Jaarverslag
2
Voorwoord Omgevingsdienst Midden-Holland uit de startblokken In 2012 zijn we van start gegaan als Omgevingsdienst MiddenHolland (ODMH). We zijn trots op wat we hebben neergezet en dat willen we laten zien! Een aantal van onze activiteiten en taken lichten wij toe in dit digitaal jaarverslag. Het illustreert hoe wij ons inzetten voor een veilige, duurzame en gezonde leefomgeving. Het geeft ook onze ambitie weer: we willen ons ontwikkelen tot een gebiedsautoriteit in het Groene Hart met een hoogwaardige, innovatieve en betaalbare dienstverlening. Dit alles uiteraard vóór en namens de tien deelnemende regiogemeenten en de provincie Zuid-Holland. NIEUW BESTUUR Sinds oktober hebben we ook een nieuw bestuur. Dit bestuur zet er gezamenlijk de schouders onder. Het bestuur wil een dienst met een efficiënte dienstverlening die kwaliteit hoog in het vaandel heeft staan. Daar werken we dagelijks hard aan met ziel en zakelijkheid. Een aantal voorbeelden hiervan staan in dit fraai vormgeven verslag. André Mutter Directeur Omgevingsdienst Midden-Holland
3
Taken en bestuur ODMH
TAKEN De ODMH is opgericht om de taken uit te voeren van de voormalige Milieudienst Midden-Holland en de milieutaken van de provincie Zuid-Holland. De ODMH draagt bij aan een veilige, duurzame en gezonde leefomgeving door (wettelijke) taken op het gebied van milieu en bouw- en woningtoezicht uit te voeren in opdracht van tien gemeenten in de regio en de provincie Zuid-Holland. De ODMH is één van de regionale uitvoeringsdiensten die per 1 januari 2013 in het gehele land zijn vormgegeven. De taken van de ODMH omvatten vergunningverlening, toezicht en handhaving van milieuregels, bouw- en woningtoezicht en advisering, ontwikkeling en uitvoering van duurzaamheidsbeleid. Daarnaast voert de omgevingsdienst taken uit ten aanzien van bodem, externe veiligheid, geluid- en luchtkwaliteit, archeologie, ecologie en milieueducatie. De dienst houdt ook toezicht op de kwaliteit en veiligheid van officiële zwemwaterlocaties en badinrichtingen voor het hele grondgebied van de provincie Zuid-Holland. Tevens behandelt de dienst de vergunningaanvragen voor slootdempingen voor de hele provincie Zuid-Holland.
BESTUUR Het bestuur bestaat uit één afgevaardigde per gemeente uit het college van burgemeester en wethouders en twee afgevaardigden vanuit Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland: HET DAGELIJKS BESTUUR VAN DE ODMH J.M. Vroomen (Bodegraven-Reeuwijk), voorzitter R.A. Janssen (provincie Zuid-Holland), vicevoorzitter A.D. Ruwhof (Gouda) A.H. van Dorp (Vlist) HET ALGEMEEN BESTUUR VAN DE ODMH NAAST DE LEDEN VAN HET DAGELIJKS BESTUUR J. Vente (Bergambacht) G.J. Dazler (Boskoop) D.C. Roelse (Nederlek) M.G. Boere-Schoonderwoerd (Ouderkerk) R.A.M. van der Sande (provincie Zuid-Holland) P.P. Matheij (Schoonhoven) C. de Jong (Waddinxveen) A. Hazelebach (Zuidplas)
“
Iedereen wil graag wonen en werken in een gezonde, veilige en duurzame wereld. De ODMH speelt daarbij een belangrijke rol door goed te letten op regelgeving en de handhaving daarvan. Zodat we onze leefomgeving zorgvuldig beschermen, nu en in de toekomst.” A.D. Ruwhof, portefeuillehouder leefomgeving Dagelijks Bestuur ODMH
4
inhoud
Voorwoord
2
Taken en bestuur ODMH
3
Zorgvuldige afwegingen bij vergunningverlening
5
Signaaltoezicht
6
Handhaving in supermarkten
7
Controle vuurwerkevenementen
8
Bouw- en Woningtoezicht bij de ODMH
9
Spoedlocaties
10
Tennissen in de Zuidplaspolder
11
Archeologisch onderzoek
12
Een duurzaam initiatief
13
Asbestspecialisten van de ODMH
14
ODMH te water
15
Geluidreductieplan industrieterrein Hollandsche IJssel
16
ROM en bestemmingsplannen
17
Duurzame projecten in de regio
18
24/7 wachtdienst
20
colofon TEKST EN SAMENSTELLING Omgevingsdienst Midden-Holland / FOTOGRAFIE Provincie Zuid-Holland, 3MegaWatt, Yvonne Vrijenhoek (in opdracht van gemeente Bodegraven-Reeuwijk) en Omgevingsdienst Midden-Holland / VORMGEVING 3MegaWatt, Gouda / COPYRIGHT Omgevingsdienst Midden-Holland, maart 2013
5
Zorgvuldige afwegingen bij vergunningverlening Afhankelijk van het soort bedrijf is een gemeente of de provincie bevoegd om een omgevingsvergunning te verlenen. Scheepswerven, procesindustrie, asfaltcentrales, composteerbedrijven en afvalverwerkers zijn voorbeelden van bedrijven waarvoor de provincie bevoegd is om milieuvergunningen te verlenen. BALANS TUSSEN ECONOMIE EN OMGEVING De gemeente is in de meeste gevallen bevoegd gezag, maar voor bovengenoemde bedrijven is het de provincie. Sinds 1 juli 2012 voeren wij voor veertig van deze bedrijven de milieutaken uit: verlenen van milieuvergunningen, behandelen van meldingen en uitvoeren van toezicht en handhaving. Vergunningverleners kijken bij vergunningaanvragen van bedrijven naar de wettelijke eisen en houden daarbij rekening met het bedrijf èn het milieu (mens en natuur). Onderwerpen zoals geluidsbelasting, bodembescherming, externe veiligheid, luchtkwaliteit, afvalbeheer en energiebesparing worden hierin meegenomen. Ook is er sprake van het maken van een afweging tussen verschillende belangen zoals het belang van een bedrijf om uit te breiden en het belang van een omwonende die meer hinder kan gaan ondervinden van bedrijfsvergroting. Vergunningverleners werken binnen dit spanningsveld. Binnen de wet zijn vaak bindende kaders gegeven waaruit blijkt of een bepaalde activiteit vergunbaar is. Aan het bevoegd gezag is een zekere beleidsruimte gegeven waarbinnen het belang van het bedrijf, het belang van de omwonende of het belang van de natuur zwaarder kan worden meegewogen. Bij veel provinciale bedrijven hebben de milieueffecten invloed op een groter gebied dan de directe leefomgeving of is er sprake van afvalbeheer dat moet voldoen aan het Landelijk Afvalbeheerplan. VEILIGHEID GEWAARBORGD Croda Nederland in Gouda is een groot bedrijf waarvoor de provincie bevoegd gezag is en de vergunningverlening nu door ons wordt uitgevoerd. Dit bedrijf valt rechtstreeks onder de Europese richtlijn RIE (Richtlijn Industriële
Emissies), voorheen de IPPC-richtlijn. Op grond van deze richtlijn moeten Europese “Beste Beschikbare Technieken” (BBT) worden gehanteerd. Voor bedrijven die onder de RIE èn onder het bevoegd gezag van de provincie vallen, zoals Croda, behandelen wij alle onderdelen van de omgevingsvergunning. Het gaat dan niet alleen om het milieudeel maar ook om toestemmingen op het gebied van bijvoorbeeld bouwen en kappen. In 2012 is voor Croda een vergunning verleend voor de uitbreiding van de opslag van gevaarlijke stoffen. Om een wettelijk correcte vergunning te krijgen zijn hiervoor onder andere de Publicatiereeks gevaarlijke stoffen (nr.15) en de BBT-conclusie Organische Bulkchemie gebruikt. Vanuit de omgeving van het bedrijf, maar ook vanuit de politiek zijn vragen over deze vergunning gesteld. In overleg met de brandweer hebben we vastgesteld dat er een grotere hoeveelheid gevaarlijke stoffen kon worden opgeslagen als door Croda extra veiligheidsvoorzieningen zouden worden aangebracht. Omdat daarmee de veiligheid voor de omgeving wettelijk gezien voldoende gewaarborgd is, kon deze vergunning worden verleend. ODMH-BREDE AANPAK Binnen de omgevingsdienst werkt vergunningverlening intensief samen met andere taakvelden. Tijdens het opstellen van vergunningen wordt gebruik gemaakt van binnen de dienst aanwezige expertise op juridisch gebied, maar ook op het gebied van geluid, bodem, geur, luchtkwaliteit en bouw- woningtoezicht. De handhavers toetsen de voorschriften op uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid.
6
Signaaltoezicht In opdracht van de provincie Zuid-Holland en de tien gemeenten in de regio controleert de ODMH bedrijven op naleving van milieuwet- en regelgeving. Tijdens de bedrijfsbezoeken controleren wij de aanwezige installaties, werkprocessen en wat er is opgeslagen. DRUKTE VOOR BEDRIJVEN De bedrijven worden óók bezocht door inspecteurs bouwen woningtoezicht van de gemeenten en de preventiemedewerkers van de brandweer. Een goede reden om het signaaltoezicht dat al geruime tijd in Gouda plaatsvindt ook in andere delen van de regio vorm te geven. NETWERKEN VAN TOEZICHTHOUDERS Op initiatief van de gemeente Vlist hebben we met elkaar onderzocht hoe medewerkers van bouw- en woningtoezicht, brandweer en omgevingsdienst samen kunnen werken in toezicht. Signaaltoezicht bleek de meest kansrijke vorm voor samenwerking. Om de samenwerking voor de toezichthouders makkelijker te maken was in september een kennismakings- en netwerkbijeenkomst. Wethouder Roelse van de gemeente Nederlek opende de bijeenkomst, waarna de toezichthouders van bouwen woningtoezicht van de gemeenten in de Krimpenerwaard, Technisch Bureau Krimpenerwaard, de brandweer en de omgevingsdienst uitgebreid kennis maakten. Elke partij presenteerde het eigen vakgebied en ging in op overtredingen of gevaren waarvan zij graag een signaal willen ontvangen van de andere partij. Om ook later in het veld de informatie paraat te hebben ontving iedereen een praktische signaalkaart.
In het laatste kwartaal van 2012 hebben de toezichthouders van de ODMH diverse overtredingen doorgegeven aan de toezichthouders van gemeente en brandweer. In februari 2013 evalueren we de samenwerking en bespreken we op welke punten het beter kan.
7
Handhaving in supermarkten Wij hebben de opdracht de supermarkten in de regio te controleren op het toepassen van verplichte energiebesparende maatregelen. Door het afdekken van de koelingen gaat namelijk minder kou verloren en dat bespaart veel energie. HELFT VAN DE BEDRIJVEN IN ORDE Tijdens onze controles in 2009 bleek dat in bijna geen enkele winkel in onze regio de koeling was afgedekt. Wij hebben daarop de supermarkten aangeschreven dat dit binnen drie jaar geregeld moet zijn. In 2012 hebben we de supermarkten opnieuw bezocht om te controleren of de koelingen waren afgedekt. Bij de helft van de bedrijven (27 van de 54) was het in orde, bij de andere winkels ontbrak de voorgeschreven afdekking. Deze supermarkten hebben een brief ontvangen waarin een dwangsom staat aangekondigd. De reacties hierop (zienswijzen) laat een duidelijke tweedeling zien. De grootste groep geeft aan meer tijd nodig te hebben om de afdekking aan te brengen en deze werkzaamheden te willen combineren met andere veranderingen in de winkel. Deze supermarkten krijgen een aangepaste beschikking met een redelijke termijn.
De tweede groep bedrijven wil het niet omdat het niet past in de winkelformule of niet rendabel is. Deze zienswijzen zijn vaak onderbouwd met rapporten en uitgebreide berekeningen. Momenteel wordt onderzocht of het afdwingen van de afdekking redelijk is. In 2013 plannen we hercontroles in om de handhaving af te ronden.
“
De omgevingsdienst is een robuuste Groene Hart dienst met regio-specifieke kennis. Een omgevingsdienst die kwaliteit levert en kostenefficiënt is. De dienst werkt voor en namens de provincie en gemeenten in de regio.” J. M. Vroomen, voorzitter Dagelijks Bestuur ODMH
8
Controle vuurwerkevenementen De ODMH controleert namens de aangesloten gemeenten al vele jaren de bedrijven die consumentenvuurwerk opslaan en verkopen. Met de komst van de provinciale taken voeren wij ook het toezicht uit op het afsteken (ontbranden) van vuurwerk, kortweg vuurwerkevenementen. PROFESSIONEEL AFSTEKEN Het professioneel afsteken van vuurwerk is gebonden aan regels om de risico’s voor toeschouwers en omgeving te voorkomen. De organisator van een vuurwerkevenement moet, afhankelijk van de hoeveelheid en soort vuurwerk, een kennisgeving of ontbrandingstoestemming aanvragen. Op basis hiervan kunnen wij toestemming geven en aangeven aan welke voorwaarden moet worden voldaan. Wij houden vooraf, tijdens en ná het evenement toezicht.
“
Uitgangspunt is dat bedrijven zich houden aan vergunningvoorwaarden en wet- en regelgeving. Tegelijkertijd mogen burgers ervan uitgaan dat de overheid op een adequate manier vergunningen verleent, toezicht houdt en bij overtredingen consequent handhaaft.” R.A. Janssen, vicevoorzitter Dagelijks Bestuur ODMH
9
Bouw- en Woningtoezicht bij de ODMH Eén van de zaken waar de omgevingsdienst in 2012 met veel inspanning aan heeft gewerkt, is de vorming van de afdeling Bouw- en Woningtoezicht. Deze afdeling is per 1 januari 2013 van start gegaan en zal in toekomst verder groeien. ROBUUSTE ORGANISATIE Al een aantal jaren voeren wij op offertebasis Bouw- en Woningtoezichttaken uit voor verschillende gemeenten in de regio. Deze taken werden uitgevoerd door een klein team van gespecialiseerde medewerkers. De voorbereiding voor de vorming van de omgevingsdienst per 1 juli 2012 was de aanleiding voor diverse gemeenten om te onderzoeken welke omgevingstaken ze nog meer aan ons kunnen overdragen. Doel hierbij is vorming van een robuuste organisatie die door regionale bundeling van taken efficiencyverhoging, kennisborging en kwaliteitsverbetering realiseert. BODEGRAVEN–REEUWIJK Bodegraven-Reeuwijk was de eerste gemeente die besloot om, behalve de milieutaken, ook de taken op het gebied van Bouw- en Woningtoezicht aan ons over te dragen. Na het uitspreken van de intentie om dit te doen (november 2011), is in het voorjaar van 2012 een bedrijfsplan opgesteld. Dit vormde de basis voor de verdere werkzaamheden die nodig waren om de taken en de medewerkers die deze taken uitvoeren, daadwerkelijk over te dragen.
Behalve de zaken die we intern moesten regelen zoals werkplekken, mandaten, financiële aspecten, hebben we ook veel inspanning gedaan om de BWT-dossiers van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk te digitaliseren. Wij voeren de werkzaamheden en archivering namelijk digitaal uit. Ook aan communicatie richting inwoners en bedrijven is gedacht. Hiervoor hebben we gebruik gemaakt van de websites van gemeente en ODMH, flyers en huis-aanhuisbladen. TOEKOMSTIGE ONTWIKKELINGEN De werkzaamheden van Bouw- en Woningtoezicht voor Bodegraven-Reeuwijk voeren we per 1 januari 2013 uit. In 2012 zijn ook trajecten gestart met andere gemeenten uit onze regio om hun BWT taken naar ons over te dragen.
10
Spoedlocaties Op een aantal locaties in Midden-Holland is de bodem zo verontreinigd dat dit risico’s met zich mee kan brengen voor mensen, planten of dieren. De verontreiniging kan via het grondwater worden verspreid. In deze situaties spreken we van spoedlocaties. BODEMCONVENANT Er zijn drie soorten spoedlocaties, humane spoedlocaties (met risico’s voor de mens), ecologische spoedlocaties (risico’s voor planten en/of dieren) en spoedlocaties met verspreidingsrisico’s. In het Bodemconvenant uit 2009 zijn afspraken gemaakt tussen Rijk, provincie, gemeenten en waterschappen over de aanpak van de spoedlocaties. SPOED OF NIET? Voor negen spoedlocaties is in 2012 een bestuursovereenkomst gesloten met de gemeenten en de provincie Zuid-Holland. Hierin is afgesproken dat deze locaties voor eind 2015 (of zo spoedig mogelijk hierna) zijn gesaneerd of beheerst. De provincie heeft hiervoor subsidie verstrekt aan de gemeenten. De overige spoedlocaties in de regio Midden-Holland vallen onder een andere (subsidie)regeling, zoals de bedrijvenregeling. De ODMH coördineert de uitvoering van de gemaakte afspraken. We begeleiden ook eventuele locatie-onderzoeken en we bekijken of er daadwerkelijk sprake is van een spoedlocatie op basis van aanwezige informatie. Hierdoor zijn drie locaties alsnog beoordeeld als niet-spoedeisend.
ODMH COÖRDINEERT GRONDSANERING In 2012 coördineerden wij de sanering van de spoedlocatie Spoorsingel 2 in Schoonhoven. Dit is een particuliere woning met tuin waar loodverontreiniging is aangetroffen. De verontreinigingen zijn waarschijnlijk ontstaan toen een gedeelte van de stadsgracht met verontreinigde grond werd gedempt. Aan een sanering gaan heel wat werkzaamheden vooraf. Zo hebben wij de uitvoering van een aanvullend bodemonderzoek begeleid, een expertmeeting georganiseerd om de verschillende saneringsvarianten te bespreken, offertes van aannemers aangevraagd en beoordeeld, flora- en faunaonderzoek uit laten voeren en advies gevraagd bij een tuinarchitect. Uiteraard hebben we veel overleg gehad met de bewoners. Een groot deel van de tuin is heringericht om zo de verontreiniging te saneren. We verwachten dat de sanering in het voorjaar van 2013 ook administratief is afgerond. De ODMH coördineert ook de overige spoedlocaties in de regio Midden-Holland om te zorgen dat de locaties vóór eind 2015 (of zo spoedig mogelijk hierna) zijn gesaneerd of beheerst.
11
Tennissen in de Zuidplaspolder Een potje dubbelspel tennis met twee ballen tegelijk in het veld. Vier spelers proberen het spel te spelen, dat is knap lastig als je elkaar niet goed kent en de tennisballen van alle kanten lijken te komen. Zo zou je de bevoegdheden voor het Nederlandse grondwater kunnen zien. GRONDWATER Provincie, waterschap en gemeenten zijn bevoegd gezag voor verschillende activiteiten in het grondwater. Daarbij komt dat er steeds meer beroep wordt gedaan op het grondwater: het wordt opgepompt voor drinkwatervoorziening, gebruikt als gietwater in de glastuinbouw, rondgepompt om gebouwen mee te verwarmen (bodemenergie) en regenwater en brijn worden geïnfiltreerd in de bodem. Met name in de Zuidplaspolder neemt het gebruik van het grondwater enorm toe door de concentratie van glastuinbouw. Daarbij bestaat ook nog het gevaar van verzilting van het grondwater door kwel. Niet zo vreemd dus dat de gemeente Zuidplas duidelijkheid wil over de bevoegdheden en inzicht in de ligging van de huidige bodemenergiesystemen, brijnlozingen en alle andere handelingen in en met het grondwater. De gemeente heeft de ODMH gevraagd dit uit te werken. Wij hebben daarom een project gestart waarin de gemeente, de provincie Zuid-Holland, het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard en Agentschap NL deelnemen. WILD-WEST VOORKOMEN Eerst hebben we in de projectgroep een projectplan opgesteld en een klankbordgroep georganiseerd, daarna zijn we aan de slag gegaan. RO-ers en ondergronddeskundigen van de deelnemende partijen hebben met elkaar de ruimtelijke plannen en de bijzondere bodemgesteldheid van de gemeente besproken. Hieruit bleek dat bij de grote ruimtelijke plannen en de structuurvisie van de gemeente al goed rekening wordt gehouden met de ondergrond. Zo wordt in het restveengebied, dat gevoelig is voor bodemdaling, vooral natuur ontwikkeld. Een nieuwe
woonkern zal op gronden met een betere draagkracht worden gerealiseerd en de glastuinbouw is het beste af in het noordwesten door de betere ontwatering in dit gebied. Het is niet alleen het grondwater dat aandacht nodig heeft. Er wordt steeds meer onder de grond gestopt: ondergrondse vuilcontainers, kabels en leidingen , ondergronds bouwen en waterberging. Daarnaast kunnen er waardevolle archeologische voorwerpen in de bodem aanwezig zijn. Om te voorkomen dat het later een “wildwest” in de ondergrond wordt, is het goed een visie te ontwikkelen. De bovengrondse ruimte is volledig geregeld in bestemmingplannen, maar in de ondergrond is het “wie het eerst komt, wie het eerst maalt”. Het is daarom dat RO-ers van de gemeente nadrukkelijk worden betrokken in het project. Medio 2013 zal blijken of de tennisspelers een mooi dubbelspel kunnen spelen waarbij de bal minder chaotisch wordt rondgespeeld. Als dat lukt zijn er alleen maar winnaars.
12
Archeologisch onderzoek Gemeenten hebben een wettelijke zorgplicht voor archeologie. Het gemeentelijk archeologiebeleid beschrijft hoe ze met archeologische waarden omgaat. Door voorschriften in het bestemmingsplan kan in een vroeg stadium van de planvorming rekening gehouden worden met archeologie. WEL OF GEEN ONDERZOEK? De aanvrager van een omgevingsvergunning kan geconfronteerd worden met de verplichting (en betaling!) van een archeologisch onderzoek. Soms kunnen er vraagtekens gezet worden bij de noodzaak van onderzoeken. De ODMH adviseert gemeenten over uitgevoerde archeologische onderzoeken en bestemmingsplannen. We geven ook presentaties en voorlichtingen bij gemeenten. We krijgen steeds meer het verzoek om voor ontwikkelingsplannen na te gaan of een archeologisch onderzoek nodig is bij het aanvragen van een omgevingsvergunning. Bij zo’n verzoek kijken wij naar de aard en omvang van de bodemingrepen en de uit onderzoek aanwezige informatie over archeologie en bodem. Zo weten wij in een zeer korte tijd of een archeologisch onderzoek nodig is. In 2012 bleek in enkele gevallen dat er geen archeologisch onderzoek nodig was. Een voorbeeld daarvan is de ontwikkellocatie Opperduit in Nederlek. VONDSTEN IN NEDERLEK Bij Opperduit in Nederlek wordt een grote stal gebouwd met een afmeting van 40x27 meter, met een mestkelder van twee meter diep. Er moet dus over een groot oppervlak diep worden gegraven. De locatie van de stal valt binnen de grenzen van een bekende archeologische vindplaats en de archeologische beleidskaart geeft aan dat er archeologisch onderzoek nodig is. De voorgenomen plannen kunnen een bedreiging vormen voor de aanwezige archeologische waarden. Daarom vroeg de gemeente Nederlek ons of een archeologisch onderzoek verplicht gesteld moest worden.
De bekende archeologische vindplaats is een grote zandopduiking, waarop resten en sporen uit de prehistorie zijn aangetroffen. Zandopduikingen, ook wel donken genoemd, zijn geïsoleerde droge plekken in het moeras die goede vlucht- en verblijfplaatsen vormden. Samen met de oeverwallen waren ze de eerste vestigingsplaatsen en ontstonden er donknederzettingen zoals Bergambacht. De resten en sporen op de gevonden zandopduiking bevinden zich op verschillende diepte: van net onder het maaiveld tot wel zeven meter en dieper eronder. De top van de zandopduiking ligt op meer dan 150 meter van de bouwlocatie vandaan. De vraag was of bij de geplande werkzaamheden de zandopduiking aangetroffen kon worden. Van het gebied zijn verschillende milieukundige onderzoeken bekend die een goed inzicht geven in de bodemopbouw. Helaas was er nauwelijks informatie beschikbaar over de bouwlocatie. Uit historische kaarten bleek dat binnen de bouwlocatie nooit bouwwerken hebben gestaan die geleid hebben tot een verstoring van de ondergrond. De omgevingsdienst heeft de locatie aan de Opperduit onderzocht. Naast een dun dekje van klei troffen we er een dik veenpakket aan. Hierdoor was het voor ons duidelijk dat de archeologisch interessante zandopduiking zich op zo’n grote diepte onder het maaiveld bevindt dat de voorgenomen werkzaamheden geen bedreiging vormen voor het bodemarchief. Kortom: voor deze specifieke ontwikkellocatie hoeft dus geen archeologisch onderzoek uitgevoerd te worden.
13
Een duurzaam initiatief Externe veiligheid gaat over de risico’s van opslag, gebruik en vervoer van gevaarlijke stoffen. De ODMH verleent vergunningen aan bedrijven met gevaarlijke stoffen en houdt hier toezicht op. Wij adviseren ook bij ruimtelijke ontwikkelingen in de buurt van bedrijven met gevaarlijke stoffen, zodat zoveel mogelijk rekening gehouden wordt met de risico’s daarvan. LNG VEILIGER DAN LPG In 2012 wilden enkele grote transportbedrijven een LNG vulstation op het bedrijventerrein Broekvelden in Bodegraven-Reeuwijk realiseren. De ODMH kreeg de opdracht van de gemeente om de initiatiefnemers te ondersteunen en te adviseren bij de uitwerking van het initiatief. Het gebruik van LNG draagt bij aan de verbetering van de luchtkwaliteit. Wij hebben drie locaties gevonden waar een LNG tankstation gerealiseerd kan worden. Om dit in het bestemmingsplan te kunnen opnemen vroeg de gemeente ons deze locaties verder te onderzoeken gericht op Externe Veiligheid. Voor LNG tankstations bestaat nog geen regelgeving, daarom is hiervoor o.a. de vergelijking gemaakt met LPG: beide stoffen bestaan uit vloeibaar gemaakt gas. Er is echter een belangrijk verschil: LPG is zwaarder dan lucht en vormt bij vrijkomen (bijvoorbeeld door lekkage) een gevaarlijke situatie. LNG is lichter dan lucht en vervliegt als het vrijkomt. Daarom wordt LNG over het algemeen als veiliger beschouwd dan LPG. Voor LPG tankstations bestaan vaste veiligheidsafstanden waaraan moet worden voldaan. Voor de LNG tankstations zijn we ook uitgegaan van deze veiligheidsafstanden. Voor elk van de drie aangedragen locaties hebben we vastgesteld dat de vestiging van een LNG tankstation mogelijk is. Wel moet bij de inrichting van een LNG tankstation rekening worden gehouden met de aanvullende eisen die de Veiligheidsregio hieraan stelt. Deze eisen worden vastgelegd in de aan te vragen omgevingsvergunning.
GELUIDSOVERLAST Naast externe veiligheid speelt ook geluid een rol. In het onderzoek is daarom bij de drie locaties aandacht besteed aan de geluidseffecten van het vrachtverkeer op de omgeving. Doordat vrachtwagens op LNG niet alleen gunstig zijn voor de luchtkwaliteit maar in de regel ook minder geluid maken dan vrachtwagens op traditionele brandstoffen én het LNG tankstation uitsluitend bedoeld is voor de lokale bedrijven, geldt ook voor het aspect geluid dat de onderzochte locaties geschikt zijn voor de vestiging van een LNG tankstation. Nu is de gemeente aan zet, om samen met de ondernemers te kiezen voor de meest gunstige locatie. De ODMH biedt in het vervolgtraject graag opnieuw haar diensten aan om de uitwerking van het initiatief verder vorm te geven en is er trots op dat de gemeente BodegravenReeuwijk vanuit haar duurzaamheidsambitie als één van de eerste gemeenten in Nederland een LNG tankstation mogelijk wil maken. Bekijk hier het tanken van LNG
14
Asbestspecialisten van de ODMH Asbest is een beladen onderwerp, en kan soms leiden tot onrust. Door de complexe en versnipperde regelgeving is het toezicht houden op de asbestketen een uitdaging. De ODMH krijgt de laatste jaren steeds meer verzoeken om op te treden als deskundige op het gebied van asbest. ASBESTSPECIALIST Wij hebben hierop ingespeeld door meerdere medewerkers op te leiden als asbestspecialist om zo de benodigde kennis te kunnen leveren. Voor diverse gemeenten geven wij adviezen bij sloopmeldingen, controleren wij tijdens asbestsaneringen en treden we op na calamiteiten en incidenten. ILLEGAAL AFVOEREN Het verwijderen van asbest gebeurt doorgaans door gespecialiseerde asbestverwijderingsbedrijven. De ervaring leert dat het naleefgedrag in de asbestbranche nog te wensen over laat. Daarnaast is het laten verwijderen van asbest een kostbare aangelegenheid. Het vermoeden bestaat dat veel asbest op illegale wijze wordt verwijderd. Dit wil zeggen zonder sloopmelding (voorzien van een asbestinventarisatierapport) en door personen die deze
werkzaamheden niet mogen uitvoeren. Het ondeskundig verwijderen van asbest levert risico’s op voor de omgeving, het milieu en voor degenen die onbeschermd met asbest in aanraking komen. Om die risico’s te verminderen of te voorkomen wordt de OMDH ingeschakeld. In 2012 hebben we bijvoorbeeld een sanering begeleid voor de gemeente Waddinxveen. Daar was bij acht gemeentelijke panden asbest aangetroffen dat verwijderd moest worden. In de gemeente Boskoop hebben we een presentatie gegeven aan de medewerkers over nieuwe wet- en regelgeving op het gebied van asbest en de gevolgen daarvan voor de gemeente. Na een brand in de gemeente Zuidplas hebben we gezorgd dat het asbest op de juiste manier werd gesaneerd. Dit is maar een greep uit alle opdrachten. Vorig jaar zijn in totaal 150 asbestadviezen gegeven aan gemeenten.
“
Ik zie de omgevingsdienst als een verlenging van ons lokale bestuur. Door de bundeling van specifieke kennis en kunde in één dienst kunnen we meer kwaliteit leveren en doelmatiger werken.” A.H. van Dorp, portefeuillehouder financiën Dagelijks Bestuur ODMH
15
ODMH te water In opdracht van de provincie Zuid-Holland controleert de ODMH alle officiële zwemwaterlocaties (114) en badinrichtingen (350) in de provincie Zuid-Holland. Tijdens het controlebezoek controleren wij de hygiëne en veiligheid ván en in de baden. Gedurende het zwemwaterseizoen (1 mei tot 1 oktober) doen wij dit ook voor alle officiële zwemwaterlocaties in oppervlaktewater (buitenwater). ZWEMBADEN Bij controles van badinrichtingen letten wij vooral op de veiligheid en hygiëne zodat bezoekers zo min mogelijk risico lopen. De inspecteurs kijken naar onder andere de aanwezigheid van diepteaanduiding, de waterkwaliteit en het functioneren van de gehele technische installatie. In 2012 hebben we 377 zwembaden gecontroleerd en bleken er 220 te voldoen aan de wet. Na een handhavingstraject voldeden 157 zwembaden alsnog aan de gestelde criteria. Bij 20 zwembaden loopt op dit moment nog een handhavingstraject. Naast deze controles, controleren wij ook de kwaliteit van het uitgeoefende toezicht in het zwembad (de badmeester) door als ‘mystery-guest’ zelf te gaan zwemmen. Dit noemen wij toezicht op toezicht. We kijken dan of er voldoende badmeesters of -juffen aanwezig zijn, of ze op de juiste plekken staan en daadwerkelijk toezicht houden. BUITENWATER In het zwemwaterseizoen (1 mei tot 1 oktober) controleert de OMDH alle officiële zwemwaterlocaties in oppervlaktewater in Zuid-Holland op veiligheid, waterkwaliteit en hygiëne. Denk hierbij aan kapotte steigers, algen in het water en waterverontreiniging. In 2012 waren dit 114 locaties waar we iedere twee weken een inspectie uitvoerden. Als het water niet voldoet geven wij een waarschuwing af, een negatief zwemadvies of stellen we een zwemverbod in. Recreanten kunnen dit zien op de zwemwaterboden op locatie of op internet. Voorheen had elke provincie een eigen bord in een eigen stijl. Vanuit
Europese regelgeving is sinds 2012 één landelijke vormgeving opgedragen. Voortaan staat bij iedere officiële zwemwaterlocatie een informatiebord waarop duidelijk staat aangegeven wat wel en niet is toegestaan bij die locatie en of er actuele maatregelen gelden. KUST EN ZANDMOTOR Gedurende het hele kalenderjaar controleren wij ook de kuststrook van Zuid-Holland. Hier zijn wij bevoegd gezag in het kader van de hygiëne en veiligheid. Regelmatig zijn wij daar te vinden, want de aangebrachte zandsuppleties maakten de afgelopen jaren veel extra controlerondes noodzakelijk. Zo ook bij de Zandmotor. Door de aanleg van de Zandmotor ontstond een andere stroming in zee. De zwemwaterinspecteurs van de ODMH zijn nauw bij dit project betrokken om zwemveiligheid en waterkwaliteit te monitoren en werken daarbij samen met overheden en hulpdiensten.
16
Geluidreductieplan industrieterrein Hollandsche IJssel De vakgroep Geluid, Lucht en Externe Veiligheid van de omgevingsdienst heeft als taak de gemeenten in MiddenHolland te adviseren en te ondersteunen op het gebied van geluid. Hiermee realiseren wij een zo gunstig mogelijk akoestisch klimaat binnen de regio. ZONEBEHEER Wij voeren onder andere de wettelijke taak zonebeheer uit. Volgens de Wet geluidhinder (Wgh) moeten bedrijven op een industrieterrein met hun gezamenlijke geluidproductie binnen een bepaalde grens blijven. Met zonebeheer wordt erop gelet dat deze grens niet wordt overschreden. OP SLOT… Bij het uitvoeren van een zonetoets voor een bedrijf op het Industrieterrein Hollandsche IJssel bleek een overschrijding van de geluidszone. Bij een overschrijving mogen geen omgevingsvergunningen milieu meer worden verleend; het industrieterrein zit op slot. Volgens de Wet geluidhinder moet bij zo’n overschrijding een geluidreductieplan worden geschreven. Op verzoek van en in overleg met de gemeente Gouda hebben wij een geluidreductieplan opgesteld voor het industrieterrein. In het geluidreductieplan staat hoe de overschrijding van de geluidszone zal worden opgeheven. VAN SLOT… Met het vaststellen van het geluidreductieplan is het industrieterrein weer van slot. Uit het plan bleek dat onder andere de volgende zaken geregeld moeten worden om de overschrijding op te heffen. De gemeente moet een
nieuwe geluidszone vaststellen. Een van de bedrijven moet maatregelen treffen om het geluid naar de omgeving te verminderen. De minister van Infrastructuur en Milieu moet geluidgrenswaarden vaststellen voor enkele woningen als gevolg van geluid van het hele industrieterrein. Als deze zaken geregeld zijn, is het geluidreductieplan uitgevoerd. ODMH EN GELUID Naast de hierboven genoemde taken voeren wij geluidsmetingen uit, stellen wij Hogere waarde besluiten op (in het kader van de Wet geluidhinder) en verlenen wij ontheffingen van het verbod op geluidhinder (in het kader van de Algemene Plaatselijke Verordening). Voor de gemeenten voeren we projecten in het kader van de geluidsanering (geluidsisolatie van woningen) uit, beheren we de verkeersmilieukaart en stellen we geluidskaarten op in het kader van de Europese wetgeving. Verder geven we over allerlei geluidszaken adviezen.
17
ROM en bestemmingsplannen De vakgroep ROM (Ruimtelijke ontwikkeling en Milieu) van de ODMH adviseert de regiogemeenten over milieuaspecten bij ruimtelijke plannen. Dit vergroot de leefbaarheid en duurzaamheid in Midden-Holland en kunnen ruimtelijke processen doorgang vinden. BESTEMMINGSPLANNEN Alle gemeenten in Nederland zijn verplicht om bestemmingsplannen op te stellen en deze elke tien jaar te vernieuwen. In een bestemmingsplan staan de regels waar ieder zich aan moet houden. Bijvoorbeeld waarvoor de grond gebruikt mag worden, welke bebouwingsmogelijkheden er zijn en welke milieucategorieën zijn toegestaan. De gemeente Gouda moet een bestemmingsplan opstellen voor de Schielands Hoge Zeedijk. De gemeente heeft ons hiervoor de opdracht gegeven voor milieukundige begeleiding. SCHIELANDS HOGE ZEEDIJK Tussen de Schielands Hoge Zeedijk en de Hollandsche IJssel ligt een industrieterrein waar verschillende bedrijven in een hoge milieucategorie zijn gevestigd. Voor dit industrieterrein is een nieuw (voorontwerp) bestemmingsplan en een milieueffectrapport (MER) opgesteld. De gemeente heeft, op verzoek van Croda, in dit voorontwerpbestemmingsplan uitbreidingsruimte voor Croda opgenomen. Het gebied is in de ‘Provinciale ruimtelijke structuurvisie’ aangewezen als bedrijventerrein, waarop bedrijven in een zo hoog mogelijke milieucategorie gewenst zijn, uiteraard rekening houdend met de woonomgeving. De omgevingsdienst beschikt over veel data en modellen over het plangebied. Hierdoor konden wij efficiënt gegevens aanleveren die aan het MER en het bestemmingsplan ten grondslag liggen. De vakgroep ROM heeft hierbij nauw samen gewerkt met de vakgroepen geluid, externe veiligheid en vergunningverlening (met name vanwege het milieuthema geur). We hebben ook geadviseerd over de op te nemen voorschriften in het bestemmingsplan.
Hierbij is enerzijds rekening gehouden met de uitbreidingswensen van het bedrijf. Anderzijds is dit op een zodanige wijze vormgegeven dat de negatieve invloed van mogelijke uitbreidingen op de omgeving zoveel mogelijk worden beperkt. Zo zullen de bedrijven op het gebied van geluid een extra investering moeten doen om de geluidbelasting van de uitbreiding te beperken om te kunnen voldoen aan de nieuwe nog vast te stellen maximale toelaatbare geluidbelastingen (“hogere waarden”). Het voorontwerp bestemmingsplan, het MER en de onderzoeken van de Omgevingsdienst zijn eind november ter inzage gelegd. Half december organiseerde de gemeente Gouda een inloopavond over de voorontwerp bestemmingsplannen Schielands Hoge Zeedijk en Geluidzone industrieterrein Hollandsche IJssel en de ontwerp PlanMER Schielands Hoge Zeedijk. Al deze procedures hangen met elkaar samen en liggen daarom tegelijkertijd ter inzage. Behalve de mensen van de gemeente waren specialisten van de omgevingsdienst (ROM, geur, geluid, externe veiligheid) aanwezig om de plannen toe te lichten en vragen van bezoekers te beantwoorden.
18
Duurzame projecten in de regio Het team duurzaamheid van de omgevingsdienst adviseert en ondersteunt de regiogemeenten en de provincie over duurzaam bouwen, energie- en klimaatpreventie, natuuren milieueducatie en milieucommunicatie. Door het vergroten van draagvlak voor natuur en milieu in de regio werken we aan een duurzame samenleving. De taken en verzoeken van gemeenten pakken wij projectmatig aan. In onze aanpak komen de duurzaamheidstaken en de ‘wettelijke’ preventietaken samen. We richten ons daarbij op samenwerking met derden, het vergroten van het kennisniveau bij inwoners, bedrijven en collega’s. Op de volgende pagina’s lichten wij vier projecten waar wij trots op zijn verder toe. ENERGIEBESPARING BIJ KOELBEDRIJVEN In 2012 hebben we in samenwerking met de gemeente Bodegraven-Reeuwijk en de ondernemersvereniging Raad voor Handel, Industrie en Dienstverlening een energiebesparingsproject uitgevoerd. In onze regio en vooral in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk zijn veel bedrijven met gekoelde opslag gevestigd. Gemeenten hebben een wettelijke taak op het gebied van (energie)preventie bij bedrijven. Deze taak heeft de gemeente bij ons ondergebracht en die pakken wij projectmatig op. Naast de samenwerking met derden en het vergroten van het kennisniveau dwingen we ook energiebesparende maatregelen af met een terugverdientijd van vijf jaar.
IN DE PUBLICITEIT Bij vijftien bedrijven in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk hebben wij energiescans uitgevoerd. Onze toezichthouders zijn hiervoor speciaal opgeleid. Uit deze scans blijkt dat er net zoveel energie kan worden bespaard als driehonderdvijfentachtig huishoudens gebruiken. Naar aanleiding van de energiescans hebben de deelnemende bedrijven een plan van aanpak ingediend. Met dit plan van aanpak geven de bedrijven inzicht in welke energiebesparende maatregelen zij wanneer zullen gaan treffen. Om de bedrijven te informeren over het project en kennis uit te wisselen zijn twee bijeenkomsten georganiseerd en zijn twee digitale nieuwsbrieven uitgebracht. In het project hebben we samengewerkt met Agentschap NL. Het project heeft diverse malen publicitaire aandacht gekregen. Zie bladzijde 10 en 11 van Perspectief.
19
…energie, klimaat en fietsen ENERGIEKE SCHOLEN In het schooljaar 2011-2012 coördineerden we het project Energieke Scholen. Met dit project deden in vijf regiogemeenten in totaal 27 scholen mee met 70 groepen. Hierbij onderzochten de leerlingen de kwaliteit van het binnenmilieu en de mogelijkheden voor energiebesparing binnen de school met behulp van eenvoudige vragenlijsten en meetapparatuur. Ze presenteerden hun tips en tops aan elkaar in de klas, meer veelal ook daarbuiten. Zo schreven leerlingen van de Oranje Nassauschool in Stolwijk hun bevindingen in een brief aan het schoolbestuur. De omgevingsdienst organiseerde samen met SME Advies een slotpresentatie in de raadszaal in Bodegraven. Wethouder Hans Vroomen nam daar de tips en tops in ontvangst van een delegatie van vijf scholen in Bodegraven-Reeuwijk. We organiseerden ook de slotpresentatie bij de wethouder Luidensschool waar wethouder Wendy Ruwhof en veel ouders aanwezig waren. Met de praktische tips van leerlingen gaan veel scholen direct al aan de slag. Op diverse scholen zijn energie-teams gevormd, die letten op het uitzetten van computers en lichten en het nemen van andere energiebesparende maatregelen. Andere voorbeelden zijn de aanschaf van automatische lichtschakelaars en het plaatsen van sluitwerk op deuren en ramen. Doordat het bewustzijn van leerlingen vergroot is wordt er op school beter stilgestaan bij de kwaliteit van het binnenmilieu en het besparen van energie.
GOUDEN TIP OP KINDERKLIMAATTOP Op 26 november organiseerde het Klimaatverbond de Kinderklimaattop 2012 in Den Haag bij het ministerie van I & M. Hier mochten kleine delegaties kinderen aan meedoen van scholen die actief waren met het klimaatprogramma Groene Voetstappen. Wij verzorgden de voorlichting en werving onder de basisscholen. Op de Kinderklimaattop bespraken kinderen van basisscholen
uit heel Nederland hun ideeën voor klimaatsverbetering met elkaar en met een jury. Uit de tips van de leerlingen koos de jury van de kinderklimaattop één Gouden Tip die het komende jaar tot uitvoering zal worden gebracht door het ministerie. De tip van de leerlingen van basisschool de Triangel uit Gouda bleek de Gouden Tip: Organiseer een klimaattop in elke klas. In samenwerking met het ministerie wordt deze tip de komende maanden verder uitgewerkt. Dit zal uiteindelijk leiden tot een dag van duurzaamheid bij de basisschool. De Gouden Tip werd overhandigd aan staatssecretaris Wilma Mansveld, in aanwezigheid van Prinses Laurentien van Oranje Nassau.
IBIKE, EN JIJ? De omgevingsdienst startte in 2011 de campagne iBike en jij. Dit kreeg in 2012 een succesvol vervolg. In een kort filmpje zijn de voordelen van het fietsen in beeld gebracht en worden inwoners gestimuleerd een bijdrage te leveren aan de schonere lucht in hun omgeving door zelf meer te fietsen. We hebben een stand ingericht voor iBike op de duurzaamheidsmarkt in de St. Janskerk in Gouda in september. Bezoekers konden hier terecht voor informatie over de campagne en op een tandem stappen om daarmee het filmpje te starten. Regelmatig publiceerde wij interessante wetenswaardigheden op de website en de facebookpagina. In november zochten wij voor het project iBike samenwerking met Grand Canyon. Dit resulteerde in een plan om bezoekers van grote evenementen in Gouda te stimuleren op de fiets te komen o.a. door goede stallingsmogelijkheden voor fietsen. De komende jaren zullen diverse andere iBike, en jij? activiteiten volgen, gericht op het stimuleren van inwoners tot meer fietskilometers en minder vervuilende kilometers.
24/7 wachtdienst ODMH heeft een wachtdienst die 24 uur per dag bereikbaar is voor de inwoners van de regio. Inwoners kunnen spoedeisende klachten over water-, bodem- of luchtverontreiniging of geluidsoverlast veroorzaakt door bedrijven via het nummer melden. Het telefoonnummer is 0888-333555 (24 uur per dag), meldingen kunnen ook via het digitale meldingsformulier op onze website.