25 juli – Vakantieoefeningen Bijbelhoekje: De verspieders Kies uit: twee - tien - jaar - twaalf - veertig Hoeveel verspieders gingen er naar Kanaän? .................. Hoeveel dagen trokken zij er rond? ....................... Hoeveel verspieders waren slecht? ................... Hoeveel verspieders zagen "God" in Kanaän? ................. Omdat het volk niet vertrouwde op God, moest het volk veertig ...................... in de woestijn blijven. Taal: drie moppen - lees ze en vertel ze daarna aan papa of mama!
Kaat mag naar het eerste leerjaar. Na de eerste dag vraagt papa wat ze heeft geleerd. "Ik heb al leren schrijven", zegt Kaat. "En wat heb je dan geschreven?" vraagt papa. "Dat weet ik nog niet, want ik leer morgen pas lezen." Twee slangen komen elkaar tegen in het moeras. De ene slang zegt tegen de andere: "Ik hoop niet dat ik giftig ben." De andere slang vraagt: "Waarom?" Zegt de ene: "Omdat ik net op mijn tong heb gebeten".
Mama wandelt met Mieke in de dierentuin. "Mama, kijk!" roept Mieke. "Die aap lijkt op oom Jan!" "Stil, meid, zoiets mag je niet zeggen". "Maar mama, die aap kan het toch niet verstaan!"
Rekenen: gemakkelijke PLUS-bruggen 8 + 5 = (8 + 2) + 3 = 13 gesplitst)
Weet je het nog? Eerst tot 10, dus 8 + 2, dan + 3 (je hebt 5
4 + 9 = ............................................................ 9 + 9 = ............................................................ 4 + 9 = ............................................................ 7 + 4 = ............................................................ 5 + 9 = ............................................................ 8 + 7 = ............................................................ 6 + 6 = ............................................................ 9 + 9 = ............................................................
26 juli – Vakantieoefeningen Bijbelhoekje: Gemaakt om op Jezus te gaan lijken Wij zijn net spiegels, die het schitterende licht van de Here weerspiegelen. Terwijl Zijn Geest in ons werkt gaan wij steeds meer op Hem lijken. 2 Kor. 3: 18 Wij zijn gemaakt om als Jezus te zijn. Ken je het scheppingsverhaal? God schiep de mens als zijn evenbeeld. Nu mag je zelf kiezen: wil je op Hem lijken, of wil je dat niet? Drie dingen die je kunt doen om op Jezus te gaan lijken zijn: - God liefhebben met heel je hart - Kiezen om Jezus te volgen - Zijn Woord lezen en gehoorzamen. Wat kun je doen om meer op Jezus te lijken?
Kies de juiste dingen uit en schrijf ze op: dienen, vechten, zingen, prijzen, zagen, helpen, liegen, storen, bidden, danken, mopperen, zaniken, zeuren, pruilen, lief zijn, gehoorzamen, stelen, klagen. ................................................................................................. ................................................................................................. ................................................................................................
Taal: geluiden zat
Kies uit: brullen - kakelen - kraaien - miauwen - blaffen - knorren mekkeren - trompetteren - loeien - hinniken - loeien – snateren - piepen
Paarden ........................
Varkens ..................................
Koeien ..........................
Katten ...................................
Hanen ...........................
Eenden .................................
Muizen ..........................
Kippen ..................................
Honden .........................
Olifanten ................................
Leeuwen ....................... Geiten ....................................
Rekenen: gemakkelijke MIN-bruggen 17 - 9 = (17 - 7) - 2 = 8 gesplitst);
Weet je het nog? Eerst tot 10, dus 17 - 7, dan - 2 (je hebt 9
13 - 5 = ............................................................ 12 - 8 = ............................................................ 11 - 4 = ............................................................ 13 - 9 = ............................................................ 12 - 5 = ............................................................ 18 - 9 = ............................................................ 16 - 8 = ............................................................ 15 - 9 = ............................................................
27 juli – Vakantieoefeningen Bijbelhoekje: Hoe zit het ermee? Wij zitten nu bijna halfweg in de grote vakantie. Lees jij nog in Gods Woord? Jij hebt toch boekjes met mooie bijbelverhalen? Een mooie kinderbijbel. Lees en herlees! Tot je de verhalen van binnen en van buiten kent. En hoe zit het met bidden? Vergeet niet de Here God elke dag te danken. Geef de Here een hele bijzondere plaats in je hart. Dan zal Hij je zegenen! Taal: over welk dier heb ik het?
Kies uit: aap - giraf - schildpad - olifant kameel - dolfijn - ijsbeer - nijlpaard - slang
Mijn neus is heel lang. Ik kan er voedsel mee nemen. Ik ben een ............................... Men noemt mij soms "het schip van de woestijn". Ik kan lang zonder water. De mensen in de woestijn gebruiken mij als "verhuiswagen". Ik ben een ............................ Ik leef in het water en ik kan gekke kunsten doen, zoals door een ring springen. Ik maak rare geluiden. ik ben een ..................................................... Ik weeg heel veel en heb een zeer grote mond. Ik leef in het water.
Mijn tweede letter is een ij. Ik ben een ............................................................. Ik heb geen poten, maar soms wel een giftand. Ik ben een ................................... Mijn kop en poten kan ik helemaal intrekken, maar helaas ben ik heel traag. Ik ben een ............................................... Als ik keelpijn heb, zijn er wel vijftig sjaals nodig, zo lang is mijn hals. Ik ben een ...................................... Mijn pels is dik en wit, ik leef in koude streken. Ik ben een .............................. Ik gelijk een beetje op jou. Ik ben een ..................................................
Rekenen: de maaltafel van 9 7 x 9 = ............
3 x 9 = ...................
5 x 9 = ...........
9 x 9 = ..................
7 x 9 = ............
3 x 9 = ...................
0 x 9 = ...........
10 x 9 = ..................
4 x 9 = ............
1 x 9 = ...................
2 x 9 = ...........
11 x 9 = ..................
28 juli – Vakantieoefeningen Bijbelhoekje: wat zijn jouw gaven? "U hebt mij in immers in de buik van mijn moeder gemaakt. Mijn hele lichaam werd door U geweven". Psalm 139: 19 Het is de Here God zelf, die jou heeft gemaakt. Jij bent helemaal uniek. Van buiten ben jij anders dan de andere mensen. Van binnen ben jij anders dan de andere mensen. Jij kreeg van God talenten (dingen die jij goed kunt). Die talenten mag je gebruiken tot eer van God. Wat kan jij goed? ................................................................................. ................................................................................. Gebruik jouw talenten tot eer van God!
Puppies van labradors. Zou jij er graag eentje willen hebben?
Taal: Het jong van .......
Kies uit: veulen - welp - lam - baby - kuiken - kalf - puppy Het jong van een koe is een .............................. Het jong van een paard is een ................................. Het jong van een schaap is een ................................... Het jong van een mens is een ...................................... Het jong van een leeuw is een ....................................... Het jong van een hond is een ........................................ Uit een kippenei komt een .............................................
Rekenen: de maaltafel van 7
7 x 7 = ............
3 x 7 = ...................
5 x 7 = ...........
9 x 7 = ..................
7 x 7 = ............
3 x 7 = ...................
0 x 7 = ...........
10 x 7 = ..................
4 x 7 = ............
1 x 7 = ...................
2 x 7 = ...........
11 x 7 = ..................
29 juli – Vakantieoefeningen Bijbelhoekje: Groeien Jezus zei: "Er staat geschreven: een mens moet niet alleen van brood leven, laat hij ook leven van elk woord dat God spreekt". Mattheüs 4: 4 Elke dag zorgen papa en mama voor brood op de plank. Wie niet eet, gaat dood van de honger. Voedsel heb je ook nodig om te kunnen groeien. Ook Gods Woord heb je nodig om te kunnen groeien. Dat heet dan "geestelijke groei".
Als jij wilt "geestelijk groeien", moet je elke dag lezen in Gods Woord. Niet vergeten!
Taal: Dictee: woorden met ei, ij, ou, au
Werk op de volgende manier: ofwel schrijf je het dictee op eigen houtje. Lees de zin één, twee of drie keer. Schrijf dan de zin op zonder te kijken. Controleer of je het juist hebben geschreven. Je kunt ook aan papa, mama, broer, zus, opa of oma vragen om voor jou te dicteren. Mogen zij het dictee daarna verbeteren?
Vijf geiten glijden op het ijs. Bij het plein stapt het meisje op de trein. Onze auto is niet oud. De saus is te zout.
Zouden deze geitjes in de winter glijden op het ijs? Rekenen: de maaltafel van 8 7 x 8 = ............
3 x 8 = ...................
5 x 8 = ...........
9 x 8 = ..................
7 x 8 = ............
3 x 8 = ...................
0 x 8 = ...........
10 x 8 = ..................
4 x 8 = ............
1 x 8 = ...................
2 x 8 = ...........
11 x 8 = ..................
30 juli – Vakantieoefeningen Bijbelhoekje: bijbelliedje Dit is een mooi bijbelliedje. Ken je het al? Het is liedje 290 uit de bundel "Opwekkingsliederen voor kinderen". Bij de troon van God staat een gouden schaal, Een schatkist vol gebeden. God bewaart ze allemaal ( 2x) En als jouw gebed onbeantwoord blijft, onthoud dan: in de hemel raken nooit gebeden kwijt (2x) God maakt alles nieuw op de mooiste dag. Dan krijgt elke vraag een antwoord, Dan wordt elke traan een lach (2x) Jezus, kom terug. Maak de aarde nieuw. (2 x) Jezus, kom terug. Maranatha. Maak de aarde nieuw. Maranatha.
(2x)
Een kleine jongen had heel erg honger. Hij vroeg aan zijn mama een zak chips. Hij kreeg van mama een boterham. Had mama gegeven wat de jongen gevraagd had? Had mama gegeven wat de jongen nodig had? Zo doet God ook met jouw gebeden!
Taal: gemakkelijke dingen...
Kies uit: januari - februari - maart - april - mei - juni - juli augustus - september - oktober - november - december zondag - maandag - dinsdag - woensdag - donderdag vrijdag - zaterdag - zomer - herfst - winter - lente
Ik ben jarig in de maand ........................................ Na woensdag komt ......................................... ......................................... is de eerste schoolmaand. De twee grote vakantiemaanden zijn .................................... en ................................. Nieuwjaar vieren wij in de maand .................................................. Het sneeuwt vaak in de ......................................... In de ................................... vallen de bladeren van de bomen. Rekenen: de maaltafel van 6 7 x 6 = ............
3 x 6 = ...................
5 x 6 = ...........
9 x 6 = ..................
7 x 6 = ............
3 x 6 = ...................
0 x 6 = ...........
10 x 6 = ..................
4 x 6 = ............
1 x 6 = ...................
2 x 6 = ...........
11 x 6 = ..................
31 juli – Vakantieoefeningen Bijbelhoekje: Vier evangeliën. Kies uit: Johannes - Marcus - Mattheüs - Lucas In de Bijbel vind je twee grote gedeelten. Het eerste gedeelte heet Oude Testament. Daarin vind je alle verhalen uit de Bijbelse geschiedenis tot het moment dat de Here Jezus geboren wordt. Het Nieuwe Testament begint met het kerstverhaal. Het eindigt met het boek Openbaringen. Het laatste bijbelboek gaat over de laatste dingen die er gebeuren op de wereld. En je vindt er heel veel over de hemel. De vier evangeliën staan in het begin van het Nieuwe Testament. De vier evangelisten beschrijven alles wat Jezus op aarde deed. De eerste evangelist heet ....................................................... De tweede evangelist heet ...................................................... Het derde evangelie komt van de hand van .................................................... Het vierde evangelie is van ............................................................... Taal: Slaapliedje. (Let op: val niet in slaap!) Het schaap heeft slaap. De koe is moe. Het varken doet zijn oogjes toe. Het paard kijkt over prikkeldraad en denkt: het is ontzettend laat. De kip zegt zacht nog één keer: tok. En ach, dan slaapt ze op haar stok. De boer kruipt ook het bed maar in, lekker dicht bij zijn boerin.
Rekenen: de maaltafel van 4 7 x 4 = ............
3 x 4 = ...................
5 x 4 = ...........
9 x 4 = ..................
7 x 4 = ............
3 x 4 = ...................
0 x 4 = ...........
10 x 4 = ..................
4 x 4 = ............
1 x 4 = ...................
2 x 4 = ...........
11 x 4 = ..................