Nota Volksgezondheid Gilze en Rijen 2007-2010
Versie: 4-12-2007
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: inleiding …………………………………………………………………………….p 2 1.1 Achtergrond…..............................................................................................................................p 2 1.2 Vraagstelling….............................................................................................................................p 2 1.3 Plaatsbepaling…...........................................................................................................................p 2 1.3.1 Componenten van het gezondheidsbeleid…………………………………………………….p 3 1.3.2 Taken van de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid (WCPV) ……………………… p 4 1.3.3 Visie, uitgangspunten, en doelen…………………………………………………………… p 4 1.3.4 Organisatie van het gezondheidsbeleid …………………………………………………… p 5 1.4. Wmo en gezondheidsbeleid ………………………………………………………………… p 6 Hoofdstuk 2: gezondheid, maatschappelijke verandering en beleid: een analyse……………p 6 2.1 Gezondheidsbeleid 2002-2007 Gilze en Rijen…………………………………………...........p 7 2.2 Enkele maatschappelijke ontwikkelingen …………………………………………………… p 7 2.2.1 Vergrijzing en vermaatschappelijking van de zorg………………………………………….p 8 2.2.2 Welvaart, markt, individualisering en mondialisering …………………………………....…p 8 2.2.3. Breezah!........................................................................................................................….….p 9 2.3. Gezondheidssituatie van Gilze en Rijen …………………………………………………….p 10 2.3.1 Algemeen………………………………………………………………………………...…p 10 2.3.2 Ongezond gedrag in kaart gebracht ………………………………………………………..p 10 2.4. Knelpunten bestaand beleid …………………………………………………………….......p 12 Hoofdstuk 3: de speerpunten 2007-2010..…………………………………………………......p 13 3.1 Rijksbeleid: de speerpunten 2007-2010…………………………………………………......p 13 3.2 Speerpunten Gilze en Rijen …………………………………………………………………p 13 3.3. Actieprogramma gezondheid Gilze en Rijen …………………………………………....... p 14 Hoofdstuk 4: werkorganisatie en conclusie………………………………………………… p 16 Activiteitenmatrix……………………………………………………………… ………………p 16 Bijlagen……………………………………………………………………………………………….……p 19
1
Hoofdstuk 1: inleiding 1.1 Achtergrond Sinds enkele jaren klimt het thema volksgezondheid gestaag omhoog op de beleidsagenda’s van het Rijk. Aanleiding hiervoor is dat Nederland op dit onderdeel vanuit de koppositie (rond 1960) is gekelderd naar de middenmoot van Europa (in 2007). Nederlandse volwassenen behoren namelijk tot de zwaarste rokers, terwijl de jongeren van de Lage Landen hun leeftijdgenoten uit Groot Britannië ver achter zich laten als het gaat om overmatig alcoholgebruik: Nederlandse jongeren behoren tot de stevigste drinkers van Europa. Belangrijkste conclusie is dat ongezond gedrag in toenemende mate bijdraagt aan de ziektelast. Deze tendens kan alleen maar worden gekeerd door een nog meer centrale rol van preventie. Met ingang van het jaar 2002 stelt het ministerie van VWS elke vier jaar landelijke prioriteiten vast op het gebied van de collectieve preventie volksgezondheid, welke verplichting is vastgelegd in de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid (WCPV). Deze wet legt bovendien de gemeenten op, om in het kielzog van het Rijk vierjaarlijks een gezondheidsnota op te stellen. Uiteraard is het wenselijk dat ook in het gemeentelijk beleid een plek wordt gereserveerd voor de landelijke prioriteiten, zodat er sprake kan zijn van een vierjaarlijkse landelijke preventiecyclus. Preventie zal een steeds grotere rol spelen, ook in de curatieve gezondheidszorg. Aan de gemeente de schone taak om in het complexe speelveld samenhang te creëren en de regie te voeren. Vanzelfsprekend is hiervoor het betrekken van vele partners een voorwaarde. Voorliggende nota betreft de lokale invulling van Gilze en Rijen van de WCPV. In 2002 al beschikte onze gemeente over de eerste nota gezondheidsbeleid (meer hierover in hoofdstuk 2). In paragraaf 1.3 volgt een nadere plaatsbepaling. Waar hebben we het over? Waar heeft de gemeente vanuit welke rol invloed op? Hoofdstuk 2 geeft een analyse van de gezondheidssituatie van Gilze en Rijen, ontleend aan recente gezondheidsonderzoeken van de GGD. Uiteraard vormen de belangrijkste bedreigingen van de volksgezondheid zoals die aldaar worden geconstateerd, de bouwstenen voor het beleid en de te nemen (extra) maatregelen voor de komende vier jaar. In hoofdstuk 3 zijn deze maatregelen vastgelegd en gekoppeld aan de speerpunten van het gezondheidsbeleid, gevolgd door een conclusie in hoofdstuk 4. Voor de liefhebber geeft de bijlage meer achtergrondinformatie. De gebruikte bronnen zijn eveneens in een overzicht in de bijlage opgenomen.
1.2 Vraagstelling Voorliggende nota geeft grofweg antwoord op de volgende vragen: 1. Wat zijn de belangrijkste gezondheidsbedreigingen in Gilze en Rijen? 2. Welke speerpunten kunnen worden benoemd aangaande het thema gezondheid? 3. Welke doelen kunnen hieraan worden gekoppeld en hoe kunnen deze worden gerealiseerd? 4. Vanuit welke gemeentelijke rol en met welke partijen?
1.3 Plaatsbepaling Het is niet eenvoudig om het gezondheidsbeleid als een eigenstandige discipline op te vatten. Het beleid strekt zich niet alleen uit over vele sectoren (zorg, sport, jeugd, ruimtelijke ordening, verkeer, veiligheid, onderwijs, milieu en welzijn) maar is tevens georganiseerd vanuit verschillende functies (preventief of curatief). Het Rijk wil de gemeenten om die reden vooral meegeven om vanuit een brede en integrale blik het thema te benaderen. Het gezondheidsbeleid valt uiteen in de volgende deelterreinen in onderstaande tabel weergegeven.
2
1.3.1 Componenten van het landelijk gezondheidsbeleid Deelterreinen 1.Gezondheidsbescherming
Functie
Preventief. Vermijden dat mensen met schadelijke stoffen of omstandigheden in aanraking komen Preventief. ↑ 2.Gezondheidsbevordering! Bevorderen van gezond gedrag en een ↓ gezonde leefstijl 3.Curatieve zorg en Curatief, gericht op ziektepreventie behandeling, verpleging /gerichte aanpak. ziektepreventie, uiteraard preventief, b.v. vaccinatie, maar ook heel gerichte preventie aangaande (o.a.) specifieke aandoeningen.
Rol gemeente
Wettelijk kader
Uitvoering (deels) en regie
Bouw- en milieuvoorschriften /veiligheid en volkshuisvesting
↑ Regierol centraal ↓ Faciliterend (b.v. aangaande bestemmingsplannen voor gezondheidscentra, maar ook AED’s)
WCPV! Vele wetten en regels. In de bijlage is een kort overzicht opgenomen.
Het gezondheidsbeleid zoals in deze nota opgevat, heeft betrekking op onderdeel 2, gezondheidsbevordering, gericht op de collectieve preventie en de openbare gezondheidszorg, zoals gezegd vastgelegd in de WCPV, waarin alle overheidstaken ter bevordering van de volksgezondheid zijn opgenomen. Daarbij geldt wel dat de relatie met de andere twee onderdelen (gezondheidsbescherming en curatieve zorg) niet uit het oog mag worden verloren, met name de relatie met de curatieve zorgsector (eerstelijnszorg). In toenemende mate dringt zoals gezegd ook het belang van preventie door in deze sector. Zo zullen verzekeraars in de toekomst meer mogelijkheden bieden om ook preventieve programma’s binnen het verzekerd pakket aan te bieden. De minister juicht deze ontwikkeling toe. Gezondheid wordt in Nederland breed gedefinieerd, niet alleen betrekking hebbende op lichamelijke gezondheid. Deze invalshoek biedt kansen voor inventief en integraal beleid. Aan de andere kant loert het gevaar alles op elkaar te betrekken en met elkaar in verband te brengen en zo de uiteindelijke effectiviteit uit het oog te verliezen. Verder inkaderen en formuleren van uitgangspunten is daarom noodzakelijk. Om te beginnen volgt ook Gilze en Rijen de landelijke geaccepteerde bredere definitie van gezondheid ontleend aan de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).
Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekten.
3
Vier factoren zijn van invloed op gezondheid: A. Biologische factoren en erfelijkheid B. Fysieke en sociale omgeving C. Leefstijl (gedrag) D. Kwaliteit en beschikbaarheid van de gezondheidsvoorzieningen. In het navolgende staat met name - leefstijl- centraal als door beleid (in zekere mate) te beïnvloeden factor. Ook de -omgeving- heeft een indirecte rol van betekenis.
1.3.2 Taken van de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid (WCPV) De taken die de WCPV aan de gemeente stelt zijn 1. Opstellen vierjaarlijkse gezondheidsnota; 2. Inzicht in de lokale gezondheidssituatie; 3. Preventie en gezondheidsvoorlichting 4. Medische milieukunde (bij signaleren gevaarlijke situaties) 5. Technische hygiënezorg (b.v. hygiëne peuterspeelzalen/kindercentra); 6. Openbare geestelijke gezondheidszorg ( OGGZ in samenhang met de Wet Maatschappelijke ondersteuning, de Wmo) 7. Infectieziektenbestrijding; 8. Integrale Jeugdgezondheidszorg (JGZ) 0-19 jaar. De GGD is hoofduitvoerder van deze taken. De WCPV regelt de instandhouding van de GGD, die op basis van een bedrag per inwoner door de (regio)gemeente(n) moet worden bekostigd. Hiervoor wordt een wettelijk voorgeschreven standaard dienstenpakket aangeboden. Binnen dit pakket kan de gemeente vanuit haar regierol lokale accenten leggen in overleg met de GGD. Als de gemeente bijvoorbeeld belang hecht aan de aanpak van overmatig alcoholgebruik voor een bepaalde doelgroep, kan de GGD hier een product op maat aanbieden, uiteraard binnen de budgettaire kaders. Gilze en Rijen is voor de instandhouding van de GGD regionaal gebonden aan de regio Hart voor Brabant. Een overzicht van het productenpakket van de GGD is te vinden in de bijlage. Naast het standaardpakket kan de gemeente extra diensten inkopen, het zogenaamde pluspakket. Deze valt buiten de reguliere geldstroom en vergt dus inzet van extra middelen van de gemeente. De taken 2 en 3, inzicht in de lokale gezondheidssituatie, preventie en gezondheidsvoorlichting, zijn de twee taken waar verder op moet worden ingezet. De meeste gezondheidswinst is immers te realiseren door het aanpakken van ongezond gedrag. De overige taken (4 t/m 7) zijn grotendeels vastgelegd in het standaardpakket. Voor de uitvoering van de OGGZ en de integrale JGZ worden in respectievelijk het Wmo-beleidskader en het jeugdbeleid aanvullende lokale afspraken gemaakt, hier wordt in de beschrijving van het actieprogramma nader op terug gekomen.
1.3.3 Visie, doelen en uitgangspunten De volgende uitgangspunten zijn van belang voor het gezondheidsbeleid in Gilze en Rijen: a. b. c. d.
beleid wordt primair gericht op het tegengaan van ongezond gedrag; er wordt gekozen voor drie speerpunten; het actieprogramma beperkt zich tot deze speerpunten; er wordt gekozen voor een integrale sectoroverstijgende aanpak;
Deze uitgangspunten geven de mogelijkheid om enerzijds integraal en inventief te werk te gaan, maar toch ingeperkt tot de speerpunten en vooral gericht op preventie van ongezond gedrag. De speerpunten worden in hoofdstuk 3 verder bepaald en uitgewerkt.
4
De doelstelling van het gezondheidsbeleid kan als volgt worden weergegeven: Doelstelling Het doel van het gezondheidsbeleid is het verbeteren van de gezondheidskansen van de inwoners van Gilze en Rijen in zijn algemeenheid en van de risicogroepen in het bijzonder. Het betreft een algemene doelstelling. In de volgende hoofdstukken wordt toegewerkt naar specifieke doelen gekoppeld aan de te nemen maatregelen. Tevens worden dan de risicogroepen nader ingevuld. Gezondheid is in de eerste plaats een individuele verantwoordelijkheid, gebaseerd op de persoonlijke keuzes die mensen maken. Deze keuzes hebben maatschappelijke consequenties. Het is de taak van de overheid om naast het belang van de individuele gezondheid, ook de maatschappelijke effecten te bewaken en hier sturing aan te geven. Hierbij gaat de rol verder dan de gezondheidssector alleen. Visie Door het thema - gezondheid- integraal op te vatten als een samenhangend onderwerp, kunnen instrumenten van verschillende beleidssectoren gerichter worden ingezet voor de gezondheidsbevordering met een hogere effectiviteit. Hierdoor wordt het resultaat meer dan de som der delen. Deze visie moet tot uitdrukking komen in het op meerdere fronten gelijktijdig inzetten van acties. Indien (als voorbeeld) het thema - roken - vanuit het onderwijs wordt aangepakt, bijvoorbeeld in de vorm van een voorlichtingsles op scholen, is het effect groter als er gelijktijdig op - stoppen met roken- wordt ingezet bij de huisartsen, zodat ook ouders bereikt worden en gemotiveerd om te stoppen met roken. Tegelijk zou het sportaanbod onder de aandacht kunnen worden gebracht.
1.3.4 Organisatie van het gezondheidsbeleid Uit het voorafgaande blijkt dat het gezondheidsbeleid binnen de gemeente geen zelfstandig beleidsterrein is. Vanuit een integrale afweging worden namelijk verschillende actieprogramma’s op het gebied van gezondheid ondergebracht bij de afzonderlijke betrokken beleidskaders. De belangrijkste beleidsterreinen zijn: 1. Jeugdbeleid 2. Sportbeleid 3. Onderwijsbeleid 4. Veiligheidsbeleid 5. Armoedebeleid 6. Wmo 7. Wonen
↔ Gezondheid
In hoofdstuk 3 wordt nader ingegaan op de organisatorische inbedding van de te formeren maatregelen en acties en de relatie tot de genoemde beleidsterreinen. Vooruitlopend hierop is in een voorfase een aantal partijen betrokken bij het kiezen van de speerpunten. In de Wmo-raad is een presentatie gehouden van de GGD over de gezondheidssituatie in Gilze en Rijen en de belangrijkste gezondheidsbedreigingen. Verder zijn de huisartsen en de fysiotherapeuten schriftelijk benaderd met de vraag in welke mate de genoemde gezondheidsbedreigingen een rol spelen en wat er nodig is om hierop verdere actie te ondernemen. In de volgende hoofdstukken komen de speerpunten en de gezondheidsbedreigingen uitvoerig aan de orde. Kort gezegd zijn de volgende partijen in de inventarisatiefase (of analysefase) betrokken: - Wmo-raad; - interne beleidsdisciplines gemeente (sport, jeugd, zorg, sociale zaken, veiligheid); - huisartsen en fysiotherapeuten Gilze en Rijen; - GGD; - Commissie Samenleving.
5
1.4 Wmo en het gezondheidsbeleid In 2007 is de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) ingevoerd. De Wmo heeft sterke raakvlakken met het gezondheidsbeleid. Ook is er verwantschap van doelen. De Wmo beoogt om mensen zolang mogelijk op een prettige manier zelfstandig te laten deelnemen aan de samenleving. Tevens geeft de wet het recept voor het zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen. De Wmo koppelt wonen, welzijn en zorg aan de faciliterende èn regisserende rol van de gemeente. Een aantal prestatievelden hangt samen met het gezondheidsbeleid: a) Ondersteuning van mantelzorgers; b) Bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een psychosociaal probleem; c) Preventief jeugdbeleid; d) Maatschappelijke opvang (sociale pensions / vrouwenopvang); e) Openbare Geestelijke gezondheidszorg (OGGZ); f) Verslavingsbeleid (curatief). Het beleid van de laatste drie prestatievelden wordt regionaal opgezet (regionaal overleg Midden Brabant). De operatie om dit tot stand te brengen is in volle gang. Wat zijn de belangrijkste raakvlakken van de Wmo en het gezondheidsbeleid? 1. Gezamenlijke regierol: het kennen van de hulpvraag en het 'outreachend 'benaderen van de doelgroepen; 2. Afstemming van thema’s binnen de OGGZ (belangrijkste voorbeeld binnen onze gemeente is het Hometeam). Waar afstemming nadere aandacht behoeft wordt in hoofdstuk 3 (maatregelen en actiepunten) hier verdere aandacht aan gegeven.
Hoofdstuk 2: gezondheid, maatschappelijke verandering, en beleid: een analyse In dit hoofdstuk worden de belangrijkste resultaten van de recente GGD gezondheidsonderzoeken weergegeven. De GGD heeft in 2006 een handzaam rapport "Gezondheid telt in Gilze en Rijen" uitgebracht, bedoeld als fundament voor de nieuwe gezondheidsnota 2007. Deze publicatie maakt deel uit van de regionale Volksgezondheid Toekomstverkenning (VTV) welke op landelijk niveau al door het ministerie wordt gebruikt voor het opstellen van speerpunten. In paragraaf 1 wordt eerst teruggeblikt op de bestaande nota van 2002 en de vanuit dit kader ontwikkelde actieprogramma's. In paragraaf 2 wordt kort stilgestaan bij enkele maatschappelijke ontwikkelingen. In paragraaf 3 volgen de resultaten van de gezondheidsanalyse.
6
2.1 Gezondheidsbeleid 2002-2007 Gilze en Rijen In 2002 is de eerste gezondheidsnota Gilze en Rijen vastgesteld. De gezondheidssituatie anno 2000 (als basis gekozen voor deze gezondheidsnota) week niet af van die van de regio of van het Nederlands gemiddelde. Het alcoholgebruik van jongeren echter werd als zorgwekkend gekwalificeerd. Nederlanders van buitenlandse komaf zijn als specifieke doelgroep benoemd waarvoor extra voorlichting wenselijk werd geacht. In onderstaand overzicht zijn zowel de speerpunten uit de nota 2002 genoemd, als ook de geclusterde maatregelen, (in zijn totaliteit waren er 13 projectvoorstellen).
Speerpunten 1. Opvoedingsondersteuning pubers 2. Alcoholgebruik jongeren 3. Ondersteuning mantelzorg 4. Heroriëntatie WVG (Wet voorziening gehandicapten) 5. Voorlichting 'allochtonen' gezondheid
Maatregelen Project GGD gericht op opvoedingsondersteuning mede gericht op alcohol- en drugsgebruik Twee preventieve programma's voor jongeren tussen 12 en 21 (één weerbaarheidstraining en één voorlichtingsproject door Kentron gericht op 'hangjongeren' Subsidie steunpunt mantelzorg. Eerste aanzetten tot heroriëntatie, later overgenomen door de Wmo Voorlichtingsbijeenkomsten voor ouders van Turkse komaf. Ook gericht op tegengaan overgewicht.
De resultaten van de maatregelen zijn onvoldoende bekend. Duidelijk is welke projecten doorgang hebben gevonden, maar niet met welke effecten. Dit hangt samen met het gegeven dat de maatregelen heel algemeen benoemd waren, anticiperend op uitwerking in een latere fase. De nota geeft wel een goed overzicht van het toenmalige speelveld. Van belang is om de volgende leerpunten uit de vorige beleidsperiode mee te nemen: De maatregelen moeten heel gericht worden geformuleerd, met een (indien mogelijk) kwantificeerbaar doel, en benodigde tijd en middelen; De invalshoek van het gezondheidsbeleid mag niet té breed zijn, maar uiteindelijk toegespitst op enkele keuzes; Gilze en Rijen moet aansluiten bij de landelijke speerpunten; Gilze en Rijen zal méér vanuit een regierol moeten opereren om meer samenhang te realiseren en te sturen op wenselijke effecten.
2.2 Enkele maatschappelijke ontwikkelingen In deze paragraaf worden enkele belangrijke recente maatschappelijke veranderingen uitgelicht, te beginnen met de demografisch relevante veranderingen, gevolgd door de transformaties op sociaalcultureel gebied.
7
2.2.1 Vergrijzing en de vermaatschappelijking van de zorg De bevolkingsprognose 2005-2015 voor Gilze en Rijen laat een geringe bevolkingstoename zien (stijging van 3%). Het aantal 65-plussers stijgt in deze periode met 47% tot ruim 4.680. De stijging van 'jongere' ouderen (65 t/m 74 jaar) is daarbij groter dan die van de 75-plussers. Volgens de GGD wijkt Gilze en Rijen hier in positieve zin af van de regio (waar een 'dubbele vergrijzing' geprognosticeerd is). Het is niet moeilijk te raden dat het beroep op de zorg als gevolg van de vergrijzing aanzienlijk zal toenemen. Een gelijktijdige ontwikkeling is de vermaatschappelijking van de zorg (of extramuralisering), binnen de WMO-kaders veelvuldig genoemd. Dit houdt in dat mensen in de eerste plaats in hun eigen woonomgeving gerichte zorg krijgen aangeboden (zodat verhuizing naar een gespecialiseerde instelling niet nodig is). De gemeente heeft zoals gezegd vanuit de Wmo een eerste rol in het bieden van ondersteuning aan mensen, zodat zij in de oorspronkelijke woonomgeving kunnen blijven wonen (care).Ook de curatieve zorg (cure) wordt in toenemende mate op deze wijze georganiseerd. De gemeente krijgt van het Rijk steeds meer taken toebedeeld, terwijl gelijktijdig ook verwacht wordt dat de gemeente in toenemende mate regie voert.
2.2.2 Welvaart, markt, individualisering en mondialisering De maatschappelijke veranderingen van de afgelopen twintig jaar zijn ongekend. In snel tempo is de voorheen meer op collectieve fundamenten ingerichte samenleving ontmanteld en getransformeerd tot een op individuele keuzes ingerichte sociale orde. Versnelling en differentiatie zijn kernwoorden. De vraag hoe mensen zich moeten gedragen (‘normen en waarden’) wordt steeds meer door de marktsector ingevuld met winstgevendheid als leidend criterium. Op alle fronten ontstaat een verscheidenheid aan leefstijlen, mede mogelijk gemaakt door nieuwe digitale technologie en internet. De tanende invloed van ‘collectieve structuren’ (zoals de kerk, de landelijke politieke partijen, de familie) aan de ene kant en de toenemende macht van de markt als structurerend principe aan de andere kant brengt een spanningsveld met zich mee. De landelijke overheid moet grenzen stellen aan de invloed van de markt maar is hier tegelijk afhankelijk van (sterker nog de overheid stimuleert de economische groei). De marktsector beperkt zich bovendien niet tot landsgrenzen: naast verknoping met de mondiale economie ontstaat er ook een mondiale consumptiecultuur gericht op onderscheiding en vernieuwing. De rijksoverheid heeft naar onze mening moeite om te anticiperen op de dynamiek van de samenleving. Zijn deze abstracte constateringen van belang voor het gezondheidsbeleid? Ja. Dit blijkt uit de volgende punten: 1. 'Welvaartsziekten'. De door de welvaart en markt in overvloed beschikbaar gestelde suikerhoudende producten, instantgerechten, energiedrankjes, dragen bij aan het probleem overgewicht. Verfijnde marketingtechnieken weten bovendien het gedrag van mensen sterker te beïnvloeden dan de overheid kan tegengaan met (algemene) preventiecampagnes. De auto – en scootermobiliteit dragen verder niet alleen bij aan de luchtverontreiniging maar leiden ook tot een tekort aan lichaamsbeweging (met name veroorzaakt door ritjes over korte afstanden). Ongezond gedrag draagt bij aan hart- en vaatziekten, het is al lang bekend en bewezen. Paradoxaal genoeg heeft de toename van welvaart afgelopen decennia ook bijgedragen aan een verbeterde levensverwachting. Ook komt de markt met nieuwe gezondheidsproducten. Ondanks dat wordt de levensverwachting steeds meer bedreigd door de toename van ongezond gedrag en overmatige consumptie. Andere voorbeelden van welvaartsziekten zijn anorexia en bolemia. Zoals gezegd worden individuele keuzes steeds meer aan de marktsector ontleend. De invloedrijke cosmetica- en de media-industrie schept (karikaturaal gezegd) een gefotoshopt ideaalbeeld waar jonge meisjes zich aan spiegelen en hun identiteit aan ontlenen. Het ‘onmogelijk ideaalbeeld’ vergroot de kans op psychische eetstoornissen bij vooral kwetsbare meisjes (en manifesteert zich op steeds jongere leeftijd).
8
2. Psychische problematiek. De dynamiek van de markt heeft geleid tot welvaartsgroei en een ongekende waaier aan mogelijkheden op alle levensterreinen Door de individualisering en de toename aan keuzemogelijkheden ervaren (veel) mensen meer tijdsdruk. Activiteiten worden gecombineerd uitgevoerd. Individualisering betekent dat iedereen eigen keuzes moet maken in zijn leven binnen steeds meer ingewikkelde netwerken. Keuzes zijn daarbij steeds minder voorbepaald (door collectieve structuren). Niet iedereen is succesvol in het keuzegedrag en een deel van de bevolking wordt geconfronteerd met psychische problemen dientengevolge. Psychische problemen, eenzaamheid en depressie komen steeds vaker voor, als ook in samenhang hiermee alcohol- of andere verslavingen. Vooropgesteld: individualisering en welvaartsgroei zijn positieve verschijnselen voor het overgrote merendeel van de bevolking. Het is wel goed te constateren dat er voor bepaalde 'risicogroepen' ernstige bijwerkingen zijn, zeker bij het opstellen van beleid gericht op het aanpakken van ongezond gedrag en de noodzaak van de overheid om aan excessen grenzen te stellen.
2.2.3 Breezah ! Reeds langere tijd is het overmatig alcoholgebruik van jongeren een doorn in het oog. De toename van alcoholgebruik is deels te verklaren door: ♦ de toegenomen beschikbaarheid van alcohol (en het uitblijven van leeftijdscontroles); ♦ het gegeven dat jongeren over steeds meer geld beschikken; ♦ de invloed van verfijnde marketingtechnieken van de (drank)industrie; ♦ het gegeven dat ouders op hun beurt alcoholgebruik zien als geaccepteerd huiselijk ritueel. Een mooi voorbeeld aangaande het alcoholgebruik onder jongeren is de Breezer campagne van Bacardi (breezah!). De drankenfabrikant weet precies wat de jeugd wil en weet hier heel geraffineerd op te anticiperen met groot succes. Het voorbeeld illustreert tevens dat het voor een gemeente niet makkelijk is om het gedrag van jongeren te beïnvloeden. Bacardi Breezer wordt geïntroduceerd in 1997 als alternatief voor het in populariteit gedaalde biertje. De eerste jaren lijkt de introductie te floppen. Pas als de fabrikant de flesjes agressief introduceert in discotheken, groeit het succes. Er wordt gekozen voor ‘bottom up-marketing’ dicht bij de doelgroep en uitgevoerd door de doelgroep. Jonge meisjes bestormen als promotieteams de discotheken (als ook de events) en laten de jeugd proeven en kennismaken. Ook het drankje Flügel is op deze wijze gepromoot: meiden die eerst zelf een flesje achterover kiepen en vervolgens bij de bezoeker een (gratis) flesje in de mond uitschenken. In de bewoording van de marketingdirecteur van Bacardi: “we wilden het product status geven bij trendsetters tussen 18 en 25 als alternatief voor het saaie biertje.” In disco’s plaatst de fabrikant de bottlebreaker een speelautomaat die lege breezerflesjes verbrijzelt en prijzen uitkeert. Behalve Breezers worden ook de shooters populair: miniatuurflesjes met sterke drank zoals Feigling of Dutch Dynamite, met een alcoholpercentage tussen de 10 en 32%. Een Breezer heeft een percentage van 5, doch bevat een flesje meer alcohol dan een glas wijn of bier. Ook andere drankenfabrikanten introduceren in de concurrentieslag nieuwe drankjes. Sonnema Berenburg biedt in de zoektocht naar jonge doelgroepen een mixdrankje aan van cola met Berenburg, de ingrediënten:, cafeïne, Berenburg jenever, suiker, caramel, en koolzuurhoudend water, (alcohol 7%). Het hoogtepunt van de populariteit van de Breezer ligt rond 2002. Inmiddels is de populariteit flink gekelderd, zo blijkt uit cijfers van de Commissie Gedestilleerd. Op het hoogtepunt in 2002 werd 30 miljoen liter van het zoete alcoholische mixdrankje verhandeld. In 2007 wordt een omzet verwacht van 8 miljoen liter. Op de achtergrond vindt een strijd plaats om de opmars van de Breezer een halt toe te roepen. Uit het verloop hiervan blijkt in zekere mate de onmacht van de rijksoverheid om grenzen te stellen. Stichting Alcoholpreventie (STAP) heeft rond 2004 een postercampagne ontwikkeld met een poster waarop een jongere is afgebeeld met een Breezer, gekoppeld aan een waarschuwende tekst. Als Bacardi dreigt met een kort geding worden de posters, inmiddels al op scholen en GGD verspreid, teruggehaald. In de media verkondigt Bacardi vervolgens geen bezwaren te hebben tegen waarschuwende teksten op een flesje Breezer.
9
In juni 2007 maakt Bacardi kenbaar te willen meewerken aan beperking van het alcoholmisbruik. Pas in 2007 wil de minister van Jeugd en Gezin uiteindelijk actie ondernemen tegen Breezer, te laat en bovendien op een moment dat het drankje al op zijn retour is. In Duitsland is meer ad rem gereageerd en heeft de politiek in 2004 een speciale belasting geheven waarna de verkoop afnam. De maatregel lijkt te hebben gewerkt. Bacardi heeft inmiddels besloten om in Duitsland geen Breezers meer te verkopen. De introductie van Bacardi Breezer en andere zoete mixdrankjes hebben bijgedragen aan het opheffen van de natuurlijke aversie van jongeren tegen sterke drank (mixdrankjes smaken als limonade). Hiermee lijkt de opmaat te zijn ingezet naar nog hogere ‘ambities’. Volgens STAP zoeken jongeren inmiddels naar varianten met een hoger alcoholpercentage. Het kabinet heeft in 2007 voorgenomen om strenger te handhaven op leeftijd en alcohol. Tevens heeft de regering een verbod op alcoholreclame voor ogen op radio en TV gedurende uitzendingen vóór 21.00 u. Op 3 november 2007 wordt bekend gemaakt dat de voedingsindustrie een einde maakt aan snoepreclame voor kinderen jonger dan 7 jaar. Net als bij de Breezercampagne geldt dat 'de markt' de kinderen jarenlang gericht heeft verleid met televisiereclame rondom kinderprogramma's. Ook hier bleef overheidsingrijpen uit. Wel heeft het ministerie (en de consumentenbond) jarenlang druk uitgeoefend op de voedingsindustrie om reclame voor kinderen in te perken. Inmiddels erkent ook de voedingsindustrie de ernst van het probleem overgewicht bij kinderen. Het voorstel om uiteindelijk te stoppen met reclame komt van de brancheorganisatie zelf (FNLI)!
2.3 De gezondheidssituatie van Gilze en Rijen In deze paragraaf volgen de onderzoeksresultaten van de GGD. Het onderzoek combineert statistiek over sterftecijfers en registraties van de zorgsector met eigen enquêteresultaten.
2.3.1 Algemeen In zijn algemeenheid wijkt het ziektepatroon van de regio en van Gilze en Rijen niet af van het landelijk beeld. Dit betekent dat hartziekten, beroertes, psychische stoornissen en chronische longziekten samengaan met de grootste ziektelast. Achter dit algemeen beeld schuilen grote regionale verschillen. De levensverwachting van de regio (Midden Brabant dus) ligt lager dan die van het landelijk gemiddelde, maar toch ligt de levensverwachting in Gilze en Rijen hoger dan het regionaal en landelijk gemiddelde! Dit is positief. Tegenover deze algemene constatering staat de conclusie dat ongezond gedrag in Gilze en Rijen veel vóórkomt en dus een mogelijke hypotheek legt op de toekomst indien hier geen kentering kan worden gerealiseerd. Volgens de GGD is de meeste gezondheidswinst te behalen door het aanpakken van ongezond gedrag, meer in het bijzonder: roken, overmatig alcohol- en drugsgebruik en ,slechte voeding gekoppeld aan onvoldoende lichaamsbeweging. Slechte voeding betekent voedsel met teveel suiker, teveel (verzadigde) vetzuren, te weinig groente en fruit en te weinig variatie. Ongezond gedrag is een belangrijke oorzaak van ziektelast.
2.3.2 Ongezond gedrag in kaart gebracht In onderstaande tabel zijn de belangrijkste items van het gezondheidsonderzoek weergegeven voor Gilze en Rijen. De cijfers wijken niet significant af van de regio, tenzij anders aangegeven. Voor een volledig beeld van alle in kaart gebrachte cijfers wordt naar het onderzoek zelf verwezen (Kernboodschappen voor lokaal beleid 2006 GGD). Het vierjaarlijks onderzoek is afwijkend uitgevoerd dan in 2000 zodat vergelijking (nog) niet of moeilijk mogelijk is. Onderstaande leeftijdsindeling is door de GGD toegepast. Komende publicaties van de jeugdmonitor gaan uit van de leeftijdscategorie t/m 18 jaar’. Ook is de GGD niet altijd éénduidig in de operationalisatie van de variabelen per leeftijdscategorie.
10
Indien een waarde niet is gemeten of niet bekend is, is dit met een streepje (-) aangegeven.Tot slot stammen de onderzoeken van verschillende leeftijdsgroepen uit verschillende jaren: onderzoek 0 t/m 11 jr. = 2005, 12 t/m 17 jr. = 2003, onderzoek 19-64 jr. = 2005, en het onderzoek 64-plussers stamt uit 2004 (de cycli van de verschillende onderzoeken lopen dus niet synchroon). De genoemde publicatie uit 2006 betreft een bewerking van deze deelonderzoeken. De leeftijdscategorieën zijn erg grof (met name de categorie 19-64), maar toch is de basis om belangrijke conclusies te kunnen trekken ruim voldoende aanwezig. Onderstaande tabel is uit de verschillende GGD deelonderzoeken samengesteld.
Tabel I: ongezond gedrag Onderdeel Overgewicht Ernstig overgewicht(obesitas) Niet dagelijks groente Niet dagelijks fruit Vaak tussendoortje Wel eens alcohol gedronken alcohol gebruikt in de 4 weken voor het onderzoek Drinkt alleen in het weekend Bingedrinker* of overmatig drankgebruik Voldoet niet aan de norm verantwoord alcoholgebruik Dagelijkse roker Ooit softdrugs Softdrugs in de 4 weken voor onderzoek Ooit harddrugs gebruikt Recent harddrugs gebruikt Voldoet niet aan de bewegingsnorm
0 t/m 11 jarigen (2005) 8% (regio 11%) 3% (regio 2%) 39% 39% 33% 16% (8-11 jarigen) -
12 t/m 17 (2003)
19 t/m 64 (2005)
64+ (2004)
9% (regio 10%) 2%
51% 13% (regio 12%)
60% 13%
65% 79% -
77% 76% -
85% 85% -
-
-
-
-
61% (regio 54%) 49% -
16% (binge)
15% (overmatig) 35%
-
26% (regio 29,5%)
-
9% (regio 8%) 3% (regio 5%)
2% (regio 3%)
-
3% (regio 5%)
-
1% (regio 0,4)
-
-
-
-
35%
38%
-
* bingedrinken is op minimaal één weekenddag tenminste 6 glazen alcohol. Op basis van de gegevens kan een aantal gezondheidsbedreigingen worden afgeleid. Gezondheidsbedreiging 1: alcoholgebruik en tabaksverslaving Het alcoholgebruik van met name jongeren wordt door de GGD net als bij het gezondheidsonderzoek van 2000 als zorgwekkend gezien. Vooral omdat op steeds jongere leeftijd naar het glas wordt gegrepen. Van de 8- tot 11-jarigen heeft 16% al met alcoholhoudende drank kennisgemaakt! Vroegtijdig gebruik vergroot de kans op overmatig gebruik op latere leeftijd. Van de jongeren in de leeftijd van 12 t/m 17 is 61% in zekere mate een regelmatige drinker, met name in het weekend. Met deze 'score' laten de jongeren uit Gilze en Rijen hun leeftijdsgenoten uit de regio ver achter zich. Van
11
de volwassenen voldoet 35% niet aan de norm verantwoord alcoholgebruik, terwijl 15% van deze groep behoort tot de overmatige drinkers. Naast alcoholmisbruik is tabaksverslaving een aanverwante gezondheidsbedreiging. 9% Van de jongeren en 26% van de volwassenen rookt. Roken zorgt nog altijd voor de grootste ziektelast. Op dit onderdeel wordt landelijke campagne gevoerd. Met ingang van juli 2008 is het rookverbod in horeca van kracht. Op lokaal niveau voert de GGD een preventieprogramma roken. Waar de gemeente invloed heeft, wordt in het actieprogramma aandacht besteed aan antirookbeleid. Het is niet nodig roken als apart speerpunt te benoemen buiten de landelijke campagne. Gezondheidsbedreiging II: slechte voeding, lichamelijke inactiviteit en overgewicht Conform de landelijke tendens neemt overgewicht snel toe. De GGD geeft aan dat er steeds meer kinderen en jongeren zijn met overgewicht. Ook overgewicht draagt in grote mate bij aan de ziektelast. Van de kinderen en jongeren kampt respectievelijk 8 en 9% met overgewicht. Van de volwassenen en de ouderen is maar liefst respectievelijk 51 en 60% te zwaar. Verreweg het merendeel van de jongeren en de volwassenen eet niet dagelijks groente en fruit. Van de kinderen eet maar liefst 33% vaak een tussendoortje. Lichamelijke inactiviteit bij volwassenen werkt overgewicht in de hand. Van de volwassenen is 35% fysiek te inactief, van de ouderen 38%. Gezondheidsbedreiging III: eenzaamheid en depressie Eenzaamheid komt in Gilze en Rijen veelvuldig voor, met name onder ouderen. Van de ouderen (64+) is méér dan de helft eenzaam: 52%. Opvallend is dat ook van de volwassenen (19-64) maar liefst 35% eenzaam is. Dit past in het landelijk beeld. Risicogroepen die landelijk worden onderscheiden zijn mensen tussen de 30 en 45. (bij hen vallen de oude sociale kringen van school en opleiding weg), ouderen, maar ook gescheiden vrouwen van middelbare leeftijd zijn vaak eenzaam (of depressief). Risicogroepen gezondheidsbeleid In zijn algemeenheid worden landelijk mensen met een lage sociaal-economische status als risicogroep gezien. Zij neigen meer naar een ongezonde leefstijl. Volgens het ministerie leven armere mensen gemiddeld 12 jaar korter in goede gezondheid dan rijkere! In Gilze en Rijen zijn jongeren een belangrijke risicogroep met risicovol gedrag. Naast het genoemde alcoholgebruik, blijkt dat 1 % van de jongeren in Gilze en Rijen harddrugs gebruikt, hoger dan in de regio. Tot slot vormen ouderen een risicogroep, met name door de negatieve invloed van eenzaamheid op het psychosociaal welbevinden en de invloed van de toenemende vergrijzing op de zorgvraag. De risicogroepen samengevat: • • •
Jongeren Ouderen Mensen met een lage sociaal-economische status
De huisartsen en fysiotherapeuten die de gemeentelijke vragenlijst hebben ingevuld (zie bijlage) herkennen de genoemde bedreigingen. Ook door hen wordt op preventie ingezet, meestal in de adviserende rol, gericht op risicogroepen. Bovendien wordt erkend dat de samenwerking tussen de GGD en andere instellingen die zich op preventie richten kan worden verbeterd, maar dat daar bij hen de tijd voor ontbreekt.
2.4 Knelpunten bestaand beleid Afgelopen periode is een goede aanzet gedaan op het gebied van het gezondheidsbeleid. Voor het eerst is het onderwerp expliciet in een beleidskader vastgelegd. Toch is het goed om stil te staan bij enkele knelpunten. In paragraaf 2.1 is al aangegeven dat de gemeente nog onvoldoende regie voert op wenselijke effecten en integraliteit. Maatregelen zijn nog te versnipperd. De GGD voert een aantal kerntaken uit, die in regionaal verband worden aangestuurd door de samenwerkende gemeenten (regio Hart voor Brabant en voor de OGGZ Midden Brabant). Plannen en jaarstukken worden op regionaal niveau door de GGD gepresenteerd. Naast regionaal overleg vinden ook per individuele gemeente overleg plaats met de GGD.
12
De informatie van de GGD is te weinig gericht op gemeenteniveau waardoor Gilze en Rijen onvoldoende in staat is om vanuit wenselijke effecten regie te voeren en productafspraken te maken. Vanaf 2008 zal een jaarverslag op gemeenteniveau worden aangeboden. Tot slot zijn de cijfers uit de gezondheidsonderzoeken niet altijd goed vergelijkbaar. Variabelen moeten éénduidig worden geoperationaliseerd over meerdere jaren. Kort gezegd zijn de knelpunten:
Gilze en Rijen voert nog onvoldoende regie op wenselijke effecten, samenhang en integraliteit; Informatieverstrekking GGD en productafspraken vinden nog onvoldoende plaats op het niveau van Gilze en Rijen; Ook met Novadic Kentron (uitvoerende partner verslavingszorg) wordt nog in onvoldoende mate productafspraken gemaakt vanuit wenselijke effecten van de gemeente.
Hoofdstuk 3: speerpunten en actieprogramma Op basis van het voorafgaande komen in dit hoofdstuk de speerpunten terug die richtinggevend zijn voor de komende vier jaar. In hoofdstuk 1 is de landelijke preventiecyclus al genoemd. Om die reden worden in de volgende paragraaf de landelijke speerpunten aangegeven. Aansluiting op regionale en landelijke campagnes vergroot het effect van lokale maatregelen. Totnogtoe hebben preventiecampagnes onvoldoende (aantoonbaar) effect gesorteerd. Het alcoholgebruik onder jongeren bijvoorbeeld, lijkt ondanks vele investeringen in preventiecampagnes alleen maar toegenomen. Derhalve wordt gezocht naar kleinschalige maar op de risicogroepen gerichte maatregelen. Meer dan voorheen wordt de integraliteit opgezocht en gekeken naar inventieve methoden.
3.1 Rijksbeleid: de speerpunten 2007-2010 In de nota Kiezen voor Gezond leven (2007) worden de speerpunten benoemd die het Rijk richtinggevend acht voor de bevordering van de volksgezondheid komende vier jaar. Het ministerie vindt dat de relatie van lokaal met landelijk beleid moet worden verbeterd. Met name op de punten uitvoering van activiteiten en regie is verbetering gewenst. Ook is de kennis van de eigen gemeente aangaande de gezondheidssituatie beperkt, zo wordt in de nota gesteld. Het Rijk zal komende jaren stimuleren dat maatregelen die hun effect hebben bewezen breder in het land worden ingezet. De landelijke speerpunten zijn: 1. Roken 2. Schadelijk alcoholgebruik 3. Overgewicht 4. Diabetes (o.a. vroegsignalering door de eerste lijnszorg) 5. Depressie
3.2 Speerpunten Gilze en Rijen Het zal gezien het voorafgaande geen verbazing wekken dat ook Gilze en Rijen kiest voor de landelijke speerpunten, met uitzondering van diabetes. Wel draagt gezonde voeding bij aan het voorkómen van bepaalde vormen van diabetes. De speerpunten Gilze en Rijen voor de periode 20072011: 1. Schadelijk alcoholgebruik 2. Overgewicht 3. Eenzaamheid en depressie (antirookbeleid Rijk wordt nagevolgd).
13
3.3 Actieprogramma gezondheid Gilze en Rijen 2007-2010 In deze paragraaf volgen per speerpunt gerichte maatregelen, met aandacht voor de risicogroepen. Eerst volgt een algemene omschrijving. Vervolgens zijn alle maatregelen opgenomen in de activiteitenmatrix, waarin doelen, effecten, betrokken partijen, benodigde middelen concreet zijn aangegeven.
Acties Schadelijk alcoholgebruik en roken Actie 1: gebiedsgerichte interventie en preventie alcohol en drugs De gemeente heeft de bevoegdheid om een gebied aan te wijzen waar alcohol- en drugsgebruik verboden is. Gilze en Rijen wil verder gaan dan het landelijk voorgeschreven beleid. Gekozen is om de hele gemeente aan te wijzen als gebied waar geen alcohol of drugs mag worden gebruikt. Hiervoor is de lokale regelgeving APV aangepast. Jongeren die in de openbare ruimte alcohol drinken of drugs gebruiken worden door de politie benaderd (actieve handhaving). Vanuit deze interventie worden ouders betrokken. Het doel is om jongeren en hun ouders gericht te kunnen aanspreken en aanzetten tot actie. Ook wordt hulp georganiseerd en preventieve ondersteuning aangeboden door Bureau Halt en Novadic Kentron. Door samenwerking met 12 plus jongerennetwerk ontstaat een sluitende aanpak. Actie 2: convenant alcohol en jongeren In aanvulling op maatregel 1 zullen supermarkten en horecavoorzieningen worden betrokken om de problematiek van overmatig drankgebruik door jongeren te bespreken. Landelijk blijkt dat nauwelijks op leeftijd wordt gecontroleerd bij de verkoop van alcohol. Het doel is om met een 'convenant' de bewustwording van leeftijdspreventie en de strikte naleving van de wet lokaal te organiseren. Ook wordt een brief naar de ouders of verzorgers van alle jongeren tussen 10 en 18 jaar gestuurd waarin wordt aangegeven dat jongeren in Gilze en Rijen meer alcohol drinken dan leeftijdsgenoten uit de regio. Actie 3: tegengaan van alcoholgebruik in sportkantines Sportverenigingen zullen actief worden gebonden aan de gerichte aanpak van alcoholgebruik en roken. Aanpassing van de regels paracommercie maken dit mogelijk. De drank- en horecavergunning perkt de tijden dat alcohol mag worden geschonken in. Er mag alleen alcohol worden geschonken vanaf één uur voor een activiteit tot één uur na de activiteit. De toegestane sluitingstijd van kantines wordt aangepast van 02.00 u. in 24.00 u. door de week en in 0.30 u. in het weekend. Er zullen nadere beperkende afspraken worden gemaakt met de verenigingen aangaande het schenken van alcohol in kantines in relatie tot aanwezigheid van jongeren en kinderen. Landelijk geldt met ingang van 1 juli 2008 een rookverbod in de horeca. Actie 4: regionale aanpak alcohol en drugs GGD/Novadic kentron Vanuit de regio Hart voor Brabant wordt een integraal preventieaanbod alcohol en drugs opgezet voor volwassenen en leerlingen uit het basis- en voortgezet onderwijs. Er wordt specifieke preventie georganiseerd voor de 10 tot 14-jarigen. Actie 5: jongerencentrum als uitvalsbasis voor preventie Het nieuwe jongerencentrum wordt een belangrijke plek om jongeren te benaderen en te betrekken op het thema alcohol en drugs. Uitvoerende partners als de GGD en Novadic Kentron worden hiervoor ingezet.
Acties overgewicht Actie 6: gerichte aanpak overgewicht van kinderen van de basisschool Voor kinderen met overgewicht wordt een programma ontwikkeld gericht op een combinatie van bewegen en voeding, opgezet door enkele fysiotherapeuten. Ook de expertise van de GGD en Thebe zal worden ingezet. Eerst zal een pilot opgezet op één school, later uit te breiden op alle scholen.
14
Actie 7: gezonde leefstijl voor kinderen Binnen de brede school programmagroep 'sport en gezondheid' krijgen alle scholieren van groep 4 en 5 een sportaanbod (sportkennismakingsproject) gekoppeld aan een lespakket gezonde leefstijl en voeding. Waar wenselijk wordt aangesloten van het programma Veilige en Gezonde School van de GGD, dat gericht is op het opstellen van gezondheidsbeleid bij scholen. Actie 8: -gezondheid en bewegen voor ouderen Er wordt een haalbaarheidsonderzoek gestart naar een project voor ouderen gericht op het speerpunt overgewicht en eenzaamheid. Dit project organiseert huisbezoeken bij ouderen, nodigt hen uit voor een vrijblijvende fittest in de wijk, samen met leeftijdsgenoten. Op basis van de test wordt door deskundigen een aangepast bewegingsprogramma georganiseerd. Het programma zelf is niet alleen gericht op bewegen, maar ook op elkaar ontmoeten en 'koffie drinken'. Ouderen worden zo uit hun isolement gehaald. Eerder is aangegeven dat mensen met een lage sociaal-economische status eerder ongezond gedrag vertonen. Onderzocht zal worden of voor mensen met een uitkering WWB een gericht aanbod gezonde leefstijl kan worden aangeboden. Actie 9: aanpak gezonde leefstijl uitkeringsgerechtigden Onderzocht wordt of een combinatieaanbod gericht op ontmoeten, sport, en gezonde voeding kan worden georganiseerd. In zowel Rotterdam als in Maastricht zijn hier positieve ervaringen mee opgedaan. Met name voorlichting over goedkope gezonde voeding en laagdrempelige vormen van bewegen in sociaal verband bleek succesvol. Actie 10: gezonde leefstijl wordt binnen JGZ een expliciet onderwerp voor centrum Jeugd en Gezin Het nieuw te realiseren centrum combineert preventie met vroegsignalering van gedrags- of opvoedproblemen van kinderen en ouders. Informatie over voeding en bewegen wordt hier expliciet als thema aangeboden. Actie11: gezondheid en Nederlanders van buitenlandse komaf Opvoedende inburgeringsplichtige moeders krijgen een inburgeringstraject gericht op gezondheid. Daarnaast zullen voor kinderen van ouders van Turkse komaf, en waar mogelijk ook ouders van een andere allochtone komaf, samen met de GGD voorlichting worden geboden over voeding, beweging en gezondheid aan de ouders.
Acties eenzaamheid en depressie Actie 12: project opheffen isolement ouderen Eind 2007 wordt gestart met de bestrijding van eenzaamheid van ouderen. Een aantal organisaties die met ouderen werken, zullen eenzame ouderen in de eerste plaats traceren, ze vervolgens benaderen en ondersteunen naar het doorbreken van de eenzaamheid. Alle 60-plussers in Gilze en Rijen worden binnen twee jaar benaderd met informatie en aanreikingen om de regie over het eigen leven op te pakken. De zorgadviseurs (Wmo) hebben een signalerende en ondersteunende rol naar de ouderen. Actie 13: OGGZ en regionale preventie depressie en eenzaamheid Er wordt in regionale samenwerking een haalbaarheidsonderzoek gestart naar de preventie van depressie en eenzaamheid. Vanuit de Wmo wordt het accent gelegd op signaleren en toeleiding naar de hulpverlening. Actie 14: eenzaamheid en vrijwilligerswerk Er wordt een gerichte wervingscampagne opgezet voor mensen die een vergroot risico lopen op eenzaamheid, gericht op het doen van vrijwilligerswerk Niet alleen worden mensen uit een sociaal isolement gehaald, ook kan het bestand vrijwilligers worden uitgebreid.
15
Integraliteit
Communicatie Het thema gezondheid wordt afzonderlijk ondergebracht onder de website Wmo, met integrale informatie (beleid èn uitvoering) over de speerpunten. Ook instellingen van de eerste lijn worden betrokken en gelinkt. Daarnaast wordt éénmaal per jaar een Nieuwsbrief gezondheidsbeleid uitgebracht voor de hele gemeente, ook bedoeld voor de instellingen. Afhankelijk van het actiepunt krijgen partijen een rol (zie activiteitenmatrix). Met de GGD zullen nadere productafspraken worden gemaakt ten aanzien van alle speerpunten. De relatie van preventie met de eerstelijnszorg wordt hierbij een aandachtspunt.
Hoofdstuk 4: Werkorganisatie en conclusie 4.1 Werkorganisatie Het actieprogramma wordt aangestuurd door één coördinator (beleidsmedewerker gezondheidsbeleid). Deze bewaakt in algemene zin de voortgang en de resultaten. De vakinhoudelijke beleidsmedewerkers blijven voor de uitvoering verantwoordelijk voor de actiepunten binnen hun actiegebied (zie voor nadere toelichting de activiteitenmatrix). In de matrix staan ook de betrokken externe partijen genoemd, per programma aangegeven. Via de website en de nieuwsbrief worden alle partijen geïnformeerd over de stand van zaken aangaande de speerpunten. Éénmaal per kwartaal vindt interdisciplinair beleidsoverleg over gezondheid plaats (WSO). Jaarlijks wordt het actieprogramma geëvalueerd.
4.2 Financiën Het activiteitenprogramma wordt budgettair neutraal uitgevoerd binnen de beleidsbudgetten (zie activiteitenmatrix). Een aantal acties zijn nog onvoldoende uitgewerkt. Indien deze acties vragen om extra inzet van budgetten, volgt hierover nadere besluitvorming. In de matrix zijn de kosten opgenomen van de (extra) maatregelen.
4.3 Conclusie De gemeente zal meer dan voorheen moeten aansturen op voorgenomen effecten en doelen van het gezondheidsbeleid. Komende vier jaar wordt ingezet op het tegengaan en voorkómen van ongezond leefgedrag. Niet alle maatregelen zijn 'smart' geformuleerd en behoeven nadere uitwerking. Dit laat nog ruimte over voor nieuwe ideeën. Bovendien zal met de GGD verdere afspraken moeten worden gemaakt over de op de speerpunten gerichte producten in Gilze en Rijen. Een volledig overzicht dienaangaande ontbreekt namelijk op dit moment. Net als bij de Wmo heeft de gemeente zowel een regierol als ook een faciliterende rol. Ook moeten grenzen worden gesteld aan excessief gedrag (handhavende rol). Alcohol, overgewicht en eenzaamheid zijn gezondheidsbedreigingen die de laatste jaren zijn verergerd. Om die reden richt Gilze en Rijen de speerpunten op deze bedreigingen. Extra maatregelen zijn hard nodig. Voor het thema roken (nog altijd de belangrijkste veroorzaker van ziektelast) geldt dat landelijk een intensieve campagne is opgezet met talloze nieuwe maatregelen die door de GGD worden uitgevoerd. De gemeente is hier volgend.
16
Activiteitenmatrix Gezondheidsbeleid 2007-2011 Speerpunt Actie Schadelijk alcoholgebruik en roken
1. Gebiedsgerichte interventie preventie alcohol en drugs
Doel/effect
betrokkenen
Grenzen stellen aan alcohol- -Politie en drugsgebruik en gerichte -Novadic interventie en hulp bieden kentron aan jongeren èn ouders -Halt -Ouders 2. Convenant alcohol en Beschikbaarheid van alcohol - gemeente jongeren voor jongeren beneden de 16 - horeca jaar aanpakken. -supermarkt -ouders 3. Tegengaan Bewustwording van Sportverenigingen bestuursondersteu alcoholgebruik in sportverenigingen met een sportkantines kantine in eigen beheer ning aangaande alcoholgebruik jongeren en tegengaan van alcoholgebruik jongeren. Doel is hierover afspraken te maken met alle sportverenigingen met een kantine in eigen beheer. 4. Regionale aanpak Vroegtijdige voorlichting, - GGD alcohol, drugs en tabak voorkómen dat kinderen en -Novadic Kentron jongeren gaan gebruiken. -onderwijs Speciale aandacht voor de - regio! leeftijd 10-14 jaar. Nadere uitwerking volgt in 2008 5. Jongerencentrum als Jongeren op een -Novadic Kentron uitvalsbasis voor preventie laagdrempelige manier in de -GGD eigen leefomgeving jongerenwerk informatie bieden
termijn kosten
doelgroep Vanuit welk beleidsterrein
Vanaf Geen november extra 2007 kosten.
jongeren
Veiligheid (bestuursondersteuning)
2008
Geen extra kosten.
jongeren
Veiligheid (bestuursondersteuning)
2008
Geen extra kosten.
jongeren
Bestuursondersteuning
2008
p.m.
Kinderen, jongeren en volwassenen
Gezondheid (overleg regiogemeenten)
2008
Geen extra kosten
jongeren
Jeugdbeleid
16
Overgewicht
6. Gerichte aanpak overgewicht basisschool
7. Gezonde leefstijl voor kinderen
8. Bewegingsproject voor ouderen
9. Gezonde leefstijl en centrum Jeugd en Gezin 10. Voorlichting gezonde leefstijl aan ouders van Turkse komaf.
Het percentage overgewicht bij de basisschoolkinderen (0 t/m 11 jaar) is afgenomen van 8 naar 6%. Het percentage obesitas is afgenomen van 3 naar 2%. Het overgewicht van de kinderen die deelnemen aan het beweegprogramma is afgenomen met 5 % (2010) het percentage kinderen (011jaar) dat niet dagelijks groente en fruit eet, is teruggedrongen van 39% naar 35% (2010) Het percentage ouderen (64+) dat zich eenzaam voelt is afgenomen van 52% naar 40% . Het percentage volwassenen (19-64) is afgenomen van 35% naar 30% (2010) Preventie en vroegsignalering. Stimuleren gezond gedrag. Nader uitwerking 2008. Bewustwording gezonde leefstijl. Bereiken van doelgroepen met taalachterstand
-basisscholen -GGD, Thebe, fystiotherap. -De Jongh&van Osta
2008
€15.000 (extra dekking nodig)
Leerlingen Sportbeleid basisschool en ouders
Basisscholen en GGD
m.i.v. 2008
€34.000 (BOSgelden)
Leerlingen basisschool
Sportbeleid
Ouderen, ouderenbonden, sportorg.
20082009
p.m.
Ouderen
Sportbeleid
-ouders -GGD -Thebe
20082009
p.m.
Kinderen en ouders
Jeugdbeleid
-zelforganisaties
2008
p.m
Ouders
Integratiebeleid
17
Eenzaam heid/ depressie 11. opheffen isolement ouderen
12. Regionale preventie depressie en eenzaamheid 13. Eenzaamheid en vrijwilligerswerk 14. Gezonde leefstijl en uitkeringsgerechtigden
Afname sociaal isolement van ouderen: van 52% (2007) naar 50% (2008)
-ouderenbonden 2007-Thebe thuiszorg 2008 -Hulpcentrales -steunpunt Mantelzorg - maaltijddiensten Vroegsignalering en gerichte -regiogemeenten 2008 doorgeleiding naar hulp. -GGD Nadere uitwerking volgt in 2008 Opheffen van sociaal - organisaties die 2008 isolement door verrichten met vrijwilligers van vrijwilligerswerk. werken Bevorderen van gezond - aanbieders sport 2008 gedrag bij mensen met laag /gezondheidsprogr inkomen. Nadere uitwerking amma's volgt in 2008
€18.000 (uit armoede fonds)
Ouderen
Wmo (en gezondheidsbeleid)
p.m.
Volwassenen en ouderen
Gezondheidsbeleid (regionaal)
Geen extra inzet. p.m. (armoede fonds)
Volwassenen en ouderen
Vrijwilligersbeleid
Mensen met een WWBuitkering
Sociale Zaken
18
Bijlagen 1. Gebruikte bronnen 2. Relevante wetgeving 3. Productenaanbod GGD 2008 4. Antwoorden vragenlijsten huisartsen en fysiotherapeuten
19
Bijlage 1 Gebruikte bronnen
NRC Handelsblad, Weekkrant scholieren, 18 september 2007 Trouw, 28 oktober 2006, “dronken pubers thuisgebracht; Ministerie van VWS, “kiezen voor gezond leven” preventienota 2007-2010 (2006); Preventie eenzaamheid bij ouderen, Plan van aanpak van de gemeente Gilze en Rijen 2007; Gemeente Tilburg, “Gezondheid in Beeld”, 2003; NIGZ, “Alcohol en opvoeding” , 2006; Zorg en Welzijn, “eenderde van de Nederlanders is eenzaam”, oktober 2007; VNG, “Lokaal gezondheidsbeleid en Wmo in samenhang”, 2007; GGD, “gezondheid telt! In Hart voor Brabant, regionale Toekomstverkenningen, 2006; GGD, begroting 2008; www.Bacardi.nl www.Trimbos.nl www.RIVM.nl www.Nationaalkompas.nl www.nigz.nl www.zorgatlas.nl www.nu.nl
20
Bijlage 2 Relevante wetgeving
Wet Ambulancevervoer Wet bijzondere opneming in psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ) Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen rampen (GHOR) Gezondheidswet Infectieziektewet Quarantainewet Wet rampen en zware ongevallen Wet tarieven gezondheidszorg Wet maatschappelijk ondersteuning Wet ziekenhuisvoorzieningen Algemene Wet bijzondere Ziektekosten (AWBZ) Kwaliteitswet Zorginstellingen Wet Collectieve preventie volksgezondheid (WCPV) Waterleidingwet Drank- en Horecawet
21
Bijlage 3 Productenaanbod GGD 2008 1. Programma Jeugdgezondheidszorg relevante producten: Gezondheidsonderzoek Gezonde en Veilige School (gezondheidsbeleid op scholen) 2. Programma Gezondheidsbevordering relevante producten: Gezondheidsmonitor Publieksinformatie Preventieve programma’s en bevolkingsonderzoek 3. Programma algemene gezondheidszorg relevante producten: Infectieziektebestrijding Medische milieukunde en technische hygiënezorg
22
Bijlage 4 Antwoorden vragenlijsten huisartsen en fysiotherapeuten Respondent/vraag Herkenning speerpunten in eigen praktijk Huisarts 1 Overmatig alcoholgebruik, roken en overgewicht. Toenemend probleem is depressie en eenzaamheid, vooral bij alleenstaande ouderen zonder kinderen Fysiotherapeut 1
Fysiotherapie 2 (inclusief fitness)
Extra aandachtspunten
Rol van preventie Welk advies in de praktijk stoppen met roken/alcohol? 1. aanpakken Ja, via spreekuur roken mbv longfunctie stoppen met roken Alcohol en drugs: spreekuur; Eerst analyse 2. starten probleem, hoeveel vasculair wordt gebruikt risicospreekuur waarom, daarna 3. advies aan hulpmogelijkheden jongeren niet aanbieden en met roken en verwijzen. drugs te beginnen Als haptonoom Extra aandacht Gericht op herstel Zelfontdekking en m.n. depressie en besteden aan van het introspectie, skills burnout. persoonlijke welbevinden, geënt aanleren. coaching op zwakheden, trauma’s in de ruimste zin des woords. Overgewicht/roken Meer aandacht Zeer belangrijk, Middels bij mensen met voor het signaleren ook het bewegings voorlichting hart en vaatziekten in een vroegtijdig programma. (wetenschappelijk of risico op stadium. Bewegingsprogra onderbouwd). etalagebenen. mma’s zijn Benadrukken van
Advies over Behoefte aan lichaamsbeweging samenwerking ? Wandelen, sportvereniging, fitness en zwemmen
Stimuleren dat mensen dagelijks bewegen.
“op mijn werkgebied werken we slecht samen”.
“alleen maar”
“denk dat samenwerking tussen GGD, huisartsen en fysiotherapeuten
23
Fysiotherapeut 3
Fysiotherapeut 4
Alcohol en drugsgebruik (“veel verhuizingen van bewoners, makkelijke uitvalswegen, weinig controle, verveling, computer, veel geld, vereenzaming, seksmisbruik) Obesitas, roken, etalagebenen
Toenemde agressie. Meer aandacht voor scholen en sportclubs. Gym, voorlichting kinderen en ouders, subsidie jeugd, sociaal minder draagkrachtigen, ondersteuning scholen.
gekoppeld aan zelfredzaamheid. Zijn in overleg met gemeente en scholen over programma obesitas
de neveneffecten van roken. Geen aparte aandacht voor alcohol of drugs.
Bewegingsprogra mma’s in de inpandige sportzaal.
Medicatie via arts en acupunctuur Conditie meten bij stoppen met roken en starten met bewegingsprogram ma.
een meerwaarde kan zijn in de preventieve zorg. Echter tijdsdruk bij huisartsen is een probleem. Wij staan hier zeker voor open.” Voorlichting met Acupuntuur./advie Huisoefenschema’ Gemeente moet folders.fitness voor s s, sportclubs, tijd en geld obesitas.bewegings fitness. vrijmaken voor programma’s, Verder: advies jeugd en kinderfitness, wandelen, folders risicogroepen. haptonomie of doorverwijzing. Sportnota met nieuwe initiatieven ondersteunen. Wil graag samenwerken om te brainstormen.
Afhankelijk van de toestand van de patiënt geven we aandacht aan het (niet) dagelijks bewegen.
Huisartsen specialisten en gemeente zouden patiënten kunnen wijzen op begeleiden bij starten bewegingsaanbod bv bij fysio.
24
Huisarts 2
Fysiotherapeut 5
Huisarts 3
Alcoholmisbruik, overmatig gebruik is gemeengoed./depre ssie en eenzaamheid.
Alcohol onderschat probleem, slecht eetpatroon en weinig beweging zien we bij jongeren en ouderen. Depressie bij alleenstaande ouderen. Alcoholgebruik en drugs zijn onderschatte problemen. Je ziet alleen het topje van de ijsberg. De grote problematiek is niet zichtbaar. Komt in de praktijk niet zo veel voor op het spreekuur, tenzij doorverwezen door
Jeugdbeleid tav alcohol/positief denken/repressief beleid 16/18jarigen.
Structurele wachtlijsten voor het AMW is erg problematische wachtlijsten van een half jaar zijn absurd en op geen enkele manier te verklaren. “grappig dat de gemeenten met dit
Programma stoppen met roken. En begeleiding, programma conditie vasculair risicomanagement gestart in 2007. Cervixcytologie (?)
Stoppen met roken, op maat begeleiding en ondersteuning.
Cruciaal, beweegcursussen. Aandacht voor overgewicht maar ook voor depressie en burnout.
Ja, mbv acupunctuur en voetreflexmassage. Roken en alcohol slecht voor genezing, om die reden aanbevolen te stoppen.
Bij vrijwel alle contacten worden gezondheidsrisico en gedrag besproken. Actieve preventieprogram ma’s zijn er niet.
Alleen bij risicopatiënten (hart en longaandoeningen) . Stimuleren tot stoppen, ondersteuning met medicatie, pleisters, kauwgoms, en consequent terugkomen op afspraken.
Dagelijks wandelen, met of zonder hond (!) sportverenigingen en fitness.
“in principe staan we hiervoor open, echter de huisartsenpraktijk kent een belangrijk privacyaspect. Vanuit gemeente: voorlichting, oproepen, regels en handhaving. Samenwerking kan beter. “ik merk dat ze nog altijd moeite hebben iets commercieels aan te pakken.”
Ook hier de risicogroepen (hart, longen en overgewicht). Benadrukken dat bewegen nodig is.
“idealiter zou een samenwerking met Thebe diëtiek en de fysiotherapie gewenst zijn. Of dit realiseerbaar is?? Tijdsfactor!”
Met name advies over alcohol, drugs komt niet voor.
25
politie of anderszins. Roken en overgewicht is niets nieuws.
Fysiotherapeut 6
Met name roken, overgewicht en depressie en eenzaamheid.
Fysiotherapeut 7
Overgewicht
Fysiotherapeut 8
-
Fysiotherapeut 9
-
soort vragenlijsten komen als de landelijke politiek met een nieuwe wet gemeenten dwingt (!) opening van zaken /voornemens te doen. Openbare speelruimte voor kinderen. En het onderhoud hiervan. Buitenzwembad. Risico’s bij vallen ouderen valpreventie. Aandacht voor gerichte hulpmiddelen hiervoor, preventief. -
Bewegingsarmoed e jeugd, schoolzwemmen zou terug moeten komen
Advies alcohol en drugs alleen op indicatie. Problematische verwijzers verwijzen wij naar Novadic kentron. Advies over Weinig. gezond gedrag en lichaamsbeweging.
Zeer veel. Goede lichaamsconditie staat centraal.
Advies gericht op tegengaan overgewicht ook vanuit het belang van belasting gewrichten. Beweeg- en voedingsadvies Preventie staat bovenaan, gericht tegen overgewicht, door conditietraining.
Ja, gericht op laagdrempelig bewegen. Ook eenzaamheid en depressie tegengaan door sport!
-
Meer projecten gericht op bewegen in samenwerking met diëtiste. Thuiszorg komt in vroegstadium in contact met mensen. Valrisico kan vroegtijdig worden gesignaleerd..
Acupuntuur voor Alleen maar. stoppen met roken. Alcohol nvt.
Daar waar nodig met collegapraktijken buiten Rijen.
Algemene Ja, continue, is gezondheidsrode draad tijdens Adviezen/motivati behandelingen. e door aan te geven dat roken de
Ja, maar dient goed opgezet te zijn, d.w.z. minimaal regionale of landelijke
26
Fysiotherapeut 10
Roken, patiënten met bloedvat aandoeningen
Huisarts 4
Het is overduidelijk dat alcohol, roken, overgewicht en depressie gemeentelijk speerpunt zijn.
Meer bewegen voor ouderen en sociaal contact
Advies over risico’s overgewicht
herstelcapaciteit benadeelt, advies over alcohol indien het gerelateerd is aan aandoening Algemeen advies, risico voor bepaalde gezondheidsproble men duiden.
Advies over meer bewegen gericht op verbeteringen bij mensen met rugklachten, overgewicht, hart en vaatziekten. Eigen verantwoordelijkhe id benadrukken. Apart long- en Ja, roken via Ja, tijdens diabetesspreekuur methode GGD: en genoemde spreekuren. met ruime “minimale aandacht voor interventiestrategie preventie, roken, .” Alcoholgebruik drinken, voeding. tijdens genoemde Ook wordt in 2007 spreekuren of bij gestart met regulier spreekuur voor huisartsenspreekuu hart- en r. vaatziekten.
consensus over plan van aanpak.
Aandacht voor goede begeleiding van patiënten en bewustwording slechte gewoonten.
Samenwerking is van belang, zo kun je meer bereiken. Lastig aan te geven hoe. Dat is voor ieder speerpunt anders.
27