ARCADIS NEDERLAND BV Het Rietveld 59a Postbus 673
MEMO
7300 AR Apeldoorn Tel 055 5815 999
Onderwerp:
Fax 055 5815 599
Hydrologische effecten aanleg bevaarbaar water langs Rondweg Van der Gootplantsoen Beulakerpolder te Giethoorn
www.arcadis.nl
Apeldoorn,
Projectnummer:
1 april 2008
N.056508
Van:
Opgesteld door:
E. van den Berg
E. van den Berg
Afdeling:
Ons kenmerk:
DIVISIE WATER
kennis en beleidsadvies Aan:
Kopieën aan:
Gemeente Steenwijkerland: A. Dzuba
K.K. Jager K.J. Boessekool
Aanleiding In het kader van de inspraakprocedure voor het bestemmingsplan Beulakerpolder heeft de gemeente diverse inspraakreacties ontvangen. Veel van deze reacties hadden betrekking op de geplande rondweg in het plangebied. Dat is de reden dat op 17 januari 2008 over dit onderwerp overleg is gevoerd met de direct betrokkenen. Tijdens dit overleg heeft de gemeente Steenwijkerland met de betrokkenen afgesproken dat onderzocht zou worden of het mogelijk is een bevaarbaar water op boezempeil aan te leggen tussen de geplande Rondweg en de aanliggende woningen in het Van der Gootplantsoen. Landmeetkundige werkzaamheden Allereerst zijn landmeetkundige werkzaamheden uitgevoerd om een goed beeld te krijgen van de hoogteligging van de percelen en woningen aan het Van der Gootplantsoen. De woningen liggen op ca. NAP – 0,30 m – NAP -0,40 m. De tuinen hebben een hoogte van ca. NAP – 0,60 – NAP -1,10 m. De bijgemeten maaiveld- en drempelhoogten zijn in het blauw aangegeven op de als bijlage toegevoegde tekening. Op basis van deze hoogten zijn de resultaten van het onderzoek naar het effect op de grondwaterstand geïnterpreteerd. Onderzoek naar de effecten op de grondwaterstand Op 24 januari 2008 is overleg gevoerd met waterschap Reest en Wieden. Tijdens dit overleg is afgesproken dat voor het beoordelen van de effecten op de grondwaterstand gebruik wordt gemaakt van het grondwatermodel dat in het kader van het Watergebiedsplan is gemaakt.
Blad:
1/8
De onderzoeksvraag luidt: “Is het mogelijk een bevaarbaar water op boezempeil aan te leggen tussen de geplande Rondweg en de aanliggende woningen in het Van der Gootplantsoen zonder daarmee de (kans op) grondwateroverlast in het Van der Gootplantsoen te vergroten.” Het waterschap verwacht een onderbouwd voorstel van de gemeente dat door het waterschap op de door haar gehanteerde uitgangspunten getoetst kan worden. De verwachting is dat de aanleg van een water op boezempeil tussen de geplande Rondweg en de woningen in het Van der Gootplantsoen zal leiden tot hogere grondwaterstanden. Daarom is dit effect berekend met het beschikbare grondwatermodel. De doelstelling hiervan is om de verandering in de grondwaterstand na aanleg van het bevaarbare water op boezempeil te bepalen. In overleg met het waterschap gekozen uitgangspunten Voor de berekeningen is gebruik gemaakt van het grondwatermodel dat in een eerder stadium is gemaakt ten behoeve van het Waterbesluit dat door Waterschap Reest en Wieden is genomen. Dit model is geijkt en gekalibreerd. Dit betekent dat de berekende grondwaterstanden zijn gecontroleerd met behulp van gemeten grondwaterstanden. Voor het onderzoek naar de verandering van de grondwaterstand na aanleg van een bevaarbaar water op boezempeil wordt het grondwatermodel voldoende nauwkeurig geacht. Een aantal randvoorwaarden is van belang voor het beantwoorden van de vraag. Deze zijn voor aanvang van de berekeningen nog eens extra gecontroleerd. Als eerste is dit de waterstand in de omliggende boezemwateren. Deze hebben een zomerpeil van -0,73 m NAP en een winterpeil van 0,83 m NAP. Het ontwerppeil voor het bevaarbare water langs de Rondweg bedraagt eveneens NAP 0,73 / -0,83 m. Het huidige polderpeil in de polder Giethoorn bedraagt ca. NAP -2,60 m. De doorlatendheid (de weerstand die het water ondervindt als het door de bodem van de vaart zakt naar de ondergrond) is voor het nieuw te graven water is op 26 dagen gesteld. Dit is dezelfde weerstand die in het model is toegekend aan het kanaal Beukers-Steenwijk en de Cornelisgracht. Hierbij moet worden opgemerkt dat het waarschijnlijk is dat de weerstand de eerste jaren na aanleg minder zal zijn dan 26 dagen omdat zich eerst een sliblaag moet vormen. De berekende grondwaterstandverhoging geldt dus voor de eindsituatie. De aanvulling van het grondwater bepaalt of de grondwaterstand ter plaatse van het Van der Gootplantsoen een bol of een hol verloop heeft. In het model is een grondwateraanvulling van 0,4 mm per dag gebruikt. Dit komt overeen met 40% van het gemiddelde neerslagoverschot in Nederland. Dit is een reële waarde omdat circa 60% van het plantsoen uit verhard oppervlak bestaat. Het verhard oppervlak is bepaald op basis van de beschikbare topografische kaarten. De neerslag die op het verharde oppervlak valt wordt doormiddel van straatkolken via het riool afgevoerd en draagt daarom niet bij aan een stijging van de grondwaterstand. Modelberekeningen en analyse Het grondwatermodel is eerst doorgerekend voor de situatie zoals die in het bestemmingsplan is voorzien (zonder boezemwater langs de Rondweg). Vervolgens is de periode opgezocht met de hoogste grondwaterstand. Na 1169 dagen loopt de grondwaterstand op tot NAP -0,80 m in het zuidoosten naar NAP -2.20 m in het noordwesten (zie afbeelding 1).
Ons kenmerk:
Blad:
2/8
Afbeelding 1: De berekende grondwaterstand ter plaatse van het Van der Gootplantsoen , scenario ‘ingericht 3a’.
Vervolgens is aan de westzijde en aan de noordzijde van het Van der Gootplantsoen een boezemwater aangebracht met een bodemdiepte van NAP -1.98m en een zomer en winterpeil van respectievelijk NAP -0.73 m en NAP -0.83m en een doorlatendheid van 26 dagen. Na 1169 dagen loopt de berekende grondwaterstand op van NAP -0,15 m in het oosten naar NAP -0,90 m in het westen (zie afbeelding 2).
Afbeelding 2: De berekende grondwaterstand ter plaatse van het van de Gootplantsoen met een boezemwater rond het Van der Gootplantsoen.
Ons kenmerk:
Blad:
3/8
Afbeelding 3: het berekende verschil in grondwaterstand tussen het scenario overeenkomstig het bestemmingsplan en het scenario met een boezemwater rondom het Van der Gootplantsoen bedraagt + 0.10 m tot + 1.50 m.
Afbeelding 3 laat zien dat in de nieuwe situatie het grondwater in extreme situaties maximaal ca. 1,50 m hoger zal komen te staan. Dit betekent dat een aanzienlijk deel van het Van der Gootplantsoen onder water zal komen te staan in natte perioden (in extreme situaties). De waterstand ten opzichte van het maaiveld is voor de situatie met het boezemwater weergegeven in afbeelding 4. In de situatie zonder het boezemwater (volgens bestemmingsplan) zal alleen de wadi in het midden van het plantsoen geïnundeerd zijn.
Afbeelding 4: De berekende grondwaterstand ten opzichte van het maaiveld ter plaatse van het van der Gootplantsoen.
Ons kenmerk:
Blad:
4/8
De hoogst gemeten grondwaterstand in peilbuis 2 van het waterschap Reest en Wieden (deze staat in het Van der Gootplantsoen) bedraagt NAP -1,20 m op 18 januari 2007. Het maaiveld ter plaatse ligt op circa NAP -0,60 m. Op basis hiervan is gesteld dat een grondwaterstand ondieper dan 0,60m – maaiveld niet toelaatbaar is. Om een goed beeld te krijgen van de effecten van de aanleg van een boezemwater zijn tevens een aantal maaiveldhoogten in het Van der Gootplantsoen ingemeten. Op basis hiervan is bepaald voor welk gebied de grondwaterstand boven de gestelde waarde van 0,60 m beneden het maaiveld uitkomt. Op basis van de hoogtemetingen is een profiel gemaakt die de hoogteligging van het gebied ten opzichte van het boezemwater weergeeft (zie bijlage). De donkerblauwe kleuren geven de gebieden aan waar de grondwaterstand boven het maaiveld staat. De lichtblauwe gebieden hebben gedurende een natte periode grondwaterstanden die boven de gestelde 0,60m – maaiveld uitkomen. De exacte mate waarin de grondwaterspiegel in het gebied stijgt is echter onzeker. Gedetailleerde uitspraken kunnen namelijk met het bestaande model niet worden berekend. De uitkomsten geven echter wel een goede indicatie van de grondwateroverlast die zal optreden. Speculatie Uit het model valt af te leiden dat de grondwaterstroming vanuit het zuidoosten naar het lager gelegen noordwesten stroomt. Het waterpeil bedraagt in het zuidoosten gedurende de natste periode NAP 0,83m, terwijl het peil in het noodwesten op NAP -2.60 m staat. De verhanglijn hiertussen is min of meer een rechte lijn. Met andere woorden, er is geen sprake van een duidelijke bolling of holling in de grondwaterspiegel. De aanvoer van het grondwater gebeurt voornamelijk door neerslag en voor een deel uit aanvoer vanuit het zuidoosten. Na de aanleg van het boezemwater blijkt de verhanglijn te verschuiven. Over het eerste gedeelte blijft het grondwaterpeil hoog, pas later (na het boezemwater) gaat het grondwater over naar een rechtlijnig verhang in de richting van polder Giethoorn. Neerslag gaat hierdoor een nog belangrijkere rol spelen in de aanvulling van het grondwater. Opgemerkt wordt dat de berekende situatie een extreme situatie is. De effecten op de gemiddeld hoogste grondwaterstand (dit is een hoge grondwaterstand die ongeveer 2 tot 3 keer per jaar optreedt) zullen geringer zijn. Vanwege de lage ligging van het Van der Gootplantsoen (zie profiel 3 op bijgevoegde tekening) is de extreme situatie als maatgevend gehanteerd. Dit is de reden dat de berekende stijging van de grondwaterstand aanmerkelijk hoger is dan de stijging van de grondwaterstand die in het verleden al eens is berekend. In de in het verleden uitgevoerde berekening is de aanvulling van het grondwater door neerslag niet meegenomen, maar alleen de stijging van het grondwater door kwel vanuit de omringende boezemwateren.
Ons kenmerk:
Blad:
5/8
Maatregelen Er is een aantal maatregelen denkbaar om grondwateroverlast in het Van der Gootplantsoen te voorkomen. Onderstaand worden deze maatregelen beschreven. Aanleg kwelsloot Langs de vaart kan een kade met kwelsloot worden aangelegd. Deze kwelsloot kan afwateren op de polder Giethoorn. Dit is dezelfde oplossing die voor de Jonenweg is voorzien ter plaatse van het natuurdeel. Het ruimtebeslag van deze oplossing is echter groter dan de aanwezige ruimte. Het ruimtebeslag wordt vooral bepaald door de vereiste hoogte en breedte van de kade in verband met veiligheid en onderhoud en de in verband met de stabiliteit te hanteren taludhellingen. Het aanbrengen van een kwelsloot kan binnen de beschikbare ruimte alleen aan de westzijde worden gerealiseerd. Aan de noordzijde is onvoldoende ruimte aanwezig (zie tekening). Om de constructie te kunnen aanleggen zouden een woning, tuinen (en schuren) van de woningen grenzend aan de vaarverbinding moeten worden opgeofferd. Ook de bouwkavels van de Bouwcombinatie (westzijde) zouden in omvang worden gehalveerd. De verwachting is dat een kwelsloot met bemaling wel de grondwaterproblemen voor de woningen direct grenzend aan de kwelsloot oplost, maar dat aan de zuidzijde, richting de Cornelisgracht de grondwateroverlast hiermee niet is opgelost. Door drainage aan te leggen door de hele wijk, loodrecht op de kwelsloot is dit probleem redelijkerwijs (e.e.a. na nader onderzoek) te verhelpen. De drainage voert in dit geval het teveel aan grondwater af naar de kwelsloot. Op basis van het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat de constructie met een kwelsloot niet kan worden aangelegd. Er zijn wel aan aantal andere maatregelen denkbaar. Deze worden onderstaand beschreven. Aanpassen afmetingen Het aanpassen van de afmetingen van het profiel is nauwelijks mogelijk. De enige afmeting die kan worden aangepast is de breedte van het boezemwater. Een kleinere breedte gaat ten koste van de functionaliteit en is niet wenselijk. De overige afmetingen komen voort uit eisen die het waterschap en minimale afmetingen die vanuit technisch oogpunt noodzakelijk zijn in verband met sterkte, stabiliteit, drainerend vermogen etc. Vaart in damwand zetten en toepassen bemalen drainage Een mogelijke maatregel is om damwanden naast de vaart te plaatsen om de kwellengte te vergroten waardoor er minder water uit de vaart in het Van der Gootplantsoen op kwelt. Deze maatregel zal echter niet veel bijdragen. De kwellengte wordt weliswaar groter, maar er treed nog steeds een aanzienlijke opbolling van het grondwater op door instroom vanuit de Oost- en Zuidzijde en het Neerslagoverschot. Een gedeelte zal ook komen door infiltratie vanuit de vaarweg en een beperkte uitstroom naar de polder. Deze oplossing zou daarom moeten worden gecombineerd met het aanbrengen van een bemalen drainage systeem dat het water met behulp van een pomp afvoert op het Kanaal Beukers of de polder Giethoorn.
Ons kenmerk:
Blad:
6/8
Hierbij is er dus geen oppervlaktewater in de vorm van een sloot aanwezig. Het water wordt in de drainage opgevangen en komt in een pompput uit, waarna het op de boezem wordt uitgeslagen. Deze drainage dient om de diverse bouwblokken te worden aangelegd (deels op particulier terrein). Eventueel kan een overstort op de reguliere riolering fungeren als back-up systeem voor in het geval de bemaling stil valt door bijvoorbeeld een storing. Bevaarbaar water aanleggen op een peil van NAP -2,60 m met een sluis Een andere mogelijkheid is om het bevaarbare water aan te leggen op een peil van NAP -2,60 m. Hierdoor ontstaat er geen stijging in het grondwaterpeil. Wel dient in de Cornelisgracht een sluisje te worden aangelegd in combinatie met een fietsbrug. Deze sluis dient ongeveer 15 x 4 m groot te zijn en ca. 1,5 meter diep. Aanleg van een recreatiehaven langs de Cornelisgracht Het is ook mogelijk een recreatiehaven aan te leggen voor de bewoners van het Van der Gootplantsoen aan de westzijde van het gebied langs de Cornelisgracht. In dit haventje kunnen de bewoners van de aan de Rondweg grenzende woningen een bootje afmeren. Dit alternatief is als zodanig op de bijgevoegde tekening indicatief weergegeven. Bespreking mogelijke maatregelen met gemeente en Bouwcombinatie De in deze memo beschreven mogelijke maatregelen zijn besproken met de gemeente Steenwijkerland en de Bouwcombinatie . De besproken varianten zijn: 1. Aanleg kwelsloot; 2. Aanpassen afmetingen; 3. Vaart in waterdichte damwand; 4. Bevaarbaar water aanleggen op een peil van NAP -2,60 m met een sluis; 5. Aanleg van een recreatiehaven langs de Cornelisgracht. In het overleg tussen de gemeente en de Bouwcombinatie is op basis van het bovenstaande besloten om gebruik te maken van het perceel aan de noordzijde van de rondweg. Dit perceel is eigendom van de Bouwcombinatie en DLG. Omdat de rondweg een 30 km weg is kan een asverlegging worden toegepast. De as van de rondweg kan 36 m in noordelijke richting worden verlegd. Hierdoor blijft er meer ruimte over tussen de kwelsloot en de oorspronkelijke achtertuinen van de woningen aan het Van der Gootplantsoen. Hierdoor kan variant 1, die het meest wenselijk is, worden toegepast. Informeel overleg met waterschap Reest en Wieden op 16 april 2006 Op 16 april is overleg gevoerd met waterschap Reest en Wieden. Uit dit overleg is gebleken dat het technisch mogelijk is om bevaarbaar water langs de rondweg aan te leggen. Hierbij dient voldoende aandacht te zijn voor de beheersbaarheid van het geheel. Het is niet wenselijk achter iedere woning een brug over de kwelsloot aan te leggen. Het waterschap wordt in verband met het algemeen belang na aanleg beheerder van de kwelsloot, kade en het bevaarbare water.
Ons kenmerk:
Blad:
7/8
Alternatieven ter bespreking met bewonerscomité De gemeente en de bouwcombinatie hebben in overleg besloten de onderstaande 2 modellen aan het bewonerscomité voor te leggen. De modellen staan eveneens ruimtelijk weergegeven op bijgevoegde tekeningen. Model 1: Asverlegging Rondweg en aanleg vaart met kade en kwelsloot In dit model wordt de as van de rondweg 36 meter in noordelijke richting verschoven. De aansluiting op de Kanaaldijk blijft ongewijzigd. De lengte van de rondweg neemt met 60 m toe. De ashoogte van de rondweg wordt verhoogd van NAP -0,40 m naar Nap +0,10 m. Door de extra ruimte die zo ontstaat kan de vaart met kade en kwelsloot worden aangelegd. Er blijft dan zelfs wat ruimte over. Er moeten voorzieningen worden getroffen om de kwelsloot over te steken. Omdat het waterschap niet achter iedere woning een brug wil kan gedacht worden aan een gezamenlijk achterpad met een centrale oversteekvoorziening (brug of dam) of een dam per 2 woningen (is opgenomen op tekening). De overhoeken worden aan de bewoners van het Van der Gootplantsoen verkocht. De oppervlakten die zijn weergegeven zijn indicatief en afhankelijk van de nadere technische uitwerking na het overleg met het bewonerscomité. De exacte afmetingen van de kwelsloot en de relatie met de drainage moet na het overleg nog worden uitgewerkt. Voor de bewoners van het Van der Gootplantsoen 25 tot en met 39 worden in dit model afmeervoorzieningen voorzien in de Cornelisgracht. Hiertoe wordt een beschoeiing/damwand geplaatst ten oosten van de nieuwe brug over de Cornelisgracht. Model 2: Geringe asverlegging Rondweg zonder aanleg vaart In dit model wordt uitgegaan van een geringe asverlegging van de Rondweg. Er wordt geen bevaarbaar water aangelegd langs de rondweg. Wel wordt er een centrale afmeervoorziening gemaakt in de Cornelisgracht ten oosten van de nieuwe brug. De rondweg wordt aangelegd op NAP -0,40 m. De grond tussen de huidige woningen aan de noordzijde van het Van der Gootplantsoen en de rondweg wordt verkocht aan de bewoners.
Ons kenmerk:
Blad:
8/8