ONDERNEMINGSPLAN 2014 VRT Onderzoek & Innovatie Auguste Reyerslaan 52 1043 Brussel Innovatie.vrt.be
Dit document heeft betrekking op de toegevoegde opdracht van de VRT beheersovereenkomst 2012-2016. De opdracht maakt het voorwerp uit van de specifieke overeenkomst “onderzoek en innovatie” tussen de VRT en Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Vlaamse Viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Innovatie, overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding.
2
INHOUDSOPGAVE Inleiding
4
1 - ONDERZOEKSTRAJECT: MULTIPLATFORM, PRODUCTIE EN DISTRIBUTIE
5
Project P: Multiplatformproductie en –distributie
5
Project M: MECaNO
7
Project S: Shareability en topic spotting
8
2 - ONDERZOEKSTRAJECT: AUTOMATISCHE ANNOTATIE EN ONTSLUITING
10
Project T: TOSCA-MP
10
Project V: AARON - Automatische annotatie, verrijking en ontsluiting van content
12
Project O: STON
14
3 - ONDERZOEKSTRAJECT: PERSONALISATIE
16
Project Z: Empathic products
16
Project D: Gepersonaliseerd media aanbod
18
4 - ONDERZOEKSTRAJECT: LIVE-EVENTBELEVING
21
Project C: Cyclocross Immersief
21
Project I: ICoSOLE
23
5 - SAMENWERKING MET EBU Project E: Participatie in EBU 6 - “DE PROEFTUIN” ALS VOORNAAM WERKINSTRUMENT
25 25 26
3
INLEIDING Dit ondernemingsplan geeft een overzicht en gedetailleerde beschrijving van de geplande activiteiten van VRT Onderzoek en Innovatie in 2014, in het kader van de toegevoegde opdracht “onderzoek en innovatie” van de VRT beheersovereenkomst 2012-2016. Het geeft ook een transparante opdeling van de voorziene budgetten van deze activiteiten en projecten. De verschillende activiteiten worden voorgesteld in de context van afzonderlijke projecten, die op hun beurt worden opgehangen aan onderzoekstrajecten. In het meerjarenplan werden vier grote onderzoekstrajecten gedefinieerd en in detail beschreven: - Productieapparaat van de toekomst met als subthema’s: - Multiplatform, productie en distributie - Live-eventsbeleving - Personalisatie - Automatische annotatie en ontsluiting - Per project duiden we aan wat de projectvorm is (IWT, iMinds/ICON, FP7, VRT Onderzoek en Innovatie,...) en noteren we de geplande inzet en de verwachte resultaten. De manmaanden hebben uitsluitend betrekking op het werkingsjaar 2014. Bovendien verwijzen we per specifiek project naar de verdere ambities onder de vorm van valorisatie. Specialisaties Het O&I-team is erg multidisciplinair dankzij de rijkheid aan profielen. We beschikken evenwel over enkele kerncompetities. Logischerwijs vinden deze dan ook hun weerslag in de onderzoekstrajecten.
KENNISDOM EINEN
TECHN IEKEN
IN N OVATIEM ANAGEM EN T
Spraaktechnologie
Verschillende programmeertalen
Programmamanagement
(o.a. PHP, C, C++, Java, Javascript)
Artificiële intelligentie
UX-design
Projectmanagement
Broadcast infrastructuur
Beeldformaten
Internetstrategie
technologie en netwerken Telecom technologie
Compressieformaten
Collaboratieve projecten en financiering (IWT, ICON, Europese projecten)
Metadatatechnologie
Audio- en beeldanalyse
Diffusie onderzoeksresultaten
Signaalverwerking
Eventmanagement
(metadatamodellen, zoektechnologie, semantisch web) Radioproductiesystemen
4
Formatinnovatie
Online storytelling
Gebruikersonderzoek i.s.m.
Prototyping
iMinds-SMIT
Living lab onderzoek i.s.m. iMinds-SMIT
ONDERZOEKSTRAJECT: MULTIPLATFORM, PRODUCTIE EN DISTRIBUTIE PROJECT P: MULTIPLATFORM PRODUCTIE EN DISTRIBUTIE Onderzoekspartners: Limecraft
Algemene omschrijving Researcher+ zet het onderzoek rond configureerbare content, dat gestart werd onder de vorm van Researcher (Ondernemingsplan 2013), voort. Tegelijk incorporeert het de resultaten van het project "Dit is Vandaag", waar multiplatform distributie ook een van de onderzoekspijlers was. Het project wordt net zoals in 2013 in samenwerking met de VRT-medialab spin-off Limecraft uitgevoerd. Vandaag functioneren de kanaalspecifieke productiesystemen (tv, radio, web, mobiel) grotendeels als aparte silo's en beperkt crossmedia productie zich louter tot het delen en hergebruiken van de geproduceerde content voor de andere kanalen. Doorgaans resulteert dat in inhoudelijk identieke versies, hoewel het om verschillende platformen gaat. Op die manier is de meerwaarde vaak zoek, aangezien verhalen vragen om een unieke aanpak voor elk kanaal. In dit project onderzoeken we welke productietools en processen er nodig zijn om configureerbare content te produceren. Configureerbare content ligt aan de basis van multiplatform produceren en vindt zijn oorsprong in de term “configurable product”. De term betekent dat een virtueel product niet op zich bestaat, maar alleen voorkomt in afgeleide vormen. Precies zoals een T-shirt bestaat in verschillende maten en kleuren, heeft content verschillende verschijningsvormen. Configureerbare content produceren, start bij de conceptfase en de modellering van het hele multiplatform programma en heeft zo impact op de gehele productieflow. Om dit te ondersteunen blijft het capteren van productionele (meta)data een belangrijk aandachtspunt en dit zal in Researcher+ dan ook verder uitgebreid worden. Het gaat onder meer over narratieve elementen met betrekking tot multiplatform, annotaties, technische gegevens, beeld- en audioanalysedata en publicatiedata. We willen ook de interactie met de consument (realtime analytics en impact factor, zie project S - Shareability & Topic Spotting) in rekening brengen, en dat liefst tot op het niveau van individuele fragmenten. Deze rijke stroom van data moet het makkelijker maken voor de professionele gebruiker om multiplatform content aan te maken en te publiceren, op een gedeeltelijke automatische manier.
5
Werkpakket P.4 - Researcher+ Aantal MM: 38 (in samenwerking met Limecraft) In dit werkpakket zullen we drie activiteiten uitvoeren. We breiden de Story Editor uit, die vorig jaar in samenwerking met het Panorama-team ontwikkeld werd in het Researcher project, op basis van het bestaande model voor tv-storytelling met meer multiplatform karakteristieken. Verder gaan we op zoek naar een radiomaker om samen te exploreren hoe een radioreportage eruit kan zien in multimediale vorm. Het is de bedoeling om te vertrekken vanuit de klassieke aanpak waarbij enkel audio wordt geproduceerd, om van daaruit te evolueren naar een multiplatformproductie. De resultaten van dit onderzoek dienen als input voor de activiteit “Multimediale radiodocumentaire” in “Shareability en topic spotting” (Project S). Tot slot wordt onderzocht hoe multimediale elementen kunnen worden voorbereid met het oog op publicatie op verschillende platformen. In de huidige werkprocessen verloopt dit via gespecialiseerde video-, audio- of beeldbewerkingsapplicaties. We gaan na hoe dat te ondersteunen en welke interfaces er nodig zijn tussen de Story Editor en eventuele publicatiecomponenten.
OPLEVERIN GEN
BESCHRIJVING
TYPE
EINDE KW ARTAAL
P.4.1
Multiplatform Story Editor
Proof of concept
Q2
P.4.2
Radiodocumentaire als multimediale story
Document & multimediacontent
Q2
P.4.3
Multiplatform Verwerking van Video, Audio en Beeld.
Proof of concept
Q4
Valorisatie De resultaten in dit project zullen leiden tot: - Een verbeterde multiplatformproductie op basis van de opgebouwde expertise. - Betere integratie van multiplatform mediaworkflows. - Op maat gemaakte productietools voor multiplatform storytelling die verder kunnen worden ontwikkeld voor programmamakers in bijvoorbeeld actuaprogramma’s. - Kennisoverdracht van de verworven inzichten in de verschillende werkpakketten via demo opstellingen en workshops.
6
PROJECT M: MECANO (IWT ICON project) Project looptijd: 1 januari 2014 - 31 december 2015 Onderzoekspartners: SDN Square, Alcatel Lucent, Limecraft, Videohouse, iMinds-IBCN, iMinds-PATS
Algemene omschrijving Beelden van camera naar tv-scherm brengen is een complex productieproces waarbij verschillende actoren uit de mediasector (omroepen, productiehuizen, distributeurs,...) zijn betrokken. Gedreven door een stijgende nood aan gedecentraliseerde (post)productie op geografisch verspreide locaties wil het MECaNO project een geschikte netwerktechnologie ontwikkelen die dit mogelijk maakt. MECaNO zal daarom zowel een technologisch als techno-economisch optimale oplossing voor de mediasector opleveren en zal deze evalueren aan de hand van realistische use cases. MECaNO streeft ernaar om in de context van collaboratieve mediaproductie een netwerktechnologie te ontwikkelen die een zo groot mogelijke geografische regio kan beslaan. Aanvullend aan deze netwerktechnologie zal MECaNO ook een dynamisch expertsysteem ontwikkelen om dit mediacontributienetwerk te beheren om zo de mogelijkheden die de technologie aanbiedt maximaal te benutten. Dit expertsysteem zal de mogelijkheid bieden om verkeer te manipuleren en te routeren over het netwerk, maar ook om het versturen van mediabestanden te plannen door rekening te houden met afleverdeadlines. Het systeem zal tevens dynamisch het netwerk kunnen aanpassen aan wijzigende omstandigheden zoals netwerkpannes. Als niet-technische hoeksteen van het project zal een geschikte use case voor gedecentraliseerde mediaproductie worden uitgewerkt en getest. De intrinsieke waarden zullen worden gedemonstreerd in een piloot use case, als onderdeel van een tv-productieproces. Meerdere use cases zullen ook worden geanalyseerd vanuit een techno-economisch perspectief. Door waardenetwerken en geschikte kostenbatenmodellen te identificeren, zullen de kostenefficiëntie van de technische oplossing en de (in)directe inkomsten worden geanalyseerd, maar ook duurzame businessmodellen zullen worden uitgewerkt voor de betrokken media-actoren. Het project is georganiseerd in vijf werkpakketten. Werkpakket 1 behandelt de karakterisatie van het medialandschap en de definitie van use cases, terwijl werkpakket 4 deze evalueert vanuit een technoeconomisch perspectief. Werkpakket 5 demonstreert de uitkomst hiervan door middel van een piloot use case. De technische werkpakketten behandelen de ontwikkeling van de packet switching netwerktechnologie zonder verlies (werkpakket 2) en het dynamische expertsysteem (werkpakket 3). De MECaNO technologie wordt tevens geëvalueerd binnen werkpakket 5 op het fysieke testbed. VRT O&I participeert in werkpakket 1, werkpakket 4 en werkpakket 5. Voor 2014 zijn er enkel opleveringen gepland voor werkpakket 1.
Werkpakket M.1 - Media landscape network characterization Aantal MM: 1 VRT O&I, Videohouse en Limecraft zullen de relevante productie use cases binnen een omroep definiëren en de voornaamste vereisten in de verschillende stappen van de (post)productie workflow identificeren, zowel vanuit het perspectief van de omroep als van een infrastructuur en software provider.
7
OPLEVERIN GEN
BESCHRIJVING
TYPE
EINDE KW ARTAAL
M.1.1
Document die de verschillende media actoren en hun vereisten beschrijft.
Rapport
Q1
M.1.3
Overzicht van een realistische use case voor de Vlaamse media omgeving, op basis van de as-is situatie.
Rapport
Q4
Valorisatie De ontwikkelde technologie zal nieuwe hoge kwaliteit videoproductieworkflows in het Vlaamse medialandschap mogelijk maken op een meer kosteneffectieve, efficiëntere en meer flexibele manier dan vandaag. Het zal tevens gedistribueerde (post)productie modellen en nieuwe opportuniteiten voor samenwerking mogelijk maken.
PROJECT S: SHAREABILITY EN TOPIC SPOTTING Algemene omschrijving In een multimediale redactie begint een verhaal met een concept, dat gedurende de dag uitgroeit tot een afgewerkt product. Wat dit afgewerkt product is, zij het een radiointerview, een diepgravende reportage of een kort nieuwsitem, wordt bepaald door de aard van het verhaal en het buikgevoel van de redacteur. Wanneer we spreken over configureerbare content en multiplatform distributie nemen we afstand van het broadcast gedachtegoed, en gaan we in de richting van content aangepast aan het doelpubliek. Hierbij is een grote rol voor de gebruiker weggelegd. Online distributie stelt ons in staat te meten hoe de eindgebruiker met de content omgaat. Welke variabelen hebben invloed op de impact van content in het digitale domein en hoe kunnen we die met behulp van analytics en tools direct beïnvloeden? Kunnen we inschatten welke content meer kans heeft om een viraal effect te hebben? En hoe groot is de rol van het platform waarop gedistribueerd wordt in de shareability van content? Het vergaren van deze data en het inschatten van de potentiële impact van content wordt onderzocht in werkpakket S.1 en zal ook teruggekoppeld worden naar Project P Researcher+ als extra input bij het produceren van een multiplatform verhaal. De data die we genereren kunnen niet enkel gebruikt worden om huidige verhalen naar waarde te schatten en te mappen op verschillende doelgroepen, maar ze kunnen ook input genereren voor nieuwe verhalen. De verwerking en visualisatie van deze data kan een redactie helpen snel en efficiënt content te genereren. Dit wordt onderzocht in werkpakket S.2.
Werkpakket S.1 - Content scheduling & sharing Aantal MM : 11 Project looptijd: 1 juli 2014 - 31 december 2015 Wanneer we online content verspreiden, bijvoorbeeld met een tool zoals beschreven in Project P, wordt het mogelijk om (realtime) uit te meten hoe vaak een verhaal opgepikt wordt en door wie. De inzichten die we hieruit halen, kunnen ons helpen om content te evalueren nog voor ze uitgestuurd wordt, of zelfs voor ze bedacht wordt. De viraliteit van content wordt bepaald door enerzijds statische kenmerken die eigen zijn aan de content (onderwerp, sentiment, kernwoorden,...) en anderzijds dynamische kenmerken (wat er op dat moment leeft op
8
sociale media, tijdstip,...). Om in te schatten welke factoren de viraliteit in welke mate beïnvloeden, moeten we beter begrijpen wat mensen ertoe aanzet bepaalde content te delen met hun sociaal netwerk. Hiervoor zullen we enerzijds bestaande tracking- en analysetools in kaart brengen en uittesten, en anderzijds diepgaand gebruikersonderzoek uitvoeren bij een gesegmenteerd testpanel via De Proeftuin. Op deze manier kan de basis worden gelegd voor een voorspellingsalgoritme dat niet enkel door contentanalyse, maar ook door verklaarde en gemeten gebruikerservaringen wordt gevoed. Op basis van deze input wordt een schaalbare architectuur ontworpen voor het monitoren en analyseren van sociale media, zowel in realtime als op de lange termijn. Hiervoor wordt eventueel gebruik gemaakt van geschikt bevonden bestaande tools (state-of-the-art). Indien nodig, wanneer uit de state-of-the-art blijkt dat bepaalde analyses niet mogelijk zijn met de huidige tools, zullen nieuwe tools worden ontwikkeld. Het uiteindelijk doel is een zelflerend voorspellingsplatform ontwikkelen dat aan de hand van een een demonstrator op de nieuwsvloer zal worden geëvalueerd en waar nodig bijgestuurd. Als use case zullen we gebruik maken van radiocontent als input, om te kijken welke publicatievormen op welke distributieplatformen een bepaald effect teweegbrengen bij het publiek. Hierbij zal de rol van een multiplatform scheduling component onderzocht worden. We verwachten kennisoverdracht uit Project P (activiteit “Radiodocumentaire als multimedia story”, P.4.2.) om de verschillende aspecten van een multiplatformproductie in kaart te brengen. Deze content kan dan als prototype worden gepubliceerd via een multiplatform scheduling component.
OPLEVERIN GEN
BESCHRIJVING
TYPE
EINDE KW ARTAAL
S.1.1
State -of-the-art multiplatform tooling
Document
Q1
S.1.2
Gebruikersanalyse aan de hand van testpubliek Document Proeftuin
Q1
S.1.3
Ontwerp infrastructuur sociale media analyse
Demonstrator Q2
S.1.4
Proof of concept voorspellingsalgoritme
Demonstrator Q2
S.1.5
Geïntegreerd multiplatform publicatiesysteem
Document
S.1.6
Multimediale radiodocumentaire
Demonstrator Q4
Q3
Werkpakket S.2 - Topic spotting (Event search) Aantal MM: 3,5
Algemene introductie De taak van een redactie is het blootleggen van "nieuwe" verhalen. Echter, in een berg data, gaande van historische feiten over archiefmateriaal tot trends in sociale media wordt het moeilijker om topics te gaan spotten, laat staan om verbanden te vinden met op het eerste gezicht losstaande feiten. In samenwerking met Canvas werd in 2013 al onderzoek gedaan naar het visualiseren van verjaardagen van belangrijke events uit het verleden (100 jaar oorlog, 5 jaar iPhone, etc.) en dat in functie van het opstellen van een actueel programmaschema. Dit resulteerde in een eerste werkend prototype. In 2014 willen we op dit onderzoek dieper ingaan, door deze visualisatiemethode te koppelen aan een rijke datastroom van zowel interne (archiefmateriaal) als externe content (social media, externe contentdatabases).
9
Als use case wordt het bestaande prototype aangepast in functie van de verschillende muziekredacties. Met behulp van duidelijk gedefinieerde muziekmijlpalen (eerste plaat, single, split van de band) kunnen we een testbare proof of concept uitwerken. Bovendien maken we het voor een redacteur mogelijk om van een muziekgroep in te schatten wanneer hun grootste mijlpalen plaatsvonden en geven we inzicht in de impact hiervan voor Vlaanderen aan de hand van de hoeveelheid eigen verslaggeving in het archief. Verder geven we verbonden zoektermen aan die extra inzichten kunnen genereren voor de redacteur. De focus van dit werkpakket is gebruikersonderzoek bij de professionele eindgebruiker. Dit zal ons inzicht geven in het omgaan met data zowel op vlak van visualisatie als selectieve ontsluiting en linking. Op basis van deze eerste iteratie kunnen we ons prototype bijstellen waarna een tweede gebruikerstest volgt om onze aanpassingen te valideren. De inzichten uit beide tests worden uiteindelijk gedocumenteerd en verspreid naar relevante stakeholders.
OPLEVERIN GEN
BESCHRIJVING
TYPE
EINDE KW ARTAAL
S.2.1
Iteratie 1: test muziekredactie Radio2
Prototype
Q1
S.2.2
Iteratie 2: test overkoepelende muziekredactie
Document
Q2
Valorisatie Snel spotten van topics, belangrijke events of mijlpalen is een zeer krachtige tool in het efficiënt omgaan met en op zoek gaan naar content op een redactie. Deze tool kan door het tijdig blootleggen van belangrijke events of nieuwe topics bijzonder nuttig worden. In eerste instantie kan dit een grote hulp zijn voor de muziekredacties, in tweede instantie kan bekeken worden of de applicatie schaalbaar is naar andere redacties toe.
ONDERZOEKSTRAJECT: AUTOMATISCHE ANNOTATIE EN ONTSLUITING PROJECT T: TOSCA-MP
Onderzoekspartners: Fraunhofer HHI, Fondazione Bruno Kessler, IRT, Joanneum reseach en KU Leuven Industriële partners: EBU, Playence, RAI, Technicolor en VRT
Algemene omschrijving Het TOSCA-MP project gaat op zoek naar toekomstige media-annotatie- en zoektoepassingen voor professionele mediagebruikers in een genetwerkte productie- en archiefomgeving (tv, radio, online). Het project is een samenwerking tussen tien partners uit vijf Europese landen, waaronder industriële partners die toepassingen ontwikkelen voor de media-industrie, publieke omroeporganisaties en hun Europese Unie EBU, een universiteit en verschillende onderzoeksbedrijven. Het werk rond het ontwikkelen van nieuwe manieren om (een grote verzameling) zoekresultaten bevattelijk te visualiseren wordt afgerond. We concentreren ons hierbij op het clusteren van visueel gerelateerde items. Verder wordt ook onderzocht hoe we visueel gelijkaardige items van een zoekresultaat kunnen weergeven.
10
Daarnaast zullen we gebruikerstesten organiseren om de ontwikkelde methodes voor het vinden van visueel gelijkaardige items te evalueren. We zullen de nieuwe manier van visualiseren van zoekresultaten ook integreren in de zoekrobot die door een andere partner in het project gebouwd wordt. Tot slot organiseert VRT de finale gebruikerstesten waarbij geselecteerde gebruikersgroepen het in het project ontwikkelde geïntegreerde systeem valideren.
Werkpakket T.3 - Gedistribueerd zoeken en resultaatpresentatie Aantal MM: 3 In dit werkpakket gaan we op zoek naar visuele manieren voor zoekresultaatpresentatie. Het werk dat in 2013 van start ging, wordt afgewerkt. De resultaten worden vervolgens geïntegreerd in de semantische zoekrobot.
Werkpakket T.6 - Integratie Aantal MM: 2 In 2014 worden er gebruikerstesten georganiseerd waarbij de resultaten van het project door potentiële toekomstige gebruikers kunnen worden uitgetest. VRT zal zelf een deel van de organisatie van de gebruikerstesten op zich nemen.
Werkpakket T.7 - Disseminatie, standaardisatie en exploitatie Aantal MM: 0 In dit werkpakket worden activiteiten voor disseminatie en valorisatie gepland. Zo zal er een paper over het project worden ingediend voor de IBC conferentie. De exploitatieplannen staan verder in de paragraaf “valorisatie”.
OPLEVERIN GEN
BESCHRIJVING
TYPE
EINDE KW ARTAAL
T.3.4
Genetwerkte zoekrobot, resultaatvisualisatie en gebruikersfeedback
Document & Software
Q1
T.6.4.3
Verslag van de finale gebruikerstesten
Document
Q1
T.6.6
Finale beschrijving van de integratie
Document
Q1
T.7.1.3
Verslag over disseminatie en exploitatie, finale versie
Document
Q1
T.7.2
Exploitatieplan
Document
Q1
Valorisatie Valorisatie van de projectresultaten zal op verschillende manieren gebeuren. Een eerste manier is het opbouwen en delen van kennis en expertise in het annoteren en doorzoekbaar maken van audiovisuele content. Er wordt actief gezocht naar manieren om de resultaten van het project te valoriseren, zowel intern binnen VRT (zowel voor archief- als productietoepassingen) als naar externe partijen toe (bijvoorbeeld VIAA). Een tweede mogelijk valorisatiepad is het vermarkten van de in dit project opgebouwde expertise via een spin-off bedrijf.
11
PROJECT V: AARON Algemene omschrijving In een grote mediacollectie is content van weinig waarde zonder de nodige annotatie. Deze annotatie stelt iemand namelijk in staat om een specifiek content-item te vinden en te doorzoeken, en zorgt op die manier voor ontsluiting. Om dit zo goed mogelijk tot zijn recht te laten komen, start annotatie het best zo vroeg mogelijk in de productie. Elke annotatie dient dan met het bijhorende content-item door het productieproces te stromen om zoveel mogelijk gebruikers van nut te zijn. Een journalist, bijvoorbeeld, gebruikt de annotaties om een overzicht te krijgen in zijn geschoten media-items en om in het archief naar mogelijk gerelateerde items te zoeken. Potentieel kunnen we met de annotaties ook de content naar de kijker ontsluiten via een gepersonaliseerd media-aanbod. Het vereiste type van annotatie zou echter verschillen naargelang het type gebruiker. Dat willen we in dit project uitzoeken: contentannotatie enerzijds in functie van de kijkervaring, anderzijds als leidraad voor de journalist. Daarbij willen we de gelijkenissen en verschillen in kaart brengen. Waar AARON dus vroeger voor ‘Automatische ARchief ONtsluiting’ stond, verruimt dit nu naar ‘Automatische Annotatie, veRrijking en ONtsluiting’. De themathiek die het project behandelt, blijft behouden maar het gebruikers- en toepassingsdomein wordt verbreed: naast het archief komt de journalist en de kijker thuis ook aan bod. Verder willen we nagaan hoe deze annotatie op een efficiëntere (en meer geautomatiseerde) manier tot stand kan komen. Ten slotte zetten we de stap naar ontsluiting en bekijken we hoe deze annotaties kunnen bijdragen tot efficiënte navigatie in een mediacollectie. Daarbij willen we content met elkaar in verband brengen aan de hand van zowel visuele als semantische gelijkenissen.
Werkpakket V.1 - Contentannotatie bij personalisatie Aantal MM: 3 Personaliseren van content kan enkel succesvol gebeuren als de achterliggende algoritmes gebruik kunnen maken van de interesses van de gebruikers gecombineerd met de kenmerken van de content. Deze kenmerken of metadata van de content kunnen manueel of (semi)automatisch worden toegevoegd aan ieder content-item. Er zijn verschillende vormen van metadata mogelijk, maar welke zijn van belang om gepersonaliseerde content aan te bieden? Volstaat automatische annotatie en welke technologieën zijn hiervoor het meest nuttig? Of is bijkomende manuele annotatie toch een vereiste? Kortom, in dit werkpakket willen we nagaan welke metadata essentieel zijn opdat personalisatie een meerwaarde kan bieden aan de eindgebruiker. De gevonden antwoorden in dit werkpakket dienen als input voor werkpakket D.2 ‘personalisatie op een on demand platform’.
OPLEVERIN GEN
V.1.1
BESCHRIJVING
TYPE
EINDE KW ARTAAL
Studie naar benodigde annotatie van content voor Document Q3 personalisatie
12
Werkpakket V.2 - Annotatie voor redactie - Transcriber Aantal MM: 10,5 Onderzoekspartner: Limecraft Na afname van een interview zijn journalisten vaak uren bezig met het annoteren van het opgenomen materiaal. Er wordt een transcriptie gemaakt van het interview en interessante personages, opmerkelijke visuele gebeurtenissen of belangrijke quotes worden aangeduid. Zouden automatische annotatietools dit proces kunnen versnellen? We denken hierbij aan spraakherkenning, sprekersclustering en gezichtsherkenning. Eerst en vooral willen we inzicht krijgen in hoe journalisten vandaag de dag te werk gaan. Dat zullen we doen aan de hand van observaties en interviews. Op basis daarvan bekijken we hoe we hun werkwijze kunnen verrijken, versnellen of vereenvoudigen via automatische annotatietools. Daarbij gaan we ook na hoe we zulke annotatietools kunnen verwerken in een gebruiksvriendelijke user interface. Op basis van het gebruikersonderzoek willen we een architectuur en configureerbare workflow ontwerpen en uitwerken. Deze architectuur zullen we daarna in verschillende iteraties implementeren in een demonstrator. Dankzij deze iteraties kunnen we de gebruikerservaring met de verschillende annotatietools optimaliseren. Daarbij maken we in de eerste plaats abstractie van de implementatie van deze annotatietools. Met een aantal tools, zoals spraaktechnologie en sprekersclustering, deden we vorig jaar al ervaring op. Deze kunnen daarom wel al in de eerste fase worden geïntegreerd. 1
Rond sprekersclustering loopt ook nog een onderzoek waarin we met Radboud Universiteit Nijmegen bekijken hoe we a priori kennis (bijvoorbeeld het aantal sprekers in het interview) kunnen gebruiken om de clustering te verbeteren. Achteraf plannen we een validatiefase die onderzoekt hoeveel winst journalisten kunnen behalen dankzij de ontwikkelde demonstrator.
OPLEVERIN GEN
BESCHRIJVING
TYPE
EINDE KW ARTAAL
V.2.1
Gebruikersonderzoek bij journalisten
Document
Q1
V.2.2
Architectuur en workflow
Document
Q2
V.2.3
(vervolg)onderzoek naar verbetering sprekersclustering
Document
Q2
V.2.4
Implementatie demonstrator
Demonstrator Q4
V.2.5
Valorisatie
Document
Q4
Werkpakket V.3 - Ontsluiting en navigatie Aantal MM: 9 (in samenwerking met MMLab) In dit werkpakket onderzoeken we manieren om mediamateriaal efficiënter doorzoekbaar te maken. We gaan op zoek naar een oplossing om gerelateerde media-items sneller terug te vinden. In het TOSCA-MP project werd onderzoek verricht naar visueel gelijkaardige items. Dit willen we verder uitbreiden naar semantisch
1
Vorig jaar gestart in het kader van AARON.
13
gelijkaardige media-items, zowel in audiovisuele bestanden als in tekstartikels. Hiervoor doen we een studie naar de state-of-the-art. Verder willen we uitzoeken hoe we met semantische technologie op een betere manier tijdsspecifieke annotaties kunnen modelleren om zo krachtigere verrijking en zoekalgoritmes mogelijk te maken. Een voorbeeld hiervan is een politicus die maar tijdens een beperkte periode premier is geweest. Ook dit zal resulteren in een state-of-the-art studie voor tijdsgebaseerde metadata. We willen de resultaten uit werkpakket V.2 in dit werkpakket gebruiken om snel gerelateerde media-items (bijvoorbeeld uit het archief) te kunnen koppelen aan nieuw toegevoegd materiaal. Dit onderzoek zal resulteren in een demonstrator, waarbij journalisten op zoek naar relevante en gerelateerde mediafragmenten snel in een media-archief kunnen navigeren.
OPLEVERIN GEN
BESCHRIJVING
TYPE
EINDE KW ARTAAL
V.3.1
State-of-the-art semantische gelijkenis van audiovisuele bestanden
Document
Q2
V.3.2
State-of-the-art tijdsgebaseerde metadata
Document
Q3
V.3.2
Implementatie demonstrator
Demonstrator Q4
V.3.3
Valorisatie
Document
Q4
Valorisatie Het gebruik van automatische annotatietools kan journalisten of programmamedewerkers heel wat tijdwinst opleveren tijdens de voorbereiding van een programma, bijvoorbeeld bij de naverwerking van een interview of het opbouwen van een verhaal. Ook een goede ontsluiting en efficiënte contentnavigatie is cruciaal in een mediabedrijf, waar heel wat tijd besteed wordt aan het zoeken in zowel ruw materiaal als het audiovisuele archief. Betere ontsluiting en navigatie kan het zoekproces heel wat efficiënter maken, maar ook de geproduceerde content kwalitatief verrijken. Deze technieken bieden niet enkel professionele gebruikers een grote meerwaarde, ook kijkers kunnen er hun voordeel uit halen. Hen kan een aangenamere media-ervaring aangeboden worden door gepersonaliseerde media-items die in hun interessedomein liggen voor te stellen. Annotatie is hiervoor een noodzakelijke voorwaarde.
PROJECT O: STON - SPRAAK- EN TAALTECHNOLOGISCH ONDERTITELEN IN HET NEDERLANDS Looptijd: april 2014 - maart 2016 (IWT Innovatief Aanbesteden) Partners: (gunning in februari)
Algemene omschrijving Om een zo breed mogelijke doelgroep te bereiken is het voor een omroep van groot belang dat de ondertitels van een hoge kwaliteit zijn: taalkundig correct en volledig synchroon met de audiovisuele content. VRT wil, in samenwerking met het Vlaams Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) en het beleidsdomein Cultuur, Jeugd, Sport en Media (CJSM), door middel van een innovatieve aanpak de efficiëntie van de huidige ondertitelingsworkflow substantieel verbeteren zodat meer resultaat (lees: meer ondertitelde programma’s)
14
voor minder of dezelfde operationele kosten mogelijk wordt, zonder daarbij in te boeten aan kwaliteit van de gegenereerde ondertitels. Het doel van dit innovatief ontwikkelingsproject is het onderzoeken en ontwikkelen van een geïntegreerd prototype voor spraak- en taaltechnologisch ondersteund ondertitelen, dat een significante meerwaarde en performantiewinst aantoont ten opzichte van de workflow(s) van vandaag. We focussen hierbij enerzijds op een significante verbetering van bestaande scriptinterpretatie en -synchronisatie (WP O.2), audiosegmentatie (WP O.3) en spraakherkenningtechnieken (WP O.4), en anderzijds op een gebruiksvriendelijke cockpit (WP O.1) waarin deze technieken op een intelligente manier gecombineerd worden en per programma kunnen geconfigureerd worden. Het STON project focust vooral op het efficiënter maken van de huidige ondertitelingsworkflow op basis van taal- en spraaktechnologie. De resultaten zullen echter ook toegepast kunnen worden in de verschillende werkpakketten van het project AARON (V).
Werkpakket O.1 - Gebruiksvriendelijke UI cockpit en componentintegratie Aantal MM: 4 In dit werkpakket willen we een gebruiksvriendelijk “cockpit” prototype realiseren, waarin de ontwikkelde modules (verbeterde scriptherkenning, synchronisatie met audio, diarisation en spraakherkenning) met elkaar geïntegreerd worden. Via de cockpit krijgt de productiemedewerker en/of ondertitelaar op een heel overzichtelijke en interactieve manier toegang tot de resultaten van de verschillende modules. De cockpit laat ook toe de ondertitelingsworkflow per programma te configureren en zoveel mogelijk te automatiseren. Opleveringen: na de gunning.
Werkpakket O.2 - Verbeterde scriptinterpretatie en synchronisatie Aantal MM: 20 Voor de meeste programma’s zijn vandaag scripts beschikbaar, echter in de meest diverse formaten. Ze bevatten vaak niet enkel de tekst die voor de ondertiteling kan dienen, maar ook tijdscode-informatie en allerhande bijkomende metadata (bv. productie- en regieaanwijzingen). In dit werkpakket onderzoeken we hoe we deze diverse en soms “vervuilde” scriptformaten op een gestructureerde manier kunnen interpreteren, zodat de geëxtraheerde scriptteksten kunnen opgelijnd worden met de audiovisuele content. Opleveringen: na de gunning
Werkpakket O.3 - Verbeterde diarisation Aantal MM: gunning in februari Met diarisation bedoelen we het segmenteren van de originele audio in fragmenten, volgens de volgende mogelijke criteria: spraak versus niet-spraak, taalherkenning, sprekersclustering en videoverwerking. In dit werkpakket willen we de bestaande technieken verder verbeteren zodat ze in een ondertitelingsworkflow kunnen toegepast worden en een zo groot mogelijke toegevoegde waarde (efficiëntiewinst) realiseren. Opleveringen: na de gunning.
Werkpakket O.4 - Verbeterde spraakherkenning Aantal MM: gunning in februari Automatische spraakherkenning levert vandaag enkel kwaliteitsvolle resultaten indien gewerkt wordt met getrainde en voor de herkenner gekende stemprofielen. Bij voorbereide programma’s wordt automatische
15
spraakherkenning doorgaans niet ingezet, en worden de ondertitels manueel ingevoerd of in het beste geval gekopieerd vanuit een letterlijk script. In dit werkpakket willen we sprekersonafhankelijke spraakherkenning toepassen op voorbereide programma’s, waar de kwaliteit van de automatisch gegenereerde transcripties dit toelaat. We streven er naar om voor de speech-to-tekst transcripties met voldoende hoge betrouwbaarheid, het manueel uitschrijven van de ondertitels te vervangen door een efficiëntere verificatie- en correctiestap van de automatisch gegenereerde transcripties. Dit kan een enorme meerwaarde betekenen, bijvoorbeeld bij documentaires die door een goede spreker in een professionele studio werden ingesproken. Opleveringen: na de gunning.
Valorisatie Ondertiteling is een erg tijdrovende activiteit. De resultaten van dit project kunnen een belangrijk hulpmiddel en een bron van besparing vormen in dit proces. Het doel is dankzij geavanceerde technieken beter te doen dan huidige commerciële stand van zaken. Het project is een opportuniteit voor de Vlaamse omroepen om hun ondertitelingsworkflow efficiënter te maken. De ontwikkelde technieken zullen ook in andere productie- en archieftoepassingen kunnen toegepast en gevaloriseerd worden.
ONDERZOEKSTRAJECT: PERSONALISATIE PROJECT Z. EMPATHIC PRODUCTS
Belangrijkste partners: iMinds-SMIT-VUB, UHasselt EDM, Spikes, TP Vision
Algemene omschrijving Het Empathic Products project is een onderzoeksproject binnen het ITEA2-programma dat enkele tientallen Europese bedrijven samenbrengt om onderzoek te verrichten naar manieren om producten empatisch te maken. Internettoepassingen zijn steeds vaker contextgebaseerd. Denk maar aan locatie gebaseerde toepassingen, gepersonaliseerde aanbevelingen, enzovoort. In het Empathic Products project willen we in dit onderzoeksdomein nog een stap verder gaan. We onderzoeken onder meer hoe technologie die emoties en intenties van eindgebruikers detecteert, kan worden ingezet om nog betere contextgebaseerde toepassingen te ontwikkelen. De projectleider van het consortium is het Technical Research Centre of Finland (VTT). Het consortium bestaat uit een waaier aan bedrijven die zowel empathische technologie, serviceplatformen als gebruikersapplicaties produceren. In Vlaanderen werd een consortium opgezet dat volledig rond tv- en mediabeleving is samengesteld: VRT, TP Vision, Spikes, Okeez, Uhasselt EDM en iMinds-SMIT-VUB. Het doel van VRT O&I in dit project is tweeledig. Aan de ene kant willen we de eindgebruiker een betere mediaervaring bezorgen. Aan de andere kant willen we onderzoeken hoe de impliciete feedback van de eindgebruiker kan worden gebruikt om de mediaervaring te verbeteren en te personaliseren. In 2014 willen we ons voornamelijk op deze tweede doelstelling concentreren.
16
Werkpakket Z.1 – Case studies en requirements Aantal MM: 2 In dit werkpakket wordt op zoek gegaan naar scenario’s en use cases voor empathische technologieën in een mediacontext. We focussen ons dit jaar op de vraag hoe we gedetecteerde “actionable emoties” (gelukkig, geïnteresseerd, neutraal of verveeld) kunnen inzetten om het contentaanbod te personaliseren. Daarbij wordt bijvoorbeeld gedacht aan het aanbieden van niet-lineaire content vertrekkend vanuit een lineaire beleving. Op deze manier sluit het onderzoek in dit project nauw aan bij het onderzoek in project D.
Werkpakket Z.2 – Gebruikersonderzoek Aantal MM : 1 In dit werkpakket wordt gezocht naar geschikte opportuniteiten om empathische technologie in te zetten. In dit werkpakket meten we de gebruikerservaring (UX) en valideren we empathische technologieën. Voor de uitvoering van het werk in dit werkpakket zal VRT gebruik maken van De Proeftuin en zich laten bijstaan door iMinds-SMIT VUB.
Werkpakket Z.3 – Affectieve technologieën Aantal MM : 3 We willen hierbij op zoek gaan naar methodes om het model voor “actionable emoties” vanuit allerlei verzamelde gebruikersgegevens vorm te geven. Hiervoor werden reeds verkennende gesprekken gevoerd met de universiteit van Tilburg.
Werkpakket Z.4 – Ontwikkeling van empatische toepassingen Aantal MM: 4 Dit werkpakket behandelt de ontwikkeling van empathische toepassingen. De use cases die in werkpakket 1 worden beschreven, werken we in dit werkpakket verder uit. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de expertise van andere partners die uit werkpakketten 2 en 3 komt. In 2014 is dit dus een toepassing van personalisatie op basis van “actionable emoties”.
Werkpakket Z.5 – Validatie Aantal MM: 3 Na de ontwikkeling van de empathische toepassingen moeten deze uiteraard verder worden uitgetest. Het uittesten van dergelijke toepassingen in een real-life context is cruciaal om de ontwikkelde toepassing te kunnen evalueren. Daarom worden in dit werkpakket gebruikerstesten gepland, waarbij gebruik zal gemaakt worden van het Europese netwerk van “living labs” (ENOLL). VRT plant ook om de door haar ontwikkelde toepassingen uit te testen in De Proeftuin. VRT zal daarvoor worden bijgestaan door iMinds-SMIT VUB, die hun expertise uit werkpakket 2 hierbij kunnen toepassen.
Werkpakket Z.6 – Disseminatie, exploitatie en standaardisatie Aantal MM: 1 In dit werkpakket wordt het werk rond het verspreiden van de onderzoeksresultaten uitgevoerd. Dit gebeurt typisch via publicaties in relevante tijdschriften en in proceedings van internationale conferenties. Daarnaast worden demonstraties gepland met de ontwikkelde toepassingen op relevante conferenties. Tot slot wordt in dit werkpakket actief nagedacht over de exploitatie van de projectresultaten. Op regelmatige basis wordt een business model-oefening gemaakt om mogelijke exploitatie van de onderzoeksresultaten goed te kunnen inschatten.
17
OPLEVERIN GEN
BESCHRIJVING
TYPE
KW ARTAAL
Z.1.2
Scenario, use cases & requirements (v2)
Document
Q1
Z.3.2
Studie naar model voor actionable emoties
Document
Q3
Z.4.2
Prototype van empathische toepassing
Prototype
Q2
Z.5.2
Validatie van het ontwikkelde prototype met gebruikerstesten
Document
Q3
Z.6.2
Verslag over de disseminatie-activiteiten
Document
Q4
Valorisatie De valorisatie van de projectresultaten hangt af van de onderzoeksresultaten. Indien uit de gebruikerstesten blijkt dat het achterhalen van “actionable emoties” een grote meerwaarde heeft voor het aanbieden van gepersonaliseerde content, zal deze techniek samen met andere projectresultaten rond personalisatie gevaloriseerd worden.
PROJECT D. GEPERSONALISEERD MEDIAANBOD Belangrijkste partners: Channel 4
Algemene omschrijving Digitale platformen lenen zich bij uitstek tot het aanbieden van een meer gepersonaliseerde ervaring wat het voor een gebruiker handiger maakt om uit het uitgebreide aanbod een selectie te maken. Hoewel een gepersonaliseerde gebruikerservaring een meerwaarde biedt, is er nog onderzoek nodig om te bepalen wat de specifieke implementaties van personalisatiediensten kunnen zijn. In het traject Personalisatie onderzoeken we wat een gepersonaliseerde gebruikerservaring precies omvat en wat er productioneel nodig is om dit waar te maken. We houden zowel rekening met de content en zijn eigenschappen (zie ook V.1 Contentannotatie bij personalisatie) als met de gebruikersinteracties en de context waarin deze zich afspelen.
Werkpakket D.1 Personalisatie op een lineaire contentstroom Aantal MM: 9 Smart Channel Smart Channel is een onderzoeksproject dat een beeld probeert te schetsen van de toekomst van radio op lange termijn. Het concept situeert zich tussen on demand (non-lineair) en traditionele radio (lineair) en wil een all-round gepersonaliseerde radiobeleving faciliteren doorheen de dag. De bedoeling daarbij is om te komen tot een beleving waarbij radio tegemoet komt aan de behoeften en wensen van de eindgebruiker. In 2013 werd hierover in samenwerking met Little Miss Robot een conceptvideo gemaakt. In 2014 rest ons nog de afwerking van het project door dit prototype voor te leggen aan gebruikers onder de vorm van een cocreatiesessie op VRT en een demonstratie op de “100 Jaar Radio” tentoonstelling. Om feedback te verzamelen over deze innovatieve radiobeleving en eindgebruikers te rekruteren, wordt ons testplatform De Proeftuin ingeschakeld.
18
Gepersonaliseerd lineaire tv In deze case wordt er bekeken of een tv-avond lineair gepersonaliseerd kan samengesteld worden. Dit zou dan merkgebaseerd zijn (met Canvas als case) en extra comfortfuncties bieden, maar tegelijk zo eenvoudig zijn als lineaire televisie. Je start je tv-avond zoals het jou past, spoelt desgewenst door naar het volgende programma, of je krijgt een alternatief programma voorgeschoteld dat ook door Canvas werd uitgekozen. Na een interne conceptoefening, verfijnen we onze ideeën tijdens een cocreatiesessie met gebruikers. Op een iteratieve manier willen we vervolgens tot een testbaar prototype komen dat door een gesegmenteerd gebruikerspanel geëvalueerd kan worden in De Proeftuin.
OPLEVERIN GEN
BESCHRIJVING
TYPE
KW ARTAAL
D.1.1
Eindrapport Smart Channel
Document
Q1
D.1.2
Concept gepersonaliseerde lineaire tv
Document
Q1
D.1.3
Prototype gepersonaliseerde lineaire tv
Prototype
Q2
D.1.4
Eindrapport gebruikerstesten gepersonaliseerde lineaire
Document
Q3
tv
Werkpakket D.2 Personalisatie op een on demand platform Aantal MM: 16 Vertrekkend van een online contentaanbod willen we nagaan wat de impact op het consumptiegedrag is wanneer personalisatie toegepast wordt. Om hier een antwoord op te bieden, onderzoeken we volgende topics: - Contentplatform: een succesvolle personalisatie case steunt op een sterk platform met een uitgebreid contentaanbod. In dit traject gaan we na hoe we een bestaand platform zoals bijvoorbeeld de catch-up service Stievie of de Sporza site kunnen gebruiken als basis om metingen te verrichten en personalisatie toe te passen. We brengen in kaart welke aanpassingen nodig zijn om dit mogelijk te maken. - Meten gebruikersgedrag: gebruikersdata in al zijn vormen (niet enkel bezoek van webpagina’s, maar alle mogelijke activiteitendata tot op het niveau van scrollen door een pagina of het pauzeren van een video) zijn een grote bron van informatie voor het uitwerken van verschillende use cases waaronder personalisatie. Zowel het verzamelen en opslaan van deze data als het verder analyseren en visualiseren vormen belangrijke uitdagingen. Immers, hoe beter we er als omroep in slagen om het gedrag en de wensen van de eindgebruiker te weten te komen, hoe beter we deze eindgebruiker kunnen bedienen. Belangrijke onderzoeksvragen zijn de volgende: - Welke activiteiten meten en bewaren we? - Kan dit over verschillende platformen heen gebeuren en wat zijn de te overwinnen hindernissen? - Welke technologieën zijn nodig om relevante patronen in deze data terug te vinden? - Personalisatie: In het verleden bepaalde de omroep welke content iedereen te zien kreeg via het lineaire aanbod zonder een mogelijkheid om dit aanbod op ieders individuele niveau af te stemmen (‘one size, fits all’). Een omroep kan haar service naar de mediaconsument verbeteren door hierop in te spelen en een meer gepersonaliseerd aanbod te voorzien. Volgende onderzoeksvragen dringen zich op: - Welke vormen van personalisatie zijn er mogelijk (persoonlijke aanbevelingen, maar mogelijk ook het bijhouden wat een gebruiker al dan niet al bekeken heeft en dat niet opnieuw aanbieden)? - Hoe wordt een gepersonaliseerd aanbod ervaren door de consument en hoe kunnen we dit meten?
19
Concreet starten we met een voorstudie waarin we nagaan welke mogelijkheden bestaande platformen bieden om personalisatie toe te passen. Vervolgens wordt een personalisatie concept uitgewerkt en zal er een prototype op basis van het contentplatform gebouwd worden. Dit prototype zal gebruikt worden om gebruikerstesten en metingen op uit te voeren via ons testplatform De Proeftuin.
OPLEVERIN GEN
BESCHRIJVING
TYPE
KW ARTAAL
D.2.1
Voorstudie contentplatform
Document
Q1
D.2.2
Concept personalisatie
Document
Q2
D.2.3
Development prototype concept
Prototype
Q4
D.2.5
Eindrapport gebruikerstesten gepersonaliseerd content platform
Document
Q4
Werkpakket D.3 Scheduling Aantal MM: 6 Het aanbieden van content items op een gepersonaliseerde manier maakt al deel uit van het vorige werkpakket, maar het zou nog een stap verder kunnen gaan. Een tv-avond bestaat niet uit een enkel stuk content, maar uit een zorgvuldig uitgekiende keten van content items. Hoe worden zulke ketens momenteel opgebouwd en hoe zouden de activiteitendata van alle gebruikers dit proces kunnen optimaliseren? Kan een individueel programmaschema een meerwaarde betekenen voor de eindgebruiker? Wat is er nodig om zo’n programmaschema op maat te bouwen? De problematiek rond scheduling is ook andere partijen niet ontgaan. De Britse omroep Channel 4 zet al een tweetal jaar actief in op het meten van gebruikersgedrag en het personaliseren van content. Ook zij zijn op zoek naar manieren om programmaschema’s te optimaliseren en te personaliseren. Gezien hun voortrekkersrol in dit domein starten we dit jaar een samenwerkingsverband waarbij we zowel kennis, materiaal als expertise uitwisselen. In dit werkpakket starten we met een voorstudie waarbij we nagaan hoe programmaschema’s nu tot stand komen en of deze kennis in een model kan gegoten worden. Vervolgens proberen we dit model toe te passen op bestaande programmadata en interacties door het bouwen van een concept. Dit zal gevalideerd worden door een gebruikersonderzoek bij het testpanel van De Proeftuin.
OPLEVERIN GEN
BESCHRIJVING
TYPE
KW ARTAAL
D.3.1
Voorstudie programmascheduling
Document
Q2
D.3.2
Development prototype concept
Prototype
Q3
D.3.3
Gebruikerstesten programmascheduling
Document
Q4
20
Valorisatie Indien blijkt dat personalisatie van content en programmaschema’s een significante meerwaarde biedt voor de eindgebruiker en omroep, dan kunnen het prototype en de bijbehorende modellen dienen als blauwdruk voor een implementatie die productieklaar is. Anderzijds kan de opgedane kennis ook gebruikt worden bij de verdere content- en platformstrategie.
ONDERZOEKSTRAJECT: LIVE-EVENTBELEVING PROJECT C: CYCLOCROSS IMMERSIEF
Onderzoekspartners: Sporza, Polar, Garmin, Riedel, Dutchview, Droneworx Technology, Golazo
Algemene omschrijving We proberen in dit project om een sportbeleving aan te bieden voor kijkers waarmee ze het gevoel krijgen ter plekke aanwezig te zijn. Dat proberen we door extra beelden, geluiden en andere gegevens toe te voegen bij een livestream van veldrijden. Daarbij denken we bijvoorbeeld aan livecamerabeelden gefilmd vanop de fietsen, beelden gemaakt met dronecamera's, geluiden van renners, publiek, coaches en hindernissen, statistieken van hartslagritme, zuurstofsaturatie, trapfrequentie en positie. Om dit te verwezenlijken gaan we zo veel mogelijk beelden, geluiden en gegevens verzamelen van de renners, maar ook materiaal van publiek, coaches, commentatoren en materiaalposten is een optie. Al dat materiaal willen we in real-time op een gevisualiseerde manier doorsturen naar bijvoorbeeld de tv-regie, de commentator of een tweedeschermapplicatie. Bovendien kunnen we ons de vraag stellen welk effect dit heeft op de kijker thuis, op de renners, het productieteam en de sport op zich. Het project heeft alleszins het potentieel om de beleving van de sport drastisch te veranderen. Hoe die toekomstige beleving er dan wel moet gaan uitzien voor de eindgebruiker, welke impact deze zal hebben op de sport en de verslaggeving ervan (zowel voor commentator als regie), zijn vragen die dit project probeert te beantwoorden.
Werkpakketten Werkpakket C.1. - Dataverzameling Aantal MM: 3 In dit werkpakket gaan we alle data verzamelen die een mogelijke toegevoegde waarde hebben voor de livebeleving van een veldrit. We denken hierbij aan extra beelden (via helm- en dronecamera’s) en extra geluiden (op de fiets en in het publiek) maar ook andere soorten data zoals biometrische en technische gegevens van rijder en fiets. We willen deze data verzamelen in een livecontext, zonder de noodzaak tot realtime transmissie, om ze nadien te gebruiken als materiaal voor het verdere onderzoek.
Werkpakket C.2. - Realtime transmissie Aantal MM: 2 De gegevens die we verzamelen in werkpakket 1, moeten in een wedstrijdcontext uiteraard met een minimale vertraging (delay) en in een optimale kwaliteit doorgestuurd worden. Daarnaast moeten deze verschillende bronnen ook perfect gesynchroniseerd worden tot een naadloos geheel. De manier waarop dit kan, zowel vanuit technisch als gebruiksmatig oogpunt, onderzoeken we in dit werkpakket.
21
Werkpakket C.3. - State-of-the-art onderzoek Aantal MM: 1 Om een duidelijk inzicht te krijgen in de beste technologie en immersieve gebruikersbeleving kijken we naar de meest performante en innovatieve technologieën en de beste immersieve belevingen op de markt.
Werkpakket C.4. Datavisualisatie en synchronisatie Aantal MM: 2,5 Eens de gegevens in realtime en in de hoogst mogelijke kwaliteit worden aangeboden aan de (eind)regie, is het essentieel om deze op een duidelijke en gesynchroniseerde manier te visualiseren. De snelheid waarmee en de vorm waarin dit moet gebeuren, worden onderzocht in dit werkpakket, zowel voor lineaire als nietlineaire toepassingen, elk met zijn eigen technische en gebruiksmatige uitdagingen. We houden hierbij rekening met verschillende soorten gebruikers: de kijker/luisteraar, de regisseur en de commentator.
Werkpakket C.5. - Conceptualisatie Aantal MM: 2 Op basis van de state-of-art inzichten en met deze nieuwe bronnen van beeld, geluid en data in gedachten, gaan we onderzoeken welke concepten de beste immersieve beleving opleveren voor de eindgebruiker. Met behulp van ons testplatform De Proeftuin zullen we veldritfans rekruteren voor een focusgroep om zo een aantal interessante en vernieuwende concepten uit te werken.
Werkpakket C.6. - Prototyping Aantal MM: 2 De beste en meest haalbare concepten, gedefinieerd op basis van de focusgroep uit werkpakket 5 en de technische requirements van werkpakket 4, werken we uit tot prototypes die we opnieuw voorleggen aan een gesegmenteerd testpubliek met behulp van De Proeftuin.
Werkpakket C.7. - Valorisatie: real-live test Aantal MM: 1,5 We willen de inzichten, concepten en technische oplossingen uit de vorige werkpakketten testen in een livesituatie, om de toegevoegde waarde van de creatieve concepten en de technische oplossing voor beeld, data en geluid te kunnen valideren, zowel voor de lineaire als niet-lineaire stroom. - naar productie tv: onderzoeken hoe deze “capture in real-time” oplossingen in productie kunnen overgenomen worden voor het volgend veldritseizoen (doel september-oktober 2014). - naar niet-lineaire beleving: onderzoeken of de uitgewerkte prototypes bijdragen tot een meer immersieve beleving (bij eindgebruikers) en of er draagvlak is bij Sporza zelf om een (of meerdere) concepten in productie te nemen. Tijdens het seizoen veldrijden willen we een gesegmenteerd publiek op longitudinale wijze (september december) laten experimenteren met on(s)(ze) prototype(s). Hierbij willen we zowel verklaard als gemeten gedrag analyseren met behulp van De Proeftuin om realistische aanbevelingen te kunnen doen voor een eventueel vervolgtraject.
22
Opleveringen OPLEVERIN GEN
BESCHRIJVING
TYPE
KW ARTAAL
C.1.1
Capture data (niet real-time)
- document - opnamemateriaal en technische data
Q1
C.1.2
Real-time transmissie
Werkende oplossing
Q3
C.1.3
State-of-the-art onderzoek - naar real-time transmission technologie en visualisatie van de data
- document
Q2
- naar immersieve gebruikersbeleving bij live (sport)events
- document
Q2 C.1.4
Datavisualisatie & synchronisatie
Werkende oplossing
Q3
C.1.5
Conceptualisatie met gebruikers
Creatieve concepten en document
Q2
C.1.6
Prototypes (lineair en niet ineair) bouwen en voorleggen aan gebruikers
Prototypes & document
Q3
C.1.7
Werkend prototype (lineair en niet-lineair) in livecontext
Prototype & document
Q4
C.1.8
Evaluatie en documentatie
- document
Q4
PROJECT I: ICOSOLE
Onderzoekspartners: Joanneum Research, BBC, Technicolor, iMinds, Tools At Work en Bitmovin.net.
Algemene omschrijving Grote evenementen zoals stadsfestivals of sportwedstrijden ervaren tv-kijkers binnenkort misschien helemaal anders. Het ICoSOLE project gaat op zoek naar een innovatieve productieketen voor evenementen die op geografisch uitgestrekte locaties plaatsvinden. Er wordt onder meer geëxperimenteerd met omnidirectionele camera’s, surround microfoonarrays en gebruikersgegenereerd materiaal. Dat om de livebeleving zo realistisch mogelijk tot in de huiskamer te krijgen. VRT O&I verzamelt scenario’s en requirements, bouwt mee aan efficiënte productietools en organiseert piloottesten. Het ICoSOLE project (Immersive Coverage of Spatially Outspread Live Events) is een project in het FP7programma van de Europese Commissie. Het project wordt geleid door Joanneum Research uit Oostenrijk. Naast VRT O&I bestaat het project uit BBC, Technicolor, iMinds, Tools At Work en Bitmovin.net. Een sterk internationaal consortium met enkele gevestigde waarden uit de sector.
23
Werkpakketten Werkpakket I.2 - Scenarios, requirements en evaluatie Aantal MM: 5 In dit werkpakket worden alle scenario's en requirements verzameld als input voor de uiteindelijke uitwerking in werkpakketten 3, 4 en 5. Verder wordt ook een systeemarchitectuur geschetst. In een latere fase worden vervolgens de ontwikkelde componenten geëvalueerd, zowel technisch als vanuit een gebruikersstandpunt. VRT O&I neemt in dit werkpakket de rol van werkpakketleider op.
Werkpakket I.3 - Captatie Aantal MM: 2 In dit werkpakket worden nieuwe manieren van contentcaptatie onderzocht. We zullen hier voornamelijk onderzoek verrichten naar het capteren van gebruikersgegenereerde content. Verder leveren we ook input voor het metadatamodel.
Werkpakket I.4 - Productietools en contentanalyse Aantal MM: 9 In dit werkpakket wordt onderzoek verricht naar nieuwe tools voor live-evenementsproductie. We zullen hierbij onderzoek verrichten naar hoe professionele en gebruikersgegenereerde content naadloos in elkaar kunnen geïntegreerd worden voor een liveproductie. Verder wordt heel wat aandacht besteed aan het opbouwen van een metadatamodel dat in de hele productie meegenomen wordt, al vanaf de voorbereiding en planning van de productie.
Werkpakket I.5 - Distributie en play-out Aantal MM: 1 In dit werkpakket gaan we op zoek naar methodes om het live-evenement op een immersieve manier tot bij de consument te brengen, zowel in een livescenario als on demand. Daarbij worden ook nieuwe manieren gezocht voor het navigeren doorheen de beschikbare content. We zullen onze medewerking verlenen bij het bouwen van een play-out client.
Werkpakket I.6 - Demonstraties en veldtesten Aantal MM: 1 In dit werkpakket worden de ontwikkelde componenten uitgetest in een realistisch scenario, bij voorkeur tijdens een live-evenement. Tijdens het eerste projectjaar beperkt dit zich tot het technisch uittesten van losse componenten. In een later stadium worden demonstraties gepland met een geïntegreerd systeem.
Werkpakket I.7 - Disseminatie, standaardisatie en exploitatieplan Aantal MM: 1 Dit werkpakket focust op de verspreiding van de projectresultaten via een website, publicaties en workshops. Daarnaast valt ook de standaardisatie voor de diverse aspecten van de projecten onder dit werkpakket. Tot slot wordt een exploitatieplan voor de projectresultaten uitgewerkt.
24
Opleveringen OPLEVERIN GEN
BESCHRIJVING
TYPE
KW ARTAAL
I.2.2
Use cases en requirements
Document
Q2
I.2.3
Systeemarchitectuur
Document
Q3
I.3.1.1
Initial format agnostic scene representation
Document
Q1
I.6.1
Initiële demonstratoren
Software met beschrijvend document
Q3
I.7.2.1
Verslag over disseminatie en standaardisatie-activiteiten
Document
Q3
SAMENWERKING MET EBU PROJECT E: PARTICIPATIE IN EBU Aantal MM: 11,8 VRT Onderzoek en Innovatie werkt samen met EBU (European Broadcast Union) en leden van EBU in Europese projecten in de context van strategisch en industrieel basisonderzoek (bv. Project T – Tosca-MP). Heel specifiek neemt VRT Onderzoek & Innovatie ook actief deel aan werkgroepen en expert communities van EBU. Naast kenniscreatie en -deling in de werkgroepen, functioneert de EBU ook meer en meer als een platform om samenwerkingen op te zetten met verschillende omroepen. VRT O&I promoot actief deze internationale samenwerkingsverbanden. Naast een inhoudelijke samenwerking tussen de EBU-leden wordt ook een gemeenschappelijk platform om software uit te wisselen opgezet. Een actueel overzicht van de strategische programma’s en expert communities in EBU is terug te vinden op http://tech.ebu.ch/groups. De strategische programma’s zijn opgesplitst in twee delen: -
“Media Fundamentals & Production”: productie en (audiovisueel) formaat gerelateerde domeinen “Media Delivery & Services”: distributie en platform gerelateerde domeinen.
VRT Onderzoek & Innovatie participeert in volgende strategische programma’s (SP) en werkgroepen (WG): - Media Fundamentals & Production Integrated Media Production Strategies (SP) Beyond HD (SP) Media Information Management (SP) * Acquisitie metadata (WG) * Metadata modellen (WG) * FIMS (WG) * Metadata extractie (WG) Een van onze onderzoekers leidt deze werkgroep. * XML subtitles (WG) * Metadata Developers Network (WG) Quality control (SP)
25
Future Network & Storage Systems (SP) § Storage (WG) Future Cooperative Terrestial Network (SP) - Media Delivery & Services Broadband networks (SP) § Netwerk neutraliteit (WG) TV Platforms & Services (SP) Radio Hack (WG) In de context van deze werkgroepen werkt VRT O&I mee aan diverse deliverables. De werkgroepen waar een speciale focus wordt op gelegd zijn in bold/italic aangeduid.
“DE PROEFTUIN” ALS VOORNAAM WERKINSTRUMENT Aantal MM: 6 Proeftuinonderzoek is een vorm van open innovatie die meerwaarde creëert doordat verschillende stakeholders samenwerken om producten of toepassingen te testen in een real life setting. Door in te zetten op een sterk ecosysteem (van gebruikers - intern VRT - extern VRT) en verklaard met gemeten gedrag van testgebruikers te combineren, bekomen we snellere en meer kwaliteitsvolle resultaten. Voortvloeiend uit de strategische samenwerkingsovereenkomst tussen VRT O&I en iMinds-SMIT VUB, wordt “De Proeftuin” in 2014 verder uitgebouwd en gebruikt. Aangezien De Proeftuin als “methode” bij meerdere projecten aan bod komt, focussen we het komende jaar continue op vier onderstaande streefdoelen: 1 - Panelopbouw en behoud Door een grootschalige marketing campagne (Q2, Q3) willen we een nieuwe instroom van panelleden generen. Daarnaast zetten we in op minimale uitval en maximale respons ratio door performant panelmanagement onder leiding van iMinds-iLab.o. Hiervoor verlengen we onze samenwerkingsovereenkomst voor twee jaar waarbij de centrale opdracht - naast adviesverlening - focust op panelmanagement met behulp van het nieuwe Panelkit platform. 2 - Toegewijd en volledig stakeholderschap Omdat het “ecosysteem”, naast “aanpak” een cruciale bouwsteen is om de meerwaarde van proeftuinonderzoek te realiseren, wordt maximaal ingezet op stakeholderidentificatie en samenwerking, zowel binnen O&I, de ruimere VRT als onderzoekspartners zoals iMinds. We werken daarvoor aan een Proeftuin Protocol en implementeren een meer iteratieve, snelle en gebruikersgerichte werkmethodiek. Qua profielen stellen we een intern VRT panel en een “rapid prototyping team” aan (Q1). 3 - Proactief communicatiebeleid Om De Proeftuin als label te positioneren, werken we in Q1 een nieuwe proeftuin website, bijhorend communicatieplan en huisstijl uit. Doorheen het jaar (Q2, Q3, Q4) plannen we tenminste één open workshop voor panelleden en één voor VRT om ideegeneratie te faciliteren en de meerwaarde van De Proeftuin te dissemineren. 4 - Valorisatie & Ideegeneratie We willen De Proeftuin uitrollen als voornaam tool tot kennisgeneratie, productontwikkeling en valorisatie van de door VRT O&I of diens partners ontwikkelde ideeën, concepten of prototypes. Daartoe beogen we minimaal vijf afgeronde cases waarbij we streven naar (1) variëteit in testbare soft- en hardware (2) samenwerkingen binnen VRT en (3) betrokkenheid van zowel professionele als niet-professionele eindgebruikers.
26