NUMMER 1 - 2016
‘OP WEG MET DE TOP’
RDWIJZER - NUMMER 1 - 2016
1
Op de cover
En verder
EU ervaart zelfrijdende auto
De afdeling Ontheffing helpt Defensie veilig op weg
TIEN AUTOFABRIKANTEN NAMEN EUROPESE MINISTERS VAN TRANSPORT MEE VOOR EEN RITJE IN HUN NIEUWSTE MODELLEN EN PROTOTYPEN ZELFRIJDENDE AUTO’S. OP UITNODIGING VAN MINISTER SCHULTZ VAN HAEGEN KWAMEN DE MINISTERS OP 14 APRIL 2016 NAAR AMSTERDAM. DEZE RIT, OOK WEL ‘THE EXPERIENCE’ GENOEMD, IS ONDERDEEL VAN EEN INFORMELE TRANSPORTRAAD OVER DE TOEKOMST VAN MOBILITEIT IN EUROPA. WAT IS DAN BETER DAN ZELF EEN ZELFRIJDENDE AUTO TE ERVAREN? Voorwoord
IN EEN NIEUWE ROL Speed pedelecs – elektrische fietsen die 45 km/u kunnen – zien we steeds vaker op de weg. Als RDW kunnen we de groei goed monitoren, aangezien we de fietsen registreren. Vanaf 1 januari 2017 worden ze beschouwd als brommers, vanwege hun hoge snelheid. Hoe zit het dan met de verplichte helm en de plaats op de rijbaan? Meer over deze dilemma’s leest u op pagina 16. Een andere interessante verandering zijn zelfrijdende voertuigen. Dit voorjaar nodigde minister Schultz van Haegen EU-transportministers uit om te praten over zaken als regelgeving en toelatingseisen voor deze voertuigen, zoals u hiernaast kunt lezen in het coververhaal. Ook de dienstverlening van de overheid verandert, onder meer door digitalisering en individualisering. Burgers willen steeds meer zaken
The Experience is, naast de Truck Platooning Challenge, een van de initiatieven die Nederland dit jaar als voorzitter van de Raad van de Europese Unie organiseert. Het doel is om de ministers op te roepen tot Europese regelgeving rondom zelfrijdende auto’s. “We hadden een speciale route van twaalf kilometer uitgezet, van het Scheepvaartmuseum naar het Eye Filmmuseum in Amsterdam. Echt een geweldig plaatje om al die auto’s bij elkaar te zien,” vertelt Arjan van Vliet, senior adviseur Strategie en Externe Ontwikkelingen bij de RDW. BESTUURDER NOG ZELF AANSPRAKELIJK Is Europa klaar voor de zelfrijdende auto? Dat was centrale vraag. Van Vliet: “Qua techniek zijn de autofabrikanten klaar voor de demonstratie. Voor dit evenement heeft de RDW de voertuigen van zeven deelnemers beoordeeld, en drie deelnemers rijden met auto’s die al in de showroom te koop zijn. Toch zijn er nog veel uitdagingen. Hoe zullen bestuurders omgaan met al deze nieuwe rijhulpsystemen? Kunnen ze hun aandacht bij de weg houden, omdat zoveel taken worden overgenomen door het systeem? En kan de bestuurder dan weer op tijd de controle overnemen als de situatie daarom vraagt? Hier wordt nog veel onderzoek naar gedaan want de volledig zelfrijdende auto is er voorlopig nog niet. Maar goed: we zijn nu toch weer een ervaring rijker en daarmee een stapje dichter bij de zelfrijdende auto op de openbare weg.”
Nieuwe rol voor Truck Platooning Challenge Van Santen Pagina 6 – Directeur Bedrijfsvoering Hans van Santen over de positie van de RDW als overheidsdienst, samenwerking met partners, digitalisering en andere ontwikkelingen. Na 1 juli 2016 krijgt hij – na ruim twintig jaar als directielid – een nieuwe rol binnen de RDW.
Pagina 10 – Met de European Truck Platooning Challenge 2016 liet Nederland zien dat ‘platooning’ grensoverschrijdend mogelijk is. Op 6 april kwamen kolonnes vrachtwagens, elektronisch gekoppeld, vanuit Zweden, Duitsland en België aan in Rotterdam. Een kijkje in de toekomst: een nieuwe vorm van mobiliteit en logistiek.
4
Feiten & Cijfers over voertuigcriminaliteit
13
De visie van de Federatie Historische Automobiel- en Motorfietsclubs (FEHAC)
14
Klaar voor tolheffing in Nederland?
18
De vijf meest gestelde vragen aan de RDW
23
De IND en de RDW: samen strijden tegen identiteitsfraude
24
Onze expert in Brussel over Real Driving Emission (RDE)
26
Toelating zelfrijdende auto’s: hoe gaan we dat doen?
28
‘WE BESTEDEN MEER AANDACHT AAN DE MENS ACHTER DE BOETE’
AUTOFABRIKANTEN EN TYPE VOERTUIGEN De tien automerken die hun nieuwste modellen presenteerden zijn: Volvo, PSA (Citroën en Peugeot), Mercedes, BMW, Tesla, Audi, Renault, DAVI, Vedecom en Land Rover Jaguar.
online regelen, zoals een rijbewijs verlengen. Binnen een paar jaar is dat heel gewoon, als het aan ons ligt. Wel is investeren in online veiligheid belangrijk. We kennen allemaal de verhalen van hackers en mogelijke fraude met persoonsgegevens. Daarom zijn we bezig met een veiliger opvolger van DigiD. Op dit soort ontwikkelingen gaat Hans van Santen zich steeds meer richten als hij na 1 juli 2016 terugtreedt als directeur Bedrijfsvoering en een andere rol krijgt binnen de RDW. Vanaf pagina 6 leest u meer over zijn visie op de veranderende rol van de overheid en zijn ideeën voor de toekomst. Want al neemt hij afscheid als directielid, zijn ruime kennis en ervaring blijft hij gelukkig inzetten voor de RDW. Ab van Ravestein Directeur RDW
2
RDWIJZER - NUMMER 1 - 2016
Is dit een fiets of brommer?
Registratie & Informatie
Pagina 16 – Maar liefst 45 km/h kun je op een speed pedelec, een elektronische ‘fiets’. Dat roept vragen op over de voertuigcategorie en de plek op de weg. Sacha Boedijn, secretaris afdeling Fietsen van RAI Vereniging en Anton van der Heijden, relatiemanager RDW, geven hun visie.
Pagina 20 – Door het programma ‘Maatschappelijk verantwoord handhaven’ verandert de focus de afdeling Registratie & Informatie, van de unit Handhaving. “Ons werk verschuift van alleen boetes opleggen naar luisteren en meedenken,” vertelt unitmanager Rudi Welling.
Colofon RDWijzer is een uitgave van de RDW, bestemd voor de voertuigbranche. Hoofdredactie Erwin Hazenack Redactieadres RDW, afdeling Communicatie, Postbus 777, 2700 AT Zoetermeer Bladformule, redactie en vormgeving KRIS KRAS context, content and design Fotografie / illustratie Freek van Arkel, Martijn Beekman/ANP, Marcel Bonte, Joost van den Broek / Hollandse Hoogte, Pepijn van den Broeke, David van Dam/Hollandse Hoogte, Roger Dohmen / Hollandse Hoogte, Erik Kottier, Tom Mesic, Edith Paol, Bert Spiertz / Hollandse Hoogte, Henk Stolker, Koen van Weel / ANP RDWIJZER - NUMMER 1 - 2016
3
LAAG EN HOOG DE KORTSTE, VEILIGSTE ROUTE VOOR DEFENSIE
DIGITALE KAART MET ALLE HOOGTEGEGEVENS Bruggen en viaducten zijn doorgaans te laag voor voertuigen hoger dan vier meter. Daarom klopt Defensie aan bij de afdeling Ontheffingen voor veilige routes voor hun hoogtetransporten. Ruim 600 routes zijn al afgegeven, gebaseerd op de gedetailleerde, digitale kaart van de RDW. Ontheffingen stippelt altijd een zo kort mogelijke route uit, zodat Defensie kosten bespaart. 4
RDWIJZER - NUMMER 1 - 2016
5
Hans van Santen geeft per 1 juli 2016 het stokje van directeur Bedrijfsvoering door. Wel blijft hij bij de RDW werkzaam als adviseur. In 22 jaar heeft hij van de RDW een gezonde, goed presterende en zelfstandige organisatie gemaakt. De basis is op orde en daarmee is er ruimte om de publieke dienstverlening steeds weer te verbeteren. Maar dat lukt alleen dankzij een hechte samenwerking met burgers, bedrijven, stakeholders en overheden. Hoe is de RDW veranderd en wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen?
HANS VAN SANTEN GEEFT STOKJE OVER
RUIMTE VOOR NIEUWE IDEEËN D
e basis op orde hebben, dat blijft een veelgehoorde kreet van Hans van Santen binnen de RDW. “We denken vanuit continuïteit. Alleen als de bestaande diensten goed werken, kun je vernieuwen. Dit heeft ook te maken met onze rol als overheidsdienst. We hebben een monopoliepositie in de markt. En daarmee een sterk besef van het feit dat klanten, of ik noem het liever burgers, afhankelijk zijn van onze dienstverlening. Ze kunnen niet kiezen voor een concurrent, want die is er niet. Dat geeft ons een extra plicht te zorgen voor een goede prijs-kwaliteitverhouding. En ons in te leven in waar de mensen behoefte aan hebben. We kijken van buiten naar binnen. Zo voeren we verbeteringen door gericht op wat de burger en het bedrijfsleven willen.”
bestrijden. Op 1 januari 2016 stonden 163.000 auto's met een onlogische tellerstand geregistreerd en tellerfraude kost nog altijd veel geld. Het is dus echt belangrijk dat dit probleem aandacht krijgt en wordt aangepakt. Een ander interessant project was Modernisering Tenaamstellen Voertuigen (MTV). Daarbij hebben we, samen met partners als RAI en BOVAG, een nieuwe kentekencard ingevoerd. Dankzij een chip is namaken nog moeilijker. De procedures zijn zo ingericht dat garagehouders en particulieren nu zelf online de tenaamstelling kunnen regelen.”
Digitalisering Wat wil de klant dan? “Nou, tegenwoordig gaat het voornamelijk om gemak en tijdswinst. Daarom staat digitalisering bij ons hoog op de agenda. Tegenwoordig kan veel via de eigen computer: gegevens raadplegen en wijzigen, documenten aanvragen, keuringsafspraken maken. Zowel burgers als bedrijven maken daar steeds meer gebruik van. Ook hebben we tegenwoordig een digitaal register met correcte tellerstanden. De eigenaar van een voertuig kan online een tellerrapport aanvragen met informatie over de juistheid van de tellerstand. We willen zo fraude met kilometerstanden
6
‘WE MOETEN ONS BESEFFEN DAT MENSEN AFHANKELIJK ZIJN VAN ONZE DIENSTVERLENING’ RDWIJZER - NUMMER 1 - 2016
7
Naam Hans van Santen Functie Directeur Bedrijfsvoering Bij de RDW Sinds 1994
DigiD versterken De RDW wil ook voor burgers het digitaal zakendoen met de RDW makkelijker maken. Binnen het online tenaamstellen loopt er een proef, waarbij de RDW een nieuwe methode test door identiteitsbewijzen met een chip digitaal uit te lezen. Daarmee werkt de RDW nu aan het veiliger maken van DigiD. Als de chip ook via een smartphone herkend kan worden, dan wordt het nog makkelijker en veiliger. Ruim tien miljoen mensen gebruiken DigiD nu via een gebruikersnaam en wachtwoord. “Toch heeft het een relatief laag niveau van beveiliging. Wij willen dit graag verbeteren. Door de digitalisering zijn mensen online best kwetsbaar geworden. Onze digitale identiteit en data staan opgeslagen, daar moeten we zorgvuldig mee omgaan. De papieren rijbewijzen en kentekenbewijzen vervangen door cards was een eerste stap om identiteitsfraude te bestrijden. Door DigiD op te trekken gaan we nog een stapje verder. Als RDW geven we rijbewijzen uit, al jaren een van de meest gebruikte identiteitsmiddelen.
8
Werken aan een goede relatie
Daarom is het logisch dat we ook inspringen op deze ontwikkeling. En als hulpmiddel bij toekomstige RDW-dienstverleningen als digitaal tenaamstellen.”
Naast het contact met collega’s stopt Van Santen veel tijd en energie in de samenwerking met partners. “We hebben elkaar nodig. Neem bijvoorbeeld onze relatie met het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM). Wij informeren ze tijdig over de ontwikkelingen die er spelen. Zo zijn ze altijd op de hoogte. Andersom is de RDW op die manier betrokken bij het beleid. Toen we in 1996 een zelfstandig bestuursorgaan (ZBO) werden, wilden we op eigen benen staan en dingen op onze eigen manier doen. Maar al snel kwam het besef dat je dit juist bereikt door samen te werken. Inmiddels zijn we daar goed in geslaagd. Bij grote projecten betrekken we onze stakeholders in een vroeg stadium. Branche- en vervoersorganisaties denken mee over de invoering van regelgeving of de verbetering van onze dienstverlening. Daardoor hebben we veel vernieuwingen met maatschappelijk grote impact succesvol en geruisloos kunnen introduceren. We werken veel samen met branchepartijen, met overheden, ook internationaal. Tijdens het Nuclear Security Summit bijvoorbeeld, verzorgden we de speciale kentekens voor de voertuigen van de delegaties. Een ander voorbeeld is EUCARIS. Dit systeem verbindt de kenteken- en rijbewijsregisters van Europese landen. Wij hebben het systeem opgezet om de uitwisseling van gegevens makkelijker te maken. Hiermee bestrijden we diefstal, en hebben we gelijk een belangrijke inbreng in nieuwe Europese wetgeving.”
Mens is geen nummer
Publiek geld
Naast de digitalisering wordt ook de menselijke maat steeds belangrijker binnen de RDW. “Mensen zijn geen nummers. De regelgeving is gericht op 80 tot 90 procent van de samenleving. We willen ook ruimte maken voor de gevallen die niet binnen de regelgeving passen. Gelukkig is daar tegenwoordig meer oog voor en kunnen we bijvoorbeeld bij Handhaving ook naar individuele gevallen kijken. Maatschappelijk verantwoord handhaven noemen we dit. Ik vind het mooi dat we hier aandacht aan kunnen besteden. Eerlijk is eerlijk, we hebben op dit gebied nog een weg te gaan. Maar het begin is er.”
Als directeur Bedrijfsvoering was Van Santen verantwoordelijk voor de financiën, een belangrijke factor. “Op publiek geld moet je zuinig zijn, daar ben ik altijd van doordrongen geweest. We kunnen kosten beheersen door onze processen zo efficiënt mogelijk in te richten. En dat is goed gelukt. In de afgelopen twintig jaar zijn de tarieven van de RDW slechts 7,9 procent gestegen. Als je dan nog rekening houdt met de inflatie, kun je zelfs zeggen dat onze tarieven met 39 procent gedaald zijn.”
Grootste uitdaging Om op eigen benen te kunnen staan, moet je juist goed samenwerken. Daar kwamen we al snel na de verzelfstandiging achter, en daar zijn we inmiddels goed in geslaagd.
‘EERST DE BASIS OP ORDE, DAN PAS VERNIEUWEN’
bij de RDW’ers te zien, en wilde die mensen daarvoor persoonlijk bedanken. Dat is geen strategie, maar gewoon iets wat in mij zit. Dankzij de vele bezoeken heb ik goed persoonlijk contact met collega’s. Of ik nu in Veendam, Groningen of op een keuringsstation kom, er wacht altijd een warm welkom. Daar ben ik trots op.”
Persoonlijk contact Meer dan een miljoen kilometer heeft Van Santen gereden in de functie van directeur Bedrijfsvoering. Hij vindt het belangrijk om als organisatie dicht bij elkaar te staan, ook al zijn de RDW-locaties over het hele land verspreid. Onlangs was hij bijvoorbeeld nog ‘even’ in Veendam om op taart te trakteren. Na een ICT-storing hadden medewerkers daar het hele weekend vrijwillig doorgewerkt, zodat de gevolgen voor het bedrijfsleven zo beperkt mogelijk konden worden gehouden. “Iedereen doet dat gewoon even, je hoeft het niet eens te vragen. Ik vind het geweldig om zoveel betrokkenheid
Nieuwe mogelijkheden Van Santen treedt terug als directeur Bedrijfsvoering, maar dat betekent niet dat hij afscheid neemt van de RDW. “Het zal na 22 jaar wel vreemd zijn om een stap terug doen. Maar het is voor mij tijd om iets rustiger aan te doen. En ik vind het ook belangrijk om ruimte te maken voor nieuwe ideeën. We zijn volop in ontwikkeling. Ik blijf bij de RDW en voor de publieke zaak betrokken als adviseur, zodat mijn kennis en ervaring niet verloren gaan. Het biedt mij ook de mogelijkheid om vanuit een andere positie van nut te zijn. Ik heb straks bijvoorbeeld tijd om me meer te verdiepen in het project rondom digitale identiteit. Nog genoeg te doen dus!”
HANS, BEDANKT “Hans kan met voldoening terugkijken op de afgelopen 22 jaar. Vanaf het begin – toen de RDW er nog niet goed voorstond – heeft hij zich voor meer dan honderd procent ingezet. Een sterk punt is dat hij zich als bestuurder ook altijd heeft beziggehouden met de dagelijkse, routinematige zaken. Zoals hij zelf ook zegt: zorgen dat de basis op orde is. Maar ook bij nieuwe plannen, bijvoorbeeld op ICT-gebied, duikt hij er helemaal in om het zélf goed te snappen. Dat helpt om de juiste keuzes te maken. Hij heeft oog voor alle details, en misschien nog wel belangrijker: oog voor mensen. Met iedereen heeft hij goed contact, van manager tot steekproefcontroleur en programmeur. Mensen vertellen aan hem altijd het eerlijke verhaal. Zelf had ik veel contacten buiten de RDW en zijn focus was meer intern gericht. We vulden elkaar goed aan. Daarnaast hebben we samen veel vernieuwingen doorgevoerd, maar altijd weloverwogen. Nooit veranderen om het veranderen. Hans is altijd zuinig geweest op financieel gebied, passend bij een organisatie die werkt met publiek geld. Een bestuurder met een breed spectrum.” Johan Hakkenberg, voormalig algemeen directeur van de RDW
“De RDW is een voorbeeld van een zeer geolied overheidsorgaan, waar veel anderen nog een voorbeeld aan kunnen nemen. Niet voor niets kijken overheidsorganisaties regelmatig naar hoe de RDW projecten aanpakt. Hans stimuleert dat. Open en transparant, typisch Hans. Iedereen mag gerust een kijkje in ‘zijn’ keuken komen nemen. Andersom doet hij dat ook graag. Zo herinner ik me nog goed hoe we jaren geleden samen garagebedrijven door het hele land bezochten. De RDW heeft soms een imago om streng te zijn, maar ik vind het goed dat voor iedereen dezelfde meetlat geldt. Hans luistert in ieder geval goed naar wat er in het veld leeft en wil daar oplossingen voor verzinnen. Zo hebben we er samen voor gezorgd dat bedrijven zelf kunnen tenaamstellen. Samenwerking vindt hij belangrijk. Door elkaar al in een vroeg stadium te betrekken bij ontwikkelingen, sta je sterker. Ik vind dat Hans trots mag zijn op wat hij allemaal heeft neergezet. En op de mooie plannen die er nog op de plank liggen. Een organisatie als de RDW is natuurlijk nooit klaar met vernieuwen.” Koos Burgman, directeur externe betrekkingen bij de BOVAG
“Communicatief, open en navolgbaar in zijn handelen. Je weet wat je aan hem hebt. Dat typeert Hans wat mij betreft. Ik ken hem al van de periode voordat hij bij de RDW begon en heb altijd met veel plezier met hem samengewerkt. Vrij uniek is dat hij duidelijk de tweede man is van de RDW, maar óók een duidelijk eigen profiel heeft. Hij staat bekend om zijn professionaliteit en vakmanschap, bijvoorbeeld op het gebied van ICT en bedrijfsvoering. Andere eigenschappen waar een organisatie als de RDW veel aan heeft, is dat hij heel nauwgezet is in de bedrijfsvoering – geen detail ontgaat hem – en tegelijkertijd staat hij echt open voor vernieuwing. Hij volgt alle ICT-ontwikkelingen op de voet, weet wat er speelt en vertaalt dat naar mogelijkheden voor de RDW. Wat betreft digitalisering, data-analyse en informatiemanagement staat de RDW er dan ook goed voor. Deze kennis wordt niet alleen binnen de eigen organisatie gedeeld, maar ook met andere partijen. Het is mooi dat Hans daar in zijn nieuwe rol mee doorgaat.” Siebe Riedstra, secretaris-generaal van het ministerie van Veiligheid en Justitie
RDWIJZER - NUMMER 1 - 2016
9
Truck platooning heeft de toekomst
Over de grenzen heen VRACHTWAGENS DIE ELEKTRONISCH AAN ELKAAR GEKOPPELD ZIJN. MET DE ‘EUROPEAN TRUCK PLATOONING CHALLENGE 2016’ HEEFT NEDERLAND LATEN ZIEN DAT ‘PLATOONING’ OOK GRENSOVERSCHRIJDEND MOGELIJK IS. OP 6 APRIL 2016 KWAMEN VERSCHILLENDE KOLONNES VANUIT ZWEDEN, DUITSLAND EN BELGIË MET EEN FEESTELIJK ONTHAAL AAN IN DE ROTTERDAMSE HAVEN.
T
ruck platooning kan transport veiliger en goedkoper maken, vertelt Arjan van Vliet, senior adviseur Corporate Strategy bij de RDW. "Daarnaast levert het brandstofbesparing en betere doorstroom op.” Van Vliet is nauw betrokken bij de ontwikkeling van truck platooning in Europa. Hij gelooft dat we er klaar voor zijn. “We hebben met deze Challenge aan fabrikanten het startsein gegeven om truck platooning grensoverschrijdend in te gaan zetten. Daarnaast zijn de eisen van de nu deelnemende landen duidelijk geworden. Ons uiteindelijke doel is om truck platooning in de toekomst binnen heel Europa mogelijk te maken. Tijdens de aankomst heeft iedere truckchauffeur daarom symbolisch een ster op de Europese vlag gelegd.”
Wat houdt de Challenge in? De Truck Platooning Challenge is een van de initiatieven die Nederland dit jaar als voorzitter van de Raad van de Europese Unie organiseert. De fabrikanten DAF, Daimler, IVECO, MAN, Scania en Volvo rijden in kolonnes van drie trucks achter elkaar over openbare wegen in Europa. Dit is de eerste keer dat truck platooning op zo’n grote schaal plaatsvindt. De vrachtwagens zijn gekoppeld door diverse systemen zoals WIFI, radar, DSRC en camera’s. Remmen en versnellen gaat vanzelf. Wel zit er in ieder voertuig een chauffeur, die voor de veiligheid zijn handen aan het stuur moet houden.
Wat was de rol van de RDW? Van Vliet: “Wij gaan vooral over de toelating, Rijkswaterstaat is de ‘trekker’ van het project. De technologie voor truck
10
platooning is sterk in ontwikkeling, maar de wetgeving binnen Europa is nog lang niet klaar. De minimale volgafstand verschilt bijvoorbeeld sterk per land, en ook per fabrikant. Dat kan 5 meter zijn, maar ook 20 meter. Ik heb alle deelnemende fabrikanten bezocht om deze technische eisen te verkennen. Collega’s van de afdeling Voertuigtechniek hebben de systemen uiteindelijk beoordeeld. En ook contact met de verschillende landen over de toelating. In Scandinavië was er een beperkte toetsing op papier, terwijl Duitsland en Nederland veel controles van de voertuigen wilden. Dat kostte veel tijd, maar het was de investering waard.”
En nu? De aankomst van de trucks in Rotterdam was een groot succes, waarmee de ontwikkeling van truck platooning nu hoger op de agenda staat. Op het evenement kwamen 250 geïnteresseerden van over de hele wereld af. Ook zijn er verschillende verladers, zoals Ahold, Unilever en Jumbo, geïnteresseerd in de voordelen van truck platooning. Voor hen zouden de truckfabrikanten in Nederland op korte termijn aan de slag kunnen. “Maar voorlopig blijft het nog wettelijk verplicht om een chauffeur in het voertuig te hebben die zijn handen aan het stuur houdt,” aldus van Vliet. “Voor compleet zelfrijdende voertuigen zijn er nog te veel vragen. Het bleek bijvoorbeeld nog best lastig om in de verkeersstroom mee te komen. Ook moet gedacht worden aan andere weggebruikers. Hoe reageren die bij op- en afritten op zo’n lange kolonne? En raken de chauffeurs niet snel verveeld? Dat hopen we snel te ontdekken.”
Verschillende leden vanuit de Europese Commissie waren aanwezig bij de binnenkomst in de Rotterdamse haven. Minister Melanie Schultz van Haegen: “Deze Challenge is de eerste stap richting een nieuwe vorm van mobiliteit en logistiek voor de volgende generatie.”
Het eerste doel is bereikt: de verladers Ahold, Jumbo en Unilever hebben toegezegd dat ze truck platooning in willen gaan zetten binnen Nederland. Ze zijn geïnteresseerd in het voorbeeld van laag brandstofverbruik en betere doorstroming.
RDWIJZER - NUMMER 1 - 2016
11
FEITEN & CIJFERS Voertuigcriminaliteit Welke merken en modellen zijn het meest gestolen in 2015? Wat zijn de verschillen ten opzichte van 2014? De cijfers over diefstal en de belangrijkste trends op een rij.
TOP 3 DIEFSTAL PERSONEN-AUTO’S
10.091 personenauto’s (-5,8%)
CIRCA
30.000
VOERTUIGEN GESTOLEN IN 2015
Routes Truck platooning
14.504 brom- en snorfietsen (-1,3%) 1.767 bedrijfswagens, licht (-20,5%)
Gothenburg
Alle fabrikanten reden een andere route, vanaf verschillende locaties in Europa naar de Rotterdamse haven. Scania had de langste route, meer dan twee duizend kilometer en over vier grenzen. Scania > van Södertalje (ten zuiden van Stockholm) naar Rotterdam Volvo > Gothenburg naar Rotterdam Daimler > Stuttgart naar Rotterdam MAN > München naar Rotterdam IVECO > Brussel naar Rotterdam DAF > Westerlo (België) naar Rotterdam
Grootste stijger
Aantal: 1.510 (-6,2%) Risico: 1 op 222
1.845 motoren (+5,2%)
Södertalje
VW Golf
110 bedrijfswagens, zwaar (-30,8%) 901 aanhangers en opleggers (-21%)
Audi A5
Aantal: 142 (+89%) Risico: 1 op 83
VW Polo Aantal: 935 (+8,6%) Risico: 1 op 261
BMW 3 serie Aantal 406 (-16,2%) Risico: 1 op 332
Grootste daler
Mercedes C Aantal: 112 (-47%) Risico: 1 op 616
Rotterdam
MEEST GESTOLEN MERKEN EN DIEFSTALRISICO
Westerlo Brussel
Stuttgart
München
aantal
risico
Volkswagen
3.028 (-0,6%)
1 op 307
BMW
845 (-21,4%)
1 op 349
Audi
797 (+8,4%)
1 op 307
TRENDS
DALING DIEFSTAL: Auto’s jonger dan drie jaar: beveiliging van de nieuwe modellen werkt. Oldtimers (ouder dan twintig jaar): belastingmaatregelen maken ze minder interessant.
PROFESSIONALISERING GAAT DOOR: Autodiefstal voor omkatten of gebruik van onderdelen.
STIJGING DIEFSTAL EN TIPS OM DIT TE VOORKOMEN: Motorfietsen (+5,0%): monteer een track-and-trace-systeem. Auto’s tussen vier en zes jaar (+28%): monteer een alarmsysteem.
Deze diefstalcijfers zijn uitgebracht door de stichting Aanpak Voertuigcriminaliteit (AVc) en samengesteld door de RDW. AVc is een samenwerking tussen de politie, RDW, Justitie, Openbaar Ministerie, Verbond van Verzekeraars, TLN, BOVAG, ARN, ANWB en RAI Vereniging.
12
RDWIJZER - NUMMER 1 - 2016
13
BLIK VAN BUITEN
KLASSIEKER HOORT NIET IN DE SCHUUR Een klassieker hoort op de weg. Dat geluid, die vormgeving, die historie. Veel harten gaan er sneller van kloppen, zeker dat van Bert Pronk, bestuurslid Public Affairs van de FEHAC. Deze overkoepelende belangenorganisatie houdt het Nederlandse mobiele historische erfgoed in stand.
D
e Federatie Historische Automobiel- en Motorfietsclubs (FEHAC) vertegenwoordigt de belangen van bijna 70.000 personen die willen dat klassieke voertuigen bewaard blijven. Bert Pronk doet de public affairs van de FEHAC. Pronk: “Als je een klassiek voertuig wilt bewaren, moet je ermee kunnen rijden. Als je het in de schuur zet, gaat de lol van het zelf sleutelen er snel af. En dan gaan de voertuigen snel achteruit. Elk klassiek voertuig vertelt een verhaal over de historie van ons land. Honderd jaar geleden kwamen mensen maximaal twintig kilometer buiten hun woonplaats. Door de komst van auto’s, brommers motoren – het individuele vervoer – is deze actieradius enorm toegenomen. Om onze lievelingsvoertuigen op de weg te houden, willen we samen met andere partijen als de RDW goede oplossingen vinden voor een veilige situatie. Het moderne verkeer is tenslotte heel anders dan veertig jaar geleden.”
Geweerd uit de binnenstad
‘WIE ERFGOED BEZIT, HEEFT DE PLICHT HET TE TONEN’
14
Een rit met een klassieker heeft vaak een duidelijke functie, vertelt Pronk. “Bezitters maken bijvoorbeeld ritjes met bezoekers van een braderie, of nemen bejaarde mensen een dagje mee uit of geven een bruidspaar een onvergetelijke dag.” Bij een deel van de Nederlanders heeft de oldtimerbezitter een negatief imago. “In het verleden zijn wij steeds ‘geframed’ als belastingontduikers die in vervuilende voertuigen rijden. Het is lastig om van dat imago af te komen. In 2014 liet een groot Europees onderzoek zien: klassieke auto’s rijden per jaar gemiddeld 1.200 tot 1.400 kilometer. Moderne auto’s rijden jaarlijks gemiddeld 18.000 kilometer. Dus per saldo zijn zij ondanks hun schonere techniek
Naam Bert Pronk Functie Bestuurslid Public Affairs bij FEHAC Tip voor de RDW “Beste vrienden van de RDW, blijf alsjeblieft zo open en benaderbaar als jullie nu ook al zijn. En blijf zo meedenken met jullie partners. Ik vond het groots dat jullie ons vroegen: ‘hoe kunnen we ons product de oldtimerkeuring verbeteren?’ Wij realiseren ons dat de RDW taken moet uitvoeren, ook taken die voor ons soms nadelig uitpakken. Maar het is zo sterk van de RDW dat ze het ons altijd kunnen uitleggen. En dat wij weer met die argumenten bij onze achterban terug kunnen komen.”
vervuilender.” De laatste jaren weren steeds meer steden oude dieselauto’s en klassieke auto’s uit de binnenstad. Pronk is hier kritisch over. “Wij zouden graag zien dat gemeenten een serieuze afweging maken van wat een milieuzone kost – in Utrecht rond de 50 miljoen – en of het wel iets oplevert. Begrijp me goed, wij willen echt niet kris kras door de binnensteden gaan rijden met onze voertuigen. Onze ritjes zijn altijd zorgvuldig gepland, bijvoorbeeld als er een herdenking is. Wij als FEHAC zijn voorstander van democratisch gekozen maatregelen, maar zorg wel dat wij af en toe eens de milieuzone in mogen, zonder per keer een ontheffing te moeten vragen. En dat voertuigen ouder dan dertig jaar een generieke ontheffing krijgen, nu is dat ouder dan veertig jaar. Dertig jaar is in lijn met Europese richtlijnen en met de APK.”
Geen barricadeclub Pronk heeft zich laten verleiden om in discussie te gaan. En dat ligt eigenlijk niet in zijn aard. “Wij zijn geen barricadeclub, wij zoeken de dialoog. Wij voeren graag een gesprek over ieders belangen en hoe we die samen kunnen voegen. Ik vind de RDW daar ook ijzersterk in. Zij luisteren altijd heel goed naar onze argumenten en denken mee. Soms weten ze het antwoord niet direct en gaan het voor ons uitzoeken. Als het antwoord dan ‘nee’ is, geven ze daar zulke heldere argumenten bij dat ik die goed over kan brengen naar mijn achterban. Verder komen we de RDW tegen bij voertuigkeuringen. Sinds de oldtimerkeuring is ingevoerd, horen wij van onze leden dat keurmeesters het niet meer lastig maar juist interessant vinden om een klassieker te keuren. Verder zijn we nu in overleg met het ministerie van IenM en de RDW hoe we het verbod op sloop in eigen beheer kunnen aanpassen. Onze leden zijn ontzettend blij als ze een extra auto hebben waar ze oude onderdelen af kunnen halen. Wij moeten IenM laten zien dat wij geen milieumisdaden plegen en verantwoord met gevaarlijke stoffen omgaan, terwijl ook de verantwoordelijkheid van RDW voor het zuiver houden van de registers moet worden gerespecteerd. In goed gesprek denken we hierover met elkaar mee.”
RDWIJZER - NUMMER 1 - 2016
15
Innovatieve speed pedelecs vragen om nieuwe regels
POEH HEE, WAT GAAT ’IE HARD In Nederland rijden 1,4 miljoen e-bikes rond. Sommige e-fietsers willen nog wel wat harder fietsen. Op een ‘speed pedelec’ kunnen ze 45 km/u. Dat roept vragen op over de voertuigcategorie en plek op de weg.
D
e speed pedelec is een doorontwikkeling van de e-bike. Op dit moment wordt hij gekentekend als een snorfiets, want bij de toelatingskeuring kijkt de RDW nu alleen naar de maximum constructiesnelheid zonder meetrappen. Wanneer die maximum snelheid 25 km/u is, dan wordt het voertuig gekentekend als een snorfiets. “Maar het is volgens Europese wet- en regelgeving een motorvoertuig,” zegt Anton van der Heijden, relatiemanager bij de RDW. “Want deze ‘fiets’ met elektrische trapondersteuning heeft veel meer vermogen én snelheid dan een standaard e-bike.” Waar een e-bike 250 watt vermogen heeft en met trapondersteuning een maximum snelheid van 25 km/u, heeft een speed pedelec tussen de 400 en 600 watt vermogen en ondersteunt hij tot 45 km/u.
16
Hoera, de forens op de fiets Sacha Boedijn vertegenwoordigt de fabrikanten vanuit de afdeling Fietsen van RAI Vereniging. “De speed pedelec heeft veel voordelen voor het forensenverkeer tussen steden. Als meer mensen hun auto inruilen voor dit nieuwe voertuig verbetert de stedelijke bereikbaarheid, vermindert de uitstoot en voelen gebruikers zich gezonder. Wij zien het wél als een fiets, omdat je moet meetrappen. Zonder fysieke inspanning ga je niet vooruit.” De RDW ziet dat anders. “Eerst was het zo dat voor een Europese typegoedkeuring de maximum constructiesnelheid werd gedefinieerd als de maximale autonome snelheid, dat is de maximale snelheid als je er stil op zit. Maar een speed pedelec is nu juist bedoeld om te trappen en heeft geen snelheid als je stil zit. Daarom waren de fabrikanten genoodzaakt om een knopje of gashendel te installeren waarmee ze de autonome snelheid konden instellen op ongeveer 20 km/u. Zodoende werd hij volgens de oude kaderrichtlijn gekentekend als snorfiets. Deze mogen alleen op het fietspad, je hebt een blauw kentekenplaatje achterop gemonteerd en hoeft geen helm op. Omdat Brussel al werkte aan de opvolger van kaderrichtlijn 2002/24, hebben ze ook meteen geregeld dat motorvoertuigen met trapondersteuning vallen onder de nieuwe kaderverordening 168/2013. Van der Heijden: “Het is toch ook logischer dat de maximale ríjsnelheid
van een voertuig bepaalt in welke categorieën hij wordt ingedeeld. In de nieuwe verordening is dus gedefinieerd: de maximum constructiesnelheid voor trapondersteunde motorvoertuigen is gelijk aan de maximale trapondersteunde snelheid. En doordat een speed pedelec trapondersteund wel 45 km/u kan halen, wordt hij onder de nieuwe verordening in Nederland gekentekend als bromfiets.”
Brommerhelm of fietshelm? Kentekening in de nieuwe categorie heeft behoorlijk wat gevolgen voor de gebruiker. Die moet voortaan mee met de brommers en scooters de autorijbaan op. Ze moeten herkenbaar zijn aan een gele kentekenplaat. En net als bromfietsbestuurders een helm dragen die voldoet aan dezelfde eisen als een bromfietshelm (R22). Zo’n helm kan een flinke klap opvangen, een reguliere fietshelm zoals racefietsers dragen is ongeschikt. Op dit punt mengt ook RAI Vereniging zich in de discussie. Boedijn: “Uit onderzoek van Grontmij blijkt dat de groep die enthousiast gebruiker is van de speed pedelec cognitief en qua leeftijd hoort bij de doelgroep die het veiligst deelneemt aan het verkeer. Een
verplichte brommerhelm past niet bij dit type vervoer. Immers, op de speed pedelec moet je flink meetrappen, en dat vraagt een ander gewicht en meer ventilatie. Innovatie loopt altijd vóór op regelgeving, dat geeft een spanningsveld. En het is zonde om innovatie ‘plat te slaan’ met regels. Gelukkig werken we in dit project goed samen met de overheid. Op dit moment zijn we samen met fabrikanten en de NEN een fietshelm+ aan het ontwikkelingen die veilig én comfortabel is voor op de speed pedelec.”
Veel verschil in snelheid Van der Heijden: “De RDW bemoeit zich in principe niet met het gebruik van voertuigen. Maar feit is dat het steeds drukker wordt op de fietspaden en dat er grote
snelheidsverschillen zijn: de langzame bakfiets tegenover de snelle e-bike. Dat geeft gevaarlijke situaties op de fietspaden. En daarbij komt dat steeds meer ouderen (weer) op de fiets stappen na de komst van de e-bikes. Voor hen is een val vaak fors ernstiger dan voor jonge mensen. Vanaf 1 januari 2017 zullen alle mensen die nu al een speed pedelec rijden met blauwe kentekenplaat hun kentekenplaat om moeten wisselen voor een gele kentekenplaat. Deze wordt gratis thuisgestuurd evenals een nieuwe kentekencard. Verder krijgen alle nieuwe speed pedelecs die voor de typegoedkeuring komen, natuurlijk direct een kenteken dat past bij hun karakter: een brommer.”
SACHA BOEDIJN, SECRETARIS AFDELING FIETSEN VAN RAI VERENIGING: “Wij hebben op kantoor een speed pedelec staan die we om de beurt eens mee naar huis mogen nemen om te proberen. Ik heb hem zelf ook een paar keer gebruikt. Een heerlijke ervaring. Ik moet van Amsterdam naar Haarlem, normaal doe ik dat met de auto. In de stad reed ik erop als op een e-bike, maar op het lange rechte stuk langs het kanaal was het prettig om even flink wat snelheid te kunnen maken en harder dan 25 km/u te kunnen. Wat ik me wel afvraag: hoe moet dat als ik eerst samen met mijn kinderen ’s ochtends naar school fiets? Volgend jaar zal ik dan met die fiets met blauw kenteken op de rijbaan moeten, terwijl mijn kinderen op het fietspad moeten rijden?”
ANTON VAN DER HEIJDEN, RELATIEMANAGER RDW: “Tijdens de FietsVAK een paar jaar geleden mocht ik een speed pedelec testen in de parkeergarage van de RAI. Ik vond het een fantastische ervaring! Het voelt in zo’n parkeergarage door het lage plafond en de krappe ruimte alsof je nog veel harder gaat dan op de straat. Het heeft altijd meerwaarde om voertuigen waarmee je elke dag op het gebied van wet- en regelgeving bezig bent persoonlijk ‘te voelen’. Ik zou graag zien dat we in Nederland een fundamentele discussie voeren over infrastructuur, scheiden van verkeersstromen en welke soorten voertuigen we waar op de weg toelaten.”
RDWIJZER - NUMMER 1 - 2016
17
HET GAAT ER DAN TOCH ECHT VAN KOMEN…
Klaar voor tol? Een file voor de tolpoortjes. In sommige landen zie je het vaker, maar Nederland kiest voor ‘free flow’. Vanaf 2021 voert het ministerie van Infrastructuur en Milieu op twee nieuwe trajecten tijdelijk tolheffing in met kentekenplaatherkenning. (ANPR).
D
e Wet tijdelijke tolheffing ‘Blankenburgverbinding en ViA15’ is door beide Kamers goedgekeurd en sinds 15 maart 2016 in werking. Met deze wet is de bekostiging van deze twee nieuwe trajecten geregeld. Samen met Rijkswaterstaat, het CJIB en de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) bereidt de RDW tolheffing in Nederland voor. Frank de Winter is als senior projectmanager bij de RDW nauw betrokken bij dit project. “Kentekenplaatherkenning via ANPR is niet nieuw. Het wordt in Nederland al toegepast bij spitsmijding en bij snelheidscontroles. En in bijvoorbeeld Ierland en Zweden is er al een vergelijkbaar tolsysteem. Daar kunnen we dus van leren. Bijvoorbeeld hoe je de communicatie met de weggebruikers organiseert: via heldere signalering langs de weg, een goede website en een callcenter.”
Tolheffing: hoe en wat? Het ministerie van Infrastructuur en Milieu bereidt op dit moment tijdelijke tolheffing voor op twee nieuwe trajecten: de ViA15 bij Arnhem en de Blankenburgverbinding bij Rotterdam. Het uitgangspunt is om voertuigen via automatische kentekenplaatherkenning (ANPR, ‘automatic numberplate recognition’) te registreren. Het verkeer kan zo gewoon doorstromen. Weggebruikers zijn zelf verantwoordelijk voor een tijdige betaling. Automobilisten betalen 1,18 euro per keer en vrachtwagenbestuurders 7,11 euro (prijspeil 2015). Om het betaalgemak te vergroten en de transactiekosten te beperken wordt gestreefd om zo veel mogelijk betalingen via een abonnement af te handelen.
Waarom tolheffing? De Winter: “Tijdelijk tol heffen is nodig om de aanleg van twee nieuwe wegen financieel mogelijk te maken. We beginnen met de ViA15 in de regio Arnhem-Nijmegen in 2021 en daarna de Blankenburgverbinding in de regio Rotterdam in 2022. Op deze locaties is geen ruimte voor een zogenaamd tolplein, zoals je vaak in het buitenland ziet. Bovendien vinden we het belangrijk dat het verkeer vlot kan doorstromen. In andere Europese landen wordt er ook wel tol geheven via speciale kastjes achter de voorruit. Maar het ministerie heeft met ANPR gekozen voor een ‘free flow’systeem zonder verplichte investeringen voor de weggebruiker. Daarnaast is er altijd de mogelijkheid om een gratis alternatieve route te rijden”
Wat doet de RDW? In dit project is een brede rol weggelegd voor de RDW. “De RDW is beoogd uitvoerder voor de registratie van passerende voertuigen. Daarna
18
matchen we de gegevens en/of geven we die door aan de juiste provider. Dat kunnen bijvoorbeeld partijen zijn waarbij de bestuurders een abonnement afsluiten om hun tol maandelijks te betalen. Ook signaleren wij de kentekenhouders die (nog) niet betaald hebben. En houden we bij welke kentekens zijn vrijgesteld van tol, zoals politie, brandweer en Defensie.” Om risico’s te minimaliseren en een klantvriendelijke en efficiënte uitvoering te stimuleren, heeft het ministerie gekozen om zoveel mogelijk aan te sluiten bij bestaande processen.
Hoe zit het met betaling en privacy? Er worden alleen gegevens verstrekt aan partijen die daarvoor bevoegd zijn. Iedere bestuurder kan zelf vooraf of binnen de betaaltermijn (waarschijnlijk wordt dit 72 uur) op meerdere manieren zijn tol betalen, bijvoorbeeld via een speciale website. Zo blijft de bestuurder anoniem. Er worden namelijk geen persoonsgegevens verwerkt en alle overige gegevens worden binnen twee maanden verwijderd uit het systeem. Wordt er niet binnen 72 uur betaald? Dan stuurt de RDW de NAW-gegevens door naar het CJIB. Die sturen de kentekenhouder een betalingsherinnering verhoogd met administratiekosten. Om betaalherinneringen en boetes te voorkomen zullen er ook vormen van automatische betaling mogelijk worden gemaakt.
Moeten buitenlandse kentekens ook betalen? Iedereen die over de tolwegen rijdt, is zelf verantwoordelijk voor een tijdige en volledige betaling. “Dit geldt ook voor buitenlandse weggebruikers. Niet in elk Europees land kunnen we op dit moment NAW-gegevens voor de handhaving van tol opvragen. Samen met het ministerie werken we er hard aan om het aantal landen waarmee uitwisseling mogelijk is in de komende jaren te vergroten. Buitenlandse weggebruikers die niet tijdig betalen en waarvan we op basis van het kenteken geen NAW-gegevens hebben, komen op een zwarte lijst voor toezicht langs de weg door het ILT. Maar ook voor bijvoorbeeld verhuurbedrijven zal het even zoeken zijn naar wat de handigste methode is om de tol bij hun klanten te innen. We gaan er alles aan doen om dit zo gebruiksvriendelijk mogelijk te maken en bedrijven te ondersteunen in de administratieve verwerking.”
RDWIJZER - NUMMER 1 - 2016
19
DIVISIE REGISTRATIE & INFORMATIE, UNIT HANDHAVING:
‘Oog voor mens achter de boete’ De voornaamste taak van de unit Handhaving is duidelijk: zorgen voor zo min mogelijk voertuigen zonder geldige APK of verzekering op de openbare weg. Sinds een jaar is er dankzij het programma ‘Maatschappelijk verantwoord handhaven’ meer aandacht voor klantgerichtheid. “Het werk van onze handhavingsketen verschuift van alleen boetes opleggen naar luisteren en meedenken,” vertelt unitmanager Rudi Welling.
D
e unit Handhaving van de RDW beheert het verzekeringsregister, en vergelijkt welke voertuigen er onverzekerd of zonder APK op papier staan. “Belangrijk werk, want het gaat over onze veiligheid,” aldus Welling. “We willen natuurlijk zorgen dat er zo min mogelijk van dit soort voertuigen op de openbare weg rondrijden. Deze handhaving liep al prima, maar er was weinig oog voor het menselijke aspect.” Dat viel ook teammanager Paul Ploeger op toen hij in 2011 bij de unit Handhaving begon. “De juridische kaders waren heel strak, zonder flexibiliteit. Als iemand een boete niet betaalde, dan kreeg hij meteen een verhoging. Een boete van driehonderd euro kan zo gemakkelijk oplopen tot een bedrag rond de duizend euro. We gaan er soms te veel vanuit dat iedereen in Nederland zelfstandig is en alle brieven begrijpt, maar dat is niet zo. In die gevallen was het ook best frustrerend dat we niet in staat waren om deze mensen te helpen. Gelukkig hebben we sinds 2015 met het programma ‘Maatschappelijk verantwoord handhaven’ veel kunnen verbeteren. We wachten niet meer af maar benaderen deze mensen nu proactief.”
NIET DIRECT EEN BOETE In 2010 is de wet Mulder aangepast. Daarmee is het voor het Openbaar Ministerie (OM) eenvoudiger geworden om een honderd procent controle uit te voeren. Welling: “Eerder was het strafrecht van toepassing en moest de overtreder meteen voor de rechter verschijnen. Nu is dat niet meer zo. We merken dat er sindsdien meer boetes worden uitgedeeld. Daardoor komen we ook steeds vaker gevallen tegen waarbij boetes op elkaar stapelen. Samen met het CJIB en het OM kijken we nu hoe we mensen kunnen helpen om dat te voorkomen. Bijvoorbeeld een extra brief sturen of een betalingsregeling treffen. Regels zijn regels en die moeten we ook handhaven, maar we krijgen wel meer ruimte om mensen beter te informeren en te adviseren.” Het proces bij Handhaving is voor het grootste deel geautomatiseerd. Uit een registervergelijking komen de
20
kentekens die onverzekerd of zonder APK op papier staan. De eigenaren ontvangen niet direct een boete, maar deze gegevens belanden eerst in een digitale bak. De RDW wacht nog 28 dagen voordat de gegevens naar het CJIB gaan. De verzekeraar van de nieuwe eigenaar krijgt wettelijk die tijd om de verzekering alsnog digitaal aan de RDW door te geven. Het CJIB verstuurt de uiteindelijke boete. Na een verlopen APK heeft de eigenaar nog twee maanden om het voertuig te laten keuren. Maar let op: in die tijd mag hij er niet mee de weg op, alleen om naar de keuring te rijden.
COMMUNICATIE VERBETEREN Binnen het programma ‘Maatschappelijk verantwoord handhaven’ is er een aantal aandachtspunten. Allereerst worden de brieven aangepast. Welling: “We versturen per dag wel zevenhonderd tot tweeduizend brieven. Dat gaat vooral om waarschuwingen en brieven waarin wordt gevraagd om alsnog te bewijzen dat het voertuig wel verzekerd en/of gekeurd is. We leggen nog beter uit wat de ontvangers moeten doen om aan de verplichtingen te voldoen.” Ten tweede scherpt de unit de samenwerking aan, zoals met het CJIB en andere units binnen de RDW zelf. “Door meer informatie uit te wisselen en inzage te krijgen in elkaars dossiers, kunnen we klanten beter helpen
‘ONZE WERKWIJZE VERANDERT: VAN AFWACHTEND NAAR PROACTIEF’
bij vragen.” Tot slot wordt samen met het CJIB gekeken hoe de opstapeling van boetes te voorkomen is. “Vroeger hadden wij geen inzicht in welke boetes er daadwerkelijk werden opgelegd. Nu wel, dus kunnen we ook kijken naar individuele zaken. Er kunnen veel redenen zijn waardoor de boetes zich opstapelen. Het voertuig bestaat bijvoorbeeld niet meer, of de kentekenhouder staat niet meer geregistreerd in Nederland. Ook financiële problemen zien we uiteraard veel. In veel van die gevallen is het nu mogelijk om een betalingsregeling met het CJIB te treffen.”
Op het vernieuwde kantoor in Veendam is er meer ruimte om met elkaar te overleggen en ideeën uit te wisselen.
GEEN EXTRA TIJD, WEL EXTRA WERK Rudi Welling is sinds eind 2014 unitmanager Handhaving. Hij merkt dat de unit continu aan het veranderen is. Vooral de communicatie en berichtgeving krijgen veel aandacht. “Je moet eerst zorgen dat je contact met iemand krijgt, voordat je iets aan de situatie kunt doen. We zitten in een overgangsfase, waarbij meedenken met de klant steeds belangrijker wordt. Ik vind dat echt goed. Al moeten we de basis niet vergeten. Dat is misschien nog wel de belangrijkste uitdaging, om te zorgen dat het ‘gewone’ werk efficiënt doorgaat. Zo komen er steeds meer telefoontjes binnen, die de medewerkers van Handhaving ook moeten vastleggen. De werkdruk wordt steeds hoger. Gelukkig gaat
Rudi Welling: “Goed dat klantgerichtheid nu ook aandacht krijgt. Iedereen voelt zich daar prettiger bij.”
RDWIJZER - NUMMER 1 - 2016
21
Paul Ploeger: “Het geeft energie dat we sommige mensen nu wél kunnen helpen. Ons werk doet er meer toe.”
Rudi Welling: “We moeten deze werkzaamheden erbij doen, naast het reguliere werk. Gelukkig is iedereen heel positief en gemotiveerd.”
5
VRAGEN van zakelijke klanten Dit zijn de vijf meestgestelde vragen aan de RDW door zakelijke klanten. Op rdw.nl staat een complete lijst iedereen er heel goed mee om. Ik hoor alleen maar positieve reacties. Medewerkers vinden het ook niet leuk om alleen maar door te verwijzen. Nu kunnen ze echt iets betekenen voor de mensen die in een stapeling van boetes dreigen te raken. Daar staat tegenover dat ze goed moeten luisteren naar de klanten. Dat hoort bij het werk. En je kunt natuurlijk niet met iedere klant een uur aan de telefoon zitten. Daarom krijgen alle medewerkers bijvoorbeeld regelmatig aanvullende telefoontrainingen.”
DE JUISTE BESLISSING Paul Ploeger: “Ik krijg ook veel goede reacties van collega’s. Een paar jaar geleden heeft onze unit een coachingstraject doorlopen. Hierin stond de ‘cirkel van invloed’ van Covey centraal. Deze ‘nieuwe’ werkzaamheden passen goed in het verlengde daarvan. Het geeft energie wanneer je mensen kunt helpen door initiatief te nemen en je invloed te pakken. Ons werk doet er daardoor meer toe. Maar het verhaal achter een boete maakt het soms ook moeilijker om de juiste beslissing te nemen. Daarbij gaat het om vragen als: wat kun je doen wat binnen jouw bereik ligt, terwijl je tegelijkertijd de juiste regels volgt? Op die manier hebben we al veel mensen echt
kunnen helpen, en leren we van klachten. Eén meneer kreeg bijvoorbeeld boetes voor voertuigen die door een ander naar de sloop waren gebracht. Alleen stond dat niet in het register. Het lukte hem ook niet om dat voor elkaar te krijgen. Een collega heeft ervoor gezorgd dat de politie ging bemiddelen om de sloop toch aangemeld te krijgen. Toen stopte de stroom boetes pas.”
KEUZE UIT WERKPLEKKEN Op het nieuwe kantoor in Veendam zijn op de unit Handhaving meerdere werkplekken ingericht om het werk zo goed mogelijk te kunnen doen. Zo zitten de medewerkers die moeten bellen in een aparte telefooncentrale. Dit is een geluidsdichte kamer, met zes eigen blokken. Daarnaast zijn er open werkplekken, waar medewerkers brieven kunnen afhandelen en het beheer van het verzekeringsregister regelen. Ook kunnen medewerkers in een aparte ruimte gaan zitten om te overleggen. “Dat is vooral handig voor de interventie op de stapeling van boetes,” vertelt Welling. “Bijzondere gevallen kun je zo makkelijk even aan een collega voorleggen. Deze werkwijze is toch nieuw, dus soms wil je vragen hoe een ander het aan zou pakken.”
met veelgestelde vragen, onderverdeeld in vragen over erkenningen, de kentekencard, tenaamstellen en vrijwaren, kentekenprocessen en tellerstanden.
1 Ik neem een voertuig op in mijn bedrijfsvoorraad. Wat moet ik doen met de kentekencard? U knipt de kentekencard volledig doormidden en geeft deze terug aan de (vorige) eigenaar. U kunt zelf een nieuwe kentekencard aanvragen. Denkt u de card nog nodig te hebben in verband met eventuele uitvoer van het voertuig? Dan kunt u de particuliere eigenaar toestemming vragen om zijn kentekencard te mogen bewaren. Van een rechtspersoon hoeft u geen toestemming te hebben. Bij toestemming knipt u een hoekje van de kentekencard af en laat u particuliere klanten een instemmingsformulier ondertekenen. Dit formulier kunt u downloaden van rdw.nl, en daarna invullen en printen.
2 Mijn klant is geïnformeerd over een onlogische tellerstand, maar ik heb de juiste stand ingevoerd. Wat kan ik doen? U kunt aangeven dat u alleen een correctie kunt doen op de laatste tellerstand (en alleen als u deze zelf heeft geregistreerd). Omdat u de tellerstand juist heeft ingevoerd, kunt u de eigenaar/houder informeren dat dan waarschijnlijk de vorige tellerstand fout is. Om dit te corrigeren kan de klant een correctieverzoek indienen bij de RDW, via rdw. nl. De RDW beoordeelt dan of de tellerstand gecorrigeerd kan worden.
3 Ik wil grote hoeveelheden gegevens van voertuigen raadplegen. Hoe kan ik dat regelen? Voor bedrijven en instellingen met een registratie bij de Kamer van Koophandel heeft de RDW de dienst ‘Voertuiggegevens raadplegen’ ontwikkeld. Daarmee kunt u ongelimiteerde hoeveelheden voertuiginformatie van voertuigen met een Nederlands kenteken opvragen. Over de volgende onderwerpen zijn gegevens beschikbaar (géén persoonsgegevens): Voertuig & APK, Eigenschappen, Verbruik & Milieu en Historie. Van deze dienst bestaan twee verschillende varianten: de zogenoemde ‘Webbased variant’ en de ‘XML-variant’.
4 Waarom staat bij een auto achter kleur 'diversen'? De RDW registreert maximaal twee kleuren per auto. Als een personenauto meer dan twee kleuren heeft, registreert de RDW 'diversen'.
5 Wat moet ik doen als ik onnodig een vrijwaring heb geprint? Als u als erkenninghouder een nieuw en ongebruikt voertuig gaat tenaamstellen via de TV-applicatie, krijgt u bij het invoeren van de gegevens de mogelijkheid om een tenaamstellingsverslag te printen. Daarna krijgt u de mogelijkheid om via een button een vrijwaring te printen. Het is niet nodig om deze te gebruiken. Er is immers geen vorige eigenaar aan wie u de vrijwaring zou moeten geven. Mocht u wel op de button hebben geklikt, dan is er niets aan de hand. Het voertuig is niet teruggezet in uw bedrijfsvoorraad.
TOT NU TOE POSITIEF
‘ÉÉN MENEER KREEG BOETES VOOR VOERTUIGEN DIE DOOR EEN ANDER NAAR DE SLOOP WAREN GEBRACHT.’ 22
Of het aantal overtreders daadwerkelijk minder is geworden, kan Welling nog niet zeggen. Wel is het programma tot nu toe een succes. We krijgen meer contact en problemen met de registratie van het voertuig zijn sneller opgelost. “Ik merk dat iedereen zich er prettig bij voelt. Binnen de directie krijgt het veel draagvlak, dat is fijn. Het OM is onze opdrachtgever en is ook positief. We gaan in ieder geval nog tot medio 2017 door met het programma Maatschappelijk verantwoord handhaven. Daarna bekijken wat we hebben bereikt. Ik hoop dat deze verschuiving door blijft gaan.”
RDWIJZER - NUMMER 1 - 2016
23
Samen in strijd tegen identiteitsfraude
ECHT VERVALST? Een vervalst rijbewijs of brondocument? De specialisten van het Expertise Centrum Rijbewijzen (ECR) van de RDW en het Bureau Documenten van de IND zijn getraind om fraude met identiteitspapieren en brondocumenten snel te doorzien. Fred Hoogenberg (IND) en Wim Leutscher (RDW) vertellen hoe de afdelingen samenwerken.
Wim Leutscher, adviseur Expertise Centrum Rijbewijzen bij de RDW
Fred Hoogenberg, senior documentexpert IND
‘EEN WOORD DAT FRED TYPEERT IS ‘NO-NONSENSE’. WE WERKEN OP EEN VRIENDSCHAPPELIJKE MANIER SAMEN, KRITISCH WAAR NODIG. WE HOUDEN ELKAAR SCHERP’
‘WIM EN IK HEBBEN HETZELFDE DOEL: FRAUDE MET ID- EN BRONDOCUMENTEN TEGENGAAN. IK KAN VOOR HONDERD PROCENT OP HEM VERTROUWEN. ÉÉN BELLETJE MET EEN VRAAG EN HIJ REGELT HET’
Doc1, Doc2, Doc3 Hoe meer kennis over identiteits- en brondocumenten, hoe hoger het nummer. Dat is kortgezegd het verschil tussen Doc1-, Doc2- en Doc3-medewerkers. Wie een basisopleiding documentherkenning heeft gevolgd, mag zich Doc1-specialist noemen. Bijvoorbeeld baliemedewerkers bij gemeenten. Ook vrijwel alle medewerkers van het ECR en Bureau Documenten van de IND volgden de basisopleiding. Doc1’ers weten op welke kenmerken ze moeten letten als ze genoemde documenten controleren op echtheid. Bij vragen schakelen ze een Doc2-specialist in. Die heeft meer kennis van druk- en printtechnieken. Als hij of zij twijfelt over de echtheid, gaat het document door naar een Doc3-medewerker. Deze is opgeleid bij de politie of marechaussee en weet alles over de juiste afmetingen, druktechnieken en beveiligingskenmerken.
24
Wat kenmerkt de samenwerking tussen jullie afdelingen? Leutscher: “Het is een logische, belangeloze samenwerking. In Nederland zijn er slechts drie experticecentra voor identiteitsdocumenten. Het ECR van de RDW is er voor rijbewijzen, de marechaussee voor paspoorten en identiteitsbewijzen, en het Bureau Documenten van de IND voor brondocumenten. We helpen elkaar als dat nodig is, bijvoorbeeld door kennis uit te wisselen.” Hoogenberg: “We hebben een gezamenlijk doel. Dat is het voorkomen en opsporen van fraude met identiteitsbewijzen en brondocumenten. Fraudeurs zitten niet stil, dus we moeten onze kennis constant op peil houden. Dat gaat het beste door veel samen te werken en te leren van elkaar. Andere ketenpartners, zoals de gemeenten, politie, marechaussee of het Openbaar Ministerie, kunnen dan op hun beurt meer bereiken als wij ons werk goed doen.”
Hoe doen jullie dat? Leutscher: “In de eerste plaats hebben we hoogopgeleide medewerkers in dienst. Dat zijn
zogenoemde Doc3-specialisten die van vervalste documenten een technisch rapport kunnen opmaken. Bijvoorbeeld afwijkingen wat betreft afmeting of druktechnieken. Ook kunnen ze opgeroepen worden als getuige-deskundige in rechtszaken. We zitten samen in de stuurgroep van de Kwaliteitskring Documenten en Betaalmiddelen. In die stuurgroep stellen we de kwaliteitseisen voor Doc3-experts vast. Zo zorgen we ervoor dat hun expertise op het hoogste niveau blijft.” Hoogenberg: “Doc3-specialisten van het ECR en van onze afdeling leggen de kenmerken van de originele, echte brondocumenten vast in ons documentensysteem DISCS. Dat staat voor ‘Document Information System for Civil Status’. We stellen het ter beschikking aan overheden die te maken hebben met de controle van brondocumenten en rijbewijzen. Dat zijn bijvoorbeeld Nederlandse gemeenten, ambassades en Binnenlandse Zaken, maar ook Interpol en buitenlandse immigratie- en naturalisatiediensten.” Leutscher: “Alle Europese rijbewijzen hebben we inmiddels vastgelegd en we maken nu een start met de Afrikaanse rijbewijzen. Alle 28 Europese
lidstaten hebben trouwens zo’n vier verschillende versies. Inmiddels hebben we circa 150 documenten vastgelegd. Dat duurt toch al snel 1.500 uur, tien uur per document.” Hoogenberg: “Betrouwbare informatie is de basis van een goed werkend systeem voor documentcontrole. Daarbij moeten kosten geen drempel zijn.” Leutscher: “Ook kennisuitwisseling tussen onze afdelingen gaat met gesloten beurs. Zo gaf de IND een workshop ‘profiling’, over ‘look-alike’-fraude. Een gestolen rijbewijs of paspoort wordt dan gebruikt door iemand anders die lijkt op de oorspronkelijke eigenaar. Dat kan grote gevolgen hebben, bijvoorbeeld als met het gestolen document een huis wordt gehuurd voor criminele activiteiten als hennepteelt.”
Nog andere voorbeelden van samenwerking? Hoogenberg: “Door de enorme toestroom van vluchtelingen uit Syrië kwamen we eind vorig jaar om in het werk. We waren erg blij dat het ECR toen belangeloos een Doc3’er aan ons uitleende. Na een halve dag instructie kon hij al aan het werk.
Een paar weken hulp erbij op Doc3-niveau was geweldig. Een heel ander voorbeeld is dat we ons samen hard hebben gemaakt voor de zogeheten bewaardersfunctie. Dat is een wettelijke taak geworden van onze afdelingen. Het betekent dat vervalste rijbewijzen naar het ECR gaan en daar worden gearchiveerd. Vervalste vreemdelingen- of brondocumenten gaan naar ons.” Leutscher: “Vroeger hadden we die taak niet, maar het is van belang om de kwaliteit van ons werk op hoog niveau te houden. Daar hebben we het Openbaar Ministerie van kunnen overtuigen. Het is mede aan de IND te danken dat wij als ECR erkend zijn als expertisecentrum voor rijbewijzen.”
Komen jullie vaak vervalste documenten tegen? Hoogenberg: “Iedere dag komen we papieren tegen die niet in orde zijn. We zijn natuurlijk deels afhankelijk van de alertheid van anderen. Daarom doen we veel aan kennisoverdracht. Zo zijn we ketenbreed Werkgroepen Tegen Identiteitsfraude, WTI’s, gestart om met name gemeenten te informeren over ons werk en ze te motiveren goed
‘ELKE DAG KOMEN WE VERVALSINGEN TEGEN’ onderzoek te doen naar documenten die bij hen langskomen.” Leutscher: “We zijn gestart in Oost-Nederland, met de gemeenten Zwolle en Enschede. Inmiddels zijn er WTI’s in Oost-Brabant, NoordNederland, Noord- en Zuid-Holland. Voor andere regio’s zijn WTI’s in oprichting. Als laatste hopen we Noord- en Zuid-Limburg erbij te betrekken. Dan zitten we straks in heel Nederland op een lijn wat fraudebestrijding betreft.” Hoogenberg: “We kunnen echt trots zijn op de resultaten van de samenwerking tot nu toe. Met de Kwaliteitskring, DISCS en de WTI’s hebben we een unieke ketenbrede samenwerking, waardoor fraude met ID- en brondocumenten wordt tegengegaan."
RDWIJZER - NUMMER 1 - 2016
25
André Rijnders kan in Brussel zo binnenlopen bij leden van de Europese Commissie. Dat is niet voor iedereen weggelegd, maar wel voor de man die ruim 22 jaar expertise heeft opgebouwd. Hij staat voor alles wat de RDW en Nederland in het emissiedossier tot nu toe
‘DE EISEN VOOR EURO6 BLIJVEN WE HANTEREN. ALLEEN DE MANIER WAAROP VOERTUIGEN GETEST WORDEN MOET ANDERS’
bereikt hebben. “Wij begonnen in 2011 al over Real Driving Emissions.”
Voorvechter van Real Driving Emissions
Ja, graag streng Wat houdt ‘Real Driving Emissions’ (RDE) in? “Bij RDE meet je vervuilende emissies onder normale omstandigheden op de weg. Je doet dit met een ‘portable emissions measurement system’ (PEMS). Een deel monteer je op de uitlaat en een deel gaat in de achterbak of op de trekhaak. De rit moet aan bepaalde condities voldoen, zo moet in de stad, op landweggetjes en op de snelweg worden gereden. Er zijn ook criteria waarbinnen getest mag worden, zoals tussen vrieskou en zomerhitte, leeg en beladen en tussen soft en sportief rijden. Het systeem analyseert de uitlaatemissies van koolstofmonoxide (CO) en stikstofoxide (NOx) tijdens de rit. RDE geeft vaak heel andere uitkomsten dan een test in het lab op een rollenbank. We kwamen er achter dat vooral bij dieselvoertuigen de NOx-emissies enorm afweken, soms wel tien maal boven de limiet. Dus moest de RDE-test een aanvullende test bij typegoedkeuring worden. Daarbij kwam vorig jaar ook nog het schandaal met de sjoemelsoftware van Volkswagen waar bleek dat het voertuig herkende dat het in een labsituatie getest werd. Dit heeft de noodzaak van RDE alleen maar onderstreept. De RDW werkt mee aan regelgeving om Europese wetgeving strenger te maken op dit gebied.”
Wat heeft de EU hierover besloten? “De hele RDE-wetgeving bestaat uit vier pakketten. Met het eerste pakket zijn we al in 2011 begonnen, en niet pas vorig jaar naar aanleiding van de sjoemelsoftware zoals sommigen denken. In dit pakket hebben we de hele RDE-test omschreven, hoe moet je testen, wat de boundarycondities zijn en wat je moet rapporteren. Eigenlijk wilden we dat het op 1 januari 2016 gepubliceerd werd, maar dat werd uiteindelijk 31 maart 2016. We starten met een monitoringsfase zonder limieten. In het tweede pakket zitten de ingangsdata en criteria voor de emissies. De eisen voor Euro6 zijn al van kracht, en die blijven we hanteren. Alleen de manier waarop getest wordt is anders. In een ideale wereld zouden de resultaten van tests in het lab en op de weg zich
26
in 1:1 verhouden, dat noemen we de ‘conformity factor’1. Autofabrikanten hebben hun voertuigen zo ontworpen dat ze in de labtest net voldoen aan de NOx -emissies. Door de RDE-test moeten ze nu de voertuigen aanpassen en dat kan niet van de ene op de andere dag. Besloten is om eerst een voorlopige fase in te voeren en de definitieve fase met een conformity factor van 1,5 pas per 2021 te laten gelden. Voor ons te laat en niet streng genoeg. Ik heb daarom, namens Nederland, in het voertuigcomité tegengestemd. Pakket 3 en 4 zijn nog in wording, dat zullen technische aanpassingen zijn én de mogelijkheid voor onafhankelijke partijen om die testrit te rijden. Want de fabrikant gaat natuurlijk lekker rustig rijden en bij warm weer. Maar dan kunnen onafhankelijke partijen die resultaten ‘challengen’. In het derde pakket komt ook een verplichte fijnstofmeting voor GDi-benzineauto’s, want die stoten in de praktijk weer te veel fijnstof uit.”
Hoe ziet je werkdag eruit? “Ik begin met het doornemen van mijn e-mail. Op onze afdeling zitten we met acht man, ieder op een eigen dossier zoals verlichting, remmen, botsveiligheid, geluid en ik op emissies. Wij vliegen in en uit, en werken op inhoud samen net als met andere RDW-collega’s. Mijn werk bestaat veel uit vergaderingen binnen en buiten Nederland en Europa, ik reis regelmatig naar Brussel. Ik ben niet alleen bezig met RDE, maar op het moment ook druk met de ontwikkeling van de nieuwe labtest, de WLTP, die in 2017 moet worden ingevoerd. Twee keer per jaar ga ik een week naar Genève. Daar vertegenwoordig ik Nederland in het VN-overleg.”
Hoe word én blijf je de expert op dit gebied?
Naam André Rijnders Functie Senior adviseur Ontwikkeling Voertuigreglementering (OVR) Bij de RDW 35 jaar Opleiding MTS Voertuigtechniek en HTS Technische bedrijfskunde Trots op “Dat ik namens de RDW en Nederland invloed kan uitoefenen op de ontwikkeling van emissietesten en ook resultaten bereik. Voertuigeisen spelen zich af op het wereldtoneel en ik ben trots om deze belangrijke rol te mogen vervullen. Onze tegenstem in Brussel over de RDE heeft volop waardering gekregen, zelfs bij de Europese Commissie.”
“Ik doe dit werk al 22 jaar, dan krijg je vanzelf veel expertise. Ik spreek dagelijks met collega’s van lidstaten en zit in werkgroepen met autofabrikanten. Verder ontvang ik ondersteuning van onze testers bij de RDW en van TNO. Ik bouw op een internationaal netwerk, bezoek seminars en volg alle discussies op de voet.”
RDWIJZER - NUMMER 1 - 2016
27
TOELATING EN ONTHEFFING VAN ZELFRIJDENDE VOERTUIGEN
VOOR HET EERST DE WEG OP Op de N270 bij Helmond kun je zomaar een aantal zelfrijdende Toyota’s (model Prius) tegenkomen. De RDW heeft op deze weg namelijk een ontheffing verleend waardoor TNO er met deze voertuigen mag experimenteren. Dat gaat uiteraard niet zomaar. Alleen als de voertuigen door de technische beoordeling en risicoanalyse komen, wordt een tijdelijke ontheffing uitgegeven. Dit kan eenmalig zijn of tot maximaal een jaar.
IN HET KORT WAT? Nieuwe regelgeving waarbij de RDW ontheffingen mag verlenen voor zelfrijdende voertuigen WANNEER? Per 1 juli 2015 WAAROM? Nieuwe kennis opdoen over hoe zelfrijdende voertuigen functioneren op de openbare weg HOE? Tijdelijke ontheffingen verlenen voor bepaalde trajecten, na een uitvoerige keuring en risicoanalyse WELKE? Voertuigen als de WEpod (een autonoom voertuig van de Wageningen University), de Toyota Prius die met elkaar kunnen communiceren, inhalen of platoonen en voertuigen van alle gangbare automerken en bijvoorbeeld Google.
Z
elfrijdende voertuigen zijn eigenlijk een nieuwe classificatie op zich,” vertelt Pieter van der Stoep, accountmanager bij de RDW. “Neem bijvoorbeeld de WEpod, ontwikkeld door EZmile en TNO voor de provincie Gelderland. Dat is een cabine met stoelen, die maximaal 25 kilometer per uur rijdt. De classificatie ‘auto’ past dan nog het beste.” Om dit soort uitzonderingen beter te kunnen beoordelen is de regelgeving voor ontheffingen en toelating per 1 juli 2015 aangepast. De RDW mag nu aan zelfrijdende voertuigen een toelating of ontheffing voor de openbare weg verlenen.
Meer risico’s Veiligheid staat natuurlijk voorop. “In een testomgeving kunnen we veel leren over de werking van het voertuig. Maar op de openbare weg zien we pas hoe de interactie met ander verkeer verloopt,” aldus René Vlietstra, senior adviseur bij de RDW. “En er zijn meer risico’s, bijvoorbeeld als het zelfrijdende voertuig anders reageert dan verwacht. Daarom zijn we heel kritisch op het verlenen van ontheffingen en blijft de bestuurder altijd verantwoordelijk.” Op de RDW-site staan alle documenten opgesomd die nodig zijn om een ontheffing aan te vragen. Meestal test de aanvrager de voertuigen eerst in een testomgeving. Daarna volgt een risicoanalyse. Op basis van die analyse en andere technische informatie stelt de RDW een testplan op en voert dat uit. Hierbij wordt gekeken naar wat er mis kan gaan, hoe groot dat risico is en wat er is gedaan om het te beperken. Als alles in orde is, krijgt het voertuig een tijdelijke ontheffing om op een geselecteerd traject te mogen rijden.
Strenge eisen Voor alle partijen valt er veel te leren van deze nieuwe keuringen. Vlietstra: “We krijgen nu inzicht in de nieuwste technieken en het soort voertuigen waar fabrikanten mee bezig zijn. Andersom krijgen fabrikanten de kans om hun voertuig echt in de praktijk te testen.” Van der Stoep: “Veel fabrikanten roepen dat iets werkt, maar bij onze keuring is het dan toch niet goed genoeg. Het leuke daaraan is dat we nu echt samenwerken met de fabrikanten om het voertuig de openbare weg op te krijgen. We testen ook dingen waar de fabrikant nog niet bij nagedacht had. Het is bijvoorbeeld weleens gebeurd dat een voertuig een noodstop maakte toen we een stekker lostrokken.” Bij de meting van de elektromagnetische straling (EMC) gaat het vaak mis, vertelt Vlietstra. De zelfrijdende voertuigen stralen te veel straling uit, waardoor er onverwachte dingen kunnen gebeuren. Of het voertuig is gevoelig voor straling van buitenaf. “Gelukkig is dit vaak relatief eenvoudig op te lossen, bijvoorbeeld door isolerende beplating of magneten in de bekabeling te plaatsen.”
Cultuuromslag Door de samenwerking met allerlei partijen, zoals fabrikanten, Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV), Rijkswaterstaat en gemeenten en provincies maakt ook de RDW een soort cultuuromslag door. Van der Stoep: “Onze basis is natuurlijk regelgeving, maar nu krijgen we ook te maken met innovatie. Dat geeft wel een bepaald spanningsveld. Het is een uitdaging om zelf de verantwoordelijkheid te nemen in zo’n ontwikkeling. Gelukkig hebben we goede technische mensen in dienst en kunnen we steeds beter inschatten of een zelfrijdend voertuig klaar is voor een rit op de openbare weg.”
28
RDWIJZER - NUMMER 1 - 2016
29
Jaarverslag RDW 2015
Invoering 2toDrive
RIJLESSEN VANAF 16,5 JAAR SUCCES 2toDrive is na een proefperiode van twee jaar definitief ingevoerd. Met 2toDrive kunnen jongeren vanaf 16,5 jaar starten met rijlessen. Vanaf hun zeventiende mogen ze hun rijbewijs halen en onder begeleiding rijden tot ze achttien zijn. Jongeren doen hierdoor veel rijervaring op, voordat ze alleen de weg op gaan.
Veel media-aandacht door het dieselschandaal bij
Uit een evaluatie van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid blijkt dat de jonge automobilisten het begeleid rijden serieus nemen en alvast veel belangrijke rijervaring opdoen. Juridische aansprakelijkheid van de begeleider voorkomt dat 2toDrive wordt misbruikt voor Bob. Inmiddels slaagden ruim 140.000 17-jarigen voor het rijexamen via 2toDrive.
Lees alle hoogtepunten, feiten en cijfers over 2015
8,1 voor vernieuwde vakblad APK-keurmeester Keurmeesters en erkenninghouders lezen ‘hun’ vakblad APK-keurmeester intensief. Ook geven ze een hoge waardering: een gemiddeld rapportcijfer van 8,1. Dat blijkt uit een onderzoek dat de RDW in april liet uitvoeren onder ruim vierhonderd lezers.
blad is in 2015 vernieuwd, in samenwerking met communicatiebureau Kris Kras uit Utrecht. APKkeurmeester kreeg toen een nieuwe vormgeving en bladformule, met een heldere rubrieksindeling.
Om keurmeesters en keuringsinstanties op de hoogte te houden van nieuws en informatie over de Algemene Periodieke Keuring (APK) en de toepassing van de regelgeving, publiceert de RDW elk kwartaal het vakblad APK-keurmeester. Het
Het voornaamste doel is om de APK-regelgeving te vertalen naar de dagelijkse praktijk. Dat wordt ruimschoots gehaald: 84% van de lezers zegt dat zij via het blad beter op de hoogte zijn van APK-regelgeving. Twee op de drie lezers geeft aan
Doel bereikt
dat zij de regelgeving vervolgens ook beter kan toepassen.
APK-keurmeester favoriet Het vakblad is populair bij de doelgroep: • 85% gebruikt het blad als primaire bon voor nieuws en ontwikkelingen rondom de APK; • 85% leest het blad helemaal of grotendeels; • 86% stelt het op prijs om het te ontvangen; • lezers beoordelen het met een gemiddeld rapportcijfer van 8,1.
De RDW is partner van ‘Dag van de BHV’ De RDW is gericht op veiligheid. Van veilige mobiliteit en een goed werkend APK-systeem tot veilige, betrouwbare datasystemen. Ook veiligheid van medewerkers hoort daarbij, waaronder aandacht voor arbeidsomstandigheden en bedrijfshulpverlening (BHV). Daarom is de RDW partner van het initiatief ‘Dag van de BHV’. “We ondersteunen dit initiatief van harte,” zegt Peter Spaan, manager Facilitaire Dienstverlening RDW: “Maar liefst 194 RDW’ers zijn BHV’er. Er kan nooit genoeg aandacht zijn voor de veiligheid van je medewerkers enerzijds en de veelal
30
belangeloze inzet van BHV’ers anderszijds. Ook de automotive branche heeft baat bij goede arbeidsomstandigheden en bedrijfshulpverlening. De RDW besteedt daarom veel aandacht aan de veiligheid en gezondheid van medewerkers.”
De eerste maandag van november De Dag van de BHV vindt intern bij de deelnemende organisaties plaats. Het is een jaarlijks evenement, altijd op de eerste maandag van november. Dit jaar vindt de vijfde editie plaats op maandag 7 november.
Meer informatie dagvandebhv.nl
VW, een landelijke campagne tegen tellerfraude en het eerste kentekenbewijs met CvO op chip.
in het online RDW-jaarverslag. De complete en een verkorte versie vindt u op jaarverslag.rdw.nl.
Tractors krijgen kenteken Op 1 januari 2017 is het plan dat de kentekenplicht wordt ingevoerd voor landbouw- en bosbouwtrekkers, motorrijtuigen met beperkte snelheid, mobiele machines en door hiervoor genoemde voertuigen voortbewogen aanhangwagens.
Vanaf dan worden alle nieuwe voertuigen ingeschreven in het kentekenregister. De voertuigen die al rondrijden, zullen van februari 2017 tot 19 mei 2018 ook van een kenteken worden voorzien. De eigenaar is zelf verantwoordelijk voor het aanvragen hiervan.
Trekker mag sneller Met het invoeren van de kentekenplicht gaat de maximum snelheid omhoog. Inge Wolbers, projectmanager LRV bij de RDW: “Nu mag je met een landbouwtrekker niet harder dan 25 km/u, maar sommige modellen kunnen wel 70. In Duitsland bijvoorbeeld rijden ze die snelheid ook, want daar mag je zo hard als je wilt. In Nederland mogen voertuigen die hier technisch geschikt voor zijn vanaf volgend jaar maximaal 40 km/u, wij schatten in dat dat voor zo’n 150.000 voertuigen geldt.”
18 juni: Vet Cool Man
Onvergetelijke dag voor chronisch zieke kinderen Het testcentrum van de RDW in Lelystad staat op 18 juni 2016 in het teken van de jaarlijkse Vet Cool Man-dag. De stichting Geluk en Vrijheid organiseert deze speciale dag voor gezinnen met een chronisch ziek kind. Zij rijden in een Porsche van het ziekenhuis naar Lelystad. Meer dan 200 Porsches doen mee om ruim 150 gezinnen een fantastische dag te bezorgen. Even de ziekte vergeten en veel plezier maken samen. Het hoogtepunt is een rondrit in de Porsche op de testbaan. Iedereen mag ongeveer tien minuten een rondje racen – uiteraard veilig en onder begeleiding. Verder zijn er race-simulatoren, spelletjes, springkussens, optredens, clowns, radiografisch bestuurbare auto’s en zelfs mini-karts voor de wat oudere kinderen.
Voordelen van kentekening Op het moment dat de RDW deze voertuigen kentekent… • voldoet Nederland aan de Europese APK-verplichting voor snelle tractoren, die in 2018 in werking treedt; • is het voor medeweggebruikers en handhavers duidelijker dat de voertuigen voldoen aan de eisen om op de openbare weg te mogen rijden; • kan een snelheidsverhoging worden doorgevoerd naar 40 kilometer per uur, op wegen waar dat volgens de wegbeheerder veilig is; • kan de gereden snelheid via bijvoorbeeld ‘flitsen’ worden gehandhaafd; • worden concurrentieverhoudingen tussen landbouwvoertuigen en de commerciële transportsector gelijkgetrokken doordat beide een kenteken moeten dragen; • kunnen voertuigen bij diefstal sneller opgespoord worden op basis van hun kenteken.
RDWIJZER - NUMMER 1 - 2016
31
‘9-TONNERS NEMEN WE GEMAKKELIJK OP SLEEPTOUW’
KRACHTPATSER Wie? Frans Smink, acquisiteur bij Bergnet Wat? Bergingswerk en transportactiviteiten Hoezo? Het geeft voldoening om mensen te helpen en ze naar een veilige situatie te brengen.
32
RDWIJZER - NUMMER 1 - 2016
Strenger dan APK-eisen
Acuut probleem
“Onze bergingstrucks voor vrachtwagens – of ‘wreckers’ – zetten we in voor alles boven de 3,5 ton. Vrachtwagens worden steeds groter en zwaarder. Vroeger waren 5- tot 6-tons voorassen al heel wat. Nu wordt zeventig procent afgeleverd met 9-tons voorassen. Onze wagens maken we daarom ook robuuster en groter. Tegelijkertijd moeten ze natuurlijk wel voldoen aan alle wettelijke eisen. Daarover hebben regelmatig overleg met de RDW. We bespreken eisen die mogelijk in de toekomst gaan gelden, zodat onze wagens daar al op voorbereid zijn. Qua techniek zorgen we sowieso dat alles voor honderd procent in orde is. Want het is natuurlijk enorm slechte reclame als een van onze bergingstrucks met pech langs de kant van de weg zou staan. Ik zie de Twitter-berichten al voor me!”
“Onze slogan is ‘de autohulpdienst die ménsen helpt’. Dat vat ons werk goed samen. We hebben het bewust niet over voertuigen, want in de eerste plaats willen we mensen helpen. Daarvoor zijn we zeven dagen per week, dag en nacht, bereikbaar. Als je opgeroepen wordt, is er altijd iemand die een acuut probleem heeft. Het geeft een goed gevoel om iemand – en zijn voertuig – in veiligheid te brengen. Ook dient ons werk een maatschappelijk belang: de weg zo snel mogelijk weer vrijmaken. We zien steeds meer frustratie van automobilisten als er een vrachtwagen gestrand is en een baanvak wordt afgesloten. Velen vinden dat onterecht. Maar wij kennen het gevaar: onze bergingstrucks trekken de aandacht en als mensen ergens naar kijken, dan rijden ze daar automatisch naartoe.”