www.researchportal.be - 15 Feb 2016 10:15:34
Onderzoeksprojecten (21500 - 22000 van 29735) Verbetering van het Six Sigma Total Quality Management Programma. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt het Six Sigma kwaliteitsverbeterprogramma op twee vlakken te verbeteren. Het Six Sigma verbeterprogramma omvat vijf stappen waarin achtereenvolgens (i) het kwaliteitsprobleem gedefinieerd wordt, (ii) de nodige metingen verricht worden voor de studie van het probleem, (iii) de data geanalyseerd worden, om uiteindelijk (iv) middels zorgvuldig ontworpen experimenten de kwaliteit te verbeteren en (v) middels een goede kwaliteitscontrole de verbeterde kwaliteit te verzekeren. De tweede en de vijfde stap van het programma, dat ook wel breakthrough strategie genoemd wordt, hebben gemeen dat zij een optimale datacollectie vereisen. In de tweede stap van het kwaliteitsverbeterprogramma worden aanwezige meetsystemen geëvalueerd met behulp van zogenaamde herhaalbaarheids- en reproduceerbaarheidsstudies. In de vijfde stap worden kostenefficiënte experimenten uitgevoerd voor product- en procesverbetering. Deze twee soorten studies vereisen de kwantificering van verschillende bronnen van variabiliteit in meetsystemen, producten en processen. Elke vorm van variabiliteit in een organisatie is immers ongewenst vanuit kwaliteitsoogpunt. Omdat een precieze kwantificering van varianties heel wat moeilijker is dan van gemiddeldes moeten de meetsysteemstudies en de experimenten in de tweede en vijfde stap van het Six Sigma verbeterprogramma goed gepland worden. Een optimale planning van deze studies voor nauwkeurige variantieschattingen is de doelstelling van dit project. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Peter Goos
Dimensioneren van draadloze toegangsnetwerken voor residentiële telecommunicatiediensten Universiteit Gent Abstract: In dit project zullen een aantal nieuwe problemen bestudeerd worden bij het dimensioneren van draadloze toegangsnetwerken voor een rijke mix van telecommunicatiediensten. De studie zal gebruik maken van een combinatie van vereenvoudigde analytische modellen met simulatietechnieken. Meer bepaald zal enerzijds aandacht besteed worden aan de impact van het pakketverlies tgv een tijdelijke slechte toegangslink op de prestatie van de informatiestromen en anderzijds aan het probleem van kanaaloverhandiging in geval van een mobiele gebruiker. Organisaties: • Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking
Onderzoekers: • Herwig Bruneel • Sabine Wittevrongel
Statistische evaluatie van de reductie van Salmonella in dierpopulaties in de Europese Lidstaten. Universiteit Hasselt Abstract: Het Europees Voedselagentschap verzamelt jaarlijks informatie van zoonoses en antimicrobiologische resistentie van alle Europese lidstaten. Het objectief van dit project is de analyse van de trend in het voorkomen van zoonotische agenten en de bronnen van menselijke infecties, om zo de waarschijnlijkheid te bepalen waarmee de Europese lidstaten de vooropgestelde vermindering zullen behalen. De dierpopulaties in deze studie zijn braad- en legkippen. Voor braadkippen is de doelstelling een voorkomen van 1% (of minder) van positieve Salmonella flocks tegen het einde van 2009. Voor de legkippen is de doelstelling is een jaarlijkse reductie tot 2% (of minder) positieve Salmonella flocks tegen Februari 2011. In dit project bieden we statistische ondersteuning aan het Europees Voedselagentschap voor de evaluatie van deze doelstellingen. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Marc AERTS • Christel FAES • Jose CORTINAS ABRAHANTES
Bodemmonstername in de provincie Drenthe. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het beschrijven van de bodemchemisch toestand samen met de samenstelling van de spontane vegetatie is het vastleggen van de huidige situatie. Hierdoor is het mogelijk om in de toekomst de effectiviteit van gericht beleid op het vlak van de zogenaamde "ver"-thema's (verdroging, verzuring, vermesting) te evalueren. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Rudy van Diggelen
Internationale handel: bedreigingen en kansen in een geglobaliseerde wereld. Universiteit Antwerpen Abstract: Internationale handel: bedreigingen en kansen in een geglobaliseerde wereld. Organisaties: • Internationale economie, internationaal management en diplomatie
Onderzoekers: • Ludo Cuyvers
Wetenschappelijke ondersteuning in het project SSL2309. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Universiteit Antwerpen - UA' hebben voor het project ' Wetenschappelijke ondersteuning in het project SSL2309.' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst.
Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX
Design van een gedistribueerd object-georienteerd productie framework voor SMEs gebaseerd op het ISA S95 standaard dat compatibel is met de implementatie van beste praktijken zoals Lean en Six Sigma Universiteit Gent Abstract: De LEAN Manufacutring filosofie focust op de toegevoegde waarde (VALUE) voor de klant. Alle vormen van Informatie Technologie (IT) worden door voorstanders van LEAN aanzien als het nodeloos bijhouden en verwerken van data (WASTE) terwijl het real-time aspect bij MES genegeerd wordt. Dit onderzoeksproject tracht de meerwaarde van IT aan te tonen bij LEAN praktijken. Organisaties: • Vakgroep Technische bedrijfsvoering
Onderzoekers: • Hendrik Van Landeghem
FWO Visiting Postdoctoral Fellowship (Timo MYOHANEN, Finland). Investigation of prolyl oligopeptidase as a therapeutic target for neurodegenerative diseases: inhibitors, substrates and ligands. Universiteit Antwerpen Abstract: FWO Visiting Postdoctoral Fellowship (Timo MYOHANEN, Finland). Investigation of prolyl oligopeptidase as a therapeutic target for neurodegenerative diseases: inhibitors, substrates and ligands. Organisaties: • Medische biochemie
Onderzoekers: • Anne-Marie Lambeir
Onderzoek van turbelentie in de tokamak TEXTOR met behulp van geavanceerde elektrische sonden. Universiteit Gent Abstract: Het huidige onderzoeksprogramma beoogt de demonstratie van de TEXTOR tokamak van het potentieel van het concept van de Dynamische Ergodische Divertor om turbulentie in tokamaks te beïvloeden. Dit onderzoek zal gebruik maken van geavanveerde sondetechnieken, en gedeeltdelijk gebaseerd zijn op de plasmadiagnostische systemen ontwikkeld door de onderzoeksgroep Kernfusie van de UGent. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste fysica
Onderzoekers: • Guido Van Oost
De dynamiek achter het Europese 'beleid' van regionale samenwerking in de Zuidelijke Caucasus: een constructivistische benadering Universiteit Gent Abstract: Het doel van het onderzoek is na te gaan waarom in de Zuidelijke Caucasus geen samenwerkingsverbanden ontstaan, ondanks de inspanningen van de EU om dit te bewerkstelligen. Er wordt nagegaan hoe de EU de regionale samenwerking tracht aan te moedigen. Er wordt verondersteld dat de asymmetrische relatie (de overheden in de Zuidelijke Caucasus als objecten) de oorzaak is van de uitkomst. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Hendrik Vos • Jan Orbie
Kwantumchemische studie van de dissimilariteit van enantiomeren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Fysica Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • PAUL GEERLINGS
FWO Visiting Postdoctoral Fellowship James Schmidt Universiteit Gent Abstract: De taak die Dr. Schmidt gebruikt is uniek omdat het sterke en consistente evidentie oplevert voor het onbewust leren van contingenties. Tijdens het verblijf van Dr. Schmidt aan de UGent zal zijn taak worden aangepast voor de studie van evalautieve contingenties, dat is, verbanden tussen neutrale en affectieve prikkels. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Jan De Houwer
Pilotstudy naar de beste methode om het fosfaatgehalte in de bovenste bodemlagen in het plangebied waterberging Eelder- en Peizermaden te bepalen. Universiteit Antwerpen Abstract: Opdracht voor de bepaling van de diepte van het fosfaatfront in het plangebied waterberging Roden Nog en Peize ten einde het risico van uitspoeling naar de waterlaag bij inundatie in te kunnen schatten. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Rudy van Diggelen
De perceptie-beïnvloedende omgeving (context) als creatief principe in de Belgische beeldende kunst sinds Marcel Broodthaers
Hogeschool Gent Abstract: Het onderwerp van mijn onderzoek bevindt zich in het veld van de betekenisproductie, op het niveau van de propositie (en de receptie) van de hedendaagse vrije beeldende kunst. Vanuit deze algemeenheid wordt gefocust op het aspect “omgeving”, de fysische omgeving en vooral de mentale omgeving (de betekenisbeïnvloedende omgeving of context) waarin het werk tot stand komt, van waaruit het wordt aangeboden en wordt ontvangen. Beide beïnvloedende omgevingen worden samengebracht door de term perceptie-beïnvloedende omgeving. Om het onderzoek verder te kunnen verfijnen en toepassen wordt de blik gericht naar het aspect van de kunstproductie in België van de vrije beeldende kunst sinds Marcel Broodthaers. Het onderwerp laat zich benaderen vanuit twee onderscheiden grote onderdelen: 1. Werkzaamheid van de perceptie-beïnvloedende omgeving (context) bij de productie en receptie van de hedendaagse beeldende kunstpropositie._ Dit eerste deel is veel meer dan een inleiding. De contextuele benadering van de kunstpropositie is immers nieuw en werd nog niet uitgewerkt. Daarom stel ik zelf een werkmodel voor dat vertrekt vanuit de stelling dat éénzelfde specifieke kunstpropositie, gezien als betekenaar of keten van betekenaars (dus als tekst), steeds weer een andere betekenis zal produceren, naarmate diezelfde kunstpropositie zich bevindt in een andere context (cut & paste-principe). Om werkbaar te zijn is een contextueel werkmodel noodzakelijk. Voor dit model ga ik uit van drie hoofdcontexten: 1. formele of structurele context (de specifiek gebruikte beeldtalen); 2. particuliere context (producent en/of beschouwer); 3. cultuurhistorische en kunsttheoretische context. Vanuit deze drie hoofdcontexten dient situationeel en casueel een aantal afgeleide contexten te worden geselecteerd, gemotiveerd, weerhouden en uitgewerkt. 2. Toepassing van deze werkzaamheid, casus: de Belgische vrije beeldende kunst Het tweede gedeelte wil dit model toepassen op de Belgische vrije beeldende kunst sinds Marcel Broodthaers. De keuze van dit oeuvre als vertrekpunt is zeer gericht omdat het aanwenden van contextualiteit als creatief principe ( m.i.v. de principes van de-contextualisering en hercontextualisering in het verlengde van Marcel Duchamp) de kern van Broodthaers’ artistieke strategie uitmaakt. Vanuit dit paradigma wordt de Belgische kunstsituatie verkend. In de schilderkunst vormen de lege betekenaars het vertrekpunt voor Walter Swennen terwijl het principe van de contextverschuiving bij het bevragen en relativeren van tekensystemen in sociaal opzicht het werk typeert van Jef Geys. De huidige generatie symbolische contextenbouwers in België is meer individualistisch ingesteld. De focus zal hier worden gericht op Joëlle Tuerlinckx. Ze treedt op als soeverein bespeler en ontwerper van particuliere contexten die parallel aan de gegeven symbolische werkelijkheid een eigen individueel beleefde, niet strikt vastgelegde maar open symbolische werkelijkheid ontwerpt als een parallel open symbolisch systeem, een particulier symbolisch universum. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Theoretische omkadering van de kunstpraktijk
Onderzoekers:
Onderzoeksbeurs voor wetenschappelijk onderzoek aan Livia Anquinet . (Stichting Emmanuel Van der Schueren) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Heel wat wetenschappelijk kankeronderzoek is de voorbije jaren uitgegaan naar diagnostiek, genezing en levensverlening van mensen met kanker, met succes. De vijfjaars overlevingskans van kankerpatiënten is de laatste jaren toegenomen, mede dankzij de vroege detectie van kanker en de technologische vooruitgang van medische behandelingen. Toch overlijdt binnen vijf jaar nà diagnose nog zowat de helft van alle kankerpatiënten, en gaan investeringen voor wetenschappelijk onderzoek zelden naar deze groep van mensen. Voor deze terminale patiënten verschuift de aandacht van de geneeskunde van cure naar care, en wel door het optimaliseren van comfort van de patiënt. Voor sommige patiënten echter, blijft het psychisch en fysisch lijden ondraaglijk ondanks goede palliatieve zorg. In deze gevallen kan terminale sedatie een laatste redmiddel zijn. Terminale sedatie is het continu in diepe sedatie of coma houden van een patiënt tot diens overlijden met behulp van slaapmedicatie. In België is deze praktijk in toenemende mate onderwerp van menig medische, ethische en maatschappelijke debatten omwille van zijn gelijkenissen met euthanasie. Ondanks de ophef rond deze praktijk blijkt uit recent onderzoek in Vlaanderen en België dat terminale sedatie relatief vaak wordt uitgevoerd aan het levenseinde, in 8.2% van alle overlijdens in Vlaanderen in 2001. In recent nog niet gepubliceerd onderzoek blijkt dat deze praktijk in alle zorgsettings in Vlaanderen substantieel gestegen is. Met deze studie wensen we binnen een Europees consortium (Vlaanderen, Nederland en het Verenigd Koninkrijk) na te gaan wat de klinische kenmerken zijn van terminale sedatie in verschillende zorgsettings (hospitaal, thuis, verpleeghuis), wat de motieven en determinanten zijn voor terminale sedatie, en hoe de kwaliteit van overlijden beoordeeld wordt door artsen, verpleegkundigen en nabestaanden. Dit onderzoek tracht het grijze gebied rond de praktijk van terminale sedatie uit te klaren, wat ons in staat zal stellen heldere strategieën te ontwikkelen om de praktijk van terminale sedatie te optimaliseren. Omdat hiervoor in de medische praktijk in Vlaanderen geen richtlijnen werden geïmplementeerd, zal deze studie belangrijke inzichten verwerven voor het opstelllen van zo'n richtlijnen. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • LUC DELIENS
On track with gender. Universiteit Antwerpen Abstract: Case studie naar "Gender Equality and Changing Aid Modalities" in Tanzania. Organisaties: • AID Policy
Onderzoekers: • Nathalie Holvoet • Elizabeth Inberg
Digitaal woordenboek van de Vlaamse dialecten Universiteit Gent Abstract: De doelstelling van het project is het valoriseren van de lokale en regionale dialectwoordenboeken die door dialectliefhebbers zijn samengesteld, door ze in een efficiënt doorzoekbare database onder te brengen. Aangezien het aantal woordenboeken dat voor bewerking in aanmerking komt zeer hoog is., is onderhavig project een pilootproject, dat een vervolg kan krijgen en ook geïnternationaliseerd kan worden. Met amateurlexlcografie wordt bedoeld het maken van woordenboeken door dialectliefhebbers, In tegenstelling tot de geïnstitutionaliseerde (dialect)lexicografie voor het Nederlands aan het Instituutvoor Nederlands Lexlcologie (INL) in Leiden of het project Woordenboek van Vlaamse Dialecten van de Universiteit Gent. Het project heeft als doel het valoriseren van de inspanningen van de amateurs die dialectwoordenboeken hebben geschreven. Vele woordenboeken (meer bepaald de oudere) zijn overigens in de handel niet meer te krijgen (hoewel er een aantal herdrukt werden). De uitermate rijke schat aan gegevens over de oraal overgeleverde woordenschat wordt zo samengebracht en aan het grote publiek ter beschikking gesteld.
Organisaties: • Vakgroep Taalkunde
Onderzoekers: • Jacques Van Keymeulen
De evolutie van een minimuminkomensbescherming in de EU. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project zal zich richten op het analyseren van de evolutie van de minimuminkomensbescherming in de EU de afgelopen tien jaar, evenals de waargenomen cross-country verschillen gebaseerd op de meest recente gegevens. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Natascha Van Mechelen
Design, synthese en evaluatie van krachtige en selectieve inhibitoren van prolyl peptidasen van clan SC. Universiteit Antwerpen Abstract: Omwille van de unieke structuur van proline zijn slechts relatief weinig peptidasen in staat om peptide bindingen met proline door te breken. Veel biologisch actieve peptiden bevatten evolutionair geconserveerde proline resten als regulerende elementen voor proteolyse, en daarom hebben proline specifieke peptidasen waarschijnlijk belangrijke fysiologische functies met een groot potentieel als doelwit voor geneesmiddelenonderzoek. Opvallend is dat, bij mensen, de enzymen die specifiek Pro-Xaa bindingen knippen, uitsluitend in Clan SC kunnen gevonden worden. Het zijn allen enzymen van het serine-protease type met een katalytische triade in de lineaire volgorde Ser-Asp-His. Het doel van dit project is om voor de katalytisch actieve Pro-Xaa peptidasen (DPP IV, DPP II, DPP 8, DPP 9, FAP en POP), krachtige en selectieve inhibitoren te ontwikkelen. Deze zullen in de eerste plaats gebruikt worden bij het functioneel karakteriseren van de verschillende enzymen en, waar mogelijk, bij hun verdere validering als doelwit in de medicamenteuze behandeling van pathologieën. Voor DPP IV werd reeds aangetoond dat inhibitoren kunnen gebruikt worden in de behandeling van type II diabetes, terwijl er voor inhibitie van de andere eiwitten aanwijzingen zijn voor toepassingen in de oncologie (FAP), immunologie (DPP II), en de beïnvloeding van geheugen en leerprocessen (POP). Bij het rationele design van de inhibitormoleculen wordt gebruikt gemaakt van drie elementen: enzym-mechanisme, substraatspecificiteit en 3D-structuur (modeling technieken). Bij de synthese wordt gestreefd om, indien mogelijk, gebruik te maken van combinatoriële en parallel synthetische technologieën. De biochemische en eventuele biologische evaluatie tenslotte, gebeurt in nauwe samenwerking met onderzoeksgroepen die expertise hebben op het gebied van de verschillende doelwitenzymen. Organisaties: • Medicinale chemie (UAMC)
Onderzoekers: • Pieter Paula Frans Van Der Veken • Achiel Haemers • Koen Augustyns
Analyse van vorm-functie relaties in complexe musculo-skeletale systemen aan de hand van computermodellering en meting van mechanische spanningdistributies en vervormingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Door fysische materiaal- en vormparameters te meten, en te incorporeren in een eindig elementen computermodel worden de functionele karakteristieken van musculo-skeletale structuren onderzocht in schedels van (Darwin) vinken, om zo de fenotypische variatie en ecologische diversiviteit te begrijpen. Organisaties: • Biofysica en Biomedische Fysica
Onderzoekers: • Anthony R Herrel • Joris Dirckx • Peter Aerts
Respiratory Syncitial Virus immunologie en moleculaire virologie Universiteit Gent Abstract: Het ectodomein van het Short Hydrophobic eiwit (SHe) van Respiratoir Syncytieel virus zal als recombinant virusachtig partikel worden gebruikt voor de ontwikkeling van een vaccin tegen dit virus. Het beschermend potentieel van SHe-specifiek adaptieve immuniteit zal worden gekarakateriseerd in een muismodel. Aan de hand van passieve transfer van antisera en immuuncellen zal het beschermingsmechanisme van dit vaccin worden bepaald. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Xavier Saelens • Rudi Beyaert
ICP: Master of Human Ecology and Master of Advanced Studies in Human Ecology (2009-2010) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Medicijnen farmacie Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
Membraanvervuiling in ondergedompelde membraanbioreactoren. Universiteit Antwerpen Abstract: Doelstellingen - ontwikkeling van een online meetsysteem om het membraanvervuilingspotentieel van slib en slibfracties te karakteriseren; - studie van de mechanismen van membraanvervuiling in MBR; - identificatie van membraanfoulingcomponenten; - in kaart brengen van parameters die een invloed hebben op MBR-membraanfouling; - ontwikkeling van een geavanceerd controlesysteem op basis van de opgedane kennis rond membraanvervuiling en de on-line meetresultaten.
Organisaties: • Departement Biologie - overige • Duurzame energie en luchtzuivering: DUeL
Onderzoekers: • Ludo Diels • Silvia Lenaerts • Celine Huyskens
Experimental Condensed Matter Physics. Universiteit Antwerpen Abstract: Experimental Condensed Matter Physics. Organisaties: • Experimentele fysica van de gecondenseerde materie (ECM)
Onderzoekers: • Etienne Goovaerts
Niet-lineaire dynamica van enkelvoudige en gekoppelde halfgeleider ring lasers. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sinds hun ontwikkeling in de jaren 60 zijn halfgeleiders niet meer weg te denken uit onze hedendaagse informatiemaatschappij. Zij vervullen essentiële taken in het genereren, opslaan en uitlezen van digitale data met hoge bitsnelheid. Een speciale klasse hierin, nl. de halfgeleider ring lasers (SRLs) bieden beloftevolle integratietechnologie voor multi-gigabit optische telecommunicatie en ultrasnelle digitale verwerkingssystemen. De voordelen van de SRLs zoals snelle schakeltijd, lage schakelenergie, eenvoudige integratie, kleine dimensies en symmetrie in de set-reset dynamica, leveren een enorm potentieel voor de ontwikkeling van een nieuwe klasse van optische bistabiele devices. De ontwikkeling van bistabiele SRLs tot 'all-optical switching devices' vereist een diep begrip van de niet-lineaire processen die het dynamisch gedrag van deze lasertjes beheersen. We verrichten theoretisch onderzoek naar het bistabiele gedrag van SRLs, en naar de schakeldynamica van enkelvoudige én gekoppelde SRLs. Dit theoretisch onderzoek vindt plaats in nauwe synergie met experimenteel werk dat in de vakgroep TONA verricht wordt, o.a. in het kader van het zopas geselecteerde EU project IOLOS ("Integrated Optical Logic and Memory Using Ultrafast Micro-ring Bistable Lasers"). Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • Lendert GELENS • JAN DANCKAERT
ERP as a service, acceptance, effective-ness and satisfaction Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Fiscaliteit en Accountancy
Onderzoekers: • Kevin Mc Hale
Een geïntegreerde moleculaire aanpak om de etiologie van hersenziekten met Lewy inclusies te ontrafelen. Universiteit Antwerpen Abstract: Een vroege differentiaaldiagnose in LBD patiënten is zeer belangrijk voor prognose en behandeling. Via een moleculaire genetische analyse van fenotypisch zeer goed gekarakteriseerde patiënten willen we bijdragen tot het ontrafelen van de onderliggende mechanismen van deze hersenziekten. De identificatie van nieuwe genen en risicofactoren en de studie van het mutatiespectrum van gekende genen in combinatie met een gedetailleerde klinische en functionele fenotypering zal leiden tot een beter inzicht in de moleculaire etiologie van PD en aanverwante aandoeningen. Gezien het belang van gendosage en expressie van gekende PD genen in de pathogenese van zowel familiale als sporadische PD zal er in dit project een belangrijke focus gelegd worden op de detectie van kopijnummer variaties en andere regulatieve variaties die een effect hebben op de ontwikkeling van LBD via een intracellulaire verandering van de concentratie van het functionele eiwit. Uiteindelijk zullen deze nieuwe inzichten bijdragen tot de ontwikkeling van meer effectieve gepersonaliseerde behandelingen en preventieve maatregelen. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Jessie Theuns • Christine Van Broeckhoven
Revalidatie van patiënten met chronisch hartfalen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek spitst zich vooral toe op de evolutie van prognostische merkers gemeten tijdens en na de inspanningsproeven. Recente literatuur toont aan dat deze merkers in belangrijke mate de mortaliteit van patiënten met hartfalen voorspellen. Onze voornaamste vraag hieromtrent is of de invoering van krachttraining in het klassieke uithoudings-trainingsprogramma een invloed kan hebben op deze prognostische merkers. Organisaties: • Translationeel pathofysiologisch onderzoek (TPR)
Onderzoekers: • Viviane Conraads • Christiaan Vrints • Paul Beckers
Zoekend oordelen en moreel leven. Functie en grenzen van het reflecterend oordeelsvermogen in Kants 'impure ethics'. Universiteit Antwerpen Abstract: Ik wil me in mijn onderzoek toespitsen op een bepaald aspect van deze 'onzuivere ethiek', namelijk op het belang dat het reflecterend oordeelsvermogen volgens Kant heeft voor de moraliteit. Op de functie van het reflecterend oordeel voor de moraliteit wordt uiteraard reeds gewezen in (commentaren op) Kants KdU. Het reflecterend oordeelsvermogen speelt echter ook een belangrijke (en vaak zelfs een prominente) rol in teksten die tot het domein van Kants 'onzuivere ethiek' behoren. Via een studie van deze teksten wil ik aantonen dat het reflecterend oordeelsvermogen volgens Kant niet alleen
een wezenlijk aspect is van de menselijke existentie, maar ook een vermogen, zoniet hét vermogen waarmee de mens aan het morele leven concreet gestalte geeft. Organisaties: • Centrum voor Europese Filosofie
Onderzoekers: • Geert Van Eekert • Liesbet Vanhaute
Veiligheid en preventie 2009 : Lokaal integraal veiligheidsbeleid, onderzoek naar een geïntegreerde aanpak. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Op het einde van de jaren '90 kiest de federale regering voor integrale veiligheid als officiële beleidslijn. Dit vertrekt vanuit het inzicht dat een concreet veiligheidsprobleem de geografische, bestuurlijk-administratieve of kennisspecifieke deelgebieden waarin het zich veruiterlijkt vaak overschrijdt. Een integraal beleid beperkt zich niet tot een eenzijdige reactie, maar verzekert een multidisciplinaire aanpak die rekening houdt met de verschillende schakels van de zogenaamde bestuurlijke veiligheidsketen. Dit gaat van het nemen tot pro-actieve, structurele maatregelen over de daadwerkelijke voorbereiding op mogelijke veiligheidsproblemen tot aandacht voor het herstel van de situatie, een evaluatie en het voorkomen van secundair slachtofferschap. Dit impliceert een integratie van verschillende horizontale beleidsdomeinen en verschillende beleidsniveaus. De gefragmenteerde Belgische staatsstructuur zorgt hierbij echter voor een uiterst ingewikkeld verhaal. Hoewel de federale overheid, bevoegd voor het beleidsdomein veiligheid, reeds verschillende jaren de implementatie van een lokaal integraal veiligheidsbeleid promoot, hebben slechts enkele gemeenten daadwerkelijk een dergelijk beleid geïmplementeerd en een lokaal integraal veiligheidsplan uitgewerkt. Dit plan formuleert de prioritaire doelstellingen en bevat de engagementen van de verschillende betrokken partijen en beleidsdomeinen om de uitvoering ervan te verzekeren. Op lokaal niveau zijn er tal van plannen en fondsen die bijdragen tot een veilige stad of gemeente, maar elk heeft zijn eigen beleidscyclus, voorwaarden, doelstellingen en evaluatiecriteria. Deze complexiteit dreigt de coherentie van een geïntegreerd beleid en de implementatie van een integrale visie in de weg te staan. Aan de hand van drie gevalstudies onderzoeken we de wijze waarop het lokale veiligheidsbeleid vormt krijgt. Door een combinatie van documentanalyses en semi-gestructureerde interviews laat deze kwalitatieve onderzoeksmethode ons toe om het onderwerp in de diepte te benaderen. We kozen voor één lokaal bestuur uit elk gewest en lieten ons daarbij leiden door volgende onderzoeksvragen: 1. Welke thema's worden in de lokale steden en gemeenten meegenomen in een lokale integrale veiligheidsbenadering? 2. Welke plannen worden ter beschikking gesteld die betrekking hebben op deze thema's en via welke kanalen verwerven zij fondsen die bijdragen aan een lokaal integraal veiligheidsbeleid? 3. Hoe worden al deze plannen op elkaar afgestemd en is dit mogelijk binnen één lokaal integraal veiligheidsplan? De doelstelling van dit onderzoek is inzicht verwerven in de invulling en de uitwerking van een integraal veiligheidsbeleid door de lokale overheid. Op basis van dit onderzoek willen we advies formuleren ten behoeve van de federale overheid omtrent enerzijds de wijze waarop ze deze lokale besturen kan bijstaan in het ontwikkelen van manieren om oplossingen uit te werken voor hun lokale veiligheidsproblemen en anderzijds de mogelijkheden om dit vorm te geven in een overkoepelend lokaal integraal veiligheidsbeleid. Organisaties: • Sociale Veiligheidsanalyse • Criminologie
Onderzoekers: • Tom BAUWENS • ELISABETH ENHUS
Modelgebaseerde kennisontdekking voor de detectie en analyse van zwarte punten in het verkeer. Universiteit Hasselt Abstract: By het analyseren van gegevens m.b.t. verkeersongevallen is men het over eens dat een ongeval het resultaat is van een complex samenspel van facturen (toestand weg/omgeving, voertuig en betrokkenen). Elk van deze gegevens maken deel uit van het zogenaamde 'ongevallenformulier' dat door de bevoegde politiediensten wordt opgesteld bij een ongeval met doden of gekwetsten. Deze gegevens worden door het NIS op nationaal niveau verzameld en verwerkt in de 'ongevallendatabase'. Deze elektronische database is erg omvangrijk aangezien hierin alle ongevallenformulieren zitten die zich sinds 1991 in België hebben voorgedaan. Bovendien wordt elk ongeval beschreven aan de hand van 45 attributen, waaronder de beschrijving van het ongeval, verkeersomstandigheden, omgevingsfactoren, wegcondities, menselijke factoren en geografische factoren. Deze database vormt dan ook een uitstekend uitgangspunt voor de kwantitatieve analyse van verkeersongevallen. Gezien de omvang van de database zijn de technieken die ontwikkeld werden in het doctoraat bovendien erg geschikt. Meerbepaald wordt er beoogd 2 analyses te doen en wordt er telkens de link aangegeven met het reeds gevoerde onderzoek. Organisaties: • Beleidsinformatica • Data-analyse en Modellering • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Koenraad VANHOOF • Gerhard WETS
Een grondslagenonderzoek naar het verval van een recht in het Belgisch privaatrecht: zijn bestaan als een autonome rechtsfiguur en de afbakening ten opzichte van andere rechtsfiguren Universiteit Gent Abstract: De typische kenmerken - gevolg, toepassingsvoorwaarden en functie - van het verval van een recht worden onderzocht. Deze algemene theorie laat toe de bestaande rechtsleer en rechtsspraak te bekritiseren, die zich vaak dubbelzinnig opstelt, wanneer zij geconfronteerd worden met de toepassingen van het verval. Door een vergelijking met de bestaande sancties wordt bovendien onderzocht of het verval een noodzakelijk dan wel overbodig concept is. Organisaties: • Vakgroep Burgerlijk Recht
Onderzoekers: • Annelies Wylleman
Voltooiing boekproject "Engaging with Language and Ideology: Pragmatic guidelines for Empirical Ideology research" en de ontwikkeling van de grondslagen voor een nieuw theorievormend onderzoek in de taalkundige pragmatiek. Universiteit Antwerpen Abstract: Voltooiing boekproject "Engaging with Language and Ideology: Pragmatic guidelines for Empirical Ideology research" en de ontwikkeling van de grondslagen voor een nieuw theorievormend onderzoek in de taalkundige pragmatiek.
Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Jozef Verschueren
Een studie naar de ontologische, epistemologische en morele status van het dier in het discours van het pittoreske, het mooie en het sublieme in de Britse romantiek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 1. Kritische Achtergrond en Probleemstelling Dit project past in de traditie van het ecocriticism. Deze relatief jonge tak van de literatuurkritiek bestudeert de functie en morele positie van de niet-menselijke natuur in de literaire tekst. Terwijl het Amerikaanse ecocriticism zich voornamelijk concentreert op het werk van Henry David Thoreau en Ralph Waldo Emerson (zie bijvoorbeeld Buell en Scheese), legt de Britse richting het zwaartepunt op de natuurpoëzie van William Wordsworth (zie als belangrijkste grondleggers Bate en Kroeber). De Britse ecologische tekstinterpretatie vertoont echter een aantal opmerkelijke lacunes, die dit onderzoek wil opvullen. Al te vaak bestuderen ecocritici de natuur als homogeen geheel en gaan ze voorbij aan de bijzondere positie die het dier inneemt in de romantische ethiek en kunst. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • Peter HEYMANS • JOHAN CALLENS
Humane blootstelling aan het endocrien verstorende Bisphenol-A. Universiteit Antwerpen Abstract: Humane blootstelling aan het endocrien verstorende Bisphenol-A. Organisaties: • Toxicologie
Onderzoekers: • Hugo Neels • Adrian Covaci • Tinne Geens
Islamitische identiteiten in Vlaanderen (1964-heden). Universiteit Antwerpen Abstract: Vanuit een pragmatisch-linguïstisch, cultuurhistorisch en etnografisch perspectief bestudeert dit project publiek toegankelijk en geëliciteerd discours dat geproduceerd wordt door Vlaamse moslims. Dit gebeurt met het oog op de analyse van islamitische politieke zelfbeelden zoals die zich sinds 1964 ontwikkelen binnen islamitische gemeenschappen in Vlaanderen. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Jozef Verschueren • Marie-Claire Foblets • Henk de Smaele
De "Joodse buurt" in Antwerpen. Geografisch en symbolisch ruimtegebruik van Joodse vreemdelingen in een stedelijke context (ca.1900-1950). Universiteit Antwerpen Abstract: De verhouding van etnische en godsdienstige minderheden in een stedelijke context wordt traditioneel gekenmerkt door twee op het eerste zicht tegenstrijdige bewegingen. Enerzijds wordt van minderheden verwacht dat zij zich integreren. Maar anderzijds willen zij ook hun identiteit bewaren. Hiertoe creëren en behouden minderheidsgroepen symbolische en materiële grenzen, een vorm van (zelf-)segregatie, tussen zichzelf en de hen omringende samenleving. Dit project onderzoekt voor een concrete casus, met name de Joodse gemeenschap van Antwerpen in de eerste helft van de twintigste eeuw, hoe deze twee mechanismen zich manifesteren. De mate waarin de Tweede Wereldoorlog met zijn tragische gevolgen voor de Joodse gemeenschap deze mechanismen beïnvloedde is een belangrijk aspect van het onderzoek. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Veerle J W M Vanden Daelen • Marnix Beyen
Persoonlijkheidskenmerken en politieke voorkeuren. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit doctoraatsproject heeft tot doel om de relatie tussen psychologische kenmerken en politieke voorkeuren te onderzoeken aan de hand van grote representatieve steekproeven op comparatieve wijze tussen meerdere landen en met een bredere definitie van politieke voorkeuren dan "politiek conservatisme". Om dit doel te bereiken wordt het doctoraatsproject opgedeeld in drie successieve fasen. De eerste fase is een meetfase en heeft tot doel de meetinstrumenten uit de World Value Studies te valideren. De tweede fase bekijkt het verband tussen persoonlijkheidskenmerken en politieke voorkeuren op een substeekproef van enkele strategisch uitgekozen case studies. De derde en centrale fase zal de centrale onderzoeksvraag modelleren in comparatief perspectief, gebruik makend van de World Values Study (WVS). Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans • Sabrina De Regt
Naar een algemene theorievorming inzake advisering in het bestuursrecht. Universiteit Antwerpen Abstract: Volgens het zorgvuldigheidsbeginsel moet het bestuur zijn beslissingen op een zorgvuldige wijze voorbereiden. Daarom wint het vaak het advies in van externe adviseurs, zowel publieke als private. Het doel van dit onderzoek is te komen tot een algemene theorievorming inzake de advisering aan de overheid aan de hand van een analyse van de binnen- en buitenlandse regelgeving, rechtspraak en rechtsleer. Organisaties:
• Overheid en Recht
Onderzoekers: • Ingrid Opdebeek • Steven Denys
Creatie van stammen voor de productie van bijzondere koolhydraten Universiteit Gent Abstract: Dit project bereidt de creatie van witte biotech spin-off voor. Hiertoe wordt de ontwikkeling van een bibliotheek van stammen voor de productie van bijzondere koolhydraten, met behulp van geïntegreerde toolboxen voor metabolisch modelleren en engineeren, de creatie van een strategische patentportfolio, het aantrekken van contract R & D en het uitwerken van een business plan negestreefd. Organisaties: • Vakgroep Biochemische en microbiele technologie
Onderzoekers: • Margriet Drouillon
Invloed van therapie op de signaaloverdracht in de T-cel in Th1- en Th2-gemedieerde ziekten. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is het onderzoeken van de activeringstoestand van signaalmoleculen die belangrijk zijn in de T-celdifferentiatie (bv. STAT4, STAT5, STAT6, p38 MAPK) m.b.v. een cellulaire techniek. Nagaan welk effect stimuli, afkomstig van de dendritische cel en Tregulatorcel, hebben op deze activeringstoestand en wat hierop de invloed is van therapie bij patiënten met Th1- en Th2-gemedieerde aandoeningen. Organisaties: • Translationeel pathofysiologisch onderzoek (TPR)
Onderzoekers: • Willem Stevens • Luc De Clerck • Nicolaas Aerts
Gevorderde analyse en ontwikkelingsmethodes voor het gebruik van pneumatische componenten in structurele systemen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het constructief concept Tensairity bezit de meeste eigenschappen van een opblaasbare balk, maar kan tot honderd keer meer belasting dragen. Hierdoor zijn Tensairity constructies zeer geschikt voor tijdelijke en mobiele toepasingen, waar het lage gewicht en het compact volume bij transport een vereiste zijn. Echter, de standaard Tensairity constructie, die opgebouwd is uit verschillende samenwerkende delen zoals een opblaasbare balk, kabels en staven, kan niet opgeborgen worden tot een klein volume zonder de constructie te demonteren. Door middel van het vervangen van de standaard druk- en trek elementen door een mechanisme, wordt een opplooibare Tensairity constructie gerealiseerd die behalve het aanpassen van de interne druk - geen bijkomende handelingen vereist om de constructie op te vouwen of te ontplooien. De ontwikkeling van een dergelijke opplooibare Tensairity constructie is het onderwerp van dit onderzoek. Inzichten in het constructief en kinematisch gedrag van dit type Tensairity constructies worden verworven door middel van experimenteel en numeriek onderzoek op kleine en grote schaalmodellen. Het eerste deel van dit onderzoek richt zich op de ontwikkeling van een geschikt mechanisme voor de opplooibare Tensairity constructie. De studie en analyse van ideeën voor opplooibare systemen is weergegeven door middel van experimenten op verscheidene schaalmodellen. De randvoorwaarden en vereisten die in rekening moeten gebracht worden bij het ontwerpen, worden op deze manier weergegeven. Deze randvoorwaarden worden opgelegd door de toepassing waarvoor de constructie ontworpen is en door het constructief concept Tensairity zelf. Een oplossing voor een opplooibare Tensairity constructie wordt met deze kennis verbeterd op het vlak van diens constructief en kinematisch gedrag. Het resultaat is een eenvoudig opplooibaar voorstel voor de opplooibare Tensairity constructie. Het tweede deel onderzoekt het constructief gedrag van een opplooibare Tensairity constructie door middel van experimenten op schaalmodellen en numerieke simulaties, en identificeert de invloed van verscheidene ontwerpparameters. Meer precies wordt de bijdrage van scharnieren en kabels op het constructief gedrag bestudeerd, alsook de invloed van de interne druk, de sectie van het druk-en trekelement en de vorm van opblaasbare balk. Uit deze studie wordt onder andere geleerd dat de stijfheid van de constructie verminderd wordt door de aanwezige scharnieren en dat een degelijk constructief gedrag vereist dat alle scharnieren met kabels verbonden worden. Een prototype van een opplooibare Tensairity balk is ontworpen, vervaardigd, experimenteel onderzocht en geëvalueerd in het derde deel. De details en vervaardiging van dit prototype worden er weergegeven, alsook hoe de ex-perimenten zijn uitgevoerd. Het algemeen constructief gedrag van de op-plooibare Tensairity balk, zoals diens stijfheid en maximale belasting, worden eerst besproken. Daaropvolgend worden verschillende configuraties bestudeerd om de invloed van de kabels en scharnieren op het gedrag van de constructie te onderzoeken. Ook hier wordt de noodzaak duidelijk gemaakt om de scharnieren van de druk-en trekelementen door middel van een kabel te verbinden. De experimenteel verworven resultaten worden doorheen de hele studie vergeleken met de uitslag van numerieke berekeningen van een eindige elementen model van het prototype. De opplooibare Tensairity balk wordt vergeleken met andere (niet-opplooibare) Tensairity prototypes. De opplooibare configuratie is een factor twee minder stijf dan hetzelfde prototype met continue drukstaven. Dit verschil kan worden toegewezen aan de aanwezigheid van scharnieren. Het voorstel voor een opplooibare Tensairity constructie, bestaande uit de kabelconfiguratie die het volledig toevouwen van de structuur toelaat, is wat betreft het draagvermogen onvoldoende. De voornaamste reden is dat niet alle scharnieren verbonden zijn met een kabel. Dit heeft als gevolg dat het voorstel voor een opplooibare Tensairity constructie aangepast moet worden, rekening houdend met de geformuleerde voorstellen tot verbetering. Dit onderzoek heeft bijgedragen tot het creëeren van nieuwe inzichten met betrekking tot het constructief gedrag van opplooibare Tensairity structuren. Deze inzichten vormen een solide basis voor verder onderzoek naar opplooibare Tensairity structuren en brengen ons een stap dichter bij het realiseren van een opplooibare Tensairity structuur. Organisaties: • Architectonische ingenieurswetenschappen
Onderzoekers: • MARIJKE MOLLAERT
Waarde voor de klant: meting, creatie en communicatie
Universiteit Hasselt Abstract: Met customer value bedoelen we de afweging (trade-off) die de klant maakt tussen de voordelen (benefits) en de kosten (sacrifices) die een product of dienst met zich meebrengt. Het belang van verder wetenschappelijk onderzoek naar dit concept bestaat erin dat customer value wordt gezien als de sleutel tot het verkrijgen en behouden van een concurrentievoordeel. Hoewel het onderzoeksgebied van customer value erg breed is, focussen we in ons onderzoek op de volgende drie met elkaar verbonden onderzoeksdoelen: Het ontwikkelen van een betere meetmethode voor customer value (measuring customer value) Het verkrijgen van inzicht in de rol van de werknemer-klant interactie in customer value creatie (creating customer value) Het optimaal communiceren van customer value (communicating customer value) Organisaties: • Marketing
Onderzoekers: • Alexandra STREUKENS
Relationeel en institutioneel vertrouwen in de internationale handelscircuits van de Nederlanden, 15de-16de eeuw. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project onderzoekt de rol van vertrouwen in netwerken en instituties die gebruikt werden door internationale kooplieden in Brugge en Antwerpen in de vijftiende en zestiende eeuw. Uitgaande van de twee categorieën van vertrouwen, namelijk relationeel en institutioneel vertrouwen, wil dit onderzoek nagaan of vertrouwen minder belangrijk werd naarmate nieuwe juridische instellingen en regels gevormd werden die handelstransacties tussen kooplieden moesten vergemakkelijken. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Peter Stabel • Jeroen Puttevils
Refactoren in talen met ondersteuning voor multi-dimensional separation of concerns. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project heeft als doel refactoring te bestuderen voor talen met ondersteuning voor "multi-dimensional separation of concerns" (MDSoC), waaronder aspectgeoriënteerde en contextgeoriënteerde talen. MDSoC talen bieden krachtige constructies om software op een betere manier op te delen in verschillende concerns, waardoor het makkelijker wordt om software te ontwikkelen en te onderhouden. Organisaties: • Antwerp Systems and software Modelling (AnSyMo)
Onderzoekers: • Dirk Janssens • Tim Molderez
De vlucht van Chronos. Alledaagse tijdsbeleving en -regulering in de Nederlanden (1750-1805). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Gerrit Verhoeven
Economisch en netwerkbewust grid bronbeheer. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is het ontwerpen van algoritmen en protocollen voor grid resource beheer die toelaten om netwerk en computationele resources te co-alloceren op basis van een marktwerking. Enerzijds zal co-allocatie van computationele en netwerk resources het resource management systeem in staat stellen om effici¿ntere scheduling beslissingen te nemen. Anderzijds zal het gebruik van een marktmechanisme leiden tot meer openheid en flexibiliteit voor gebruikers, een duurzame grid infrastructuur en tot maximalisatie van de waarde die deze infrastructuur levert aan zijn gebruikers. Organisaties: • Modeleren van Systemen en Internet Communicatie (MOSAIC)
Onderzoekers: • Jan Broeckhove • Wim Depoorter
Een historische veldanalyse van de Vlaamse derde wereldbeweging, 1995-2000. De methodologische kloof overbrugd. Vrije Universiteit Brussel Abstract: "Onbekend is onbemind" is een adagium dat in grote mate geldt voor het onderzoek naar de nieuwe sociale bewegingen (nsb), een containerbegrip waarmee we de nieuwsoortige organisaties bedoelen die uit de contestatiegolf aan het einde van de jaren 1960 zijn ontstaan. Sociale wetenschappers - sociologen en politicologen - geraken zelden verder dan "intuïtief commentaar" dat los gebaseerd is op enquêtes, interviews en intelligent guesses. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Jan VAN DE POEL • GUY VANTHEMSCHE
Toepasbaarheid van neuronale stamcellen en multpotente adulte progenitorcellen (MAPC) voor transplantatie in temporale kwab epilepsie Universiteit Gent Abstract: Multipotente adulte progenitorcellen (MAPC's) en neuronale stamcellen zullen geëvalueerd worden naar hun potentie om te differentiëren naar functionele neuronale cellen. Fenotype en functionaliteit van gedifferentieerde cellen zal in vitro getest worden met behulp van histochemische en electrofysiologische technieken. In vivo functionaliteit wordt getest via neurotransplantatie in een status epilepticus ratmodel met neuronale schade t.h.v. de pippocampus. Functioneel herstel wordt geëvalueerd via video-EEG en geheugentesten. Organisaties:
• Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Paul Boon
Antibiotica resistentie- en tolerantie-mechanismen en eventuele fitheidkosten in streptokokken die luchweginfecties verwekken. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit onderzoeksproject is 1. Onderzoek naar baseline resistentie en verandering veroorzaakt door amoxicilline versus placebo therapie aan de hand van het model van de oropharyngeale steptokokken bij patiënten met CA(community-acquired) LLWI en onderzoek naar de mechanismen van fenotypische tolerantie. 2. Onderzoek naat telithromycine resistentiemechanismen in SPY 3. Bepalen van de fitheid kost en opsporen van eventuele compenserende mutaties in macrolide/telithromycine-resistente SPY en amoxicilline-resistente SPN. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Herman Goossens • Surbhi Malhotra
Loonsystemen en loonvormen op en naast de werkvloer: een sociaal-culturele geschiedenis van het loon in België, 1846 1910. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek naar vormen van loonsystemen in de Belgische industrie rond 1900. Centrale vraag is de wijze waarop het loon van arbeiders en bedienden werd berekend, rekening houdend met de gigantische veranderingen op het vlak van de technologie, de arbeidsverhoudingen en de inbreng van de overheid. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Widukind DE RIDDER • PETER SCHOLLIERS
Identificatie en signaalweganalyse van directe en miRNA-gereguleerde MYCN-doelwitgenen in neuroblastoom Universiteit Gent Abstract: Neuroblastoom is de meest voorkomende extracraniale vaste tumor bij kinderen. Ondanks multimodale behandeling blijft de prognose voor de meeste patiënten zeer ongunstig. Een subgroep van agressieve neuroblastoomtumoren wordt gekenmerkt door amplificatie van de MYCN transcritpiefactor. De identificatie van nieuwe MYCN-doelwitgenen kan resulteren in betere behandelingsstrategieën. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Franki Speleman
Opheldering van de functie van progranuline in frontotemporale dementie. Universiteit Antwerpen Abstract: Progranuline (GRN) is een groeifactor die betrokken is in tumorogenese, terwijl een reductie van GRN leidt tot frontotemporale dementie (FTD). Het precieze mechanisme onderliggend aan GRN gemedieerde celproliferatie en neuronale overleving, en ook de link met TDP43 dat wordt gekliefd, gefosforyleerd en afgezet als intraneuronale inclusies in FTD patiënten, is niet goed gekend. Dit project heeft tot doel GRN en TDP43 over- en ondergeëxpresseerde cellulaire modellen te ontwikkelen, inclusief primaire neuronale cellen afkomstig van Grn-/- muizen, waarmee de biochemie en de interactie van GRN en TDP43 in de ziektecontext zal worden onderzocht. Deze modellen zullen gemaakt worden via siRNA gemedieerde proteïne knockdown en expressie van gelabelde/ ongelabelde GRN en TDP43 proteïnen. We zullen GRN gemedieerde celproliferatie en andere fenotypes bestuderen, waarbij gebruik gemaakt wordt van assays zoals BrdU proliferatie, flow cytometrie en caspase-luminescentie. Met deze modellen kunnen de subcellulaire lokalisatie, proteïne trafficking, metabolisme van endogeen en/of overgeëxpresseerd GRN en TDP43 en ook veranderingen in signalisatie pathways onderzocht worden. Verder zal de link tussen GRN deficiëntie en TDP43 fosforylatie, fragmentatie en accumulatie opgehelderd worden in deze modellen. Karakterisering van deze cellulaire modellen zal ons belangrijke inzichten verschaffen in de mechanismen waardoor GRN haploinsufficiëntie een verminderde neuronale overleving veroorzaakt. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Samir Kumar-Singh • Gernot Kleinberger
Analyse van het systeemontwerp en servicenetwerk in intermodaal goederenvervoer. Universiteit Hasselt Abstract: Het doctoraat heeft als doel intermodale transportnetwerken te onderzoeken en modelleren aan de hand van kwantitatieve technieken uit operationeel onderzoek. De intermodale transportketen wordt gevormd door meerdere transportmodi en meerdere actoren. Hierdoor ontstaan planningsproblemen met een verhoogde complexiteit. Specifiek wordt het in rekening nemen van de goederenstromen bestaande uit lege laadeenheden doorheen het planningsproces bestudeerd. De focus ligt hierbij op continentale intermodale netwerken die de binnenvaart omvatten. De volgende drie doelstellingen worden nagestreefd: 1. Bestuderen van het systeemontwerp van intermodale transportnetwerken 2. Modelleren van servicenetwerken in intermodaal transport 3. Herpositionering van lege laadeenheden Organisaties: • Logistiek • Data-analyse en Modellering • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Gerrit JANSSENS
In vivo visualisatie van dendritische celmigratie en nanobody targeting in kleine proefdieren door middel van multimodality beeldvorming: SPECT-CT-Optical. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In vivo visualisatie van dendritische celmigratie en nanobody targeting in kleine proefdieren door middel van multi-modality beeldvorming: SPECT-CT-Optical. niet ter beschikking Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen • Fysiologie • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • KRISTIAAN THIELEMANS • AXEL BOSSUYT • PATRICK DE BAETSELIER
Fluctuaties en dissipatie in kleine systemen Universiteit Hasselt Abstract: In dit onderzoeksproject willen we nagaan op welke manier concepten en ideëen van de thermodynamica uitgebreid en toegepast kunnen worden op nanosystemen. Meerbepaald richten we ons op volgende twee belangrijke aspecten: Fluctuaties. Bij de beschrijving van nanosystemen spelen de fluctuaties een grote rol, en bepalen in belangrijke mate de eigenschappen van het systeem. Vrij recent werden belangrijke theoretische resultaten ontdekt, zoals het fluctuatietheorema, de Jarzynski gelijkheid en de Crooks relatie. Een theoretische en experimentele bevestiging van deze resultaten is van groot belang, zowel voor verdere fundamentele ontwikkelingen op het gebied van niet-evenwichts statistische fysica, alsook voor een beter begrip van de fysische processen die op deze schaal een rol spelen. Het doel van dit project is een verdere uitwerking van deze resultaten, zowel op theoretisch vlak als wat betreft de toepassingen. Efficiëntie. Efficiëntieverhoging is een belangrijk aspect bij de ontwikkeling van hoogtechnologisch materiaal. Dit willen we als volgt verwezenlijken. Enerzijds door een studie van de efficiënte energieomzetting in biologische systemen. Anderzijds door het bedenken van nanostructuren met een zogenaamde hoge "koppelingsgraad". Kenmerkend voor beide systemen is dat ze functioneren in een omgeving (ver) buiten evenwicht. Voor de beschrijving ervan is men dus aangewezen op niet-evenwichts statistische fysica. Organisaties: • Theoretische Fysica
Onderzoekers: • Bart CLEUREN • Christian VAN DEN BROECK
Ontwikkeling van gecombineerde magnetische resonantie en bioluminescnetie beeldvorming ter opvolgien van stamcelmigratie en -overleving in muis hersenen na neurotrauma. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit onderzoeksproject willen we in eerste instantie onderzoek verrichten naar de ontwikkeling van een geoptimaliseerd protocol voor gecombineerde magnetische resonantie en bioluminescentie beeldvorming ter detectie van stamcellokalisatie en -overleving in vivo na intracraniale transplantatie van mesenchymale en neurale stamcellen. Daaropvolgend willen we de ontwikkelde technieken gebruiken om stamcelmigratie en overleving te bestuderen en te moduleren in een muis proefdiermodel van neurotrauma na intraveneuze of intracraniale (contralateraal) transplantatie van mesenchymale en neurale stamcellen. Organisaties: • Bio-imaging
Onderzoekers: • Anne Marie Van Der Linden • Peter Ponsaerts • Nathalie De Vocht
Gezamenlijke optimalisering van klantensegmentatie en marketingcommunicatieacties met het oog op het maximaliseren van de klantenwaarde op lange termijn Universiteit Gent Abstract: Met dit project wensen we enerzijds te onderzoeken welke klantensegmenten geïdentificeerd kunnen worden in termen van loyaliteit. Anderzijds willen we nagaan welke efficiënte marketingcommunicatieacties dienen te worden ondernomen naar deze segmenten toe met het oog op waardemaximalisatie van de klant op lange termijn. Het vernieuwende is dat beide aspecten geïntegreerd worden in één analyse door middel van optimalisatietechnieken. Organisaties: • Vakgroep Marketing
Onderzoekers: • Dirk Van den Poel
Onderzoek naar de interactie tussen chemo- en radiotherapie onder normoxische versus hypoxische condities. Universiteit Antwerpen Abstract: Doel van deze studie is om in de eerste plaats de interactie tussen de bestraling en chemotherapeutica (meer bepaald gemcitabine en pemetrexed) onder normoxische omstandigheden te bestuderen. Vervolgens wordt een goed en efficiënt model op punt te gesteld om interacties tussen chemo- en radiotherapie ook bij een verlaagde zuurstofspanning te onderzoeken. Dit hypoxische werkmodel kan dan aangewend worden voor de studie naar het radiosensitiserend effect van gemcitabine onder hypoxische condities en de rol van het celcycluseffect, inductie van apoptotische celdood, en expressie van p53 en HIF-1 eiwitten hierbij. Op deze manier wensen we bij te dragen tot het optimaliseren van de behandelingsmethoden van kankerpatiënten. Organisaties: • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • Filip Lardon • Jan Vermorken
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUBUniversité Bordeaux 3_Berzin Marion
Vrije Universiteit Brussel Abstract: Joint PhD overeenkomst voor Berzin Marion Organisaties: • Geografie
Onderzoekers: • ERIC CORIJN
Karakterisatie en in vivo validatie van het therapeutisch potentieel van JAK/STAT antagonisten in neuroblastoom Universiteit Gent Abstract: Evaluatie van JAK/STAT signaalweg inhibitoren op neuroblastoom (NB) cellijnen toonde een dramatische reductie in celviabiliteit aan in vergelijking met controle cellen. Verdere karakterisatie van de cellulaire effecten en identificatie van de eigenlijke doelwitten van de geteste compounds kan belangrijke inzichten opleveren in de kritisch verstoorde signaalwegen in NB en kan een fundamentele aanwinst impliceren voor de toekomstige behandeling van NB. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Franki Speleman
Elektrische stroomvormen voor diagnose en behandeling van lagere urinewegen. Universiteit Antwerpen Abstract: Elektrische stroom toediening wordt gebruikt voor diagnose in de lagere urinewegen en voor behandeling van verschillende urologische gezondheidsproblemen. Vooral onderbroken gelijkstroom wordt toegepast met slechts gedeeltelijk succes. Wij onderzoeken de optimalisatie door het gebruik van andere stroomvormen die meer specifiek en fysiologisch zijn zowel voor elektrodiagnose als voor elektrotherapie. Organisaties: • Translationele Neurowetenschappen (TNW)
Onderzoekers: • Jean Jacques Wyndaele • Stefaan Peeters • Stefan De Wachter
De rol van "Betalingen voor Milieudiensten" voor een duurzaam waterbeheer in Midden-Amerika. Universiteit Antwerpen Abstract: Zoals in andere ontwikkelingslanden staan de watersystemen in Centraal Amerika onder sterke druk; die druk wordt veroorzaakt door een gebrek aan integraal waterbeheer en zwakke publieke instituties. In de context van een aantal pilootprojecten in de regio, wil het project onderzoeken of en in welke mate het concept van "Betalingen voor Milieudiensten" mogelijkheden biedt om hieraan te remediëren door de introductie van marktprincipes. Organisaties: • Armoede en welzijn als kenmerk van lokale institutionele processen
Onderzoekers: • Johan Bastiaensen • Gert Van Hecken
Invloed van inspanning op mobilisatie en functie van endotheliale progenitorcellen bij chronisch hartfalen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van de studie is te onderzoeken of fysieke inspanning de mobilisatie en functie van circulerende EPC's bij patiënten met CHF beïnvloedt. Hierbij wordt zowel het effect van een éénmalige maximale inspanning als van een trainingsprogramma (uithoudings- versus gecombineerd uithoudings- weerstands training) bestudeerd. Daarnaast zal nagegaan worden welke factoren deze vrijzetting beïnvloeden. De interesse gaat vooral naar homingfactoren, oxidatieve stress en NO. Om een betere differentiatie van interfererende factoren toe te laten worden ook gezonde vrijwilligers van verschillende leeftijdscategorieën en met verschillende risicoprofielen voor coronarialijden in het onderzoek betrokken. Organisaties: • Translationeel pathofysiologisch onderzoek (TPR)
Onderzoekers: • Viviane Conraads • Christiaan Vrints • Emeline Van Craenenbroeck
Sekse als sleutel tot succes? Vroegmoderne gegenderde arbeidsmarkten onderzocht aan de hand van 18de eeuwse Brabantse beroepstellingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Door de arbeidsmarkten van zowel mannen als vrouwen te onderzoeken in het vroegmoderne Brabant stel ik de veronderstelde causale relatie tussen vrouwelijke arbeidsmarktpaticipatie en economische groei in vraag. Aangezien de plaatselijke verschillen belangrijk waren, zullen zowel rurale gebieden als kleine en grote steden onderzocht worden. Daarbij zal een onderscheid gemaakt worden tussen gehuwde, alleenstaande en verweduwde mannen en vrouwen. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Laura Van Aert
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUBKULeuven_Mommaerts Jean-Luc Vrije Universiteit Brussel Abstract: Joint PhD overeenkomst voor Jean-Luc Mommaerts Organisaties: • Huisartsen en zorg rond het levenseinde
Onderzoekers: • DIRK DEVROEY
Study of adsorption of long chain alkanes on Fischer-Tropsch wax hydroconversion catalyst. Vrije Universiteit Brussel
Abstract: Confidentieel Organisaties: • Chemische Ingenieurstechnieken en Industriele Scheikunde
Onderzoekers: • JOERI DENAYER
ICP :Interuniversity Programme in Water Resources Engineering - IUPWARE (2009-2010)ism KUL Vrije Universiteit Brussel Abstract: Organisatie van de interuniversitaire master opleiding - Master in Water Resources Engineering - in samenweking met de KU Leuven Organisaties: • Hydrologie en Waterbouwkunde
Onderzoekers: • OKKE BATELAAN • WILLY BAUWENS • FLORIMOND DE SMEDT
Van "Schwarz wie holz" tot "Zwart als inkt": De Nederlandstalige vertalingen en bewerkingen van "Sneeuwwitje" in het kader van de literatuurhistorische receptie van de sprookjes van Grimm. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek stelt zich tot doel om de belangrijkste tendensen in de Nederlandstalige receptie van Grimm in kaart te brengen. In eerste instantie worden de populariteit en de status van de Grimm sprookjes onderzocht aan de hand van "Sneeuwwitje." Dit sprookje wordt als een paradigmatische casus genomen, en er wordt onderzocht in welke verschillende tekstuele verschijningsvormen dit specifieke verhaal zijn weg heeft gevonden naar de Nederlandstalige lezer in de periode van 1812 tot 2007 (vertalingen, bewerkingen, geïllustreerde versies, literaire parodieën). In tweede instantie wordt nagegaan hoe de aan- of afwezigheid van stilistische, structurele, narratologische en inhoudelijke aanpassingen in de vertalingen, bewerkingen en parodieën van "Sneeuwwitje" verklaard kan worden binnen de heersende en wisselende opvattingen rond kinderen, jeugdliteratuur, sprookjes en fantasieliteratuur (voor zowel kinderen als volwassenen), de positie van de jeugdliteratuur in het literaire systeem, en de visies op vertalen. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Geert Lernout • Vanessa Joosen
Een psychoanalytische benadering van de obsessieve-compulsieve stoornis: 2 studies naar de empirische verbanden tussen symptomen, driften en de verhouding met de ouders Universiteit Gent Abstract: De symptomen van de obsessieve-compulsieve stoornis (OCS) vertonen gelijkenis met dwangsymptomen waarrond Freud een theorie construeerde. Hij koppelde deze aan 2 driften (neiging tot bepaald gedrag): de sadistische en anale drift. Verder beschreef hij een typische verhouding met de ouders. We toetsen deze hypothesen a.d.h.v. interviews, vragenlijsten en impliciete maten in 2 steekproeven: OCS (vs. Gematchte klinische steekproef) en studenten. Organisaties: • Vakgroep Psychoanalyse en raadplegingspsychologie
Onderzoekers: • Stijn Vanheule
De europeanisering van Belgisch buitenlands beleid: een politiek-wetenschappelijke analyse Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek bestudeert de impact van het Europees buitenlands beleid op Belgisch buitenlands beleid. Hierbij wordt gesteund op twee case studies: de Afrikaanse Grote Meren en het Midden-Oosten. Met het schetsen en verklaren van de determinanten die deze invloed stuwen beoogt dit werk het inzicht in de ruimere relatie tussen nationaal en Europees buitenlands beleid te verruimen. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Hendrik Coolsaet
Welke plaats voor zeehavens in Vlaanderen? Optimalisering van havenuitbouw en haveninvesteringen in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Tijdens het SBO-voortraject (Strategisch BasisOnderzoek) wordt een projectvoorstel uitgeschreven omtrent volgende thema's. In Vlaanderen kennen we in toenemende mate gemengde reacties voor en tegen goedereninfrastructuur in het algemeen, maar zeker ook voor en tegen nieuwe havenuitbreidingen. Beleidsondersteunende instrumenten zijn daarom onmisbaar om een duurzame havenstrategie te kunnen ontwikkelen. Het doel van deze studie kan als volgt samengevat worden. We wensen een innovatief beleidsondersteunend instrument te ontwikkelen, complementair aan de bestaande analyses. Hierbij zal gezorgd worden voor een interactie en afstemming van de bestaande tools. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Eddy Van de Voorde
Lokale metrisch gegenereerde theorieën. Universiteit Antwerpen Abstract: 1)Classificatie van lokale en globale metrisch gegenereerde theorieën. 2)Verfijnde classificatie van lokale theorieën. 3)Studie van invarianten in bepaalde lokale theorieën. 4)Relevantie van nationaal en internationaal onderzoek in de categorische topologie. Organisaties: • Fundamentele Wiskunde
Onderzoekers: • Robert Lowen • Anneleen Van Geenhoven
Vrede en disciplinering. Een politiek-theoretisch onderzoek naar vredesvorming in de internationale politiek: de NoordAtlantische regio (1945-2007). Universiteit Antwerpen Abstract: De oorspronkelijke doelstelling van de leer der internationale betrekkingen was inzicht te verkrijgen in de oorzaken van oorlog opdat de voorwaarden van vrede beter bekend zouden worden en de kans op vrede zou toenemen. Een spijtig gevolg hiervan was dat voornamelijk de oorlog aandacht kreeg, en dat vrede als concept veelal in de kou bleef staan. Een belangrijke verklaring is dat vrede, in duidelijke tegenstelling tot oorlog, niet problematisch werd (en wordt) geacht. Vrede is per definitie wenselijk en moet dus niet gedefinieerd worden. Een zelfde onkritische houding tot vrede bestaat er onder de algemene bevolking met betrekking tot de idee dat Europa specifiek, en het Westen in het algemeen, sinds 1945 een vredeszone is. Een dergelijke, schijnbaar natuurlijke waarheid noopt tot waakzaamheid en studie. Binnen de leer der internationale betrekkingen kunnen er, met betrekking tot het vraagstuk van de vrede, ruwweg twee scholen onderscheiden worden: het realisme en het liberalisme (waarbij de laatste gedurende de laatste twee decennia een constructivistische variant heeft ontwikkeld). Beide stromingen, maar niet de constructivistische variant, hanteren een beperkte ontologie van vrede. Ze definiëren vrede immers als de "mere absence of war." Wel geven ze verschillende oorzaken aan: een dominante macht of hegemon garandeert vrede voor de realisten; economische interdependentie, internationale instellingen en recht, en de democratie veroorzaken volgens de liberalen vrede. Het constructivisme, op vrede toegepast in de literatuur rond veiligheidsgemeenschappen (security communities) definieert vrede breder als de "dependable expecation of peaceful change". Hier echter nog meer dan bij het liberalisme komt de nadruk te liggen op democratie als voorwaarde voor vrede. Democratieën voeren immers geen oorlog met elkaar omdat ze elkaar kunnen vertrouwen. Maar, en op dit punt wenst dit project een bijdrage te leveren, hoe herkennen democratieën elkaar? Deze herkenning is immers noodzakelijk wil men wederzijds vertrouwen kunnen ontwikkelen. Wij zullen betogen dat education een belangrijke rol speelt in dit herkenningsproces. Dominante staten leren de andere staten aan hoe een goede democratie functioneert en aangezien de staten dus actief geconstrueerd werden als betrouwbare democratieën vervalt het probleem van de herkenning. Bovendien verschaft deze verklaring inzicht in de ontologie van vrede: deze wordt binnen deze optiek een gedisciplineerde en gelegitimeerde orde. Om deze bewering hard te maken zal er enerzijds een politiek-theoretisch onderzoek naar de samenhang tussen education en vrede worden gedaan alsook de mogelijkheid om deze theorie te extrapoleren naar het internationale niveau onderzocht. Centrale concepten hierbij zijn de "staat als burger" en "diplomatie als educatief medium". Anderzijds zullen we het theoretische model ook op haar empirische geldigheid testen. Heeft education met andere woorden een significante rol gespeeld in het totstandkomen en in de recente uitbreiding van de Westerse vrede? Hierbij zullen we focussen op de debatten rond zes vormende momenten of organisaties die inhoud gaven aan deze vrede: het Marshallplan, de oprichting van NAVO, de oprichting van EGKS, de oprichting van OVSE, de uitbreiding van NAVO, en de uitbreiding van EU. Wie stuwde deze processen? Hoe werden ze gerechtvaardigd? Werden er aan deelname eisen gesteld qua binnenlandse politieke organisatie? Werd actieve promotie van zowel deze processen zelf als van de gestelde eisen noodzakelijk geacht? Hoe werd er door de ontvangende staten of kandidaat-lidstaten op gereageerd? Deze vragen, die onze onderzoeksvraag hoe constitueert education burgerschap? En hoe constitueert education, via burgerschap, vrede? ¿ operationaliseren, worden beantwoord op basis van een analyse van zowel primaire bronnen als secundaire literatuur. Organisaties: • Internationale Politiek (IP)
Onderzoekers: • Tom Sauer • Jorg Kustermans
Endotheliale progenitor cellen en hun belang in sepsis: een rol in de diagnose, pathofysiologie en prognose van sepsis gerelateerd orgaan falen ? Universiteit Antwerpen Abstract: Wij willen de rol van EPCs onderzoeken als diagnostisch hulpmiddel en biomerker van endotheliale dysfunctie in sepsis. A. Is er een correlatie tussen het aantal EPCs en de progressie, de graad van orgaandysfunctie, "disease progression" en prognose in sepsis ? B. Is er een correlatie tussen de het aantal EPCs en de graad van endotheliale dysfunctie zoals geobjectiveerd door middel van zowel biomerkers van endotheeldysfunctie in het perifere bloed als metingen van vasculaire reactiviteit in vivo? C. Hebben therapeutische interventies met het oog op het herstel van de endotheliale functie en orgaanfalen in sepsis een invloed op het aantal en functie van circulerende EPCs? Organisaties: • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Philippe Jorens • Viviane Conraads • Vigor F I Van Tendeloo • Sabrina Van Ierssel
Karakterisering van de fysiologische substraten van het hepatitis C virus NS3-4A protease en proteoomanalyse van de invloed van NS3 inhibitor(en) op de gastcel Universiteit Gent Abstract: In dit project zullen met nieuwe proteoomanalytische technieken de fysiologische substraten van het HCV NS3-4A protease gakrakteriseerd worden, zowel in vitro als in vivo. Mogelijks zal dit leiden tot de ontdekking van specifieke HCV biomerkers. Daarnaast zullen de nefaste gevolgen van de huidige NS3 remmers proteoomanalytisch bestudeerd worden. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Geert Leroux-Roels • Kris Gevaert
Evaluatie van de antibiotica (ciprofloxacin en Fluconazol) voor de behandeling van infecties bij premature geboorten en op tijd geboren baby's. (TINN) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Bart Van Overmeire
De interactie tussen Aktionsart en grammaticale tijd. Een vergelijkend onderzoek naar de polyfunctionaliteit van uitdrukkingen van het heden in het werkwoordelijke paradigma.
Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt een studie van de interface tussen Aktionsart (of lexicaal aspect) en grammaticale tijd vanuit een taalvergelijkend perspectief, waarbij de aandacht specifiek zal uitgaan naar de interactie tussen de klasse van dynamische werkwoorden en de uitdrukking van tegenwoordige tijd. De hypothese die hier naar voren wordt geschoven, is dat er in verschillende talen bij de verwijzing naar dynamische (i.e. veranderlijke, nietstatische) gebeurtenissen in het heden een conceptueel probleem optreedt, dat leidt tot een opvallende polyfunctionaliteit van de markeerder in kwestie: tegenwoordige tijd bij statische werkwoorden, en een niettegenwoordige interpretatie bij dynamische (bv., als een verleden of toekomende tijd). Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Frank Brisard • Marie-Astrid De Wit
Het Chinese juridische denken en het strafrecht: van traditie tot modernisme. Universiteit Antwerpen Abstract: Aangezien het traditionele Chinese juridisch denken de huidige Chinese rechtspraktijk sterk beïnvloedt, is de belangrijkste doelstelling van dit project inzichten uit de Chinese juridische traditie te vergelijken met westerse, door mensenrechten geinspireerde opvattingen over het strafrecht. De invloed van het traditionele Chinese juridisch denken verklaart waarom het moderne Chinese strafrecht op gespannen voet staat met internationale verdragen op het gebied van de rechten van de mens, zoals het Europees Verdrag over de Rechten van de Mens. In het besluit zal het huidige Chinese strafrecht getoetst worden aan de rechten van de mens. Organisaties: • Recht en Ontwikkeling
Onderzoekers: • Koen De Feyter
Onderzoek naar het neuroprotectief effect van hypothermie in combinatie met multifunctionele farmaca in het endotheline-1 rat model voor transiente focale cerebrale ischemie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Cerebrovasculaire accidenten (CVA) zijn wereldwijd één van de belangrijkste oorzaken van mortaliteit en morbiditeit. Bovendien, naarmate de levensverwachting van de bevolking stijgt, zal ook CVA steeds een belangrijkere socio-economische last worden voor de gezondheidszorg (Durukan et al., 2007). In Vlaanderen worden jaarlijks 11.000 mensen door CVA getroffen, waarbij voor 28 % deze aanval fataal blijkt. Tachtig procent van de overlevenden blijft invalide. CVA wordt omschreven als een verlies van hersenfuncties door een verstoring in de hersendoorbloeding. Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • An-Gaelle CEULEMANS • YVETTE MICHOTTE
Ontwikkeling van een nieuwe methode voor het verhogen van de skeletuniformiteit van monolietpakkingen voor de vloeistofchromatografie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het huidige project is erop gericht een generische techniek te ontwikkelen voor de verhoging van de scheidingskwaliteit van silica- en polymeermonolieten door de homogeniteit van hun skeletstructuur sterk te verbeteren. De voorgestelde techniek is gebaseerd op het idee om in plaats van de monolietsynthese te laten plaatsgrijpen in een open capillair of kolom, deze uit te voeren in een pré-gestructureerde ruimte, i.e., een ruimte waarin reeds op voorhand een starre, orde-inducerende structuur werd aangebracht. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen • Chemische Ingenieurstechnieken en Industriele Scheikunde
Onderzoekers: • GERT DESMET • Hamed EGHBALI
Contextueel leren in Management en Onderwijzen in Europa Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderwijs Europa Organisaties: • Educatiewetenschappen
Onderzoekers: • NADINE ENGELS
Adaptatie van Beta Cel Massa aan Verhoogde Metabole Behoeften. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Situering Onderzoek in het VUB-Diabetes Research Center heeft aangetoond dat de pancreatische beta cel populatie een functionele heterogeniteit vertoont. Deze vaststelling steunt op een reeks in vitro studies op adulte rat beta cellen waarin intercellulaire verschillen werden beschreven op morfologisch, metabool/moleculair en functioneel vlak. Een heterogeniteit voor de cellulaire glucose-gevoeligheid werd ook teruggevonden in humane beta cel preparaten. De fysiologische relevantie van deze observaties wordt geïllustreerd door recent werk waarin behandeling van ratten met glibenclamide -een hypoglycemiërend farmacon- een verschuiving veroorzaakte in deze heterogeniteit met ontstaan van een beta cel fenotype dat de in vivo en in vitro functionele responsen verklaart. Werkhypothese en doelstelling De pancreatische beta cel populatie bestaat uit verschillende fenotypes die wijzigen met de differentiatie graad en leeftijd van de cellen en met hun omgevingsfactoren. Ze vormen subpopulaties die verschillen in capaciteit tot proliferatie, in levensduur en in secretoire respons op diverse fysiologische regulatoren. Hun respectievelijke aantallen zijn bepalend voor de capaciteit van de totale beta cel populatie om de metabole controle te handhaven onder uiteenlopende condities. Dit vereist niet alleen cellen die snel en adequaat antwoorden op acute regelaars van de insuline secretie, maar ook cellen die de beta cel massa kunnen aanpassen aan de noden. Wij gaan ervan uit dat één of meerdere subpopulatie(s) beta cellen verantwoordelijk is voor cel hernieuwing, en dat deze kan worden geactiveerd om een netto toename in beta cellen te genereren bij chronisch verhoogde behoeften zoals tijdens obesitas en andere toestanden van insuline resistentie. Het bestaan van dergelijk(e) fenotype(s) wordt ondersteund door de groei in beta cel massa die werd vastgesteld in transplanten van geselecteerde pancreascellen. Dit project heeft tot doel deze
fenotypes te identificeren en te karakteriseren, en hun regeling te bestuderen. Gegevens uit dit onderzoek kunnen bijdragen tot programma's die diabetes willen genezen door transplantatie of regeneratie van beta cellen. Organisaties: • Pathologische Biochemie en Fysiologie
Onderzoekers: • Bart DENYS • DANIEL PIPELEERS
Toelatingsexamen arts en tandarts: aanleveren van het examengedeelte "casus" voor de twee examenmomenten van 2010 Universiteit Gent Abstract: Dit project behelst de productie van de examenvragen van de ?casus? voor het examengedeelte Informatieverwerving- en verwerking van het Toelatingsexamen Arts en Tandarts 2010. Deze casus omvat een stilleestekst en een gesprek met een patiënt. Tijdens en na de effectieve afname van de examens wordt een eerste evaluatie van de verrichtingen doorgevoerd. Organisaties: • Vakgroep Personeelsbeleid-, arbeids- en organisatiepsychologie
Onderzoekers: • Filip Lievens
Ontwikkeling en toepassing van hoge-doorvoer adsorptietechnieken voor de studie van nieuwe principes voor moleculaire scheiding. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 1. Situering van het onderzoek Hoge doorvoer experimentele technieken werden de voorbije jaren op steeds intensere wijze gebruikt in het onderzoek naar heterogene katalyse. Ondanks het bestaan van een rechtstreekse relatie tussen adsorptie van de moleculen die deelnemen aan de reactie op het oppervlak of in de poriën van de heterogene katalysator en de katalytische omzetting, werden nauwelijks inspanningen geleverd om hoge doorvoer technieken aan te wenden voor de studie van adsorptie-effecten in heterogene katalyse. Een goede kennis van multicomponent adsorptie-evenwichten is van groot belang in de studie van zeolietkatalyse en -scheiding. De experimentele bepaling van multi-component adsorptie-evenwichten is echter zeer arbeidsintensief en tijdrovend, wat het gebrek aan experimentele gegevens in de literatuur verklaart. 2. Doel van het onderzoek In dit onderzoek worden hoge doorvoer experimentele technieken ontwikkeld en gebruikt om adsorptie-effecten in kaart te brengen. Deze aanpak heeft tijdens de voorbije onderzoeksmandaten geleid tot de ontdekking van verscheidene nieuwe principes voor moleculaire scheiding. Bijzondere aandacht wordt besteed aan adsorptiefenomenen bij hoge graad van porievulling in microporeuze materialen. De stapeling van moleculen in zulke condities impliceert belangrijke entropische effecten, die resulteren in selectiviteitseffecten die afwijken of zelfs geheel tegengesteld zijn aan de klassieke selectiviteitspatronen. Multicomponent adsorptie van mengsels van alkanen, alkenen, aromaten, alcoholen, etc. zal met behulp van gerobotiseerde batch adsorptiemetingen en hoge doorvoer frontale analyse opgemeten worden. De invloed van moleculaire en adsorbent gerelateerde parameters op het adsorptie-evenwicht zal bepaald worden. Het onderzoek naar microporeuze materialen wordt uitgebreid van zeolieten naar een nieuwe klasse van microporeuze materialen, de metaal organische roosters (Metallo Organic Frameworks, MOF). Via statistische analyse van de dataset zal nagegaan worden welke relaties er bestaan tussen waargenomen adsorptie-eigenschappen en de systeemeigenschappen. Hiertoe zullen descriptoren voor zowel de adsorberende moleculen als het adsorbent gedefinieerd worden. Op basis van zulke descriptoren zal getracht worden om veralgemeende modellen te ontwikkelen, die toelaten om adsorptie-eigenschappen te voorspellen. Naast deze statistische analyse, zal met behulp van moleculaire simulaties getracht worden om inzicht te verwerven in pakkings-geïnduceerde selectiviteitseffecten. Een verdere uitdieping van het onderzoek spitst zich toe op de relatie tussen pakkings-geïnduceerde evenwichtseffecten en transportverschijnselen in de microporiën van het adsorbent. 3. Onderzoeksstrategie Hoge doorvoer experimentele technieken worden toegepast op geselecteerde systemen. Data-analyse gebeurt via statistische analyse en moleculaire modelering. Nieuwe principes voor moleculaire scheiding via adsorptie worden geïmplementeerd in scheidings- en/of katalytische processen. Organisaties: • Chemische Ingenieurstechnieken en Industriele Scheikunde
Onderzoekers: • JOERI DENAYER
Cleantech: duurzame oplossingen voor meer welvaart Universiteit Hasselt Abstract: Het Cleantech platform wil cleantech activiteiten in Limburg en Vlaanderen versterken en verder uitbouwen op basis van een visie en door onderlinge interactie, coördinatie en samenwerking van bedrijven, investeerders, overheden, consumenten en kenniscentra. Belangrijk hierbij is de oprichting van een Cleantech kennisplatform waar alle actoren elkaar ontmoeten en samenwerken aan duurzame innovatie, en de oprichting van een Cleantech business met optimaal gebruik van onze hulpbronnen en minimale milieu-impact. Daarnaast wordt een degelijke Cleantech management structuur opgezet die zorgt voor een efficiënte en effectieve aanpak. Tenslotte zal de ervaring en kennis van Cleantech Limburg toegepast worden bij uitbouw van Cleantech Vlaanderen. Organisaties: • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Jaak VANGRONSVELD
De binnenkant van het beeld. Immersie en narrativiteit op het snijpunt van theater en film. Universiteit Antwerpen Abstract: Immersion, een begrip uit de context van Virtual Reality evoceert de lichamelijke beleving wanneer men kopje ondergaat in een andere wereld. Immersie kent evenwel ook een kunsthistorische traditie (Grau, 2003). Vanuit een eeuwenoud verlangen om voorbij de grenzen van de representatie een onmiddellijke of authentieke beleving te evoceren, ontwikkelde de plastische kunst illusionistische beeldstrategieën die de (aandacht van de) toeschouwer vervoerde naar de wereld aan de andere kant van het kader (Gombrich, 1960). Deze visuele verhaalprincipes vonden ook ingang in theater, fotografie en film. Avant-garde experimenten zoals Environmental Theater (Schechner,1973) en Expanded Cinema (Youngblood, 1970) haalden de voorstelling uit zijn conventionele kader en verplaatsten de kijker lichamelijk naar de binnenkant van de beeldruimte. In het kielzog van die evolutie en met de fascinatie voor digitale technologiën als motor, opent zich vandaag in de cultuurpraktijk opnieuw een heterogeen veld van immersieve performances. Dit project wil vanuit de theater- en cognitieve film theorie inzichtelijk maken hoe de veranderde verhouding tot het beeld een herdenking van het
bestaande arsenaal aan vertelstrategieën impliceert. Hoe laten vormelijke parameters eigen aan theater en film (dramaturgie, montage, beeldcompositie) zich vertalen naar een immersieve dramatische omgeving? Welke consequenties heeft de perspectiefverschuiving voor de emotionele betrokkenheid (empathie, suspension of disbelief, gevoel van aanwezigheid)? Welke consequenties heeft de beleving van het beeld van binnenuit voor de esthetische ervaring en het kritisch oordeel? Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele Poëtica
Onderzoekers: • Kurt Vanhoutte • Nele Wynants
Deformatie en cohomologie in niet-commutatieve afgeleide meetkunde. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject bevindt zich op het kruispunt van de niet-commutatieve algebra ¿¿sche meetkunde (in de zin van Kontsevich, Van den Bergh, . . . ) en de homotopische afgeleide meetkunde (in de zin van Toën, . . . ). Een belangrijke inspiratie is het feit [6] dat een glad, proper schema equivalent is in afgeleide zin met een differentiaal gegradeerde (dg) algebra [28], en dat gladheid en properness neerkomen op eigenschappen van deze dg algebra. Op die manier worden dg algebra's modellen voor "niet-commutatieve ruimten" [37], [60]. Deze aanpak is nuttig gebleken in onderwerpen zoals deformatie quantisatie en homological mirror symmetry. In deze geest bestuderen we dg algebra's [28], hun tweelingen A1-algebra's [27], en stacks, met bijzondere aandacht voor deformaties en Hochschild cohomologie van deze objecten. Organisaties: • Fundamentele Wiskunde
Onderzoekers: • Freddy Van Oystaeyen • Wendy Lowen
Onderzoek naar het spanningsveld tussen erfgoed en retail via een selectie van case studies in historische steden in Europa. Universiteit Hasselt Abstract: In verschillende historische steden in europa dreigen historische gebouwen hun oorspronkelijke functie te verliezen of ze hebben deze reeds verloren, soms met leegstand tot gevolg. Om verloedering van het gebouw en het standbeeld in het algemeen tegen te gaan, wordt er gezocht naar een nieuw gebruik voor deze panden. Vanuit de retailsector is er vandaag ook een toenemende vraag naar beschikbare panden met een grote oppervlakte op A-lokaties in de stad. Daar het historisch stadscentrum meestal ook het commerciële centrum van de stad is, zijn de panden die in aanmerking komen vaak beschermde historsche gebouwen zoals religieuze, publieke of industriële gebouwen. Een commercieel hergebruik van monumenten in de binnenstad is dan ook een oplossing die positief kan zijn voor beide partijen. Investeerders kunnen middelen aanbrengen voor restauratie en onderhoud van het monument. Daarenboven krijgt het monument een publieke functie waardoor het maatschappelijk draagvlak voor het project toeneemt en het zal bijdragen tot het behoud of de heropleving van de identiteit van de stad. Organisaties: • Niet onderzoeksgroep gebonden projecten
Onderzoekers: • Koenraad VAN CLEEMPOEL
Nieuw in vitro model voor screening van niet-genotoxische hepato-carcinogenen tijdens vroeg preklinisch geneesmiddelenonderzoek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In eerste instantie bestaat het onderzoek erin de moleculaire regulatiemechanismen van apoptose in gecultiveerde hepatocyten na te gaan. Dit gebeurt in verschillende organotypische hepatocytenculturen zoals de co-cultuur van hepatocyten met galwegepitheelcellen en de collageengel sandwichcultuur. Vooral het effect van trichostatine A, een prototype van histonedeacetylase inhibitor, en structuuranalogen, op apoptose wordt onderzocht met als doel meer stabiele (behoud van biotransformatiecapaciteit) en langer leefbare culturen van hepatocyten te ontwikkelen door het inhiberen van apoptose. Het onderzoek wordt uitgevoerd op activiteits-, protëinen- en mRNA niveau. In tweede instantie wordt tevens in vitro nagegaan of apoptose een zonale distributie kent binnen de lever en zo ja, hoe dit gereguleerd wordt. Organisaties: • Toxicologie, Dermato-cosmetologie en Farmacognosie
Onderzoekers: • Tamara VANHAECKE
Het onzichtbare beleid? Actoren en hun interacties in het stedelijke architectuurbeleid in Vlaanderen, 1950-1980. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject bestudeert publieke overheidsarchitectuur op het stedelijke niveau in het Vlaanderen van de jaren 1950-1980, een periode die in de literatuur gekend is voor de marginalisering van publieke architectuur en voor het ontbreken van elk 'kwaliteitsvol' beleid. In dit project wordt deze stelling in twijfel getrokken én bieden we een oplossing door methodologisch verder te gaan dan de biografische en typologische studies die het historiografische landschap domineren. Het onderzoek richt zich daarom niet op het architectuurobject of de ontwerper op zich, maar wel op de link tussen de diverse actoren, hun interacties en impact op het stedelijke architectuurbeleid. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Hilde Greefs • Henk de Smaele • Inge Bertels
Insulineresistentie en verstoorde fagocytose van apoptotische cellen: implicaties voor de destabilisatie en progressie van atherosclerotische plaques. Universiteit Antwerpen Abstract: Insulineresistentie en verstoorde fagocytose van apoptotische cellen: implicaties voor de destabilisatie en progressie van atherosclerotische plaques. Organisaties: • Fysiofarmacologie (FAR)
Onderzoekers: • Arnold Herman • Dorien Schrijvers
Electro-optische eigenschappen/nanodeeltjes bij zonnecellen Universiteit Hasselt Abstract: Het algemene doel van dit onderzoeksproject is om een beter inzicht krijgen in het fotovoltaïsch gedrag van nieuwe polymeer / nanodeeltjes bulk heterojunction zonnecellen, met een speciale focus op de elektro-optische eigenschappen en stabiliteit. 1. Elektro-optische eigenschappen: De methodologie die in dit project wordt voorgesteld om de beoogde elektro-optische eigenschappen te onderzoeken, is het combineren van gevestigde ladingstransport meettechnieken (Field Effect Transistor mobiliteit metingen, temperatuur afhankelijke Stroom / Spanning metingen, ...)te combineren met een geavanceerde spectroscopische aanpak. 2. Stabiliteit: Een systematische studie zal worden uitgevoerd om te onderzoeken wat de effecten van de thermische behandeling op de stabiliteit van de nieuwe organische bulk heterojunction zonnecellen zijn. Organisaties: • Materiaalfysica • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Jean MANCA
Gecombineerde numerieke simulaties van de groei van nanodeeltjes in reactieve plasma's en de depositie van nanomaterialen. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van dit projectvoorstel is via numerieke simulaties een beter inzicht te verkrijgen in het gedrag van reactieve koolstofhoudende (methaan (CH4) en acetyleen (C2H2)) plasma's, voor de vorming en depositie van nanogestructureerde koolstoffilms en nanomaterialen (zoals (U)NCD en CNT). We wensen op een volledig geïntegreerde manier de vorming, de groei en het gedrag van de nanodeeltjes in het plasma, de interactie van deze deeltjes met het substraat en de wand, en de vorming van de nanomaterialen te beschrijven. Organisaties: • Plasma, Laser Ablatie en Oppervlakte-modellering (PLASMANT)
Onderzoekers: • Annemie Bogaerts • Erik C L Neyts
De invloed van Europese studentenmobiliteit op Europese identiteit en later migratiegedrag. Universiteit Antwerpen Abstract: Algemene onderzoeksdoelstelling: Het ontwikkelen van een empirisch gebaseerd theoretisch model over de invloed van Europese studentenmobiliteit (ESM) binnen de Europese ruimte op Europese identiteit en verder migratiegedrag Bijkomende doelstellingen: (a) Het begrijpen van ESM patronen binnen Europa en enkele specifieke Europese landen. (b) Het begrijpen van de push en pull factoren van ESM. (c) Het begrijpen van de invloed van het "jaar in het buitenland" op Europese identiteit en verder migratiegedrag. (d) Het definiëren van de motivatiefactoren die mobiliteitsbeslissingen van Europese studenten beïnvloeden en het begrijpen van hun aspiraties. Samenvatting Het onderwerp van hoog opgeleide migratie heeft binnen migratieonderzoek veel aan belang gewonnen het laatste decennium. Studenten worden in veel studies beschouwd als een specifieke categorie van de hoog opgeleiden, of minstens als een voorloper van hoog opgeleide migratie. Hoewel studentenmobiliteit sterk aan belang heeft gewonnen binnen Europa blijft dit fenomeen onderbestudeert, zowel conceptueel als methodologisch. Dit doctoraatsonderzoek focust op Europese studentenmobiliteit, de push en pull factoren en de invloed van deze specifieke mobiliteitsvorm op Europese identiteit en de migratiebeslissingen en aspiraties van Europese studenten. Organisaties: • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman • Christof Van Mol
Schatting van infectieziekte-parameters gebaseerd op mixture modellen. Universiteit Hasselt Abstract: Censtat heeft een internationaal erkende expertise opgebouwd op het vlak van mathematische en statistische modellen voor infectieziekten. Uitgangspunt voor dit onderzoek zijn compartimentele dynamische modellen voor infectieziekten. Het basismodel bevat drie relevante compartimenten voor vatbare, besmettelijk geinfecteerde en immune individuen. De relaties tussen de compartimenten kunnen worden uitgedrukt door een stelsel van partiele differentiaalvergelijkingen. Dit project zal deze theorie verder onderbouwen en uitwerken rond het topic "Schatting van infectieziekte-parameters gebaseerd op mixture modellen". Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Ziv SHKEDY
De bewijswaardering in strafzaken: een blinde vlek in de strafrechtshervorming? Voorstellen tot bijsturing en hervorming van het Belgische bewijsrecht van uit Europees en internationaal perspectief. Universiteit Antwerpen Abstract: Het vooropgestelde doctoraatsonderzoek concentreert zich op een blinde vlek in de strafrechtshervorming van België. De verzameling van bewijzen tijdens het vooronderzoek, de presentatie van de bewijzen op de terechtzitting en de uiteindelijke beoordeling van deze bewijzen door de rechter vormen de ruggengraat van het strafproces. Het is merkwaardig vast te stellen dat de regels over het bewijs in strafzaken vrijwel onaangeroerd bleven. De uit 1808 daterende artikelen over de zogenaamde "innerlijke overtuiging" van de rechter zijn nog steeds onverkort van toepassing. Als er dan toch wijzigingen aan het Wetboek van Strafvordering werden aangebracht, waren dit veelal voorstellen op louter pragmatische leest geschoeid.1 Het vooropgestelde doctoraatsonderzoek heeft tot doel de bewijsregels, meer in het bijzonder de regels over de bewijswaardering onder de aandacht te brengen. Dit aspect werd bij recente hervormingsstromen in België onterecht te weinig benaderd, terwijl andere procedureregels in de laatste tien jaar ingrijpend werden gewijzigd. Organisaties: • Rechtshandhaving
Onderzoekers: • Bart De Smet • Christiane Van den Wyngaert
• Emmanuelle De Bock
De gelijkschakeling van de rechtsposities van de ambtenaren en de werknemers: is het arbeidsrecht ook bruikbaar voor de ambtenaren? Een rechstvergelijkende analyse. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In mijn doctoraal onderzoek, dat ik grotendeels als FWO-aspirant heb verricht, ben ik tot de vaststelling gekomen dat er niet één maar meerdere grondslagen aan de basis liggen van de statutaire tewerkstelling in de publieke sector. De eerste grondslag koppelde de statutaire tewerkstelling aan de uitoefening van een deel van het openbaar gezag, ten tweede lag het beginsel van de veranderlijkheid van de openbare dienst aan de basis van de statutaire tewerkstelling bij de functioneel gedecentraliseerde diensten en tenslotte speelde de vereiste van onafhankelijkheid een grote rol bij de keuze voor statutaire tewerkstelling bij de lokale besturen (zie A. DE BECKER, Een onderzoek naar de juridische grondslagen van de rechtspositie van de ambtenaar, Brussel, VUB-proefschrift, 2006, 460-464). Uit het rechtsvergelijkende luik van het onderzoek kwam duidelijk naar voren dat de uitoefening van een deel van het openbaar gezag een grote rol had gespeeld bij de keuze voor statutaire tewerkstelling in Duitsland, Frankrijk, Nederland en Denemarken (zie A. DE BECKER, Een onderzoek naar de juridische grondslagen van de rechtspositie van de ambtenaar, Brussel, VUB-proefschrift, 2006, 83-104). Hoewel Denemarken intussen het aantal statutaire tewerkgestelde personeelsleden sterk heeft ingeperkt, speelt de bescherming tegen politieke willekeur (en daaraan gekoppeld een gewaarborgde onafhankelijkheid) nog steeds een grote rol bij de beperkte groep van statutaire personeelsleden (zie A. DE BECKER, Een onderzoek naar de juridische grondslagen van de rechtspositie van de ambtenaar, Brussel, VUB-proefschrift, 2006, 373) . In alle onderzochte landen komen dus toch, tenminste gedeeltelijk, soortgelijke grondslagen voor de statutaire tewerkstelling naar voren als in het Belgisch publiekrecht. Niettemin hebben een aantal andere landen op dit ogenblik geen statutaire personeelsleden (meer) in dienst. Voor het Verenigd Koninkrijk ligt de verklaring hiervan in de rechtsgeschiedenis, waarbij het onderscheid tussen publiek- en privaatrecht in de Common Law-stelsels nooit zo duidelijk is geweest als in de continentale rechtsstelsels. Echter, ook in Zweden en in Italië worden op dit ogenblik geen statutaire personeelsleden meer aangeworven in de publieke sector. In deze beide landen is dit een gevolg van een zeer bewuste optie om af te stappen van het principe van statutaire tewerkstelling in de publieke sector. Toch is het zo dat zeker in het Verenigd Koninkrijk een groot aantal waarborgen in de arbeidsverhouding zijn geïntegreerd die de onafhankelijkheid van de betrokken .civil servants. moeten garanderen. Zo bestaat er bijvoorbeeld wel een onderscheid tussen het permanent personeel en het tijdelijk personeel (zie D. BOSSAERT, C. DEMMKE, K. NOMDEN en R. POLET, La fonction publique dans l.Europe des Quinze, Maastricht, IEAP, 2001, 37). In het eerste onderzoeksjaar zou een diepgaande analyse van de waarborgen van onafhankelijkheid in het Britse stelsel dienen te gebeuren, waarbij ze in het tweede onderzoeksjaar vergeleken worden met de mechanismen, die in het Belgisch ambtenarenrecht inhouden dat er (toch nog) voor statutaire tewerkstelling dient te worden geopteerd. Deze rechtsvergelijkende analyse beperkt er zich uiteraard niet toe de garanties van onafhankelijkheid die zijn opgenomen om de civil servant te beschermen tegen eventuele politieke inmenging te vergelijken met de garanties die de statutaire tewerkstelling aan de Belgische ambtenaar (zowel federaal als bij de Gemeenschappen en de Gewesten) biedt. Daarnaast zal ook nog in het eerste onderzoeksjaar een analyse van de gehele rechtspositie van de civil servant worden gemaakt, waarbij de arbeidsrelatie vergeleken zal worden met de arbeidsrelatie in de private sector in het Verenigd Koninkrijk. Die arbeidsrelatie in de private sector zal in het tweede onderzoeksjaar vergeleken worden met de privaatrechtelijke regeling van de arbeidsverhouding in het Belgisch arbeidsrecht, zodat in het eerste jaar een volledig beeld ontstaat van het onderscheid tussen de aanstelling van een civil servant en van een werknemer in het Britse recht, waarna dat onderscheid in het tweede onderzoeksjaar vergeleken wordt met het bestaande onderscheid tussen ambtenaren en werknemers in de private sector in het Belgisch recht. Organisaties: • Staats- en Bestuursrecht
Onderzoekers: • Alexander DE BECKER
Risicogebaseerde bodemsanering in de Kempen, gestoeld op een reductie van de mobiliteit en de biobeschikbaarheid van zware metalen in de bodem. Universiteit Hasselt Abstract: In situ immobilisatie van metalen, met behulp van metaalimmobiliserende bodemadditieven, is een potentiële saneringsstrategie voor metaalverontreinigde bodems. Diverse mechanismen zoals sorptie- en (co)precipitatiereacties, geïnduceerd door het toevoegen van een additief aan de bodem, kunnen een verlaging teweegbrengen van de biobeschikbaarheid van metalen en zo ook van de risicos geassocieerd met de contaminatie. Voornamelijk voor grootschalige diffuse verontreinigingen, zoals deze in de Belgische (en Nederlandse) Kempen, is deze techniek, door zijn relatief lage kost en de weinig ingrijpende impact op de omgeving, een aantrekkelijke optie. Tal van verschillende produkten zijn reeds onderzocht als potentiële bodemadditieven in deze context,maar vergelijken van de efficiëntie van de verschillende bodemadditieven doorheen de talrijke studies over metaalimmobilisatie, om zo te komen tot een selectie van het beste additief of tot een rangschikking volgens toenemende immobilisatiecapaciteit, is echter niet evident of zelfs onmogelijk. Deze moeilijkheid heeft hoofdzakelijk te maken met het feit dat door verschillende onderzoeksgroepen vaak verschillende evaluatiemethoden gebruikt werden, maar daarnaast blijkt de werking van bodemadditieven tevens bodemafhankelijk. Een doorgedreven literatuurstudie levert dus geen pasklare oplossing op voor de 700 m² verontreinigde bodems in de Kempen. Het project beoogt een risicogebaseerde bodemsanering in de Kempen, gebaseerd op de reductie van de mobiliteit en de biobeschikbaarheid van zware metalen in de bodem. Het onderzoeksproject omvat 2 onderdelen: (i) de uitwerking van een geoptimaliseerd en gestandardiseerd evaluatieprotocol met een fysicochemisch (UGent), milieubiologisch (UHasselt) en exotoxicologisch luik (PHL), en (ii) de geschiktheidsananlyse van een aantal potentiële metaalimmobiliserende bodemadditieven en hun commercialisatie. Resultaten uit dit onderzoek worden finaal getoetst aan de grondbeginselen van risico-gebaseerde sanering in nauw overleg met OVAM. Organisaties: • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Kristin ADRIAENSEN
Moge de beste winnen: het incentive effect van onzekerheid in tornooi design. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In navolging van de paper van Jensen en Meckling (1976) over principal-agent relaties, hebben heel wat onderzoekers gezocht naar compensatiemodellen waarbij de agent zich maximaal inspant. Een mogelijk compensatiemodel is er een waarbij de agent wordt beloond afhankelijk van haar/zijn ordinale rang in de organisatie. Dit is net het kernelement van een tornooi, i.e. « a situation in which an individual's payment depends only on his or her output or rank relative to that of other competitors » (Ehrenberg en Bognanno, 1990, p. 1308). Een van de doelstellingen van een tornooi bestaat in de identificatie van de 'beste' agent en in het verlengde hiervan alle agenten te compenseren naargelang hun prestatie/inzet. In dit opzicht moet een goed tornooi de kans maximeren dat de beste wint. Een goed tornooi moet de onzekerheid omtrent de uitslag minimeren. Desondanks is een bepaalde mate van onzekerheid over de uitslag ook wenselijk. In de context van een sporttornooi is dit voordeel duidelijk: een match waarvan de winnaar op voorhand gekend is is niet aantrekkelijk voor het publiek (Sanderson en Siegfried, 2003). Maar ook in een non-sport setting, vb. een promotie-tornooi, kan onzekerheid omtrent de uitkomst voordelig zijn. De kans op het winnen van een prijs dient als een incentive mechanisme om de deelnemers zich maximaal te doen inzetten. Als er geen onzekerheid is zodat de kans op winnen op voorhand vastligt verdwijnt deze incentive. Deelnemers met een kleine kans op winnen zullen geen extra inspanning meer leveren,
alsook deelnemers met een hoge kans omdat ze weten dat ze geen extra inspanning nodig hebben. Een belangrijk element in het organiseren van een tornooi is dus de trade-off tussen de tweevoudige rol van onzekerheid, met name onzekerheid als een doel om te minimeren en als een mechanisme waarvan de incentive effects moeten gemaximeerd worden. Dit onderzoeksvoorstel richt zich juist op de vraag hoe het optimaal niveau van onzekerheid te vinden waarbij deze tweevoudige rol in rekening wordt gebracht. In een eerste stap zullen we deze vraag theoretisch modelleren om vervolgens ons model empirisch te toetsen. Organisaties: • Micro-economie voor Profit en Non-Profit Sector
Onderzoekers: • CINDY DU BOIS
Productie van gravitonen in het ADD-model met macroscopische extra ruimtedimensies. Universiteit Antwerpen Abstract: Met behulp van de CMS detector bij de LHC versneller van het Europees laboratorium voor deeltjesonderzoek, CERN, zullen we eindtoestanden van proton-proton botsingen met een energie van 14 TeV bestuderen. Een van de resulterende eindtoestanden bestaat uit een gecollimeerde deeltiesstroom en een grote hoeveelheid ontbrekende energie en is gevoelig aan mogelijke nieuwe fenomenen gerelateerd aan de productie van gravitonen die propageren binnen gecompactifieerde extra ruimtelijke dimensies. Organisaties: • Elementaire-Deeltjesfysica
Onderzoekers: • Nick Van Remortel
Vormingsmechanismen, merkerverbindingen en brontoewijzing voor biogene atmosferische aërosolen. (BIOSOL) Universiteit Antwerpen Abstract: Vormingsmechanismen, merkerverbindingen en brontoewijzing voor biogene atmosferische aërosolen. (BIOSOL) Organisaties: • Bio-organische massaspectrometrie
Onderzoekers: • Magda Claeys-Maenhaut
Uitwijzing of subsidiëring? Lokaal beleid ten aanzien van nieuwkomers in de Zuidelijke Nederlanden, ca. 1700-1900. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogt een comparatieve analyse van de motivaties, belangen, en impact van de lokale politiek die in de Zuidelijke Nederlanden ten aanzien van nieuwkomers in de loop van de achttiende en negentiende eeuw werd gevoerd. De processen van proletarisering enerzijds en economische integratie anderzijds die deze periode kenmerkten zorgden voor een groeiende arbeidsmobiliteit, die aanleiding gaf tot velerlei economische, sociale, politieke en cultureel-ideologische spanningen. Het onthaal van nieuwkomers werd hierbij een bijzonder conflictgeladen materie waarmee verschillende - dikwijls tegenstrijdige - belangen gemoeid waren, en die vele variaties vertoonde doorheen tijd en ruimte. Dit project wil de oorzaken en consequenties van deze variaties onderzoeken aan de hand van een comparatieve benadering die verschillende niveaus van ruimtelijke en diachronische analyse integreert. Als zodanig betracht het onderzoeksopzet zowel een historisch perspectief te bieden bij actuele debatten over de posities van nieuwkomers in de hedendaagse samenleving, als aansluiting te vinden bij brede discussies over de rol van arbeidsmobiliteit in de transitie van preïndustriële naar industriële samenleving. Invalshoek Een van de belangrijkste vraagstukken waarrond belangentegenstellingen en -conflicten in relatie tot het onthaal van nieuwkomers zich in de achttiende en negentiende eeuw kristalliseerden, was dat van sociaal beleid in het algemeen en armenzorg in het bijzonder. Naarmate steeds meer mensen geheel of gedeeltelijk afhankelijk werden van loonarbeid om in hun levensonderhoud te voorzien, werden sociale voorzieningen alsmaar belangrijker als aanvulling op deze onregelmatige en kwetsbare bron van inkomsten. Aangezien sociale voorzieningen doorheen deze periode voornamelijk lokaal georganiseerd bleven, betekenden nieuwkomers een extra belasting voor de lokale middelen. Tegelijk waren werkgevers gebaat bij een ruim en adequaat arbeidsaanbod, waarin onder meer door middel van inwijking werd voorzien. De door de stijgende arbeidsmobiliteit groeiende spanningen in dit domein gaven aanleiding tot een toenemende regelgeving omtrent wie wel en niet in aanmerking kwam voor armenzorg op een bepaalde plaats: de zogenoemde onderstandswoonstwetgeving, die tijdens de achttiende en negentiende eeuw in verschillende Europese gebieden sterk werd uitgebouwd (Settlement Laws in Engeland en Wales, domicile de secours in Frankrijk, Heimatrecht in de Duitse gebieden, onderstandswoonst in de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden). In de breedst mogelijke zin bepaalde de onderstandswoonstwetgeving welke lokale overheid verantwoordelijk was voor de kosten van de steunverlening aan een bepaald persoon - met geboorteplaats en/of verblijfsduur als meest gangbare criteria. Aangezien de residentiële criteria om een nieuwe onderstandswoonst te verwerven doorgaans relatief streng waren, werd de wetgeving ter zake lange tijd als een rem op arbeidsmobiliteit beschouwd. De grote variaties in het eigenlijke lokaal beleid die de laatste jaren voornamelijk voor Engeland zijn blootgelegd (Wells, Snell), hebben evenwel aangetoond dat allerlei informele regelingen tussen lokale overheden onderling een meer doorslaggevende rol speelden in het aanmoedigen of ontmoedigen van migratie dan de formele criteria om een nieuwe onderstandswoonst te verwerven. Hoewel het algemene kader van de onderstandswoonstwetgeving op centraal niveau aangegeven werd, bestond er dus heel wat ruimte voor lokale variaties. De manoeuvreerruimte betrof zowel het bepalen van de precieze criteria via welke een onderstandswoonst kon verworven worden, als het voorzien van tussenoplossingen, waarbij de zorgkosten van een nieuwkomer konden vergoed worden door diens gemeente van herkomst, of door bij aankomst een borgsom te eisen. Naargelang de omstandigheden konden lokale overheden ervoor opteren om zelf in de opvang van nieuwkomers te voorzien (subsidiëring), de steunverlening terug te vorderen (laten subsidiëren), of hen terug te sturen naar hun gemeente of parochie van onderstand (uitwijzing). In de praktijk reikte de onderstandswoonstwetgeving lokale besturen dus verschillende instrumenten aan die hen in staat konden stellen om een selectief migratiebeleid te voeren. In welke mate, waarom en hoe dit het geval was, zijn vragen die totnogtoe vrijwel niet in het Belgische historische onderzoek aan bod gekomen zijn, en ze vormen een thematiek die ook voor andere landen zelden het lokale of in het beste geval nationale kader overstegen heeft. Relevantie en historiografisch kader Het belang van onderstandswoonstwetgeving en aanverwante thematiek in de sociale en economische geschiedenis van vroegmodern en negentiende-eeuws Europa in het algemeen en de Zuidelijke Nederlanden in het bijzonder kan moeilijk overschat worden. De oorzaken en gevolgen van het beleid dat ten aanzien van nieuwkomers gevoerd werd, heeft directe raakvlakken met verschillende belangrijke debatten in de recente historiografie: 1. Sociale politiek: de ruimtelijke afbakening van zorgaanspraken was zowat het hete hangijzer van vrijwel alle domeinen van sociaal beleid doorheen deze periode. Een analyse van de in- en uitsluiting van nieuwkomers ten aanzien van sociale voorzieningen, sluit dan ook meteen aan bij het bredere probleemveld van motivaties, belangen en effecten van het sociaal beleid in vroegmodern en vroegindustrieel Europa, en de mate waarin deze interventies de spanningsvelden die door de toename van loonarbeid in de hand werden gewerkt verminderden dan wel versterkten (Lis & Soly). 2. Allocatie van arbeid: het gevoerde migratiebeleid had een directe invloed op migratiebeslissingen, en bij uitbreiding op de allocatie van arbeid. Het verstrekken van armenzorg aan nieuwkomers kon een belangrijk instrument vormen om een voldoende arbeidsaanbod te verzekeren (Boyer). Omgekeerd hadden lokale overheden in achtergestelde gebieden er in principe belang bij om hun uitwijkelingen in geval van tijdelijke werkloosheid eerder van op afstand te ondersteunen, dan hen te laten terugsturen. Enkel weinig productieve immigranten, zoals bejaarden en alleenstaande moeders, bevolkten doorgaans de Engelse uitwijzingslijsten (Taylor, Wells). Eerder dan een eenduidige rem op arbeidsmobiliteit, wordt er in recente visies dan ook vooropgesteld dat juist de mogelijkheid tot zorgtransfers de bereidheid van 'productieve' migranten om te migreren zou gestimuleerd hebben, en dat de Engelse Settlement Laws op die manier bijdroegen tot een productieve allocatie van arbeid, die het specifieke Engelse pad van vroegindustriële ontwikkeling mee heeft vormgegeven (Taylor, Solar). 3. Subsidiëring van arbeid: niet alleen werd de migratie van 'productieve' migranten in hogervermelde situaties gestimuleerd, zij werd ook dikwijls gesubsidieerd: doordat hun zorgkosten
terugbetaald werden door hun gemeente van herkomst, was de reële kostprijs van de arbeid van sojourners (inwoners wier onderstandswoonst zich elders bevond) laag. In sterk expanderende centra konden deze gesubsidieerde migranten zelfs de meerderheid van het lokale arbeidsaanbod uitmaken (Taylor, Hahn). In de mate dat de bereidheid van lokale overheden om uitwijkelingen te subsidiëren afhing van lokale werkgelegenheid, kwamen deze praktijken uiteindelijk neer op een subsidiëring van arbeid door achtergestelde rurale gebieden ten voordele van economische groeipolen (Van Damme). Hoewel hij de rol van zorgtransfers niet expliciet behandelt, vormden verschillende vormen van subsidiëring van arbeid door achtergestelde preïndustriële structuren ten voordele van commerciële en industriële centra volgens van Zanden een sleutelelement in de ontwikkeling van het kapitalisme. De mate waarin migratiebeleid een invloed had op de allocatie en subsidiëring van arbeid, sluit met andere woorden direct aan bij bredere debatten omtrent vroegmoderne en vroegindustriële economische ontwikkeling. 4. Integratie van nieuwkomers: aangezien het sociaal beleid ten aanzien van nieuwkomers ook een directe invloed had op hun kansen om zich in de nieuwe omgeving te vestigen en te integreren, biedt de thematiek van de onderstandswoonst een indirecte insteek in debatten omtrent het onthaal en de integratie van nieuwkomers in vroegmoderne en vroegindustriële steden, zoals die totnogtoe voornamelijk in de Franse (Menjot, Milliot, Pinol, Roche), Engelse (Clark, Souden), Nederlandse (Kooij, Lesger, Lucassen) en Duits-Oostenrijkse historiografie (Ehmer, Hahn, Steidl) zijn gevoerd. Belangrijke vaststellingen in deze debatten zijn vooral de grote variaties die er bestonden in de houdingen ten aanzien van nieuwkomers, naargelang van de achtergrond van de migrantengroepen in kwestie, de economische, politieke en cultureel-ideologische context, en de onderlinge belangenverhoudingen op beleidsniveau. 5. Politieke centralisatie: tot slot biedt de thematiek van de onderstandswoonst een nieuw perspectief op het debat over het spanningsveld tussen tendensen tot politieke centralisatie enerzijds en lokale autonomie anderzijds (Van Damme). De mate waarin centrale en nationale overheden erin slaagden om wetgeving en praktijk te uniformeren en lokale particularismen in dit domein te overstijgen, biedt een maat voor de invloed van staatsvormingsprocessen op het lokaal sociaal beleid. Tegelijk stelt dit ook de vraag voorop welke manoeuvreerruimte er bestond voor bepaalde belangengroepen om in de wisselwerking tussen het centrale en lokale bestuursniveau het migratiebeleid mee vorm te geven, en op welke manieren deze manoeuvreerruimte beïnvloed werd door verschuivingen in het niveau van beleidsvoering. Voor de Zuidelijke Nederlanden is er buiten het pionierswerk van Paul Bonenfant voor het ancien régime en een verkennend onderzoek van Dirk Van Damme voor het negentiende-eeuwse Gent, geen historisch-wetenschappelijke literatuur voorhanden die de verschillende vraagstukken in verband met de onderstandswoonstwetgeving diepgravend behandelt. Deze afwezigheid staat niet alleen in schril contrast tot een bloeiende historische belangstelling voor deze thema's in andere landen, maar ook tot het grote belang van de onderstandswoonst in de achttiendeen negentiende-eeuwse lokale politiek en armenzorg, en de overvloed van contemporaine geschriften en archiefdocumenten die uit deze complexe regelgeving zijn voortgekomen. Waar de ordonnanties van 1617/18 richtinggevend bleven voor de hele vroegmoderne periode, zou de onderstandswoonst pas met de wet van 1891 op de hervorming van de bijstand haar belang verliezen in de administratie van openbare zorgvoorzieningen. Een inhaalbeweging wat betreft onderzoek naar onderstandswoonst in de Zuidelijke Nederlanden is niet alleen waardevol in relatie tot de sociale en economische geschiedenis van onze gewesten, maar kan door een bewust comparatief en lange-termijn perspectief ook een inhoudelijke meerwaarde geven aan de bestaande debatten omtrent onderstandswoonst die tot nu toe sterk binnen de marges van de lokale en nationale geschiedschrijving gesitueerd zijn gebleven. Zo stelt veel Engels onderzoek impliciet of expliciet de 'uniciteit' van de Engelse onderstandswoonstpraktijken voorop, wat dan weer gerelateerd wordt aan het 'specifieke' Engelse pad van industriële ontwikkeling (Solar). De Zuidelijke Nederlanden vormen een uiterst relevante casus om de verschillende vraagstukken, hypothesen en stellingen ter zake aan empirische toetsing te onderwerpen, en de 'specificiteit' van 'nationale' onderstandswoonstpraktijken nader te onderzoeken, omwille van de rijke verscheidenheid in economische, politieke, en sociale contexten op lokaal en regionaal niveau, de vroege industrialisering van bepaalde gebieden, de talrijke variaties in de onderstandswoonstbepalingen, en de rijke continuïteit in bronnenmateriaal over een zeer lange periode. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Anne WINTER
Wederzijdse erkenning in Europese justitiële strafrechterlijke samenwerking: ruimte voor een pijleroverschrijdende benadering? Universiteit Antwerpen Abstract: In het project zal het onderzoek naar aard, inhoud en draagwijdte van de wederzijdse erkenning in het kader van de Europese justitiële samenwerking in strafzaken centraal staan.Bij dit onderzoek zal bijzondere aandacht worden besteed aan de verhouding tussen het wederzijdse erkenningsbegrip zoals zich dit in het kader van de interne markt heeft ontwikkeld, en de betekenis van dit concept voor het Europees strafrecht. Op meerdere vlakken staan de schotten tussen de drie Unie-pijlers vandaag onder druk. De Europese Grondwet voorziet zelfs in de afschaffing van de pijlerstructuur. In dat licht beschouwd, en gelet op het belang van de wederzijdse erkenning in de verschillende Europese beleidsdomeinen, lijkt het vandaag meer dan ooit interessant om dat principe van wederzijdse erkenning aan een pijleroverschrijdend onderzoek te onderwerpen. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Johan Meeusen • Christine Janssens
Ab initio berekeningen van halfgeleider nanodraden. Universiteit Antwerpen Abstract: In het dit project worden ab initio totale-energieberekeningen uitgevoerd in het pseudopotentiaal dichtheidsfunctionaaltheorie-formalisme (DFT) voor experimenteel gerealiseerde nanoclusters en nanodraden. Deze aanpak laat toe om op atomaire schaal de structuur van deze halfgeleider nanokristallen te bestuderen, en de elektronische structuur en de ladingsdichtheid van de valentie-elektronen te bepalen. Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Francois Peeters • Bart Partoens • Hartwin Peelaers
Spymovie. Een onderzoek binnen het audiovisuele veld naar het ‘verborgen’ potentieel van nieuwe media en animatie in zowel narratieve als non-narratieve structuren Hogeschool Gent Abstract: Kunnen de mogelijkheden van het elektronische beeld het medium film transformeren? Via het format van een videodagboek zullen verhaalstructuren afgetast worden door middel van nieuwe technologieën zoals een spycamera, sms, email enerzijds en nieuwe animatietechnieken anderzijds. Onderzocht wordt of het incorporeren van het format en de esthetiek van de nieuwe digitale media, mits in functie gesteld van een artistieke inhoud, ons kan leiden tot een nieuwe audiovisuele beeldtaal. Hierbij is het niet de bedoeling de narratie overboord te gooien, maar wel degelijk ze te verruimen en open te breken, op zoek naar nieuwe verbindingen en vertelwijzen.
Als theoretisch kader heeft dit onderzoek de esthetiek van intensiteiten van de Franse poststructuralist Gilles Deleuze zoals die in zijn filmboeken ‘L’Image-mouvement (1983) en L’Image-temps (1985) vorm kreeg. Deleuze maakte zelf de opmerking dat een analyse van ‘Nieuwe Beelden’ zijn project te buiten ging (Raessens, 2001, 73). Vertrekkkende van dit kader wil dit onderzoek dan ook een stap verder zetten en een link leggen naar de taal van de Nieuwe Media. Als theoretisch kader voor de Nieuwe Media zal Lev Manovich bestudeerd worden. Een zoektocht naar een structurele vernieuwing dus, want in een kloktijd geregeerde narratieve wereld, die een in zichzelf besloten wereld blijkt, is er geen ruimte mogelijk voor wezenlijke transformatie noch andere bestaanswijzen. In een politiek licht gezien stelde Félix Guattari dat de nieuwe media kunnen ingezet worden om te komen tot individuele en sociale praktijken voor zelfvaststelling en zelforganisatie van subjectiviteit als een mogelijk verzet tegen de aanwezigheid van passieve representatieve beelden (Raessens, 2001, 72). Digitale technologie kan met andere woorden subversief aangewend worden omdat het een andere manier van produceren en distribueren mogelijk maakt. Omwille van dit feit kunnen ze tevens een poort openen naar het bevrijden van artistieke expressie en inhoud, ‘als een verzet tegen het heden’ zoals Deleuze het stelde met zijn gerichtheid op het mogelijke. De filosofische gedachte achter dit onderzoek ligt ook in het verdedigen van het verschil, het anders zijn, als bestaansmogelijkheid. Naar analogie zal daaruit voortvloeiend een kunstwerk ontstaan dat dezelfde gedachte uitademt, vanuit de overtuiging dat kunst en leven onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Voor het praktische luik van dit onderzoek heb ik omwille van bovenstaande gedachte besloten om tijdens het creëren te putten uit mijn persoonlijke leefwereld. Vertrekkende van de optiek dat inhoud en vorm een eenheid vormen, vond ik het een verantwoorde keuze om voor het format van een audiovisueel dagboek te kiezen, waarin fictie en realiteit zich, lineair soms multi-lineair, zullen vermengen. Een ander belangrijk aspect aan dit dagboek-format is dat deze werkwijze zich gemakkelijk leent om het procesmatige van het creatieproces bloot te leggen. Aansluitend bij het bovenstaand geschetst kader, zal dit audiovisuele dagboek als inhoudelijk thema onvermijdelijk haar focus richten op de vrouwelijke identiteit met haar mogelijke diversiteit en transformatie. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Audiovisuele kunsten
Onderzoekers:
Cel-cel en cel-matrix interacties. Universiteit Antwerpen Abstract: Het netwerk onderzoekt een aantal topics rond cel-cel en celmatrix interacties waaronder (1) de structuur, functie en expressie regulatie van matrix componenten, adhesie moleculen en morphogens (2) de effecten van celmatrix interacties mbt. cel gedrag en differentiatie (3) de relevantie mbt embryonale ontwikkeling en (4) de relevantie voor genetische ziekten. Organisaties: • Moleculaire biotechnologie • Moleculaire biotechnologie
Onderzoekers: • Joseph Merregaert
Effecten van training sessies op bovenste ledematen bewegingen en onderliggende zenuwnetwerken bij personen met MS. Universiteit Hasselt Abstract: De algemene doelstelling van dit doctoraatsproject is, bij personen met disfunctionerende bovenste ledematen als gevolg van MS, de effecten van intensieve arm oefenprogrammas te onderzoeken op zowel gedrags- als neurofysiologisch niveau. Gebaseerd op de planning van het project, worden drie doelstellingen onderscheiden: 1. De effecten van twee repetitieve oefenprogrammas (kracht en robot-gesteund) op spierkracht, functionele capaciteit, arm bewegingskwaliteit en thuis activiteit te onderzoeken. 2. Het identificeren van de types en de kwaliteit van de beweging van de bovenste ledematen, gebaseerd op accelerometrie. 3. Het bestuderen van de (differentiële) gevolgen van de kracht van de bovenste ledematen en/of robot-gesteunde oefenprogrammas op de neurale netwerken die ten grondslag liggen aan de prestaties van de armmotoriek. Organisaties: • Immunologie - Biochemie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Peter FEYS • Bert OP 'T EIJNDE
Validiteitsonderzoek van het examenonderdeel "casus" van het toelatingsexamen arts en tandarts Universiteit Gent Abstract: Deze studie onderzoekt of de situational judgment tests als examenonderdeel "casus" van het toelatingsexamen arts en tandarts academische prestaties gedurende het zevenjarige curriculum voorspellen. Organisaties: • Vakgroep Personeelsbeleid-, arbeids- en organisatiepsychologie
Onderzoekers: • Filip Lievens
Priming-effecten en dialectverwerving: regelgebaseerde versus exemplaargebaseerde verklaringen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project heeft als doel een recente taaltheoretische discussie te helpen beslechten op basis van primingexperimenten. Die discussie betreft de vraag of taalverwerving en -verwerking het best via een regelgebaseerd ('rule-based') dan wel een exemplaargebaseerd/voorbeeldgebaseerd ('exemplar-based') model beschreven kunnen worden. Meer bepaald zal via priming-experimenten nagegaan worden of de twee modellen juiste voorspellingen doen over de verwerving van de fonologie en het lexicon van een dialect als tweede taal door kinderen die met een standaardtalige variëteit zijn opgegroeid. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Etienne Gillis • Kathy Rys
Studie van machtsverschuivingen binnen politieke partijen. Een comparatieve analyse van Belgische en Nederlandse traditionele partijen tussen 1991 en 2009 Universiteit Gent Abstract: Comparatief onderzoek naar machtsverschuiving binnen traditionele politieke partijen tussen 1991 en 2009. Is er sprake van een machtsverschuiving van het partijsecretariaat naar de fracties? Invloed van institutionele (federalisering) en culturele variabelen (politieke cultuur) op machtsverschuivingen in politieke partijen in België (Vlaanderen en Wallonië) en Nederland. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Carl Devos
Adaptieve waarde en mechanismen van variatie in maternale hormonen bij de grasparkiet (Melopsittacus undulatus). Universiteit Antwerpen Abstract: In deze studie behandelen we maternale dooierhormonen bij de grasparkiet (Melopsittacus undulatus), die het vrouwtje in staat stellen het fenotype van de nakomelingen optimaal aan te passen aan hun toekomstige omgeving. We bestuderen de differentiële depositie van hormonen binnen een legsel en tussen legsels. We zoeken naar het mechanisme waarop maternale hormonen naar de dooier gealloceerd worden en we onderzoeken de effecten van differentiële depositie op de nakomelingen, zowel op korte als ook op lange termijn. Organisaties: • Ethologie
Onderzoekers: • Marcel Eens • Annie Pinxten • Stefanie Lahaye
Naar een Latijnse poëtica voor de vierde eeuw (280 - 379 n.C.) Universiteit Gent Abstract: Het project levert een bijdrage aan de literaire geschiedenis van de Latijnse en Europese literatuur, door het opvullen van een lacune in het literair-historisch onderzoek, i.e. de Latijnse poëzie van de periode 280-379. Close reading en wetenschappelijk-retorische analyse van een corpus van teksten zal een beter inzicht verschaffen in de achterliggende normeringen van een cruciale periode in de Europese literatuurgeschiedenis. Organisaties: • Vakgroep Latijn en Grieks
Onderzoekers: • Kristoffel Demoen • Wilhelmus Verbaal
Integratie van nieuwe LED-technologie in de commerciële plantenweefselteelt Hogeschool Gent Abstract: De finale doelstelling van het project is het versnellen van een succesvolle introductie van LEDs in de Vlaamse commerciële plantenweefselbedrijven. Dit is mogelijk door twee ver-wachtingen te toetsen. Ten eerste dat LEDs energetisch efficiënter en dus op termijn economischer zijn dan de huidige TL-lampen. Het verbruik van de TL-lampen voor de belichting van in vitro planten en de koeling van de warmte die ze afgeven, vertegenwoordigen immers een belangrijke kostenpost. De ontwikkeling van een nieuwe generatie superbright Light Emitting Diodes (LEDs) met een zeer hoge lichtopbrengst, lager verbruik en warmteproductie en langere levensduur biedt een nieuw perspectief om deze kosten terug te dringen. Ten twee-de dat met LEDs met een welbepaalde golflengte de in vitro plant fysiologisch en morfologisch gestuurd kan worden. Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Plantaardige Productie
Onderzoekers: • Stefaan Werbrouck
Ontwikkeling van innovatieve diagnostische tests voor slaapziekte of humane Afrikaanse trypanosomiase (HAT) gebaseerd op synthetische peptiden. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van dit project is de ontwikkeling van een eenvoudige, snelle en accurate test voor de diagnose van T.b. gambiense slaapziekte met een hoge gevoeligheid en specificiteit en gebaseerd op synthetische peptiden. Organisaties: • Moleculaire Plantenfysiologie en Biotechnologie
Onderzoekers: • Yves Guisez • Liesbeth Van Nieuwenhove
De invloed van emoties op de besluitvorming in sociale dilemma's. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek put uit inzichten in de economie, psychologie, en neurowetenschappen om te begrijpen waarom besluitvorming vaak afwijkt van speltheoretische verwachtingen. Het specifieke doel is om met fMRI de tussenliggende rollen van emotionele en rationele subsystemen in de hersenen te belichten wanneer mensen een coöperatieve of competitieve strategie kiezen in een sociaal dilemma. De rol van persoonlijkheid en de context van het dilemma wordt mee onderzocht. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Carolyn Declerck • Paul Parizel • Christophe Boone
Het aanpassingsvermogen van kleine zoogdieren aan nieuw gevormde habitaten in gefragmenteerd tropisch regenwoud: ecologische en genetische achtergronden. Universiteit Antwerpen Abstract: Een eerste vereiste zal zijn om de kleine zoogdierfauna van de gewijzigde gebieden rond Kisangani grondig taxonomisch te beschrijven. De regenwoudfauna bevat een aantal cryptische of zelfs nog niet beschreven vormen. Een gedetailleerde taxonomische studie van de kleine zoogdieren in de antropogene gebieden en een vergelijking met de oorspronkelijke fauna moet dan ook toelaten om uit te maken welke exact
de soorten zijn die zich met succes hebben kunnen handhaven onder de gewijzigde biotoopsomstandigheden. De tweede doelstelling is om de dynamiek, demografie en life-history eigenschappen te vergelijken van de populaties in de antropogene gebieden met de conspecifieke populaties in het regenwoud. Dit werk zal gebaseerd zijn op vangst-hervangststudies. De derde doelstelling is om van de beschreven soorten de genetische structuur na te gaan en opnieuw te vergelijkingen met die van dezelfde soorten in het regenwoud. Hierbij zal gekeken worden naar de genetische variatie op populatieniveau binnen het regenwoud en de secundaire graslanden, de structurering van de populatie, het voorkomen van eiland- of foundereffecten, de uitwisseling van genetisch materiaal met naburige populaties in oorspronkelijke en antropogene biotopen met daarbij de vraag in hoeverre de populaties in de savannes autonoom functioneren, dan wel telkens terug aangevuld worden uit omgevende regenwoudpopulaties. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs • Jan Kennis
Statica en dynamica van vortex materie in nanogestructureerde type I en type II supergeleiders Universiteit Antwerpen Abstract: Statica en dynamica van vortex materie in nanogestructureerde type I en type II supergeleiders Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Francois Peeters • Golibjon Berdiyorov
Voorbehandeling en fractionatie van lignocellulose biomassa in hoogwaarde co-producten Hogeschool Gent Abstract: Technisch/wetenschappelijke doelstellingen: - Toepassen en verder ontwikkelen van bestaande voorbehandelingstechnieken op voor Vlaanderen representatieve gewassen - Toepassen van biochemische conversietechnologie a.d.h.v. enzymcoctails met hemicellulase en ligninase activiteit (in combinatie met chemische behandeling) - Ontwikkelen van fractionatietechnologie om hoogwaarde co-producten te isoleren. Onderzoeksvragen: - Welke techniek wordt als beste geëvalueerd op een bepaalde biomassa? - Wat is het effect van beide types (chemisch en biologisch) voorbehandeling op devolgende stappen (saccharificatie en fermentatie)? - Welke biomassa leidt tot hoog-waarde co-producten in voldoende grote concentraties om economisch haalbaar te zijn? Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Chemie
Onderzoekers: • Ingeborg Stals • Dieter Depuydt
Verkennende studie aangaande het opzetten van een meet- en opvolgsysteem van lokale besturen. Universiteit Antwerpen Abstract: De eerste doelstelling van de op te zetten verkennende studie bestaat uit het beantwoorden van de vraag naar de mogelijkheden om een reeks basisgegevens te verzamelen. Het valt op dat er geen 'systematische' (laat staan betrouwbare) gegevens beschikbaar zijn ter ondersteuning van de sociale partners bij onderhandelingen in Comite C(1) en/of bij het staven van bepaalde wetgevende initiatieven in de meest brede betekenis van het woord. Een gedegen databank die onder andere de impact van bepaalde voorstellen in kaart kan brengen, zou alvast een bijzondere realisatie en meerwaarde zijn. De tweede doelstelling is het inzamelen van een aantal bijkomende data die in combinatie zouden kunnen gelden als indicatoren voor het gevoerde personeelsbeleid. Een laatste oogmerk moet erin bestaan om de lokale besturen toe te laten onderling aan benchmarking te doen. Organisaties: • Management & Bestuur (M&B)
Onderzoekers: • Ria Janvier
Functional starter cultures: predictive modelling Vrije Universiteit Brussel Abstract: De onderzoeksgroep Industriële Microbiologie en Voedingsbiotechnologie (IMDO) werd opgericht in oktober 1994. IMDO's centrale onderzoeksthema is "Onderzoek naar en Ontwikkeling van gezonde voeding". Het luik "Modelleren van functionele starterculturen" Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • FREDERIC LEROY
ICP : Interuniversity Programme Physical land resources - PHYLARES (2009-2010) ism UG. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Organisatie van de interuniversitaire opleiding - Master in the Physical Land Resources - in samenwerking met de UGent Organisaties: • Hydrologie en Waterbouwkunde
Onderzoekers: • OKKE BATELAAN • WILLY BAUWENS • FLORIMOND DE SMEDT
Visiting postdoctoral (senior) fellowship : dr. Daniel BULACU (Romania) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Studie van quasi-Hopf algebras;classificatie van quasi-Hopf algebra structuren op groepsalgebras; beschrijving van de categorie van Yetter-drinfeldmodulen over quaternionen en octonionen, en de studie van de brauer groep van deze categorie Organisaties: • Wiskunde • Wiskunde-TW
Onderzoekers: • STEFAAN CAENEPEEL • EVA COLEBUNDERS
Een 'philosophy of mind' perspectief op 'mindreading' en moraliteit Universiteit Gent Abstract: Ik onderzoek de specifieke rol die mindreading (attributie van gedachten en emoties) speelt in onze morele cognitie. In welke mate beïnvloeden individuele verschillen in mindreading onze morele cognitie (= eerste doelstelling)? In welke mate dragen mindreading ?deficits? bij tot bepaalde morele/emotionele ?deficits? (= tweede doelstelling)? Aanduiden van eventuele hiaten in de bestaande philosophy of mind theorieën (= derde doelstelling). Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Johan Braeckman
Studie van intrinsieke, cellulaire anti-HIV factoren bij seronegatieve, frequent geëxposeerde individuen (ESNs). Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project wensen we na te gaan welke mechanismen aan de grondslag liggen van in vivo HIV-resistentie, zoals deze voorkomt bij Exposed SeroNegatives (ESNs). Daarom zal het CD4+ T-cel proteoom van ESN individuen en controles vergeleken worden dmv. differentiële proteoomanalyse, met het oog op detectie van nieuwe HIV resistentieproteïnen. Tevens zullen de expressieniveau's van gekende HIV-resistentie eiwitten bij ESNs geanalyseerd worden dmv. Western blot analyse. Organisaties: • Proteïnechemie, proteoomanalyse en epigenetische signalisatie (PPES)
Onderzoekers: • Xaveer Van Ostade • Kim Mous
BOF/IWT-opvangmandaat (Francesca Germani). Universiteit Antwerpen Abstract: BOF/IWT-opvangmandaat (Francesca Germani). Organisaties: • Proteïnechemie, proteoomanalyse en epigenetische signalisatie (PPES)
Onderzoekers: • Sylvia Dewilde • Francesca Germani
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUB-Goethe Universitat (Frankfurt)_Stefanie Weil Vrije Universiteit Brussel Abstract: Joint PhD overeenkomst voor Stefanie Weil Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • GUSTAAF GEERAERTS
Kunstveilingen op het snijpunt van cultuur en economie. Schilderijenconsumptie en -distributie in Antwerpen en Brussel tijdens de achttiende eeuw. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project heeft als doel een verklaring te bieden voor het opmerkelijke succes van de kunstveiling als kanaal voor cultuur-consumptie en ¿distributie in de eeuw van de verlichting: welke waren de socio-culturele en economische randvoorwaarden die het mogelijk maakten dat het veilingcircuit in een periode van snel verschuivende smaken en de opkomst van de gespecialiseerde winkel toch een grote stempel kon drukken op de eigentijdse cultuurbeleving? Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Filip Vermeylen • Dries Lyna
(Zelf-)organisatie, dynamica en transport in begrensde systemen. Universiteit Antwerpen Abstract: Doelstellingen 1. Onderzoek naar het effect van de eindige grootte van het systeem. Studie naar kristallisatie, smelten, glasvorming. 2. Onderzoek naar de lineaire en niet lineaire dynamica van zulke systemen onder invloed van een externe kracht. ¿ Lineair: Onderzoek naar diffusie eigenschappen in een polydispers systeem en de invloed van de dimensionaliteit van het systeem. ¿ Niet-lineair: Het onderzoek naar de invloed van een vloeistofstroom waarin zich colloïdale deeltjes bevinden. Hierbij wordt nagegaan onder welke voorwaarden er scheiding tussen de verschillende soorten deeltjes optreedt. De stroom van deeltjes in een monodispers systeem in een rooster zal onderzocht worden. Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers:
• Francois Peeters • Kwinten Nelissen
Studie van HIV resistentie in de vrouwelijke genitale tractus dmv. proteoomanalyse. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project wensen we de mechanismen te bestuderen welke aan de grondslag liggen van in vivo HIV-resistentie zoals deze voorkomt bij Exposed SeroNegatives (ESNs). Vaginale lavages van ESNs zullen door differentiële proteoomanalyse onderzocht worden op antimicrobiële peptiden, of combinaties hiervan, die efficiënt zijn in het in vivo bestrijden van HIV infectie in de vagina. Tevens verschaft dit werk ons een map van de verschillende eiwitten en peptiden die aanwezig zijn in de vagina, waardoor de basis gelegd wordt voor onderzoek naar cervicovaginale biomerkers welke corresponderen met aandoeningen van de vrouwelijke genitale tractus. Organisaties: • Proteïnechemie, proteoomanalyse en epigenetische signalisatie (PPES)
Onderzoekers: • Xaveer Van Ostade • Geert Zegels
Anomale diffusie en risicocontrole Universiteit Gent Abstract: De bedoeling van dit project is om na te gaan in hoeverre klassieke vloeistoffen model kunnen staan voor de dyanmica van beurzen. Hiervoor wensen we na te gaan of er condities van anomale diffusie in vloeistoffen kunnen gegenereerd worden via numerieke modelering. Verder zal er ook getracht worden een duidelijke link te leggen tussen anomale diffusie en modellen voor risicoanalyse in de economie. Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Jan Ryckebusch
De rol van de aangeboren immuunrespons in neurodegeneratie en neuroprotectie. Universiteit Antwerpen Abstract: Met dit project wensen we ons te focussen op de rol die de aangeboren immuunrespons speelt binnen de context van een perifere neurodegeneratie. Meer specifiek wensen we na te gaan of we een betere kennis van de balans tussen neuroprotectieve en neurodegeneratieve aspecten van de immuunrespons kunnen aanwenden in een mogelijke therapie. In dat opzicht zouden we lichaamseigen processen kunnen stimuleren om tot herstel en neuroregeneratie te komen, wat mogelijk tot een completer herstel zou kunnen leiden dan wanneer we slechts op één enkel aspect van neuroregeneratie inspelen (bv. stimuleren van axonale uitgroei door toediening van neurotrofe factoren). Organisaties: • VIB DMG - Perifere Neuropathieën
Onderzoekers: • Vincent Timmerman • Sophie Janssens • Kristof Van Avondt
Ontwerp volgens grenstoestanden van modulaire constructies met stijve schaalelementen in cementcomposiet. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Probleemstelling In het kader van duurzaam ontwerpen, wordt steeds vaker gestreefd naar een minimum aan materiaal. Klassieke constructies benutten een belangrijke hoeveelheid materiaal, enkel voor het dragen van het eigengewicht. Lichtgewicht constructies kunnen hiervoor een alternatief bieden. Ook kunnen de afmetingen geoptimaliseerd worden door zoveel mogelijk in de meest efficiënte belastingstoestand van uniforme spanning te werken. Echter, sollicitatie in druk leidt tot knikgevaar, en sollicitatie in trek tot uitwendige verankeringsproblemen. Organisaties: • Mechanica van Materialen en Constructies • Geografie
Onderzoekers: • Tine TYSMANS • JAN WASTIELS
Mappingsonderzoek architectuurcultuurbeleid Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Bestuur en beleid
Onderzoekers: • Ellen Wayenberg • Junior Burssens
Soepele actuatie voor humanoïde robots. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project past in het onderzoek naar tweebenig robots stappend over ongestructureerd terrein. Dit is nog een onopgelost probleem binnen de ontwikkeling van humanoïde of menselijke robots. Het doel van humanoïde robots is ze o.a. in te zetten als service robots in huizen, kantoren... omgevingen geoptimaliseerd naar de mens. De machine met de grootste potentialiteit om efficiënt te opereren in een dergelijke omgeving heeft waarschijnlijk de vorm en analoge functionaliteiten als een mens, zijnde een humanoïde robot. Onderzoek heeft ook uitgewezen dat mensen liefst met een evenbeeld samenwerken. Een belangrijke voordeel van stappende robots is de verhoogde mobiliteit in vergelijking met robots met wielen, in het bijzonder in een omgeving met obstakels en trappen. Stappende robots hebben enkel een discreet aantal geïsoleerde steunpunten nodig, terwijl robots met wielen een min of meer continu pad vereisen. Grootste moeilijkheid bij de controle van tweebenige robots is het garanderen van de dynamische stabiliteit. Verschillende strategieën zijn ontwikkeld om trajecten te genereren om robots over vlak terrein te laten stappen of om een trap te beklimmen. Dikwijls wordt het zero moment point (ZMP) gebruikt al stabiliteitscriterium om de dynamische stabiliteit na te gaan. Binnen het domein van trajectgeneratie heeft de aanvrager twee strategieën succesvol geïmplementeerd in de pneumatische robot Lucy: de eerste is gebaseerd op de inverted pendulum principe maar waar de objectieve stapparameters (staplengte, voetlift en stapsnelheid) van stap tot stap veranderd kunnen worden, de andere is gebaseerd op een preview controle van het ZMP. Door het gebruik van soepele actuatoren zijn passieve stappers in staat om met minimaal energieverbruik voort te bewegen door gebruik te maken van de natuurlijke dynamica van het systeem, dit in contrast met de traditionele elektrisch aangedreven robots die zeer veel energie verbruiken. De ontwikkeling van de stappende robot Lucy kaderde in dit onderzoek: de combinatie van trajectgeneratie en het aanpassen van de soepelheid om alzo de natuurlijke dynamica aan te
passen in functie van het opgelegde traject. De robot Lucy is aangedreven door geplooide pneumatisch artificiële spieren (GPAS), waarvoor in een antagonistische opstelling zowel het koppel als de soepelheid instelbaar is. Op een hoger controle niveau zijn er verschillende algoritmes voor path planning in ontwikkeling die de objectieve stapparameters (de input voor de trajectgeneratoren) en de beweging van het bovenlichaam gaan bepalen. Bekend onderzoek in dit domein is uitgevoerd door Kuffner. Hij ontwikkelde methodes om humanoïde robots in een complexe omgeving een bepaald doel te laten bereiken, hierbij gebruik makend van de volledige mogelijkheden van de robot. Zo kan de robot over obstakels stappen, zij en voorwaarts stappen, meubilair verplaatsen,... Yoshida concentreert zich op het manipuleren van objecten in dergelijke omgevingen. Probleembeschrijving Robots hebben nog steeds grote moeilijkheden om zich voort te bewegen over een terrein waar ze in principe bevoordeeld zouden moeten zijn ten opzichte van robots met wielen: ruw en ongestructureerd terrein. Wanneer de meest geavanceerde robot Asimo van Honda een show komt geven staat er in de technische vereisten dat de ondergrond geen onregelmatigheden mag hebben die groter zijn dan 2mm of hellingen steiler dan 1°. Ook gladde of veerkrachtige vloeren zijn niet toegelaten. Voor de HRP-2 van Kawada Industries is een stabilizer ontwikkeld om beperkte oneffenheden en storingen te kunnen opvangen. Zonder deze stabilizer is de robot niet in staat om te stappen, zelfs niet over vlak terrein. Ook hier zijn de oneffenheden beperkt: gaten mogen niet dieper zijn dan 2mm en hellingen moeten kleiner zijn dan 5°. Niets is echter gepubliceerd over de algoritmes van deze stabilizer en gedurende het onderzoek van de aanvrager in Japan op de HRP-2 werd er ook geen toegang verleend tot de code. Via stereo visie is het mogelijk om een terreinmap op te bouwen. Het genereren van dergelijke 3D mappen is echter zeer rekenintensief en moet real-time gebeuren. Bovendien verlopen er in de computer van de robot nog andere processen simultaan zoals path planning, trajectgeneratie, stabilizer,... Uitgaande van deze 3D gegevens is het dan mogelijk om de posities voor de voeten neer te zetten te selecteren en vervolgens dynamische stabiele trajecten te genereren. Zo heeft de aanvrager gedurende zijn onderzoek in JRL (AIST, Tsukuba, Japan) meegeholpen aan strategieën om HRP-2 dynamisch over obstakels te laten stappen. De visie-systemen hebben echter een fout die bijvoorbeeld voor de HRP-2 20mm bedraagt wanneer de robot stilstaat, een fout die sterk toeneemt wanneer de robot in beweging is. Er is duidelijk een leemte tussen de oneffenheden die de robot kan zien (en dus rekening mee kan houden in zijn trajectgeneratie) en waarover de robot kan wandelen zonder initieel de structuur te kennen. Dit is het probleem waarvoor het project een antwoord zal bieden door zich te focussen op soepele actuatie in de enkelgewrichten. Doel en werkwijze van het project Het doel is dat de robot over ongestructureerd terrein kan stappen waarvan de oneffenheden tot een halve voetlift mogen gaan zonder dat de robot dit initieel weet. Bij hogere obstakels moet het visie-systeem tussenkomen zodanig dat de trajecten kunnen aangepast worden. De meeste robots worden aangedreven door elektrische motoren. Om voldoende koppel te kunnen genereren worden ze uitgerust met een reductie-element, dikwijls een harmonic drive dewelke de actuator stijf maakt. De (high-gain PD) positie controle zal krachten ontwikkelen om de gewenste positie te tracken. Voor een ongekend terrein is dit een nadeel omdat het de krachtenuitwisseling tussen voet en grond is die de voortbeweging van de robot gaat bepalen, terwijl er juist geen controle is over deze krachten indien de robot positie-gestuurd is. Daarom is soepele actuatie vereist. Deze kan bekomen worden op twee verschillende manieren: actieve feedback soepelheid en passieve soepelheid. Actieve feedback soepelheid wordt typisch bekomen door aan de elektrische motor met reductieelement een kracht/koppel sensor bij te voegen; de soepelheid wordt dan verwezenlijkt in de controller. Voordeel van dergelijke aanpak is dat tracking heel goed is. De ontwikkeling van een dergelijk controle-algoritme is belangrijk omdat de meerderheid van de robots aangedreven wordt door elektrische motoren. Nadeel van actuatoren met actieve soepelheid is de gelimiteerde bandbreedte, ze kunnen geen schokken absorberen en kunnen geen energie opslagen, nuttig om sneller te stappen en te lopen. Passief soepele actuatoren hebben hiervoor een beduidend voordeel omdat ze impacten kunnen opvangen, energie opslagen en de natuurlijke dynamica kunnen exploiteren. De controle van dergelijke actuatoren is wel moeilijker, vooral bij trajecttracking. De controle van deze actuatoren om over ongestructureerd terrein te stappen zal bestudeerd worden in een tweede fase van het project. Het is essentieel om naast het uitvoeren van simulaties, de ontwikkelde controlestrategieën ook praktisch te implementeren in robots. Binnen de robotica en specifiek in gerenommeerde tijdschriften wordt er immers veel belang gehecht aan de praktische validatie van onderzoek. Een mogelijk bewandelbare piste is het aankopen van een commerciële robot. De bestaande tweepotige robots kunnen onderverdeeld worden in 2 grote groepen. De volledige humanoïde robots als HRP-2 (Kawada industries) en CB (Sarcos). Deze robots zijn echter te duur om aangekocht te worden door onze onderzoeksgroep. De leasing bijvoorbeeld van de HRP-2 robot kost 400.000EURO voor een periode van 4 jaar, de kostprijs voor de Sarcos robot is 1 miljoen EURO. Bijkomend nadeel is dat stukken van de software en hardware ontoegankelijk zijn en alzo het onderzoek belemmeren. Aan de andere kant zijn er de hobby-robots als de Kondo robot, Robonova, Pino met prijzen variërend tussen 1000-4000EURO. De capaciteiten van de robots zijn echter ontoereikend om ingezet te worden in het beoogde project. Het eerste type van controller zal geïmplementeerd worden op een humanoïde robot aangedreven door de traditionele positie gecontroleerde motoren. Door een kracht/koppel sensor in beide voeten kan de actieve soepelheid geïntroduceerd worden in de controle architectuur. Dit onderzoeksluik zal uitgevoerd worden in samenwerking met het Italian Institute of Technologie (IIT) in Genua. Daar beschikken ze over de zeer geavanceerde humanoïde onderzoeksrobot: de CB van Sarcos. De robot is aangedreven door hydraulische servoactuatoren, waarvoor telkens het koppel opgemeten wordt, en heeft 50 vrijheidsgraden. Voor dit luik is een mobiliteitstoelage bij het FWO aangevraagd. Het tweede luik zal geïmplementeerd worden in een robot met passief soepele actuatoren. Vermits dergelijke robots niet commercieel beschikbaar zijn, zal een robot gebouwd worden. De robot, die enkel in het sagittaal vlak zal kunnen stappen, zal tenen hebben zodanig dat grotere stappen genomen kunnen worden en een meer natuurlijk en sneller stappatroon bekomen kan worden. Robots zonder tenen kunnen immers geen push-off (heel-off) genereren omdat het lijncontact gevormd tussen de voorkant van de voet en de grond te instabiel en onvoorspelbaar is. De gepatenteerde MACCEPA actuator, ontwikkeld aan de onderzoeksgroep R&MM, zal gebruikt worden. De evenwichtspositie en de soepelheid van deze actuator kunnen onafhankelijk ingesteld worden, elk door een servo-motor. Deze actuator kan gemaakt worden met standaard componenten en het verwijderen van de veer uit de actuator maakt van de robot een klassieke positiegestuurde robot. De controlealgoritmes van de eerste projectfase kunnen bijgevolg uitgetest worden. De controle van de MACCEPA is ook eenvoudiger dan de pneumatische spieren. Ten eerste omdat de controle van evenwichtpositie en soepelheid ontkoppeld is en omdat de karakteristieken van de MACCEPA meer lineair zijn. De voet zal uitgerust worden met kracht/koppel-sensoren om het Zero Moment Point (ZMP) te meten dat nodig is voor de controle architectuur. De te ontwikkelen controlearchitectuur van de robot zal bestaan uit verschillende delen. Een traject generator zal uitgaande van de objectieve stapparameters dynamisch stabiele trajecten genereren uitgaande van het ZMP stabiliteitscriterium. Een tweede unit is de trajectory tracking controller voor de heup en de knieën. Een derde controller zal het koppel en de soepelheid van de enkelgewrichten regelen en zo nodig de trajecten aanpassen zodanig dat de dynamische stabiliteit gegarandeerd blijft onder de storingen zoals de grote oneffenheden van de grond. Eerst zullen de ontwikkelde strategieën getest worden in simulatie alvorens ze geïmplementeerd worden in de echte robot. Conclusie: De aanvrager heeft ervaring in het bouwen van stappende robots, de controle van stappende robots en soepele actuatoren. Dit project is dan ook een logische voortzetting van zijn onderzoek in een onopgelost domein als stappen over ongestructureerd terrein. Organisaties: • Toegepaste Mechanica
Onderzoekers: • Bram VANDERBORGHT
Epigenetische sturing van genexpressie bij borstkanker. Universiteit Antwerpen Abstract: Epigenetische sturing van genexpressie bij borstkanker. Organisaties: • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • Eric Van Marck • Ilse Van der Auwera
De directe gevolgen van vehoogde vrije verzurenconcentraties in het bloed op de viabiliteit van ovariële follikels en de ontwikkelingscompetenties van de eicel: diermodel. Universiteit Antwerpen Abstract: Heel wat epidemiologische studies hebben overtuigend aangetoond dat metabole veranderingen in het lichaam, geassocieerd met de wereldwijd toenemende incidentie van van obesitas, metabool syndroom of diabetes mellitus type II, nefaste gevolgen kunnen hebben op de vruchtbaarheid bij de mens. De gevolgen van met obesitas en diabetes geassocieerde hyperglycemie op de eicel- en embryokwaliteit werd reeds uitvoerig bestudeerd bij muizen en ratten. In dit onderzoeksvoorstel ligt de nadruk echter op een ander kenmerk van deze metabole aandoeningen: de hoge vrije vetzuren concentraties in het bloed. De interesse van de humane geassisteerde reproductiewereld in een bovien model dat gebruikt wordt om de effecten van verhoogde vrije vetzuren concentraties op de eicelontwikkelingscompetentie, granulosacelviabiliteit en ¿functie en de onderlinge mechanismen hiervan na te gaan , zet ons aan tot verder onderzoek. Organisaties: • Veterinaire fysiologie en biochemie
Onderzoekers: • Peter Bols • Veerle Van Hoeck
Neurochemische karakterisatie van gedragsstoornissen bij dementie. Universiteit Antwerpen Abstract: Primaire doelstelling: Identificeren van correlaties tussen neurotransmittersystemen en -concentraties in specifieke hersenregio's en BPSD bij patiënten met diverse neuropathologisch geconfirmeerde neurodegeneratieve en gemengd degeneratieve-vasculaire vormen van dementie. De voorspellende waarde van veranderde neurotransmitterconcentraties (= neurochemische merkers) voor bepaalde gedragsprofielen bij dementie zal eveneens worden nagegaan Organisaties: • Neurochemie en gedrag
Onderzoekers: • Peter De Deyn • Sebastiaan Engelborghs • Yannick Vermeiren
Gezonde paardemelk: wetenschap of fictie? Een onderzoek naar atherosclerotische eigenschappen van paardenmelkvet Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Levensmiddelen- en Agrotechnologie
Onderzoekers:
Opstellen van een verkennende nota over schijnhuwelijken. Universiteit Antwerpen Abstract: Het betreft hier het opstellen en de redactie van een nota over schijnhuwelijken die aanzet tot reflectie en aanbevelingen en pistes voor verder onderzoek formuleert. Organisaties: • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
Numerieke analyse van hiërarchische methoden voor fase veld problemen. Universiteit Antwerpen Abstract: Numerieke analyse van hiërarchische methoden voor fase veld problemen. Organisaties: • Toegepaste wiskunde en numerieke analyse
Onderzoekers: • Wim Vanroose • Nico Schlömer
Het onderliggend neuraal substraat bij impliciet motorisch sequentieel leren: onderzoek door middel van fMRI Universiteit Gent Abstract: Door middel van een specifiek 'Serial Reaction Time Task' paradigma en functionele MRI, zullen de hersenstructuren in kaart gebracht worden die een rol spelen bij het impliciet leren van motorische sequenties. Vervolgens zal het impliciet motorisch sequentieel leren bestudeerd worden vanuit een ontwikkelingsperspectief door onderzoek bij kinderen. De geobserveerde ontwikkelingstendenzen zullen daarbij gerelateerd worden aan de onderliggende neurale mechanismen. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Wim Fias
Identificatie van genen voor otosclerose. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project, dat de identificatie van otosclerosegenen beoogt, maakt deel uit van het algemene onderzoek naar de etiologie van erfelijke doofheid in onze onderzoeksgroep. Het project bestaat uit twee luiken. Traditionele positionele kloneringstechnieken zullen gebruikt worden om genen voor monogene vormen van otosclerose te identificeren. Anderzijds zullen nieuwe technieken toegepast worden om genetische factoren te identificeren die betrokken zijn bij complexe vormen van otosclerose. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Guido Van Camp • Isabelle Schrauwen
Methodes voor genetisch epidemiologisch onderzoek naar complexe ziektes op basis van dense SNP datasets. Universiteit Antwerpen Abstract: De beschikbaarheid van DNA microarrays die het mogelijk maken om op een geautomatiseerde manier 100,000en single nucleotide polymorphisms (SNPs) te typeren, heeft een revolutie teweeggebracht in de menselijke genetica. Via genoomwijde associatiestudies is men begonnen aan de ontrafeling van de genetische basis van verschillende complexe ziektes. De doelstellingen van dit project zijn: 1) de ontwikkeling van nieuwe methodes voor het in kaart brengen van ziektegenen op basis van dense SNP data, 2) het evalueren van het potentieel voor op koppelingsonevenwicht-gebaseerde genoomwijde studies in een geïsoleerde populatie, de Finse Saami, en 3) de identificatie van genen betrokken bij de etiologie van presbyacusis en niet-syndromale doofheid. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Jeroen Huyghe • Guido Van Camp
Development of a micro-array spotting system for DNA analysis (MICROSPOT) Universiteit Hasselt Abstract: Het voorstel maakt deel uit van de ontwikkeling van een nieuwe, elektronische methode om erfelijk materiaal (DNA) even betrouwbaar op afwijkingen te kunnen screenen als klassieke genetische technieken met optische uitlezing, maar dan op een duidelijk snellere en goedkopere manier. Op het IMO heeft men recent een platform voor een DNA sensor ontwikkeld op basis van synthetisch diamant dat voldoet aan alle vereisten (snel, goedkoop, gebruiksvriendelijk). Dit concept zal geïmplementeerd worden in een elektronisch DNA-array met minstens 400 afzonderlijke gevoelige spotjes die simultaan uitgelezen kunnen worden. Hierdoor kan men voldoende DNA-afwijkingen in kaart te brengen die aan de grondslag van een bepaald ziektebeeld liggen. Hiervoor zal een computergestuurde spotter machine ontwikkeld worden. Deze spotter machine moet in staat zijn om op een gecontroleerde manier minstens 400 mini spots met het te onderzoeken DNA aan te brengen op een diamantfilm van 2 cm X 2 cm. In een eerste stap zal enkelstrengig test-DNA met bekende eigenschappen op synthetische diamantfilms worden geprint. In een tweede stap enkelstrengig DNA van een patiënt aan deze spots met test-DNA toegevoegd voor hybridisatie. Hieruit zal blijken of de persoon bepaalde genetische kenmerken vertoont. Uit voorafgaand onderzoek [13] blijkt dat men via de elektronische aanpak zelfs puntmutaties kan detecteren. Deze minieme afwijkingen liggen aan de basis van talrijke ziektes en een verhoogde vatbaarheid voor multigene aandoeningen zoals kanker. Het gebruik van diamant heeft hierbij het grote voordeel dat de binding tussen het test-DNA en de diamantfilms is zo sterk dat de sensor regenereerbaar is terwijl conventionele analyses slechts eenmalig bruikbaar zijn. Als voorbeeld zullen we DNA van PKUpatiënten toetsen aan de nieuwe DNA arrays die zowel het gezonde gen vertegenwoordigen als alle mogelijke variaties hierop. Hiervoor beschikt BIOMED over een DNA collectie van ruim 1.000 patiënten met enkele honderden variaties aan mutatie-combinaties. Organisaties: • Materiaalfysica • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Ronald THOELEN
Ontwikkeling van een genexpressiehandtekening van celmotiliteit ter confrontatie met het genexpressieprofiel van het inflammatoire borstcarcinoom. (Dehousse Ridha LIMAME) Universiteit Antwerpen Abstract: Ontwikkeling van een genexpressiehandtekening van celmotiliteit ter confrontatie met het genexpressieprofiel van het inflammatoire borstcarcinoom. (Dehousse Ridha LIMAME) Organisaties: • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • Filip Lardon • Eric Van Marck • Marc Peeters • Patrick Pauwels
De context verbeeld. De visuele context als betekenisgenererende factor bij narratieve en figuratieve constructie van een beeldverhaal Universiteit Hasselt Abstract: In het huidige artistieke klimaat, waarin een graphic novel er al in slaagt om de shortlist te halen van de prestigieuze Libris Literatuurprijs 2008, wordt het beeldverhaal steeds meer als een volwaardig artistiek medium erkend. Net als bij elk zich autonomiserend medium heeft ook het beeldverhaal hierbij nood aan een specifiek ontwerptheoretisch kader. In de bestaande theoretische verhandelingen ligt de nadruk nogal eenzijdig op de gespannen verhouding tussen tekst en beeld, een problematiek die tot nu toe vooral vanuit een filmtheoretische invalshoek werd benaderd. Het voorliggende onderzoeksproject vertrekt van de hypothese dat het medium beeldverhaal over veel meer uniek potentieel beschikt. Het heeft dan ook de ambitie om op zoek te gaan naar het distinctive feature van het genre, naar datgene wat het fundamenteel onderscheidt van andere media zoals film, en een geheel uniek ontwerp mogelijk maakt. Hierbij speelt vooral een inventief gebruik van de visuele context een cruciale rol. Het is de bedoeling om de functionaliteit van deze visuele context te onderzoeken met het oog op de esthetische meerwaarde die dit kan bieden. Bijzondere aandacht gaat in dit onderzoek uit naar de wijze waarop door de visuele context betekenis wordt gecreëerd via codering, waardoor beeldenreeksen als een semiotisch te analyseren code gaan opereren. Deze codering wordt onderzocht via een artistiek onderzoek naar de vorm, de kleur en de combinatie van beide in zowel de figuratieve als narratieve constructie van een beeldverhaal. De masterscriptie van Tom Lambeens, Arme Indiaan, waarin wordt nagegaan hoe een minimale beeldtaal leidt tot een gelaagd en betekenisrijk beeldverhaal, fungeert hierbij reeds als een geslaagde eerste aanzet. Dit onderzoek beoogt in een dialectisch proces via literatuuronderzoek een specifiek op beeldverhaal toegepast semiotische analysemodel te construeren dat vervolgens kan worden gebruikt om onderzoekend te ontwerpen, waarbij het ontwerpresultaat op zijn beurt gebruikt wordt om het semiotische analysemodel te verfijnen en eventueel te verbeteren. Dat zal uiteindelijk resulteren in een ontwerptheoretische uitdieping van het genre vanuit een semiotisch en narratologisch perspectief, en de creatie van een beeldverhaal dat de grenzen van het medium aftast en verlegt. Organisaties: • Niet onderzoeksgroep gebonden projecten • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Bert WILLEMS
Wat verklaart socio-economische ongelijkheden in gezondheidsgedrag? Vaccinatie van kinderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project gaat op zoek naar verklaringen voor socio-economische ongelijkheden in gezondheidsgedrag, meerbepaald in het vaccinatiegedrag van ouders met betrekking tot hun kinderen. Ter illustratie: in 2005 kreeg in kansarme gezinnen in Vlaanderen 1 kind op 5 minstens 1 van de aanbevolen dosissen van het gecombineerd zuigelingenvaccin1 niet binnen de aanbevolen leeftijdsrange toegediend. In nietkansarme gezinnen ging het om 1 kind op 10 (Testelmans et al., 2006). Gelijkaardige ongelijkheden worden ook stelselmatig voor ander gezondheidsgedrag vastgesteld (Bury, 2005), maar de onderliggende mechanismen zijn onduidelijk. We combineren empirische (administratieve en enquête-) gegevens met gerandomiseerde experimenten om het relatief belang van de door ons naar voren geschoven mechanismen te meten en te kwantificeren. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme • Cornelius Van den Bosch • Eva Lefevere
Oost-Europese welvaartsregimes in Sociaal Europa. Een vergelijking van de architectuur en sociale adequaatheid van de inkomensbescherming voor ouderen in drie Oost-Europese landen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project handelt over de ontwikkeling en de sociale doelmatigheid van de Oost-Europese welvaartsregimes in het kader van 'Sociaal Europa'. Meer in het bijzonder wordt op de inkomenspositie van ouderen gefocust. Aan de hand van verschillende kwantitatieve technieken wordt de impact geschat van verschillen tussen landen en verschillen binnen landen doorheen de tijd met betrekking tot sociaal beleid op de inter-en intragenerationele inkomensongelijkheid. In het bijzonder wordt het belang onderzocht van verschillen in 'inkomenspakketten' (publieke en private pensioenen, compensatie van de uitgaven voor gezondheid en huisvesting, inkomen uit arbeid) voor de adequaatheid van de inkomens. Op deze manier draagt dit project bij tot een beter begrip van de impact van het sociaal beleid op ongelijkheid en armoede en wordt er een bijdrage geleverd aan de literatuur over de evolutie van welvaartsregimes. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Bea Cantillon • Tim Goedemé
Ontwikkeling van urokinase-type plasminogeen activator (uPA) inhibitoren als potentiële geneesmiddelen in antimetastase kankertherapie. Universiteit Antwerpen Abstract: Ontwikkeling van urokinase-type plasminogeen activator (uPA) inhibitoren als potentiële geneesmiddelen in anti-metastase kankertherapie. Organisaties: • Medicinale chemie (UAMC)
Onderzoekers: • Koen Augustyns • Jonas Messagie
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUBUniversité de Franche-Comte_Al Sakka Monzer Vrije Universiteit Brussel Abstract: Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUB-Université de FrancheComte_Al Sakka Monzer Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Monzer AL SAKKA • PETER VAN DEN BOSSCHE • JOERI VAN MIERLO
Dataverzameling Sharelife (Golf 3 Share-Vlaanderen). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project omvat de data-verzameling van Share-life (Golf 3). Zie http://www.share-project.org/ voor meer informatie Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Oorsprong, evolutie en adaptieve rol van feromonen bij Anura. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Inleiding In tegenstelling tot Caudata (salamanders), hebben Anura (kikkers en padden) in hun evolutie een efficiënte akoestische communicatie tussen de geslachten ontwikkeld. Daardoor werd tot recent aangenomen dat chemische communicatie bij kikkers grotendeels aan belang verloren heeft. Hoewel slechts één feromoon bij Anura geïsoleerd en gekarakteriseerd is1, 2, geven gedragstests sterke aanwijzingen dat deze molecules nog bij alle grote evolutieve lijnen van kikkers aktief zouden kunnen zijn3-6. Die feromonen worden heel waarschijnlijk uitgescheiden door sexueel dimorfe klieren, i.e., klieren die enkel verschijnen bij mannetjes tijdens de voortplantingsperiode. Dergelijke klieren bestaan in een groot aantal onverwante families, wat wijst op meerdere evolutieve oorsprongen (convergentie) en/of verlies in onafhankelijke lijnen van Anura. Voorbeelden van sexueel dimorfe klieren zijn femorale klieren (fig. 1a, vb. Nyctibatrachidae, Mantellidae, Petropedetidae, ...) en humerale klieren (fig. 1c, vb. Ranidae). Ook de zogenaamde paarkussens (fig. 1b) op de binnenste vinger (in veel families) delen verscheidene structurele en functionele karakteristieken met huidklieren, en zijn waarschijnlijk evolutief ontstaan uit dezelfde parentale klieren7. Alhoewel de aanof afwezigheid, en de vorm van deze klieren gebruikt worden voor taxonomische classificatie, blijven de secreties, en dus de functie van deze klieren nog zo goed als onbekend. Bovendien werd recent aangetoond dat bij soorten die ogenschijnlijk geen klieren hebben, toch sexueel dimorfe, en gespecialiseerde dorsale huidkliertjes aanwezig zijn, die volgens histochemische proeven vooral proteïnen uitscheiden6. Chemische communicatie zou dus toch algemeen kunnen zijn bij Anura, en kan vooral aan belang gewonnen hebben bij soorten die leven in luidruchtige
habitats, zoals bergriviertjes, waar ook visuele communicatie - footflagging, het signaleren met kleuren op de onderzijde van de poten verscheidene keren onafhankelijk ontstaan is. Dit mag blijken uit twee voorbeelden: (1) In Europese bruine kikkers (Rana), die geen kwaakblazen hebben en slechts een knorrend geluid kunnen voortbrengen, blijken mannetjes tijdens de voortplanting microscopische, dorsale huidkliertjes te ontwikkelen. Dergelijke klieren zijn niet aanwezig bij vrouwtjes, noch bij de nauwverwante roepende kikkers.6 (2) In tegenstelling tot de meeste kikkers, is bij sommige stroombewonende kikkers (Nyctibatrachidae) van de Western Ghats bergketen van India geen amplexus (i.e., mannetje dat vrouwtje met zijn armen omklemt) aanwezig tijdens de ei-afzetting (persoonlijke observatie). Het blijft echter wel noodzakelijk dat er kort voor de eiafzetting fysiek contact is tussen mannetje en vrouwtje. Dit gedrag zou kunnen gelinkt zijn met het afscheiden van feromonen ter stimulatie van eiafzetting. Doelstellingen 1) Identificatie en karakterisatie van nieuwe feromoonpeptiden bij amfibieën. 2) Testen van de exacte functie van die feromonen (courtship, rechtstreeks stimuleren ei-afzetting, ...). 3) Bepalen of feromonen eigen zijn aan het soort klier (femoraal, humeraal, paarkussens, ...), aan de fylogenetische positie van de soort, of aan hun levenswijze (vb. terrestrisch versus aquatisch). 4) Onderzoeken van het relatief belang van verschillende genetische mechanismen die aan de basis liggen van de feromoonpeptide diversiteit. 5) Bepalen van de mate waarin de evolutie van feromoonpeptiden (via seksuele signaaldifferentiatie) de versnelde oorsprong van soorten in een representatieve evolutieve radiatie heeft beïnvloed. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • Franky BOSSUYT
Sociale relaties en consumptieve praktijken van de Antwerpse elite (17de-18de eeuw). Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar de sociale relaties die schuilgaan achter en vorm krijgen door consumptieve praktijken via kwantitatief en kwalitatief onderzoek naar het verloop van goederen/diensten en handelspartners aan de hand van huishoudjournalen, huishoudelijke rekeningen en briefwisseling toebehorend aan leden van de Antwerpse elite uit de 17de-18de eeuw. Door na te gaan wat er waar en bij wie werd aangekocht, wordt getracht het consumptief sociaal netwerk en de flow-verbruikspatronen te reconstrueren vanuit de actoren zelf, en aldus het hoe en waarom te ontdekken achter consumptieve praktijken, de daaraan verbonden sociale relaties (krediet, reciprociteit, etc.), de omgang met goederen, en eventuele evoluties ter zake. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Tom De Roo
Onderzoek naar de neurofysiologische interacties tussen de lagere urinewegen en het anorectum. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van de studie is om verder neurofysiologisch inzicht te verwerven in de interacties tussen de lagere urinewegen en het anorectum aan de hand van dierexperimentele modellen die op punt staan in de laboratoria Urologie (Prof. Wyndaele) en Gastro-Enterologie (Prof. Pelckmans). Organisaties: • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Benedicte De Winter • Paul Pelckmans • Stefan De Wachter • Michel Wyndaele
Carcoxypeptidase M, substraten en liganden. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van dit project is het opsporen van interactiepartners van humaan carboxypeptidase M (CPM). Dit onderzoek heeft twee facetten. Enerzijds bestuderen we de interactie met bioactieve peptiden die als substraat fungeren voor de carboxypeptidase activiteit. Anderzijds onderzoeken we een mogelijke rol van dit membraaneiwit in cel-cel interacties, extracellulaire matrix interacties en cel migratie. Organisaties: • Medische biochemie
Onderzoekers: • Anne-Marie Lambeir • Dirk Hendriks • Catherine Denis
Kinetische modellering van de AtoomTransferRadicalaire Polymerisatie van styrenen Universiteit Gent Abstract: 1. Experimenteel onderzoek van de homopolymerisatie van styrenen om de invloed van de procescondities en de structuur van de reactiepartners op de kinetiek en de polymeereigenschappen na te gaan. 2. Ontwikkeling van fundamenteel kinetisch model voor de AtoomTransfer Radicalaire Polymerisatie van styrenen in bulk en in oplossing. In dit kinteisch model worden diffusie en ketenlengte-afhankelijkheid van de senheidscoëfficiënten beschouwd. Organisaties: • Vakgroep Chemische proceskunde en technische chemie
Onderzoekers: • Guy Marin
Het belang van fenotypische plasticiteit voor de evolutie van kannibalisme bij Zuid-Amerikaanse tandkarpers. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project zal worden nagegaan in hoeverre fenotypische plasticiteit in morfologischem prestatieen/of life history kenmerken van belang is in de evolutie van kannibalisme in Zuid-Amerikaanse tandkarpers (annual killifish; Rivulidae, Cypridontiformes). De familie van de Rivulidae omvat de Amerikaanse tandkarpers, waartoe meer dan 300 soorten behoren. Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Beatrijs Vanhooydonck • Raoul Van Damme
Ontwikkeling en mechanistische karakterisatie van functionele humane hepatocyten afkomstig van postnatale progenitor/stamcellen: een nieuw in vitro model voor vroeg preklinisch onderzoek van nieuwe geneesmiddelen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 1) Situering en motivatie van het onderzoekproject Geneesmiddelen-ontwikkeling beoogt de identificatie van farmacologisch actieve geneesmiddelen-kandidaten met een veilig toxicologisch profiel. Traditioneel wordt de risico-evaluatie van nieuwe chemische entiteiten voor humaan gebruik vooral uitgevoerd op levende proefdieren. Ethische, wetenschappelijke en economische beweegredenen, meer bepaald extrapolatieproblemen van dier naar mens, verstrengde veiligheidscriteria alsook het toenemend aantal te screenen moleculen hebben geleid tot de ontwikkeling van high-throughput in vitro modellen voor preklinische doeleinden (1). De huidig bestaande hepatische in vitro modellen zijn echter beperkt in levensduur en onderhevig aan dedifferentiatie met verlies van leverspecifieke functies tot gevolg (2-6, http://minf.ac.be/~fafy). Daarenboven zijn ze, gezien het gebrek aan gezond humaan leverweefsel (3, 6-10), voornamelijk afgeleid van knaagdieren, en bijgevolg qua biotransformatiecapaciteit en toxiciteitstarget niet echt representatief voor de humane situatie (11-12). Een potentieel alternatief is het gebruik van stamcel-technologie om functionele menselijke hepatocyten aan te maken. Humane postnatale stamcellen beschikken immers over een uniek zelfvernieuwend en multipotent vermogen, inclusief de productie van functionele hepatische cellen (13). De dienst FAFY heeft de voorbije jaren een expertise uitgebouwd, niet alleen in het ontwikkelen van in vitro modellen, gebaseerd op hepatocyten maar ook vertrekkende van postnatale stamcellen. Zo werd, in het kader van het doctoraat van de aanvrager van het huidige project, aangetoond dat neonatale rat leverepitheelcellen (RLEC) van biliaire oorsprong en adulte beenmergstamcellen, meer bepaald rat multipotente progenitorcellen (MAPC) en humane mesenchymale stamcellen (MSC), hepatische differentiatie ondergaan mits blootstelling van deze cellen aan hepatogene factoren. Dit gebeurt op sequentiële wijze volgens hun secretiepatroon tijdens de embryonale leverontwikkeling in vivo en niet volgens de traditionele gelijktijdige additie van een mengsel van deze factoren (14-20). Histon hermodellering via toediening van de histon deacetylase (HDAC) inhibitor trichostatin A (TSA) bevordert hierbij significant hun ontwikkeling tot volwaardige functionele en metabolisch induceerbare hepatische cellen (14,16,17,19). In het voorgesteld post-doc project zal, omwille van ethische, medische en economische beweegredenen die gepaard gaan met het gebruik van beenmergstamcellen, ook het hepatisch potentieel van MSC, afkomstig van beter toegankelijke en gemakkelijke verkrijgbare humane weefselbronnen (zoals humane huid en onderhuids vetweefsel) onderzocht worden. Deze bronnen bieden het bijkomend voordeel dat ze afkomstig zijn van vrijwilligers uit alle leeftijdscategorieën. Huidige strategieën ter isolatie, selectie, opzuivering, expansie en differentiatie van stamcellen zijn niet gestandaardiseerd. Vooral de onnauwkeurige definitie van het startmateriaal vormt een hindernis voor het in vitro gebruik van stamcellen. Zo ontbreekt voor zowel hematopoïetische, mesenchymale als leverstamcellen een up-to-date karakterisatie qua fenotype en functionaliteit (21-23). Deze heterogeniteit in initiële celpopulaties, bestemd voor transdifferentiatie, belemmert een accurate, onderlinge vergelijking van bekomen resultaten tussen verschillende onderzoeksgroepen. Dit hyaat kan zelfs verantwoordelijk zijn voor gerapporteerde niet-reproduceerbare resultaten. Standaardisatie is dus een 'conditio sine qua non' voor in vitro farmaco-toxicologisch onderzoek én klinische toepassing in de toekomst. In een eerste fase van het vooropgesteld post-doc project zal gezocht worden naar specifieke merkers ter isolatie en opzuivering van plastische stamcelpopulaties, die bij voorkeur voorbestemd zijn om hepatische differentiatie te ondergaan. Ook de moleculaire signaaltransductie-cascades, die verantwoordelijk zijn voor de hepatische transitie van stamcellen zijn nog niet opgehelderd. Het tweede luik van het huidig project zal hierop toegespitst worden. Uitgaande van bekomen resultaten, worden stamcellen met geselecteerde transcriptiefactor-genen getransfecteerd ter (i) initiatie van de cascades betrokken bij hepatische differentiatie en (ii) bevordering van de hepatische efficiëntie en competentie in vitro. Tenslotte zal als eindpunt van het post-doc project de functionaliteit van de verkregen hepatische cellen uit stamcellen onder in vivo condities bestudeerd worden, wat dan weer een interessant gegeven oplevert voor verdere ontwikkeling naar meer klinisch gerichte toepassingen zoals transplantatie. 2) Doelstellingen Het ontwikkelen en mechanistisch karakteriseren van een nieuw gestandaardiseerd in vitro model van humane hepatocyten uitgaande van postnatale progenitor/stamcellen in preklinische veiligheidsstudies van geneesmiddelen. 1) Ragan I (2006) NC3Rs. 2) Vanhaecke and Rogiers (2006) Methods Mol Biol 320: 209-227. 3) Papeleu et al. (2002) Transworld Research Network, Kerala, India, vol 1, pp 199-234. 4) Papeleu et al. (2003) J Hepatol 39: 374-382. 5) Papeleu et al. (2006) Curr Enzyme Inhibit 2: 91-104. 6) LeCluysse et al. (1995) Adv Drug Del Rev 22: 133-186. 7) Rogiers V et al. (1995) Toxicol In Vitro 9: 685-694. 8) Gomez-Lechon et al. (2003a) Curr Drug Metab 4: 292-312. 9) Gomez-Lechon et al. (2003b) Altern Lab Anim 31: 257-265. 10) Gomez-Lechon et al. (2004) Curr Drug Metab 5: 443-462. 11) Rogiers (1993) VUB Press, Brussels, Belgium 77-115. 12) Woodward (1996) CRC Press Inc. and Open University of The Netherlands 415-443. 13) Allen et al. (2005) Transpl Immunol 15(2): 99-112. 14) PCT/EP2004/0012134 (VUB-014-PCT-PRIO1; Stem Cells) Differentiation of stem cells and stabilisation of phenotypical properties of primary cells. Applicant: VUB - Inventors: Rogiers V, Snykers S, Papeleu P, Vanhaecke T, Vinken M, Elaut G, Henkens T 15) PCT/EP2006/005622 Differentiation of cells. Applicant: VUB - Inventors: Rogiers V , Snykers S, Papeleu P, Vanhaecke T, Vinken M, and Henkens T 16) Snykers et al. (2003) Toxicol Lett 144(1): s56(196). 17) Snykers et al. (2006a) Altex 23: 400-405. 18) Snykers et al. (2006b) Toxicol Sci 94(2): 330-41. 19) Snykers et al. (2007a) BMC Dev. Biol: accepted. 20) Snykers et al. (2007b) Toxicol In Vitro, in press. 21) Sethe et al. (2006) Ageing Res Rev 5(1):91-116. 22) Szilvassy (2003) Arch Med Res 34(6): 446-60. 23) Dabeva and Shafritz (2003) Semin Liver Dis. 23(4): 349-362. 24) Rosenthal (2003) N Engl J Med 349: 267-274. 25) Ferrari et al. (1998) Science 279: 1528-1530. 26) Petersen et al. (1999) Science 284: 1168-1170. Organisaties: • Toxicologie, Dermato-cosmetologie en Farmacognosie
Onderzoekers: • Sarah SNYKERS
Fenotypering van humane beta cellen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is de karakterisatie van de beta cel populatie in humaan pancreasweefsel. Hiervoor werden volgende benaderingen gepland.
1. Identificatie van diverse beta cel fenotypes in pancreasweefsel. In een eerste faze probeerden we na te gaan of beta cellen die in geïsoleerde eilandjes van Langerhans voorkomen verschillen in functie en in proteïnen expressie met de beta cellen die als kleinere celaggregaten geïntegreerd zijn in het exocrien weefsel. Deze anatomische verscheidenheid werd eerder beschreven door ons laboratorium. 2. Meting van beta cel massa in de pancreas Uit literair onderzoek hebben we vastgesteld dat de gangbare methodes voor kwantificatie van de beta cel massa weinig of niet gevalideerd zijn, vaak onvoldoende duidelijk worden beschreven, en meestal vragen doen rijzen over de representativiteit van de gegevens. De methodes werden daarom aangepast en gevalideerd, in een eerste faze op rat pancreas. Later worden ze dan toegepast op de muis en op de humane pancreas. Organisaties: • Pathologische Biochemie en Fysiologie
Onderzoekers: • Marie CHINTINNE • DANIEL PIPELEERS
De berg baart een muis. Een onderzoek naar het gedrag van belangengroepen op het internationale niveau. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is om aan te tonen dat, hoewel lobbyen een sterk doelgericht karakter heeft, de doelgerichtheid op zich geen adequate verklaring biedt voor de politieke strategieën van veel belangengroepen. Veel is afhankelijk van contextuele factoren alsook het type organisatie. Om dit te onderbouwen concentreert mijn doctoraatsonderzoek zich op de volgende stellingen. Ten eerste, het gros van de internationale belangengroepen gaat niet voor beleidverandering, maar neigt er juist naar de status-quo te ondersteunen. Ten tweede, de mobilisatie van internationale belangengroepen is geen 'bottom-up' proces, maar wordt mede gestuurd door de noden van internationale organisaties. Ten derde, ook de organisatorische behoeften van belangenorganisaties is van belang bij het verklaren van hun gedrag. De stellingen onderzoek ik bij organisaties die actief zijn op het terrein van de WTO. Organisaties: • Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM)
Onderzoekers: • Jan Beyers • Marcel Hanegraaff
Sociale ongelijkheid en mobiliteit in de lange zestiende eeuw: 's-Hertogenbosch en haar Meierij. Universiteit Antwerpen Abstract: De historische belangstelling voor de dynamieken van sociale ongelijkheid is opvallend mager. Vooral met betrekking tot de laat middeleeuwse en vroegmoderne Nederlanden is verrassand weinig geweten over patronen van sociale en economische mobiliteit binnen haar talrijke steden. Gewapend met een aantal uitzonderlijke bronnen hoopt dit project bij te dragen tot onze kennis en begrip van de ongelijkheden en mobiliteiten van een typische ancien régime stad, en van de bijhorende processen van (re)productie. Intergenerationale transfers van allerlei goederen zullen een centrale plaats innemen in zowel analyse als theorie. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Peter Stabel • Jord Hanus
Eigen hart en bloedvaten: onderzoek en ontwikkeling Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Mechanica
Onderzoekers: • Peter Van Ransbeeck
Diagnostische moleculaire beeldvorming: een excellentienetwerk voor de identificatie van nieuwe moleculaire beeldvorming merkers voor diagnostische doeleinden (DIMI) Universiteit Antwerpen Abstract: Diagnostische moleculaire beeldvorming: een excellentienetwerk voor de identificatie van nieuwe moleculaire beeldvorming merkers voor diagnostische doeleinden (DIMI) Organisaties: • Bio-imaging
Onderzoekers: • Anne Marie Van Der Linden
De rol van een gewijzigde neuronale plasticiteit in het verlies van geurvermogen onderzocht in het transgeen ratmodel voor de ziekte van huntington gebruik makend van in vivo MRI. Universiteit Antwerpen Abstract: Gebruik makend van in vivo MRI zal de rol van neurogenese in het verlies van reukvermogen bestudeerd worden in een transgeen ratmodel van de ziekte van Huntington. Hiervoor zullen 1) in situ labeling van neuronale stamcellen en 2) Manganese Enhanced MRI gebruikt worden, twee revolutionaire in vivo MRI methodes. Organisaties: • Bio-imaging
Onderzoekers: • Nadja Van Camp
Aanbeveling "aanvraag labotests in de huisartsenpraktijk". Universiteit Antwerpen Abstract: Aanbeveling "aanvraag labotests in de huisartsenpraktijk". Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers:
• Paul Van Royen
Development of a Design Supporting tool for sustainable Achitecture (DESUSA-tool) Universiteit Hasselt Abstract: Doctoraal onderzoek in het domein van Herbestemming, met als onderwerp: Development of a DEsign SUpporting tool for Sustainable Architecture (DESUSA-tool). Doelstelling van het doctoraatsonderzoek is een hulpmiddel te ontwikkelen dat het creëren van duurzame architectuur stimuleert, dat wetenschappelijk gefundeerd is én dat de werkwijze en ontwerpvrijheid van de architect respecteert. Organisaties: • Niet onderzoeksgroep gebonden projecten
Onderzoekers: • Griet VERBEECK
Een studie vna nieuwe kwantitatieve convergentistructuren in de kanstheorie en hun toepassingen in de stochastische analyse en de niet-parametrische en parametrische statistiek. Universiteit Antwerpen Abstract: Een eerste pijler is de theoretische studie van enkele kwantitatieve convergentiestructuren in maattheoretische context, in het bijzonder op ruimten van kansvariabelen en kansmaten. We bestuderen in de eerste plaats nieuwe structuren die meer inzicht verschaffen in de pWassersteinmetriek, die momenteel zowel wat betreft haar toepassingen als haar structurele aspecten actief onderzocht wordt. Een tweede pijler is het toetsen van de theoretische kennis aan verscheidene toepassingen in de stochastische analyse (convergentie van Fellerprocessen, martingalen en oplossingen van stochastische differ-entiaalvergelijkingen) en de statistiek (convergentie van reguliere schatters in parametrische en niet-parametrische modellen). Organisaties: • Fundamentele Wiskunde
Onderzoekers: • Robert Lowen • Ben Berckmoes
Trade-offs tussen lichtinterceptie en waterhuishouding van bomen onder verhoogd atmosferisch CO2 en droogte: implementatie in het 3-dimensionele YPLANT-model. Universiteit Antwerpen Abstract: Tijdens het post-doctoraal onderzoek van Marion Liberloo worden de effecten van verhoogd atmosferisch CO2 en droogte onderzocht op trade-offs tussen de lichtinterceptie en waterhuishouding van bomen. Het experimenteel werk wordt uitgevoerd aan de Universiteit van West Sydney (Australia), terwijl de verwerking en modelering aan de Universiteit Antwerpen worden vervolledigd. Het Hawkesbury Forest Experiment (Sydney) is georiënteerd rond 12 temperatuur-gecontroleerde groeikamers waarin Eucalyptus-bomen groeien onder een huidige (380 ppm) en toekomstig verhoogde (620 ppm) atmosferische CO2 concentratie, en voorzien worden van een verschillende waterbeschikbaarheid. In een eerste luik bestuderen we de effecten van verhoogd CO2 en droogte op de 3-dimensionele structuur van Eucalyptus. De exacte 3-D locatie en orientatie van de stam, takken, en bladeren van E. saligna worden bepaald met een magnetische digitiser (Fastrak 3Space, Vermont, USA), resulterend in een 3-dimensioneel beeld van de volledige boom. In de verschillende CO2- en irrigatiebehandelingen meten we de fotosynthetische lichtrespons van zon- en schaduwbladeren, naast de bladoppervlakte-index en gapfractie van het bladerdek. Via allometrische relaties schatten we de tak- en stambiomassa, en dus ook de relatieve investering van de opgenomen koolstof in bladeren versus hout. Vervolgens worden de gegevens geïntegreerd in het structureel-functionele YPLANT-model, waarmee we de efficiëntie van lichtinterceptie en de totale C-opname op het niveau van de plant kunnen modeleren. Op deze manier kunnen belangrijke trade-offs tussen structuur (hoeveelheid en positionering van de bladeren) en functie (fotosynthetische capaciteit, blad WUE) bestudeerd worden. We testen de interacties tussen lichtabsorptie, waterhuishouding en biomechanische structuur als drie functies die het ontwerp van de kruin mede kunnen bepalen. Een sensitiviteitsanalyse toont aan welke componenten van de boomstructuur het meest de lichtinterceptie en de koolstofopname kunnen beïnvloeden. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Reinhart Ceulemans • Marion Liberloo
Evaluatie van het druggebruik in België door analyse van afvalwater. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van dit project is tweedelig. Eerst zullen er geschikte analysemethoden ontwikkeld en gevalideerd worden om verschillende drugs (cocaïne, amfetamine-achtigen, cannabis,...) en/of hun metabolieten in waterstalen te bepalen. Daarna zullen de concentraties gevonden in afvalwaterstalen gebruikt worden om het verbruik van drugs door de Vlaamse bevolking te schatten en in kaart te brengen. Organisaties: • Toxicologie
Onderzoekers: • Hugo Neels • Adrian Covaci • Alexander van Nuijs
Studie naar de accumulatie, geografische variatie en effecten van organische polluenten bij roofvogels. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstellingen van dit project zijn - Het bestuderen van de factoren die de concentraties van organische polluenten in veren beïnvloeden; - Onderzoek naar de relatie tussen concentraties van organische polluenten en mogelijke effecten bij vogels; - Bepalen van geografische variatie voor contaminatie met organische polluenten met behulp van veren; - Integratie van alle resultaten: welke factoren verklaren de variatie in contaminatie tussen vogelsoorten? Organisaties: • Ethologie
Onderzoekers: • Marcel Eens • Veerle Jaspers
Biomechanica van locomotie in complexe omgevingen: armslingeren bij gibbons (Hylobatidae). Universiteit Antwerpen Abstract: In dit onderzoek wordt nagegaan wat de impact is van de complexiteit en onvoorspelbaarheid van de omgeving op de coördinatie en bewegingscontrole van dieren. Het armslingeren (brachiatie) van gibbons (siamangs) in hun habituele arboreale habitat wordt gekozen als model.
Als uitgangspunt wordt gesteld dat gibbons geadapteerd zijn aan, en zich dus energetisch efficiënt voortbewegen in, hun complexe omgeving. Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Kristiaan D'Aout • Peter Aerts • Evie E Vereecke • Fana Michilsens
Waanzin, religie en maatschappij in zeventiende-eeuws Brabant. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject richt zich op de relatie tussen waanzin, religie en maatschappij in de lange zeventiende eeuw in het hertogdom Brabant, waarbij het onderzoek naar de verwevenheid van deze drie componenten en de ontwikkelingen daaromtrent een centrale plaats krijgt toebedeeld. In de literatuur heerst er een consensus rond de verbondenheid van waanzin en secularisering. Dit project trekt deze consensus echter in twijfel. Vanuit het wat, wie, hoe en waarom van waanzin, en met een ruime aandacht voor de veelvoudigheid van mogelijke antwoorden, wil dit onderzoek een eenduidig verhaal van secularisering overstijgen. De Zuidelijke Nederlanden belooft daarbij een bijzonder interessante comparatieve casestudy te zijn, die zich tot hiertoe nog niet heeft laten gelden binnen de historiografie rond waanzin, maar die net toelaat een veel genuanceerder verhaal te vertellen. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bert De Munck • Guido Marnef • Sonja Deschrijver
Structurele en chemische karakterisering van nanogestructureerde materialen: van kwalitatief naar kwantitatief, van twee naar drie dimensies. Universiteit Antwerpen Abstract: Nieuwe nanosystemen worden steeds complexer zowel wat betreft chemsiche samenstelling als structuur. Vandaar worden er ook steeds hogere eisen gesteld aan microscopische en nanoscopische karakterisatietechnieken. Dit heeft ervoor gezorgd dat de ontwikkelingen in de wereld van de transmissie-elektronenmicroscopie (TEM) de laatste decennia op zijn minst spectaculair kunnen worden genoemd. Naast de race om een steeds betere resolutie met behulp van microscopen die gecorrigeerd zijn voor verschillende lensaberraties, worden rechtstreeks interpreteerbare resultaten bekomen met behulp van geavanceerde TEM technieken zoals de focusvariatietechniek en donkerveldbeeldvorming in een rastertransmissie-elektronenmicroscoop (HAADF-STEM). Het is duidelijk dat deze nieuwe ontwikkelingen meer dan ooit toelaten om vaste stoffen op atomaire schaal te onderzoeken en dit niet enkel structureel, maar ook chemisch en elektronisch. Echter, de meeste resultaten werden tot nu toe behaald voor zeer goed gekende materialen zoals Si en Au. Deze materialen lenen zich inderdaad wanneer een nieuwe techniek moet worden uitgetest, maar in onze hedendaagse technologie worden er vaak meer complexe systemen gebruikt. Wanneer men geavanceerde TEM wil gebruiken om actuele problemen binnen de vaste-stoffysica op te lossen blijkt dat helaas niet evident. Deze uitdaging vormt het doel van dit project. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Gustaaf Van Tendeloo • Sara Bals
Strategieën van legitimatie. Het spanningsveld tussen de lokale overheid en het verzet in België in een periode van transitie 1944-1946 Universiteit Gent Abstract: Legitimatie en contestatie van gezag als onderdeel van de studie van conflicten en regimecrises zijn een belangrijk studieobject binnen de politieke geschiedenis. De focus ligt op de het lokale niveau dat vaak verwaarloosd wordt, terwijl het juist daar is dat de interactie en spanning tussen overheid en samenleving, alsook de werking van het legimiteitsconcept duidelijker zichtbaar worden. Organisaties: • Vakgroep Nieuwste geschiedenis
Onderzoekers: • Bruno De Wever
Mimesis bij Ricoeur en Lacoue-Labarthe: een onderzoek naar de bijdrage van de literatuur in de explicitering van de persoonsidentiteit. Universiteit Antwerpen Abstract: Mimesis bij Ricoeur en Lacoue-Labarthe: een onderzoek naar de bijdrage van de literatuur in de explicitering van de persoonsidentiteit. Organisaties: • Centrum voor Europese Filosofie
Onderzoekers: • Johan Taels • Arthur Cools • Petra Van Den Bempt
De efficiëntie van aandacht voor bedreigende informatie: een experimentele analyse Universiteit Gent Abstract: Er wordt nagegaan adhv klassieke conditionering of de dreigwaarde van stimuli de efficiëntie van detectie van een bedreigende doelstimulus faciliteert, zelfs indien gecontroleerd wordt voor visueel onderscheidende kenmerken (top-down). Bovendien wordt dmv het "additional singleton" paradigma onderzocht of de dreigwaarde van een afleider interfereert met de detectie van een neutrale doelstimulus en zo ja, onder welke voorwaarden (bottom-up). Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Geert Crombez
Maternale transfer, effecten en metabolisatie van polygebromeerde difenyl ethers (PBDEs) in zangvogels. Universiteit Antwerpen
Abstract: Het vooropgestelde onderzoeksproject beoogt een beter inzicht te krijgen in 1) de maternale transfer, 2) de reproductieve, gedragsmatige en gezondheids- effecten en 3) de toxicokinetiek en metabolisatie van PBDEs. Omdat het deca-BDE mengsel het enige PBDE product is dat tot op heden nog gebruikt mag worden, zal er dan ook speciale aandacht aan besteed worden. Organisaties: • Ethologie
Onderzoekers: • Marcel Eens • Evi Van Den Steen
Preventie van peritoneale metastasen door selectieve verwijdering van gesuspendeerde, potentieel invasieve kankercellen uit de peritoneale vloeistof Universiteit Gent Abstract: Peritoneale metastasering is een belangrijke doodsoorzaak bij coloncarsinoompatiënten. Daarom wensen wij vrije tumorcellen uit het peritoneum te verwijderen aan de hand van hun invasieve eigenschappen en zo peritoneale metastasering preventief te behandelen. Micropartikels met geëncapsuleerde myofibroblasten die pro-invasie factoren vrijstellen doen tumorcellen gericht invaderen in de omliggende collageenlaag, waarin de tumorcellen door een lokale stralingsdosis geëlimineerd worden. Organisaties: • Vakgroep Radiotherapie en Experimenteel Kankeronderzoek
Onderzoekers: • Marc Bracke
Het visuospatieel werkgeheugen: inzichten uit fMRI onderzoek naar mentale voorstellingen en aandacht Universiteit Gent Abstract: Door middel van fMRI wordt onderzocht of binnen het neuronale netwerk van het viruospatieel werkgeheugen een onderscheid kan gemaakt worden tussen (1) een visueel versus spatiale component, en (2) het bijhouden versus manipuleren van informatie. Daarnaast wordt dit neuronaal netwerk ook gesitueerd ten opzichte van netwerken betrokken bij het richten van de selectieve aandacht, al dan niet gepaard met oogbewegingen. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Wim Fias
Extractie van semantische informatie uit audiosignalen Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek heeft tot doel nieuwe algoritmes te ontwikkelen die kunnen bijdragen tot de meer betrouwbare extractie van semantische informatie uit audiostromen waarin meerdere geluidsbronnen tegelijk actief zijn. De twee toepassingsgebieden waarin deze methodes zullen aangewend worden zijn: de extractie van melodische en ritmische informatie uit polyfone muziek en de herkenning van spraak in de aanwezigheid van storende achtergrondgeluiden. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Jean Martens
Wetenschap of techniek? Circulatie van academisch-theoretische en technisch-praktische kennis binnen de medische beroepsmarkt in Brabant (1540-1815). Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project wordt de circulatie van medische kennis onderzocht in een periode waarin de aard van die kennis en de context waarin ze tot stand komt fundamenteel wijzigen. Medische kennis kon zowel in verwoorde (of abstracte) als in belichaamde (of geïncorporeerde) vorm bestaan, en zowel in theoretische traktaten als in de vorm van vaardigheden circuleren. Verandert de aard van de kennis, zoals dat in de Nieuwe Tijd gebeurde, dan verandert noodgedwongen ook de manier van circuleren, en vice versa. Het is deze relatie tussen de kennis an sich en de manier waarop ze circuleerde tussen 1540 en 1815 - een periode van wetenschappelijke revoluties en medicaliseringsprocessen - die in dit project centraal zullen staan. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Robrecht Van Hee • Bert De Munck • Vincent Van Roy
Geavanceerde signaalverwerkingstechnieken voor estimatie en detectie in de context van digitale communicatie, met toepassing op ultrabreedbandtransmissie Universiteit Gent Abstract: Het project heeft als doel de prestatie te onderzoeken van bepaalde ontvangeralgoritmes voor de specifieke toepassing van ultrabeeldtransmissie. Hiertoe zal eveneens bijzonder aandacht worden besteed aan de optimalisatie van het ultrabreedbandsysteem op zich met als doel de ontvangeralgoritmes efficiënter te maken. Organisaties: • Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking
Onderzoekers: • Marc Moeneclaey
Messiaen weerspiegeld, ontwikkeling van een metamodel voor muzikale analyse. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Belangrijk voor een goede muziekuitvoering is een grondig inzicht in hoe de compositie die je wil spelen 'in elkaar steekt'. Echter, sinds het begin van de 20e eeuw ontwikkelen componisten hoe langer hoe meer hun eigen muzikale taal, vaak zelfs verschillend van compositie tot compositie, zodat je uiteindelijk over haast evenveel modellen moet gaan beschikken als er composities zijn. Vandaar dat we op zoek willen gaan naar een bruikbaar metamodel voor muzikale analyse. Dit 'universele' analysemodel zou - als een soort instapmodel - moeten toelaten een willekeurige compositie te benaderen zónder voorkennis van hoe het gemaakt is. Aan de hand van een aantal (te ontwikkelen) onderzoekscriteria zou dit model dan meteen in staat moeten zijn aan te wijzen met welk van de bestaande analysemodellen de compositie in kwestie het best verder wordt uitgediept. Hiervoor willen we gebruik maken van de nieuwste inzichten in zo uiteenlopende disciplines als linguïstiek, wiskunde en artificiële intelligentie. Om zo een dieper inzicht te verwerven in het wezen van de muziek als kunstvorm.
Organisaties: • Adaptieve Systemen Groep • Computationele Modelering Lab
Onderzoekers: • Bernard MANDERICK • RUBEN HILLEWAERE
Schaalbare foutresistente beeld- en videocodering Vrije Universiteit Brussel Abstract: 1. Doel Hedendaagse multimediatoepassingen bereiken een kwaliteitsniveau dat enkele jaren geleden voor onmogelijk werd gehouden (zoals het grafische detail bij virtuele 3D-objecten en scènes, de HDTV technologie of zelfs de vandaag bereikte beeldresolutie op bioscoopniveau voor videomateriaal). Communicatietechnologie onderging in parallel ook een snelle evolutie, zowel in netwerkinfrastructuur als gebruikersheterogeniteit. Het toepassingsspectrum strekt zich nu uit van ultrasnelle optische verbindingen tot draadloze foutgevoelige media en van energiebeperkte draagbare toestellen tot uiterst performante desktopcomputers. Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • ADRIAN MUNTEANU
Het oorzakelijk verband tussen hersenplasticiteit, motorische activiteit en motivatie: in vivo neuro MRI onderzoek in zangvogels. Universiteit Antwerpen Abstract: Het voornaamste doel van dit project is dan ook om, gebruik makend van de nieuwe mogelijkheden die de ontwikkelde MRbeeldvormingstechniek biedt, een nieuw licht te werpen op het causale verband tussen steroïde hormonen (testosteron), hersenplasticiteit (van het zangcontrolesysteem en andere relevante regio's), motorische gedrag (zang) en (seksuele) motivatie. Alle experimenten zullen worden uitgevoerd met de spreeuw (Sturnus vulgaris) als modelsoort. Er zullen drie hypothesen getoetst worden aan de hand van een aantal experimenten. De hypothesen zijn: I. Testosteron werkt rechtstreeks in op de zangcontrole kernen en ligt aan de oorzaak van hun groei en een verhoogde zangproductie, II. Testosteron werkt niet rechtstreeks in op de zangcontrole kernen maar op andere regio's in de hersenen die instaan voor seksueel gemotiveerd gedrag III. De verhoogde (motorische) activiteit (zang) induceert hersenplasticiteit. Organisaties: • Bio-imaging
Onderzoekers: • Anne Marie Van Der Linden • Geert De Groof
Ontwikkeling van een in vitro Toxicogenomics Strategie ter ondersteuning van REACH (TOXICOGEN). Universiteit Antwerpen Abstract: Toxicogenomics is een krachtige tool om met een relatief klein aantal experimenten een beeld te krijgen van de toxische werkingsmechanismen van chemische verbindingen. In dit project willen we een volwaardige toxicogenomics databank ontwikkelen die gebaseerd is op een set van referentie chemicaliën en aangevuld is met alle beschikbare conventionele toxiciteits en C&L (Classification and Labeling) gegevens van deze referentie set. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Wim De Coen • Johan Robbens
Werkingsmiddelen FWO-aspirant Eline De Ridder Universiteit Gent Abstract: Onderzoek naar de visie van Tsjechië op de ontwikkeling van de Europese Unie. We gaan na welke visie er leeft bij de bevolking, welke actoren het Tsjechische besluitvormingsproces mbt EU-zaken beïnvloeden, welke standpunten zij innemen en hoe zij hun visie vertaald willen zien in het EU-beleid. Het is een politiek-wetenschappelijke analyse van de toetreding van Tsjechië tot de EU en de consequenties hiervan voor Europa. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Hendrik Vos • Raymond Detrez
De proces- en effectiviteitsgevolgen van kennisdiversiteit in management teams. Universiteit Antwerpen Abstract: Kennisdiversiteit binnen het management team (MT) kan beschouwd worden als een dubbelzijdig zwaard: enerzijds kunnen MT's die bestaan uit leden met diverse kennis profiteren van een grotere verscheidenheid aan relevante informatie en vaardigheden, maar anderzijds ondervinden ze vaak problemen bij het uitwisselen en/of integreren van de diverse kennis binnen het team. In deze studie onderzoeken we de proces- en effectiviteitsgevolgen van kennisdiversiteit in MTs en pogen we een antwoord te geven op de vragen hoe de interne processen binnen het MT beïnvloed worden door kennisdiversiteit en hoe en in welke omstandigheden MT kennisdiversiteit kan leiden tot betere bedrijfsresultaten. In verschillende deelstudies wordt o.a. gekeken naar de invloed van de CEO bij het integreren van diverse kennis binnen het MT, naar de impact van kennisdiversiteit op innovatiecapaciteit en naar de individuele beslissingsbevoegdheid van de leden van het MT. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Christophe Boone • Paul Matthyssens • Tine Buyl
Preventie van stemproblemen bij leraren. Vrije Universiteit Brussel
Abstract: Deze studie wil het effect van een stemmodule op de stemkwaliteit van leraren bepalen. De vier fasen van een bestaand trainingspakket "test - theorie - training - transfer" worden aangepast aan de specifieke noden van de lerarenstem en op punt gezet voor de lerarenopleiding. In de testfase worden de toekomstige leraren gescreend op stemproblemen. De lerarenopleiders worden getraind om stemproblemen perceptueel te herkennen zodat zij zelf een minder goede stemkwaliteit kunnen detecteren bij de studenten. De resultaten van deze auditieve training worden vergeleken met de resultaten van een expertengroep van logopedisten en een controlegroep die geen auditieve training krijgt. Zo wordt het effect van deze training bepaald en wordt duidelijk in hoeverre de lerarenopleiders de testfase voor zich kunnen nemen. In een tweede luik worden de aangepaste theorie en trainingsfase aan een effectenonderzoek onderworpen. Telkens 50 studenten van de lerarenopleidingen van de VUB wordt bij dit onderzoek betrokken; de theoriegroep krijgt drie uur theorie en de trainingsgroep krijgt naast drie uur theorie ook zes uur training. Een controlegroep van 50 studenten krijgt theorie noch training. De vergelijking van de resultaten van de drie groepen laat toe het effect van elke fase afzonderlijk te bepalen. Dit onderzoek zal aantonen in hoeverre deze aanpak effect heeft op de stemkwaliteit van de lerarenstem. Organisaties: • Lerarenopleiding
Onderzoekers: • Yannick COVELIERS • HERLINDA VAN LOOY
Digitas. Digital Asylum-Seekers - Media onderwijscursus voor ouders en grootouders Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het DIGITAS project ontstond uit de behoefte aan een media-educatie gerelateerde opleiding die bestemd is voor trainers en leerkrachten die werken met ouders en oudere leerlingen en die zich niet laat opsluiten in een 'protectionistische' paradigma, maar gericht is op 'demystificatie' van media. DIGITAS veronderstelt dat (multi)media zullen blijven bestaan en dat de opmars van digitale technologieën heeft bijgedragen tot het ontstaan van nieuwe culturele vormen die een multimodale geletterdheid vereist. Deze culturele praktijken die vaak worden toegeschreven aan de jeugd, bieden kansen voor informeel en intergenerationeel leren. In het kader van een voortgaande consolidatie van het Europees beleid inzake mediageletterdheid, wordt de impact van het project gezien als het bijdragen aan de ontmanteling van het 'protectionistische' paradigma, met name op het gebied van het volwassenenonderwijs en het leren op latere leeftijd. Tegelijkertijd wil DIGITAS de aandacht vestigen op het belang van 'zachte' vaardigheden in relatie tot het gebruik van ICT en nieuwe media. DIGITAS produceerde een cursus op die beschikbaar is in de Comenius / Grundtvig Training Database en waarvan een trainissessie werd opgeleverd aan begeleiders en trainers uit het volwassenenonderwijs, met online ondersteuning op een Moodle Virtual Learning Environment en door een handboek voor trainers en een handboek voor studenten. Project partners: Asociatia Epsilon III (Boekarest, RO) - coördinator, Universitatea Bucuresti (Boekarest, RO), ONAGEB.SPAIN S.L. (Zaragoza, ES), Vrije Universiteit Brussel (Brussel, BE), Ankara Universitesi (Ankara, TR), Instituto Politecnico do Porto (Porto, PT), IMOTEC (Vilnius, LT), Polo Europeo della Conoscenza (Verona, IT) Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Leo VAN AUDENHOVE
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUBKatholieke Universiteit Leuven_Maarten Moens Vrije Universiteit Brussel Abstract: Joint PhD overeenkomst voor Maarten Moens Organisaties: • Kritische Zorgen
Onderzoekers: • Jan POELAERT
Neuropathologische beeldanalyse in patiënten met e ziekte van Alzheimer (AD) en in muismodellen voor AD behandeld met anti-amyloïde en vasogene drugs. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project heeft als doel beeldanalyse parameters te identificeren in zowel familiale en sporadische Alzheimer (AD) patiënten als in AD muismodellen. Deze parameters kunnen zieke van niet-zieke hersenen onderscheiden en een onderscheid maken tussen de verschillende ziektestadia van AD, tussen verschillende species of tussen verschillende genotypes (familiale mutaties). De geïdentificeerde beeldanalyse parameters zouden ook geëvalueerd worden voor omkering naar normale waarden in muizen behandeld met drugs die in staat zijn AD te verwijderen of met vasoactieve geneesmiddelen. Deze analyse zal niet enkel diagnostische beeldanalyse parameters opleveren, maar zal ook aanwijzingen geven over de mechanismen die betrokken zijn in de vorming van plakken en de hieruit volgende pathologische veranderingen in het omliggende parenchym. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Samir Kumar-Singh • Caroline Van Cauwenberghe
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUB-North China Electric Power University_Wang Xiaodong Vrije Universiteit Brussel Abstract: Joint PhD overeenkomst voor Wang Xiaodong Organisaties: • Toegepaste Mechanica
Onderzoekers: • CHRISTIAN LACOR
Studie van de fysiologische rol van de fosfoinositidebinding aan de Zonula Occludens eiwitten Universiteit Gent Abstract: In het project wordt onderzocht in welke mate de interactie tussen fosfoinositiden en zonula occludens (ZO) tight junction proteinen de fysiologische rol en lokalisatie van deze proteinen reguleert. Voornamelijk effecten op celpolarisatie, proliferatie, apoptose en gentranscriptie worden onderzocht. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Jan Gettemans
Interuniversitaire Buitenlandse Francqui-Leerstoel toegekend 2009-2010 aan Prof. Ingrid Daubechies (USA). Vrije Universiteit Brussel Abstract: In recent years exciting new developments in mathematics and computer science have opened up new domains of application for computational mathematics. These developments bring new challenges, for which new approaches and tools must be developed. Machine learning and compressed sensing are two typical examples; they draw not only from traditional linear-algebra-based numerical analysis or approximation theory, but also from information theory, graph theory, the geometry of Banach spaces, probability theory, and more. Organisaties: • Wiskunde • Computer- en Toegepaste Wiskunde
Onderzoekers: • Ignace LORIS • Ingrid DAUBECHIES
Culturele deelpublieken, cultuurbeleving en attitudes Universiteit Gent Abstract: Doel van dit onderzoek is tweeledig. Het wil enerzijds instrumenten ontwikkelen en valideren die esthetische disposities en attitudes tegenover kunst meten via (publieks)surveys. Anderzijds wil het de gemeten disposities in verband brengen met persoonskenmerken. Die kenmerken betreffen zowel veldspecifieke ervaringen, zoals genrespecifieke competentie/ervaring als socio-demografische variabelen, zoals leeftijd, opleiding of beroepscategorie. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Johny Vincke
Numerieke simulaties van een inductief gekoppeld plasma gebruikt voor etstoepassingen. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van dit project is het verkrijgen van een beter inzicht in een inductief gekoppeld plasma (ICP) van Cl2 gas en het etsproces van dit plasma op een Si en Si/Si3N4 oppervlak, om de toepassing van plasma-etsen in de halfgeleiderindustrie te optimaliseren. Om dit doel te realiseren wensen we zowel het plasma (ICP) als het etsproces te beschrijven via numerike simulaties. Organisaties: • Plasma, Laser Ablatie en Oppervlakte-modellering (PLASMANT)
Onderzoekers: • Annemie Bogaerts
Naar een synthese van kennisgebaseerde en datagebaseerde methodes in de computertaalkunde. Universiteit Antwerpen Abstract: Hybride systemen voor natuurlijke taalverwerking die diepe, op taalkundig inzicht gebaseerde, analyses combineren met de inductieve datagebaseerde methodes kunnen een significante verbetering van de accuraatheid en toepasbaarheid van de computertaalkunde bewerkstelligen. Er zijn evenwel verschillende manieren waarop een dergelijk hybridisering gerealiseerd kan worden. In dit project zal ik vooral kijken naar de cognitiewetenschap als inspiratiebron voor nieuwe hybride aanpakken. Dit werk bouwt voort op eerder werk rond memory-based language processing als cognitief relevant model. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans
Effecten van deeltjesgrootte op de luminescentie van gedopeerde halfgeleiders: van bulk tot nano Universiteit Gent Abstract: Luminescente materialen worden tegenwoordig alom toegepast, zowel voor verlichtings-, signalisatie- als beeldschermtoepassingen. Veelal worden hiervoor zeldzameaardgedopeerde materialen gebruikt, waarvan het gedrag op macroscopische schaal meestal goed gekend is. Het voorgestelde fundamenteel onderzoek focust op het effect van het verkleinen van de gastmatrix (tot nanoschaal) op de emissie-eigenschappen van het dopantion, o.a. wat betreft spectrum, kwantumefficiëntie en thermisch gedrag. Organisaties: • Vakgroep Vaste-stofwetenschappen
Onderzoekers: • Dirk Poelman
Moleculair Genetica en Biologie van Intermediaire Charcot-Marie-Tooth Neuropathie. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit FWO aspirant mandaat zoeken we naar nieuwe YARS mutaties geassocieerd met dominant intermediaire CMT (DI-CMT), dat van essentieel belang is voor het uitvoeren van genotype-fenotype correlaties. De ontwikkeling en karakterisering van een vliegmodel voor DI-CMT, waarin men dysfunctie van cellen en weefsels in vivo kan bestuderen, is van essentieel belang voor het bestuderen van de pathomechanismen. Het Drosophila YARS model voor intermediaire CMT zal ons toelaten na te gaan hoe DI-CMTC uitgelokt wordt en te screenen voor genetische en chemische modifiërende factoren. Daarbij vormt het ook een algemeen model voor perifere zenuwaandoeningen. Organisaties: • VIB DMG - Perifere Neuropathieën
Onderzoekers: • Vincent Timmerman • Albena Jordanova • Ricardo Gonçalves
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUBUGent_Gorissen Lara Vrije Universiteit Brussel Abstract: De interesse van consumenten in gezondere voedingsproducten, zoals vetarme producten, is enorm toegenomen gedurende de afgelopen jaren, omwille van het algemeen besef dat een te hoge inname van vetten bijdraagt tot chronische aandoeningen, zoals obesitas, arteriosclerose en hart- en vaatziekten. Het is echter belangrijk in te zien dat niet alle vetten dezelfde effecten veroorzaken. Veel aandacht in het
vetgerelateerd onderzoek wordt besteed aan geconjugeerde vetzuren, zoals geconjugeerde linolzuur (CLA) en geconjugeerde linoleenzuur (CLNA), omwille van hun mogelijke isomeerspecifieke effecten op de gezondheid. Verschillende CLA- en CLNA-isomeren komen van nature voor in weefsels en producten van herkauwers als gevolg van het specifiek vetmetabolisme van de micro-organismen in de pens. Tijdens de biohydrogenatie in de pens worden linolzuur (LA) en ?-linoleenzuur (LNA) in de pens omgezet tot respectievelijk c9t11-CLA en c9t11c15-CLNA door het linoleaatisomerase (linoleate isomerase, LAI) van bacteriën. Het c9t11-CLA-isomeer kan ook gevormd worden door de introductie van een dubbele binding in t11-C18:1, een intermediair van de biohydrogenatie, door het ?9-desaturase dat aanwezig is in verschillende dierlijke weefsels, zoals het uierweefsel. De concentraties van CLA en CLNA blijven evenwel te laag in voedselproducten afkomstig van herkauwers om hun biologische functie te kunnen uitoefenen. Het verhogen van de CLA- en CLNA-concentraties in voedingsmiddelen kan mogelijk bereikt worden door het gebruik van voedseleigen bacteriën die LAI- of desaturase-activiteit vertonen tijdens levensmiddelenproductie. De specifieke doelstellingen van het huidige proefschrift waren: [1] om mogelijke LAI- en ?9-desaturase-activiteiten in bifidobacteriën en melkzuurbacteriën aan te tonen, [2] om een gedetailleerde identificatie van de geproduceerde CLA- en CLNA-isomeren te bieden, [3] om de kinetiek van CLA- en CLNA-vorming door deze bacteriën te bestuderen, [4] om een moleculaire karakterisering van de bacteriële isomerase- en desaturasegenen te geven, en [5] om de CLA- en CLNA-productie door bifidobacteriën en melkzuurbacteriën in gefermenteerde voedingsmiddelen, zoals gefermenteerde melk en vlees, in te schatten. Hoofdstuk 1 geeft een overzicht van de microbiële aspecten van CLA- en CLNA-productie. Het omvat de productie, de gezondheidsaspecten en de aanwezigheid van CLA- en CLNA-isomeren in levensmiddelen. Het vermogen van verschillende bacteriën om LA en LNA om te zetten naar verschillende CLA- en CLNA-isomeren, zowel in groeimedium als in zuivelproducten, werd behandeld. De mogelijkheid van verschillende Bifidobacterium-stammen tot het produceren van CLA- en CLNA-isomeren uit vrij LA en LNA werd onderzocht (Hoofdstuk 2). De stammen werden opgegroeid in de Man-Rogosa-Sharpe (MRS) medium, waaraan LA of LNA (0,50 mg ml-1) werd toegevoegd na 7 h groei. De culturen werden vervolgens geïncubeerd bij 37°C gedurende 72 h. Van de 36 geteste bifidobacteriën waren slechts vier Bifidobacterium breve-stammen, een Bifidobacterium bifidum-stam en een Bifidobacterium pseudolongum subsp. pseudolongum-stam in staat om twee verschillende CLA-isomeren en twee verschillende CLNA-isomeren te produceren. Omzettingspercentages tussen de verschillende stammen varieerden van 19,5% tot 53,5% voor CLA-productie en van 55,6% tot 78,4% voor de productie van CLNA-isomeren. De geproduceerde CLAisomeren werden verder geïdentificeerd met Ag+-HPLC als c9t11-CLA en t9t11-CLA. De CLNA-isomeren werden geïdentificeerd door middel van GC-MS als c9t11c15-CLNA en t9t11c15-CLNA. De kinetiek van de productie van CLA-isomeren (c9t11-CLA en t9t11-CLA) en CLNA-isomeren (c9t11c15-CLNA en t9t11c15-CLNA), uit respectievelijk LA en LNA, door bifidobacteriën (B. bifidum LMG 10645, B. breve LMG 11040, B. breve LMG 11084, B. breve LMG 11613, B. breve LMG 13194 en B. pseudolongum subsp. pseudolongum LMG 11595) werd beoordeeld in laboratoriumfermentaties in MRS-medium waaraan 0,50 mg ml-1 LA of LNA was toegevoegd (Hoofdstuk 2B). Omzetting van LA en LNA naar respectievelijk CLA- en CLNA-isomeren, begon onmiddellijk na toevoeging van de precursor vetzuren. De isomeren die eerst werden gevormd waren c9t11-CLA en c9t11c15-CLNA in respectievelijke hoeveelheden tot 0,16 mg ml-1 en 0,34 mg ml-1. Ze werden gevormd tijdens de actieve groeifase van de bifidobacteriën en hun productie stopte wanneer de cellen aan de stationaire groeifase begonnen. Een tweede reeks isomeren, namelijk t9t11-CLA en t9t11c15-CLNA, verschenen na de productie van de c9t11-isomeren en werden in kleinere hoeveelheden gevonden (respectievelijke hoeveelheden tot 0,09 mg ml-1 en 0,05 mg ml-1). In de stationaire groeifase werd een lichte daling in c9t11-isomeren en een toename van t9t11-isomeren waargenomen, wat de vorming van deze t9t11-isomeren uit de c9t11-isomeren suggereerde. Modellering van de groei- en metabolietdata toonde verschillen in productiekinetiek aan tussen de verschillende Bifidobacterium-stammen. Sommige stammen vertoonden een hoge specifieke omzetting van LA of LNA ondanks hun slechte groei, terwijl andere stammen goed groeiden maar een lagere omzetting vertoonden. Net als voor de bifidobacteriën werd een screening van 48 verschillende melkzuurbacteriën uitgevoerd om hun vermogen tot omzetting van LA en LNA naar verschillende CLA- en CLNA-isomeren aan te tonen (Hoofdstuk 3A). Een Lactobacillus curvatus-, vijf Lactobacillus plantarum- en vier Lactobacillus sakei-stammen vertoonden LAI-activiteit. Grote verschillen in CLNA-omzettingspercentages (van 0,9% tot 60,1%) werden waargenomen tussen de stammen. De omzetting van LA naar CLA was veel lager (van 1,6% tot 4,6%) en werd slechts waargenomen bij drie stammen. De sequenties van de potentiële LAI-genen van de CLA- en CLNA-producerende melkzuurbacteriestammen werden geamplificeerd met PCR en gesequeneerd. De bekomen sequenties waren voor 75% tot 99% identiek met een gekende sequentie van een LAI-gen van een Lb. plantarum-stam. Vervolgens werd de invloed van pH en temperatuur op CLA- en CLNA-productie door Lb. sakei LMG 13558 beoordeeld in laboratoriumfermentaties in MRS-medium gesupplementeerd met 0,50 mg ml-1 LA of LNA (Hoofdstuk 3B). De CLA-isomeren gevormd uit LA waren c9t11-en t9t11-CLA. LNA werd omgezet tot c9t11c15- en t9t11c15-CLNA. De optimale condities voor CLA- en CLNA-productie uit respectievelijk LA en LNA door Lb. sakei LMG 13558 werden bekomen bij 30°C en pH 6,2. Fermentaties uitgevoerd bij een lagere pH (5,5) bij 30°C en een hogere temperatuur (37°C) bij pH 6,2 zorgden dat geen conversie van LA naar CLA-isomeren plaats vond en slechts een beperkte conversie van LNA naar CLNA-isomeren werd waargenomen. Fermentaties uitgevoerd bij lagere temperaturen (20 en 25°C) bij pH 6,2 hadden een licht verminderde LAI-activiteit van Lb. sakei LMG 13558 als gevolg. In een volgende stap werden bifidobacteriën en melkzuurbacteriën met LAI-activiteit gebruikt als functionele starterculturen, met als doel de productie van CLA- en CLNA-isomeren in gefermenteerde levensmiddelen te verhogen (Hoofdstuk 4). Melkfermentaties werden uitgevoerd na toevoeging van CLA- en CLNA-producerende bifidobacteriestammen, terwijl voor de vleesfermentaties een CLA- en CLNA-producerende Lb. sakeistam (LMG 13558) werd gebruikt. Beide soorten levensmiddelen werden bereid zonder toevoeging van externe bronnen van LA of LNA. Helaas werd geen toename in CLA- en CLNA-hoeveelheden gevonden in de gefermenteerde eindproducten. De concentraties van LA en LNA in zowel melk als vlees waren gelijkaardig aan of hoger dan de concentraties van deze vetzuren die gebruikt werden tijdens de screening van bifidobacteriën en melkzuurbacteriën in MRS-medium gesupplementeerd met vrij LA en LNA. In melk was echter niet genoeg LA en LNA aanwezig in de vrije vorm. In de vleesfermentaties waren de temperatuur en pH waarschijnlijk de beperkende factor voor omzetting van LA en LNA naar de respectievelijke CLA- en CLNA-isomeren. Hoofdstuk 5 geeft de resultaten weer van de screening voor ?9-desaturase-activiteit in bifidobacteriën en melkzuurbacteriën. In eerste instantie werd de aanwezigheid van ?9-desaturase-activiteit onderzocht door middel van een genotypische screening. Primers werden ontwikkeld gebaseerd op geconserveerde regio's in de eiwitsequenties van ?9-desaturase-enzymen. Door de hoge graad van degeneratie van de primers bleef de beoogde PCR zonder succes. Ten tweede werden geen gelijkaardige ?9-desaturasesequenties gevonden in de beschikbare genoomsequenties van melkzuurbacteriën en bifidobacteriën. Ten derde werd C18:0 aan het groeimedium toegevoegd voor een fenotypische screening. Na 72 h incubatie werd geen transformatie van C18:0 tot c9-C18:1 waargenomen met behulp van gaschromatografie. Uit deze resultaten kon geconcludeerd worden dat noch de bifidobacterie- noch melkzuurbacteriestammen ?9-desaturase-activiteit bezaten. Tot slot werd in een algemene discussie gezocht naar een verband tussen de bekomen resultaten. Hieruit bleek dat bifidobacteriën efficiënter waren dan melkzuurbacteriën in het omzetten van LA en LNA naar respectievelijk CLA- en CLNA-isomeren. De selectie van een geschikte Bifidobacterium-stam, in combinatie met aangepaste procescondities voor groei en bijhorend vetzuurmetabolisme, kan leiden tot de productie van een gewenste isomeer. Het gebruik van bifidobacterie- en melkzuurbacteriestammen als functionele starterculturen in de productie van gefermenteerde levensmiddelen met verhoogde concentraties aan CLA en CLNA kent echter vele beperkingen. Aandacht moet besteed worden aan de concentraties van vrij beschikbaar LA en LNA in deze levensmiddelen, alsook aan de intrinsieke en omgevingsfactoren van hun
fermentatieproces. Verdere studies blijven noodzakelijk om de relevantie van de productie van CLA en CLNA door micro-organismen in levensmiddelen te onderzoeken. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • FREDERIC LEROY
Statistische eigenschappen en impact van onvolledige gegevens op de analyse van spatio-temporele modellen voor de ruimtelijke en temporele dynamica van infectieziekten. Universiteit Hasselt Abstract: De uitbreiding van spatiele modellen naar Spatio-temporele modellen vormt een uitdaging owv het ontbreken van sommige metingen. In dit project wordt nagegaan wat het effect is van verschillende types ontbrekende gegevens op de analyse van ruimtelijk geordende gegevens en statistische interferentie. Men onderzoekt ook het gebruik van spatio-temporele modellen om verandering in dynamische processen (temporele dynamica en ruimtelijke verspreiding van infecties) te te modelleren. Als laatste kijkt men naar specifieke problemen waar ontbrekende info de spatiotemporele analyse van infectieziekten bij dieren bemoeilijkt. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Noel VERAVERBEKE • Christel FAES
Ontwikkeling en synthese van metacaspase inhibitoren als potentiële lead verbindingen voor antiparasitaire chemotherapeutica. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek spitst zich toe op een cysteïne protease van Trypanosoma brucei, het metacaspase (MCA), waarvan de functie tot vandaag grotendeels onbekend blijft. Dit MCA werd reeds als doelwit gevalideerd, maar tot op heden zijn nog geen MCA inhibitoren gekend. Het project legt zich toe op een rationeel design en synthese van inhibitoren zodat op termijn een structuur-activiteitsrelatie kan worden opgesteld. In een later stadium wordt toegespitst op optimalisatie van de bekomen inhibitoren. Het einddoel is één of meerdere inhibitoren met een hoge activiteit, met selectiviteit tegenover de humane caspasen en met een voldoende chemische stabiliteit te ontwikkelen. Organisaties: • Medicinale chemie (UAMC)
Onderzoekers: • Koen Augustyns • Maya Berg
Studie van atomaire dichtheidsfuncties, gebaseerd op Informatie Theorie en Conceptuele DFT. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project kadert in het domein van de Dichtheidsfunctionaal theorie ("Density Functional Theory", DFT). DFT is een van de belangrijkste methodes waarmee de elektronenstructuur van atomen en moleculen gemodelleerd kunnen worden. In DFT staat de electronendichtheidsfunctie centraal als drager van alle fysische en chemische informatie. Wij presenteren hier drie onderzoekspistes, die de dichtheidsfuncties en daarop gebaseerde reactiviteitsindices bestuderen. De eerste bouwt verder aan ons ondenoek van de elektronendichtheid van atomen. We stellen voor om de invloed van correlatie op de dichtheidsfunctie te kwantizeren. Aangezien het bekend is dat correlatie effecten moeilijk 'zichtbaar' zijn aan de dichtheid zelf, zullen we technieken uit de informatietheorie toepassen op de dichtheidsfuncties. DFT laat de rigoureuze definitie van traditioneel nogal vaag gedefinieerde chemische concepten (zoals elektronrelativiteit) toe. Volgend op ons onderzoek naar chemische concepten voor atomen, willen we als tweede luik in dit project, de lineaire response functie bestuderen. Dit concept wordt gedefinieerd als de tweede orde functionele afgeleide van de energie naar de externe potentiaal. Een expansie in B-splines van het hoogst bezette orbitaal zal de berekening van de tweede orde term in storingsrekening toelaten. Als derde piste, stellen we voorop het onderzoek naar de invloed van ruimtelijke beperking ("Spatial confinement") op de grootheden uit de conceptuele DFT verder uit te diepen met de berekening van Fukui functies van neutrale atomen en moleculen en een onderzoek van de dichtheidsfuncties van anionen. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • PAUL GEERLINGS
Heterogene integratie van III-V opto-elektronische componenten op nanofotonische SOI golfgeleidercircuits - op weg naar actieve nanofotonica Universiteit Gent Abstract: Dit werk handelt over de integratie van III-V opto-elektronische componenten op een silicon-on-insulator materiaal platform om complexe actief/passief fotonische geintegreerde circuits te realizeren, die hun toepassing vinden in diverse hoog-volume applicaties zoals Fiber-to-the-Home optische toegangsnetwerken. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Roeland Baets
Empirisch onderzoek naar de determinanten van nauwkeurigheid van tijdsduurschattingen in time-driven activity-based costing Universiteit Gent Abstract: De doelstelling is na te gaan welke de determinanten zijn van nauwkeurigheid van tijdsduurschattingen in tijdsvergelijkingen in time-driven activity-based costing. Onderzocht wordt in welke mate de nauwkeurigheid beïnvloedt wordt door de complexiteit van de activiteit en of deze invloed varieert met de bevragingsmethode en de ervaring met de activiteit. Op basis van een grondige literatuurstudie zullen hypothesen geformuleerd worden die getest zullen worden via computerondersteunde laboratoriumexperimenten. Organisaties:
• Vakgroep Accountancy en Bedrijfsfinanciering
Onderzoekers: • Werner Bruggeman • Mario Vanhoucke
Analyse van vorm-functie relaties in complexe musculo-skeletale systemen aan de hand van computermodellering en meting van mechanische spanningdistributies en vervormingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Darwinvinken (Geospizinae) zijn een paradigma in het evolutionair en ecomorfologische onderzoek. Observaties toonden aan dat er natuurlijke selectie is van het type en vorm van de bek ten opzichte van het voorradige voedsel. Hoewel dit model belangrijk is in de evolutiebiologie, zijn er tot op heden geen kwantitatieve bewijzen voor het belang van het type en de vorm van de bek. Alleen via interdisciplinaire samenwerking wordt het mogelijk om met fysische realistische computationele modellering de heersende theorieën in de evolutiebiologie te valideren of te weerleggen. Via internationale samenwerking hebben we toegang tot zeldzame specimens van verschillende soorten. Belangrijk zijn de in-vivo bijtkrachten en bijtplaatsen, CT-beelden en histologische coupes van verschillende (beschermde) Darwinvinken en de fysiologische coupes waaruit maximum spierkracht kan berekend worden. Het onderzoek bestaat uit twee luiken. Enerzijds een computermodelleringgedeelte (Eindige elementen simulaties in FEBio), en anderzijds een experimenteel gedeelte om de noodzakelijke randvoorwaarden voor de simulaties te schatten, het model te valideren en te optimaliseren. Voor de validatie zullen we gebruik maken van een meer toegankelijke soort, namelijk rijstvogels (Padda oryzivora). Organisaties: • Biofysica en Biomedische Fysica
Onderzoekers: • Anthony R Herrel • Joris Dirckx • Peter Aerts • Joris Soons
Theoretische studie van de moleculaire structuur en elektronische eigenschappen van organische moleculen in de gasfase en in zelf-geassembleerde monolagen Universiteit Hasselt Abstract: De hoofdbedoelingen van dit project bestaan erin (1) de relaties tussen de moleculaire en elektronische structuren (of eigenschappen) van polycyclische aromatische koolwaterstoffen van belang voor het maken van dunne organische filmen met hoge dragermobiliteiten te onderzoeken, (2) de drijvende krachten en processen te bestuderen die betrokken zijn bij de nucleatie en kristallisatie van deze verbindingen op kristallijne oppervlakken van verwante moleculen of op zelf-geassembleerde monolagen van alkyltrichlorosilanen met ab initio quantum mechanische technieken evenals met computationeel meer haalbare Moleculaire Mechanische methoden, en (3) om in detail de interface te bestuderen tussen de kristallijne dunne filmen van deze verbindingen en deze zelf-geassembleerde monolagen via één-deeltje Greense functie berekeningen van de ionisatiespectra van model clusters of moleculen, en deze berekeningen te vergelijken met experimentele (XPS, UPS, EMS, PIES, ) metingen. Organisaties: • Centrum van Moleculair en Materiaal Modelleren
Onderzoekers: • Michael DELEUZE
Invloed van RNA-interferentie op cervixcarcinoom: stimulatie van senescentie of apoptose. Universiteit Antwerpen Abstract: Invloed van RNA-interferentie op cervixcarcinoom: stimulatie van senescentie of apoptose. Organisaties: • Laboratorium voor celbiologie en histologie
Onderzoekers: • Johannes Bogers • Gaëlle Boulet
De invloed van individuele morfologische verschillen en groei op de motorische ontwikkeling van bipedaal stappen bij de mens. Universiteit Antwerpen Abstract: Alleen stappen is ongetwijfeld één van de belangrijkste motorische ontwikkelingen van een kind in zijn eerste levensjaren. Deze vaardigheid wordt geleerd in een periode waarin het lichaam in volle groei is. Eerder onderzoek binnen de onderzoeksgroep Functionele morfologie van de Universiteit Antwerpen bracht reeds in beeld hoe kinderen tussen 1 en 2 jaar omgaan met de uitdaging om te stappen. Er is echter nog weinig geweten over de invloed van groei op de ontwikkeling van het stappatroon. De doelstelling van dit onderzoek is om de invloed na te gaan van individueel morfologische verschillen en ontogenetische veranderingen van het morfotype tijdens de kindertijd op de controle en maturatie van het gangpatroon. Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Peter Aerts • Marleen Van Dam
Universal Design in de ontwerppraktijk: onderzoek naar universal design patterns als model en ondersteuning voor integraal en inclusief ontwerpen voor iedereen. Universiteit Hasselt Abstract: UnDit onderzoek in Universal Design (UD) bouwt verder op het doctoraatsonderzoek van Hubert Froyen, waarin wordt gezocht naar linken met de architectuurpraktijk, d.m.v. het schetsen van een algemeen theoretisch en methodologisch kader a.d.h.v. UD Patterns. De focus in dit onderzoek wordt gelegd op het ontwikkelen van de implementatie van het UD-paradigma in de ontwerppraktijk. Het doel van UD Patterns is om ontwerpers een hulpmiddel aan te bieden om de bindende prescriptieve normen en wetten te overschrijden en descriptief te werken. De afwezigheid van standaardoplossingen en prescriptieve eisen laat ruimte voor creatieve en vernieuwende ontwerpen. De ontwerper wordt hierbij ondersteund door de inventaris van conflicts, accurate probleemdefinities die de mogelijke misfits tussen gebruiker en gebouwde omgeving in kaart brengen en waaruit de gewenste performance van het ontwerp kan worden afgeleid. Vervolgens kan de ontwerper steunen op resolutions, een aantal tentatieve, empirisch gefundeerde oplossingsrichtingen, die echter voldoende ruimte laten voor innovatieve ontwerpoplossingen. De ontwikkeling van een UD Pattern-database moet bovendien de kennisoverdracht tussen gebruikers/experts en ontwerpers bevorderen.
Kennisoverdracht is immers cruciaal om de bij de gebruikers aanwezige informatie ter beschikking te kunnen stellen van ontwerpers. Het doel van dit project is een UD Pattern-database te ontwikkelen op basis van open content software-technologie, waarbij een continue real-time uitwisseling van informatie mogelijk is. Organisaties: • Niet onderzoeksgroep gebonden projecten
Onderzoekers: • Sylvain DE BLEECKERE
Selectieve verwijdering van macrofagen uit atherosclerotische plaques via farmaca-geïnduceerde celdood. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project wensen we bijkomende strategieën te ontwikkelen om selectieve klaring van macrofagen uit atherosclerotische plaques tot stand te brengen. Daarnaast zal de invloed van macrofaag celdood op de stabiliteit van plaques onderzocht worden zowel op korte als op lange termijn. Het moet gezegd worden dat het selectief verwijderen van macrofagen uit atherosclerotische plaques een totaal nieuw concept is in het cardiovasculair onderzoek. De studie zou een belangrijke bijdrage kunnen leveren tot een meer doelgerichte klinische behandeling van onstabiele plaques. Organisaties: • Translationeel pathofysiologisch onderzoek (TPR) • Fysiofarmacologie (FAR)
Onderzoekers: • Arnold Herman • Hidde Bult • Wim Martinet
Empirisch onderzoek naar loopbaansystemen voor technische medewerkers: een alternatieve benadering via carrièreoriëntaties en persoonlijkheid. Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek poogt de problemen met 'traditionele' loopbaansystemen voor technische medewerkers en industriële onderzoeks- en ontwikkelingsorganisaties te verklaren door na te gaan wat de relatie is tussen de carrière-oriëntaties van technische medewerkers, hun persoonlijkheidskenmerken, en hun voorkeur voor alternatieve carrière-benaderingen waarmee op het ogenblik in industriële O&O-organisaties geëxperimenteerd wordt. Organisaties: • Vakgroep Management, Innovatie en Ondernemerschap
Onderzoekers: • Dirk Buyens
Effect van nutriënten limitatie (fosfor limitatie) op de floristische diversiteit in een onverstoord wetland. Universiteit Antwerpen Abstract: Verschillende factoren bepalen de gerealiseerde soortengemeenschap in een wetland bepalen. Hydrologie beïnvloedt de plantbeschikbare nutriënten, direct door de aanvoer via grondwater, overstromingswater, ... en indirect via de grondwaterstand die het vochtgehalte van de bodem, en dus de redoxpotentiaal bepaalt, wat oa de beschikbaarheid van P (fosfaat), de vorm waaronder N (stikstof) beschikbaar is, ... beïnvloedt. De hoeveelheid beschikbare nutriënten wordt verder ook bepaald door het type van beheer. Zo zorgt maaibeheer bvb voor de afvoer van bovengrondse biomassa en dus nutriënten, terwijl bemesting de hoeveelheid beschikbare nutriënten verhoogt. De plantenstrategie bepaalt hoe planten omgaan met de hoeveelheid beschikbare nutriënten. Zo beschikken meerdere zegge- en grassoorten over de mogelijkheid om tussocks te vormen, een groeivorm waarbij veel van de biomassa en nutriënten opgeslagen wordt in de tussocks zelf. Bij een hoge biomassaproductie treedt er vaak een sterke lichtcompetitie op waardoor sommige soorten weggeconcurreerd kunnen worden. De hiervoor vermelde tussockstrategie laat sommige soorten ook toe te ontsnappen aan de lichtcompetitie van andere kruidachtige of grasachtige planten, tegelijk veroorzaken zij lichtcompetitie voor andere soorten. De gerealiseerde soortengemeenschap wordt dus enerzijds bepaald door de potentiële soortengemeenschap, maw het totale aantal soorten dat op een bepaalde plaats zou kunnen voorkomen in afwezigheid van stress, competitie of verstoring en anderzijds de factoren zoals sensitiviteit voor anoxia, lichtcompetitie, ... die er voor zorgen dat sommige soorten verdwijnen uit de gemeenschap. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire • Wout Opdekamp
Koppelen van transportverschijnselen en intrinsieke kinetiek voor vrije radicalaire polymerisatieprocessen Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit project is het correct beschrijven van de interactie tussen transportverschijnselen en scheikundige reacties voor vrije radicalaire poymerisatieprocessen met als concrete toepassingen de modellering van de evolutie van de deeltjesgroottedistributie tijdens een suspensiepolymerisatieproces en de beschrijving van de mengproblematiek van initiator en monomeer bij hogedrukpolymerisaties. Organisaties: • Vakgroep Chemische proceskunde en technische chemie
Onderzoekers: • Guy Marin
"Interuniversiteit Programma (ICP) Moleculaire Biologie" (2009-2010). Vrije Universiteit Brussel Abstract: "Interuniversiteit Programma (ICP) Moleculaire Biologie" (2009-2010). Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • PATRICK DE BAETSELIER
Rol van E-cadherine in tumor-geassocieerde macrofagen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogt inzicht te krijgen in de fysiologische betekenis van E-cadherine expressie in macrofagen, zowel in normale als in pathologische condities, waarbij vooral belang zal worden gehecht aan TAM. Hierbij zal in eerste instantie een evaluatie gebeuren van macrofaag E-cadherine expressie en de daarop inspelende regulatiemechanismen in verschillende pathologieën, met specifieke aandacht voor tumoren.
Vervolgens zullen de functionele aspecten van E-cadherine expressie onderzocht worden in macrofagen. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Jan VAN DEN BOSSCHE • PATRICK DE BAETSELIER
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUBUniversitat des iles Balears_Gelens Lendert Vrije Universiteit Brussel Abstract: Photonic systems display a wealth of dynamical phenomena henceforth they are ideal testbeds to study nonlinear dynamics theoretically and experimentally. On the one hand, assuming that the spatial structure of the light ?eld does not change in time, one can study the temporal dynamics of nonlinear optical systems. For example, periodic or chaotic spike sequences have been observed in the output of lasers. On the other hand, during the last decades the study of spontaneously appearing patterns in photonic systems has also evolved into an effervescent ?eld. A wealth of spatial patterns has been found e.g. in broad-area lasers or in cells ?lled with sodium vapour. Most of these spatio-temporal phenomena encountered in optical systems can also be observed in a variety of other disciplines such as hydrodynamics, electrical discharges, chemical and biological systems, etc... because they essentially share the same mathematical formalism referring to universal concepts. In this work, we address both temporal and spatial dynamics in optical systems, employing tools from bifurcation theory, nonlinear dynamics and stochastic processes. In the first part, as an example of purely temporal dynamics, we study the dynamical behaviour of semiconductor ring lasers, recently recognized to be promising sources in photonic integrated circuits. In particular, the bistability between the two counter¬propagating modes allows to encode digital information in the emission direction of ring lasers. For such applications, an understanding of the nonlinear dynamical behaviour is essential. Studying the underlying phase space structure, in combination with deter¬ministic and stochastic processes, leads us to an improved understanding of the bistable (in fact, multistable) regime and of the switching behaviour of semiconductor ring lasers. Our theoretical predictions have been successfully compared to experimental results. The second part of this thesis deals with a couple of selected topics in the field of spatially localized structures in extended photonic systems, also referred to as dissi¬pative solitons. Here, the presence of a nonlocal interaction between each part and its immediate surroundings, has important consequences on the dynamical behaviour. In this work, we unravel the fundamental principles and present a study of the bifurcation structure of dissipative solitons, including nonlocal interactions. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde • Natuurkunde • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • Guy VAN DER SANDE • Lendert GELENS • JAN DANCKAERT
Genetische en functionele studies voor GRHL2 en GRM7, twee genen voor ouderdomsslechthorendheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Onze algemene doelstelling is een beter inzicht te verkrijgen in het ontstaan van ARHI, een complexe vorm van gehoorverlies, en de rol die GRHL2 en GRM7 hierbij spelen. We menen dat dit zal bijdragen tot nieuwe diagnostische mogelijkheden, preventiemaatregelen en ontwikkeling van verbeterde therapeutische strategieën waardoor de levenskwaliteit van de patiënt zal stijgen. Om dit te verwezenlijken streven we verschillende specifieke doelstellingen na, die worden uitgewerkt in onderstaand project. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Lutgart Van Laer • Guido Van Camp • Sarah Bonneux
Psychomotore symptomen bij depressie. Universiteit Antwerpen Abstract: De drie doelstellingen van dit onderzoek zijn: 1/ het onderlinge verband tussen de drie genoemde psychomotorische deeldomeinen bij depressieve patiënten te onderzoeken om zo tot een betere definiëring en classificatie van 'psychomotorische vertraging' te kunnen komen. 2/ de relatie nagaan tussen psychomotorische vertraging op het moment van de start van de behandeling en de uitkomst inzake depressieve symptomen en algemeen, sociaal en professioneel functioneren. 3/ de gelijkenissen en/of verschillen in het patroon van psychomotorische afwijkingen tussen MDS en MP gedetailleerd in kaart te brengen en dit voor alle bovenvermelde psychomotorische deeldomeinen. Organisaties: • Kind-, Jeugd- en Volwassenpsychiatrie (CAPRI)
Onderzoekers: • Bernard Sabbe • Marianne Destoop
Validatie van een nieuw proefdiermodel voor systeemsclerose en pathofysiologische aspecten van autoantilichaaminductie Universiteit Gent Abstract: Het project gaat uit van de observatie van lymfotoxine deficiënte muizen specifieke anti-nucleaire antilichamen ontwikkelen. Doel van het onderzoek is enerzijds van uit te werken wanneer in de ontwikkeling van een muis het ontbreken van het lymfotoxine signaal nodig is voor het ontstaan van deze antilichamen, en anderzijds na te gaan of er pathologische kenmerken zijn van een auto-immuunbindweefselziekte. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Filip De Keyser
Blokkerende verzamelingen in eindige projectieve ruimten en in codeertheorie Universiteit Gent Abstract: Blokkerende verzamelingen spelen een centrale rol in eindige projectieve ruimten. Hun centrale rol volgt uit hun optreden in bewijzen over vele andere deelstructuren in eindige projectieve ruimten, en in verwante gebieden zoals codeertheorie. Binnen dit project worden blokkerende
verzamelingen gekarakteriseerd, en worden problemen in codeertheorie bestudered waarin blokkerende verzamelingen optreden. Organisaties: • Vakgroep Wiskunde
Onderzoekers: • Leo Storme
Ontwikkeling van een generisch en klinisch relevant DNA- en Immuno-sensor platform (type 3) Universiteit Hasselt Abstract: Biosensoren combineren de selectiviteit van biologische receptormoleculen met gevoelige optische of elektrische transductiemethoden, met als doel analyten waar te nemen in relevante concentraties in verschillende natuurlijk voorkomende matrices. Ondanks deze beloftevolle symbiose tussen biologie en techniek zijn slechts weinig biosensor-concepten echt geschikt voor routinematig gebruik in de dagdagelijkse klinische diagnostiek, voor de detectie van pathogenen of voor toepassing in farmacogenomics. Dit vereist immers een stabiele koppeling tussen de biologische en de technologische component, en een snelle en gevoelige signaaldetectie, liefst zonder nood aan signaalversterking. De mogelijkheid tot miniaturisatie van het sensor-platform is noodzakelijk om dit in de toekomst te kunnen integreren met microfluidics in lab-on-chiptoepassingen en tevens om point-of-care-gebruik mogelijk te maken. Tenslotte is het belangrijk aan te tonen dat deze sensor een relevante gevoeligheid en specificiteit blijft behouden bij metingen van het target in de natuurlijk voorkomende matrices. In het voorafgaand doctoraatswerk van de aanvrager werd een generisch biosensor-platform ontwikkeld gebaseerd op diamant als transducermateriaal, waaraan enerzijds DNA-moleculen werden gekoppeld voor de constructie van een DNA-sensor, en anderzijds antilichamen werden aangehecht voor de uitbouw van een immunosensor. Dit platform, dat bovendien zeer stabiel is t.o.v. bestaande platformen, blijkt een snelle, labelvrije, selectieve en gevoelige detectie van DNA-hybridisatie en antigen-herkenning mogelijk te maken met behulp van Elektrochemische Impedantiespektroscopie (EIS). Met de DNA-sensor werd -Single Nucleotide Polymorphism- (SNP)-gevoeligheid bereikt. Dit wil zeggen dat de sensor in staat is om mutaties in één nucleotide op te sporen. SNP-analyses spelen niet alleen een belangrijke rol bij het opsporen van tal van genetische aandoeningen, maar zijn tevens erg belangrijk in de ontwikkeling van de toekomstige zogenaamde -tailored medicine-, of een op maat gemaakte diagnose en therapie. Het is daarom van uitermate belang dat we deze SNP's snel en efficiënt kunnen opsporen. Voor de immunosensor werd aangetoond dat een klinisch relevante concentratie van CRP (10 nM) kon worden opgemeten in een tijdsbestek van enkele minuten. Momenteel is de sensorwerking echter hoofdzakelijk aangetoond in experimentele settings. Eerst en vooral zal de conceptuele immunosensor verder worden ontwikkeld naar een proof-of-principle van een immunosensor die geschikt is voor klinische toepassingen. De specificiteit zal worden uitgebreid naar natuurlijk voorkomende matrices, zoals serum, speeksel en cerebrospinaal vocht. Tegelijk zullen ook parameters worden onderzocht die mogelijk de gevoeligheid voor de moleculaire laag van de meetopstelling verhogen. Andere parameters, zoals een covalente aanhechtingsmethode voor de antilichamen, kunnen de stabiliteit van de sensorrespons verbeteren. Ten tweede zal de verdere ontwikkeling worden ondernomen van het conceptueel ontwerp van een DNA-sensor naar een proof-of-principle van een DNA-sensor geschikt voor klinische toepassingen. Hieronder wordt beoogd om de mutatiedetectie in korte DNA-fragmenten uit te breiden naar mutatiedetectie in langere target-DNA-fragmenten. Verder zal via het toekennen van unieke exponentiële decay-waarden aan verschillende mutaties gekomen worden tot een betrouwbare identificatie van de desbetreffende SNP's. Organisaties: • Immunologie - Biochemie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Luc MICHIELS • Veronique VERMEEREN
Sociolinguïstisch-etnografische analyse van (sub)standaardiseringsprocessen op school. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstellingen van dit onderzoek zijn: 1. Onderzoeken welke rol Standaardnederlands en substandaardtalige vormen spelen in dagelijkse interactie op school; 2. Analyseren hoe substandaard-vormen interageren of wedijveren met pedagogische doelen en de stem van de leerkracht; 3. Exploreren welke verhoudingen bestaan tussen micro-klaspraktijken en macro-processen in Vlaanderen. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Jozef Verschueren • Jürgen Jaspers
Perifere skeletspierafwijkingen bij patiënten met chronisch hartfalen: studie naar onderliggende mechanismen en de impact van fysieke training. Universiteit Antwerpen Abstract: Perifere skeletspierafwijkingen bij patiënten met chronisch hartfalen: studie naar onderliggende mechanismen en de impact van fysieke training. Organisaties: • Translationeel pathofysiologisch onderzoek (TPR)
Onderzoekers: • Viviane Conraads • Christiaan Vrints • An Van Berendoncks
Het perspectief van het kind in literaire teksten over de Holocaust. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project analyseert de eigenschappen, functies en werking van het kindperspectief in de Holocaustliteratuur. Het is vrijblijvend noch toevallig dat een groot aantal teksten over de Holocaust deze narratologische strategie kiest. Het met onschuld, onwetendheid en kwetsbaarheid geassocieerde kind contrasteert maximaal met het extreme, berekend geweld van de Holocaust. Organisaties: • Instituut Joodse Studies
Onderzoekers: • Katrien Vloeberghs • Vivian Liska
De rol van federalisering in het etno-politiek discours van politieke partijen en elites. De casus België (1968-2007)
Universiteit Antwerpen Abstract: De centrale doelstelling van dit project is dan ook het onderzoeken van de rol die federaliseringsprocessen in België hebben gespeeld in de evolutie van het etno-politiek discours van politieke partijen en elites. Onder 'etno-politiek discours' verstaan we zowel politieke standpunten als (manifeste en latente) nationale identiteitsconstructie (voor verdere details van de operationalisering, zie methodologie). Hoofdonderzoeksvraag is hoe het discours doorheen de periode zich ontwikkeld heeft en meer bepaald of dit gematigd dan wel geradicaliseerd is. Organisaties: • Burgerschap, gelijkheid en diversiteit (CED)
Onderzoekers: • Dave Sinardet • Petra Meier
Pijnbestrijding tijdens de jeugd door aanpassing van off-patent geneesmiddelen. (NeoOpioid) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Bart Van Overmeire
Een biomechanische karakterisatie van het belang van visuele prikkels bij de ogenblikkelijke en de ontwikkelingsgebonden mechanische controle van de bipedale gang bij de mens. Universiteit Antwerpen Abstract: Afferente informatie speelt een belangrijke rol bij het controleren en bijsturen van de bewegingen. Deze informatie is afkomstig van het visuele, het vestibulaire, het tactiele en het proprioceptieve systeem. Visuele informatie speelt een belangrijke rol bij het bewaren van het statisch evenwicht. Tijdens het uitvoeren van een beweging is het echter van belang het dynamisch evenwicht te bewaren. Logischerwijze kan aangenomen worden dat visuele feedback-informatie hierbij van belang is. Daarnaast kunnen bij het uitvoeren van een beweging visuele prikkels ook belangrijk zijn bij het sturen van de bewegingscoördinatie. Bij dit onderzoek willen we aan de hand van biomechanische ganganalyses het effect bestuderen van deprivatie van visuele prikkels op de controle en ontwikkeling van de gang. Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Peter Aerts • Ann Hallemans
Wetenschappelijke opdracht rond visuele communicatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Wetenschappelijke opdracht rond visuele communicatie. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele en Digitale Culturen (ViDi)
Onderzoekers: • Luc Pauwels
De genderdimensie in het ontwikkelingsbeleid van de EU: een onderzoek naar de implementatie en de rol van de civil society Universiteit Gent Abstract: We bestuderen de genderdimensie in het Europees ontwikkelingssamenwerkingsbeleid. Uit onderzoek blijkt dat tussen retoriek en realiteit een kloof gaapt. Drie mogelijke oorzaken worden onderzocht: 1 Beleidsstrategie-formulering 2 EU-initiatieven zijn gericht op een beperkt segment van vrouwen 3 De implementatie op het terrein loopt fout. Onze hypothese is dat een beperkte inbreng van de civil society de fundamentele oorzaak is van het falen. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Hendrik Vos • Jan Orbie
Vormingsmechanismen, merkerverbindingen en brontoewijzing voor biogene atmosferische aërosolen. (BIOSOL) Universiteit Antwerpen Abstract: Vormingsmechanismen, merkerverbindingen en brontoewijzing voor biogene atmosferische aërosolen. (BIOSOL) Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Janssens
Veranderingen in reologie en microstructuur van brooddeeg Hogeschool Gent Abstract: Wanneer tarwebloem en water worden gemengd, ontstaat een deegstructuur die over unieke eigenschappen beschikt dankzij de ontwikkeling van een glutennetwerk. Naast de hoeveelheid en de kwaliteit van de aanwezige eiwitten, worden de eigenschappen van het deeg sterk beïnvloedt door de aanwezigheid van andere bloemcomponenten (zetmeel, lipiden en vezels), extra ingrediënten (vetten, hydrocolloïden en enzymen) en de mate van verwerking (kneden, vormen, fermentatie en bakken). Over de interacties tussen de functionele componenten in bakkerijproducten en de invloed hierop van de verwerking bestaan nog vele vraagtekens. De doelstelling van dit onderzoek is dan ook drieledig: (1) studie van de interacties tussen functionele componenten in het deegsysteem voornamelijk met behulp van reologische meetmethoden, (2) verband leggen tussen de karakteristieken van het deeg en de kwaliteit van het bekomen eindproduct en (3) invloed nagaan van verwerking op de deegstructuur en de interacties tussen de functionele componenten. Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Levensmiddelenwetenschappen en Technologie
Onderzoekers:
• Filip Van Bockstaele • Mia Eeckhout
Optimalisatie van de meetcondities met gecombineerde micro analytische technieken, in het bijzonder EPMA and MRS, voor onderzoek over de beschermingsmethoden van het kultuurpatrimonium. Universiteit Antwerpen Abstract: In het kader van dit doctoraatsonderzoek zullen we trachten bestaande micro- en sporenanalytische technieken zoals elektronen probe Xstralen micro analyse (EPMA), micro-Raman spectrometrie (MRS) en energie-dispersieve X-stralen fluorescentie (EDXRF) te optimaliseren om de meest relevantie informatie te verkrijgen voor het vaststellen van de verwering van kunstobjecten, de optimalisatie van conservatietechnieken en de zogenaamde "preventieve bescherming" van het kultuurpatrimonium. Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Rene Van Grieken • Anna De Maeyer-Worobiec • Barbara Krupinska
Automatische hardwaregeneratie door middel van lustransformaties in het polyedraal model Universiteit Gent Abstract: Om het hardwareontwerp te versnellen is er behoefte aan ontwerp op een hoger abstractieniveau, waar de productiviteit hoger en de foutenlast lager is. Een mogelijke methode is het gebruik van lustransformaties. Om de automatische hardwaregeneratie ten volle te kunnen benutten is het noodzakelijk om de prestatie en de kost van een ontwerp op voorhand te kunnen schatten. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Dirk Stroobandt
De validering van een instrument voor de evaluatie van stages door de studenten. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project betreft een kwantitatieve studie naar de validiteit en betrouwbaarheid van een instrument voor de evaluatie van stages door studenten in het hoger onderwijs, meer bepaald de KHM. Er zal worden nagegaan of het door KHM ontwikkelde testinstrument voldoet aan een aantal wetenschappelijke criteria. Daarvoor zullen verschillende validerings- en betrouwbaarheidstoetsen worden uitgevoerd op data die in een testfase met dit instrument werden verzameld. Op deze wijze kan het testinstrument verder worden verfijnd en afgewerkt. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Visiting postdoctoral (senior) fellowship : LIU, Yueqi (China) Vrije Universiteit Brussel Abstract: FWO beurs voor betaling senior postdoc bezoek Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • Yvan VANDER HEYDEN
Vrouwelijke netwerkvorming in Antwerpen tijdens de 17de en 18de eeuw: sociaal kapitaal "achter de schermen"? Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project wordt onderzocht in welk soort netwerken vrouwen actief waren en welk soort sociaal kapitaal ze daarbij genereerden. Verschillende historici (cf. Haks, Stone) menen dat de zeventiende en achttiende eeuw werden gekenmerkt door een opkomende huiselijkheid die de vrouwelijke actor steeds verder wegdrong in een sterk afgescheiden private sfeer. Wat betekende dit voor de samenstelling en functies van vrouwelijke netwerken en voor de mogelijkheden tot vrouwelijke agency via het produceren van sociaal kapitaal? Via een integratie van vrouwengeschiedenis en onderzoek naar sociaal kapitaal wordt ons begrip vergroot van 1) de rol van gender in de productie van sociaal kapitaal én 2) de vrouwelijke handelingsbekwaamheid in een patriarchale gemeenschap. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bert De Munck • Guido Marnef • Ellen Decraene
Vrouwen en werk in de Zuidelijke Nederlanden in de Nieuwe Tijd (case-studies Antwerpen, Gent en Bergen). Universiteit Antwerpen Abstract: Vrouwen en werk in de Zuidelijke Nederlanden in de Nieuwe Tijd (case-studies Antwerpen, Gent en Bergen). Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Laura Van Aert
Fysiologie en werkingsmechanismen van het neureguline-ErbB systeem in het cardiovasculaire stelsel. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstellingen van dit project zijn: 1. Simuleren van trastuzumab-geïnduceerde cardiotoxiciteit in rat om onderliggende mechanismen te verklaren. 2. Verklaren van de onderliggende mechanismen van NRG-1 gemedieerde cardioprotectie en "reverse remodelling" met speciale aandacht voor de rol van NO en PDE5. 3. Bestuderen van de interactie tussen het NRG-ErbB systeem en het renine-angiotensine-aldosteron systeem. Organisaties:
• Menselijke fysiologie en pathofysiologie
Onderzoekers: • Katrien Lemmens • Gilles De Keulenaer
Het scripten van CSCL: evaluatie van de impact van scripts in asynchrone discussiegroepen en wiki's Universiteit Gent Abstract: Dit project focust op het onderzoeken van (1) de impact van specifieke scritps op het samenwerkend leren in asynchrone discussiegroepen en in wiki's en (2) het accumulatieve aspect van het opbouwen van kennis in wiki's. Het empirisch vastellen welke specifieke scripts een positieve impact hebben, heeft verder als doel te komen tot evidence-based richtlijnen voor de praktijk. Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Martin Valcke
Amerikaanse maximalistische fictie tussen globale en lokale kennis- Richard Powers, David Wallace en de informatieroman. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek richt zich op de "post-postmoderne" tendens in de hedendaagse Amerikaanse fictie, met als voornaamste auteurs Richard Powers en David Foster Wallace. Overtuigd dat ironie niet de enige uitkomst is na het failliet van de Grote Verhalen (Lyotard), zien Powers en Wallace de roman als een mogelijke uitweg voor het postmoderne solipsisme van hun literaire voorgangers. Beide auteurs beogen een tekst die informatie zo kan scherpstellen dat lokale kennis alsnog in een tentatief globaal model wordt weergegeven. Een kennistheoretische en postklassiek-narratologische analyse van hun romans moet nagaan hoe dit model tot stand kan komen. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Luc Herman • Toon Staes
Ontwikkeling en evaluatie van een nieuwe accinatiemethodologie voor een verbeterde CTL-opwekking tegenover de apicomplexa parasiet Theileria parva door middel van antigenen gefusioneerd met hsp chaperones. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek beoogt het uittesten van drie verschillende HSPs als dragermolecule voor antigenen en van hun vermogen om in een zoogdiermodel een sterke en efficiënte immuunreactie te induceren met een verhoogde CTL-respons tegen de protozoaire parasiet T. parva. Het mHSP70 (mycobacteriële HSP70) zal gebruikt worden als controle, omwille van de beschikbaarheid van vele literatuurgegevens als meest gebruikte fusieproteïne. Het bHSP70 (het HSP70 van Bos taurus) zal gebruikt worden om de hypothese na te gaan of specifieke gastheer chaperones de CTL-reactie gunstig kunnen beïnvloeden en het tHSP90 (HSP90 van T. parva) omwille van het feit dat deze als één van de T. parva CTL inducerende antigenen werd geïdentificeerd (E. Taracha, persoonlijke communicatie). Daarbij zal ook kwantitatief nagegaan worden of hun mogelijkheid tot 'cross-presentation', naast de cytosolische MHC-I presentatie, de immunologische reactie zal versterken. Organisaties: • Moleculaire Plantenfysiologie en Biotechnologie
Onderzoekers: • Yves Guisez • Ine De Goeyse
Wetenschappelijk onderzoek in het domein van de transporteconomie. Universiteit Antwerpen Abstract: Wetenschappelijk onderzoek in het domein van de transporteconomie. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Bruno De Borger
Turkse en Marokkaanse intreders op de Vlaamse arbeidsmarkt: de rol van sociaal kapitaal Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek wil de kwantitatieve en kwalitatieve achterstelling van Turkse en Marokkaanse intreders op de Vlaamse arbeidsmarkt verklaren vanuit de structurele ongelijkheid in de beschikbaarheid en gebruik van sociaal kapitaal bij het zoeken van een job. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Bart Van de Putte
Metaforen en media: het gebruik van metaforen en de constitutie van nieuwsfeiten in de Franse geschreven pers Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is de rol te bestuderen die metaforen spelen in de totstandkoming van en de rapportage over nieuwsfeiten in de media. Het project levert zo een bijdrage tot twee onderzoeksdomeinen die binnen de taalkunde in volle ontwikkeling zijn: enerzijds de studie van metaforen, die sinds het werk van Lakoff en Johnson een centrale plaats inneemt in de cognitieve taalkunde, en anderzijds het onderzoek dat binnen de hedendaagse pragmatiek gevoerd wordt naar de wijze waarop nieuwsfeiten tot stand komen en voorgesteld worden in de media. Als specifieke casus hebben wij de artikels gekozen die in de Franse geschreven pers verschenen zijn over de rellen die in oktober-november 2005 plaats hadden in verschillende grote Franse steden. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Walter De Mulder • Stefanie Peeters
Effect van TLR-ligand geladen leukemische cellen en type I IFN op dendritische cellen met het oog op de inductie van tumorspecifieke T-cel immuniteit. Universiteit Antwerpen
Abstract: De klemtoon van dit fundamenteel onderzoeksproject past binnen het ruimer kader van lopend onderzoek in het Laboratorium voor Experimentele Hematologie naar de effecten van innate immuunsignalen op leukemische cellen. Voor de eerste twee jaren van dit onderzoek ligt de nadruk meer bepaald op de verhoging van de immunogeniciteit van leukemische cellen door Toll-like receptor (TLR)-stimulatie met het oog op maturatie van dendritische cellen -of hun precursoren- en de inductie van leukemiespecifieke T-celimmuniteit in een model van acute myeloïde leukemie (AML). Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Zwi Berneman • Sébastien Anguille
Vernauwingen van kransslagadervertakkingen: op zoek naar de ideale aanpak via biomechanische modellering Universiteit Gent Abstract: Ondanks de behoorlijke resultaten van stenting procedures voor enkele bloedvaten blijft een belangrijk klinisch probleem het stenten van coronaire bifurcaties. Via biomechanische modellering (o.a. FSI, Fluid Structure Interaction) zal gezocht worden naar een optimale aanpak voor vernauwingen ter hoogte van coronaire vertakkingen. De resultaten van de simulaties zullen experimenteel gevalideerd worden met PIV (Particle Imaging Velocimetry) en in vitro simulaties. Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Benedict Verhegghe • Pascal Verdonck
Fast genetic assays based on label-free electronic read-out strategies Universiteit Hasselt Abstract: An increasing demand exists for biosensors for medical, environmental and industrial applications. Profound requirements like selectivity, sensitivity, speed and specificity are of great importance to provide fast and simple solutions for complex problems. These requirements were incorporated in a compact and straightforward impedance spectroscopy device. Impedance spectroscopy is an upcoming technique in the field of biomedical research. This technique has already successfully been used for monitoring DNA hybridization and denaturation [1]. The detection of DNA is currently an area of tremendous interest as it plays a major role in clinical, forensic, and pharmaceutical applications. An impedance spectroscopy unit is developed, fully customized to be a vital part of a label free, diamond based DNA sensor array. Test measurements were conducted to explore the accuracy and specificity of the system. The unit is able to measure the impedance with a frequency range of 100 Hz to 1 MHz. Impedances can be measured from 10 §Ù to 10 M§Ù. The system was made handheld and can be connected to a portable computer by usb interface. Furthermore the system proved to be able to detect single nucleotide polymorphisms within a few minutes [2]. The measurements were compared with the standardized ELISA test and a fluorescence microscopy measurement was conducted simultaneously with an impedance measurement to characterize the denaturation of the DNA on the sensor electrodes. Organisaties: • Materiaalfysica • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Patrick WAGNER
Studie van niet-lineaire nanofotonische componenten voor optische signaalverwerking Universiteit Gent Abstract: In dit project zal onderzoek verricht worden naar niet-lineaire nanofonische componenten voor optische signaalverwerking, zowel klassieke signaalverwerking als liquid computing. Studie van niet-lineaire nanofotonische componenten voor optische signaalverwerking. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Roeland Baets • Peter Bienstman
Branded content: effectiviteit en aanvaardbaarheid in een cross-cultureel perspectief. Universiteit Antwerpen Abstract: Ten gevolge van de dalende effectiviteit van de traditionele reclamespot, zoeken adverteerders naar alternatieven zoals brand placement, om tot de consument door te dringen. Brand placement is een hybride reclamevorm waarbij een commerciële boodschap in een mediacontext wordt geïntegreerd. Dit onderzoek zal nagaan op welke manier bepaalde factoren (reacties van de consument op tv-programma's, herhaalde blootstelling aan brand placement, voorafgaande merkervaring, het onthullen van het feit dat gebruik gemaakt wordt van brand placement) de effectiviteit en aanvaardbaarheid van brand placement beïnvloeden. Organisaties: • Marketing
Onderzoekers: • Patrick De Pelsmacker • Marijke Wouters
Ontwikkeling van een LC-NMR en LC-MS metabolomics platform voor het structuur-activiteitsrelatie onderzoek van geselecteerde groepen natuurproducten als nieuwe "lead" verbindingen voor antiplasmodiale en antivirale geneesmiddelen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project omvat de uitbouw van een technologisch platform bestaande uit LC-MS-DAD en LC-NMR om de metaboloom profilering van veelbelovende medicinale planten (in eerste instantie Nauclea pobeguinii) aan te vatten, met oog op de karakterisatie van secundaire metabolieten in hun complexe matrix. De opzuivering van enkel de meest belovende producten, gevolgd door hun biologische en farmacologische evaluatie, kan dan op een efficiënte wijze leiden tot "lead compounds" voor nieuwe geneesmiddelen. Organisaties: • Farmacognosie, Functionele voeding en Farmaceutische Analyse (NatuRA)
Onderzoekers: • Luc Pieters
Analyse van het genetisch defect in melorheostosis en de studie van de moleculair-biologische gevolgen van LEMD3 haploinsufficiëntie
Universiteit Gent Abstract: In 2004 konden we aantonen dat verlies-aan-functie mutaties in LEMD3 kunnen leiden tot osteopoikilosis, het Buschke-Ollendorff syndroom (BOS) en niet-sporadische melorheostosis. Dit project beoogt 1) de identificatie van het causale genetisch defect in sporadische melorheostosis via een kandidaatgen benadering, en 2) de studie van de celbiologische effecten van LEMD3 haploinsufficiëntie alsook van de pathways die leiden tot de hyperostotische letsels in deze skeletdysplasieën. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Geert Mortier
Karakteristieke patroonverzamelingen vinden via compressie. Universiteit Antwerpen Abstract: Bestaande patroonvorsingsalgoritmen genereren met gemak zeer grote aantallen patronen, waardoor de resultaten onhandelbaar en niet te interpreteren zijn. In dit project stellen wij voor om algemene technieken te ontwikkelen die compressie gebruiken om kleine karakteristieke patroongroepen te vinden die gezamenlijk de te analyseren gegevens goed beschrijven, en door de gebruiker direct te interpreteren zijn. Organisaties: • Ontwikkeling database systemen (ADReM)
Onderzoekers: • Bart Goethals
Een grondslagentheoretisch en toegepast onderzoek naar de relatie tussen pluralisme, ethiek en regulering in biomedische en technologische aangelegenheden. Universiteit Antwerpen Abstract: In de context van (de resultaten van) biomedisch en biotechnologisch onderzoek zijn recht en ethiek sterk met elkaar verweven. Naarmate er op dat domein meer vooruitgang wordt geboekt zal deze relatie steeds pregnanter op de voorgrond treden, en zal er bij de politiek - de wetgever - steeds vaker op worden aangedrongen om tot wettelijke regulering van de ethische vragen en problemen die als gevolg daarvan rijzen over te gaan. De vraag die in dit onderzoek centraal staat is: hoe moet de wetgever (regelgever) reageren op de ethische vragen en problemen die de resultaten van het biomedisch en biotechnologisch onderzoek doet rijzen? Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Leonardus Adams • Willem Lemmens • Sven Braspenning
Metalen, oxidatieve stress en carotenoïdenafhankelijke kleur: verbleken koolmezen (Parus major) door metaalverontreiniging. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is om de signaalfunctie van een carotenoïdenafhankelijke kleur, in relatie tot oxidatieve stressniveaus en voedselkwaliteit, na te gaan bij de koolmees (Parus major). De koolmees heeft een carotenoïdenafhankelijk signaal, namelijk de gele kleur van de borst. De felheid van deze borstkleur wordt in verband gebracht met de conditie en de kwaliteit van de drager. Het onderzoek wordt uitgevoerd in een gekende metaalpollutiegradiënt. We verwachten dat vogels in vervuilde gebieden onder invloed van metaalgeïnduceerde oxidatieve stress en/of lagere voedselkwaliteit zullen verbleken. Organisaties: • Ethologie
Onderzoekers: • Marcel Eens • Ann Geens
PHARMINE : Pharmacy education in Europe Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen NL abstract Organisaties: • Farmaceutische Biotechnologie en Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • BARTHOLOMEUS ROMBAUT
In-vitro differentiatie van humane embryonale stamcellen tot primordiale kiemcellen en mannelijke gameten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Wanneer kankerpatiënten chemo- en/of radiotherapie krijgen voor de behandeling van hun ziekte, kan hun fertiliteit hierdoor aangetast worden. De kankertherapieën hebben namelijk een effect op alle snel delende cellen en dus ook op de spermatogoniale stamcellen. Aangezien bij prepubertaire jongetjes de spermatogenese nog niet gestart is, kan geen spermastaal ingevroren worden en zijn deze stamcellen hun enige bron van fertiliteit voor de toekomst. Om deze prepubertaire patiënten te helpen zijn er verschillende strategieën mogelijk. De eerste strategie behelst de PRESERVATIE van de fertiliteit door de cryopreservatie van de spermatogoniale stamcellen vóór de start van de behandeling. Deze stamcellen zouden dan later tot proliferatie, differentiatie en maturatie kunnen aangezet worden via autologe intratesticulaire transplantatie of via weefseltransplantatie. De tweede strategie houdt de REGENERATIE van de fertiliteit in. Hierbij zouden embryonale stamcellen in-vitro gedifferentieerd worden via primordiale kiemcellen tot mannelijke gameten. Deze laatste strategie zou bovendien kunnen bijdragen tot de kennis van de factoren die kunnen zorgen voor de segregatie tussen de kiemcellijn en de somatische cellijnen en het sturen van de proliferatie van kiemcellijnen. Hoewel dit doctoraat zich op de tweede strategie toespitst, werd ook de eerste strategie (waarvoor tijdens de licentiaatstage al experimenten gebeurden) verder uitgewerkt. Deze strategie behelst dus de cultuur, differentiatie en maturatie van spermatogoniale stamcellen, al dan niet in-vitro en de nadruk lag hierbij op vruchtbaarheidspreservatie bij prepubertaire kankerpatiëntjes, vooral met het oog op mogelijke maligniteit bij autologe intratesticulaire transplantatie van testiculaire stamcellen. Een groot probleem voor de klinische toepassing van deze techniek is namelijk de mogelijke contaminatie van testisweefsel met tumorcellen in geval van leukemie of tumoren die metastasen vormen via de bloedbaan. Transplantatie van deze cellen zou een maligne relaps kunnen veroorzaken, wat ten stelligste moet vermeden worden. Er werden twee verschillende strategieën onderzocht die de fertiliteit van kinderkanker patiëntjes zouden kunnen herstellen zonder het risico op maligniteit. In een eerste opzet werd gebruik gemaakt van xenografting van testiculair weefsel naar immuundeficiënte muizen. In de studie werd subcutane grafting van prepubertair murien, adult murien en adult humaan testisweefsel vergeleken in twee immuundeficiënte muismodellen, namelijk Swiss Nude en SCID-NOD muizen. De belangrijkste conclusies van deze studie waren dat: 1) spermatogonia langer dan 195 dagen konden behouden worden na xenografting van adult humaan testisweefsel naar een immuundeficiënte muis; 2) het getransplanteerde weefsel een meer 'immature' ontwikkelingsstatus moet hebben om de techniek van xenografting te staven als een methode voor externe kiemcel bewaring en 3) bovendien, niet
alleen de ontwikkelingsstatus van het weefsel op het moment van de grafting, maar ook de structurele organisatie van het seminifere epitheel de ontwikkeling van het weefsel zou kunnen beïnvloeden. De resultaten van deze studie werden gepubliceerd in Human Reproduction in februari 2006. De tweede studie was gebaseerd op de intratesticulaire stamceltransplantatie, een techniek waarmee onze onderzoeksgroep al veel ervaring heeft. Er werd getracht om muriene en humane testiculaire celsuspensies, besmet met tumorcellen, te decontamineren door middel van magnetische en fluorescentie geactiveerde cel sortering (respectievelijk MACS en FACS). Bovendien werd getracht de muriene celsuspensies aan te rijken aan spermatogoniale stamcellen om de efficiëntie van de intratesticulaire stamceltransplantatie te verhogen. Uit deze studie konden we concluderen dat MACS en FACS niet voldoende zijn voor een volledige depletie van maligne cellen in testiculaire celsuspensies. Meer onderzoek naar alternatieve decontaminatie methoden is zeker nodig, maar de ontwikkeling van een betrouwbare techniek om het testiculaire weefsel apriori te screenen voor contaminatie is minstens even belangrijk. De resultaten van de decontaminatie experimenten werden gepubliceerd in Human Reproduction in 2007 (2006 Nov 16; [Epub ahead of print]). Voor de tweede strategie (in-vitro differentiatie van humane embryonale stamcellen tot primordiale kiemcellen en mannelijke gameten) werden in de eerste fase van dit doctoraat eerst de basistechnieken van derivatie, cultuur en differentiatie van humane embryonale stamcellen (hES) aangeleerd. De derivatie van embryonale stamcellen gebeurt door middel van "immunosurgery" op geëxpandeerde blastocysten (embryo van ongeveer 6 dagen oud). Deze blastocysten werden afgestaan voor onderzoek door fertiliteitpatiënten. De kiemknop die uit het embryo geïsoleerd wordt, wordt op een voedingsbodem van muis embryonale fibroblasten (MEF) uitgeplaat. Wanneer deze cellen prolifereren, kunnen ze gepassageerd worden naar een nieuwe voedingsbodem en op deze manier in cultuur gehouden. Op dit moment, hebben we in ons laboratorium 9 hES cellijnen afgeleid. VUB01 (46XY), VUB02(46XY), VUB06 (47XX+17) en VUB_07 (46XX) zijn uit normale in vitro gekweekte blastocysten afgeleid. De VUB03_DM1, VUB04_CF (46XX), VUB05_HD (46XY), VUB08_MF (46XX), VUB09_FSHD hES cellijnen werden afgeleid uit embryo's die na preimplantatie genetische diagnose (PGD) voor respectievelijk myotone dystrofie type1 (DM1), mucoviscidose (CF), de ziekte van Huntington (HD), het syndroom van Marfan (MF) en Facioscapulo humerale dystrofie (FSHD) aangetast of drager bleken te zijn. Om de cellijnen die op deze manier ontstaan te karakteriseren, wordt een analyse gemaakt van hun zelfvernieuwende capaciteit en hun pluripotentie in-vitro en in-vivo. Zeven hES lijnen (VUB_09 werd nog niet onderzocht) toonden een normaal karyotype. VUB06 vertoont een trisomie van chromosoom 17. In alle lijnen werd een positieve alkaline fosfatase activiteit aangetoond. De aanwezigheid van de transcriptie factoren Oct-4 en Nanog, die merkers van pluripotentie zijn, werd door middel van RT-PCR aangetoond. Na spontane in-vitro differentiatie van de cellen, werd expressie van alfa foetoproteine (merker voor endodermale differentiatie) en human chorionic gonadotrophin (merker voor mesodermale differentiatie) gevonden. Verschillende celoppervlakte merkers (SSEA-3, -4, TRA-1-60, TRA-1-80) werden opgespoord dmv immunocytochemie. Het vermogen van differentiatie in-vitro werd aangetoond via de vorming van "embryoid bodies" waarin weefsels afkomstig van de drie kiemlagen moeten aanwezig zijn. Het vermogen van differentiatie in-vivo werd geëvalueerd door de vorming van teratomas na inspuiting van hES cellen in een SCID muis. De instandhouding van een hES cellijn is moeilijk omdat de cellen spontaan differentiëren. Frequent passageren van de kolonies naar nieuwe MEF-voedingsbodems van goede kwaliteit is noodzakelijk. Het passageren moet om de vier à vijf dagen gebeuren. Het medium moet elke dag ververst worden. Het medium bevat knock-out DMEM met knock-out serum replacement (20%), LGlutamine (2mM), non-essential amino-acids (1%), 2-mercapto-ethanol (0.1mM) en human recombinant basic Fibroblast Growth Factor (bFGF) (4ng/ml). Organisaties: • Embryologie en Menselijke Genetica
Onderzoekers: • HERMAN TOURNAYE • Mieke GEENS
Diplomatie in tijden van democratisering. Een onderzoek naar de cultuur van het Belgische diplomatieke corps, 19101940. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project wil verder bouwen op de politiek-culturele aanpak van Van Kemseke en Van Eenoo, en die aanvullen met inzichten uit de discoursanalyse, de sociologie en de Theorie van de Internationale Betrekkingen (cf. Keene, 2007; Kocho-Williams, 2006). De interdisciplinaire studie van de cultuur van het diplomatieke corps wordt opgevat als een 'etnografisch' onderzoek naar de politieke praktijken en vertogen van de diplomaten als sociale groep, om zo hun mentale leefwereld in kaart te brengen. Meer concreet wordt gepeild naar elementen als de zelfbeelden en de (expliciet verwoorde) zelfrepresentatie van de diplomaat op de Belgische ambassade, maar ook naar zijn gedragingen als vertegenwoordiger van een soevereine staat in een buitenlandse hoofdstad. Speciale aandacht gaat daarbij uit naar de internationale dimensie van de diplomatieke cultuur: Belgische specificiteit wordt steeds afgewogen tegen grensoverschrijdende kenmerken. De analyse van die elementen kan de hoofdonderzoeksvraag van dit project helpen beantwoorden, met name in hoeverre de democratisering de diplomatieke cultuur tijdens het Interbellum beïnvloedde. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Marnix Beyen • Michael Auwers
Dynamo project/typologie fase 1 (2009-2010) en 2 (2011) Universiteit Gent Abstract: Er werd een meetinstrument ontwikkeld voor het indelen van sportclubs in vier types naargelang hun mogelijkheden en intenties inzake professioneel management. In fase één van het onderzoek werd het meetinstrument ontwikkeld en getest. In een tweede fase werd het uitgebreid meetinstrument verkort tot een versie geschikt voor recurrent gebruik en werd de verkorte versie afgenomen bij meer dan 1000 sportclubs. Organisaties: • Vakgroep Bewegings- en sportwetenschappen
Onderzoekers: • Dirk De Clercq
Het Europees sociaal model: componenten, duurzaamheid en instrumenten ter bestrijding van sociale uitsluiting in Europa. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek valt uiteen in twee centrale delen. In het eerste deel wordt gezocht naar de mogelijke kenmerken van een Europees sociaal model. Bestaat er een set van gemeenschappelijke kenmerken, en zo ja, hoe verhoudt die zich ten opzichte van de verschilpunten? Daarvoor wordt de structuur, de werking en resultaten in termen van doelmatigheid van de Europese sociale markteconomieën vergeleken met sociale markteconomieën elders in de wereld. De analyse wordt gebaseerd op sociaaleconomische data op micro- en macroniveau (LIS, ECHP (EU-SILC), ESSPROS en OECD data), aangevuld met een studie van de zeer omvangrijke literatuur ter zake. De empirische data zullen worden geanalyseerd vanuit een multidisciplinair kader in de traditie van de sociale beleidswetenschap: de samenhang en diversiteit van sociale arrangementen (input) worden beschreven, en in verband gebracht met beleidsvoering (throughput) en met de uitkomsten van het beleid in termen van sociale doelmatigheid (output). Het tweede deel van het onderzoek gaat na of een Europees sociaal model moet worden versterkt, en, zo ja, hoe dat moet gebeuren. Hiervoor wordt, ten eerste, gekeken naar het gemeenschappelijk instrument van de structuurfondsen. De analyse richt zich op de geldstromen, hun opzet,
omvang en doelmatigheid. Vervolgens wordt de minimuminko- mensgarantie van de verschillende lidstaten onder de loep genomen, meer bepaald vanuit de vraag over welke mogelijkheden, zowel in principe als in politieke en economische realiteit, Europa beschikt om de nationale systemen van minimuminkomensbescherming te verbeteren. Ten slotte, wordt op basis van simulaties de impact van verschillende toekomstscenario's vergeleken. Dit gebeurt vanuit dezelfde interdisciplinaire invalshoek als in het eerste deel. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Bea Cantillon • Stijn Rottiers
Modificatie van poreuze dragers voor de vorming van organisch-anorganische hybride materialen. Universiteit Antwerpen Abstract: De twee krachtlijnen van dit onderzoeksproject zullen gebaseerd zijn, enerzijds op het rechtstreeks combineren van zeolieten met mesoporeuze materialen. Anderzijds, zal de vorming van hybride materialen nagestreefd worden in welke mesoporeuze dragers worden gemodificeerd met organische groepen om alzo de selectiviteit te verhogen. Organisaties: • Laboratorium adsorptie en katalyse
Onderzoekers: • Pegie Cool • Vera Meynen
Ontwikkeling van reportergen beeldvorming voor MRI en BLI opvolging van migratie en overleving van getransplanteerde mesenchymale en neurale stamcellen na traumatisch hersenletsel bij muizen. Universiteit Antwerpen Abstract: Stamceltransplantatie na neurotrauma is een veelbelovende onderzoeksrichting in huidig biomedisch onderzoek. Echter, er is weinig gekend over effectieve migratie en overleving van getransplanteerde stamcelpopulaties op plaats van trauma. Dit project beoogt de ontwikkeling van genetisch gemodificeerde adulte en embryonale stamcelpopulaties die na transplantatie in getraumatiseerde muis hersenen opgevolgd kunnen worden via MRI en BLI. Organisaties: • Bio-imaging
Onderzoekers: • Anne Marie Van Der Linden • Peter Ponsaerts
Energy level statistics and dynamics of electrons confined in mesoscipic graphene billiards. Universiteit Antwerpen Abstract: Energy level statistics and dynamics of electrons confined in mesoscipic graphene billiards. Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Francois Peeters
De dood begrijpen in de utopie: een analyse van de visie, van de ziel en van het hiernamaals in de litaire utopieën van de 17e eeuw. Vrije Universiteit Brussel Abstract: - Het vetrekpunt van het project is de paradox eigen aan het utopisch denken : de utopieën ontwerpen een maatschappij die onveranderlijk is en ahistorisch, dus vrij van de dood ; maar de inwoners van de utopieën moeten wel degelijk sterven. Het onderzoek betreft de manier waarop de utopieën van de 17e eeuw een antwoord geven op deze paradox door het ontwikkelen van bepaalde opvattingen betreffende de dood en het hiernamaals. Deze vraagstelling laat toe de utopieën op een nieuwe manier te classificeren en een aantal belangrijke morele, politieke en literaire implicaties van het utopisch denken te belichten. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • Daniel ACKE
Een diachrone en synchrone studie van de imperatief in het Nederlands, het Engels en het Duits. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderwerp van het project is de imperatief. Er wordt een brede opvatting van de imperatief gevolgd: ook eerste en derde persoonsconstructies, soms hortatieven genoemd, en prohibitieven zijn inbegrepen. Het onderzoek bestaat uit twee delen. 1. een synchrone studie in parallele corpora van het Nederlands, het Engels en het Duits, 2. een diachrone studie in corpora van dezelfde drie talen. De centrale vragen zijn: welke functies vervult de imperatief in het Nederlands, het Engels en het Duits en welke verschillen zijn er tussen de talen?; van welke andere grammaticale en/of lexicale middelen maken het Nederlands, het Engels en het Duits gebruik om de verschillende functies van de imperatief in de andere talen uit te drukken?; hoe is de semantische en vormelijke evolutie van de imperatief in het Nederlands, het Engels en het Duits verlopen en zijn er gelijkenissen? Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Johan Van der Auwera • Daniël Van Olmen
Nutriëntcyclering in wetlands langsheen een klimatologische gradiënt: effecten van bemesting, drainage en klimaat. Universiteit Antwerpen Abstract: Eén van de belangrijkste ecosysteemprocessen is decompositie. Decompositie speelt een sleutelrol in de nutriëntkringlopen, is één van de hoofdfactoren die de plantengroei kunnen limiteren en kan bovendien de soortsamenstelling wezenlijk beïnvloeden. De laatste 50 jaar zijn de ganzenaantallen aanzienlijk gestegen. Dit is hoofdzakelijk te wijten aan veranderingen in het landgebruik en een verminderde jachtdruk in hun winterhabitat. Om de gevolgen van deze veranderingen volledig te begrijpen zijn studies naar de ecosysteemprocessen in zowel hun winterhabitat in gematigde regio's als hun broedhabitat in het hoge noorden noodzakelijk. In dit project zullen we onderzoeken hoe ganzenbegrazing decompositie- en gerelateerde processen beïnvloeden: naast de decompositie zullen de stikstof- en koolstofcyclus, de microbiële gemeenschappen en de beschikbaarheid van nutriënten voor planten onderzocht worden.
Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Lodewijk Beyens • Ivan Janssens • Patrick Meire • Lise Fivez
Identificatie van susceptibiliteitsgenen voor schizofrenie. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit onderzoeksproject zal getracht worden een belangrijke bijdrage te leveren tot het onderzoek naar de etiologie van Schizofrenie (SZ) in het algemeen en van SZ cognitieve endofenotypes in het bijzonder. Een eerste specieke doelstelling is het aanleggen van een Biobank (DNA, cellijnen, plasme) in combinatie met fenotype data van ongerelateerde SZ patiënten. Ook zullen grote 3-generatie Belgische SZ families worden verzameld voor koppelingsstudies. DNA van deze biobank zal gebruikt worden in moleculaire genetische/genomische analysen. Organisaties: • VIB DMG - Toegepaste Moleculaire Genomica
Onderzoekers: • Jurgen Del-Favero • Bernard Sabbe • Maarten Van Den Bossche
Participatie in weteschap en technologie: de betekenisconstructie van participatie in een interactief Technology Assessment-opzet. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek stelt zich tot doel na te gaan hoe betrokkenen in een iTA-opzet de betekenis van participatie discursief onderhandelen in afweging van de wijze waarop de notie in institutionele discoursen en in iTA wordt uitgedragen. De doelstelling vertaalt zich in drie onderzoeksvragen (OV): (1) Welke invullingen van participatie zijn te onderscheiden in de institutionele discoursen rond wetenschap, technologie en maatschappij en hoe verhouden deze zich tot de wijze waarop participatie voorgesteld wordt in iTAliteratuur? (2) Hoe worden de verschillende interpretaties in antwoord (1) gereproduceerd, dan wel gecontesteerd en getransformeerd in de directe interacties binnen NanoSoc? (3) Hoe nopen de bevindingen van (2) tot een heroverweging van het participatieconcept en de bijhorende iTAaanpak? Organisaties: • Milieu en Samenleving (M&S)
Onderzoekers: • Ilse Loots • Michiel Van Oudheusden
Zeoliet-gefunctionaliseerde materialen met bimodale porositeit. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject beoogt de vorming van zeoliet-gefunctionaliseerde materialen via een alternatieve synthesemethode om zo het zeolietkarakter van deze materialen te verhogen en te controleren. Bovendien zal een belangrijk deel van het onderzoek bestaan uit het karakteriseren van deze structuren, waarbij de aandacht ligt op het in kaart brengen van de selectiviteit van deze materialen naar adsorptie toe. Er wordt immers verwacht dat deze materialen sterk verschillende adsorptie-eigenschappen bezitten tegenover de klassieke zeolieten en de mesoporeuze materialen met amorfe silica wanden. Hierbij zal belangrijke fundamentele kennis van de zeolietnanopartikels, waaruit deze structuren zijn opgebouwd, worden bekomen. Belangrijk hierbij is het karakteriseren van de grootte en de kristalliniteit van de partikels. Verschillende synthesewegen zullen bewandeld worden ter bereiding van de uiteindelijke materialen, waarbij een controle over de morfologie en de verhouding microporositeit/mesoporositeit ten aanzien van de functionaliteit van de materialen belangrijk is. Organisaties: • Laboratorium adsorptie en katalyse
Onderzoekers: • Pegie Cool • Vera Meynen • Cynthia Van Oers
De rol van oxidatieve stress bij het infectieverloop en de behandeling van leishmaniasis. Universiteit Antwerpen Abstract: De specifieke objectieven van dit onderzoeksprojec zijn: ¿ Optimalisatie en validatie van de EPR methode voor ex vivo kwantificatie en identificatie van vrije radicalen in macrofagen. ¿ Bepaling van de rol van oxidatieve stress in de overlevingskansen van de Leishmania parasiet in de macrofaag. ¿ De rol van oxidatieve stress bij het werkingsmechanisme van bestaande (antimonialen) en nieuwe (PX-6518) antileishmania verbindingen. Organisaties: • Laboratorium voor Microbiologie, Parasitologie en Hygiëne (LMPH)
Onderzoekers: • Louis Maes • Paul F R C M Cos
Grondige studie van de rol van matrix metalloproteinase 8 (MMP-8) en andere MMPen in endotoxemie en immuniteit Universiteit Gent Abstract: Endotoxemie ligt aan de basis van septische shock, nog steeds goed voor honderdduizenden doden per jaar wereldwijd. Er is dringend nood aan betere therapeutica die sepsis bij patienten kunnen genezen. Wij richten ons op de rol van een familie van proteasen, de matrix matalloproteinasen (MMPen), meer bepaald o pMMP8, in endotoxemie en sepsis. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Claude Libert
Werkingsmiddelen FWO-aspirant Valérie De Prycker Universiteit Gent Abstract: Zowel op theoretisch als op common sense-niveau treffen we vandaag hoofdzakelijk restrictieur invullingen van geluk aan. De flow-theorie en de maatschappijkritische dimensie in het werk van Tibor Scitovsky kunnen deze invullingen compliteren. Om theorieën over geluk van een
ruimer kader te voorzien zullen recente wetenschappelijke en filosofische theorieën over het zelf als uitgangspunt genomen worden. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Johan Braeckman
Berekening en interpretatie via Conceptuele DFT van redoxpotentialen met toepassingen in de biochemie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Binnen de kwantumchemie heeft Density Functional Theory (DFT) [1] een centrale plaats ingenomen. DFT gebruikt de elektronendichtheid _(r) als basis die alle informatie over een atomair of een moleculair systeem bevat. De fundamentele theorema's voor de ontwikkeling van de DFT werden geformuleerd door Hohenberg en Kohn [2]. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • PAUL GEERLINGS • Jan MOENS
Conceptualisering en operationalisering van 'active ageing'. Universiteit Antwerpen Abstract: In de gerontologische literatuur werd traditioneel de nadruk gelegd op de beperkingen van ouderen. Vanuit die optiek werd de levensloop geordend in drie opeenvolgende fasen: leren, werken, rusten (Kohli, 1986). De problematiek van de mondiale vergrijzing leidde in de loop van de jaren '90 tot de deconstructie van deze drieledige levensloop. Het concept 'active ageing' moest de blijvende deelname van ouderen aan de samenleving stimuleren (Jacobs, 2004). Een overzicht van de wetenschappelijke literatuur leert dat 'active ageing' de voortdurende integratie van verschillende levensdomeinen beslaat zoals werk, zorg, actieve vrijetijdsbesteding en contact met familie en vrienden (Avramov and Maskova, 2003; Houben, Audenaert and Mortelmans, 2004; Rowe, Kahn, 1997). Het doctoraal proefschrift heeft als doel de wisselwerking tussen deze verscheidene vormen van activiteit nader te bestuderen. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans • Kim Boudiny
Theoretische en experimentele studie van ultra-hoge drukeffecten op axiale dispersie in gepakte bedkolommen voor vloeistofchromatografie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De doelstelling van het doctoraatsonderzoek is het bouwen van numerieke en analytische modellen om de bestaande plaathoogtevergelijkingen voor de vloeistofchromatografie uit te breiden met alle mogelijke hogedrukeffecten die optreden in de nieuwe generatie van commerciële toestellen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van commerciële software om numeriek het stromingsgedrag in chromatografische kolommen, die geopereerd worden bij ultra-hoge druk, te simuleren. In een ruimere context wordt er ook gekeken naar verschijnselen (zijwandeffecten, B-term diffusie, pakkingsheterogeniteiten) die door de verbeterde resolutie van de nieuwe generatie ultra-hoge druk toestellen een veel significantere bijdrage gaan leveren aan de totale plaathoogte van een systeem en ook meer tot uiting komen door het gebruik van zowel kolommen met een kleinere binnendiameter als de mogelijkheid tot gebruik van langere kolommen (wegens beschikbaarheid van grotere werkingsdruk). Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen • Chemische Ingenieurstechnieken en Industriele Scheikunde
Onderzoekers: • Ken BROECKHOVEN • GERT DESMET
Lugones en Vasconcelos: een Neo-Helleense visie op de Nieuwe Wereld? De invloed van de klassiek Griekse traditie op de Spaans-Amerikaanse identiteitsvorming Universiteit Gent Abstract: Het gedachtegoed van de auteurs Leopoldo Lugones en José Vasconcelos wordt gekenmerkt door een niet-aflatende zoektocht naar een contintentale (Spaans-Amerikaanse) en nationale (Argentijnse/Mexicaanse) identiteit. Dit vergelijkend onderzoek wil nagegaan of hun gedeelte fascinatie voor de klassiek Griekse cultuur een verklaring kan bieden voor de gelijkenissen tussen hun ideeën in verband met identiteitsvorming op politiek-ideologisch, filosofisch en pedagogisch vlak. Organisaties: • Vakgroep Romaanse talen (andere dan het Frans)
Onderzoekers: • Eugenia Houvenaghel
De rol van het 'mannelijk' hormoon testosteron bij vrouwelijke vertebraten: een geïntegreerde studie met de koolmees en de pimpelmees als modelsoorten. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project bestuderen we de effecten van experimenteel verhoogde T-waarden op morfologische, gedragsmatige en fysiologische parameters bij vrouwelijke vogels, met koolmezen, Parus major, en pimpelmezen, Cyanistes caeruleus, als modelsoorten. Daarnaast zullen we experimenteel nagaan in welke mate T-gevoelige kenmerken bij wijfjes een effect hebben op hun fitness. Organisaties: • Ethologie
Onderzoekers: • Marcel Eens • Annie Pinxten • Berber De Jong
Bepaling en de modellering van de dispersie van de moleculaire eerste hyperpolariseerbaarheid: octupolaire metallodendrimeren en koolstofnanobuizen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject heeft als doel om de dispersie van de eerste hyperpolariseerbaarheid ß te onderzoeken, om zo te komen tot een geschikt ß-dispersiemodel. Door uitgebreide golflengte-afhankelijke HRS-metingen uit te voeren op een aantal goedgekozen modelsystemen
kunnen de huidige modellen getest en verbeterd worden, en kan indien nodig een nieuwe beschrijving worden opgesteld. Organisaties: • Experimentele fysica van de gecondenseerde materie (ECM)
Onderzoekers: • Etienne Goovaerts • Jochen Campo
Identificatie en validatie van RIP1 interagerende eiwitten en substraten in necrotische celdood Universiteit Gent Abstract: Necrotische celdood treedt op bij virale infecties, infarcten en orgaan transplantaties en is afhankelijk van de kinase-activiteit van Receptor Interacting Protein (RIP1). Het is de bedoeling van dit project om met een specifieke inhibitor substraten (fosfospecifieke MS analyse en een peptide-array) en interactoren (co-immunoprecipitaties van RIP1 uit necrotisch stervende cellen) van RIP1 te identificeren. Deze informatie zal ons een beter inzicht verschaffen in de necrotische signaaltransductie. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Peter Vandenabeele
Werken in klassen met leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Methodieken ter ondersteuning van leraren / Klassewerk. Het gericht ondersteunen van leraren in het leren omgaan met diversiteit in de klas. Het GOL(L)D-concept. Hogeschool Gent Abstract: Onze huidige maatschappij kenmerkt zich steeds meer en meer door haar diversiteit. Dit weerspiegelt zich op alle vlakken van de samenleving, ook in het onderwijs. Meer en meer leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften worden opgenomen in de reguliere school, waardoor de toenemende diversiteit een reëel onderdeel is van de dagelijkse onderwijspraktijk. Dit betekent dat de leraar hiermee rekening zal moeten houden en genoodzaakt zal zijn om zijn aanpak aan te passen. Nochtans blijkt uit onderzoek dat leraren vaak niet voorbereid zijn en zich niet competent voelen om les te geven in een klas met kinderen met specifieke behoeften. Bovendien ervaren ze in vele situaties een tekort aan ondersteuning op de werkvloer. De Hogeschool Gent, Departement Lerarenopleiding, Ledeganck in samenwerking met Departement Sociaal-Agogisch Werk werkte binnen een PWO (Projectmatig Wetenschappelijk Onderzoek) een ondersteuningsconcept uit: het “GOL(L)D-concept” (Gericht Ondersteunen van Leraren in het Leren omgaan met Diversiteit ). Hierin worden de reeds bestaande competenties van leraren als vertrekpunt genomen om ze door middel van een activerende ondersteuning verder uit te bouwen. Het concept is bruikbaar voor leraren, zorgcoördinatoren, pedagogisch begeleiders, CLBmedewerkers,… maar ook voor betrokkenen uit andere beroepsvelden kan het inspiratie bieden rond ondersteuning en ondersteuningsmethodieken. Het GOL(L)D-concept wordt zo concreet mogelijk voorgesteld in drie producten zodat de brug naar de praktijk gemakkelijk kan worden gemaakt: een inleidend boek, een DVD en een verdiepingsboek. Het inleidend boek is het basiswerk waar een beknopte beschrijving is terug te vinden van het GOL(L)D)-concept met bijhorende uitgangspunten en zes praktijkvoorbeelden. Deze praktijkvoorbeelden vertrekken vanuit een leervraag van de leraar. De lezer kan aan de hand van zijn interesses een keuze maken om met een bepaalde leervraag verder kennis te maken. De uitgeschreven trajecten zijn beeldend gemaakt in de DVD. Dit maakt het geheel sprekend en praktijkgericht. In het verdiepingsboek wordt meer duiding gegeven over bepaalde aspecten van het GOL(L)D-concept en zijn er werkinstrumenten en documenten terug te vinden. Organisaties: • Departement Sociaal-agogisch werk • Departement Lerarenopleiding Ledeganck • Vakgroep Orthopedagogiek • Vakgroep Pedagogiek en Agogiek
Onderzoekers: • Rosa David • Helena Vanhuysse • Stijn Vandevelde • Inge Van De Putte
Samenwerking in de schaduw van de wet: judicialisering en de uitbreiding van de reikwijdte van de WHO. Universiteit Antwerpen Abstract: Het is algemeen erkend dat de verrechtelijking van het wereldhandelsregime bij de oprichting van de WTO in 1995 een diepe impact heeft gehad op de handelsbelangen van binnenlandse actoren in WTO lidstaten. Weinig aandacht echter is tonogtoe gegaan naar de vraag hoe de kwetsbaarheid voor juridische aanvechting en het vooruitzicht van een proces een invloed heeft op de geneigdheid van deze actoren om reeds bestaande samenwerkingsakkoorden in de WTO verder uit te diepen en te verbreden. Dit onderzoeksvoorstel licht toe hoe deze dynamiek geanalyseerd kan worden aan de hand van de preferentievorming van de Europese Unie over twee onderhandelingsthema's in de Doha Ronde: landbouw en handel-en-milieu. Organisaties: • Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM)
Onderzoekers: • Dirk De Bièvre • Arlo Poletti
Sentimentalisme en Modernisme in stille Amerikaanse narratieve cinema: de films van Frances Marion (1914-1928). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject stelt zich tot doel een meer complexe invulling van de relatie tussen film en moderniteit te formuleren. Het verband tussen film en moderniteit ' in de `modernity thesis' van David Bordwell omschreven als film als moderniteit, een deel van moderniteit en een gevolg van moderniteit ' kan herzien worden en aangevuld met alternatieve en soms tegenstrijdige invloeden. De esthetische respons op de moderniteitgedachte vervat in het modernisme, presenteerde zichzelf als een belichaming van het `nieuwe' en als een radicale breuk met het verleden, waardoor het zichzelf expliciet positioneerde tegen het sentimentalisme, de dominante culturele expressie uit de vorige eeuw. Het sentimentalisme, geassocieerd met een vrouwelijk publiek en vrouwelijke auteurs, werd door het modernisme gelijkgeschakeld met Victoriaanse waarden en normen en als dusdanig verworpen. Met het bewuste oxymoron `sentimental modernism' heeft Suzanne Clark echter aangetoond dat er binnen de modernistische literatuur geproduceerd door vrouwen nog sporen terug te vinden zijn van deze domestieke traditie, dat zij een bredere, inclusieve meer complexe invulling geven aan de problematische term `modernisme'. Deze alternatieve notie van modernisme geldt ook voor vroege stille klassieke film. In de beginjaren van Hollywood werd vijftig procent van de geproduceerde films geschreven door vrouwen. Deze succesvolle scenaristen putten inspiratie uit de novelles, kortverhalen en toneelstukken uit de vorige eeuw die waren geschreven binnen een sentimentele traditie en die populair, melodramatisch (sensationeel en affectief) waren en zich richtten op een breed vrouwelijk publiek. Naast moderne eigenschappen zoals de productietechniek, een fascinatie met moderne technologieën, montagetechnieken en moderne fenomenen (`flappers', de Nieuwe Vrouw, suffragettes, urbanisatie, kapitalisme, WW1), vertoonde vroege film ook sentimentele aspecten.
Het werk van scenariste Frances Marion, de meest succesvolle schrijfster in Hollywood gedurende de stille periode, is exemplarisch voor deze vaststelling. Haar werk binnen Hollywood (van circa 1916 tot 1929) toont aan dat het moderne medium film kan gezien worden als een gedeeltelijke voorzetting van een sentimentele esthetiek, zonder daarbij in te boeten als een moderne en modernistische expressie. Organisaties: • Instituut Joodse Studies
Onderzoekers: • Vivian Liska • Anke Brouwers
Virtualiteit en herhaling: een fenomenologische ontologie van de virtuele werkelijkheid. Universiteit Antwerpen Abstract: De elektronische massamedia - vandaag alomtegenwoordig - worden gekenmerkt door transparantie. Ze verdwijnen om iets anders zichtbaar te maken, bijvoorbeeld een voetbalwedstrijd of een spelomgeving. Dit project wil een fenomenologische beschrijving geven van deze gemedieerde (of virtuele) werkelijkheden, om op basis daarvan inzicht te krijgen in de verhouding van virtuele en niet-virtuele realiteit. Organisaties: • Centrum voor Europese Filosofie
Onderzoekers: • Geert Van Eekert • Peter De Graeve • Erik Myin • Gerardus Gooskens
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUB-Renmin University of China_Wang Honyu Vrije Universiteit Brussel Abstract: Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUB-Renmin University of China_Wang Honyu Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • BRUNO COPPIETERS • Xiaokun SONG
Armoede en inkomensongelijkheid bij ouderen, en armoede en arbeidsmarktparticipatie bij ouders en kinderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoeksplan heeft als thema "Pensioenen en inkomenspositie van ouderen, in België en de EU, nu en in de toekomst." De maatschappelijke context van de vergrijzing van de bevolking, mobiliteit en migratie (van buiten de EU), enz. vormt een uitdaging om het wettelijk pensioenstelsel betaalbaar én legitiem te houden, zonder stijging van de armoede onder ouderen. De wetenschappelijke uitdaging betreft een beter begrip van het effect van de welvaartsstaat op het feitelijke inkomen en welvaart, met bijzondere aandacht voor ongelijkheden in de inkomensverdeling. Het project spitst zich toe op de onderwerpen: 1) armoede en ongelijkheid bij ouderen, met als doelstelling een beter begrip van welke pensioensystemen met welke kenmerken onder welke sociaal-economische omstandigheden effectief bescherming bieden aan ouderen tegen armoede en laag inkomen; 2) armoede en arbeidsmarktparticipatie bij ouders en kinderen, met als doelstelling een beter begrip (via een structureel model) van de relaties tussen sociaal beleid, gezinsvorming, arbeidsmarktgedrag, beschikbaar inkomen en het risico op armoede bij gezinnen met kinderen. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Cornelius Van den Bosch
LANQUA : Language Network for Quality Assurance Universiteit Hasselt Abstract: Het contract is een samenwerkingsovereenkomst in het kader van een EU-gesponsord project gecoördineerd door de University of Southampton en waaraan meer dan 60 EU-universiteiten meewerken. CTL werkt mee aan de subgroep "Interculturele verschillen" gecoördineerd door de Portugese universiteit van Faro. Doel is het opstellen van kwaliteitsstandaarden voor de opleidingen van vreemde-taalleraars en deze operationaliseren zodat EU-kwaliteitslabels kunnen toegekend worden. Organisaties: • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek
Onderzoekers: • Willem CLIJSTERS
Foutrobuustheid en -verberging in schaalbare videocodering Universiteit Gent Abstract: Transmissiefouten hebben een grote impact op de visuele kwaliteit van digitaal gecodeerde video, hetgeen een steeds belangrijker aspect wordt door het toenemend gebruik van foutgevoelige netwerken (bv. draadloze netwerken). De doelstelling van dit onderzoek is om te komen tot een optimaal gebruik van foutrobuustheids- en foutverbergingstechnieken in de context van schaalbare videocodering (SVC) op basis van vorig werk in de context van H.264/AVC. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Rik Van de Walle
Drie dimensionaal modeleren van metselwerkwanden met tijdsafhankelijke modellen. Universiteit Hasselt Abstract: Duurzaamheid is vandaag de dag een belangrijk onderwerp. Stijgende energie- en materiaalprijzen dwingen ons goed na te denken over materiaalgebruik. Daarom zal het hergebruik van materialen en constructies de komende jaren nog een sterkere toename kennen. Een renovatieproject houdt dikwijls in dat de bestemming van het gebouw zal wijzigen. Dit heeft gevolgen zowel op architecturaal vlak (indeling van de verschillende ruimtes) als op constructief vlak. Het gebouw moet immers weerstaan aan nieuwe belastingscondities. Omdat heel wat oude
gebouwen grote delen metselwerk kennen, is het inschatten van het gedrag van metselwerk door deze nieuwe belastingscondities belangrijk. Er mag namelijk niet vergeten worden dat de eigenschappen van het metselwerk in het gebouw niet dezelfde zijn als deze van nieuw metselwerk en dat de bestaande normen hier dus met de nodige voorzichtigheid gebruikt moeten worden. Dit onderzoeksvoorstel beschrijft het opstellen van een drie dimensionaal model om metselwerk te bestuderen. Dit voorstel houdt rekening met tijdsafhankelijk materiaalgedrag. Dit maakt het mogelijk om de huidige toestand van het metselwerk in rekening te brengen en rekening te houden met een verdere degradatie in de tijd. Op basis van het ontwikkelde model kunnen metselwerkwanden geëvalueerd worden op hun sterkte en stijfheid, in dit zowel in als uit het vlak. Resultaten van deze berekeningen kunnen een aanzet geven tot verfijning van de norm. Organisaties: • Materiaalfysica • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Ronald THOELEN
Rubens wetenschappelijk doorgelicht. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoeksproject KMSKA: - onderzoeksprocedures bepalen die gevolgd zullen worden voor het aanmaken van een wetenschappelijke catalogus van de Rubensschilderijen van het KMSKA Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • Arnout BALIS
BOF Kort verblijf: Optische metingen en eigenschappen van Nanodiamant Universiteit Hasselt Abstract: De voorzitter van de Onderzoeksraad heeft het verblijf van dr. Jana Poltierova Vejpravova van Faculty of Mathematics and Physics of Charles University, Prague, Tsjechië goedgekeurd. Gedurende dit verblijf zal. dr. Jana Poltierova Vejpravova onderzoek uitvoeren in samenwerking met prof. Milos Nesladek (onderzoeksinstituut IMO). Organisaties: • Materiaalfysica • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Milos NESLADEK
Op zoek naar een nieuw paradigma voor de professionele carrière: Individu versus organisatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoeksvraag "In hoeverre bepalen individuele, carrièrepsychologische variabelen (nl. carrièrevoorkeuren van een individu) versus organisationele, personeelsstrategische variabelen (nl. carrièrekansen aangeboden aan een individu) het carrièretype (nl. de mobiliteitsvorm) alsook de definitie en mate van carrièresucces (zoals gemeten volgens de drie categorieën extrinsiek-objectief, extrinsiek-subjectief en intrinsieksubjectief) van dat individu?" Theoretisch kader Dit project zal een bijdrage leveren aan de hedendaagse literatuur rond professionele carrières door in te gaan op de dringende en fundamentele oproep naar meer empirisch onderzoek rond de betekenis van de constructen 'carrière' en 'carrièresucces' (Poole, Langan-Fox & Omodei, 1993; Heslin, 2005). De materie zal worden onderzocht vanuit een dubbel, arbeids- en organisatiepsychologisch perspectief dat zowel het individu (psychologie) als de organisatie (strategie) in beschouwing neemt. Het standpunt van het individu ten opzichte van carrières en carrièresucces wordt vertegenwoordigd binnen het onderzoeksveld van de carrièrepsychologie. In de moderne carrièreliteratuur wordt in dit verband steeds vaker verwezen naar 'nieuwe' vormen van carrière en carrièresucces, waarin 'boundaryless' en 'protean' waarden steeds meer de traditionelere, bureaucratische carrièretypes zouden verdringen (Adamson, Doherty & Viney, 1998; Arthur, 1994; Dany, 2003; Fugate, Kinicki & Ashfort, 2004; Rousseau, 1995; Sullivan, 1999). Terwijl 'boundaryless' verwijst naar het psychologisch ongebonden zijn aan organisationele of functionele grenzen, waardoor laterale en inter-organisationele mobiliteit psychologisch evenwaardig worden aan opwaartse mobiliteit, impliceert de term 'protean' een voorkeur voor carrièrezelfmanagement (CZM) waarbij het individu zich laat leiden door zijn of haar persoonlijke normen- en waardensysteem (Briscoe & Hall, 2006; Briscoe, Hall & DeMuth, 2006). Het standpunt van organisaties tegenover carrières en carrièresucces wordt dan weer weerspiegeld in de personeelsstrategie. De laatste jaren is er een trend naar werknemerssegmentatie merkbaar, die zich in de eerste plaats manifesteert in de vorm van 'talent management' strategieën. Deze vorm van organisationeel carrièremanagement (OCM) vertrekt vanuit de vaststelling dat opwaartse (hiërarchische) carrièremobiliteit en jobzekerheid in de toekomst voor steeds minder werknemers zal weggelegd zijn, en dat een segmentatie van het personeelsbestand nodig zal zijn om te zorgen dat beschikbare carrièrekansen gereserveerd worden voor diegenen met uitzonderlijke talenten - namelijk high potentials en sleutelexperts ("key experts") (Dries & Pepermans, 2007; Dries & Pepermans, 2008; McCall, 1998). In eerdere studies van eigen hand werd reeds exploratief op de problematiek van het definiëren (Dries & Pepermans, 2008; Dries, Pepermans & Carlier, 2007; Dries, Pepermans & De Kerpel, in press) en het meten (Dries, Pepermans, Hofmans & Rypens, 2007; Hofmans, Dries & Pepermans, 2007) van het construct 'carrièresucces' (CS) ingegaan. In deze studies werd een opdeling bekomen tussen drie meetvormen voor succes: ??extrinsiek-objectief (de operationalisatie van CS is gebaseerd op maatschappelijke of op onderzoek gebaseerde normen en waarden; data wordt verzameld via personeelsbestanden); ??extrinsiek-subjectief (de operationalisatie van CS is gebaseerd op maatschappelijke of op onderzoek gebaseerde normen en waarden; data wordt verzameld via zelfrapportering); ??intrinsiek-subjectief (de operationalisatie van CS is gebaseerd op persoonlijke normen en waarden; data wordt verzameld via zelfrapportering). Het oogmerk van het huidige project is om de bevindingen van de voornoemde exploratieve studies te toetsen in een model dat individu (carrièrepsychologie-CZM) en organisatie (personeelsstrategie-OCM) verbindt met twee carrière-uitkomstvariabelen nl. carrièretype en carrièresucces Organisaties: • Arbeids- en Organisatiepsychologie
Onderzoekers: • ROLAND PEPERMANS
Effect van temperatuur op metaaltoxiciteit bij de zebravis: van gen tot organismale responsen. Universiteit Antwerpen Abstract: Aquatische organismen worden voortdurend blootgesteld aan veranderingen in hun omgeving. Deze veranderingen worden enerzijds veroorzaakt door natuurlijke fluctuaties (zoals veranderingen in omgevingstemperatuur) en anderzijds door anthropogene verstoring (zoals vervuiling met chemicaliën). Dit doctoraat combineert deze twee vormen van stressoren en onderzoekt de invloed van de omgevingstemperatuur op de toxiciteit van cadmium bij de zebravis (Danio rerio). Analyses overspannen verschillende niveaus, gaande van wijzigingen in genexpressie tot veranderingen in zwemprestatie.
Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Dries Knapen • Lucia Vergauwen
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUBUniversité de la Sorbonne Nouvelle (France)_Catherine Gobert. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het vetrekpunt van het project is de paradox eigen aan het utopisch denken : de utopieën ontwerpen een maatschappij die onveranderlijk is en ahistorisch, dus vrij van de dood ; maar de inwoners van de utopieën moeten wel degelijk sterven. Het onderzoek betreft de manier waarop de utopieën van de 17e eeuw een antwoord geven op deze paradox door het ontwikkelen van bepaalde opvattingen betreffende de dood en het hiernamaals. Deze vraagstelling laat toe de utopieën op een nieuwe manier te classificeren en een aantal belangrijke morele, politieke en literaire implicaties van het utopisch denken te belichten. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • Daniel ACKE
Onderliggende mechanismen van neuroplasticiteit en motorische controle: modulatie van neuroplasticiteit als fundament voor de ontwikkeling van nieuwe revalidatiestrategieën bij neurodegeneratieve aandoeningen Universiteit Hasselt Abstract: Verschillende studies hebben aangetoond dat stimulatie van afferente banen neuroplastische veranderingen teweeg brengt in de sensorische en motorische regionen van de cortex (Steyvers et al. 9-14;Levin et al. 185-89;Rosenkranz and Rothwell 649-60). Het onderzoeksspeerpunt van REVAL en tevens een van de strategische programmas van BIOMED 'revalidatie van neurodegeneratieve aandoeningen' heeft als doelstelling nieuwe revalidatietherapieën te ontwikkelen voor neurodegeneratieve aandoeningen. Functionele en structurele neuroplasticiteit spelen hierin een sleutelrol. Fundamentele inzichten in de mechanismen die deze neuroplasticiteit, reorganisatie, compensatie en plastische veranderingen bewerkstelligen en bevorderen, is van essentieel belang, om wetenschappelijk-gefundeerde revalidatietherapieën voor het herstel van patiënten met neurodegeneratieve aandoeningen te ontwikkelen. In het Laboratorium Motorische Controle van de KUL is onderzoek verricht naar modulaties in corticale exciteerbaarheid: peesvibratie (Steyvers et al. 9-14) en cyclische passieve polsbewegingen (Levin et al. 185-89;Lewis and Byblow 82-87) werden hierbij gebruikt als afferente stimulatietechnieken voor de bovenste ledematen. De resultaten van deze studies toonden aan dat de corticospinale exciteerbaarheid van de voorarmspieren kort na afloop van de interventie toegenomen was. In een recente studie aan het onderzoeksinstituut REVAL hebben we op succesvolle wijze kunnen aantonen dat na 3 weken afferente stimulatie met transcutane elektro-neurostimulatie (TENS) aan een frequentie van 1uur per dag, de corticospinale exciteerbaarheid 20 uur na de laatste stimulatie nog steeds significant toegenomen is. Deze resultaten verwijzen naar neuroplastische processen in het centrale zenuwstelsel die het gevolg zijn van de afferente stimulatie. Deze bevindingen zijn uniek in de literatuur en ze vormen een stevige uitgangsbasis is voor de verdere uitwerking van dit project. Naast afferente stimulatie met TENS, kunnen een breed spectrum aan afferente sensorische stimulatietechnieken mogelijks bijdragen tot reorganisatie en plastische veranderingen in de cortical regios van de sensorimotorische netwerken in de hersenen. Waarneming van bewegingen in de afwezigheid van actuele uitvoering leidt tot hersenactiviteit die vergelijkbaar is met de hersenactiviteit indien men deze bewegingen zelf zou uitvoeren. Dit fenomeen wordt toegewezen aan de zogenaamde spiegelneuronen. Giacomo Rizzolatti (Rizzolatti, Fogassi, and Gallese 54-61) (Rizzolatti 419-21)werkte samen met Leonardo Fogassi en Vittorio Gallese aan de Universiteit van Parma toen ze bij toeval het bestaan van spiegelneuronen ontdekten tijdens hun onderzoekswerk met apen. De onderzoekers stelden tot hun verbazing vast dat sommige neuronen ook vuurden als de apen niet zelf iets deden, maar toekeken wanneer de onderzoekers voordeden wat er van hen werd verwacht. Met behulp van medische beeldvormingstechnieken zoals functional magnetic resonance imaging (fMRI) werd ook bij de mens een complex systeem van spiegelactiviteit gevonden. Deze spiegelactiviteit kan therapeutisch eveneens interessant en relevant zijn wanneer patiënten moeilijkheden ondervinden om bewegingen zelfstandig uit te voeren Organisaties: • Immunologie - Biochemie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Raf MEESEN
Onderzoek naar de biochemie van het Lymfe oedeem. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Deze studie beoogt het bestuderen van de evolutie van het lymfe oedeem na borstoperatie en axillaire ganglionaire resectie. Deze lymfe oedemen evolueren te dikwijls naar irreversibele, therapie resistente oedeem die een zeer dure chirurgie vereisen om een mogelijke oplossing te bieden. deze nefaste evolutie kan vermeden worden wanneer men biochemisch zou begrijpen wat er in de weefsels gebeurt wanneer lymfe vocht zich ophoopt in de interstitiële ruimte. De moeilijkheid bij dit fundamenteel onderzoek ligt hem in het provoceren van een lymfe oedeem bij proefdieren. Gezien er geen referenties zijn in de literatuur over hoe men een blijvend lymfe oedeem kan creëren blijft tot op heden ook de biochemische evolutie van het oedeem duister en alleen beperkt tot hypothesen. Het werk zal in eerste instantie beogen een visualisatietechniek op het punt te stellen van de lymfevaten zonder de proefdieren te moeten opofferen. Dit gaan we doen met het product ICG (Indigo Cyaan) in te spuiten in de achterpoot van muizen. Dit product wordt in de oogheelkunde gebruikt om de lymfecirculatie volledig te stoppen en op die manier een secondair lymfe oedeem te verwachten. Biopten zullen genomen worden om de biochemische evolutie van dat oedeem te volgen in de tijd. Organisaties: • Motorische Revalidatie en Kinesitherapie
Onderzoekers: • PIERRE LIEVENS
Monitoringplan voor een experiment met niet maaien in moerasdelen van de Drentse AA. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit onderzoeksproject, dat zich alleen richt op de onderdelen vegetatie en maaiveldhoogte, is het vergelijken van de effecten van al dan niet maaien op vegetatiesamenstelling en maaiveldhoogte in een drietal deelgebieden in de Drentse AA na 1 jaar. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Rudy van Diggelen
Ontwikkeling van een op click chemie gebaseerde synthesemethodologie voor de aanmaak van innovatieve potentiële "lead" verbindingen en/of scheikundige probes. Universiteit Antwerpen Abstract: Verschillende lopende projecten binnen het Laboratorium voor Medicinale Chemie zijn afhankelijk van click chemie benaderingen (1) als essentieel aspect van bio-orthogonale derivatisering van eiwitten onder fysiologische condities of (2) voor de aanmaak van innovatieve, biologisch actieve verbindingen. De aangetrokken onderzoeker zal zijn expertise op dit gebied aanwenden voor ondersteuning en ontwikkeling van deze lopende projecten. Daarbij zal getracht worden om state-of-the-art topics in het domein van de click-chemie op een grensverleggende manier te benaderen. Organisaties: • Medicinale chemie (UAMC)
Onderzoekers: • Pieter Paula Frans Van Der Veken • Koen Augustyns
De ontwikkeling van een methodologisch model voor het onderzoek van de evolutie van mens en maatschappij binnen paleo-omgevingen: "naar een geoarcheologische duurzame ontwikkeling". Vrije Universiteit Brussel Abstract: Hoewel in de laatste drie decennia archeologen en geologen regelmatig deelgenoten zijn in dezelfde projecten, blijkt toch dat ze vaak naast i.p.v. met elkaar opereren. In het beste geval bemonsteren geologen (en bij uitbreiding andere natuurwetenschappers) tijdens een archeologische campagne zelf de omgeving en de materiële cultuur van de site; al te vaak echter krijgen ze stalen ter analyse toegestuurd zonder zelf enig beeld van de onderzoekssituatie te hebben gevormd. Vervolgens, in de publicatiefase, worden de resultaten van de natuurwetenschappelijke analyses meestal als een afzonderlijk hoofdstuk (vaak een appendix) aan het rapport van het archeologisch onderzoek toegevoegd zonder dat er een gezamenlijke kritische reflectie is geweest tussen archeologen en geologen. Het onderzoekspotentieel wordt met zulke werkwijze dus niet ten volle benut. Ook in natuurwetenschappelijke studies met een sterk archeologisch/historische dimensie (bv. herkomstonderzoek van grondstoffen) blijkt nog al te vaak dat er onvoldoende of niet werd gereflecteerd met archeologen/historici over de resultaten, wat foutieve socio-economische en/of culturele interpretaties tot gevolg kan hebben (e.g., Bryan et al. 1997, Herscher 1998). Het archeologisch en geologisch onderzoek wordt bijgevolg zelden in dialoog uitgevoerd. Vanuit hun opleiding binnen respectievelijk de humane en de exacte wetenschappen zijn archeologen en geologen getraind in een verschillende 'onderzoekstaal'. Met het voorgestelde HOA-project willen we een paradigma verandering teweegbrengen: door onderzoekers op te leiden die beide 'onderzoekstalen' beheersen en die dus als Leonardo da Vinci's zowel vanuit de invalshoek van de humane wetenschappen als die van de exacte wetenschappen kunnen opereren, moet er een onderzoeksmeerwaarde tot stand komen in beide onderzoeksdisciplines. In het 'gezamenlijk' onderzoek van archeologen en geologen, zoals bijvoorbeeld de studie van sedimenten in door de mens gebruikte grotten (e.g., Laville et al. 1980) of het bepalen van oude kustlijnen (e.g., Van Andel 1989), zijn de onderzoeksvragen steeds gericht op vraagstukken uit het verleden, meer bepaald geplaatst in een stratigrafische en evolutieve context. Dit is een problematiek waar de 21ste eeuwse mens zich maar matig bij betrokken voelt, wat hem/haar ertoe neigt om deze studies als 'luxeonderzoek' te bestempelen, aangezien de maatschappelijke relevantie ogenschijnlijk niet verder lijkt te reiken dan de eventuele creatie van toeristische trekpleisters. Het voorgestelde HOA-project wil aantonen dat door middel van de inschakeling van de studie van paleo-omgevingen in het onderzoek naar duurzame ontwikkeling, de studie van het verleden wel degelijk maatschappelijk relevant kan zijn voor de mens van de 21ste eeuw. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie • Geologie
Onderzoekers: • VIRGINIE RENSON • Jan COENAERTS • Philippe CLAEYS • KARIN NYS
Juridisch systeem betreffend bezittingen van publieke overheidsinstanties versus een algemene theorie. Universiteit Hasselt Abstract: Juridisch systeem betreffend bezittingen van publieke overheidsinstanties Organisaties: • Centrum Overheid en Recht
Onderzoekers: • Gunter MAES • Hendrik VUYE
De vernederlandsing van de Vlaamse letteren. Een analyse van het redactiebeleid van de Vlaamse uitgeverij A. Manteau (1951-1970). Universiteit Antwerpen Abstract: De probleemstelling van dit project is: Het Vlaamse stigma en de naoorlogse boekenmarkt in de Lage Landen (1945-1970). Het project wil voor de allereerste keer systematisch de vernederlandsing van de Vlaamse literaire teksten in kaart brengen en analyseren. Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Kristiaan Humbeeck • Kevin Absillis
Voortraject: Welke plaats voor zeehavens in Vlaanderen? Optimalisering van havenuitbouw en haveninvesteringen in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Vlaamze Zeehavens: studie mbt logistiek, mobiliteit, ruimtelijke structuurplan Vlaanderen, Economie Organisaties: • Wiskunde, Operationeel Onderzoek, Statistiek en Informatica voor Management
Onderzoekers: • CATHY MACHARIS
Zijn en ruimte, eigenlijkheid en plaats - Heideggers 'topologische wending'. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt een studie van Heideggers 'topologie', zijn denken over ruimtelijkheid en plaats. Het richt zich in het bijzonder op de 'Kehre' in Heideggers denken in de vroege jaren '30, die geïnterpreteerd zal worden als een wending naar de topologie. Hoewel de topologische vraag bij de vroege Heidegger niet afwezig is, is het toch duidelijk dat de 'plaats van de plaats' met name in Sein und Zeit hoogst problematisch is. De reden daarvoor is niet slechts de voorrang van de tijdelijkheid, maar ook de afwezigheid van een eigenlijkheidsbegrip dat rekening houdt met het belang van de plaats. De 'topologische wending' (vlak) na Sein und Zeit gaat dan ook gepaard met een verschuiving in Heideggers begrip van de eigenlijkheid, die de erkenning inhoudt van het belang van de ruimtelijkheid en de plaats voor een waarachtig 'Dasein'. Organisaties: • Centrum voor Europese Filosofie
Onderzoekers: • Geert Van Eekert • Peter De Graeve • Jasper Van de Vijver
De academische Engelse taal: in dienst van het wetenschappelijk onderwijs: organisatie van een systeem met grote capaciteit. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project zal een grondige hervorming tot stand brengen van de huidige taalvorming aan de FCK, om tegemoet te komen aan de nieuwe eisen ten aanzien van de academische taalbeheersing Engels. Er wordt vertrokken van een geavanceerde behoeftenanalyse. Voor de materiaalontwikkeling wordt een beroep gedaan op didactisch materiaal dat beschikbaar is in Kinshasa en aan de Universiteit Antwerpen. Het project streeft naar de vorming van docenten en de introductie van een vormingssyssteem dat veel performanter en intensiever is dan het huidige. Er wordt verwacht dat studenten beheersingsniveaus kunnen halen die toegang geven tot de internationale taaltests en de internationale kwalificaties (uiteraard afgestemd op de specifieke studentengroepen: eerste- en tweedejaars en studenten die een buitenlandse specialisatie nastreven). Een multiplicatoreffect wordt op de lange termijn beoogd, door uitbreiding van het systeem naar andere universiteiten en naar het middelbaar onderwijs.. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Jozef Colpaert • Pol Cuvelier
Evaluatie en versterking van (Europese) wapenexportcontroles adhv kleine en lichte wapens in beslaggenomen van illegale groepen te Colombia Universiteit Gent Abstract: Wapeninzamelingen bij het Colombiaanse vredesproces brachten aan het licht dat Europees materiaal er beschikbaar was voor illegale niet-staatse groepen. Deze registers wijzen op inbreuken van de niet-wederexportclausule in exportvergunningen die Europese overheden afleverden. Met reconstructie van vermoede wederexportroutes vergroot de empirische basis waarop het Europese wapenexportvergunningsbeleid kan worden geëvalueerd en verbeterd, ihb. Aftoetsen van Criterium 7 van de Europese Gedragscode. Organisaties: • Vakgroep Studie van de derde wereld
Onderzoekers: • Koen Vlassenroot
Logisch-filosofische studie van de notie "relevantie" in wetenschappelijk en alledaags redeneren Universiteit Gent Abstract: Het ontwikkelen van een algemeen logisch-filosofisch kader dat ons in staat stelt om de relevantie te expliciteren die voorkomt in menselijke redeneerprocessen. Het betreft zowel deductieve relevantie, heuristische relevantie, als de relatie tussen beide. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Diderik Batens
Refractieve en diffractieve microlenzen: aanmaak en optische karakterisatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de wereld van informatieverwerking wordt er vandaag verwacht dat de rol van optica en opto-electronica steeds belangrijker wordt vermits de performantie van bijvoorbeeld communicatiesystemen, verwerkingseenheden, sensoren en display technologieën continu evolueert. Het kleiner en sneller maken van deze fotonische technologieën vereist parallellisme en microminiaturisatie. Bijgevolg worden hoog kwalitatieve, hoge precisie en lage kost microlensarrays onmisbare componenten. Vanuit dit oogpunt werden er een grote verscheidenheid aan microlensfabricatietechnieken bedacht en getest. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • HEIDI OTTEVAERE
Groepsstudie, fase II ter evaluatie van de veiligheid en effecten van 2 dosis CDP323 gedurende 24 weken met opvolging na 12 weken. Universiteit Hasselt Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds het onderzoeksinstituut Biomed (UHasselt) en anderzijds PPD International Holdings Inc. Biomed levert aan PPD International Holdings Inc de onderzoeksresultaten van de Groepsstudie, fase II ter evaluatie van de veiligheid en effecten van 2 dosis CDP323 gedurende 24 weken met opvolging na 12 weken, onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Immunologie - Biochemie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Robert MEDAER
Absorptie van parafines, olefines en aroma's op de zeoliethen X & Y
Vrije Universiteit Brussel Abstract: Ingenieurswetenschappen Organisaties: • Chemische Ingenieurstechnieken en Industriele Scheikunde
Onderzoekers: • JOERI DENAYER
De invloed van het montageprincipe in de film op L.P. Boons 'Mijn kleine oorlog' (1947), 'De Kapellekensbaan' (1953) en 'Zomer te Ter-Muren' (1956): een literair historische situering en grondige formele analyse. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project zal aandacht besteden aan de formele aspecten van Louis-Paul Boons werk. Door doorgedreven systematisch onderzoek naar de manier waarop Boons teksten zijn 'gemaakt', alsook naar de effecten van de benutte kunstgrepen zal de literair-historische betekenis van deze radicale romanvernieuwer zowel in de Vlaamse als in een internationale context scherper gedefinieerd kunnen worden. Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Kristiaan Humbeeck • Liesbeth Vantorre
Geïntegreerde karakterisatie op (sub)micron schaal van petrofysische eigenschappen van natuursteen en van vloeistoftransport in natuursteen door fusie van data bekomen door niet-destructieve technieken Universiteit Gent Abstract: Vloeistoftransport met daarin opgeloste stoffen verzoorzaakt wijzigingen in de kenmerken van het poriënnetwerk. Het is van fundamenteel belang om zowel de petrofysische eigenschappen van de natuursteen als de watertransportprocessen simultaan te volgen ten einde hun onderlinge invloed te kunnen onderzoeken. Naast data-fusie zal men niet-destructieve technieken moeten gebruiken zodat de wisselwerking tussen beide kan onderzocht worden op hetzelfde gesteentemonster. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Patric Jacobs
Niet-perturbatieve studie van SU (2) Yang-Millstheorie met ijkinvariante condensaten van massadimensie 2 Universiteit Gent Abstract: Sterke interacties worden bij lage energie beschreven door niet-pertrbatieve QCD. Dit onderzoek poogt deze niet-perturbatieve effecten te beschrijven aan de hand van een ijkinvariant massadimensie 2 condensaat. Niet-perturbatieve studie van SU (2) Yang-Millstheorie met ijkinvariante condensaten van massadimensie 2. Organisaties: • Vakgroep Wiskundige natuurkunde en sterrenkunde
Onderzoekers: • Henri Verschelde
Evolutionaire ecologie van arenavirus-knaagdier interacties: Mopeia virus en zijn natuurlijke gastheer, Mastomys natalensis. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstellingen van dit project zijn volgende aspecten te onderzoeken: i) ruimtelijke en temporele patronen van MV aanwezigheid in relatie tot de poulatiedynamiek van M. natalensis en omgevingsfactoren in Tanzania en ii) de rol van MV in de evolutie van de gastheerpopulaties. Meer in het bijzonder, zal ik de volgende vragen aanpakken: 1- Is er een ruimtelijk-temporeel patron in het voorkomen van MV bij M. natalensis populaties naargelang hun populatiedynamiek? 2- Welke demografische eigenschappen beïnvloeden de kans dat een individuele muis besmet is of raakt? 3- Welke biotoopkenmerken zijn gecorreleerd aan het voorkomen van MV? 4- Wat is de evolutionaire impact van MV op de gastheerpopulaties, m.n. op het MHC-polymorfisme? Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs • Joëlle Gouy de Bellocq
Het onderscheiden van geschiedenis en natuurlijke selectie in de co-evolutie van hantavirussen en hun knaagdiergastheren in Europa. Universiteit Antwerpen Abstract: Deze studie heeft als doel het achterhalen van de mechanismen verantwoordelijk voor de huidige complexe diversiteit en verspreiding bij Europese hantavirussen. Hierbij staat het ontrafelen van historische (bvb. lokale extinctie, dispersiepatronen) en evolutieve (bvb. lokale adaptatie, co-evolutie) processen centraal. Dit zal gebeuren a.d.h.v. het opstellen, analyseren en vergelijken van fylogenieën en fylogeografieën van zowel hantavirussen als hun gastheren, op basis van neutrale merkers (voor historische processen) en functionele genen (voor selectie-processen). Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs • Benny Borremans
Differentiatie van adulte humane ductcellen van de pancreas tot functionele betacellen door gecontroleerde ectopische expressie van neurogenine-3 en zijn doelwitgenen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Cel therapie voor diabetes is beperkt toepasbaar, voornamelijk door de limiterende beschikbaarheid van donor materiaal. De ontwikkeling van de novo beta cellen uit humane embryonale stamcellen of adulte cellen kan deze beperking opheffen, en voor beide benaderingen werden in 2006 resultaten gepubliceerd die aantonen dat zij potentieel hebben voor beta cel ontwikkeling (Hao et al., 2006; D'amour et al., 2006). Ook in de MBIO onderzoeksgroep werd in muis modellen de aanwezigheid van pancreas precursoren in de ducten van adulte muis pancreas aangetoond. Ons doel is de conversie van adulte humane duct cellen naar beta cellen door middel van diverse benaderingen.(1) In eerste instantie willen we proteïne transductie uitvoeren op dergelijke cellen met Tat-neurogenine-3 (Ngn3). Hiermee willen we een gelimiteerde en controleerbare expressie
van exogeen Ngn3 in deze cellen introduceren conform het expressiepatroon in embryonale endocriene pancreas. (2) Manipulatie van Delta Notch signalisatie in deze cellen door Hes1 RNA interferentie, en introductie van de pro-endocriene factoren HES6, DLL1, DLL4. (3) Aanpassing van de celcultuur condities om endocriene differentiatie verder te stimuleren. (4) Cellen met een minimale endocriene differentiatie zullen in ex vivo cocultuur met embryonale pancreas verder gedifferentieerd worden. Organisaties: • Pathologische Biochemie en Fysiologie
Onderzoekers: • Stefan BONNE
Ontsluiting van erfgoed over immigratie naar Vlaanderen en Brussel in de 20ste eeuw. Universiteit Antwerpen Abstract: Ontsluiting van erfgoed over immigratie naar Vlaanderen en Brussel in de 20ste eeuw. Organisaties: • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
Naar een biologisch geïnspireerde navigatietheorie voor SLAM. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject zal zich toespitsen op het ontwikkelen van een navigatie-theorie geïnspireerd op het navigatiegedrag van vleermuizen. Deze theorie zal gericht zijn op het opstellen en aanwenden van topologische i.e., 'landmark'-gebaseerde, omgevingskaarten. Hierbij zal zowel van sonar als van visiesensoren gebruik gemaakt worden om de omgeving waar te nemen en beweging door de omgeving mogelijk te maken. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Tom Dhaene • Rudi Penne • Herbert Peremans
Eigen initiatief (EI) : Zuid-Afrika - enchancing the biotechnology research and training capacity of the University of the North (UNIN) through collaborative research and training programmes. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Zuid-Afrika: biotechnologisch onderzoek en opleiding capaciteit van de University of the North (UNIN) door samenwerkingsprojecten en trainingsprogrammas verbeteren Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • SONIA BEECKMANS
Elektro-optische meettechnieken voor biomedisch onderzoek: Endoscopische Moiré Interferometrie & Virtuele, Fluorescerende Optische-Sectie Tomografie. Universiteit Antwerpen Abstract: VIRTUELE, FLUORESCERENDE OPTISCHE-SECTIE TOMOGRAFIE We plannen de ontwikkeling van een standaard 3-D model voor gerbils, bruikbaar in middenoor onderzoek: Dit proefdier is reeds de standaard in dit vakgebied, maar niemand heeft een volledig (zacht weefsel én bot) hoog-resolutie (met histologisch detail) drie-dimensionaal (computer) model. (ENDOSCOPISCHE) MOIRE INTERFEROMETRIE We bouwen verder aan de ontwikkeling, verbetering en toepassingen van onze nieuwe Moiré techniek en opstelling, gebaseerd op liquid crystal TFT matrices voor projectie en optische demodulatie. Hiervan zal data gebruikt worden om via backward-engineering elasticiteitsparameters van het trommelvlies te bepalen. Uiteindelijk dient een opstelling gebouwd te worden om m.b.v. commerciële endoscopen (één voor projectie van het moiré rooster, en één voor observatie) moiré topogrammen te bekomen, en de nodige algoritmes te ontwikkelen om uit de Moiré informatie kwantitatieve vorm- en vervormingsmetingen te bekomen. Een uitdaging hierbij is de grote lens distortie die aanwezig is in endoscopische beelden. Er wordt gewerkt aan een moiré gebaseerde opzet om dit te overkomen. Organisaties: • Biofysica en Biomedische Fysica
Onderzoekers: • Joris Dirckx • Jan Buytaert
Judith Butler revisited: gender en seksualiteit in het werk van Edith Wharton en Djuna Barnes Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek wil nagaan welk potentieel de vernieuwende theorie van Judith Butler biedt voor het cultuurhistorisch onderzoek naar 'gender' en 'seksuele identiteit' (voornamelijk vanuit psychoanalytisch perspectief), door haar theorie toe te passen op de romans van Edith Wharton (laat-Victoraanse literatuur) en Djuna Barnes (modernistische literatuur) en zo aan een kritische analyse te onderwerpen. Organisaties: • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Maryse Demoor • Gert Buelens
Het eindrijm in de middelnederlandse epiek (ca. 1200-1500): ontwikkeling, verhouding tot auteurspersoonlijkheid en samenhang met genres. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project onderzoekt het eindrijm in de Middelnederlandse epiek (ca. 1200-1500). Aan de hand van drie onderzoeksvragen wil ik de ontwikkeling ervan in kaart brengen, zijn relevantie voor auteursherkenning bepalen en zijn samenhang met genres onderzoeken. Vanuit een breder literair-historisch perspectief wordt daarbij telkens de vraag gesteld hoe onderscheidend of creatief Middelnederlandse auteurs zich in hun werk opstelden. De methodologie die ik wil gebruiken is computergebaseerd en geautomatiseerd (cf. Hinskens & Van Dalen-Oskam 2007). Het project is op die manier afgestemd op de omvang van het onderzoeksmateriaal en de complexiteit van de onderzoeksvragen.
Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Walter Daelemans • Frank Willaert • Mike Kestemont
Language Network for Quality Assurance (LANQUA). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit Erasmus-netwerk legt zich toe op 5 kerntaken: (1) interculturele communicatie, (2) vorming van taalleraren, (3) CLIL (Content and language integrated learning) in het Europese hoger onderwijs, (4) het ontdekken en bestuderen van de literatuur en cultuur uit andere landen in de brontaal als waardevolle bijdrage tot de verbetering van zowel taal- als culturele vaardigheden, en (5) taalleren. Dit project wil een Europese kwaliteitsnorm vastleggen ten behoeve van organisaties en stakeholders in het hoger onderwijs. LINGUAPOLIS participeert in het subproject "taalleren" en zal Belgische gevalstudies en goede praktijkvoorbeelden aandragen. Organisaties: • Individueel onderzoek IOIW
Onderzoekers: • Jozef Colpaert
Vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid in de vroege Nederlandse Verlichting (1662-1697) Universiteit Gent Abstract: Een onderzoek naar de wortels van de Verlichting, meer bepaald door een onderzoek van een aantal kernbegrippen zoals 'vrijheid', 'gelijkheid' en 'broederlijkheid' en de wijze waarop deze werden toegepast in de politieke theorie. Thema's die in dit verband onderzocht zullen worden zijn ondermeer slavernij, het idee van de natuurstaat en de nobele wilde, het beeld van de atheïstische martelaar, enz. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Martin Commers
Het lichaam-subject als transcendentale voorwaarde voor taalgebruik. Merleau-Ponty en het actuele debat rond belichaamdheid in de linguïstische pragmatiek. Universiteit Antwerpen Abstract: Door de recente introductie van 'belichaamdheid' in de linguïstische pragmatiek ligt de vergelijking met het taalfilosofische werk van Merleau-Ponty, de denker van het lichaam-subject, voor de hand. Op deze manier kunnen twee wetenschapsgebieden die beide de taal als object hebben, maar die in de praktijk weinig weet hebben van elkaars werk, tot een vruchtbare uitwisseling komen. Organisaties: • Centrum voor Filosofische Psychologie
Onderzoekers: • Walter De Mulder • Peter Reynaert
Macrofagen als mediatoren van protectieve auto-immuniteit Universiteit Hasselt Abstract: Het contract betreft een mandaat voor een FWO-postdoctoraal onderzoeker, m.n. J. Hendrikx aan BIOMED (UHasselt) voor de periode van 01.10.2007 tot 30.09.2010. Het onderzoek richt zich op macrofagen als mediatoren van protectieve auto-immuniteit. Organisaties: • Immunologie - Biochemie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Pieter STINISSEN • Jerome HENDRIKS
Macrotypografie in een digitale omgeving. Onderzoek naar de leesbaarheid op beeldschermen voor personen met een beperkte digitale geletterdheid. Universiteit Hasselt Abstract: Een eerste vraag die moet worden beantwoord, is hoe een website wordt gelezen en waarin dat verschilt van het lezen van gedrukte of geprinte tekst. Onderzoek van Nielsen (1997) toont aan dat mensen webpaginas op een andere wijze lezen dan paginas op papier. Mensen zouden zelfs de bladzijden eerder scannen dan lezen, waardoor de weergegeven teksten webvriendelijk moeten zijn met korte zinnen en bruikbare hyperlinks (Nielsen,1997). Concreet wil ik nagaan hoe het lezen (skimming, scannen, scrollen, ) van een webpagina op een beeldscherm in relatie tot de lay-out (het gebruik van de horizontale en verticale ruimte) en de structuur van de hypertekst kan worden geoptimaliseerd voor personen met een beperkte digitale geletterdheid. Het betreft een onderzoek naar factoren op macroniveau die van belang zijn voor de opneembaarheid van een tekst. Het praktisch luik zal bestaan uit het ontwerp van verschillende screen lay-outs aan de hand van de verschillende parameters, op macroniveau getest. Die parameters zijn: de zetwijze, de regellengte en de interlinie in verhouding tot de corpsgrootte, het kleurcontrast, het regelcontrast, kleur binnen de regels als dimensie en de structuur van de hypertekst. Een belangrijk aspect dat ik niet over het hoofd wil zien, zijn de emotionele motieven van de ontvangers. Al te vaak wordt er immers van uitgegaan dat mensen lezen als machines en in dit opzicht verschilt mijn onderzoek dan ook van dat van mijn voorgangers. Lezen staat niet los van subjectieve en emotionele reacties; voorkeuren en afkeren zijn niet te vermijden. Organisaties: • Data-analyse en Modellering • Niet onderzoeksgroep gebonden projecten • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Bert WILLEMS
Ontwerp en beheer van Telecommunicatienetwerken ter garantie van Quality of Experience Universiteit Gent
Abstract: Het project bestudeert technieken om end-to-end kwaliteitsgaranties te bieden voor genetwerkte multimediale applciaties. Hiertoe worden technieken onderzocht die een globaal optimale optimalisatie nastreven tussen applicatie en netwerk. In het bijzonder wordt de problematiek van (eventueel snel) bewegende gebruikers onderzocht, waarbij de applicatie de gebruikers om kwaliteitsreden volgt. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Bart Dhoedt • Filip De Turck
De invloed van de geproduceerde tekst op het schrijfproces van professionele schrijvers. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject bouwt verder op het paradigma dat in het proefschrift van Mariëlle Leijten (2007) uitgewerkt werd. Daarin werd nagegaan hoe professionele schrijvers een strategie ontwikkelen waarbij ze een evenwicht zoeken tussen de evaluatie (en revisie) van de reeds geproduceerde tekst en het formuleren van nieuwe tekst. in deze studie herwerken we de oorspronkelijke taakstelling en spitsen we het onderzoek toe op individuele verschillen (self-monitoring en capaciteit van het werkgeheugen). Via de analyse van oogbewegingen gaan we op zoek naar procespatronen die het formuleringsproces kenmerken. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Luc Van Waes • Mariëlle Leijten
Strategieën voor topic-initiatie door patiënten in hun interactie met dokters: Een etnomethodologische en conversatieanalytische benadering van medische gesprekken in een institutionele Poolse context. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar interactionele strategiën in gesprekken tussen artsen en patiënten is geen vrijblijvende onderneming. Inzicht in de wijze waarop de communicatie verloopt en in de mogelijke communicatieve problemen eigen aan een institutionele medische context, kan rechtstreeks bijdragen tot een optimalisering van de gezondheidszorg. Het voorliggende onderzoeksproject wil daaraan een bijdrage leveren. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Jozef Verschueren • Matylda Weidner
XANES meets ELNES: een studie van heterogene materialen op verschillende lengte-schalen. Universiteit Antwerpen Abstract: µ-X-stralen fluorescentie spectroscopie (µ-XRF), confocale µ-X-stralen fluorescentie spectroscopie (confocale µ-XRF) en µ-X-stralen diffractie (µXRD) zijn veelgebruikte X-stralen microprobe technieken aan synchrotrons voor de analyse van monsters met micrometer resolutie. Deze microtechnieken worden minder toegepast in het laboratorium waar gebruik wordt gemaakt van X-stralen buizen. In dit project worden de analytische prestaties van de genoemde technieken geoptimaliseerd en toegepast, gebruik makend van verschillende X-stralen buizen, optica en detectoren, waarbij de resultaten vergeleken worden met synchrotron gebaseerde metingen. Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Koen Janssens • Matthias Alfeld
Ontwikkeling van Pd-gekatalyseerde 'cross-coupling' reacties en het effect van additieven op de reactiesnelheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Ontwikkeling van Pd-gekatalyseerde 'cross-coupling' reacties en het effect van additieven op de reactiesnelheid. Organisaties: • Organische synthese
Onderzoekers: • Wouter Herrebout • Bert Maes • Caroline Meyers
Functie van cardiale ErbB receptoren tijdens acute myocardschade en daaropvolgende herselprocessen. Universiteit Antwerpen Abstract: In het huidig onderzoeksproject wensen we te onderzoeken of cardiale ErbB receptoren geactiveerd worden tijdens acute myocardschade, geïnduceerd door ischemie/reperfusie (I/R). Deze kans is groot, aangezien andere stress factoren (hemodynamische, oxidatieve en cardiotoxische stress) het ErbB systeem activeren. I/R schade induceert ventriculaire remodelling, ventriculaire fibrose en ventriculaire diastolische dysfunctie. Onze hypothese is dat activatie van het ErbB systeem I/R-geïnduceerde processen op een adaptieve manier beïnvloedt. Organisaties: • Menselijke fysiologie en pathofysiologie
Onderzoekers: • Gilles De Keulenaer • Anne-Sophie Hervent
Impact van warmte- en droogte-extremen in experimentele graslanden. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek omvat drie luiken: - Wat is de afzonderlijke en de gecombineerde invloed van warmte- en droogte-extremen op graslandgemeenschappen, en hoe verschillen de responsen seizoenaal? - Hoe reageren planten in een klimaat met meerdere periodes van uitzonderlijke warmte en/of droogte in hetzelfde jaar, en hoe bepalend is de tijd tussen zulke herhaalde extremen? - Hoe belangrijk zijn nabuurschappen (con- of interspecifiek) bij de stressrespons, en hoe veranderen competitieve interacties als gevolg van extremen? Organisaties:
• Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Nijs • Hans De Boeck
Verontreiniging van de voedselketen en reproductieve stoornissen: een multidisciplinaire studie bij het rund. Universiteit Antwerpen Abstract: De impact van milieucontaminanten op de reproductie van melkvee wordt geanalyseerd via chemische en bio-analytische technieken. De bijdrage van deze contaminanten op de eicelkwaliteit wordt in vitro onderzocht en nieuwe genen worden geïdentificeerd die dienst doen als toekomstige moleculaire markers voor eicelkwaliteit. De basis voor "eicel-banking" wordt gelegd met het oog op het bewaren van eicellen met hoge bevruchtingscapaciteit. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Wim De Coen • Peter Bols
Verkrachting: een wijsgerige analyse van feministische, sociaal-wetenschappelijke en darwinistische verklaringen Universiteit Gent Abstract: Over de etiologie van verkrachting bestaan meerdere visies: de psychiatrische visie, de feministische visie, de sociale leertheorie, de darwinistische versie en geïntegreerde theorieën. De communicatie tussen verschillende van die perspectieven blijft gekenmerkt door vijandigheid. Doelstellingen van dit project zijn een wijsgerige analyse van de oorzaken hiervan en van de mate waarin een integratie van die verklaringsmodellen mogelijk is. Organisaties: • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Maryse Demoor
Handel in diensten en de sociale bescherming van werkkrachten in het EG recht en de Algemene Overeekomst van de WTO inzake de handel in diensten - hoe adequaat en rechtvaardig is het evenwicht? Universiteit Antwerpen Abstract: Handel in diensten en de sociale bescherming van werkkrachten in het EG recht en de Algemene Overeekomst van de WTO inzake de handel in diensten - hoe adequaat en rechtvaardig is het evenwicht? Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Georgios Pavlakos • Alexia Herwig
Civil society in het laatmiddeleeuwse en vroegmoderne Mechelen. De ontwikkeling en rol van het maatschappelijk middenveld, 1400-1800. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject wil aantonen dat er al van in de late middeleeuwen in de Nederlanden sprake was van een maatschappelijk veld van autonome burgers, los van traditionele maatschappelijke krachten zoals de economische marktwerking of de centrale staat. Recente studies tonen immers aan dat deze civil society enkel kan worden begrepen vanuit een historisch perspectief. Maar de meeste historici gaan er nog steeds van uit dat de civil society zijn oorsprong had in het Verlichte verenigingsleven van de achttiende eeuw. De gevolgen van een nieuwe periodisering zijn nochtans belangrijk. Dit betekent immers dat niet de seculiere, Verlichte genootschappen uit de achttiende eeuw aan de basis liggen van de westerse civil society, maar eerder de christelijke corporaties uit de middeleeuwen aandacht verdienen om de hedendaagse civil society beter te begrijpen. De nadruk zal daarbij komen te liggen op de politieke cultuur die tot stand kwam in deze civil society. Verschillende onderzoekers hebben er immers al op gewezen dat een levendig verenigingsleven ¿ wat ongeveer hetzelfde is als een dynamische civil society ¿ garant staat voor een democratische politieke cultuur. Die visie komt echter niet overeen met de traditionele vaststellingen met betrekking tot politieke elites in de late middeleeuwen en de vroegmoderne periode. De meeste studies wijzen er immers op dat de stedelijke besturen in die periode erg oligarchisch en gesloten waren. Daarnaast toonde historisch onderzoek aan dat ook de ambachtsbesturen erg weinig ruimte lieten voor politieke participatie. Dergelijke conclusies suggereren dus dat de invloed van de laatmiddeleeuwse en vroegmoderne civil society eerder gering was. Daarom wil dit onderzoeksproject onderzoeken hoe we de ideeën over een lange traditie van de Europese civil society kunnen verzoenen met de vaststellingen omtrent lage politieke participatie in vroegmodern Europa. We willen voor dit onderzoeksproject de ontwikkelingen in kaart brengen van één stad in de Nederlanden, namelijk Mechelen. Dit was een middelgrote stad in de Zuidelijke Nederlanden. De bevolking van de stad steeg van 15.000 inwoners in het midden van de veertiende eeuw naar 30.000 inwoners twee eeuwen later. De demografische ontwikkeling kantelde echter rond 1530. Dat was het gevolg van het vertrek van het hof van Margareta van Oostenrijk, de economische crisis en de gevolgen van de Opstand (1566-1609). De stad wist wel gedeeltelijk te herstellen van deze achteruitgang gedurende de zeventiende en achttiende eeuw, maar de bevolking overschreed nooit meer de piek van de 20.000 inwoners. De keuze om één stad te onderzoeken moet ons in staat stellen om meer precieze conclusies te formuleren over langetermijnontwikkelingen. Verder worden uiteraard ook vergelijkingen getrokken met andere steden in de Nederlanden die relatief goed zijn bestudeerd (Antwerpen, Amsterdam, Gent, 's-Hertogenbosch en Zwolle) en zal er gekeken worden naar andere Europese regio's. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Bert De Munck • Maarten Van Dijck • Guido Marnef
Uitvoeren en op punt stellen van AFM metingen ter karakterisering van biofunctionele coatings ontwikkeld binnen VITO. Universiteit Antwerpen Abstract: - Uitvoeren van syntheses van nanoporeuze titania (en titania-silica) materialen, gevolgd door relevante karakterisering (spectroscopie FTIR, Raman, porositeit, thermische analyse); - Testen van de nanomaterialen in fotokatalytische toepassingen; - Opheldering van het synthesemechanisme van deze nanoporeuze materialen via gespecialiseerde EPR technieken.
Organisaties: • Laboratorium adsorptie en katalyse
Onderzoekers: • Pegie Cool • Sabine Van Doorslaer • Evi Vinck
Genetisch risico voor frontaalkwab dementie: Een genoomwijde aanpak. Universiteit Antwerpen Abstract: De algemene veroudering van de wereldbevolking heeft er toe geleidt dat ouderdomsziekten zoals dementie één van de belangrijkste oorzaken van ziekte en sterfte zijn geworden. Bovendien is er nog steeds geen therapie beschikbaar die dementie kan genezen of voorkomen. Voor dit onderzoeksproject leggen we de focus op frontaalkwab dementie (frontotemporal lobar degeneration, FTLD). FTLD vormt na de ziekte van Alzheimer één van de belangrijkste oorzaken van dementie en vertegenwoordigd 5 à 10% van alle dementiepatiënten en tot 20% van de patiënten jonger dan 65 jaar. Tot 40% van de FTLD patiënten hebben een positieve familiehistoriek van dementie. De voorbije jaren werd enorme vooruitgang geboekt in het in kaart brengen van de genetische etiologie van FTLD. Reeds vier genen werden geïdentificeerd voor autosomaal dominante FTLD ¿ MAPT, PGRN, CHMP2B, VCP ¿ die bijdragen tot de ziekte in 20% van de FTLD patiënten. Ondanks deze grote inspanningen kan de meerderheid van de FTLD patiënten nog steeds niet verklaard worden. Er wordt verwacht dat bij deze patiënten de ziekte complex in oorzaak is, i.e. het gevolg van interactie van genetische en omgevingsfactoren. De doelstelling van dit onderzoeksproject is dan ook de identificatie van dergelijke genetische factoren die bijdragen tot het risico om FTLD te ontwikkelen in een substantieel aandeel van de patiënten via een genoomwijde associatie aanpak. Hiertoe zullen we investeren in het uitbouwen van een uitgebreide, goed gekarakteriseerde collectie van biologische materialen ¿ DNA/RNA, plasma/serum, EBV cellijnen, fibroblasten, CSF, hersenmateriaal ¿ van FTLD patiënten, families en gezonde controle individuen om zodoende een krachtig instrument creëren om genoomwijde associatiestudies te ondernemen. Dit project zal toelaten uitgebreide klinische, pathologische en biologische informatie te koppelen aan genoomwijde informatie welke op zijn beurt de mogelijkheid zal bieden om meer inzicht te krijgen in the pathogenese van FTLD en aangrijpingspunten zal aangeven voor vroegtijdige diagnose, preventie en therapie. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Julie van der Zee
Rol van Ltab in de regulatie van thymische emigratie en perifere homing van Vai NKT cellen Universiteit Gent Abstract: Onderzoekswerk van onze groep toonde aan dat de interactie tussen LTab en LTbR zowel tijdens de foetale ontwikkeling als neonataal noodzakelijk is voor de ontwikkeling van de Vai NKT cellen. Dit proces is afhankelijk van een interactie tussen LTab en LTbR gedurende de ontwikkeling van de thymus. Deze bevindingen bleken specifiek te zijn voor de ontogenie van Vai NKT cellen, gezien de emigratie van conventionele T cellen onafhankelijk was van LTab-LTbR signalisatie. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Dirk Elewaut
Taalvariatie op de Vlaamse openbare omroep. Een onderzoek naar substandaardiseringsprocessen in televisieprogramma's. Universiteit Antwerpen Abstract: Doelstellingen van het project: 1. Substandaardisering in verschillende soorten televisieprogramma's beschrijven; 2. Conversatieanalytisch recente programma's met oudere opnames vergelijken; 3. Linguïstisch-etnografisch beschrijven hoe en op basis van welke criteria programma's worden geconstrueerd. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Jürgen Jaspers • Sarah Van Hoof
Biogene en bioaërosolvorming door terrestrische vegetatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Het verband zal worden onderzocht tussen vluchtige organische verbindingen, die te wijten zijn aan biogene en antropogene emissies en worden gefoto-oxideerd in de atmosfeer, en organische aërosolvorming. Tevens zal ook het aandeel van bioaërosol tot de organische aërosolmassa worden bepaald. De experimenten zullen uitgevoerd worden in plantengroeikamers en een gemengd dennen-eikenbos. Organisaties: • Bio-organische massaspectrometrie
Onderzoekers: • Ivan Janssens • Magda Claeys-Maenhaut
Tikkun en techné. Een onderzoek naar de joodse bijdrage tot de vraag naar de techniek. Universiteit Antwerpen Abstract: Onze maatschappij is doordrongen van techniek en dat niet alleen door de kwantitatieve verbreiding van apparaten en machines, maar ook en vooral omdat onze manier van denken en handelen een kwalitatieve verandering doormaakt. Hoewel deze vertechnisering van de maatschappij vooral een modern fenomeen is, vinden we zowel in Plato als in Aristoteles veelvuldig verwijzingen naar techné terug. Via de neoplatoonse en neo-aristotelische traditie, en vooral via Heideggers heropname van dit thema, werkt het conceptueel kader van deze Griekse technéopvatting tot vandaag door in de techniekfilosofie. Deze dualistische erfenis maakt dat moderne en hedendaagse benaderingen techniek vaak als een aan de mens en cultuur extern fenomeen blijven beschouwen. In dit onderzoek zal de stelling centraal staan dat vanuit het joodse denken een alternatieve benadering kan ontwikkeld worden die bijzonder vruchtbaar is om de ontwikkelingen in de hedendaagse techniek te denken. Organisaties: • Instituut Joodse Studies
Onderzoekers:
• Vivian Liska • Nathan Van Camp
Polyonverzadigde vetzuren en antioxidantia in de zeugenvoeding: overdracht van zeug naar big en invloed op dierprestaties Universiteit Gent Abstract: In dit project wordt nagegaan wat de invloed is van het gehalte en de verhouding van verschillende polyonverzadigde vetzuren, in combinatie met antioxidantia, in de voeding van zeugen tijdens de dracht en de lactatie op de zoötechnische prestaties van zeugen en biggen. Via deze weg zullen aanbevelingen geformuleerd worden naar de specifieke voederbehoefte voor de zeugen. Organisaties: • Vakgroep Dierlijke productie
Onderzoekers: • Sarah De Smet
Onderzoek in het domein van de jeugdliteratuur in de Lage Landen. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek in het domein van de jeugdliteratuur in de Lage Landen. Organisaties: • Instituut Joodse Studies
Onderzoekers: • Katrien Vloeberghs
Een verfijning van de Limited-Processing-Capacity theorie in tweede- en vreemdetaalverwerving: (h)erkenning van variabelen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Taalstudie Organisaties: • Centrum voor Linguistiek • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • Aline GODFROID • Alexis HOUSEN
Tracering van pancreatische transdifferentiatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Deze aanvraag situeert zich in het kader van het FWO-Onderzoeksproject G.0480.06 "Pancreatische exocriene-endocriene transdifferentiatie en betacel-regeneratie". In dit project wordt de regeneratie van betacellen in de diabetische pancreas bestudeerd. De werkhypothese is dat acinaire exocriene cellen in volwassen pancreas nog kunnen transdifferentiëren tot betacellen (1,2). Om dit te bestuderen werden in de onderzoeksgroep in vivo- en in vitro-onderzoeksmodellen opgesteld. Deze aanvraag is toegespitst op het ondubbelzinnig aantonen van exocriene-endocriene transdifferentiatie door middel van cellijn-tracering. We kunnen het voorgestelde project onderverdelen in twee delen, een in vivo en een in vitro model.
1) In vivo In de onderzoeksgroep werd een methode ontwikkeld waarmee betacel-regeneratie kan geïnduceerd worden door farmacologische behandeling van muizen die vooraf diabeet werden gemaakt met behulp van alloxaan. De alloxaan-behandeling vernietigt meer dan 90% van de betacelmassa en de dieren blijven vervolgens hyperglycemisch. Wanneer ze behandeld worden met een combinatie van gastrine-hormoon en epidermale groeifactor (EGF), regenereert de betacelmassa en bekomen de dieren terug een normale glycemie en glucose-tolerantie (3). In deze omstandigheden, die binnen een tijdsspanne van één week plaatsgrijpen, werd er geen effect van de behandeling waargenomen op de replicatie van betacellen. Wel zijn er onrechtstreekse aanwijzingen voor de neogenese van betacellen uit insuline-negatieve precursorcellen. Dit laatste is gebaseerd op een bromodeoxyuridine pulse-chase experiment. Vooral ductale en acinaire exocriene cellen incorporeren dit thymidine-analoog tijdens hun replicatie. Wanneer er geen vrij bromodeoxyuridine meer voorradig is, stijgt toch het aantal gemerkte betacellen, hoewel dit niet kan verklaard worden door betacel-replicatie. Een andere aanwijzing die op transdifferentiatie duidt, is de immunocytochemische detectie van overgangscellen die zowel insuline als een exocriene celmerker uitdrukken (cytokeratine, amylase). Het opsporen van dergelijke overgangsvormen wordt echter bemoeilijkt doordat de cellen eerst hun exocriene kenmerken verliezen vooraleer hun endocriene kenmerken uit te drukken. Hierdoor wordt het belang van de transdifferentiatie onderschat. Met cellijn-tracering kan transdifferentiatie ondubbelzinnig aangetoond worden, en kan het aantal cellen dat door transdifferentiatie is ontstaan geteld worden. Hiervoor zullen we gebruik maken van transgene muizen die ontwikkeld werden door D. Stoffers van de Universiteit van Pennsylvania. In deze muizen werd het reporter-gen "LacZ", dat codeert voor bacterieel beta-galactosidase, ingebouwd in het genoom onder controle van de constitutief actieve en algemeen uitgedrukte promoter "Rosa26". Echter, de reporter wordt vooraf gegaan door een transcriptie terminatie cassette (STOP-sequentie) die geflankeerd is door Lox-sites. Een tweede genconstruct werd geïncorporeerd, namelijk met daarin een gen dat codeert voor het Cre-recombinase enzyme (afkomstig van de bacteriofaag P1) onder controle van de amylase-promoter (pAmy). In cellen die amylase tot expressie brengen, de acinaire exocriene cellen van de pancreas, zal het Cre-recombinase enzyme gemaakt worden. Dit enzyme katalyseert de recombinatie tussen de twee Lox-sites waarbij de tussenliggende sequentie verloren gaat. De STOP-sequentie zal dus blijvend verwijderd worden en in deze cellen zal de LacZ reporter tot expressie komen (cytochemisch aan te kleuren)(4). Acinaire cellen die de amylaseexpressie stopzetten, zullen de reporter blijven uitdrukken vermits die na Cre-recombinatie constitutief tot expressie blijft. Indien dergelijke cellen vervolgens insuline gaan uitdrukken (transdifferentiatie), blijven ze gemerkt door de reporter. Men zou dan immunohistochemisch insuline-positieve cellen kunnen aantonen die, als ze ook de reporter uitdrukken, van acinaire cellen afkomstig moeten zijn. In de transgene muizen die we hiervoor ter beschikking hebben, kan het Cre-recombinase pas overgeschreven worden wanneer er inductie plaatsgrijpt door tamoxifen (pAmylase-CreERT). Cre-ERT is een fusieproteïne tussen het katalytisch domein van het Cre-recombinase en het ligand-bindend domein van een gemodifieerde oestrogeen receptor. ERT (estrogen receptor tamoxifen inducible) heeft als ligand tamoxifen, een antagonist van oestrogeen (5). In afwezigheid van tamoxifen blijft Cre-ERT in het cytoplasma door binding aan heat shock proteins bv. Hsp90, Hsp70. Toediening van tamoxifen resulteert in de dissociatie van deze binding en migratie van het Cre-ERT complex naar de nucleus, waar Cre de STOP-sequentie voor de reporter zal kunnen verwijderen. De proefdieren moeten dus behandeld worden met tamoxifen om de reporter uit te drukken. Een eventueel effect van tamoxifen zal eerst moeten nagegaan worden, wat betreft herstel van de glycemie en betacel-regeneratie in ons experimenteel model. Aankleuren van galactosidase (LacZ) door enzym cytochemie zal gecombineerd worden met insuline immunohistochemie op vriescoupes van pancreas. Dubbelpositieve cellen zijn afkomstig van acinaire cellen. In de groep bestaat reeds ervaring met deze methodologie. Er zal ook nagegaan worden of exocriene-endocriene transdifferentiatie plaatsgrijpt onder normale fysiologische omstandigheden. 2) In vitro
In de onderzoeksgroep werd ook een methode ontwikkeld waarmee betacel-neogenese kan geïnduceerd worden in celculturen van rat acinaire exocriene pancreascellen. Acinaire cellen de-differentiëren tijdens de eerste 4 dagen van de cultuur, waarbij ze hun exocriene kenmerken verliezen. Wanneer ze vervolgens worden behandeld met een combinatie van EGF en LIF (leukemie-inhiberende factor), worden in een tijdsspanne van drie dagen talrijke insuline-producerende cellen gevormd. Deze cellen bevatten een insuline-inhoud die vergelijkbaar is met die van betacellen uit eilandjes van Langerhans, drukken ook andere betacel-merkers uit (C-peptide, glucose transporter-2 en de transcriptiefactor Pdx-1 (pancreasduodenum homeobox 1)), en secreteren insuline in respons op glucose-stimulatie. Na transplantatie in diabete proefdieren herstellen ze daar de glycemie (6). Ook hier treedt geen significante betacel-replicatie op, en heeft een bromodeoxyuridine pulse-chase experiment aangetoond dat nieuwe betacellen ontstaan vanuit insuline-negatieve precursorcellen. Overgangsvormen konden worden aangetoond die amylase en insuline uitdrukken. Om de transdifferentiatie van acinaire tot betacellen ondubbelzinnig aan te tonen in dit model, wensen we hier ook cellijn-tracering uit te voeren. Hiervoor beschikken we over twee constructen die we via adenovirale of lentivirale transductie in de acinaire cellen willen tot expressie brengen. In het eerste construct, het reporterconstruct, zitten twee verschillende reporter-genen (Red fluorescent protein RFP en enhanced green fluorescent protein EGFP) die constitutief tot expressie worden gebracht. RFP wordt geflankeerd door Lox-sites. EGFP wordt voorafgegaan door een nucleair lokalisatie signaal (NLS). Hierdoor zal het EGFP enkel tot expressie komen in de kern en RFP in het cytoplasma. In het andere construct, het promoterconstruct, zit het Cre-recombinase gen onder de controle van de amylase-promoter. Dubbel getransduceerde cellen zullen dus via het Cre-recombinase de rode reporter uitknippen en enkel EGFP uitdrukken, indien ze amylase tot expressie brengen (= acinaire cellen). De andere cellen zullen beide reporter-eiwitten uitdrukken. Op deze manier kunnen we, na insuline immunocytochemische kleuring, betacellen opsporen die afkomstig zijn van acinaire cellen. Deze drukken insuline uit en EGFP, maar geen RFP. Indien ze niet afkomstig zijn van acinaire cellen of indien ze het enkel het reporterconstruct en niet het promoterconstruct bevatten, zullen ze insuline en EGFP uitdrukken, maar ook RFP. In het kader van mijn stage voor de licentiaatsthesis heb ik reeds de volgende resultaten behaald: de twee constructen werden gekloneerd (pAmyCre en Rosa26-Lox-RFP-Lox-Ires-NLS-EGFP). (Ires staat voor internal ribosomal entry site. Het zorgt ervoor dat de ribosomen de translatie kunnen initi?ren vanaf een tweede site binnen een polycistronisch transcript. Het is een cis-acting RNA sequentie die de binding van het 40S ribosomale subunit mogelijk maakt op eukaryote en virale mRNA's stroomopwaarts van een translatie initiatie codon.) Momenteel worden de twee constructen in virale vectoren gebracht. Met lentivirale vectoren bekomen we een transductie-efficiëntie in acinaire cellen van ongeveer 20%. Met adenovirale vectoren gaat dit tot 80%, maar is er een minder goede overleving van de cellen. De stabiliteit van beide vectoren moet nog worden nagekeken over een periode van ongeveer 8 dagen (de duur van het experiment). Wanneer de beste transductie-methode is bepaald (efficiëntie gecombineerd met overleving en stabiliteit van expressie), zal hiermee verder gewerkt worden in het EGF/LIF cultuurmodel. Insuline immunofluorescentie gecombineerd met het opsporen van de RFP en GFP fluorochromen zal de betacellen aanduiden die afgeleid zijn van acinaire cellen. In een latere fase zal dit eventueel ook op humane cellen kunnen worden uitgevoerd. Diabetes mellitus (type 1) is een metabole ziekte gekarakteriseerd door een tekort aan insuline-producerende betacellen. Eilandtransplantatie kan de functionele betacelmassa in diabetespatiënten herstellen maar er is een tekort aan donormateriaal. Als de transdifferentiatie van acinaire cellen naar betacellen met deze traceringsmethoden kan bevestigd worden, zal men gedifferentieerd exocrien weefsel kunnen beschouwen als een rijke bron om betacellen te genereren voor klinische toepassingen in de behandeling van diabetes mellitus.
(1) Bouwens L, Rooman I. Regulation of beta cell mass. Physiological Reviews (2005); 85(4): 1255-1270. (2) Lardon J, Bouwens L. Metaplasia in the pancreas. Differentiation (2005); 73: 278-286. (3) Rooman I and Bouwens L. Combined gastrin and Epidermal Growth Factor treatment induces islet regeneration and restores normoglycemia in C57Bl6-J mice treated with alloxan. Diabetologia (2004); 47: 259-265. (4) Herrera PL, Nepote V, Delacour A. Pancreatic cell lineage analyses in mice. Endocrine (2002); 19(3): 267-278. (5) Feil R, Brocard J, Mascrez B, LeMeur M, Metzger D, Chambon P. Ligand-activated site-specific recombination in mice. Proc Natl Acad Sci USA (1996); 93(20): 10887-10890. (6) Baeyens L, De Breuck S, Lardon J, Mfopou JK, Rooman I and Bouwens L. In vitro generation of insulin-producing beta cells from adult exocrine pancreatic cells. Diabetologia (2005); 48(1): 49-57. Organisaties: • Celbiologie en Histologie • Pathologische Anatomie
Onderzoekers: • LUC BOUWENS • Isabelle HOUBRACKEN
De genese van Samuel Becketts roman Comment c'est / How It Is. Universiteit Antwerpen Abstract: Een elektronische genetisch-kritische editie van Becketts roman Comment c'est/How It Is, gecodeerd in XML (eXtensible Markup Language), bestaande uit transcripties en facsimile's van de 14 manuscriptversies van Comment c'est (facsimile's en transcripties) plus alle versies van Becketts eigen vertaling naar het Engels, met een kritisch apparaat om de lezer door de manuscripten te leiden. De editie gaat gepaard met een monografie waarin de genese van de tekst wordt geanalyseerd. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Geert Lernout • Dirk Van Hulle
Prisma - veldanalyse cultureel erfgoed: Uniforme bezoekersregistratie & Modelsurvey voor publieksonderzoek Universiteit Gent Abstract: Dit project heeft twee doelstellingen: 1) het ontwikkelen van een instrument voor uniforme bezoekersregistratie bij publiek toegankelijke erfgoedorganisaties en 2) het ontwikkelen en optimaliseren van een eenvormige basissurvey en handleiding voor het opzetten/uitvoeren van publieksonderzoek. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Henk Roose
Studie ivm het gebruik van een beslissing-ondersteuningsmodel in de publieke exportpromotie en een studie over de impact van de internationale handel met lage-loonlanden. Universiteit Antwerpen Abstract: Het redigeren van een boek over het gebruik van een beslissing-ondersteuningsmodel in de publieke exportpromotie alsook het uitvoeren van een studie over de impact van de internationale handel met lage-loonlanden en handelsgeïnduceerde technologische vooruitgang op de sociaal-economische positie van arbeidscategorieën in de industrielanden (in concreto: België).
Organisaties: • Internationale economie, internationaal management en diplomatie
Onderzoekers: • Ludo Cuyvers
Raamakkoord met Borealis Universiteit Hasselt Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds het onderzoeksinstituut "Instituut voor Materiaalonderzoek" (UHasselt) en anderzijds "BOREALIS POLYMERS NV". Het Instituut voor Materiaalonderzoek levert aan BOREEALIS POLYMERS NV de onderzoeksresultaten naar *titel onderzoek* onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Toegepaste en Analytische Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Robert CARLEER
Opmaak ruimtelijk masterplan campus scholengroep DPSA Kortrijk Universiteit Gent Abstract: Hervestiging van scholengroep DPSA op 2 sites (komende van 4). Onderzoek van nastrevenswaardige vestigingsalternatieven. Afweging ter bepaling van wenselijk vestigingsscenario. Bepaling van de voorwaarden en de eigenschappen van de nieuwe vestiging, van een verwezenlijkingstrategie en een concreet actieplan. Organisaties: • Vakgroep Architectuur en stedenbouw
Onderzoekers: • Guy Chatel • Bart Verschaffel
Conviviaal model van herbestemming voor niet-geklasseerde neogotische kerkgebouwen in Vlaanderen Universiteit Hasselt Abstract: Omdat parochiekerken simpelweg te groot zijn geworden en zij hun oorspronkelijk gebruik dreigen te verliezen omwille van hoog oplopende onderhoudskosten, zoekt dit project naar een mogelijkheid van her- of nevenbestemming waarin de religieuze functie behouden blijft. De plaatselijke gemeenschap geldt daarbij als subject van de veranderingen. Ondersteund door een woonfunctie in het kerkgebouw kan die gemeenschap instaan voor de veranderende invulling (gericht op zingeving) in het gebouw en voor het onderhoud ervan. Een architectuurtheoretisch luik en een ontwerpluik vullen elkaar aan in de ontwikkeling van wat we het convivaal (woon)model noemen. Dat model wordt gefundeerd vanuit de fenomenologie van het wonen en vanuit de democratische filosofie over de publieke ruimte. De plaatselijke gemeenschap participeert in een reële casestudie in een proces van research by design om het model scherper te stellen. Het onderzoek resulteert in concrete tools voor gemeenschappen en architecten(bureaus). Organisaties: • Niet onderzoeksgroep gebonden projecten
Onderzoekers: • Sylvain DE BLEECKERE
Retail design en beleveniseconomie: een theoretische belevenis Universiteit Hasselt Abstract: Concurreren in de globale markt van vandaag wordt steeds moeilijker. In een wereld waar producten en diensten steeds meer als 'homogeen' ervaren worden, worden retailers en fabrikanten verplicht om continu uit te kijken naar nieuwe differentiatiestrategieën. Het creëren van gedenkwaardige belevenissen in winkelomgevingen blijkt in dit verband interessante perspectieven te bieden. Vanuit een theoretisch perspectief bekeken is het duidelijk dat de ontwikkelingen in economie en marketing, in combinatie met de mogelijkheden die retail design biedt, interessante perspectieven bieden voor retailers, ontwerpers en consumentenonderzoekers. In de praktijk blijkt echter dat tot op heden nog maar relatief weinig bedrijven werken vanuit het perspectief van customer experience (Gentile et al., 2007). Ondanks een gebrek aan een reële vertaalslag op het terrein, blijken 'belevenissen' toch in toenemende mate (zowel binnen de profit als de non profit sector) een belangrijk gespreksonderwerp. Daarom is het nodig om academisch onderzoek te doen naar de vraag wat dit economisch fenomeen concreet kan betekenen binnen interieurarchitectuur in het algemeen en retail design in het bijzonder. In een 1e fase zal uitgebreid literatuuronderzoek duidelijk maken op welke manier een 'belevenis' en een customer experience geoperationaliseerd kunnen worden. De operationele definitie van customer experience zal vervolgens via diepte-interviews getoetst worden bij retailers en consumenten. In een 2e fase wordt via literatuuronderzoek nagegaan op welke manier de factoren van het reeds gepresenteerde conceptuele model vertaald kunnen worden naar een multi-dimensioneel 'belevenis'model. Aan de hand van een vergelijking van onderzoeksmethodieken die traditioneel gebruikt worden bij onderzoek in winkelomgevingen binnen marketing en ontwerpwetenschappen wordt vervolgens in een 3e fase nagegaan welke onderzoeksmethodiek het meest aangewezen is om de invloed van variabelen uit de winkelomgeving op evaluaties, affectieve respons en gedrag van klanten te onderzoeken, rekening houdend met de vooropgestelde onderzoeksdoelstellingen. De resultaten van het literatuuronderzoek van fase 2 en 3 geven tenslotte input aan de opzet van fase 4, de empirische vertaalslag. In deze fase zal nagegaan worden hoe variabelen uit het hierboven gepresenteerde conceptuele model invloed kunnen uitoefenen op de customer experience in een winkelsetting. Organisaties: • Niet onderzoeksgroep gebonden projecten
Onderzoekers: • Koenraad VAN CLEEMPOEL
Bepaling van de doelgroepen die prioriteit moeten krijgen voor seizoensgebonden influenza vaccinatie - deel I. Universiteit Antwerpen Abstract: Bepaling van de doelgroepen die prioriteit moeten krijgen voor seizoensgebonden influenza vaccinatie - deel I. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Philippe Beutels
Consultancy Services to IPIS. Universiteit Antwerpen
Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IPIS. UA levert aan IPIS onderzoeksresultaten onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Politieke economie van de Grote Meren Regio
Onderzoekers: • Robrecht Renard • Sara Geenen
Inleidende cursus ontwikkelingssamenwerking vanuit een Belgisch perspectief ten behoeve van verantwoordelijken en medewerkers op de hoofdzetel van BTC. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds BTC. UA levert aan BTC de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • AID Policy
Onderzoekers: • Robrecht Renard
Monitoring van de kwaliteit van zorgen rond levensbeëindiging in Vlaanderen. (MELC-study) Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van de studie is tweevoudig. Eerst wil de studie de zorgbeslissingen aan het einde van het leven evalueren in de medische praktijk in Vlaanderen, en deze gegevens vergelijken met de gegevens in Nederland. Verder wenst de studie kwaliteitsindicatoren te ontwikkelen voor zorg en beslissingen aan het levenseinde. Organisaties: • Persoon en vermogen
Onderzoekers: • Thierry Vansweevelt
Ontwikkeling van een zelfevaluatie-instrument beleidsvoerend vermogen van scholen. Universiteit Antwerpen Abstract: We willen met dit project een instrument ontwikkelen om hun beleidsvoerend vermogen te kunnen evalueren en te versterken in samenwerking met de begeleidingsdiensten. Het zwaartepunt van de kwaliteitszorg ligt in de school: zij is verantwoordelijk om de kwaliteit van haar onderwijs voortdurend te evalueren en bij te sturen. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Peter Van Petegem • Jan Vanhoof
Pilotstudie herstel veenvorming. Universiteit Antwerpen Abstract: Kennis over de herstelmogelijkheden en -technieken van veenvormende begroeiingen in beekdalen is zeer schaars. Het doel van de pilotstudie is dan ook om: ¿ meer inzicht te krijgen in sturende factoren in hydrologie, biogeochemie, biotiek en beheer in huidige Nederlandse beekdalen; ¿ adviezen geven over herstel- en beheerstrategieën ¿ aangeven welke belangrijke kennislacunes nog spelen en welk onderzoek hiervoor nodig is. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Rudy van Diggelen
Ontwikkeling evaluatiemethodiek ten behoeve van de systeemmonitoring Schelde estuarium. Universiteit Antwerpen Abstract: In de Ontwikkelingsschets-2010 Schelde-estuarium (OS2010) van 11 maart 2005 zijn door de Nederlandse en Vlaamse regering besluiten genomen betreffende de uitvoering van een groot aantal projecten in het Schelde-estuarium. Voor de projecten op het gebied van veiligheid tegen overstromen, toegankelijkheid en natuurlijkheid zijn specifieke besluiten genomen voor het uitvoeren van monitoring. In het kader van het verdrag over Gemeenschappelijk Beleid en Beheer werd vervolgens besloten om te komen tot één gezamenlijk monitoringprogramma. In deze studie wordt een evaluatiemethode opgesteld voor dit monitoringsprogramma. Definitie evaluatiemethodiek: hoe moeten de gegevens van de Vlaams-Nederlandse systeemmonitoring Schelde-estuarium verwerkt worden tot resultaten die een antwoord geven op of een bijdrage leveren aan de (maatschappelijke) vragen van beleid, beheer, belanghebbende en betrokkenen bij het Schelde-estuarium. De evaluatiemethodiek zal uiteindelijk bestaan uit een combinatie van modellen, andere methodieken als statistiek en experten oordeel. Gezien de complexheid van de materie, de nodige helderheid voor de procesgang en vanuit ervaringen met MOVE is verder besloten nu al een evaluatiemethodiek voor het toekomstige monitoringprogramma op te stellen. Deze methodiek moet door Nederland en Vlaanderen worden gedragen. Het monitoring programma van 10 oktober 2008 is uitgangspunt voor de evaluatiemethodiek. Met de methodiek zal om de 6 jaar een evaluatie van het functioneren van het hele systeem Schelde-estuarium worden uitgevoerd. Opdrachtgever voor de ontwikkeling van de evaluatiemethodiek is de Vlaams - Nederlandse Schelde Commissie (VNSC), vertegenwoordigd door de Stuurgroep O&M. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
"INSILICO - The in silico Wet Lab.
Vrije Universiteit Brussel Abstract: Veel experimenten die gen expressie waarden bestuderen hoeven slechts éénmaal uitgevoerd te worden en kunnen dan bewaard worden in een database. Deze database is enkel zinvol in combinatie met een uitgebreid gamma aan data mining technieken. We stellen voor om specifieke kennis te ontwikkelen voor deze ontwerpen, die dan de basis kan vormen voor een spin-off die diensten zal verlenen aan de drug en biotech industrie. Het is een gekend probleem dat computationele technieken uit de ingenieurswereld zelden doordringen tot de doorsnee bioloog in het lab. Eén van de belangrijkste factoren is het gebrek aan een duidelijke toepassing die de relevantie en betrouwbaarheid van de techniek kan demonstreren. Wij zullen onze kennis gebruiken om twee zulke toepassingen te ontwikkelen. In een eerste studie wordt onderzocht of een groep van genen gerelateerd kan worden aan de agressiviteit van kanker. Intensief gebruik van ICT tools zal nodig zijn om voordeel te halen uit de reeds bestaande, publiek beschikbare, data. In een tweede studie wordt onderzocht of een groep van genen geassocieerd kan worden aan de gevoeligheid van straling-geïnduceerde kanker. Deze studie zal van nul af aan worden opgestart, gebruikmakend van eerdere resultaten. Organisaties: • Computationele Modelering Lab • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Frederic ROUSSEAU • ANN NOWE
Life TecAlive / Tech Transfer voor beginners Universiteit Hasselt Abstract: Nieuwe ontwikkelingen in de levenswetenschappen zullen een enorme impact hebben op onze maatschappij. De nieuwe technologieën en producten die in onderzoekslaboratoria ontstaan, zullen ervoor zorgen dat een bezoek aan de dokter of het ziekenhuis er straks heel anders zal uitzien. Die moderne ontwikkelingen hebben niet alleen gevolgen voor de gezondheidszorg, maar leiden ook tot nieuwe toepassingen in heel wat andere domeinen zoals voeding, textiel, chemie, milieu en afvalverwerking, plantenteelt, enz. Levenswetenschappen of life sciences zitten bijna letterlijk en figuurlijk overal. Nochtans is er bij het brede publiek heel weinig kennis over wat die levenswetenschappen nu precies zijn. Soms is er zelfs wat angst voor die nieuwe onbekende ontwikkelingen. Onbekend maakt immers vaak onbemind. Daar willen we met dit project iets aan doen. Het doel van dit project is om - leerlingen en leerkrachten uit het secundair onderwijs op een aantrekkelijke en enthousiasmerende wijze te informeren over recente ontwikkelingen in de levenswetenschappen door hen proefondervindelijk te laten experimenteren in een onderzoekslabo van de kennisinstellingen. - te demonstreren hoe deze ontwikkelingen leiden tot nieuwe producten en technologieën die toegepast worden in het bedrijfsleven door een bezoek aan een bedrijf uit de sector. - aan te tonen dat life sciences zeer multidisciplinair is door hen te laten kennismaken met het teamwork dat nodig is, zowel voor het laboratoriumonderzoek als in het bedrijfsleven. - te informeren over spin-offs die kunnen ontstaan uit onderzoek en innovatie door spilfiguren uit spin-offs als rolmodel naar voor te schuiven, - leerlingen te wijzen op het belang van bedrijfsbeheer en kennis van ondernemerschap door hen kennis te laten maken met de ervaringen van de studenten die deelnemen aan het project Ondernemerstalent (Brugproject oproep 2006) - leerlingen te laten inzien dat alles begint met creativiteit en innovatief denken door hen vertrouwd te maken met de brainstormtechniek GPSmethode voor bedrijven van Flanders DC Organisaties: • Immunologie - Biochemie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Pieter STINISSEN
Therapeutic hypothermia to improve neurological outcome in ischemic stroke. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Our project consists of two parts: a clinical and an experimental part. In the clinical part, we want to perform a randomized, prospective, controlled, safety and feasibility trial comparing two treatments: "Standard 'best medical therapy'" vs. "Standard 'best medical therapy' plus induced minimal hypothermia (IMH) in patients presenting with an AIS within 8 hours after onset of symptoms. Minimal hypothermia (35°C) will be induced for 72 hours in patients randomized to the hypothermia-arm. Mepederine and buspirone will be, if needed, associated to suppress shivering. Minimal hypothermia will be induced by using our helmet device and as soon as the target temperature (TT) is achieved, the endovascular cooling device will be used to maintain the TT. In the experimental part, in support of the clinical study, we aim to further investigate the neuroprotective effects of hypothermia in the endothelin-1 (Et-1) rat model focusing on the important parameters necessary for a better transfer to the clinical situation. Using the same protocol as in our previous studies, we will determine the degree of apoptosis, inflammation and glycemia 24hrs, 72hrs and 1 week after the insult. At each time point, we will also determine the neurological outcome of the rats using the 'neurological deficit score' and the 'sensory neglect' method. Then we will investigate the effect of hypothermia on these parameters. We will compare hypothermia duration of 20 minutes with that of 3 hours. There will be a constant reciprocal feedback of fundamental research data to the clinicians so that changes in protocol are possible (both fundamental and clinical). Our project intends to reveal not only the feasibility and the safety of IMH in the treatment of patients presenting with an AIS. We aim also to improve the neurological and functional outcome in those patients. After concluding our project, we plan to establish a protocol for a larger randomized controlled multicentric prospective trial to reveal to which extent induced hypothermia (IH) improves neurological and functional outcome after moderate and severe AIS. Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • Tine ZGAVC • YVETTE MICHOTTE • SOPHIE SARRE
Methodologie en optimalisatie van sporen- en micro-analyse technieken. Universiteit Antwerpen
Abstract: Methdodologische ontwikkeling van instrumentele micro- en sporenanalyse technieken met de nadruk op computertoepassingen en chemometrie : beeldverwerking; multi-variate methodes en software ontwikkeling. Oppervlakte, indiepte analyse en bepalingen met hoge laterale resolutie via secundaire ionen en lasermicrobundel massaspectrometrie. Organisaties: • Micro- en Sporenanalyse • AXES • Chemometrie (Mitac 3)
Onderzoekers: • Pierre Van Espen
Ontwikkeling van een toestel dat de kwaliteit van reanimeren via tracheale drukken analyseert en op een gebruiksvriendelijke manier in real-time weergeeft. Universiteit Gent Abstract: Bij patiënten met hartstilstand worden tijdens de reanimatie de tracheale drukken gemeten. Deze drukken worden gegenereerd door de hartmassage en de positieve druk ventilatie. Aan de hand van deze gegevens wordt een toestel ontwikkeld dat real-time feedback geeft over de kwaliteit van reanimeren. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Koenraad Monsieurs
Evaluatie van de overleving en groei van andere MCAs op het lichaam van werksters van de hommel van Bombus terrestris. Zie ook WDV74 Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit project wordt de overleving en groei van andere MCAs op het lichaam van werksters van de hommel van Bombus terrestris onderzocht. Zie ook WDV74 Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • Guy SMAGGHE
Van Charter naar Tools. Een kwalitatief onderzoek naar de toepassing van het ICOMOS Ename Charter op scheepserfgoed Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoekt hoe aan de hand van de ?ICOMOS Ename Charter principes? een ?interpretatie en presentatie?-instrumentarium kan ontwikkeld worden dat kadert binnen een integraal en duurzaam erfgoedbeleid én gericht is op de specifieke context van maritiem en scheepserfgoed. Het Charter bepaalt de basisdoelstellingen/principes voor de interpretatie en presentatie van erfgoedsites en ziet ze als wezenlijk onderdeel van erfgoedbehoud. Organisaties: • Vakgroep Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Lieven De Marez
Ontwikkeling van een in vitro testsysteem voor sensitizatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Ontwikkeling van een in vitro testsysteem voor sensitizatie. Organisaties: • Departement Biomedische Wetenschappen - overige
Onderzoekers: • Greta Schoeters • Nathalie Lambrechts
Efficacy of clinical predictors on the outcome of adjustable mandibular advancement therapy in patients with sleepdisordered breathing. Universiteit Antwerpen Abstract: Efficacy of clinical predictors on the outcome of adjustable mandibular advancement therapy in patients with sleep-disordered breathing. Organisaties: • Translationele Neurowetenschappen (TNW)
Onderzoekers: • Marc Braem
Ab initio studie naar de reactiviteit van supramoleculaire structuren in zeolieten Universiteit Gent Abstract: Dit project betreft een theoretische studie naar supramoleculaire structuren in zeolieten in het algemeen, met het methanol-to-olefin proces (MTO) als een specifieke toepassing. Enerzijds zal een toepassingsgericht luik de studie naar het reactie-mechanisme van MTO-conversie en verbeteringen ervan omvatten, en anderzijds zullen er parallel in een methodologisch luik nieuwe methoden ontwikkeld worden om dergelijk uitgebreide katalytische systemen accuraat te beschrijven. Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Michel Waroquier • Veronique Van Speybroeck
Onderzoek naar de effecten van het media-educatieproject "Kranten in de klas" op het leesgedrag en aankoopgedrag inzake kranten van de deelnemers aan het project en het gezin. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project stelt scholen en leerkrachten van het lager en secundair onderwijs gedurende twee opeenvolgende schoolweken gratis kranten ter beschikking. Het KIK project wil leerlingen uit het lager en secundair onderwijs kennis laten maken met kranten, hen er actief mee laten werken in schoolverband
en leerlingen helpen om kritische mediagebruikers te worden. Zodoende verwerven de leerlingen niet alleen mediageletterdheid en actualiteitskennis, maar werken ze ook op interactieve wijze aan de (vakoverschrijdende) eindtermen. KIK wil bijdragen tot het vormen van kritische en goed geïnformeerde jonge burgers door bruggen te bouwen tussen onderwijs, krant en maatschappij. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • KATIA SEGERS
CONTEX-T : Textile architecture - Textile structures and buildings of the future contex-T. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Europees onderzoeksproject met 29 deelnemers (bedrijven, onderzoekscentra en universiteiten) met als doel: ontwikkeling van lichtgewicht bouwconstructies op basis van textielstructuren met een levensduur van 60 jaar en die voldoen aan de strengste eisen ontwikkeling van veilige, gezonde en zuinige gebouwen makkelijke en snelle opbouw van op-maat gemaakte structuren en gebouwen Organisaties: • Mechanica van Materialen en Constructies • Architectonische ingenieurswetenschappen
Onderzoekers: • MARIJKE MOLLAERT • JAN WASTIELS • Filip DESCAMPS
Onderzoek in het domein van "Bio-Imaging". Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek in het domein van "Bio-Imaging". Organisaties: • BIO-IMAGING LAB • Bio-imaging
Onderzoekers: • Anne Marie Van Der Linden
Explorateurs in aquatoriaal Afrika en hun iconografisch tradities, 1870-1900. Universiteit Antwerpen Abstract: Deze studie focust op iconografische tradities (zowel grafische, picturale als fotografische) die voortkomen uit de onmiddellijke reiscontext van enkele bedrijvige, laat negentiende-eeuwse explorateurs in Midden-Afrika. Het betreft hier een historisch-antropologische analyse van het visualiseren als een concrete exploratiepraktijk. Welke rol speelt het maken van afbeeldingen in dagelijkse kennisverwerving en kennisverspreiding rond geëxploreerde gebieden? Hoe, waarom en in welke concrete context komen verschillende soorten afbeeldingen tot stand? Hoe zijn representaties ingebed in opvattingen en vertogen over Midden-Afrika, het concept 'expeditie' en het beroep van explorateur? Dat zijn de hamvragen van deze studie. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Henk de Smaele • Laurent Poschet
Impact van 10 jaar Europese Ontmoetingen van mensen die in armoede leven. Universiteit Antwerpen Abstract: De belangrijkste doelstelling van het project is het beschrijven en analyseren van de impact van tien jaren van Europese bijeenkomsten van mensen die in armoede leven. Een andere focus richt zich op de verbetering van de participatiemodellen in het overheidsbeleid ter bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Danielle Dierckx
Uitvoeren van een gevarenanalyse voor migratie van chemische contaminanten uit drukinkten en lijmen (verpakking) naar levensmiddelen Universiteit Gent Abstract: Het doel van deze studie was om mogelijke migrerende componenten uit drukinkten/lijmen vanuit verpakkingsmaterialen te identificeren. Daarom werd een inventaris opgemaakt van de mogelijke chemische componenten die worden gebruikt als drukinkt/lijm gevolgd door een risicorangschikking. Voor diverse componenten werd het migratiepotentieel berekend door de toepassing van migratievoorspellende software in functie van type polymeer, dikte alsook initiële concentratie aan migrerende component. Organisaties: • Vakgroep Voedselveiligheid en Voedselkwaliteit
Onderzoekers: • Bruno De Meulenaer
Samenwerkingsstrategieën voor het bouwen van logistieke netwerken. Universiteit Antwerpen Abstract: De postulant wenst verder te bouwen op het empirisch onderzoek rond logistieke samenwerking door op modelmatige wijze een antwoord te bieden op de vraag hoe logistieke dienstverleners hun netwerken kunnen hertekenen met het oog op een duurzame en stabiele samenwerking. Hierbij staat de idee van een "samenwerkingspool" centraal, waarin coöpererende LDVs elk gezamenlijk te bedienen klanten of gezamenlijk uit te voeren activiteiten inbrengen. Aangezien het onderzoek rond het modelleren van coöperatieve logistieke netwerken nog in zijn kinderschoenen staat, zal de aandacht uitgaan naar single-echelon structuren, waarbij voor een gegeven klantenbestand de distributiecentra optimaal gelocaliseerd worden (in tegenstelling tot multi-echelon structuren waarbij tegelijkertijd ook de locatie van productiecentra wordt bepaald; zie v.b. Dullaert et al., 2005). Binnen de single-echelon structuur zal aandacht besteed worden aan twee probleemtypes. Het
enkelvoudige distributieprobleem (EDP) behandelt de situatie waarin klanten via het distributiecentrum van de LDV enkel goederen ontvangen, zonder dat ze zelf goederen verzenden (v.b. bij de verkoop aan huis van diepvriesproducten). Bij het complexere meervoudige distributieprobleem (MDP) verzenden én ontvangen klanten via de LDV goederen (v.b. bij de behandeling van pakjes door koerierdiensten). De structuur van beide problemen laat echter toe dat resultaten uit de analyse van het EDP reeds de basis kunnen vormen voor de analyse van het MDP. Organisaties: • ITMMA
Onderzoekers: • Wout Dullaert • Christophe Theys
Toelage voor o.a. Bayan Sapargaliyeva Vrije Universiteit Brussel Abstract: Medicijnen farmacie Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
Inlvoed van klimaatverandering op de invasibiliteit van subarctische plantengemeenschappen. Universiteit Antwerpen Abstract: De onderzoeksvragen van dit project zijn de volgende: (a) Wat zijn de effecten van klimaatverandering op invasibiliteit van subarctische plantengemeenschappen? (b) Wat is de invloed van klimaatverandering op het kolonisatievermogen door subarctische plantensoorten? Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Nijs • Ann Milbau
Onderaanneming in het kader van het WHO-project: " Influenza illness and vaccination in Asia: Data collection of Social Contacts and Mixing Patterns" Universiteit Hasselt Abstract: De verspreiding van infectieziekten zoals influenza gebeurd wanneer mensen in nabij contact komen met elkaar. Een betere kennis van de contactpatronen tussen mensen kan tot meer inzichten in de verspreiding van influenza leiden. Deze inzichten zouden dan gebruikt kunnen worden om betere modellen te ontwikkelen om dusdanig the effectiviteit en kosten-effectiviteit van interventieprogrammas beter in te schatten. In Europa werden er onlangs studies uitgevoerd gebruikmakend van dagboekjes om zulke contactinformatie te registreren. Dit project breidt dit werk uit met het uitvoeren van contactstudies in Zuid-Oost Azië om dusdanig de bijhorende contactpatronen te schatten en te vergelijken met bestaande studies zoals deze in Europa en Oost-Azië. Dit project heeft mede als doel om lokale expertise rond het verzamelen van contactgegevens op te bouwen om dusdanig betere wiskundige modellen te ontwikkelen voor influenza in deze regio. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Niel HENS
Research GRANT : Activation and proliferation of beta cell progenitors in adult pancreas. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Activatie en proliferatie van beta cell progenitors in adulte pancreas. Organisaties: • Pathologische Biochemie en Fysiologie
Onderzoekers: • Henry HEIMBERG
Internetobservatorium. Universiteit Antwerpen Abstract: Internetobservatorium. Organisaties: • Media & ICT/Interpersoonlijke relaties in Organisaties & Samenleving (MIOS)
Onderzoekers: • Michel Walrave • Heidi Vandebosch
Vastleggen van de formele stratigrafie van de lagen onderkend in boringen - Databank Ondergrond Vlaanderen (DOV) Universiteit Gent Abstract: Invullen van de stratigrafische interpretatie van geotechnische gegevens in de geolosche databank van de Vlaamse Gemeenschap (DOV) Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Patric Jacobs
ERASMUS (Grant agreement for Action) : Jean Monnet European Module : European Integration and the City (ref. 07/0006) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Europese modules - Dialoog tussen volkeren en culturen - De EU, globalisatie, economische welvaart, groei en sociale rechtvaardigheid en sociale cohesie - Europese burgerschap, Europese cultuur en Europese Geschiedenis
Organisaties: • Geografie
Onderzoekers: • ERIC CORIJN
Transport van warmte, lucht en vocht in gebouwen Universiteit Gent Abstract: Modellen voor de voorspelling van de beweging van lucht, warmte en vocht in gebouwen worden ontworpen. De ontwikkeling steunt op experimentele analyses en fundamentele numerieke simulaties. Transport van warmte, lucht en vocht in gebouwen. Organisaties: • Vakgroep Architectuur en stedenbouw
Onderzoekers: • Erik Dick • Anne De Paepe • Arnold Janssens
Boardtechnologieën voor de volgende generatie gigabit communicatiesystemen Universiteit Gent Abstract: Het voorgestelde onderzoek richt zich op de ontwikkeling van nieuwe processen, nodig voor het verkrijgen van een leidinggevende rol in de vervaardiging van gedrukte schakelingen voor meerdere tientallen Gigabits/s. Dit onderzoek omvat de ontwikkeling van een technologie voor het maken van micro-via-gaten via laser-ablatie, de ontwikkeling van een Flip-Chip montageproces voor hoge frequenties en de hiermee gepaard gaande ontwerp- en karakteriseringstechnieken. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Luc Martens • André Van Calster • Daniël De Zutter • Peter Van Daele
Stadsrail. Ontwikkeling van een kosten-baten analysemethode voor trein- en tramvervoer in stedelijke omgevingen. Universiteit Hasselt Abstract: Het doel van het project is het ontwikkelen van innovatieve producten met een '2020 ERRAC visie': lage levenscyclus-kost, hoge prestatie, modulair, veilig, spoorweginfrastructuursystemen die weinig lawaai en trillingen veroorzaken. Kortom, producten die passen in een geharmoniseerde Europese markt. Het URBAN TRACK project mikt op een reductie van de levenscyclus-kost van de urban track infrastructuur met minstens 25%. Organisaties: • Verkeersveiligheid • Data-analyse en Modellering • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Gerhard WETS • Marjolein DE JONG
FWO-Visiting Postdoctoral Fellowship (Cuihong YANG, China). Universiteit Antwerpen Abstract: FWO-Visiting Postdoctoral Fellowship (Cuihong YANG, China). Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Francois Peeters
Snelle en betrouwbare algoritmes in de meer dimensionale, rationale benaderingsleer voor de berekeningen voor multivariabele Pade benaderingen, hun veralgemeningen en hun toepassingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Er wordt getracht een geheel van numeriek betrouwbare algoritmes te ontwikkelen voor het probleem van multivariabele Padé-benadering (normale en singuliere regels) en dat van multivariabele rationale Hermite interpolatie (datagrids en scattered data). Organisaties: • Computeraritmetiek en numerieke technieken (CANT) • Computationele wiskunde
Onderzoekers: • Annie Cuyt
Lidwine: Multifunctional Medical Textiles for wound (e.g. Decubitus) prevention and improved wound healing Universiteit Gent Abstract: Verschillende technieken worden ontwikkeld om doorligwonden te voorkomen en genezing ervan te stimuleren. Deze omvatten passieve en actieve antibacteriële werking, materialen met gereduceerde oppervlaktewrijving, massage en elektrotherapie. Dit laatste is de specifieke taak van de UGent. Alle materialen worden ontwikkeld in de vorm van textielstructuren. Technologieën die zullen worden gebruikt zijn nanodeeltjes, encapsulatie, brush coatings. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Gilbert De Mey • Lieva Van Langenhove
Detectie van endocriene disruptors: ontwikkeling van nieuwe vaste fase extractie systemen Universiteit Gent Abstract: Endocriene disruptors (EDC's) zijn milieuverontreinigende stoffen die een endocriene activiteit vertonen. Een verhoogde kans op kanker, verstoring van ontwikkeling van kinderen en verlaagde mannelijke vruchtbaarheid worden toegeschreven aan EDC's. Het project
beoogt een efficiënte samenwerking tussen synthetische organisch-chemici, polymeerchemici en specialisten in scheidingstechnieken en structurele karakterizering voor het ontwerp van nieuwe vaste fase extractie systemen voor EDC's. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Pierre De Clercq • Patrick Sandra • Johan Van der Eycken • José Martins • Filip Du Prez • Annemieke Madder
Iteratieve ontvangers voor digitale communicatie Universiteit Gent Abstract: In de meeste hedendaagse communicatiesystemen wordt informatie (spraak, video, data, audio, ?) op een digitale manier verstuurd. Om de informatie aan de ontvangerzijde op een betrouwbare wijze te kunnen recontrueren, kan men foutcorrigerende codes gebruiken. Verder, om betrouwbare reconstructie mogelijk te maken, is het noodzakelijk om de kanaalparameters (propagatietijd, impulsantwoord, faseverschuiving, ?) te schatten. De optimale methoden voor decodering en estimatie van de parameters zijn echter veel te complex voor praktisch gebruik. Daarom is er nood aan suboptimale technieken met een goede performatie en aanvaardbare complexiteit. In dit project zal onderzoek uitgevoerd worden naar goede foutcorrigerende codes en iteratieve algoritmes voor decodering en schatting van de kanaalparameters. Organisaties: • Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking
Onderzoekers: • Heidi Steendam
Monitoring the quality of end-of-life care in Flanders (MELC-study) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Over de MELC-studie: De Monitoring quality of End-of-Life Care studie (MELC-studie) is een samenwerking tussen partners van vier universiteiten en het Wetenchappelijk Instituut voor Volksgezondheid. Het betreft een vier jaar durend project, gefinancierd door het Instituut voor de Aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen (IWT-VL) in het kader van het Strategisch Basis Onderzoek (SBO-programma). Dit Strategisch Basisonderzoek situeert zich tussen het fundamenteel algemeen kennisverruimend onderzoek en het meer specifiek gericht toegepast onderzoek, met als doel strategisch belangrijke kennis te ontwikkelen met ruime maatschappelijke (of economische) toepassingsmogelijkheden. De MELC-studie werd geconcipieerd vanuit het gegeven dat enerzijds de kwaliteit van het levenseinde nog te beperkt is geëvalueerd en anderzijds er nog een groot potentieel is om, via een rationele (evidence-based) planning van zorg aan het levenseinde, de kwaliteit van leven van terminaal zieken te verbeteren. De algemene doelstelling van de MELC-studie is tweevoudig: 1.het evalueren van de zorg en de medische beslissingen aan het levenseinde in Vlaanderen 2.het ontwikkelen van kwaliteitsindicatoren van zorg en medische beslissingen aan het levenseinde, en het onderzoeken van mogelijke monitoring systemen. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde • Medische Sociologie
Onderzoekers: • Dirk HOUTTEKIER • Koen MEEUSSEN • Tinne SMETS • Geert POUSSET • Kathleen LEEMANS • JOHAN BILSEN • Joachim COHEN • LUC DELIENS • Lieve VAN DEN BLOCK • Yanna VAN WESEMAEL • Kenneth CHAMBAERE
Variabililty in Software-Intensive product development. (VARIBRU) Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de voorbije decenia is het beheren van software variabiliteit een grote hinderpaal in het ontwikkelen, onderhouden en evolueren van software-intensieve produkten. Het VariBru project pakt het strategisch belangrijk probleem van variabiliteit voor software-intensieve produkt ontwikkelaars en voor ICT consultancy bedrijven. Software-intensieve producten zijn producten die ofwel helemaal ofwel voor een belangrijk deel uit software bestaan. Massa customizatie en klantgerichtheid zetten bedrijven ertoe aan om meer variabiiiteit in hun software product te ondersteunen. Veel bedrijven kunnen de hoge mate aan product diversiteit niet efficient aanbieden. Om sucessvol variabiliteit te kunnen introduceren in software intensieve produkten moeten de ontwikkelaars drie perspecitieven beheersen en met elkaar in balans brengen: de technologie, de ontwikkeling en integratie ervan, en de context van het product. Dit project onderzoekt de uitdagingen van de individuele invalshoeken en hun onderlinge relaties. Enkel het beheersen van de perspectieven en hun verbanden is eigenlijk niet voldoende. We onderzoeken verder hoe de meest optimale aanpak gekozen kan worden gegeven een situatie, en hoe we de risicos van een gekozen aanpak kunnen opvolgen controleren en minimaliseren. Organisaties: • Laboratorium voor Systeem en Software Engineering • Web en Information System Engineering • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • VIVIANE JONCKERS • Lamia EL GARBIED (ABO ZAID) • FREDERIC KLEINERMANN • OLGA DE TROYER • THEO D'HONDT
Ontwikkeling van een ORC voor restwarmterecuperatie bij verbrandingsmotoren en andere industriële processen
Universiteit Gent Abstract: Een organische Rankine cyclus (ORC) is een Rankine cyclus waarin een organisch koelmiddel wordt gebruikt in plaats van water. De werkingstemperaturen zijn hierdoor lager. In dit onderzoeksproject worden ORCs bestudeerd om restwarmte van verbrandingsmotoren en andere industriële processen nuttig te gebruiken door omzetting in elektriciteit. Organisaties: • Vakgroep Mechanica van stroming, warmte en verbranding
Onderzoekers: • Michel De Paepe
De moleculaire pathogenese van Cutis Laxa syndromen Universiteit Gent Abstract: In dit project zal de moleculaire basis van autosomaal dominante en recessieve vormen van Cutis Laxa grondig bestudeerd worden, teneinde de moleculaire diagnose van deze anndoeningen te optimaliseren en genotype-fenotype correlaties te formuleren. De functionele consequenties van mutaties in elastine en fibuline eiwitten zullen onderzocht worden naar hun effect op TGF-beta signalisatie en door studie van cardiovasculaire en bindweefselafwijkingen in een zebravis model. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Anne De Paepe
Convention ICT-IP-06 "CRYPTASC" : Advanced ICT Solutions to CRYPTography, Authentification, and Secure Communication: software engineering assisted by quantum technology. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Door een aanhoudende groei van netwerken zoals het internet en het toenemende aantal personal computers bij gezinnen, zijn informatie en communicatie technologieën alom vertegenwoordigd in onze huidige maatschappij. Anderzijds zijn kwantumtechnologieën, die minder gekend zijn bij het grote publiek, op dit ogenblik een andere wetenschappelijke en technologische revolutie aan het inleiden, voornamelijk op het gebied van telecommunicatie. Met ons huidige projectvoorstel, dat op de grens ligt tussen deze twee disciplines, beogen we deze beloftevolle kwantumtechnologieën aan te wenden in de context van cryptografische toepassingen. Kwantumcryptografie, zoals dit concept genoemd wordt, is de laatste tien jaar wereldwijd in verschillende universiteiten en onderzoekscentra onderzocht en is nu een commerciële realiteit aan het worden. Verscheidene spin-off bedrijven ter wereld verkopen nu al kwantumcryptografische producten. (id-Quantique, MagiQ Technologies). Het doel van het huidige voorstel in het ICT Impulse Program is verdere ontwikkelingen te verwezenlijken in deze nieuwe kwantumtechnologie. Daarenboven willen we de expertise van kwantumcryptografie in de Brusselse regio vergroten in een waaier van theoretische concepten tot valorisatie en identificatie van potentiele industriële partners. Dit vereist uiteraard een brede know-how, gaande van cryptografie, kwantuminformatie en computerwetenschappen op fundamenteel niveau, tot het onderzoek naar potentiële toepassingen voor deze nieuwe technologieën en in het algemeen de valorisatie van resultaten van het onderzoek. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • IRINA VERETENNICOFF • THEO D'HONDT
GRANT agreement for an action with MULTIPLE BENEFICIARIES - TEMPUS Programme : Numerical and experimental engineering dynamics (NEED) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Ingenieurwetenschappen onderwijs Kroatië Organisaties: • Toegepaste Mechanica
Onderzoekers: • CHRISTIAN LACOR • DEAN VUCINIC
Niet-destructieve micro-analyse aan de hand van X-straal microbundel technieken. Universiteit Antwerpen Abstract: Gelet op de evolutie in de instrumentatie van u-XRF zowel aan de synchrotron bundellijnen als met behulp van labo apparatuur situeren de actviteiten zich enerzijds op methodologisch vlak en anderzijds wordt aandacht besteed aan toegepast onderzoek in een aantal specifieke domeinen gezien zulke toepassingen toelaten de ontwikkelde methodologie te verfijnen en te stabiliseren. Organisaties: • Micro- en Sporenanalyse • AXES
Onderzoekers: • Koen Janssens
Seksuele selectie, partnerkeuze en communicatie bij dieren : een geïntegreerde en interdisciplinaire benadering. Universiteit Antwerpen Abstract: Het voorgestelde project beoogt een beter inzicht te krijgen in de evolutie van secundair seksuele kenmerken en gedragingen en om hun belang bij de partnerkeuze en intra-seksuele rivaliteit te bestuderen. Organisaties: • Ethologie • Ethologie
Onderzoekers: • Marcel Eens
De interactie tussen competitie in de banksector, diversificaie van activiteiten en de stabiliteit van het financiële systeem Universiteit Gent Abstract: Recente evoluties in de financiële sector, in het bijzonder de expansie en de interactie van types financiële transacties en intermediairs hebben belangrijke voordelen gecreëerd (bvb. Op vak van transactiekosten, toegang tot kapitaal voor bedrijven, risicospreiding). Die recente tendensen kunnen echter rechtstreeks en onrechtstreeks de stabiliteit van het financieel systeem in gevaar brengen. Ten eerste wil ik nagaan hoe competitie in de banksector de stabiliteit van het financiële systeem beïnvloedt. In de tweede onderzoekspijler wil ik meer specifiek nagaan of geografische dan wel functionele spreiding bijdragen tot het verbeteren van de stabiliteit van de banksector. Finaal willen we nagaan wat de
wisselwerking is tussen de financiële sector en de reële sector. Op die manier kunnen we nagaan waar de schokken ontstaan, hoe ze geabsorbeerd worden en wat de reële kosten zijn van financiële instabiliteit. Organisaties: • Vakgroep Financiële economie
Onderzoekers: • Rudi Vander Vennet
Realisatie van de beleidsaanbevelingen van de studie ?Toestandsbeschrijving van de Volkstuin in Vlaanderen vanuit een sociologische en ruimtelijke benadering? Universiteit Gent Abstract: Het project doorloopt drie fasen: - Een behoeftebepaling aan volkstuinparken in een beperkt aantal kleine gemeenten en de opmaak van een inventaris van knelpunten van bestaande volkstuinparken- De opmaak van een handleiding ter verwezenlijking en gebruik van een volkstuinpark- Een toetsing van de handleidingen aan een praktijkvoorbeeld in een landelijke gemeente. Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Georges Allaert
ESF-EuroDEEP-Biodiversiteit en de werking van het ecosysteem in contrasterende Zuid-Europese diep-zee omgevingen: van virussen tot megafauna (BIOFUN) Universiteit Gent Abstract: De doelstelling van het project is om via een ecosysteem-benadering twee diepzeehabitats, nl. halverwege de continentale helling en de abyssale vlakte, te karakteriseren om zom verbanden te begrijpen tussen biodiversiteitspatronen en eocsysteemfunctie in relatie tot omgevingsfactoren. Voor de eerste maal worden virussen tem megafauna in beschouwing genomen. De afdeling Mariene Biologie van Universiteit Gent neemt de meiofauna voor zijn rekening. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Ann Vanreusel
Fotografisch document: de mens in de stad Hogeschool Gent Abstract: Als actief onderzoeker als fotograaf wil de onderzoeker via het tijdskrediet verder het spanningsveld onderzoeken tussen fotografisch document en fotografisch constructie waarbij het onderwerp zich concentreert rond de mens in de stad. Het concreet plan bevat duidelijke geplande mijlpalen: 8 monumentale panoramische beelden in Brussel opgenomen en een uitgebreid essay waarbij hij Brusselse beelden historisch zal plaatsen. Er worden toonmomenten voorzien van de onderzoeksresultaten in Antwerpen en Rotterdam en enkele lezingen in het buitenland. De plaatsing van dit dossier binnen het academisingsproces is tweeledig: binnen de vakgroep Fotografie wil men duidelijk de breuklijn tussen fotografie en documentaire uitwerken binnen de masterklassen. Daarnaast past het project in de strategie om bruggen te bouwen tussen de opleidingen schilderkunst en fotografie. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Fotografie
Onderzoekers: • Martien Van Beeck
Opstellen van een verslag inzake de markt van het maritiem transport met de nadruk op de belangrijke marktstrategieen en karakteristieken van de havens. Universiteit Antwerpen Abstract: Opstellen van een verslag inzake de markt van het maritiem transport met de nadruk op de belangrijke marktstrategieen en karakteristieken van de havens. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Thierry Vanelslander
Automatic sense induction and unsupervised cross-lingual Word Sense Disambiguation for Machine Translation and Multilingual Information Retrieval Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Taaltechnologie
Onderzoekers:
Ontwerp en karakterisatie van een een 10Gbps DQPSK 60GHz draadloze link voor Fiber-To-The-Air Universiteit Gent Abstract: "In dit project wordt een geïntegreerde 10Gbps DQPSK 60GHz zender voor draadloze communicatie gekarakteriseerd. Ook zal een complementaire ontvanger worden ontworpen." Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Dries Van Thourhout
Hadewijch: Brill Companion en Engelse vertaling van het Verzamelde werk. Universiteit Antwerpen
Abstract: Realisatie van twee boekprojecten waarin de verworvenheden van het Nederlandstalige en het Angelsaksische Hadewijchonderzoek voor het eerst op systematische wijze worden geïntegreerd en aangeboden op het internationale wetenschappelijke forum. A Companion to Hadewijch (Brill), wordt een handboek waaraan alle huidige Hadewijchspecialisten een bijdrage leveren. Patricia Dailey en Veerle Fraeters bereiden daarnaast een Engelse vertaling voor van Hadewijchs Complete Works. De publicatie van beide boekprojecten zal een belangrijke impuls betekenen voor de internationale Hadewijchstudie. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ruusbroecgenootschap
Onderzoekers: • Veerle Fraeters • Patricia Dailey
, an automated reed organ Hogeschool Gent Abstract: a computer controlled robotic harmonium with 6 octaves and 9 registers Organisaties: • Departement Conservatorium • Vakgroep Scheppende Muziek
Onderzoekers: • Godfried-Willem Raes
Analysis of the EU-wide baseline surveys on Campylobacter spp. in broiler flocks and on Campylobacter spp. and Salmonella spp. in broiler carcasses Lot No. 2 Universiteit Hasselt Abstract: Volgens de verordening (EG) nr. 2160/2003 inzake de bestrijding van Salmonella en Campylobacter, moeten doelstellingen verstrekt worden voor het verminderen van de aanwezigheid van Salmonella serovars en Campylobacter soorten die van gezondheidsbelang zijn bij dierpopulaties. Voor dit doel worden breed uitgaande onderzoeken in de Europese Unie (EU) uitgevoerd. Zij verzamelen vergelijkbare gegevens tussen de lidstaten (MS). De specifieke doelstellingen die zullen worden onderzocht zijn vleeskuikens en kuikenkarkassen. Vier verslagen zullen opgemaakt worden. De eerste twee (deel A voor Campylobacter en Salmonella) zijn voorlopige beschrijvende analyses en schatting van en kuiken en karkas-niveau aanwezigheid voor elke Het De derde en laatste verslag (deel B) bevat een beschrijvende analyse van alle mogelijke risico factoren, evenals een model op basis van risico-analyse voor de identificatie van risicofactoren. De algemene doelstelling is het analyseren van en rapporteren over de baseline-enquêtes over Campylobacter spp. in koppels vleeskuikens en voor Campylobacter spp. en Salmonel / a spp. slachtkuikenproductie karkassen. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Marc AERTS
Overbruggingsbeurs voor 4 maanden Indiana Tanret: "New stationary phase applicable in columns for capillary electrochromatography and flat-rectangular channel column chromatography: Evaluation and application development." Vrije Universiteit Brussel Abstract: Overbruggingsbeurs voor 4 maanden Indiana Tanret Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • Yvan VANDER HEYDEN
De Europese Unie en de informatiekloof - een politiek-wetenschappelijke analyse van de werking van DirectoraatGeneraal Communicatie bij de Europese Commissie Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek focust zich op de kloof tussen jongeren en de EU. Meer specifiek wordt er gekeken naar welk beeld jongeren uit het laatstejaar middelbaar hebben van de EU, of ze zich er al dan niet mee identificeren en hoe zij de notie Europees burgerschap interpreteren. Tevens wordt er gekeken naar de rol van leerkrachten in het verschaffen van infor en kennis over de EU en in welke mate zij het concept Europees burgerschap overbrengen op hun leerlingen en welke inhoud daar wordt aan gegeven. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Hendrik Vos
Farmaco-epidemiologisch onderzoek naar de relatie tussen geneesmiddeleninteracties en polyfarmacie gebaseerd op gegevens uit de Farmanet databank. Universiteit Antwerpen Abstract: Literatuurstudie omtrent de voornaamste klinisch belangrijke interacties met geneesmiddelenklassen en moleculen die in België frequent worden voorgeschreven en opspoorbaar zijn via Farmanet. Opstellen van een onderzoeksprotocol met ondermeer aangeven van ATC codes, en na te gane covarianten met betrekking tot de patiënt en de voorschrijven. Organisaties: • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Philippe Jorens • Gert Verpooten
Evaluatie van Crisis en Case Management. (ECCAM) Universiteit Antwerpen Abstract: Middelengebonden stoornissen komen vaak voor in de Belgische algemene bevolking. Deze stoornissen starten vroeg (tussen 16 en 21 jaar) en worden gekenmerkt door een chronisch verloop met frequente terugvalverschijnselen. Personen met middelengebonden problemen zoeken vaak hulp in de spoedgevallensetting. Een belangrijke behandelingsstrategie is case management binnen de crisisopvang, een gegeven dat onvoldoende is onderzocht in België. Het project bestaat uit een stapsgewijze evaluatie van bovenstaande crisisopvangmogelijkheden met 5 doelstellingen: (1) 'epidemiologische
mapping' van deze voorzieningen, (2) omschrijving van het begrip 'crisis' in het kader van de doelgroepen van deze voorzieningen; (3) identificatie van de specifieke kerntaken van case management voor de doelpopulatie; (4) een gezondheidseconomische visie op de resultaten bekomen in de eerste 3 doelstellingen; (5) formulering van aanbevelingen met het oog op een betere afstemming van het zorgaanbod op de zorgvraag. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal • Philippe Beutels
Modellering van het sedimenttransport en oppervlaktewater ter hoogte van de sites Olen en Overpelt Universiteit Gent Abstract: Uitvoering van een modellering van het oppervlaktewater- en sedimenttransport ter hoogte van de sites Umicore Olen en Nyrstar Overpelt in het kader van het onderzoek naar noodzakelijke maatregelen ten gevolge van de historische zware metalenproblematiek voor een duurzaam waterbodem- en oppervlaktewaterbeheer. Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Ronny Verhoeven
Genetische analyse van leeftijdsgebonden slechthorendheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Genetische analyse van leeftijdsgebonden slechthorendheid. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Guido Van Camp
Aviation and the Belgian Climate Policy : Analysis of Integration Options and Impacts : ABC impacts (Fase 1 en Fase 2) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Evaluatie van de bijdrage van de luchtvaart tot het broeikaseffect. Hiervoor zal een analyse gemaakt worden van de beschikbare gegevens. De verkeerstromen zullen in kaart worden gebracht. Eveneens zal een emissie inventaris worden opgesteld. De klimaat gerelateerde emissies zullen worden beschouwd om zodoende de bijdrage tot het broeikaseffect van de luchtvaart sector in België te kunnen evalueren. De bijdrage zal vergeleken worden met de bijdragen van de andere transportsectoren. Verschillende methodologieën zullen bestudeerd en ontwikkeld worden. Daarnaast zullen er ook verschillende toekomstscenario's voorgesteld en geanalyseerd worden. Het project bevat een belangrijke beleidsondersteunende opdracht in de context van de uitbreiding van het Europese Emissiehandelsysteem (EUETS) naar de internationale luchtvaart. Organisaties: • Wiskunde, Operationeel Onderzoek, Statistiek en Informatica voor Management • Elektrotechniek-Energietechniek • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Tom VAN LIER • Annalia BERNARDINI • CATHY MACHARIS • Julien MATHEYS • JOERI VAN MIERLO
GRANT : Participatie in NIH funded Beta cell biology consortium U 19 DK 072495 1 - Palle Serup, PI. - Pancreatic endocrine development and regeneration. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Participatie in NIH funded Beta cell biology consortium Organisaties: • Medische Biochemie
Onderzoekers: • Henry HEIMBERG
Een logica voor grafen: ontwikkeling van een theorie voor representatie, inferentie en leren Universiteit Hasselt Abstract: Data mining betreft het analyseren van verzamelingen gegevens met het oog op het ontdekken van wetmatigheden in die gegevens die voorheen onbekend waren en interessant edof nuttig kunnen zijn (Frawley et al., 1992). De meeste bestaande ("klassieke") data mining methoden gaan ervan uit dat gegevenselementen in een standaard formaat voorgesfeM worden (een vaste verzameling attributen wordt gebruikt om elk element te beschrijven) en dat de verschillende elementen onafhankelijk van elkaar zijn. In veel toepassingsdomeinen zijn deze aannames echter niet rdstiseh, en kunnen de klassieke data mining methoden dus niet gebruikt worden (zie bv. Jensen en Neville, 2003). Om die reden gebeurt er onderzoek naar zogenaamde "relationele data mining"; di behelst de ontwikkeling van methoden die expliciet rekening houden met de inteme structuur van gegevenselementen en de relaties ertussen. Er bestaan meerdere soorten benaderingen tot relationeel leren; Dzeroski en Lavrac (2001) geven een excellent overzicht. Die benaderingen worden bestudeerd onder noemers als "inductive logic programming", "statistical relational learning", "multi-relational data mining", "graph mining", ... De gemene deler van al die benaderingen is dat ze gesiiuctureerde of "relationele" informatie kunnen vewerken. Ze verschillen voornamelijk met betrekking tot de manier van voorstebn van die informatie: dit kan eerste orde predikatenlogica zijn, graafstructuren, relationele databanken, ... Hierdoor hebben ze elk hun eigen sterke en zwakke punten. Voor di project zijn voorat inductief logisch programmeren (ILP) en graph mining (GM) van belang. We bespreken ze hier in iets meer detail, wijzen op hun voor- en nadelen, en zullen vervolgens uitleggen hoe we de sterke punten van beide zullen combineren door het ontwikkelen van een logica voor grafen. Inductief logisch programmeren (Muggleton en De Raedt, 1994) maakt gebruik van eerste orde predikatenlogica om zowel de gegeven kennis (die feitelijke gegevens maar ook regels en definities kan bevatten) als de afgeleide kennis (de gevonden wetmatigheden) voor te stellen. Het is gebaseerd op logische theorielSn over het afleiden van algemene uit specifiekere kennis. Onder alle benaderingen tot relationele data mining is ILP de meest expressieve, maar precies
hierdoor is het ook de minst efficiente. In (i.pg.vr.a plohg micain)i.n Tgy (pWiscahseh ipor eonb lMemoteond ad,i e2 0in0 g3r) awpohr dmeinn ingeg % ee vsecnhso, uewnd v waaokrd oeonk, Arejns u0l.taa.t ehne, tm onettd beekhkuelpn vvaann fgreraqfueenn vtoeo rgesteld subgrafen, classificatie van grafen, classificatie van bogen of knopen in een graaf. De voorgestelde oplossingsmethoden kunnen bv. inferentie van grafengrammatica's zijn (Jonyer et al., 2003), kemelgebaseerde methoden (Gartner, 2003), meihoden gebaseerd op matrixalgebra (bv. Saerens et al., 2004), etc. Gewoonlijk worden hierbij relatief eenvoudige soorten grafen beschouwd: grafen waarbij de knopen en bogen weinig of geen informatie dragen (in het beste geval een eenvoudig label"). De wetmatigheden waamaar gezocht wordt uiten zich voomamelijk in de structuur van de graaf als geheel, minder in de eigenschappen van specifieke bogen of knopen. In dit opzicht is graph mining erg complementair aan ILP, dat minder op die structuur focust en meer op eigenschappen van knopen en bogen in de graaf, en op het affeiden van die eigenschappen met behulp van achtergrondkennis. Het ligt dus voor de hand dat een beter formalisme voor relationele data mining bekomen kan worden door de voordelen van 1LP en graph mining te combineren. Dat laatste is de doelstelling van dit project. Meer bepaald zal in dit project een "logica vow grafen" ontwikkeld worden. Deze logica zal gebruikt kunnen worden om (a) data mining problemen te definigren (of nog, te omschrijven welk soort wetmatigheden men zoekt; die omschrijving neemt men een "inductive query"), en @) de gegevens en resultaten van het data mining probleem te fomuleren. Concrete objectieven zijn: (1) ontwikkeling van een logica voor grafen en een concrete taal hiervoor; (2) onfwikkeling van efficient6 inferentiemechanismen voor die taal; (3) ontwikkeling van data mining algoritmen voor dit raamwerk; (4) empirische evaluatie van deze aanpak Organisaties: • Databases en Theoretische Informatica
Onderzoekers: • Jan VAN DEN BUSSCHE
Phase II Study of isolated lung perfusion combined with pulmonary metastasectomy for the treatment of patients with operable lung metastases from colorectal carcinoma, osteosarcoma or soft tissue sarcoma. Universiteit Antwerpen Abstract: Als gevolg van zijn unieke filtreercapaciteiten voor de ganse circulatie is de long een frequente plaats voor uitzaaiing van kwaadaardige tumoren. Autopsie studies hebben uitgewezen dat 20 tot 30 % van de mensen met metastische ziekte uitzaaiing hebben naar de longen. De slechte overleving na heelkunde van longmetastasen, momenteel nog de enig mogelijke curatieve behandeling, van carcinomen en sarcomen zijn het gevolg van drugresistentie en de onmogelijkheid een voldoende werkzame concentratie te verkrijgen binnen de tumor. Dit maakt geïsoleerde longperfusie tot een zeer beloftvolle techniek voor behandeling van tumoren ongevoelig voor conventionele chemotherapie. Deze techniek brengt het produkt selectief ter plaatse en zorgt voor een goede afvoer. Hierdoor kan het produkt in een grotere concentratie toegediend worden zonder het optreden van systematische neveneffecten. Organisaties: • Antwerps chirurgisch training, anatomie en onderzoekscentrum (ASTARC)
Onderzoekers: • Paul Van Schil
Torigi: Internet-gebaseerd platform voor het aanbieden van eenvoudige te gebruiken digitale diensten op verschillende toestellen. Universiteit Hasselt Abstract: TORIGI is een internet-gebaseerd platform dat toelaat om digitale diensten of informatie op een zeer eenvoudige manier aan te bieden op verschillende toestellen (website, GSM, tv, touchscreen, enz.). In eerste instantie werd gekozen voor touchscreen interfaces. Sleutelbegrip van het concept is eenvoud: alle toepassingen werken met intuïtieve en grote knoppen. Door deze eenvoud ontstaat er een toegevoegde waarde bovenop de reeds bestaande diensten en kan iedereen er gebruik van maken, van kinderen tot senioren. Voorbeelden van diensten: SMS, email, routeplanner, kalender, kookboek, agenda, reservaties, notities, adresboek, wekker, foto-album, reistijden openbaar vervoer, videotelefonie, weerbericht, restaurant zoeken, nieuwsberichten enz. Elke toepassing wordt voorgesteld door een blokje op je persoonlijke desktop. Organisaties: • Expertisecentrum voor Digitale Media • Expertisecentrum voor Digitale Media
Onderzoekers: • Benny DAEMS
Specificaties en proof-of-concept van een Cross Supply Chain Toolkit. Universiteit Antwerpen Abstract: Specificaties en proof-of-concept uittekenen voor een toolkit ter ondersteuning van het ontwikkelen, het opzetten en het opvolgen van horizontale samenwerkingsverbanden tussen bedrijven met het oog op het bundelen van supply chains ter verbetering van de efficiëntie (kostenreductie), de effectiviteit (klantenservice) en de duurzaamheid (o.a. carbon footprint) van de logistieke processen. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Alexis-E-T Van Breedam • August Blauwens
Vitamine D analogen voor immuunaandoeningen Universiteit Gent Abstract: Reeds jaren synthetiseert de groep van prof De Clercq nieuwe vitamine D analogen met het oog op hun potentiële werking als geneesmiddel door antoproliferatieve eigenschappen. In dit kader werden een aantal verbindingen gepatenteerd waarvan in dit project de opschaling bekeken wordt. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Sam Verbrugghe
Vergelijkend historisch onderzoek over de relaties tussen burgers en politici. Universiteit Antwerpen Abstract: Met dit project zou ik onderzoek willen doen in de persoonlijke archieven van Franse parlementsleden, waarvan zich een groot aantal in de Archives Nationales in Parijs bevindt.
Er wordt in elk geval geopteerd voor parlementairen met een geschiedenis van minstens vijftien jaar in de Chambres de Députés. Daarbinnen worden zowel ter linker- als ter rechterzijde twee parlementairen bestudeerd die al voor 1880 hun intrede deden, maar er daarna nog minstens l0 jaar zetelden, en twee die kort na 1880 in het parlement verschenen. Vervolgens gebeurt hetzelfde rond de jaartalien 1900 en 1920. In het totaal zal op die manier in de persoonlijke archieven van ten minste twaalf parlementairen systematisch worden gezocht naar de sporen van rechtstreekse contacten met burgers. Aan dat bronnenmateriaal zullen vervolgens dezelfde vragen worden gesteld als aan het Belgische bronnenmateriaal. Deze betreffen enerzijds degenen die de verzoeken tot de politici stellen (sociaal profiel en geografische herkomst, geslacht, aard van de verzoeken, manier waarop de politicus wordt aangesproken, enz.), anderzijds de houding van de parlementair in kwestie (reageert hij überhaupt, organiseert hij zelf actief vormen van politiek dienstbetoon, waar legt hijzelf de grens tussen geoorloofde en ongeoorloofde interacties?). Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Marnix Beyen
Innovatieve visies op diversiteit in organisaties Universiteit Hasselt Abstract: De doelstelling van het project is om belangrijke maatschappelijke actoren - vertegenwoordigers van de werkgevers- en de werknemersorganisaties, van allochtone verenigingen, lokale besturen, politieke actoren, de bevoegde Vlaamse administratie, de VDAB, entrepreneurs en onderzoekers - in twee momenten samen te laten reflecteren rond multiculturaliteit op de Vlaamse arbeidsmarkt en de werkvloer vanuit innovatieve perspectieven. Organisaties: • Diversiteit • Identity, Diversity & Inequality Research
Onderzoekers: • Patrizia ZANONI
Ecologische en ecotoxicologische kwaliteit van de Dommel na de ruiming van de bodem/ Compilatie van de bestaande gegevens/rapporten. Voorstel tot verdere meetstrategie. Universiteit Antwerpen Abstract: De hoofddoelstelling van deze studie bestaat uit het bundelen/centraliseren en rapporteren van de bestaande gegevens (water- en waterbodemkwaliteit, vispopulaties, bioaccumulatie) in een informatiesysteem gekoppeld aan GIS om zo tot een overzichtelijke rapportage te komen van alle uitgevoerde onderzoek voor en na de saneringswerken van de Dommel. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Lieven Bervoets
Etniciteit in het Afrikaanse Grote Merengebied vanuit wereld-systeem perspectief (19de-20ste eeuw) Universiteit Gent Abstract: Onderzoeksthema is de wisselwerking tussen maatschappelijke ordening, mondiale verhoudingen en conceptualisaties van etniciteit in het Afrikaanse Grote Merengebied (Rwanda, Burundi en Ijwi) in de negentiende en twintigste eeuw. Vanuit een wereld-systeemanalytisch perspectief ligt de nadruk enerzijds op de lange termijn - voor, tijdens en na de kolonisatie - en anderzijds op het ruimtelijke, de staat als onderzoekseenheid overschrijdende aspect. Organisaties: • Vakgroep Nieuwste geschiedenis
Onderzoekers: • Jan Blommaert • Eric Vanhaute
De begeleiding van het doctoraat van Nadia Casabella getiteld: "Centre for Urban Research COSMOPOLIS". Vrije Universiteit Brussel Abstract: Centre for Urban Research COSMOPOLIS". Organisaties: • Geografie
Onderzoekers: • ERIC CORIJN
Onderzoek ter ondersteuning van het beleid en in de eerste plaats een onderzoek in het kader van de zorgtrajecten, een wetenschappelijk onderbouwd project van de NCGZ. Universiteit Antwerpen Abstract: De belangrijkste doelstelling van dit project is het leveren van expertise, meer bepaald bij de gedetailleerde formulering van de onderzoeksvragen en de opstelling van de te gebruiken indicatoren op korte, middellange en lange termijn voor de opvolging van de kwaliteit van de zorg voor patiënten in een zorgtraject. Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Paul Van Royen
Het aanpakken van de schaarste op de Belgische arbeidsmarkt via migratie. Universiteit Antwerpen Abstract: Het aanpakken van de schaarste op de Belgische arbeidsmarkt via migratie. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Ive Marx • Ninke Mussche • Veerle De Maesschalck • Vincent Corluy
De opmaak van een boek over de goede gebruiken rond het project "Experten in het leven in armoede en sociale uitsluiting".
Universiteit Antwerpen Abstract: De opmaak van een boek over de goede gebruiken rond het project "Experten in het leven in armoede en sociale uitsluiting". Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken • Danielle Dierckx
Interculturele dialoog Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Stichting P&V' hebben voor het project ' Interculturele dialoog. ' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • Kobe DE KEERE
Probleemjongeren of jongeren met problemen - Evidence Based zorg voor gewelddadige jongeren in Europa. Universiteit Antwerpen Abstract: Probleemjongeren of jongeren met problemen - Evidence Based zorg voor gewelddadige jongeren in Europa. Organisaties: • Kind-, Jeugd- en Volwassenpsychiatrie (CAPRI)
Onderzoekers: • Dirk Deboutte
Energiegewassen op landbouwgrond verrijkt met zware metalen: functioneel herstel door middel van fyto-extractie en / of energiegewassen als een duurzaam alternatief voor de klassieke landbouw. Universiteit Hasselt Abstract: Primair landgebruik in deze regio is landbouw, die vaak wordt geconfronteerd met gewassen waar de concentratie aan metalen groter is dan de Europese normen voor gehaltes aan zware metalen in voeding en veevoeder. Dit probleem vraagt om een duurzame oplossing, terwijl de uitgestrektheid van het gebied vraagt om een alternatieve saneringstechnologie. Fytoremediatie biedt de mogelijkheid om meerdere doelstellingen te bereiken waarbij non-food gewassen veilig worden geteeld. De potentiële voordelen zijn meervoudig: aan boeren wordt een economisch alternatief aangeboden, bodems worden gesaneerd met een middellange tot lange termijn perspectief op functioneel herstel van de bodem, en de geoogste biomassa biedt mogelijkheden voor energie opwekking. De algemene methode die wordt gebruikt voor de analyse van de verschillende gewassen is een kosten-batenanalyse. Het project op Yale heeft echter als doelstelling de ontwikkeling van een meer geïntegreerde beoordeling van non-food gewassen op verontreinigde grond, op basis van meerdere criteria. Gezien de expertise op het gebied van fytoremediatie van een aantal onderzoekers van de School of Forestry and Environmental Studies (F&ES) aan Yale University en in het bijzonder de expertise van Prof. Mendelsohn in de waardering van het milieu en de gewaskeuze van landbouwers, is F&ES zeer geïnteresseerd in het project. De concentratie van alle kennis op een locatie biedt de optimale onderzoeksomgeving om te komen tot een geïntegreerd beoordelingsinstrument. Organisaties: • Milieueconomie • Economie en beleidsmanagement • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Nele WITTERS
Europees project betreffende de kwalificatie van transgene ratmodellen voor neurodegeneratieve en psychiatrische ziekten: geautomatiseerde home cage analyses, live beeldvorming en behandeling. (RATstream) Universiteit Antwerpen Abstract: Europees project betreffende de kwalificatie van transgene ratmodellen voor neurodegeneratieve en psychiatrische ziekten: geautomatiseerde home cage analyses, live beeldvorming en behandeling. (RATstream) Organisaties: • Bio-imaging
Onderzoekers: • Anne Marie Van Der Linden
Multimodaal CAD systeem voor mammografie. Hoort bij WDV38(raamovereenkomst), zie ook WDGO468. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een multimodaal CAD framework zou het mogelijk maken nieuwe technieken, die artsen gebruiken bij het stellen van een diagnose, in het data mining proces te integreren en zo de relevantie van de verkregen resultaten te verhogen. Het doel van het voorgestelde onderzoek is om technieken voor multimodale CAD te bestuderen, te implementeren en te evalueren. Concreet zal het generiek framework uitgewerkt worden dat data mining in multimodale data ondersteunt, en hiervoor gebruik maakt van zowel tekstuele informatie als informatie afgeleid uit meerdere beelden. het framework zal onafhankelijk zijn van de onderliggende gebruikte technieken voor het afleiden van features, of alle andere contextspecifieke eigenschappen van de gekozen toepassing. Organisaties: • Elektronica en Informatica • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • RUDI DEKLERCK • Johan DE MEY
A-CUTE-TOX : Optimisation and pre-validation of an in vitro test strategy for predicting human acute toxicity. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De doelstelling van het A-cute-Tox-project is de ontwikkeling van gevalideerde alternatieve methodes voor het testen van de veiligheid van geneesmiddelen, chemicaliën en cosmetica. Het project is speciaal gericht op de ontwikkeling van eenvoudige, robuuste in vitro methodes om acute toxiciteit bij de mens te kunnen voorspellen. Ons laboratorium zal onderzoeken in hoeverre de bepaling van IC50 waarden voor de in vitro productie van cytokines door human perifere mononucleaire cellen de acute toxiciteit bij de mens kunnen voorspellen. Organisaties: • Farmacologie
Onderzoekers: • RON KOOIJMAN • ELISABETH PETERS
Maatschappelijke participatie van ouderen in West-Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onze huidige moderne samenleving wordt geconfronteerd met een demografisch fenomeen waarbij ouderen een steeds belangrijker deel van de bevolking uitmaken. De meeste demografen verwachten echter in de komende decennia een gestage groei tot 2050 waarbij ongeveer een derde van de inwoners van België zestig jaar of ouder zullen zijn. De vergrijzing en veranderende samenstelling van de bevolking kan belangrijke consequenties hebben voor de maatschappij. De maatschappij dient zich niet alleen aan te passen aan een steeds ouder wordende bevolking. De gemeenschap komt tevens voor verschillende uitdagingen te staan waarmee zij geen ervaring of traditie hebben, en waarop zij tot op heden geen antwoord heeft weten te vinden. De provincie voert al 15 jaar een beleid dat erop gericht is de maatschappelijke participatie van ouderen te verhogen. De Provincie is op een punt gekomen dat ze wilt weten of het gevoerde beleid effect heeft gehad. Om een antwoord te krijgen op deze vraag wenst de Provincie een onderzoek te laten uitvoeren. Organisaties: • Educatiewetenschappen
Onderzoekers: • DOMINIQUE VERTE
Chemische genetica voor de studie van wortelontwikkeling Universiteit Gent Abstract: In het Plant Systems Biology-departement werd onlangs een chemische bibliotheek met 10.000 kleine moleculen getest op hun potentieel regeneratie-inducerend effect op wortels. Verwacht wordt dat deze moleculen interageren met cruciale eiwitten betrokken tijdens zijwortelvorming. Binnen dit project zal een methode op punt gesteld worden om via een gist-3-hybride strategie (yeast-3-hybrid, Y3H), potentiële target-eiwitten van geselecteerde moleculen te identificeren. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Tom Beeckman
Mariene biogene carbonaten als archieven van klimaatsverandering: een kritische evaluatie. (CALMARS II - tweede fase) Universiteit Antwerpen Abstract: Vijf Belgische instellingen hebben een project opgezet om een voorspellend wiskundig model uit te werken op basis van klimaatsgegevens, die geregistreerd werden in de carbonaatskeletten van drie verschillende mariene invertebraten-taxa. Deze taxa, uitgekozen omwille van hun complementaire eigenschappen, zoals levensduur, groeisnelheid, enz., zijn kalksponzen, bivalven en echinodermata. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust
Dual electric-acoustic speech processor with linguistic assessment tools for deaf individuals with residual low frequency hearing. (DUAL-PRO) Universiteit Antwerpen Abstract: Tot op heden kunnen patiënten met sensori-neural gehoorverlies geholpen worden hetzij met klassieke hoortoestellen (op basis van akoestische stimulatie), hetzij met cochleaire implantaten (op basis van electrische stimulatie). Vaak wordt er voor klassieke hoortoestellen geopteerd bij matige tot zware slechthorendheid (tot 90 dB gehoorverlies) en voor cochleaire implantaten (CI) in geval van doofheid (gehoorverlies > 90dB). Met het oog op een optimale perceptie van het spraaksignaal werden CIs voornamelijk ontworpen om de midden- en hoge frequenties van het geluid te coderen (spectrale codering). De implantaten presteren evenwel minder goed in de lage frequenties (temporele codering). Deze bevatten voornamelijk informatie aangaande tonaliteit, musicaliteit en timbre. Vele CI-gebruikers komen derhalve tot een goed spraakverstaan en ¿productie, maar vertonen belangrijke deficieten in de perceptie van muziek en de intonationele aspecten van taal. In het geval van jonge kinderen hebben dergelijke deficieten een belangrijke invloed op het algehele taalontwikkelingsproces. Men kan dus verwachten dat een verbetering in de perceptie van lage frequenties hun talige capaciteiten zal doen toenemen en derhalve ook hun kans op integratie in het reguliere onderwijs drastisch zal doen verhogen. Momenteel is er evenwel geen eenduidige oplossing om CI spraakprocessoren aan te passen met het oog op een betere codering van de lage frequenties. De pogingen die tot nog toe werden ondernomen resulteerden weliswaar in de beoogde verbetering in muziekperceptie, maar hadden als ongewild neveneffect dat er duidelijke problemen optraden met betrekking tot foneemperceptie. Een beloftevol alternatief bestaat erin een spraakprocessor te ontwerpen die de voordelen van het klassiek hoorapparaat en het cochleair implantaat in één toestel combineert: de akoestische stimulatie van de lage frequenties geeft dan informatie over de temporele aspecten van het geluid, terwijl de implanttechnologie de midden- en lage frequenties stimuleert en derhalve spectrale informatie verschaft. Een dergelijke hybride stimulatie heeft een enorm potentieel, in het bijzonder voor mogelijk CI-kandidaten op basis van doofheid in de hoge frequenties, maar met residueel gehoor in de lage frequenties. Doelstellingen van het project: (i) het optimaliseren van het gehoor van de dove patiënt door het ontwikkelen van een nieuw hoortoestel waarin beide types van stimulatie worden gecombineerd in één toestel en één oor (ipsilaterale hybride akoestisch-electrische stimulatie); (ii) het ontwikkelen van een testbatterij voor het meten van prosodische perceptie, d.i. ritme en melodie van de taal; (iii) aan de hand van deze testbatterij de kwaliteit van de huidige generatie van cochleaire implantaten en van klassieke hoortoestellen te vergelijken met die van het nieuw ontwikkelde hybride electrisch-akoestische prototype. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers:
• Etienne Gillis • Martine M R Coene
Nanotechnologie voor de maatschappij van morgen (NanoSoc). Universiteit Antwerpen Abstract: Nanotechnologie voor de maatschappij van morgen (NanoSoc). Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Lieve Goorden
MEBETA Methodes voor het inschatten van Belgisch verkeer naar het buitenland en van buitenlands verkeer naar België Universiteit Hasselt Abstract: Het doel van dit project is een methodologie te ontwikkelen die het mogelijk maakt om het schatten van het Belgische verkeer in het buitenland en het buitenlandse verkeer in België mogelijk te maken. De resultaten moeten voor elk soort voertuig (auto's, vrachtwagens,..) gegeven worden. Daarnaast wordt de ontwikkelde methodologie eveneens toegepast om de statistieken van de laatste drie jaren (2005,2006 en 2007) te bepalen. Tijdens het eerste deel van het project zal bestudeerd worden hoe de andere Europese landen deze problematiek aanpakken. De studie van de methoden die zij gebruiken, zal eveneens op de vereiste gegevens betrekking moeten hebben. Aldus zal het mogelijk zijn om in een volgende etappe te evalueren of deze methoden in België kunnen toegepast worden in functie van de databanken die beschikbaar zijn. Daartoe zal de tweede etappe van het onderzoek bestaan uit een inventaris van de bronnen van relevante gegevens beschikbaar in België. Tijdens het derde deel van het project zullen beide inventarissen die resulteren uit de vorige etappes geconfronteerd worden. In functie van de gegevens beschikbaar in België zullen de onderzoekers bepalen welke schattingsmethoden in België kunnen toegepast worden. In de volgende etappe zullen de geselecteerde methodologieën op de Belgische gegevens toegepast worden en zullen de cijfers van 2005,2006 en 2007 worden berekend. Een vergelijking met de cijfers die in de andere landen zijn verkregen, zal noodzakelijk zijn. Organisaties: • Verplaatsingsgedrag • Data-analyse en Modellering • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Gerhard WETS • Davy JANSSENS
Klimop! Bewust(er) kiezen voor het beroep van leraar. Universiteit Antwerpen Abstract: Klimop! Bewust(er) kiezen voor het beroep van leraar. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Elke Struyf
SASHA: Sweetpotato Action for Security and Health in Africa Universiteit Gent Abstract: In this part, sweet potato is being transformed with different Bt constructs to engineer resistance to weevils. My part of the project is to help capacity building in biotechnology in Uganda and Kenya where the project is being executed and to organize science communication training. Organisaties: • Vakgroep Moleculaire biotechnologie
Onderzoekers: • Godelieve Gheysen
Kort verblijf van Prof. Yufen Chen: Study on the Mechanisms of Open Innovation Universiteit Hasselt Abstract: De Onderzoeksraad heeft op 28 januari 2010 het verblijf van Prof. dr. Yufen Chen van School of Statistics and Mathematics, Zhejiang Gongshang University, China goedgekeurd. Gedurende dit verblijf zal Prof. Yufen Chen onderzoek uitvoeren in samenwerking met prof. Wim Vanhaverbeke (onderzoeksgroep Strategie en Organisatie). Organisaties: • Innovation Management • Kenniscentrum voor Ondernemerschap en Innovatie
Onderzoekers: • Wim VANHAVERBEKE
Intellectuele rechten van werknemers. Universiteit Antwerpen Abstract: Intellectuele rechten van werknemers. Organisaties: • Sociale Concurrentie en Recht
Onderzoekers: • Marc Rigaux • Anne Van Regenmortel
Development of a chromatographic method by an automatic coupling column system Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Pfizer Inc.' hebben voor het project ' Development of a chromatographic method by an automatic coupling column system. ' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Chemische Ingenieurstechnieken en Industriele Scheikunde
Onderzoekers: • GERT DESMET
De temporele wijzigingen van de thermohaliene circulatie in het equatoriaal Atlantisch gebied tijdens het laatste glaciaalinterglaciaal: een analyse aan de hand van micropalaeontological and geochemical proxies Universiteit Gent Abstract: De detectie van variaties in warmtetransport tijdens de laatste 130,000 jaar steunt op tijdsreeksen met zeer hoge resolutie van de zeeoppervlaktetemperaturen uit het equatoriaal Atlantisch gebied. Het onderzoek omvat de datering van temporele wijzigingen tijdens de laatste 130.000 jaar van de thermohaliene circulatie in dat gebied door een paleoproductiviteitsanalyse. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Jacques Verniers • Stephen Louwye
De co-creatie van kennis door klanten : de aard en impact tijdens het innovatieproces van high-tech dienstverleningen. Universiteit Antwerpen Abstract: Recente ontwikkelingen binnen de informatie-en communicatietechnologieën (ICT) evenals de toenemende digitalisering van onze samenleving bieden tal van mogelijkheden om de klant te betrekken binnen het innovatieproces. Innovatie is een activiteit die gericht is op de ontwikkeling van kennis. In deze studie onderzoeken we op welke manier die klantenbetrokkenheid kan bijdragen tot de creatie van kennis en bestuderen we hoe deze kennis opgebouwd door de klant het innovatiesucces van high tech dienstverleningen beïnvloed. Organisaties: • Marketing
Onderzoekers: • Annouk Lievens
Nanotechnologie voor de maatschappij van morgen (NanoSoc). Universiteit Antwerpen Abstract: Nanotechnologie voor de maatschappij van morgen (NanoSoc). Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Gustaaf Van Tendeloo
De intuïtieve leraar. Uitdiepen van sensitiviteit en reflectie-in-actie in de lerarenopleiding en de professionele ontwikkeling van leraren. Universiteit Antwerpen Abstract: Er groeit stilaan erkenning voor een andere vorm van weten naast het rationele bewuste weten, met name het intuïtief en onbewust weten. Recente evoluties in de neuropsychologie ondersteunen deze visie. Het onderzoek wil nagaan of intuïtiebevorderende onderwijsmethoden zinvol ontwikkeld kunnen worden ten voordele van de opleiding van leraren, en hoe deze een plaats kunnen krijgen binnen de lerarenopleiding en de professionele ontwikkeling van leraren. Organisaties: • Didactica
Onderzoekers: • Wil Meeus
Installatie en eenvoudig gebruik van draadloze diensten (DEUS). Universiteit Antwerpen Abstract: Het belangrijkste objectief van het IBBT-DEUS project is het onderzoek en de ontwikkeling van draadloze netwerk oplossingen (sensor en mesh gebaseerd) en een dynamisch dienstenplatform voor de opbouw van eenvoudig te installeren en onderhouden diensten in dynamische omgevingen. Organisaties: • Modeleren van Systemen en Internet Communicatie (MOSAIC)
Onderzoekers: • Christian Blondia
Multicentre prevalence study to estimate the occurence of Giardia duodenalis in calves in Europe Universiteit Gent Abstract: Meststalen werden verzameld van 2108 kalveren in Duitsland, het VK, Frankrijk en Italië, om de prevalentie van Giardia duodenalis te schatten en om risicofactoren te identificeren die geassocieerd zijn met infectie. Positieve stalen warden gegenotypeerd om het zoönotisch potentieel van Giardia infecties in kalveren te onderzoeken. De resultaten bevestigen dat Giardia infecties veel voorkomen bij jonge kalveren en dat kalveren frekwent geïnfecteerd zijn met het zoönotische assemblage A. Organisaties: • Vakgroep Virologie, parasitologie en immunologie
Onderzoekers: • Edwin Claerebout
Mariene biogene carbonaten als archieven van klimaatsverandering : kritische evaluatie - CALMARS II (fase I) en (Fase II) (critical evaluation of marine calcareous skeletons as recorders of global climate change. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Zie Engels abstract Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • FRANK DEHAIRS
GROSE : Economische groei en sociale cohesie in de stad. Vrije Universiteit Brussel
Abstract: Thema: Ruimtelijke aspecten van de maatschappelijke diversiteit van het programma "Samenleving en Toekomst" Thema: Stedelijke economie, sociaal-ruimtelijke polarisatie, economisch beleid in de grote steden van België Organisaties: • Geografie
Onderzoekers: • ERIC CORIJN
Analyse van een epistemologie van het luisteren in pedagogisch en sociaal wetenschappelijk onderzoek Universiteit Gent Abstract: De centrale vragen in dit project zijn: hoe pedagogisch en sociaal wetenschappelijk onderzoek een plaats kan bieden voor de hermeneutische traditie hoe dit zich verhoudt ten aanzien van de andere vormen van onderzoek welke de implicaties van een andere situering zijn voor een meer omvattend paradigma. Organisaties: • Vakgroep Pedagogiek
Onderzoekers: • Paulus Smeyers
Gefunctionaliseerde keramische membranen voor solventscheiding. Universiteit Antwerpen Abstract: De markt breidt uit naar complexere, procesgeïntegreerde scheidingen welke solventstabiele nanoporeuze membranen vereisen. Keramische nanoporeuze membranen vertonen een hoge stabiliteit in solventen maar zijn inherent hydrofiel. Het grote potentieel van toepassingen in de fijn-chemie (farmacie, agrochemie, enz.) vereist daarom de ontwikkeling van nieuwe stabiele keramische membranen met organische functionele groepen aan het oppervlak, welke hoge fluxen voor apolairdere solventen en sterk verbeterde solventscheidingen toelaten. Organisaties: • Laboratorium adsorptie en katalyse
Onderzoekers: • Bert Maes • Pegie Cool • Vera Meynen
Wetenschappelijke ondersteuning van het Generations and Gender Project. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project omvat de wetenschappelijke begeleiding van de dataverzameling van de Belgische GGS. De Generations and Gender Survey beoogt een longitudinale benadering van gezinsvorming en -ontbinding, vruchtbaarheid en pensionering waarbij gepeild wordt naar de intenties die deze onwikkelingen sturen. Ook thema's inzake gezinszorg, personenzorg en emancipatie komen in de vragenlijst aan bod. Het GGP-project heeft als specifiek doel verklaringen te bieden voor de waargenomen verschuivingen inzake partnerrelaties enerzijds en de relaties tussen generaties (kind-ouder en ouder-kindrelaties, vruchtbaarheid, zorg voor vorige en volgende generaties) anderzijds. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
TutorBabbel academiejaar 2009-2010 Universiteit Gent Abstract: Binnen dit onderzoeksproject coachen masterstudenten Onderwijskunde lagere schoolleerlingen gedurende één semester rond zelfregulerend leren tijdens schooltijd. Ook de leerkrachten en ouders van de leerlingen worden betrokken via schooloverstijgende projectbijeenkomsten en schoolinterne ouderbijeenkomsten. Meer bepaald wordt de impact nagegaan van deze vorm van student tutoring op het gebruik van leerstrategieën, zelfsturing en leermotivatie van de lagere schoolleerlingen. Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Hilde Van Keer
Francqui Intercommunautair mandaat Hadrien Mélot Universiteit Gent Abstract: Het hoofddoel van dit project is het een nauwe samenwerking tussen de werkomgevingenGraphedron en Grinvin mogelijk te maken. Zo moet b.v. de vermoedens generator van Graphedron ook vanuit Grinvin gebruikt kunnen worden.Bovendien moet een databank van grafen ontwikkeld en online ook voor andere gebruikers ter beschikking gesteld worden. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste wiskunde en informatica
Onderzoekers: • Gunnar Brinkmann
Reevaluatie van de wetenschappen in de tijd van Renaissance en Humanisme Universiteit Gent Abstract: Nog te dikwijls wordt de renaissance beschouwd als een periode waarin de wetenschappen gestagneerd hebben. Opzet van het project is een reëvaluatie op gebied van optica, kosmografie en astronomie. Het onderzoek zal zowel extern (kennisoverdracht en -verspreiding) als intern (de ontwikkelingen binnen de drie disciplines) gevoerd worden en wil de bijdrage van de Lage Landen tot de Europese Renaissance belichten. Organisaties: • Vakgroep Frans
Onderzoekers: • Fernand Hallyn
Clostridium perfringens project Universiteit Gent Abstract: In deze studie werd nagegaan of product ?564? een alternatief voor antibiotica kan zijn om necrotische enteritis in vleeskippen te voorkomen of te behandelen. De minimale inhibitorische concentratie, de minimale bactericidale concentratie, de kinetiek van afdoding en de frequentie van resistentie bij Clostridium perfringens van het product ?564? werd bepaald. Het spectrum ten opzichte van de darmflora werd ook onderzocht. Ten slotte werd de activiteit in vivo bestudeerd in een sub-klinisch necrotisch enteritis model in vleeskippen.
Organisaties: • Vakgroep Pathologie, bacteriologie en pluimveeziekten
Onderzoekers: • Richard Ducatelle
Bepaling van onzekerheden in modelprojecties van het klimaat en het zeeniveau op lange termijn (Assessment of modelling uncertainties in long-term climate and sea level change projections.(ASTER) (Fase I) en (Fase II) Vrije Universiteit Brussel Abstract: It is crucial for policymakers to take into account the full range of potential future climate and sea level changes. Nevertheless, they are usually faced with different scenarios without a clear understanding of the reasons for discrepancies among them and without knowing if surprises, which are not accounted for in the available projections, are possible or very unlikely. Here, we propose to assess in a clear and objective way the range of climate and sea level change projections over the next few millennia associated with both model and forcing uncertainties using LOVECLIM, a global three-dimensional Earth system model of intermediate complexity. This project, named ASTER, gathers three Belgian teams that have expertise in atmosphere, ocean and sea ice modelling (UCL-ASTR), ice sheet and glacier modelling (VUB-DGGF), and carbon cycle modelling (ULg-LPAP). The research activities of these teams are well embedded in European and international research programmes or networks. One of the strengths of this consortium is the perfect complementarity between and integration of the three partners, thanks to common work carried out in successful previous projects. In ASTER, the three groups will have to perform simulations with the fully coupled model, each one focusing on a different time period. On the other hand, each group will be deeply involved in the analysis of all simulations, providing its own expertise. This should allow a better understanding of the large-scale physical and biogeochemical processes and feedbacks acting within the Earth's climate system. First, LOVECLIM will be upgraded and two new components will be added: a three-dimensional thermomechanical model of the ice sheets that were present in the Northern Hemisphere during the early Holocene and a model of diagenetic processes in deep-sea sediments. Then, some key parameters of the coupled model will be varied in order to construct about 30 model versions leading to very different climate, sea level and atmospheric CO2 concentration responses to changes in forcing. For each version, a long control simulation and idealised perturbation experiments will be conducted in order to get precise information on the model behaviour. This will allow, in particular, understanding why the different model versions respond differently to forcing changes. These ~30 model versions will then be utilised to carry out transient simulations over the whole Holocene (i.e., the last 10,000 years), the period around 8.2 kyr before present (BP), which was characterized by an abrupt climate change, and the last millennium. For assessing the likelihood of future abrupt climate change, the 8.2 kyr cold event is potentially one of the most relevant episodes in paleoclimate so far analysed. It therefore constitutes an excellent test case for models. On the other hand, the last millennium is the time period for which we have the best estimates of forcing (although large uncertainties still exist) and the best climate reconstructions. The results of all these simulations will be thoroughly compared with the available observational and proxy data to check if the different model versions are able to reproduce the independently reconstructed variability and changes. The versions that successfully pass this test will be employed to perform simulations of the long-term (millennial scale) evolution of climate and sea level in response to various future CO2 emission scenarios. All those projections could be considered as reasonable as the model versions, which will have produced them, will have been able to reproduce the past evolution of climate at the same time-scale. A comprehensive analysis of the model results will get some insight into the factors responsible for the different model behaviours. The major outcome of ASTER will thus be a full range of possible long-term scenarios of climate and sea level changes, and an assessment of their likelihood. A particular attention will be paid to the possibility of abrupt or irreversible climate changes involving the North Atlantic meridional overturning circulation, the Greenland and/or Antarctic ice sheets and the carbon cycle. Furthermore, the simulations carried out over the last 10,000 years will provide some very useful information that will help us to answer some of the key scientific questions regarding the past evolution of the climate system. Throughout the project, our analysis will mainly focus on the North Atlantic, European and polar areas. Organisaties: • Geografie
Onderzoekers: • PHILIPPE HUYBRECHTS
Optimalisatie van datacollectie-instrumenten. Universiteit Antwerpen Abstract: Optimalisatie van datacollectie-instrumenten. Organisaties: • Antwerps chirurgisch training, anatomie en onderzoekscentrum (ASTARC)
Onderzoekers: • Leo Bossaert
CoDePa : A conceptual design pattern approach for game design (Type 3) Onderzoeksmandaat Bram PELLENS Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is de ontwikkeling van een op design patronen gebaseerde benadering voor het specificeren van gedrag op een conceptueel niveau voor computer spellen en andere interactieve media. Organisaties: • Web en Information System Engineering
Onderzoekers: • OLGA DE TROYER
Numerieke oplossing van meerdimensionale convectie-diffusie-reactievergelijkingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject betreft het ontwerp en de analyse van numerieke methoden voor meerdimensionale, tijdsafhankelijke convectiediffusie-reactievergelijkingen met toepassingen in de financiële wiskunde. We richten ons op operator-splitmethoden, in het bijzonder ADI schemas, die veelbelovend zijn voor de numerieke oplossing van deze, zeer rekenintensieve problemen. In onze analyse beschouwen we fundamentele eigenschappen als stabiliteit en convergentie. Organisaties: • Toegepaste wiskunde en numerieke analyse
Onderzoekers: • Karel In't Hout
"Aanwerven zonder hinderpalen" - armoedebestrijding bij mensen met een Atypisch curriculum. Universiteit Antwerpen
Abstract: "Aanwerven zonder hinderpalen" - armoedebestrijding bij mensen met een Atypisch curriculum. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Bea Cantillon
De rol van autofagie in atherosclerose. Universiteit Antwerpen Abstract: Intensief onderzoek in de onderzoeksgroep Farmacologie van de Universiteit Antwerpen heeft uitgewezen dat autofagie optreedt in vergevorderde onstabiele plaques. Ondanks de toenemende kennis over autofagie, blijft de betekenis ervan in atherosclerose onduidelijk. In dit project zullen we het belang van celspecifieke autofagie (macrofaag of gladde spiercellen) voor plaquestabiliteit bestuderen in een muizenmodel voor atherosclerose. Organisaties: • Fysiofarmacologie (FAR)
Onderzoekers: • Guido De Meyer • Dorien Schrijvers
Onderzoek naar schaalveranderingen en scenario's voor optimalisering Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Bestuur en beleid
Onderzoekers: • Philippe De Rynck • An Decorte
VIB-Geïntegreerde studies van progranuline en TDP-43 in neurodegeneratieve ziekten. Universiteit Antwerpen Abstract: VIB-Geïntegreerde studies van progranuline en TDP-43 in neurodegeneratieve ziekten. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Marc Cruts • Samir Kumar-Singh
Indicatoren voor de erkenning van afdelingen en departementen medisch toezicht. Universiteit Antwerpen Abstract: Indicatoren voor de erkenning van afdelingen en departementen medisch toezicht. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Marc van Sprundel
Analysis of 125 TAP samples prepared in MALDI plates for measurement by MALDI-TOF. Universiteit Antwerpen Abstract: TAP (tandem affinity purification) technologie laat te om in vivo eiwitinteracties (bvb. in planta) te bestuderen. De plantenextraties worden aangeleverd door VIB (Vlaams Instituut voor Biotechnologie, Gent) in onderaanneming voor een biotechnologisch bedrijf. De eiwitten welke de eiwitcomplexen samenstellen worden geïdentificeerd door massaspectrometrische opnamen met MALDI TOF/TOF (in de kernfaciliteit CeProMa, UA). Organisaties: • Moleculaire Plantenfysiologie en Biotechnologie
Onderzoekers: • Yves Guisez
Onderschatting van work-family conflict: inhoudelijke en methodologische kwesties Universiteit Gent Abstract: Work-family conflict (WFC) en de gevolgen ervan voor het welbevinden van vrouwen worden onderschat. Redenen voor vertekening van resultaten zijn tweevoudig:- respondenten gebruiken strategieën tegen WFC die bijwerkingen hebben voor hun welbevinden en ondervinden sociale druk die leidt tot sociaal wenselijk antwoorden.- non-respondenten participeren niet juist omwille van een hoge mate van WFC. Er is een nonresponsbias Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Bart Van de Putte
De rol van verplegers bij Euthanasie en ander medische levensbeëindiging beslissingen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Verplegers zijn, als de grootste groep van professionele zorgverplegers, automatisch betrokken bij het levensbeëindiging. Deze studie onderzoekt de attitude van Vlaamse verplegers bij het levensbeëindiging. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde • Medische Sociologie
Onderzoekers: • LUC DELIENS • Els INGHELBRECHT
Analyse des systèmes non-étatiques de la justice et de la sécurité sociale en RD Congo. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds RCN Justice & Démocratie. UA levert aan RCN Justice & Démocratie de onderzoeksresultaten naar " Analyse des systèmes non-étatiques de la justice et de la sécurité sociale en RD Congo" onder de voorwaarden zoals vastgelegd in het contract. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Dominik Kohlhagen
SPECAS : Speciatie van arseen in vis en andere voedingwaren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek ivm verschillende verbindingen van arseen in voedingsstoffen. Volksgezondheid. Voeding. Leefmilieu. Wetenschappen. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • LEO GOEYENS • SANDRA DE GALAN
Aanstelling van een liaison officer voor het domein milieu en integraal waterbeheer. Universiteit Antwerpen Abstract: De liaison officer heeft als taak de vertaling van de vragen om adviesverlening vanwege het Havenbedrijf naar concrete onderzoeksvragen, de oplossing waarvan binnen de universiteit, de AUHA of daarbuiten kan bekomen worden, en de beleidsrelevante verwerking ten behoeve van het Havenbedrijf. Bedoeling van de liaison officer is dus een echte "interface" te vormen tussen onderzoek en beleid. Hij moet op de hoogte zijn van de kennisbehoeften van het Havenbedrijf en die proberen te linken aan beschikbare onderzoeksresultaten bij de verschillende diensten van de academische wereld of die vertalen in onderzoeksvragen zodat ze aangepakt kunnen worden. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Bescherming en promotie van de Vlaamse cultuur en identiteit. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project betreft een tussentijdse evaluatie van de beheersovereenkomst 2007-2011 tussen de VRT en de Vlaamse Gemeenschap. De evaluatie heeft betrekking op het evoluerende medialandschap en de rol van de VRT daarin en meer bepaald naar het deelgebied van de evaluatieopdracht die verband houdt met de bescherming en de promotie van de Vlaamse cultuur en identiteit. Organisaties: • Media, beleid en cultuur (MPC)
Onderzoekers: • Hildegarde Van den Bulck
Een spiegel voor elke school. De ontwikkeling van een Vlaams school feedback systeem. Universiteit Antwerpen Abstract: Een spiegel voor elke school. De ontwikkeling van een Vlaams school feedback systeem. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Peter Van Petegem
RVA Panel : Het samenstellen van een paneldatabestand voor longitudinaal onderzoek in de schoot van de RVA. Universiteit Antwerpen Abstract: RVA Panel : Het samenstellen van een paneldatabestand voor longitudinaal onderzoek in de schoot van de RVA. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Mike Smet • Godelieve De Lathouwer • Cornelius Van den Bosch
Hoe "biobased" is de Vlaamse economie? Universiteit Gent Abstract: Binnen dit project werd nagegaan hoe biobased de Vlaamse economie is. De biobased economie, bekeken vanuit het perspectief van de landbouwsector, omvat de toepassing van hernieuwbare, door de landbouwsector geproduceerde grondstoffen voor de vervaardiging van chemische stoffen, biomaterialen, transportbrandstoffen en voor de productie van energie. Organisaties: • Vakgroep Landbouweconomie
Onderzoekers: • Guido Van Huylenbroeck
De ontwikkeling van een 'business case' methodiek voor het opzetten van horizontale logistieke samenwerking. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Mobiliteit - logistiek - externe samenwerking - business management Organisaties: • Wiskunde, Operationeel Onderzoek, Statistiek en Informatica voor Management • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Tom VAN LIER • CATHY MACHARIS
Content in a digital environment. An interdisciplinary research programme on E-publishing "FLEET". Vrije Universiteit Brussel Abstract: Interdisciplinair onderzoek naar 'electronic publishing' in Vlaanderen Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Economisch Recht • Communicatiewetenschappen • Economisch, Monetair en Financieel Beleid • Metajuridica
Onderzoekers: • CAROLINE PAUWELS • KRISTEL VANDENBRANDE • FABIENNE BRISON • SERGE GUTWIRTH • PAUL DE HERT • LEO VAN HOVE • Sari DEPREEUW
INSHORE: integratie van optische en akoestische teledetectiegegevens over het continuüm van het droogstrand tot de zeebodem, een csae study in Oostende Universiteit Gent Abstract: Dit project zal een methodologie uitwerken en uittesten voor het produceren van ruimtelijk geïntegreerde sedimentologische en morfologische kaarten over het continuüm van het droogstrand tot de zeebodem. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Marc De Batist
Stakeholdersbevraging : Bevraging van alle relevante stakeholders die centraal peilt naar visie van die stakeholders op de toekomstige plaats en rol van de openbare omroep in de samenleving. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Stakeholdersbevraging : Bevraging van alle relevante stakeholders die centraal peilt naar visie van die stakeholders op de toekomstige plaats en rol van de openbare omroep in de samenleving. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • PIETER BALLON • Jo Renate BAUWENS
Epidemiologie en bestrijding van zoönotische infecties in Gambia en Senegal. Universiteit Antwerpen Abstract: Epidemiologie en bestrijding van zoönotische infecties in Gambia en Senegal. Organisaties: • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • Eric Van Marck
Uitbouw van het onderzoeksthema "OR/MS in de praktijk" binnen de faculteit TEW. Universiteit Antwerpen Abstract: Zowel de industrie als de dienstensector zijn enthousiast om - in samenwerking met een universitaire partner - fundamenteel beslissingsondersteunend onderzoek te verrichten. Hierbij worden technieken uit het brede domein OR/MS (operations research/management science) ingezet om beslissingen op verschillende niveaus (strategisch tot operationeel) te ondersteunen. Dit startkrediet biedt een uitstekende gelegenheid om deze multidisciplinaire onderzoekslijn, die aansluit bij meerdere departementen binnen de Faculteit TEW van de UA, uit te bouwen. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Kenneth Sörensen
Het belang van context in vermijdingsleren Universiteit Gent Abstract: Vermijdingsgedrag vormt de kern van verschillende psychopathologische gedragingen. In dit onderzoeksproject zullen recente inzichten betreffende contextueel leren toegepast worden op het domein van vermijdingsgedrag. Op die manier hopen we meer inzich te krijgen op de acquisitie van dit gedrag en methoden om dit gedrag uit te doven. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Jan De Houwer
Naar een innovatief genderbeleid gericht op het management van de Vlaamse Overheid. Universiteit Hasselt Abstract: Het onderzoek wil de doorstroming van vrouwen naar het middenmanagement van de Vlaamse overheid bevorderen. Om dit te realiseren stellen we een onderzoeksproject voor met drie luiken: 1.Literatuurstudie Aan de hand van een literatuurstudie willen we een overzicht geven van in het buitenland gebruikte innovatieve HR-instrumenten om het aandeel vrouwen in managementfuncties te vergroten. We beperken ons tot Nederland en de Scandinavische landen. Voorbeelden van deze instrumenten zijn quotaregelingen, het integreren van streefcijfers in de evaluatie en verloning van het topmanagement, gendergevoelige toepassing van talentmanagement 2.Empirisch luik Aan de hand van empirisch onderzoek bij verschillende doelgroepen willen we ten eerste nagaan welke genderspecifieke knelpunten er bij de
Vlaamse overheid bestaan bij de doorstroming van vrouwen naar functies op het niveau N-1. We gaan er van uit dat de verschillen in de loopbaan tussen mannen en vrouwen zowel te wijten kunnen zijn aan het verschillend profiel van mannen en vrouwen enerzijds als aan specifieke organisatieprocessen bij de Vlaamse overheid anderzijds. We benaderen de volgende doelgroepen: (1) mannen en vrouwen met managementpotentieel die reeds bij de Vlaamse overheid werken, (2) vrouwelijke leidinggevenden op niveau N-1 en (3) leidinggevenden (mannen en vrouwen) op niveau N. Tijdens het empirisch onderzoek zullen we ten tweede nagaan hoe deze doelgroepen staan ten opzichte van de HRinstrumenten die we in de literatuurstudie geïdentificeerd hebben. 3. Beleidsaanbevelingen Op basis van de literatuurstudie en het empirisch luik zullen we aanbevelingen formuleren over de maatregelen die de Vlaamse overheid kan nemen om het aandeel vrouwen in het middenmanagement te verhogen. We gaan na of de buitenlandse voorbeelden inspiratie kunnen bieden om de gedetecteerde knelpunten in de loopbaan aan te pakken. Organisaties: • Diversiteit • Identity, Diversity & Inequality Research
Onderzoekers: • Patrizia ZANONI
Nieuwe ziekten in een veranderende Europese omgeving (EDEN). Universiteit Antwerpen Abstract: Nieuwe ziekten in een veranderende Europese omgeving (EDEN). Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs
Snelwegen van de "sea-European style" (MOSES). Universiteit Antwerpen Abstract: Snelwegen van de "sea-European style" (MOSES). Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Thierry Vanelslander • Hilde Meersman • Eddy Van de Voorde
Inzet visiting postdoc. fellow voor het FWO-project: "Onderzoek naar de rol van selectie geschiedenis op de link tussen ontwikkelingsinstabiliteit en stress en fitness: eilanden als modelsystemen". (Chavali VISHALAKSHI, India) Universiteit Antwerpen Abstract: Met dit project beogen we een bijdrage te leveren tot het ontrafelen van het belang van (recente) selectiedrukken en evolutionaire respons op de mate van OI en de gevoeligheid hiervan als maat voor stress en fitness. Hiervoor bestuderen we enerzijds kenmerken die onder seksuele selectie staan of waarvan de evolutionaire veranderingen relatief oud zijn én kenmerken waarvan de evolutionaire veranderingen veel recenter zijn. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Stefan Van Dongen
Evenement "Brussels for Europe" Vrije Universiteit Brussel Abstract: Evenement "Brussels for Europe" Organisaties: • Geografie
Onderzoekers: • ERIC CORIJN
Conservatiemateriaal voor glasramen (CONSTGLASS) Universiteit Gent Abstract: Het project heeft tot doel om de behandelingen voor conservatie van glasramen in historische gebouwen over gans Europa, aan een kritisch onderzoek te onderwerpen. Het omvat tevens studies over de omkeerbaarheid van de behandelingen, en de efficiëntie van innovatieve restauratiestrategieën en producten. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Patric Jacobs
Onderzoek met het oog op een eerste advies over de toepassing van het Europese recht op de premie voor jonge kinderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit onderzoek is het beantwoorden van een aantal vragen met het oog op een eerste advies over de toepassing van het Europese recht op de premie voor jonge kinderen. Organisaties: • Sociale Concurrentie en Recht
Onderzoekers: • Herwig Jacobus Maria Verschueren
Impact van macrofyten op de biobeschikbaarheid van metalen aanwezig in riviersedimenten. Universiteit Antwerpen Abstract: De algemene doelstelling van dit onderzoek is om inzicht te verkrijgen in de interactie tussen de dynamiek van macrofyten, sedimenten en zware metalen, en de impact hiervan op de waterkwaliteit. Deze centrale vraagstelling wordt aangevuld met het inschatten van de impact van een bijkomende druk in de vorm van verhoogde zoutconcentraties.
Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire • Eric de Deckere • Kenneth Van den Bergh
Uitwerking van een inhoudelijk deelconcept voor een presentatie in het Musem aan de Stroom (MAS). Universiteit Antwerpen Abstract: Uitwerking van een inhoudelijk deelconcept voor een presentatie in het Musem aan de Stroom (MAS). Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele en Digitale Culturen (ViDi)
Onderzoekers: • Philippe Meers