Master de Vriesskoalle Sumar
obs
2014 – 2015
Schoolgids obs Master de Vriesskoalle Sumar 2014-1015
SCHOOLGIDS Openbare Basisschool
Master de Vriesskoalle Knilles Wytseswei 11 9262 NG Sumar : 0511 46 31 12 e-mail:
[email protected] homepage: www.masterdevriesskoalle.nl Directeur: Ids Krol 1
Schoolgids obs Master de Vriesskoalle Sumar 2014-1015
INHOUD: 1. De school .........................................................................................................................................................5 1.1 De Master de Vriesskoalle 1.2 Richting 1.3 Bestuur en directie 2. Waar de Master de Vriesskoalle voor staat ……………………………………………………………………..….6 2.1 De visie 2.2 Van visie naar praktijk 3. De organisatie van het onderwijs …………………………………………………………………………………..…7 3.1 De schoolorganisatie 3.2 De onderbouw 3.3 De midden- en bovenbouw 3.4 De uren- en lessentabel 4. De zorg voor de kinderen ……………………………………………………………………………………………..12 4.1 De opvang van nieuwe leerlingen 4.2 Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen op school 4.3 De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften 4.4 Het beleid m.b.t. de opvang van gehandicapte leerlingen 4.4.1 De mogelijkheden van de zorgverbreding 4.4.2 Procedure bij aanmelding van een leerling met een handicap 4.4.3 De grenzen van onze zorgverbreding 4.5 De begeleiding van de overgang van kinderen naar het voortgezet onderwijs 4.6 Hoe realiseren we kwaliteitsverbetering bij de zorg voor het jonge kind? 4.7 Omgangsregels 4.8 Verwijsindex Fryslân 4.9 Passend Onderwijs 5. De leerkrachten …………………………………………………………………………………………………………21 5.1 Algemeen 5.2 Taken van de leerkrachten 5.3 Deskundigheid 5.4 Stagiaires 5.5 De groepsbezetting 5.6 Namen en adressen 6. De ouders ………………………………………………………………………………………………………………..23 6.1 Algemeen 6.2 Inspraak 6.3 Informatievoorziening naar de ouders 6.4 Informatievoorziening gescheiden ouders 6.5 De klachtenregeling 6.6 De ouderbijdrage 6.7 Sponsoring 6.8 Schoolverzekering 6.9 School en veiligheid 7. De ontwikkeling van het onderwijs in de school …………………………………………………………………30 8. De resultaten van het onderwijs ……………………………………………………………………………………..31 8.1 Algemeen 8.2 Waar gaan onze leerlingen na de basisschool naar toe? 8.3 Verwijzing naar scholen voor speciaal basisonderwijs 8.4 Zijn de gestelde doelen bereikt? 9. Wat verder van belang is ……………………………………………………………………………………………...33 10. Leerplicht, hoe zit dat ook al weer?................................................................................................................37 10.1 De leerplichtwet 10.2 De leerplichtwet en extra verlof 10.3 Extra vakantieverlof 10.4 Verlof wegens gewichtige omstandigheden 10.5 Hoe extra verlof aan te vragen 10.6 Bezwaar tegen een besluit 10.7 Vragen? 10.8 Schorsing en verwijdering van leerlingen 10.9 Vakanties en schooltijden 11. Namen en adressen ……………………………………………………………………………………………………40
2
Schoolgids obs Master de Vriesskoalle Sumar 2014-1015
‘Jong leren door prima onderwijs’ Voor u ligt de schoolgids van één van de scholen van de Stichting OPO Furore. De Stichting OPO Furore verzorgt het openbaar basisonderwijs in de gemeentes Smallingerland en de gemeente Tytsjerksteradiel. O.P.O. staat voor Openbaar Primair Onderwijs. De Stichting bestaat uit 24 basisscholen, verdeeld over 26 locaties, inclusief een ondersteuningsbureau. In bijna elk dorp en wijk van beide gemeentes vindt u één van onze openbare basisscholen (tevens een school voor speciaal basisonderwijs in Drachten en een azs in Burgum). Binnen onze organisatie Furore heeft elke school een eigen gezicht. De voorliggende vernieuwde schoolgids zal veel duidelijk maken over de school van uw keuze. Wat de scholen gemeen hebben is dat ze open staan ’voor iédereen, foar éltsenien’, ongeacht huidskleur, geloofsovertuiging en culturele afkomst. Alles draait om respect voor elkaar. De Stichting OPO Furore beoogt een transparante, gezonde en lerende organisatie te zijn die staat voor kwalitatief, uitstekend basisonderwijs. Vandaar onze leuze “Jong leren door prima onderwijs!”. Het stichtingsbestuur bestaat uit 7 personen en komt maandelijks bijeen. De algemeen directeur is door het bestuur benoemd en volledig gemandateerd. Ter ondersteuning van bestuur en algemeen directeur is er een Bestuursbureau, dat gehuisvest is in MFC de Barte aan het Zetveld te Drachten. Het bestuursbureau is dagelijks tijdens kantooruren bereikbaar voor eventuele vragen. Door middel van onze website www.opofurore.nl kunt u informatie krijgen over onze organisatie en tevens over de afzonderlijke scholen. Mede namens het bestuur wens ik iedereen een goed schooljaar toe! Jaap J. Balkema Algemeen Directeur
3
Schoolgids obs Master de Vriesskoalle Sumar 2014-1015
Woord vooraf Deze schoolgids is bestemd voor ouders en verzorgers van een kind in het basisonderwijs. In deze gids staan tal van wetenswaardigheden over de Master de Vriesskoalle. De medezeggenschapsraad en het team zijn bij de samenstelling betrokken geweest. De gids is vastgesteld door het bestuur van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Furore met instemming van de medezeggenschapsraad. Wij delen de schoolgids elk jaar uit aan ouders/verzorgers van schoolgaande kinderen en ouders/verzorgers van nieuwe leerlingen. Wij hopen dat deze gids u in staat stelt na te gaan of de Master de Vriesskoalle een geschikte school is voor uw kind.
Wat staat er in deze schoolgids? U wordt geïnformeerd over: - algemene zaken - de uitgangspunten van de school - de organisatie van het onderwijs - de zorg voor de kinderen - wat de school van ouders verwacht en wat de ouders van de school kunnen verwachten - de resultaten van het onderwijs
4
Schoolgids obs Master de Vriesskoalle Sumar 2014-1015
1.
De school
Naam Adres Telefoon Email Website
obs Master de Vriesskoalle Kn. Wytseswei 11 9262 NG Sumar 0511-463112
[email protected] www.masterdevriesskoalle.nl
1.1 De Master de Vriesskoalle Onze school ligt centraal in het dorp, vlakbij het dorpshuis en het gymnastieklokaal. Met de bijzondere basisschool zijn we gehuisvest in één gebouw. We hebben gezamenlijk pauze en ook op andere gebieden werken we regelmatig samen, bijvoorbeeld bij schoolsporten, vieringen en feesten. De school is genoemd naar Kornelis Lieuwes de Vries. Hij was rond 1900 hoofdmeester in Sumar. Hij had één passie: het kweken van aardappelrassen. In de vensterbanken van de klas, in een leeg lokaal en later buiten op het veld, overal stonden aardappelplanten. Hij noemde alle nieuwe rassen naar familieleden en later naar kinderen uit zijn klas. Eén ras gaf hij de naam "Bintje". Het verhaal gaat, dat hij hierbij dacht aan Bintje Jansma, een pienter meisje uit zijn klas. Pas veel later, meester was al lang overleden, is het Bintje wereldberoemd geworden. De laatste jaren hebben we ongeveer 40 leerlingen op school. Er werken zes personeelsleden. 1.2 Richting De Master de Vriesskoalle is een openbare school. Dit betekent, dat ieder kind uit Sumar en omgeving welkom is. We maken geen onderscheid naar godsdienst, huidskleur, geslacht, afkomst, milieu of wat dan ook. Wij geven onderwijs vanuit respect voor ieders levensovertuiging, geloof, denken en voelen. 1.3 Bestuur en directie Tot 1994 vormde de gemeente het bestuur van de openbare basisscholen. Vanaf 1 januari 1994 werden de scholen in Tytsjerksteradiel bestuurd door de Bestuurscommissie Openbaar Primair Onderwijs (OPO). In januari 2008 is OPO Tytsjerksteradiel verzelfstandigd. Het openbaar onderwijs werd daarmee losgekoppeld van de gemeente. Dit maakte een fusie met OPO Smallingerland mogelijk. Op 1 januari 2010 is deze fusie een feit geworden. OPO Tytsjerksteradiel en OPO Smallingerland zijn opgegaan in de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Furore. Het adres van OPO Furore is: Zetveld 38b 9202 LM Drachten Tel. 0512-582600 Email
[email protected] Website www.opofurore.nl De dagelijkse leiding van de Master de Vriesskoalle is in handen van de directeur, Ids Krol. Hij is tevens directeur van obs De Opstap in Oentsjerk. De directeur probeert zijn tijd evenredig over beide scholen te verdelen. Bij de voor- en achterdeur van de school hangt een overzicht van zijn aanwezigheid. 1.4 Ontwikkelingen In 2014 is er een onderzoek gestart naar een mogelijke samenwerking van de beide basisscholen in Sumar. De intentie is uitgesproken om op 1 augustus 2015 in Sumar te starten met een dorpsschool, een school voor alle kinderen in Sumar. 5
Schoolgids obs Master de Vriesskoalle Sumar 2014-1015
2.
Waar de Master de Vriesskoalle voor staat
2.1 De visie "Openbare basisschool Master de Vriesskoalle staat voor doelbewuste ontplooiing van kinderen door hen toekomstgericht, stimulerend onderwijs aan te bieden door professionele leerkrachten in een goed bereikbare, plezierige en uitdagende leeromgeving". 2.2 Van visie naar praktijk In de visie staat dat wij een openbare school zijn. In hoofdstuk 1 hebben we al omschreven wat dit betekent. Door veel belang te hechten aan normen en waarden vanuit respect voor ieders levensovertuiging, geloof, denken en voelen proberen we dit waar te maken. In het volgende hoofdstuk kunt u meer lezen over HVO en GVO op onze school. Doelbewuste ontplooiing van kinderen betekent voor ons dat we leerlingen structureel begeleiden in hun ontwikkeling. We willen rekening houden met de onderlinge verschillen tussen de leerlingen en we vinden het belangrijk dat elke leerling zijn/haar mogelijkheden benut. Door te werken met taken proberen we tegemoet te komen aan de individuele behoeften van elk kind. Centraal staat dat kinderen op school leren. Aan het einde van de schoolloopbaan moeten alle kinderen een hoeveelheid basisleerstof beheersen, zodat ze goed toegerust naar het vervolgonderwijs kunnen. Met behulp van de hedendaagse techniek en moderne onderwijs- en leermethoden geven we toekomstgericht, stimulerend onderwijs. Op de Master de Vriesskoalle gebruiken we methoden. Moderne methoden gaan uit van interactief onderwijs en sluiten aan bij de belevingswereld van de kinderen. Vanzelfsprekend speelt de computer een belangrijke rol. Alle lokalen zijn voorzien van voldoende computers en een digitaal schoolbord. De spil van de klas is de professionele leerkracht die door opleiding en ervaring goed toegerust is voor zijn/haar taak. Door scholing en het bijhouden van vakliteratuur willen we bij de tijd blijven. Het leveren van kwaliteit op onderwijskundig gebied is de hoofdtaak van elke leerkracht, maar daarnaast speelt de leerkracht een grote rol in de goed bereikbare, plezierige en uitdagende leeromgeving. Je kunt als leerling het beste leren als dat gepaard gaat met plezier. Dit proberen we op onze school te bereiken door een goede sfeer in de school en in de groep te realiseren gebaseerd op duidelijke regels. We werken met elkaar in een prachtig gebouw, wat alles heeft wat nodig is om goed te functioneren en waarin leerlingen, ouders en leerkrachten zich thuis voelen.
6
Schoolgids obs Master de Vriesskoalle Sumar 2014-1015
3.
De organisatie van het onderwijs
3.1 De schoolorganisatie De leerlingen zijn ingedeeld in leeftijdsgroepen. Omdat de school klein is, moeten we groepen combineren. Na elk jaar gaan de leerlingen door naar een hogere groep en na acht jaar hebben ze de basisschool doorlopen. Als alles goed gaat, tenminste. Het onderwijs is vanaf groep drie vrij klassikaal. Dat wil zeggen dat de leerkracht de hele groep gelijktijdig bij de lessen betrekt. Na de gezamenlijke instructie volgt de verlengde instructie. Deze extra instructie is bedoeld voor kinderen die nog even extra aandacht nodig hebben. Maar deze extra hulp kan helaas in enkele gevallen niet voorkomen dat het team moet besluiten dat een kind gebaat is nog een jaar in dezelfde groep te blijven. We nemen dan uiteraard zo vroeg mogelijk contact op met de ouders. De school bepaalt uiteindelijk of een leerling al of niet doorstroomt naar een andere groep. We werken waar mogelijk met het model “Interactieve Gedifferentieerde Directe Instructie”. Hierbij komen bepaalde fases steeds terug, zoals de terugblik, het doel van de les, demonstratie door de leerkracht en begeleide inoefening. Ook houdt het model rekening met verschillen tussen kinderen: het ene kind kan na een korte instructie meteen aan het werk en een ander kind krijgt in de verlengde instructie nogmaals uitleg. We houden dus rekening met de verschillen in tempo en aanleg. We zetten o.a. de computer in voor het effectief “onderwijs op maat”. Kinderen leren zelfstandig te werken. Daarmee komt de school tegemoet aan een belangrijk pedagogisch doel, namelijk de kinderen leren zelfstandig initiatieven te ontplooien, zelf problemen op te lossen en zelf verantwoordelijkheid te nemen. Een plezierige bijkomstigheid is dat de leerkracht door het zelfstandig werken de mogelijkheid heeft om andere kinderen extra aandacht te geven. Kinderen kunnen hun zelfstandigheid ook heel goed ontwikkelen door samen te werken met anderen. Dus stimuleren we dit door bij tijd en wijle in groepjes te werken en zo kinderen samen lessen te laten verwerken of problemen te laten oplossen.
3.2 De onderbouw In de onderbouw werken we met thema's. Iedere twee weken komt er zo een ander onderwerp aan de orde. Hierbij kunt u denken aan voor de hand liggende onderwerpen als de seizoenen, Sinterklaas, Kerst of Pasen. Andere thema's zijn bijvoorbeeld sprookjes, de dierentuin, ziek zijn/beter worden, jezelf en wonen. Sommige van deze onderwerpen liggen vooraf min of meer 7
Schoolgids obs Master de Vriesskoalle Sumar 2014-1015
vast. We spelen daarnaast ook in op actuele situaties, dingen die de kinderen op een bepaald ogenblik bezighouden. In de afgelopen schooljaren hebben de kleuterjuffen zich verdiept in de Piramidestructuur. Dit betekent dat we in de aangeboden thema’s structureel aandacht besteden aan de ontwikkelingsgebieden. Deze ontwikkelingsgebieden zijn uiteenlopend van denk- en taalontwikkeling tot creatieve en persoonlijkheidsontwikkeling. Al op de peuterschool komen de thema’s voor het eerst aan de orde. In de kleuterklas bouwen de juffen hierop voort. Op deze manier willen we alle kinderen optimale kansen bieden. Tijdens de thema periodes besteden we steeds aandacht aan taalontwikkeling. Er wordt samen gepraat, voorgelezen, verteld, we leren opzegversjes aan, kinderen leren naar elkaar te luisteren. Kortom: allerlei activiteiten die gericht zijn op het vergroten van de woorden- en begrippenschat. De ouderbetrokkenheid speelt hierbij een belangrijke rol. Ook komt de muzikale vorming steeds aan de orde. We zingen liedjes, doen zangspelletjes, spelletjes met geluiden en bespelen instrumenten. We vergeten de beeldende vorming niet. Rond het thema worden werkjes gemaakt; er wordt geverfd, geknipt, geplakt, gevouwen, gekleurd enz. Deze activiteiten zijn onder meer bedoeld om de fijne motoriek en de creativiteit te stimuleren. Tijdens het bewegingsonderwijs kunnen we in het speellokaal een toestellenbaan uit zetten. Al klimmend, klauterend, balancerend, lopend en kruipend leren de kinderen zichzelf en hun mogelijkheden kennen. Als het weer het toelaat spelen de kleuters dagelijks buiten. Achter de school is een prachtig speelterrein. De kleuters leren hier het samen spelen. In de kleuterklas beschikken we over allerlei ontwikkelingsmaterialen, zoals puzzels, mozaïeken en constructiemateriaal. Tijdens de lessen bieden we de kinderen steeds materiaal op maat aan. Zo blijft het voor iedere kleuter uitdagend. Bij elk thema maken we een verslag. De gebruikte boeken, de aangeleerde liedjes en opzegversjes, de gespreksonderwerpen, de behandelde begrippen enzovoort worden hierop vermeld. Daarnaast verzamelen we een aantal werkjes van de kinderen. Dit alles bewaren we in een map. Na verloop van tijd krijgen de kinderen deze map mee naar huis. Thuis kunt u dan alles samen nog eens rustig bekijken en u verbazen over de ontwikkeling die uw kind heeft doorgemaakt! Dus: een waardevol bezit en een leuke herinnering aan de kleuterperiode. In de kleuterklas leggen we de basis voor het zelfstandig werken. Kinderen moeten leren dat juf niet altijd voor hen beschikbaar is. Ze moeten leren zelf probleempjes op te lossen. Natuurlijk stellen we daarbij aan de jongste kleuters andere eisen dan aan de oudsten. Er zijn op school afspraken gemaakt over de voertaal. We kennen in alle groepen Friese en Nederlandse dagdelen. Op een Friese dag of op een Fries dagdeel gebruiken we, zowel mondeling als schriftelijk, consequent de Friese taal. Ook stimuleren we de kinderen dan Fries te spreken. Op de Nederlandse dagen (dagdelen) staat dan uiteraard de Nederlandse taal centraal. Onderzoek heeft uitgewezen dat een scheiding van beide talen een positief effect heeft op zowel het Nederlands als op het Fries. Ook in de klassen komt u beide talen tegen. In de mappen zult u zien, dat we zowel Friestalige als Nederlandstalige liedjes en opzegversjes aanleren. Sinds maart 2012 zijn wij een drietalige school. In de bovenbouw stond Engels al op het rooster, maar ook in de groepen 1 t/m 6 bieden we Engels aan. Ter ondersteuning kregen we hierbij hulp van een zogenaamde native speaker, een Engelstalige leerkracht. Tegenwoordig gebruiken we een nieuwe methode voor Engels, Take it easy.. 3.3 De midden- en bovenbouw Scholen moeten de leerlingen niet alleen kennis bijbrengen, maar ook vaardigheden en inzichten die ieder kind nodig heeft in deze moderne tijd. Scholen hebben de opdracht niet alleen aandacht 8
Schoolgids obs Master de Vriesskoalle Sumar 2014-1015
te besteden aan de verstandelijke ontwikkeling van de kinderen. Ook de creatieve, sociale en emotionele ontwikkeling van het kind vergeten we niet. Voor elk vak- en vormingsgebied gebruiken we moderne methoden, die aansluiten bij onze leerlingen. In het groepsboek hebben wij beschreven welke leerstof we behandelen. Het is onmogelijk om dat hier overzichtelijk op één bladzijde aan te geven. Wij willen dan ook volstaan met een selectie van een aantal belangrijke zaken. Voor iedere ouder is het ten allen tijde mogelijk om via de leerkracht of de directeur een uitgebreider overzicht te krijgen. Zintuiglijke en lichamelijke oefening Tijdens de bewegingslessen schenken we aandacht aan het "turnen" en aan spelvormen. Van groot belang bij dit laatste is het sociale aspect. Immers, bij spelsituaties moet je samenspelen en accepteren dat je niet altijd kunt winnen. Soms doen we mee aan kennismakingsprojecten als Sport Lokaal Samen of High Five for Sport. Nederlandse taal De Nederlandse taal, waaronder ook schrijven en lezen valt, vormt een heel belangrijk onderdeel op school. Met het voorbereidend taalonderwijs zijn we al begonnen in de onderbouw. Via het aanvankelijk leesonderwijs met de methode Veilig Leren Lezen volgt het voortgezet taal/lezen. We gebruiken de methode Taal Actief. Hierbij gaat het niet alleen om het foutloos lezen/schrijven, maar ook het creatieve element is van belang. We werken met een nieuwe methode voor voortgezet technisch lezen: Estafette. Daarnaast lezen sommige kinderen met een tutor. Eén leerling leest daarbij met een begeleidende ouder of leerling gedurende ongeveer 15 minuten. Veel lezen (“kilometers maken”) zien we als de beste behandeling om minder goede lezers vooruit te helpen. Voor begrijpend lezen gebruiken we de methode Kidsweek. Bij het onderwijs in de zaakvakken passen we de leerstrategieën van het begrijpend lezen “in de praktijk” toe. Rekenen en wiskunde Ook hier geldt, dat de voorbereiding in groep 1 en 2 plaats vindt. We beginnen met het tellen en leren belangrijke begrippen aan als meer, minder, evenveel en erbij. Langzaam worden de getallen waarmee gewerkt wordt groter en ook de bewerkingen worden ingewikkelder. Wij willen de kinderen leren, dat er vaak meer oplossingsmogelijkheden zijn voor een rekenprobleem. Belangrijk is hierbij het zogenaamde interactief leren, het leren van elkaar. We werken al jaren met de methode De wereld in getallen. Engelse taal We hebben al eerder aangegeven dat we het afgelopen schooljaar zijn begonnen met Engelse les in alle groepen. De leerlingen van groep doen elk jaar examen Engels en ontvangen daarvoor een diploma. Fryske taal It ûnderwiis yn de Fryske taal bestiet út mear as it sjongen fan Fryske ferskes en de kennis fan de Fryske skiednis, topografy of kultuur. In tal jierren ferlyn is der in nije metoade foar Frysk útbrocht: Studio F. Wy brûke dizze metoade yn de midden- en boppebou. Yn de ûnderbou brûke wy it Frysk en it Nederlânsk elk twa dagen as fiertaal. Yn de midden- en boppebouw hawwe wy twa Fryske deidielen. Wy brûke it Frysk dan mûnling en skriftlik sa konsekwent as mooglik. De bern fan groep 6, 7 en 8 dogge mei oan it skoaleksamen Frysk. 9
Schoolgids obs Master de Vriesskoalle Sumar 2014-1015
Expressievakken Onder deze vakken verstaan wij tekenen, handvaardigheid, muziek en spel en beweging. Vaak staat het ene niet los van het andere. Jaarlijks maken we gebruik van het aanbod van "uurcultuur", een project dat kinderen kennis wil laten maken met podiumkunsten. Alle groepen bezoeken dan ook ieder jaar een muziek-, dans- of toneelvoorstelling. Vanaf dit schooljaar biedt de muziekschool basisscholen muziekprojecten aan. Computeronderwijs en internet In alle groepen gebruiken we computers. Deze computers hebben een ondersteunende rol in ons onderwijs. De software past bij de methodes die we gebruiken. Ook leren de kinderen om te gaan met tekstverwerking en internet. We maken afspraken met de kinderen over het gebruik van internet. Deze afspraken zijn vastgelegd in het zgn. internetprotocol. We hebben een leerlijn tekstverwerken vastgelegd. Al in groep 1 beginnen we met de kennismaking met het toetsenbord en het gebruik van de muis. Elk jaar bieden we nieuwe onderdelen aan en in de bovenbouw resulteert dat in het maken van werkstukjes, waarbij allerhande mogelijkheden van de computer worden ingeschakeld. Op onze site (www.masterdevriesskoalle.nl) staat algemene informatie over onze school. U kunt er de nieuwsbrief op vinden en ook plaatsen we regelmatig foto’s en bijdragen van de leerlingen. We vragen ouders nadrukkelijk toestemming om foto’s en werkjes van de kinderen op onze site te mogen plaatsen. Eerder schreven we al over het digitale schoolbord, een computerscherm dat met internet verbonden is. In de lessen kunnen we nu gebruik maken van websites, software, muziekfragmenten en interactieve teksten. Ook kunnen we op elk gewenst moment lesstof halen van sites als kennisnet en schooltv. Verkeer en bevordering van het gezond gedrag Ook deze onderdelen worden vaak behandeld in combinatie met iets anders. We proberen de samenhang er tussen zoveel mogelijk zichtbaar te maken. Als er bijvoorbeeld op school wordt getrakteerd door een jarige vinden wij het fijn als deze traktatie "gezond" is. In de bovenbouw staat jaarlijks óf het verkeersexamen, óf het jeugd e.h.b.o. diploma centraal. De kennisgebieden (aardrijkskunde, geschiedenis, natuuronderwijs en maat-, schappelijke verhoudingen en geestelijke stromingen) Een hele mond vol. Ook hiervoor geldt dat we deze vakken vaak tezamen aanbieden. Bij geschiedenis kunnen ook de staatsinrichting en aardrijkskunde een rol spelen. Aardrijkskunde kan soms worden gecombineerd met geestelijke stromingen (bij de behandeling bijvoorbeeld van het Midden-Oosten praten we ook over het Jodendom, de Islam en de problematiek van de Palestijnen/Israël). De natuur om ons heen wordt vaak ervaren als iets vanzelfsprekends. Wij willen de kinderen vooral respect voor de natuur bijbrengen. In de lessen natuuronderwijs komt ook het onderdeel “techniek” aan de orde. Godsdienst of levensbeschouwelijk onderwijs In de bovenbouw bestaat de mogelijkheid om godsdienstonderwijs (GVO) of humanistisch vormingsonderwijs (HVO) te volgen. Elk jaar vragen we de ouders naar hun voorkeur en laten we via het informatieblad weten of er HVO dan wel GVO lessen worden gegeven. Wanneer ouders besluiten dat hun kind(-eren) deze lessen niet hoeven te volgen, vangt de groepsleerkracht deze leerlingen op en krijgen ze extra lees-, taal-, schrijf- of rekenwerk aangeboden. Tijdens de godsdienstlessen wordt er onder andere gesproken over de symboliek en de betekenis van de christelijke feesten. Ook komen er andere wereldgodsdiensten aan de orde. In de HVO lessen willen we de kinderen leren op een kritische en creatieve manier om te gaan met vragen, die betrekking hebben op normen en waarden. Ook het respecteren van andermans normen en waarden staat centraal in deze lessen.
10
Schoolgids obs Master de Vriesskoalle Sumar 2014-1015
Burgerschap en sociale integratie De overheid vindt dat de samenhang in de samenleving wordt bedreigd. Mensen lijken steeds minder betrokken op elkaar. Ze heeft daarom besloten actief burgerschap en sociale integratie hoog op de agenda te zetten, ook in het basisonderwijs. Basisschoolleerlingen moeten worden voorbereid op een veelvormige samenleving. Burgerschap gaat dan ook over een respectvolle houding en een bijdrage aan de zorg voor onze omgeving. De school is bij uitstek de plek waar elke leerling kennismaakt met de verschillende achtergronden en culturen van leeftijdsgenoten. Allerlei maatschappelijke ontwikkelingen (individualisering, de multiculturele samenleving, de gelijkwaardige positie van mannen en vrouwen en een respectvolle houding tegenover andere religies en culturen) vragen dat actief burgerschap en sociale integratie worden bevorderd. Ook het ontwikkelen van een gemeenschappelijk historisch besef en kennis van de Nederlandse geschiedenis valt hieronder. Wij beschouwen burgerschap en sociale integratie niet als een apart vak, maar als een vanzelfsprekend bestanddeel van het onderwijsaanbod. De thema’s komen regelmatig terug. We maken gebruik van de methode “Kinderen en hun morele talenten”. 3.4
De uren- en lessentabel groep 1
groep 3
groep 4
groep 5
groep 6
groep 7
groep 8
Taal/lezen/schrijven
9,00
9,00
8,75
8,75
8,25
8,25
Frysk
1,00
1,00
1,00
1,00
1,00
1,00
0,75
0,75
Werken met 8,00 ontwikkelingsmateriaal Taalontwikkeling 4,00
groep 2 8,00 4,00
Engels Rekenen/wiskunde
5,50
5,50
5,25
5,00
4,75
4,75
Kennisgebieden
2,50
3,50
4,00
5,00
5,00
5,00
3,50
2,50
2,50
2,50
2,50
2,50
Tekenen
0,75
0,75
0,75
0,75
0,75
0,75
Handvaardigheid
1,00
1,00
1,00
0,75
0,75
0,75
Bewegingsonderwijs
8,00
8,00
Muziek
1,00
1,00
1,00
1,00
1,00
0,50
0,50
0,50
Pauze (fruit eten)
1,00
1,00
1,25
1,25
1,25
1,25
1,25
1,25
Totaal
22,00
22,00
25,50
25,50
25,50
25,50
25,50
25,50
De leerlingen van de groepen 1 t/m 4 krijgen gezamenlijk 3550 uren onderwijs. Dat is meer dan het wettelijk minimum van 3520 uur. We hebben hier bewust voor gekozen, omdat we denken dat het onze kinderen meer kansen biedt. In de groepen 5 t/m 8 gaan de kinderen 4000 uren naar school. Dit aantal voldoet aan de wettelijke norm.
11
Schoolgids obs Master de Vriesskoalle Sumar 2014-1015
4.
De zorg voor de leerlingen
4.1 De opvang van nieuwe leerlingen Wanneer uw kind vier jaar wordt mag het naar school (pas wanneer het vijf wordt is het leerplichtig). Misschien bent u verhuisd en bent u op zoek naar een nieuwe school. Wij hopen dat deze schoolgids u enthousiast maakt en dat u kiest voor de Master de Vriesskoalle. U, als ouder, dient contact op te nemen met de school van uw keuze. Dit kan na schooltijd, maar veel ouders vinden het prettig om eens met hun kind(-eren) langs te komen onder schooltijd. Dan kunt u in alle klassen ervaren hoe de sfeer er is en hoe er wordt gewerkt. We organiseren twee maal per jaar een zogenaamde peuter-instuif-ochtend. U kunt dan met uw peuter een kijkje komen nemen op onze school. U bent bij alle leerkrachten van harte welkom! Wij geven u dan graag antwoord op al uw verdere vragen. In het geval van bijna vierjarige kleuters is de procedure verder als volgt. De juf neemt contact met u op. Er wordt dan meestal een afspraak gemaakt voor een bezoekje thuis. Dan kunnen we samen in alle rust nog eens een aantal zaken doorspreken. Ook kunnen we dan de inschrijfformulieren invullen. Vóór de verjaardag van uw kind mag het tien dagdelen of vijf dagen komen proefdraaien. 4.2 Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen op school De leerkrachten houden de vorderingen van de kinderen nauwkeurig en regelmatig bij. Dit gebeurt door observaties en het beoordelen van onder andere het dagelijkse werk en repetities. Bovendien maken we gebruik van toetsen om te bekijken hoe ver de leerlingen zijn. Vaak zijn dat toetsen die bij de gebruikte methoden horen, maar soms ook door middel van toetsen die los staan van de eigen methode. Een voorbeeld hiervan is de Cito-eindtoets. De tijdstippen van de laatstgenoemde toetsen hebben we van te voren vastgelegd in de toetskalender. Natuurlijk zijn de repetities en toetsen niet de enige en belangrijkste middelen die wij gebruiken om te beoordelen hoe het met de kinderen gaat en hoe ver ze zijn met de leerstof. Wij vinden het heel belangrijk dat de kinderen met plezier naar school gaan en willen steeds aandacht hebben voor onze kinderen. We kijken naar hen, willen weten hoe ze samenwerken, hoe ze spelen tijdens de pauze. We luisteren en vragen naar wat hen bezighoudt. Ook met deze informatie doen wij ons voordeel. Hoe kan een kind goed presteren, als het niet lekker in zijn vel zit of zich niet lekker voelt? Vaak helpt juist deze achtergrondinformatie ons bij het verklaren van goede of minder goede prestaties. Regelmatig hebben we “zorgoverleg”, teambesprekingen waarbij de zorg in al haar facetten centraal staat. Daarnaast is er vier keer per jaar een groepsbespreking. Dit is een overleg tussen de leerkracht en de IB’er, waarbij het wel en wee en de resultaten van de groepen worden besproken. Van alle kinderen houden we een leerling dossier bij. Hierin worden de gegevens opgenomen van de leerling besprekingen, verslagen van eventuele gesprekken met de ouders, verslagen van speciale onderzoeken en de toets- en rapportgegevens. Het leerling dossier is strikt vertrouwelijk en ligt achter slot en grendel. U heeft als ouder het recht om het in te zien. U kunt daarvoor contact opnemen met de schoolleiding. Het kan ook zijn dat de school het dossier van uw kind aan anderen wil laten zien, bijvoorbeeld aan een medewerker van de schoolbegeleidingsdienst. Dat kan alleen als u daarvoor toestemming geeft. De gegevens moeten nog vijf jaar nadat het kind van school is worden bewaard. Hoe worden de vorderingen van de leerlingen met de ouders besproken? Een goed contact met de ouders is van groot belang. Ook de kinderen varen hier wel bij. Wij informeren de ouders op de volgende manieren: we nodigen de ouders van de kleuters twee maal per jaar op school uit voor een gesprek; leidraad hierbij is het rapport; de ouders van de leerlingen uit de groepen 3 t/m 8 worden per jaar vier keer uitgenodigd om over de vorderingen van de kinderen te komen praten; twee maal praten we aan de hand van schriftelijk werk en tweemaal komt het rapport aan de orde; 12
Schoolgids obs Master de Vriesskoalle Sumar 2014-1015
indien daar aanleiding toe is, nodigen we de ouders tussentijds uit voor een gesprek; ouders zijn altijd welkom, indien zij zelf behoefte hebben aan een gesprek.
4.3 De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften Eerder hebben we al aangegeven dat er speciale aandacht is voor kinderen die dat nodig hebben. Het betreft hier kinderen, die met bepaalde onderdelen moeite hebben. Ook kinderen waarvoor de leerstof te gemakkelijk is moeten worden geholpen. Het doel is om alle kinderen op hun eigen niveau de hele school door te begeleiden. Dit klinkt mooi, maar hoe gebeurt dat in de praktijk? In zowel de onder-, de midden- en de bovenbouw werken we met kleine groepen kinderen. In de klas is het vaak al mogelijk om kinderen even alleen te helpen. Ook kan een kind soms tijdelijk meedoen met een andere groep. Door het werken met het taaksysteem kunnen we inspelen op de individuele behoeften van de kinderen. Maar ... onze mogelijkheden zijn niet onbeperkt. Het werken met (kleine) combinatiegroepen is vaak een voordeel. Het betekent echter ook dat de leerkracht de hele dag heel druk bezig is. Met name groep 3 heeft de eerste maanden heel veel aandacht nodig. Immers, zij kunnen vaak nog niet lezen, schrijven en rekenen. De leerkracht zorgt steeds voor korte opdrachten, die meteen worden gecontroleerd. Toch is het ene kind al snel veel verder dan het andere. Soms lukt het niet om het probleem van een kind meteen in de klas op te lossen. Tijdens de leerling bespreking proberen we dan samen een oplossing te vinden. Wellicht is het nodig dat we d.m.v. een test uit kunnen vinden waar de oorzaak van het probleem ligt. Misschien moeten we daarbij de hulp van een specialist inroepen. (Dit gebeurt nooit zonder toestemming van de ouders!) Vaak leidt de leerling bespreking tot het opzetten van een speciaal programma. We proberen altijd zo'n programma in de eigen klas uit te voeren. Wat gebeurt er als de school intern geen oplossingen heeft? In dat geval roept de school de hulp in van deskundigen van buiten de school. Hierboven hebben we al verteld, dat dit nooit gebeurt zonder toestemming van de ouders. Samen proberen we dan naar oplossingen te zoeken. Voorop staat hierbij altijd het belang van het kind! Ondanks alle inspanningen kan het toch voorkomen dat uw kind beter op zijn plaats is op een school voor speciaal basisonderwijs. In deze procedure spelen de ouders een belangrijke rol. Voor iedere stap 13
Schoolgids obs Master de Vriesskoalle Sumar 2014-1015
hierbij wordt met u overlegd en toestemming gevraagd. De eventuele aanmelding gebeurt ook door de ouders. Verwijzingsprocedure Als een leerling ondanks tijdige signalering en preventieve zorg problemen blijft houden, kan hij/zij aangemeld worden bij het regionale coördinatiepunt leerlingenzorg (CLZ) in Drachten. Met behulp van deskundigen, bijvoorbeeld ambulante begeleiders kunnen we dan bekijken of en op welke wijze we de betreffende leerling voldoende perspectief kunnen bieden op onze school. De leerlingenzorg kent drie varianten: Zorgvariant 1 speelt zich volledig af binnen de basisschool. Wel kan op basis van consultatie hulp worden ingeroepen van de onderwijsbegeleidingsdienst of de ambulant begeleider van het speciaal basisonderwijs. In deze variant wordt het kind zelf niet door externe personen gezien. Zorgvariant 2 treedt in werking op het moment dat een kind niet voldoende kan worden opgevangen binnen de mogelijkheden van de basisschool. Het richt zich op de ondersteuning van de leerling binnen het reguliere basisonderwijs, nu echter met externe hulp. In zorgvariant 3 is er sprake van plaatsing van een kind in het speciaal onderwijs. Verwijzing naar het speciaal basisonderwijs gebeurt door de permanente commissie leerlingenzorg (PCL), die daarover een bindend advies geeft op basis van het door de basisschool, in samenwerking met het CPL, de onderwijsbegeleidingsdienst of het speciaal basisonderwijs opgesteld Onderwijskundig Rapport, waarin wordt aangegeven, hoe de vorderingen van de leerling zijn en hoe er op de basisschool extra zorg aan de leerling is besteed. De extra hulpmogelijkheden nog eens op een rijtje in de eigen groep; door de werkwijze heeft de leerkracht hiervoor de mogelijkheden; hulp in of buiten de groep door een groepsleerkracht in het kader van interne begeleiding; zittenblijven, is in principe mogelijk; belangrijkste uitgangspunt is hierbij dat het in het belang van het kind moet zijn; hulp van deskundigen van buiten de school; deze hulp kan wel binnen de school plaatsvinden; overplaatsing naar een andere basisschool; overplaatsing naar een school voor speciaal basisonderwijs. N.B. Het komt steeds vaker voor dat ouders zelf een bureau inschakelen met het verzoek hun kind(eren) te toetsen / testen. Dit gaat niet altijd in goede samenwerking met de school. Ouders hebben uiteraard het volste recht om dit te doen. Zie daarvoor notitie “Procedure samenwerking met (externe) adviseurs”. 4.4 Het beleid m.b.t. de opvang van gehandicapte leerlingen Steeds meer kinderen met een handicap gaan naar de school in de buurt in plaats van naar het speciaal onderwijs, omdat ouders kiezen voor integratie. Voor kinderen met een handicap betekent dit dat zij in hun eigen omgeving, samen met hun vriendjes, dicht bij huis naar school kunnen. De “rugzak”, officieel heet het Leerlinggebonden Financiering, is er om ouders meer keuzevrijheid te geven tussen regulier en speciaal onderwijs. De “rugzak” is voor kinderen met een handicap, die niet zonder iets "extra's" naar school kunnen gaan. Faciliteiten die voor leerlingen in het speciaal onderwijs beschikbaar zouden zijn, gaan dan als het ware in een "rugzak" mee naar de "gewone" basisschool. Overigens krijgen ouders deze middelen niet zelf in handen. De school ontvangt er een gedeelte van. Zij kan deze middelen besteden aan o.a. scholing van leerkrachten, de aanschaf van extra of aangepaste materialen, ondersteuning verlenen aan de groepsleerkracht of extra hulp van de remedial teacher. De Leerling gebonden Financiering is per 1 augustus 2003 in werking getreden. Maar hoe ver kan onze school gaan m.b.t. de opvang van gehandicapte leerlingen? 14
Schoolgids obs Master de Vriesskoalle Sumar 2014-1015
4.4.1 De mogelijkheden van de zorgverbreding Als team willen we ieder kind de kans bieden om zich op een volwaardige manier te ontwikkelen. De toelating of weigering van een leerling met “rugzak” hangt af van de handicap/stoornis van het kind en de mogelijkheden van de school. Ons schoolgebouw is bijvoorbeeld niet aangepast voor kinderen met een handicap en er is geen aparte ruimte waar deskundigen ongestoord met een kind kunnen werken. Wanneer we een verzoek krijgen tot plaatsing van een leerling met een “rugzak” bekijken we een en ander volgens een aantal criteria:
De leerbaarheid van een leerling moet zodanig zijn, dat hij of zij het reguliere onderwijsaanbod helemaal of grotendeels kan verwerken. De leerling verlaat onze school met de minimale gemiddelde beheersing van de leerstof van eind groep 6; Het kind voelt zich veilig en vertrouwd op de Master de Vriesskoalle; Kinderen met een ernstige gedragsstoornis zullen we niet op kunnen vangen, omdat het de onrust in de groep zal bevorderen en dat willen we voorkomen; Het kind kan zich aan de groeps- en schoolregels houden; Het kind is in staat om zelfstandig te werken. Ouders en school kunnen goed samenwerken en volgen binnen hun mogelijkheden elkaars adviezen op; De teamleden hebben per kind beperkte mogelijkheden voor intensief overleg met ouders en eventuele instanties die bijdragen aan de zorg; De school kent zeer beperkte voorzieningen voor lichamelijke zorg. De kinderen moeten in beginsel zelfredzaam zijn; De school beschikt slechts over gewone communicatiemiddelen en heeft geen extra voorzieningen voor dove of slechthorende kinderen.
4.4.2 Procedure bij aanmelding van een leerling met een handicap Indien ouders op de Master de Vriesskoalle een kind met een handicap aanmelden dan volgen wij een draaiboek met een aantal fasen, zoals deze zijn verwoord in het protocol “Toelating, schorsen en verwijdering van leerlingen”, terwijl we ook gebruik maken van de werkmap “zorgvarianten” van ons samenwerkingsverband WSNS 307; Toelating; Opstellen van een handelingsplan; Realiseren van eventuele aanpassingen in het gebouw of het lokaal en de aanschaf van specifieke materialen en methoden. De bekostiging zal moeten komen van externe instanties; Realisatie en evaluatie van het handelingsplan. De ouders of verzorgers moeten bereid en in staat zijn alle coördinerende taken op zich te nemen, zodat de school niet belast wordt met niet-onderwijskundige taken. Een voorbeeld: blijken externe instanties hun taken niet goed uit te voeren, dan zal de school de ouders daarop aanspreken en niet de betreffende instanties. 4.4.3 De grenzen van de zorgverbreding De Master de Vriesskoalle streeft er naar de zorg voor leerlingen, waaronder mogelijk ook leerlingen met een handicap, op een verantwoorde wijze gestalte te geven. Er kunnen zich echter ook situaties voordoen, waarin de grenzen aan de zorg voor kinderen worden bereikt: -Verstoring van de rust en de veiligheid: indien een leerling een handicap heeft die ernstige gedragsproblemen met zich meebrengt, die leiden tot een ernstige verstoring van de rust en de veiligheid in de groep, dan is voor onze school de grens bereikt. Het is dan niet meer mogelijk om kwalitatief goed onderwijs aan de gehele groep en aan het betreffende kind met een handicap te bieden. -Wederzijds beïnvloeding van enerzijds de verzorging en de behandeling van het kind met een handicap en anderzijds het onderwijs aan het kind met die handicap: indien een leerling een handicap heeft die een zodanige verzorging of behandeling vraagt dat daardoor zowel de zorg en de behandeling voor de betreffende leerling als het onderwijs aan de betreffende leerling onvoldoende tot zijn recht kan komen, dan is voor de Master de Vriesskoalle 15
Schoolgids obs Master de Vriesskoalle Sumar 2014-1015
de grens bereikt. Het is dan niet meer mogelijk om kwalitatief goed onderwijs aan het betreffende kind met een handicap te bieden. -Verstoring van het leerproces voor de andere leerlingen: indien het onderwijs aan een leerling met een handicap een zodanig beslag legt op de tijd en de aandacht van de leerkracht, dat daardoor de tijd en de aandacht voor de overige (zorg-)leerlingen in de groep onvoldoende of in het geheel niet kan worden geboden, dan is voor de Master de Vriesskoalle de grens bereikt. Het is dan niet meer mogelijk om kwalitatief goed onderwijs te bieden aan de zorgleerlingen in de groep. 4.5 De begeleiding van de overgang van kinderen naar het voortgezet onderwijs Na de basisschool gaan de kinderen naar het voortgezet onderwijs. Wij proberen hen en hun ouders bij de schoolkeuze te helpen. Dat gebeurt op de volgende manieren: voorlichting aan ouders en kinderen door middel van informatieavonden; schoolkeuzegesprekken; schooladvies; afspraken over bezoeken aan en aanmelding bij scholen voor voortgezet onderwijs. Het schooladvies, officieel het onderwijskundig rapport, is gebaseerd op de Friese Plaatsingswijzer, een overzicht van de (cito) toetsresultaten behaald in groep 6, 7 en 8. Ook spelen de kennis en ervaring die de basisschool met uw kind in de loop van (vaak) acht jaar heeft opgedaan een rol. In tegenstelling tot voorheen is de cito eindtoets niet meer van belang bij de keuze voor een vervolgschool. De scholen voor voortgezet onderwijs beslissen zelf over toelating en plaatsing, maar zij nemen het basisschooladvies doorgaans zeer serieus. Het onderwijskundig rapport ontvangt u op papier (ook wanneer een kind tussentijds van school verandert krijgen de ouders een kopie van het onderwijskundig rapport). Met sommige scholen voor voortgezet onderwijs worden de schoolverlaters mondeling doorgesproken. Middels de zogenaamde BaVo commissie (Basis- en Voortgezet Onderwijs) hebben wij op gezette tijden onderling contact. Tijdens onderlinge bezoeken en themamiddagen proberen we ons onderwijs op elkaar af te stemmen, zodat de kinderen zo soepel mogelijk van de basisschool naar het vervolg onderwijs kunnen doorstromen. 4.6 Hoe realiseren we kwaliteitsverbetering bij de zorg voor het jonge kind? We proberen het leerstofaanbod in de onderbouw in overeenstemming te laten zijn met de kerndoelen. Voor taal en rekenen gebruiken we voorlopers van de methoden die we vanaf groep 3 gebruiken. We werken volgens het Piramide systeem, waarover we al iets vertelden. In ons groepsboek houden we bij welke oefenstof we aanbieden. We kunnen zo eenvoudig zien of bepaalde begrippen al dan niet worden beheerst. Ook testen we onze kleuters. We gebruiken de informatie dan niet alleen om naar het kind te kijken, maar ook als kwaliteitsbewaking van ons onderwijsaanbod. 4.7 Omgangsregels We proberen een plezierig klimaat te realiseren, waarbinnen de leerlingen zich zo goed mogelijk kunnen ontwikkelen. Mensen, en zeker kinderen, zijn vaak op elkaar aangewezen. De reactie van anderen op hun doen en laten bepaalt voor een groot deel hun zelfvertrouwen en het beeld dat ze van zichzelf hebben. We vinden het belangrijk dat we in school kinderen leren omgaan met anderen. Daarbij moeten kinderen leren voor zichzelf op te komen, rekening leren houden met anderen, zich in te leven in anderen en leren problemen te voorkomen of uit de weg te gaan. Op school spelen en werken de kinderen met elkaar. Er zijn dan ook wel eens kleine en grotere conflicten. We leren de kinderen deze conflicten zoveel mogelijk zélf op te lossen. Wel hanteren we een aantal regels en corrigeren leerlingen in hun gedrag. Daarbij houden we hen de stelregel voor: “Wat je zelf niet graag hebt, doe je ook een ander niet aan”. 16
Schoolgids obs Master de Vriesskoalle Sumar 2014-1015
Ook pesten vinden we niet acceptabel. Als team proberen we hier alert op te blijven. Maar…we hebben de hulp van ouders daarbij nodig. Mocht u er iets van merken, geef dat dan tijdig door aan school, zodat we er samen daadwerkelijk iets aan kunnen doen. Afspraken grensoverschrijdend gedrag (anti-pestprotocol) Het is belangrijk dat de kinderen en leerkrachten weten en leren hoe ze met (mede) leerlingen, leerkrachten en de leerstof om moeten gaan. De onderstaande afspraken en regels zijn geen doel op zich, maar proberen bij de gewenste doelen, die we gezamenlijk nastreven, behulpzaam te zijn. Het geeft de kinderen, maar ook de leerkrachten een stuk zekerheid. Men weet waar men aan toe is, omdat de regels in de hele school gelden en niet leerkracht- of leerling afhankelijk zijn. Aan het begin van ieder schooljaar en na de vakanties worden de regels met de kinderen besproken. Als de leerkracht(-en) of leerling(-en) zich niet aan onderstaande regels houden is er sprake van grensoverschrijdend gedrag. *Iemand niet op uiterlijk beoordelen; *Niet iemand buiten sluiten; *Niet aan spullen van een ander zitten; *Elkaar niet uitlachen; *Elkaar niet bij de bijnaam noemen of uitschelden; *Niet roddelen over elkaar; *Geen partij kiezen bij ruzie; *Geen aandacht schenken aan de pester. Blijft een pester doorgaan, dan dit tegen vader/moeder/juf/meester zeggen. Dit is geen klikken! *Goed naar elkaar luisteren; *Elkaar niet bedreigen; *Geen grof taalgebruik gebruiken; *Nieuwkomers op school goed ontvangen en goed opvangen; *Voor een wedstrijd heb je twee partijen nodig. Daarom ga je sportief met elkaar om. Wat kunnen we doen als er sprake is van grensoverschrijdend gedrag: *Een gesprek van de betrokkenen en de leerkracht of directie; *Groepsgesprekken; *Een gesprek met de ouders/opvoeders, leerlingen, leerkracht of directie; *Inschakelen van professionele hulp; *Eventueel schorsing of verwijdering. 4.8
Verwijsindex Fryslân voor kinderen en jongeren die extra zorg nodig hebben.
De meeste ouders maken zich wel eens zorgen over (de ontwikkeling van) hun kind(eren). Dat hoort bij het leven. Met de meeste kinderen komt het allemaal wel goed, maar er zijn ook kinderen die meer problemen hebben dan ze in hun eentje aan kunnen. Ze huilen veel, maken ruzie, willen niet naar school of komen op straat in de problemen. Dat kan van kwaad tot erger gaan. Eén probleem kunt u nog wel aan. Maar als er meer problemen tegelijk spelen, bestaat de kans dat dit negatieve gevolgen heeft voor de ontwikkeling van uw kind. Dit willen we voorkomen. Er zijn in Fryslân veel mensen en organisaties die zich inzetten voor het welzijn van kinderen. Maar soms weten ze van elkaar niet wie wat doet, wie met welk gezin bezig is of wat er met dat ene kind precies aan de hand is. Als ze dat wel zouden weten, zouden ze samen hun best kunnen doen om u en uw kind te helpen. Want het gaat pas echt de goede kant op als alle problemen tegelijk worden aangepakt. Daarom hebben we de Verwijsindex Fryslân (VIF ZiZeO) ingesteld. Voor kinderen en jongeren die het risico lopen in de problemen te komen. We laten u als ouder er dus niet alleen voor staan. Het werkt zo: het consultatiebureauteam, de leidster van de peuterspeelzaal, de leraar of iemand van jeugdzorg komt uw kind tegen en maakt zich zorgen over hem of haar. Hij meldt (alleen naam 17
Schoolgids obs Master de Vriesskoalle Sumar 2014-1015
en adres) in overleg met u uw kind aan in de Verwijsindex Fryslân. Een melding in de verwijsindex is dát informatie en geen wát informatie. Dus dát er zorgen zijn om uw kind, maar niet wát de zorgen zijn van uw kind. Het is een internetprogramma dat alleen toegankelijk is voor hulpverleners en mensen die met kinderen en jongeren werken. Het kan zijn dat er meer hulpverleners of begeleiders zijn die zorgen over uw kind hebben en dat al eerder hebben gemeld in de Verwijsindex Fryslân. Als dat het geval is, krijgen alleen die mensen een e-mailtje, zodat ze weten dat er met uw kind meer aan de hand is. Het is heel belangrijk dat ze dat weten. En het is nog veel belangrijker dat de school, de jeugd(gezondheids)zorg, de leerplichtambtenaar, de jongerenwerker of andere betrokkenen vervolgens samen een plan maken om uw kind verder te helpen. Daar zullen ze u als ouders zeker bij betrekken. Als we er met z’n allen op tijd bij zijn, kunnen we voorkomen dat de problemen te groot worden. Zowel voor uw kind als voor u. De Verwijsindex Fryslân is gekoppeld aan de landelijke Verwijsindex. De Verwijsindex Fryslân gaat alleen over kinderen en situaties in Fryslân. Bij verhuizing naar een andere provincie, hoeft u zich geen zorgen te maken dat de gegevens verloren gaan. De landelijke Verwijsindex houdt alle meldingen bij en stuurt een e-mailtje naar de betrokken organisaties als er meer dan één melding over een kind binnenkomt. De organisaties nemen vervolgens contact met elkaar op. U hoeft er niet bang voor te zijn dat de naam van uw kind voor altijd in de Verwijsindex blijft staan. De meldingen zijn maar beperkte tijd geldig. Als het allemaal weer goed gaat, verdwijnt de naam van uw kind na één of twee jaar definitief uit het systeem. U hoeft er ook niet bang voor te zijn dat een buitenstaander de melding in het systeem zomaar kan inzien. De melding is alleen beschikbaar voor professionals, begeleiders en anderen die daarvoor de rechten hebben gekregen. Dat is allemaal wettelijk geregeld en dat wordt ook streng gecontroleerd. Want uw kind heeft recht op privacy. U trouwens ook. Daarom gaan wij met respect met persoonlijke informatie om. We werken er samen aan dat uw kind het leven aan kan. Op eigen kracht. 4.9 Passend Onderwijs Bijna dagelijks horen we praten over “Passend Onderwijs”. Wat wordt er precies mee bedoeld? Eigenlijk zeggen de woorden het zelf al: het gaat om onderwijs dat voor alle kinderen passend is. Dat betekent dat alle kinderen naar een school gaan waar ze goed onderwijs krijgen en waar, als dat nodig is, extra ondersteuning bij dat onderwijs is. Om Passend Onderwijs mogelijk te maken moet de regering eerst een wet (de wet Passend Onderwijs) aannemen waarin geregeld wordt dat alle mensen die erbij betrokken zijn op de juiste manier met elkaar samenwerken. Het gaat dan om de mensen die in het onderwijs werken, de schoolbesturen, de mensen die bij de Centra voor Jeugd en Gezin werken, de gemeenten en het Samenwerkingsverband. De schoolbesturen van de gemeenten Tytsjerksteradiel en Smallingerland gaan samenwerken in een “samenwerkingsverband” om te zorgen dat het onderwijs goed geregeld wordt. In dit samenwerkingsverband, dat “Samen Kansrijk” gaat heten, participeren ook andere schoolbesturen, zoals PCBO-Smallingerland en Roobol. Voor elke leerling moet een passende plek zijn, er moeten voorzieningen zijn voor leerlingen die niet op een gewone basisschool geholpen kunnen worden en met elkaar moet worden voorkomen dat er kinderen thuiszitten. Als leerlingen van die voorzieningen gebruik moeten maken, moet dat op een goede manier, zonder onnodige regels, georganiseerd worden. Overigens praten we niet meer over “extra zorg” maar over “ondersteuning” Waarom is Passend Onderwijs nodig? • Door het onderwijs anders te organiseren wil de regering de sterke stijging van de kosten terugdringen • De regering wil dat iedereen die bij het onderwijs en de ondersteuning betrokken is, beter samenwerkt. Daarmee wil men bereiken dat alle kinderen om een goede school zitten en dat eventuele problemen zo vroeg mogelijk worden opgespoord en aangepakt. • Onderwijs en eventuele extra ondersteuning moeten zoveel mogelijk in de eigen omgeving gegeven worden. 18
Schoolgids obs Master de Vriesskoalle Sumar 2014-1015
• De samenwerking met ouders wordt beter geregeld en er komt meer duidelijkheid voor ouders. Het wordt in een eerder stadium voor ouders duidelijk wat ze van de school en de eventuele ondersteuning mogen verwachten. Samen met de school bespreken ze welk perspectief er voor hun kind is. (Wat kunnen we van ons kind verwachten?) Is Passend Onderwijs een bezuiniging? Nee. Eerst wilde de regering 300 miljoen euro aan bezuinigingen doorvoeren bij de invoering van Passend Onderwijs. In het voorjaar van 2012 is besloten om toch maar niet te bezuinigen. Ja, toch een beetje. De kosten voor extra ondersteuning in het onderwijs zijn de laatste jaren sterk gestegen. De regering wil die stijging afremmen door alle betrokkenen efficiënter te laten werken met minder onnodige regels en bureaucratie. Ook wil de regering de kwaliteit van het basisonderwijs verbeteren en de scholen zo inrichten dat meer kinderen ondersteuning op de (eigen) basisschool kunnen krijgen. Dat is goedkoper en kinderen hoeven niet weg uit de eigen vertrouwde omgeving. Passend Onderwijs en OPO Furore Het bestuur van OPO Furore wil dat alle leerlingen de kans krijgen om zich vanuit eigen mogelijkheden zo goed mogelijk te ontwikkelen. Daar past bij dat er voor elke leerling ook een “passende onderwijsplek” is. Dat betekent dat het bestuur wil zorgen voor goed georganiseerde scholen met bekwaam personeel dat goed onderwijs geeft. Daardoor kunnen de leerlingen goede resultaten halen en dat is iets wat bijna alle kinderen (en hun ouders) erg fijn vinden. Het bestuur wil ook dat er op elke school voldoende kennis is en voldoende middelen zijn om kinderen die dat nodig hebben, extra te ondersteunen. Het maakt daarbij niet uit of die ondersteuning nodig is omdat de leerling een beperking heeft, moeite heeft met (een deel van) de leerstof of het juist allemaal te makkelijk vindt en niet voldoende wordt uitgedaagd door de “gewone” leerstof. Indien we ondanks alle inspanningen niet in staat zijn de leerling op de eigen school voldoende te helpen dan zoeken we een school waar die hulp wel geboden kan worden. Dat kan een andere basisschool zijn, liefst in de buurt, maar in een aantal gevallen ook een school voor speciaal onderwijs of speciaal basisonderwijs. Eigenlijk werken we voor een belangrijk deel al op deze manier. Ook nu wordt er door veel bevlogen, vakbekwame mensen met veel energie in het onderwijs gewerkt. Alle soorten onderwijs die er nu zijn blijven bestaan. Ook de voorzieningen die er nu zijn blijven bestaan. Wat gaat er wel veranderen wanneer Passend Onderwijs wordt ingevoerd ? Allereerst moeten alle scholen in het samenwerkingsverband dan voldoen aan het “basisondersteuningsprofiel”. Daarin staat in wat alle scholen aan extra ondersteuning moeten kunnen bieden. Veel scholen kunnen meer. Dat vermelden zij in het schoolondersteuningsprofiel van de school. Zo zijn er bijvoorbeeld scholen die de kennis in huis om met kinderen te werken die een ernstige vorm van diabetes hebben of scholen die goed werken met leerlingen met gedragsproblemen die voortkomen uit een hechtingsstoornis). Ouders hebben via de medezeggenschapsraad inspraak met betrekking tot het ondersteuningsprofiel van de school. Het samenwerkingsverband moet gaan zorgen dat er binnen de eigen regio voor elke leerling een passende plek is. Dat betekent dus dat alle voorzieningen voor ondersteuning aanwezig moeten zijn. Het betekent ook dat er genoeg variatie moet zijn in het aanbod van scholen wat betreft ondersteuning. De wijze waarop het samenwerkingsverband dat gaat regelen wordt beschreven in het “Ondersteuningsplan”. Alle afspraken over samenwerking, inrichting van ambulante begeleiding, manier van verwijzen, de financiën, beschikbare voorzieningen worden in dat plan beschreven, ook de wijze waarop de samenwerking plaatsvindt met de Centra voor Jeugd en Gezin. • Indien uw kind is aangewezen op ondersteuning buiten de eigen school, verandert de wijze van aanmelden. • Indien uw kind in aanmerking komt voor ambulante begeleiding dan verandert de wijze waarop de begeleiding wordt georganiseerd.
19
Schoolgids obs Master de Vriesskoalle Sumar 2014-1015
• De wijze waarop de ondersteuning wordt bekostigd, verandert. De “rugzak” verdwijnt. Het geld gaat rechtstreeks naar het samenwerkingsverband dat verantwoordelijk is een goede verdeling en besteding. • Als een leerling extra ondersteuning nodig heeft, moet de school een ontwikkelingsperspectief gaan opstellen. Dat is een document waarop staat welke ondersteuning nodig is, hoe de school dat gaat doen en wat het verwachte resultaat is. Het ontwikkelingsperspectief wordt in overeenstemming met de ouders opgesteld zodat er voor iedereen duidelijkheid is. Wanneer gaat Passend Onderwijs in? De start van Passend Onderwijs staat gepland voor 1 augustus 2014. Tot die tijd gaat alles nog op de oude manier. Alle betrokkenen gaan de tussenliggende periode gebruiken om zich zo goed mogelijk voor te bereiden op de zaken die hierboven zijn genoemd. Alle scholen en schoolbesturen in Nederland staan voor dezelfde taak. Dat betekent dat we van elkaar kunnen leren en kennis en informatie kunnen uitwisselen. Goede communicatie tussen en informatie voor alle betrokkenen, vooral ouders en onderwijsgevenden is uitermate belangrijk bij de invoering van Passend Onderwijs. Indien uw kind niet op extra ondersteuning is aangewezen, zult u op het eerste gezicht weinig of niets van de veranderingen merken. Als uw kind wel is aangewezen op die ondersteuning dan gaat u het wel merken, vooral aan de wijze waarop de ondersteuning wordt georganiseerd. Wat we hopelijk straks allemaal merken is dat de kwaliteit van ons onderwijs nog beter wordt doordat er efficiënter wordt gewerkt waardoor er meer tijd overblijft voor waar het allemaal om gaat: goed onderwijs aan de leerlingen. Nog even alles op een rijtje Vanaf het schooljaar 2014 – 2015 wordt op alle basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs Passend Onderwijs ingevoerd. Uitgangspunten voor de invoering van passend Onderwijs zijn: Elk kind heeft recht op goed onderwijs. Ook kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Met passend onderwijs kunnen zo veel mogelijk leerlingen regulier onderwijs volgen. Alle scholen hebben een zorgplicht. Voor een leerling die extra ondersteuning nodig heeft, moet de school een passende plek zoeken. Dit kan op: o de eigen school, eventueel met extra ondersteuning in de klas; o een andere reguliere school in de regio; o het (voortgezet) speciaal onderwijs. Regionale samenwerkingsverbanden passend onderwijs: Om alle kinderen een passende onderwijsplek te bieden, gaan scholen samenwerken in regionale samenwerkingsverbanden. Inmiddels zijn in het primair en voortgezet onderwijs in totaal 152 samenwerkingsverbanden opgericht. In deze samenwerkingsverbanden werken het regulier en speciaal onderwijs (cluster 3 en 4) samen op provinciaal niveau (Samenwerkingsverband Friesland). Financiering Passend Onderwijs: Na de invoering van de Wet Passend Onderwijs verandert de financiering. De bekostiging van extra ondersteuning voor een leerling is niet meer afhankelijk van een landelijke indicatie. De samenwerkingsverbanden ontvangen het beschikbare geld voor extra ondersteuning. Ze verdelen deze middelen over de scholen waar de extra ondersteuning nodig is. Dit nieuwe bekostigingssysteem vervangt het bekostigingssysteem voor het (voortgezet) speciaal onderwijs . En ook de leerlinggebonden financiering (lgf) verdwijnt. Ondersteuningsplan samenwerkingsverband passend onderwijs: In het ondersteuningsplan legt het samenwerkingsverband vast hoe het Passend Onderwijs voor elk kind wil realiseren. Dit ondersteuningsplan wordt ten minste 1 keer per 4 jaar opgesteld en kan tussentijds worden aangepast. Om ouders en leraren zeggenschap over het ondersteuningsplan te geven, krijgen de samenwerkingsverbanden een eigen 20
Schoolgids obs Master de Vriesskoalle Sumar 2014-1015
medezeggenschapsraad. Deze ondersteuningsplanraad heeft instemmingsrecht op het ondersteuningsplan. Schoolprofiel: Iedere school heeft een schoolondersteuningsprofiel (SOP) opgesteld. Een school ondersteuningsprofiel biedt informatie over de kwaliteit van de basisondersteuning en over wat de school verder aan ondersteuning biedt. Het SOP legt vast waar iedere school voor staat en wat iedere school aan zorg kan bieden. De schoolondersteuningsprofielen van alle scholen tezamen vormen een dekkend aanbod van ondersteuningsvoorzieningen in de regio. Op die manier is er voor alle kinderen een passende plek om onderwijs en ondersteuning te krijgen. Het ondersteuningsprofiel van een school bestaat uit de volgende onderdelen: een korte typering van de school; de kwaliteit van de basisondersteuning. Dat is de ondersteuning waarop alle kinderen kunnen rekenen; de deskundigheid voor extra ondersteuning waarover de school beschikt (binnen het eigen personeelsbestand en van buiten de school); de voorzieningen die de school heeft om leerlingen extra ondersteuning te bieden. Informatie Als u meer wilt weten over Passend Onderwijs kunt u wellicht eens kijken op de volgende websites: De website van de PO-Raad (www.poraad.nl ) biedt een hoop informatie over van alles, maar heeft ook een apart deel aan Passend Onderwijs gewijd. De website van de ministeries (www.rijksoverheid.nl ) biedt onder het ministerie van onderwijs ook een speciale rubriek Passend Onderwijs. Er is een speciale website (www.passendonderwijs.nl ), met veel en actuele informatie over Passend Onderwijs.
21
Schoolgids obs Master de Vriesskoalle Sumar 2014-1015
5.
De leerkrachten
5.1 Algemeen Het is tegenwoordig niet meer zo als vroeger dat een leerkracht vanzelfsprekend vijf dagen per week werkt en daardoor dus de enige leerkracht van een groep is. Veel leraren werken juist niet de volledige week. Bovendien kan het personeel ook BAPO opnemen. (BAPO is een vorm van arbeidsurenvermindering voor ouder personeel in het basisonderwijs met het doel de werkdruk op oudere leeftijd wat te beperken). Dit betekent dat een groep vaak te maken heeft met meerdere leerkrachten in een week. Natuurlijk probeert de schoolleiding zoveel mogelijk rust en regelmaat na te streven bij de indeling van de groepen. 5.2 Taken van de leerkrachten De verantwoordelijkheid voor een groep is de belangrijkste taak van de leerkrachten. Daarnaast verdelen we allerlei taken evenredig onder het personeel. 5.3 Deskundigheid Op school maken we gebruik van de deskundigheid van de leerkrachten. Teneinde het beroep van leraar zo goed mogelijk uit te kunnen oefenen, volgen we regelmatig na- en bijscholingscursussen.
Een greep uit de cursussen die de teamleden het afgelopen jaar hebben gevolgd:
Maken van groepsplannen Cursus Anglia (Engels) Auditing Maken van toetsanalyses Kleuternetwerk Zorg en begeleiding Passend Onderwijs 22
Schoolgids obs Master de Vriesskoalle Sumar 2014-1015
Het team heeft tijdens studiebijeenkomsten haar kennis vergroot van het schrijven en werken met groepsplannen en handelingsgericht werken. Ook hebben we verder gewerkt aan de uitgangspunten van de Trije Talige Skoalle. 5.4 Stagiaires We geven als school toekomstige collega’s graag de gelegenheid om in de praktijk van alle dag ervaring op te doen via stages. De NHL (pabo) en het Friesland College (opleiding tot onderwijsen klassenassistent) doen regelmatig een beroep op ons. 5.5
De groepsbezetting
groep 1/2 maandag juf Grieteke juf Grieteke
dinsdag juf Grieteke juf Grieteke
woensdag
donderdag juf Alie juf Grieteke
vrijdag juf Alie juf Alie
dinsdag juf Matty juf Matty
Woensdag juf Matty
donderdag juf Hennie juf Hennie
vrijdag juf Matty juf Matty
dinsdag juf Berthea juf Berthea
Woensdag juf Hennie
donderdag juf Berthea juf Berthea
vrijdag juf Hennie juf Hennie
groep 3/4/5 maandag juf Hennie juf Hennie groep 6/7/8 maandag juf Berthea juf Berthea 5.6
Namen en adressen
Directeur: Ids Krol It Hoarnleger 17 9262 NZ Sumar Tel. 0511-465491
IB’er: Alie Kingsbergen Túnkersstrjitte 13 9251 PL Burgum Tel. 0511-463074
Groepsleerkrachten: Alie Boskma Túnkersstrjitte 13 9251 PL Burgum Tel. 0511-463074
Grieteke Wiersma De Wylch 12 9251 PB Burgum Tel. 0511-464189
Berthea de Boer Zuiderhogeweg 21 9203 ST Drachten Tel. 0512-355979
Hennie Veenstra d’Hondecoeterstraat 28 8932 DS Leeuwarden Tel.: 058-2159079
Matty Dijk Goudsbloemstraat 32 8922 GW Leeuwarden Tel. 058-2668366
23
Schoolgids obs Master de Vriesskoalle Sumar 2014-1015
6.
De ouders
6.1 Algemeen Het onderwijs is een zaak van de ouders en de leerkrachten. Wij vinden daarom de betrokkenheid van de ouders bij onze school van groot belang. Wat doen we er nu op school aan om de betrokkenheid van de ouders waar te maken? Oftewel: hoe krijgen we het voor elkaar dat de ouders gemakkelijk en graag naar school komen? Dit gebeurt op verschillende manieren: de ouders krijgen mondelinge en schriftelijke informatie; er zijn contactmomenten; vaak roepen we de hulp in van ouders bij allerlei activiteiten, zoals bij het tutorlezen, handvaardigheid, feesten, sportactiviteiten, schoolreisjes, projecten, excursies e.d. Zonder de hulp en inbreng van ouders zijn veel activiteiten moeilijk of vaak niet te organiseren. Gelukkig zijn op onze school altijd voldoende ouders bereid om hun tijd en energie aan de school te geven. De hulp van ouders bij al deze zaken vindt altijd plaats onder verantwoordelijkheid van de directeur of de groepsleerkracht elk jaar brengen we een hulpouderlijst uit, waarop ouders kunnen aangeven bij welke werkzaamheden zij eventueel ingezet willen en kunnen worden.
6.2 Inspraak Ouders, die daadwerkelijk mee willen denken en mee willen helpen bij de invulling van het onderwijs kunnen lid worden van de volgende geledingen: Bestuurscommissie Openbaar Primair Onderwijs Furore De bestuurscommissie heeft bijna alle bevoegdheden die eens de gemeente had, zoals bijvoorbeeld het onderwijsbeleid (w.o. het vaststellen van het schoolplan), het personeelsbeleid (w.o. de benoeming en het ontslag van onderwijzend personeel) en het financieel beleid (w.o. de jaarrekening).
24
Schoolgids obs Master de Vriesskoalle Sumar 2014-1015
Medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad kan gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen aan de bestuurscommissie. Bij andere zaken heeft de MR instemmingsrecht. Ook kunnen ouders zich kandidaat stellen voor de GMR (Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad). Ouderraad Van alle overlegorganen staat de Ouderraad het dichtste bij de school. De Ouderraad (OR) bespreekt zaken die de school een de kinderen direct aangaan. De OR bereidt o.a. festiviteiten voor, verricht kleine reparaties en zij draagt er toe bij dat alles in school zo gladjes mogelijk verloopt. 6.3 Informatievoorziening naar de ouders Behalve mondeling (contactavonden) houden wij de ouders ook schriftelijk op de hoogte van het schoolgebeuren. Eens in de twee weken verschijnt het Skoalnijs, een nieuwsbrief waarin aankondigingen en wetenswaardigheden staan, die op dát moment van belang zijn. Alle gezinnen ontvangen de nieuwsbrief via e-mail en we plaatsen het Skoalnijs tevens op onze site www.masterdevriesskoalle.nl. De schoolkrant (het Bintje), verschijnt jaarlijks drie keer. Ook hierin vindt u de laatste nieuwtjes. Het belangrijkste is echter de bijdrage van de kinderen. Wij zorgen er steeds voor dat er van ieder kind een verhaal, een tekening, een gedicht of een puzzel in de schoolkrant staat. Jaarlijks krijgen alle ouders de schoolkalender. Hierop staan voor het hele schooljaar allerlei belangrijke zaken vermeld, zoals de vakanties, vergaderingen, contact- en feestavonden, oudpapieracties enz. In het voorjaar hebben we eens in de twee jaar een feestelijke ouderavond. De kinderen verzorgen dan in het dorpshuis een voorstelling. Elk jaar is er een gezellige bijeenkomst of afsluiting van het schooljaar.
25
Schoolgids obs Master de Vriesskoalle Sumar 2014-1015
6.4 Informatievoorziening gescheiden ouders Ouders hebben in principe recht op informatie van de school over zijn of haar kind(-eren). Dat is ook het uitgangspunt bij ons op school. Er zijn echter wel verschillen. De ene ouder heeft recht op meer informatie dan de andere. Een enkeling heeft zelfs helemaal geen recht op informatie. Dat heeft te maken met de wettelijke hoedanigheid waarin de ouders verkeren. Voor ouders die met elkaar gehuwd zijn of samenwonen en die het gezag over hun kinderen hebben, is de situatie het makkelijkste. Zij krijgen steeds gezamenlijk alle informatie over hun kind(eren). Voor ouders die gescheiden zijn, die niet meer bij elkaar wonen en die wel het gezag hebben, ligt het niet anders. Zij hebben allebei recht op alle informatie over hun kind. Ouders die geen gezag (meer) hebben over het kind, hebben ook recht op informatie over hun kind. De ouder zal daar echter wel zelf om moeten vragen. De school behoeft uit zichzelf geen informatie te verstrekken aan deze ouders. Als het gaat om de vader, moet deze bovendien het kind hebben erkend, anders heeft hij helemaal geen recht op informatie, ook niet als hij erom vraagt. Deze ouders hebben een beperkt recht op informatie over hun kind. Het betreft alleen belangrijke feiten en omstandigheden, dus informatie over schoolvorderingen en eventueel sociaal-pedagogische ontwikkelingen op school. En als het belang van het kind zich tegen informatieverstrekking verzet, dan hebben de ouders ook geen recht op informatie. Dit kan het geval zijn indien een rechter of psycholoog heeft geoordeeld dat het geven van informatie aan een ouder het kind zal schaden. Ook wordt geen informatie verstrekt die mogelijk gebruikt kan worden om voordeel te behalen ten koste van de andere ouder. Uitgangspunt voor het verstrekken van informatie aan derden is dat er sprake moet zijn van een wettelijke verplichting. Daar waar de school gegevens over het kind door moet geven aan derden, voor bijvoorbeeld het aanvragen van nader onderzoek in het belang van de schoolloopbaan van het kind , wordt aan beide ouders toestemming gevraagd. De verzorgende ouder wordt belast met het verkrijgen van toestemming van de niet-verzorgende ouder. Mocht wederzijdse toestemming uitblijven, dan stuurt de school beide ouders een brief waarin wordt meegedeeld dat de school de adequate zorg voor hun kind niet meer kan garanderen en dat de school daarvoor geen aansprakelijkheid aanvaardt. 6.5 De klachtenregeling Overal waar gewerkt wordt zijn wel eens misverstanden of kunnen fouten gemaakt worden. Dit is op scholen niet anders. Ouders zijn welkom bij de leerkracht om dergelijke zaken te bespreken en samen naar een goede oplossing te zoeken. Natuurlijk kunt u ook met vragen, problemen, klachten over het onderwijs, de aanpak van de kinderen of andere zaken, naar de directeur stappen. Deze zal proberen zo’n probleem in overleg met alle betrokkenen zo snel mogelijk op te lossen. Als de ouders niet tevreden zijn over de manier waarop een probleem of klacht wordt behandeld kunnen zij bij het bestuur een klacht indienen. De bestuurscommissie van het openbaar onderwijs heeft de landelijke klachtenregeling overgenomen en vastgesteld. De school is voor behandeling van klachten aangesloten bij een onafhankelijke klachtencommissie, de LKC. De LKC is gevestigd aan de Polanerbaan 15, 3447 GN Woerden, postadres Postbus 162, 3440 AD Woerden, telefoon 0348-405245. Op elke school is een schoolcontactpersoon benoemd. Op onze school is dat juf Matty Dijk. Zij kan aangeven welke wegen er in deze bewandeld kunnen worden. Naast de contactpersoon zijn er twee onafhankelijke vertrouwenspersonen aangesteld, een vrouw en een man. De vertrouwenspersonen van de Bestuurscommissie zijn mevrouw José Wennekes en de heer Evert Castelijn. Hun adressen kunt u vinden achter in de jaarkalender en in hoofdstuk 11 van deze gids. Klachtenregeling OPO Furore In artikel 6, lid 4 van de Klachtenregeling OPO Furore (vastgesteld op 12-04-2011/archiefcode 3.6.1) is aangegeven dat het bevoegd gezag de klacht zelf kan afhandelen, indien hij van mening is dat de klacht op een eenvoudige wijze kan worden afgehandeld. Het bevoegd gezag meldt een 26
Schoolgids obs Master de Vriesskoalle Sumar 2014-1015
dergelijke afhandeling op verzoek van de klager aan de landelijke klachtencommissie. In artikel 10 van de hierboven genoemde Klachtenregeling is besluitvorming door het bevoegd gezag opgenomen n.a.v. de ingediende klacht. Onderstaand protocol is van toepassing indien bemiddeling door de vertrouwenspersoon en / of een gesprek met de algemeen directeur of een medewerker van het bureau duidelijk heeft gemaakt dat een klacht niet simpel kan worden weggenomen. Protocol De ontvangen klacht wordt door het bevoegd gezag voorzien van de datum van ontvangst. Binnen 5 werkdagen na ontvangst van de klacht, met uitzondering van de schoolvakanties, wordt aan klager een bericht van ontvangst gezonden en hierin wordt medegedeeld of de omschrijving van de klacht tenminste voldoet aan het gestelde in artikel 8, lid 3 van de Klachtenregeling. Voldoet de omschrijving van de klacht niet aan genoemd artikel dan wordt de klager in de gelegenheid gesteld het verzuim binnen twee weken te herstellen. Is ook dan nog niet voldaan aan het gestelde in artikel 7, lid 3, dan kan de klacht niet-ontvankelijk worden verklaard. Het bevoegd gezag legt de klacht ter advisering voor aan de Klachtencommissie OPO Furore. Deze commissie brengt binnen vier weken na de datum van ontvangst van de klacht advies uit aan het bevoegd gezag. Deze termijn kan i.v.m. vastgestelde schoolvakanties of onvoorziene omstandigheden eenmaal worden verlengd met vier weken. Zowel klager als aangeklaagde worden in de gelegenheid gesteld gehoord te worden via een hoorzitting. Het bevoegd gezag neemt met inachtneming van het advies van de Klachtencommissie OPO binnen acht weken (ingeval van verlenging van de termijn binnen 12 weken) na ontvangst van de klacht een beslissing. Deze beslissing wordt door het bevoegd gezag niet eerder genomen dan nadat de aangeklaagde in de gelegenheid is gesteld zich mondeling en / of schriftelijk te verweren tegen de door het bevoegd gezag voorgenomen beslissing (zie artikel 9 van de Klachtenregeling). De beslissing op de ingediende klacht wordt gezonden naar klager en aangeklaagde. In dit besluit wordt vermeld dat als klager het niet eens is met de genomen beslissing hij een klacht kan indienen bij de landelijke klachtencommissie (zie artikel 5 e.v. van de Klachtenregeling). Het bevoegd gezag kan een voorlopige voorziening treffen als dit naar haar oordeel in het belang is van de klager en / of de aangeklaagde. Vertrouwenspersoon ongewenst gedrag op school Als schoolbestuur zijn we verplicht om te zorgen voor een klachtenregeling betreffende ongewenst gedrag op school. Hieronder vallen discriminatie/racisme, agressie/geweld, seksuele intimidatie, pesten en onheuse bejegening. In de klachtenregeling zijn bepalingen opgenomen omtrent contactpersonen, vertrouwenspersonen en klachtencommissie. Onze school is voor de vertrouwenspersoon aangesloten bij GGD Fryslân. De vertrouwenspersoon van GGD Fryslân draagt zorg voor de opvang van kinderen die worden lastiggevallen en handelt de klacht af volgens een vaste procedure. Het gaat om situaties tussen leerlingen onderling en tussen leerling/leerkracht of anderszins aan school verbonden personeel. De vertrouwenspersoon behandelt alle zaken strikt vertrouwelijk en is geen verantwoording schuldig aan de school. Hierdoor kan het kind en/of ouder/verzorger vrijuit met haar spreken en een klacht voorleggen. De folder van GGD Fryslân “Vertrouwenspersoon voor ongewenst gedrag op school” is in uw bezit of is op school aanwezig. De meldingsregeling “Machtsmisbruik binnen het onderwijs”’ is te vinden op de website van GGD Fryslân: www.ggdfryslan.nl. De vertrouwenspersoon voor onze school is mw. Carolien Wicherson. Zij is te bereiken bij GGD Fryslân, telefoonnummer 088-2299906, e-mail:
[email protected]. De vertrouwenspersoon voor onze school is De externe vertrouwenspersoon: Evert Castelijn, Schoolstraat 97, 9251 EB Burgum (0511-462949; 06-20533628) 27
Schoolgids obs Master de Vriesskoalle Sumar 2014-1015
6.6 De ouderbijdrage De ouderbijdrage is een vrijwillige bijdrage. De ouderraad beheert het geld en zij besteedt het aan zaken, die de kinderen ten goede komen, zoals het Sinterklaasfeest, de kerstviering, het afscheid van groep 8 en een collectieve schoolongevallenverzekering. De hoogte van de ouderbijdrage wordt jaarlijks tijdens de zakelijke ouderavond vastgesteld. Ook vindt er dan een verantwoording van deze gelden plaats. Momenteel bedraagt de ouderbijdrage € 22,50 per kind. Mocht u bezwaar maken tegen deze bijdrage of de bijdrage gaat uw draagkracht te boven, dan kunt u contact opnemen met de penningmeester en wordt er in overleg naar een oplossing gezocht. De school zal kinderen niet uitsluiten van activiteiten die betaald worden uit de ouderbijdrage, wanneer de vrijwillige bijdrage niet betaald wordt. Ouders/verzorgers met een minimum inkomen of een minimum plus inkomen (plus 10%) kunnen in aanmerking komen voor extra vergoedingen voor onder andere schoolzwemmen, schoolreisjes, diverse contributies van bijvoorbeeld sportverenigingen plus eventuele sportuitrusting. Daarnaast is er veel meer mogelijk. Voor vragen en/of aanvullende informatie kunt u langskomen bij de balie "Werk en Inkomen" in het gemeentehuis in Burgum, of telefonisch contact opnemen (tel. 0511-460830). 6.7 Sponsoring Bij sponsoring gaat het om geld, goederen of diensten die een sponsor verstrekt aan het bevoegd gezag, directie, leraren, niet-onderwijzend personeel of leerlingen, waarvoor de sponsor een tegenprestatie verlangt, waarmee leerlingen of hun ouders in schoolverband worden geconfronteerd. (Schenkingen vallen hier niet onder) Om de scholen op een verantwoorde en zorgvuldige manier met deze materie om te laten gaan is er een convenant gesloten. Hierin staat o.a. dat sponsoring verenigbaar dient te zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstelling van de school; in overeenstemming is met goede smaak en fatsoen; geen gevaar in zich houdt betreffende objectiviteit, geloofwaardigheid, betrouwbaarheid en onafhankelijkheid; geen beïnvloeding betreft van de onderwijsinhoud of continuïteit van het onderwijs. In geval van sponsoring is een stappenplan opgesteld en beslist het bevoegd gezag of het verantwoord is leerlingen te confronteren met de tegenprestatie van de sponsor. Het convenant is op school aanwezig. 6.8 Schoolverzekering De school heeft een verzekeringspakket afgesloten, bestaande uit een ongevallenverzekering en een aansprakelijkheidsverzekering. Op grond van de ongevallenverzekering zijn alle betrokkenen bij schoolactiviteiten (leerlingen; personeel; vrijwilligers) verzekerd. De verzekering geeft recht op een (beperkte) uitkering als een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Ook zijn de geneeskundige en tandheelkundige kosten gedeeltelijk meeverzekerd, voor zover de eigen verzekering van betrokkene geen dekking biedt (bijvoorbeeld door eigen risico). Materiële schade (kapotte bril, fiets etc.) valt niet onder de dekking. De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school zelf als zij die voor de school actief zijn (bestuursleden; personeel; vrijwilligers) dekking tegen schadeclaims als gevolg van onrechtmatig handelen. Wij attenderen u in dat verband op twee aspecten, die vaak aanleiding zijn tot misverstand. Ten eerste is de school of het schoolbestuur niet (zonder meer) aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt. Wanneer dit wel het geval zou zijn, zou alle schade die in schoolverband ontstaat door de school moeten worden vergoed. Deze opvatting leeft wel bij veel mensen, maar berust op een misverstand. De school is alleen aansprakelijk en daarmee schadevergoedingsplichtig wanneer er sprake is van een verwijtbare fout. De school (of zij die voor de school optreden) moeten dus te kort zijn geschoten in hun rechtsplicht. Het is dus 28
Schoolgids obs Master de Vriesskoalle Sumar 2014-1015
mogelijk dat er schade wordt geleden, zonder dat er sprake is van enige onrechtmatigheid van de kant van de school. Een voorbeeld daarvan is schade aan een bril tijdens de gymnastiekles; die schade valt niet onder de aansprakelijkheidsverzekering, en wordt (dan ook) niet door de school vergoed. Ten tweede is de school niet aansprakelijk voor (schade door) onrechtmatig gedrag van leerlingen. Leerlingen (of, als zij jonger zijn dan 14 jaar, hun ouders) zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun doen en laten. Een leerling die tijdens de schooluren of tijdens andere door de school georganiseerde activiteiten door onrechtmatig handelen schade veroorzaakt, is daar dus in de eerste plaats zelf (of de ouders) verantwoordelijk voor. Het is dus van belang dat ouders/verzorgers zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering afsluiten. 6.9 School en veiligheid Agressie, geweld en seksuele intimidatie in het onderwijs zijn niet iets nieuws. Door een reeks gebeurtenissen in de afgelopen jaren is echter de aandacht in de media voor agressie en geweld in het onderwijs toegenomen. Desalniettemin worden te veel geweldsincidenten gebagatelliseerd of in de doofpot gestopt. Geweld, agressie en seksuele intimidatie komen in veel vormen voor. Het gaat, kort samengevat, om alle menselijke handelen, dat geestelijke, lichamelijke of financiële schade veroorzaakt bij een andere persoon of bij een organisatie zoals een school(bestuur). Voorbeelden te over: vernielingen, discriminatie, handtastelijkheden, verbaal geweld, dreiging met geweld, afpersen, dreigen met het gebruik of daadwerkelijk gebruiken van wapens, mishandeling en seksuele intimidatie. De grens wanneer er van schade gesproken kan worden is niet altijd even duidelijk, tenzij we uitgaan van het ervaren van geweld of agressie door het slachtoffer. Om tot een verbetering van de veiligheid en welbevinden van leerlingen en personeel in het onderwijs te komen is het beleidsplan “Agressie, geweld en seksuele intimidatie” opgezet. De aard van de werkzaamheden in de school maken een speciale benadering van de problematiek noodzakelijk. De meeste werknemers in de school hebben als professional ook een pedagogischdidactische opdracht en als gevolg daarvan een duidelijke gezagsverhouding met leerlingen en hun ouders/verzorgers. De pedagogische en afhankelijkheidsrelatie tussen leraar en leerling (en tussen directeur en leerling) kan in de praktijk een bron zijn voor het ontstaan van agressie bij de leerling of diens ouders of verzorgers. Dit schoolveiligheidsplan zal daarom betrekking hebben op alle werknemers, maar ook op leerlingen en ouders of verzorgers en is gericht op de preventie van en het optreden na incidenten. Het beleidsplan “Agressie, geweld en seksuele intimidatie” geeft aan hoe de school moet handelen bij het: a. voorkomen van incidenten. Hierbij worden de preventieve maatregelen onder de loep genomen. De Arbo wet, Arbo dienst, Risico Inventarisatie & evaluatie, GGD en de Arbo/veiligheidscoördinator hebben hierin een belangrijke rol; b. tegengaan van escaleren van incidenten. 29
Schoolgids obs Master de Vriesskoalle Sumar 2014-1015
Er zijn protocollen opgesteld die aangeven hoe men moet handelen. Incidenten en ongevallen moeten worden geregistreerd en eventueel bij de Arbeidsinspectie worden aangemeld. Indien de wet wordt overtreden wordt aangifte gedaan bij de politie; c. begeleiden van slachtoffers van machtsmisbruik binnen het onderwijs. Hiervoor heeft de school een contactpersoon aan- gesteld en kan contact worden gezocht met de vertrouwenspersoon, zie ook hoofdstuk 6.4 in de schoolgids. Het beleidsplan “Agressie, geweld en seksuele intimidatie” is op school aanwezig en kan te allen tijde worden ingezien. Belangrijke telefoonnummers: Vertrouwensinspecteur: 0900-1113111 (lokaal tarief) G.G.D. Fryslân 088-2299222 A.M.K. 058 - 2333777 of 0900 - 1231230 Anonieme misdaadmelding Arbo-/veiligheidscoördinator Ondersteuningsbureau “OPO”
0800-7000 0512 – 582600 0512 – 582600
30
Schoolgids obs Master de Vriesskoalle Sumar 2014-1015
7.
De ontwikkeling van het onderwijs in de school
Ieder jaar voeren wij een aantal vernieuwingen of veranderingen in de school door. In het afgelopen jaar hebben wij ons bezig gehouden met de volgende zaken:
Verder werken aan de uitgangspunten van de Trijetalige Skoalle; Oriëntatie op passend onderwijs (schrijven van een schoolondersteuningsprofiel); Werken met groepsplannen (oriëntatie op verbinden van leerstof); Mogelijkheden onderzoeken om te anticiperen op de krimp;
Voorgenomen actiepunten schooljaar 2014-2015: De activiteiten voor het schooljaar 2014-2015 staan uitgebreid beschreven in het schooljaarplan 2014-2015. Deze zijn weer afgeleid van het schoolplan 2011-2015. Enkele speerpunten voor dit schooljaar zijn:
Verbeteren van het analyseren van groepsresultaten en deze kunnen vertalen naar vervolgactiviteiten; Werken met groepsplannen; Schrijven van en ICT beleidsplan; Eigenaarschap van leren; Mogelijkheden onderzoeken om te anticiperen op de krimp; .
31
Schoolgids obs Master de Vriesskoalle Sumar 2014-1015
8.
De resultaten van het onderwijs
8.1 Algemeen Vaak wordt een school, waarvan veel kinderen naar een hoge vorm van voortgezet onderwijs gaan een "goede" school genoemd. Is een school, waar dat niet altijd het geval is dan dus een "slechte" of een "minder goede" school? Wij vinden van niet! Immers, op school is er niet alleen aandacht voor de leerprestaties. Het met plezier naar school gaan is minstens even belangrijk, maar dat wordt niet gemeten. Het is onze taak ieder kind naar díe school te verwijzen die het beste bij het kind past. Voor het kennisonderdeel maken wij gebruik van de CITO-eindtoets. Bij het verkrijgen van een juist beeld van een kind spelen meer dingen een rol. Wij hebben een kind een aantal jaren in de klas meegemaakt en weten hoe het kind in elkaar steekt, of het gemotiveerd is en of het doorzettingsvermogen heeft. Deze informatie is van minstens even groot belang bij het kiezen van de juiste school. Het vergelijken van resultaten moet men ook altijd in het juiste verband zien. Ze zijn namelijk afhankelijk van een aantal factoren. Wij bekijken de resultaten vanuit de volgende achtergronden: Waaruit bestaat de schoolbevolking? Hoe staan wij als school, rekening houdend met deze schoolbevolking, ten opzichte van het landelijk gemiddelde? Wij vergelijken ons met scholen met een enigszins vergelijkbare schoolbevolking; Als schoolteam proberen we de resultaten bij te sturen. Een prima instrument hiervoor is de CITO-eindtoets. Een schooloverzicht houdt ons steeds een spiegel voor. Blijkt uit de resultaten dat wij op onderdelen vaker onder het gemiddelde scoren, dan proberen wij de oorzaken te achterhalen en indien mogelijk te verhelpen, bijv. door de gebruikte methode en de manier van lesgeven onder de loep te nemen. Het kan ook zo zijn dat dit het maximale is wat de kinderen in dit kader kunnen presteren. De toets moet dus altijd een vervolg hebben. Vroeger werden kinderen sneller verwezen naar het speciaal onderwijs. Tegenwoordig proberen we ieder kind zo lang mogelijk op onze basisschool te houden. Ook dit gegeven is natuurlijk van invloed op de resultaten van de totaalscore. 8.2 Waar gaan onze leerlingen na de basisschool naar toe Vrijwel al onze leerlingen gaan na hun basisschoolperiode naar het voortgezet onderwijs in Burgum of Drachten. Met de scholen waar onze leerlingen naar toe gaan hebben we regelmatig contact. Wij informeren de scholen over de van ons afkomstige kinderen en blijven op de hoogte van de prestaties van onze oud-leerlingen. De voorbereiding op het voortgezet onderwijs vindt plaats in groep 8. In november en januari, tijdens de contactdagen, komt het vervolgonderwijs aan de orde. In januari en februari kunnen de Open Dagen worden bezocht. In februari wordt de CITO-eindtoets afgenomen en de ouders ontvangen eind februari/begin maart een eindadvies. Wij stellen ons ten doel het maximale uit elk kind te halen en er zo voor te zorgen dat het kind in de meest geschikte vorm van voortgezet onderwijs terecht komt en op die school goed kan meekomen.
32
Schoolgids obs Master de Vriesskoalle Sumar 2014-1015
In het volgende overzicht is te zien, waar de kinderen de afgelopen jaren naar toe zijn gegaan. Het aantal leerlingen dat naar de diverse vormen van voortgezet onderwijs gaat, wisselt van jaar tot jaar. Het is afhankelijk van de samenstelling van de groep.
osg. Singelland/Burgum: Brugklas vmbo Brugklas havo/vwo Osg Singelland VHS/Drachten: Brugklas vmbo osg. Singelland/Drachtster Lyceum Brugklas havo/vwo csg. Liudger/Drachten Brugklas vmbo osg. Piter Jelles/Ynsicht Brugklas vmbo Tjalling Koopmanscollege Hurdegaryp Havo Maritieme Academie Harlingen VSO De Venen Drachten School Lyndensteyn Beetsterzwaag
2010
2011
2012
2013
2014
3 1
3 2
2 1
3
5
1 1
1
1 1 1
totaal
5
6
4
1 1 6
7
8.3 Verwijzing naar scholen voor speciaal basisonderwijs Door onze manier van werken en het bieden van extra zorg proberen we de kinderen als het enigszins mogelijk is op onze school te houden. Vaak lukt dat, maar soms komen we tot de conclusie, dat het voor een kind beter is als het naar een school voor speciaal basisonderwijs gaat. In de afgelopen jaren hebben we vrijwel geen kinderen hoeven verwijzen naar deze scholen.
Speciaal onderwijs (nu so) Speciaal basisonderwijs (nu sbo)
2010
2011
2012
2013
2014
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
8.4 Zijn de gestelde doelen bereikt? Jaarlijks leggen wij in het schoolplan vast welke actiepunten we in dat jaar aan de orde stellen. De planning hiervan komt tijdens teamvergaderingen regelmatig ter sprake. Ook in de medezeggenschapsraad bespreken we dit veranderingsplan en de vorderingen hiervan. Aan het eind van het schooljaar kunnen we via een checklist zien of de doelen zijn bereikt.
33
Schoolgids obs Master de Vriesskoalle Sumar 2014-1015
9.
Wat verder van belang is
In dit hoofdstuk willen wij nog een aantal zaken op een rijtje zetten, waar u in de loop van het schooljaar mee te maken krijgt of kunt krijgen. Abonnementen Aan het begin van ieder schooljaar bestaat de mogelijkheid om een abonnement te nemen op een educatief jeugdtijdschrift (Bobo, Okki, Taptoe en Hello You). Opgave kan via school en ook de verspreiding gebeurt via school. Acties De school wordt regelmatig benaderd om mee te doen met allerlei liefdadigheidsacties. Wij hebben besloten jaarlijks de kinderpostzegelactie te steunen. Eens in de twee jaar, bij de viering van dierendag, zamelen we geld in voor een goed doel, zoals de dierenambulance, de Fûgelhelling of de kerkuilenwerkgroep. Aan andere acties doen wij in principe niet mee. Adopteer een monument In 1996 is vlak bij school "de molkbus" onthuld. Dit monument is opgericht ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de tweede wereldoorlog. Samen met de bijzondere school hebben wij dit gedenkteken geadopteerd. De kinderen zorgen ervoor dat het netjes blijft en leggen er op 4 mei bloemen neer. Avond-4-daagse Als er voldoende deelnemers en begeleiders zijn kunnen de kinderen uit de groepen 3 t/m 8 in schoolverband meedoen met de avond-4-daagse in Eastermar. De begeleiding is volledig in handen van de ouders. Balpen/vulpen/liniaal De kinderen krijgen van school schrijfgerei en een liniaal. Wel is het de bedoeling dat de kinderen hier zorgvuldig mee omgaan. Wanneer een liniaal bekrast of een vulpen opgekauwd is, kan de leerling tegen betaling een nieuw exemplaar krijgen. Bibliobus Kinderen kunnen gratis lid worden van de bibliotheek. Ze kunnen dan wekelijks boeken lenen. Dit kan in de bibliotheek van Burgum, maar ook in de bibliobus, die wekelijks ruim een uur voor school staat. Als het ruilen van boeken onder schooltijd valt verlenen wij natuurlijk alle medewerking. Nb: m.i.v. 1 januari 2014 wordt de bibliobus opgeheven. Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Kinderen opvoeden is leuk, maar niet altijd even gemakkelijk. Soms zijn handige tips of ondersteuning welkom of zelfs nodig. Maar wie kan u op weg helpen? Daarvoor zijn verschillende organisaties in de gemeente Tytsjerksteradiel werkzaam. Deze organisaties werken samen in het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Samen staan we sterker in het belang van uw kind! Via de site www.cjgtytsjerksteradiel.nl kan iedereen 24 uur per dag informatie krijgen over opvoeden en opgroeien. Er kunnen online vragen worden gesteld. Een landelijk expertiseteam zorgt voor een snelle reactie op uw vraag. U kunt ook rechtstreeks contact opnemen met een contactpersoon van het CJG voor informatie en advies over opvoeden en opgroeien. Het CJG is er voor (aanstaande) ouders en kinderen/ jongeren in de leeftijd van 0- tot 23 jaar. Hieronder staan de gegevens van de professionals die in de gemeente Tytsjerksteradiel werkzaam zijn. Excursies Jaarlijks proberen we een aantal keren een excursie te organiseren. Dit zijn uitstapjes met een educatief karakter. 34
Schoolgids obs Master de Vriesskoalle Sumar 2014-1015
Feestelijke ouderavond Eens in de twee jaar organiseren we een feestelijke ouderavond. De kinderen studeren dan een musical in en voeren die op in het dorpshuis. Natuurlijk doen alle kinderen hieraan mee. Fietsen De kinderen die binnen de bebouwde kom van Sumar wonen, mogen niet met de fiets op school komen. Dit heeft te maken met de beperkte ruimte in de fietsenstalling. Als de kinderen met de auto worden gehaald of gebracht willen wij graag dat de chauffeurs hun voertuig op het parkeerterrein bij het dorpshuis parkeren. Inmiddels heeft de gemeente een doorgetrokken gele streep langs de stoeprand aangebracht. Dit betekent dat u niet mag stilstaan of parkeren aan de Kn. Wytseswei (aan de kant van de school). GGD/JGZ Vanaf de geboorte van een kind tot het 19e jaar is de JGZ (de Jeugdgezondheidszorg (GGD) het aanspreekpunt. GGD Fryslân Jeugdgezondheidszorg richt zich op de gezondheid, gezond opgroeien en het ontwikkelen van een gezonde leefstijl van kinderen en jongeren tot 19 jaar. Dit als basis voor een gezond leven later. De Jeugdgezondheidszorg (JGZ) biedt gratis deskundige hulp. Op verzoek van de arts van het consultatiebureau kan een kind in groep 1 worden uitgenodigd voor een onderzoek. Vijfjarige kinderen worden uitgebreid lichamelijk onderzocht en daarnaast spreekt de arts met de ouders over opvoeding, gedrag en gezondheid. Bij de leerlingen van groep 7 wordt gekeken naar de ontwikkeling (lengte en gewicht) en het gedrag van het kind. De GGD houdt wekelijks telefonisch spreekuur. Ouders kunnen er terecht met vragen over gezondheid en gedrag van hun kind. Het telefoonnummer van GGD Fryslân is 088-2299444. Op het prikbord in school hangen posters met de naam van de arts en verpleegkundige en hun telefoonnummers. Hoofdluis Veel schoolkinderen krijgen er een keer mee te maken. Om het ongerief zo veel mogelijk te beperken is het beleid van onze school, dat een groepje "luizenouders" alle kinderen jaarlijks een aantal keren controleert. De data staan op de kalender, die u aan het begin van het schooljaar ontvangt. Huisbezoek De kleuterleerkrachten brengen elke nieuwe kleuter voordat zij naar school gaan een bezoekje. Verder bezoeken de leerkrachten alle nieuwe kinderen in hun groep thuis. Dus de nieuwe leerlingen van groep 3 en van groep 6 krijgen thuis bezoek. Kinderen vinden het vaak leuk als meester of juf langs komt. Huiswerk Alleen in groep acht geven we de kinderen gedurende een periode (van de kerstvakantie tot de zomervakantie) huiswerk mee. De kinderen krijgen een huiswerkboekje en het doel is dat de kinderen aan het eind van de periode in staat zijn zelfstandig hun huiswerk te maken. Van de ouders vragen we een stukje begeleiding. Door deze opzet proberen we de overgang naar het voortgezet onderwijs zo soepel mogelijk te laten verlopen. Het gaat dus meer om het leren zelfstandig huiswerk te maken, dan om de inhoud van de leerstof. Oud papier Om de eigen kas te spekken zamelen we oud papier in. Daarnaast plaatsen we eens per jaar een kledingcontainer bij de school. De opbrengst van beide acties besteden we aan bijzondere zaken, waarvoor eigenlijk geen schoolbudget is. U kunt hierbij denken aan het afscheidsfeest en uitstapjes, maar ook aan de speeltoestellen op de pleinen.
35
Schoolgids obs Master de Vriesskoalle Sumar 2014-1015
Overblijven Het is mogelijk dat kinderen tussen de middag op school overblijven onder leiding van een opvangkracht/overblijfouder. U kunt hierover contact opnemen met de directeur of rechtstreeks met de overblijfouders. De coördinatie van het overblijven in handen van it Krobbehiem. Ook is de behoefte aan voor- en naschoolse opvang gepeild. Ouders kunnen hier gebruik van maken. Aangezien het waarschijnlijk om een gering aantal kinderen gaat is het ook mogelijk dat it Krobbehiem gebruik zal maken van gastouders. Roken Onze school is een rookvrije school. Dat betekent dat er in het gebouw niet mag worden gerookt. Dit geldt zowel voor leerkrachten als ouders. Schoolfotograaf Eenmaal per schooljaar, meestal in het voorjaar, nodigen wij een schoolfotograaf uit. Geheel vrijblijvend fotografeert hij/zij onze leerlingen, eventueel met hun broertje en/of zusje. Van de klassen worden dan groepsfoto's gemaakt. Het staat u te allen tijde vrij om de gemaakte foto’s al dan niet te kopen. Schoolmaatschappelijk werk Wanneer ouders zitten met opvoedkundige vragen kunnen zij een beroep doen op het schoolmaatschappelijk werk. Op de Master de Vriesskoalle wordt dit verzorgd door Minke Schaap. Zij is van maandag t/m woensdag te bereiken op nummer 06 46072159 of e-mail
[email protected]. Maatschappelijk werk is bedoeld voor leerlingen, ouders en leerkrachten. Allemaal kunnen ze bij de schoolmaatschappelijk werker terecht. U kunt hierbij denken aan vragen als: -Mijn kind speelt altijd alleen, hij heeft nooit een vriendje. -Mijn dochter is vaak angstig, ze durft ’s avonds niet te gaan slapen. -Mijn kind wordt vaak gepest. -Waarom gaat mijn zoontje toch met tegenzin naar school? 36
Schoolgids obs Master de Vriesskoalle Sumar 2014-1015
Schoolreizen De kleuters maken ieder jaar een uitstapje. De kosten hiervan zijn € 20,-.De middenbouw trekt er jaarlijks een dag op uit. De kosten bedragen ongeveer € 25,-. In de bovenbouw gaan we elk jaar drie dagen op kamp. Deze meerdaagse reizen kosten ongeveer € 65,-. Het is mogelijk om op maandagochtend geld mee te geven, zodat u niet in een keer voor grote uitgaven komt te staan. U mag het bedrag uiteraard ook in één keer betalen. Sinterklaasviering Ieder jaar brengt Sint met zijn Piet(en) een bezoek aan onze school. Na de aankomst, waarbij ook de ouders van harte welkom zijn, brengt de goed heiligman een bezoek aan de gezamenlijke onder- en middenbouwgroep. We verzoeken de ouders dan naar huis terug te keren, omdat de ervaring ons heeft geleerd dat de kinderen veel rustiger zijn als de groep en de sfeer net zo zijn als op andere schooldagen. De bovenbouw brengt rond Sinterklaas een bezoek aan het sprookje in Drachten, georganiseerd door de Vereniging voor Openbaar Onderwijs. Uurcultuur Uurcultuur is een provinciaal project, georganiseerd door Keunstwurk, dat de kinderen kennis laat maken met podiumkunsten. Kinderen kunnen genieten van poppenspel, muziek, dans of toneel. De voorstellingen worden gehouden in een dorpshuis of een school in de buurt. Elk jaar opnieuw stelt Keunstwurk een programma samen, waaruit de scholen kunnen kiezen. Veiligheid Ons schoolgebouw voldoet aan de eisen van de ARBO-wet. Uiteraard zorgen wij er voor dat dit zo blijft. We doen ons uiterste best om niet alleen een fijne school te zijn, maar bovenal ook een veilige. Natuurlijk zijn ongelukjes niet te voorkomen. Op school is een aantal leerkrachten die een cursus BHV hebben gevolgd. Bij ongelukken, brand en andere calamiteiten zijn zij degenen die eerste hulp kunnen verlenen. Zo is er op school een draaiboek aanwezig en oefenen we regelmatig.
37
Schoolgids obs Master de Vriesskoalle Sumar 2014-1015
10. Leerplicht, hoe zit dat ook al weer? 10.1 De Leerplichtwet Net als in vele andere landen in de wereld kent Nederland een leerplichtwet. In deze wet staat omschreven dat alle kinderen in Nederland vanaf 5 jaar tot en met het schooljaar waarin ze 16 worden verplicht naar school moeten. Dit geldt in Nederland dus voor alle leerlingen die in het basisonderwijs zitten en voor het grootste deel van de middelbare scholieren. De ouders dienen er voor te zorgen dat de leerlingen geregeld de school bezoeken.* Als de leerlingen 12 jaar of ouder zijn worden zij voor dit geregeld schoolbezoek medeverantwoordelijk gehouden. De directeur van de school heeft een meldingsplicht naar de leerplichtambtenaar, als leerlingen niet op school verschijnen, zonder dat hier goede redenen voor zijn (zie onder 2). De leerplichtambtenaar heeft een toezichthoudende taak en komt in actie als er iets niet goed gaat. Daarnaast geeft hij/zij voorlichting en informatie aan ouders, leerlingen en scholen. 10.2 De leerplichtwet en extra verlof De Leerplichtwet maakt een aantal uitzonderingen op het verplichte schoolbezoek. Bijvoorbeeld als een leerling ziek is, kan hij niet naar school. Hierover zijn afspraken gemaakt die in de schoolgidsen van de scholen terug te vinden zijn. Ook zijn er regels afgesproken in de Leerplichtwet als er leerlingen zijn die om bijzondere redenen extra verlof moeten hebben. De Leerplichtwet geeft aan ouders en leerlingen de mogelijkheid om in bepaalde gevallen extra verlof te vragen. De leerplichtwet geeft de mogelijkheid voor twee soorten extra verlof, namelijk: extra vakantieverlof en verlof wegens gewichtige omstandigheden. 10.3 Extra vakantieverlof (art. 11 lid van de leerplichtwet). Extra vakantieverlof is alleen dan mogelijk als ouders en kinderen in de normale vakanties niet samen weg kunnen omdat de werkzaamheden van één of beide ouders dat niet toelaten. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als één van de ouders in de horeca werkzaam is en in de vakanties moet werken. Wel dient u rekening te houden met de volgende voorwaarden: In verband met een eventuele bezwaarprocedure moet de aan vraag ten minste acht weken van tevoren bij de directeur worden ingediend, tenzij u kunt aangeven waarom dat niet mogelijk was; De verlofperiode mag maximaal 10 aaneengesloten schooldagen beslaan; De verlofperiode mag niet in de eerste twee weken van het schooljaar vallen; Dit verlof mag maar één keer per jaar worden gegeven; U moet een verklaring van uw werkgever inleveren waaruit de noodzaak van dit extra verlof blijkt. (Of een verklaring op officieel briefpapier in geval u een eigen bedrijf heeft). 10.4 Verlof wegens gewichtige omstandigheden (art. 11 lid g. van de leerplichtwet). Onder dit verlof vallen omstandigheden die buiten de wil van de ouders of leerlingen liggen. Voor bepaalde omstandigheden kan vrij worden gevraagd. Hierbij kunt u denken aan: Verhuizing van het gezin; Bezoek aan rechtbank i.v.m. wettelijke verplichtingen; Bijwonen van huwelijk van bloed- en aanverwanten; Overlijden van bloed- en aanverwanten; Ernstige ziekte van bloed- en aanverwanten (aantal dagen wordt bepaald in overleg met de directeur en/of leerplichtambtenaar); Viering van een 25-, 40- of 50-jarig ambtsjubileum en het 12½-, 25-, 40-, 50- of 60-jarig huwelijksjubileum van bloed- en aanverwanten; Het voldoen aan religieuze verplichtingen. *Geregeld schoolbezoek wil zeggen dat de kinderen op school aanwezig zijn als zij les of andere schoolverplichtingen hebben.
38
Schoolgids obs Master de Vriesskoalle Sumar 2014-1015
De volgende situaties zijn geen ‘andere gewichtige omstandigheden’: familiebezoek in het buitenland; vakantie in een goedkope periode of in verband met een speciale aanbieding; vakantie onder schooltijd bij gebrek aan andere boekingsmogelijkheden; een uitnodiging van familie of vrienden om buiten de normale schoolvakanties op vakantie te gaan; eerder vertrek of latere terugkeer van vakantie in verband met (verkeers-)drukte; verlof voor een kind, omdat andere kinderen uit het gezin al of nog vrij zijn. In verband met de bezwaartermijn dient het verlof acht weken van tevoren aangevraagd te worden of zo spoedig mogelijk na het ontstaan van de verlofgrond (overlijden, ziekte, etc.). 10.5 Hoe extra verlof aan te vragen Het aanvraagformulier voor extra verlof kunt u op school aanvragen of downloaden van onze website. U dient de volledig ingevulde aanvraag, inclusief (werkgevers) verklaringen, in te leveren bij de school. Voor verlofaanvragen die de maximale 10 dagen niet te boven gaan, neemt de directeur zelf een besluit. Dit besluit maakt hij binnen 5 schooldagen schriftelijk aan u bekend door middel van een beschikking. Aanvragen die de 10 dagen te boven gaan worden door de school doorgestuurd naar de leerplichtambtenaar. Het besluit wordt dan binnen 10 schooldagen schriftelijk aan u bekend gemaakt. In spoedgevallen wordt het schriftelijk besluit voorafgegaan door mondelinge toestemming. 10.6 Bezwaar tegen een besluit Bent u het niet eens met het genomen besluit, dan kunt u schriftelijk bezwaar aantekenen bij diegene die het besluit genomen heeft. U wordt dan in de gelegenheid gesteld om de zaak nog eens mondeling toe te lichten. Binnen 5 schooldagen wordt het besluit met betrekking tot het bezwaar aan u kenbaar gemaakt. Mocht u het met dit besluit nog niet eens zijn, dan rest nog een procedure bij het Arrondissementsgerecht, sector Bestuursrecht. 10.7 Vragen? Heeft u nog vragen over dit onderwerp dan kunt u deze richten aan de directeur van de school of aan de leerplichtambtenaar van uw woongemeente: Gemeente Tytsjerksteradiel T.a.v. de leerplichtambtenaar Afd. WOS, sectie onderwijs Postbus 3, 9250 AA Burgum Raadhuisstraat 7, 9251 GH Burgum 0511 460763 10.8 Schorsing en verwijdering van leerlingen Leerlingen kunnen van school worden gestuurd, voor een tijdje: schorsing, of voorgoed: verwijdering. Meestal gebeurt zoiets alleen als het kind zich ernstig misdraagt. De beslissing over verwijdering van een leerling wordt genomen door het schoolbestuur. Voordat zo'n besluit genomen wordt, worden eerst de groepsleerkracht en de ouders gehoord. Wanneer het besluit eenmaal genomen is, mag een schoolbestuur de leerling niet onmiddellijk van school sturen. Het bestuur moet namelijk eerst proberen een andere school te vinden voor de leerling. Alleen als dat niet lukt - en daar moet het bestuur tenminste acht weken zijn best voor doen - mag de school de leerling de toegang tot de school weigeren. Wanneer het schoolbestuur een leerling wil schorsen of verwijderen dan pleegt het bestuur daarover overleg met de ouders. Levert dit niets op, dan kunnen de ouders aan de onderwijsinspectie vragen te bemiddelen. Blijft het schoolbestuur bij zijn besluit, dan kunnen de 39
Schoolgids obs Master de Vriesskoalle Sumar 2014-1015
ouders schriftelijk bezwaar aantekenen. In dat geval moet het schoolbestuur binnen vier weken eveneens schriftelijk reageren op dat bezwaarschrift. Wanneer het bestuur dan nog vasthoudt aan het besluit de leerling te verwijderen, dan kunnen de ouders in beroep gaan bij de rechter. 10.9 Vakanties en schooltijden We proberen zo vroeg mogelijk de vakantietijden voor het komende schooljaar bekend te maken, zodat u hiermee rekening kunt houden bij het plannen van vakanties e.d. De vakanties stemmen we zoveel mogelijk af op die van de omliggende gemeenten. De vakanties staan op de jaarkalender, die u aan het begin van het schooljaar krijgt. Vakantierooster 2013-2014: Herfstvakantie 13-10-’14 t/m 17-10-‘14 Kerstvakantie 22-12-’14 t/m 23-01-‘15 Voorjaarsvakantie 23-02-’15 t/m 27-02-‘15 Goede Vrijdag 03-04-‘15 Pasen 06-04-‘15 Koningsdag 27-04-‘15 Meivakantie 04-05-’15 t/m 08-05-‘15 Hemelvaart 14-05-‘15 Vrijdag na Hemelvaart 15-05-‘15 Pinksteren 25-05-‘15 Zomervakantie 06-07-’15 t/m 14-08-‘15 Schooltijden: Groep 1 t/m 8 's morgens: 08.30 - 12.00 's middags: 13.15 - 15.15 groep 1/2: woensdagochtend vrij N.B. Op school is een notitie “Toelating / weigering / schorsing en verwijdering” aanwezig.
40
Schoolgids obs Master de Vriesskoalle Sumar 2014-1015
11. Namen en adressen School:
Master de Vriesskoalle Knilles Wytseswei 11 9262 NG Sumar :0511-463112 e-mail:
[email protected]
Directeur:
Ids Krol It Hoarnleger 17 9262 NZ Sumar : 0511-465491
Bestuur:
Stichting Openbaar Primair Onderwijs Furore Zetveld 38b 9292 LM Drachten Postbus 210 9200 AE Drachten : 0512-582600
Bovenschools directeur:
Jaap Balkema adres: zie bestuur
Ouderraad:
Voorzitter Tialde Vonk It Houtsjepaad 15 9262 MC Sumar : 0511-841858
Medezeggenschapsraad:
Voorzitter Harry Drenth Ielke Boonstraloane 6 9263 TT Garyp : 0511-521909
Vertrouwenspersonen:
José Wennekes Van Sminiaweg 27 9064 KD Aldtsjerk : 058-2562251
Inspectie:
Inspectie van het onderwijs
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: 088 - 6696060 Klachtenmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: Meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900-1113111 (lokaal tarief).
Evert Castelijn Schoolstraat 97 9251 EB Burgum : 0511-462949
41