Omgaan met geld en schulden in de regio Oost Nederland
Een onderzoek in opdracht van de Stadsbank Oost Nederland te Enschede uitgevoerd door het NIBUD
mei 2004
Rapportage omgaan met geld en schulden Stadsbank Oost Nederland
2
Voorwoord Eind 2003 heeft het NIBUD een groot landelijk onderzoek gedaan onder huishoudens over het onderwerp
Geldzaken in de praktijk
. Dit onderzoek is uitgevoerd door een samenwerkingsverband van
het NIBUD en Wageningen Universiteit. Op de website van het NIBUD werd een vragenlijst geplaatst, die is ingevuld door ongeveer 5200 personen. Belangrijke vragen die het NIBUD beantwoord wilde zien, waren bijvoorbeeld:
-
hoe gaat men met geld om?;
-
hoeveel bankrekeningen worden er in het huishouden aangehouden?;
-
wie beslist over bepaalde uitgaven?;
-
worden de inkomsten en uitgaven op de een of andere manier bijgehouden?;
-
heeft men te maken met betalingsachterstanden?;
-
heeft men leningen?
De eindrapportage van dit landelijk onderzoek verschijnt in de loop van 2004.
Een belangrijk onderdeel van het landelijk onderzoek is omgaan met geld en schulden. In opdracht van Stadsbank Oost Nederland zijn de landelijke gegevens al geanalyseerd. Het voorliggende rapport gaat over dit deel van het onderzoek dat ook speciaal is gehouden in de regio Oost Nederland. De uitkomsten van dit regionale onderzoek worden vergeleken met resultaten van het landelijk onderzoek. Het regionale onderzoek is uitgevoerd door het NIBUD in opdracht van Stadsbank Oost Nederland te Enschede. In dit onderzoek zijn een beperkt aantal vragen van het landelijk onderzoek gesteld aan inwoners van het werkgebied van de Stadsbank Oost Nederland. Via oproepen in de lokale pers zijn mensen opgeroepen de regionale enquête in te vullen.
Utrecht, mei 2004
Rapportage omgaan met geld en schulden Stadsbank Oost Nederland
3
Rapportage omgaan met geld en schulden Stadsbank Oost Nederland
4
Inhoud 1 Inleiding
.............................................................................................................................................................. 7
1.1 Schoning en weging van de data 1.1.1 De respondenten 1.1.2 Weging 1.2 Leeswijzer
............................................................................................................ 7
................................................................................................................................ 7
................................................................................................................................................. 8
................................................................................................................................................... 9
2 Omgaan met geld
............................................................................................................................................ 11
2.1 Rondkomen en omgaan met geld 2.2 Financiële reserve
3 Schulden
......................................................................................................... 11
.................................................................................................................................... 13
........................................................................................................................................................... 17
3.1 Rood staan
................................................................................................................................................ 17
3.2 Type schulden en hoogte van schuld 3.3 Leningen en afbetalingen 3.4 Beoordeling leengedrag 3.5 Achterstanden
....................................................................................................................... 18
.......................................................................................................................... 19
.......................................................................................................................................... 20
4 Ontwikkelingen in financiële situatie 4.1 Financiële ontwikkelingen 4.2 Financieel bewustzijn
5 Conclusies
................................................................................................... 17
............................................................................................................. 21
....................................................................................................................... 21
.............................................................................................................................. 23
........................................................................................................................................................ 25
5.1 Conclusies algemeen
.............................................................................................................................. 25
5.2 Verschillen tussen de twee onderzoeken
BIJLAGE 1: Postcodegebied
............................................................................................. 26
............................................................................................................................ 27
Rapportage omgaan met geld en schulden Stadsbank Oost Nederland
5
Rapportage omgaan met geld en schulden Stadsbank Oost Nederland
6
1 Inleiding Eind 2003 heeft het landelijk onderzoek
Geldzaken in de praktijk Omgaan met geld en schulden
van het NIBUD plaatsgevonden. Het
onderzoek in de regio Oost Nederland over het onderwerp
is
gehouden in maart 2004. Eind maart heeft de Twentse Courant Tubantia een oproep geplaatst om respondenten te werven. Beide vragenlijsten betreffen een internetenquête. Dit is gedaan om de twee onderzoeken goed vergelijkbaar te maken. Uiteindelijk hebben 5213 personen deelgenomen aan het landelijke onderzoek en 670 aan het onderzoek in de regio Oost Nederland.
De regio Oost Nederland beslaat het werkgebied van de Stadsbank Oost Nederland en bestaat ruwweg uit de streken Twente en de Achterhoek. De gemeentes die in het onderzoek zijn betrokken staan met de bijbehorende postcodes in bijlage 1.
1.1 Schoning en weging van de data
De dataset van de regio Oost Nederland is geschoond op basis van gegevens over het werkgebied van de Stadsbank Oost Nederland. Respondenten uit plaatsen met een postcode buiten het werkgebied, zijn verwijderd uit de dataset. Daarnaast zijn dubbele en onvolledige cases verwijderd. Uiteindelijk heeft de analyse plaatsgevonden op 437 respondenten.
1.1.1 De respondenten De volgende tabel geeft een indruk van de ongewogen verdeling van de respondenten van het regionale onderzoek voor wat betreft huishoudsamenstelling, leeftijd en opleidingsniveau.
Rapportage omgaan met geld en schulden Stadsbank Oost Nederland
7
Tabel 1: Verdeling van de respondenten over achtergrondvariabelen (Oost Nederland)
Huishoudsamenstelling Alleenstaanden Alleenstaande ouders
15,6% (n=68) 5,7% (n=25)
(Echt)paren zonder thuiswonende kinderen
27,5% (n=120)
(Echt)paren met thuiswonende kinderen
51,3% (n=224)
Leeftijdsklasse < 29 jaar
12,0 % (n=51)
30-39 jaar
24,2%(n=103)
40-49 jaar
31,7%(n=135)
50-59 jaar
32,2%(n=99)
60-64 jaar
4,5%(n=19)
65 jaar en ouder
4,5%(n=19)
Opleidingsniveau Basisonderwijs of vergelijkbaar
0,9%(n=4)
VMBO of vergelijkbaar
9,7%(n=41)
HAVO/VWO of vergelijkbaar
8,5%(n=36)
MBO of vergelijkbaar
37,3%(n=158)
HBO of universiteit
43,6%(n=185)
Op basis van deze verdeling en de landelijke cijfers van het CBS is de dataset herwogen. Aangezien een aantal cellen een zeer laag aantal respondenten omvat, is het niet mogelijk de resultaten te presenteren naar alle categorieën waarop is gewogen.
1.1.2 Weging Beide datasets zijn gewogen naar de achtergrondgegevens huishoudsamenstelling, opleidingsniveau en leeftijd. Hiervoor zijn gegevens van het CBS gebruikt. Op deze manier zijn de databases representatief gemaakt voor Nederland als geheel. Uitgangspunt was dat de verdeling naar huishoudsamenstelling, leeftijd en opleidingsniveau in Oost Nederland hetzelfde is als die in heel Nederland. De reden hiervoor is dat er voor het werkgebied van Stadsbank Oost Nederland geen specifieke gegevens beschikbaar zijn van de verdeling over de achtergrondvariabelen. Wel zorgt dit voor een goede vergelijking tussen de twee datasets. Ook is het databestand van Oost Nederland gewogen op inkomensverdeling zodat de twee bestanden ook wat dat betreft vergelijkbaar zijn. Het landelijke bestand is in vier gelijke inkomensgroepen verdeeld. Het regionale databestand is zo herwogen, dat op basis van de indeling in de landelijke dataset in iedere inkomensgroep eveneens 25% zit.
Rapportage omgaan met geld en schulden Stadsbank Oost Nederland
8
1.2 Leeswijzer
In de volgende hoofdstukken staan de resultaten van het onderzoek. Er wordt een vergelijking gemaakt tussen de regionale en de landelijke uitkomsten. De resultaten worden gepresenteerd als percentage van het totaal aantal huishoudens1. Eerst wordt ingegaan op omgaan met geld en op de financiële reserve. In hoofdstuk 3 komen het leengedrag, schulden en achterstanden aan de orde. Daarna volgt een hoofdstuk over de ontwikkeling van de financiële situatie van het huishouden. De nadruk ligt hierbij op ontwikkelingen in het afgelopen jaar. Tot slot worden nog enige belangrijke conclusies getrokken.
1
Het totaal aantal huishoudens in Nederland bedraagt 7.002.000 (CBS 2003, Statistisch jaarboek 2004)
Rapportage omgaan met geld en schulden Stadsbank Oost Nederland
9
Rapportage omgaan met geld en schulden Stadsbank Oost Nederland
10
2 Omgaan met geld In dit hoofdstuk komen vragen aan de orde die te maken hebben met het omgaan met geld: kan men gemakkelijk of moeilijk rondkomen, heeft men financiële reserves beschikbaar en hoe financiert men een grote uitgave op korte termijn.
2.1 Rondkomen en omgaan met geld
De volgende tabel geeft antwoord op de vraag hoe mensen rondkomen met hun inkomen. We zien dat in Oost Nederland de helft van de respondenten (49,9%) zeer moeilijk, moeilijk of eerder moeilijk met hun inkomen uitkomt. Landelijk is dat een paar procent meer (53,2%). Oost Nederland steekt hier dus over het algemeen iets gunstiger af ten opzichte van de landelijke cijfers. Huishoudens zijn op basis van hun inkomen in twee gelijke groepen verdeeld2. Landelijk komt van de lagere inkomensgroep ongeveer 70% zeer moeilijk, moeilijk of eerder moeilijk rond. Van de hogere inkomensgroep geeft bijna 40% dit aan.
Tabel 2: Hoe goed kunt u rondkomen met uw inkomen?
Oost Nederland
Landelijk
Zeer moeilijk
8,3%
9,1%
Moeilijk
4,8%
11,6%
Eerder moeilijk dan makkelijk
36,8%
32,5%
Eerder gemakkelijk dan moeilijk
17,0%
18,5%
Makkelijk
22,4%
21,3%
Zeer makkelijk
10,6%
7,1%
Totaal
100%
100%
Dat men in Oost Nederland iets gemakkelijker met het inkomen uitkomt, ligt misschien aan het feit dat men vindt dan men goed met geld om kan gaan, althans beter dan gemiddeld in Nederland. Dit wordt geïllustreerd in de volgende tabel. 56% van de respondenten in Oost Nederland vindt dat ze goed met geld om kan gaan, tegenover 47% in Nederland. Landelijk vindt ongeveer 13% dan men slecht omgaat met geld, in de regio 3,5%.
2
De huishoudens met een inkomen tot € 1840,-
behoren tot de lagere inkomensgroep.
De huishoudens in de hogere
inkomensgroep hebben een inkomen boven deze grens.
Rapportage omgaan met geld en schulden Stadsbank Oost Nederland
11
Tabel 3: Hoe vindt u dat uw huishouden in het algemeen met geld omgaat?
Oost Nederland
Landelijk
Goed
56,2%
47,3%
Goed noch slecht
40,3%
39,9%
Slecht
3,5%
12,8%
Totaal
100%
100%
Er is een verband tussen eigen financiële opvoeding en het huidige financiële gedrag. In Oost Nederland heeft meer dan driekwart van de respondenten vroeger goed met geld leren omgaan. Hiervan geeft tweederde aan dat ze nu zelf goed met geld omgaan. In het Oosten heeft ongeveer 22% vroeger niet goed met geld leren omgaan. Daarvan gaat slechts 17% nu zelf goed met geld om (zie tabel 4). Huishoudens zijn op basis van hun inkomen in twee groepen verdeeld. De huishoudens in de lagere inkomensgroep vinden van zichzelf dat ze zelf beter met geld omgaan dan de huishoudens in de hogere inkomensgroep. Dit geldt zowel landelijk als in de regio. Voor huishoudens met een lager inkomen is het noodzakelijker om goed met geld om te gaan.
Tabel 4: Omgaan met geld ten opzichte van eigen financiële opvoeding?
Oost Nederland
Zelf omgaan met geld
Financiële opvoeding
Landelijk
Financiële opvoeding
Goed
Niet goed
Goed
Niet goed
Goed
67,6%
17,2%
56,6%
21,1%
Goed noch slecht
30,2%
75,3%
38,4%
44,3%
Slecht
2,2%
7,5%
4,8%
34,5%
Totaal
100%
100%
100%
100%
De volgende tabel geeft aan hoe mannen en vrouwen met geld omgaan. Vrouwen in de regio vinden zichzelf zuiniger dan mannen. Landelijk is het beeld anders, daar vinden vrouwen zichzelf royaler dan mannen.
Rapportage omgaan met geld en schulden Stadsbank Oost Nederland
12
Tabel 5: Omgaan met geld naar geslacht
Oost Nederland
Landelijk
Mannen
Vrouwen
Mannen
Vrouwen
3,9%
12,8%
6,8%
9,4%
Aan de zuinige kant
24,0%
25,2%
23,4%
23,3%
Noch zuinig/noch royaal
35,8%
46,2%
50,8%
43,6%
Aan de royale kant
35,2%
13,7%
16,8%
20,5%
Erg royaal
1,1%
2,1%
2,3%
3,2%
Totaal
100%
100%
100%
100%
Erg zuinig
2.2 Financiële reserve
Gevraagd is of een huishouden een bepaalde financiële reserve nodig heeft om zonder problemen te kunnen draaien. Men moest aangeven hoe hoog de financiële reserve voor het huishouden zou moeten zijn. Ten slotte is de vraag gesteld of men de aangegeven financiële reserve ook daadwerkelijk beschikbaar heeft. In de volgende tabel staan de resultaten weergegeven. Uiteraard vindt vrijwel iedereen dat een financiële reserve nodig is. Er is geen verschil tussen lage en hoge inkomens. In de regio hebben meer personen dan landelijk die reserve daadwerkelijk beschikbaar: ongeveer 70% tegen 50%. In de regio heeft men een minimale financiële reserve nodig van gemiddeld het gemiddelde wat hoger, namelijk €
€
5.980,-. Landelijk ligt
6.427,-.
Over het algemeen vinden eenoudergezinnen de kleinste financiële reserve nodig ten opzichte van de overige huishoudtypen. Paren zonder kinderen willen over de hoogste financiële reserve beschikken om zonder problemen te kunnen draaien. Dit verschil wordt verklaard door het inkomenseffect. Namelijk hoe hoger het inkomen, des te hoger is de financiële reserve die men denkt nodig te hebben. Landelijk heeft de lage inkomensgroep een gemiddelde financiële reserve nodig van € 4.681,- en de hoge inkomensgroep van gemiddeld € 8.193,-. Huishoudens in de hoogste leeftijdscategorie hebben een grotere financiële reserve nodig dan die in de lagere. In tabel 7 staan alleen de landelijke cijfers van de gemiddelde benodigde financiële reserve.
Tabel 6: Heeft een huishouden een financiële reserve nodig en heeft u die ook beschikbaar?
Oost Nederland
Landelijk
Financiële reserve
Daadwerkelijk
Financiële reserve
Daadwerkelijk
nodig
beschikbaar
nodig
beschikbaar
98,9%
68,8%
96,5%
51%
Nee
1,1%
31,1%
3,5%
49%
Totaal
100%
100%
100%
100%
Ja
Rapportage omgaan met geld en schulden Stadsbank Oost Nederland
13
Tabel 7: Gemiddelde benodigde financiële reserve naar huishoudtype
Landelijk gemiddelde Alleenstaanden
€
5270
Eenoudergezin
€
4193
(Echt)paar zonder kinderen
€
9013
(Echt)paar met kinderen
€
5898
Totaal
€
6427
In dit kader is ook gevraagd naar hoe men op korte termijn een grote uitgave zoals een televisie of wasmachine zou financieren. Tabel 8 geeft de resultaten. Er is geen significant verschil tussen de regionale en de landelijke cijfers. In beide gevallen kunnen ongeveer twee op de drie huishoudens een grote uitgave direct betalen.
Tabel 8: Hoe financiert u een grote uitgave op korte termijn?
Oost Nederland
Landelijk
Kan het zo betalen
68,9%
66,1%
Moet geld lenen of rood staan
22,1%
23,7%
Gaat op afbetaling kopen
8,9%
10,3%
Totaal
100%
100%
Bij de lagere inkomens kan iets meer dan de helft van de huishoudens een grote uitgave direct doen. Bij de hogere inkomens is dit landelijk 75% en 85% in de regio Oost Nederland. Tabel 10 geeft de landelijke resultaten naar leeftijdscategorie weer. Respondenten in de jongste leeftijdscategorie lenen of kopen significant vaker op afbetaling dan die in de oudere leeftijdscategorieën. Hoe ouder de respondenten, des te vaker men grote uitgaven direct kan financieren.
Tabel 9: Financieringswijze van grote uitgave op korte termijn naar inkomensgroep
Oost Nederland
Landelijk
Lager
Hoger
Lager
Hoger
Kan het zo betalen
51,7%
85,8%
55,6%
75,7%
Moet geld lenen of rood staan
33,8%
10,7%
31,1%
17,1%
Gaat op afbetaling kopen
14,4%
3,6%
13,4%
7,2%
Totaal
100%
100%
100%
100%
Rapportage omgaan met geld en schulden Stadsbank Oost Nederland
14
Tabel 10: Landelijke resultaten financieringswijze van grote uitgave op korte termijn
Kan het zo betalen
Moet geld lenen of rood
Gaat op afbetaling
staan
kopen
Tot en met 29 jaar
39,3%
38,7%
22,0%
30 tot en met 39 jaar
57,3%
31,0%
11,7%
40 tot en met 49 jaar
60,2%
28,4%
11,3%
50 tot en met 59 jaar
66,7%
24,6%
8,6%
60 tot en met 64 jaar
79,2%
16,3%
4,5%
65 jaar en ouder
92,9%
3,5%
3,7%
Totaal
100%
100%
100%
Rapportage omgaan met geld en schulden Stadsbank Oost Nederland
15
Rapportage omgaan met geld en schulden Stadsbank Oost Nederland
16
3 Schulden In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de schulden van de huishoudens: wat vindt men van het eigen leengedrag, welke schulden heeft men, bij wie heeft men schulden en hoe hoog zijn die schulden globaal?
3.1 Rood staan
Gevraagd is naar de frequentie van rood staan op de lopende rekening. De onderstaande tabel geeft geen significante verschillen weer in de frequentie van rood staan tussen de regio en Nederland. Iets meer dan eenderde van de huishoudens staat nooit rood. Ongeveer drie op de tien huishoudens staat regelmatig of altijd rood op de lopende rekening. Landelijk gezien hebben gezinnen met inwonende kinderen het vaakst een roodstand, en paren zonder kinderen het minst vaak. Landelijk staat eenderde van de huishoudens met een lager inkomen regelmatig of altijd rood op de lopende rekening, tegenover iets meer dan een kwart van de huishoudens in de hogere inkomensgroep.
Tabel 11: Staat u wel eens rood op uw lopende rekening?
Oost Nederland
Landelijk
Nooit
33,4%
36,4%
Af en toe
34,8%
35,2%
Regelmatig
20,9%
17,6%
Altijd
10,9%
10,9%
Totaal
100%
100%
3.2 Type schulden en hoogte van schuld
De volgende tabel geeft aan welk type schulden men heeft. Hierbij waren meerdere antwoorden mogelijk. In de regio heeft men minder vaak dan landelijk geen schulden: 25% tegen 31%. De typen schulden die men heeft komt nagenoeg overeen. Net zoals landelijk heeft ongeveer de helft van de huishoudens in de regio een hypotheek. Een kwart van de respondenten heeft een lening.
Rapportage omgaan met geld en schulden Stadsbank Oost Nederland
17
Tabel 12: Type schulden
Oost Nederland
Landelijk
Geen schulden
25,3%
30,9%
Hypotheek
49,6%
48,1%
Leningen
24,9%
26,4%
Afbetalingen
8,7%
10,9%
Schulden bij particulieren
8,0%
5,3%
Voor de hoogte van de schulden is eerst een selectie gemaakt van huishoudens die geen hypotheekschuld hebben. Reden hiervoor is dat niet alle respondenten hun hypotheek als schuld zien en daarom niet meetellen bij de hoogte van hun schulden. De verdeling van de schulden is af te lezen uit tabel 13.
Tabel 13: Hoe hoog is de schuld globaal? (alleen huishoudens zonder hypotheek)
Oost Nederland
Landelijk
0 / geen schulden
49,9%
56,8%
1-10000 euro
37,8%
28,8%
10000-20000 euro
6,1%
7,5%
20000-50000 euro
5,4%
6,0%
50000 euro of meer
0,9%
0,9%
Totaal
100%
100%
Ook als we kijken naar de hoogte van de schulden, en huishoudens met een hypotheekschuld buiten de analyses laten, is te zien dat huishoudens in de regio iets vaker schulden hebben dan landelijk. Landelijk heeft ongeveer drie op de tien huishoudens een schuld tot €
10.000,- in de regio bijna vier
op de tien huishoudens.
3.3 Leningen en afbetalingen
Indien een respondent leningen heeft, is gevraagd om welk type leningen het gaat. Er waren meerdere antwoorden mogelijk. De meeste leningen zijn afgesloten bij een bank. Daarnaast komen leningen bij financieringsmaatschappijen, leveranciers en postorderbedrijven vaak voor. Als andere instantie wordt onder andere de kredietbank genoemd. In de regio heeft men minder vaak schulden bij een bank dan gemiddeld in Nederland (30% tegen 50%). In de regio hebben huishoudens frequenter schulden bij leveranciers en financieringsmaatschappijen dan gemiddeld in Nederland. De lagere inkomensgroep en de hogere inkomensgroep hebben dezelfde typen leningen.
Rapportage omgaan met geld en schulden Stadsbank Oost Nederland
18
Tabel 14: Type leningen en afbetalingen van het huishouden
Oost Nederland
Landelijk
Bank
30,3%
50,5%
Financieringsmaatschappij
37,4%
22,4%
Via een leverancier
27,9%
8,0%
Verzekeringstussenpersoon
3,7%
1,4%
Studieschuld
8,2%
9,7%
Postorderbedrijf
15,9%
17,5%
Familie
10,9%
13,7%
Kennissen
10,4%
4,5%
**
2,4%
Andere instantie ** te weinig waarnemingen
3.4 Beoordeling leengedrag
De volgende tabel geeft aan hoe men het eigen leengedrag beoordeelt. In de regio vindt ruim 20% dat men te veel leent, of liever wat minder had willen lenen. Landelijk is dat ongeveer 13%. Meer dan de helft van de respondenten leent niets of zo weinig dat ze de vraag niet van toepassing vinden.
Tabel 15: Hoe beoordeelt u uw leengedrag?
Oost Nederland
Landelijk
Niet van toepassing
55,4%
57,6%
Geheel verantwoord
22,2%
25,4%
Ik had liever minder geleend om
22,2%
12,5%
Ik leen te veel
0,2%
4,4%
Totaal
100%
100%
meer geld voor andere zaken over te houden
Huishoudens in de hogere inkomensgroep vinden hun leengedrag verantwoorder dan huishoudens in de lagere inkomensgroep.
Rapportage omgaan met geld en schulden Stadsbank Oost Nederland
19
3.5 Achterstanden
De volgende tabel gaat over betalingsproblemen in het afgelopen jaar. Ongeveer 65% van de huishoudens heeft geen financiële tegenslag gehad. In de regio heeft men het afgelopen jaar vaker dan landelijk de huur of hypotheek te laat betaald. Ongeveer evenveel personen heeft een aanmaning ontvangen. Voor de overige vragen scoort de regio beter: respondenten hebben minder vaak een deurwaarder aan de deur gehad, minder vaak geen geld kunnen opnemen en er is minder vaak een automatische incasso geweigerd.
Tabel 16: Heeft uw huishouden het afgelopen jaar een van de volgende financiële gebeurtenissen meegemaakt?
De huur/hypotheek te laat
Oost Nederland
Landelijk
16,0%
10,2%
29,7%
28,6%
3,4%
4,0%
18,6%
26,8%
14,9%
17,8%
betaald Een aanmaning ontvangen Een deurwaarder aan de deur gehad Geen geld meer kunnen opnemen Weigering van een automatische incasso
In het landelijke bestand is een onderscheid gemaakt naar inkomenscategorie. Alle financiële tegenslagen komen bij de lagere inkomensgroep significant vaker voor dan bij de huishoudens met de hogere inkomens.
Tabel 17: Landelijke resultaten naar inkomenscategorie
De huur/hypotheek te laat
Lagere inkomensgroep
Hogere inkomensgroep
15,0%
5,4%
31,6%
25,8%
5,1%
2,5%
34,0%
20,5%
22,0%
14,4%
betaald Een aanmaning ontvangen Een deurwaarder aan de deur gehad Geen geld meer kunnen opnemen Weigering van een automatische incasso
Rapportage omgaan met geld en schulden Stadsbank Oost Nederland
20
4 Ontwikkelingen in financiële situatie Tot slot gaan we in dit hoofdstuk in op de vraag hoe de financiële situatie van het huishouden zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld. De nadruk ligt hierbij op de ontwikkelingen in de financiële situatie in het afgelopen jaar.
4.1 Financiële ontwikkelingen
Onderstaande tabel laat zien dat bepaalde financiële beslissingen landelijk en regionaal ongeveer even vaak worden genomen. Het grootste verschil zit hem in het interen op spaargeld om dagelijkse uitgaven te kunnen betalen. Iets meer dan eenvijfde (22%) van de respondenten in de regio heeft dit in het afgelopen jaar gedaan. Landelijk is dit 28%.
Tabel 18: Heeft u in het afgelopen jaar…….
Oost Nederland
Landelijk
Ja
Nee of nvt
Ja
Nee of nvt
1,3%
98,7%
3,3%
96,7%
3,6%
96,4%
7,0%
93%
22,0%
78%
28,1%
71,9%
500 gewonnen of
5,5%
94,5%
8,2%
91,8%
Meer dan €
1000 geërfd
4,0%
96,0%
4,7%
95,4%
Meer dan €
500 aan spullen
6,8%
93,2%
6,1%
93,9%
Bezittingen verkocht om dagelijkse uitgaven te kunnen betalen Meer dan €
500 geleend om
dagelijkse uitgaven te betalen Meer dan €
500 van uw
spaarrekening gehaald om dagelijkse uitgaven te betalen Meer dan € gekregen
gekregen
Gevraagd is hoe men de huidige financiële situatie beoordeelt ten opzichte van vijf jaar geleden. Landelijk gezien geeft een groter deel aan er financieel op vooruit te zijn gegaan. In de regio is bijna de helft (49,5%) van de respondenten er financieel op achteruit gegaan tegen 34,8% van de respondenten in het landelijk onderzoek. Uitgesplitst naar huishoudtype zijn vooral eenoudergezinnen er aanmerkelijk op achteruit gegaan. Dit zou verklaard kunnen worden uit het feit dat de scheiding binnen die periode heeft plaatsgevonden. Jonge huishoudens geven in relatie tot oudere huishoudens vaker aan erop vooruit te zijn gegaan.
Rapportage omgaan met geld en schulden Stadsbank Oost Nederland
21
Tabel 19: Hoe is uw financiële situatie veranderd ten opzichte van vijf jaar geleden?
Oost Nederland
Landelijk
Aanzienlijk verbeterd
20,8%
20,1%
Iets beter geworden
13,1%
17,4%
Ongeveer gelijk gebleven
16,5%
28,0%
Iets slechter geworden
26,8%
18,9%
Veel slechter geworden
22,7%
15,9%
Totaal
100%
100%
De volgende tabel geeft de resultaten naar inkomenscategorie.
Tabel 20: Veranderingen in financiële situatie ten opzichte van vijf jaar geleden?
Oost Nederland
Landelijk
Lager
Hoger
Lager
Hoger
15,2%
27,6%
15,7%
24,1%
Iets beter geworden
9,1%
16,8%
14,7%
21,1%
Ongeveer gelijk gebleven
8,6%
25,0%
26,4%
28,8%
Iets slechter geworden
31,0%
23,5%
21,0%
17,1%
Veel slechter geworden
36,0%
7,1%
22,2%
8,9%
Totaal
100%
100%
100%
100%
Aanzienlijk verbeterd
Bijna zeven op de tien huishoudens in de lagere inkomensgroep in de regio geeft aan dat hun situatie ten opzichte van vijf jaar geleden slechter of veel slechter is geworden. Landelijk gezien geldt dit voor iets meer dan vier op de tien huishoudens. Ook de financiële situatie van huishoudens in de hogere inkomensgroep in de regio is vaker dan landelijk slechter geworden.
Rapportage omgaan met geld en schulden Stadsbank Oost Nederland
22
4.2 Financieel bewustzijn
Er is een aantal vragen gesteld over ontwikkelingen in het financieel bewustzijn van de huishoudens zich in het afgelopen jaar. Is men prijsbewuster geworden, meer gaan wikken en wegen en zich meer zorgen gaan maken over de financiële situatie.
Tabel 21: Ontwikkeling van huishoudens in het afgelopen jaar (percentage dat
Ons huishouden is in het afgelopen jaar…………
Ja
heeft geantwoord)
Oost Nederland
Landelijk
80,4%
82%
82,4%
82%
48,9%
41,5%
73,2%
66,1%
Meer gaan wikken en wegen
67,5%
72,2%
Zuiniger geworden
68,1%
65,8%
Somberder over de eigen
42,5%
46,2%
43,6%
55,6%
Prijsbewuster geworden in het aankoopgedrag Meer gaan letten op prijs/kwaliteitsverhouding van goederen en diensten Meer tijd kwijt met het zoeken naar koopjes Meer informatie gaan verzamelen alvorens iets te kopen
toekomst geworden Zich meer zorgen gaan maken over de eigen financiële situatie
Er is weinig verschil tussen de regionale en de landelijke resultaten. Het grootste verschil is te vinden bij het zich zorgen maken over de financiële situatie. Landelijk is ongeveer 56% zich meer zorgen gaan maken over de financiële situatie; regionaal is dit ongeveer 44%. Opvallend zijn de hoge percentages in de bovenstaande tabel. Meer dan 80% van de respondenten is, zowel regionaal als landelijk, prijsbewuster geworden en meer gaan letten op prijs/kwaliteitverhouding van aankopen. Dit is mogelijk te wijten aan de euro of de recessie. Er valt in sterke mate een ontwikkeling te constateren dat mensen bewuster omgaan met geld.
In de volgende tabel staan de resultaten van beide onderzoeken uitgesplitst naar inkomenscategorie.
Rapportage omgaan met geld en schulden Stadsbank Oost Nederland
23
Tabel 22: Ontwikkeling van huishoudens in het afgelopen jaar naar inkomenscategorie (percentage dat
Ja
heeft geantwoord)
Ons huishouden is in het
Oost Nederland
Landelijk
afgelopen jaar………… Lager
Hoger
Lager
Hoger
91,4%
69,5%
80,3%
78,0%
91,4%
73,6%
82,9%
80,3%
67,2%
31,5%
45,9%
34,9%
85,3%
60,5%
70,7%
60,1%
Meer gaan wikken en wegen
82,7%
51,0%
79,3%
63,8%
Zuiniger geworden
78,8%
56,3%
71,2%
60,4%
Somberder over de eigen
57,7%
28,6%
56,1%
37,9%
58,6%
29,2%
66,8%
46,0%
Prijsbewuster geworden in het aankoopgedrag Meer gaan letten op prijs/kwaliteitsverhouding van goederen en diensten Meer tijd kwijt met het zoeken naar koopjes Meer informatie gaan verzamelen alvorens iets te kopen
toekomst geworden Zich meer zorgen gaan maken over de eigen financiële situatie
De verschillen tussen de lagere en de hogere inkomensgroep zijn in de regio allemaal significant. Landelijk zijn er minder grote verschillen tussen de twee inkomenscategorieën.
Rapportage omgaan met geld en schulden Stadsbank Oost Nederland
24
5 Conclusies In dit deel volgen in het kort de algemene conclusies van het onderzoek. Allereerst worden de conclusies van het landelijk onderzoek beschreven. Daarna wordt ingegaan op de verschillen tussen het regionale en het landelijke onderzoek.
5.1 Conclusies algemeen Iets meer dan de helft van alle huishoudens komt zeer moeilijk, moeilijk of eerder moeilijk dan makkelijk rond. Huishoudens met een lager inkomen vinden meer dan huishoudens met een hoger inkomen dat ze zelf goed met geld omgaan. Voor de eerste groep is goed met geld omgaan ook van groter belang dan voor huishoudens met een hoger inkomen.
De eigen financiële opvoeding is in grote mate bepalend voor de manier waarop men nu met geld omgaat. Eén op de drie huishoudens die vroeger niet goed met geld heeft leren omgaan, gaat nu slecht met geld om.
Nagenoeg alle respondenten vinden dat een huishouden moet beschikken over een financiële reserve. De hoogte van de gewenste financiële reserve is afhankelijk van inkomen, leeftijd en huishoudtype. Een hoger inkomen en een hogere leeftijd leiden tot een hogere gewenste financiële armslag. Paren zonder kinderen wensen gemiddeld de hoogste reserve en eenoudergezinnen gemiddeld de laagste.
Tweederde van alle huishoudens kan een onverwachte grote financiële uitgave (bijv. een televisie of koelkast) direct betalen. Dit is in sterke mate afhankelijk van de leeftijd. Van de jongste leeftijdsgroep (tot 29 jaar) moet nog ongeveer 60% rood staan, lenen of op afbetaling kopen en van de huishoudens boven de 65 jaar slechts nog 10%.
Bijna tweederde van de Nederlandse huishoudens staat wel eens rood, waarvan bijna de helft regelmatig tot altijd. Gezinnen met kinderen staan het meest rood. Zeven op de tien huishoudens heeft een schuld. Ongeveer een kwart van de huishoudens geeft aan een lening te hebben. De helft van alle huishoudens die een lening hebben, hebben deze bij een bank afgesloten. De financieringsmaatschappij is ook een belangrijke instantie.
Wanneer we kijken naar de ontwikkelingen in de financiële situatie valt op dat bijna 30% van de huishoudens heeft moeten interen op de spaarrekening om dagelijkse uitgaven te kunnen betalen. Ook beoordeelt eenderde van de huishoudens er in de afgelopen vijf jaar op achteruit te zijn gegaan. De groep oudere huishoudens met een lager inkomen geeft dit in hogere mate aan dan de andere huishoudens.
Rapportage omgaan met geld en schulden Stadsbank Oost Nederland
25
Een algemene conclusie is dat huishoudens nu bewuster met geld omgaan dan een jaar geleden. Men is prijsbewuster geworden, gaat meer op koopjesjacht en denkt langer na alvorens tot een aankoop over te gaan. Daarnaast is men zich meer zorgen gaan maken over de eigen financiële situatie en over de toekomst.
5.2 Verschillen tussen de twee onderzoeken
Huishoudens in de regio geven Nederland zelf aan dat ze beter met geld omgaan dan men gemiddeld in Nederland aangeeft. Ze komen iets makkelijker rond dan gemiddeld in Nederland.
Vrouwen in de regio vinden zichzelf zuiniger in het omgaan met geld dan mannen. Landelijk is dit omgekeerd.
Hoewel de huishoudens zelf aangeven dat ze beter met geld omgaan en iets gemakkelijker kunnen rondkomen, hebben de huishoudens in de regio vaker schulden in relatie tot het hele land. Ook de typen schulden verschillen. Van de huishoudens die schulden of afbetalingen hebben, heeft landelijk ongeveer 50% een achterstand bij een bank. In de regio is dit 30%. In de regio leent men vaker dan landelijk bij een financieringsmaatschappij of een leverancier. Een hypotheekschuld is bij deze cijfers niet meegerekend.
In de regio beoordeelt men het eigen leengedrag minder verantwoord dan gemiddeld in Nederland. Iets meer dan twee op de tien huishoudens had liever minder geleend dan om meer geld voor andere zaken over te houden. Landelijk is dit ongeveer één op de tien huishoudens.
Huishoudens in het Oosten zijn negatiever over de ontwikkeling van hun financiële situatie dan gemiddeld in Nederland. In de regio geeft namelijk bijna de helft aan dat hun financiële situatie de laatste vijf jaar iets of veel slechter is geworden tegenover ongeveer 35% in het landelijke onderzoek.
Rapportage omgaan met geld en schulden Stadsbank Oost Nederland
26
BIJLAGE 1: Postcodegebied Van
Tot en met
Van
Tot en met
Borculo
7270
7275
Eibergen
7150
7157
Enschede
7500
7548
Groenlo
7140
7141
Haaksbergen
7480
7483
Lochem
7240
7245
Losser
7580
7588
Neede
7160
7165
Almelo
7600
7609
7614
7615
Hellendoorn
7440
7448
7687
7688
Rijssen-
7450
7463
Tubbergen
7650
7668
7678
7679
Twenterand
7680
7683
7610
7611
Wierden
7466
7468
7640
7645
Borne
7620
7627
Dinkelland
7590
7597
7630
7638
Hengelo Ov.
7550
7559
Hof van
7490
7497
7470
7478
7570
7577
Aalten
7120
7126
Bergh
7035
7048
Dinxperlo
7090
7095
Gendringen
7070
7084
Hengelo Gld.
7255
7256
Lichtenvoorde
7130
7137
Steenderen
7220
7227
Winterswijk
7100
7119
Wisch
7050
7065
Van
Tot en met
7670
7676
7560
7561
Enschede:
Almelo:
Holten
Hengelo Ov:
Twente Oldenzaal
Ulft:
Rapportage omgaan met geld en schulden Stadsbank Oost Nederland
27