School voor ICT Onderwijs en examenregeling 1 voor de experimentele opleidingen op basis van de tweede generatie kwalificatiedossiers (format vanaf 2007). A. Basisgegevens Opleiding2 Kwalificatiedossier Crebonummer Uitstroom Crebonummer Uitstroom
: : : : :
ICT beheer 2010-2011 93190 ICT-beheerder 93191
Niveau Leerweg
: :
4 BOL
Opleidingsduur Studiebelastingsuren
: :
4 jaar 6400 uur
Cohort Schooljaar
: :
2010-2014 2013-2014
Versienummer
:
1
Indien de studieduur van een student de nominale studieduur aangegeven in dit OER overschrijdt, dan zijn de individuele afspraken over de invulling van de overschrijding beschreven in een addendum bij de onderwijsovereenkomst dat opgenomen is in het dossier van de student.
1
2
Indien zich tijdens de opleiding veranderingen voordoen, wordt dit oer tussentijds aangepast. Indien deze opleiding voortijdig moet worden beëindigd, wordt de deelnemer in de gelegenheid gesteld in te stromen in de verwante opleiding ICT beheerder met crebonummer: 10905.
2013-2014 OER 93190 BOL 10-14 ICT 4, juli 2013 definitief.doc4
Pagina 1 van 13
1
De inrichting van de opleiding
1.1. De vooropleidingseisen Om te kunnen worden toegelaten tot de opleiding is vereist dat een student in het bezit is van:
een diploma voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (VMBO) van: A. de sector economie of techniek (doorstroomregeling VMBO - beroepsonderwijs, art. 3) of B. Elke andere sector met behalve Nederlands en Engels ook wiskunde of economie in het pakket (doorstroomregeling VMBO - beroepsonderwijs, art. 5),
het diploma Medewerker beheer ICT niveau 3,
een diploma lager beroepsonderwijs (LBO), voorbereidend beroepsonderwijs (VBO), middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (MAVO) of MAVO/VBO, waarvan het examen van alle vakken is afgelegd op tenminste B-niveau. Het vak wiskunde, economie dan wel een moderne tweede vreemde taal moet deel hebben uitgemaakt van het examen (doorstroomregeling VMBO - beroepsonderwijs, art. 7),
een bewijs dat de eerste 3 leerjaren van een school voor hoger algemeen voortgezet onderwijs (HAVO) of van een school voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (VWO) met gunstig gevolg zijn doorlopen (WEB, art. 8.2.1) of
een nader bij ministeriële regeling aangewezen diploma of bewijsstuk (WEB, art. 8.2.1). Mocht de student niet een hierboven genoemde vooropleiding hebben gevolgd dan kan in bijzondere gevallen afgeweken worden indien de student naar verwachting het onderwijs in de opleiding met voldoende resultaat zal kunnen volgen, dit ter beoordeling van de toelatingscommissie (WEB, art. 8.2.1)
1.2.1. Uitstroomdifferentiaties en certificeerbare eenheden vanuit het kwalificatieprofiel Crebocode 93191 93192
Uitstroomdifferentiatie ICT-beheerder Netwerkbeheer
2013-2014 OER 93190 BOL 10-14 ICT 4, juli 2013 definitief.doc4
Pagina 2 van 13
1.2.2. De kerntaken, werkprocessen beroepsgericht Kerntaken 1. Ontwikkelen van (onderdelen van) informatiesystemen
2.
Implementeren van (onderdelen van) informatiesystemen
3.
Beheren van (onderdelen van) informatiesystemen
4.
Organiseren van een (bestaande) servicedesk
Werkprocessen 1.1 Vaststellen van de informatiebehoefte 1.2 Opleveren van een ontwerp van (een onderdeel van) een informatiesysteem 1.3 Opstellen van een plan van aanpak 1.4 Realiseren van een testomgeving 2.1 Opstellen van een implementatieplan 2.2 Uitvoeren van een implementatieplan 2.3 Ondersteuning bieden bij acceptatietests 2.4 Evalueren van een implementatie 3.1 Voorkomen van (ver)storingen 3.2 Lokaliseren en verhelpen van (ver)storingen 3.3 Behandelen en afhandelen van incidentmeldingen 3.4 Opstellen en bewaken van procedures 4.1 Onderhouden van een servicedesk 4.2 Beheren van een servicedesk 4.3 Opstellen van gebruikersinstructies
1.2.3. Leer, loopbaan en burgerschap Kerntaken 1. Benoemt zijn eigen ontwikkeling en gebruikt middelen en wegen om daarbij passende leerdoelen te bereiken 2. Stuurt de eigen loopbaan 3. Participeert in het politieke domein, in besluitvorming en beleidsbeïnvloeding 4. Functioneert als werknemer in een arbeidsorganisatie 5. Functioneert als kritisch consument 6. Deelnemer in allerlei sociale verbanden en respectvol gebruiken van de openbare ruimte 7. Zorgt voor de eigen gezondheid Het onderwijs en de examinering van Leer- loopbaan en burgerschap sluit aan bij de bovenstaande kerntaken. De eerste twee kerntaken krijgen vorm in de loopbaanbegeleiding tijdens de opleiding. Het onderwijs over burgerschap en de examinering ervan wordt verantwoord in een afzonderlijk verantwoordingsdocument dat deel uit maakt van het jaarverslag.
2013-2014 OER 93190 BOL 10-14 ICT 4, juli 2013 definitief.doc4
Pagina 3 van 13
1.2.4. De Competentiematrix beroepsgericht Competenties a. beslissen en activiteiten initiëren b. aansturen c. begeleiden d. Aandacht en begrip tonen e. samenwerken en overleggen
f. ethisch en integer handelen g. relaties bouwen en netwerken h. overtuigen en beïnvloeden i. presenteren j. formuleren en rapporteren
k. vakdeskundig toepassen l. materialen en middelen inzetten m. analyseren
n. onderzoeken o. creëren en innoveren p. leren q. plannen en organiseren
r. op behoeften en verwachtingen van de klant richten s. kwaliteit regelen
t. instructies en procedures opvolgen u. omgaan met veranderingen en aanpassen v. met druk en tegenslag omgaan w. gedrevenheid en ambitie tonen x. ondernemend en commercieel handelen y. bedrijfsmatig handelen
2013-2014 OER 93190 BOL 10-14 ICT 4, juli 2013 definitief.doc4
Beroepsgericht Kerntaak Werkproces 1 2 3
1.4 2.2 – 2.3 3.4
2 1 2 4
2.3 1.1 – 1.2 – 1.3 – 1.4 2.2 - 2.3 – 2.4 4.1
1 2 1 2 4 1 2 3 4 1 2 3 1 2 3 1 2 3 4 1 2 4 3
1.2 – 1.3 2.1 1.2 2.1 4.3 1.2 – 1.3 – 1.4 2.1 – 2.3 – 2.4 3.2 – 3.3 – 3.4 4.2 - 4.3 1.2 2.1 – 2.2 – 2.3 3.2 – 3.3 1.2 – 1.4 2.2 3.1 1.1 – 1.2 2.3 – 2.4 3.2 – 3.3 – 3.4 4.1 1.1 2.1 – 2.3 4.1 3.1
1 2 3 4 1 3 1 2 3 4 3
1.3 – 1.4 2.1 – 2.2 3.2 – 3.3 4.1 – 4.2 1.1 3.3 1.4 2.2 3.1 – 3.2 4.1 – 4.2 – 4.3 3.1 – 3.2 – 3.3
2 3
2.2 3.2 – 3.3
4
4.2
Pagina 4 van 13
1.2.5. Nederlands, moderne vreemde talen en Rekenen in de opleiding en vanuit het referentiekader Niveau 4: Diplomering in schooljaar 2013-2014
Leergebied Nederlands en rekenen
Eisen Niveau 3 F
Examinering Instellingsexamens
Slaag/ zakbeslissing Behaalde resultaten voor Nederlands en rekenen hebben geen invloed op slaag-/ zakbeslissing
Niveau 4: Diplomering in schooljaar 2014-2015 Leergebied Eisen Examinering Nederlands Niveau 3 F Nederlands: en rekenen Verplichte (centrale) examinering voor lezen en luisteren Instellingsexamens subdomeinen schrijven( inclusief taalverzorging), gesprekken voeren en spreken
Slaag/ zakbeslissing Het eindcijfer voor Nederlands mag niet lager dan een 5 zijn Het eindcijfer voor rekenen heeft geen invloed op de slaag-/ zakbeslissing
Instellingsexamens voor rekenen
Moderne vreemde taal vanuit het kwalificatiedossier In de opleiding zit de volgende moderne vreemde taal: Engels Luisteren C1 B2 B1 A2 A1
x x x
Lezen
Gesprekken voeren X X X
x x x
Spreken
Schrijven
x x x
x x x
1.2.6. Inhoud van de opleiding/opleidingsprogramma Binnen de opleiding wordt gewerkt met verschillende leerlijnen. Deze hebben tot doel om op verschillende wijzen te werken aan het behalen van de kerntaken en de daarbij behorende competenties.We kennen daarbij de volgende leerlijnen:
De integrale leerlijn: Basis voor de integrale leerlijn vormen de kerntaken, werkprocessen en competenties uit de beroepspraktijk. De leerlijn bestaat uit een aantal beroepssituaties waarbinnen gewerkt wordt aan (een reeks van) integrale opdrachten, meestal individueel. Een integrale opdracht biedt de gelegenheid aan een student om te werken aan de samenhang in de ontwikkeling van zijn kennis, vaardigheden en inzicht. Door te werken aan integrale opdrachten levert een student beroepsproducten op. Begeleiding en reflectie bij deze leerlijn vinden plaats op niveau: product (resultaat van een integrale opdracht), proces (tijdens de uitvoering) en competentieontwikkeling (van zijn persoon).
2013-2014 OER 93190 BOL 10-14 ICT 4, juli 2013 definitief.doc4
Pagina 5 van 13
De basisleerlijn: Hier worden onderwijsactiviteiten aangeboden van verschillende aard (lessen, trainingen, workshops) om de student de benodigde kennis en vaardigheden bij te brengen. Het gaat dan om kennis en vaardigheden die studenten nodig hebben om de integrale opdrachten te kunnen uitvoeren. Het kan ook gaan om onderwerpen die moeilijk direct terug te herleiden zijn naar een integrale opdracht en die daarom als lintvak worden aangeboden. Begeleiding en reflectie helpen de student om zich bewust te worden van zijn competentieontwikkeling ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden.
De loopbaanlijn: de student wordt tijdens zijn loopbaan in de opleiding begeleid in zijn ontwikkeling van vakmanschap en zijn persoonlijke groei. Met zijn loopbaanbegeleider stelt hij hiervoor een leerroute op die hij in de vorm van een programma volgt. Tijdens zijn (leer)loopbaan staan de student en zijn begeleider stil bij wat bereikt is, wat goed loopt en wat versterkt kan worden. De student reflecteert op zijn prestaties in relatie tot zijn leerdoelen die geoperationaliseerd zijn in de leerroute. De leerroute wordt op basis van de gesprekken geactualiseerd. In de leerroute worden maatwerk en gemaakte keuzes zichtbaar. Reflectie gebeurt in de school en in de praktijk. Naast de reflectie van de loopbaanbegeleider wordt reflectie gegeven door medestudenten, mensen uit de praktijk en andere medewerkers van de school. De loopbaanlijn speelt een belangrijke rol bij het leren leren (metacognitieve kennis)3.
1.2.7. Beschrijving onderwijsprogramma 1.2.7.1 Integrale leerlijn In het kerndeel werkt de student aan beroepssituaties. In deze beroepssituaties worden aspecten van de verschillende kerntaken en competenties behandeld. De kerntaken en competenties worden geïntegreerd aangeboden. Tijdens het kerndeel werkt de student aan de volgende beroepssituaties: Beroepssituatie
Kerntaak
Competenties
Integrale opdrachten (indicatief) 11
Studie punten
Een netwerk voor de 1, 2, 3 60 b, c, d, e, h, i, j, basisschool k, l, m, n, o, q, r, s, t, v en y Van koe naar consument 1, 2, 3 7 Meer trading en tracing 1, 2, 3, 4 6 30 Het ziekenhuis 1, 2, 3, 4 4 Ziekenhuis ICT 1, 2, 3, 4 9 30 Groene vingers II 1, 2, 3, 4 11 30 De competenties die worden beschreven in het kwalificatieprofiel komen in vrijwel elk blokboek terug waarbij het niveau toeneemt. Dit is inherent aan het didactisch model, dat concentrisch is. Aan het einde van ieder schooljaar wordt vastgesteld of de student voldoende voortgang heeft gemaakt, indien dit het geval is worden de studiepunten voor dat jaar toegekend. Gezien de snelle ontwikkeling in het ICT-veld is het zeer wel denkbaar dat de inhoud en benaming van de genoemde beroepssituaties tijdens de opleiding aan de actualiteit moeten worden aangepast. Alle bovengenoemde beroepssituaties zijn voorwaardelijk om aan de eindeindassessments te mogen deelnemen. De fasering van de opleiding is opgenomen in de studiegids.
3
Voor een nadere uitwerking zie ‘Schijnwerper op begeleiden’
2013-2014 OER 93190 BOL 10-14 ICT 4, juli 2013 definitief.doc4
Pagina 6 van 13
1.2.7.2. Basisleerlijn Hier worden onderwijsactiviteiten aangeboden van verschillende aard (lessen, trainingen, workshops) om de student de benodigde kennis en vaardigheden bij te brengen. Het gaat dan om kennis en vaardigheden die studenten nodig hebben om de integrale opdrachten te kunnen uitvoeren. Het gaat hierbij om de lintvakken, de talen en rekenen. 1.2.7.3. Loopbaanlijn binnen deze leerlijn volgt de student onderstaande onderdelen: LLB Intensieve begeleiding door de loopbaanbegeleider en indien nodig door de studentbegeleider; 1ste lijnondersteuning (docenten, loopbaanbegeleider, BPV-begeleider) Deze begeleiding is gericht op het primaire proces binnen het onderwijs en wordt gegeven door onderwijzend personeel. Het betreft vooral de studievoortgang van de individuele student. We denken hierbij aan coaching (begeleiding gedurende de gehele opleiding waar problemen aangekaart kunnen worden); Keuzebegeleiding door de studentbegeleider; ICT gerelateerde beurzen;
1.2.8 Beroepspraktijkvorming Tijdens de BPV leert de student het beroep in de praktijk, onder begeleiding van mensen die in dat beroepenveld werken. Een opleiding bestaat uit een aantal kerntaken waarin staat wat de student allemaal moet weten en kunnen. In veel kerntaken komen competenties voor die de student gaat leren en oefenen in de praktijk, een aantal in praktijksimulaties binnen de school, een aantal op de BPV-plaats. In de opleiding zijn enkele onderwijsperioden opgenomen als BPV-periode. Deze perioden vallen in het tweede, derde en vierde schooljaar. Om precies te weten wat er van de student verwacht wordt als de student de praktijk in gaat, krijgt de student van de opleiding BPV-leerdoelen mee. Deze leerdoelen zijn altijd gekoppeld aan de stof die de student in de voorgaande periode op school bestudeerd heeft aan de hand van de blokboeken. Gedurende de BPV-periode wordt de student begeleid door een praktijkopleider en een BPV-begeleider van school. Voordat de student met de BPV begint wordt een overeenkomst afgesloten. In deze overeenkomst, die door alle betrokkenen wordt ondertekend, staat beschreven wat ieders rechten en plichten zijn. Vooraf krijgt de student alle relevante informatie verstrekt door de BPV-coördinator. De BPV wordt beoordeeld op basis van competenties, het nakomen van afspraken en verslaglegging. In het derde en/of vierde leerjaar wordt tijdens de BPV-periode één of meerdere kerntaken in de praktijk getoetst.
BPV protocol Voor aanvang van de BPV:
De BPV coördinator geeft voorlichting aan de klassen minimaal 16 weken voor aanvang van de BPV periode. De studenten kunnen tot 8 weken voor aanvang van de BPV zelf een plaats aandragen. De gekozen BPV plaats wordt bij voorkeur gezocht in de door de coördinator dan wel de Ecabo aangedragen A en B lijst van erkende leerbedrijven. De student krijgt 4 weken de tijd om zelf een BPV plaats uit dit register te zoeken. Mocht de student met een BPV plaats komen buiten het A/B register dan bepaalt de coördinator in overleg met de Ecabo of er een aanvraag voor erkenning wordt ingediend In de periode voorafgaand aan de BPV volgt de procesbegeleider de studenten gaat na of ze een plaats vinden en de of ze de gemaakte afspraken nakomen. De procesbegeleider/opleiding heeft een overzichtelijk registratie systeem om de stand van zaken bij te houden en de coördinator wekelijks van informatie te voorzien.
2013-2014 OER 93190 BOL 10-14 ICT 4, juli 2013 definitief.doc4
Pagina 7 van 13
De student bevestigt middels het meldplaatsformulier schriftelijk dat beide partijen tot een overeenkomst zijn gekomen. De student kan pas definitief geplaatst worden als het meldplaats formulier is ingeleverd.
Na de deadline wordt de student door de BPV coördinator op een adres geplaatst. Binnen een week dient de student dan contact met dit bedrijf op te nemen en de bij het bedrijf behorende sollicitatieprocedure te volgen. De student bevestigt middels het meldplaatsformulier schriftelijk dat beide partijen tot een overeenkomst zijn gekomen. De student kan pas definitief geplaatst worden als het meldplaats formulier is ingeleverd.
Mocht door eigen schuld (niet verschijnen of onjuist handelen op het potentiële BPV adres) plaatsing op het door school verstrekte BPV adres, niet doorgaan, dan ligt de verantwoordelijkheid voor het vinden van een nieuw BPV adres geheel bij de student. De student mag alleen een geaccrediteerd BPV adres aandragen dat voldoet aan de opleidingseisen en goedgekeurd is door de BPV coördinator. De student ontvangt een brief waarin staat dat hij door eigen toedoen geen BPV adres heeft en stelt de student zelf verantwoordelijk voor de gevolgen. De BPV coördinator geeft de administratie opdracht om de brief te versturen. De procesbegeleider houdt verder toezicht op het vinden van een nieuw BPV adres.
De student kan tijdens de vakanties geen beroep doen op bemiddeling door de BPV coördinator.
Als na 2 weken na aanvang van de nieuwe BPV periode door eigen schuld nog geen BPVadres is gevonden volgt een bindend negatief studieadvies.
Wisseling van BPV tijdens de BPV periode:
Een student mag nooit zonder overleg met de BPV docent en BPV coördinator zelf eenzijdig de BPV beëindigen. Mocht dit gebeuren dan leidt dit tot een bindend negatief studieadvies. De student wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld door de adjunct-directeur van de opleiding.
Als een BPV tussentijds wordt beëindigd zal de student de op school moeten komen totdat een nieuw adres is gevonden. De student heeft een verantwoordelijke rol in het vinden van een nieuw adres. De student meldt zich aan en af bij de BPV coördinator, de student coördinator of bij afwezigheid bij de adjunct-directeur. De BPV coördinator en de student coördinator leerlingbegeleider worden dagelijks via de mail op de hoogte gehouden van de acquisitie. Als de beëindiging van de BPV veroorzaakt wordt door disfunctioneren van de student zijn de consequenties dat alle eerder gemaakte BPV uren ongeldig zijn, dat de BPV onvoldoende is en de BPV in zijn geheel moet worden overgedaan. De student ontvangt een brief waarin dit vermeld wordt. De BPV coördinator geeft het signaal aan de administratie voor het verzenden van de brief.
Afhandelen na de BPV
De student zorgt uiterlijk een week (dan wel eerder als dit is afgesproken) na de BPV dat alle in te leveren documenten genoemd in het BPV boek (beoordeling, urenregistratie, verslag) ingeleverd zijn bij de BPV docent. Deze beoordeelt (indien van toepassing) het verslag. Het niet tijdig inleveren van de afgesproken documenten betekent dat de BPV met onvoldoende wordt beoordeeld en dat een herkansing nodig is.
2013-2014 OER 93190 BOL 10-14 ICT 4, juli 2013 definitief.doc4
Pagina 8 van 13
1.2.9. Het keuze deel De student volgt een aantal verplichte keuzes: ECDL Cisco (semester 1 t/m 4) Scripting / webdesign
1.2.10. Ondersteunende activiteiten en O&K Het is mogelijk dat de student tijdens de opleiding(en) tegen bepaalde problemen aanloopt die niet tijdens het gewone programma opgelost kunnen worden. De student kan dan in aanmerking komen voor speciale ondersteunende activiteiten. Het kan ook zijn dat de student niet de juiste opleiding gekozen hebt, dan is er de mogelijkheid om een O&K traject te volgen. Hieronder worden de verschillende mogelijkheden genoemd. 1ste lijnondersteuning (docenten, loopbaanbegeleider, BPV-begeleider) Deze begeleiding is gericht op het primaire proces binnen het onderwijs. De begeleiding wordt gegeven door onderwijzend personeel. Het betreft vooral de studievoortgang van de individuele student. De volgende mogelijkheden worden met de 1ste lijnbegeleider besproken: Coachen (begeleiding gedurende de gehele opleiding waar problemen aangekaart kunnen worden); Eventuele verwijzing naar de 2de lijnbegeleiding.
2de lijnbegeleider (studentbegeleider) Wanneer er zich zaken voordoen die buiten het primaire proces van het onderwijs vallen en een negatieve invloed hebben op de studievoortgang, kan gebruik gemaakt worden van de 2de lijnbegeleiding. De volgende mogelijkheden worden bij de 2de lijnbegeleider besproken: Verkeerde studiekeuze; Problemen in de thuissituatie; Moeite met plannen (studiebegeleiding); Cursussen/ gesprekken Kortdurende counseling Training sociale vaardigheden; Eventuele verwijzing naar de 3de lijnbegeleiding. Daarnaast worden binnen ROC Eindhoven diverse begeleidingstrajecten aangeboden, onder andere: Individuele trajectbegeleiding (studie- en loopbaanbegeleiding); O&K (8 weeks groepsprogramma DOS); Stoornissen binnen het Autisme Spectrum; PSB (Psycho sociale begeleiding, bijv. training positief zelfbeeld, faalangstreductietraining, sociale vaardigheden training, individuele begeleiding). 3de lijnbegeleider Als blijkt dat zich voor de student problemen voordoen waar hij/zij ondersteuning bij wil maar die buiten de deskundigheid van de studentbegeleiders valt, kan doorverwezen worden naar de 3de lijnbegeleider. In alle gevallen gaat het hier om externe begeleiding.
2013-2014 OER 93190 BOL 10-14 ICT 4, juli 2013 definitief.doc4
Pagina 9 van 13
1.2.11. Overzicht studiebelasting en onderwijsactiviteiten In de tabel is een verantwoording opgenomen van de geprogrammeerde onderwijstijd. Bol en bbl opleidingen dienen op jaarbasis 1600 sbu te beslaan waarvan bij bol opleidingen ten minste 850 klokuren en bij bbl opleidingen ten minste 240 klokuren IIVO (in instellingstijd verzorgd onderwijs). Bol opleidingen die minimaal 850 klokuren omvatten, voldoen aan de norm voor de studiefinanciering.
2013-2014 OER 93190 BOL 10-14 ICT 4, juli 2013 definitief.doc4
Pagina 10 van 13
Crebonummer K-code/ variant leerweg
93190 K1200 BOL
Onderwijsactiviteiten 1 Werken aan integrale opdrachten 2 Geroosterde lessen / workshops 3 Praktikum / vaardigheidstraining 4 Beroepspraktijkvorming 5 Praktijksimulatie / stage 6 Excursies/werkbezoeken 7 Loopbaanbegeleiding 8 Beoordeling en examinering (summatief = kwalificerend) 9 Huiswerk 10 Overige activiteiten
leerjaar 1 Overige IIVO*
leerjaar 2 Overige IIVO*
uren
130 495 280 0 0 0 5 0
75 400 190
20
0 0 5 0 0 0
930
670
leerjaar 3 Overige IIVO*
uren
135 70 150 800 0 0 5 0
185 100 150
0
0 0 5 0 0 0
1160
440
leerjaar 4 Overige IIVO*
uren
175 60 115 800 0 0 5 20
195 60 115
0
0 0 5 50 0 0
1175
425
uren
140 50 100 800 0 0 5 20
200 50 180
0
0 0 5 50 0 0
1115
485
* IIVO = In instellingstijd verzorgd onderwijs SBU's Totaal SBU's leerjaar Percentage BPV
Onderwijsactiviteiten 1 Werken aan integrale opdrachten 2 Geroosterde lessen / workshops 3 Praktikum / vaardigheidtraining 4 Beroepspraktijkvorming 5 Praktijksimulatie 6 Excursies/werkbezoeken 7 Loopbaanbegeleiding 8 Beoordeling en examinering (summatief = kwalificerend) 9 Huiswerk 10 Overige activiteiten Totaal SBU's Totaal SBU's alle leerjaren Totaal percentage BPV
2013-2014 OER 93190 BOL 10-14 ICT 4, juli 2013 definitief.doc4
1600 0,0%
1600 50,0%
1600 50,0%
Totaal alle leerjaren Overige IIVO* uren
580 675 645 2400 0 0 20 40
655 610 635
20
0 0 20 100 0 0
4380
2020
6400 37,5%
Pagina 11 van 13
1600 50,0%
2
Beoordeling & examinering
2.1. Eisen en voorwaarden om deel te mogen nemen aan de examinering? Om deel te mogen nemen aan de eindassessments moet aan de volgende voorwaarden voldaan zijn: Het onderwijsteam heeft beoordeeld dat de competenties voldoende zijn ontwikkeld om deel te mogen nemen aan de eindassessments; Alle relevante BPV-periodes zijn met een voldoende beoordeling afgesloten; Het certificaat ECDL dient in je bezit te zijn; De relevante certificering van Cisco semester moet in je bezit zijn.
2.2. Programma van beoordeling & examinering Hieronder is te zien welke examens tijdens de opleiding worden afgenomen en in welke periode examinering plaatsvindt. Ook is weergegeven op welke manier de student wordt beoordeeld (instrument) en hoe vaak de student deel mag nemen aan een examen. Summatief/kwalificerend Beoordelingseenheid
Kerntaak, competenties
Periode
Instrument
Hulpmiddelen
Aantal gelegenheden
Minimum waardering
Weging
Kerntaak 1 Kerntaak 2 Kerntaak 3 Kerntaak 4
OIS4 IIS4 BIS4 OISD4
Leerjaar 3 / 4 Leerjaar 3 / 4 Leerjaar 3 / 4 Leerjaar 3 / 4
Eindassessment Eindassessment Eindassessment Eindassessment
Wordt tijdig bekend gemaakt
2 2 2 2
Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende
100% 100% 100% 100%
De beoordelingen ten aanzien van de Engelse taal zijn positief als tenminste 3 van de 5 taalvaardigheden op het juiste niveau voldoende afgesloten zijn.
2013-2014 OER 93190 BOL 10-14 ICT 4, juli 2013 definitief.doc4
Pagina 12 van 13
2.3. Aanvullende examenregels Aantal gelegenheden Een eindassessment, of delen hiervan, mag maximaal 2 keer afgelegd worden. Wegingsnorm Wanneer de student de minimale score van 60% per beoordelingseenheid en alle voorwaardelijke onderdelen heeft behaald, is de student geslaagd voor het betreffende eindassessment. Beoordeling bpv Het bedrijf waar de student bpv uitvoert, wordt betrokken bij de beoordeling. Personen uit het bedrijfsleven worden regelmatig betrokken bij de beoordeling van de eindassessments. Externe borg examens De kwaliteit van de examens wordt bewaakt door de Inspectie van het Onderwijs. Er is gekeken naar de beoordelingsinstrumenten en naar de gang van zaken tijdens de beoordeling. Aanvullende afspraken over de beoordeling & examinering Legitimatie Bij elke toets is het verplicht de studentenpas bij zich te hebben en op verzoek te tonen. Tweede gelegenheid Indien een eindassessment als onvoldoende wordt beoordeeld is er één extra gelegenheid voor het gehele eindassessment of een gedeelte ervan. Door de examencommissie wordt afhankelijk van het resultaat van het eindassessment, de termijn bepaald waarbinnen de herkansing plaatsvindt. De examencommissie laat zich adviseren door het betreffende docententeam. De beoordeling van de tweede gelegenheid komt in de plaats van de eerdere beoordeling, tenzij het eerder behaalde resultaat hoger was. In geval van herkansing van een onderdeel van een eindassessment wordt de behaalde score van het herkanste onderdeel doorberekend in de eindbeoordeling indien de score hoger is dan de originele score.
2013-2014 OER 93190 BOL 10-14 ICT 4, juli 2013 definitief.doc4
Pagina 13 van 13