Notitie over ontwikkeling Nederlandse export van goederen – september 2015 Deze notitie gaat in op de ontwikkeling van de Nederlandse goederenuitvoer over de 1e helft van 2015. Ook bevat zij de groeiverwachtingen voor de Nederlandse export voor de periode 20152016. Tevens staan in de notitie diverse feitjes en wetenswaardigheden over het Nederlandse internationaal ondernemen en samenwerken.
1. Exportrealisaties
Exporterend Nederland heeft in de 1e helft van 2015 circa 4,2% meer aan goederen en diensten (in volume) uitgevoerd dan in de eerste zes maanden van 2014. Daarbij groeide de uitvoer van binnenlands geproduceerde producten – Made in Holland – volgens het CBS bijna net zo sterk als de wederuitvoer.
De voorspoedige ontwikkeling bij de Made in Holland-export is terug te zien in de Nederlandse industrie; een belangrijke exportsector. Zo lag de bezettingsgraad van de industriële productiecapaciteit aan het begin van het 3e kwartaal op het hoogste niveau sinds het uitbreken van de mondiale crisis in 2008. Een andere illustratie van de gunstige ontwikkeling is de sterk gestegen uitvoer van transportmiddelen (denk aan DAF Trucks en vrachtwagens van Scania1)2. Verder nam ook de Nederlandse dienstenuitvoer in het 1e halfjaar flink toe.
Nederland exporteerde in de 1e helft van 2015 voor 212,9 miljard euro aan goederen. Daarmee lag de uitvoerwaarde 1,5% lager dan in de eerste zes maanden van 2014. De daling is vooral het gevolg van de teruggelopen uitvoerwaarde van fossiele brandstoffen (resultaat van hoofdzakelijk de lagere olieprijs) (zie tabel 2)3. Exclusief energie lag de waarde van de Nederlandse goederenuitvoer 2,2% hoger dan in het 1e halfjaar van 2014.
Dankzij de exportgroei, de hogere bedrijfsinvesteringen en de toegenomen particuliere consumptie zit de Nederlandse economie weer in de lift (zie figuur 1). Het Nederlandse BBP ligt op ongeveer hetzelfde niveau als voor de wereldwijde crisis.
Hoewel de totale waarde van de goederenuitvoer met 1,5% daalde, was onderliggend een uiteenlopende ontwikkeling te zien (zie tabel 1). Zo daalde de afzet in Europa (minus 3,6%) en Afrika (minus 3,8), terwijl anderzijds de exportwaarde naar Noord- en Zuid-Amerika (met 1,0%) groeide. Ook liet de uitvoer naar Oceanië (met name Australië en Nieuw-Zeeland) een fraaie groei zien. Eveneens steeg de goederenuitvoer naar Azië in de 1e helft van 2015 met 14,0% (t.o.v. dezelfde periode in 2014). Deze forse stijging is vooral terug te voeren op de gestegen export van machines en vervoermaterieel naar de regio. Ook de uitvoer van chemische producten en voedingsmiddelen naar Aziatische landen groeide. De exportwaarde van fossiele brandstoffen liep echter terug.
1
Ongeveer 60% van de Europese vrachtwagenproductie van Scania Trucks gebeurt in Zwolle. Een andere illustratie betreft de flink gegroeide bedrijfsinvesteringen in machines en installaties, telecommunicatie en software (bron: CBS, 2015). 3 De exportwaarde van fossiele brandstoffen lag in de 1e helft van 2015 18,8% lager dan in dezelfde periode een jaar eerder. 2
1 van 18
Figuur 1 – Ontwikkeling Nederlandse economie
Tabel 1 – Ontwikkeling Nederlandse goederenuitvoer naar continent (bedragen x 1.000 euro, tenzij anders aangegeven) 1e helft
1e helft 2015
2014
%-mutatie 1e helft 2015 t.o.v. 1e helft
2014
2014 216.274.366
433.405.454
212.944.404
-1,5
Totaal Europa
171.106.839
341.421.732
164.865.468
-3,6
Totaal Afrika
7.303.275
14.248.676
7.027.528
-3,8
Totaal Amerika
15.660.561
31.404.004
15.821.242
1,0
Totaal Azië
21.013.349
43.764.834
23.951.033
14,0
1.190.346
2.566.207
1.279.133
7,5
Totale waarde Nederlandse uitvoer
Totaal Oceanië
Bron: CBS, 2015 en Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, 2015.
Onderliggend uiteenlopend beeld Indien we een slag dieper kijken - naar de goederenuitvoer per land -, kunnen we vaststellen, dat ook daar sprake was van een uiteenlopende ontwikkeling: krimp- en groeimarkten lagen naast elkaar. In voorgaande perioden was dit niet anders. Tabel 2 en tabel A in de bijlage illustreren de uiteenlopende ontwikkeling voor een groot aantal landen. Tabel 2 bevat de uitvoerontwikkeling naar de twintig belangrijkste Nederlandse exportmarkten van goederen; tabel A bevat een uitgebreide lijst van Nederlandse exportmarkten. Export naar Brazilië en Canada stijgt, terwijl uitvoer naar VS terugloopt Zoals hierboven is vermeld, steeg per saldo de waarde van de Nederlandse goederenuitvoer naar 2
Noord- en Zuid-Amerika met een 1,0%. Daarbij kochten Canadezen in de 1e helft van 2015 voor 9,8% meer aan Nederlandse goederen, terwijl de goederenuitvoer naar de VS met 1,6% in waarde daalde. Ook in Latijns-Amerika was het beeld wisselend. Zo schaften Brazilianen voor 2,3% meer aan Nederlandse goederen aan; deze stijging is frappant omdat de Braziliaanse economie in een recessie verkeert. Argentinië – dat tegen een recessie aanzit – liet een sterke terugval zien: de Nederlandse exportwaarde kelderde met 36,6% in de 1e helft van 2015 (t.o.v. dezelfde periode in 2014). Daarbij komt dat de exportwaarde naar Argentinië in 2014 al met 16,4% was teruggelopen. Voorts groeide de uitvoer naar Chili (met 0,9%), naar Colombia (+27,6%), naar Uruguay (+2,6%) en naar Venezuela (+6,0%). Daarentegen verminderde onze goederenexport naar Mexico met 7,7% in waarde. Panama nam juist voor 69,7%, Peru voor 70,3% en Honduras voor 11,9% meer aan Nederlandse producten af (t.o.v. de periode januari-juni 2014). Europese groeiers en dalers Onze goederenuitvoer naar Bulgarije (+19,1%), Hongarije (17,8%) en Polen (+5,7%) liet in de 1e helft van 2015 een fraaie groei zien (t.o.v. de periode januari-juni 2014). Groei was er ook in Roemenië (+3,4%), Spanje (+1,9%) en het Verenigd Koninkrijk (+2,4%). Krimp was er bij de uitvoer naar Griekenland (-3,5%), Portugal (-3,5%), Slowakije (-8,1%), Slovenië (-12,6%) en Tsjechië (-0,3%). Onze 2e exportmarkt, België, liet een waardedaling van 8,4% zien. Ook onze uitvoer naar drie andere grote Europese afzetmarkten liep terug: Frankrijk (-4,6%), Duitsland (4,8%) en Italië (-7,7%). De Baltische Staten lieten een wisselend beeld zien: onze goederenexport naar Litouwen (+20,1%) en Letland (+13,7%) groeide, die naar Estland (-7,2%) kromp. Voorts groeide onze goederenuitvoer naar Finland met 1,1% in waarde; die naar Turkije pluste 10,6%. Oostenrijkers kochten echter voor 2,8% minder Nederlandse goederen dan in 2013. Verder kromp de Nederlandse goederenuitvoer naar Oekraïne met 27,5% in waarde (t.o.v. de 1e helft van 2014), nadat deze in geheel 2014 met een derde was teruggelopen. Tot slot importeerde Rusland in 2014 voor 37,1% minder aan Nederlandse goederen dan in de 1e helft van 2014. Resultante van deze afname: Rusland was in de 1e helft van 2015 onze 20e exportmarkt van goederen, tegenover een 12e positie in 2014. Snelle groeiers en grote dalers in Azië China - de belangrijkste Nederlandse exportmarkt in Azië – kocht in de 1e helft van 2015 voor 6,8% meer Nederlandse goederen. Naar de 2e afzetmarkt in de regio - Singapore – ging 31,5% meer en de afzet op de 3e Aziatische exportmarkt– Zuid-Korea – groeide met 8,7%. Japan – de 4e markt – pluste met 2,8% en de uitvoer naar Taiwan steeg met 44,2% in waarde (na een uitvoerdaling van 30,4% in 2014). De uitvoer naar India groeide in de eerste zes maanden van 2015 met 10,0%, naar Thailand ging voor 13,3% meer aan Nederlandse exportgoederen en onze uitvoer naar Vietnam groeide met 43,9% in waarde.
Gemengd beeld in Midden-Oosten en Afrika Het Midden-Oosten bood – net als andere regio’s – een gemixt beeld. Zo lag de exportwaarde naar Israël in het 1e halfjaar van 2015 31,0% hoger, terwijl de Nederlandse uitvoer naar Irak (-29,1%), Libanon (-15,2%) en Syrië (-3,5%) daalde. Daarentegen lieten Iran (+16,6%), Jordanië (+12,6%), Koeweit (+30,8%), de Palestijnse Gebieden (+46,4%) en de VAE (+4,3%) juist groei zien. Ook Saoedi-Arabië nam in het 1e halfjaar van 2015 voor 16,4% meer aan Nederlandse 3
goederen af (t.o.v. de 1e helft van 2014). De goederenexport naar de grootste Afrikaanse afzetmarkt, Nigeria, steeg met 7,8% in waarde. Naar de 2e markt op het Afrikaanse continent, Zuid-Afrika, groeide de uitvoerwaarde met 14,7%. Voorts groeide de export naar Algerije (+10,6%), Marokko (+32,5%) en Tunesië (+2,2%). In Egypte (-5,6%) en Libië (-29,2%) was sprake van een afname.
Tabel 2 – Ontwikkeling Nederlandse goederenuitvoer naar exportmarkttop-20 (bedragen x 1.000 euro, tenzij anders aangegeven) 1e helft 2014
Geheel 2014
1e helft 2015
1
Duitsland
52.334.654
104.470.896
49.800.632
%-mutatie 1e helft 2015 t.o.v. 1e helft 2014 -4,8
2
België
24.058.207
47.512.467
22.026.976
-8,4
3
Verenigd Koninkrijk
18.330.958
36.751.455
18.763.730
2,4
4
Frankrijk
18.009.360
35.494.085
17.176.227
-4,6
5
VS
9.259.137
18.979.889
9.112.066
-1,6
6
Italië
9.753.622
18.727.331
9.006.712
-7,7
7
Spanje
5.963.115
11.988.523
6.076.867
1,9
8
Polen
4.728.943
9.622.357
4.997.129
5,7
9
China (Volksrepubliek)
3.781.187
7.920.224
4.038.569
6,8
10
Zweden
3.850.643
7.793.778
3.813.408
-1,0
11
Tsjechië
3.198.549
6.543.745
3.187.892
-0,3
12
Zwitserland
2.733.760
5.549.159
2.881.117
5,4
13
Denemarken
2.753.939
5.538.048
2.788.752
1,3
14
Turkije
2.481.654
5.067.135
2.744.703
10,6
15
Oostenrijk
2.563.997
5.104.451
2.492.977
-2,8
16
Finland
2.244.973
4.414.621
2.269.205
1,1
17
Singapore
1.667.689
3.495.963
2.193.834
31,5
18
Noorwegen
1.908.929
3.764.072
1.991.515
4,3
19
Zuid-Korea
1.828.799
3.749.135
1.987.765
8,7
20
Russische Federatie
3.075.305
6.288.751
1.935.546
-37,1
Bron: CBS, 2015 en Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, 2015. Kader 1 – Kansen exporterend Nederland door economische take-off opkomende markten De stevige groei van het Westerse welvaartsniveau startte rond 1750 in Engeland met de industriële revolutie (zie figuur 2). Ambachtelijke en kleinschalige werkplaatsen groeiden uit tot grote fabrieken; samen vormden ze een grootschalige industrie. Dankzij de toepassing van stoommachines in het productieproces ging de arbeidsproductiviteit – en daarmee de welvaart – omhoog. Hetzelfde resulteerde uit latere innovaties als elektriciteit, nieuwe materialen als staal en allerlei chemicaliën, de verbrandingsmotor en ICT (radio, telegraaf, mobieltje, Internet, PC). Ook bijvoorbeeld (mondiale) arbeidsverdeling, een toenemend opleidingsniveau, betere hygiëne en accumulatie van de kapitaalgoederen (denk aan een betere fysieke infrastructuur en meer machines) hebben in de loop der tijd bijgedragen aan de toegenomen welvaart. Nederland behoort op dit vlak
4
tot de wereldtop, zeker qua arbeidsproductiviteit per uur, aldus the Conference Board (2015)4. Een voorbeeld betreft onze landbouwsector. Indien de productiviteit over de gehele wereld op hetzelfde niveau als in de Nederlandse landbouwsector lag, zou er maar een kwart van het huidige landbouwareaal nodig zijn om dezelfde productie te kunnen realiseren. Figuur 2 – Mondiale BBP-ontwikkeling
Inmiddels is de welvaartsstijging geen puur Westers verschijnsel meer. Japan en Zuid-Korea hebben de hoge Westerse levensstandaard al bereikt. Ook menig opkomende markt heeft in de afgelopen decennia een vaak indrukwekkende groeiperiode doorgemaakt, zoals Brazilië, China en India. Tevens hebben landen als Chili, Mexico, Polen, Slowakije, Turkije en Vietnam knappe economische prestaties geleverd. Het maakt dat het economische gewicht in de wereld – opnieuw - verschuift (zie figuur 3). De groeiende welvaart in opkomende markten creëert kansen voor exporterend Nederland. Zo staan in de top20 van Nederlandse exportmarkten over de 1e helft van 2015 vijf nieuwkomers ten opzichte van de top-20 over 2002, te weten China, Polen, Singapore, Tsjechië en Zuid-Korea (zie tabel B in de bijlage). Kijken we iets verder terug dan zien we een nog iets geprononceerder verschuiving. Zo ging dit voorjaar 11,2% van de Nederlandse goederenuitvoer naar Aziatische markten, tegenover 6,9% in 19945. Het aandeel van Afrika in onze totale goederenexport is opgelopen van 1,7% in 1994 tot 3,3% in het 1e halfjaar van 2015; voor Noord- en Zuid-Amerika steeg het aandeel van 5,8% tot 7,4%. Anderzijds liep het aandeel van Europa terug van 84,5% in 1994 tot 77,4% in de periode januari-juni 2015. Daarbij moet worden bedacht dat de intra-
Daarbij is een sterk punt van Nederland, dat ‘we’ een hoge arbeidsproductiviteit koppelen aan een hoge arbeidsparticipatie. In bijvoorbeeld België en Frankrijk ligt de arbeidsproductiviteit eveneens op een hoog niveau, maar daar staan laag- en ongeschoolden relatief veel buiten het arbeidsproces. 5 Bij dit cijfer en ook bij de andere cijfers is geen rekening gehouden met indirecte export: auto-onderdelen die Nederlandse firma’s bijvoorbeeld naar Duitsland exporteren; aldaar verwerkt BMW de onderdelen in zijn premiumauto’s die de Zuid-Duitse autobouwer vervolgens naar China exporteert. De indirecte export naar bijvoorbeeld de BRIC-landen is fors, zie http://www.ape.nl/nl/projecten/default.asp?nid=142. 4
5
Europese handel in dezelfde periode een krachtige impuls kreeg door 1) de creatie van de Economische en Monetaire Unie (interne markt en invoering euro); 2) de forse uitbreiding van het aantal EU-lidstaten. Kortom, de exportkansen buiten Europa namen nog sneller toe dan de binnen Europa groeiende exportmogelijkheden. Figuur 3 – Wisselende economische gewichten
Bron: ING, 2013, CPB, diverse jaren, en de Volkskrant, 2015.
Kader 2 – Uitvoerontwikkeling naar type exportproduct Achter de lichte daling van de uitvoerwaarde in de 1e helft van 2015 (minus 1,5% t.o.v. dezelfde periode in 2014) gaat een uiteenlopende ontwikkeling van de afzonderlijke uitvoercategorieën schuil (zie tabel 3). Zo steeg de grootste uitvoercategorie – machines en vervoermaterieel (27,3% van de totale goederenuitvoer) met 4,3% in waarde (t.o.v. de periode januari-juni 2014). Daartegenover staat de vermindering van de uitvoerwaarde van fossiele brandstoffen (14,7% van de totale goederenuitvoer) met 18,8%. Verder steeg de uitvoerwaarde van fabricaten en andere geproduceerde goederen, terwijl de exportwaarde van drank en tabak daalde.
6
Tabel 3 – Ontwikkeling Nederlandse goederenuitvoer naar type exportproduct (bedragen x 1.000 euro, tenzij anders aangegeven) 1e helft
2014
2014
1e helft
%-mutatie 1e helft
2015
2015 t.o.v. 1e helft 2014
216.274.366
433.405.454
212.944.404
-1,5
27.766.112
55.973.638
27.559.844
-0,7
3.377.399
6.494.476
2.951.676
-12,6
2 Grondstoffen
10.617.767
20.078.925
10.684.054
0,6
3 Minerale brandstoffen
38.514.687
73.301.857
31.267.644
-18,8
Waarde totale Nederlandse goederenvoer 0 Voeding en levende dieren 1 Dranken en tabak
1.784.322
3.573.479
1.736.772
-2,7
5 Chemische producten
38.112.395
76.028.491
38.812.593
1,8
6 Fabricaten
18.859.392
37.729.559
18.559.994
-1,6
7 Machines en vervoermaterieel
55.679.519
115.213.105
58.081.706
4,3
8 Diverse gefabriceerde goederen
20.539.834
42.892.897
21.933.546
6,8
1.022.942
211.9027
1.356.577
32,6
4 Dierlijke en plantaardige oliën
9 Niet afzonderlijk genoemde goederen
Bron: CBS, 2015 en Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, 2015.
2. Exportverwachtingen A. Vertrouwensindicatoren Vooruitlopende indicatoren schetsen per saldo een positief beeld over de verwachte conjuncturele ontwikkeling. Zo wijst de CBS-exportradar op betere exportomstandigheden dan een jaar geleden, zie http://www.cbs.nl/nlNL/menu/themas/dossiers/conjunctuur/cijfers/radars/exportradar.htm. Ook ligt het vertrouwen van producenten in de industriële sector – een belangrijke exportsector – op een hoog niveau (zie figuur 4). Producenten in de industrie zijn positief over hun toekomstige productie. Ondernemers zijn aan het begin van het derde kwartaal ook positiever gestemd dan een kwartaal eerder. Verder ontwikkelt de bedrijvigheid in de industrie zich voorspoedig, aldus de Nederlandse Vereniging van Inkoopmanagers (NEVI). De NEVI-index, die de bedrijvigheid weerspiegelt, lag in augustus op 53,9 (zie https://www.nevi.nl/nieuws/van-weele-sterkeconcurrentiepositie-en-goede-orderposities). Een stand boven 50 duidt op groei, terwijl een stand onder de 50 op krimp wijst. Daarentegen duidt de DNB-conjunctuurindicator die loopt tot en met februari 2016, juist op een afzwakking van de economische activiteiten, zie http://www.dnb.nl/onderzoek-2/conjunctuurindicator/index.jsp.
7
Figuur 4 – Producentenvertrouwen
Bron: CBS, 2015.
B. CPB-groeiramingen voor 2015-2016 Het CPB is in zijn op Prinsjesdag gepresenteerde Macro Economische Verkenning 2016 positief gestemd over de ontwikkeling van de Nederlandse uitvoer. Zo voorziet het Planbureau voor geheel 2015 een volumegroei van de export van goederen en diensten met 4,4% (t.o.v. 2014) (zie tabel 4). In 2016 versnelt de uitvoergroei tot 5,3%. Voor de Nederlandse economie is het daarbij gunstig dat de binnenlands geproduceerde export – Made in Holland - stevig bijdraagt aan de fraaie exportgroei6. De wederuitvoer groeit weliswaar ook flink, maar de verwachte stijging ligt zowel in 2015 als in 2016 onder het langjarige gemiddelde (zie tabel 4). Hoewel de (macro-)exportramingen positief zijn, lijken de kansen voor exporterend Nederland per regio en land uiteen te lopen. In veel opkomende markten vertraagt de economische groei. Bij menig opkomende economie ligt de oorzaak hiervan in het lagere groeitempo van de Chinese economie. Veel opkomende markten zien hun economische groei teruglopen door de gedaalde vraag naar hun grondstoffen én de lagere prijzen die zij daarvoor krijgen. Hetzelfde geldt voor olieproducerende landen. Anderzijds versnelt de economische groei in een
6
Deze ‘gunstigheid’ is gelegen in de hogere toegevoegde waarde (bijdrage aan de BBP-groei) van binnenlandse geproduceerde. Aan de wederuitvoer verdienen exporteurs minder per uitgevoerde euro.
8
toenemend aantal OECD-lidstaten en wordt de groei in deze geïndustrialiseerde landen ook robuuster, aldus het CPB. Het Verenigd Koninkrijk en de VS leiden de groeiversnelling in geavanceerde economieën. Het CPB benadrukt de forse en vooral neerwaartse risico’s die aan zijn ramingen verbonden zijn (zie ook kader 3). Tabel 4 - CPB-ramingen (%-volumemutaties t.o.v. het voorgaande jaar) Gemiddelde
2013
2014
2015
2016
jaarmutatie 1996-2012 Nederlands BBP
2,1
-0,5
1,0
2
2,4
Relevante wereldhandel
4,8
2,2
3,9
2,8
5,4
Totale uitvoer van goederen &
5,0
2,1
4,0
4,4
5,3
5,2
0,8
4,6
3,9
6,0
diensten (exclusief energie) -
Uitvoer van goederen (exclusief energie)
-
Wederuitvoer
8,9
1,3
6,5
4,0
6,6
-
Uitvoer van binnenlands
2,4
0,2
2,5
3,7
5,3
4,4
4,2
7,5
6,2
3,4
geproduceerde goederen & diensten -
Uitvoer van binnenlands geproduceerde diensten
Bron: CPB, 2015 en Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, 2015.
Kader 3 – Atradius: voorlopig lagere groeiwereldhandel & risico’s voor de wereldeconomie De wereldhandel groeide voor de mondiale economische crisis in 2008 uitbrak twee decennialang met gemiddeld 7,0% per jaar. Daarentegen bedroeg de groei in de afgelopen drie jaar gemiddeld 3,0%. Atradius verwacht voor de langere termijn geen terugkeer van hoge groeicijfers voor de internationale handel. De stevige groei in het recente verleden was vooral het gevolg van opsplitsing van productieketens over grenzen en continenten heen. Ondernemingen verplaatsen productie-onderdelen naar onder meer China, India en Thailand of besteedden ze aldaar uit, om zo de productiekosten te verlagen en/of de kwaliteit van het eindproduct te verbeteren. Nieuwe ICT, lagere transportkosten, afgenomen handelsbarrières en economische hervormingen vergemakkelijkten dit proces. Volgens Atradius is de komende jaren vanuit de globalisering van productieketens echter nog nauwelijks effect te verwachten; er lijkt een nieuw optimum te zijn bereikt. Het gevolg is dat vanuit deze hoek geen positief effect op de wereldhandel uitgaat. Atradius noemt in haar recente Creditnotes een vijftal (hoofd)risico’s die een neerwaarts effect kunnen hebben op de groei van de wereldeconomie. Deze risico’s zijn:
9
1.
Een lagere groei van de rijke (OESO)-landen die het gevolg is van de hoge schuldniveaus van overheden en particulieren. Doordat zij zich richten op afbouw van hun schulden komen hun bestedingen lager uit. Dit heeft een neerwaarts effect op de mondiale economische groei.
2.
Opkomende markten komen in moeilijkheden door een hogere dollarkoers (t.o.v. hun eigen munt) en veranderingen in de mondiale financiële liquiditeit.
3.
De groei van de Chinese economie loopt sneller terug (‘harde landing’) dan gedacht.
4.
De economische groei van opkomende markten vertraagt stevig door laag blijvende grondstofprijzen. Zij ontvangen minder voor hun export van bijvoorbeeld olie, gas, steenkool, erts en koper, wat vervolgens resulteert in lagere bestedingen en daardoor een lagere BBP-groei.
5.
Van geopolitieke conflicten (Rusland-Oekraïne, Midden-Oosten) gaat een groter negatief effect uit op de wereldwijde economische groei dan voorzien.
Bron: Atradius, 2015 en Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, 2015.
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Concernstaf/DM&I/drs. R.J. (Ron) Hogenboom (
[email protected]) Den Haag, september 2015
10
Bijlagen Tabel A – Ontwikkeling Nederlandse goederenuitvoer naar type exportproduct (bedragen x 1.000 euro, tenzij anders aangegeven) 1e helft 2014
Geheel 2014
1e helft 2015
1
Duitsland
52.334.654
104.470.896
49.800.632
%-mutatie 1e helft 2015 t.o.v. 1e helft 2014 -4,8
2
België
24.058.207
47.512.467
22.026.976
-8,4
3
Verenigd Koninkrijk
18.330.958
36.751.455
18.763.730
2,4
4
Frankrijk
18.009.360
35.494.085
17.176.227
-4,6
5
VS
9.259.137
18.979.889
9.112.066
-1,6
6
Italië
9.753.622
18.727.331
9.006.712
-7,7
7
Spanje
5.963.115
11.988.523
6.076.867
1,9
8
Polen
4.728.943
9.622.357
4.997.129
5,7
9
China (Volksrepubliek)
3.781.187
7.920.224
4.038.569
6,8
10
Zweden
3.850.643
7.793.778
3.813.408
-1,0
11
Tsjechië
3.198.549
6.543.745
3.187.892
-0,3
12
Zwitserland
2.733.760
5.549.159
2.881.117
5,4
13
Denemarken
2.753.939
5.538.048
2.788.752
1,3
14
Turkije
2.481.654
5.067.135
2.744.703
10,6
15
Oostenrijk
2.563.997
5.104.451
2.492.977
-2,8
16
Finland
2.244.973
4.414.621
2.269.205
1,1
17
Singapore
1.667.689
3.495.963
2.193.834
31,5
18
Noorwegen
1.908.929
3.764.072
1.991.515
4,3
19
Zuid-Korea
1.828.799
3.749.135
1.987.765
8,7
20
Russische Federatie
3.075.305
6.288.751
1.935.546
-37,1
21
Ierland
1.785.485
3.787.907
1.778.923
-0,4
22
Japan
1.621.126
3.320.386
1.666.754
2,8
23
Hongarije
1.312.017
2.809.598
1.545.204
17,8
24
Taiwan
1.055.550
2.493.170
1.522.492
44,2
25
Canada
1.379.299
2.550.763
1.514.524
9,8
26
Brazilië
1.469.114
2.816.764
1.502.644
2,3
27
Nigeria
1.365.753
2.634.541
1.471.741
7,8
28
VAE
1.376.848
2.794.280
1.436.635
4,3
29
Saoedi-Arabië
1.210.871
2.515.957
1.409.629
16,4
30
Portugal
1.345.494
2.670.885
1.298.233
-3,5
31
Mexico
1.358.393
2.696.934
1.253.915
-7,7
32
Hongkong
956.180
2.206.007
1.177.472
23,1
33
Australië
1.006.754
2.180.993
1.077.450
7,0
34
Griekenland
1.096.349
2.267.248
1.058.098
-3,5
11
1e helft 2014
Geheel 2014
1e helft 2015
35
India
906.330
1.856.903
997.069
%-mutatie 1e helft 2015 t.o.v. 1e helft 2014 10,0
36
Zuid-Afrika
868.628
1.770.293
996.676
14,7
37
Roemenië
920.517
1.883.342
951.378
3,4
38
Israël
568.498
1.252.637
744.459
31,0
39
Egypte
737.160
1.465.246
696.008
-5,6
40
Slowakije
751.865
1.505.845
690.777
-8,1
41
Ghana
630.493
1.199.538
544.877
-13,6
42
Algerije
479.355
1.001.288
530.328
10,6
43
Luxemburg
545.845
1.088.854
529.783
-2,9
44
Maleisië
454.235
929.176
526.375
15,9
45
Togo
569.560
922.489
513.816
-9,8
46
Thailand
451.501
932.514
511.340
13,3
47
Bulgarije
386.614
801.018
460.382
19,1
48
Marokko
344.503
806.924
456.458
32,5
49
Litouwen
353.142
732.696
423.947
20,1
50
Estland
409.884
835.695
380.262
-7,2
51
Vietnam
250.763
541.361
360.841
43,9
52
Argentinië
551.562
851.415
349.763
-36,6
53
Indonesië
330.076
682.538
332.418
0,7
54
Slovenië
380.186
751.531
332.135
-12,6
55
Gibraltar
174.627
406.006
298.014
70,7
56
Oekraïne
395.838
775.766
286.951
-27,5
57
Koeweit
218.675
440.651
286.032
30,8
58
Colombia
221.644
454.418
282.765
27,6
59
Kroatië
226.055
456.135
260.533
15,3
60
Letland
205.223
408.508
233.377
13,7
61
Ecuador
86.360
222.936
232.039
168,7
62
IJsland
188.838
381.888
227.271
20,4
63
Chili
222.635
449.394
224.737
0,9
64
Venezuela
208.418
407.777
220.929
6,0
65
Filipijnen
204.092
427.868
216.342
6,0
66
Qatar
194.596
383.766
209.279
7,5
67
Kazachstan
209.965
407.885
196.582
-6,4
68
Pakistan
183.776
368.021
194.342
5,7
69
Jemen
119.462
311.486
193.667
62,1
70
Iran
156.816
375.646
182.809
16,6
71
Servië
186.277
378.638
180.206
-3,3
72
Kenia
87.684
185.977
179.483
104,7
12
1e helft 2014
Geheel 2014
1e helft 2015
73
Jordanië
155.318
324.473
174.943
%-mutatie 1e helft 2015 t.o.v. 1e helft 2014 12,6
74
Cyprus
275.332
504.931
169.602
-38,4
75
Nieuw-Zeeland
149.281
317.837
165.268
10,7
76
Oman
115.416
317.400
151.878
31,6
77
Irak
211.937
385.558
150.318
-29,1
78
Peru
84.354
247.184
143.613
70,3
79
Libanon
168.827
332.292
143.095
-15,2
80
Tunesië
134.235
267.885
137.183
2,2
81
Guinee
265.132
491.477
135.113
-49,0
82
Senegal
408.975
650.326
125.518
-69,3
83
Angola
179.720
343.995
122.507
-31,8
84
Caymaneilanden
51.080
123.314
119.411
133,8
85
Malta
134.027
259.720
115.300
-14,0
86
Suriname
95.280
206.432
115.132
20,8
87
Ivoorkust
95.003
201.649
112.659
18,6
88
Wit-Rusland
146.075
303.070
106.874
-26,8
89
Azerbeidzjan
117.723
283.796
100.813
-14,4
90
Curaçao
76.353
163.763
100.005
31,0
91
Bangladesh
68.026
151.997
95.397
40,2
92
Libië
122.475
247.641
86.740
-29,2
93
Panama
49.869
107.483
84.605
69,7
94
Benin
62.841
140.645
72.511
15,4
95
Bahrein
78.791
147.404
72.413
-8,1
96
Kameroen
80.902
135.377
72.358
-10,6
97
Bosnië-Herzegovina
60.608
129.998
70.841
16,9
98
Cuba
49.005
107.102
64.360
31,3
99
Gabon
65.242
140.914
57.412
-12,0
100
Congo
62.787
130.231
54.106
-13,8
101
Kaapverdië
17.948
49.912
53.973
200,7
102
Tanzania
43.927
106.437
50.173
14,2
103
Dominicaanse Republiek
48.741
102.410
50.072
2,7
104
55.626
116.248
46.994
-15,5
105
Congo (Democratische Republiek) Oezbekistan
44.487
90.993
46.291
4,1
106
Aruba
107
Mauritanië
108 109
40.378
86.021
44.346
9,8
161.826
266.742
44.010
-72,8
Uruguay
42.892
91.917
43.992
2,6
Bolivia
34.423
81.612
41.899
21,7
13
1e helft 2014
Geheel 2014
1e helft 2015
110
Ethiopië
46.843
85.278
41.832
%-mutatie 1e helft 2015 t.o.v. 1e helft 2014 -10,7
111
Soedan
40.876
88.774
39.955
-2,3
112
Georgië
57.325
103.957
37.855
-34,0
113
Macedonië
37.141
83.196
37.717
1,6
114
Paraguay
22.573
59.560
35.520
57,4
115
Costa Rica
30.363
68.393
35.066
15,5
116
Mali
29.671
62.210
32.490
9,5
117
Sri Lanka
28.451
81.783
31.153
9,5
118
Guatemala
28.648
58.374
30.123
5,1
119
Sierra Leone
24.127
46.904
29.500
22,3
120
Trinidad en Tobago
27.739
62.819
29.486
6,3
121
Burkina Faso
31.068
53.734
27.605
-11,1
122
Moldavië
30.403
64.699
27.240
-10,4
123
Equatoriaal-Guinee
28.570
61.642
26.200
-8,3
124
Faeröereilanden
9.569
18.887
25.469
166,2
125
Liberia
17.868
40.079
24.819
38,9
126
Zambia
17.463
38.338
23.370
33,8
127
Oeganda
25.498
52.011
23.052
-9,6
128
Turkmenistan
25.730
55.347
22.825
-11,3
129
Afghanistan
25.630
48.860
22.452
-12,4
130
Albanië
22.108
43.866
22.265
0,7
131
Sint Maarten
15.039
31.631
22.044
46,6
132
Britse Maagdeneilanden
72.801
80.153
20.061
-72,4
133
Mauritius
14.465
31.898
19.946
37,9
134
Bahamas
31.713
54.574
19.634
-38,1
135
Tsjaad
16.120
38.410
19.468
20,8
136
El Salvador
13.478
27.035
19.324
43,4
137
Caribisch Nederland
14.164
32.479
18.828
32,9
138
Mozambique
16.513
62.857
18.303
10,8
139
Kirgizische Republiek
9.779
20.705
16.600
69,8
140
Niger
15.578
30.955
16.354
5,0
141
Haïti
12.174
30.135
16.326
34,1
142
Ceuta
15.020
35.084
16.080
7,1
143
Montenegro
29.559
64.443
15.947
-46,1
144
San Marino
18.015
31.416
15.785
-12,4
145
Syrië
16.326
46.976
15.747
-3,5
146
Macau
13.638
21.753
15.565
14,1
147
Gambia
15.574
32.260
14.925
-4,2
14
1e helft 2014
Geheel 2014
1e helft 2015
9.109
17.507
14.865
%-mutatie 1e helft 2015 t.o.v. 1e helft 2014 63,2
148
Cambodja
149
Namibië
33.499
49.359
14.653
-56,3
150
Armenië
18.816
37.426
14.439
-23,3
151
Djibouti
14.426
27.421
14.143
-2,0
152
Brunei Darussalam
8.296
17.921
13.964
68,3
153
Papoea-Nieuw-Guinea
9.659
21.992
13.861
43,5
154
Honduras
11.495
26.092
12.860
11,9
155
Rwanda
11.168
26.406
12.854
15,1
156
Zuid-Sudan
157
Kosovo
158 159
Gebied onder Palestijnse autoriteit Jamaica
160
Nicaragua
161
Guyana
162
6.312
13.701
12.707
101,3
18.449
28.231
12.663
-31,4
7.919
15.589
11.592
46,4
12.436
21.872
11.466
-7,8
4.163
10.750
10.896
161,7
12.563
21.693
10.120
-19,4
Madagaskar
8.726
24.617
10.114
15,9
163
Liechtenstein
11.772
22.397
10.082
-14,4
164
Birma
8.653
18.651
9.562
10,5
165
Burundi
6.023
18.225
7.983
32,5
166
Nieuw-Caledonië
7.612
14.884
7.964
4,6
167
Andorra
9.028
17.987
7.688
-14,8
168
Nepal
7.077
15.187
6.529
-7,7
169
Maldiven
4.004
8.858
6.393
59,7
170
Frans-Polynesië
6.286
13.055
5.728
-8,9
171
Zimbabwe
7.955
17.732
5.648
-29,0
172
Seychellen
8.768
15.185
5.340
-39,1
173
4.564
9.065
5.221
14,4
174
Centraal-Afrikaanse Republiek Tadzjikistan
5.947
9.988
4.854
-18,4
175
Belize
3.473
7.426
4.286
23,4
176
Mongolië
5.223
13.821
4.219
-19,2
177
Guinee-Bissau
3.448
7.078
3.859
11,9
178
Malawi
3.576
7.564
3.783
5,8
179
Antigua en Barbuda
1.920
4.226
3.747
95,2
180
Barbados
3.506
9.238
3.747
6,9
181
Somalië
2.989
6.897
3.545
18,6
182
2.501
23.795
3.534
41,3
183
Amerikaanse Maagdeneilanden Melilla
4.174
7.940
3.509
-15,9
184
Botswana
7.375
11.143
3.044
-58,7
185
Groenland
1.714
4.202
2.944
71,8
15
1e helft 2014
Geheel 2014
1e helft 2015
186
Guam
2.493
3.744
2.354
%-mutatie 1e helft 2015 t.o.v. 1e helft 2014 -5,6
187
Fijieilanden
1.230
2.464
2.132
73,3
188
Eritrea
935
2.606
2.031
117,2
189
Bermuda
2.070
4.134
1.777
-14,2
190
Dominica
1.620
3.490
1.735
7,1
191
Franse zuidelijke gebieden
939
2.836
1.611
71,6
192
Grenada
1.380
3.141
1.497
8,5
193
Comoren
1.355
3.143
1.425
5,2
194
Noord-Korea
551
2.081
1.240
125,0
195
492
2.320
984
100,0
196
Laos (Democratische Volksrepubliek) Oost-Timor
955
1.863
922
-3,5
197
Swaziland
1.186
4.022
902
-23,9
198
Lesotho
353
1.748
888
151,6
199
Anguilla
448
931
642
43,3
200
Falklandeilanden
58
2.338
630
986,2
201
Bhutan
97
195
254
161,9
202
Marshalleilanden
3.862
4.418
138
-96,4
203
Vaticaanstad
72
127
122
69,4
204
Montserrat
104
213
93
-10,6
205
Bouveteiland
328
595
83
-74,7
206
Cookeilanden
207
Amerikaans-Samoa
208
Micronesië (Federale Staten)
22
137
72
227,3
109
111
44
-59,6
13
34
33
153,8
Bron: CBS, 2015 en Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, 2015.
16
Tabel B –Ranglijst van Nederlandse exportmarkten van goederen 1994
2002
2015
1
Duitsland
1
Duitsland
1
Duitsland
2
België & Luxemburg
2
België
2
België
3
Frankrijk
3
VK
3
VK
4
VK
4
Frankrijk
4
Frankrijk
5
Italië
5
Italië
5
VS
6
VS
6
VS
6
Italië
7
Australië & Oceanië
7
Spanje
7
Spanje
8
Japan
8
Zweden
8
Polen*
9
Russische Federatie
9
Zwitserland
9
China*
10
China
10
Denemarken
10
Zweden
11
Saoedi-Arabië
11
Oostenrijk
11
Tsjechië*
12
Indonesië
12
Polen
12
Zwitserland
13
Russische Federatie
13
Denemarken
14
Finland
14
Turkije
15
Ierland
15
Oostenrijk
16
Japan
16
Finland
17
Griekenland
17
Singapore*
18
Noorwegen
18
Noorwegen
19
Portugal
19
Zuid-Korea*
20
Turkije
20
Russische Federatie
Plaatsen 13 t/m 20: niet beschikbaar
NB: het CBS registreerde de goederenuitvoer in 1994 voor een beperkt aantal landen. Daardoor kunnen we voor dat jaar geen top-20 samenstellen. Tevens registreerde het CBS de uitvoer naar België en Luxemburg niet afzonderlijk. *Nieuwkomer in top-20 1e helft 2015 t.o.v. top-20 over 2002. Bron: CBS, 2015 en Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, 2015.
17
18