32e jaargang - oktober 2007 - nr 8
inhoudsopgave
NVOX Hoogbegaafd
Kom mee naar buiten allemaal...
Of het niet moeilijk is een onderwerp voor een column te vinden, vraagt men mij wel eens. Nee. Toch dacht ik bij het naderen van de deadline dit keer: ?? Ik was te lui voor research voor een gepland stukje. Nu verdringen zich opeens twee onderwerpen tegelijkertijd voor een stukje.
380 Muziek in de les IN DE KLAS 354
Krachtendiagrammen, begripsproblemen en snelle feedback Ed van den Berg en Katrina Emmett
357 360 362 364
Waslijn van de tijd en het fossielenarchief Marijke Domis Handvatten voor de aanpak van de mol Sylvia en Herman Lipman Jonge onderzoekers Harrie Jorna Energieonderwijs: een onopgelost probleem Rupert Genseberger en
366 367
Fotosynthese en de absorptiekromme Maarten Foeken Vraagje Bio Jan Theo Boer
Piet Lijnse
CURRICULUM/EXAMENS 368 370
Afscheid van anw: interview met Annerie Rutenfrans Marjan Bruinvels NiNa op haar kop? Piet Lijnse
MENSEN 373
Lesmateriaal over soa en aids: interview met Jos Poelman Jan Theo Boer
EN VERDER 375 377 378 380
Reorganiseren van het onderwijs in Cambodja Hans Langendam Poëzie als leestechniek Marjan Bruinvels Karakter te kijk in het Universiteitsmuseum Utrecht Marianne Offereins Muziek in de les Caroline Molyneux
RUBRIEKEN 382
387
391
396 397
Vereniging forum bestuur personalia bijeenkomsten Media boekrecensies boekaankondigingen digitaal Actueel wetenschap berichten Colofon/Aansteker Agenda
Coverfoto: Willem Vis, ROM Toronto, Canada
Contributie 2008 Bij de ALV in maart j.l. is vastgesteld dat de contributie 2,5% omhoog gaat met ingang van 2008. De prijs voor een gewoon lidmaatschap komt daarmee op € 63,-. Alle andere bedragen worden naar rato aangepast. In januari ontvangt u een acceptgiro voor de contributie voor 2008. Let op: het lidmaatschap loopt per kalenderjaar en wordt jaarlijks automatisch verlengd. U kunt opzeggen tot 1 december bij de ledenadministratie per e-mail:
[email protected], per telefoon tijdens kantooruren op nummer: 0522855175, per fax op nummer: 0522-855176 of per brief aan NVON-ledenadministratie t.a.v. M. Worst, postbus 41, 7940 AA Meppel. Na 1 december kan een opzegging voor het komende jaar niet meer worden verwerkt; het lidmaatschap verloopt dan pas op 31-12-2008. Op www.nvon.nl/vereniging/bestuur/statuten_en_hr vindt u de statuten en het huishoudelijk reglement. Het bestuur.
Het nieuws meldde dat de Onderwijsraad een zak-/slaagregeling wil laten afhangen van voldoendes voor wiskunde, Nederlands en Engels. De gekken. Vroeger mocht je geen rechten of medicijnen, de belangrijkste studies toen, gaan studeren zonder gymnasium, zonder Latijn. In de eeuwen daarvoor was het de godsdienstkennis die als allerbelangrijkste kennis werd aangemerkt. In sommige culturen schijnt dit nog zo te zijn. Wiskunde neemt steeds meer de positie in van godsdienst en Latijn: onmisbaar voor ieder mens. Lees Het Kralenspel van Hesse voor de nodige relativering. Natuurlijk is wiskunde belangrijk, natuurlijk is het prachtig. Maar dat betekent niet dat iedereen er zoveel tijd aan moet besteden. De meesten van ons gebruiken wiskunde in volwassenheid nooit meer. Gardner’s ideeën over multiple intelligence zijn al tientallen jaren oud en in brede kring geaccepteerd. Maar nee. In dit nog steeds calvinistische land MOET wiskunde. Alsof men nooit kinderen heeft zien opbloeien bij de ontwikkeling van dat, wat dichtbij hun hart ligt. Het hart van de kinderen, niet van de opvoeders. Tweede onderwerp. Opbloeien mislukt soms. Zoals bij de veertig jaar oude man die nu in grote problemen verkeert. Ondanks een academische opleiding is hij niet in staat een inkomen te verwerven. Er is een complex van oorzaken: multiculturele afkomst en een onveilige jeugd culmineren in psychische problemen. En nu kwam er één bij. “Is hij soms hoogbegaafd”, vroeg een therapeut. Ja, natuurlijk. Dat is in zijn schooltijd niet gesignaleerd. “Het wil nog wel eens dat hoogbegaafde mensen door hun orginaliteit en creativiteit niet zo sporen in een gemiddelde omgeving”, zei de therapeut. En nu de ironie: de man is wiskundige. Zo zit het dus, beste lezer. Een leerling dient onderwijs te krijgen dat bij hem past. Geen wiskunde als hij anders getalenteerd is, heel veel wiskunde als dat zijn sterke kant is. Het kind dient zich gekend te weten. Alleen zo krijgen we goed opgeleide mensen, alleen zo krijgen we een kenniseconomie.
[email protected] P.S. Inmiddels blijkt dat Plasterk het advies van de onderwijsraad naast zich neerlegt. Zouden we dit keer een verstandige minister hebben?
oktober 2007
NVOX
353
Krachtendiagrammen, begripsproblemen en snelle feedback Begrippen groeien als plantjes, de docent moet ze regelmatig wat water geven. De moeilijkste begrippen moeten geregeld terugkomen. ‘Inslijpen’ gaat niet in één keer. Even 10 – 15 minuten een paar krachtendiagrammetjes doen met snelle feedback1 en leerlingen zijn weer wat verder met het krachtbegrip. ■
354
Ed van den Berg / AMSTEL Instituut en Katrina Emmett / FISME, Universiteit Utrecht
Geen tijd om het leerlingen zelf te laten doen en feedback erbij te geven? Kom nou, het gaat om een paar keer 10 minuten èn bij deze methode kunnen leerlingen hun eigen vooruitgang zien. Dat stimuleert en levert winst op in begrip èn motivatie! We geven stapsgewijs de methode aan. Uiteraard kunt u zelf eigen krachtenplaatjes toevoegen, bijvoorbeeld uit The Physics Teacher3,4 en NVOX5. Snelle feedback is bruikbaar bij allerlei onderwerpen in de natuurkunde1.
Conventies voor krachten tekenen2 Leerlingen hebben eerder met krachten te maken gehad en met het grafisch optellen van vectoren. Daarbij zijn mogelijk de volgende afspraken gemaakt: krachten worden getekend als een pijl • die aangrijpt op een voorwerp en begint in dat voorwerp (hoewel wrijvingskrachten en normaalkrachten aangrijpen aan het oppervlak, worden ze in het object getekend opdat duidelijk is op welk object ze werken);
• die wijst in de richting van de kracht; • met een lengte die de grootte van de kracht aangeeft; • waarbij het voorwerp dat de kracht uitoefent èn het voorwerp waarop de kracht werkt worden aangegeven, dus Faarde op baksteen. De resultante is de som van alle krachten op een voorwerp en wordt met een dubbele pijl (⇒) aangegeven om het verschil duidelijk te maken met afzonderlijke krachten. Voorbeeld 1. Figuur 1a laat een baksteen zien in vrije val als we wrijving verwaarlozen. De pijl grijpt aan binnen het voorwerp en laat duidelijk zien op welk voorwerp de kracht werkt. Voorbeeld 2. Figuur 1b laat een baksteen zien die naar rechts over de vloer glijdt en wrijving ondervindt. De pijl start in het voorwerp (baksteen) om overduidelijk te maken op welk voorwerp de kracht werkt. De precieze locatie van het aangrijpingspunt of de werklijn is alleen van belang
Krachtendiagrammen tekenen. figuur 1c figuur 1a
ν figuur 1b
NVOX
oktober 2007
voor momenten en rotaties. Alleen de wrijving is getekend. Andere krachten zijn niet getekend. De getekende snelheidsvector (gestippeld) verschilt van de krachtenpijl. Voorbeeld 3. Figuur 1c laat de krachten zien op een steen die door twee touwtjes in een statische positie wordt gehouden.
De snelle feedbackmethode: Stap 1: Docent geeft het probleem (via bord of OHP). Stap 2: Docent controleert of ieder aan het werk is en treedt op waar dat niet het geval is. Stap 3: Docent loopt rond en ziet een stuk of 10 oplossingen in een minuut en kan een leerling met een onverwacht antwoord even vragen om uitleg (individueel). Ondertussen beginnen andere leerlingen spontaan resultaten te vergelijken èn dus elkaar les te geven! Stap 4: Docent presenteert beknopt één of twee meest voorkomende fouten en legt uit wat er mis mee is.
IN DE KLAS
Waslijn van de tijd en het fossielenarchief Teaching the Big Ideas of Biologie in an Earth/Environment Context heette een workshop bij de ASE met geweldige ideeën over hoe je bepaalde onderwerpen zou kunnen aanbieden. In een vorig nummer van NVOX (6) stonden een paar voorbeelden van activiteiten rond dit thema. In deze aflevering nog drie voorbeelden rond het thema fossielen. De opdrachten duren meestal ongeveer 20 minuten, zijn geschikt voor het begin van de bovenbouw en het eind van de onderbouw. ■
Marijke Domis / eindredacteur biologie
Waslijn van de tijd Dit is een praktische opdracht waarbij plaatjes die een belangrijke gebeurtenis in de evolutie weergeven, worden gesorteerd en aan een waslijn opgehangen. Doel. Leerlingen krijgen een besef van het feit dat fossielen een bewijs vormen voor evolutie en op welke enorme tijdschaal evolutie zich afspeelt. Context. Het fossiele bewijs geeft aan wanneer verschillende groepen organismen voor het eerst verschenen. Algemene misconcepten. De enorm grote geologische tijdschaal is een moeilijk begrip voor velen. Vaak is het niet bekend dat zoogdieren en dinosaurussen gedurende vele miljoenen jaren samen op aarde voorkwamen. Wat heb je nodig. Plaatjes van dieren en planten, die een belangrijke gebeurtenis in de geschiedenis van het leven voorstellen (geschikte plaatjes zijn te vinden op het internet; even googlen). • Eerste dieren met harde delen (bijvoorbeeld een trilobiet). • Eerste planten en dieren op het land (bijvoorbeeld vroege landplanten en arthropoden van Rhynie Chert; een belangrijke vindplaats van fossielen in Schotland). • Eerste amfibieën (bijvoorbeeld Ichthyostega). • Eerste zaadplanten (bijvoorbeeld Archaeopteris). • Eerste reptielen (bijvoorbeeld Hylonomus). • Eerste dinosaurussen (bijvoorbeeld Thecodontosaurus). • Eerste zoogdieren (bijvoorbeeld Morganucodon). • Eerste vogels (bijvoorbeeld Archaeopteryx).
• Eerste bloeiende planten (bijvoorbeeld Archaefructus). • Eerste grassen. • Eerste mensachtigen (bijvoorbeeld Homo). Verder een waslijn, een meetlint, knijpers of klemmetjes om de plaatjes aan de waslijn te bevestigen en iets om de waslijn aan te bevestigen. Elke leerling krijgt een vel met de tijdlijn waarop hij of zij de antwoorden kan aangeven. De leerlingopdracht en aanwijzingen voor toa’s zijn te vinden op de website www.nvon.nl/oud/nvox , als supplement bij de inhoudsopgave met internetadres-
sen van dit nummer. Vertel de leerlingen dat de waslijn de laatste 600 miljoen jaar van de geschiedenis van de aarde voorstelt. Vraag hun dan om de plaatjes op te hangen aan de waslijn op de plek waar ze denken dat hij thuishoort. Ze schrijven hun antwoorden op het vel met de tijdlijn. De tabel hieronder geeft de tijden en afstanden voor een waslijn van 3 meter. Het eind van de waslijn geeft het heden aan; 0,5 cm stelt 1 miljoen jaar voor. Laat hen eerst zelf uitzoeken waar de plaatjes ongeveer moeten hangen.
De waslijn van de tijd.
oktober 2007
NVOX
357
Fotosynthese en de absorptiekromme Lezen en maken van diagrammen is voor leerlingen niet altijd even eenvoudig. Bij het CSE moeten de leerlingen nogal eens een diagram tekenen op basis van verstrekte gegevens. Wat laten ze daar vaak punten liggen! In dit artikel gaat het om een practicum waarbij de absorptiekromme niet uit de resultaten viel af te leiden. Vandaar een oproep om hulp. ■
366
Maarten Foeken / Hendrik Pierson College, Zetten
Diagrammen Leerlingen zien en maken ze in alle soorten en maten, zoals cirkeldiagrammen, staafdiagrammen en lijndiagrammen, zonder zich altijd af te vragen of de gekozen vorm wel past bij de verstrekte of zelf verkregen gegevens. De lastigste lijkt wel het staafdiagram. Daarbij moet er eerst een indeling in klassen gemaakt worden met een variatie per klasse, zoals lichaamslengte of leeftijdsklasse van 0 tot 2 jaar, vanaf 2 tot 4 jaar enzovoorts. Ook het lijndiagram van dezelfde gegevens verschilt per leerling. De ene verbindt alle punten rechtstreeks met elkaar, een ander maakt er een mooi golflijntje van en een derde doet helemaal niets. Verwarring ontstaat vooral, omdat lang niet altijd de tijd op de X-as moet worden gezet, maar vaak ook het zoutgehalte of de lichtintensiteit of de golflengte. In het eerste geval is er sprake van een proces, in de andere gevallen wordt het effect van een variabele factor onderzocht. Dat je in het eerste geval zou kunnen volstaan met een enkel proefje en in de andere gevallen met een veelvoud daarvan is lang niet altijd vanzelfsprekend voor de leerling.
Het proefje met de bacteriën.
De toelichting bij het proefje ontbreekt vaak, zeker hoe je zo’n proefje zou kunnen uitvoeren. Hoe is vast te stellen, dat de bacteriën nu net daar aanwezig zijn, waar de meeste zuurstof wordt geproduceerd? Dat moet je dan maar aannemen.
Absorptiekromme van bladgroen In elk biologieboek van de bovenbouw kom je wel de absorptiekromme van bladgroen tegen. Soms is deze voorzien van een afbeelding van een proefje, waarbij bacteriën zich vooral ophopen bij dat deel van (bijvoorbeeld) een draadalg dat de meeste zuurstof produceert als gevolg van een betere golflengte van het licht.
Absorptiekromme van bladgroen.
NVOX
oktober 2007
Het kost al enige moeite om het diagram te verduidelijken, vooral als het gaat om concrete metingen. Hoe kun je de absorptie meten? Vast wel met een absorptiemetertje, maar hebben we die wel in huis? Daarna was het plan geboren om een
Muziek in de les Hoe muziek kan helpen om lesstof beter te onthouden, ook in lessen natuurwetenschappen. ■
Caroline Molyneux / Balshaw’s Church of England High School, Verenigd Koninkrijk Het viel me op dat als ik deze zinnen gewoon voorlas, dit weinig effect had op het gedrag van de leerlingen. Maar toen ik de gedachte van de dag presenteerde samen met muziek van de dag, begonnen ze ineens een stuk beter op te letten. Zowel de gedachte van de dag als de muziek kregen ineens de volle aandacht. Ze wilden precies weten welke muziek het was, wie het zong of geschreven had, en wat de gedachte achter de gedachte van de dag was.
380
Van muziek is bekend dat het onze gevoelens kan beïnvloeden en nieuwe energie kan geven1. Het kan herinneringen oproepen, hersenactiviteit stimuleren en de geest prikkelen. In de consumentenmaatschappij van vandaag de dag kan een stukje klassieke muziek ons laten denken aan een bepaald type auto. Een populair liedje rakelt de geur van een beroemd parfum op. Waarom zou deze onderbewuste eigenschap van muziek niet werken om het leerproces te bevorderen? In een multimediamaatschappij is elk middel dat leerlingen bij de les houdt van onschatbare waarde2. Als pilot voor een project heb ik geëxperimenteerd met het gebruik van muziek bij een testklas aan het begin van de dag. Ik gebruikte ‘feel-good’ muziek, die ik ‘muziek van de dag’ noemde. Ik schreef de naam van het stuk en de componist op het schoolbord, met een ‘gedachte van de dag’. Dit waren motiverende zinnetjes of belangrijke opmerkingen die ik van de school kreeg om elke ochtend aan alle testgroepen te vertellen. Een paar voorbeelden: • Waarom is het Engelse woord voor afkorting, abbreviation, toch zo’n lang woord? • Iemand die zich nooit vergist probeert nooit iets nieuws. • Verbeeldingskracht is belangrijker dan kennis. (Albert Einstein)
NVOX
oktober 2007
De respons was fantastisch. Elke dag liepen de studenten enthousiast de klas binnen om te horen welke muziek er speelde. Ze stonden opgewonden bij de deur, al voor ik aankwam, om te horen wat ik deze dag had uitgekozen. Het viel me op dat de studenten de meeste belangstelling hadden voor de muziek die ze wel eens gehoord hadden, maar waarvan ze de naam van het stuk en de componist niet kenden, zoals de Bolero van Ravel, en Ouverture William Tell van Rossini. Ik bedacht themaweken met onderwerpen als Franse muziek of musicals. De leerlingen begonnen zelf ideeën aan te dragen, en ze vroegen niet eens om populaire muziek uit de hitlijsten. Ze raakten er allemaal bij betrokken, de stoere en de verlegen types, jongens, meisjes. Om de beurt mochten ze kiezen, zodat iedereen de kans kreeg om zijn of haar muziek uit te kiezen. Ze maakten er een soort sport van om de interessantste en meest onbekende stukken te vinden.
Heavy metal.
De verzoeken waren onder andere de Dans van de Ridders van Prokofiev’s Romeo & Julia (bij CKV hadden ze dit toneelstuk van Shakespeare besproken) en Matchstalk Men van Brian & Michael, een nummer over een artiest uit Manchester aan het begin van de twintigste eeuw, L.S. Lowry. De leerlingen leerden op deze manier veel over muziek, en vonden het luisteren erg leuk. Ze leerden dat de muziek voor de Harry Potterfilms van John Williams was en ontdekten dat de voetbalveldklassieker Always look on the bright side of life afkomstig was uit de Life of Brian, waarin John Cleese (van Monty Python) het zong terwijl hij aan het kruis hing. Ze herkenden hem uit het stadion, maar hadden geen idee waar hij vandaan kwam. Het ochtendhumeur van mijn testklassen verbeterde aanzienlijk door het muziekproject en na afloop gingen ze opgewekt naar hun volgende les. Andere leerlingen en collega’s kwamen erbij zitten om eens te zien wat er gaande was bij dit muzikale experiment in de vroege ochtend. Het project duurde een heel kwartaal en werd zo populair dat ik het idee ben blijven gebruiken. Als ik nu ’s ochtends de muziek ooit eens vergeet beginnen de leerlingen gelijk te klagen! Vervolgens heb ik een portfolio samengesteld van muziek die binnen het natuurwetenschappelijke (science)kader bruikbaar is. Ik was in die tijd bezig een lessenplan voor het hele jaar voor mijn klassen samen te stellen, en probeerde bij alle onderwerpen die aan bod kwamen passende muziek te vinden en die in de lessen te verwerken. Ik zette de muziek aan als de kinderen de klas in liepen. Ze begonnen dan onmiddellijk met het zoeken van een link tussen de muziek en het onderwerp dat aan