binnenmilieu scholen
19-07-2005
15:54
Pagina 1
Naar een beter binnenmilieu
binnenmilieu scholen
19-07-2005
15:54
Pagina 2
Naar een beter binnenmilieu
binnenmilieu scholen
19-07-2005
15:54
Pagina 4
Colofon
Inhoud
Redactie De tekst is overgenomen van ‘Naar een beter binnenmilieu’, een uitgave van de GGD regio IJssel-
Voorwoord
6
Inleiding
7
Vecht, onder redactie van: Mayke van Ass, Paul Wensveen en Jaap de Wolf. Deze hebben gebruik gemaakt van de tekst uit de handleiding ‘Naar een betere atmosfeer op scholen’ van SBR/ ISSO uit 1999. De tekst van deze uitgave is geoptimaliseerd door de Werkgroep Binnenmilieu van de vakgroep Milieu en Gezondheid van GGD Nederland, met toevoegingen van Moniek van Dijk en Matt Commers
1
van het Netwerk Gezonde Gemeenten.
Hoe herkent u een slecht binnenmilieu? ■
Het zintuiglijk waarnemen van de kwaliteit van het binnenmilieu
■
Het waarnemen van de gevolgen voor de gezondheid
Omslagontwerp
■
Het waarnemen van kenmerken van het gebouw
VNG Uitgeverij
■
Het waarnemen van het gedrag van leerlingen en leerkrachten
■
Het inschakelen van een deskundige
9 8 9 9 11 12
Foto’s Margreet Vloon
2
De foto’s zijn gemaakt op het Agnieten College, locatie Blaloborgh en op de Christelijke School voor Praktijk Onderwijs De Boog, beide te Zwolle.
Concrete maatregelen ter verbetering van het binnenmilieu
13
A
Inrichting en gebruik van klaslokalen
14
B
Schoonmaak en gebouwbeheer
23
C
Thermisch comfort
28
D
Ventileren
31
De heruitgave verschijnt in het kader van het Netwerk Gezonde Gemeenten van de VNG, Nassaulaan 12, Postbus 30435, 2500 GK Den Haag, tel. 070-3738623, fax. 070-3738438, www.netwerkgezondegemeenten.nl Netwerk Gezonde Gemeenten: Alkmaar, Alphen-Chaam, Apeldoorn, Assen, Barendrecht,
3
Samenwerken voor een beter binnenmilieu
36
Bergambacht, Bernheze, Bodegaven, Boskoop, Delft, Deventer, Dordrecht, Eindhoven, Etten-Leur, Geldrop-Mierlo, Gouda, Haaksbergen, Haaren, Heerenveen, Helmond, Hoogezand-Sappemeer, Hoorn, Horst aan de Maas, Katwijk, Leersum, Leiden, Lisse, Maarsen, Maastricht, Menaldumadeel, Meppel, Midden-Drenthe, Moordrecht, Nederlek, Nieuwerkerk aan de IJssel, Oostzaan, Oss, Oud-Beijerland, Ouderkerk, Papendrecht, Reeuwijk, Rheden, Schoonhoven, Smallingerland, Sneek, Spijkenisse, Terneuzen, Tytsjerksteradiel, Vlist, Waddinxveen, Woerden, IJsselstein, Zaltbommel, Zevenhuizen-Moerkapelle THESAURUS VERENIGING VAN NEDERLANDSE GEMEENTEN: Thesaurustermen: binnenmilieu, gemeenten, gezondheidsbeleid
ISBN
Websites
36
binnenmilieu scholen
19-07-2005
15:54
Pagina 6
Voorwoord
Inleiding
Het binnenmilieu in scholen vormt vaak een risico voor de gezondheid en leerprestaties van kin-
Benauwde, warme lokalen, stoffige ruimten, beslagen ramen en lucht waar je ‘tegenaan kunt
deren. De kennis bij scholen over dit onderwerp schiet over het algemeen tekort.
hangen’. Wie regelmatig een school betreedt, herkent deze symptomen van een slechte kwaliteit van de binnenlucht. Op kantoor of thuis zouden we dit niet accepteren. Toch is het in de
De gemeentebestuurders van het Netwerk Gezonde Gemeenten hebben binnenmilieu daarom
meeste scholen aan de orde van de dag.
tot één van de kernthema’s van het Netwerk gekozen met als doel beleidsontwikkeling en con-
De slechte kwaliteit van het binnenmilieu veroorzaakt een onaangenaam gevoel, stress en pro-
crete projecten op dit gebied te ondersteunen en te stimuleren. Deze publicatie (die landelijk
blemen met het vasthouden van de aandacht. Tevens neemt door een slecht binnenmilieu de
wordt verspreid onder gemeenten) verschijnt in opdracht van het Netwerk Gezonde Gemeenten
infectiedruk toe, waardoor het verzuim stijgt. Dit alles heeft een negatief effect op leer- en
van de VNG, in samenwerking met het Versterkingsproject Medische Milieukunde van GGD
doceerprestaties.
Nederland.
Daarnaast hebben sommigen te kampen met specifieke gezondheidsproblemen. Zo’n 10 tot 15% van de kinderen heeft in meer of mindere mate last van astmatische aandoeningen en dit
Grondslagen van het gezonde gemeenten gedachtegoed zijn integraal beleid, participatie van
percentage stijgt. De kwaliteit van de lucht die wordt ingeademd is direct van invloed op de
burgers en een nadruk op het streven naar een duurzaam evenwicht tussen mens en milieu.
gezondheid.
Deze grondslagen zijn allemaal terug te vinden in het thema binnenmilieu. Het aanpakken van
Aandacht voor de kwaliteit van het binnenmilieu zal daarom, ook voor scholen, meer en meer
de binnenmilieuproblematiek in scholen, crèches, woningen en op werkplekken eist per definitie
van belang zijn.
een integrale aanpak. Samenwerking tussen bestuurders en ambtenaren werkzaam voor volksgezondheid, milieu en onderwijs is hierbij onmisbaar. Daarnaast is participatie (van instellingsbe-
Het binnenmilieu van scholen verschilt van het binnenmilieu van kantoren of woningen door het
sturen, het bedrijfsleven, belangenbehartigingsorganisaties en anderen) noodzakelijk voor het
grote aantal personen per hoeveelheid ruimte. De kinderen brengen veel stof mee. Dit stof
bereiken van een beter binnenmilieu. Ten laatste is het evident dat we het hier hebben over een
bevat onder andere veel minuscule deeltjes van de huid en de vacht van huisdieren. Ook ver-
thema dat past in de tijdloze discussie over de relatie tussen mens en milieu. Binnenmilieu is
spreiden kinderen veel ziektekiemen.
dus een zeer geschikt thema voor het Netwerk Gezonde Gemeenten. Wanneer het binnenmilieu van slechte kwaliteit is, zijn de oorzaken hiervan vaak eenvoudig Namens het Netwerk Gezonde Gemeenten en mede namens het Versterkingsproject Medische
waarneembaar.
Milieukunde wens ik u veel succes met het bedenken én in praktijk brengen van maatregelen
Een slechte kwaliteit van het binnenmilieu heeft vaak de volgende oorzaken:
die de binnenmilieukwaliteit van scholen en andere gebouwen bevorderen. We verwachten dat
■
te weinig isolatie van het dak en enkel glas;
deze publicatie hiertoe een stimulans vormt.
■
onvoldoende zonwering;
■
afwerkings- en bouwmaterialen;
De basistekst van deze uitgave is afkomstig van de handleiding ‘Naar een betere atmosfeer op
■
inrichting o.a. vloerbedekking en kasten;
scholen’. Deze is in 1999 uitgegeven door ISSO en SBR als onderdeel van het handboek
■
gebruik van schadelijke stoffen in het lokaal;
Gezonde Gebouwen. In 2003 is de tekst gebruikt in de uitgave ‘Naar een beter binnenmilieu’
■
gebrekkige ventilatievoorzieningen en gebrekkig ventilatiegedrag;
van de GGD Regio IJssel-Vecht, welke het boekje tevens van illustraties heeft voorzien. We zijn
■
onvoldoende schoonmaak.
dankbaar gebruik te kunnen maken van de foto’s en teksten uit deze eerdere uitgaven. Voor deze oorzaken van een slecht binnenmilieu zijn verschillende oplossingen denkbaar.
6
dr. W. Kuiper,
Wanneer men hiervan op de hoogte is en dit vertaald naar zowel beleid als de praktische toe-
lid directieraad
passing van maatregelen, zijn aanzienlijke verbeteringen in het binnenmilieu te bereiken waar-
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
door gezondheidsrisico’s en andere ongemakken afnemen.
Naar een beter binnenmilieu
Naar een beter binnenmilieu
7
binnenmilieu scholen
1
19-07-2005
15:54
Pagina 8
Hoe herkent u een slecht binnenmilieu?
■
Zijn er plaatsen in het gebouw waar schimmels zichtbaar zijn? Zijn er sporen van lekkages zichtbaar? Deze plaatsen kunnen een belangrijke bron van een slechte binnenluchtkwaliteit zijn.
■
Is er stof zichtbaar op de vloer, op vensterbanken, op plinten, op radiatoren en op kasten? Gebrekkig schoonmaken kan een slechte luchtkwaliteit tot gevolg hebben.
Het binnenmilieu heeft vele kenmerken. Veel daarvan zijn alleen met metingen vast te stellen. Maar met eenvoudige middelen zijn de grootste problemen meestal wel te aan te wijzen. De
Gevolgen voor de gezondheid waarnemen
volgende mogelijkheden om een slecht binnenmilieu te herkennen zijn in het onderstaande kort beschreven.
De consequenties van slechte binnenmilieus in scholen zijn ernstig. Een onvoldoende kwaliteit van de binnenlucht en een te hoge temperatuur kunnen leiden tot diverse (gezondheids)klach-
■
Kwaliteit van het binnenmilieu zintuiglijk waarnemen
ten, zoals:
■
Gevolgen voor de gezondheid waarnemen
■
discomfort (last van geur, tocht, koude, hitte of droogte);
■
Gebouwkenmerken beoordelen
■
sufheid en problemen met concentreren;
■
Gedrag van leerlingen en leerkrachten waarnemen
■
slijmvliesirritaties met tranende ogen, droge mond en neus, hoesten of niezen
■
Deskundige inschakelen?
■
stress met o.a. hoofdpijn en vermoeidheid;
■
astma, allergisch eczeem en andere allergieën;
■
infecties van de luchtwegen, zoals verkoudheid en griep, maar soms ook
Kwaliteit van het binnenmilieu zintuiglijk waarnemen
hersenvliesontsteking; De leerkrachten leveren veelal een belangrijke bijdrage aan het onderzoek naar de kwaliteit van
■
ziekteverzuim;
het binnenmilieu. Zij kunnen aangeven wat ze in ‘hun’ lokaal waarnemen of ervaren.
■
verminderde leer- en doceerprestaties.
Om een indicatie te krijgen van de kwaliteit van het binnenmilieu in een lokaal, kunnen de volgende vragen worden beantwoord:
Het ziekteverzuim van leerlingen en leerkrachten kan nogal verlaagd worden door goede ventilatie. Een Amerikaans toonde een verlaging van het ziekteverzuim van 7.5% naar 5% aan.
■
Hoe ruikt het in het lokaal? Is het er muf en benauwd? Als het in lokalen regelmatig stinkt of
Over het effect op de ‘leerprestatie’ is niet erg veel bekend. Er valt niet te zeggen hoeveel pun-
muf is, is dit een eerste indicatie dat er onvoldoende wordt geventileerd. Dit is het beste
ten er van de CITO-score af gaan. Nederlands onderzoek geeft aanwijzingen dat bestaande
waar te nemen op het moment dat u een lokaal binnenstapt. De meeste mensen wennen
verschillen in ventilatie gepaard gingen met verschillen in de geheugenfunctie en de werksnel-
namelijk snel aan een muf of stinkend lokaal, zodat het hen niet meer opvalt.
heid en dat een verbeterde ventilatie gepaard ging met verbetering van de aandacht. Ook in het buitenland zijn dergelijke verbanden gerapporteerd.
■
Is er irritatie van de ogen, de huid of de luchtwegen bij het binnenkomen of bij het verblijf in een lokaal? Dit kan duiden op de aanwezigheid van schadelijke gassen en dampen in het
Gebouwkenmerken beoordelen
lokaal, eventueel in combinatie met te droge lucht. Bij het ontwerpen van een schoolgebouw moet een architect rekening houden met wettelijke ■
Worden leerlingen suf en kunt u zich minder concentreren wanneer u langere tijd in een
richtlijnen en voorschriften zoals het Arbeidsomstandighedenbesluit, het Bouwbesluit en de ven-
lokaal verblijft? Of heeft u last van hoofdpijn of vermoeidheid die verdwijnen als u buiten
tilatienorm NEN 1089:1986 nl. Relevant voor een gezond binnenmilieu zijn met name de ventila-
komt? Dit heeft niet altijd met de werkdruk te maken. U moet er rekening mee houden dat
tie en isolatie van het gebouw. Daarnaast is de locatie van belang en de keuze van bouwmate-
het een gevolg kan zijn van een slechte binnenluchtkwaliteit.
rialen, afwerkmaterialen en installaties. Betrek de GGD vanaf het begin bij een bouwplan zodat vooraf rekening kan worden gehouden met aspecten die van belang zijn voor het binnenmilieu.
■
Zijn de ramen tijdens het stookseizoen beslagen? Dit is een teken van een hoge luchtvochtigheid. De afvoer van vocht is onvoldoende ten opzichte van de vochtproductie.
8
Naar een beter binnenmilieu
Naar een beter binnenmilieu
9
binnenmilieu scholen
19-07-2005
15:54
Pagina 10
Om een bestaand schoolgebouw eenvoudig te beoordelen gaat het vooral om de volgende
Gedrag van leerlingen en leerkrachten
aandachtspunten. ■
Welke ventilatievoorzieningen zijn er aanwezig, zoals te openen ramen en roosters, of
Het gedrag van de gebruikers van het schoolgebouw heeft invloed op de kwaliteit van de bin-
mechanische ventilatie? Een opening naar de gang telt alleen mee als de gang sterk wordt
nenlucht.
geventileerd met buitenlucht. Ventilatoren hebben alleen nut voor ventilatie wanneer zij
■
ramen vooral gebruikt om de temperatuur te regelen. Hoe het beter kan, is aan het eind van
ventilator die alleen lucht binnen het lokaal verplaatst, zorgt misschien wel voor verkoeling,
deze publicatie te lezen.
maar niet voor verse buitenlucht! ■
■
Het verdient de voorkeur dat deze voorzieningen zich in verschillende (tegenoverliggende)
weggaat. ■
gevels bevinden.
het schoonmaken vergemakkelijkt ■
ramen subtiel te regelen is in verband met het voorkómen van tocht. ■
Hoe hoog zitten de roosters of ramen? Als ze te laag zitten, veroorzaken ze bij de aanwe-
■
Kan de ventilatie in de nacht doorgaan zonder gevaar voor inbraak of inregenen? De bin-
Maakt men het gemakkelijk voor de schoonmaker? Stoelen op de tafels, lege vensterbanken, enz.
■
zigen al gauw een gevoel van tocht bij een geringe ventilatie. Hoe hoger de opening, hoe meer tijd de buitenlucht krijgt om zich te mengen met de (warme) lucht in het lokaal.
Houdt men er bij het inrichten van het lokaal rekening mee dat er gemakkelijk schoongemaakt kan worden? Door gebruik te maken van gesloten kasten en wasbaar textiel wordt
Kunnen de ramen op een smallere of wijdere kierstand worden gezet? Wanneer ventilatie door het openen van ramen moet plaatsvinden, is het belangrijk dat de opening van de
Wie bedient de voorzieningen en wanneer? Het kan handig zijn als degenen die het eerst komt overal een raampje open zet en als het gesloten wordt door degene die het laatst
Zijn er voldoende ventilatievoorzieningen beschikbaar? Om goed te kunnen ventileren moeten er meerdere ventilatievoorzieningen aanwezig zijn voor gelijktijdige toevoer en afvoer.
■
Wordt op de juiste wijze gebruik gemaakt van de ventilatievoorzieningen? Soms worden
‘verse’ buitenlucht aanvoeren óf ‘gebruikte’ binnenlucht afvoeren. Een tafel- of een plafond-
Wordt op de juiste wijze gebruikgemaakt van de zonwering? Zonwering moet worden neergelaten voordat het binnen te warm is.
■
Speelt het feit dat verschillende docenten gebruikmaken van één lokaal een rol? Hierover moet men goede afspraken maken.
nenlucht is overdag schoner als het lokaal ’s nachts niet verzadigd is geraakt. ■
Zijn de roosters en ramen gemakkelijk te bedienen en zijn er geen belemmeringen, zoals
Deskundigen inschakelen?
voorhangende gordijnen? Als het gebruik veel moeite kost, blijven ze te vaak dicht. ■
■
■
Zijn de roosters schoon? Wordt een eventuele mechanische luchttoevoer regelmatig van
In het voorgaande heeft u een aantal tips gekregen over hoe de kwaliteit van het binnenmilieu
binnen helemaal gereinigd en worden de filters zeer frequent vervangen? Via een vervuilde
beoordeeld kan worden. In het hoofdstuk dat volgt, worden verschillende thema’s gedetailleerd
voorziening komt geen schone lucht binnen.
aan de hand van foto’s en concrete maatregelen. Als u toch nog vragen heeft, verwijzen we u
Veroorzaakt ventilatie in het lokaal geen tocht of een te lage temperatuur op de plaats van
graag naar de GGD. Het adres van uw lokale GGD kunt u vinden via de website van GGD
leerlingen of docent? Tocht en koude zijn vaak een reden om te weinig te ventileren.
Nederland www.ggd.nl/inkaart.
Heeft het lokaal een eigen thermometer en thermostaatknoppen op de radiatoren? De temperatuur verschilt vaak tussen diverse ruimtes van een schoolgebouw. De beste temperatuur voor schoolwerk ligt tussen 20 en 22 graden.
■
Is er een goede zonwering aanwezig? Op een zonnige dag moet het binnen niet meteen warmer worden dan 25 graden. De ramen moeten wijd open kunnen wanneer de zonwering gesloten is.
10
Naar een beter binnenmilieu
Naar een beter binnenmilieu
11
binnenmilieu scholen
19-07-2005
15:54
Pagina 12
2
Concrete maatregelen ter verbetering van het binnenmilieu
In deel 1 heeft u kunnen lezen hoe u problemen met de binnenluchtkwaliteit in het algemeen kunt herkennen en in welke richting u de oplossing kunt zoeken. In dit deel worden een aantal maatregelen beschreven die wellicht op uw situatie van toepassing zijn en in de school kunnen worden toegepast. De maatregelen zijn onderverdeeld in de volgende categorieën: A
Inrichting en gebruik van klaslokalen
A
Schoonmaak en gebouwbeheer
A
Thermisch comfort
A
Ventileren
Gezien het grote belang van ventilatie voor het realiseren van een gezond binnenklimaat, wordt aan dit onderwerp extra aandacht besteed. Veel maatregelen zijn eenvoudig te realiseren en zullen ook de gewenste effecten tot gevolg hebben. Er kunnen echter ook problemen of klachten zijn waarvoor niet direct een oplossing wordt gevonden of waarbij de uitgevoerde maatregelen niet voor het gewenste effect zorgen. Het kan ook zijn dat er meer ingrijpende aanpassingen of technische maatregelen nodig zijn. Soms zijn de problemen en de oplossing complex doordat de kwaliteit van de binnenlucht met tal van andere aspecten samenhangt. Door deskundigen in te schakelen, bijvoorbeeld vanuit de GGD, kan men hier meer inzicht in proberen te krijgen zodat men tot gepaste oplossingen komt.
Naar een beter binnenmilieu
13
binnenmilieu scholen
19-07-2005
15:54
Pagina 14
A Inrichting en gebruik van klaslokalen A3 Planten Inrichting van de klaslokalen
A1 Dieren
Probleem Planten kunnen de binnenlucht positief, maar ook negatief beïnvloeden door bijvoorbeeld geurstoffen of stuifmeel. De
Probleem
bladeren zijn vaak verzamelplaatsen voor stof. Een houten of
Huisdieren maar ook ongedierte in school, verspreiden
rieten onderzetter vormt een broedplaats voor schimmel.
allergenen; dit zijn onzichtbaar kleine stofdeeltjes die allergische reacties kunnen uitlokken. Dierenverblijven, ‘nestma-
Maatregel
teriaal’ en voer kunnen ook stof in het lokaal verspreiden.
Planten moeten bij voorkeur worden geweerd uit de klas. Als er toch planten worden neergezet, kies dan planten met
Maatregel
gladde bladeren en maak ze frequent schoon. Ververs ook
Dieren moeten worden geweerd uit de klas. Een alternatief
regelmatig de aarde of kies voor hydrocultuur.
is het plaatsen van een hok buiten de school. Bewaar het voer en dergelijk in goed afsluitbare dozen. Een aquarium in de klas is goed mogelijk, maar sommige kinderen reageren allergisch op het voer.
A4 Kopieermachines, laserprinters en beeldschermen A2 Afval
Probleem Kopieermachines, laserprinters en beeldschermen kunnen de
Probleem
kwaliteit van de binnenlucht negatief beïnvloeden door ver-
Organisch afval zoals schillen of brood, vormen een voe-
spreiding van onder andere toner, inkt, ozon en bestandde-
dingsbodem voor micro-organismen zoals schimmels. Hoe
len van plastic zoals weekmakers. De hoeveelheid schadelij-
warmer het is, des te sneller zullen de schimmels gaan
ke stoffen is afhankelijk van de apparatuur en het gebruik.
groeien en allergenen gaan verspreiden.
Maatregel Maatregel
Plaats laserprinters en kopieermachines in ruimten waar nie-
Zorg dat het organisch afval niet in de klas blijft liggen. Ook
mand langere tijd hoeft te verblijven. Indien dit niet mogelijk
in andere ruimten binnen het gebouw moet het geen dagen
is, moet het lokaal of de betreffende ruimte extra geventileerd
bewaard worden.
worden. Kies bij aanschaf van nieuwe apparatuur voor ozonarme apparatuur. Ventileer extra goed tijdens het gebruik van beeldschermen, zeker waar veel PC’s bij elkaar staan.
14
Naar een beter binnenmilieu
Naar een beter binnenmilieu
15
binnenmilieu scholen
19-07-2005
15:54
Pagina 16
A5 Spullen opbergen
A7 Vloerbedekking en gestoffeerde meubels
Probleem De hoeveelheid spullen in een lokaal bepaalt voor een groot
Probleem
gedeelte of stof zich gemakkelijk ophoopt en het gemak
Textiele vloerbedekking neemt, net als gestoffeerde meubels,
waarmee dit te verwijderen is. De efficiëntie van de schoon-
veel vuil en stof op en is slechts oppervlakkig te reinigen.
maak neemt af met het toenemen van het aantal ‘obstakels’
Hierdoor zijn dit verzamelplaatsen van allergenen, huisstofmijt
op de vloer, op kasten, tafels, vensterbanken en dergelijke.
en opdwarrelend stof.
Maatregel
Maatregel
Voor de schoonmaak is veelal weinig tijd beschikbaar. Zorg
Kies voor gladde, goed te wissen, vloerbedekking. Indien
dus voor lokalen die relatief makkelijk zijn te reinigen:
textiele vloerbedekking aanwezig is en niet verwijderd wordt,
■
vermijd open kasten en planken;
■
zorg dat kasten op de vloer aansluiten, of dat eronder
moet deze zeer frequent worden gereinigd.
genoeg vrije ruimte is om schoon te maken; ■
zet zo min mogelijk spullen op kasten en vensterbank;
■
maak de wanden regelmatig leeg; laat bijvoorbeeld tekeningen niet te lang hangen.
Gebruik van klaslokalen: lesgeven
A6 Gordijnen
A8 Lijm en verf
Probleem
Probleem
De kwaliteit van het binnenmilieu wordt negatief beïnvloed
In veel lijm- en verfproducten zitten oplosmiddelen of conser-
door ophoping van stof. Gordijnen zijn een verzamelplek van
veringsmiddelen. Afhankelijk van de concentratie kunnen ze
stof met allergenen. Dit wordt mede veroorzaakt doordat ze
schadelijk zijn voor de gezondheid. Voor gevoelige mensen is
maar weinig worden gewassen. Ook op horizontale lamellen
verse verf of lijm voldoende om last te krijgen van grote
blijft veel stof liggen.
benauwdheid.
Maatregel
Maatregel
Verwijder gordijnen als ze niet functioneel zijn of kies heet-
Gebruik in de les alleen lijm- en verfproducten op waterbasis.
wasbare stof. Zorg dat de gordijnen of lamellen regelmatig
Zowel de producten zelf als het schoonmaken van gereed-
worden gereinigd (minstens 1x per jaar).
schap en dergelijke leveren dan minder problemen op.
Kies zo mogelijk voor verticale lamellen.
16
Naar een beter binnenmilieu
Naar een beter binnenmilieu
17
binnenmilieu scholen
19-07-2005
15:54
Pagina 18
A9 Chemische stoffen in de lessen Probleem Chemicaliën worden vrijwel alleen in de scheikundelokalen
Gebruik van het lokaal: organisatorische aspecten
A11 Gebruik van de ruimten
van het voortgezet onderwijs gebruikt. Een deel van deze stoffen kan een direct gevaar vormen voor de gezondheid.
Probleem
Een ander deel van de stoffen kan door gas, damp of geur
Hoe meer mensen zich in een lokaal bevinden, hoe groter de
de kwaliteit van het binnenmilieu verminderen.
verontreiniging: meer geurstoffen, stof, bacteriën, virussen, allergenen (bijvoorbeeld van hond en kat) en warmte. Hoe
Maatregel
meer personen per kubieke meter lucht en hoe minder venti-
Gebruik zo min mogelijk chemische stoffen. Zoek naar alter-
latie, des te slechter wordt de kwaliteit van het binnenmilieu.
natieven. Houd de voorraad chemische stoffen zo klein mogelijk en zorg voor goede etikettering. Gebruik bij proeven
Maatregel
zoveel mogelijk de zuurkast of andere gerichte afzuiging.
Houd bij het maken van het lesrooster of het indelen van de
Raadpleeg de GGD als er kwik is gemorst.
groepen in lokalen rekening met de grootte van de groepen en de lokalen. Zie verder bij ‘Ventileren’.
A10 Op het schoolbord schrijven
A12 Natte jassen in de klas
Probleem
Probleem
Met krijt op het schoolbord schrijven en dit schoonvegen met
Natte jassen die door de leerlingen mee het lokaal worden
een wisser verspreidt veel stof. Dit is ongunstig voor de lon-
ingenomen, zorgen voor extra vocht in de klas. Mirco-orga-
gen van degene die het bord veel gebruikt. Stiften voor een
nismen zoals huisstofmijten en schimmels kunnen zich in een
white-board verspreiden oplosmiddelen.
vochtige omgeving makkelijker ontwikkelen. Ook verspreiden natte jassen een onaangename geur.
Maatregel
18
Naar een beter binnenmilieu
Het gebruik van anti-stuif krijt beperkt het vrijkomen van stof.
Maatregel
Maak het bord, indien mogelijk, schoon met een natte spons
Zorg dat leerlingen hun jassen niet mee de klas in nemen.
of een natte doek.
Realiseer hiervoor goed geventileerde garderobes.
Naar een beter binnenmilieu
19
binnenmilieu scholen
19-07-2005
15:54
Pagina 20
A13 Douchen na gymnastiek
A15 Gebruik van zonwering
Probleem
Probleem
Door de mens afgescheiden geurstoffen hebben een negatief
In de zomerperiode, maar ook in het voor- en naseizoen, kan
effect op de kwaliteit van de binnenlucht. Bij lichamelijke
door zonnestraling gecombineerd met de afgifte van warmte
inspanning, zoals tijdens de gymles, produceren de leerlin-
door mensen, verlichting en apparatuur, de binnentempera-
gen zweet.
tuur onbehaaglijk hoog worden. Vaak wordt de zonwering (valschermen, lamellen, gordijnen) niet optimaal gebruikt.
Maatregel Stel het douchen na iedere gymles verplicht.
Maatregel Sluit de zonwering tijdig, ook van ruimten die (nog) niet in gebruik zijn. Door tijdig de zonwering te sluiten verbetert het thermisch comfort met circa 20% bij buitenzonwering en met circa 5% bij binnenzonwering.
A14 Roken in de school
A16 Beperken warmteproductie
Probleem
Probleem
De schadelijke stoffen die vrijkomen bij roken worden inge-
De warmte van mensen, verlichting en apparatuur kan met
ademd door roker en meeroker.
name in de zomer en in het voor- en naseizoen resulteren in
Aangezien de school een openbaar gebouw is, is roken ver-
onbehaaglijk hoge binnentemperaturen.
boden. In veel scholen zijn echter speciale ruimten of individuele werkplekken waar wel gerookt mag worden. Maar
Maatregel
rook verspreidt zich gemakkelijk via deuren, gangen en roos-
Laat verlichting en apparatuur niet onnodig ingeschakeld.
ters.
Eerder uitschakelen van verlichting en het niet onnodig aan laten staan van computer-schermen, kan het thermisch com-
Maatregel
fort met circa 6% verbeteren.
Maak de school geheel rookvrij. Indien er toch plekken zijn waar wel gerookt mag worden, zorg daar dan voor een krachtige afzuiging die de rook direct naar de buitenlucht afvoert.
20
Naar een beter binnenmilieu
Naar een beter binnenmilieu
21
binnenmilieu scholen
19-07-2005
15:54
Pagina 22
B Schoonmaak en gebouwbeheer B1 Vuil van buiten Probleem Een groot deel van de zichtbare vervuiling van een gebouw wordt veroorzaakt door inloopvuil. De terreingesteldheid van het schoolplein en het terrein in de nabijheid van de school is hierbij van belang. Het hangt ook af van de activiteit van de leerlingen, bijvoorbeeld het spelen in de zandbak van jonge kinderen. Het is onbekend of het inloopvuil schadelijk is voor de gezondheid.
Maatregel Beperk de hoeveelheid inloopvuil door goede schoonloopzones. Veeg het schoolplein meerdere malen per jaar schoon. Verplichten van apart schoeisel bij buitengym.
B2 Schoonmaken lokalen Probleem Voor de kwaliteit van de binnenlucht is het essentieel dat de lokalen goed worden schoonge-houden, zodat stof met micro-organismen en allergenen wordt verwijderd.
Maatregel Analyseer het schoonmaakcontract (vergelijk dit met het schoolspecifieke, gewenste, schoonmaakprogramma). Maak duidelijke afspraken met het schoonmaakbedrijf over de taakverdeling tussen het bedrijf en de school.
Naar een beter binnenmilieu
23
binnenmilieu scholen
19-07-2005
15:54
Pagina 24
B3 Schoonmaakmiddelen Probleem Het gebruik van schoonmaakmiddelen kan de binnenlucht
B5 Waterafvoer schoonhouden
extra verontreinigingen.
Probleem Maatregel
Als gootstenen, waterputjes en wastafels niet regelmatig
Maak schoon na de laatste les. Doe het schoonmaken van
worden gebruikt, kunnen ze droog komen te staan, waar-
grote oppervlakken, zoals het boenen van de vloer voor de
door de stankafsluiting niet meer functioneert. De wateraf-
vakantie of op vrijdagmiddag. Gebruik niet-schadelijke
voer wordt dan een bron van stank.
schoonmaakmiddelen. Inmiddels is voor al het schoonmaakwerk een goed, niet-
Maatregel
schadelijk alternatief. Neem dit op in het contract met het
Spoel weinig gebruikte wastafels, gootstenen en waterputjes
schoonmaakbedrijf. Doseer de middelen juist, zodat de loka-
minimaal eenmaal per week door. Een beetje slaolie in een
len wel goed schoon worden, maar er geen onnodige dam-
putje voorkomt verdamping.
pen en stoffen in de lucht komen. Instrueer het schoonmaakbedrijf over het bovengenoemde.
B4 Schoonhouden ventilatievoorziening
B6 Verbrandingstoestellen
Probleem
Probleem
Ventilatievoorzieningen kunnen, indien ze niet voldoende
Verbrandingstoestellen, zoals geisers en kachels, gebruiken
worden schoongehouden, een voedingsbodem zijn voor
zuurstof en stoten waterdamp en allerlei verbrandingspro-
micro-organismen. In plaats van het toevoeren van schone
ducten uit. Dit heeft een negatief effect op de kwaliteit van
lucht kan vervolgens vervuilde lucht door een heel gebouw
de binnenlucht.
worden verspreid. Ook beperken vervuilde ventilatieroosters in gevels de door-
Maatregel
stroom van verse lucht en hebben vervuilde afzuigsystemen
Verbrandingstoestellen mogen in het algemeen niet in leslo-
zoveel extra luchtweerstand, dat de hoeveelheid afgezogen
kalen worden geplaatst. Kies, indien plaatsing buiten het
lucht sterk kan teruglopen.
lokaal niet mogelijk is, gesloten systemen. Zet verbrandingstoestellen uit als ze niet worden gebruikt.
Maatregel De roosters in gevel of kozijn moeten goed worden schoongehouden. Sommige types moeten eerst worden open gemaakt. Neem dit op in het schoonmaak- of onderhoudscontract. Mechanische ventilatiesystemen moeten worden onderhouden door een erkend installatiebedrijf. Zorg dat doorvoerfilters en toevoerkanalen zeer frequent worden vervangen resp. schoongemaakt. Laat ook deze voorziening door deskundige installateurs onderhouden. 24
Naar een beter binnenmilieu
Naar een beter binnenmilieu
25
binnenmilieu scholen
19-07-2005
15:54
Pagina 26
B7 Bouw- en afwerkmaterialen
B9 Voorkomen vocht
Probleem
Probleem
Bij de bouw, de afwerking en het onderhoud van scholen
Een vochtige omgeving is een ideale voedingsbodem voor
worden veel verschillende soorten materialen gebruikt.
bijvoorbeeld huisstofmijt en schim-mels. Mensen verspreiden
Sommige van deze materialen verspreiden schadelijke gas-
vocht via hun ademhaling en hun huid. Natte jassen en
sen en dampen in de binnenlucht. Het betreft voornamelijk
vochtig schoonmaken zijn ook onvermijdelijke bronnen.
verf- en lijmsoorten, sommige kunst-stoffen en formaldehy-
Echter, tegen vermijd-bare bronnen kunnen maatregelen
debevattende spaanplaat.
worden genomen.
Maatregel
Maatregel
Vraag tevoren duidelijk of de materialen die men wil gebrui-
Repareer lekkages zo snel mogelijk. Verwijder alle beschim-
ken schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid (aangeduid
melde materialen. Zorg dat vocht, dat vrijkomt bij koken,
op het etiket) en of het plan voldoet aan de wettelijke regels
wassen en drogen in praktijklokalen, goed naar buiten afge-
en richtlijnen (b.v. KOMO-keur). Laat werkzaamheden zoveel
voerd wordt.
mogelijk op vrijdag uitvoeren. Zorg voor voldoende ventilatie tijdens en na de uitvoering van deze werkzaamheden.
B8 Invloed kruipruimten Probleem Via de kruipruimte kunnen vocht, schimmels en schadelijke stoffen in het gebouw binnenkomen.
Maatregel Kijk of er ruimte zit rond leidingen die vertikaal door vloer van de begane grond gaan en controleer of luiken naar de kruipruimte goed afsluiten.
26
Naar een beter binnenmilieu
Naar een beter binnenmilieu
27
binnenmilieu scholen
19-07-2005
15:54
Pagina 28
C Thermisch comfort C1 Verhogen effectiviteit radiatoren door verwijderen vensterbanken
C3 Verbeteren regelbaarheid radiatoren Probleem In veel scholen wordt de verwarming 'gestuurd' door slechts
Probleem
een beperkt aantal ruimte-thermostaten .
Bij voldoende ventileren ontstaat soms tocht doordat de
Hierdoor kan de situatie ontstaan dat in bepaalde lokalen,
radiatoren de binnenkomende koude(re) buitenlucht niet vol-
ondanks zoninstraling, verlichting, apparatuur en mensen, de
doende kunnen verwarmen.
radiatoren toch volop warmte afgeven terwijl dat eigenlijk op
Vaak zijn in klaslokalen boven de radiatoren vensterbanken
dat moment niet wenselijk is.
aangebracht die maken dat de opstijgende warmte zich niet kan vermengen met de binnenkomende koude(re) ventilatiel-
Maatregel
ucht.
Laat in de lokalen op elke radiator een thermostatisch radiatorventiel aanbrengen.
Maatregel Verplaats vensterbanken wat meer de klas in, zodat er achter de vensterbank een spleet van minimaal 5 cm ontstaat waardoor de warme lucht kan opstijgen. Ook kan men hetzelfde resultaat bereiken met het op regelmatige afstand zagen van spleten van 5 x 20 cm in de vensterbanken.
C2 Zorg voor voldoende afstand tussen tafels en verwarming Probleem Kinderen die aan tafels direct naast het raam zitten hebben vaak een probleem met het thermisch comfort. Met de benen zitten ze tegen de radiator terwijl hun hoofd voor het koude raam zit. Dit is voor de betrokken kinderen onaangenaam. De kinderen aan de andere kant van het lokaal hebben ook vaak een thermisch niet-comfortabele situatie te maken. Voor hen is vaak de temperatuur in de klas te laag.
Maatregel Plaats geen tafels direct tegen de verwarming. 28
Naar een beter binnenmilieu
Naar een beter binnenmilieu
29
binnenmilieu scholen
19-07-2005
15:54
Pagina 30
D Ventileren D1 Duur en tijdstip van ventileren Probleem Vaak wordt in leslokalen pas geventileerd als het muf ruikt of benauwd is. De kwaliteit van de binnenlucht is dan al sterk verminderd. Om op tijd voldoende gebruikte lucht af te voeren en verse lucht toe te voeren moeten de ventilatievoorzieningen, zoals regelbare ramen, roosters en ventilatoren, op een juiste wijze worden gebruikt.
Maatregel Er moet de hele dag worden geventileerd. Zet ’s ochtends direct ramen open of ventilatievoorzieningen aan en laat deze, zo mogelijk, de hele dag open. Ventilatieroosters moeten de hele dag en, indien mogelijk, ook ’s avonds en ‘s nachts openstaan. Sluit een deel van de roosters als het vriest, anders leidt dit tot onnodig energieverlies. Als er mechanische ventilatie is, is het noodzakelijk deze de hele dag in de goede stand te laten staan. ’s Avonds en ’s nachts kan deze in de laagstand worden gedraaid. Deze instelling is eventueel met een tijdschakelaar te regelen. In een warme periode kan de ventilatie ’s nachts hoog blijven staan om de gedurende de dag verzamelde warmte in wanden, vloeren etc. met koele nachtlucht weg te ventileren. Zorg voor goede bediening van hoge ramen en roosters.
Naar een beter binnenmilieu
31
binnenmilieu scholen
19-07-2005
15:54
Pagina 32
D2 Gebruik van ventilatievoorzieningen
Gebruik de gerichte afzuiging bij het uitvoeren van de betreffende werkzaamheden op de juiste wijze (volgens de voorschriften van de leverancier). Voor vaklokalen en daar gebruikte machines kunnen specifie-
Probleem
ke normen gelden.
De meeste lokalen worden natuurlijk geventileerd, dat wil
Deze gerichte afzuiging kan leiden tot tocht. Door de onder-
zeggen door het openen van de ramen in één of twee
druk die ontstaat, stroomt koude lucht vanuit andere ventila-
gevels. Ook kan er een ventilatieopening aan de binnengevel
tieopeningen hier naar toe. Indien de capaciteit van de afzui-
of het plafond zijn. Vaak weet men niet goed hoe moet wor-
ging meer dan een halve lokaalinhoud per uur is, zal een
den geventileerd of gaat men verkeerd om met ventilatie-
deskundige moeten worden ingeschakeld.
voorzieningen. Welke ramen worden geopend, bepaalt de mate van ventilatie, maar ook de (over)last die men van deze maatregel kan hebben (zoals hinderlijk geluid, tocht of kou).
D4 Luchten
Maatregel Zorg zo mogelijk voor dwarsventilatie. Zet hiervoor ramen
Probleem
open in verschillende, tegenover elkaar liggende gevels. Zet
Door het gebruik van lokalen wordt de binnenlucht vervuild
ze zo ver open dat het net niet tocht.
en wordt extra warmte geproduceerd. Ventileren zou vol-
Indien slechts in één gevel ramen zijn, zet dan niet één raam
doende moeten zijn om de kwaliteit van de binnenlucht en
helemaal open maar zoveel mogelijk ramen een beetje open
de behaaglijkheid op peil te houden. Maar dit is in veel
(op een kier); dit is beter om tocht te voorkomen.Indien er
schoolgebouwen niet het geval doordat de ventilatie voorzie-
een aansluiting is op een ventilatiekanaal, kan worden vol-
ningen ontoereikend zijn, ook bij goed gebruik.
staan met het openen van ramen in één gevel.
Maatregel Lucht het lokaal wanneer het muf gaat ruiken voor iemand
D3
Gerichte afzuiging
die binnenloopt. Het kan zijn dat in elke pauze het geval is, maar soms al na een uurtje, ook als de hele dag wordt geventileerd.
Probleem
Het luchten of ‘spuien’ van een ruimte betekent dat geduren-
De verontreiniging van de binnenlucht kan door specifieke
de een korte tijd een grote hoeveelheid verse lucht in het
werkzaamheden in bepaalde ruimten erger zijn. Gedacht kan
lokaal wordt gevoerd en oude lucht en warmte worden afge-
worden aan computerlokalen, kopieerruimten, scheikundelo-
voerd.
kalen, technieklokalen en vaklokalen, zoals mechanische
Het luchten gebeurt door alle ramen en deuren ongeveer 5 à
techniek.
15 minuten tegen elkaar open te zetten. De verontreinigde lucht is dan veelal voldoende vervangen door verse lucht.
32
Naar een beter binnenmilieu
Maatregel
Door een korte tijd te luchten, daalt de temperatuur in koude
Realiseer, indien nog niet aanwezig, gerichte mechanische
perioden slechts in beperkte mate. Voor het afvoeren van
ventilatievoorzieningen op bepaalde plekken, zoals een zuur-
overtollige warmte in de zomer, opgeslagen in wanden,
kast bij scheikunde en een afzuiging bij het solderen in het
muren, meubilair e.d. kan het nodig zijn langer te luchten.
technieklokaal.
Continu ventileren blijft altijd nodig, ook als er wordt gelucht.
Naar een beter binnenmilieu
33
binnenmilieu scholen
19-07-2005
15:54
Pagina 34
D5 Tocht voorkomen
Dwarsventilatie kan ook worden gerealiseerd door roosters in de gangwand aan te brengen, maar die kunnen leiden tot
Probleem
geluidsoverlast. Deze roosters zijn ook minder geschikt wan-
Het openen van de ramen kan tochtklachten geven.
neer elders in het gebouw (toiletten, gangen) mechanische ventilatie aanwezig is. Hierbij kunnen ongewenste luchtstro-
Maatregel ■
Gebruik ramen die met de toevoeropening 2,4 meter
men in het gebouw ontstaan. Raadpleeg in dat geval een deskundige.
boven de vloer zijn gesitueerd. Dit maakt het risico van
■
tocht minder. Zorg dat de luchtstroom vanuit de ramen
Maak ramen goed instelbaar door het aanbrengen van een
naar boven is gericht (zie voorbeeld).
uitzetsysteem dat in alle standen kan staan (‘traploos regel-
Plaats geen tafels direct voor openslaande ramen (bepaal
baar’) of tenminste met verscheidene kierstanden van één tot
in de praktijk wat een goede afstand is).
enkele centimeters.
■
Zorg dat ventilatievoorzieningen goed regelbaar zijn.
■
Plaats drangers op deuren of houd deuren gesloten en
Pas bovenramen zodanig aan dat dit valramen naar binnen
dicht kieren en naden af om ongewenste ventilatie te
worden (met zijschotten), die in te stellen zijn.
voorkomen. ■
■
Minimaliseer de negatieve gevolgen van tocht door ven-
Overweeg geluiddemping bij het aanleggen van nieuwe ven-
sterbanken te verwijderen.
tilatievoorzieningen in een lawaaiige omgeving.
Vervang enkel glas door dubbele beglazing zodat er minder koude lucht langs de ruit omlaag stroomt.
In specifieke gevallen kan, om de luchtafvoer te verbeteren, mechanische ventilatie worden aangebracht. Omdat hiermee de luchtstromen in het hele gebouw kunnen veranderen, is
D6 Ventilatiemogelijkheden
het noodzakelijk hierbij een deskundige in te schakelen.
Probleem
D7 Verbeteren permanente ventilatie
De ventilatievoorzieningen kunnen onvoldoende capaciteit hebben of de bruikbaarheid kan onvoldoende zijn. De capaciteit is onvoldoende als de maat van de roosters en ramen tezamen te klein is, of als de mechanische ventilatie niet
Probleem
sterk genoeg is. De capaciteit moet hoger zijn als er geen
In kozijnen zijn vaak geen voorzieningen opgenomen om 24
mogelijkheid is dwarsventilatie toe te passen doordat alle
uur per dag te kunnen ventileren.
ventilatievoorzieningen in één gevel zijn opgenomen.
Zeker op de begane grond moeten ramen na schooltijd dicht
De bruikbaarheid kan onvoldoende zijn als bijvoorbeeld de
in verband met mogelijkheden tot inbraak, vandalisme, etc.
ramen niet voldoende instelbaar zijn, als ze geblokkeerd worden door zonwering of een kast, als ze defect zijn of als het
Maatregel
teveel moeite kost om ze te gebruiken.
Breng in de dichte muurdelen naast de kozijnen op minimaal 2,4 meter boven de vloer eenvoudige ventilatieroosters aan.
Maatregel
Kies roosters die gemakkelijk te open en te sluiten , bijvoor-
Realiseer dwarsventilatie door ventilatievoorzieningen in ver-
beeld met een koordje, en die eenvoudig te reinigen zijn.
schillende gevels aan te brengen. Dwarsventilatie kan wor-
Een grotere permanente ventilatie door toepassing van deze
den gerealiseerd door een kier of een ventilatierooster aan te
roosters kan in de zomersituatie een verbetering van het
brengen aan de boven- of onderkant van de binnendeur of
thermisch comfort van circa 15% betekenen.
door, bij laagbouw, afvoerpijpen naar het dak aan te brengen. 34
Naar een beter binnenmilieu
Naar een beter binnenmilieu
35
binnenmilieu scholen
3
19-07-2005
15:54
Pagina 36
Samenwerken voor een beter binnenmilieu
Zoals in de voorgaande hoofdstukken staat beschreven, is een slechte kwaliteit van het binnenmilieu goed waarneembaar en meetbaar en zijn er tal van maatregelen mogelijk die het binnenmilieu kunnen verbeteren om zo gezondheidsrisico’s en negatieve (gezondheids-) effecten te voorkomen. Verschillende partijen, waaronder scholen of kinderdagverbljiven, belangenorganisaties of organisaties in het bedrijfsleven, de GGD en de gemeente kunnen hun krachten bundelen en binnenmilieu opnemen in hun (gezondheids)beleid. Van hieruit kunnen zij doelgericht initiatieven ontplooien welke uiteindelijk kunnen leiden tot structurele verbeteringen in het binnenmilieu. Ambities op het gebied van binnenmilieu kunnen variëren van het uitvoeren van kleinschalige (maar belangrijke!) maatregelen tot grootschalige en integrale projecten in samenwerking met andere partijen. Deze heruitgave van ‘Naar een beter binnenmilieu’ namens het Netwerk Gezonde Gemeenten in samenwerking met GGD Nederland kan hierbij als praktische informatiebron geraadpleegd worden.
Websites www.netwerkgezondegemeenten.nl
Op deze website vindt u informatie over het Netwerk Gezonde Gemeenten De site is bestemd voor de leden van het Netwerk Gezonde Gemeenten (NGG) en andere geïnteresseerden in het lokale openbare gezondheidsbeleid. De website van GGD Nederland. Via de website
www.ggd.nl
kunt u de GGD in uw regio vinden en u kunt informatie vinden over het thema binnenmilieu.
36
Naar een beter binnenmilieu