypoxische condities. Universiteit Antwerpen Abstract: Gerichte kankertherapie is de behandelingsstrategie van de toekomst. 'Small-molecule' inhibitoren verstoren of verhinderen de interactie tussen p53 en zijn negatieve regulator MDM2. Het doel van de studie bestaat erin het potentieel van deze 'small-molecule' inhibitoren als een gerichte anti-kankertherapie in p53 wt tumoren te bestuderen, alsook de combinatie met conventionele chemo-en/of radiotherapie, onder normoxische en hypoxische condities. Organisaties: • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • Vanessa Deschoolmeester
Preklinisch onderzoek naar de combinatie van EGFR-inhibitoren met gemcitabine en/of radiotherapie onder normoxische versus hypoxische omstandigheden. Universiteit Antwerpen Abstract: Momenteel wordt veel aandacht besteed aan het ontwikkelen van doelgerichte moleculen voor kankerbehandeling. Over hun werking onder hypoxie of in combinatie met bestraling is echter maar weinig gekend. Het lijkt dan ook interessant om twee types EGFR-inhibitoren (cetuximab, een monoclonaal antilichaam en erlotinib, een tyrosine kinase inhibitor) te combineren met radiotherapie en gemcitabine, bij een normale versus lage zuurstofspanning. Organisaties: • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • An Wouters
Preklinisch onderzoek naar chemoradiotherapie combinaties. Universiteit Antwerpen Abstract: Er zal preklinisch onderzoek uitgevoerd worden naar de werking van doelgerichte moleculen onder hypoxie of in combinatie met bestraling. Organisaties: • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • Filip Lardon
Preklinisch model voor preservatie functionele beta cel massa in implanten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Preklinisch model voor preservatie functionele beta cel massa in implanten Organisaties: • Pathologische Biochemie en Fysiologie • Medische Biochemie
Onderzoekers: • Henry HEIMBERG • DANIEL PIPELEERS • ZHIDONG LING
Preklinische studie naar de combinatie van nieuwe cytostatica en radiotherapie. Universiteit Antwerpen Abstract: Bij de behandeling van tumoren wordt de combinatie van chemo- en radiotherapie steeds vaker succesvol toegepast. Naast het voordeel van de combinatie van zowel een lokale als een systemische behandeling, is er bij sommige combinaties sprake van een interactie tussen de verschillende therapieen met als gevolg radiosensitisatie. In dit onderzoek wordt met name gekeken naar de mogelijke interacties tussen nieuwe cytostatica, waaronder ET-743, vinflunine en vinorelbine, en radiotherapie in tumorale cellijnen en normale cellen. De interactie wordt verder in beeld gebracht aan de hand van o.a. celcyclusanalyse en apoptosemetingen. Organisaties: • Medische oncologie, radiotherapie en gynaecologische oncologie • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • Filip Lardon • Jan Vermorken • Cindy Simoens
Preklinische studie naar de combinatie van nieuwe chemotherapeutica en radiotherapie in het kader van de optimalisatie van kankerbehandelingsmethodes. Universiteit Antwerpen Abstract: Preklinische studie naar de combinatie van nieuwe chemotherapeutica en radiotherapie in het kader van de optimalisatie van kankerbehandelingsmethodes. Organisaties: • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • Filip Lardon • Jan Vermorken • Cindy Simoens
Preklinische studie naar de combinatie van nieuwe chemotherapeutica en radiotherapie, in het kader van de optimalisatie van kankerbehandelingsmethoden. Universiteit Antwerpen Abstract: Bij de behandeling van tumoren wordt de combinatie van chemo- en radiotherapie steeds vaker succesvol toegepast. Naast het voordeel van de combinatie van zowel een lokale als een systemische behandeling, is er bij sommige combinaties sprake van een interactie tussen de verschillende therapieen met als gevolg radiosensitisatie. In dit onderzoek wordt met name gekeken naar de mogelijke interacties tussen nieuwe cytostatica, waaronder ET-743, vinflunine en vinorelbine, en radiotherapie in tumorale cellijnen en normale cellen. De interactie wordt verder in beeld gebracht aan de hand van o.a. celcyclusanalyse en apoptosemetingen. Met deze studie gaan we nagaan of er al dan niet een verband bestaat tussen het waargenomen radiosensitiserend effect en de celcyclus effecten van vinflunine. We zullen hierbij korte incubatietijden en intervallen tussen de vinflunine behandeling en de bestraling bekijken. Deze resultaten gaan we vergelijken met de 24-uurs behandeling met vinflunine vlak voor de bestraling om te zien of het radiosensitiserend effect door de verschillende behandelingsschema's beïnvloed wordt en we hiervoor een verklaring kunnen vinden in de waargenomen celcyclus effecten van vinflunine. Organisaties: • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • Cindy Simoens
Preklinische ontwikkeling van RNA gemodifieerde dendritische celvaccins voor kanker en HIV. Universiteit Antwerpen Abstract: Met het oog op de ontwikkeling van een cellulair kankervaccin, zullen humane dendritische cellen (DCs) afkomstig van gezonde individuen, behandelde kankerpatiënten en HIV-seropositieve patiënten worden gekweekt vanuit perifere bloedmonocyten. Het hoofddoel van dit project bestaat erin om een transfer van gedefineerde tumor- of HIV-antigenen naar DC te bewerkstelligen d.m.v. transfectie met mRNA coderend voor het relevant antigeen via electroporatie. Deze met antigenen opgeladen DC zullen vervolgens gebruikt worden voor de in vitro generatie van antigenspecifieke autologe cytotoxische T-cellen die in staat zijn om autologe tumorcellen of HIV-geïnfecteerde cellen te eradiceren. In een latere fase zal worden overgegaan tot het laden van DC met ongefractioneerd autoloog tumormateriaal (totaal tumor mRNA, apoptotische cellen), wanneer er geen voorkennis is van tumorspecifieke tumorantigenen. Voor deze strategie zal worden gewerkt met tumormateriaal afkomstig van baarmoederhals- en lymfekankerpatiënten. Organisaties: • Hematologie en bloedtransfusie • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Zwi Berneman • Vigor F I Van Tendeloo
Preklinische ontwikkeling van RNA gemodifieerde dendritische celvaccins voor kanker en HIV. Universiteit Antwerpen Abstract: Met het oog op de ontwikkeling van een cellulair kankervaccin, zullen humane dendritische cellen (DCs) afkomstig van gezonde individuen, behandelde kankerpatiënten en HIV-seropositieve patiënten worden gekweekt vanuit perifere bloedmonocyten. Het hoofddoel van dit project bestaat erin om een transfer van gedefineerde tumor- of HIV-antigenen naar DC te bewerkstelligen d.m.v. transfectie met mRNA coderend voor het relevant antigeen via electroporatie. Deze met antigenen opgeladen DC zullen vervolgens gebruikt worden voor de in vitro generatie van antigenspecifieke autologe cytotoxische T-cellen die in staat zijn om autologe tumorcellen of HIV-geïnfecteerde cellen te eradiceren. In een latere fase zal worden overgegaan tot het laden van DC met ongefractioneerd autoloog tumormateriaal (totaal tumor mRNA, apoptotische cellen), wanneer er geen voorkennis is van tumorspecifieke tumorantigenen. Voor deze strategie zal worden gewerkt met tumormateriaal afkomstig van baarmoederhals- en lymfekankerpatiënten. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Zwi Berneman • Vigor F I Van Tendeloo
Preklinische ontwikkeling van een innovatieve immuuntherapie gebaseerd op CD56+ dendritische cellen en interleukine15: rekrutering van het aangeboren immuunsysteem in de strijd tegen kanker Universiteit Antwerpen Abstract: Specifiek beoogt deze innovatieve studie om in detail te onderzoeken wat de in vitro capaciteit is van IL-15 DC om NK-cellen en T-cellen te activeren en mobiliseren, en wat het effect daarvan is op het adaptief immuunantwoord in een model van AML. De eventuele betrokkenheid van IL-15 en CD56 in het innate immuunstimulerende potentieel van IL-15 DC zal nader onderzocht worden. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Vigor F I Van Tendeloo • Eva Lion • Heleen Van Acker
Preklinische ontwikkeling van een geoptimaliseerd dendritische cel-gebaseerd vaccin tegen acute myeloïde leukemie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek beoogt de ontwikkeling van nieuwe strategieën ter verhoging van de immuunstimulerende en antitumorale werking van dendritische celtherapie bij acute myeloïde leukemie. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Sébastien Anguille
Preklinische ontwikkeling van een geoptimaliseerd dendritische cel-gebaseerde vaccin tegen acute myeloïde leukemie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project heeft als doel om een nieuw, geoptimaliseerd DC-vaccin te ontwikkelen. De nadruk ligt hierbij op het verkorten van de DCkweekduur, het gebruik van IL-15 als alternatief voor IL-4 tijdens de differentiatie van monocyte-afgeleide DG en het bewerkstelligen van een efficiëntere DG-maturatie d.m.v. 'TolI-like receptor' (TLR)-stimulatie. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Zwi Berneman
Preklinische ontwikkeling van beta cel implanten voor de behandeling van diabetes. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Type 1 diabetes wordt veroorzaakt door een sterke vermindering in het aantal insulineproducerende beta cellen van de pancreas. Dagelijkse insuline injecties kunnen de glucose regeling overnemen maar doen dit minder goed waardoor het risico ontstaat voor acute en chronische complicaties. Een voldoende metabole correctie kan worden geïnduceerd door herstel van een functionele beta cel massa. Proefdieronderzoek heeft aangetoond dat beta cel transplanten kunnen zorgen voor een duurzame normalisatie van een diabetes toestand. Klinische trials hebben deze benadering ondersteund maar hebben ook gewezen op de grote tekorten in donor cellen, op de nood om de samenstelling van celenten te verbeteren en de micro-omgeving van het implant aan te passen. In dit project worden preklinische modellen gebruikt om klinisch bruikbare oplossingen te ontwikkelen en te valideren. Een eerste objectief is ent en implant condities te vinden met betere effecten voor humane beta cel preparaten die worden geïsoleerd uit donor pancreassen. In het tweede objectief dienen deze resultaten als referentie bij uittesten van insuline-producerende implanten geproduceerd uit expandeerbare bronnen zoals varkens perinatale beta cellen, humane embryonale stamcelgederiveerde pancreas precursorcellen. De gegevens zullen moeten aangeven hoe productie processen enerzijds en klinische protocols anderzijds dienen aangepast om onder criteria van efficiëntie en veiligheid vooruitgang te boeken in de behandeling van diabetes. Dit project wordt ondernomen in het kader van het multicenterprogramma "JDRF Center for Beta Cell Therapy in Diabetes". Organisaties: • Pathologische Biochemie en Fysiologie
Onderzoekers: • Babak MOVAHEDI • Pieter IN 'T VELD • Geert MARTENS • DANIEL PIPELEERS
Preklinisch en klinische studie naar neurocognitieve effecten van methotrexaat en corticosteroiïden bij kinderen met ALL KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Laboratorium Kinderimmunologie
Onderzoekers: • Stefaan Van Gool • Marina Danckaerts • Rudi D'Hooge • Iris Elens
Preklinische evaluatie van NKT cellen in multipel myeloom. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Multiple myeloma is still considered as the second most prevalent haematological malignancy and despite recent progresses in treatment options, MM still remains fatal for most patients. One of the new emerging strategies to target MM is using a patient's immune system to target the tumor. However, cancer cells can evade the immune system and tumor surveillance is often impaired. Therefore new drugs are being studied which can activate the immune system directly, thus overcoming this impairment. The immune system can be divided in 2 groups, the innate system containing macrophages and NK cells and the adaptive system containing B and T cells. Within the T cells a relatively new member has been identified, the NKT cell which shows characteristics of both NK cells and T cells. Furthermore, NKT cells are CD1d restricted. A couple of studies on NKT cells in MM have been performed, showing that CD1d becomes downregulated in late stages of the disease and that NKT functionality has been impaired. However no preclinical data on activating these cells in MM is available yet. In this project we will use the syngeneic immune competent 5T33MM mouse model to test a new activator of NKT cells preclinically. We will first characterize the NKT population in these mice and test their functionality against 5T33MMvv cells and a CD1d transduced 5T33MMvt cell line. We will then compare the efficiency of a new 6'-derivatised alpha-galactosylceramide analogue to regular alpha-GalCer in its capacity to activate NKT cells and reduce tumor burden both in vitro and in vivo.
This study will provide new insights in the relatively young field of immunotherapy in MM. If proven useful, the ability to activate this mediator of immune surveillance could lead to new therapeutical targets. Organisaties: • Hematologie
Onderzoekers: • Eline MENU • Karin VANDERKERKEN
Preklinische evaluatie van doelgerichte therapieën in endometriumkanker: gebruik van primaire in vivo en in vitro modellen.nbsp; KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Gynaecologische Oncologie
Onderzoekers: • Diether Lambrechts • Frédéric Amant • Lieve Coenegrachts
Preklinische beeldvorming van de cerebrale cannabinoïd receptoren bij de ziekte van Huntington. KU Leuven Abstract: De ziekte van Huntington (HD) is een progressieve neurodegeneratieve bewegingsstoornis zonder curatieve therapie. Het endocannabinoïd systeem is verstoord bij HD. Ex vivo studies wijzen op een rol van de cannabinoïd-type1 receptor (CB1-B) in de pathogenese en symptomatologie. Ook de cannabinoïd-type2 receptor (CB2-R) is betrokken en heeft een modulerende rol in de beschermingsreactie tegen neurotoxiciteit.Wij bestudeerden recent de cerebrale CB1-R beschikbaarheid in vivo bij symptomatische HD-patiënten via PET. Een uniforme daling werd aangetoond, onafhankelijk vanziekteduur en motore symptomatologie, doch gecorreleerd aan ziekte-loadin de frontale hersenschors. Dit past bij een verstoring van de CB1-R expressie door mutant-huntingtine, en is dus aanwezigheid vroeg in het ziekteproces.De CBR-2 werd tot op heden nog niet in vivo bestudeerd.In dit project wensen we de relatieve bijdrage van de CB1-R en CB2-R als belangrijke effectoren van het ECS in experimenteel HD verder te bestuderen. Organisaties: • Nucleaire Geneesk. & Molec. Beeldvorming
Onderzoekers: • Koenraad Van Laere • Cindy Casteels
Preklinische beeldvorming van de cerebrale cannabinoïd receptoren bij de ziekte van Huntington. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Nucleaire Geneesk. & Molec. Beeldvorming
Onderzoekers: • Cindy Casteels
Pre-industriële sociale structuur en verandering. Ongelijkheid, polarisatie en levensstandaard in de Zuidelijke Nederlanden (ca. 1650-1850). Universiteit Antwerpen Abstract: De opzet van het onderzoek is om door middel van een lange-termijnsstudie (ca. 1600-1850) een beter inzicht te krijgen in de veranderingen en de evolutie van sociaal-economische ongelijkheid en polarisatie aan de vooravond en het begin van de industriële revolutie. Het is een poging om eerst en vooral de evolutie van ongelijkheid, polarisatie en veranderingen in sociaal-economische verhoudingen te meten gedurende deze periode. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Gerlinde Verbist • Wouter Ryckbosch
Preimplantatie genetische diagnose voor monogene en mitochondriale aandoeningen : ontwikkeling en toepassing. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Doel van het experiment. Met deze studie willen we nieuwe diagnostische tests ontwikkelen op het niveau van preimplantatie van embryo's om koppels ad risk voor een kind met een genetische afwijking preimplantatie genetische diagnose aan te kunnen bieden als een alternatief voor prenatale diagnose. De ontwikkeling van PGD voor monogene aandoeningen is een studie waarin wij reeds ruime ervaring hebben en die we zouden willen uitbrengen, maar tevens zouden we PGD willen ontwikkelen voor mitochondriale aandoeningen, wat specifieke problemen met zich meebrengt. Organisaties: • Embryologie en Menselijke Genetica
Onderzoekers: • INGEBORG LIEBAERS
Prehistorische nederzettingspatronenen landgebruik in Zandig Vlaanderen (NW België): een diachrone and geoarcheologische benadering Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt een interdisciplinaire GIS-gerelateerde studie van het landgebruik in Zandig-Vlaanderen (NW-België) tijdens de latere fasen van de steentijden (vanaf 13.000 uncal. BP) tot de komst van de Romeinen. Bedoeling is de rol en impact van het landschap (flora, bodem en klimaat)op het nederzettingssysteem in een multitemporeel kader te analyseren. Hiertoe zullen 3 tot 4 deelgebieden geselecteerd worden, waaronder 2 met een grote densiteit aan archeologische sites (zgn. clustergebieden) en 2 met een lage densiteit (zgn. ?lege? gebieden). In dit onderzoek zullen diverse analysemethoden en ?techieken gecombineerd worden: paleo-ecologische analyses (pollen, zaden, vruchten, enz), absolute dateringen (AMS, OSL), morfologische terrein ? en bodemmodellering (op basis van DHM, SoilGen), bodem-geofysische prospectie (boringen en electro-magnetische sensor), en landevaluatie.
Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Marc Antrop • Marc Van Meirvenne • Philippe Crombé • Peter Finke
Preheelkundige evaluatie van taal en geheugen bij patiënten met refractaire epilepsie aan de hand van functionele magnetische resonantie beeldvorming Universiteit Gent Abstract: Een alternatieve behandeling voor patiënten met refractaire epilepsie is chirurgische resectie van de epileptogene focus. In de huidige essentiële preheelkundige evaluatie wordt gebruik gemaakt van de invasieve intracarotid amytal test of Wada-test. Deze studie onderzoekt het gebruik van functionele magnetische resonantie beeldvorming (fMRI) in de preheelkundige lateralisatie van taal en geheugen. Bedoeling is om te kijken of de invasieve WADA-test nog moet uitgevoerd worden. Het testen van hippocampale geheugenactivatie is het belangrijkste aspect van deze studie. Organisaties: • Vakgroep Radiologie en Nucleaire Geneeskunde
Onderzoekers: • Paul Boon • Eric Achten
PRE FU CO Vrije Universiteit Brussel Abstract: Mobiele communicatie voor het onderhouden van dynamische spatiale databanken en diensten voor nautische en continentale navigatie. Verdere verbetering van de nauwkeurigheid en QoS van de navigatie door fusie van satelliet gebazeerde navigatie, positionering via cellulaire netwerken en op sensoren gesteunde inertietechnieken ten behoeve van gegist bestek. Organisaties: • Elektriciteit
Onderzoekers: • LEO VAN BIESEN • PATRICK BOETS • Carine NEUS
Prefiguration and Hegemony: Representation and Counter-Democratic Movements in the 21st Century KU Leuven Abstract: Aim of this project is to conceptualise #representation# from the perspective of #counter-representative# movements, such as #Occupy#, the #Arab Spring#, or (rightwing) populism. Two different approaches to representation will be developed: #prefiguration# and #hegemony#. Organisaties: • OE Centr. Ethiek, Soc. & Pol. Filosofie
Onderzoekers: • Timmy Heysse • Johan Jop Mathijs van de Sande
Prefermentatie van sojakiemen door het equol-producerend microbieel consortium EPC4 Universiteit Gent Abstract: Optimalisatie van de parameters voor de in vitro fermentatie van daidzine in equol in een aangereikt extract van sojakiemen met behulp van een microbieel consortium, gekarakteriseerd als EPC4. Organisaties: • Vakgroep Biochemische en microbiele technologie
Onderzoekers: • Willy Verstraete
Preferentievorming over Europese integratie op het niveau van individuele politieke elites: tussen nutsmaximalisatie en socialisatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project onderzoekt de oorsprong van preferenties over het Europese integratieproces op het niveau van individuele politieke elites. Door middel van kwantitatieve en kwalitatieve analyses wordt op zoek gegaan naar het relatieve gewicht van rationeel afgewogen belangen (rational choice institutionalisme) enerzijds en de socialiserende context (sociologisch institutionalisme) anderzijds, bij het bepalen van elitepreferenties over Europese integratie in België. Organisaties: • Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM)
Onderzoekers: • Peter Bursens
Preeclampsie: fysiologische en klinische relevantie van de bepaling van verschillende subtypes Universiteit Hasselt Abstract: Pre-eclampsie (PE), gedefinieerd als de zwangerschap-geïnduceerde hypertensie met urinair eiwit-verlies, en foetale groeivertraging (FGR) behoren tot de meest bedreigende ziektes van de zwangerschap voor zowel moeder als kind. Huidige therapieën voor deze ziekten zijn aspecifiek, symptomatisch en zijn al tientallen jaren niet gewijzigd. In dit project, worden protocollen voor de toepassing van nieuwe technologieën zoals ''maternal venous Doppler sonography" en "impedance cardiography" -beiden gevalideerd binnen de onderzoeksgroep - gebruikt om vrouwen met PE en/of FGR te classificeren in subtypes, afhankelijk van hoge of lage cardiac output en/of vasculaire tonus. Groep-specifieke therapie, gericht op de vermindering van de vasculaire tonus +/-cardiale output of om de cardiac output te verhogen, zullen worden toegevoegd aan de conventionele therapie. In de verkennende fase van het project, worden haalbaarheid en veiligheid van deze groep-specifieke therapieën geëvalueerd. Hierna wordt een gerandomiseerde prospectieve observatie gestart voor vergelijking van de conventionele therapieën met groepspecifieke therapieën. Primaire uitkomstmetingen zijn vertraging van de levering, maternale en neonatale uitkomst. Dit project kan perspectieven openen naar gerationaliseerd aanpassing en verbetering van de therapie voor PE en/of FGR. Continue cardiovasculaire monitoring van vrouwen die behandeld zijn voor PE en/of FGR zal ook voor een verbetering zorgen van ons begrip van de achtergrond mechanismen achter deze ziekten. Organisaties:
• Fysiologie
Onderzoekers: • Wilfried GYSELAERS
PREDI-NU Preventie van depressieve en sensibilisering door networking in de EU. KU Leuven Abstract: PREDI-NU is een Europees actie- en onderzoeksproject dat nieuwe interventies voor de preventie van depressie bij jongeren wil uittesten. Het project wordt uitgevoerd door een uitgebouwd netwerk van Europese expertenin de preventie van depressie en suïcide, die reeds eerder samenwerkte in de European Alliance Against Depression (EAAD) en Optimised Suicide Prevention and Implemention in Europe (OSPI) projecten. Het PREDI-NU project bouwt voort op deze ervaringen en wil specifiek inzoomen op de nodenvan jongeren met een beginnende of milde depressie. Er wordt gezocht naar nieuwe methodieken en technologieën om jongeren, voornamelijk jonge mannen, te bereiken die via de bestaande kanalen de weg naar gepaste hulpniet vinden. Het voornaamste doel van het PREDI-NU project is het ontwikkelen van een evidence based online zelfhulp instrument voor jongeren met een beginnende of milde depressie. Het tweede doel is het verbeteren van de deskundigheid van professionals die met jongeren in contact k Organisaties: • Acad. Centr. voor Huisartsgeneeskunde
Onderzoekers: • Chantal Van Audenhove
Predictive value of early response imaging on integrated PET-CI and prognostic value of combined morphometricpathologic response in mediastinal lymph nodes and primary tumor response. KU Leuven Abstract: Patiënten met "resectable" stadium IIIA-N2 "non-small cell" longkanker (NSCLC) kunnen behandeld worden met inductie-chemotherapie, gevolgd doorde chirurgische verwijdering van de tumor. Op dit ogenblik bestaat er geen betrouwbare methode om een onderscheid te kunnen maken tussen enerzijds patiënten die goed reageren op deze behandeling en een goede lange-termijn prognose hebben (responders), en anderzijds patiënten die onvoldoende op de behandeling reageren en dus geen kandidaten zijn voor de "surgical combined modality" behandeling.Het is gekend dat volgende elementen belangrijke prognostische factoren zijn voor een 5-jaar overleving: (i) het effect van inductiechemotherapie op de mediastinale lymfeknopen; (ii) het effect op de primaire tumor en (iii) het succes van chirurgie. Het probleem met deze prognostische factoren is dat ze in principe gebaseerd zijn op post-hoc analyses, gebaseerd op de pathologische analyse van het chirurgisch verwijderde specimen. Idealiter zou men goede pr Organisaties: • Pneumologie
Onderzoekers: • Johan Vansteenkiste • Christophe Deroose
Predictive Formulation and processing of complex fluids from lab to plant KU Leuven Abstract: There are many different types of liquids, and the focus of the doctoral research is on the type of liquids, involved in the making of consumergoods products. An important gap of knowledge exists when it comes to complex fluids and more specifically, to the relationship between rheological properties and behavior of the complex fluid during dosing, handling and mixing. In this work, the aim is to generate knowledge on the mechanistic actions and first principles that play a role on the physics that link the rheological and measurable properties of a complex fluid with its observed behavior when it is processed. Going from single component to multicomponent model fluids, the elongational and shear flows willbe investigated. Furthermore building a connection between the microstructure and its evolution and the flow behavior is targeted. The ultimateaim would be the a priori prediction of the flow properties and microstructure based on the product formulation, during processing and dosi Organisaties: • Afd. Soft Matter Reologie en Technologie
Onderzoekers: • Christian Clasen • Karel Verbeke
Predictive factors related to clinical response in patients with metastatic melanoma treated with dendritic cell based immunotherapy. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen NL abstract Organisaties: • Fysiologie
Onderzoekers: • Bart NEYNS • KRISTIAAN THIELEMANS
Prediction of irradiation damage effects on reactor components.(PERFECT) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit projekt is een samenwerking met het SCK-Mol en vele andere onderzoeksinstellingen. De VUB levert de software voor het modelleren, begrijpen en quantificeren van Stralingsversterkte spanningscorrosiebreuken (Irradiation Assisted Stress Corrosion Cracking (IASCC)) Meer bepaald wordt software ontwikkeld en wordt er assistentie geleverd voor het berekenen van elektrode potentialen, potentiaal- en concentratieverdelingen in scheuren als funktie van de omgevingsparameters en geometrie. De scheurtipchemie is van uitermate belang voor de voortplanting van de scheur zelf. De berekeningen worden eerst uitgevoerd voor specimens in proefopstellingen. Daarna moet de modellering uitgebreid worden voor reaktorkomponenten. Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek
Onderzoekers:
• Gert WEYNS • JOHAN DECONINCK
Prediction-based optimization for dymanic transport scheduling. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Informatica
Onderzoekers: • Luc De Raedt
Predicting the impact of landsliding on river sediment supply KU Leuven Abstract: Landslides are natural hazards that often cause considerable damage andhuman casualties. They are also important to understand landscape development:landslides affect hillslopes in mountain regions, but can also have a large impact on river systems. Large landslide events (e.g. caused by a large earthquake) can cause significant sediment pulses. Understanding how and at what timescale these sediments are transferred through the catchment will allow a better interpretation of sedimentary records (which inform us about likely earthquake and landslide risks) as well as better catchment and river management. This understanding requires modelsthat can explicitly simulate in space and time how landslide-generated sediments are transferred through the river system, which are currently unavailable. This study aims at developing a model that for a given catchment can simulate how many landslides will be triggered by an earthquake, where and how large they will be and how they will supply sedime Organisaties: • Afdeling Geografie
Onderzoekers: • Jean Poesen • Gerard Govers • Matthias Vanmaercke • Jente Broeckx
Predicting Students Academic Achievement at University level in Colombia KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Prof.Opleiding & Ontw.& Levenslang Leren
Onderzoekers: • Eduardo Cascallar • Eva Kyndt
Predicting a phenotype from its genotype: whole genome reverse genetic predictions KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. Microbiële en Plantengenetica
Onderzoekers: • N. N. • Rob Jelier
Predictieve waarde van hersenletsels voor het voorkomen en de karakteristieken van cerebrale visuele inperking bij kinderen met cerebrale parese tot de leeftijd van 6 jaar. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Orgaansystemen
Onderzoekers: • Lieven Lagae • Els Ortibus
Predictieve waarde van guanidinederivaten in de acute fase van een ischemisch cerebrovasculair accident. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project, dat kadert in een breder wetenschappelijk initiatief over CVA, wensen we te onderzoeken of concentraties van guandinederivaten in plasma en cerebrospinaal vocht (CSV) bij patiënten met een acuut ischemisch CVA een predictieve waarde hebben voor : 1) de discriminatie tussen transiënte cerebrale ischemie (gedefinieerd als TIA, een klinische syndroom dat gekarakteriseerd wordt door spontane recuperatie van het neurologische deficit, waarvoor behandeling met thrombolyse uiteraard niet aangewezen is) en CVA en tussen de subtypes van CVA (volgens TOAST-criteria). 2)d e inschatting van de omvang van het ischemische CVA en het risico op hemorrhagische transformatie, zowel in de spontane evolutie als na behandeling met thrombolyse. 3) het voorspellen van vroegtijdige neurologische deterioratie, oedeemvorming en epilepsie in de eerste 72 uren. 4) de predictieve inschatting van de functionele status en mortaliteit 1 jaar na het ischemische CVA. Organisaties: • Neurochemie en gedrag
Onderzoekers: • Peter De Deyn • Raf Brouns
Predictieve modellen ter ondersteuning voor productinnovatie in de vleeswarensector Universiteit Gent Abstract: Dit project heeft als doel de wetenschappelijke kennis rond predictieve microbiologie te vertalen naar de industrie. Modellen die de groei van L. monocytogenes voorspellen tijdens de houdbaarheid van vleeswaren zullen geïntroduceerd worden. Bestaande modellen zullen gevalideerd
worden en aangepast voor verschillende matrices (ham, salami, bacon,?). Een specifieke software tool zal ontwikkeld worden en geïmplementeerd worden bij geïnteresseerde bedrijven. Organisaties: • Vakgroep Voedselveiligheid en Voedselkwaliteit
Onderzoekers: • Frank Devlieghere
Predictieve microbiologie onder stresserende omgevingsomstandigheden: Systematische methodes voor het uitbreiden van veelgebruikte modelleerconcepten KU Leuven Abstract: Het doel van dit project is methodes uit te werken om bestaande microbiële modellen uit te breiden zodat ze het gedrag van microorganismen onder nieuwe en stresserende omgevingsomstandigheden nauwkeurig beschrijven. Hiervoor worden kinetische modellen die gebaseerd zijn op het Gamma concept uitgebreid zodat ze rekening houden met interacties tussen omgevingsomstandigheden. Daarnaast worden probabilistische modellen uitgebreid zodat ze rekening houden met meerdere omgevingsomstandigheden en worden nieuwe, geavanceerde modelleertechnieken bestudeerd om ze te gebruiken als probabilistische modellen binnen predictieve microbiologie. De voornaamste toepasbaarheid van de bekomen resultaten bevindt zich in de voedingstechnologie. Organisaties: • Afd. Chem. en Biochem. Procestechnol.
Onderzoekers: • Jan Van Impe • Simen Akkermans
Predictieve merkers voor het gebruik van anti-EGFR biotherapeutica bij hoofdhalskanker: de generatie van resistente cellijnen met het oog op microarray-based comparative genomic hybridization. Universiteit Antwerpen Abstract: Gezien het potentiële succes van anti-EGFR biotherapeutica bij hoofdhalskanker, is het verkrijgen van merkers die een effectieve behandeling voorspellen van groot belang. Door uit een cellijn die gevoelig is voor anti-EGFR biotherapeutica, een resistente dochtercellijn te ontwikkelen, en deze beide te gebruiken voor microarray-based comparative genomic hybridization, kunnen genen worden opgespoord die verschillend tot expressie komen. Organisaties: • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • Bea Pauwels
Predictieve clustering voor gestructureerde biomedische gegevens. KU Leuven Abstract: Verschillende wetenschapsdomeinen genereren gegevens aan een stijgend tempo, wat gepaard gaat met een nood aangeschikte data mining tools om er nuttige kennis uit te extraheren. Uitdagingen hierbij omvatten de schaal en complexiteit(structuur) van de gegevens. Gemotiveerd door nieuwe toepassingen, zoals de analyse van complexe biomedischegegevens, zullen we in dit project nieuwe data mining methoden ontwikkelen om hoogdimensionele en gestructureerdegegevens te analyseren. Een goed startpunt zijn predictieve clusteringsbomen, een flexibele klasse van machine learningmodellen, die kan omgaan met verschillende types gestructureerde gegevens. Concreet zullen we het leren vanpredictieve bi−clusteringsbomen en semi−gesuperviseerde gestructureerde uitvoer behandelen. Organisaties: • Groep Biomedische Wetenschappen • Mij. Gezondh.- & Eerstelijnszorg Kulak
Onderzoekers: • Celine Vens
Predictieve analyse voor Lokale Politie Antwerpen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de opdrachtgever. UA levert aan de opdrachtgever de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Sociale Concurrentie en Recht
Onderzoekers: • Wim Hardyns
Predictieve Analyse voor Klanteninzichten: Gegevensverrijking Universiteit Gent Abstract: Naast algoritmeverbetering en tijdsvensteroptimalisatie is gegevensverrijking een strategie om de predictieve performantie van klantengedragsmodellen te verbeteren. Gegevensverrijking is gedefinieerd als de evaluatie van de toegevoegede waarde van verschillende gegevenstypes met betrekking tot predictieve kracht. Het doel van dit project is het onderzoeken van gegevensverrijking in een groot sociaal netwerk voor voorspelling van afnemingsverhoging en netwerkgroei. Organisaties: • Vakgroep Marketing
Onderzoekers: • Dirk Van den Poel
Predictie van type 1 diabetes door combinatie van biologische, demografische en antropometrische gegevens. Universiteit Antwerpen Abstract: Predictie van type 1 diabetes door combinatie van biologische, demografische en antropometrische gegevens. Organisaties: • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Luc Van Gaal
Predictie van risico en antwoord op medicatie bij inflammatoire darmziekten KU Leuven
Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • TARGID
Onderzoekers: • Séverine Vermeire • Isabelle Cleynen • Thomas Billiet
Predictie van DON-concentraties en Fusarium spp. in graan met regressie-gebaseerde leeralgoritmen Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Plantaardige Productie
Onderzoekers: • Kris Audenaert • Geert Haesaert • Bart Pycke • Sofie Landschoot
Predictief modelleren van tijdruimtelijke fenomenen in Geografische Informatiesystemen aan de hand van Machinaal Leren. Universiteit Gent Abstract: De toenemende rijkdom aan data over spatiotemporele fenomenen maakt nieuwe modelleringstechnieken mogelijk binnen de Geografische Informatie Wetenschappen. Dit doctoraatsmandaat zal hiervoor het nut onderzoeken van machine learning technieken --? een data -?gedreven aanpak voor predictievemodellen. Het doel is de nuttige technieken voor deze uitdaging te identificeren, over te brengen naar het GIS-?raamwerk en te testen m.b.v. data van een massa--?evenement. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Nico Van de Weghe
Predicatieve categorieën en informatiestructuur. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project viseert een typologische studie van de relaties tussen predicatieve categorieën en informatiestructuur. Predicatieve categorieën verbinden de stand van zaken waarover gesproken wordt met de communicatieve situatie. Het gaat hierbij over illocutionaire kracht, polariteit, modus, tijd, persoen en dergelijke. Informatiestructuur behelst emfase en de opdeling van de zin in thema en rhema, topic en focus. Organisaties: • Linguistiek • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Johan Van der Auwera
PREDEMICS. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Klinische & Epidemiologische Virologie
Onderzoekers: • Philippe Lemey
Preconceptueel dragerschapsonderzoek voor mucoviscidose KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Interfac. Centr. Biomed. Ethiek & Recht
Onderzoekers: • N. N. • Pascal Borry
Preconceptiezorg in Vlaanderen: Praktijk, kennis, attitude en noden Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek zal nagaan wat de praktijkvoering, noden, kennis en attitude is van patiënten en eerstelijnshulpverleners ten opzichte van preconceptiezorg. Ten tweede wordt onderzoek gevoerd naar de incidentie, determinanten en zwangerschapsuitkomst van ongeplande zwangerschappen in Vlaanderen. Een interventie wordt systematisch ontwikkeld, getaillored en geïmplementeerd binnen de eerstelijnszorg om de praktijkvoering, attitude en kennis van zowel patiënten en hulpverleners te verhogen. Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Dirk De Bacquer • Annie De Sutter • Sofie Verhaeghe • Ann Van Hecke • Ilse Delbaere
Preclinical research on the neuroprotective effects of the insulin-like growth factor IGF-I in a rat model for focal cerebral ischemia Vrije Universiteit Brussel Abstract: IGF-I is neuroprotective in different models of hypoxic/ischemic brain injury. Seven studies revealed that administration of IGF-I after induction of the injury reduces the infarct volume, increases cell survival or improves functional outcome.
Our research addresses the therapeutic potential of IGF-I in neuroprotection after transient focal ischemic stroke using the endothelin-1 rat model. In the current proposal, we aim to study the working mechanism of IGF-I and the possible synergistic interaction with oestrogen treatment. Organisaties: • Farmacologie
Onderzoekers: • RON KOOIJMAN
Preclinical Parkinson research KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoeksgr_Neurobio_en Gentherapie
Onderzoekers: • Veerle Baekelandt • N. N. • Anke Van der Perren
Precision Ultrasonic Assisted ELID-Grinding of Advanced Materials KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling PMA
Onderzoekers: • Dominiek Reynaerts • Jun Qian • N. N.
Precision beta spectrum shape measurements KU Leuven Abstract: In the past years a series of precision correlation measurements to search for new types of weak interaction in nuclear beta decay have been performed. The precision of such measurements has now reached the level of1% and sometimes even better. Further, several experiments are currently being upgraded or planned in view of reaching precisions at the 0.1% level. In order to search for deviations from the Standard Model description of Nature at this level, small effects that are part of the StandardModel and are caused by the strong interaction (so-called induced or recoil effects) now also have to be included. A sensitive and clean method to investigate such recoil effects is to measure the shape of beta spectra which exhibits a dependence on the most important recoil term (called weak magnetism) that is linear with energy. In addition, the beta spectrum shape also provides information on possible scalar and tensor components in the weak interaction, via the so-called Fierz interferenc Organisaties: • Afdeling Kern- en Stralingsfysica
Onderzoekers: • Natalis Severijns • Maciej Perkowski
Precessie elektronen diffractie voor het oplossen en verfijnen van de structuur van materialen, met nadruk op incommensurabel gemoduleerde materialen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Joke Hadermann • Senne Van Rompaey
Precaire tewerkstelling en gezondheid: de perceptie van precair werk door werknemers en de constructie van een meetinstrument voor Vlaanderen Vrije Universiteit Brussel Abstract: English title Precarious employment and health: workers' perceptions of precarious employment and the construction of a measuring instrument for Flanders.
Increasingly, the "standard employment contract" becomes subjected to a process of "precarisation", resulting in more non-standard and flexible forms of employment. Epidemiological evidence shows psychological and physical health complaints to be related with manifestations of such "employment precariousness". Certainly, given the high and rising rates of occupational disability due to psychological disorders, the health consequences of employment conditions deserve more research attention. An interesting approach uses the multidimensional concept of employment precariousness. This multidimensional way of looking has been turned into a measurement instrument (EPRES) by the EMCONET research network. A first objective of this study is to adapt this instrument to the context of workers in Flanders. For that end the specific manifestations of the dimensions of employment precariousness will be studied through qualitative research, including expert interviews and interviews with precarious workers. Afterwards, based on the qualitative results, an adapted instrument will be tested in a pilot survey. The second objective of the same qualitative study is to acquire more insight in how workers perceive the pathways by which precarious employment relates to their physical and mental well-being. Organisaties: • Medische Sociologie • Sociologie
Onderzoekers: • FREDDY LOUCKX • Kim BOSMANS
• Christophe VANROELEN
Precaire tewerkstelling en gezondheid constructie van een meetinstrument voor Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De laatste drie decennia was het "standard employment contract' onderhevig aan een proces van precarisering (o.a. flexibele, tijdelijke en andere niet-standaard arbeidsvoorwaarden). Onderzoek toont aan dat precaire tewerkstelling gerelateerd is aan psychologische en fysieke gezondheidsklachten. De toename van arbeidsongeschiktheid ten gevolge van psychische gezondheidsproblemen maakt bijkomend onderzoek naar de risicofactoren, zoals precaire arbeidsvoorwaarden, evident. Het creeren van een doelgericht meetinstrument vormt hierbij een noodzakelijke eerste stap. Het doel van dit onderzoeksvoorstel is de creatie van een gevalideerd, multi-dimensioneel meetinstrument voor het meten van de gezondheidseffecten van precair werk in Vlaanderen, gebaseerd op een reeds bestaand Spaans instrument, "EPRES". De Vlaamse context, gesitueerd binnen een continentaal Europese welvaartsstaat, biedt een interessant contrast met de arbeidsorganisatie en -voorwaarden in Spanje. Vanwege de verschillende context, zal deze studie niet enkel een belangrijk instrument voortbrengen voor de validering van arbeidsvoorwaarden in onze eigen nationale context, maar ook helpen bij de constructie van een instrument dat gebruikt kan worden in crossnationaal Europees onderzoek. Hiervoor zullen zowel kwalitatieve als kwantitatieve methoden gebruikt worden. Een tweede doel is om, gebruikmakend van kwalitatieve onderzoekstechnieken, de causale paden die precair werk aan fysieke en mentale qezondheidsklachten linken te onderzoeken. Increasingly, the "standard employment contract" becomes subjected to a process of "precarisation", resulting in more non-standard and flexible forms of employment. Epidemiological evidence shows psychological and physical health complaints to be related with manifestations of such "employment precariousness". Certainly, given the high and rising rates of occupational disability due to psychological disorders, the health consequences of employment conditions deserve more research attention. An interesting approach uses the multidimensional concept of employment precariousness. This multidimensional way of looking has been turned into a measurement instrument (EPRES) by the EMCONET research network. A first objective of this study is to adapt this instrument to the context of workers in Flanders. For that end the specific manifestations of the dimensions of employment precariousness will be studied through qualitative research, including expert interviews and interviews with precarious workers. Afterwards, based on the qualitative results, an adapted instrument will be tested in a pilot survey. The second objective of the same qualitative study is to acquire more insight in how workers perceive the pathways by which precarious employment relates to their physical and mental well-being. Organisaties: • Interface Demografie • Medische Sociologie
Onderzoekers: • FREDDY LOUCKX • Kim BOSMANS • Deborah DE MOORTEL • Christophe VANROELEN
Precaire tewerkstelling: een crossnationaal onderzoek naar de verbanden met gezondheid, sociaal-economische verschillen in gezondheid en hun evolutie doorheen de tijd. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Precaire tewerkstelling: een crossnationaal onderzoek naar de verbanden met gezondheid, sociaal-economische verschillen in gezondheid en hun evolutie doorheen de tijd. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • Christophe VANROELEN
Precaire arbeid, precaire levensomstandigheden en gezondheid. Constructie en evaluatie van een indicator voor precaire arbeid en gezondheid binnen een crossnationale context. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Probleemstelling en doelstellingen van het onderzoek Gedurende de voorbije decennia heeft de klassieke arbeidsverhouding fundamentele veranderingen ondergaan. Een belangrijk aspect hierbij is het onder druk komen van het psychologische contract tussen werkgever en werknemer: de "standaard arbeidsverhouding", die de werknemer "relatief permanente tewerkstelling biedt in ruil voor het goed uitvoeren van de hem opgedragen taken" (Cooper 2002) is van langsom minder de norm. Dit heeft gevolgen voor de manier waarop de relatie tussen arbeid en gezondheid moet worden onderzocht (Benach et al 2002). In de voorbije decennia was er vooral onderzoek naar de gevolgen van het arbeidsproces zelf: fysieke blootstellingen, werkstress als gevolg van werkeisen en de controle over het werk, enz. - o.a. in het kader van het Demand-Control-Support (DCS) model (Karasek 1979). Door het onder druk komen van de standaard arbeidsverhouding ontstaat de noodzaak om ook de gezondheidsgevolgen hiervan te onderzoeken (Cooper 2002). Het schaarse empirisch onderzoek op dit terrein heeft tot hiertoe twee invalshoeken gehanteerd. Een eerste invalshoek is zich blijven richten op de klassieke kenmerken van het arbeidsproces en heeft aangetoond dat nieuwe categorieën van werknemers, zoals tijdelijke of deeltijdse werknemers, vaker een benadeelde positie bekleden in termen van fysieke en psychosociale werkomstandigheden, werknemersvoordelen, enz. (Quinlan et al 2001, Goudswaard & Andries 2002). Een tweede invalshoek heeft zich wel gericht op de arbeidsverhouding. Er is aangetoond hoe werknemers in onzekerheid meer kans hebben op gezondheidsklachten (Ferrie 1999, D'Souza et al 2003). Recent is ook aandacht besteed aan de gevolgen van tijdelijke tewerkstelling en andere atypische arbeidcontracten (Benach et al 2004, Virtanen et al 2005). De bevindingen voor deze laatste relaties zijn echter over het algemeen onduidelijk (De Cuyper et al 2008). De beide invalshoeken hebben duidelijke beperkingen. Terwijl de eerste voorbij gaat aan de gezondheidsrisico's eigen aan belangrijke transformaties op het vlak van de arbeidsverhouding, is de tweede teveel gericht op specifieke categorieën, met een grote interne heterogeniteit en een moeilijke vergelijkbaarheid (zeker internationaal). De tweede benadering gaat te weinig in op de onderliggende oorzaken van de gezondheidseffecten: zo kunnen werkonzekerheid en lage kwaliteit van de arbeid evengoed kenmerken van klassieke jobs zijn, terwijl niet alle vormen van atypische tewerkstelling dezelfde kwalitatieve kenmerken hebben (De Cuyper et al 2008). Er is nood aan een benadering die op zoek gaat naar gezondheidsgevolgen van zowel elementen uit het arbeidsproces als de arbeidsverhoudingen (Clarke et al 2007). Hiertoe is het van belang om de gezondheidsrisico's verbonden met hedendaagse arbeidsverhoudingen op een meer generische manier te benaderen. Benach et. al. (2007) suggereren om het concept precaire arbeid te gebruiken als criterium om de hedendaagse atypische arbeidsverhoudingen te kwalificeren. In tegenstelling tot specifieke flexibele arbeidsvormen is precaire arbeid een concept dat meerdere dimensies omvat: tijdelijkheid en onzekerheid, machteloosheid, ondermaatse belonings- en beschermingsniveaus en materiële onzekerheid (Fudge & Owens 2006). Op die manier worden jobs op een continuüm, met de standaard arbeidsverhouding als referentiepunt, geplaatst (Hadden et al 2007). Een focus op meer generische indicatoren van precaire arbeid vergemakkelijkt bovendien ook de internationale vergelijkbaarheid (De Cuyper et al 2008). Dit is enorm belangrijk, omdat het de macrocontext in termen van arbeidsmarktregulering, sociale voorzieningen, sociale bescherming, ... is die de specifieke inhoud van precaire arbeidsomstandigheden bepaalt - en bijgevolg ook de potentiële gezondheidsimpact (Vosko 1998). De centrale doelstelling van dit onderzoek is om indicatoren voor precariteit van de arbeidsverhoudingen in een representatieve steekproef van de Europese beroepsactieve bevolking te toetsen op hun samenhang en gezondheidsgevolgen, teneinde een meer generisch concept voor precariteit van de arbeid en de relatie hiervan met gezondheid te operationaliseren. Vervolgens zal dit concept in empirisch onderzoek in verband worden gebracht met indicatoren
voor het arbeidsproces, levensomstandigheden en factoren behorende tot het macroniveau. Deze algemene doelstelling vertaalt zich in zes specifieke doelstellingen: (1) Het operationaliseren en schatten van de prevalentie van een aantal indicatoren voor precaire arbeidsverhoudingen binnen de dataset; (2) Het analyseren van de relaties tussen indicatoren van precariteit met zelfgerapporteerde gezondheid en sociale kenmerken (o.a. gender, leeftijd en sociaal-economische positie); (3) Het construeren van een meerdimensionaal concept voor precaire arbeidsverhoudingen; (4) Het toetsen van de mate van samenhang, complementariteit en mogelijke interacties tussen het concept van precariteit en fysieke en psychosociale kenmerken van het arbeidsproces, alsmede kenmerken van (precaire) levensomstandigheden; (5) De schatting van de mate van crossnationale variatie in de relatie tussen het precariteitsconcept en de indicatoren van zelfgerapporteerde gezondheid; (6) Het evalueren van de verklarende kracht van een geselecteerd aantal variabelen op macroniveau (landen) voor deze eventueel vastgestelde crossnationale variatie. Organisaties: • Interface Demografie • Medische Sociologie
Onderzoekers: • FREDDY LOUCKX • Karen VAN AERDEN • Christophe VANROELEN
PRDM16 als kandidaat om arteriële specificatie en groei te induceren: onderzoek en toepassingen KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Moleculaire en Vasculaire Biologie
Onderzoekers: • Aernout Luttun • Sander Craps
Praten kan ik niet.RAAK-project. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Experimentele Oto-rino-laryngologie
Onderzoekers: • Inge Zink
Praktisch Humanisme: jongeren eerst Vrije Universiteit Brussel Abstract: De vrijzinnig humanistische dienstverlening is de professionele hulp die zich richt tot de bevolking, zonder discriminatie. Het gaat om diensten die verleend worden vanuit een vrijzinnig humanistische instelling door een afgevaardigde van deMens.nu of door een erkend vrijwilliger van een lidvereniging. De dienstverlening gebeurt autonoom op basis van de deontologische code en praktijkrichtlijnen van deMens.nu (UVV- zie verder) met respect voor ieders keuzevrijheid en waardepatroon. De vrijzinnig humanistische dienstverlening kan algemeen zijn of categoriaal. Ze richt zich zowel tot individuen als tot groepen zonder onderscheid van leeftijd. Ze wordt rechtstreeks georganiseerd door deMens.nu of met haar steun verstrekt door een lidvereniging zonder de autonomie ervan aan te tasten. Organisaties: • Educatiewetenschappen
Onderzoekers: • WILLEM ELIAS
Praktische werkmodellen binnen het zorgpastoraal voor mensen met beperkingen. KU Leuven Abstract: Dit onderzoek biedt een theoretische fundering voor praktische modellenvoor pastoraat voor kwetsbare mensen. Organisaties: • OE Pastoraaltheol. en Empirische Theol.
Onderzoekers: • Axel Liegeois
Praktische combinatorische veilingen. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG ORSTAT Leuven
Onderzoekers: • Frederik Spieksma • Dries Goossens
Praktische berekeningsmethode voor luchtdebiet in natuurlijk verluchtegebouwen bmv Computational Fluid Dynamics. KU Leuven Abstract: An important problem today is to measure the ventilation rate trough naturally ventilated structures in agriculture. Most of the livestock houses worldwide are ventilated in a natural way and cause most of the emissions and environmental loads. As long as there is no more accurate technique to measure the ventilation rate it remains impossible to obtain accurate data on environmental load and emissions.Several principles have been tested and developed to measure the ventilation rate through naturally ventilated sections but more work is needed to make these techniques applicable. The objective of this work is to useCFD calculations to further develop a very promising measuring technique based upon the use of speed of sound in chimneys with diameters up to 80 cm and open ridges as often used in agricultural buildings. By doing so a "calculation method" can be optimised to get more accurate estimates of the used ventilation rates. Organisaties: • Afdeling M3-BIORES
Onderzoekers: • Daniel Berckmans
Praktijktest in het kader van leerzorg. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project is een praktijktest voor het leerzorgkader; het wil een electronisch invulformulier ontwikkelen, op basis van de indicatorenlijst zoals ontwikkeld in de werkgroep indicatoren van leerzorg van het Vlaamse Ministerie van Onderwijs, om CLB's toe te laten leerlingen op een vlotte manier in de leerzorgmatrix in te schalen, zowel wat hun leerlingkenmerken betreft als één van de vijf zorgniveaus; en de validiteit en haalbaarheid ervan nagaan bij een steekproef van 8600 leerlingen kleuter-, basis- en secundair onderwijs. Het dossier leerzorg heeft tot doel de zorg voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften in het gewoon en buitengewoon basis- en secundair onderwijs te plaatsen binnen één gemeenschappelijk referentiekader. De leerzorgmatrix is een ordeningskader om de zorg in het onderwijs te structureren, te ordenen en te organiseren. Het vertrekt vanuit twee invalshoeken: leerzorgniveaus en clusters van specifieke onderwijs- en opvoedingsbehoeften. Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Jozef Lebeer • Elke Struyf
Praktijken van zorg binnen en buiten het reguliere onderwijs KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE School- en Ontwikkelingspsychologie
Onderzoekers: • Karine Verschueren • Elke Struyf • Kathleen Bodvin
Praktijken van verplaatsing: adoptie en pleegzorg van kinderen van gemengde afkomst tijdens en na het Belgisch kolonialisme. Universiteit Antwerpen Abstract: De gedwongen "repatriëring" en plaatsing van kinderen van gemengde raciale afkomst uit de voormalige Belgische kolonies is een van de eerste grootschalige gevallen van interraciale adoptie in België. Vertrekkende van deze casus bekijkt dit onderzoeksproject hoe de vandaag geïnstitutionaliseerde praktijken van transraciale adoptie tot stand kwamen en evolueerden. Aangezien kinderen van gemengde afkomst zowel in de koloniale als in de postkoloniale samenleving het beeld van 'de ander' belichaamden, zal interraciale adoptie bovendien bekeken worden als een plaats van culturele ontmoeting Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Henk de Smaele • Sarah Heynssens
Praktijken van huiselijkheid in een tijd van verandering. Materiële culturen en vertogen van inclusie en exclusie in negentiende-eeuws Antwerpen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Ilja Van Damme • Britt Denis
Pragmatische taalprofielen bij microdeletiesyndromen: cross-sectionele vergelijking van kinderen met 22q1.2 deletiesyndroom en Williams syndroom met een lichte tot matige verstandelijke beperking KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Experimentele Oto-rino-laryngologie
Onderzoekers: • Eric Manders • Inge Zink • Ann Swillen • Ellen Van Den Heuvel
Practices of solidarity in every day settings of diversity KU Leuven Abstract: The aim of the PhD is to discover innovative practices of solidarity and understand how these are possible in contexts of diversity. The relationship between solidarity and diversity is a tense one according to recent sociological literature. Yet solidarity, as one of the core and originating concepts of social science, has proved itself flexible and open to continuous redefinition throughout the history of the discipline. ThisPhD consists of action research in settings where civil society organisations attempt to stimulate solidarity between members of ethnoculturally different groups. Organisaties: • Afdeling Geografie
Onderzoekers: • Maarten Loopmans • Floor Spijkers
PRACTICE. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract
Organisaties: • Afdeling ESAT - COSIC
Onderzoekers: • Bart Preneel
Practical combinatorial auctions. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG ORSTAT Leuven
Onderzoekers: • Frederik Spieksma • Bart Vangerven
PPRISM : Grant agreement : REN/09/SUB/G/170.2009/SI2.552637 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Studie rond de impact van een Europese Haven systeem op de samenleving, milieu en economie Organisaties: • Business • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • Elvira HAEZENDONCK • Michael DOOMS
PPI-iMixPro, een nieuwe technologie voor de karakterisering van eiwitcomplexen Universiteit Gent Abstract: Eiwitten functioneren typisch samen met andere eiwitten en vormen dus eiwitcomplexen. Massaspectrometrie is een veelgebruikte techniek om de individuele compomenten van deze eiwitcomplexen te identificeren. In dit project zal differentiële isotopenmarkering van eiwitten of peptiden gebruikt worden om efficiënter en accurater de constellatie van geselecteerde eiwitcomplexen te achterhalen. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Kris Gevaert • Sven Eyckerman • Francis Impens
POXylation als next-generation PEGylation Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Toegepaste fysica • Vakgroep Organische chemie (WE) • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Rudi Beyaert • Veronique Van Speybroeck • Richard Hoogenboom
Poxylatie als volgende generatie pegylatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IWT. UA levert aan IWT de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • Sigrid Stroobants • Steven Staelens • Leonie Wyffels
Powermanagement KU Leuven Abstract: Continuation of design and implementation of a SC DC DC gearbox convertor in 90nm technology. Organisaties: • Afdeling ESAT - MICAS
Onderzoekers: • Michel Steyaert • Nicolas Butzen
Power and consumer behavior. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Marketing Leuven
Onderzoekers: • Luk Warlop • Michelle van Gils
Powder flow KU Leuven
Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Soft Matter Reologie en Technologie
Onderzoekers: • Peter Van Puyvelde • Michael Van den Eynde
Poverty Reduction Strategy Papers and Civil Society Participation. Universiteit Antwerpen Abstract: Poverty Reduction Strategy Papers and Civil Society Participation. Organisaties: • Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en -beheer - overige
Onderzoekers: • Robrecht Renard
Poverty reduction strategy papers. Universiteit Antwerpen Abstract: PRSP is een afkorting voor een nieuwe en ambitieuze benadering van de multilaterale en bilaterale ontwikkelingshulp aan arme inkomenslanden die sinds 2000 werd ingevoerd en waaraan België meewerkt. Het project betreft een beleidsondersteunend steunpunt (BOS) dat werd goedgekeurd voor 4 werkingsjaren. Het steunpunt concentreert zich rond de volgende drie prioritaire thema's m.b.t. PRSP, met gender als transversaal aandachtspunt : de politieke economie van de PRSP; Monitoring en evaluatie van de PRSP; en fiscale en budgettaire aspecten. De activiteiten in het kader van het steunpunt "PRSP" bestaan hoofdzakelijk uit (i) dienstverlening (producten aan de overheid) overeenstemmend met indicatief 20% van het budget, m.n. trekkingsrechten voor vorming, advies, opmaak beleidsdocumenten, etc., en (ii) wetenschappelijk onderzoek (academische output), m.n. indicatief 80% van het budget. Organisaties: • Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en -beheer - overige • AID Policy
Onderzoekers: • Robrecht Renard • Nathalie Holvoet • Nadia Molenaers • Danny Cassimon
Poverty and poverty reduction in the great lakes : a multidisciplinary approach. Universiteit Antwerpen Abstract: Daar Centraal-Afrika een prioriteit vormt voor het Belgisch buitenlands beleid en bovendien het Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en Beheer en het Centrum voor de studie van het gebied van de Grote Meren van Afrika een belangrijke expertise hebben in het gebied van de Grote Meren, werd deze regio gezozen als focus voor de conferentie. Als probleemstelling werd de bestrijding van armoede gekozen daar dit het centrale thema is binnen de internationale doelstellingen inzake ontwikkelingssamenwerking en daar armoede zich als een prangend probleem stelt in het gebied van de Grote Meren. Bovendien bezit het IOB een belangrijke expertise in het gebiedvan armoede en armoedebestrijding met o.a. een internationaal trainingsprogramma rond de "Poverty Reduction Strategy Paper". Het Grote Meren gebied werd jaren geteisterd door conflict en geweld en bevindt zich nu in een periode van politieke en sociale heropbouw en economisch herstel. Het ontwikkelingskader waarin dit gebeurt is de"Poverty Reduction Strategy", in 1999 gelanceerd door de Wereldbank en het IMF. Het Strategisch Plan voor armoedebestrijding (PRSP) plaats armoedebestrijding in het centrum van ontwikkelingsstrategieen waarbij niet alleen economische groei maar ook politieke stabiliteit, goed bestuur, het uitbouwen en het toegankelijk maken van sociale structuren en het naleven van de mensenrechten als voorwaarden gelden. De bestrijding van armoede vereist inspanningen vanuit verschillende sectoren en moet daarom bekeken worden vanuit een multidisciplinair standpunt. Organisaties: • Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en -beheer - overige • Politieke economie van de Grote Meren Regio
Onderzoekers: • Stefaan Marysse
Pour une sémiotique de la conjugalité iconique et textuelle: du roman graphique à son adaptation en film d'animation KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch.
Onderzoekers: • Jan Baetens • N. N.
Pots, Practices and Identities in the Early and Middle Minoan Cemetery at Sissi, Crete. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Archeologie Leuven
Onderzoekers: • Ilse Schoep • Peter Tomkins • Catarina De Sousa Miragaia de Oliveira
Potentiële opbrengst en energetische waarde van biomassa uit Low-Input High-Diversity (LIHiD)-systemen in Vlaanderen. KU Leuven Abstract: Door de verandering van het klimaat en de eindigheid van fossiele brandstoffen neemt de interesse in alternatieve energiebronnen sterk toe. Naast wind- en zonne-energie, vormt biomassa een belangrijke bron voor hernieuwbare energie. Tot op heden gaat de aandacht in de biomassaproductie voor bio-energie vooral naar houtige gewassen en energiegewassen. De duurzaamheid van deze teelten kan echter vaak in vraag worden gesteld.In dit doctoraatsonderzoek wordt onderzocht wat de mogelijkheden zijn vanhet gebruik van biomassa uit Low Input-High Diversity (LIHiD)-systemen in Vlaanderen voor de productie van groene energie. De biomassa uit dezesystemen wordt tot op heden nauwelijks gebruikt als bron voor bio-energie. Om te bepalen wat de mogelijkheden zijn voor de verwerking van de LIHiD-biomassa, wordt de potentiële opbrengst en energetische waarde ervanonderzocht. De focus van het onderzoek ligt op beheermaaisel uit natuurgebieden en bermen.Er wordt
een snelle en betrouwbare methode ontwikkeld Organisaties: • Afdeling Bos, Natuur en Landschap
Onderzoekers: • Martin Hermy • Bart Muys • Koenraad Van Meerbeek
Potentieel van verdere drukverhoging en deeltjes maatinperking bij HPLC kolommen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Potentieel van verdere drukverhoging en deeltjes maatinperking bij HPLC kolommen Organisaties: • Chemische Ingenieurstechnieken en Industriele Scheikunde
Onderzoekers: • GERT DESMET
Potentiëel van mangroven en andere kustvegetatie als buffer tegen hoge golfslag in de Indische Oceaan: een benadering op basis van beeld- en sedimentarchief, en gebruik van de december 2004 tsunami als natuurlijk experiment. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Gezien mangroven dynamische ecosystemen zijn, en gezien de tsunami van 26 december 2004 een nooit gezien natuurlijk experiment hebben veroorzaakt, doet zich nu de unieke en zeldzame situatie voor om een specifiek onderzoeksproject op te starten dat van globaal wetenschappelijk en maatschappelijk belang is. Helaas heeft de rampzalige toestand na de tsunami en de gebrekkige kijk op het onderzoeksgebied gedurende verschillende weken ons verhinderd om dit project in 2005 in te dienen. Het voorgestelde onderzoek zou bovendien perfect aansluiten bij de ruime leidinggevende expertise die de VUB in de afgelopen 10 jaar heeft opgebouwd inzake mangrove-ecologie in het algemeen en in Sri Lanka in het bijzonder. Sri Lanka kende, op Indonesië na, het hoogste dodentaantal (31 000) veroorzaakt door de ramp, waarvan 4214 mensen zijn. Met een toenemende belangstelling voor het mangrove-ecosysteem op wereldschaal is het van belang dat de onderzoeksteams aan de VUB hun positie in zowel Sri Lanka als India verder valoriseren en uitbouwen. Met dit onderzoek wensen wij dan ook de doelstellingen te verwezenlijken binnen deze kenmerkende mangrovegebieden, die overigens in het hart van het natuurlijke tsunami-laboratorium zijn gelegen. Organisaties: • Wetenschappen van het Systeem Aarde • Algemene Plantkunde en Natuurbeheer • Geologie
Onderzoekers: • Philippe CLAEYS • NICO KOEDAM
Potentieel van Isothennaal Remanent Verzadigingsmagentisme bij bladeren and fysiologische bladparameters als indicatoren voor plaatselijke luchtkwaliteit (.Postdoc. fellowship Y. BARIMA, Ivory Coast). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de federale overheid. UA levert aan de federale overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Milieu Ecologie en Microbiologie (ENdEMIC)
Onderzoekers: • Roeland Samson • Barima Yao Sadaiou Sabas
Potentieel van golfenergie op Mermaid-Noord-fase 1 Universiteit Gent Abstract: Electrabel maakt deel uit van het consortium dat onlangs de zevende concessiezone voor windenergie op het BCM (Belgisch continentaal plat) gegund kreeg. In de aanvraag wordt er ook melding gemaakt van het gebruik van deze zone voor golfenergie. Het gebruik van golfenergiesystemen in deze zone zou het geval zijn voor de zone Mermaid Noord. Doel van Fase 1 van het project is te bepalen welke convertoren geschikt zijn voor deze locatie en potentieel klaar zijn voor implementatie in 2020, hoe ze gekoppeld kunnen worden aan de elektrische infrastructuur van het Mermaid windmolenpark, wat mogelijke extra synergetische voordelen kunnen zijn en wat de cost of energy van deze toestellen in park layout zou kunnen zijn. In een tweede fase van het project (later nog formeel te beslissen en vast te leggen in een afzonderlijke overeenkomst of een amendement bij de huidige overeenkomst) kan de synergie verder onderzocht worden op een meer gedetailleerde basis en voor een bredere set van convertoren, bv. ook convertoren die specifiek ontwikkeld werden om synergetisch te werken met de windmolenparken (bv. gebruik makende van dezelfde financiering). Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Julien De Rouck
Potentieel van geavanceerde MRI metingen om in de toekomst als bio-marker gebruikt te kunnen worden. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een multi-disciplinaire studie van de structuur en functie van het hersennetwerk in patiënten met verschillende vormen van dementie. Recente studies suggereren dat structurele en functionele onderbrekingen in de relatie tussen anatomisch afzonderlijke gebieden voorkomen in patiënten met dementie. Geavanceerde MRI datasets van de hersenen zullen worden verkregen in een grote groep patiënten met verschillende vormen van dementie met als ultieme doel van het project te onderzoeken hoe groot het potentieel van deze metingen is om in de toekomst als bio-marker te kunnen worden gebruikt om verschillende types van dementie te onderscheiden. Organisaties: • Antwerps chirurgisch training, anatomie en onderzoekscentrum (ASTARC)
Onderzoekers: • Paul Parizel • Katleen Spriet
Posturale controle en spieractivatiepatronen bij patiënten met onderstelidmaat pathologie
KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Musculoskeletale Revalidatie
Onderzoekers: • Filip Staes • Louis Peeraer • Bart Dingenen
Posttraumische stress bij kinderen en adolescenten die betrokken waren in een verkeersongeluk: onderzoek naar risicoen protectieve factoren Universiteit Gent Abstract: Jonge verkeersslachtoffers lopen risico om posttraumische stressreacties en andere traumaspecifieke symptomen te ontwikkelen. De ontwikkeling hangt samen met een aantal risico- en protectieve factoren. Om aangepaste trajectbegeleiding te kunnen ontwikkelen, heeft huidig onderzoek tot doel de prevalentie en de risico- en protectieve factoren van de posttraumische stressreacties en traumaspecifieke symptomen bij jonge Vlaamse verkeersslachtoffers in kaart te brengen. Organisaties: • Vakgroep Psychiatrie en medische psychologie
Onderzoekers: • Geert Crombez • Dirk Deboutte
Post-transplant lymphoproliferatieve aandoeningen: een single center ervaring over de afgelopen 20 jaar. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Translationeel Cel- en Weefselonderzoek
Onderzoekers: • Gregor Verhoef • Thomas Tousseyn
Post-translationele modificaties tijdens de oxidatieve stress respons in planten. Universiteit Gent Abstract: Dit project bestudeert specifieke post-tranlationele modificaties die aangestuurd worden door verhoogde fotorespiratorisch H2O2 concentraties in planten dmv de COFRADIC technologie. Deze modificaties zullen verder bestudeerd worden via een gedetailleerde functionele analyse. O.a. dmv de productie van Arabidopsis mutanten waarin de eiwit niveaus van geselecteerde genen verstoord zijn. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Frank Van Breusegem
Post-translationele modificaties gedurende de oxidatieve stress respons in planten Universiteit Gent Abstract: Doel van project is om naast transcriptoomdata van de oxidatieve stressrespons in planten ook proteoomgerelateerde data te genereren. Catalase mutanten vormen het modelsysteem om effecten van verhoogde endogene H2O2 concentraties te bestuderen. Zowel veranderingen in eiwithoeveelheden als posttranslationele modificaties worden bestudeerd met behulp van shotgun proteomics en de COFRADIC technologie. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Frank Van Breusegem
Post-translational modifications of beta-cell antigens: key to the pathogenesis of type 1 diabetes? KU Leuven Abstract: Type 1 diabetes is an autoimmune endocrine disease where the bodys ownimmune system destroys the pancreatic beta-cell. Understanding theetiology and pathogenesis of the disease will pave the way to prevention and cure, but the precise mechanism(s) by which immune tolerance is broken in type 1 diabetes is complex and still largely unknown. Findings in other auto-immune diseases, such as rheumatoid arthritis, celiac disease and multiple sclerosis, where post-translational modifications (PTMs)have been shown to be crucial in auto-antigen recognition, suggest thatalso in type 1 diabetes PTMs may be important. Although some research lines indeed suggest an important role for PTMs in the generation oractivity of beta-cell antigens, their overall role is far from clear. The overall objective of this project is to characterize proteinchanges in beta-cells under inflammatory attack, with the purpose of identifying PTMs that lead to the generation of novel auto-antigens or play a role in beta-c Organisaties: • Klinische & Experimentele Endocrinologie
Onderzoekers: • Chantal Mathieu • Dieter Rondas
Post-Quantum Cryptography: Analysis of Cryptosystems and Protocols thatare Safe under a Quantum Breakdown. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling ESAT - COSIC
Onderzoekers: • Bart Preneel • Alan Szepieniec
Post plasmakatalyse voor VOS verwijdering Universiteit Gent Abstract: Vluchtige Organische Stoffen (VOS) zijn schadelijk voor mens en milieu en zijn aanwezig in sommige afvalstromen. In dit project wordt geprobeerd dit probleem aan te pakken door de combinatie van
een nietthermisch plasma en katalyse. De afbraak van trichloroethyleen en tolueen wordt bestudeerd in een plasmakatalytische reactor. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste fysica
Onderzoekers: • Rino Morent
postpartum ontworming : een nieuwe manier om borstvoeding te verbeteren en groei zuigeling te optimaliseren Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Virologie, parasitologie en immunologie
Onderzoekers: • Jozef Vercruysse
(Post-)Ottomaanse migranten en de oorsprong van de moderne wereld. Universiteit Antwerpen Abstract: Vanaf 1870 verspreidden miljoenen Ottomaanse vluchtelingen zich over de hele wereld. Dit project onderzoekt de bijdrage van deze mensen aan de daaropvolgende globale transformaties als gevolg van hun migraties. Deze vluchtelingen vervoegen miljoenen anderen die ontworteld waren door de "moderniteit". Meer onderzoek is nodig om te begrijpen hoe ze werd een deel van de mondiale economie en hun mogelijke rol in het vormgeven van haar politiek. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Isa Blumi
Postmoderniteit en die Christelike geloof . Die kulturfilosofiese herwaardering van religie, en meer spesifiek die Christelike geloof in die postmoderne filosofie. Universiteit Antwerpen Abstract: De "postmoderne wending" in die filosofie was aanvankelijk gekenmerkt door een felle kritiek op religie en de christelijke geloofstradities. Gedurende de afgelopen drie decennia wordt het belang van religie en meer specifiek van het christelijke geloof binnen (post)moderne kultuurkontekst echter geherwaardeerd en verniewend geherinterpreteerd door een heel aantal toonaangewende filosofische auteurs. In dit onderzoekproject zal hun werk ontleed, vergeleken en beoordeeld worden. Organisaties: • Centrum voor Europese Filosofie
Onderzoekers: • Guido Vanheeswijck
Postmodern Framings of Literary Lives. Images of Writers in Biographiesand Biographical Fictions KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Tekst en Interpretatie Leuven
Onderzoekers: • Ortwijn de Graef
"Postmemory" en postmodern: traumatische geschiedenis en de poëtica van de afwezigheid in recente JoodsAmerikaanse romans Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoekt de wijze waarop postmoderne historiografische metafictie, via een poëtica van de afwezigheid, gebruikt wordt voor postmemoriale doeleinden door Joods-Amerikaanse derde generatie-auteurs na de Shoah, zoals Jonathan Safran Foer, Nicole Krauss en Michael Chabon. Hun Holocaust-romans ontsnappen paradoxaal genoeg aan de hang van de traditionele historiografie naar verplotting (emplotment), teleologie en afronding (closure) van het trauma. Organisaties: • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Kristiaan Versluys • Gert Buelens
Postkoloniale theoretisering: identiteit, hybriditeit, creolisering en liminaliteit Universiteit Gent Abstract: Dit project bestudeert de postkoloniale theoretiseringvan concepten als identiteit, hybriditeit, creolisering en liminaliteit. Vooral de literatuur van zwarte Afrikaanssprekenden, van Nederlandstalige schrijvers uit de Caraïben en van immigrantenschrijvers in Nederland en Vlaanderen zal vergeleken worden. Er zal nagegaan worden hoe deze schrijvers de werelk representeren, hoe ze omgaan met hegemonische discours en hoe ze gebruik maken van folkloristische elementen. Organisaties: • Vakgroep Nederlandse literatuur
Onderzoekers: • Yves T'Sjoen
Postkoloniale mnemopoetica: Een lectuur van de poezie van Seamus Heaney, Derek Walcott, Ingrid de Kok, Sherman Alexie en Bemardine Evaristo door de lens van transnationale geheugenstudies Universiteit Gent Abstract: Dit project, dat als doel heeft een methodologische leemte te vullen in de culturele geheugenstudies met betrekking tot poëzie, brengt de transnationale dimensies van het culturele geheugen in het werk van vijf postkoloniale dichters in kaart. Het verkent hun transnationale comparatieve verbeelding en onderzoekt de receptie van hun werk, hun hergebruik van traditionele poëtische vormen en hun dialoog met visuele kunst. Organisaties: • Letterkunde
Onderzoekers: • Stef Craps
Post-Kantiaans Idealisme in de Vroege psychologie: Wilhelm Wundts Psychofysiologische Theorie van de Wilsact en de Idealistische Opvatting over het Lichaam. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In my doctoral dissertation, I argued that Helmholtz's proto-psychological theory of perception has demonstrable roots in Fichte's metatheoretical view of the subject as an active, striving being (e.g., De Kock 2012, forthcoming(1), forthcoming(2)). In doing so, I addressed a crucial shortcoming in the historiography of contemporary scientific psychology, i.e., the almost complete disregard for the relation between early German psychology and post-Kantian idealism. This neglect is surprising, given the ubiquity of idealist metaphysics in German universities during the 19th century, and idealism's preoccupation with themes that were central in early psychological theories. A particular challenge in this area of research pertains to the apparent difficulty of reconciling idealism's abstract view of the subject, with early psychology's attempt to relate mental functions to the physiological body. Therefore, I want to develop my doctoral investigation in two novel directions, which are closely intertwined. On the one hand, I will further examine Fichte's transcendental theory of subjectivity, by focusing on the way in which it determined his view of the body. On the other hand, I will shift the scope from Helmholtz's to Wilhelm Wundt's psychophysiology. The overarching research goal is to investigate to what extent that Fichte's idealist conception of the body can provide a valuable framework to Wundt's psychophysiological analysis of voluntary action. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • Steffen DUCHEYNE • Liesbet DE KOCK
Post-infectieuze herprogrammering van het immuunsysteem en de link met persistentie en chroniciteit van allergische aandoeningen van de luchtwegen Universiteit Gent Abstract: De centrale hypothese van het Predicta project is dat repetitieve, acute infectie-gemedieerde gebeurtenissen de aangeboren, adaptieve of regulerende immuniteit zou kunnen herprogrammeren naar een chronisch ontstekingspatroon. De rol van specifieke factoren zal worden onderzocht om diagnostiek te ontwikkelen die het risico op ontwikkelen van chroniciteit zou kunnen voorspellen, en interventies die de progressie of het voorduren van de ziekte zou kunnen vertragen of voorkomen. Organisaties: • Vakgroep Radiotherapie en Experimenteel Kankeronderzoek
Onderzoekers: • Claus Bachert
Posthumanistische figuraties van subjectiviteit in de hedendaagse Oostenrijkse literatuur. Literair-esthetische concepten en hun consequenties voor de subjecttheorie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: -Uitgangspunt en algemeen doel van het onderzoek Dit project vloeit voort uit de bevindingen van het doctoraatsproject over de concepten subject en subjectiviteit. In mijn doctoraat heb ik strategieën van subjectiviteit in prozateksten van de Oostenrijkse auteur Friederike Mayröcker onderzocht. Uitgangspunt van dat onderzoek was de vaststelling dat het schrijvende subject bij Mayröcker geen identificeerbare gestalte aanneemt, zich niet psychologisch laat duiden en in een chaotische, nietlineaire schriftuur ten onder lijkt te gaan. Bijgevolg is men na een eerste lectuur in de verleiding te spreken van een 'verdwijning' van het subject of van een 'zwak' subject. Daaraan tegengesteld is echter de hoge herkenbaarheidsfactor van een Mayröckertekst: uit haar proza spreekt wel degelijk een heel karakteristieke stem. De analyse van deze discrepantie ontmaskerde het zwakke subject als energiek en doelgericht: precies van de zogenaamde zwakheid wordt een sterkte gemaakt. Meer nog: de zwakte lijkt een voorwaarde te vormen voor de ontplooiing van een sterke, vitale subjectiviteit. Het zwakke ik kan namelijk in een proces van versplintering, ontbinding en desorganisatie deel hebben aan de materiële wereld. Dit proces wordt bepaald door een affectieve dynamiek: een dynamiek van geaffecteerd worden door de materiële wereld en deze ook zelf affecteren. Het schrijvende ik geeft in zijn schriftuur vorm aan deze affectieve versplintering. Daardoor verschijnt in de tekst als het ware het portret van het affecterende en geaffecteerde subject. Zo slaagt het zwakke ik erin om los van concepten als identiteit en individualiteit een tekstuele, esthetische subjectiviteit te ontwerpen. Het doel van het postdoctorale onderzoek is deze bevindingen te toetsen aan literaire werken van andere hedendaagse Oostenrijkse auteurs en te onderzoeken of en hoe de esthetische ontwerpen van deze auteurs de gebruikte posthumanistische subjecttheorie modifiëren of verrijken. Probleemstelling De volgende vragen zullen centraal staan bij de lectuur van de geselecteerde literaire werken: 1. welke strategieën geven vorm aan het subject? 2. kan men na analyse van de strategieën spreken van een 'zwak' subject? 3. welke esthetische vorm neemt de subjectvorming aan? 4. wat zijn de ethische consequenties van een dergelijk subjectbegrip? Theoretisch kader en methodologie Het theoretisch kader wordt gevormd door filosofische en literatuurwetenschappelijke teksten die de materialiteit van subjectiviteit benadrukken. Deze posthumanistische materiële filosofie overstijgt mijns inziens de discussies tussen de theoretici voor wie het subject een betrouwbaar en noodzakelijk concept is (zie bijvoorbeeld het werk van Manfred Frank, o.a. in Die Unhintergehbarkeit von Individualität, 1986) en diegenen voor wie het subject, door de differentie die in elke taaldaad waarmee het zichzelf wil positioneren werkzaam wordt, nooit met een identiteit kan samenvallen (zie het werk van de meeste poststructuralisten, bijvoorbeeld Gianni Vattimo in Jenseits vom Subjekt). Betekenisvol is de verschillende opvatting over de autoreflexiviteit van het subject. Voor de verdedigers van het subject is autoreflexiviteit een noodzakelijke voorwaarde voor de subjectvorming. Autoreflexiviteit laat het subject toe, zich in een terugplooiing op zijn oorsprong te vormen. Voor de poststructuralisten, die o.a. vanuit Nietzsches "gespleten subject" vertrekken, is autoreflexiviteit een leeg begrip, wanneer daarmee een kenbare oorsprong en een samenvallen, een identificatie van het subject met een 'zelf' wordt nagestreefd. In een posthumanistische subjekttheorie heeft de autoreflexiviteit wel degelijk een functie, met name op het esthetische niveau van de tekst- en subjectconstructie: de autoreflexiviteit houdt geen betrouwbare spiegel voor, maar bouwt een esthetisch spiegelpaleis waarin het subject een gefragmenteerde en gedeformeerde vorm aanneemt. Ijkpunten in de in dit onderzoek gehanteerde materiële subjectfilosofie worden gevormd door de volgende filosofen: Giordano Bruno (2de helft 16e eeuw) heeft de materie en het lichaam opgewaardeerd als bronnen van kennis (zie Von Samsonow, Giordano Bruno, 1995). Zintuiglijkheid is voor hem het kennisinstrument bij uitstek. Het subject bevindt zich in een voortdurende confrontatie met de materiële wereld. Deze confrontatie, het gegrepen worden door de materie, is voor Bruno de definitie van een 'affect'. De kunst vormt voor Bruno het medium bij uitstek voor de presentatie en manipulatie van affecten. De door affecten bepaalde subjectwording van Bruno bevat een materialistische ethische dimensie - het subject ontstaat in afhankelijkheid van de wereld rondom - die we bij Spinoza (17de eeuw) terugvinden (zie Gatens en Lloyd, Collective Imaginings. Spinoza, Past and Present, 1999). Ook Spinoza denkt het subject als het resultaat van affectieve verhoudingen tot de wereld. Spinoza hecht veel belang aan de 'verbeelding', de 'imaginatio', die volgens hem ontstaat uit de zintuiglijke gewaarwordingen en waarnemingen van lichamen, van materie. Op deze door affecten
gestimuleerde verbeelding berust de subjectiviteit, de creatie van een 'zelf'. Het subject bevindt zich in een permanente staat van actieve wording; het dankt zijn bestaan aan de ontelbare mogelijkheden waarop het beïnvloed wordt en zelf beïnvloedt. De poststructuralistische filosoof Gilles Deleuze heeft Spinoza intensief gelezen (vooral in Spinoza et le problème de l'expression (1968) maar ook in zijn andere werken). De dynamiek van de affecten leest hij als een relationele structuur van capaciteiten om te affecteren. Welk lichaam is wanneer en hoe in staat om andere lichamen te beroeren of op zijn beurt beroerd te worden? Deleuzes materieel-filosofisch concept van subjectiviteit vertrekt vanuit een anti-antropomorfe benadering van subjectiviteit en opent het subjectbegrip voor contact met de hele materiële wereld (zie o.a. Rosi Braidotti, metamorphoses. Towards a Materialist Theory of Becoming, 2002, en Elizabeth Grosz, Volatile Bodies. Toward a Corporeal Feminism, 1994). De centrale kracht van dit contact is het affect. Deleuze definieert affectiviteit als grondslag van een posthumanistische, transformerende ethiek. Belangrijk is zijn afwijzing van efficiente, functionele lichamelijkheid en materialiteit, waarvoor hij het concept 'Corps sans Organes' ontwerpt: hij denaturaliseert het menselijk lichaam en plaatst het in directe relatie met de impulsen uitgaande van de omringende materialiteit. Deleuzes subject streeft naar een "devenir imperceptible": dit is een bevrijding van elke vorm van particuliere identificatie, een aanspreken van alle micro-intensiteiten die in de materie werkzaam zijn. Het doel daarvan is te worden "zoals iedereen", m.a.w. een volstrekte anonimiteit, zodat men kan openstaan voor de resonanties van alle posities, identiteiten, en kenmerken, zowel van mensen als van dieren, dingen, atomen, moleculen etc. Relevant zijn ook Deleuzes teksten die zijn zintuiglijke filosofie verbinden met de esthetische structuur van het kunstwerk of de literatuur, zoals in Francis Bacon: Logique de la Sensation (1981), Critique et clinique (1993). Deleuzes uitgangspunt is dat een kunstwerk niet de wereld dient te representeren maar sensaties, zintuiglijke ervaringen moet presenteren. Het kunstwerk is een 'sensatiemachine' en buigt zich niet langer over de vraag welke vorm het moet geven aan de materiële wereld maar hoe het de deformerende krachten werkzaam in de materie kan vatten. Het kunstwerk is een syn-esthetische presentatie van die krachten, een presentatie die op haar beurt de kijker/lezer deformeert. Vanuit dit theoretisch kader zal een aantal literaire werken worden gelezen. Deze werken hebben een experimentele schriftuur gemeen, die geen betrouwbaar en omlijnd subject postuleert maar wel naar mogelijkheden zoekt waarbinnen subjectiviteit vorm kan aannemen. Het is de bedoeling zowel de esthetische als de ethische consequenties van een dergelijk gefragmenteerd en gedeformeerd subjectbegrip te onderzoeken. Zoals ook al in het doctoraat het geval was, zal daarbij vanuit de literaire werken worden vertrokken. De eigenheid van de literaire werken is richtinggevend voor het onderzoek. De gebruikte literatuurtheorie en filosofie reiken instrumenten aan voor de lectuur maar vormen geen doel op zich. Veeleer zal nagegaan worden of en zo ja, hoe literaire werken vormen van subjectiviteit ontwerpen die nieuwe impulsen kunnen geven aan de theorie. Als voorbeelden van de behandelde auteurs vermeld ik hier de volgende schrijvers: Marie-Thérèse Kerschbaumer en haar trilogie Die Fremde (1992), Ausfahrt (1994) en Fern (2000). Deze boeken verkennen het spanningsveld tussen subjectiviteit, identiteit en esthetica in de vorm van een experimentele biografie. Vervreemding en niet-identificatie worden als kansen opgevat: zij openen de mogelijkheid van een intensere zintuiglijke beleving en laten alternatieven toe voor de traditionele oedipale intermenselijke relaties. De esthetica is aanwezig als herschrijving van een esthetische Bildungsroman: het hoofdpersonage wil zichzelf via de esthetica heropvoeden, maar begrijpt esthetisch niet alleen als een attribuut van kunstwerken maar ook als zintuiglijke waarneming en als fantasie. Josef Winkler en zijn trilogie Menschenkind (1979), Der Ackermann aus Kärntnen (1980) en Muttersprache (1982). In tegenstelling tot de trilogie van Kerschbaumer, die zich in verschillende landen en op reis afspeelt, situeren deze boeken zich in een claustrofobische dorpsgemeenschap waar kerkelijke almacht en onderdrukte seksualiteit tot dodelijke intermenselijke relaties leiden. De ik-figuur doorbreekt de taboes door er obsessief over te schrijven, echter niet op een realistische maar op een artificiële, ritualistische manier. Het schrijven voltrekt zich als dwanghandeling die lichaam en bewustzijn foltert maar tegelijk ook opent voor nieuwe vormen van subjectiviteit. Het dierlijke lichaam en het homoseksuele lichaam zijn twee creatieve ontwerpen die uit Winklers schriftuur naar voren treden. Organisaties: • Centrum voor Literatuur- en Cultuurwetenschappen • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • Margrit MULLER Heidy • Inge ARTEEL
Post hoc proces evaluatie van het cerca project Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Uro-gynaecologie
Onderzoekers: • Olivier Degomme
Postharvest metabolomics of pome fruit stored under controlled atmosphere conditions KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling MeBioS
Onderzoekers: • Annemie Geeraerd • Elias Abebe Bekele
Post-genomisch onderzoek van therapeutische targets voor de behandeling van neurodegeneratieve ziekten. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd Organisaties: • VIB DMG - Translationele Neurobiologie
Onderzoekers: • Stuart Maudsley
Post-genomische profilering en therapeutische targeting van specifieke en generieke neurodegeneratieve mechanismen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • VIB DMG - Translationele Neurobiologie
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Stuart Maudsley
Postelectoraal Belgisch Federaal Verkiezingsonderzoek. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Onderzoekers: • Marc Swyngedouw
Postdoctoral fellowship - fortunato Lorenzo (Italiaan) Universiteit Gent Abstract: In het kader van het lopende FWO project G,0020,03, het bestuderen van collectieve beweging in de atoomkern, gebruik makend van exacte oplossingen van het Bohr-Mottelson model en gebruik makend van exacte oplossingen van het Bohr-Mottelson model en gebruik makend van groepentheoretische technieken zoals het interagerend boson model. Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Kristiaan Heyde
Post-doctorale sponsorovereenkomst tussen UHasselt en AXA Research Fund Universiteit Hasselt Abstract: Dynamische modellen voor persoon-tot-persoon overdracht van infectieziekten steunen op veronderstellingen over sociale interacties. In massa-actie-modellen maken personen contact met elkaar tegen een bepaalde leeftijdsspecifieke frequentie. Dit model wordt meestal gebruikt om de leeftijdsspecifieke prevalentie van een endemische infectieziekte te beschrijven. Anderzijds bestaan er netwerkmodellen waarin individuen voorgesteld worden door punten of knopen, die met een lijn verbonden worden indien de twee personen met elkaar in contact komen. Netwerkmodellen houden dus expliciet rekening met de verschillen tussen individuen en de clustering van contacten. Deze aspecten zijn belangrijk in het modelleren van het dynamisch tijdsverloop van een epidemie. Hoewel massa-actie-modellen (gebaseerd op sociale contactgegevens) en netwerkmodellen beiden aangewend worden om modellen voor de overdracht van infectieziekten te verbeteren en zo realistisch mogelijk te maken, werden ze voornamelijk apart bestudeerd. Het doel van dit project is om nieuwe statistische en wiskundige methoden te ontwikkelen die de twee kaders dichter bij elkaar brengen en toelaten om belangrijke verbanden te leggen. Er zijn drie hoofddoelstellingen: (1) Het ontwikkelen van statistische methoden om netwerkmodellen te informeren gebruik makend van gegevens uit enquêtes waarin het sociale contactgedrag bevraagd wordt; (2) Een methode ontwikkelen om massa-actie-modellen en netwerkmodellen te vergelijken m.b.t. het dynamisch tijdsverloop van een epidemie; (3) Netwerkvarianten van populatie-gebaseerde epidemiologische parameters oplijsten en uitbreiden. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Niel HENS • Nele GOEYVAERTS
Postdoctoraal onderzoek dr. Prim Singh. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds BBSRC. UA levert aan BBSRC de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Peter Ponsaerts
Postdocopleiding in België: een intercommunautair netwerk voor wetenschappelijke excellentie en communicatie Universiteit Hasselt Abstract: In dit project zullen de Universiteit Hasselt en de Université libre de Bruxelles gemeenschappelijk een postdoc-curriculum ontwikkelen om jonge wetenschappers doelgericht op hun carrière in universiteiten en bedrijven voor te bereiden, wetenschappelijke excellentie te bevorderen en de communicatie tussen de Belgische taalgemeenschappen te intensiveren door wetenschappelijke samenwerking. Organisaties: • Morfologie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Sven HENDRIX
Postdoc-mandaat t.b.v Kris De Braekeleer in 2001 vervangen door Erwin Adams. Automatische HPLC-DAD-MS data analyse voor het screenen van onzuiverheden in nieuw ontwikkelde moleculen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is een automatische en snelle rapportering uit te voeren van de onziuverheden in nieuw ontwikkelde moleculen tijdens een vroeg stadium in de farmaceutische ontwikkeling. Een generisch systeem is hiervoor opgesteld dat bestaat uit verschillende hoge druk vloeistof chomatografie (HPLC) methodes die elk van hen verbonden zijn met hetzelfde detectie systeem bestaande uit een diode array (DAD) en een mass spectrometer (MS). De HPLC methodes zijn orthogonaal wat betekend dat de chromatografische systemen verschillende informatie geven over het onzuiverheidsprofiel van het onderzochte staal, door een verschillende retentie en selectiviteit van de methodes. De grote hoeveelheidinformatie die door het HPLC-DAD-MS systeem geleverd wordt, vereist matematische data analyse (chemometrie) voor de karakterisatie van de pieken in de vier UV chromatogrammen en voor de identificatie van pieken verwant met dezelfde chemische stof. De aanwezigheid van adducten in sommige HPLC methodes maakt de tweede stap minder eenvoudig. Om dit probleem te voorkomen heeft men in de eerste instantie aangenomen dat de moleculaire ionen overeenstemmen met de basispieken in het massaspektrum. Meer ingewikkelde situaties waar fragmenten en adducten hogere intensiteitspieken vertonen dan het moleculaire ion zullen bestudeerd worden om de software uit te breiden. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • Jan MASSANT • DESIRE MASSART
Postdoc-beurs voor niet-EU-onderzoekers in het kader van het onderzoeksproject: "een gedetailleerde evaluatie van de gedragsstabiliteit van beslissingsregels in de context van transportgedrag (BELDAM)" Universiteit Hasselt Abstract: In dit project zal onderzocht worden in welke mate gedragsbesluitregels (dit is het besluitmechanisme dat mensen aannemen bij het maken van transportgerelateerde beslissingen, b.v. de keuze van het vervoersmiddel) stabiel zijn, gebruik makend van de BELDAM gegevens. Ten gevolge van dit project zullen toekomstige resultaten betrouwbaarder zijn waardoor eveneens meer betrouwbare beleidsaanbevelingen gegeven kunnen worden. Organisaties: • Verplaatsingsgedrag • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Gerhard WETS
Post-apartheid en postkoloniale Afrikaanse literatuur in Zuid-Afrika: een status quaestionis. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek bestudeert vrouwelijke subjectiviteit in vier postkoloniale Zuid Afrikaanse werken in het Afrikaans. De vier werken samen bestrijken een periode van apartheid (officieel ingevoerd in 1948) tot 1994, het jaar van de afschaffing en de 18 jaren na de afschaffing van de segregatie. Poppie Nongena (1978) van Elsa Joubert, Agaat (2004) van Marlene van Niekerk, 30 nagte in Amsterdam (2008) van Etienne van Heerden en Noudat slapende honde (2008) van Ronelda S. Kamfer worden vanuit zowel postkoloniale als feministische invalshoek geanalyseerd (Bhabha, 1990; Bhabha, 1994; Spivak, 1988; McClintock, 1995). Door middel van textuele analyse van de vier werken worden een aantal concepten door internationaal gereputeerde specialisten (McClintock, 1995; Gardner, 1990) genuanceerd en wordt het postkoloniaal vrouwelijk subject in relatie tot familie, natie(vorming) en gemeenschap bestudeerd. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Kathleen Gyssels
Post-AGB sterren in de Kleine en Grote Maggenhaense wolken: stellaire evolutie in perspectief.nbsp; KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Sterrenkunde
Onderzoekers: • Hans Van Winckel
Post-AGB stars of the LMC, SMC and Galactic Bulge. KU Leuven Abstract: !--@page { margin: 0.79in }P { margin-bottom: 0.08in }-->Tijdensde laatste stellaire evolutiefases ondergaan sterren met lage enmiddelmatige massa's verschillende fysische processes. Hoewelastronomen het eens zijn over het evolutionaire schema dat dezesterren volgen, zijn veel van deze processen nog steeds slechtbegrepen. Een van de grote tekortkomingen is de slecht begrepeninterne chemische evolutie van sterrendie zich in de AsymptotischeReuzentak (AGB) fase bevinden. Tijdens deze evolutionaire fase wordtde ster een rode superreus. AGB sterrenworden algemeen erkend alseen van Organisaties: • Afdeling Sterrenkunde
Onderzoekers: • Hans Van Winckel • Kenneth De Smedt
Post-AGB stars as tracers of stellar evolution KU Leuven Abstract: This PhD project is embedded into this large research theme of the Institute voor Sterrenkunde and will specically focus on post-AGB stars in wide binary systems. The current orbital characteristics of these systems are not understood and the whole sample is a challenge to binary evolution theory.
The aim of this PhD project is to study in detail the circumstellar structure of post-AGB binaries and more specifically the structure and evolution of the dusty circumbinary discs which surround them. Our research shows that the discs must play a lead role in the evolution of the systems and the aim of this PhD project is to study the interplay between the disc and the central binary.
This project will involve detailed radiative transfer modelling with strong observational constraints coming from optical spectroscopy, high spatial resolution interferometric data (VLTI) and information on the gas dynamics obtained with ALMA. Thanks to the HERMES spectrograph installed on the Flemi Organisaties: • Afdeling Sterrenkunde
Onderzoekers: • Hans Van Winckel • Rajeev Manick
Possible urban futures and everyday lives in Ghana: an anthropological analysis of urbanization processes in Takoradi
KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Instituut voor Antropologie in Afrika
Onderzoekers: • Ann Cassiman • Geertrui Vannoppen
Possessieve constructies in de Vlaamse varianten van het Nederlands Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek bestudeert een aantal possessieve constructies die in de Vlaamse dialecten en in de Vlaamse tussentaal voorkomen vanuit een vergelijkend perspectief. Meer bepaald zal aandacht worden besteed aan discontinue possesieve construstie met externe ?possessor? in het Vlaams, die zal worden vergeleken met gelijkaardige discontinue patronen in andere talen en met discontinue patronen in het Vlaams Het theoretische kader is dat van de formele syntaxis/generatieve grammatica. Organisaties: • Vakgroep Latijn en Grieks
Onderzoekers: • Liliane Haegeman
Positive deviance: a study of measurements and determinants. KU Leuven Abstract: Het doel van deze thesis is om een theoretische, methodologische en empirische bijdrage te leveren aan onderzoek rond positive deviance. Positive deviance verwijst naar gedrag of naar het gevolg van gedrag datop positieve wijze afwijkt van de norm van een referentiegroep, zonder een negatief effect uit te oefenen op andere groepen. Die referentiegroep kan bestaan uit het team, de afdeling, of de organisatie waar de persoon die het gedrag stelt toe behoort. Positive deviance verwijst met andere woorden naar ongewone of onverwachte verbeteringen die via afwijkend gedrag spontaan ontwikkeld werden door werknemers. Het vinden en leren van deze positieve afwijkingen heeft tal van voordelen met betrekking tot het gebruik van middelen, het introduceren van verandering en het algemene leerproces van de organisatie.Ondanks het stijgend aantal academische bronnen die het potentieel van positive deviance ondersteunen, lijkt de kennisopbouw rond het concept om verschillende redenen testagneren. Ee Organisaties: • OG LIRIS Leuven
Onderzoekers: • Stijn Viaene • Willem Mertens
Positive behavior stimulation using wireless sensors. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling ESAT - MICAS
Onderzoekers: • Ilse Van Diest • Christiaan Van Hoof • Elena Smets
Positionele klonering van twee genen verantwoordelijk voor een abnormale botdensiteit. Universiteit Antwerpen Abstract: Positionele klonering van twee genen verantwoordelijk voor een abnormale botdensiteit. Organisaties: • Medische genetica van obesitas en skeletaandoeningen (MGENOS)
Onderzoekers: • Wim Van Hul • Vere Borra
Positionele klonering van twee genen verantwoordelijk voor een abnormale botdensiteit. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IWT. UA levert aan IWT de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Medische genetica van obesitas en skeletaandoeningen (MGENOS)
Onderzoekers: • Wim Van Hul • Vere Borra
Positionele klonering en karakterisering van nieuwe dementiegenen. Universiteit Antwerpen Abstract: De belangrijkste oorzaken van dementie zijn de neurodegeneratieve hersenaandoeningen zoals Alzheimer en frontotemporale dementie. Genetische factoren spelen een grote rol en in sommige families segregeert dementie als een autosomaal dominante aandoening. Door positionele klonering in deze families heeft men reeds 5 dementiegenen geïdentificeerd. Niet alle patiënten met familiale dementie hebben een mutatie in deze genen zodat andere, nog ongekende dementiegenen moeten bestaan. Dit project heeft als doel het identificeren van nieuwe dementiegenen door positionele klonering in genetisch bezwaarde dementiefamilies. Dit zal bijdragen tot de kennis van de biochemie van dementie en ontwikkeling van een therapie. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Marc Cruts • Christine Van Broeckhoven • Ilse Anne-Maria Leo Gijselinck
Positionele klonering en karakterisering van nieuwe dementiegenen. Universiteit Antwerpen Abstract: De belangrijkste oorzaken van dementie zijn de neurodegeneratieve hersenaandoeningen zoals Alzheimer en frontotemporale dementie. Genetische factoren spelen een grote rol en in sommige families segregeert dementie als een autosomaal dominante aandoening. Door positionele klonering in deze families heeft men reeds 5 dementiegenen geïdentificeerd. Niet alle patiënten met familiale dementie hebben een mutatie in deze genen zodat andere, nog ongekende dementiegenen moeten bestaan. Dit project heeft als doel het identificeren van nieuwe dementiegenen door positionele klonering in genetisch bezwaarde dementiefamilies. Dit zal bijdragen tot de kennis van de biochemie van dementie en ontwikkeling van een therapie. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Marc Cruts • Christine Van Broeckhoven • Ilse Anne-Maria Leo Gijselinck
Positieve verplichtingen onder het EVRM ? de casuïstiek voorbij Universiteit Gent Abstract: Positieve verplichtingen zijn verplichtingen onder mensenrechtenverdragen voor staten om actief stappen te ondernemen om mensenrechten te beschermen en te vervullen. Mijn onderzoek betreft de juridische redeneerwijze van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens bij het rechtvaardigen van het bestaan van en bij het bepalen van de reikwijdte van positieve verplichtingen. Organisaties: • Vakgroep Publiek recht
Onderzoekers: • Eva Brems
Positie van Vlaanderen en andere subnationale entiteiten in de toekomstige Europese Grondwet. Universiteit Antwerpen Abstract: Het voorgestelde project wil op concrete wijze in kaart brengen hoe subnationale entiteiten, inzonderheid Vlaanderen, deelnemen aan de besluitvorming in de Europese Unie, en hoe deze deelname in de nabije toekomst kan geoptimaliseerd worden. In die zin poogt het project een antwoord te vinden op één van de belangrijke uitdagingen waarvoor de Europese Unie (EU) zich aan de vooravond van de uitbreiding naar Centraal- en Oost-Europa geplaatst ziet, met name de instellingen dichter bij de burger brengen. In concreto spitst het onderzoek zich toe op de vraag in welke mate subnationale beleidsverantwoordelijkheid de kloof met de burger ten aanzien van de Europese besluitvorming kan dichten. Organisaties: • Onderneming en recht
Onderzoekers: • Johan Meeusen • Gerhard Straetmans
Positie-codering bij woorden en meercijferige getallen Universiteit Gent Abstract: Zowel het alfabetisch schrift als het Arabisch getalssysteem bestaat uit een kleine set symbolen (letters of cijfers) die gegroepeerd eenheden van een hogere orde vormen (woorden en getallen) Het voorgestelde project wil de lagere cognitieve en visuele processen bestuderen die werkzaam zijn bij de codering van de onderlinge plaats van de symbolen in woord- en getalherkenning Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Wim Fias • Tom Verguts
Positiebepaling in netwerken met coöperatieve communicatie Universiteit Gent Abstract: Het aantal toepassingen die gebruik maken van de kennis van hun positie neemt elk jaar toe. Hiervoor moet de positie van de gebruiker op een nauwkeurige manier worden bepaald. Voor gevallen waar GPS geen positie kan bepalen moeten alternatieve technieken worden ontwikkeld. Om een te groot aantal ankers (vaste toestellen met een gekende positie) te vermijden, beschouwen we een cooperatief communicatienetwerk, waarin de verschillende gebruikers informatie uitwisselen om de nauwkeurigheid van de positie te verbeteren. In dit doctoraatsvoorstel zullen nieuwe technieken voor de fysische laag worden ontwikkeld om de positie van een gebruiker te kunnen bepalen. Organisaties: • Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking
Onderzoekers: • Heidi Steendam
Porteren van het IBM-dejater programma Jablapeno naar de Jibes Research VM open Sources-suftina Universiteit Gent Abstract: Samenwerking met één van de toppers op gebied van dataracedetection aan de hard van het implementeren van een record/replay framework voor Java. Porteren van het IBM-dejater programma Jablapeno naar de Jibes Research VM open Sources-suftina. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Koenraad De Bosschere
PORPHYRIO. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling MeBioS
Onderzoekers: • Bart De Ketelaere
Porous Materials for Environmental Applications KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. vr Oppervlaktechemie & Katalyse
Onderzoekers: • Johan Martens • N. N.
Pore-scale modelling of moisture transfer in building materials. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Bouwfysica
Onderzoekers: • Hans Janssen • Giovanni Samaey • Muhammad Islahuddin
Pore classification system and up-scaling strategy in travertine reservoir rocks: a case study (Denizli Basin, Turkey). KU Leuven Abstract: Research into the reservoir characteristics of rocks, including the determination of porosity, permeability and the relationship between both, is confronted with two fundamental problems. Currently pores are mostly subjectively described and classified based on thin sections resulting in data on a micro# to millimeter scale and in two dimensions (2D). However it is only possible to describe and quantify the relationship betweenporosity and permeability objectively based on three dimensional (3D) characteristics of the pores and the connectivity between the individual pores. The 3D characterization of pore networks gives rise to a second problem: what is the necessary volume of a sample in order to be able to describe and quantify a certain type of pore network (Representative Elementary Volume (REV)). In addition the problems concerning upscaling of non-additive properties, where the spatial distribution and directionality are important, will be addressed. The first goal in this study Organisaties: • Afdeling Geologie
Onderzoekers: • Rudy Swennen • Steven Claes
Porcupine-Belgica. Universiteit Gent Abstract: Onderzoek naar de genese van diepzeekoraalriffen en 'carbonate mud mounds' in Porcupine Basin, ten zuidwesten van Ierland. Geologische, geofysische, biogeochemische, sedimentologische, paleo-milieu benadering. Porcupine-Belgica. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Jean Henriet • Marc De Batist
Population level modelling of Monopolisation theory KU Leuven Abstract: I will model the Monopolisation theory at the population level. The Monopolisation theory is a theory that tries to explain the lower than would be expected genetic diversity within a population. It does so by stating a few processes that would collectively cause a permanent competitiveadvantage for the first colonists of a habitat. Although at the community level an individual-based-model of the monopolisation hypothesis has already been made, to date no computational models has been made AT the population level. Modelling at population level of the monopolisation theory would allow for the identification of the boundary conditions for which monopolisation is expected to occur. Furthermore, the model might show further (emergent) behaviour of the system that should come forth from the processes causing monopolisation. I will than also try to validate this additional behaviour of the model with existing data. Organisaties: • Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud
Onderzoekers: • Luc De Meester • N. N.
Population Genetics, Paleogenetics and Genomics: Identifying Selection Responses along Environmental and Spatial Gradients in the Water Flea (Daphnia Spp.) KU Leuven Abstract: Genetic structure in natural population, a within and among population genetic diversity and genetic differentiation, and the evolutionary processes (natural selection, mutation and genetic drift etc) which favors adaptation to local environmental conditions have been major topics in population genetics especially evolutionary genetics and ecology. The evolutionary forces that favor adaptation to a local environment lead to a change in population genetic structure. What is more, historical event such as glaciations are also known to have resulted in change of genetic structure of many species (see Hewitt 1999 and all the references there in). Thus, there is a need to look at present processes and past historical events. To this end this study is aimed at broadly analyzing population genetic structure and genetic/genomic responses in space and time. Specifically to: 1.Quantifying population genetic structure in daphnia metapopulation and document changes in genetic structure through ti Organisaties: • Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud
Onderzoekers: • Luc De Meester • Joachim Mergeay • Tsegazeabe Hadush Haileselasie
Population dynamics of a gynodioecious species. KU Leuven Abstract: Planten vertonen een opmerkelijke verscheidenheid aan voortplantings- en reproductieve systemen, varierend van seksuele tot ongeslachtelijke voortplanting. De meest voorkomende vorm van ongeslachtelijke voortplanting is klonale groei.Hoewel geschat wordt dat ongeveer 80% van alle plantensoorten geslachtelijke voortplanting combineerd met ongeslachtelijke voortplanting, is er nog weinig bekend over de evolutionaire gevolgen van de interverentie tussen klonale groei en seksuele reproductie. Dit is met name het geval voor vrouwelijk- tweehuizige soorten (gynodioecy), waarbij vrouwelijke en hermafrodiete planten voorkomen binnen dezelfde soort. Theoretische modellen hebben laten zien dat dit voorplantingssysteem alleen kan worden gehandhaafd wanneer vrouwelijke planten een voordeel hebben ten opzichte van hermafrodieten. Echter, omdat klonale groei vaak leidt tot clusters van genetisch identieke individuen, is een vrouwelijk voordeel moeilijk voor te stellen. Het doel van dit project is om Organisaties: • L_Plant_ecol
Onderzoekers: • Olivier Honnay • Sascha van der Meer
Populatie synthese en chemische evolutie van sterrenstelsels met een realistische vertegenwoordiging van dubbelsterren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sinds haar ontstaan, beoogt de Astrofysica het begrijpen van de structuur en de evolutie van alle sterren. Het model van de zon leidde tot de ontdekking van de fysische omstandigheden waarin spontane kernfusie optreedt. De studie van het ontstaan en de evolutie van enkelvoudige sterren kan ondertussen bogen op een lange traditie en op het succes dat veel van haar theoretische voorspellingen daadwerkelijk werden waargenomen: Witte Dwergen, Wolf Rayet Sterren, Super Nova's, Neutronen Sterren, Zwarte gaten, ... Toch blijven veel waarnerningen van individuele sterren alsnog onuitgelegd. Grote teleskopen geven waarnemingen over grote groepen van sterren zodat ook geintegreerde waarnemingen van grote groepen sterren (bijvoorbeeld melkwegstelsels) kunnen geinterpreerd worden in termen van de evolutie van individuele sterren. Elkaar beïnvloedende componenten van een dubbelster evolueren geheel anders dan indien ze allebei enkelvoudige sterren waren. Steunend op een traditie en expertise van dubbelsteronderzoek, formuleert het Astrofysisch Instituut van de VUB hierbij een project waarbij enkele opvallende kenmerken van individuele sterren en grote groepen van sterren slechts het resultaat kunnen zijn van een realiteit waarbij enkelvoudige sterren evolueren als enkelvoudige sterren en waarbij een dubbelster niet evolueert als twee enkelvoudige sterren; maar als een dubbelster. Organisaties: • Natuurkunde
Onderzoekers: • DANY VANBEVEREN • WALTER VAN RENSBERGEN
Populatiestructuur, transmissie en gastheerspecificiteit in een nestgebonden ectoparasiet, de teek Ixodes arboricola.(FWO Vis.Fel., Joël WHITE, Frankrijk) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Erik Matthysen
Populatiestructuur, transmissie en gastheerspecificiteit in een nestgebonden ectoparasiet, de teek Ixodes arboricola. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van dit project is om gastheerspecialisatie en genetische populatiestructuur te onderzoeken bij een ecologisch sterk gespecialiseerde teek nl. I. arboricola. Dit project zal belangrijke nieuwe inzichten leveren in de evolutie van gastheerspecialisatie bij teken en bij parasieten in het algemeen, en de mechanismen die hierbij een rol spelen. Daarnaast zal het project meer inzicht geven in gastheerkeuze, transmissie en dispersie in een groep van ectoparasieten met hoge maatschappelijke relevantie. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs • Erik Matthysen
Populatie genomische analyses van virale evolutionaire dynamica. KU Leuven Abstract: Genetische analyses staan centraal in onderzoek naar infectieuze aandoeningen. Populaties van snel evoluerende RNA virussen, zoals HIV en HCV, kunnen detecteerbare genetische verschillen accumuleren op relatieve korte tijd, hetgeen hen toelaat om snel in te spelen op veranderingen in hun omgeving. Dit evolutie potentieel is een belangrijke uitdaging voor efficiënte therapeutische interventie en vaccin ontwikkeling. Door massaleparallelle sequenering toe te laten, hebben nieuwe generatie sequeneringstechnieken de hoop opgeflakkerd dat dergelijk onderzoek kan gerevolutioneerd worden. In dit beogen we om pre-processing methodes te optimaliseren en te evalueren om een gedetailleerde karakterisatie van volledige genomen in klinische stalen toe te laten op het Roche 454 platform. Organisaties: • Klinische & Epidemiologische Virologie
Onderzoekers: • Philippe Lemey
Populatiegenetische structuur en cryptische diversiteit van vrijlevende mariene nematoden: beschrijving en implicaties voor het functioneren van populaties en ecosystemen Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoekt de populatiegenetische structuur en cryptische diversiteit bij enekele geselecteerde vrijlevende mariene nematodensoorten aan de hand van moleculaire merkers en van een morfologische en morfometerische analyse van verschillende genotypes binnen erkende morfospecies. Daarnaast worden functionele implicaties van genotypische diversiteit bestudeerd, en wordt het verband tussen de genetische diversiteit en de fitness en veerkracht van populaties onderzocht in microcosmosexperimenten.
Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Tom Moens
Populatiegenetica van Europese alikruiken (Mollusca, Gastropoda: Littorinidae). Universiteit Antwerpen Abstract: Populatiegenetica van Europese alikruiken (Mollusca, Gastropoda: Littorinidae). Organisaties: • EVOLUTIONAIRE BIOLOGIE • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Thierry Backeljau
Populatie-gebaseerde nieuwe generatie sequentiebepaling in de ontrafeling van de complexe genetica van Alzheimer dementie. Universiteit Antwerpen Abstract: Alzheimer dementie (AD) is een veelvoorkomende, ongeneeslijke aandoening. Door veranderende demografie neemt de prevalentie van AD snel toe. Recent werden 9 genen geïdentificeerd die bijdrage aan het risico om AD te krijgen en dankzij grootschalige internationale samenwerkingen zullen er binnenkort nog meer worden gerapporteerd. Dit doctoraatsproject beoogt in deze genen op zoek te gaan naar de genetische polymorfismen die het verhoogde risico veroorzaken. Hiervoor zal gebruik gemaakt worden van next generation sequencing op een studiepopulatie die >2200 patiënten en controle personen telt. Wanneer deze ware genetische risicofactoren geïdentificeerd zijn zal een translationele karakterisatie worden uitgevoerd, waaronder genotype-fenotype correlatie studies op bestaande en nieuw te genereren fenotypes, ten einde de bevindingen te kunnen vertalen in een vooruitgang in de behandeling van en zorg voor patiënten met AD. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Kristel Sleegers • Johannes Maria Verheijen
Populatie-ecologie en menselijke interacties bij in het wild levende dieren in en rond Saadani National Park. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLIR. UA levert aan VLIR de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Ronald Verhagen • Herwig Leirs
Populatiedynamica v/d bederfmicrobiota in verpakte kookham en ontwikkeling v/e strategie vr het verbeteren v/d houdbaarheid dmv bioprotectieve culturen,alternatieve natuurlijke bewaarmiddelen en een geoptimaliseerde thermische processing. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het innovatiedoel van dit project is de karakterisering en studie van de populatiedynamica van de bederfmicrobiota in versneden kookham verpakt onder gemodificeerde atmosfeer door cultuurafhankelijke en -onafhankelijke methoden en de formulering van een innovatieve strategie gebaseerd op het gebruik van bioprotectieve culturen, alternatieve natuurlijke bewaarmiddelen (organische zuren en bacteriocines) en een aangepaste thermische processing ter verbetering van de houdbaarheid Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Luc DE VUYST
Populatiedynamica van oorwormen in boomgaarden: optimalisatie van de aanwezigheid van een essentiële predator. Universiteit Antwerpen Abstract: Oorwormen zijn belangrijke algemene predatoren in boomgaarden. Uit experimentele studies blijkt dat ze belangrijke plagen onder controle kunnen houden in zowel appel- als perenteeIten. Hierbij denkt men vooral aan de diverse luizen en de perenbladvlo. De mogelijke schade die ze aanrichten, voornamelijk vruchtvervuiling door uitwerpselen, is minimaal vergeleken, met hun efficientie in p1aagcontrole. Oorwormen zouden dus een belangrijke rol kunnen spelen in de ge'integreerde fruitteeIt en vormen een essentiele schakel in de biologische fruitteelt. V ooral de biotel rs trachten oorwormen aan te trekken in de boomgaarden, bv. door het aanbieden van kunstmatige schuilplaatsen. Toch blijft het praktische nut van oorwormen eerder beperkt daar telers er meestal niet in slagen stabiele populaties op te bouwen. Het voorliggende projectvoorstel behelst het uitwerken van beheersstrategieen voor populaties van oorwormen in fruitboomgaarden. Oorwormen hebben een eenjarige levenscyclus waardoor elke nadelige ingreep de populatie voor de rest van het jaar schaadt, en mogelijke repercussies heeft voor de volgende jaren. De onderzoeksgroep voorziet eerst een kwantitatieve populatiebiologische studie van de oorwormen gedurende het hele seizoen met voor elk levensstadium relevante staalnametechnieken, om deze gegevens te correleren aan de diverse beheersmaatrege1en die in de boomgaarden uitgevoerd worden. Het beheer van boomgaarden omhelst echter een complexe hoeveelheid parameters waarbij men de relatieve impact nooit experimenteel kan testen (te talrijke en tijdrovende proeven). De gegevens zullen dan ook verwerkt worden in een mathematisch model waarin sne1 de meest essentiele parameters kunnen worden ge'identificeerd en geevalueerd. Dit biedt de mogelijkheid om valabele beheersstrategieen uit te werken die men dan in een realistisch aantal veldexperimenten kan uittesten. De resultaten van dit onderzoek zullen in de eerste plaats praktische oplossingen bieden om de plaagcontrole in biologische boomgaarden te verhogen, maar zullen eveneens toepasbaar zijn om de bijdrage van oorwormen in ge'integreerde teelten te verhogen. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs
Populatiedynamica- en simulatie van oorwormen in boomgaarden: densiteitsafhankelijke factoren in een populatie van generalist predatoren. Universiteit Antwerpen
Abstract: Oorwormen, Forficula auricularia (L.) (Dermaptera, Forficulidae), zijn belangrijke predatoren in boomgaarden. Uit experimentele studies blijkt dat ze belangrijke plagen onder controle kunnen houden in zowel appel- als perenteelten. Hierbij denken we vooral aan diverse luizen en perenbladvlo. Oorwormen zouden dus een belangrijke rol kunnen spelen in de geïntegreerde fruitteelt en vormen een essentiële schakel in de biologische fruitteelt. Het probleem vormt zich echter doordat de oorwormpopulatie een grote jaarlijkse variatie vertoont in densiteiten. Hierdoor kunnen ze geen betrouwbare bijdrage leveren voor de landbouwer en blijft het praktisch nut beperkt. Om deze problematiek aan te pakken zal er een populatiemodel worden gebouwd. Hiermee kan de populatie met behulp van gevoeligheidsanalyses geanalyseerd worden, zodat kritische periodes in de levenscyclus alsook sleutelfactoren geïdentificeerd kunnen worden. Dit moet leiden tot een optimaal boomgaardbeheer, waarbij men rekening houdt met de invloed van abiotisch en biotische factoren enerzijds en de impact van menselijke ingrepen anderzijds op de oorwormenpopulatie. Er is echter te weinig relevante biologische informatie beschikbaar om een dergelijk model te maken. Met behulp van de reeds goedgekende en bestudeerde fenologie van de oorworm kan er bepaald worden welke parameters relevant zijn voor deze studie. Deze parameters vereisen een uitgebreide kennis van ontwikkelingstijden, overlevingskansen, fecunditeit en reproductiecijfers, dat kan bereikt worden door een combinatie van veld -en labo-experimenten. In dit project zal de aandacht vooral uitgaan naar densiteitafhankelijke factoren zoals parasitisme (door sluipvliegen), predatie, intra- en interspecifieke competitie. Deze factoren zijn slechts zeer summier gekend en vormen bijgevolg een groot hiaat in de noodzakelijke kennis om de populatie te modelleren en te simuleren. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs • Rob Moerkens
Populatiedynamica- en simulatie van oorwormen in boomgaarden: densiteitsafhankelijke factoren in een populatie van generalist predatoren. Universiteit Antwerpen Abstract: Oorwormen, Forficula auricularia (L.) (Dermaptera, Forficulidae), zijn belangrijke predatoren in boomgaarden. Uit experimentele studies blijkt dat ze belangrijke plagen onder controle kunnen houden in zowel appel- als perenteelten. Hierbij denken we vooral aan diverse luizen en perenbladvlo. Oorwormen zouden dus een belangrijke rol kunnen spelen in de geïntegreerde fruitteelt en vormen een essentiële schakel in de biologische fruitteelt. Het probleem vormt zich echter doordat de oorwormpopulatie een grote jaarlijkse variatie vertoont in densiteiten. Hierdoor kunnen ze geen betrouwbare bijdrage leveren voor de landbouwer en blijft het praktisch nut beperkt. Om deze problematiek aan te pakken zal er een populatiemodel worden gebouwd. Hiermee kan de populatie met behulp van gevoeligheidsanalyses geanalyseerd worden, zodat kritische periodes in de levenscyclus alsook sleutelfactoren geïdentificeerd kunnen worden. Dit moet leiden tot een optimaal boomgaardbeheer, waarbij men rekening houdt met de invloed van abiotisch en biotische factoren enerzijds en de impact van menselijke ingrepen anderzijds op de oorwormenpopulatie. Er is echter te weinig relevante biologische informatie beschikbaar om een dergelijk model te maken. Met behulp van de reeds goedgekende en bestudeerde fenologie van de oorworm kan er bepaald worden welke parameters relevant zijn voor deze studie. Deze parameters vereisen een uitgebreide kennis van ontwikkelingstijden, overlevingskansen, fecunditeit en reproductiecijfers, dat kan bereikt worden door een combinatie van veld -en labo-experimenten. In dit project zal de aandacht vooral uitgaan naar densiteitafhankelijke factoren zoals parasitisme (door sluipvliegen), predatie, intra- en interspecifieke competitie. Deze factoren zijn slechts zeer summier gekend en vormen bijgevolg een groot hiaat in de noodzakelijke kennis om de populatie te modelleren en te simuleren. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs • Rob Moerkens
Popularisering van wetenschappen, techniek en technologische innovatie: Geo-Info (WI-2007-032) Universiteit Gent Abstract: Er wordt en elektronische leeromgeving ontwikkeld voor geografische excursies in de middelbare school. Studenten kunnen hiermee informatie vinden over het studiegebied en leerkrachten kunnen excursiepunten uitwisselen. De website wordt ontwikkeld met Google Maps API, gebruik makend van HTML, PHP, Javascript, XML, AJAX en MySQL Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Philippe De Maeyer
POPP-KAD: ontwikkeling van een digitaal gondkadaster in het midden van de 19de eeuw. Universiteit Gent Abstract: POPP-KAD is een digitaal landregister uit het midden van de 19de eeuw. Het landregister bevat de namen van alle eigenaars en een gedetailleerde beschrijving van alle eigendommen, zowel bebouwd als onbebouwd, in grote delen van Belgie. Het wordt ontwikkeld op basis van de kadastrale leggers van gemeenten die door de bekende P.C. Popp werden gepubliceerd (1840-1880). Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Eric Vanhaute
Poolshoogte: een onderzoek naar de arbeidsmarktsituatie van Poolse migranten in België. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project Poolshoogte omhelst een pilootproject voor syndicale bijstand en dienstverlening naar Poolse werknemers in België. Het project zal trachten in beeld te brengen wie deze Poolse arbeiders zijn, waar zij wonen en werken en welke hun arbeids- en inkomenssituatie is, welke problemen zij tegenkomen en welke dienstverlening zij verwachten. Organisaties: • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
Polyurethaanschuim en elastomeren met autonome reparatie functies . Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties:
• Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Filip Du Prez
Polytrauma voorspellen en reduceren van muskuloskeletale morbiditeit KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Orgaansystemen
Onderzoekers: • Stefaan Nijs • Willem-Jan Metsemakers
Polystress: rol van polyploïdisatie bij (a)biotische stressresistentie van tuinbouwgewassen KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Plantenbiotechniek
Onderzoekers: • Johan Keulemans • Niek Hias
POLYSTRESS: de rol van polyploidisatie bij (a)biotische stressresistentie in tuinbouwgewassen Universiteit Gent Abstract: Bij land- en tuinbouwgewassen is het (soms doelbewust) gebruik van polyploïden tot op heden eerder beperkt gebleven tot het bekomen van verhoogde productie (veelal landbouwgewassen) of wijziging van interessante morfologische eigenschappen (veelal siergewassen). Dit project wil nagaan of via polyploïdisatie het natuurlijk verdedigingsmechanisme van vegetatief vermeerderde tuinbouwgewassen kan verhoogd worden. Als typegewassen worden appel en roos (Rosaceae) gebruikt. Organisaties: • Vakgroep Plantaardige productie
Onderzoekers: • Marie-Christine Van Labeke
Polystress KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Plantenbiotechniek
Onderzoekers: • Johan Keulemans
POLY-STABILAT : Polygeneration through gasification utilising secondary fuels derived from MSW Poly-Stabilat Vrije Universiteit Brussel Abstract: Europees project: POLY stabilat Organisaties: • Toegepaste Mechanica
Onderzoekers: • JACQUES DE RUYCK
Polypropyleen kunststofvezels in betonnen wegverhardingen voor klassieke wegen Universiteit Hasselt Abstract: Vezelversterkt beton is een composietmateriaal dat opgebouwd is uit een betonmatrix en discrete, willekeurig verspreide vezels. Het doel van deze vezels (staal, synthetisch of natuurlijk) is de opname van de trekspanningen in het beton en het beperken van de scheuropeningen door een verbeterd nascheurgedrag. Vezelversterkt beton wordt reeds toegepast als structurele wapening bij de aanleg van brugdekken en industriële bedrijfsvloeren, de constructie van kunstwerken,... Binnen de wegenbouw is haar toepassing voorlopig beperkt tot de aanleg van (kleinschalige) verkeerspleinen, verzorgingsplaatsen van tankstations langs autosnelwegen, in- en uitgangen van industriële zones,... Dit doctoraat handelt over de toepasbaarheid van polypropyleen kunststofvezels als structurele en/of functionele wapening in betonnen wegverhardingen (ultradunne overlagingen, functioneel gelaagde verhardingen,...) voor klassieke wegen. Eerder onderzoek toont aan dat het gebruik van polypropyleen kunststofvezels onder andere leidt tot een toename van de vermoeiings-, impact- en slijtweerstand en een afname van de plastische krimp en permeabiliteit van het beton, wat de duurzaamheid, veiligheid,... van de wegverharding ten goede komt. Door middel van laboratoriumproeven (balken, ronde platen) worden de belangrijkste materiaaleigenschappen onderzocht die van invloed zijn op de verbeterde prestaties van de wegverharding. De eindige elementenmethode laat hierbij toe om het (scheur)gedrag van polypropyleen kunststofvezelversterkt beton numeriek te modelleren. Door middel van een Life Cycle Assessment (LCA) wordt de economische (brandstofverbruik, productie- en energiekosten,...), ecologische (recycleerbaarheid, CO2-emissie,...) en sociologische (comfort, gezondheid,...) impact van het polypropyleen kunststofvezelversterkt beton geïnventariseerd. Hierbij worden alle invloedsfactoren vanaf de ontginning van de grondstoffen tot de afbraak van de betonnen wegverharding onderzocht, i.e. gedurende de volledige levenscyclus van het beton (cradle-to-grave analyse). Organisaties: • Materiaalfysica • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Marc D'OLIESLAEGER
Polyoxometalaten als een nieuwe klasse van artificiële enzymes: inzichtin de moleculaire interactie met proteïnen en peptiden. KU Leuven Abstract: De selectieve hydrolyse van proteïnen is een belangrijke biochemische techniek in tal van chemische, biologische en bioanalytische toepassingen. Desondanks hun toepasbaarheid in verscheidene biochemische processen, vertonen de huidige beschikbare proteolytische reagentia een aantal tekortkomingen. Het is dan ook niet verwonferlijk dat de afgelopen twee decennia steeds meer onderzoek verricht werd naar
de ontwikkeling van nieuweartificiële peptidases. Onze conceptueel nieuwe aanpak voor de ontwikkeling van artificiële peptidases bestaat erin polyoxometalaten (POMs) te gebruiken als liganden voor verscheidene transitiemetalen en lanthaniden. Onze studies hebben aangetoond WellsDawson en Keggin type POMs op eenselectieve manier human serum albumine en lysozyme hydrolyseren bij fysiologische omstandigheden. Het doel van deze studie is het verwerven vaninzicht in dit type van interacties met behulp van een brede waaier aantechnieken. Aan de hand van deze informatie zal het verband tussen d Organisaties: • Afdeling Moleculair Design en Synthese
Onderzoekers: • Tatjana Vogt • Gregory Absillis
Polyoxometalate Compounds as New Catalysts for the Deglycosylation of O-glycosylated Proteins KU Leuven Abstract: Deglycosylatie is een belangrijke stap in de analyse van glycoproteïnenin biomedisch onderzoek en bij de ontwikkeling van therapeutische glycoproteïnen. Voor O-gebonden glycoproteïnen worden huidig chemische deglycosylatie methoden toegepast. Deze methoden hebben echter meerdere nadelen waaronder complexe en inefficiënte reactieprocedures en/of verlies vanstructurele integriteit. Hierdoor is er een grote nood aan nieuwe efficiënte reagentia voor de deglycosylatie van O-glycoproteïnen. In de onderzoeksgroep van Professor Tatjana Parac-Vogt is reeds aangetoond dat hydrolyse van peptidebindingen in proteïnen mogelijk is met gebruik van metaal-gesubstitueerde polyoxometalaten (POMs) als katalysator. De reactie vindt plaats door een combinatie van elektrostatische binding tussen het POM en het proteïne en de Lewis-zuurheid van het metaal. Andere onderzoeksgroepen zijn erin geslaagd glycosidebindingen in polysacharidente hydrolyseren met POM-zuren en zouten (zonder gesubstitueerd metaal). I Organisaties: • Afdeling Moleculair Design en Synthese
Onderzoekers: • N. N. • Tatjana Vogt
Polyonverzadigde vetzuren en antioxidantia in de zeugenvoeding: overdracht van zeug naar big en invloed op dierprestaties Universiteit Gent Abstract: In dit project wordt nagegaan wat de invloed is van het gehalte en de verhouding van verschillende polyonverzadigde vetzuren, in combinatie met antioxidantia, in de voeding van zeugen tijdens de dracht en de lactatie op de zoötechnische prestaties van zeugen en biggen. Via deze weg zullen aanbevelingen geformuleerd worden naar de specifieke voederbehoefte voor de zeugen. Organisaties: • Vakgroep Dierlijke productie
Onderzoekers: • Sarah De Smet
Polymerisatiekinetiek van vinylchloride Universiteit Gent Abstract: Ontwikkeling van een fundamenteel kinetisch model dat enkel gebruik maakt van elementaire reactiestappen en dat toelaat conversie als functie van de tijd, momenten van de moleculairemassadistributie en gedetailleerde structurele eigenschappen (bv. Vertakkingsgraad) te berekenen. De in dit model voorkomende intrinsieke snelheidscoëfficiënten worden door regressie van experimentele data aangaande conversie, moleculairemassadistributie en concentratie van structurele defecten bepaald. Organisaties: • Vakgroep Chemische proceskunde en technische chemie
Onderzoekers: • Guy Marin
Polymer Grafted Ceramic Membranes and Their Transport Behavior KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. vr Oppervlaktechemie & Katalyse
Onderzoekers: • Ivo Vankelecom
Polymeren met en zonder versterkingen voor onderdeelproductie door middel van selectieve lasersintering Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Industriële Technologie en Constructie
Onderzoekers: • Ludwig Cardon
Polymere composietmaterialen gebaseerd op bamboevezels KU Leuven Abstract: Net als in het geval van sommige andere cellulose gebaseerde materialen, vormt bamboe Guadua angustifolia een ruim beschikbare bron van biomassa en is het de belangrijkste bamboesoort op het Amerikaanse continent, vanwege de grootte van de stammen, de hoge groeisnelheid, de goede mechanische eigenschappen en het belang voor de locale economie. Deze gigantische grasachtige plant, een van de drie grootste bamboesoorten in de wereld, wordt al eeuwenlang gebruikt in constructies en een wijde reeks van handgemaakte produkten. De cylindervormige vorm van de bamboestam is echter een belemmering voor direct gebruik in verschillende applicaties. Een meer flexibel alternatief is daarom om de vezels te extraheren uit de stam om ze zo te gebruiken als versterkingsvezel in polymere matrices, waarbij ook hogere vezelvolumefracties gebruikt kunnen worden. Bamboe technische vezels kunnen een attractief alternatief vormen voor andere natuurvezels en glasvezels in bepaalde composiettoepassingen. Dit van Organisaties: • Structurele Materialen
Onderzoekers:
• Ignace Verpoest • Efrain Eduardo TRUJILLO DE LOS RIOS
Polymere antitumorderivaten. Universiteit Gent Abstract: Antitumorgeneesmiddelen worden via een oligopeptidespacer gebonden aan een polymere drager. Doel hiervan is de duur van de bloedcirculatie en de efficiëntie van het laagmoleculaire geneesmiddel te verbeteren. In vitro en in vivo biologische testen zullen worden gebruikt om de eigenschappen van de gesynthetiseerde macromoleculaire geneesmiddelenderivaten te evalueren. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Etienne Schacht
Polymerasen voor synthetische nucleïnezuren. KU Leuven Abstract: Naast hun informatie-coderend vermogen hebben nucleïnezuren als polymere macromoleculen ook het vermogen te assembleren tot geometrische nanostructuren, specifiek te binden aan diverse liganden (aptameren) en chemische reacties te catalyseren (aptazymen). De fysicochemische eigenschappen van de natuurlijke nucleotiden bestrijken evenwel slechts een beperkt deel van het potentiële chemische en ruimtelijk spectrum. Recente ontwikkelingen in nucleïnezuurchemie en polymerase-structuuranalyse tonen aan dat enzymatische synthese en replicatie van artificiële nucleïnezuren met aanzienlijk uitgebreide chemische diversiteit mogelijk is. Het pallet van inbouwbare modificaties is evenwel nog beperkt tot nucleïnezuren metstructureel sterke gelijkenis met DNA en RNA. Dit project beoogt de ontwikkeling van polymerasen voor de aanmaak van nieuwe, orthogonale nucleïnezuren (xeno-nucleïnezuren genoemd, of XNA) en hieruit afgeleide synthetische aptameren (syntameren). Er wordt geopteerd voor kandidaat-n Organisaties: • Afd. Biochemie, Molecul.& Struct. Biol.
Onderzoekers: • Johan Robben • Piet Herdewyn • Arnout Ceulemans
Polymeer-Metal Organic Frameworks (MOFs) mixed matrix membranen voor gasscheiding toepassingen KU Leuven Abstract: Het belangrijkste doel van dit werk was het ontwikkelen van mixed matrix membranen (MMMs) gebaseerd op metal organic frameworks (MOFs) met hogeprestaties voor gasscheidingstoepassingen met hoge en lage druk. MOF-MMMs hebben de potentie om betere prestaties te leveren dan membranen gemaakt van puur polymeer. Om MOF-MMMs succesvol toe te passen voor industriële scheidingen moeten membranen met een goede MOF-polymeer grensvlak-adhesie en goede weerstand tegen hoge druk worden ontwikkeld. Fundamentelekennis van het complexe plastificering gedrag in MOF-MMMs en slechte MOF-polymeer grensvlak compatibiliteit is verworven in dit proefschrift. Processen zoals het opwaarderen van aardgas, verbeterde oliewinning en het zuiveren van gassen gewonnen uit stortplaatsen hebben membranen nodig die voedingsstromen met hoge druk CO2 kunnen weerstaan. Polymeer zwelt door de sorptie van CO2, wat de permeatie van voornamelijk minder mobielecomponenten (b.v. CH4, N2) verhoogt, een fenomeen genaamd plastific Organisaties: • Centr. vr Oppervlaktechemie & Katalyse
Onderzoekers: • Ivo Vankelecom
Polymeerchemie met de precisie van de natuur: ontwerp van supramoleculaire sequentie gedefinieerde polymeren. Universiteit Hasselt Abstract: Polymere materialen kunnen tegenwoordig ontworpen worden met een ongelimiteerde variatie in ketenlengte, dispersiteit, topologie en functionaliteit. Echter, het vermogen om de exacte volgorde en opeenvolging van monomeren in een keten te controleren, wordt beschouwd als één van de laatste grote uitdagingen in de polymeerchemie. De doelstelling van dit project omvat het synthetiseren van sequentie gedefinieerde oligomeren en polymeren met de structurele integriteit van biomoleculen door gebruik te maken van een combinatie van gecontroleerde radicalaire polymerizatie technieken, eindgroep modificaties, click chemie en microreactor technologie. In een eerste stap zullen hiervoor commercieel verkrijgbare monomeren gebruikt worden. In een tweede stap zal de focus verlegd worden naar vinyl monomeren met meervoudige waterstofbrug (MHB) vormende zijketens. Deze sequentie gedefinieerde oligomeren kunnen via supramoleculaire interacties hun complementaire MHB partner herkennen. Om deze moleculaire herkenning te testen, zullen de MHB oligomeren covalent vastgezet worden op een oppervlak en vervolgens als template gebruikt worden om statistische mengsels van sequentie gecontroleerde oligomeren, gemaakt via radicaal inserties, te zuiveren. Deze techniek kan de zuivering van sequentie gecontroleerde oligomeren aanzienlijk vereenvoudigen, waardoor het synthese proces duidelijk verbeterd. Dit toont aan dat het project over het potentieel beschikt om het ontwerp en de opschaling van deze complexe sequentie gedefinieerde materialen in de toekomst te vergemakkelijken. Organisaties: • Organische en Bio-polymere Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Thomas JUNKERS
Polyhydroxyalkanoaten (PHA) als instrument voor het beheer van microbiële processen Universiteit Gent Abstract: In dit project onderzoeken we de herwinning van energie uit huishoudelijk afvalwater met behulp van polyhydroxyalkanoaten (PHA). Via de principes van Microbial Resource Management (MRM) onderzoeken we processen en interacties binnen PHA-producerende gemeenschappen en ontwikkelen we methoden om deze processen te sturen en een betrouwbare PHA-productie te bekomen. We exploreren ook anaërobe digestie (AD) voor de productie van biogas uit PHA-rijk afvalwater, als een energiebron voor electriciteitsopwekking. Organisaties: • Vakgroep Biochemische en microbiele technologie
Onderzoekers: • Nico Boon
Polygenische analyse van hoge ethanoltolerantie bij de gist Saccharomyces cerevisiae. KU Leuven Abstract: Het project is gericht op het identificeren van de genen die verantwoordelijk zijn voor hoge ethanoltolerantie bij de gist Saccharomyces cerevisiae. De verantwoordelijke loci zullen gekarteerd worden met de AMTEM technologie en een nieuwe technologie die gebruik maakt van
pooled segregant sequencing. De verantwoordelijke genen in de loci zullen geïdentificeerd worden met Reciprocal Hemizygosity Analysis (RHA). Vervolgens zullendeze genen getransfereerd worden naar industriële giststammen om hun ethanoltolerantie te verbeteren. Organisaties: • Afd. Molec. Microbiol. & Biotechnologie
Onderzoekers: • Johan Thevelein • Annelies Goovaerts
Polygenic analysis of the complex trait of flavour compound production in yeast for improvement of aroma production in alcoholic beverages KU Leuven Abstract: The goal of this project is to elucidate a well-defined aspect of the genetic basis of the most important trait of industrial yeast used for the production of alcoholic beverages, i.e. synthesis of a complex profileof flavour compounds. The project will be focused on one specific and important aspect: synthesis of a high level of isoamylacetate and of a low level of ethylacetate. Isoamylacetate has a banana-like flavour and isa highly preferred positive flavour compound in many alcoholic beverages. Ethylacetate on the other hand has a solvent-like flavour and is a negative, disliked flavor compound in many alcoholic beverages. Yeast strains produce both compounds in concentrations that are generally correlated. However, some strains produce relatively higher amounts of isoamylacetate and lower amounts of ethylacetate, and this is a highly desirable property. Knowledge of the genetic basis of this trait would be of greathelp in strain breeding programmes and for the improvement of indus Organisaties: • Afd. Molec. Microbiol. & Biotechnologie
Onderzoekers: • Johan Thevelein • Bruna Trindade de Carvalho
Polygenic analysis of natural and artificial genetic variation in yeastacetic acid tolerance KU Leuven Abstract: Our focus will be on the complex trait of acetic acid tolerance in yeast. The molecular basis of acetic acid tolerance is important from a fundamental viewpoint to understand how weak organic acids cause cell toxicity and also from an applied viewpoint because acetic acid is an important inhibitor in industrial yeast fermentations. There is a wide natural diversity for acetic acid tolerance in different yeast strains. We will investigate those with the highest tolerance to identify the responsiblegenes. We will also generate strains with artificially induced high acetic acid tolerance by gradual adaptation and identify the responsible genes. This will reveal whether the affected genes in natural biodiversityare the same as those in artificial adaptation. Subsequently, we will combine all mutant genes identified in this way into a single yeast strain, including an industrial strain, to determine what level of acetic acid tolerance can be reached and in particular, to determine whether Organisaties: • Afd. Molec. Microbiol. & Biotechnologie
Onderzoekers: • Johan Thevelein • Jean-Paul Meijnen • Marija Stojiljkovic
Polygenic analysis of flavour ester production using pooled segregant whole-genome sequencing. KU Leuven Abstract: During alcoholic fermentation sugars are transformed into alcohol and carbon dioxide, while a range of secondary metabolites, including flavourcompounds, are produced. Volatile esters are key contributors to the aroma in a wide range of alcoholic beverages and impart fruity flavours. Research has shown that the ester imparting banana flavour, isoamylacetate, is desirable in high amounts, while another ester, ethylacetate, withdescriptors such as #solvent# and #nail polish# negatively affect the flavour profile of wine and beer. The production of esters by yeast is a polygenic trait with several genes identified in Saccharomyces cerevisiae (ATF1, ATF2, EHT1, EEB1) that affect the level of different compounds.The production of ethylacetate is mainly linked to the alcohol acetyl transferase gene ATF1, but depends on the yeast strain, the fermentation medium and temperature. Even in a multiple deletion strain, ester production is not abolished. Therefore, additional genes are to be identif Organisaties: • Afd. Molec. Microbiol. & Biotechnologie
Onderzoekers: • Johan Thevelein • Maria Remedios Foulquié Moreno • Sylvester Holt
Polygebruik en mentale gezondheid bij druggebruikers die een vraag naar behandeling stellen (POLYMEH). Universiteit Antwerpen Abstract: De onderzoeksdoelstellingen van deze studie zijn drieledig: Vooreerst willen we de prevalentie van polydruggebruik en de kenmerken van polydruggebruikers in kaart brengen, dit binnen de ambulante en residentiele verslavingszorg in Belgie; . Vevolgens willen we nagaan in welke mate personen in behandeling voor middelengerelateerde problemen ook kampen met bijkomende psychiatrische stoornissen en willen we de prevalentie en het type van DSM 'As l'- en 'As II'-stoornissen in deze populatie bepalen; Tot slot willen we de kenmerken en het psychiatrisch profiel van polydruggebruikers vergelijken met die van personen die slechts één middel misbruiken. Organisaties: • Kind-, Jeugd- en Volwassenpsychiatrie (CAPRI)
Onderzoekers: • Geert Dom • Bernard Sabbe
Polyfonie en aanverwante noties : taalkundige en literaire benadering. Universiteit Antwerpen Abstract: Studie van de notie polyfonie, de voornaamste aanverwante noties (dialogisme, "discours représenté", evidentialiteit en "énonciation") en hun belangrijkste definitorische noties (point de vue, prise en charge, instance énonciative, vérité assertée) zoals ze toepassingen vinden in de Franse taalkunde en literatuurstudie.
Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Patrick Dendale
Polydispersie en anisotropie in statische en aangedreven kwasi-een en twee dimensionale systemen. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstellingen van het project zijn: Het begrijpen en bepalen van de parameters die de orde bepalen in polydispersieve oneindige Q1D en 2D sterk interagerende systemen bestaande uit klassieke deeltjes. Studie van kristallisatie, glasvorming, en smelten. Onderzoek van de overgang van 1D naar 2D Studie van de lineaire en niet-lineaire dynamica van zulke systemen onder invloed van een externe kracht. Lineair: normale modes (nI. fononen) en het effect van dimensionaliteit en correlatie op diffusie. Niet-lineair: beweging in de aanwezigheid van obstakels of doorheen constricties. We onderzoeken o.a. pinning, depinning en verstopping ('jamming') van het sterk gecorreleerd polydispersief systeem. Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Francois Peeters • Veaceslav Misco
Poly(2-oxazoline) drug conjugaten Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Richard Hoogenboom
POLONAISE 'een dans tussen literatuur, muziek, beeldende kunsten, filosofie en wetenschap'. Universiteit Antwerpen Abstract: De bedoeling van dit project is het doorbreken van de mythe dat kunst en wetenschap (alfa en bèta wetenschappen) twee afzonderlijke werelden zijn. Het is onze mening dat, net zoals bij Da Vinci of Escher, kunst en wetenschap mekaar positief kunnen beïnvloeden. Dit project wil daarom wetenschap en verschillende kunstvormen terug dichter bij mekaar te brengen. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Gustaaf Van Tendeloo
Polo-like kinase 1 als doelwit voor kankerbehandelingen: focus op combinatietherapieën en de rol van het hypoxische tumormicromilieu. Universiteit Antwerpen Abstract: "In dit project zal specifiek aandacht besteed worden aan twee zeer relevante tumortypes met een hoge mortaliteit, zijnde het nietkleincellig longcarcinoom en het pancreascarcinoom. De eerste doelstelling van het project omvat een studie naar het clinicopathologische belang van Plk1 expressie als prognostische merker bij patiënten met niet-kleincellig longcarcinoom of pancreascarcinoom. Hiertoe zal een retrospectieve studie uitgevoerd worden waarin clinicopathologische parameters voor het eerst gecorreleerd zullen worden met Plk1 genmutaties, Plk1 genamplificatie, Plk1 mRNA- en eiwitexpressie, de status van het p53 gen en het voorkomen van hypoxie en apoptotische celdood. De tweede doelstelling van het project omvat een in vitro en in vivo studie naar het therapeutisch potentieel van Plk1-inhibitie, met de nadruk op het belang van een hypoxische micromilieu en de rol van combinatietherapie. Het ophelderen van deze werkingsmechanismen heeft belangrijke potentiële toepassingen in de oncologische gezondheidszorg, met name voor het gebruik van doelgerichte moleculen, al dan niet in combinatie met chemoradiatie, als antikankertherapie." Organisaties: • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • Filip Lardon • An Wouters • Marc Peeters
Polo-like kinase 1 als doelwit voor kankerbehandelingen: focus op combinatietherapieën en de rol van het hypoxische tumormicromilieu Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van deze studie bestaat erin een grondig inzicht te verkrijgen in het werkingsmechanisme en de achterliggende pathways bij inhibitie van het polo-like kinase 1 (Plk1) eiwit, een belangrijke regulator van de mitose. In het voorgestelde project zal specifiek aandacht besteed worden aan twee zeer relevante tumortypes met een hoge mortaliteit, zijnde het niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC, non-small cell lung cancer) en het pancreascarcinoom. Organisaties: • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • Filip Lardon • An Wouters • Marc Peeters • Jolien Van den Bossche
Poloidale rotatie en het onderdrukken van turbulentie in JET plasmas Universiteit Gent Abstract: Kernfusie is een mogelijk alternatief voor grootschalige elektriciteitsproductie. Poloïdale rotatie zal worden bestudeerd in plasma scenario's met een verbeterde energieopsluiting. De poloïdale en toroïdale plasma rotatie spelen een belangrijke rol in the totale radiaal elektrisch veld en de ExB schuifspanning (wExB) in magnetisch opgesloten plasmas. Er wrodt aangenomen dat wExB de turbulente wervels onderdrukt en verantwoordelijk is voor de verbeterde opsluiting.
Organisaties: • Vakgroep Toegepaste fysica
Onderzoekers: • Guido Van Oost
Pollutietolerantie van Daphnia magna populaties: evolutionair potentieel en de interactie met natuurlijke stressoren vanuit een ecotoxicologisch, genomisch en ecologisch perspectief. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de KULeuven. UA levert aan de KULeuven de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Veterinaire fysiologie en biochemie
Onderzoekers: • Dries Knapen
Pollutie tijdens de oudheid op het territorium van Sagalassos (SW Turkije) als een indicator voor menselijke activiteiten. KU Leuven Abstract: Historische menselijke activiteiten zoals het smelten van metaal, het consumeren van voedsel en het dumpen van afval hebben ervoor gezorgd dat een brede waaier aan organische en anorganische stoffen terecht zijn gekomen de bodem van gebieden die vroeger bevolkt werden door mensen. Restanten van deze toevoegingen kunnen tot op de dag van vandaag chemisch gedetecteerd worden, en kunnen dus gebruikt worden om archeologische vraagstukken te helpen beantwoorden. Deze thesis onderzoekt het potentieel vandeze aanpak om meer informatie te geven over begraven archeologische sites. We focussen daarbij op een aantal sites binnen de Romeins-Byzantijnse stad Sagalassos (ZW-Turkije). Er werden een groot aantalbodemstalen opgelost in zuren en chemisch geanalyseerd naar hun elementsamenstelling. De resultaten tonen dat Cu, K, P, Pb en Zn aangerijkt zijn in de bodems als gevolg van historische menselijke activiteiten. P is daarbij de meest betrouwbare indicator van historische menselijke activiteit. In Organisaties: • Afdeling Geologie
Onderzoekers: • Patrick Degryse • Philippe Muchez • Katrijn Dirix
Pollenonderzoek met daaraan voorafgaande veldprospectie en bemonstering van een veen profiel uit de oude Maasmeander Universiteit Gent Abstract: Op vraag van Rijkswaterstaat (Ndl) is palyndogisch onderzoek verricht op de opvulling van de oude (fossiele) Maasmeander te Haden. De Doelstelling was informatie te verzamelen over het natuurlijk milieu en mogelijke menselijke beïnvloeding in de periode van de opvulling van de meandet grosso modo het 1e deel van het Holoceen: Preboreaal, Boreaal, Atlanticum. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Christophe Verbruggen
Politioneel informatiebeheer en informatiegestuurde politiezorg als (on)controle(erbare) strategieën in de Belgische risicomaatschappij. KU Leuven Abstract: Informatiegestuurde politiezorg (IGPZ) kan gezien worden als de praktische vertaling van de maatschappelijke wens om sociaal bedreigende fenomenen te managen. Het informatiebeheer of eerder het gebrek daaraan was één van de factoren die leidde tot de reorganisatie van de Belgische politiediensten in 1998. De Wet op de geïntegreerde politie van 1998(WGP) schonk uiteindelijk aandacht aan het informatie (beheers)aspect van het politionele werk. Het coherent implementeren van IGPZ en het informatiebeheer blijkt een uitdaging te zijn voor de politiediensten, hetgeen leidt tot disparate interpretaties en realisaties van het concept. Het wettelijk kader vertoont bovendien enkele lacunes die fundamentele rechten, zoals het recht op privacy zouden kunnen bedreigen.Twee onderzoeksvragen staan centraal: 1) Op welke wijze worden informatiebeheer en informatiegestuurde politiezorg geïmplementeerd binnen de geïntegreerde politie op het lokale en federale niveau? 2) In welkemate creëert het insti Organisaties: • Instituut voor Strafrecht
Onderzoekers: • Dirk Van Daele • Evi Schroyen
Politieonderzoek in kaart gebracht: effecten van politieoptreden internationaal perspectief Universiteit Gent Abstract: dit onderzoek heeft twee hoofddoelstellingen: (1) het systematisch reviewen van politieonderzoek van de laatste 20 jaar met betrekking tot dire domeinen: politiestrategieen, plural policing en accountibility in politiewerk; en (2) het ontwikkelen van een netwerk van politieonderzoekers die werkzaam zijn in empirisch onderzoek in Angelsaksische en Nederlandstalige landen. Dit onderzoek bevat vier gelijkaardige fasen voor elk domein, waarbij zowel kwantitatief als kwalitatief politieonderzoek als het resultaat ervan (what works?) in kaart wordt gebracht.Het zal gepubliceerd worden in een aantal internationale publicaties. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Paul Ponsaers
Politiek leiderschap: de conceptie van de Vlaamse schepenen en gemeenteraadsleden van hun mandaat Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek behandelt de manier waarop de schepenen en gemeenteraadsleden concreet hun mandaat invullen. Er zal onderzocht worden met welke andere factoren zij rekening moeten houden om het gemeentebeleid uit te werken. Er zal nagevraagd worden welke taken zij het belangrijkst vinden. Ook aan de eventuele moeilijkheden die zij ondervinden bij de uitoefening van hun mandaat zal aandacht besteed worden. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Herwig Reynaert
Politiek in sociaal werk met groepen? Een actualisatie en reconstructie van de relatie tussen sociaal werk met groepen en politieke actie Universiteit Gent Abstract: Via een geneste meervoudige gevallenstudie formuleren we antwoorden op volgende vragen: - hoe ziet politisering in sociaal werk met groepen er vandaag uit? - hoe komt politisering in sociaal werk met groepen tot stand? - in welke contexten zien we politisering in sociaal werk met groepen (niet) voorkomen of ontstaan? De doelstelling is tot een geactualiseerde typologie te komen van politisering in sociaal groepwerk. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Piet Bracke
Politiek in het openbaar : de opkomst van de massamedia en de legitimiteit van de monarchie in Europa. De jaren 1870 tot 1930 KU Leuven Abstract: Het vertrekpunt van dit onderzoeksproject is de stelling dat de massamedia opgang maakten in de laatste drie decennia van de negentiendeeeuw. Vertrekkend vanuit de vraag hoe dit heeft bijgedragen aan het herdefiniëren van politieke legitimiteit, focust dit project op de monarchie. Deze institutie was in de meeste Europese landen een belangrijke, of zelfs dedominante politieke speler.Door haar persoonlijk karakter werd de monarchie (meer dan andere politieke instanties) sterk beinvloed door de 'revolution of visibility', wat interessante Europese casussen oplevertvoor vergelijking, uitwisseling gedeelde ervaringen . Hoewel de monarchie doorgaans geassocieerd wordt met oude politieke krachten, moet zij tegen deze achtergrond ook gezienworden als deel uitmakend van de opkomst van de moderniteit. Het doel daarvan is niet om de verdienste van de monarchie als een moderne of zelfs noodzakelijke instelling opnieuw in vraag te stellen, maar eerder om het enorme potentieel dat deze ontegensprek Organisaties: • OG Modern.& Samenlev. 1800-2000 Leuven
Onderzoekers: • Martin Kohlrausch
Politiek impressiemanagement in Vlaanderen: op de weg van soundbites, persoonlijkheidsprofielen en het optimale uiterlijk van politici. Universiteit Antwerpen Abstract: Het projectvoorstel wil de studie van politiek impressiemanagement in Vlaanderen wetenschappelijk op de kaart zetten binnen de internationale wetenschappelijke context. Recente onderzoeksmodellen en experimenten betreffende de gebruikte soundbites (metaforen in de media), het uiterlijk van de politici, en hun persoonlijkheidsprofielen via de media worden toegepast om het impressiemanagement van Vlaamse politici en politieke partijen vast te stellen. Bijzondere aandacht zal daarbij besteed worden aan de verkiezingsperiodes. Organisaties: • Facultaire Onderzoeksgroep PSW
Onderzoekers: • Christ'l De Landtsheer
Politiek, herinneringscultuur en ideologie in de late middeleeuwen. De 'Blijde Inkomsten' van de hertogen van Brabant (1356-1506) KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Middeleeuwen Leuven
Onderzoekers: • Jelle Haemers • Valerie Vrancken
Politieke vertegenwoordiging van allochtonen. Een nationaal en internationaal vergelijkende analyse van allochtone vertegenwoordiging op lokaal vlak in Engeland, België en Frankrijk Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Bestuur en beleid
Onderzoekers: • Bram Wauters • Karen Celis
Politieke vertegenwoordiging van allochtonen. Een nationaal en internationaal vergelijkende analyse van allochtone vertegenwoordiging op lokaal vlak in Engeland, België en Frankrijk Universiteit Gent Abstract: In welke mate hebben het burgerschapsregime, het kiesstelsel, de partijkenmerken en de belangenconstellatie een remmende dan wel stimulerende invloed op 1) de verkiezing van allochtone kandidaten en 2) de groepsvertegenwoordiging van allochtonen door allochtone verkozenen? Voorliggend onderzoek biedt antwoorden op deze onderzoeksvragen op basis van diepte-interviews met kandidaten, verkozenen en lijstvormers in drie landen die zowel op het vlak van burgerschapsregime als inzake kiesstelsel sterk van elkaar verschillen: Engeland, België en Frankrijk. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Carl Devos
Politieke Subjectiviteit als Parrèsia: Een Theoretische Onderzoek van Focaults¨Theorie van Democratie. KU Leuven
Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centr. Ethiek, Soc. & Pol. Filosofie
Onderzoekers: • Antoon Braeckman
Politieke strategieën van ambachtslieden onder druk: meesters, gezellen en leerjongens tussen stedelijke overheid en middenveld in 16de-eeuws Antwerpen. Universiteit Antwerpen Abstract: Deze studie kadert in het onderzoek naar 'civil society' en het 'stedelijke corporatieve middenveld', waarin de focus wordt gelegd op hoe ambachten, als corporatieve verenigingen van beroepsgenoten, stabiliteit wisten te behouden binnen een stedelijke samenleving die stevig onder druk kwam te staan in het turbulente 16e-eeuwse Antwerpen in vergelijking met de aangewende strategieën (politiek, sociaal, economisch en cultureel) van ambachten uit andere Brabantse steden als Mechelen en Leuven. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bert De Munck • Ellen Burm
Politieke socialisatie van jongeren in Vlaanderen. De rol van de school, de leerkrachten en de leerkrachtencultuur in de opbouw van de Vlaamse politieke cultuur. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De invloed van verschillende socialisatiecontexten op politieke houdingen zal worden nagegaan. Daarnaast zal worden nagegaan wat de respectievelijke invloeden zijn van de leerkrachten en de scholen. We willen hierbij te weten komen of de leerkrachten medieren tussen de achtergrond van de jongeren enerzijds, de politieke waarden, opvattingen of cultuurpraktijken anderzijds. Vervolgens zal bekeken worden of het bestaan van een leerkrachtencultuur met een eigen symbolische logica, ons toelaat om "goede" politieke socialisatiecontexten van "slechte" contexten te onderscheiden. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • CHRISTIAN DESCHOUWER
Politieke representatie en democratische participatie. KU Leuven Abstract: Vanuit het ideaal van de directe democratie wordt representatie traditioneel beschouwd als een hindernis voor ofl als volstrekt in tegenstelling tot democratische participatie. Recent filosofisch onderzoek, dat deels gerealiseerd werd in onze eigen onderzoeksgroep (RIPPLE), heeft evenwel uitgewezen dat politiek intrinsiek representatief van aard is. Als datklopt, dan dient democratische participatie: de actieve betrokkenheid van de burger in het democratische bestuur, geherconcipieerd worden in termen van representatie wil zij überhaupt in politieke of democratische zin betekenisvol zijn. Het voorliggende onderzoeksprojectstelt zich tot doel een dergelijke representationeel begrip van democratische participatie te ontwikkelen, zowel op het niveau van de bestaanderepresentatieve instellingen, als op het domein van wat altijd en onvermijdelijk uitgesloten wordt door deze instellingen. Door het representatieve karakter van politieke en democratische participatie te onderzoeken, willen w Organisaties: • OE Centr. Ethiek, Soc. & Pol. Filosofie
Onderzoekers: • Antoon Braeckman • Timmy Heysse • Raf Geenens • Matthias Lievens
Politieke opvattingen van de werknemers in België, al dan niet van ethnische afkomst. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Onderzoekers: • Marc Swyngedouw
Politiek engagement in hedendaagse Belgische video essays KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Kunstwetenschappen Leuven
Onderzoekers: • Hilde Van Gelder • Jeroen Verbeeck
Politieke mobilisatie en nieuwe communicatietechnologie. Een multilevel studie van de digitale divide. Universiteit Antwerpen Abstract: De centrale doelstelling van dit onderzoek is tot een betere en ruimere inschatting te komen van bet democratische potentleel van internet, door zowel micro- (individuele gebruiker), meso- (organisaties), als macro- (politiek systeem) perspectieven in het onderzoek op te nemen. Bovendien gebruikt dit onderzoek een comparatief researchdesign, waarbij de beschikbare informatie over Belgie zoveel mogelijk wordt vergeleken met de situatie in de Verenigde Staten (waar het gebruik van internet bijzonder sterk verspreid is), en in Canada (waar e-government het sterkst is uitgebouwd). De hoofdvraag valt daardoor uiteen in drie subvragen: 1) micro-niveau: versterkt ICT de bestaande ongelijkheden wat politieke participatie betreft? 2) meso-niveau: krijgen kleinere organisaties minder of meer kansen voor mobilisatie door de introductie van CT? 3) macro-niveau: welke impact heeft CT op de uiteindelijke politieke uitkomst van politieke participatie? Organisaties:
• Media, middenveld en politiek (M2P)
Onderzoekers: • Stefaan Walgrave
Politieke machtsstrijd in Vlaanderen (1830-1976): de centrumstad Mechelen. Ontstaan en evolutie van de politieke partijen op het lokale beleidsniveau. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centrum voor Politicologie
Onderzoekers: • Emmanuel Gerard • N. N.
Politieke gevolgen van New Public management Universiteit Gent Abstract: Middels een kwalitatief en kwantitatief onderzoek wordt nagegaan hoe autonoom Vlaams agentschappen zijn en hoe zij gestuurd worden door de politieke principal. Een model van autonomie wordt ontwikkeld na case-studies van 5 agentschappen. Dit model wordt kwantitatief getest, alsmede de mate van managerialism die ermee gepaard gaat. Organisaties: • Vakgroep Accountancy en Bedrijfsfinanciering
Onderzoekers: • Johan Christiaens • Carl Devos
Politieke gender stereotypen in een systeem van Evenredige Vertegenwoordiging Universiteit Gent Abstract: Dit project analyseert of politieke gender stereotypes voorkomen in systemen van Evenredige Vertegenwoordiging (die vergeleken worden met meerderheidssystemen die al uitvoeriger onderzocht zijn op dit vlak), of de lijspositie een intermediërende rol speelt en welke kiezers meer geneigd zijn om gender stereotypes aan te nemen. Een quasi-experiment waarbij respondenten boodschappen van hypothetische kandidaten moeten beoordelen zal worden opgezet. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Bram Wauters
Politieke en maatschappelijke participatie van vrouwen in Vlaanderen. Een empirische studie naar de kritiek vanuit vrouwenstudies of het traditionele participatieonderzoek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het participatie-onderzoek gaat er traditioneel van uit dat participatieniveau's lager liggen bij vrouwen dan bij mannen. Deze vaststelling krijgt echter veel kritiek vanuit vrouwenstudies, en dit onderzoek laat toe na te gaan of deze kritiek emprisch houdhaar is. Door middel van focusgroepen wordt nagegaan of er kwalitatieve genderverschillen bestaan in de conceptualisering van politiek en politieke participatie. Aan de hand van een representatieve survey onder de Vlaamse bevolking, die het centrum uitvoert voor rekening van de federale overheid, wordt nagegaan welke factoren een eventueel atwijkend participatiepatroon kunnen verklaren. Door middel van een veldstudie bij politieke en sociale organisaties wordt nagegaan waarom de grotere deelname van vrouwen aan de basis van organisaties zich moeizaam vertaalt in een betere vertegenwoordiging op het besluitvormingsniveau. Een analyse van tijdsbestedingsonderzoek moet toelaten de hypothese te toetsen, als zou de lagere participatie van vrouwen onder meer kunnen verklaard worden door de tijdsdruk die ontstaat door een combinatie van betaalde arbeid en onbetaalde zorgarbeid. Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • WENDY SMITS
Politieke en discursieve strategieën van ambachtslieden onder druk: conflicten rond 'sociaal kapitaal' in 16de-eeuws Antwerpen. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project zal worden onderzocht hoe stedelijke middengroepen, via cooperatieve structuren, ageerden ten aanzien van de enorme spanningen waarmee de stad en haar inwoners te kampen kregen. Er wordt van uitgegaan dat Antwerpens 'Gouden Eeuw' op het eerste zicht gekenmerkt wordt door een relatieve sociale stabiliteit. Zo werd reeds gesuggereerd dat Antwerpenaren in de 16de eeuw er op één of andere wijze in slaagden een succesvolle sociale samenleving te vormen ondanks de vele ontwrichtende factoren waarmee de stad werd geconfronteerd. Denken we hierbij onder meer aan de acceleratie van het zich ontwikkelende handelskapitalisme met haar explosieve bevolkingsgroei, voortdurende immigratie, wisselende koopkracht, product-en procesinnovatie, verschuivende economische afhankelijkheidsnetwerken, langer wordende interdependentieketens, de armoedeproblematiek, polarisering -en proletariseringsprocessen, alsook de scherpe religieuze tegenstellingen en de Habsburgse centralisatiepolitiek. Wat betekenden deze ontwikkelingen voor het 'sociaal kapitaal' in de stad en welke politieke en discursieve acties ondernam het georganiseerde middenveld met het oog op het behoud en/of de ontplooiing van hun maatschappelijkee veerkracht en weerbaarheid? Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bert De Munck • Ellen Burm
Politieke ecologie van common-pool resources in door oorlog getroffen gebieden - De zaak van de visserij in Lake Edward ( DR Congo - Oeganda) Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar
Organisaties: • Vakgroep Studie van de derde wereld
Onderzoekers: • Anne Walraet
Politieke deelname van vrouwen na de verkiezingen van 7 juni 2009. Universiteit Antwerpen Abstract: Politieke deelname van vrouwen na de verkiezingen van 7 juni 2009. Organisaties: • Burgerschap, gelijkheid en diversiteit (CED)
Onderzoekers: • Petra Meier • Peter Thijssen
Politieke cultuur in drie vroeg-moderne steden: Een vergelijkende studie van Amsterdam, Antwerpen en Hamburg, 16501790. Universiteit Antwerpen Abstract: Samenwerking aan een wetenschappelijk onderzoeksproject "Political culture in three early modern cities: A comparative study of Amsterdam, Antwerp and Hamburg, 1650-1790" in het kader van een VLAC-fellowship met prof. M. Lindemann (University of Miami, USA). Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Guido Marnef
Politieke cultuur en de dood: funeraire praktijken bij politieke elitegroepen tussen 1850 en 1940 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project bespreekt de relatie tussen 'politieke culturen' en de praktijken rond de dood van 100 toonaangevende publieke figuren in België tijdens de jaren 1850 tot 1940, drie institutionele niveaus worden onderzocht. Het eerste niveau van analyse is gewijd aan tien koninklijke begrafenissen. Het tweede niveau richt zich op begrafenissen van leiders van overheid, voorzitters van de Houses of Parliament en prominente personen die de eer van een staatsbegrafenis ontvingen. Het derde niveau onderzoekt de funeraire cultuur gemanifesteerd rond de dood van de burgemeesters van Gent, Brussel, Antwerpen en Luik om de stedelijke liberale politieke cultuur te reconstrueren. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • JEFFREY TYSSENS
Politieke correctheid, solidariteit en gelijke kansen. Een discoursanalyse van de berichtgeving over minderheden in de Vlaamse media. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In politiek-maatschappelijke debatten en in de media wordt sinds de jaren 90 regelmatig gewag gemaakt van politieke correctheid. Politieke correctheid is een geladen term, waarvan de oorsprong verre van duidelijk is en de betekenis veranderlijk en contextafhankelijk is. Vanuit een traditie van kritisch discoursonderzoek wil dit onderzoek ten eerste een historisch en theoretisch kader schetsen van politieke correctheid en van de visie op taal waarop politieke correctheid steunt (historisch-theoretisch). Ten tweede wil het via een kwantitatieve mapping van politieke correctheid in de Vlaamse pers een overzicht geven van de verschillende discours over politieke correctheid en de evoluties daarin (empirisch descriptief). Dit kwantitatieve vooronderzoek vormt de basis voor de selectie van cases die kwalitatief zullen worden onderzocht. Ten derde wil het onderzoek immers via een (kwalitatieve) discoursanalyse het functioneren van discours over politieke correctheid in discours over de multiculturele samenleving en de Vlaamse identiteit onderzoeken. Via een analyse van mediateksten en ander bronnenmateriaal wil het politieke correctheid analyseren als onderdeel van discursieve strategieën (empirisch analytisch). Het wil tevens een bijdrage leveren aan de methodologische aspecten van discoursonderzoek, o.a. door een combinatie van kwantitatieve en kwalitatieve methoden van tekstonderzoek. Organisaties: • Culture, Emancipation, Media and Society • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Nico CARPENTIER • Benjamin DE CLEEN
'Politieke correctheid' en 'de dingen zeggen zoals ze zijn' Een analyse van discours over de multiculturele samenleving in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In politiek-maatschappelijke debatten en in de media wordt sinds de jaren '90 regelmatig gewag gemaakt van 'politieke correctheid'. 'Politieke correctheid' is een geladen term, waarvan de oorsprong verre van duidelijke n de vetekenis veranderlijk en contextafhankelijk is. Vanuit een traditie van kritisch discoursonderzoek wil dit onderzoek een historisch en theoretisch kader schetsen van 'politieke correctheid' en van de conflicterende visies op taal in de discussie daarover. Op een empirisch niveau geeft het onderzoek via een kwantitatieve inhoudsanalyse van 'politieke correctheid' in de Vlaamse pers een overzicht van de verschillende discours over 'politieke correctheid' en de evoluties daarin. Dit kwantitatieve onderzoek tooont aan dat 'politieke correctheid' in Vlaanderen voornamelijk betrekking heeft op de multiculturele samenleving. Het kwantitatieve vooronderzoek vormt de basis voor de selectie van cases die kwalitatief zullen worden onderzocht. Via drie casestudies zal het functioneren van 'politieke correctheid' als discursieve strategie in het debat over de multiculturele samenleving empirisch worden geanalyseerd. door de analyse van de discursieve strijd over de betekenis van 'politieke correctheid' levert het onderzoek een specifieke bijdrage aan de analyse van het debat over de multiculturele samenleving. het onderzoek levert tevens een bijdrage aan methodologische discussies over discoursonderzoek, o.a. door een combinatie van kwantitatieve en kwalitatieve methoden van tekstonderzoek. Organisaties: • Culture, Emancipation, Media and Society • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Nico CARPENTIER • Benjamin DE CLEEN
Politieke centralisatie, economische integratie en taalevolutie in Midden-Afrika: een interdisciplinaire benadering van de vroege geschiedenis van het Kongo-koninkrijk
Universiteit Gent Abstract: KongoKIng is een interdisciplinaire en interuniversitaire onderzoeksgroep die tot doel heeft bij te dragen tot een beter begrip van de oorsprong en vroege geschiedenis van het Kongo-koninkrijk. Het verenigt onderzoekers van de Universiteit Gent, de Université libre de Bruxelles (ULB) en het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika in Tervuren (KMMA) evenals verschillende partners in Afrika, Europa en de VS. Organisaties: • Talen en Culturen
Onderzoekers: • Koen Bostoen
Politieke budgetcycli in het belastingsbeleid van de OESO-landen : een empirische analyse over de periode 1965-1995. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Opzet van het onderzoek is het empirisch toetsen van recnete theoretische modellen omtrent Politieke Budgetcycli en dit met gegevens voor de OESO-landen. Als vertrekpunt presenteren we het eerste empirisch onderzoek omtrent Rogoff's baanbrekend signalling-model (AER, 1990). De centrale onderzoeksvraag luidt: In hoeverre leiden electorale en / of ideologische motivaties van de politieke gezagsdragers tot een systematische manipulatie van nationale belastingstelsels. Anders geformuleerd zoeken we naar evidentoe van het feit dat politici de fiscale druk herschikken om zo cruciaal geachte kiezersgroepen naar zich toe te trekken. Concreet kan bijvoorbeeld verwacht worden - dit vloeit voort uit Rogoff's model- dat voor de verkiezingen de neiging bestaat de personeelsbelasting te verlagen en dit te compenseren door hogere vennootschapsbelastingen. In navolging van de bestaande literatuur is de belangrijkste secundaire onderzoeksvreaag welke institutionele kenmerken de politieke manipulatie mogelijk maken of aanmoedigen. We bekijken bijvoorbeeld de invloed op het belastingstelsel die uitgaat van de aard van het kiesstelsel, de mate van politieke stabiliteit, de rol van informele internationalisering van economie en politiek en mogelijke invloeden van drukkingsgroepen. Deze comparatieve analyse heeft in tijden van politieke omwenteling evidente actualisatieswaarde. Organisaties: • Politieke Wetenschappen • Micro-economie voor Profit en Non-Profit Sector • Geschiedenis
Onderzoekers: • GUY VANTHEMSCHE • CHRISTIAN DESCHOUWER • Benny GEYS • BRUNO HEYNDELS
Politieke aspecten bij de ontwikkeling van het EU-migratiebeleid. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Erasmus Mundus. UA levert aan Erasmus Mundus de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM)
Onderzoekers: • Peter Bursens
Politieke agenda-setting en de media: wie leidt, wie volgt? Universiteit Antwerpen Abstract: De bedoeling van dit project is na te gaan of, in welke mate, en hoe de massamedia de politieke agenda bepalen. Door hun sterk divergerende onderzoeksopzet waren de resultaten van vorig onderzoek tegenstrijdig. Dit project overstijgt deze tegenstellingen door de methoden van beide soorten politiek agenda-settingsonderzoek, kwantitatief (tijdreeksanalyse) en kwalitatief (interviews), te combineren. Het project omvat tijdreeksanalyse van mediale en politieke tijdreeksen, selectie van een tiental cases voor meer diepgaand onderzoek, framinganalyse van de berichtgeving over deze cases en interviews met bevoorrechte getuigen over dezelfde cases. Organisaties: • Media, middenveld en politiek (M2P)
Onderzoekers: • Stefaan Walgrave
Politieke agenda-setting en de media. Naar een longitudinaal en multivariaat model. Universiteit Antwerpen Abstract: Op basis van een unieke longitudinale dataset zal de rol van de Belgische media in het bepalen van de Belgische politieke agenda onder de loep worden gehouden. Het meeste onderzoek over de media en de politieke agenda wees op de beperkte politieke rol van de massa. De media zijn volgers, geen makers van de politiek. Die voorlopige conclusie zal getoetst worden aan de hand van een dataset die de hele jaren '90 omvat en die bestaat uit 10 verschillende agenda's, waaronder de massamediale agenda een hele reeks politieke agenda's. Organisaties: • Politieke wetenschappen • Media, middenveld en politiek (M2P)
Onderzoekers: • Stefaan Walgrave
Politiek buiten de Staat III. Representatie, coördinatie en aansprakelijkheid in multigelaagde settings. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project focust zich op de politiek representatie and beleidsmaking in complexe en multigelaagde systemen. 2 onderzoekslijnen worden bekeken: - de eerste focust zich op de veranderende rol van parlementen als forums van representatie - de tweede focust zich op parlementen in beleidscoördinatie en aansprakelijkheid Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • Sebastian OBERTHUR • CHRISTIAN DESCHOUWER • Irina TANASESCU
Politie en Sociaal Werk: een moeilijke ontmoeting? Onderzoek naar de werking van de sociale politie ten aanzien van minderjarigen vanuit het hulp - recht debat
Hogeschool Gent Abstract: Het onderzoeksproject heeft als doel het verbeteren van de praktijk van politionele interventies ten aanzien van minderjarigen door de Gentse politie. Daarnaast zal er ook een referentiekader ontwikkeld worden dat kan gebruikt worden in de opleiding sociaal werk van de Hogeschool Gent en in de opleiding van de Oost-Vlaamse politieschool. Organisaties: • Departement Sociaal-agogisch werk • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Sociaal werk • Vakgroep Sociale wetenschappen • Vakgroep Bestuur en beleid
Onderzoekers: • Marleen Easton • Jorgen Bruggeman • Didier Reynaert
Politie en Persoonlijkheid. Een correlatief, analyserend onderzoek naar verhoorcompetenties en -management Universiteit Gent Abstract: Deze empirische studie onderzoekt de structuur van verhoorcompetenties, hoe deze verder ontwikkeld kunnen worden en de samenhang van competenties met persoonlijkheid. De studie is een substantiële voortzetting op de vijf-dimensionale taxonomie van De Fruyt (2006) en onderzoekt of deze voldoende comprehensief is. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Filip De Fruyt • Paul Ponsaers
Politie aan het werk: Grondige studie van evoluties in de taken en rol van de lokale politie in een veranderende samenleving. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project richt zich op het dagelijkse werk van de politie en gaat na op welke terreinen ze actief is, hoe en vanuit welk perspectief politiemensen hun taken afhandelen. Het verzamelde materiaal moet een antwoord bieden op de vraag naar de wijze waarop de door de wetgever uitgewerkte regelgeving in de praktijk wordt omgezet. Verder is het mogelijk om voor de twee belangrijkste 'klanten' (de burgers en de overheid) na te gaan welke verwachti,ngen beiden hebben tav de politierol en op welke wijze deze verwachtingen een invloed hebben op het takenpakket en haar afhandeling. Dit perspectief wordt aangevuld door de invulling die politiemensen geven aan deze rol in complexe, multiculturele setting aangestuurd door zowel lokale, federale, Europese als internationale overheden. Deze ontwikkelingen worden vervolgens vergeleken met een eerdere uitgevoerde studie (Enhus, Eliaerts, 2001) en nagegaan in welke mate rolpercepties, verwachtingen van burgers en overheid zijn verschoven onder invloed van recente beleidsbeslissingen tav de politie (politiehervorming, invoering community policing filosofie) en andere politieke, culturele, economische ontwikkelingen (ontstaan en uitbouw private bewakingssector, internationalisering van de politie, ontstaan van 'nieuwe beroepen in veiligheid'...) Organisaties: • Sociale Veiligheidsanalyse • Criminologie
Onderzoekers: • Isabel VERWEE • CHAIM DEMAREE • ELISABETH ENHUS
Politics in Public: The Emergence of Mass Media and the Legitimacy of European Monarchy 1870-1930s KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Modern.& Samenlev. 1800-2000 Leuven
Onderzoekers: • Martin Kohlrausch • Betto van Waarden
Politics in Plato's Politicus KU Leuven Abstract: Is there such a thing as an ideal ruler or ideal state? If so, should we seek them, why and how? In his Statesman, Plato sets on a journey to identify the ideal statesman. Four research questions must be explored: (1) What is the role of politics in the Statesman? (2) What is the function of the ideal state and non-ideal state in the Statesman? (3) Is it possible according to Plato to achieve the ideal state? And (4) How can leadership be used to bring about the ideal state? This is significant in that there might be a possibility of attaining the ideal state and thus achieving true prosperity and happiness. By means of dialectics in the Platonic sense, it will be shown that laws must be used to foster a system from which the ideal statesman emerges. I want to show that parts of this model are still relevant and may be applicable and contribute to bringing order, true prosperity and happiness to various parts of the world. Organisaties: • OE De Wulf-Mansioncentrum
Onderzoekers: • Jan Opsomer • Romeo Domdii Cliff
Politics beyond the state? The capacity of decision-making in the new institutional organization of modern politics. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De centrale probleemstelling van dit project is de vraag naar de gevolgen van de toenemende complexiteit van de politieke instellingen. In het bijzonder de meerlagigheid van instellingen (multi-level) daargt onze aandacht weg. In het kader van dit overkoepelend project lopen een aantal deel onderzoeken: bestuurlijke complexiteit op het gemeentelijke niveau, de Europese politiek van steden, de coördinatie van milieubeleid, het buitenlands beleid van regio's in federale staten, de werking van politieke partijen in meerlagige systemen. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers:
• GUSTAAF GEERAERTS • BRUNO COPPIETERS • CHRISTIAN DESCHOUWER • MAARTEN JANS • TAMARA KOVZIRIDZE • Claus SCHULTZE • PATRICK STOUTHUYSEN • Jose VAN ASSCHE Martine
Politics beyond the state. Opportunity structures, policy instruments and legitimacy. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit voorstel behouden we legitimiteit en politieke hoedanigheid als centrale focus, maar we proberen het aan te pakken vanuit een iets ander perspectief. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • CHRISTIAN DESCHOUWER • MAARTEN JANS
Political trust and reciprocity KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centrum voor Politicologie
Onderzoekers: • Marc Hooghe • Meta van der Linden
Political Socialization and Political Attitudes of Adolescents KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centrum voor Politicologie
Onderzoekers: • Marc Hooghe • Annika Grieb
Political socialisation and political attitudes of adolescents KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centrum voor Politicologie
Onderzoekers: • Marc Hooghe • Roland Hosner
Political representation of women, ethnic minorities, and the elderly, with a theoretical and empirical focus on the concept of responsiveness Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Bestuur en beleid
Onderzoekers: • Karen Celis
Political Representation: A Historical and Conceptual Investigation intoits Polysemy KU Leuven Abstract: This research project is aimed at studying the concept of representation and its relationship with the notion of democratic government and democracy. The main question that will be asked is: what is democratic representation and how does it relate to the principles of democratic government? More particularly, the investigation will identify the preconditions that institutional arrangements must fulfill to be considered democratic. Considerable attention will be paid to the seemingly inevitably partial, and therefore contestable character of democratic representation. Subsequently, it will be verified to what extent these theoretical preconditions of democratic representation and/or democratic government are present within the overall architecture, principles, procedures and practices of the democratic nation-state. In doing so, the project will not restrict its inquiry to the classical political institutions (national parliaments, government), but will also take into account the repres Organisaties: • OE Centr. Ethiek, Soc. & Pol. Filosofie
Onderzoekers: • Antoon Braeckman • Timmy Heysse • Alessandro Mulieri
Political economy of cassiterite and coltan value chains: viability andsustainability of artisanal and small scale exploitations. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Ontwikkelingseconomie Leuven
Onderzoekers: • Johan Swinnen • N. N.
Political economy and institutions of food policy and development. KU Leuven Abstract: De voornaamste doelstelling van het Methusalem project is om innovatiefonderzoek te financieren om zo de internationale uitstraling te versterken van het LICOS onderzoeksprogramma rond Ontwikkelingssamenwerking en Voedselbeleid dat onder leiding staat van Professor Swinnen. Het onderzoek richt zich op geografische en methodologische innovaties van het lopende onderzoek over voedselbeleid en ontwikkelingssamenwerking en legt daarbij vooral de nadruk op de instellingen. Geografisch gezien gaan we onze focus consolideren die recent werd uitgebreid van Oost-Europa en de voormalige Sovjet-Unie naar Afrika, China en India. We proberen ook het aantal vergelijkende analyses op te voeren.Op het vlak van de methodologie streven we zowel naar theoretische innovaties -inclusief het maken van modellen en het uiteenzetten van theorieën met nieuwe inzichten van de politieke en institutionele economie- alsnaar empirische innovaties-inclusief de ontwikkeling en het gebruik vanpanel datasets en socio-ec Organisaties: • OG Ontwikkelingseconomie Leuven
Onderzoekers: • Johan Swinnen
Political Constructivism and Ontology: John Rawl's Freestanding Political Conception Versus Liberal and Religious Comprehensive Doctrines. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centr. Ethiek, Soc. & Pol. Filosofie
Onderzoekers: • Antoon Braeckman
Policy Measures to Ensure Access to Decent Housing for Migrants & Ethnic Minorities. Universiteit Antwerpen Abstract: Policy Measures to Ensure Access to Decent Housing for Migrants & Ethnic Minorities. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Luc Goossens
Policy evaluation in a non-welfarist framework Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Algemene Economie
Onderzoekers: • Bart Defloor
Policy advice competition in policised systems under adjustment KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Instituut voor de Overheid
Onderzoekers: • Marleen Brans • Athanassios Gouglas
POLEOT : Het printen van lichtgevende toepassingen op textiel (voor gebruik in technisch en communicatief textiel en kledij) Universiteit Hasselt Abstract: POLEOT is een ambitieus project dat zowel technologische als wetenschappelijke uitdagingen omhelst. Het beoogt de ontwikkeling van innovatief textiel met lichtgevende eigenschappen geschikt voor tal van geavanceerde toepassingen zoals beschermkledij, signalisatie en communicatief textiel. Printbare, lichtgevende inkten voor textieldoeleinden vormen de belangrijkste vernieuwingen in dit project. Organisaties: • Engineering Materials and Applications • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Wim DEFERME
Polarity formation in molecular crystals and nanoporous host-guest materials studied by scanning pyroelectric microscopy KU Leuven Abstract: Scanning pyroelectric microscopy (SPEM) has successfully been applied to study spatial polarisation distributions in channel-type inclusion crystals and zeolite based host-guest systems, which show macroscopic polarity as the result of polar growth or oriented sorption of hyperpolarisable molecules.Recently, its was shown by pyroelectric measurements and phase sensitive second harmonic microscopy (PS-SHG) studies that alsonbsp;crystals such as trans-4-chloro-4-nitrostilbene (CNS), although topologically centric, are composed of sectors exhibiting different polar properties. This phenomenon, called growth-induced polarity, could be rationalised by local symmetry breaking during the attachment of polar (donor-acceptor) molecules.This project aims to apply the SPEM technique, being essentially a photothermal imaging method, for the investigation of three-dimensional polar domain structures of various molecular crystals. The results will be compared with predictions from stochastic calcul Organisaties: • Afd. Fysica v Zachte Materie & Biofysica
Onderzoekers: • Michael Wübbenhorst
Polarity formation in bio-organic materials studied by pyroelectric imaging. KU Leuven Abstract: Het pyroelektrisch effect is een eigenschap van materialen om een kleine elektrische stroom te genereren indien een temperatuursveranderingoptreedt. Deze elektrische stroom is proportioneel met de lokale elektrische polarizatie. Met behulp van een Laser kan de polarizatiedistributie van een materiaal in kaart worden gebracht, dit gebeurt met de Scanning PyroElectric Microscope opstelling, ook gekend als SPEM.Het doel van dit project is om de aard en, indien aanwezig, fysiologische functie van polaire structuren in biologische systemen te onderzoeken. Waarom is polariteit aanwezig in vele biologische systemen?Deze grote, open vraag leidt tot twee doelgerichte vragen:- Wat zijn gemeenschappelijke en specifieke polarizatiepatronen in biologische systemen?- Heeft polariteit een fysiologische functie? Organisaties: • Afd. Fysica v Zachte Materie & Biofysica
Onderzoekers: • Carmen Bartic • Michael Wübbenhorst • Tristan Putzeys
Polarisatie-gevoelige componenten voor fotonische data verwerking en communicatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is de studie en aanmaak van nieuwen snelle, actieve en passieve polarizatie gevoelige photonische componenten. Deze componenten kunnen een belangrijke rol spelen bij het verwezenlijken van data-transparantie, reconfigureerbare optische interconnecties. Het project bevat zowel aspecten van fundamenteel onderzoek (interactie licht-materie; halfgeleider fysica) als van toegepast onderzoek in het domein van fotonica in computing en korte-afstand communicatie. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • HUGO THIENPONT • IRINA VERETENNICOFF • JAN DANCKAERT
Polarisatiegebaseerde diffractieve optische componenten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogt op zaainiveau, de mogelijkheid te exploreren om polarizatie gebaseerde diffractieve optische elementen te ontwerpen te verwezenlijken en aan te wenden in systemen die op TONA/TW in ontwikkeling zijn: een polarizatiegebaseerde optische processor, een polarizatiegebaseerd optische vezel multiplexer systeem, parallelle digitale optische communicatiesystemen en polarisatiegebaseerde componenten voor CO2 laserlicht. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • HUGO THIENPONT • IRINA VERETENNICOFF
Polarisatie en vroege ontwikkeling van zygoten bij het bruinwier Dictyota dichotoma (Phaeophyceae) Universiteit Gent Abstract: Al een eeuw lang zijn de oögame bruinwieren Fucus en het verwante Silvetia praktische modelorganismen voor de vroege ontwikkeling in plantaardige systemen. Morfologische waarnemingen in Dictyota suggereren dat veel bevindingen niet extrapoleerbaar zijn naar de andere bruinwieren. Om een dieper inzicht te verkrijgen in de veralgemeenbaarheid van de resultaten uit dergelijke onderzoeksmodellen, zal de embryogenese bij Dictyota dichotoma onderzocht worden. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Tom Beeckman • Olivier De Clerck
Polaire ruimten, duale polaire ruimten en gerelateerde meetkunden Universiteit Gent Abstract: De bedoeling van het porject is het bekomen van resultaten over: (1) classificatie van dichte schier veelhoeken met drie punten per rechte (2) hypervlakken en projectieve inbeddingen van duale polaire ruimten en gerelateerde meetkunden zoals polaire Grassmannianen (3) substructuren van (duale) polaire ruimten (4) genererende rang van duale polaire ruimten en gerelateerde meetkunden. Organisaties: • Vakgroep Wiskunde
Onderzoekers: • Bart De Bruyn
Poëzie uit de Marge. Literaire, taalkundige, filologische en cultuurhistorische analyse van een nieuw corpus van Byzantijnse boekepigrammen (800-1453) Universiteit Gent Abstract: Multidisciplinaire exploitatie (literatuurwetenschappelijk, taalkundigen cultuurhistorisch) van een corpus boekepigrammen uit middeleeuws-Griekse manuscripten. Onuitgegeven materiaal zal in boekvorm en digitaal gepubliceerd worden. De analyse zal nieuw inzicht verschaffen in de literaire esthetica van de betrokken periode, de ontwikkeling van taak, orthografie en metriek, en de cultuurhistorische context waarin boeken ontstonden. Organisaties: • Letterkunde
Onderzoekers: • Kristoffel Demoen
Poëzie en cultuurpolitiek in het negentiende-eeuwse Vlaanderen: Theodoor van Ryswyck (1811-1849) en de Antwerpse literaire romantiek. Universiteit Antwerpen Abstract: In het voorliggende project wordt vanuit een literatuurwetenschappelijk perspectief de functie van literatuur in het moderne natievormingsproces bestudeerd. Het corpus dat daarbij centraal staat is de poëzie van Theodoor van Ryswyck: spilfiguur van de Antwerpse
romantische school, overgangsfiguur van een Belgisch naar een Vlaams cultuurnationalisme en dichter van een naar vorm uiteenlopend en naar inhoud overwegend politiek oeuvre. Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Piet Couttenier • Adelheid Ceulemans
Poëtische parateksten in middeleeuwse Griekse manuscripten: manifestatie en reflectie van Byzantijnse tekstuele cultuur Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek omvat een analyse van metrische parateksten in Byzantijnse manuscripten, met als een doel een beeld te vormen van middeleeuwse boekcultuur. Er zal nagegaan worden hoe deze teksten (colofons, dedicaties, notities) de interesses van tekstuele gemeenschappen uitdrukken en patronage verantwoorden. Centraal staat de vraag hoe deze teksten leespraktijken reguleren, zowel op pragmatisch als ideologisch en moreel niveau. Organisaties: • Vakgroep Frans
Onderzoekers: • Kristoffel Demoen
Poëtische machine. Een onderzoek in het poëtiseren van elektronica. Hogeschool Gent Abstract: Het vertrekpunt van dit onderzoek is de vraag naar de (on)mogelijkheid om kunst te maken met de computer. Aangezien de computer gestuurd wordt door louter logische processen, gaat het evengoed om de vraag of het mogelijk is om op louter logische wijze kunst te maken. Wanneer de kunstenaar gaat programmeren om een kunstwerk te maken, stoot hij onmiddellijk op het rigide en absoluut logische karakter van de computer. In tegenstelling tot wat gebeurt in andere, meer klassieke disciplines, geeft de materie geen antwoord, en wordt er daardoor niets toegevoegd aan wat de kunstenaar zelf doet. Uiteraard is de computer enorm snel in zijn rekenvaardigheid en nauwkeurigheid. Ook staan wiskundige of natuurkundige systemen (zoals bijv. willekeurigheid of chaostheorie) ter beschikking. Wat echter niet kan worden aangewend in een werk, zijn zaken zoals intuïtie, twijfel of absurditeit. Deze vaststelling, in combinatie met het gegeven dat in de mediakunst het creatieproces verschuift van subject naar computer, zorgt voor een paradoxale situatie. Het is de software die het kunstwerk ‘maakt’, zodat de beslissingen die normaal gezien voorafgaan aan het creatieproces, nu vallen tijdens en na het genereren van het werk. Deze ingreep heft de klassieke chronologie van het creatieproces op en maakt de positie van maker en creatie op zijn minst dubbelzinnig. Bovendien is het nu aan de computer om beslissingen te nemen in het creatieproces. Paradoxaal genoeg is het precies deze computer die geen kunst kan maken wegens zijn logische opbouw. Binnen deze tegenstrijdige context vormt de Poëtische Machine een fysieke simulatie van twijfel. De machine bestaat uit de twee vertegenwoordigers van het binaire systeem, 0 en 1. Twee kubussen (zwart/wit), aangedreven door motors in hun beweging naar en van elkaar weg, verbeelden de aarzeling. De twijfel is een middel om de strakke logica van de digitale machine te doorbreken. Er wordt continu geaarzeld tussen 0 en 1, neen en ja, zwart en wit. De tijd die nodig is om deze twijfel softwarematig uit te voeren, verloopt niet samen met de tijd die buiten de computer is. ‘Duration is the transformation of a succession into a reversion, i.e.: THE BECOMING OF A MEMORY.’ (Jarry, A. [1980]. How to Construct a Time Machine. Selected Works. New York: Grove Press, p. 389. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Autonome kunsten
Onderzoekers: • Jan Vercruysse • Jerry Galle
Poëtico-picturale uitdrukkingsmodaliteiten in het dichterlijk werk van Jean Cocteau. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderhavige project bestaat uit een studie van de specifieke interactie van de talige, de grafische en de picturale uitdrukkingsmodaliteiten in het dichtwerk van Jean Cocteau en, tegelijkertijd, uit het ontwikkelen van een cognitied lectuurmodel geschikt om de hybride kunstvormen in de dichterlijke creatie van de XXe eeuw te benaderen. Het project begint met een inventaris en een geleidelijke analyse vergeleken met een algemeen theoretisch model. Tijdens het derde jaar, start de redactionele fase en wordt de interpretatieconfiguratie voor de poëtico-picturale uitdrukkingsmodaliteiten bij cocteau ontwikkeld. tenslotte wordt de redactionele eindfase opgezet en het cognitief lectuurmodel voor de hybride uitdrukkingsvormen in de poëzie uitgewerkt. Organisaties: • Esthetica, Verbeelding en Creatie • Romaanse Talen
Onderzoekers: • DAVID GULLENTOPS • Lynn VAN DE WIELE
Poëtica van de parodie: taxonomie en pragmatiek van het parodische discours. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject zou moeten leiden tot de ontwikkeling van een driedimensionaal open model dat op basis van een gedeeld en algemeen aanvaardbaar referentiekader 1) verschillende vormen van discursieve refractie kan herleiden tot een eenduidige taxonomie, die vandaag ontbreekt; 2) nieuwe subcorpora kan ontwikkelen en aanboren die vandaag ondervertegenwoordigd zijn in het onderzoek naar parodie; en 3) voor het eerst verschillende vormen van parodisch discours op eenduidige wijze kan bestuderen en met elkaar vergelijken. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Kris Peeters • Paul Pelckmans
Podoplanin: de missende link tussen borstkanker en lymfatische metastase? KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Moleculaire Oncogenese en Angiogenese
Onderzoekers: • Massimiliano Mazzone
P&O/Diversité/Homophobie relatif à une recherche exploratoire sur les représentations de l'homosexualité dans la fonction publique belge. Universiteit Antwerpen Abstract: P&O/Diversité/Homophobie relatif à une recherche exploratoire sur les représentations de l'homosexualité dans la fonction publique belge. Organisaties: • Sociale Concurrentie en Recht
Onderzoekers: • Josse Van Steenberge
Pneumatische en hydraulische micro-actuatoren: onderzoek en ontwikkeling. KU Leuven Abstract: Dit doctoraat handelt over de ontwikkeling van flexibele hydraulische en pneumatische micro-actuatoren. Een generisch platform voor het simuleren, ontwerpen en karakteriseren van dit type actuatoren zal worden ontwikkeld. Een eerste faze zal handelen over het theoretisch analyseren van flexibele actuatoren. Aangezien deze actuatoren een grote vervorming vertonen, zal in een tweede faze een nieuw type van microreksensor worden ontwikkeled. Het valideren van beide onderzoeksfazen zal gebeuren met behulp van actuatorprototypes. Dit onderzoek is essentieel voor het theoretisch bevatten en controleren van flexibele hydraulische en pneumatische micro-actuatoren, en zal als dusdanig een meerwaarde betekenen voor toepassingen in toekomstige microsystemen. Organisaties: • Afdeling PMA
Onderzoekers: • Dominiek Reynaerts • Michaël De Volder • Benjamin Gorissen
PM-Lab Fijnstof informatiesysteem Euregio Universiteit Hasselt Abstract: Fijnstof is in onze omgeving één van de belangrijkste bronnen voor het ontstaan en verslechteren van veel aandoeningen aan de luchtwegen en aan het hart- en vaatstelsel. Belangrijke bronnen van fijnstof zijn het verkeer, verwarmingsinstallaties en de industrie. De Euregio, een agglomeratie met veel industrie, een hoge bevolkingsdichtheid en met specifieke geografische kenmerken kent relatief hoge fijnstofconcentraties. Het is moeilijk om deze deeltjes te meten. Het maatschappelijk effect van dit project voor de Euregio bestaat uit het creëren van een basis voor de gelijke aanpak van de fijnstof problematiek over de grenzen heen. Er zijn niet alleen verschillen in de wijze waarop fijnstof wordt gemeten door de verschillende instanties, er zijn ook verschillen in de interpretatie van de gemeten gegevens (bronnenonderzoek, gezondheidseffecten), en in de toepassing van ondersteunende rekenmodellen. Er is behoefte aan afstemming in deze hele keten, te beginnen bij een grondige afstemming van de meetmethoden en meetapparatuur voor fijnstof. Dit project voorziet in de inrichting van een mobiel referentie laboratorium, dat in de drie landen op geselecteerde locaties zal worden ingezet ter vergelijking met de aanwezige apparatuur. Daardoor worden gelijkwaardige meetresultaten verkregen. Tegelijkertijd worden de gezondheidskundige effecten van het gemeten fijnstof onderzocht, niet alleen via de hoeveelheid, maar ook via een breder onderzoek naar de chemische samenstelling van het fijnstof. Met deze kennis is het mogelijk om adviezen uit te brengen, zodat doelgericht maatregelen worden geformuleerd om de specifieke bronnen in de Euregio aan te pakken. Organisaties: • Toegepaste en Analytische Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Robert CARLEER
Plutarchus' De animae procreatione: een kritische studie. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Griekse Studies Leuven
Onderzoekers: • Geert Roskam • Bram Demulder
"Plus-value didactique d'un environnement d'apprentissage électronique axé sur la compétence linguistique" KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG FranItalCo Kulak
Onderzoekers: • Piet Desmet
Pluis en niet-pluis in de huisartspraktijk. Universiteit Antwerpen Abstract: De projectgroep een drietal speerpunten opgesteld. Allereerst wordt de interactie van 'Pluis en niet-pluis in de huisartspraktijk' (PNP) met andere elementen van het diagnostisch redeneren van huisartsen onderzocht als ook de diagnostische waarde met betrekking tot behandeling en beloop van klachten en ziekten in de huisartspraktijk. Daarnaast wordt de determinant "ervaring" in kaart gebracht, door huisartsen in opleiding en ervaren huisartsen met elkaar te vergelijken in een onderzoek met behulp van case vignetten en een gevalideerde PNP vragenlijst. Tenslotte wordt de analyse van een serie leergesprekken tussen huisartsen-in opleiding en huisarts-opleiders met het oog op het onderwijs van analytische en nietanalytische diagnostische strategieën voortgezet. Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers:
• Paul Van Royen
Plotselinge hartfalen: het omzetten van genetische technologie naar verbeterde klinische zorg. Universiteit Antwerpen Abstract: De hoofddoelstelling van dit project is de toepassing van nieuwe genetische technologie in de preventie, diagnose en behandeling van patiënten en familieleden met risico voor plotse dood (SCD, door aorta aneurysma's (TAA), primaire elektrische aandoeningen (PED) en cardiomyopathieën (CM). Om de projectdoelstellingen te bereiken, worden een aantal bestaande technologieën gecombineerd, protocols gevalideerd en geïmplementeerd en enkele sleutelprocessen van genetische counseling geëvalueerd. Organisaties: • Medische Genetica (MEDGEN)
Onderzoekers: • Lutgart Van Laer • Bart Loeys
PLF KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling M3-BIORES
Onderzoekers: • Daniel Berckmans
PLEX KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Labo voor Celdoodonderzoek & Therapie
Onderzoekers: • Patrizia Agostinis • Joost van den Oord
Plenum.be - Het geheugen van de parlementaire democratie. De opbouw van een digitale databank voor de Handelingen van de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers, 1870-1940. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project legt de basis voor een integrale digitalisering van de Handelingen van de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers. Voor de jaren 1870-1940 zullen de door de diensten van de Kamer ter beschikking gestelde PDF-documenten worden omgezet in flexibel doorzoekbare OCR-bestanden, die worden opgeslagen in een duurzame digitale standaard. Door de creatie van een onderzoekswebsite zal de databank publiek toegankelijk worden gemaakt. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Marnix Beyen
Pleidooi voor presentisme. Georges Sorel (1847-1922), Charles Péguy (1873-1914) en hun nalatenschap. Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoekt een geschiedtheoretische traditie vanuit het raamwerk van ?tijdpolitiek? en ?tijdregimes.? Deze traditie (Sorel, Péguy, Daniel Halévy, Benedetto Croce en Walter Benjamin) pleit in weerwil van het moderne denken over geschiedenis tegen de epistemologische voordelen van ?historische afstand? en voor een geschiedschrijving die vanuit het heden vertrekt. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Gita Deneckere • Berber Bevernage
Pleegzorg aan de Scheldemond. Samen beter zorgen voor kinderen in de pleegzorg. Hogeschool Gent Abstract: Het onderzoeksproject beoogt de optimalisering van de werking van een bestaand grensoverschrijdend netwerk m.b.t. pleegzorgdiensten. De hoofddoelstelling van het onderzoek is te komen tot een kwaliteitsvolle grensoverschrijdende dienstverlening. Het gaat hier over een Euregioproject. De Euregio Scheldemond kadert in het Interreg 3-programma Interreg is een Europees subsidieprogramma ter bevordering van de grensoverschrijdende samenwerking. De projecten versterken de economische, sociale, maatschappelijke en culturele infrastructuur in grensgebieden. De Euregio Scheldemond bestaat uit de Belgische provincies Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen en de Nederlandse provincie Zeeland. Organisaties: • Departement Sociaal-agogisch werk • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Management en Organisatie
Onderzoekers: • Alex Vanderstraeten
PLAYBOY ARCHITECTURE: MODERNIST HOMOSOCIAL CLUBS AND BACHELOR PADS IN POSTWAR UK AND USA KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Architectuur en Maatschappij
Onderzoekers: • Hildegarde Heynen
Platteland met toekomst - Stand van zaken en stimulerende voorbeelden van plattelandsontwikkeling en -beleid in Vlaanderen en Europa
Universiteit Gent Abstract: De doelstelling van de opdracht was het onderzoek naar de haalbaarheid van het bouwen van transitiemodellen van de huidige toestand van het platteland in Vlaanderen naar één of meer (alternatieven van) gewenste toestand(en) van het platteland op basis van een analyse van beleidsdiscoursen. Deze studie reikt aan het Vlaams Parlement een instrument aan om plattelandsbeleid-in-ontwikkeling te analyseren en te positioneren. Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Georges Allaert
Platform voor geavanceerde 3D-stacked Beeld Sensor (3SIS) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is het ontwikkelen van een generisch platform bestaande uit zowel proces technologie modulen als het creëren van technieken om een veelheid van toekomstige silicium gebaseerde beeldsensor toepassingen in te schakelen. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • HEIDI OTTEVAERE • HUGO THIENPONT
Platform voor geavanceerde 3D??-Gestapelde Image Sensors (3SIS) Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Industriële Technologie en Constructie
Onderzoekers: • Peter Veelaert
Platform voor Europese paraatheid tegen (terug-) opkomende epidemieën (PREPARE). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Herman Goossens
Platform van lokale overheden en communicatoren ter bevordering van wetenschap (PLACES). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Universitat Pompeu Fabra. UA levert aan Universitat Pompeu Fabra de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Media, beleid en cultuur (MPC)
Onderzoekers: • Pieter Maeseele
"Platform overleg bewaarbibliotheken" als basis voor een integraal beleid voor bewaarbibliotheken in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project omvat: ten eerst : onderzoek naar de voorwaarden tot de uitbouw van een 'Overlegplatform Bewaarbibliotheken Vlaanderen'. ten tweede : het uitwerken van een communicatieplan om de zichtbaarheid van de sector van de bewaarbibliotheken te verhogen. Organisaties: • Universitair beheer en administratie
Onderzoekers: • Pierre Delsaerdt
Platform Journalistiek Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Brussels Platform voor Journalistiek (BPJ) is een initiatief van de Universitaire Associatie Brussel. Het wil het onderwijs over en het onderzoek naar journalistiek binnen de associatie in wederzijdse dialoog en samenwerking versterken en promoten. Zo streeft het Platform naar synergieën tussen de Bachelor en Master Journalistiek van de EhB en de Master Communicatiewetenschappen van de VUB. Op het vlak van onderzoek wordt een versterkte samenwerking tussen de onderzoeksgroepen BIJouS (EhB), Cemeso en iMinds-SMIT (VUB) nagestreefd met het oog op nationale en internationale erkenning en excellentie. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • CAROLINE PAUWELS
Platform for time resolved confocal microscopy. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Soft Matter Reologie en Technologie
Onderzoekers: • Jan Fransaer • Jan Vermant • Johan Martens • Jan Michiels
• Johan Hofkens • Paula Moldenaers
Platform for advanced 3D-stacked image sensors Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Elektronica
Onderzoekers: • Peter Veelaert
Platelet Endothelial Aggregation Receptor 1 in endotheelcelbiologie. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Moleculaire en Vasculaire Biologie
Onderzoekers: • Salvatore Di Pasquale • Peter Verhamme • Marc Hoylaerts
Platelet biology and genetics to unravel the molecular basis of autism spectrum disorders KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Moleculaire en Vasculaire Biologie
Onderzoekers: • Kathleen Freson
Plastische circuits: in vivo beeldvorming van astrocyteneuroninteracties in de hersenen van muizen KU Leuven Abstract: The aims of this project are a perfect fit to Bio2, with itsemphasis on understanding cell-cell interactions. We aimto understand the role of astrocyte-neurons interactions inthe nervous system and how these interactions underlieexperience dependent plasticity in the living brain. Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Bart De Strooper • Matthew Holt
Plastisch bezwijken van lasverbindingen met ingebeede en/of meervoudige lasfouten Universiteit Gent Abstract: Bestaande procedures voor recategorisatie van ingebedde fouten en interactie van meervoudige fouten in lasverbindingen blijken niet geschikt voor hedendaagse ductiele en taaie staalsoorten. Met een gekoppeld experimentele en numerieke aanpak zal het faalgedrag van lasverbindingen met ingebedde en/of meervoudige fouten bestudeerd worden om te komen tot verbeterde evaluatieprocedures. Organisaties: • Vakgroep Mechanische constructie en productie
Onderzoekers: • Wim De Waele
Plasticiteit van regulatoire T cellen in hooggradig gliomen als methodevoorhet verbeteren van actieve en adoptieve immuuntherapie KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Laboratorium Klinische Immunologie
Onderzoekers: • Stefaan Van Gool • Adrian Liston • Lien Vandenberk
Plasticiteit van regulatoire T cellen in hooggradige gliomen als middelom immuuntherapie te optimaliseren. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Laboratorium Kinderimmunologie
Onderzoekers: • Stefaan Van Gool • Adrian Liston
Plasticiteit van de humane exocriene pancreas Vrije Universiteit Brussel Abstract: Insuline-afhankelijke diabetes vormt een interessant doelwit voor regeneratieve geneeskunde of celvervangingstherapie. Immers, de ziekte wordt gekenmerkt door een tekort aan insuline-producerende betacellen, en beta-celtransplantatie kan voor genezing zorgen (1). Organisaties: • Pathologische Anatomie
Onderzoekers: • JESSY LARDON
Plasmonic Waveguides and Antennas KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling ESAT - TELEMIC
Onderzoekers: • Guy Vandenbosch • Mai Osama Mohamed Ibrahim Sallam
Plasmonics Logic Experimental KU Leuven Abstract: CMOS-technologie door transistor schaling is de belangrijkste drijfveer voor de enorme groei van de productiviteit geregistreerd over de afgelopen 50 jaar geweest. Echter, wordt transistor scaling nadert zijn fysieke grenzen en nieuwe apparaten, circuits en architecturen onderzocht om de prestaties scaling blijven.Om het silicium transistor te vervangen, hebben veel apparaten voorgesteld en momenteel tot uiteenlopende niveaus van volwassenheid - van concept tot experimentele demonstratie. Conceptueel ze variëren van transistors met een ander kanaal materiaal (III-V halfgeleiders, grafeen of andere 2D materiaal) op inrichtingen waar de energie filtering kan worden toegepast (tunnel FET) op inrichtingen die zijn gebaseerd op rotatie of excitonen of plasmons.Plasmonen zijn collectieve excitaties van een elektron gas en worden meestal onderzocht in metalen. Plasmonen worden beschouwd als een middel zenden gegevens computerchips omdat ze hoge frequenties kunnen ondersteunen (in 100 THz bere Organisaties: • Functionele Materialen
Onderzoekers: • Marc Heyns • Pol Van Dorpe • Surya Prakash Gurunarayanan
Plasmonics-based Energy Harvesting fo Catalyisis. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Moleculaire Visualisatie & Fotonica
Onderzoekers: • Hiroshi Ujii
Plasmonic Engineering Of Chemical Processes toward Singlet Oxygen Generation KU Leuven Abstract: Singlet oxygen is known to be the pre-dominant cytotoxic agent during photodynamic therapy. Singlet oxygen reacts with surrounding biomoleculesin a cell, leading to cell death by apoptosis or necrosis. Therefore, efficiency of single oxygen generation and local concentration of sensitizer greatly affect on efficiency and specificity of photodynamic therapy. In this proposed dissertation, plasmon-enhanced singlet oxygen generation under visible to near-IR light (including two photon excitation) will be explored. For this two approaches will be taken. On one hand, organic photosensitizer, such as methylene blue and porphine derivatives, will be encapsulated in meso-porous silica embedded with metal nanoparticle(s). Due to plasmonic interaction, photophysical properties of the photosensitizer will be modified, resulted in change in efficiency of single-oxygen generation. On the other hand, titanium oxide (TiO2) is known as efficient singlet oxygen sensitizer under UV irradiation. Plasmo Organisaties: • Afd. Moleculaire Visualisatie & Fotonica
Onderzoekers: • Hiroshi Ujii • Eduard Fron • Beatrice Fortuni
Plasmonholografie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt het meten van inelastische interacties van snelle elektronen met plasmonen om faserelaties zichtbaar te maken. Het combineert twee technieken in elektronenmicroscopie: elektronen energie verlies spectroscopie en elektronen holografie. Traditioneel wordt holografie uitgevoerd met elastisch verstrooide elektronen om de fase in de uittree golf te vinden. In dit project zullen we holografie toepassen om faserelaties in de inelastisch verstrooide electronen te ontdekken. De referentiegolf die traditioneel gebruikt wordt bij holografie moet hier uiteraard ook hetzelfde energieverlies hebben ondergaan wil er nog enige coherentie kunnen bestaan tussen referentie en uittree golf. Het theoretische luik van dit project omvat de verdere bestudering van de inelastische interactie met plasmonen en hoe dit kan gelinkt worden met de experimenten. Hier wordt gebruik gemaakt van de tijdsafhankelijke Hartree-Fock benadering. Deze theorie gaat uit van de bewegingsvergelijkingen voor de algemene dichtheidsmatrix (in essentie de Fourier getransformeerde van de MDFF). We hebben hierbij speciale aandacht voor de niet diagonale elementen van de dichtheidsmatrix die informatie of correlatie en coherentie bevatten die gelinkt kunnen worden met de holografie experimenten. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Johan Verbeeck • Alfonsius Brosens
Plasmon-actieve nanolegeringen voor fotokatalytische roetafbraak. Universiteit Antwerpen Abstract: Huidige roetconcentraties in de atmosfeer blijven een dreiging vormen voor mens en milieu. Het is daarom een absolute noodzaak om nieuwe strategieën te ontwikkelen die de schadelijke gevolgen van roetemissies beperken. In dit opzicht is fotokatalyse een veelbelovende techniek. Alhoewel fotokatalytische roetdegradatie onder UV licht reeds werd aangetoond, zou het interessanter zijn om fotokatalytische activiteit te hebben onder zichtbaar licht. Het doel van dit doctoraat is dan ook het bekomen van een zichtbaar licht actieve titanium dioxide (TiO2) fotokatalysator voor roetafbraak. Om deze doelstelling te bereiken wordt de TiO2 fotokatalysator gemodificeerd met edelmetaalnanopartikels die surface plasmon resonantie vertonen. Organisaties:
• Duurzame energie en luchtzuivering: DUeL
Onderzoekers: • Silvia Lenaerts • Maarten Keulemans
Plasmon-actieve nanolegeringen voor fotokatalytische roetafbraak KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. vr Oppervlaktechemie & Katalyse
Onderzoekers: • Johan Martens • N. N.
Plasmideverzameling voor "reserve genetics" analysis van Arabidopsis via RNA interferentie Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt de aanleg van een publiek beschikbare, hoog-kwalitatieve plasmidecollectie, ontworpen voor de RNAi posttranscriptionele 'silencing' van 2.500 Arabidopsis thaliana genen. De plasmiden, geconstrueerd in het kader van het AGRIKOLA programma, worden gevalideerd en hun langdurige bewaring en verdeling binnen een brede onderzoeksgemeenschap verzekerd. Hiervoor werkt de BCCM/LMBP Plasmidedecollectie (Vakgroep Moleculaire Biologie, UGent) samen met een de 'Functional Genomics' eenheid van het Departement voor Systeembiologie (UGent/VIB). Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Roland Contreras
Plasmatechnologie voor milieutoepassingen Universiteit Gent Abstract: Het bilaterale project is een studie van niet-thermische en thermische plasma's voor respectievelijk de verwijdering van vluchtige organische stoffen (VOS) uit luchtstromen en de vergassing van vaste afvalstoffen. De studie moet de wetenschappelijke grondslagen leggen voor de ontwikkeling van een gecombineerde plasmatechniek voor de verwerking van afval. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste fysica
Onderzoekers: • Christophe Leys • Guido Van Oost
PLASMAT: Closing the Circle door hoge temperatuur design van Enhanced Landfill Mining plasmasteen voor klimaatvriendelijke cement en isolerendebouwmaterialen. KU Leuven Abstract: Het doel van dit project is het produceren van een schone plasmasteen slak die kan worden opgewerkt tot hoogwaardige, koolstofarme bouwmaterialen met een nieuwe functionaliteiten. Deze plasmasteen wordt bekomen uit een plasmavergassingsinstallatie bij Enhanced Landfill Mining (ELFM) op de Remo afvalstortplaats in Houthalen-Helchteren. Organisaties: • Duurzaam Materialenbeheer
Onderzoekers: • Bart Blanpain
Plasma procarboxypeptidase U : een nieuwe regulator van de fibrinolyse en mogelijke risicofactor voor cardiovasculaire aandoeningen. Universiteit Antwerpen Abstract: Carboxypeptidase U (CPU, EC 3.4.17.20) behoort tot de basische carboxypeptidasen. Deze enzymen splitsen per keer een basisch aminozuur (arginine en lysine) af ter hoogte van de C-terminus van een peptideketen. CPU circuleert in het bloed als een inactief zymogeen, procarboxypeptidase U. Gedurende de stolling en fibrinolyse wordt het omgezet naar zijn actieve vorm, carboxypeptidase U. De fysiologische functie van CPU is waarschijnlijk beperkt tot het stolling-fibrinolyse systeem, waarin het betrokken is bij de regulatie van de snelheid van fibrinolyse. De snelheid van fibrinolyse is belangrijk voor de balans tussen stolling en fibrinolyse. Verstoren van dit evenwicht kan leiden tot trombose- of bloedingsneiging. Of de proCPU plasmaconcentratie hierin een rol speelt en dus kan beschouwd worden als risicofactor voor cardiovasculaire aandoeningen, zal verder onderzoek moeten uitwijzen. Organisaties: • Klinische biochemie (farmacie) • Medische biochemie
Onderzoekers: • Judith Leurs • Dirk Hendriks
Plasmapolymerisatie bij atmosfeerdruk voor de ontwikkeling van stabiele COOH-rijke polymeeroppervlakken voor biomedisch gebruik Universiteit Gent Abstract: Dit project wil chemisch stabiel carboxyl (-COOH) rijke polymeeroppervlakken ontwikkelen en spitst zich toe op plasmapolymerisatie van acrylzuur bij atsmosfeerdruk. Laageigenschappen zullen op maat gemaakt worden door aanpassing van de plasmadepositieparameters. Chemische en fysische eigenschappen (% carboxyl groepen, laagdikte en ?morfologie, chemische stabiliteit,?) van de gedeponeerde plasmapolymeren zullen in detail onderzocht worden. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste fysica
Onderzoekers: • Rino Morent • Nathalie De Geyter
Plasma Physics and Chemistry Challenges for the Interconnect Technologyof 2D Materials.
KU Leuven Abstract: The fast growing field of 2D materials such as graphene or MoS2 opens anew era of electronic devices. Their unique property of high charge carrier mobility make them top candidates for novel transistor architectures. However, their implementation require several challenges which have to be overcome and therefore to be understood. To make 2D-based devices compatible with modern chip architectures, a high density must be reachedand the typical surface area per active device must be as small as possible. This implies the application of advanced nanofabrication methods, like plasma etching. A plasma consists of charged carriers with a certain energy, activated high-reactive species and it emits highenergetic photons. On one hand, these particles could damage the material, but on the other hand they could also modify it for improving its transport characteristics or to prepare the surface for better interfacial properties to neighboring matter, like metals or high-k dielectrics. In this th Organisaties: • Afdeling Moleculair Design en Synthese
Onderzoekers: • Stefan De Gendt • Markus Heyne
Plasmapenetratie in poreuze materialen voor biomedische, textiel en filtratietoepassingen (PLASMAPOR) Universiteit Gent Abstract: Dit project is gebaseerd op het gebruik van niet-thermische plasmas voor de interne oppervlaktebehandeling van 3D poreuze structuren. Nieuwe plasma reactor concepten zullen ontwikkeld worden die een effectieve plasmapenetratie toelaten en zullen gebruikt worden voor de interne oppervlaktemodificatie van poreuze biodegradeerbare polyester draagstructuren gebruikt in weefselregeneratie. Eveneens zullen functioneel poreus textiel en geavanceerde filtermaterialen ontwikkeld worden. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste fysica
Onderzoekers: • Rino Morent
Plasma-oppervlak-interacties Universiteit Gent Abstract: Het project verenigt de Belgische groepen die odnerzoek verrichten op reactieve (technologische) plasma's. Het doel is om fundamentele inzichten te verwerven rond de plasma-oppervlak-interacties die optreden in deze systemen. Er wordt verwacht dat het project technologische ontwikkelingen op het gebied van nieuwe materialen en innovatieve processen van oppervlaktebehandeling. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste fysica
Onderzoekers: • Christophe Leys
Plasmamembraan gelokaliseerde transportmechanismen voor ascorbaat en dehydroascorbaat in Arabidopsis thaliana. Universiteit Antwerpen Abstract: Plasmamembraan gelokaliseerde transportmechanismen voor ascorbaat en dehydroascorbaat in Arabidopsis thaliana. Organisaties: • Moleculaire Plantenfysiologie en Biotechnologie
Onderzoekers: • Nele Horemans
Plasmakatalytische afbraak van gechloreerde VOS. Universiteit Gent Abstract: Dit project bestudeerd de afbraak van een gechloreerde vluchtige organische stof (VOS), nl. perschloorethyleen (PERC) met behulp van atmosferische plasmatechnologie gecombineerd met heteregonene katalyse. Perschloorethyleen is kankerverwekkend maar wordt nog steeds gebruikt in de droogkuissector bij gebrek aan volwaardig alternatief. De bedoeling van dit project is om de emissie van PERC te beperken d.m.v. plasmakatalyse. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste fysica
Onderzoekers: • Rino Morent
Plasma-intensifiëring in DBD-plasmakamers door gebruik van een gepakt bed van gericht ontworpen (di)ëlektrische deeltjes op basis van een keramische kern-schil design en met een gestuurde deeltjesgrootteverdeling (i-PLASMA). Universiteit Antwerpen Abstract: Studie van de procesintensifiëring van plasma-chemie door het gebruik van gepakt diëlectrisch materiaal in de plasma-zone. Specifiek ontworpen diëlektrische deeltjes (kern-schil opbouw) met een specifieke korrelverdeling zullen als bedmateriaal worden ingezet. Ervaring uit het domein van industriële plasma-generatie zal gecombineerd worden met de modelleer-ervaring van PLASMANT om het valorisatie-potentieel te onderzoeken. Een specifieke set van experimentele gegevens zal verzameld worden en gebruikt worden om een chemische procesanalyse uit te voeren. Mogelijke toepassingen van plasma-chemie zijn: emissiereductie en synthese van alternatieve grondstoffen uit nevenstromen. Organisaties: • Plasma, Laser Ablatie en Oppervlakte-modellering (PLASMANT)
Onderzoekers: • Annemie Bogaerts • Serge Tavernier • Kristof Verhulst
Plasma-geassisteerde ontwikkeling en functionalisering van elektrogesponnen matten voor tissue engineering doeleinden Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Toegepaste fysica
Onderzoekers: • Nathalie De Geyter
Plasma geassisteerde nanosynthese van bioactive calcium fosfaat dunne lagen: proces-structuur en eigenschappen Universiteit Gent Abstract: Het project bestudeert de groei van dunne lagen van calcium fosfaat dunne lagen. Het doel is om relaties op te stellen tussen de depositieomstandigheden (zoals vermogen, druk, gas atmosfeer en substraat temperaturen) en de eigenschappen van de afgezette lagen. De combinatie van zowel dunne laagkarakterisatie en plasmakarakterisatie laat toe om de fundamentale groeiparameters te ontrafelen. Organisaties: • Vakgroep Vaste-stofwetenschappen
Onderzoekers: • Diederik Depla
Plasma geassisteerde katalyse als duurzame binnenlucht zuiveringstechnologie. Universiteit Antwerpen Abstract: De kwaliteit van buitenlucht is een veel besproken thema in media en politiek, terwijl de kwaliteit van binnenlucht vaak over het hoofd gezien wordt. Nochtans brengt men het merendeel van de tijd binnenshuis door en is binnenlucht vaak van slechtere kwaliteit dan buitenlucht. Hoog tijd dus dat binnenluchtkwaliteit in de schijnwerpers geplaatst wordt. Dit doctoraatsonderzoek kadert in het domein van luchtzuivering met specifieke focus op een duurzame binnenluchtzuivering. Een vaak toegepaste technologie voor het zuiveren van lucht is het gebruik van een elektrostatische precipitator (ESP) waarbij het corona effect zorgt voor de ionisatie van polluenten. Deze techniek kent echter enkele nadelen. Zo is er vaak vorming van ozon waarneembaar; wordt de vervuiling slechts verplaatst naar een andere fase en treedt er na verloop van tijd irreversibele afzetting op de collectorelektrode op. Dit laatste heeft als gevolg dat de efficiëntie van de ESP daalt. De integratie van een fotokatalytische nano-coating biedt een innovatieve en duurzame oplossing om deze nadelen te elimineren. In eerste instantie zal deze nano-coating er voor zorgen dat schadelijke tussen- en eindproducten omgezet worden naar onschadelijke producten. In plaats van de vervuiling enkel te verplaatsen, zal deze volledig afgebroken worden door de fotokatalytische werking van de coating Bovendien zal hierdoor eveneens de irreversibele afzetting vermeden worden. Dit onderzoek richt zich dan ook op het onderzoek en de ontwikkeling van een innovatieve en efficiënte luchtzuiveringstechnologie door de integratie van een fotokatalytische nano-coating in een ESP, waarbij corona ontlading zorgt voor ionisaties. Dit leidt tot een innovatief, duurzaam plasma geassisteerde katalyse systeem. Het onderzoek is onderverdeeld in drie grote werkpakketten. In eerste instantie zullen de afbraakprocessen van de afzonderlijke polluenten formaldehyde en fijn stof bestudeerd worden. De experimenten zullen uitgevoerd worden in een ESP op laboschaal die reeds aanwezig is in het labo. Na het bestuderen van de afzonderlijke polluenten zal er overgegaan worden op een meer reëel gasmengsel, bijvoorbeeld tabaksrook. Tijdens de tweede fase zal een nano-coating geoptimaliseerd worden. De optimalisatie gebeurt steeds in functie van een maximale fotokatalytische activiteit in de gasfase. Hierbij mogen echter de andere eigenschappen noodzakelijk voor implementering in een ESP niet uit het oog verloren worden. Deze eigenschappen omvatten een goede aanhechting op het substraat, een goede geleidbaarheid, een optimale hoeveelheid afgezet materiaal, een groot specifiek oppervlak, een open porositeit en de juiste kristalstructuur. In een derde fase zullen dezelfde experimenten als in de eerste fase uitgevoerd worden, maar dit maal met een coating aangebracht op de collectorelektrode. Door het vergelijken van de resultaten zonder en met coating is het mogelijk om de invloed van de coating te bepalen en verdere optimalisatie uit te voeren. Er is dus een stevige wisselwerking voorzien tussen de verschillende werkpakketten. Organisaties: • Duurzame energie en luchtzuivering: DUeL
Onderzoekers: • Silvia Lenaerts • Birger Hauchecorne • Karen Van Wesenbeeck
Plasma en nano voor new age zachte conservatie (PANNA). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Erfgoed en duurzaamheid
Onderzoekers: • Olivier Schalm • Patrick Storme
Plasmabehandeling voor de verbetering van het hydrofiel, hydrofoob, antibacterieel en adhesief karakter van medische textielweefsels Universiteit Gent Abstract: Een gezamenlijk doctoraat is voorgesteld tussen de vakgroep Toegepaste Fysica (Ugent - België) en het Kongunada Arts & Science College (India). Het is een ideale kans om de aan de Ugent ontwikkelde atmosferische plasmabronnen te evalueren en vergelijken met lage druk ontladingen (expertise van Indische partner). Dit werk brengt twee verschillende aanpakken samen voor de oppervlaktebehandeling van textiel m.b.v. plasma. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste fysica
Onderzoekers: • Christophe Leys
Plasma-assisted conversion of greenhouse gases to value-added chemicals. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is om met behulp van plasma's, al dan niet in combinatie met een katalysator, broeikasgassen, zoals CH4, CO2 en N2O om te zetten in meer nuttige chemicalien, zoals methanol. Dit proces is onder normale omstandigheden zeer moeilijk te realiseren, omdat deze broeikasgassen zeer inerte moleculen zijn. In plasma's worden echter energetische elektronen gevormd, die deze omzetting kunnen initializeren. Er zullen nieuwe plasmareactoren worden gebouwd en getest in een groot gebied van parameters. Onze specifieke rol in dit project is de numerieke simulatie van de plasmachemie, om de experimentele studies te ondersteunen en om de optimale procesvoorwaarden te voorspellen. Organisaties: • Plasma, Laser Ablatie en Oppervlakte-modellering (PLASMANT)
Onderzoekers: • Annemie Bogaerts
Plasma Abeta als endofenotype voor genetische studies van Alzheimer dementie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt genetische risicofactoren te identificeren voor Alzheimer dementie (AD) aan de hand van Aß1-42 in plasma als endofenotype. Door Aß1-42 als uitkomstmaat te gebruiken kan direct het werkingsmechanisme van geassocieerde kandidaat genen in functie van de amyloid cascade geëvalueerd worden. Kennis van de genetische variatie in Aß1-42 spiegels zal op de langere termijn bijdragen tot gerichte ontwikkeling van therapie en preventie. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Kristel Sleegers
Plantkenmerken in cryptogamen: reactie op en terugkoppeling naar klimaatverandering. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Nijs • Simone Lang
Plantenvoediging, bodemanalyse en bemestingsadviezen in België, 20ste en 21ste eeuw KU Leuven Abstract: One of Belgiums pioneers in soil science and one of the founders of the scientific discipline plant nutrition and soil fertility is priest professor Jozef Baeyens. He graduated as an a chemical agronomist in 1924and became professor at the Agricultural Institute in 1932. He erected de first Belgian chair of soil science and founded the Institute for Soil Science at the Catholic University of Leuven. After having conductedtrailblazing soil research in Congo during 1934-1935, funds were granted by the National Fund of Scientific Research (NFWO), that enabled Baeyens to start laying out the fertility norms for the Belgian farmland. This led to specific fertilizer recommendations for farmers. In the 1930s the demand and need for agricultural knowledge extension en advice for farmers had strongly grown. This ultimately resulted in the foundation of an independent institute for soil science: the Soil Service of Belgium. The concept was born in 1938, but was only made official in 1946, d Organisaties: • OG Modern.& Samenlev. 1800-2000 Leuven
Onderzoekers: • Hilde Vandendriessche • Yves Segers • Hanne De Winter
Plantensterolen: krachtige activatoren van remyelinisatie in multiple sclerose? Universiteit Hasselt Abstract: Het doel van mijn studie is om te verhelderen hoe de voedselopname van plantensterolen het herstel van beschadigd centraal zenuwstelsel (CNS) en hierbij de progressie van multipele sclerose (MS) moduleert. MS is een chronische auto-immuun ziekte van het CNS dat 1 op de 100 jonge volwassen treft in de bloei van hun leven. MS wordt gekenmerkt door immuun cel gemedieerde afbraak van de isolerende myeline schede rond neuronale uitlopers (demyelinisatie). Tot op heden is er nog geen effectieve therapie beschikbaar en in de huidige behandelingen worden enkel de initiële ziektestadia getarget terwijl dat herstel van de geaffecteerde/beschadigde locaties nog niet mogelijk is. Plantensterolen zijn planten analogen van zoogdiercholesterol. Interessant is dat recente gegevens aangeven dat plantensterol inname significant de klinische uitkomst verbetert in een diermodel van MS. Er is geweten dat planten sterolen de lever X receptoren (LXRs) activeren. LXRs zijn hoofdregulatoren van het cellulaire sterol metabolisme, noodzakelijk in het herstel van beschadigde myelin schedes (remyelinisatie). Om de protectieve effecten van plantensterolen te bestuderen maak ik gebruik van het cuprizone model, een goed gekarakteriseerd diermodel om de- en remyelinisatie te bestuderen. Belangrijk is dat de verkregen gegevens gevalideerd zijn in menselijke weefselmonsters. Resultaten van mijn innoverende studie in het opkomende gebied van nutritionele neurowetenschappen zal uiteindelijk de potentie van plantensterol inname om herstelprocessen in de hersenen te stimuleren onthullen, dit heeft belangrijke implicaties voor de behandeling van MS en andere demyeliniserende aandoeningen. Organisaties: • Immunologie - Biochemie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Tim VANMIERLO
Plantensterolen in herstel van Multiple Sclerosis Universiteit Hasselt Abstract: Het doel van mijn onderzoek is na te gaan of inname van plantaardige sterolen de reparatie van beschadigde centrale zenuwstelsel (CZS) en daarmee de progressie van multiple sclerose (MS) moduleert. MS is een chronische auto-immuunziekte van het centrale zenuwstelsel die bij 1 op de 1000 jonge volwassenen voorkomt in de bloei van hun leven. MS wordt gekenmerkt door immuun cel gemedieerde destructie van de isolerende myelineschede rond neuronale uitlopers (demyelinisatie). Tot op heden is er geen effectieve behandeling beschikbaar en de huidige behandelingen zich alleen op de beginfase van de ziekte richten, terwijl herstel van aangetaste/beschadigde sites is nog niet mogelijk is. Plantensterolen zijn de plantaardige analogen van zoogdier cholesterol. Interessant is dat blijkt uit recente gegevens dat inname van plantensterolen de klinische uitkomst van MS in een diermodel aanzienlijk verbetert. Inname van plantaardige sterolen staan erom bekend dat ze de lever X receptoren (LXRs) activeren. LXRs zijn belangrijke regulatoren van het cellulaire sterolmetabolisme, noodzakelijk bij de reparatie van beschadigde myelineschedes (remyelinisatie). Om de beschermende effecten van plantensterolen bestuderen maak ik gebruik van het cuprizone model, een goed gekarakteriseerd diermodel voor de- en remyelinisatie te bestuderen. Belangrijk is dat de verkregen gegevens gevalideerd zijn bij menselijke MS weefselmonsters. Resultaten uit mijn innovatieve studie in het opkomend gebied van 'nutritional neuroscience' zullen uiteindelijk de potentie van plantensterolinname om herstelprocessen in de hersenen te stimuleren onthullen, deze hebben belangrijke implicaties voor de behandeling van MS en andere demyeliniserende ziektes. Organisaties:
• Immunologie - Biochemie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Niels HELLINGS • Tim VANMIERLO
Plantengroeiregulatoren : metabolisme, functie en werkingsmechanismen. Universiteit Antwerpen Abstract: Plantenhormonen spelen een cruciale rol bij de controle van de groei en ontwikkeling van hogere planten. Het is de bedoeling met deze onderzoeksgemeenschap de specifieke functies van de verschillende plantenhormonen en hun interacties te bestuderen. Hiervoor werd er narr gestreefd een groep van expertisen samen te brengen om de gestelde problematiek vanuit verschillende invalshoeken te benaderen. Organisaties: • Plantenbiochemie • Plantengroei en -ontwikkeling
Onderzoekers: • Henri Van Onckelen
Plantengroei en ontwikkeling Universiteit Gent Abstract: Het MARS (?Maize-Arabidopsis-Root-Shoot?) project stelt zich tot doel om, gebruikmakende van het multidisciplinaire karakter van het IAP, interacties tussen bovengrondse and ondergrondse delen van de plant te onderzoeken. Algemeen is geweten dat interacties tussen stengel en wortel essentieel zijn om een normale groei te garanderen en de plant instaat te stellen te reageren op wisselende omgevingsfactoren. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Dirk Inzé
Planten- en Vegetatie-ecologie en globale veranderingen. Universiteit Antwerpen Abstract: De studie van de effecten van globale veranderingen – in de meest brede zin van het woord – op planten en vegetaties vormt het overkoepelend thema van het Excellentiecentrum. De lange-termijn doelstelling wordt gerealiseerd o.a. via de studie van de respons van planten en vegetaties op de – soms gemanipuleerde – abiotische omgeving over een continuüm van hiërarchische schalen. Deze schalen reiken van het individuele bladniveau tot de continentale schaal. Het origineel experimenteel onderzoek en de lange-termijn observaties worden versterkt via een koppeling: (i) met bestaande of nieuw ontwikkelde simulatiemodellen, en (ii) aan het intensief gebruik en de statistische meta-analyse van bestaande en nieuwe databanken. De ecosysteem-observatiestations van de grootschalige Europese ESFRI infrastructuurnetwerken ICOS (Integrated Carbon Observation System) en AnaEE (Analysis and Experimentation on Ecosystems) worden als platform gebruikt voor de experimentele en de monitoring-studies. De objectieven van het onderzoek zijn het verkrijgen van een beter begrip van het functioneren, de dynamiek en de structuur van planten – op de niveaus van het blad, de plant, de plantengemeenschap, het ecosysteem en het continent – in het huidig en het toekomstig milieu. Specifieke studies omvatten hernieuwbare bio-energie, biosfeer-atmosfeer interacties, ozon en volatiele organische verbindingen, systeemmodellen van bodem en aarde, alsook interacties tussen klimaatveranderingen en biodiversiteit. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Reinhart Ceulemans
Planten(cel)groei en de biomechanica van de celwand. Universiteit Antwerpen Abstract: Planten(cel)groei en de biomechanica van de celwand. Organisaties: • Plantenmorfologie • Plantenmorfologie
Onderzoekers: • Jean-Pierre Verbelen • Dmitry Souslov
Plantencelelongatie: integratie van het auxinesignaal met ethyleen, brassinosteroiden en blauw licht Universiteit Gent Abstract: In dit project zullen de volgende vragen beantwoord worden: 1. Hoe worden auxines lateraal getransporteerd bij plantencelelongatie? 2. Hoe beïnvloeden blauw licht, ethyleen en brassinolide dit transport? 3. Wat is de invloed van gewijzigd auxine transport op de effectoren van elongatie? Deze punten zullen moleculair-genetisch, fysiologische en celbiologisch benaderd worden. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Dominique Van Der Straeten
Plant- en bacterie-gestimuleerde sanering van verontreinigde bodems en (grond)water. Universiteit Hasselt Abstract: Het IOF ondersteunt projecten die gericht zijn op de valorisatie van onderzoeksresultaten. De projecten moeten voldoen aan specifieke vereisten die verband houden met de betrachting om een wetenschappelijke vooruitgang/doorbraak dichter bij de marktomgeving te brengen. De middelen dienen aangewend te worden om de kloof te dichten tussen de resultaten van reeds uitgevoerd onderzoek en valorisatie in de vorm van verworven contractonderzoek, octrooien, licenties of spin-off bedrijven. IOF-projecten van het korte type hebben een projectduur van maximaal 1 jaar en betreffen doorgaans proof of concept-projecten, ad hoc onderzoeksbehoeften, vermarktingsinitiatieven, haalbaarheidsstudie, onderzoek ter ondersteuning van octrooiaanvraag, voorbereiding van een spin-off, e.d. Organisaties: • Milieueconomie • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers:
• Jaak VANGRONSVELD • Theo THEWYS
Planten als flexibele biomonitoren van bodem-, water- en luchtverontreiniging dankzij een (geno)toxische effectenanalyse met behulp van de komeettest. (Single Cell Gel Elcetrophoesis Assay) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De komeettest is een snelle en gevoelige techniek ter analyse van DNA-schade in eucaryote cellen. Planten zijn standplaatsgebonden en kunnen als polyvalente bio-indicatoren fungeren. De "Single Cell Gel Electrophoresis Assay" wordt gevalideerd op planten door vergelijking met bestaande cytotoxicologische testen. De toepassing in landbouw, verontreinigde sites, werk- en leefomgeving wordt nagegaan a.h.v. case-studies. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • LUDWIG TRIEST
Plant-bestuiver en plant-bodem interacties in Veldhondstong: biotische selectiemozaïeken in een plant can ruimtelijk gestructureerde duin habitats? Universiteit Gent Abstract: De bestuiver- en herbivoorgemeenschappen in habitat patches van gefragmenteerde landschappen zullen verschillen naargelang de patch configuratie en de lokale omgevingsfactoren. Bijgevolg zullen plantenpopulaties in gefragmenteerde landschappen welbepaalde selectiedrukken -uitgeoefend door de lokale bestuivers en herbivoren- ondervinden. Het doel van deze studie is deze selectiedrukken en hun feedback met de genetische structuur van de plantenpopulaties te onderzoeken. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Dries Bonte • Rein Brys
Planning with and for Urban Slum Dwellers: The Case of Accra, Ghana. KU Leuven Abstract: The study will be in two parts; first, it will highlight the slum situation in Accra, by focusing on the different coping strategies that are set up within these communities. The research will as well look at the diversity of informal regulations present in the slum communities as thesestrongly motivate the inhabitants to support each other in trust and conflicts. As it is a recognisable fact that slum communities are part of city life, and that any attempt to eradicate slums is likely to be in vain, there is a need to upgrade their living environment and make it humanly habitable. This invariably demands long-term initiatives where a full involvement of all stakeholders is important. The second part of the research will focus on monitoring the development of a road map for upgrading and managing the slum areas within the Greater Accra Region. Organisaties: • Afdeling Geografie
Onderzoekers: • Maarten Loopmans • Esther Yeboah Danso-Wiredu
Planning voor ecosysteemdiensten Universiteit Gent Abstract: Het ECOPLAN Project wil geïntegreerde methodes ontwikkelen voor de preciezere en beleidsrelevante waardering van ecosysteemdiensten die de impact van ecosysteemdiensten op het maatschappelijk welzijn kunnen inschatten. De maatschappij is immers afhankelijk van een brede waaier aan goederen en diensten die geleverd worden door natuurlijke ecosystemen. De belangrijkste uitdaging van het huidige milieu-, landgebruik- en duurzaamheidsbeleid is de verdere degradatie van ecosystemen te voorkomen en tegelijk te voldoen aan de toenemende vraag naar stedelijke groei en industrialisatie. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste ecologie en milieubiologie
Onderzoekers: • Peter Goethals
Planning Poverty? The impact of neoliberal urban planning on everyday life in three African cities (Lumumbashi, Nairobi, Takoradi) KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Instituut voor Antropologie in Afrika
Onderzoekers: • Filip De Boeck • Jan Van den Broeck
Planets: Tracing the Transfer, Origin, Preservation, and Evolution of their ReservoirS (PLANET TOPERS) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Earth clearly stands out among the rocky planets of the inner Solar System. It harbors life, has water oceans, volcanic activity contributing to the atmosphere and plate tectonics continuously regenerating its surface. Its biosphere is shielded from radiation and a self-sustained magnetic field protects its atmosphere from erosion. Connections thus exist between the presence of life and the geophysical characteristics of the host planet. Other bodies such as Mars, Venus and some large satellites like Europa do share some but not all of Earth geophysical properties, and life seems absent there or at least not as abundant as on the Earth. The origin, evolution and distribution of life in the universe constitute crucial questions at the heart of the emerging discipline of Astrobiology. Since Mars provides the ideal opportunity of finding extraterrestrial life, space agencies have defined the search for life on Mars as a major priority. However, this search can yield negative results (as in the case of the Viking mission) even if Martian life exists now or occurred in the past. For this reason the search for life must be paired with research to define the potential of a planet to host and sustain life, i.e. its habitability. Investigation of Mars geology and geophysics to ascertain its habitability represents a second important goal of the Mars missions carried out by NASA with the Mars Exploration Rovers (MERs) (Squyres et al., 2004a,b) and ESA with its ExoMars mission (Vago et al., 2006). The search for life and potentially habitable conditions on Mars and other planets has deep implications for understanding the habitability of the Earth, especially in its early phases. The proposed Interuniversity Attraction Pole (IAP) Planet TOPERS proposes to make major contributions to this field and thereby propel Belgium's planetary research at the forefront. Organisaties:
• Wetenschappen van het Systeem Aarde • Geologie
Onderzoekers: • STEVEN GODERIS • Joke BELZA • Philippe CLAEYS
Planets: Tracing the Transfer, Origin, Preservation, and Evolution of their ReservoirS Universiteit Gent Abstract: Ontwikkeling van methodes voor element- en isotopenanalyse van meteorietmateriaal en impactkraters gebaseerd op gebruik van ICPmassaspectrometrie (ICP-MS). Puntanalyse en 2-dimensionele mapping van de elementverdeling via laser anlation ? ICP-MS. Ontwikkeling van methodes (chromatografische afscheiding en daaropvolgende meting van isotopenverhoudingen) voor isotopische analyse van geselecteerde elementen via multi-collector ICP-MS. Organisaties: • Vakgroep Analytische chemie
Onderzoekers: • Frank Vanhaecke
Planetary Science & Bio-Geo-Evolution of Earth Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoeksthema : Oorsprong en vorming van het Zonnestelsel, Planetaire geologie, en bio-geo-evolutie van de aarde. Organisaties: • Geologie
Onderzoekers: • Philippe CLAEYS
Placental uptake and transfer of environmental chemicals relating to allergy in childhood years (PLUTOCRACY). Universiteit Antwerpen Abstract: Placental uptake and transfer of environmental chemicals relating to allergy in childhood years (PLUTOCRACY). Organisaties: • Kindergeneeskunde • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Kristine Desager
Plaats van overlijden en toegankelijkheid van palliatieve zorg vor terminale patiënten in Vlaanderen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Zowel op maatschappelijk als op wetenschappelijk vlak blijkt een groeiende erkenning van de noodzaak voor adequate (palliatieve) zorgverlening van terminaal zieke patiënten. Omdat de palliatieve zorg steeds meer zijn plaats verwerft in de zorg aan terminale patiënten, komt de keuze van de patiënt inzake zijn plaats van zorg en plaats van overlijden steeds meer op de voorgrond. Onderzoek heeft daarenboven aangetoond dat meer mensen thuis wensen te overlijden dan dat dit effectief zo is. Doel van dit project is het vergroten van het inzicht in de plaats (en keuze) van overlijden, de plaats (en keuze) van de terminale zorg, de zorgbehoeften en de toegankelijkheid van palliatieve zorg in de laatste fase van het leven van patiënten in Vlaanderen. Meer in het bijzonder zijn we geïnteresseerd in de wensen, ervaringen en opinies van artsen en patiënten (door proxy interviews met nabestaanden). Het project bestaat uit 2 complementaire deelstudies: (1) Sterfgevallenonderzoek: een statistische analyse van de plaats van overlijden van 'alle sterfgevallen' uit Vlaanderen (2001), en van de relatie tussen de doodsoorzaak, de socio-demografische kenmerken (geslacht, leeftijd,...) en de plaats van overlijden. (2) Retrospectieve interviewstudie: een studie van de prevalentie en belangrijkste kenmerken van (palliatieve) zorg in de laatste drie levensmaanden van 400 patiënten die niet plotseling en geheel onverwacht zijn overleden. Deze sterfgevallen worden geïncludeerd op basis van de patientenpopulaties van een representatieve steekproef van huisartsen in Vlaanderen. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde
Onderzoekers: • JEAN BERNHEIM • JOHAN BILSEN • Joachim COHEN • Cindy DE GENDT • LUC DELIENS • Lieve VAN DEN BLOCK • WILLEM DISTELMANS
Plaatsingtijdstip van afwerklagen op cementgebonden dekvloeren: van model naar plaatsingsprotocol Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Bouwkunde
Onderzoekers: • Veerle Boel
Plaatsingstijdstip van afwerklagen op cementgebonden dekvloeren - van model tot plaatsingsprotocol. Universiteit Gent Abstract: De eerste doelstelling is het opstellen van een praktijkmodel dat het hygrothermisch en mechanisch gedrag van een vloer in een reële situatie kan voorspellen. Dit gebeurt in eerste instantie voor een cementgebonden dekvloer en keramische tegels als afwerklaag. Naar het einde van het Project toe wordt het praktijkmodel uitgebreid voor andere afwerklagen die eveneens op cementgebonden dekvloeren worden toegepast. Tenslotte worden enkele bijkomende mogelijkheden van het ontwikkelde praktijkmodel, bv. materiaaloptimalisatie en -innovatie, het gebruik van het model bij het opstellen van normen, technische voorlichtingen, ..., geëvalueerd. Het is noodzakelijk dat het praktijkmodel de volgende elementen bevat: mechanische eigenschappen (tijdsafhankelijke ontwikkeling van de druk-, buit-, trek-, afschuifsterkte en de stijfheidsontwikkeling van het gebruikte materiaal), fysische eigenschappen (volumemassa's, thermische uitzettingscoëfficiënt, wateropslorping en eigenschappen i.v.m. mogelijk vochttransport), tijdsafhankelijk materiaalgedrag (krimp en/of zwelling, kruip en relaxatie) en het gedrag van de interfaces.
De tweede doelstelling is directe interactie met de bedrijven uit de doelgroep, enezijds om de dagdagelijkse praktijk te inventariseren in een bevragingsronde en anderzijds om op een zo concreet mogelijke wijze kennis ter verwerven en uit te wisselen door analyse van proefvloeren of schadegevallen. Aan de hand van interviews en enquêtering wordt de huidige uitvoeringspraktijk in kaart gebracht en geanalyseerd. Tevens wordt informatie ingewonnen over de werkmethodes van de bedrijven, over de technieken die zij aanwenden om de kwaliteit van hun werk te controleren, over die criteria die zij hanteren om al dan niet te beslissen tot de uitvoering van een volgende laag van de vloer, enz. Ook wordt gepolst naar de "noden en vragen" van de verschillende bedrijven met het oog op een doelgerichte valorisatie van de projectresultaten. In tweede plaats wordt begonnen met kennisuitwisseling tussen de onderzoekers en de bedrijven aan de hand van praktijkvoorbeelden. Er zullen daarbij enkele veel voorkomende schadegevallen bestudeerd worden. Er zal getracht worden een verklaring te geven voor het optreden van de schade en er zal tevens een oplossing ter voorkoming van de schade voorgesteld worden waar mogelijk. Waar nodig zullen aan de hand van proefvloertjes de goede en slechte situatie naast elkaar in de praktijk gedemonstreerd worden. De derde doelstelling is het opstellen van een leidraad voor de uitvoering van dekvloeren en hun afwerkingen in de praktijk. Via simulaties met het praktijkmodel en door analyse van de proefvloeren en schadegevallen kan de invloed van heel wat uitvoeringsfactoren op het gedrag van de vloer voorspeld worden en kunnen kritieke situaties onderkend worden. De vierde doelstelling is de vertaling van de leidraad naar praktische documenten voor ontwerpers en uitvoerders (uitvoeringsprotocol, voorstel van bestektekst, plaatsingsrichtlijnen, ...). De vijfde doelstelling is de verspreiding van de opgestelde documenten naar de verschillende doelgroepen toe door aangepaste opleidingen, studiedagen en navormingscursussen. Organisaties: • Vakgroep Bouwkundige constructies
Onderzoekers: • Stijn Matthys
PIV en CFD analyse van het effect van de geometry van een zonnereactor op de creatie van turbulentie. KU Leuven Abstract: nbsp; Direct solar thermal decomposition of methane yields emission free generation of hydrogen and carbon where solar energy accounts for 8% upgrade of the Higher Heating Value of theproducts, while hydrogen and carbon hold 59% and 41%, respectively. In spite of its energy and environment-wise attractiveness, this process has technological challenges for industrial scale production due to carbon deposition initiating reactor clogging<SPAN style="COLOR: black; mso-themecolor: text1; mso-bidi-font-style: italic"> Direct solar thermal decomposition of methane yields emission free generation of hydrogen and carbon where solar energy accounts for 8% upgrade of the Higher Heating Value of theproducts, while hydrogen and carbon hold 59% and 41%, respectively. In spite of its energy and environment-wise attractiveness, this process has technological challenges for industrial scale production due to carbon deposition initiating reactor clogging<SPAN style="COLOR: black; msothemecolor: t Organisaties: • TC Werktuigk.Industr.Ing.techn. GroepT
Onderzoekers: • Maarten Vanierschot • Nesrin Ozalp
PISA 2015 - werkingsjaar 2015 Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Martin Valcke
PISA 2015 - werkingsjaar 2014 Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Martin Valcke
PISA 2015 - werkingsjaar 2013 Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Martin Valcke
PISA 2012 (2010-2014) voor werkingsjaar 2014 Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Martin Valcke
PISA 2012 (2010-2014 voor werkingsjaar 2013) Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Martin Valcke
PIRSES-GA-2009-247623 RIMMP. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Analyse
Onderzoekers: • Arnoldus Kuijlaars
Pirenne Consortium voor Middeleeuwse Studies Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt de aanstelling van een onderzoekscoördinator ten behoeve van de middeleeuwse studies aan de UGent. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Jeroen Deploige
Pion transparanties Universiteit Gent Abstract: We berekenen pion transparanties voor het pion productie proces aan een kern in een relativistisch model. Dit model is gebaseerd op relativistische Glauber veelvuldige-verstrooiingstheorie. De werkzame doorsnedes worden benaderd door een gefactoriseerde uitdrukking waarin het elementaire pion productie process gescheiden wordt van de finale toestands interacties van het pion en uitgestoten nuclean met de residuele nucleonen. Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Jan Ryckebusch
Pilotstudy naar de beste methode om het fosfaatgehalte in de bovenste bodemlagen in het plangebied waterberging Eelder- en Peizermaden te bepalen. Universiteit Antwerpen Abstract: Opdracht voor de bepaling van de diepte van het fosfaatfront in het plangebied waterberging Roden Nog en Peize ten einde het risico van uitspoeling naar de waterlaag bij inundatie in te kunnen schatten. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Rudy van Diggelen
Pilotstudie herstel veenvorming. Universiteit Antwerpen Abstract: Kennis over de herstelmogelijkheden en -technieken van veenvormende begroeiingen in beekdalen is zeer schaars. Het doel van de pilotstudie is dan ook om: ¿ meer inzicht te krijgen in sturende factoren in hydrologie, biogeochemie, biotiek en beheer in huidige Nederlandse beekdalen; ¿ adviezen geven over herstel- en beheerstrategieën ¿ aangeven welke belangrijke kennislacunes nog spelen en welk onderzoek hiervoor nodig is. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Rudy van Diggelen
Pilot gebruik instrument evaluatie opleidingsonderdelen studenten. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds KdG. UA levert aan KdG de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Piloottest voor het controleren van emissies bij de sanering van bodems verontreinigd met vluchtige organische componenten met behulp van een nieuwe Multi-array VOC-O2-CO2 sensor Universiteit Gent Abstract: Vluchtige organische verbindingen (VOC) vormen één van de meest voorkomende gevallen van bodemverontreiniging in geïndustrialiseerde landen. Bij bodemsaneringsprojecten is een nauwkeurige opvolging van VOC in de bodem nodig. Doelstelling van het project is om een VOC-sensor en bijhorende software te ontwikkelen en te demonstreren voor gebruik in de bodemsanering. Organisaties: • Vakgroep Bodembeheer
Onderzoekers: • Marc Van Meirvenne
Pilootstudie "Welzijn en preferenties: een discreet keuze experiment" Universiteit Antwerpen Abstract: Het huidige projectvoorstel beoogt om een pilootstudie bij studenten in België, Bangladesh en Colombia op te zetten om door middel van een "discrete keuze experiment" informatie te verzamelen over de geprefereerde gewichten van de dimensies van het goede leven. Deze nieuwe methode laat toe om multidimensionale welzijnsmaten te ontwikkelen die rekening houden met de opinies van de respondenten en aldus niet paternalistisch zijn. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers:
• Koen Decancq
Pilootproject: 'Wetenschap en samenleving in interactie'. Universiteit Antwerpen Abstract: Pilootproject: 'Wetenschap en samenleving in interactie'. Organisaties: • Plantenfysiologie • Moleculaire Plantenfysiologie en Biotechnologie
Onderzoekers: • Ann Van der Auweraert
Pilootproject voor de 'European Electromobility Observatory' (EEO) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een pilootstudie werd uitgevoerd ter voorbereiding van de uitwerking van een European Electromobility Observatory. Het doel van dit proefproject is om te bepalen moet worden gemonitord op een cross-regionaal niveau en hoe het proces van het verzamelen, analyseren en uitwisselen van informatie kan worden georganiseerd. Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Thierry Clement COOSEMANS • Sylvia HEYVAERT • JOERI VAN MIERLO
Pilootproject Learn2be@school. Universiteit Antwerpen Abstract: Externe observatie en analyse van de (perceptie van de) impact van de vorming zowel direct (op de deelnemers) als indirect (in de schoolpraktijk). Hoe worden de aangereikte instrumenten/tools ontvangen tijdens de opleiding? En hoe worden ze toegeëigend en gebruikt in schoolpraktijk? Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Elke Struyf
Pilootproject Innovatiestages Universiteit Hasselt Abstract: Het uitgangspunt van de Innovatiestage is dat studenten op basis van hun - via het onderwijs - verworven kennis en vaardigheden ingeschakeld worden in concrete, reële innovatieve bedrijfsactiviteiten. De dagelijkse begeleiding wordt voorzien door een medewerker van het bedrijf, die daartoe de nodige begeleiding en ondersteuning krijgt zodat de kwaliteit van de dagelijkse begeleiding geborgd is. De universitaire docenten zullen vanuit het streven naar kwaliteit, vooral waken over de zinvolheid - in het licht van de opleiding - van de activiteiten waarvoor de student ingeschakeld wordt en over het bereiken van de opgestelde leerdoelstellingen. In vergelijking met de praktijk van stages in andere landen en in het verleden in Vlaanderen, richt het pilootproject 'Innovatiestages' zich op een bijkomende dimensie, met name bijdragen aan innovatieve projecten bij de projectaanbieders. Deze aanbieders worden door de innovatiecentra gezocht in een brede doelgroep van bedrijven, universitaire laboratoria, universitaire ziekenhuizen, onderzoeksinstellingen en maatschappelijke organisaties. Wat de bedrijven betreft zal bijzondere aandacht worden besteed aan de betrokkenheid van KMO's bij de Innovatiestages (minimum 50% KMO's) De studie zal een voorstel maken hoe dit pilootproject organisatorisch vorm moet krijgen in de associaties, inclusief de invulling van de samenwerking met de verschillende innovatie-actoren in Vlaanderen en de dimensionering van de benodigde budgetruimte. Het doel is te komen tot het inrichten van 50 tot 150 innovatiestages in Vlaanderen, te verdelen over alle associaties, in functie van hun aandelen in de opleidingen Industriële Ingenieurswetenschappen. Organisaties: • Materiaalfysica • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Marc D'OLIESLAEGER
Pilootproject Innovatiestages Universiteit Hasselt Abstract: Zowel vanuit bedrijven en organisaties als vanuit het hoger onderwijs bestaat er een duidelijke vraag naar een goede aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt en naar de ontwikkeling van innovatieve competenties. Het pilootproject Innovatiestages wil hieraan tegemoet komen. Het pilootproject Innovatiestages is een gezamenlijk initiatief van de faculteiten verantwoordelijk voor de opleidingen Industrieel Ingenieur aan de vijf Vlaamse Universiteiten. Bij de uitvoering van dit Vlaanderen-breed project zullen alle provinciale Innovatiecentra nauw betrokken worden en belangrijke rol spelen. De innovatiestages hebben tot doel de aansluiting tussen bedrijven en organisaties - arbeidsmarkt - beroepspraktijk te verbeteren. Ze kaderen in het concept 'werkplekleren'. Dit is een op ervaring gebaseerd leren dat als actief en constructief proces plaatsvindt in een reële arbeidssituatie, met de werkelijke problemen uit de arbeidspraktijk als leerobject. 'Werkplekleren' ontwikkelt kennis, vaardigheden, en attitudes (competenties) die geïnspireerd zijn op vormen van leren op de werkplek en zich binnen een opleidingscontext bevinden. De arbeidssituatie fungeert dus als leeromgeving. In vergelijking met de praktijk van stages in andere landen, richten de geplande innovatiestages zich op een bijkomende dimensie, die er in bestaat bij te dragen aan innovatieve projecten bij de projectaanbieders. Deze aanbieders worden gezocht in een brede doelgroep van bedrijven, universitaire laboratoria, universitaire ziekenhuizen, onderzoeksinstellingen en maatschappelijke organisaties. Wat de bedrijven betreft wordt bijzondere aandacht besteed aan de betrokkenheid van KMO's bij de innovatiestages. Organisaties: • Verpakkingstechnologie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Rosa PEETERS
Pilootproject: het e-safety label.
Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EUN Partnership AISBL . UA levert aan EUN Partnership AISBL de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Media & ICT/Interpersoonlijke relaties in Organisaties & Samenleving (MIOS)
Onderzoekers: • Michel Walrave • Heidi Vandebosch • Karolien Poels • Charlotte De Backer
Pilootprojecten wonen: nieuwe vormen van collectiviteit. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse overheid. UA levert aan de Vlaamse overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Faculteit Ontwerpwetenschappen - overige
Onderzoekers: • Jan Paredaens
Pilootproject Bijzondere Noden en Glimlachen Universiteit Gent Abstract: dit onderzoek richt zich op het in kaart brengen en sensibiliseren van patiëntengroepen met Bijzondere Noden, in het bijzonder patiënten met fysieke en mentale beperkingen en kwetsbare ouderen. De sensibilisering, inclusief effect evaluatie, is gericht op kinderen en jongeren van 0 tot 18 jaar met een oversampling van kansengroepen. Organisaties: • Vakgroep Tandheelkunde
Onderzoekers: • Jacques Vanobbergen
Pilootproject "bevolkingsonderzoek naar dikkedarmkanker". Universiteit Antwerpen Abstract: Dikkedarmkanker is één van de kankers waarvoor de Europese code voor kankerbestrijding een bevolkingsonderzoek aanbeveelt. In Vlaanderen zal vanaf februari 2009 gestart worden met het proefonderzoek naar dikkedarmkankeropsporing. Het proefonderzoek bestaat uit twee delen. Het eerste deel betreft dikkedarmkankeropsporing bij personen met gewoon risico en zal uitgevoerd worden in drie regio's. Elke inwoner van 50 tot en met 74 jaar van Schilde, Vosselaar en Borgerhout kan deelnemen aan dit eerste deel van de dikkedarmkankeropsporing. Het tweede deel betreft naaste familieleden (biologische ouders, kinderen, broers en zussen) van personen met dikkedarmkanker en zal starten vanuit zeven deelnemende ziekenhuizen in Antwerpen en Turnhout. Alle naaste familieleden van 40 tot en met 74 jaar van nieuwe dikkedarmkankerpatiënten van één van de zeven deelnemende ziekenhuizen kunnen deelnemen aan dit tweede deel van de dikke-darmkankeropsporing. Dit project heeft primair tot doel het vergaren van kennis over de te bereiken participatiegraad in eventueel bevolkingsonderzoek naar dikkedarmkanker in Vlaanderen. Het levert informatie op over eventuele verschillen in opkomst tussen twee uitnodigingsmethoden, de geografische verdeling van (niet)participanten, leeftijdsgroepen, etniciteit en sociaal-economische klasse van de (niet)participanten en het effect van sensibilisatie. Daarnaast kunnen de prestaties van de test bestudeerd worden (percentage testpositieven, positief voorspellende waarde, detectiecijfers van adenomen en invasieve darmkanker). Het project levert aanvullende informatie op over de haalbaarheid van bevolkingsonderzoek (benodigde capaciteit colonoscopie, compliance, verwerking van test- en follow up-gegevens) en aanvullende gegevens voor gezondheidseconomische modelberekeningen. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal
Pilootproject 'actieve burgerparticipatie' site Normaalschool-De Kluis. Universiteit Antwerpen Abstract: De opdrachtgever wenst in te zetten op burgerparticipatie en zal dit project als pilootproject burgerparticipatie lanceren via het team wijkmanagement om ervaring op te doen inzake communicatie en overleg met de buurt en van daaruit kopmen tot gedragen haalbare en realiseerbare beleidsbeslissingen voor de ontwikkeling van de site. De promotor zal het team wijkmanagement bij de voorbereiding en uitwerking van het pilootproject begeleiden. Organisaties: • Centrum voor Stadsontwikkeling
Onderzoekers: • Tom Coppens
Pilootonderzoek naar gebruikers van culturele centra in Vlaanderen Vrije Universiteit Brussel Abstract: I. Inleiding In zijn Beleidsnota Cultuur 2004-2009 en in zijn beleidsbrief cultuur van 2008 richt Vlaams minister van Cultuur Bert Anciaux zich op participatie in de breedste zin van het woord. Participatie is zowel deelnemen als deelhebben (i.e. actief participeren) en het gaat niet alleen om participatie van meer mensen, maar ook om participatie van een nieuw publiek. II. Opdracht Een deel van deze participatieopdracht van Anciaux zal onderzocht worden in dit onderzoek. Het onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van de Vlaamse Overheid, meer specifiek het Agentschap voor Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen. Het onderzoek tracht een analyse te maken van de participatie van ondervertegenwoordigde groepen bij de gebruikers evenals een analyse van de tevredenheid van de huidige gebruikers met als doel de verbanden bloot te leggen tussen deze participatie en tevredenheid enerzijds en centrumspecifieke kenmerken anderzijds. III. Data Aan de basis van dit onderzoek ligt het gebruikersonderzoek bij 52 cultuurcentra, afgenomen in 3 rondes verspreid over de periode 2004-2007. Uit deze gegevens worden de gebruikers van 8 van de 11 centra uit categorie A, 11 van de 19 centra uit categorie B en 19 van de 31 centra uit categorie C gebruikt door het onderzoek. De 38 gemeenschapscentra worden buiten beschouwing gelaten, omdat enerzijds een recente herdefiniëring van het concept gemeenschapscentrum ertoe heeft geleid dat er op dit moment 208 gemeenschapscentra in Vlaanderen zijn, en
omdat anderzijds het Steunpunt Cultuur, Jeugd en Sport enkel over de kenmerken van cultuurcentra beschikt uit de categorieën A, B en C. Uiteindelijk worden dus 38 cultuurcentra met bijbehorende 15264 gebruikers onderzocht. De data van het gebruikersonderzoek worden aangevuld met de kenmerken van de 38 gemeenten waarin deze cultuurcentra zich bevinden en met centrumspecifieke kenmerken. De eerst dataset wordt aangeleverd door het Nationaal Instituut voor de Statistiek, de tweede dataset door het Steunpunt Cultuur, Jeugd en Sport. IV. Opzet Het eerste deel van dit onderzoek richt zich op ongelijkheden onder gebruikers. Uit een eerste analyse van de data van het gebruikersonderzoek is gebleken dat mannen, laagopgeleiden, jongeren en ouderen ondervertegenwoordigd zijn bij de gebruikers van de cultuurcentra. Deze groepen van participanten zullen elk apart geanalyseerd worden. Aangezien de onderzoeker er uiteindelijk naar toe wil de centrumspecifieke kenmerken te duiden die een positief of negatief effect op hun participatie hebben, zullen eerst de groepsgemiddelden op de kenmerken van zowel de gemeenten als de cultuurcentra van de 25% van de centra met het grootste aandeel ondervertegenwoordigde gebruikers vergelijken worden met die van de 25% van de centra met het kleinste aandeel ondervertegenwoordigde gebruikers. De kenmerken waarvan de groepsgemiddelden significant van elkaar verschillen, worden als onafhankelijke variabele opgenomen in een meervoudige regressie analyse die een deel van de participatie van ondervertegenwoordigde gebruikers probeert te verklaren. Door te controleren voor de kenmerken van de gemeenten waarin de centra zich bevinden, kunnen - indien aanwezig - de effecten van de centrumspecifieke kenmerken geschat worden. Het tweede deel van dit onderzoek richt zich op de tevredenheid van de gebruikers. Een factoranalyse zal alle tevredenheidsvariabelen bundelen tot enkele dimensies van tevredenheid, die de afhankelijke variabelen vormen in de analyse. De onderzoeker dient hierbij echter rekening te houden met twee meetniveaus van verklarende variabelen. Op het eerste niveau zijn er de individuele kenmerken van de 15264 gebruikers. Op het tweede niveau zijn er de kenmerken van de 38 cultuurcentra en gemeenten waarbinnen deze gebruikers zijn ondergebracht. Vanwege de gelaagdheid van verklarende variabelen, worden de dimensies van tevredenheid geanalyseerd aan de hand van een multilevel-analyse. Multilevelanalyse maakt het mogelijk om op verschillende niveaus te controleren voor de individuele kenmerken en de kenmerken van de gemeenten om uiteindelijke enkel - indien aanwezig - het effect van de centrumspecifieke kenmerken te destilleren. V. Algemene verwachting Uiteindelijk hoopt de onderzoeker aan te kunnen tonen dat bepaalde centrumspecifieke kenmerken een al dan niet positieve invloed hebben op enerzijds participatie van nu nog ondervertegenwoordigde gebruikers en anderzijds de tevredenheid van de huidige gebruikers. Hierdoor kan de onderzoeker mogelijk het effect van de inspanningen beoordelen die de algehele participatie aan cultuur moeten bevorderen. Tevens kan de onderzoeker mogelijkerwijs de cultuurcentra handvatten bieden om bijvoorbeeld hun beleid, aanbod of promotionele activiteiten anders of beter af te stemmen op ondervertegenwoordigde gebruikers enerzijds en op het creëren van een grotere tevredenheid onder de huidige gebruikers anderzijds. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX
Pilootenquête in Vlaanderen voor de survey on Health, Age and Retirement in Europe (SHARE). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project behelst een `pilot' enquête bij 60 huishoudens van ouderen (50+) in Vlaanderen, ter voorbereiding van deelname aan het SHARE-project in 2004. SHARE (Survey on Health, Age and Retirement in Europe) is een Europees multi-disciplinair samenwerkingsverband, met het doel een panel data set te creëren over personen van 50 jaar en ouder, met gegevens over onder meer inkomen, gezondheid, sociaal netwerk. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Cornelius Van den Bosch
Piloot aquacultuurproject in Mozambique Universiteit Gent Abstract: Dit project zal essentiële wetenschappelijke en technische knowhow overdragen aan de Mozambicaanse partner, nodig voor de ontwikkeling van de aquacultuursector in het land. Het omvat 2 onderdelen: 1) geïntegreerde productie van zout en het pekelkreeftje Artemia; 2) technische training in kweek van tropische zoetwatervis. Organisaties: • Vakgroep Dierlijke productie
Onderzoekers: • Patrick Sorgeloos
Pijn vraagt de aandacht van anderen: detectie, interpretatie en reacties van ouders op de pijn van hun kind Universiteit Gent Abstract: De doelstellingen van dit project zijn drievoudig: onderzoeken van de determinanten van (1) ouderlijke detectie van pijn bij het kind (2) ouderlijke interpretatie van pijn bij het kind, en (3) helpende gedragingen van ouders. Naast de rol van pijnexpressie van het kind en contextuele kenmerken, zal de rol van ouderlijk catastroferen over de pijn van hun kind onderzocht worden. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Geert Crombez
"Pijnlijke" interrupties: Mechanismen en consequenties. KU Leuven Abstract: Een natuurlijke reactie op pijn, ook voor chronische pijnpatiënten, is het onderbreken van activiteiten om zo te proberen om te gaan met de pijn, met de intentie om later de onderbroken activiteit weer te hervatten.Herhaaldelijke onderbrekingen kunnen het streven van pijnpatiënten naarzinvolle activiteiten en doelen tegenwerken. Hoewel het onderbreken vanactiviteiten in de pijncontext een gewoon fenomeen is, zijn de effectendaarvan nog niet systematisch onderzocht. Het doel van dit project is om licht te werpen op de gevolgen van pijn-gerelateerde activiteitsinterrupties en op factoren die negatieve gevolgen kunnen verminderen, door een experimentele benadering te nemen. Onderzoek in andere gebieden toont aan dat onderbrekingen in het algemeen negatieve gevolgen hebben op gedrag, cognitie en emotie. Van belang is dat deze gevolgen afhankelijk zijnvan de kenmerken van de onderbreking. We zijn uitgegaan van deze benadering, en we nemen enkele specifieke onderbrekingsfactoren (het type on Organisaties: • OG Gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Johannes Vlaeyen • Irene Gatzounis
Pijnlijke botmetastasen als studiemodel voor translationeel onderzoek dat laag-toxische uitvoering van palliatieve antalgische radiotherapie beoogt. Universiteit Gent Abstract: Nieuwe inzichten in moleculaire mechanismen van botmetastasepijn openen mogelijkheden om beeldvormingsgestuurde radiotherapie te richten op het tumor-gastheer ecosysteem dat verantwoordelijk is voor pijn en om bestraling van gezond bot en omgeving maximaal te vermijden. We veronderstellen dat deze strategie optimale anti-pijn efficiëntie kan geven met behoud van de structurele botsterkte en toxiciteit op de naburige organen kan vermijden. Organisaties: • Vakgroep Radiotherapie en Experimenteel Kankeronderzoek
Onderzoekers: • Wilfried De Neve
Pijn in context: de rol van context bij de uitdoving, generalisatie en terugkeer van contextuele pijngerelateerde vrees. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Johannes Vlaeyen • Ann Meulders
Pijn en autonome dysfunctie bij patiënten met Ehlers-Danlossyndroom Hypermobiele type Universiteit Gent Abstract: In deze studie wordt de aard van de pijn nagegaan met behulp van een gevalideerde vragenlijst (PainDetect) en fysiologische testen (Quantitative Sensory Testing), autonome functie getest door middel van een gevalideerde niet-invasieve testbatterij (Autonomic Reflex Screen) en een mogelijke associatie onderzocht tussen pijn en autonome functie in vrouwelijke patiënten met Ehlers-Danlos-Hypermobiel type en gezonde controles. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Anne De Paepe
Pijnbestrijding tijdens de jeugd door aanpassing van off-patent geneesmiddelen. (NeoOpioid) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Bart Van Overmeire
Pietro Pomponazzi on natural laws and religion: A study of his De incantationibus KU Leuven Abstract: The aim of this project is to explore Pietro Pomponazzi's (1462-1525) concept of the laws of nature, and how this concept influences his notionof religion, as well as his notion of causality, through a close study of his treatise De naturalium effectuum admirandorum causis, sive de incantationibus, as well as his other works pertaining to the topic of thisproject. The treatise De incantationibus was written in 1520, and circulated in manuscript before it was published posthumously in 1556. In this treatise Pomponazzi offers natural explanations for extraordinary and wondrous phenomana, including miracles, angels and demons, prayers, prophecy, and resurrection. The sources of Pomponazzi's views on miracles and religion include Avcenna, Averroes, Albert the Great, Thomas Aquinas, Siger of Brabant, and Peter of Abano. This treatise widely circulated among early modern philosophers, physicians and naturalists. However, it has been undeservedly ignored by modern scholarship. My analysis of Organisaties: • OE De Wulf-Mansioncentrum
Onderzoekers: • Andrea Robiglio • Russell Friedman • Ye Yang
Piëta. Naar een fenomenologie van het creatieproces Hogeschool Gent Abstract: Een hardnekkige maar onjuiste metafoor die de creatieve activiteit van kunstenaar beschrijft, is die van de goddelijke Muzen. Zij dompelen de kunstenaar in een scheppende roes waarin hij tot een resultaat komt, ‘ondanks zichzelf’. Uitgeput staat hij ten slotte oog in oog met een kunstwerk dat het menselijke te boven gaat, met iets dat hem ‘overkwam’, waar hijzelf geen hand in had. De kunstenaar was tenslotte maar een willoos uitvoerend slachtoffer, een medium, waarin haast alchemistische processen tot uitbarsting kwamen, die nauwelijks met de rede te vatten zijn, laat staan te beschrijven of te analyseren. Uit mijn ervaring in de kunstpraktijk denk ik dat de artistieke creatie niet zo in zijn werk gaat. Artistieke creatie is in zeer hoge mate een proces van actieve en tot op de spits gedreven bewuste processen. Technische vaardigheden en technologische kennis zijn vereist om inzicht omtrent de kunsthistorische ontwikkelingen, iconografie en iconologie, tijdgebonden esthetische opvattingen, uitdrukkingsmogelijkheden van de artistieke media, empathie, alertheid en bewustzijn over psychische processen om te zetten in een beeldend resultaat, met het volle vertrouwen op de artistieke intuïtie die deze ervaringen stuurt. Het resultaat moet zo geloofwaardig zijn, zo vanzelfsprekend, dat deze complexe wisselwerking tussen de ontelbare parameters van de artistieke creatie schijnen op te lossen, en waardoor ze wel afwezig lijken in een kunstwerk dat ‘reveleert’. De magie zal wellicht nooit helemaal uit het kunstwerk verdwijnen. Met het volle besef dat deze complexe praktijk niet te herleiden is tot een optelsom van zeer uiteenlopende invloeden op het creatieve proces, moeten we toch de vraag stellen of het mogelijk is een toegang te vinden tot een beter begrip van dit creatieve proces. Immers, het geleidelijk ontsluieren en demystificeren van het artistieke creatieproces kan ons inzicht bezorgen zonder dat de creatieve praktijk daarmee zelf onmogelijk wordt. Kennis en inzicht in het artistieke proces alleen, bieden geen enkele garantie op een goed artistiek eindresultaat. In het artistieke eindresultaat zal steeds dit ‘magische’ moment opduiken dat ons toont waar de mens toe in staat is. De zoektocht naar het afbakenen en in kaart
brengen van dit proces dient m.a.w. juist daartoe om eer te bewijzen aan het menselijke scheppende vermogen. Daarom wordt in dit onderzoek de vraag gesteld of het mogelijk is om inzicht te verwerven in het proces van de artistieke creatie, en met name in de complexiteit van de ervaringen waaruit de creatie van een nieuwe sculptuur plaatsvindt? Om deze vraag te beantwoorden zal de creatie van een nieuwe sculptuur opgestart worden. Dit scheppingsproces wordt dan fenomenologisch beschreven. Mijn oeuvre karakteriseert zich door een spanningsverhouding tussen hedendaagse kunst en traditie. Dit onderzoek moet dan ook leiden tot de ontwikkeling van een kunstwerk dat uitdrukking geeft aan dit spanningsveld. De kunstgeschiedenis is daarbij een onmetelijk rijke bron van kennis en ervaring waarvan ik mij als kunstenaar bedien. In mijn verhouding tot de kunstgeschiedenis streef ik geen volledigheid na, maar ‘bruikbaarheid’ . Lucian Freud schildert naar een historisch meesterwerk van Rubens of Ingres (Cantz, 2001), Francis Bacon naar Velasquez (Seipel, 2003). Giacometti inspireert zich op de Etruskische sculpturen (Carluccio, s.d.), Beckmann op Rembrandt (Lenz, 2000), Picasso op de antieken, Rodin plundert het oeuvre van Michelangelo, die zich intensief met de antieken bezighoudt (Fergonzi, 1996), zij dienen trouwens ook als voorbeeld voor Kokoschka en Markus Lüpertz (Vierniesel, 1987; Wünsche, 1996) ... Veel van de kunstenaars die ik zelf als artistiek voorbeeld neem, hebben zich intensief en vaak expliciet met de kunsthistorische traditie beziggehouden. Voor deze kunstenaars is de traditie geen dood materiaal, maar een bron van ervaringen en studiemateriaal waaruit de kracht en de mogelijkheden van de beeldende kunsten blijken. Bij de keuze van hun motieven maken ze dan ook vaak gebruik van expliciete referenties naar historische werken, omwille van de expressieve kracht van fragmenten, composities, materialen, ... Belangrijk daarbij is in te zien dat kunstenaars en toeschouwers in het ‘heden’ het historische materiaal steeds naar zich toehalen: ze gaan zelden op zoek naar de oorspronkelijk artistieke (mythische, religieuze, ...) beleving, maar behandelen het historische werk alsof het in de eigen tijd staat. Deze verhouding ten aanzien van de geschiedenis leidt niet tot kunsthistorische stilstand of conservatisme, maar biedt een garantie voor betekenisvolle ontwikkelingen in de kunsten. Kunstenaars vernieuwen veeleer ten aanzien van voorafgaande kunst dan te reageren op gebeurtenissen in de wereld (cf. Martindale, 1990; Merleau-Ponty, 1996). De keuze om artistieke ontwikkelingen te plaatsen in het licht van eerdere kunstwerken is dus een dominante artistieke praktijk. Vanuit deze opvatting start ik met de creatie van een hedendaagse pieta Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Autonome kunsten
Onderzoekers: • Ludwig Vandevelde
PIEF-GA-2013-625131 DEEMdeep. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud
Onderzoekers: • Filip Volckaert • Ilaria Coscia
PIEF-GA-2013-623253 DOTOS KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Skeletale Biologie en Engineering
Onderzoekers: • Rik Lories • Silvia Monteagudo
Piecewise linear technique in support vector machines and applications. KU Leuven Abstract: In dit project wordt de combinatie van Support Vector Machines (SVMs) en Piecewise Linear Techniques (PWL) onderzocht, als een uitbreiding op lineaire SVM naar niet-lineaire SVM, met behoud van een goede interpreteerbaarheid in toepassingen. Organisaties: • Afdeling ESAT - STADIUS
Onderzoekers: • Johan Suykens • Xiaolin Huang
Picturale praktijken in antieke Egyptische muurschilderijen: methodologische benadering en vergelijkende studie met vier XVIIIde dynastie tombes Universiteit Gent Abstract: In dit onderzoeksproject wordt de schilderkunst in een aantal private tombes (Thebaanse necropolis, Luxor, Egypte) daterend van de XVIIIde dynastie onderzocht. Hierbij wordt een visuele analyse gekoppeld aan macrofotografie, scheerlicht opnames en UV-fluorescentie fotografie. Daarnaast worden een aantal archeometrische technieken ingezet om de gebruikte materialen te analyseren (colorimetrie, IR spectroscopie, UVfluorescentie, X-stralen fluorescentie, Raman spectroscopie). Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Peter Vandenabeele
pICTos - plannen van ICT op school Universiteit Gent Abstract: De elektronische omgeving pICTos wordt ontwikkeld om basisscholen te ondersteunen bij het opstellen van een schooleigen ICTbeleidsplan met de ICT-eindtermen als uitgangspunt. Inhoudelijk doorloopt een schoolteam vijf stappen: onderwijsvisie expliciteren, huidige activiteiten inventariseren, prioritaire eindtermen bepalen, nieuwe activiteiten registreren, actieplan opstellen. Videofragmenten met praktijkvoorbeelden dienen als inspiratiebron voor nieuwe ICT-activiteiten. De online tool is ontwikkeld in opdracht van het Regionaal Expertisenetwerk Vlaanderen en wordt aangeboden in een nascholingscontext.
Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Johan van Braak
Pictographic Communication Technologies for Browsing the Web. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG ComForT Leuven
Onderzoekers: • Frank Van Eynde • Vincent Vandeghinste • Leen Sevens
PICTOBROWS . KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG ComForT Leuven
Onderzoekers: • Frank Van Eynde
Picoseconde vortex dynamica in magnetische nanostructuren: de interactie van vortices met spingolven. Universiteit Gent Abstract: In dit project zullen we de interactie van spingolven met vortices en domeinwanden bestuderen. Deze hebben hun eigen dynamica en begrijpen hoe spingolven interageren, kan leiden tot nieuwe magnetische geheugens. Magnetische resonantie spectroscopie, tijdsgeresolveerde Xstralen microscopie en geavanceerde computersimulaties zullen gebruikt worden om deze interacties te bestuderen in draden en schijven met nanometer afmetingen. Organisaties: • Vakgroep Vaste-stofwetenschappen
Onderzoekers: • Bartel Van Waeyenberge
PicknPack. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling PMA
Onderzoekers: • Bart De Ketelaere • Herman Bruyninckx • Bart Nicolai • Pieter Verboven • Wouter Saeys
PIAAC 2011-2013 voor werkingsjaar 2013 Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Martin Valcke
PhytoSense : het begrijpen van plantaardige metingen Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit project is om een generiek platform (PhytoSense) te ontwikkelen waarbij, met behulp van draadloze plantsensoren en wiskundige modellen, de gezondheidstoestand van planten eenvoudig en in real-time opgevolgd kan worden. Ontwikkeling van het PhytoSense draadloze sensornetwerk. Bestaande sensoren koppelen aan een communicatienode. Metingen doorsturen naar een centraal basisstation. Stroomvoorziening via zonnepanelen en herlaadbare batterijen. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste ecologie en milieubiologie
Onderzoekers: • Kathy Steppe
PhysPhar 2011 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit congres was om zowel basiswetenschappers als clinici die actief wetenschappelijk onderzoek doorvoeren in de domeinen van de fysiologie en farmacologie bij elkaar te brengen, dialoog te stimuleren en nieuwe interdisciplinaire samenwerkingen te activeren. Ook al is de fysiologie en de farmacologie immers nauw met elkaar verwant, toch worden wetenschappelijke resultaten meestal gepubliceerd in separate tijdschriften of worden interessante data besproken in aparte meetings. Deze meeting wil daarom actief de interdisciplinariteit bevorderen. De focus van het congres lag op de meest recente state-of-the-art ontwikkelingen in beide domeinen. Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • Ilse Julia SMOLDERS
Physiological measurements in the bladder wall
KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling ESAT - MICAS
Onderzoekers: • Robert Puers • Luigi Brancato
Physiological characterization of tolerance of sunflower Clearfield hybrids to herbicide imazamox Universiteit Hasselt Abstract: Het herbicide imazamox behoort tot de groep van de imidazolines. Deze herbiciden inhiberen de activiteit van het enzyme acetolaat synthase (ALS, EC 4.1.3.18) en blokkeren dus de synthese van de 'vertakte' aminozuren valine, leucine en isoleucine. Een tekort aan deze aminozuren verstoort het proteïne metabolisme veroorzaakt meerdere functionele storingen bij behandelde planten. De groei van gevoelige onkruiden wordt binnen 10-12 uur volledig geïnhibeerd, terwijl tolerante planten in staat zijn om het molecule te inactiveren of zelfs af te breken. De "Clearfield" zonnebloem hybriden zijn relatief tolerant aan dit herbicide. Ondanks het reeds grootschalige gebruik van deze Clearfield technology is de fysiologische basis van de tolerantie van deze zonnebloemen aan imazamox niet echt ontrafeld. Een betrokkenheid van het anti-oxidatieve verdedigingssysteem van de plant wordt vermoed. Een grondige kennis van deze tolerantiemechanismen zou toelaten om zonnebloem hybriden met een hogere tolerantie te ontwikkelen. Het opzet van dit doctoraat is deze tolerantiemechanismen in detail te ontrafelen. Organisaties: • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Jaak VANGRONSVELD • Ann CUYPERS
Physiological and genetic analysis of 3D microscale gas exchange and light penetration KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling MeBioS
Onderzoekers: • Bart Nicolai • N. N.
Physics of the degradation mechanisms in organic photovoltaic devices KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling ESAT - MICAS
Onderzoekers: • Paul Heremans • João Bastos
Physics of interface traps in nano-electronic structures. KU Leuven Abstract: With the continued shrinking dimensions of solid-state heterostructuresto the range of nanometers, electron traps related to defects and impurities play an increasingly detrimental role because the radius of Coulomb interactions becomes comparable to the size of the structure. Thus makes it mandatory to reveal the atomic origin and essential electroniccharacteristics of these defects. To meet this quest, an experimental study based on combined spectroscopy of internal electron photoemission,charge trapping, and defect spectroscopy is planned to address interfaces of high-mobility semiconductors (Ge, InGaAs, InP) with high-permittivity oxide insulators (Al2O3, ZrO2, HfO2) prospected for the future generations of nano-electronic devices. Results from electrical analysis will be correlated with the data delivered by atomic-sensitive techniques such as inelastic tunneling and electron spin resonance spectroscopy to achieve the ultimate identification of the critically important Organisaties: • Afdeling Halfgeleiderfysica
Onderzoekers: • Valeri Afanasiev • Serena Iacovo
Physical telecommunication studies. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Matching fonds voor het IWT ondersteund project iSEED (IWT410) samen met Alcatel-Lucent-Bell: iSEED : Innovation on Stability, Spectral and Energy Efficiency in DSL; Innovatie rond de Stabiliteit, SSpectrale en Energetische Efficientie in Digitale Toegangsnetwerken (Digital Subscriber Lines).
Het innovatieproject iSEED (IWT funding) heeft als doelen: 1.het reduceren van het vermogenverbruik van DSL-lijnen (ADSL en VDSL2 in het bijzonder); 2.de ontwikkelde SELT meetmogelijkheden gevoelig te verbeteren (Single Ended Line Testing); 3.het stabiliseren en verbeteren van de kwaliteit van DSL-lijnen; 4.het gevoelig verhogen van de DSL bitsnelheden door het aanwenden van common mode signalen. Telecommunicatie operatoren voor lokale toegangsnetwerken, digitale hoge definitie televisie aanbieders en ISP-providers in het bijzonder kunnen met de methodes die ontwikkeld worden in het iSEED project over het klassieke telefoonnetwerk (POTS-PSTN) met hoger bitrates en hogere kwaliteit diensten aanbieden zonder dat het koperen kablelnetwerk dient aangepast of vervangen te worden (degelijk alternatief voor FTTH of kabletelevisie via coax). Organisaties: • Elektriciteit
Onderzoekers: • Wim FOUBERT • Mussa BSHARA • LEO VAN BIESEN • Carine NEUS
Physical serious gaming - Het verbeteren van de fysieke educatie voor personen met een fijn motorische achterstand door middel van een serious game. Universiteit Hasselt Abstract: Personen met een motorische handicap lopen een achterstand op in de maatschappij omdat het voor hen moeilijk is bepaalde fysieke handelingen te leren. Onderzoek naar en de ontwikkeling van een fysiek educatieve game dat voortkomt uit een bestaande e-learning tool biedt daarbij een oplossing. Een dergelijke game bezorgt een leerrijke en plezierige manier van leren die de betreffende personen anders niet krijgen. Het onderscheid met soortgelijk onderzoek bevindt zich in de focus op fysieke educatie, de uitgebreide en flexibele vormen van feedback, de complexe in-game interacties en een multidisciplinaire samenwerking met experts. Het onderzoek is constructief en empirisch van aard met research-by-design als overkoepelende methode. Het valorisatiepotentieel is groot voor instanties/projecten zoals onder andere het IWT-Tetra project OSMA, Efro Gamehub, EDM, KU Leuven, Stijn VZW (dienstencentrum voor personen met een motorische handicap), Sportsmedia en Cmine omdat het voorgestelde onderzoek zich op een relevant en groeiend domein bevindt. Organisaties: • Expertisecentrum voor Digitale Media • Expertisecentrum voor Digitale Media
Onderzoekers: • Karin CONINX
Physical activity as a crusial patient reported outcome in COPD. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Cardiovasc. en Respiratoire Revalidatie
Onderzoekers: • Thierry Troosters
PhyCIGS. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds SIM . UA levert aan SIM de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Joke Hadermann
PHOTPHON. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Fysica v Zachte Materie & Biofysica
Onderzoekers: • Christ Glorieux
Photonic technologies for advanced information systems Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de informatietechnologie wordt elke toename van de informatieverwerkingscapaciteit van digitale elektronische systemen onmiddellijk in toepassingen gebruikt. De sterke interesse voor multimedia-informatie en de toenemende toegankelijkheid ervan via netwerken maken de vraag naar informatieverwerkingscapaciteit quasi onbeperkt. IC-technologieën evolueren snel en men verwacht dat deze snelle evolutie zich ook in de volgende 10 jaar zal kunnen verderzetten en dat aldus aan deze vraag tegemoet gekomen kan worden. Op gebied van transmissie van informatie is in de voorbije decennia zeer veel aandacht besteed aan transport van grote hoeveelheden informatie over grote afstanden en de optische vezeltechnologie heeft hier een afdoende oplossing gebracht (al blijft er op korte termijn een groot probleem op niveau van kostprijs voor de capaciteit van lokale abonneenetwerken). Anders ligt het op gebied van informatieoverdracht op korte afstand binnen elektronische systemen. Daar waar de compacte en betrouwbare overdracht van een datadebiet van de orde van enkele Gb/s - op seriële of parallelle manier - vandaag geen probleem stelt voor elektrische interconnectietechnieken, wordt verwacht dat dit wel het geval wordt bij een hondervoudige toename van dit debiet. Dit project beoogt een fundamentele bijdrage te leveren tot de oplossing van dit probleem. Er zal onderzoek verricht worden naar optische - of fotonische - technologieën voor dataoverdracht tussen elektronische verwerkingseenheden op korte afstand van elkaar (orde cm tot m). De introductie van dergelijke technieken vergt evenwel een drastisch herdenken van het ontwerp en de opbouw van een elektronisch systeem, zowel op gebied van architectuur als van componenten en van integratietechnologieën. Er zal dan ook fundamenteel onderzoek verricht worden op elk van deze gebieden, zodat een totaaloplossing kan aangeboden worden. Twee grote werkrichtingen - twee paradigma's voor interconnectie eigenlijk - zullen in parallel bestudeerd worden en ze vormen de twee grote werkpakketten in het project. Het eerste betreft fotonische interconnectie met sterk parallellisme en matige datasnelheid per kanaal, terwijl het tweede, net omgekeerd, hoge datasnelheid in combinatie met matig parallellisme beoogt. Voor beide worden toepassingen verwacht, maar liet precieze potentieel van elk is vooralsnog onduidelijk. Elk van deze werkpakketten
wordt opgesplitst in een aantal activiteiten, die focusseren op respectievelijk de architecturale aspecten, de optoelectronische componenten, de optische componenten en de integratietechnologieën. In elk van deze gebieden zal basisonderzoek verricht worden. Daarnaast zal gestreefd worden naar de realisatie van enkele demonstratoren, gericht op demonstratie van een functioneel geheel. Deze bijkomende activiteit zal leiden tot een sterke interrelatie tussen activiteiten en tussen partners. De partners in het project omvatten 3 universiteiten: RUG, VUB en UCL. Binnen de RUG en de VUB bestaat de partner uit een netwerk van onderzoeksgroepen, over de grenzen van vakgroepen heen. Het projectvoorstel is een verderzetting van het in 1996 aflopende IUAP-24 project, waarin dezelfde groepen een effectief samenwerkingsverband hebben opgebouwd en tot een hoge wetenschappelijke productie in dat kader gekomen zijn. In het nieuwe project zal op dit moment voortgebouwd worden. Jaarlijks zullen twee grote projectstudiedagen georganiseerd worden, waarop de betrokken onderzoekers hun resultaten voorstellen en waarop tevens presentaties op uitnodiging zullen voorgesteld worden. Daarnaast zal er op meer regelmatige basis een coördinatievergadering gehouden worden met de projectcoordinator, de coördinatoren van de werkpakketten en de verantwoordelijken van de onderzoeksgroepen. Naast liet specifieke onderzoekswerk zaI in het project aandacht besteed worden aan aspecten van opleiding en informatieverspreiding in de betrokken vakgebieden. Meer in het bijzonder wordt gedacht aan opleiding van studenten en doctorandi, activiteiten van permanente vorming, organisatie van workshops of conferenties en versterking van de samenwerkingsverbanden met buitenlandse groepen. Bij deze activiteiten zal in toenemende mate gebruik gemaakt worden van elektronische communicatiemiddelen en multimedia technieken. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • IRINA VERETENNICOFF
Photonic Skins For Optical Sensing Universiteit Gent Abstract: Het doel van het project is om een flexibel en rekbaar polymeermateriaal te ontwikkelen dat beschikt over biocompatibele eigenschappen (voor huid contact toepassingen) en dat kan aangewend worden voor het inbedden van sensoren. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Peter Dubruel
Photonics Ket - Roadmapping voor Vlaanderen Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Danae Delbeke
photonics@be: towards smart photonics in 2020 Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen • Vakgroep Anorganische en fysische chemie
Onderzoekers: • Kristiaan Neyts • Roeland Baets • Zeger Hens
Photonics@be: naar slimme fotonica in 2020 Vrije Universiteit Brussel Abstract: De Europese commissie heeft het belang van fotonica bevestigd door het op te nemen als een van vijf "Key Enabling Technologies (KETs)" voor Europa, samen met nanotechnologie, micro- en nano-elektronica, geavanceerde materialen en biotechnologie. Fotonica is een technologie die een brede waaier aan markten mogelijk maakt: communicatie en informatietechnologie, energie, gezondheidszorg, verlichting en beeldschermen, sensoren, metrologie, fabricageprocessen, ... . Het voorliggende project "Photonics@be: naar slimme fotonica in 2020" behelst een Belgisch netwerk dat zal bijdragen tot de ambitieuze doelstellingen van Europa op het vlak van fotonica. Dit netwerk is de voortzetting van het uitermate succesvolle project 'Photonics@be: micro-, nano- en kwantumfotonica". Het brengt alle toonaangevende fotonicagroepen in Belgie samen, en bestrijkt een breed expertiseveld, gaande van ontwikkeling van nieuwe materialen en geavanceerde fabricagetechnologieën, tot geavanceerd componentontwerp en metingen, alsook complete systemen. Deze technologische expertise wordt ondersteund door een sterke achtergrond op fundamenteel wetenschappelijk gebied in domeinen zoals kwantuminformatietechnologie, kwantum optica, niet-lineaire dynamische systemen, neurale netwerken en machinaal leren. Voor het huidige projectvoorstel is het onze bedoeling om deze brede expertise te focussen in de richting van wat we 'slimme fotonica' noemen. Met een slim fotonisch systeem bedoelen we een geminiaturiseerd systeem dat een relatief unieke of gesofisticeerde functie vervult met beperkt verbruik van energie en materialen. Slimme fotonica kan b.v. bereikt worden door state-of-the-art materialen op een dusdanige manier te combineren om ongekende functionaliteit mogelijk te maken, of door deze materialen op chip¬niveau te integreren om ze kleiner en zuiniger te maken, of door deze nieuwe componenten bij elkaar te brengen om lichtbronnen of meettoestellen te creëren met ongekende performantie, of door al deze componenten te combineren in nieuwe systemen met originele architecturen. Slimme fotonica zal zorgen voor verhoogde performantie, zowel op het niveau van materialen, componenten en systemen, en zal er op die manier voor zorgen dat het hoofd geboden wordt aan de uitdagingen van het komende decennium. De partners in dit netwerk hebben state-of-the-art fabricagetechnieken ontwikkeld, gaande van een silicium-op-isolator (SOI) platform (in samenwerking met imec), een foundry platform voor InP componenten, een geavanceerde polymeer prototyping lijn, een schrijfplatform voor fibrebragg¬gratings, een vezeltrektoren, een syntheselabo voor kwantum dots. De verdere ontwikkeling van deze technologieplatform is als dusdanig geen onderwerp van dit project, omdat onze eerdere ervaring leert dat deze activiteiten minder geschikt zijn voor gezamenlijk onderzoek. Echter, deze technologieplatformen zullen ter beschikking gesteld worden van alle partners in dit project. Op die manier vormen ze de ruggengraat waarop de samenwerking in de werkpakketen gesteund is. Het onderzoeksproject is gestructureerd in 5 werkpakketen (WP). In WP1 "slimme materialen voor hybride componenten" zullen we veel nieuwe materialen en
materiaalcombinaties exploreren die een belangrijke rol zullen spelen om onze visie van slimme fotonica waar te maken. We zullen kijken naar kwantum dots en andere nanopartikels om winst en niet-lineariteit te bekomen, maar ook naar 'blue phase' vloeibare kristallen voor hogesnelheidsschakelen, amorf silicium voor hoog-efficiënte niet-lineaire functies, nieuwe kleurstoffen voor zonneconcentrators (goedkope alternatieven voor gewone zonnecellen), grafeen voor ultracompacte fotonische componenten. We zullen speciale aandacht besteden (in nauwe samenwerking met imec) aan de combinatie van nieuwe materialen met siliciumfotonicatechnologie. WP2 focust op "slimme lichtbronnen", nl. lichtbronnen met nieuwe functionaliteiten. Voorbeelden hiervan zijn het uitbreiden van het golflengtebereik van kwantum dot lichtbronnen tot het infrarood, het verhogen van de efficiëntie van organische LED's, vele nieuwe klasses van vezellasers (random lasers, supercontinuum bronnen, ...) gebaseerd op onze sterke expertise in niet-lineaire dynamica. Ook de combinatie van VCSELS en vloeibare kristallen zal onderzocht worden. Het voornaamste onderwerp van WP3 is "schaalverkleining in de fotonica", hetgeen heel belangrijk is om hogere integratiedichtheden mogelijk te maken gekoppeld aan verhoogde performantie en duurzaamheid. Hier zullen we o.m. kijken naar het verkleinen van lichtbronnen en detectoren zodat duizenden ervan op een chip passen, het aanpassen van het siliciumfotonicaplatform voor gebruik in zowel het middeninfrarood als het zichtbaar, het gebruik van kwantum optica waar licht gemanipuleerd wordt op het niveau van een enkel foton, en ook lab¬on-a-chip technologie gebaseerd op microfluidica. Het gebruik van traag light om kleinere componenten te maken zal ook onderzocht worden. WP4 gaat over "slim licht verwerken". Hier zal gekeken worden naar modulatoren en schakelaars gebaseerd op kwantum dots en nieuwe symmetriebrekingsmechanismes, maar ook naar schakelaars op basis van ferro-electrische materialen, amorf silicium en vloeibare kristallen. Andere relevante onderwerpen zijn laserdynamica, afstembaarheid en bundelsturing. Het onderwerp van WP5 tenslotte is "nieuwe paradigmas voor computing". Hier zullen we het unieke onderzoek uit het vorige IAP project verderzetten, nl. fotonisch reservoir computing. Door gebruik te maken van een netwerk van niet-lineaire fotonische componenten zullen we proberen om patroonherkenningsproblemen op te lossen met veel lagere vermogensvereisten en/of hogere snelheid dan in vergelijking met traditionele architecturen. Het onderzoek in deze WP bevindt zich op het interdisciplinaire raakvlak tussen fotonische systeemarchitectuur, nietlineaire dynamische systemen en kunstmatige intelligentie. Deze vijf WP zijn nauw verweven. Bij voorbeeld, de slimme materialen uit WP1 zullen gebruikt worden in WP's 2, 3 en 4. De schaalverkleining uit WP3 is nauw verwant met de vooruitgang in WP2 en WP4. Het netwerk van fotonische componenten nodig voor WP5 kan komen uit WP2 en WP4. Het project management zal grotendeels ongewijzigd blijven, gezien de positieve evaluatie van het vorige IAP project. Philippe Emplit (ULB) blijft coördinator, bijgestaan door twee 'deputy' coördinatoren Peter Bienstman (Ugent) en Serge Massar (ULB). In dit project hechten we sterk belang aan zowel het opleiden van jonge wetenschappers als het netwerken/samenwerken tussen de verschillende partners. Binnen alle projectpartners zijn een aantal nieuwe professoren en vastbenoemde wetenschappers aanwezig. Dit netwerk biedt hen een uitgelezen kans om verder te groeien in een flexibele en dynamische omgeving. Het netwerken zal gestimuleerd worden door onze jaarlijkse workshop en tweejaarlijkse nieuwsbrief. Onze uitermate succesvolle doctoral school zal zowel zorgen voor opleiding als voor netwerking. Van het vorige project nemen we ook het originele concept van "katalysatoren" over: twee of drie jonge professoren die alle groepen zullen bezoeken en op die manier een grondig overzicht zullen krijgen van al het onderzoek. Op basis hiervan kunnen ze kiemen aanreiken waarrond zich nieuwe samenwerkingsverbanden en opportuniteiten kunnen ontwikkelen. Zelfevaluatie zal verwezenlijkt worden door een tussentijdse evaluatie door internationaal erkende experten. Tenslotte zullen we ook actief zijn buiten ons netwerk via de organisatie van workshops, conferenties en andere evenementen, zowel voor ander wetenschappers actief in ons domein als voor het brede publiek Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • HUGO THIENPONT
Photonics@be - Micro-, nano-, and quantum photonics. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit IUAP-project gaat over fotonen, elektromagnetische velden, hun interactie met materie, en de exploitatie daarvan voor innoverende toepassingen op een schaal (micro, nano, kwantum) die eerder niet haalbaar was. Onze ambitie is om in één enkel consortium de hooggeëquipeerde laboratoria en de aanwezige expertise in België en de omliggende regio's te integreren. Vandaar de naam: photonics@be, micro, nano en kwantum-fotonica. photonics@be werd voorafgegaan en geïnspireeerd door het succesvolle IUAP V/18 Foton-netwerk (zie http://tona.vub.ac.be/photon), maar met photonics@be introduceren we belangrijke verbeteringen, meer bepaald wat betreft: Het onderwerp: * meer nadruk wordt gelegd op de fysica en technologie van fotonische materialen, mogelijk gemaakt door nieuwe ontwikkelingen op het vlak van fabricatie en karakterisatie; * een exploratieve activiteit in het domein van de bio-fotonica wordt opgestart * het onderzoek op het gebied van de kwantum optica voor informatieverwerking is nu verspreid over de verschillende werkmodules en dus beter geïntegreerd in het ganse project. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • HUGO THIENPONT
PHOTONICS4Life : Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het verbeteren van de levenskwaliteit en de gezondheidszorg met technologieën gebaseerd op licht is de hoofdbetrachting van Photonics4life, een Europees Excellentie Netwerk over Bio-fotonica. Prof. Dr. Ir. Hugo Thienpont van de Vrije Universiteit Brussel, hoofd van het departement Toegepaste Natuurkunde en Fotonica, is vice-coordinator van dit zopas opgestarte netwerk. De micro-optische componenten die in onze vakgroep ontwikkeld en aangemaakt worden hebben de potentialiteit om de cruciale bouwstenen te worden van nieuwe biomedische
diagnostische instrumentatie. aldus Hugo Thienpont. Met behulp van nieuwe optische technologieën kan de gezondheidszorg in de toekomst verder geoptimaliseerd worden zodat zowel de diagnose als de behandeling van wijdverspreide ziektes zoals kanker en infecties kunnen aangepast worden aan de specifieke noden van iedere individuele patiënt. Het onderzoek in de biofotonica biedt aan de geneeskunde de mogelijkheid om door middel van aangepaste diagnose en therapie een hogere efficiëntie te behalen. Daardoor is biofotonica een veelbelovende discipline zowel in de wetenschappelijke, sociale als economische context. In de komende jaren zal het interdisciplinaire onderzoeksgebied van Biofotonica dan ook voor belangrijke omwentelingen zorgen. Meer dan 50 wetenschappers uit 9 EG landen en Rusland zijn in Jena, Duitsland, begin mei samengekomen om officieel het startschot te geven van Photonics4life met een feestelijk evenement, gevolgd door een eerste werkvergadering. Het netwerk is een consortium van 13 top onderzoeksinstituten die de uitdaging aangaan om maximaal het potentieel van Biofotonica in Europa om te zetten naar praktische toepassingen en naar een valorisatie met de Europese industrie. Het netwerk zal in het zevende kaderprogramma van de Europese Commissie gedurende vier jaar financieel gesteund worden met 4 miljoen Euro. De uitdagingen waar onze onderzoekers mee geconfronteerd worden zijn niet gering te noemen onderstreept Prof. Dr. Juergen Popp, coördinator van Photonics4Lfe. Enerzijds combineert Biofotonica een variëteit aan verschillende disciplines, zoals fysica, chemie, biologie, ingenieurswetenschappen en geneeskunde. Anderzijds, is het onderzoek in het algemeen te sterk georiënteerd naar technologische ontwikkelingen en niet voldoende naar de toepassingen. Wetenschappers en ingenieurs weten vaak niet wat de dokters en hun patiënten echt nodig hebben. zegt Popp. Eén van onze belangrijkste aandachtspunten is dan ook wetenschappers, ingenieurs, dokters en ondernemingen samen te brengen en hen gezamenlijk te betrekken in het ontwikkelingsproces. Onderzoeksactiviteiten in het domein van Biofotonica moeten daarom gebundeld worden en nieuwe ontdekkingen moeten samen besproken worden zodat de mogelijkheden van de optische en fotonische technologie door medici succesvol kan worden toegepast. Prof. Dr. Juergen Popp, die het netwerk coördineert, is de Wetenschapsdirecteur van het Institute of Photonic Technology ( IPHT) te Jena, en directeur van het Institute of Physical Chemistry te Jena. Hij wordt ondersteund door 2 vice-coordinatoren : prof. Gert von Bally van de Muenster University en Prof. Dr. Ir. Hugo Thienpont van de Vrije Universiteit Brussel. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • HUGO THIENPONT
Photonic colloidal crystals: How do salt types, combined with electric field, change colloidal structure formation? KU Leuven Abstract: Fotonische colloidale kristallen: hoe bepaalt de aard van het zout, in combinatie met een elektrisch veld, de vorming van de colloïdale kristalstructuur? Organisaties: • Afd. Moleculaire Visualisatie & Fotonica
Onderzoekers: • Koen Clays • Olga Kruglova
Photonic circuits for multispectral biosensing Please give the exact title of the project as on the website KU Leuven Abstract: Optical fluorescence microscopy and spectroscopy are widely used techniques in the life sciences and often reach single molecule sensitivity. The popularity has increased even more due to the increasing sensitivity of CCD and CMOS imagers combined with the availability of a wide varietyof dye molecules at several wavelengths and compatible with most biochemistries. Specific fluorescence based techniques are now even routinely used to achieve superresolution in microscopy, beating the well known diffraction limit. Nevertheless, fluorescence based experiments are still usually done using microscopes, requiring bulky and expensive equipment.Simultaneously, photonic technologies based on high index contrast waveguides have reached a high level of maturity, enabling complex optical circuitry and functionality on a very small footprint. Moreover, they offer the prospect of seamless integration with silicon electronics. As an example planar waveguides have been used for fluorescence sensing a Organisaties: • Afdeling Vaste-stoffysica en Magnetisme
Onderzoekers: • Pol Van Dorpe • Finub James Shirley
Photography beyond the still image (Photography and Kinetography) Universiteit Hasselt Abstract: Dit project zal zich richten op het ontwerpen van een digitale camera met ontvangst- en displaysysteem. De ontvangsteenheid moet voldoende robuust en licht zijn opdat hij kan gedragen worden door een danser. Draadloze communicatie laat toe dat het displaysysteem de vastgelegde beelden in real time projecteert en dit gedurende de voorstelling. Andere toepassingen vereisen tevens een mobiele set-up maar zijn in de eerste plaats gericht op hard-disk opnames en off-line verwerking. Het technologisch onderzoek en de ontwikkeling zal worden uitgevoerd door een junior onderzoeker bij het Expertise Centrum voor Digitale Media in Diepenbeek, onder leiding van Philippe Bekaert. Bij het uitgaan van een grote software-basis voor multi-camera video-applicaties op EDM, kunnen de resultaten in een relatief korte periode verkregen worden. EDM's belangen in dit onderzoek liggen in andere mogelijke toepassingen van de line scan carneras op het gebied van stereoscopische en 3D-vastlegging en beeld gebaseerd weergave. Organisaties: • Expertisecentrum voor Digitale Media • Expertisecentrum voor Digitale Media
Onderzoekers: • Eddy FLERACKERS
Photocatalysts for the reduction of CO2 and the degradation of pollutants under solar radiation KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties:
• Centr. vr Oppervlaktechemie & Katalyse
Onderzoekers: • Paolo Pescarmona • Damiano Cani
Photoactive Biodegradable Silica Nanoparticles for Biomedical Applications KU Leuven Abstract: The aim of this project is to develop photoactive biodegradable silica nanoparticles (PBS NPs) based on silica shells incorporated with siliconphthalocyanine Pc4 or Pc4 - analogues for radical improvements in NIR fluorescence imaging & photodynamic therapy of atherosclerotic plaques, areas of significant relevance, high impact on patient care and economic relevance. Organisaties: • Afdeling Vaste-stoffysica en Magnetisme
Onderzoekers: • Jean-Pierre Locquet • Jin Won Seo • Mattias Vervaele
Photo4Future KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Procestechnologie v. Duurzame Syst.
Onderzoekers: • Simon Kuhn
Phospolipid profiling of lung cancer : identification of acyl chain elongation as a novel oncogenic event. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Labo voor Lipidenmetabolisme en Kanker
Onderzoekers: • Johannes Swinnen
Phosphorylering van het microtubule geassocieerd proteïne tau in de ziekte van Creutzfeldt-Jacob. Universiteit Antwerpen Abstract: De ziekte van Creutzfeldt-Jakob (CJD) is een aandoening die behoort tot de prion ziekten. In de pathogenese van deze ziekte bestaan er zekere overeenkomsten met de ziekte van Alzheimer (AD). Gefosforyleerd proteine tau wordt gevonden in het cerebrospinaal vocht van AD en CJD patiënten. Het huidig projekt onderzoekt de fosforylering van tau in vitro en in een diermodel. Organisaties: • Neuropathologie • Translationele Neurowetenschappen (TNW)
Onderzoekers: • Patrick Cras
PHOSFOS-Photonic skins for optical sensing. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Studie rondt optische sensors met opto-elektronische en elektronische circuits in flexibele en uittrekbare huidsoorten voor toepassingen in gebieden zoals gezondheidsmonitoring, automobiele industrie, ruimtevaart, robotica, etc. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • FRANCIS BERGHMANS
PHL-doctoraat van Remco Roes met de titel : ' Scenografie van de sublieme ruimte' Universiteit Hasselt Abstract: Dit ontwerpend onderzoek richt zich op de vraag hoe de filosofische notie van 'het sublieme' vertaald kan worden naar een ruimtelijke scenografie. Dit vraagstuk wordt vanuit twee kanten benaderd: enerzijds vanuit een filosofische en historische lezing van het sublieme en anderzijds vanuit een scenografische, artistieke praktijk. De hybride aard van het onderzoek wordt ondersteund door een dynamische methode die de grenzen van de verschillende disciplines respecteert en tegelijk uitnodigt tot een wisselwerking. De losse componenten en afzonderlijke disciplines binnen het doctoraat worden daartoe verenigd binnen één conceptuele structuur, een imaginair interieur. Het onderzoek is een dérive binnen deze ruimte waarbij niet alleen de vaste theoretische kaders worden verkend, maar ook de mogelijkheden en reactie hierop in de vorm van een artistiek handelen. Het uiteindelijke resultaat zal een constellatie zijn die bestaat uit zowel een visuele, ruimtelijke component als een tekstuele, reflexieve component. Vanuit deze verzameling zullen meer concrete ontwerptools gedestilleerd worden die inzetbaar zijn binnen het vakgebied van de interieurarchitectuur. De nadruk hierbij ligt op de toepasbaarheid bij herbestemmingsvraagstukken. Organisaties: • ArcK
Onderzoekers: • Kris PINT
PHL-doctoraat van Daphnie Leenus met titel " Does tDCS increase hand function in MS and does this treatment interact with the BDNF polymorphism of the individual" Universiteit Hasselt Abstract: Neuroplasticiteit verwijst naar het vermogen van de hersenen en het zenuwstelsel om structureel en functioneel te veranderen als gevolg van input van de omgeving. Plasticiteit gebeurt op verschillendeniveaus, variërend van cellulaire veranderingen betrokken bij leren, tot grote veranderingen betrokken bij corticale remapping. Tientallen jaren van onderzoek tonen nu aan dat tDCS een positief effect heeft op de hersenen plasticiteit, en dit in zowel gezonde als neurodegenererende hersenen. De algemene hypothese ondersteund vanuit onze vorige onderzoeken is dat tDCS de BDNF secretie activeert, wat
resulteert in meer synaptische plasticiteit. Met dit project willen we onderzoeken of BDNF polymorfismen verschillen, zodanig dat de Val dragers meer neuroplasticiteit vertonen onder tDCS dan Met dragers. In het bijzonder te bestuderen effecten zijn de invloed van BDNF op het geheugen, de consolidatie van motorisch leren en op lange termijn veranderingen in de hersenstructuur. Het onderzoeksproject bestaat uit twee grote delen: - Ten eerste zullen we fundamentele kennis met betrekking tot de modulerende effecten van tDCS op training gerelateerde plasticiteit bij gezonde vrijwilligers onderzoeken. - Ten tweede zullen we gebruik maken van deze nieuw verworven kennis om de revalidatieprotocollen voor MS-patiënten te verbeteren. Organisaties: • Revalidatiewetenschappen • Immunologie - Biochemie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Raf MEESEN
Philosophy of Possibility KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Husserl-Archief: Centr.Fenomenologie
Onderzoekers: • Rudi Visker • Joel Hubick
Philosophy of Journalism KU Leuven Abstract: Despite nearly a century of professional education in journalism, the academic study of journalism ("journalism studies") is an extremely youngfield, one very much in need of a systematic philosophical framework toguide research. Building upon preparatory steps taken in my Mphil thesis paper, this research project will seek to discern some of the key ontological issues pertaining to journalism in order to begin constructing such a framework. Put another way, I will strive to define journalism philosophically. Doing so will require expanding upon my MPhil's examination of the existing discourses on journalism, both by members of the profession and academics, and on media, particularly philosophical accounts, e.g., Marshall McLuhan, Theodor Adorno, Jürgen Habermas, Jean Baudrillard, etc. I will then continue where my MPhil left off by examining the concept of "public opinion", which in my original research emerged as the abiding concern within professional journalistic discourse in parti Organisaties: • OE Centr. Ethiek, Soc. & Pol. Filosofie
Onderzoekers: • Bart Pattyn • Christopher Schwartz
Philosophy of education: Crossing interdisciplinary bridges (bi-annual IoE-Leuven doct. seminars). KU Leuven Abstract: The seminars are organised bi-annually to provide a supportive environment in which doctoral students of the Laboratory for Education and Society (KU Leuven) and of the Department of Humanities and Social Sciences (Institute of Education, London) can present work in progress in the philosophy of education and related fields.nbsp;Presentations of workby doctoral students, postdoctoral and senior academic staff are accompanied by reading sessions in which new and experienced researchers together discuss both classic and more recentnbsp;philosophical texts not only in the form of academic articles and books but also film. Thefocus of the seminars is not on defining what it is to do philosophicalresearch but on how our research can gain purchase on the realities andpracticalities of education and society today. Hence, the research presented derives from the variety of disciplinary and cross-disciplinary perspectives represented by each institution (within Continental and the Anglophone p Organisaties: • Educatie en Samenleving
Onderzoekers: • Stefan Ramaekers
PHENOVISION: 'Specificaties en toepassingsmogelijkheden van de Scananlyzer 3D - LemnaTec' Universiteit Hasselt Abstract: Het Hercules project "PHENOVISION" beoogt de aankoop en ingebruikname van een automatisch fenotyperingsplatform voor planten. Het project werd gezamenlijk aangevraagd door UGent, VIB, Hogeschool Gent, KULeuven en UHasselt. De infrastructuur zal geplaatst worden in de serres van het VIB in Gent. UHasselt is medeaanvrager van het project en net als de andere partijen ook co-financierder. De onderzoeksgroep Milieubiologie in het Centrum voor Milieukunde voorziet, eens het platform operationeel is, fenotyperingsexperimenten uit te voeren ter ondersteuning en accelaratie van zijn onderzoek op fytoremediatietechnologiën en de invloed van omgevingsstressfactoren op planten. Organisaties: • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Ann CUYPERS • Tony REMANS
PHENOVISION: een plantenfenotyperingsrobot Universiteit Gent Abstract: Het project omvat de ontwikkeling van een faciliteit voor volgeautomatiseerde beeldopname en analyse van groei van planten in highthroughput. Het PHENOVISION platform bestaat uit een netwerk van transportbanden waarop tot 400 planten kunnen groeien tot een hoogte van 1.5 meter. Het geheel wordt geïnstalleerd in een serre. De beeldopname gebeurt in aparte kabinetten en bevat RGB, IR en hyperspectraal imaging. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Godelieve Gheysen • Dirk Inzé • Dominique Van Der Straeten • Monica Höfte • Tom Beeckman
• Kathy Steppe • Marie-Christine Van Labeke • Geert Haesaert • Rony Swennen
Phenotypische expressie onder omgevingsstress. Universiteit Antwerpen Abstract: Negatieve omgevingsfactoren (voedseltekort, vervuiling, ') kunnen de ontwikkeling van een organisme verstoren en hierdoor zichtbaar worden als afwijkingen in bepaalde lichaamskenmerken. Dit doctoraatsonderzoek bestudeert de invloed van omgevingsstress op de expressie van verschillende lichaamskenmerken bij een vlinder-, een krekel- en een vogelsoort (resp. het Bont zandoogje Pararge aegeria, de huiskrekel Acheta domesticus en de koolmees Parus major). Met de resultaten van dit onderzoek zullen we de toepasbaarheid nagaan van het gebruik van afwijkingen in bepaalde lichaamskenmerken als bio-indicatoren voor ongunstige milieu-omstandigheden. Organisaties: • Dierenecologie
Onderzoekers: • Erik Matthysen • Willem Talloen
PhenotYpe Research for ALS Modlfyer Discovery. (Pyramid) KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Laboratorium voor Neurobiologie (VRC)
Onderzoekers: • Philip Van Damme
Phenomenological aspects of string theory and supergravity. KU Leuven Abstract: The research goal of this proposal is the investigation of the most fundamental aspects of particle physics models and gravity at high energies, and establishing the connection between these findings and experiments. The main fundamental questions that will be addressed are: What is theorigin of mass for the mediators of the weak interactions and its connection with the masses of quarks and leptons? Why this mass is hierarchically different from the Planck scale which makes gravity so weak compared to the other three known fundamental interactions described by the current Standard Model of particle physics? Why this enormous mass hierarchy is quantum mechanically stable? What is the theory that describes physical laws at TeV energies which will be explored in the near future by the Large Hadron Collider at CERN? These questions are at the very frontier of knowledge of theoretical particle physics and phenomenology and their intersection with gravity and string theory. Organisaties: • Afdeling Theoretische Fysica
Onderzoekers: • Antoine Van Proeyen • N. N.
PhD Slowinska Dominika KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG FranItalCo Leuven
Onderzoekers: • Koen Jaspaert • Dominika Slowinska
PhD Sbarcea Cristina KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centrum voor Taal en Onderwijs Leuven
Onderzoekers: • Koen Jaspaert
PhD Rosseel Laura KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG QLVL Leuven
Onderzoekers: • Dirk Geeraerts • Laura Rosseel
PhD position in robust vibration-based damage identification KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Bouwmechanica
Onderzoekers: • Guido De Roeck • N. N. • Edwin Reynders
PhD position for dynamic environmental and economic assessment of materials recycling KU Leuven
Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Duurzaam Materialenbeheer
Onderzoekers: • Karel Van Acker • Johan Eyckmans • Andrea Di Maria
PhD Jonathan Tournadre KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling PMA
Onderzoekers: • Wim Desmet • N. N.
PhD in Bioscience engineering KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling MeBioS
Onderzoekers: • Bart Nicolai • Zi Chen Wang
PhD Hu Hanan KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG QLVL Leuven
Onderzoekers: • Dirk Geeraerts
PhD Huang Yen-Chi KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Literatuur en Cultuur Leuven
Onderzoekers: • Anneleen Masschelein • Yen-Chi Huang
PhD Hofman Elwin KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Cultuurgesch. vanaf 1750 Kulak
Onderzoekers: • Tom Verschaffel • Elwin Hofman
PhD D'hoedt Frauke KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG FunC Leuven
Onderzoekers: • Hubert Cuyckens • Frauke D'hoedt
PhD Bollansée Jim KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoeksgroep Neurofysiologie
Onderzoekers: • Marc Van Hulle • Jim Bollansée
PhD based on a research career KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling ESAT - COSIC
Onderzoekers: • Ingrid Verbauwhede • N. N.
PhD Baetens Gert KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Oudheid Leuven
Onderzoekers: • Mark Depauw • Gert Baetens
PhD KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Educatie en Samenleving
Onderzoekers: • Maarten Simons • Lavinia Marin
Phase relations of the metallurgical slag containing Rare Earth Elements KU Leuven Abstract: In het kader van de herwinning van zeldzame aarden uit metallurgische slakken, zullen de fasenevenwichten in slakkensystemen die zeldzame aarden bevatten worden bestudeerd, alsook de mineralogische ontwikkeling als functie van het opgelegde stollingspad en toevoegstoffen. Organisaties: • Duurzaam Materialenbeheer
Onderzoekers: • Bart Blanpain • Muxing Guo • Thu Hoai Le
Phase II Study of isolated lung perfusion combined with pulmonary metastasectomy for the treatment of patients with operable lung metastases from colorectal carcinoma, osteosarcoma or soft tissue sarcoma. Universiteit Antwerpen Abstract: Als gevolg van zijn unieke filtreercapaciteiten voor de ganse circulatie is de long een frequente plaats voor uitzaaiing van kwaadaardige tumoren. Autopsie studies hebben uitgewezen dat 20 tot 30 % van de mensen met metastische ziekte uitzaaiing hebben naar de longen. De slechte overleving na heelkunde van longmetastasen, momenteel nog de enig mogelijke curatieve behandeling, van carcinomen en sarcomen zijn het gevolg van drugresistentie en de onmogelijkheid een voldoende werkzame concentratie te verkrijgen binnen de tumor. Dit maakt geïsoleerde longperfusie tot een zeer beloftvolle techniek voor behandeling van tumoren ongevoelig voor conventionele chemotherapie. Deze techniek brengt het produkt selectief ter plaatse en zorgt voor een goede afvoer. Hierdoor kan het produkt in een grotere concentratie toegediend worden zonder het optreden van systematische neveneffecten. Organisaties: • Antwerps chirurgisch training, anatomie en onderzoekscentrum (ASTARC)
Onderzoekers: • Paul Van Schil
Phase I/II dose-escalation study of therapeutic vaccination with novel optimized dendritic cells loaded with Wilms'tumor 1 to prevent relapse in acute myeloid leukemia. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de opdrachtgever. UA levert aan de opdrachtgever de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Zwi Berneman • Evelien Smits
Phase formation and defect generation during metallization and ion implantation of GeSn semiconductors. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Kern- en Stralingsfysica
Onderzoekers: • Wilfried Vandervorst • André Vantomme
Phase behavior of colloidal mixtures of varying anisotropy and stiffness in shear flow KU Leuven Abstract: In the doctoral research, we aim to study: # Study equilibrium phase behaviour of mixtures of colloidal particles with different stiffness (rod to polymer to sphere) and anisotropy (sphere to rod to platelet). # Characterize mixed to demixed and demixed to mixed transitions as a function of shear flow, using the equilibrium phase diagram as input. Organisaties: • Afd. Fysica v Zachte Materie & Biofysica
Onderzoekers: • Minne Paul Lettinga
PHAR-QA: Quality Assurance in PHARmacy Educationand training in Europe.
Vrije Universiteit Brussel Abstract: Phar-QA (Quality assurance in European pharmacy education and training) is een EU Erasmus Lifelong Learning project met betrekking tot de vernieuwing van de Europese farmacie opleidingen. Het project is een uitbreiding van het afgelopen PHARMINE project (Pharmacy Education in Europe) dat een inventaris maakte van de opleiding. Phar-QA betreft de ontwikkeling van een competentiekader van alle farmaceutische activiteiten uitgeoefend door een apotheker. Daarnaast wordt eveneens een gedegen systeem uitgewerkt voor de noodzakelijke kwaliteitsgarantie van deze competenties. Phar-QA wil een systeem van kwaliteitsverzekering realiseren zodat alle Europese instellingen voor hoger farmacie onderwijs gekwalificeerde vakmensen voortbrengen die efficiënt kunnen werken in een Europees regelgevend kader dat onafhankelijk is van de instelling. Bovendien wil het de competenties definiëren die overeenstemmen met de huidige trends inzake: * Reorganisatie van de universiteiten naar een Europees kader voor hoger onderwijs met betrekking tot de Bologna principes en - onder meer aanpassing van de Bachelor en Master cursussen; * De economische aspecten en organisatie van de officina-apothekers en ziekenhuisapothekers die een belangrijke rol spelen in het stroomlijnen van de Europese systemen voor gezondheidszorg; * Vooruitgang in de farmaceutische biotechnologische industrie van innovatieve geneesmiddelen naar behandelingen van biomedische oorsprong, geproduceerd door kleine en middelgrote ondernemingen. De rode draad doorheen dit project is patiëntveiligheid. Dit is de primordiale zorg van de apotheker zowel in de dagelijkse praktijk van de openbare en ziekenhuisapotheken, als in de industrie of tijdens de research. Steeds staat de ontwikkeling en productie van efficiënte en veilige geneesmiddelen voorop. De uiteindelijke belanghebbende van het Phar-QA-project is dan ook de Europese bevolking. Phar-QA is een consortium van universiteiten die het voortouw nemen in het onderzoek naar onderwijsvernieuwing in de farmacie opleidingen. Het wordt gecoördineerd door het Farmaceutisch Instituut van de Vrije Universiteit Brussel onder het coördinatorschap van Prof. Kristien De Paepe en Prof. Jeffrey Atkinson (Pharmacolor Consultants, Nancy, Frankrijk) als director; en dit met medewerking van: * Universiteit van Granada, Spanje * Kapodistrias Universiteit van Athene, Griekenland * Universiteit van Tartu, Estland * Universiteit van Helsinki, Finland * Universiteit van Ljubljana, Slovenië * Jagiellonian Universiteit van Krakau, Polen * Medical and Pharmaceutical University Carol Davila van Boekarest, Roemenië Phar-QA zal ook nauw samenwerken met de European Association of Faculties of Pharmacy (EAFP) en andere Europese organisaties. Bovendien beschikt Phar-QA over een internationale adviesraad met deskundigen inzake kwaliteitsverzekering uit België, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Spanje en de Verenigde Staten. De resultaten van het project zullen verspreid worden onder meer dan 200 Europese instellingen voor hoger onderwijs; opleiding en gezondheidszorg instellingen van de verschillende nationale regeringen; EU-DG's en de beroepsorganisaties van apothekers. De Phar-QA bevindingen zullen ook ter beschikking zijn van: * Studenten en medewerkers van de farmaceutische faculteiten; * EU-apothekers (officina-apothekers, ziekenhuisapothers, industrie apothekers en anderen); * Nationale en Europese gezondheidszorg gespecialiseerde groepen; * De leden van de Europese farmaceutische, biotechnologische, chemische, agrarische (vooral farmaceutische voedingswetenschappen) industrieën. Informatie zal ook worden verstrekt aan geïnteresseerde niet-Europese landen die het consortium wensen te volgen en eventueel het Phar-QA competentiekader willen toepassen. Organisaties: • Farmaceutische en Farmacologische Wetenschappen • Farmaceutische Biotechnologie en Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • BARTHOLOMEUS ROMBAUT • KRISTIEN DE PAEPE
PHARMINE : Pharmacy education in Europe Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen NL abstract Organisaties: • Farmaceutische Biotechnologie en Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • BARTHOLOMEUS ROMBAUT
Pharmacodynamische en Anatomische Consideraties voor Echo-Geleide Anesthesie van de Plexus Brachialis KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Anesthesiologie & Algologie
Onderzoekers: • Marc Van De Velde • Catherine Vandepitte
PharmAbs: K.U.Leuven Antibody Centernbsp;nbsp;nbsp; KU Leuven Abstract: Normal021falsefalsefalseNLX-NONEX-NONEMicrosoftInternetExplorer4 DefSemiHidden="true" DefQFormat="false" DefPriority="99"LatentStyleCount="267"> UnhideWhenUsed="false" QFormat="true" Name="Normal"/> UnhideWhenUsed="false" QFormat="true" Name="heading 1"/> UnhideWhenUsed="false" QFormat="true" Name="Title"/> UnhideWhenUsed="false" QFormat="true" Name="Subtitle"/> UnhideWhenUsed="false" QFormat="true" Name="Strong"/> UnhideWhenUsed="false" QFormat="true" Name="Emphasis"/> UnhideWhenUsed="false" Name="Table Grid"/> UnhideWhenUsed="false" QFormat="true" Name="No Spacing"/> UnhideWhenUsed="false" Name="Light Shading"/> UnhideWhenUsed="false" Name="Light List"/> UnhideWhenUsed="false" Name="Light Grid"/> UnhideWhenUsed="false" Name="Medium Shading 1"/> UnhideWhenUsed="false" Name="Medium Shading 2"/> UnhideWhenUsed="false" Name="Medium List 1"/> UnhideWhenUsed="false" Name="Medium List 2"/> UnhideWhenUsed="false" Name="Medium Grid 1"/> UnhideWhenUsed="false"
Name="Medium Grid 2"/> UnhideWhen Organisaties: • Chemie Kulak
Onderzoekers: • Hans Deckmyn • Nick Geukens
PHARIN:Competenties voor apothekers in de biotechnologische industrie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Phar-IN is een EU Erasmus Lifelong Learning project dat is ontstaan uit de vaststelling dat er een tijdskloof in verband met kennisoverdracht bestaat tussen de Europese farmaceutische industrie en de farmacie opleidingen en onderwijs. Die vaststelling werd onder meer gemaakt tijdens het afgelopen EU LLP project PHARMINE dat de inventaris maakte van het Europees farmacie onderwijs. Het farmacie onderwijs en de industrie werken met verschillende tijdschalen. Opleidingen op het niveau van hoger onderwijs worden vier of vijfjaarlijks gevalideerd door de nationale agentschappen en dus langzaam aangepast. In de industrie daarentegen zijn aanpassingen soms maar een kwestie van maanden om concurrentie het hoofd te bieden. Dat is vooral merkbaar in de Europese biotechnologische industrie die - alhoewel van wereldklasse - weinig of met vertraging onderwezen wordt aan de instellingen voor hoger onderwijs. Er zijn dus onderwijssystemen nodig die zich eveneens op korte tijd kunnen aanpassen en die op het juiste moment de juiste persoon met de juiste competenties creëren. De ontbrekende schakel voor een dergelijke ontwikkeling is een systeem waarbij onderwijsinstellingen regelmatige en snelle feedback van de industrie kunnen krijgen over wat ze moeten leren en hoe. Phar-IN wil een DELPHI instrument ontwikkelen voor feedback en geavanceerde cursussen voor biotechnologie produceren. Er wordt hierbij gefocust op biotechnologie omdat men van mening is dat dit onderzoeksdomein een belangrijk knelpunt is en mogelijk voor veelbelovende oplossingen kan zorgen voor de behandeling van ziekten als Alzheimer, chronisch hartfalen en andere resistente kwalen waar tot nu toe geen therapie voor bestaat. Het consortium bestaat uit zes partnergroepen en kan steunen op de jarenlange samenwerking tussen EAFP leden (European Association of Faculties of Pharmacie), J. Atkinson ere-voorzitter en director van Phar-IN, G. Ronsisvalle toenmalige vice-voorzitter, en K. De Paepe, exco member en coördinator van Phar_IN en EIPG (European Industrial Pharmacists Group), vertegenwoordigd door L. Martini en J. Nicholson. Organisaties: • Farmaceutische en Farmacologische Wetenschappen • Farmaceutische Biotechnologie en Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • BARTHOLOMEUS ROMBAUT • KRISTIEN DE PAEPE
Phanter: Physical layer and access node technology revolutions: enabling the next generation broadban network Universiteit Gent Abstract: Dit project behelst het onderzoek naar geavanceerde technieken voor foutcontrole bij digitale transmissie over twisted-pair telefoonlijnen. Zowel retransmissietechnieken als foutcorrigerende codes komen aan bod. Organisaties: • Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking
Onderzoekers: • Marc Moeneclaey
PhageBiotics. KU Leuven Abstract: The PhageBiotics Research Community Wereldwijd zorgen ziekenhuisbacteriën zoals Staphylococcus aureus en Pseudomonas aeruginosa voor toenemende problemen door hun resistentie tegen tal van antibiotica. Zo leiden infecties van huid- en chirurgische wonden in België alleen al tot zo'n 845 doden per jaar en is het bovendien een belangrijkefinanciële last voor de sociale zekerheid. De exploitatie van bacteriële virussen (bacteriofagen) vormt hierbij een mogelijk alternatief/complement voor de klassieke antibiotica. De evaluatie van deze 'bacteriofaagtherapie' in relevante medische omgeving is de hoofddoelstelling van onze onderzoeksgemeenschap. Om dit doel te bereiken is eengrondige microbiologische en moleculaire karakterisatie van groot belang. Deze karakterisaties zijn op hun beurt dan weer van fundamenteel belang voor een beter begrip van de biologie van deze virussen en de interactie met hun gastheer. Drie Vlaamse onderzoeksgroepen (Laboratorium voor Gentechnologie, K.U.Leuven; Labo Organisaties: • Afdeling Gentechnologie
Onderzoekers: • Rob Lavigne
PHAEDRA Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een consortium van vier partners uit België, het Verenigd Koninkrijk, Spanje en Polen heeft een nieuw Europees project opgericht ter verhelping van gegevensbeschermingsautoriteiten (DPA) over de hele wereld, met als doel het verbeteren van de handhaving van de privacywetgeving ingeleid. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • PAUL DE HERT
Peulvruchten europees project Universiteit Gent Abstract: in dit grootschalig EG project met meer dan 50 partners rond peulvruchten is ons deelproject het vertalen van de resultaten naar ontwikkelingslanden toe. Peulvruchten europees project Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers:
• Marcella Holsters
PET tracers voor de visualisatie van histone deacetylase KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Radiofarmacie
Onderzoekers: • Guy Bormans • Koen Vermeulen
PET Tracers for visualization of endocannabinoid degrading enzymes KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Radiofarmacie
Onderzoekers: • Guy Bormans • N. N.
Petrus de Rivo, de controverse 'de futuris contingentibus', en de Leuvense universiteit in de 15de eeuw. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE De Wulf-Mansioncentrum
Onderzoekers: • Russell Friedman
Petrologisch-geochemische variaties in subductie-gerelateerde magma's van de egeïsche boog in relatie tot geodynamische parameters Universiteit Gent Abstract: Een petrologisch-geochemische studie van de vulkanische afzettingen van de eilanden van de Egeïsche Boog zal inzicht verschaffen in de relatie tussen geodynamische parameters en de samenstelling van eilandboog vulkanieten. Hierbij wordt gebruik gemaakt van hoofd- en sporenelement-analyse alsmede bepalingen van radiogene isotoopratio's (Sr, Nd, Pb) van gehele gesteenten, en laser-ablation analyses van sporenelementen en Sr isotopen in individuele mineralen. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Marlina Elburg
Petrologisch-geochemische variaties in ruimte en tijd in de West Egeïsche boog: invloed van lokale geodynamische parameters op magma genese Universiteit Gent Abstract: Petrologisch-geochemisch onderzoek van drie vulkanische eilanden, die een 25km brede dwarsdoorsnede doorheen de Zuid-Egeïsche boog vertegenwoordigen, zal bijdragen aan de kennis van de verschillende bronmaterialen en processen verantwoordelijk voor de vorming van magma in continentale subductie zones. De gebruikte methoden zijn optische mineralogie en chemische analysen van zowel gehele gesteenten (ICP-OES, ICP-Q-MS, MC-ICP-MS) als afzonderlijke mineralen (SEM-EDS, LA-ICP-MS). Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Marlina Elburg
Petrografische en geochemische karakterisatie van Gallo-Romeinse aardewerkproducties in Noordwest-Gallië Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogt een petrografische en geochemische karakterisatie van Gallo-Romeinse aardewerk in Noordwest-Gallië. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • Marc DE BIE
Petrografie en geochemie van impact materiaal en proximale ejecta in het zuiden van Mexico in het kader van de 20122013 IODP/ICDP boringen van de Chicxulub krater Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geochemie van impactieten en ejecta uit de 200-km Chicxulub krater in Mexico worden geanalyseerd om de krater vorming process te documenteren. Dit project valt binnen het onderzoek verbonden aan de 2012-2013 IODP boring project. Organisaties: • Wetenschappen van het Systeem Aarde • Geologie
Onderzoekers: • Joke BELZA • Philippe CLAEYS
Petrofysische en chemische alteratie van poreuze materialen Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek heeft tot doel het ontrafelen van de processen die optreden wanneer een CO2-verrijkte vloeistof reageert met verschillende minerale fasen in poreuze media en de invloed van de fysico-chemische veranderingen op de porositeit en permeabiliteit van het gesteente te kwantificeren. Een goed inzicht in de minerale-CO2 interacties is daarom essentieel in de vooruitgang van de industriële carbonatatie processen en de opschaling van de geologische opslag Organisaties:
• Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Veerle Cnudde
Pet Food Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Voeding, Genetica en Ethologie
Onderzoekers: • Myriam Hesta
Peter Paul Rubens en de distributie van geheime kennis in Antwerpen en Italië. Universiteit Gent Abstract: Dit project behandelt het bezit, distributie en uitwisseling van geheime kennis in Antwerpen en Italië, terwijl het de focus legt op Rubens' correspondentie met enkele van de belangrijkste geleerden uit zijn tijd en zijn leerlingen. Om dit te bewerkstelligen zal het vooral de nadruk naleggen op de boeken, manuscripten, amuletten en enkele antieke stukken die de kunstenaar toebehoorden als vertegenwoordiging van zijn opvatting van occulte kennis. Organisaties: • Vakgroep Kunst-, Muziek- en Theaterwetenschappen
Onderzoekers: • Koenraad Jonckheere
PET en SPECT beeldvorming van protease activiteit door middel van activiteitsgebaseerde probes. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Medicinale chemie (UAMC)
Onderzoekers: • Pieter Paula Frans Van Der Veken • Koen Augustyns • Sigrid Stroobants • Leonie Wyffels
PET beeldvorming van de mGluR2 receptor bijverslaving: rol in deficiënte corticostriatale controle en glutamaterge modulatie van dopamine neurotransmissie KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Nucleaire Geneesk. & Molec. Beeldvorming
Onderzoekers: • Koenraad Van Laere • Gil Leurquin-Sterk
Pestcontrole door spinnengemeenschappen van kleine bosfragmenten langsheen een gradient van landgebruikintensiteit in Europa Universiteit Gent Abstract: De verdwijning en degradatie van half-natuurlijk habitat in intensief gebruikte landbouwlandschappen zijn de hoofdoorzaken van de achteruitgang aan biodiversiteit en het verlies van ecosysteemdiensten. In deze landschappen is pestcontrole in landbouwgewassen door spinnen een belangrijke functie. Pestcontrole zal bestudeerd worden langsheen een Europese gradient variërend in landgebruikintensiteit. Hypotheses relateren aan landschap gemodereerde biodiversiteitspatronen en effecten op pestcontrole. Organisaties: • Vakgroep Bos- en Waterbeheer
Onderzoekers: • Kris Verheyen
Pessimism in Kant and Schopenhauer. On the Horror of Existence KU Leuven Abstract: Dit doctoraal onderzoek had tot doel vast te stellen dat de ethiek en godsdienstfilosofie van Immanuel Kant en Arthur Schopenhauer als reactie kan beschouwd worden op een onderliggende laag pessimisme. Meer bepaald werden de volgende 4 doelen nagestreefd:1) Het vaststellen dat Kants ethiek een vorm van pessimisme onderschrijft, namelijk een existentieel pessimisme dat een oneindige afstand postuleert tussen de natuurlijke verlangens van de mens en de morele wet. Daarenboven stelt Kant ook vast dat er binnen de menselijke indifferente vrije keuze een positieve drang bestaat om deze natuurlijke verlangens de voorkeur te geven op de morele wet (Hang zum Böse). Hij geeft dan ook grif toe dat ieder puur transcendentaal perspectief op het morele leven maar bijster weinig weerklank vindt voor de particuliere mens.2) Dit pessimisme resoneert inKants godsdienstfilosofie. Hij postuleert namelijk twee afzonderlijke gedachtsentiteiten, enerzijds het bestaan van God en anderzijds een morele religie Organisaties: • OE Metafysica, Godsdienst- & Cultuurfil.
Onderzoekers: • William Desmond • Dennis Vanden Auweele
Pesher ha-Davar: Commentaarteksten in Qumran en Griekse en Hellenistisch-Joodse tradities. KU Leuven Abstract: De Pesher-commentaren uit de 2e eeuw v.Chr. tot de 1e eeuw n.Chr. zijn de vroegste ons bekende formele bijbelcommentaren. Binnen de Qumranwetenschap zijn deze Pesher-commentaren traditioneel beschouwd als een op zichzelf staand fenomeen, dat weinig overeenkomsten vertoont met andere commentaartradities. Tegelijkertijd zijn deze Dode Zeecommentaren tot op heden volledig genegeerd in algemene studies over het fenomeen #commentaar# in de oudheid. Dit onderzoek is het eerste project dat deze twee wetenschappelijke disciplines bij elkaar brengt. Ons onderzoek bestudeert gemeenschappelijke kenmerken van de Pesher-commentaren uit Qumran en contemporaine Griekse en Hellenistisch-
Joodse commentaartradities. Het onderzoek richt zich op twee aspecten van de Qumrancommentaren en contemporaine tradities, namelijk (1) de houding van deze commentaarteksten jegens hun brontekst en (2) de exegetische technieken die deze commentaarteksten gebruiken. Door deze gemeenschappelijke kenmerken te bestuderen o Organisaties: • OE Bijbelwetenschap
Onderzoekers: • Eibert Tigchelaar • Pieter Hartog
Pervaporation membrane reactors for transesterification KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Procestechnologie v. Duurzame Syst.
Onderzoekers: • Bart Van der Bruggen • Giuseppe Genduso
Pervaporatie membraanreactoren voor transesterificaties: ontwikkeling en modeling. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Procestechnologie v. Duurzame Syst.
Onderzoekers: • Jan Degrève • Bart Van der Bruggen • Patricia Luis Alconero
PERSUADE KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Bouwmechanica
Onderzoekers: • Geert Degrande
Perspectives on mathematical practices - (internationale conferentie 24-26 oktober 2002) Vrije Universiteit Brussel Abstract: In recente tijden is er een zekere verschuiving aan de gang van theoretisch gerichte filosofie van de wiskunde (zogenaamde 'grondslagenstudies') naar een filosofie die meer aandacht heeft voor de wiskundige praktijk zelf in navolging van het pionierswerk van Imre Lakatos. Dit congres wil een stand van zaken brengen in verband met deze nieuwe ontwikkeling. Organisaties: • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie
Onderzoekers: • Bart VAN KERKHOVE • JEAN VAN BENDEGEM
Perspectieven van uitgestroomde wetenschappers op de arbeidsmarkt Vrije Universiteit Brussel Abstract: De centrale vragen van het onderzoek zijn: waar komen uitgestroomde wetenschappers terecht, wordt hun onderzoekservaring gevaloriseerd in een niet-universitaire context en wat is de specifieke waarde van een doctoraat voor een loopbaan buiten de universiteit? De aanpak is breed, de arbeidsmarktsituatie van uitgestroomde wetenschappers over alle oriëntaties heen wordt geanalyseerd. Tot de uitstromers behoren ex-wetenschappelijk medewerkers van Vlaamse universiteiten met gemiddeld 5 jaar werkervaring binnen een universitaire context die in de periode 1990-2000 op de arbeidsmarkt zijn terechtgekomen. De waarde van een doctoraat wordt geëvalueerd op basis van een vergelijking van de arbeidsmarktsituatie van gedoctoreerde en niet-gedoctoreerde uitstromers.. Organisaties: • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • ROSETTE S'JEGERS
Perspectieven op de rechtspositie van gedetineerden in China en Europa: een vergelijking van rechtsculturen en systemen. Universiteit Gent Abstract: Dit project analyseert en vergelijkt de rechtspositie van gedetineerden in China en Europa op een contextuele en vergelijkende manier. In tweede instantie worden de resultaten van deze analyse gebruikt om verschillen en gelijkenissen te begrijpen en inhoudelijke aanbevelingen te maken voor een contextrelevante hervorming in China en in Europa. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Tom Vander Beken
Perspectieven en extra kansen voor een duurzame teelt van kiwibes in Vlaanderen Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Plantaardige Productie
Onderzoekers: • Filip Debersaques
Persoonsmarkering en argumentstructuur in de Kashmiri talen. Een typologische studie van referentiële hiërarchieën Universiteit Gent Abstract: Dit project vormt een bijdrage aan het typologische debat over de vraag hoe referentiële hiërarchieën zich verhouden tot argumentspatronen. Het beoogt een analyse te verschaffen van het complexe systeem van persoonmarkering in Kashmiri en de dialecten van Kashmiri. Deze statistische analyse zal uitgevoerd worden vanuit een typologische benadering, en genetische en lokale invloeden op persoonsmarkering zullen uitgemeten worden tegenover universele tendenzen. Organisaties: • Vakgroep Latijn en Grieks
Onderzoekers: • Klaas Willems
Persoons-job misfit als een oorzaak van slachtoffer- en daderschap van pesterijen op het werk. KU Leuven Abstract: Onderzoekers verwierven tot nu toe een degelijk zicht op de jobgerelateerde antecendenten van pesten op het werk. In dit project willen we dezekennis uitbreiden en huidige leemtes hierin beantwoorden door: (1) een integratief perspectief te introduceren op jobgerelateerde antecedenten van pesten op het werk via het toepassen van Person-Job fit (P-J fit) theory,(2) op zowel slachtoffers als daders te focussen en (3) multi-source data en longitudinale designs te gebruiken om onze onderzoeksvragen tebeantwoorden. Organisaties: • Onderzoeksgroep HRRG Brussel
Onderzoekers: • Hans De Witte • Elfi Baillien
Persoonsidentiteit en het formele zelf KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centr. Ethiek, Soc. & Pol. Filosofie
Onderzoekers: • Arnold Burms • Fauve Lybaert
Persoonlijkheidsontwikkeling van de kindertijd tot de jongvolwassenheid: genen versus omgeving Universiteit Gent Abstract: De huidige studie beoogt om de Five Factor Theory en de Social Investment Theory als verklaringsmodellen van normatieve persoonlijkheidsontwikkeling te onderzoeken, gebruik makend van longitudinale (over 14 jaar) tweelingdata. Meer specifiek zal onderzocht worden hoeveel van de variantie in persoonlijkheidsontwikkeling toe te schrijven is aan genen versus omgeving. Organisaties: • Vakgroep Ontwikkelings-, persoonlijkheids- en sociale psychologie
Onderzoekers: • Filip De Fruyt • Marleen De Bolle