Onderzoek Beschermingsbewind Breda 2013
januari 2014 Projectgroep Arthur van de Avert Margot Commandeur Mariëtte Langes Ankie van Oevelen Lydia Pellis Robert Segers Nico Verschure
Instituut voor Maatschappelijk Welzijn Kredietbank West-Brabant Rosmalen Gerechtsdeurwaarders Gemeente Breda ATEA groep Gemeente Breda Safegroup
>
Inhoud
1 Inleiding.............................................................................................................................. 3
2 Beschermingsbewind......................................................................................................... 5
3 Cijfers en kenmerken huishoudens Breda....................................................................... 7
4 Enquête organisaties......................................................................................................... 9
5 Wet wijziging curatele, beschermingsbewind en mentorschap.................................. 13
6 Conclusies......................................................................................................................... 15
7 Aanbevelingen................................................................................................................. 19
0055_14 Nota Beschermingsbewind 2013_V3
Nota Beschermingsbewind Breda 2013
1
Nota Beschermingsbewind Breda 2013
2
1
Inleiding
Aanleiding Mensen die tijdelijk of blijvend niet in staat zijn om voor hun financiële belangen te zorgen, kunnen onder beschermingsbewind worden gesteld. Wie de kosten van dit beschermings bewind niet zelf kan betalen, kan een aanvraag doen bij de gemeente voor bijzondere bijstand. Bij de Gemeente Breda zijn diverse signalen binnengekomen die hebben geleid tot de behoefte een onderzoek uit te voeren naar de kosten en kwaliteit van beschermings bewind in Breda. Signalen • Gedurende de afgelopen jaren is zowel in Breda als landelijk een stijging zichtbaar van het aantal mensen dat onder beschermingsbewind wordt geplaatst. • Hierdoor wordt een toenemend beroep gedaan op de bijzondere bijstand. Gemeenten hebben hier vrijwel geen grip op. • Per 1 januari 2014 treedt de Wet wijziging curatele, beschermingsbewind en mentorschap in werking. Met deze wijziging wordt het hebben van problematische schulden en verkwisting een grond om bewind in te stellen. • Hierdoor wordt een nog grotere toeloop verwacht op beschermingsbewind en dus een nog grotere aanslag op het budget voor armoedebeleid. Breda wil graag alle huidige voorzieningen en regelingen van het armoedebeleid op hetzelfde niveau continueren, wat hiermee onder druk komt te staan. • Zorgen over de kwaliteit van een aantal beschermingsbewindvoerders in de regio Breda. Projectgroep Om de situatie in Breda te onderzoeken en om mogelijkheden te onderzoeken om meer grip te krijgen op de kosten en de kwaliteit is er een projectgroep opgericht. Deze projectgroep bestaat uit vertegenwoordigers van de Raad van de Schuldhulpverlening1 in Breda en vertegenwoordigers van de Gemeente Breda. Doelstelling De doelstellingen van de projectgroep zijn als volgt geformuleerd: 1. Kosten bijzondere bijstand voor beschermingsbewind verlagen; in ieder geval stabiliseren. 2. Voorkomen van onnodig uitspreken van beschermingsbewind door te onderzoeken of er een adequate en goedkopere voorliggende voorziening is, waarbij tevens de financiële redzaamheid van de betreffende burger wordt bevorderd. Onderzoek Om aan de doelstellingen te kunnen voldoen, is het van belang te weten waar het in Breda precies om gaat. Om hoeveel bewinden gaat het, wat zijn de kosten, wat zijn de ervaringen omtrent bewindvoerders, wat doen zij nu eigenlijk precies, wat houdt de nieuwe wet in, wat vinden hulpverleners in Breda ervan? Om hierop antwoord te krijgen is informatie verzameld over beschermingsbewind via een presentatie door een beschermingsbewindvoerder, het volgen van een studiedag en door kennis te nemen van een onderzoek uitgevoerd door Ernst & Young in opdracht van de branchevereniging Professionele Bewindvoerders en Inkomensbeheerders (BPBI) naar de bekostiging van het beschermingsbewind, voor zover daarbij de bijzondere bijstand is betrokken. Ook is informatie verzameld over de nieuwe wet, is een enquête uitgezet onder hulpverlenende organisaties in Breda, is het bijzondere bijstand bestand geanalyseerd, is deelgenomen aan een landelijk onderzoek en heeft er een bijeen-
1 De Raad van de schuldhulpverlening is een overleg dat vier maal per jaar bijeenkomt en (on)gevraagd advies geeft over de schuldhulpverlening in Breda. Daarnaast willen zij proactief trends en ontwikkelingen signaleren en gezamenlijk optrekken in de reactie daarop. In de Raad van de schuldhulpverlening zitten vertegenwoordigers vanuit de volgende organisaties: Enexis, Rosmalen Gerechtsdeurwaarders, Belastingdienst, Woningcorporaties, Marge in Beeld 2, IMW, Kredietbank West-Brabant, GGZ, Novadic-Kentron, Safegroup, MEE, SMO Breda e.o. en de Gemeente Breda.
Nota Beschermingsbewind Breda 2013
3
komst plaatsgevonden met het kantongerecht, gemeenten uit de regio en schuldhulpverleners.
In 2012 heeft Stimulansz in opdracht van de gemeente Veenendaal een onderzoek uitgevoerd naar oplossingen om de kosten voor het vergoeden van de beschermingsbewindkosten terug te dringen. Dit heeft in februari 2013 geresulteerd in een publicatie genaamd: ‘Beschermingsbewind; De financiële kosten versus de menselijke waarde’. Deze publicatie heeft als leidraad gediend voor de vormgeving van het onderzoek in Breda. Veel is al door Stimulansz uitgezocht, dus dat hoefde nu niet nogmaals te gebeuren. Belangrijke achtergrondgedachte in deze publicatie is dat er in het zoeken naar oplossingen niet alleen gekeken moet worden door gemeenten naar oplossingen die veelal budget gestuurd zijn, maar er vooral ook oog moet zijn voor de eventuele effectiviteit van de ingezette voorziening. Een kwalitatief goed bewind bijvoorbeeld, vermindert het risico op hoge maatschappelijke kosten. Kennis over de doelgroep en over voorzieningen is dan ook belangrijk om effectief te kunnen sturen. Door de gevarieerde samenstelling van de projectgroep in Breda, is ervoor gezorgd dat de uiteindelijke aanbevelingen in dit rapport op deze brede kijk zijn gestoeld. Voorafgaand aan deze aanbevelingen, worden de uitkomsten van verschillende acties en de daaruit voortvloeiende conclusies uiteengezet.
Nota Beschermingsbewind Breda 2013
4
2 Beschermingsbewind
Inleiding Ter verduidelijking waar het precies over gaat volgt eerst een wettelijke definitie van beschermingsbewind, de wettelijke taken, de beloning en het verschil met bewindvoering in het kader van de Wet schuldsanering natuurlijke personen. Wat is beschermingsbewind Indien een meerderjarige tijdelijk of duurzaam niet in staat is ten volle zijn vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen, als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand, kan de kantonrechter een bewind instellen over 1 of meer van de goederen, die hem als rechthebbende toebehoren of zullen toebehoren. Wettelijke taken van een beschermingsbewindvoerder • Intake: aanvragen bewind; in kaart brengen boedel, aanvragen uitkering, aanvragen toeslagen. • Gewone werkzaamheden: regelen van financiële huishouding, inclusief belastingaangifte box 1 afgelopen jaar, kwijtschelding aanvragen van gemeentelijke belastingen, aanvragen bijzondere bijstand, treffen van enkele betalingsregelingen; doen van rekening en verantwoording. Beloning van een beschermingsbewindvoerder De bewindvoerder krijgt een vergoeding van 5% van de netto-opbrengst van het vermogen van de cliënt. Als dat niet voldoet, gelden de volgende richtlijnen (jaarbedragen 2013), vastgesteld door het Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel en Kanton (LOVCK): a. voor de niet beroepsmatige bewindvoerder die om een beloning vraagt: € 591,00 b. voor de professionele, niet bij de Branchevereniging aangesloten bewindvoerder: € 887,50 c. voor de professionele, bij de Branchevereniging aangesloten bewindvoerder: € 1.020,00 Financiering van de beloning Een onder bewind gestelde betaalt de kosten van een beschermingsbewindvoerder zelf. Er is echter een grote groep cliënten die niet in staat is dit zelf te betalen. Tegelijkertijd hebben deze cliënten wettelijk recht op ondersteuning door de bewindvoerder. Bij cliënten die, gelet op hun draagkracht, de kosten niet zelf kunnen voldoen, kan er een beroep gedaan worden op de bijzondere bijstand. Gemeenten voeren eigen lokaal beleid over welke kosten zij wel of niet vergoeden. Beschermingsbewindvoering versus bewindvoering Wet schuldsanering natuurlijke personen In de praktijk komt nogal eens begripsverwarring voor. Beschermingsbewindvoering is iets anders dan bewindvoering in het kader van de Wet schuldsanering natuurlijke personen. Mensen met structurele schulden, die ze niet meer af kunnen betalen, kunnen in aanmerking komen voor de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp). Het traject is een laatste kans om een schuldenvrije toekomst te bereiken. Alleen een rechter kan iemand in een Wsnp-traject plaatsen. Het gerecht stelt in dit kader een bewindvoerder aan. Deze bewindvoerder zorgt ervoor dat de schuldenaar maandelijks voldoende geld heeft om zijn vaste lasten te betalen en zorgt ervoor dat al het meerdere op een rekening terecht komt ter verdeling over de schuld eisers. Deze bewindvoerder beheert het inkomen echter verder niet, c.q. vraagt niets aan, betaalt geen rekeningen en beslist niets over uitgaven. Dit behoort niet tot de taken van een bewindvoerder in het kader van de Wsnp. Net zoals het niet tot de taken van een beschermingsbewindvoerder behoort om al het meerdere van iemands inkomen over schuldeisers te verdelen. Soms heeft iemand dan ook zowel een beschermingsbewindvoerder als een bewindvoerder in het kader van de Wet schuldsanering natuurlijke personen. Voor de kosten van bewindvoering in het kader van de Wsnp wordt géén bijzondere bijstand verstrekt.
Nota Beschermingsbewind Breda 2013
5
Nota Beschermingsbewind Breda 2013
6
Cijfers en kenmerken huishoudens Breda
3
Inleiding De afgelopen jaren is er landelijk een stijging zichtbaar van het aantal onder bewind gestelden. In sommige gemeenten is sprake van een verdubbeling of zelfs verdrievoudiging. Hierdoor ook een toenemende druk op het budget van de bijzondere bijstand van gemeenten. Ook in Breda zijn signalen dat de kosten toenemen. Om een goed beeld te krijgen van de situatie in Breda is aan de hand van het bijzondere bijstand bestand gekeken naar de kosten in Breda en naar diverse kenmerken van de doelgroep. Landelijk onderzoek Gemeenten hebben een brandbrief gestuurd aan het ministerie gelet op de veranderingen in de wet en de daarmee samenhangende verwachte toename van het aantal bewindvoeringen. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft naar aanleiding hiervan Stimulansz opdracht gegeven landelijk een onderzoek uit te voeren naar deze stijgende kosten en de kenmerken van de doelgroep. Aan dit onderzoek hebben 80 gemeenten, waaronder ook Breda, hun medewerking verleend. De uitkomsten zullen eind januari 2014 aan het Ministerie worden aangeboden. Aantal bewinden Arrondissement Zeeland-West-Brabant; zittingsplaats Breda Totaal aantal onderbewind stellingen in de Gemeente Breda, uitgesproken door het kantongerecht vanaf 2010: 2010 243 2011 355 2012 281 2013 374 Aantal bewinden en bijbehorende kosten bijzondere bijstand Bredase minima Helaas is het niet mogelijk gebleken om vanuit het bijzondere bijstand bestand cijfers te analyseren van voorgaande jaren. Diverse verschillende doeleinden waarvoor bijzondere bijstand werd verstrekt, is onder eenzelfde noemer gecodeerd, zodat het een te onzuiver beeld geeft. Vanaf 2013 zijn er specifieke coderingen toegevoegd, zodat de exacte kosten voor dit specifieke doel voortaan te zien. In 2012 is daardoor een schatting geweest aan kosten bijzondere bijstand beschermingsbewind. Het ging om een bedrag van € 400.000,00.
Op 1 november 2013 is een nieuwe analyse gemaakt op basis van de beschikbare en specifiek gecodeerde gegevens.
Op 1 november 2013 zijn er 255 Bredase huishoudens die bijzondere bijstand ontvangen voor de kosten van beschermingsbewind.
De periodieke kosten beschermingsbewind voor 255 huishoudens bedragen per maand: € 24.989,26 De incidentele kosten bedragen gemiddeld per maand (bijv. intakekosten): € 10.000,00 Over het jaar 2013 zal het totaal aan bijzonder bijstand voor de kosten van beschermings bewind uitkomen op circa: € 420.000,00.
De stijging van het aantal bewinden en de kosten bijzondere bijstand zijn in Breda weliswaar toegenomen, maar niet explosief te noemen. Het afgelopen jaar lijken de kosten zelfs gestabiliseerd.
Nota Beschermingsbewind Breda 2013
7
Wie is de doelgroep Van de 255 huishoudens die bekend zijn bij de Gemeente Breda ontvangen 171 huishoudens een WWB-uitkering. 132 daarvan zijn ontheven van de arbeidsverplichting. De achtergrond van deze ontheffing kan heel verschillend zijn. Ontheffing wordt echter alleen gegeven als de klant niet meer maatschappelijk kan participeren. Voorzichtige conclusie zou daaruit getrokken kunnen worden dat zij niet onterecht onder bewind zullen staan. 84 huishoudens ontvangen een andere uitkering dan een WWB uitkering of ontvangen inkomsten uit arbeid. Dit is niet geregistreerd.
Verder valt op: 186 van de 255 huishoudens betreft alleenstaanden. 207 van de 255 huishoudens zijn tussen de 27 en 64 jaar.
Nota Beschermingsbewind Breda 2013
8
Enquête organisaties
4
Inleiding Om een indruk te krijgen van de ervaringen van hulpverlenende organisaties over de toename van bewindvoeringen, de kwaliteit ervan, de uitstroommogelijkheden, knelpunten in de overige materiële hulpverlening in Breda en ideeën over mogelijke verbeteringen is een enquête uitgezet met zeven onderwerpen. De vragenlijst is gestuurd aan Novadic-Kentron, MEE, WIJ, SMO, GGZ, Safegroup, Deurwaarderskantoor Rosmalen, Kredietbank West-Brabant en IMW. De respons vanuit de verschillende organisaties was groot. Hierdoor is een goed beeld ontstaan. Slechts één aangeschreven organisatie heeft niet gereageerd. Hierna volgen de vragen en de reacties. Deze zijn divers gelet op de verschillende doelgroepen van de organisaties.
Adviseert uw organisatie cliënten om beschermingsbewind aan te vragen? Zo ja, kunt u een indicatie geven hoe vaak per jaar en of u daarin een stijging waarneemt. Mocht u daar cijfers over bijhouden, kunt u mij die doen toekomen? IMW: van 2 à 3 per maand tot 3 à 10 per jaar. Sommigen geven aan dat er sprake is van een stijging. WIJ: Ja, maar niet actief; ongeveer 22 klanten die in beschermingsbewind zitten. Wel stijging ten opzichte van vorige jaren. Safegroup: 2 à 3 keer per jaar, geen stijging. Novadic-Kentron: zeldzaam, alleen bij combinatie van diverse soorten problematiek. GGZ: meldt wel aan, maar heeft geen aantallen genoemd, ook niet of er sprake is van een stijging. SMO: heeft een eigen bureau materiële dienstverlening met 3 pakketten. Bij verwijzing naar bewindvoering valt klant in pakket 3. In 2013 is dit in totaal 45 maal aangevraagd. Kunnen niet aangeven of er een stijging is, omdat ze pas sinds dit jaar registreren. KWB: wisselend: 2 tot 15 keer per jaar, geen duidelijke stijging.
Wat zijn veel voorkomende redenen binnen uw organisatie om beschermingsbewind te adviseren of waarom uw cliënten reeds onder beschermingsbewind stonden toen ze bij uw organisatie in beeld kwamen? • Onvoldoende zelfredzaam/onkunde. • Ernstige schuldenproblematiek. • Psychiatrische problematiek. • Verslavingsproblematiek. • Verstandelijke beperking. • Klanten die al verschillende schuldhulpverleningstrajecten doorlopen hebben. • Onoplosbare schulden. • Wachtlijst Kredietbank West-Brabant. • Niet leerbaar zijn (en budgetbeheer dan onvoldoende is). • Klanten bij Kredietbank mogen maar bepaalde periode in budgetbeheer. • Mensen waar je geen grip op krijgt (niet eerlijk zijn, zaken achterhouden). • Doordat mensen langer thuis blijven wonen. • Minder voorzieningen/ wegvallende instellingen. • Problemen met beheren van geld. • Spanning die de financiën en de administratie voor klanten teweeg brengt. • Om Wsnp meer kans van slagen te geven.
Nota Beschermingsbewind Breda 2013
9
Heeft u het idee dat hieronder (vaak, soms, nooit) cliënten aanwezig zijn die in principe leerbaar zijn ofwel waarvan de zelfredzaamheid nu of later dusdanig vergroot kan worden dat ze hun financiën (voor een deel) weer zelf kunnen gaan beheren? Of met behulp van het netwerk in hun eigen omgeving? Dit verschilt per instelling: • Sommige mensen zijn leerbaar en kunnen het op den duur zelf weer, met de nodige begeleiding hierin. • Meeste mensen die worden aangemeld zijn niet leerbaar. • Andere instellingen geven juist aan dat de meeste klanten het op den duur wel zelf zouden moeten kunnen. • Vergroting is mogelijk als een bewindvoerder wordt geselecteerd die past bij de leerbaarheid van een klant. • Eigen netwerk is niet altijd veilig (misbruik). • Heeft ook te maken met de steeds veeleisender wordende maatschappij. • Als klanten leerbaar zijn wordt door sommige instellingen eerder budgetbeheer ingezet. Adviseert u cliënten weleens (vaak, soms, nooit) om beschermingsbewind weer te laten opheffen of te vervangen door andere vormen van financiële begeleiding? Eigenlijk komt het zelden voor dat de klant geadviseerd wordt het beschermingsbewind op te heffen. Bij een aantal organisaties stopt de begeleiding van de klant juist als er bewindvoering geregeld is. Een aantal hulpverleners bespreekt deze mogelijkheid met de klant als gemerkt wordt dat de klant in een rustiger vaarwater verzeild is geraakt. Ook de inzet van een budgetcoach wordt dan genoemd. Wel adviseert een aantal hulpverleners om de bewindvoering altijd tijdelijk te laten uitspreken. Hoort u binnen uw organisatie veel, weinig of geen positieve of negatieve op- of aanmerkingen over beschermingsbewindvoerders? Kunt u aangeven waar eventuele positieve of negatieve ervaringen betrekking op hebben? Een aantal organisaties hanteren intern een lijst met goede/slechte bewindvoerders. Opvallend is dat iedereen ook wel vind dat er veel goede bewindvoerders zijn.
Positief: • Veel rust voor klant. • Geen spanning meer. • Communicatie. • Goede voorlichting. • Relatie met de klant. • Daadkracht. • Kundigheid. • Samenwerking met hulpverlening en klant. • Goed beheer. Negatief: • Bejegening. • Slechte bereikbaarheid. • Onvoldoende zicht op het leven van de klant. • Bij eenmanszaak is de vervanging een kwetsbaar punt. • Grote kantoren weinig persoonlijk. • Vragen worden niet beantwoord. • Kastje-muur. • De klant krijg te weinig inzicht. • Communicatie.
Nota Beschermingsbewind Breda 2013
10
• Ontstaan nieuwe schulden. • Geen toeslagen aanvragen. Ervaart u andere knelpunten omtrent het vergroten van financiële zelfredzaamheid of hulp bij financiële problematiek in de hulpverleningsmogelijkheden in Breda; dus niet betrekking hebbend op beschermingsbewind? • Budgetbeheer is tijdelijk, als dit langer zou kunnen, dan voorkomt dit in een aantal gevallen bewindvoering. En soms is er geen goed alternatief. • De wachttijden bij de kredietbank worden als een probleem ervaren. • Soms kun je nog iets redden door automatische betalingen, maar het blijft lastig. • En als een klant dan leerbaar is, is dat een lang proces. Terwijl de begeleidingstijd van een klant steeds verder ingeperkt wordt. De problemen worden complexer, terwijl iedereen terug verwijst naar de eigen verantwoordelijkheid. • De Belastingdienst, die de toeslagen in de toekomst rechtstreeks aan de klant betaalt. Je kunt de problemen voorspellen. • De problematiek van mensen die door beslaglegging onder de beslagvrije voet uitkomen. Heeft u ideeën over mogelijke verbeteringen? • Meer inzetten op preventie en nazorg. • Uitbreiding budgetcursussen/trainingen, ook overdag cursussen geven. • Les op scholen. • Creëren van ondersteuningspunten in de wijk met computers; formulierenhulp etc.; outreachend werken. • Schulden uit de taboesfeer halen. • Organisaties/hulpverleners beter voorlichten over mogelijkheden en inhoud verschillende producten en voorzieningen. • Mogelijkheid bieden voor langduriger budgetbeheer, eventueel voorwaardelijk op te leggen door bijv. ATEA of woonstichting. • Zeker in het begin intensievere begeleiding: post doornemen; budgetplan maken; automatische incasso’s instellen. • Bewindvoerders beter voorlichten over de doelgroep en hoe met deze cliënten samen te werken. • Meer betrokken beschermingsbewindvoerders, wat zich uit in bijv. af en toe face-to-face contact. • Als een beschermingsbewindvoerder als ZZP-er werkzaam is, voorwaarde opleggen dat hij zorgt voor een vervanger bij ziekte of afwezigheid. En dit ook communiceren. • Betere (wettelijke en onafhankelijke) controle op bewindvoerders.
Nota Beschermingsbewind Breda 2013
11
Nota Beschermingsbewind Breda 2013
12
Wet wijziging curatele, beschermingsbewind en mentorschap
5
Inleiding De afgelopen jaren deden zich verschillende incidenten rond beschermingsbewindvoering voor waarbij de belangen van rechthebbenden geschaad werden. Denk daarbij aan bijv. fraude en faillissementen. Iedereen kon beschermingsbewindvoerder worden. De Kamer drong er bij het kabinet op aan om strakkere kwaliteitseisen in de wet op te nemen. Op 15 oktober 2013 is het vernieuwde wetsontwerp door de Eerste Kamer aangenomen. Het streven is dat de wijzigingen per 1 januari 2014 ingaan. Omdat de kwaliteitseisen nog in concept zijn, zullen deze eisen waarschijnlijk pas in april of juni 2014 ingaan. In dit deel wordt nader ingegaan op de relevante wijzigingen rondom beschermingsbewind en de kwaliteitseisen.
Nieuwe wet; wijzigingen op een rij 1. Verkwisting en problematische schulden worden toegevoegd als grond van bewind. Verkwisting was eerst grond voor curatele. 2. Registratie van ‘schuldenbewind’ is verplicht. Door opname daarvan in een openbaar register is in veel gevallen curatele niet meer nodig, maar kan worden volstaan met beschermingsbewind (evt. in combinatie met mentorschap). Beloning en opleidingseisen (kwaliteitseisen) komen waarschijnlijk hoog uit. 3. Bijzonder aan schuldenbewind is dat ook het college van B&W hierom kan verzoeken. Zij kan (in het kader van schuldenbewind) tevens verzoeken om opheffing en ontslag van een bewindvoerder. 4. In het algemeen mogen niet tot beschermingsbewindvoerder benoemd worden: handelingsonbekwamen, personen t.a.v. wie een mentorschap of een beschermings bewind ingesteld, wie failliet is verklaard of op wie de Wsnp is toegepast, de Wsnp bewindvoerder, de direct betrokkene of behandelend hulpverlener en de persoon die via dienstverband of bestuur (te zeer) verbonden is met de zorginstelling. 5. Na maximaal 5 jaar dient de bewindvoerder in een verslag aan het kantongerecht nadrukkelijk in te gaan op de vraag naar voortzetting van de maatregel. 6. Uitbreiding taakomschrijving met: de bewindvoerder kan voorts voor de rechthebbende alle handelingen verrichten die aan een goed bewind bijdragen. Concept Besluit Kwaliteitseisen Deze eisen gaan vanaf 1 april of 1 juli 2014 gelden voor wie in 3 of meer zaken is benoemd (tenzij familie). De eisen gelden direct voor nieuwe benoemingen, maar wie voor 1 april is benoemd, krijgt 2 jaar de gelegenheid eraan te voldoen. • Verklaring omtrent gedrag. • Opleiding minimaal MBO 4 (of HBO/ervaring op HBO nivo). • Jaarlijkse bijscholing verplicht.
• Respecteren levensovertuiging en cultuur betrokkene + bevorderen zelfredzaamheid. • Opstellen plan bij aanvang bewind (boedelbeschrijving, budgetplan, doelen, verwachtingen) Kantongerecht mag dit plan aanvullen. • Klachtenregeling (afhandelen binnen 6 weken).
• Dossiers aanleggen, bijhouden en sluiten. • Beschrijving verschillende werkprocessen. • Aansprakelijkheidsverzekering.
• E en accountant controleert in opdracht van de bewindvoerder of deze voldoet aan de kwaliteitseisen. • Naast financiële accountantsverklaring is verslag accountant m.b.t. kwaliteitseisen vereist voor benoeming.
Nota Beschermingsbewind Breda 2013
13
Nota Beschermingsbewind Breda 2013
14
6
Conclusies
De volgende conclusies zijn getrokken uit de diverse onderzoeken en besprekingen:
1. De stijging van het aantal bewinden en de kosten bijzondere bijstand zijn in Breda weliswaar toegenomen, maar (in vergelijking met andere gemeenten) niet explosief te noemen. Het afgelopen jaar lijken de kosten zelfs gestabiliseerd. 2. Uit het onderzoek in Veenendaal is gebleken dat het zorgen voor voorliggende voorzieningen de beste remedie is tegen toename van plaatsingen onder beschermingsbewind en dus voor het tegengaan van stijgende kosten. 3. Uit de diverse onderzoeken in Breda is gebleken dat er op dit moment zeldzaam personen onnodig onder beschermingsbewind worden geplaatst. Er is een goede basis aan voorliggende voorzieningen in Breda aanwezig. Gelet op de voorgaande conclusie verklaart dit zeer waarschijnlijk waarom de stijging in Breda minder explosief is dan in andere gemeenten. 4. Rondom schulden worden wel redenen aangevoerd die mogelijk onnodig bewind tot gevolg gaan hebben met het oog op de nieuwe wet. 5. Er zijn veel positieve ervaringen omtrent beschermingsbewind. 6. Negatieve ervaringen betreffen: veroorzaken nieuwe schulden, bejegening, slechte bereikbaarheid, onvoldoende contact en slechte communicatie. 7. Door de Wet wijziging beschermingsbewind zal de kwaliteit naar verwachting gaan toenemen. 8. Door de Wet wijziging beschermingsbewind kunnen de kosten bijzondere bijstand gaan toenemen.
Toelichting conclusies: Ad. 1. De stijging van het aantal bewinden en de kosten bijzondere bijstand zijn in Breda weliswaar toegenomen, maar (in vergelijking met andere gemeenten) niet explosief te noemen. Het afgelopen jaar lijken de kosten zelfs gestabiliseerd:
In Breda zijn in 2010 in totaal 243 aantal nieuwe bewindstellingen uitgesproken door het kantongerecht. In 2013 waren het er 374.
Op 1 november 2013 zijn er 255 huishoudens die bijzondere bijstand ontvangen voor de kosten van beschermingsbewind. De periodieke kosten beschermingsbewind voor 255 huishoudens bedragen per maand: € 24.989,26 De incidentele kosten bedragen per maand (gemiddeld): € 10.000,00
Over het jaar 2013 zal het totaal aan bijzondere bijstand voor het voldoen van de kosten van beschermingsbewind uitkomen op circa € 420.000,00. Over het jaar 2012 zijn deze kosten geschat op circa € 400.000,00.
In andere gemeenten wordt er gesproken over verdubbeling of zelfs verdrievoudiging van de kosten en het aantal uitgesproken bewinden.
Ad. 2. Uit het onderzoek in Veenendaal is gebleken dat het zorgen voor voorliggende voorzieningen de beste remedie is tegen toename van plaatsingen onder beschermingsbewind en dus voor het tegengaan van stijgende kosten:
Het gehele onderzoek is te lezen in de publicatie : ‘Beschermingsbewind; De financiële kosten versus de menselijke waarde’ uitgevoerd door Stimulansz. Korte samenvatting:
Nota Beschermingsbewind Breda 2013
15
Ad. 3. Uit de diverse onderzoeken is gebleken dat er op dit moment zeldzaam personen onnodig onder beschermingsbewind worden geplaatst. Er is een goede basis aan voorliggende voorzieningen in Breda aanwezig. Van de 255 huishoudens die bekend zijn bij de Gemeente Breda ontvangen 171 huishoudens een WWB-uitkering. Van deze 171 personen zijn 132 personen ontheven van de arbeids verplichting en 39 personen verblijven in een inrichting. De achtergrond van deze ontheffing kan heel verschillend zijn. Ontheffing wordt echter alleen gegeven als iemand niet meer maatschappelijk kan participeren. Voorzichtige conclusie zou daaruit getrokken kunnen worden dat zij niet onterecht onder bewind zullen staan.
Uit het onderzoek onder de organisaties blijkt dat zij goed op de hoogte zijn in welke situaties beschermingsbewind gepast is en wanneer voorliggende voorzieningen toereikend zijn. Gebleken is ook dat een aantal organisaties zoals SMO zelf voorziet in budgetbeheer in diverse vormen. Daarnaast is budgetbeheer gekoppeld aan schuldhulpverlening voor inwoners uit Breda kosteloos voorhanden bij de Kredietbank West-Brabant. Zij werkt integraal aan schuldhulpverlening met het IMW, die voor de flankerende hulpverlening zorg draagt (budgetbegeleiding en psychosociale hulpverlening). Uit de respons blijkt dat de redenen voor het aanvragen van beschermingsbewind veelal terecht zijn.
Ad. 4. Rondom schulden worden wel redenen aangevoerd die mogelijk onnodig bewind tot gevolg hebben: In het onderzoek worden ook de volgende redenen opgegeven: wachtlijst Kredietbank, klanten bij Kredietbank mogen maar bepaalde periode in budgetbeheer, ernstige schuldenproblematiek, onoplosbare schulden. Omdat het hebben van problematische schulden per 1 januari 2014 grond is om zonder meer onder bewind geplaatst te gaan worden dient hier aandacht voor te zijn. Dit kan namelijk onnodige uitspraken bewind tot gevolg hebben. Onnodig, omdat een minnelijke of wettelijke schuldregeling bij de Kredietbank voorliggend is en, daar waar nodig ondersteund door budgetbeheer en budgetbegeleiding, tot een oplossing kan leiden. Onnodig, omdat de Kredietbank maatwerk biedt: budgetbeheer kan verlengd worden als dat noodzakelijk is of als verlenging alsnog binnen korte tijd leidt tot zelfstandigheid. Tot slot kan de integrale schuldhulpverlening er soms ook voor zorgen om de financiële situatie bij mensen met onoplosbare schulden beheersbaar te houden tot het moment dat de schulden wel oplosbaar zijn. Pas als dit alles echt geen soelaas biedt kan schuldenbewind een uitkomst zijn om rust te bieden en om hogere maatschappelijke kosten te voorkomen. Ad. 5. Er zijn veel positieve ervaringen omtrent beschermingsbewind: Uit de onderzoeken is gebleken dat er gelukkig veel goede ervaringen zijn met beschermingsbewindvoerders. Door de vele signalen over een aantal slechtere bewindvoerders is het gevaar aanwezig dat er een onjuist beeld gaat ontstaan. Gevaarlijk, omdat beschermingsbewindvoering een zeer waardevolle voorziening is. Zoals in vele beroepsgroepen zitten er ook in deze beroepsgroep minder goede vakmensen tussen. Negatieve geluiden blijven langer bij. Omdat de doelgroep erg kwetsbaar is, is het extra van belang dat de kwaliteit goed is en dat daarover gewaakt wordt. Ad. 6 en 7. Door de Wet wijziging beschermingsbewind zal de kwaliteit toenemen: Bewaking en vergroting van de kwaliteit is juist een reden geweest voor een wijziging in de wet. • Door de invoering van kwaliteitseisen, is de verwachting dat de kwaliteit van de uitvoering zal verbeteren. • Door het bevorderen van zelfredzaamheid en periodieke toetsing van de noodzaak van een maatregel, is de verwachting dat de uitstroom wordt vergroot.
Nota Beschermingsbewind Breda 2013
16
• E en kantonrechter kan veel sneller ingrijpen bij gebleken slecht bewind. Door toevoeging aan instrumenten kan het ook beter en sneller worden overgedragen aan een nieuwe bewindvoerder.
Ad. 8. Door de Wet wijziging beschermingsbewind kunnen de kosten bijzondere bijstand gaan toenemen: • Er heerst verschil van mening bij kantonrechters over wanneer wel of geen schuldenbewind uit te spreken. Hierdoor vindt soms geen toetsing plaats of er een geschiktere voorliggende voorziening voorhanden is. • Kennis van schuldhulpverlening is noodzakelijk bij rechters om goede afwegingen te kunnen maken. Doordat voldoende kennis soms ontbreekt, kunnen personen onnodig onder bewind geplaatst worden. • Omdat schuldenbewind meer werk kost, zal ook de beloning worden aangepast. Als het gaat om schuldenbewind kunnen de kosten van de beloning en dus de kosten bijzondere bijstand hoger gaan uitvallen. Momenteel hanteren rechtbanken verschillende tarieven/tijdsnormen. Waarschijnlijk gaat landelijk gelden dat de volgende vier trajecten mogelijk zijn: 1. Voorbereiden van een minnelijk traject bij een gemeente: eenmalig 6 uur extra. 2. Wsnp traject: maximaal 3 uur per zitting (noodzaak aanwezig aantonen). 3. Zelf regelingen treffen door bewindvoerder: maximaal 3 uur per jaar dat regelingen lopen (minimaal 16 schuldeisers). 4. Uitzichtloze situatie: maximaal 3 uur per jaar zolang deze situatie voortduurt.
Nota Beschermingsbewind Breda 2013
17
Nota Beschermingsbewind Breda 2013
18
7
Aanbevelingen
Hierna volgen aanbevelingen om de kosten van beschermingsbewind stabiel te houden, de kwaliteit te helpen borgen en waar mogelijk te verhogen en de zelfredzaamheid van burgers te vergroten. Deze aspecten zijn een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid. De aanbevelingen gelden dan ook, voor zover van toepassing, voor de Gemeente Breda, beschermings bewindvoerders, hulpverlenende organisaties, kantongerecht en andere belanghebbenden.
De aanbevelingen zijn gebaseerd op de uitkomsten van de interne en externe onderzoeken, de conclusies en de knelpunten en verbeteringen die zijn aangedragen door de organisaties die hebben deelgenomen aan de enquête.
Aanbeveling 1: Zorg voor (de aanwezigheid van) een passend aanbod bij de vraag. Blijf daarbij waakzaam dat ook in de toekomst het onnodig uitspreken van beschermingsbewind wordt voorkomen. Hier dient extra aandacht voor te zijn met het oog op de aankomende wetswijziging, waarbij het hebben van problematische schulden wordt toegevoegd als grond om beschermingsbewind uit te spreken. Bevorder uitstroom uit beschermingsbewind en uit overige voorzieningen als dit niet meer nodig of passend blijkt te zijn. Idem dito voor de vorm van begeleiding.
Dit is op korte termijn te realiseren door: • Voorliggende voorzieningen per direct uit te breiden met het product ‘activerend budgetbeheer’ bij de Kredietbank. Dit is nog voorliggend op de reeds bestaande vormen van budgetbeheer. Hier kunnen personen gebruik van maken ook als er nog geen sprake is van (problematische) schulden, als er twijfel is over een juiste vervolginstrument of na afloop van een schuldregelingstraject of beschermingsbewindperiode. Dit product is niet oneindig bedoeld, maar gericht op vervolgstap ofwel activerend van aard. Bij voldoende draagkracht dient cliënt kosten van dit beheer zelf te voldoen. Burgers komen zo eerder bij de gemeente in beeld als ze de eindjes niet meer aan elkaar kunnen knopen. Verdere escalatie kan voorkomen worden. • Goede en regelmatige voorlichting te geven aan hulpverleners, rechters, vrijwilligers en burgers over de verschillende (voorliggende) voorzieningen en begeleidingsmogelijkheden die er zijn en wat deze inhouden (bijv. symposium houden, productenkaart maken, dit rapport verspreiden). • Het bieden van passende begeleiding of ondersteuning, zo lang als nodig is. Verruim inzet van vrijwilligers bij langdurigere behoefte aan ondersteuning en voor intensiever contact aan het begin. • In gesprek te blijven met het Kantongerecht over hun mogelijke bereidheid tot toetsing of er een passende voorliggende voorziening is op schuldenbewind.
Op langere termijn door: • Uitbreiding van het aantal budgetcursussen. • Uitbreiding van preventieve activiteiten zoals het geven van lessen op scholen. • Het onderzoeken van mogelijkheden tot verdere samenwerking inzake vroeg signalering van betalingsproblemen met lokale woningbouw, zorgverzekeraars, energiemaatschappijen. • Het voorkomen van wachttijden bij de diverse voorzieningen. • Eén loket voor inkomensondersteuning, materiële hulpverlening, preventie en educatie met regierol bij gemeente: hierdoor ‘ziet’ de gemeente alle aanvragen schuldhulpverlening, budgetbeheer, beschermingsbewind. En kan ‘sturen’ naar meest geschikte voorziening, begeleiding of uitstroom. Daardoor gepaste inzet financiële middelen, maar ook korte lijnen met bijv. Sociale Wijkteams.
Nota Beschermingsbewind Breda 2013
19
Aanbeveling 2: Formuleer eenduidig beleid over vergoeding kosten beschermingsbewind vanuit bijzondere bijstand. Dit zorgt voor vermindering van de uitvoeringskosten voor de gemeente als ook voor beschermingsbewindvoerders. Aanvragen en verstrekken gaat sneller, welke kosten onder welke voorwaarden vergoedt worden is helder voor iedereen. Zal vervolgens ook leiden tot minder bezwaarschriften, en daardoor verdere vermindering van kosten teweegbrengen. • Beleid eenduidig aanpassen aan nieuwe wet. • Beleidsregels gaandeweg aanpassen aan de hand van mogelijke jurisprudentie. • Juridische mogelijkheid bezien van geen verstrekking bijzondere bijstand als geen gebruik is gemaakt van passende voorliggende voorziening. • Uitvoeringskosten verlagen door specifiek, bondig en helder aanvraagformulier. • Dit aanvraagformulier ontwikkelen in samenspraak met beschermingsbewindvoerders. • In gesprek gaan en blijven met beschermingsbewindvoerders over verdere mogelijkheden tot wederzijdse kostenbesparing. • Beleid duidelijk communiceren met beschermingsbewindvoerders en andere belanghebbende partijen. Aanbeveling 3: Bewaak de kwaliteit: • Bundel gegronde klachten over beschermingsbewindvoerders en biedt deze aan bij het Kantongerecht. Onderzoek en maatregelen zullen dan volgen. Bij gegronde klachten kan ontslag volgen, zodat uiteindelijk alleen de ‘goede’ bewindvoerders overblijven. • Evalueer regelmatig de praktijk met gemeente, beschermingsbewindvoering, Kanton gerecht en Kredietbank. • Evalueer regelmatig de praktijk met hulpverleners, Kredietbank en gemeente.
Nota Beschermingsbewind Breda 2013
20