Nolet Versleuteld 21-10-13 10:54 Pagina 1
versleuteld
Nolet Versleuteld 21-10-13 10:54 Pagina 2
Nolet Versleuteld 21-10-13 10:54 Pagina 3
Donald Nolet
Versleuteld
2013 de bezige bij amsterdam
Nolet Versleuteld 21-10-13 10:54 Pagina 4
Cargo is een imprint van Uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam Copyright © 2013 Donald Nolet Omslagontwerp Studio Jan de Boer Omslagillustratie Getty Images / Dimuse Foto auteur Geert Snoeijer Vormgeving binnenwerk CeevanWee, Amsterdam Druk Koninklijke Wöhrmann, Zutphen isbn 978 90 234 8321 2 nur 305 www.uitgeverijcargo.nl
Nolet Versleuteld 21-10-13 10:54 Pagina 5
Voor Evelien, Evelyn, Evelyne
Nolet Versleuteld 21-10-13 10:54 Pagina 6
Nolet Versleuteld 21-10-13 10:54 Pagina 7
Proloog Hamburg, Duitsland, september 1945 ‘Op de bank zit als het goed is een meneer met een koffertje, Dieter. Het enige wat jij hoeft te doen is dat koffertje van hem aannemen en naar mij brengen.’ Wat voor meneer er op de bank zou zitten had Dieter Valentin niet gevraagd. En dat was ook niet belangrijk. Hij kende Wally zolang hij zich kon herinneren. Al vanaf de tijd dat hij een kleine jongen was. Wally en de anderen, Karl, Jurgen. Ze zeiden altijd hallo tegen hem. Lachten. Riepen zijn naam. Ook toen de mensen hem steeds vaker begonnen te pesten of niets meer tegen hem wilden zeggen. Zelfs ouderen, die normaal altijd zo vriendelijk waren, wilden op een gegeven moment niet meer met hem praten. Wally was altijd zijn vriend gebleven, ook toen hij heel lang weg was. Heel lang. Dat waren rotjaren. Van papa en mama mocht hij in die tijd bijna niet naar buiten. En hij was juist zo’n grote jongen. Groter en sterker dan papa zelf. Hij kon ze beschermen tegen alle vervelende mensen. Echt rotjaren. Hij was boos geweest, elke keer dat er te weinig te eten was. Dan moest hij huilen. Maakte dingen kapot. Een paar keer had hij zelfs papa geslagen, al had hij daar achteraf altijd spijt van. Nu was er iets meer eten en dat was fijn. Hij had nog steeds vaak honger, maar dat durfde hij niet te zeggen. En toen, op een dag, was Wally teruggekomen. Als enige. De andere jongens waren er niet meer. Die waren doodgegaan in de oorlog, had mama gezegd. Dieter wist niet wat dat woord betekende, maar het moest iets vreselijks zijn. Alleen Wally was er nog. Hij
7
Nolet Versleuteld 21-10-13 10:54 Pagina 8
zag er anders uit. Lachte minder dan vroeger. En hij stonk vaak uit zijn mond. Dezelfde geur die papa soms ’s avonds had, maar dan veel sterker. Hij had er niets over gezegd, want Wally was nog steeds zijn vriend. Dat had hij zelf gezegd. ‘Weet je nog van vroeger, Dieter?’ had hij gevraagd. ‘Weet je nog van de geheime opdrachten?’ Dat wist Dieter nog. Ze hadden altijd opdrachten voor hem. Als ergens eten lag waar ze zelf niet bij konden of als ze bij iemand stiekem wilden aanbellen. Dan zeiden ze: ‘Dieter, we hebben een geheime opdracht voor je.’ En als hij het goed had gedaan, dan mocht hij de middag verder met de jongens doorbrengen. Dat waren de beste dagen. En nu had Wally weer een geheime opdracht voor hem. Een andere dan vroeger, maar dat had hij uitgelegd. Dieter was nu een grote, sterke jongen, en daarom waren ook de geheime opdrachten veranderd. Voor deze moest Dieter met de tram. Die reed sinds kort weer. Normaal ging hij alleen met de tram als papa en mama erbij waren. Hij wist nooit goed wanneer hij uit moest stappen. Een keer was hij op de verkeerde plek uitgestapt en had daarna uren rondgelopen, totdat hij teruggebracht was naar huis. Voor deze opdracht had Wally hem eerst meegenomen. Had laten zien wanneer hij uit moest stappen, bij het park. En hoe hij vervolgens moest lopen naar het bankje. Het bankje waar de man zou zitten, met het koffertje. ‘Let op Dieter,’ had Wally gezegd. ‘De persoon die er zit, praat misschien geen Duits. Dus is het beter als je niks tegen hem zegt.’ In dat koffertje zat iets voor Wally. Een soort cadeau. Het enige wat Dieter hoefde te doen was het koffertje pakken, weer teruglopen naar de tram en uitstappen op de halte vlak bij zijn huis. Wally zou daar staan wachten met een chocoladereep. Een echte reep. Het water liep Dieter in de mond bij het idee. Het begin ging goed. Wally had hem uitgezwaaid bij de tramhalte. Toen hij uit het zicht verdween, werd Dieter nerveus. Hij vond het toch wel eng. Gelukkig zag hij al snel het park. Nog even en de geheime opdracht was voorbij. Nog even en hij kreeg zijn reep, waarvan hij al had besloten dat hij hem met Wally zou delen.
8
Nolet Versleuteld 21-10-13 10:54 Pagina 9
Hij lachte. Het was een mooie dag. De zon scheen en maakte de bladeren mooi, alsof ze van goud waren. Hij hoorde vogels zingen. Daarvan werd hij altijd vrolijk. Rustig liep hij over het pad waar hij een paar dagen eerder samen met Wally ook had gelopen. Nog één hoek om en daar was het bankje. Er zat inderdaad een man. Die keek op toen Dieter aan kwam lopen. Het eerste wat opviel, waren de mooie kleren die de man aanhad. Een zwart pak dat echt zwart was. Een wit overhemd dat echt wit was. Ondanks zijn mooie kleren keek de man niet blij. Als Dieter zulke mooie kleren had gehad, dan zou hij lachen van trots. Op de schoot van de man lag een koffertje, dat hij nu naast zich neerzette. Dieter vond het een beetje raar om niks te zeggen. Zijn papa en mama hadden hem altijd geleerd dat hij mensen goedendag moest zeggen. Maar hij herinnerde zich ook de woorden van Wally, dat de man waarschijnlijk geen Duits sprak. Hij liep naar de bank en pakte het koffertje. Nu stond hij heel dichtbij. Hij keek naar gezicht van de man, die recht voor zich uit bleef staren. Zijn zwarte haar, dat hij achterover had gekamd, glom in de zon. Dieter besloot dat de man misschien blijer zou zijn als hij iemand zag lachen. Hij lachte zijn tanden bloot. Bij zijn papa en mama werkte dat altijd goed, als ze verdrietig waren. De man keek nog steeds voor zich uit. Dieter boog voorover, zodat zijn hoofd op dezelfde hoogte kwam. De man bleef boos kijken. Dieter dacht aan zijn chocoladereep. Hij pakte het koffertje op en begon de weg terug naar de uitgang van het park te lopen. Hij sloeg de hoek om. Een paar meter verderop stonden twee mannen naast elkaar, die het pad blokkeerden. Aan beide kanten groeiden grote struiken met doornen. Dieter kon er niet langs. Hij stond stil, wachtend totdat de mannen opzij zouden gaan of door gingen lopen. Dat gebeurde niet. Ze bleven staan. Hij draaide zich om. Een paar meter verder was een ander pad. Wally had hem laten zien dat hij eigenlijk elk pad kon nemen. Uiteindelijk zou hij altijd bij een uitgang komen. En als hij daarna om het park heen liep, kwam hij weer bij de tramhalte. Dieter sloeg het andere pad in. Hij ging nu sneller lopen, al wist hij niet precies waarom. Achter zich hoorde hij iets. Hij
9
Nolet Versleuteld 21-10-13 10:54 Pagina 10
keek om, zonder te stoppen. De twee mannen van net liepen nu achter hem. Hij versnelde nogmaals zijn pas. Hij wilde Wally niet te lang laten wachten. En hij wilde zijn reep. Vanaf de andere kant kwamen twee andere mannen aanlopen. Even dacht Dieter dat het dezelfde waren, zo leken ze op elkaar. Maar de eersten liepen nog achter hem. De twee voor hem bleven nu staan. Dieter voelde zijn hart kloppen. Hij begon te huilen. Spannend was leuk, maar dit was niet meer leuk. Zijn papa en mama hadden ze weleens aangewezen, de streng kijkende mannen in de lange jassen. Hadden hem verteld nooit hun aandacht te trekken. Kennelijk had hij dat toch gedaan. Mama zou boos op hem zijn. Hij wilde naar huis. Meteen. Zo snel mogelijk. De tranen stroomden over zijn wangen. Links zag hij een nieuw zijpad. Hij klampte het koffertje tegen zijn borst en begon te rennen. Hij was daar goed in. Hij kon altijd harder rennen dan andere mensen. Hier wist hij niet goed de weg, dus rende hij niet zo hard als hij eigenlijk kon. Het pad ging dan weer naar links, dan weer naar rechts. Langs bomen, struiken, een veldje, totdat hij voor zich een hek zag, met daarachter de straat. Dat was het. Hij had een uitgang gevonden. Alles zou goed komen. ‘Als je buiten het hek komt moet je linksom lopen,’ had Wally gezegd. ‘Dan kom je vanzelf bij de halte uit.’ Hij had gewezen naar de rails die over de weg liepen. De rails waar de tram altijd op reed. Zolang Dieter die maar zag, dan was het goed. Dieter begon harder te rennen. Buiten het hek naar links. Hij hoorde het gestamp van voeten op de straat. Te veel gestamp om alleen van zijn eigen voeten te komen. Waren die mannen er nog steeds? Hij wilde harder rennen, maar het koffertje verhinderde dat. Hij kon niet lekker met zijn armen zwaaien, zoals hij altijd deed. Maar zonder het koffertje zou hij geen reep krijgen, dus hield hij het vast. Daar. Hij zag de halte, was er bijna. Vanaf de andere kant kwamen vier mensen aanrennen. Nog meer mannen met lange jassen. Ze riepen stop. ‘Stop!’ Dieter luisterde niet. Hij mocht nooit, nooit, nooit met vreemde mannen mee. Wie ze ook waren, wat ze ook zeiden. Hij bleef rennen in de richting van de halte. De mannen bleven staan,
10
Nolet Versleuteld 21-10-13 10:54 Pagina 11
hun armen gespreid. Dieter rende recht op ze af, probeerde door ze heen te rennen, alsof ze er niet waren. Hij botste tegen hen op, hapte naar adem. Ze hadden hem vast. Hij huilde, schreeuwde. ‘Laat me gaan! Laat me gaan!’ Met stoeien was hij altijd voorzichtig, anders deed hij andere mensen pijn. Alleen als iemand hem echt pijn zou doen, hoefde hij niet meer voorzichtig te zijn. Dat had papa gezegd. Dieter besloot dat nu zo’n moment was. Hij bewoog zijn armen en benen met al zijn kracht en wist zich los te rukken. In paniek rende hij de straat op. Iemand schreeuwde iets. Hij verstond niet wat, maar het klonk anders dan daarvoor. Het klonk meer zoals papa of mama, als hij iets deed wat hij niet zou moeten doen. Hij keek over zijn schouder naar de man die geroepen had. Achter zich hoorde hij een soort bel. Lawaai. Een gepiep dat pijn deed aan zijn oren. Hij voelde een harde klap in zijn zij. Daarna vloog hij door de lucht, als een vogel. De pijn kwam pas op het moment dat hij weer neerkwam op de straat. Meer pijn dan hij ooit had gehad. Hij proefde een rare smaak in zijn mond. Dieter zette zijn handen op de weg en probeerde op te staan, maar zijn benen werkten niet meer en hij was duizelig. Hij ging weer liggen. Zelfs ademen was moeilijk. Hij merkte dat iemand het koffertje vastpakte. Dieter probeerde het tegen te houden, maar er zat geen kracht meer in zijn handen. Zijn vingers lieten los en hij voelde hoe het koffertje bij hem weggehaald werd. Sorry Wally. De pijn leek minder te worden. Dieter werd een beetje dromerig. En moe. Hij had moeite zijn ogen open te houden. Raar, want het was midden op de dag. Wat had mama gezegd over mensen die midden op de dag in slaap vielen en daarna niet meer wakker werden? Die gingen naar de hemel. Ging hij daar nu heen? Mama had beloofd dat het een fijne plek zou zijn. Fijner dan hier. Als mama het zei, dan was het zo. Hij sloot zijn ogen, een glimlach op zijn lippen.
11
Nolet Versleuteld 21-10-13 10:54 Pagina 12
Langley, Virginia, 2012 Het gesprek vond plaats in een zwart gat. Een plek waar normaal geldende regels verbogen tot het punt van onherkenbaarheid. Waar elektronica hopeloos van slag raakte en signalen een snelle dood stierven. Decennia aan onderzoek kwamen samen in deze kamer van vier bij vier, die officieel niet bestond. Zoals de gesprekken die er gevoerd werden officieel niet plaatsvonden. Wat hier werd besproken kon alleen opgeslagen worden in de hoofden en harten van de aanwezigen. Deze middag waren dat er twee. De oudere van de twee mannen ging even verzitten. Zijn ooit getrainde lichaam was niet meer gewend aan de eenvoudige stoelen in de hubble, zoals de technici van de cia deze kamer noemden. Hij krabde door het weinige witte haar dat hij nog had. Depte met een zakdoek zijn eindeloze voorhoofd. Met een milde vorm van jaloezie keek hij naar de olympiër aan de andere kant van de tafel. De man kon zo op een wervingsposter uit de Tweede Wereldoorlog. Lang, breed als een deuropening, een kaaklijn die karakter suggereerde en een vastberaden blik. Een blik die zei: ik kan alles aan. Dat zou nu moeten blijken. ‘Ik dacht dat we dit in vijfenveertig opgelost hadden.’ ‘Het is nooit opgelost,’ antwoordde de jongere. ‘Het is... uit beeld verdwenen. Er is daarna nog één keer naar gekeken, halverwege de jaren negentig.’ ‘Waarom toen?’ ‘Freedom of Information Act. Het was vijftig jaar na dato, dus dan gebeurt dat automatisch.’
12
Nolet Versleuteld 21-10-13 10:54 Pagina 13
‘Ah, natuurlijk. Ik neem aan dat destijds is besloten deze informatie nog even niet vrij te geven?’ ‘Dat is inderdaad gebeurd.’ ‘Maar verder geen nieuwe aanwijzingen?’ ‘Tot nu.’ ‘Tot nu,’ beaamde de oudere man. Hij schudde ongelovig zijn hoofd. ‘Het machtigste land ter wereld chanteren,’ zei hij met enig ontzag in zijn stem. ‘Iemand is óf bijzonder slim, óf heel erg dom.’ ‘Voorlopig het eerste. Het bericht kwam binnen via MagicMail.’ ‘Wat is dat?’ ‘Een dienst waarmee je anoniem e-mail kunt versturen. Ze zijn gevestigd in Israël, dus dat betekent een verplicht bezoek aan een rechter daar om het ip-adres te achterhalen. En grote kans dat achter het adres weer een tiental proxy’s zit.’ ‘Spreek Engels. Ik ben van de Vietnam-generatie.’ ‘Het zal tijd kosten om erachter te komen wie het verstuurd heeft en waarvandaan.’ ‘Een week en dan maken ze het openbaar?’ ‘Een week.’ ‘Tijd genoeg?’ De jongere man gooide zijn handen in de lucht. De spanwijdte was indrukwekkend. ‘God only knows.’ ‘Hmm... in het allerergste geval, is er dan een manier om de verspreiding... in te dammen?’ Zijn toon verraadde dat hij het antwoord eigenlijk al wist. ‘Je bedoelt, kunnen we zorgen dat het niet gepubliceerd wordt? Twintig jaar geleden... misschien. Nu? Geen schijn van kans. Eén druk op de knop en iedere redactie van elke nieuwsorganisatie in de wereld krijgt het binnen. En dan heb ik het nog niet over YouTube, de social media.’ ‘Oké, oké. Ander onderwerp. Is er nog geen procedure aangegeven om het geld over te maken?’ ‘Nee.’ ‘Zodra dat binnenkomt...’ ‘Hebben we iets om ons op te richten. Mijn mensen weten wat ze doen.’ 13
Nolet Versleuteld 21-10-13 10:54 Pagina 14
‘Als dat zo was, zouden we hier niet zitten.’ De jongere man liet de onredelijke beschuldiging van zich af glijden. Zoals hij ook altijd deed met buitensporige complimenten. Het was de enige manier om enigszins normaal te blijven functioneren in deze omgeving. ‘Jullie met je elektronica,’ zei de oudere hoofdschuddend. ‘Ik zal een weddenschap met je afsluiten. Als we dit oplossen, dan zal het zijn met humint. Met mensen die vragen stellen. Hun talenten gebruiken. Niet met jullie geliefde speeltjes.’ ‘Als we de opname maar vinden. Alleen al het idee wat de Russen en Chinezen gaan zeggen. En dan heb ik het nog niet eens over de binnenlandse reacties.’ ‘Dat zeg je mooi... binnenlandse reacties. Je bedoelt dat heel het Amerikaanse volk ons zal haten.’ De olympiër haalde zijn machtige schouders op. ‘Niet het hele volk. Ik schat de helft. En dat is dan nog het minste van onze problemen.’ De oudere man knikte. ‘Hoeveel mensen weten ervan?’ ‘Te veel,’ was het onmiddellijke antwoord. ‘Ze waren niet subtiel met het leggen van contact. Noodgedwongen natuurlijk. We hebben geen e-mailadres voor iets als dit. Misschien moeten we dat aanmaken. Blackmail at cia dot gov. Zoiets.’ ‘Dit is niet grappig.’ ‘No, sir.’ ‘Ik wil dat iedereen die dit bericht onder ogen heeft gehad in de gaten wordt gehouden.’ ‘Yes sir.’ ‘Ik wil een lijst met namen van iedereen die hier óóit bij betrokken is geweest, op welk niveau dan ook. In vijfenveertig, bij die review in vijfennegentig, en nu. En van hen allemaal wil ik precíés weten wat ze nu aan het doen zijn.’ ‘De meesten zijn dood.’ ‘Dan wil ik iemand bij hun graf. Ben ik duidelijk?’ ‘Yes sir.’ ‘En daarna wil ik dat dit hele... gedoe voorgoed verdwijnt. Ik wil
14
Nolet Versleuteld 21-10-13 10:54 Pagina 15
niet dat we over zeventig jaar hier weer zitten met hetzelfde probleem.’ ‘Waarschijnlijk is dit al besproken...’ ‘Wat?’ ‘Betalen is geen optie?’ ‘We onderhandelen niet met terroristen.’ ‘Dat is de classificatie? Terrorisme?’ ‘Ik dacht al dat je daar blij mee zou zijn.’ ‘Het vergroot mijn mogelijkheden, zeker. Maar het lijkt... excessief.’ ‘Dit is een excessieve situatie.’
15
Nolet Versleuteld 21-10-13 10:54 Pagina 16
Washington dc, dezelfde dag Het restaurant was Frans, de bediening beleefd en de keukenstaf illegaal. Een typische bistro in een van de betere wijken van Washington dc, met een al even typische clientèle van welgestelde, wat oudere mannen. Lobbyisten, congresmedewerkers en powerbrokers cirkelden hier om elkaar heen. Zonder uitzondering monumentale ego’s, die op elk moment van de dag bevestiging eisten van hun status. De meest zichtbare plekken in het midden van het restaurant waren dan ook bestemd voor de hoogste apen op de rots. De man rechts achterin had normaal gesproken een wat betere tafel kunnen krijgen. Misschien niet de beste, maar wel een betere. Het verzoek voor een gesprek was onverwacht gekomen, dus het was al heel wat dat hij hier terecht kon. Ondanks zijn plaats, weggedrukt aan de zijkant, kon niemand van de andere aanwezigen om hem heen. Met zijn twee meter en honderdtwintig kilo aan Ierse voorvaderen domineerde hij de ruimte. Aan beide zijden van zijn hoofd krulden restanten van wat ooit een grote bos rood haar moest zijn geweest. Zijn rozerode huid deed vermoeden dat liters overtollig bloed door zijn aderen stroomden. ‘Hoe is het met je, Janet?’ vroeg hij met gedempte stem. Overal vonden gesprekken plaats op een geluidsniveau dat zweefde tussen een normale conversatie en gefluister. Alsof iemand de volumeknop op laag had gezet. ‘Goed, Michael... wel goed,’ was het weinig overtuigende antwoord van de vrouw tegenover hem.
16
Nolet Versleuteld 21-10-13 10:54 Pagina 17
Ze moest ergens in de veertig zijn. Het donkerblonde haar was geknipt met een pony waar je een waterpas langs kon leggen. Beginnende ouderdomslijnen rond haar mond en ogen schenen door de make-up heen. Voor deze gelegenheid had ze een keurig mantelpak aangedaan, gecombineerd met een smaakvolle ketting en passende oorbellen. ‘Mmm... deze wijn is geweldig. Dank je wel.’ De reus lachte een gelig, onregelmatig gebit bloot. Een unicum in deze ruimte, waar vrijwel alle aanwezigen konden meespelen in tandpastareclames. Hij vulde meteen haar glas bij. ‘Goed je weer eens te zien. Het was te lang geleden.’ ‘Zeker. Twee jaar? Zoiets?’ ‘Zoiets zal het zijn. Hoe is het op the Farm?’ ‘Gaat goed. Gaat goed.’ ‘Vergeef me dat ik het zeg, maar je klinkt niet erg enthousiast, Janet.’ Ze zuchtte, nam nog een slok van haar wijn. ‘Om eerlijk te zijn... ze hebben me gevraagd naar ander werk uit te kijken.’ Twee borstelige rode wenkbrauwen verhieven zich. ‘Dat meen je niet?’ ‘Helaas wel.’ ‘Dat verdien je niet,’ zei hij hoofdschuddend. ‘Je bent een uitstekende analist. Was een van de beteren in mijn team.’ De vrouw keek dankbaar naar hem op. ‘Dank je wel, Michael.’ ‘Hoe oud ben je nu?’ ‘Vierenveertig.’ ‘Twee kinderen toch?’ ‘Ja, Julie en Alexander.’ ‘Gaan ze al naar de universiteit?’ ‘De oudste volgend jaar. De andere het jaar daarop.’ ‘Dure tijd.’ De vrouw knikte. Haar agenda was onmiddellijk doorgeprikt. De man aan de andere kant van de tafel was intelligent. Een natuurkracht, en nog met een brein ook. ‘En nu?’
17
Nolet Versleuteld 21-10-13 10:54 Pagina 18
‘Ik ben het er uiteraard niet mee eens. Maar wat doe je eraan?’ ‘Je hebt gelijk,’ zei de man begrijpend. ‘Ik bedoel, je kunt van alles doen. Maar als zij willen dat je gaat...’ ‘Dan ga je,’ maakte ze zijn zin af. ‘De cia is een machine,’ vervolgde hij. ‘Als die eenmaal loopt... ik weet er alles van.’ ‘Precies. Daarom dacht ik ook aan jou. Ook gezien mijn achtergrond...’ ‘Een Master Internationaal Recht van Yale, toch?’ Hij had zijn huiswerk gedaan. Ze knikte verwachtingsvol. ‘Janet, ik weet niet of ik je kan helpen. Het zijn zware tijden, voor iedereen.’ ‘Ik ben slim, ik werk hard. Je kent me.’ ‘Dat is tegenwoordig niet genoeg. Iedereen is slim, iedereen wil harder werken voor minder geld. Maar onze tarieven staan ook onder druk. De zaken gaan niet geweldig.’ ‘Michael, ik vraag je me te helpen.’ ‘En ik vraag je waarom ik dat zou doen.’ De sympathie was uit zijn stem verdwenen. Dit was niet meer een gesprek tussen oudcollega’s, maar een onderhandeling. En daarin was geen ruimte voor medelijden, alleen voor een afweging van belangen. De vrouw nam een laatste slok, om zich moed in te drinken voor wat ze ging doen. ‘Ik heb informatie die je, denk ik, zeer interessant zult vinden.’ ‘Informatie...’ ‘Een nieuwe ontwikkeling in een oude zaak. Een zaak die je na aan het hart ligt.’ ‘Elke zaak ligt me na aan het hart. Ik ben een ouderwetse Amerikaanse patriot.’ ‘Maar zelfs een patriot moet weleens in het stof bijten. Zelfs een patriot...’ ze pauzeerde voor het effect, ‘... krijgt af en toe te horen dat hij iets moet laten rusten.’ Voor het eerst leek Michael McKenzie even de absolute controle over dit gesprek kwijt. ‘Je bedoelt...’
18
Nolet Versleuteld 21-10-13 10:54 Pagina 19
‘Dat bedoel ik.’ ‘Oké. Je hebt mijn volledige aandacht.’ Ze knikte. God mocht weten wat haar voormalige leidinggevende met deze informatie ging doen. Maar ze had andere prioriteiten. Een baan, de zekerheid dat ze in haar huis kon blijven wonen. Dat haar dochter en zoon een opleiding konden volgen. Uiteindelijk bleek de keuze veel makkelijker dan ze had gedacht. ‘We hebben iets binnengekregen...’
19
Nolet Versleuteld 21-10-13 10:54 Pagina 20
1. De verpleegster was beleefd, maar volhardend. Mevrouw Oosterbeek had bezoek gehad en was sindsdien overstuur. Kon hij, haar kleinzoon en enige nog levende familielid, alsjeblieft langskomen? Joshua Lambert had haar bedankt voor het telefoontje, zijn computer afgesloten en het licht uitgedaan in het verder verlaten kantoor. Daarna was hij in zijn auto gestapt. Het was niet de eerste keer dat hij op stel en sprong ontboden werd. Soms kon alleen zijn aanwezigheid haar al kalmeren. Vaker moesten ze haar laten uitrazen. Hij had het de afgelopen maanden allemaal meegemaakt. Toch reed hij net wat harder dan anders. Zat iets onrustiger achter het stuur. Zijn grootmoeder had normaal gesproken maar één bezoeker, en dat was hij. Gedurende de jarenlange reis, van haar eigen huis naar een serviceflat en sinds kort het verzorgingstehuis, was hij de enige constante in haar bestaan. Dus wie waren het geweest? Dieven? Heel verre familie? Jehova’s getuigen? Aan zijn linkerhand doemde het fraaie oude complex op uit het donker van de winteravond. Huize Westerlicht was gebouwd aan het begin van de twintigste eeuw en hield het midden tussen een vesting en een kasteel. Een U-vormig rijksmonument van de late Amsterdamse School, zo was hem verteld bij het intakegesprek van zijn grootmoeder. Het gebouw bestond uit twee breed uitwaaiende verdiepingen, opgetrokken uit rode baksteen. Kleine torens staken op schijnbaar willekeurige plekken boven de gevel uit. Her en der zat een klein balkon, in de vorm van een halve maan. De paar aanwezige ramen verdronken bijna in de dikke muren. Hij reed over de oprijlaan, langs de vijver voor de ingang. Links van het
20
Nolet Versleuteld 21-10-13 10:54 Pagina 21
gebouw was een parkeerplaats, die op dit tijdstip vrijwel verlaten was. De overgang van zijn verwarmde auto naar een temperatuur onder het vriespunt deed hem huiveren. Snel liep hij naar binnen, waar de avondreceptionist hem toeknikte. ‘Ik kom voor mijn grootmoeder, mevrouw Oosterbeek.’ ‘U kent de weg meneer Lambert.’ Joshua sloeg een hoek om. Zo monumentaal als de buitenkant van het gebouw eruitzag, zo benauwend was het hier binnen. Hij liep over groen linoleum. De binnenmuren waren geverfd in een gelig wit, dat de gang nog smaller deed lijken dan hij al was. Ook de gedempte verlichting droeg bij aan het claustrofobische effect. Aan de muur hingen aquarellen, landschappen met zonovergoten weilanden. Geen wolkje aan de hemel. Hij kwam langs de gemeenschappelijke ruimte, waarvan de deur openstond. Op lange zwarte banken zat een groep bewoners televisie te kijken, onder begeleiding van een arts. Ze was klein en tenger. Smalle polsen staken uit de mouwen van een iets te grote, smetteloos witte doktersjas. Springerig, donkerblond haar werd met behulp van een paar spelden en klemmen in toom gehouden. Ze keek de kring rond. Hier een lach. Daar een knipoog. ‘Hallo dokter Meulens.’ In een oogwenk zat ze kaarsrecht. ‘Hallo meneer Lambert.’ Haar grote bruine ogen keken hem beleefd, maar neutraal aan. Ook de glimlach was in één klap van haar meisjesachtige gezicht verdwenen. ‘Hoe is het met mijn grootmoeder?’ ‘Met mevrouw Oosterbeek gaat het redelijk goed. Ze is alweer wat gekalmeerd.’ ‘Waar is ze?’ ‘Op haar kamer.’ Joshua liep nog een paar meter door, klopte aan en stapte de jaren zeventig binnen. De muren waren bruin, de vloer grijs en pluizig. Hij had eigenhandig de vloerbedekking uit haar oude huis getrokken en hier weer laten leggen. Ook de rest van haar huisraad
21
Nolet Versleuteld 21-10-13 10:54 Pagina 22
was meegekomen. Het antieke bijzettafeltje, waar een pot thee en drie kopjes op stonden. En natuurlijk haar donkerbruine chesterfield bank. Daar zat ze nu, haar van nature gedrongen lichaam licht voorover geheld. Ze droeg haar favoriete gebreide vest, met daaronder een wijde, lichtbruine broek. Haar voeten staken in stevige grijze schoenen met dikke zolen. Ze keek hem aan. Diepe groeven liepen over de bleke, bijna transparante huid van haar gezicht, dat nu begon te stralen. Haar blauwe ogen, normaal gesproken zo hard en koud, keken hem verwachtingsvol aan. Hij kon zich niet herinneren haar ooit zo blij te hebben gezien. ‘Eindelijk, je bent er!’ kraakte ze. ‘Ik ben er.’ ‘Ik heb je gemist, Walther!’ Joshua slikte zijn volgende zin in. Walther? Ze had hem Walther genoemd. Dat was niet zijn naam, zelfs niet zijn tweede of derde. ‘Wat sta je daar? Kom binnen mijn liefste.’ Hij dacht aan wat dokter Meulens en de verpleegsters hem op het hart hadden gedrukt. Zijn grootmoeder was op een punt dat de letterlijke waarheid niet altijd het beste voor haar was. De dagelijkse praktijk in dit tehuis hing aan elkaar van leugentjes om bestwil. De waarheid, over waar de bewoners waren, wie ze waren, veroorzaakte vaak alleen maar meer verwarring. Go with the flow, was het advies. ‘Ik... u... jou ook,’ zei hij uiteindelijk. ‘Hoe was het op het Langeveld?’ ‘Goed,’ antwoordde Joshua aarzelend. ‘Was het er weer zo warm?’ ‘Ehm... best wel.’ ‘Wat wil je ook, in zo’n hok. Het is een schande dat ze jullie daar laten werken! Daar gingen ze toch iets aan doen?’ ‘Ja... volgens mij wel.’ ‘Wel een mooi jasje. Dat kende ik nog niet.’ Hij keek naar het visgraatmotief van zijn grijze Paul Smith-colbert.
22
Nolet Versleuteld 21-10-13 10:54 Pagina 23
‘Maar dat overhemd! Walther! Welke man draagt er nou een overhemd met blóémen? Je bent toch geen meisje.’ ‘Nee, ik ben geen meisje.’ Haar woorden herhalen, verder kwam hij niet. En dit was duidelijk geen moment om te beginnen over zijn kledingkast vol Hans Ubbink-hemden. De rest van de kledingstukken die hij aanhad waren gelukkig minder in het oog springend. Een spijkerbroek en zandkleurige desertboots. ‘Je hebt vast nog niet gegeten.’ Ze maakte aanstalten op te staan, haar vuisten al op de bank. ‘Jawel hoor!’ haastte Joshua zich. ‘Dus blijf rustig zitten.’ Ze zakte weer in de kussens en knipoogde naar hem. ‘Moet ik weer je hoofd masseren?’ ‘Mijn... hoofd?’ ‘Je hebt toch altijd zo’n last van die hoofdtelefoon. Met die flaporen van je.’ Joshua voelde aan de zijkanten van zijn hoofd, waar zich inderdaad twee prominente exemplaren bevonden. Was ze weer bij zinnen aan het komen? ‘Maar ik vind je heel mooi hoor,’ zei ze gehaast, alsof ze bang was hem te beledigen. ‘Dat mooie smalle gezicht. Je hoge jukbeenderen. Je bruine haar.’ Ze bloosde. ‘Al die andere jongens zijn zo... Hollands. Jij bent anders.’ ‘Dank je wel...’ ‘Ik ben vanochtend met de fiets langs de boer gegaan,’ zei ze trots. Hij had haar nog nooit op een fiets gezien. Voor zover hij wist had ze er überhaupt nooit een gehad. ‘Ik heb verse eieren en zelfs melk! Wil je ook een glas?’ ‘Nee, dank je.’ ‘Weet je het zeker?’ ‘Straks, misschien.’ Ze drukte haar benen bij elkaar en hief ze van de grond, terwijl haar handen in haar schoot lagen. Alsof ze een meisje van twaalf was, in plaats van een vrouw diep in de tachtig. ‘Mama is over een uur terug,’ zei ze, bijna fluisterend. ‘Dus we hebben wat tijd voor ons drieën.’ ‘Drieën?’
23
Nolet Versleuteld 21-10-13 10:54 Pagina 24
‘Jij, ik en de kleine, domoor,’ zei ze, terwijl ze haar hand op haar buik legde. Joshua wist even niet wat hij moest zeggen. Het meisjesachtige gedrag. Het verhaal over het fietsen, en nu dit. Het leek erop dat zijn grootmoeder een gesprek uit een ver verleden herbeleefde. Met een schok realiseerde hij zich dat dit een kans was. Misschien wel zijn enige. Zijn laatste. Het belangrijkste was het gesprek op gang te houden. ‘Hadden we eigenlijk al een naam bedacht?’ vroeg hij zo luchtig mogelijk. ‘Dat weet je toch! Kitty voor als het een meisje wordt, en Uli voor een jongetje.’ Joshua dacht aan zijn moeder. Catharina, roepnaam Kitty.’ ‘Uli? Dat klinkt nogal... Duits.’ Ze lachte, haar vuist voor de mond. ‘Je bent zo grappig!’ ‘Daar ben ik blij om.’ ‘O liefste, je Nederlands is echt heel goed. Sterker nog, als ik nu naar je luister, dan hoor ik eigenlijk geen Duits accent meer.’ Hij hield zijn adem in. Een paar seconden, waarin zijn gedachten over elkaar heen struikelden. Blijven praten. Blijf vragen. Blijf antwoorden geven. ‘En dat zou je niet erg vinden, zo’n Duitse naam?’ ‘Nee hoor. Uli Gruber, dat klinkt toch mooi? En ik hou gewoon van je. Hou je ook van mij?’ Ze was zijn enige directe familie. Deze koude, zwijgzame vrouw, die zijn aanwezigheid tolereerde. Zo had het al die tijd aangevoeld. Hun verstandhouding, altijd al moeizaam, was er de laatste jaren niet op vooruit gegaan. ‘Natuurlijk hou ik van je.’ ‘Mooi. Dat is je geraden. Het is niet makkelijk voor me, met jou zijn.’ Hij zuchtte, om wat tijd te winnen. ‘Dat weet ik.’ ‘Maar vanbinnen ben je een goed mens. Dat is het belangrijkste.’ ‘Dank je wel.’ Ze keek naar de deur. ‘Walther, ik ben bang.’ ‘Bang?’ herhaalde hij. ‘Waarvoor?’
24
Nolet Versleuteld 21-10-13 10:54 Pagina 25
‘Er was hier net bezoek voor je. Twee mannen. Grote mannen, die Engels praatten.’ ‘Ik wist niet dat je Engels sprak.’ Zijn verbazing was oprecht. Hij had haar nog nooit een woord in die taal horen spreken. Op televisie keek ze vooral de Nederlandse soapseries. ‘Een beetje.’ Twee mannen. Was dat het bezoek waar de verpleegster aan de telefoon het over had? ‘Weet je wat ze wilden?’ ‘Ja!’ zei ze enthousiast. ‘Ze wilden weten waar je was. Wat gek is, want je bent hier. Maar... ik heb je ook al zo lang niet gezien. Mijn lieve Walther... ik...’ Ze schudde haar hoofd. Draaide zich van hem af, haar blauwe ogen nu starend naar het enige raam in de kamer. ‘Oma?’ ... Hij verbeet zich. Stom. Stom. Stom. Het was een macht der gewoonte. Hij had haar al die jaren nooit bij haar voornaam genoemd. ‘Ik bedoel...’ ‘Joshua?’ Ze keek hem aan. De gelukzalige blik in haar ogen was verdwenen. De glimlach om haar lippen verdampt. ‘Dus je bent er,’ zei ze korzelig. ‘Ja.’ ‘Je wordt kaal.’ Hij voelde even aan zijn dunne, bruine haar en de kalende plek op zijn achterhoofd. ‘Dat zegt u elke keer.’ ‘Hoe is het met je studie?’ Ook dat was een steeds vaker terugkerende vraag. Joshua was al tien jaar geleden afgestudeerd. ‘Hoe is het met u?’ probeerde hij. Haar linkerhand bewoog zich naar haar hoofd en balde zich daar tot een vuist. Een gebaar dat hij nog kende van zijn moeder. ‘En Kitty?’ vroeg ze, zijn vraag negerend. ‘Goed. En papa ook.’ Het kostte inmiddels geen moeite meer om zijn stem luchtig te houden. In het begin had hij eromheen gedraaid. Zich afgevraagd of hij haar de waarheid moest zeggen. Dokter Meulens had het hem afgeraden. Eerlijkheid was misschien prettiger voor hem, maar niet beter voor haar. In zijn grootmoeders wereld leefde haar dochter nog. De waarheid betekende dat
25
Nolet Versleuteld 21-10-13 10:54 Pagina 26
hij die om de paar weken moest herhalen. Telkens opnieuw zou hij moeten vertellen dat haar dochter, zijn moeder, al jaren geleden samen met zijn vader was omgekomen bij een vliegtuigongeluk. ‘U had daarnet bezoek,’ begon Joshua. ‘Twee mannen.’ Ze strekte zich uit naar het tafeltje voor haar, nam een klein slokje van haar thee, leunde achterover en sloot haar ogen. De eerste keren dat ze dit deed, was hij blijven zitten. Tevergeefs blijven wachten totdat ze haar ogen weer opende. Nu wachtte hij niet meer. Uit ervaring wist hij dat ze de rest van de avond geen woord meer met iemand zou wisselen. Hij stond op. Even duizelde het hem. In deze tien minuten had ze hem meer verteld dan in de afgelopen jaren. Er waren vragen waarmee hij zijn hele leven had rondgelopen. Vragen waarvan hij niet had gedacht dat ze ooit beantwoord zouden worden. En nu, terwijl hij de hoop eigenlijk al had opgegeven, was er opeens deze kans. Eentje die hij niet voorbij kon laten gaan.
26