OM3 - EPI2 Lokale Interface module Handleiding voor installatie en onderhoud
KEYSTONE
Belangrijk De onderhavige IOM moet worden beschouwd als een integraal onderdeel van de IOM voor basis EPI2, doc. ref. EBPRM-0091-NL.
Inhoud 1
Optionele module 3: Lokale Interface module
1. Optionele module 3: Lokale Interface module 1
2 Installatie
2
3 Beschrijving van de OM3 Lokale Interface module
4
4 Logische bediening van de aandrijving
4
5 OM3 aansluitschema
5
6 Identificatie
6
7 Veiligheidsinstructies
7
8 Installatie
8
9 Speciaal onderhoud
9
1.1 Functionaliteit van de Lokale Interface module De OM3 Lokale Interface module wordt geleverd als optie voor Keystone EPI2 aandrijvingen en past op alle modellen. Het is ook mogelijk, alleen voor de waterdichte uitvoering, de OM3 te bestellen als een aparte set die later in de basisaandrijving kan worden ingebouwd. De daaropvolgende montage van de OM3 op een bestaande EPI2, is niet toegestaan in de explosievaste uitvoering. De OM3 is een optionele module die lokale besturing mogelijk maakt met de volgende extra functies: • Keuze voor lokale/afstandbesturing van de aandrijving via de keuzeschakelaar (vergrendelbaar in beide standen); • Open/dicht-commando via de drukknoppen; • Standaanwijzing van de aandrijving via twee LED’s. Belangrijk Raadpleeg voor ontmantelingsinstructies het desbetreffende hoofdstuk in de handleiding van de EPI2 met ref. EBPRM-0091.
Waarschuwing Een EPI2-aandrijving moet elektrisch worden uitgeschakeld voordat begonnen wordt met demontage of montage. Volg de desbetreffende passages van de laatste versie van de handleiding voor installatie en onderhoud van de aandrijving, voordat begonnen wordt met demontage of montage.
Waarschuwing De elektronische onderdelen van EPI2-aandrijvingen en van alle optionele modules kunnen beschadigd worden door statische ontladingen. Voordat met werkzaamheden wordt begonnen moet een geaard metalen oppervlak worden aangeraakt om statische elektriciteit te ontladen. Waarschuwing EPI2 aandrijvingen kunnen aangestuurd worden via een Bluetooth™ PDA of PC met de volgende configuratie: • De commando’s kunnen via Bluetooth worden gegeven, maar alleen als BT-bediening is geactiveerd. Tijdens bedrijf met Bluetooth™, hebben de regelsignalen via PDA of PC prioriteit over alle andere afstandscommando’s en maken het mogelijk de aandrijving volledig op afstand te bedienen, ook wanneer de afsluiter niet zichtbaar is. Onder deze omstandigheden moet er speciaal op gelet worden dat er geen schade kan ontstaan en dat mensen dicht bij de afsluiter niet gewond kunnen raken. Pentair aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid voor schade of verwondingen ontstaan door onjuist gebruik van een Bluetooth™ PDA of PC. Waarschuwing Er wordt verondersteld dat installatie, configuratie, in bedrijf stellen, onderhoud en reparatie wordt uitgevoerd door gekwalificeerd personeel en gecontroleerd door verantwoordelijke specialisten. Waarschuwing Reparaties anders dan omschreven in deze handleiding mogen uitsluitend worden uitgevoerd door Pentair-personeel of door personeel dat door Pentair is geautoriseerd. 1.2 Fabrikant Fabrikant volgens Machinerichtlijn 2006/42/CE: Biffi Italia zoals aangegeven op het typeplaatje.
www.pentair.com/valves
Wijzigingen voorbehouden
EBPRM-0096-NL-1311
OM3 - EPI2 Lokale Interface module Handleiding voor installatie en onderhoud
2. Installatie Ga als volgt te werk om de OM3 Lokale Interface module op de EPI2-aandrijving te monteren: • Controleer dat alle ontvangen onderdelen van de OM3 aanwezig zijn (zie figuur 1): Pos.nr. Benaming
Aantal
1 Lokale Interface module 1 2 Bevestigingsschroeven voor connector 4 1
2 Fig. 1: OM3-set voor EPI2-aandrijving • Leg het juiste gereedschap klaar (een 5 mm inbussleutel en een schroevendraaier, figuur 2);
Fig. 2: Gereedschap voor het installeren van de OM3-set • Draai de vier inbusbouten van het deksel los en verwijder het deksel van de klemmenstrook (zie figuur 3). U ziet de klemmenstrook van de aandrijving. Verwijder de aarddraad van het deksel in de aandrijving. De aansluitingen staan aangegeven op een geel label aan de binnenzijde van het zojuist verwijderde deksel (zie figuur 4);
Fig. 3/3a: Verwijderen van klemmenkastdeksel
Waarschuwing Let erop dat de aansluitvlakken van het deksel en huis niet beschadigd raken.
Fig. 4/5: Elektrische aansluitingen Wijzigingen voorbehouden
blz. 2
OM3 - EPI2 Lokale Interface module Handleiding voor installatie en onderhoud
• Sluit de Lokale Interface module aan op aarde door de ‘aardingsset’ (bout + veerring) vast te schroeven op de aardpen.
Fig. 6/6a: Aarden van de lokale interface • Neem de vier schroeven voor het bevestigen van de zwarte connector van het lokale interface module op de klemmenstrook, in pos. 28-29-30-31 (zie figuur 7 en het aansluitschema), en zet deze vast met een schroevendraaier (zie figuur 8).
Fig. 7/7a: Aansluitingen voor het lokale interface op de klemmenstrook
Fig. 8: Het aansluiten van de connector voor de lokale interface
• Nu is de Lokale Interface module aangesloten op de aandrijving (zie figuur 9). • Neem de vier schroeven die van het deksel van de klemmenstrook verwijderd zijn en zet hiermee de Lokale Interface module vast op de aandrijving met de 5 mm inbussleutel (zie figuur 10). Belangrijk Let erop dat de zwarte connector van de Lokale Interface module zodanig is dat deze maar op één manier geplaatst kan worden. Dankzij het speciale ontwerp is het niet mogelijk de aansluitingen van de vier kabels te verwisselen en is het niet mogelijk de connector verkeerd aan te sluiten.
Fig. 9: De OM3-set aangesloten op de klemmenstrook van de EPI2
Fig. 10: Bevestigen van de Lokale Interface module op de EPI2-aandrijving
• De installatie van de OM3 Lokale Interface module op de EPI2-aandrijving is nu compleet.
Wijzigingen voorbehouden
blz. 3
OM3 - EPI2 Lokale Interface module Handleiding voor installatie en onderhoud
3. Beschrijving van de OM3 Lokale Interface module 3.1 Lokaal bedieningsinterface De volgende functies zijn beschikbaar via de EPI2 Lokale Interface module (OM3): • Keuze voor lokale/afstandbesturing van de aandrijving via de keuzeschakelaar (vergrendelbaar in beide standen). • Lokale besturing van de aandrijving: open/dicht-commando via de drukknoppen. • Standmelding van de aandrijving via twee LED’s (groen en rood). 3.2 Beschrijving van de OM3 Lokale Interface module Pos.nr. Benaming 1 Vergrendelbare 2-standen keuzeschakelaar 2 Drukknop OPEN 3 Drukknop SLUITEN 4 Waarschuwings-LED voor OPEN stand en looprichting (groen) 5 Waarschuwings-LED voor GESLOTEN stand en looprichting (rood)
1
5
4
3
2
3.2.1 2-standen keuzeschakelaar • Lokaal: uitsluitend lokale bediening • Afstandbediening: besturing met PLC of lokaal met PC of PDA via Bluetooth™. 3.2.2 LED’s voor standaanwijzing van de EPI2-aandrijving De twee LED’s geven de status aan van de aandrijving conform de volgende methode:
Groene LED AAN UIT UIT Knipperend AAN
Rode LED UIT AAN Knipperend UIT AAN
Aanwijzing Aandrijving gestopt in geheel OPEN stand Aandrijving gestopt in geheel GESLOTEN stand Aandrijving loopt naar de GESLOTEN stand Aandrijving loopt naar de OPEN stand Aandrijving gestopt in TUSSENSTAND
3.2.3 Drukknoppen OPEN / CLOSE De twee drukknoppen OPEN en CLOSE zijn uitsluitend van het type ‘push-to-run’. Zodra de drukknoppen worden losgelaten, stopt de aandrijving. 4. Logische bediening van de aandrijving Controleer dat de basisconfiguratie van de aandrijving overeenkomt met de eisen die de toepassing stelt. Zet daarna de tweestanden-keuzeschakelaar in de stand LOCAL en bedien de aandrijving met de drukknoppen OPEN en CLOSE. De aandrijving kan naar de gewenste stand worden gestuurd door de drukknoppen OPEN of CLOSE in te drukken en ingedrukt te houden. Wanneer de drukknop wordt losgelaten, wordt de motor stroomloos en stopt. Zodra de aandrijving de geheel open of geheel gesloten stand bereikt, stopt hij automatisch.
Wijzigingen voorbehouden
blz. 4
OM3 - EPI2 Lokale Interface module Handleiding voor installatie en onderhoud
Aarde
5. OM3 aansluitschema
Lokaal interface (Optionele module 3) (Opmerking 1)
Afstandsbediening (Opmerking 2)
Uitgangscontacten (Opmerking 3)
Opmerkingen 1. Aansluiting L1 - L2 voor VDC of VAC eenfase-motor voor 24 tot 240 Volt Verbinding L1 - L2 - L3 voor voeding van draaistroommotoren van 208 tot 575 V (controleer het typeplaatje van de aandrijving voor de juiste spanning) 2. Mogelijkheden voor afstandbediening
Interne voeding 24 V DC
Externe voeding 24/120 V AC
Externe voeding 24/120 V DC
3. Contacten getoond in tussenstand CLC1 - CLC2 eindstandmelding bij sluiten Contacten getoond in tussenstand OPC1 - OPC2 eindstandmelding bij openen 4. Gegevens uitgangscontact: 240 VAC / 5 A - 30 VDC / 5 A - 120 VDC / 5 A 5. Gegevens bedieningscommando’s: 24 tot 120 VAC of VDC
Wijzigingen voorbehouden
blz. 5
OM3 - EPI2 Lokale Interface module Handleiding voor installatie en onderhoud
6 Identificatie 6.1 Water- of stofdichte uitvoering EPI2-aandrijvingen met OM3 zijn ontworpen en vervaardigd in overeenstemming met de norm EN 60529. De specifieke beschermingsklasse staat aangegeven op het typeplaatje: • IP 66/68 • NEMA 4/4X/6 volgens NEMA 250 6.2 Plaatje voor toepassingen met water- en stofdichte uitvoering Verklaring:
A B C D E F G
Logo van fabrikant Productmodel Nominaal draaimoment Productcode Serienummer Looptijd Voeding
H I L M N O P
Max. stroomverbruik in ampère (bij 24 V DC) Omgeving Werking aandrijving Weerbestendig volgens beschermingsklasse (EU & US) Weerbestendigheidscertificaat (EU & US) Fabrikant Bouwjaar
6.3 Explosieveilige uitvoering EPI2 aandrijvingen met OM3 geschikt voor installatie in een gevaarlijke omgeving zijn ontworpen en gefabriceerd in overeenstemming met de normen EN50014, 50018, 50019, EN50281-1-1. De aangedreven afsluiter of desbetreffende tandwielkast moet deel uitmaken van een aparte risicoanalyse volgens de ATEX Richtlijn 94/9/EC en volgens de normen EN 13463-1 en 13463-5. EPI2 aandrijvingen hebben beschermingsklasse IP 66/68 in overeenstemming met EN60529.
Waarschuwing Wanneer een EPI2 aandrijving moet worden geplaatst in een volgens de geldende regelgeving gevaarlijke omgeving, moet op het typeplaatje van de aandrijving gecontroleerd worden of de aandrijving geschikt is voor een gevaarlijke omgeving en of de beschermingsklasse daarmee in overeenstemming is. Onderhoud en reparatie moeten uitgevoerd worden door gekwalificeerd personeel en gecontroleerd door de verantwoordelijke specialisten.
6.4 ATEX plaatje voor gebruik in gevaarlijke omgeving
A B C D E F G H
Logo van fabrikant Productmodel Nominaal draaimoment Productcode Serienummer Looptijd Voeding Max. stroomverbruik in ampère (bij 24 V DC)
Wijzigingen voorbehouden
I L M N O P Q R S
Omgeving Werking aandrijving Explosieveilig volgens beschermingsklasse Weerbestendig volgens beschermingsklasse ATEX-certificaat Fabrikant Bouwjaar Instantie voor ATEX quality assurance (Ineris) ATEX-markering
blz. 6
OM3 - EPI2 Lokale Interface module Handleiding voor installatie en onderhoud
Veiligheidsinstructies 7.1 Inleiding Dit gedeelte is een integratie van de basishandleiding MAN 652 voor als een lokaal bedieningspaneel aan een basiseenheid wordt toegevoegd; als deze combinatie wordt gebruikt, moeten zowel handleiding MAN 652 als MAN 652-3 worden gebruikt. 7.2. Algemene veiligheidsinstructies De inrichtingen waar deze veiligheidsinstructies betrekking op hebben, zijn elektrische aandrijvingen voor serie F02 en EPI2 industriële afsluiters, uitgerust met een optionele module met een lokaal bedieningspaneel geïdentificeerd als EPI2-OM3. De bovengenoemde elektrische aandrijvingen zijn ontworpen voor gebruik op industriële en regelafsluiters, geschikt voor installatie in zware industriële, chemische, petrochemische fabrieken, raffinaderijen en/of op leidingen voor gevaarlijke vloeistoffen. De elektrische aandrijvingen EPI2 met OM3 worden vervaardigd door Biffi Italia en geïdentificeerd met productnaam: EPI2-XXX/OM3. Voor de algemene instructies met betrekking tot de installatie, werking en configuratie, onderhoud en problemen oplossen, moeten de basisinstructies en de handleiding voor gebruik MAN 652 worden gebruikt. De elektrische aandrijvingen EPI2-OM3 zijn ontworpen in overeenstemming met de toepasselijke internationale regelgeving en specificaties, maar in ieder geval dienen de volgende voorschriften in acht te worden genomen: • de algemene installatie- en veiligheidsvoorschriften van kracht op de plaats van installatie; • een adequaat gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (brillen, kleding, handschoenen); • een adequaat gebruik van gereedschappen, hijs- en transportmaterieel.
Waarschuwing Vóór installatie in een gevaarlijke ruimte, zoals bepaald door de plaatselijke regels, bent u verplicht om te controleren of het identificatieplaatje van de elektrische aandrijving een adequate beschermingsgraad specificeert. 7.3 Juiste toepassing controleren Controleer voorafgaand aan de installatie de veiligheidsstand en het omgevingstemperatuurbereik op het desbetreffende typeplaatje.
Waarschuwing IInstallatie in omgevingen met een explosieve atmosfeer die niet binnen de beschermingsgraad vallen die op het typeplaatje is gespecificeerd, of waar de temperaturen buiten het bereik kunnen vallen dat op het typeplaatje is gespecificeerd, maakt de veiligheid en garantie nietig.
7.4 Toepasselijke normen en voorschriften EN ISO 12100-1 Veiligheid van machinerieën - Basisconcepten, algemene beginselen voor ontwerp. Deel 1-Basisterminologie, methodologie. EN ISO 12100-2 Veiligheid van machinerieën - Basisconcepten, algemene beginselen voor ontwerp. Deel 2-Technische grondbeginselen en specificaties. IEC/EN 60204-1 Elektrische uitrusting van industriële machines: Deel 1-Algemene vereisten. EEC 98/37 Machinerichtlijn. EEC 73/23 Laagspanningsrichtlijn. EEC 89/336 EMC-richtlijn.
Wijzigingen voorbehouden
blz. 7
OM3 - EPI2 Lokale Interface module Handleiding voor installatie en onderhoud
7.5 Voorwaarden en bepalingen Biffi Italia garandeert dat elk product vrij is van gebreken en voldoet aan de geldende productspecificaties. Tenzij anders gespecificeerd, bedraagt de garantieperiode een jaar vanaf de datum van installatie door de eerst gebruiker, of achttien maanden vanaf de verzenddatum naar de eerste gebruiker, afhankelijk van wat zich het eerst voordoet. Producten die onjuist zijn opgeslagen, onjuist zijn geïnstalleerd, oneigenlijk zijn gebruikt of die zijn gewijzigd of gerepareerd door onbevoegd personeel vallen niet onder de garantie. Reparaties ten gevolge van onjuist gebruik worden tegen de geldende tarieven berekend. 7.6 Aansprakelijkheid van de fabrikant Biffi Italia aanvaardt geen enkele aansprakelijk in geval van: • gebruik van het product in strijd met de plaatselijke veiligheids- en arbeidswetgeving; • onjuiste installatie, niet-naleving of onjuiste toepassing van de instructies op het identificatieplaatje van het product en die uit deze handleiding voor gebruik; • modificatie van het product zonder goedkeuring van Biffi; • werk verricht aan het product door ongekwalificeerd of ongeschikt personeel.
8. Installatie 8.1 Bedrijfsomstandigheden De elektrische aandrijvingen EPI2 met OM3 zijn geschikt voor de volgende omgevingstemperaturen: van -40°C tot +65°C
Belangrijk Controleer, voor een juist gebruik met betrekking tot de omgevingstemperatuur, het “omgevingstemperatuurbereik” zoals aangegeven op het identificatieplaatje.
8.2. Elektrische aansluitingen Controleer, voordat elektrische spanning op de aandrijving wordt toegepast, of de elektrische parameters (voedingsspanning en -stroom) zoals aangegeven op het identificatieplaatje, juist zijn voor deze installatie. Belangrijk Installatie en onderhoud moeten worden uitgevoerd overeenkomstig de toepasselijke voorschriften inzake elektrische installaties in gevaarlijke omgevingen (andere dan mijnen) geclassificeerd als zone 1 (gas): IEC 60079-10; IEC 60079-14; IEC 60079-17 en/of andere nationale normen. 8.3 Instructies voor intrinsiek veilige afdekkingen
Belangrijk Installatie en onderhoud van de elektrische aandrijvingen EPI2 met OM3 moeten worden uitgevoerd overeenkomstig de toepasselijke voorschriften inzake elektrische installaties in gevaarlijke omgevingen (andere dan mijnen) geclassificeerd als zone 1 (gas): IEC 60079-10; IEC 60079-14; IEC 60079-17 en/of andere nationale normen.
Waarschuwing Gebruik de elektrische aandrijving niet onder elektrische spanning als het lokale bedieningspaneel van de aansluitkast is verwijderd. Het in gebruik nemen van de unit zonder de aanwezige elektrische afdekkingen kan persoonlijk letsel veroorzaken.
Wijzigingen voorbehouden
blz. 8
OM3 - EPI2 Lokale Interface module Handleiding voor installatie en onderhoud
8.4 Installatie in een omgeving met explosieve stoffen Belangrijk Installatie en onderhoud moeten worden uitgevoerd in overeenstemming met IEC 61241-14.
Speciale aandacht moet besteed worden aan de volgende punten: • de kabelwartels moeten minimaal beschermingsgraad IP66/68 (IEC 60529) hebben; • de op de afdekking aanwezige hoeveelheid stof moet regelmatig worden gecontroleerd en de stoflaag moet verwijderd worden wanneer deze dikker is dan 5 mm.
9. Speciaal onderhoud
Waarschuwing Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door personeel dat specifiek is gekwalificeerd en opgeleid voor werkzaamheden in gevaarlijke omgevingen.
9.1 Regelmatige controles a) De frequentie van de controles kan variëren afhankelijk van de installatie- en bedrijfsomstandigheden: over het algemeen wordt minimaal één controle iedere twee jaar aanbevolen. b) Besteed tijdens de controle van de elektrische aandrijving speciale aandacht aan de toestand van de elektrische afdekkingen. Waarschuwing Mocht er schade of breuk aan de afdekkingen worden geconstateerd of mochten er schroeven voor de bevestiging van de afdekkingen ontbreken of loszitten, dan moeten er direct onderhoudswerkzaamheden worden verricht. c) Houd het buitenoppervlak schoon: als de elektrische aandrijvingen in stoffige omgevingen zijn geïnstalleerd, moeten de specificaties zoals vermeld in IEC 61241-14 worden opgevolgd en moet ervoor worden gezorgd dat de stoflaag niet dikker is dan 5 mm. d) Controleer de toestand van de kabelaansluitingen en de bevestigingsbouten: loszittende aansluitingen of bouten moeten worden vastgezet.
9.2 Reparaties van intrinsiek veilige onderdelen
Waarschuwing Ingeval voor het onderhoud onderdelen moeten worden vervangen die deel uitmaken van het lokale bedieningspaneel, MOETEN originele reserveonderdelen van Biffi worden gebruikt. Directe reparaties of reconstructies van de bovengenoemde onderdelen zijn niet toegestaan zonder goedkeuring van Biffi. Niet-naleving van deze procedure maakt de productveiligheid en garantieovereenkomst nietig. Originele reserveonderdelen moeten worden aangevraagd bij Biffi: om ervoor te zorgen dat het juiste reserveonderdeel wordt geleverd, MOET het serienummer aangegeven op het typeplaatje van de elektrische aandrijving worden vermeld tijdens de bestelling van de reserveonderdelen.
Wijzigingen voorbehouden
blz. 9