Nieuwsbrief externe financiering

Nieuwsbrief externe financiering 20 april 2015

Inhoudsopgave Europese oproep voor duurzame logistiek en toeleveringsketens ................................................... 2 Nieuw Horizon 2020-programma voor groene oplossingen in de stad ........................................... 2 Oproep om deelname aan Future Europe Festival te stimuleren .................................................... 2 MIT-regeling 19 mei open, aanvraag voor te bereiden vanaf 6 mei .............................................. 3 Limburg, Brabant en Zeeland komen met gezamenlijke MIT-invulling ............................................ 4 Kabinet gaat overstap van gas naar duurzame warmte stimuleren .............................................. 4 Openstelling experimenten decentrale duurzame elektriciteitsopwekking ................................... 5 € 30 miljoen voor innovatie in sociale werkbedrijven.......................................................................... 6 I&M stelt € 15 miljoen beschikbaar voor innovatie in de logistiek ..................................................... 7 Stageregeling A+O Fonds Gemeenten tijdelijk gesloten voor aanvragen .................................... 8 Fonds voor Cultuurparticipatie: nieuwe deelregeling voor erfgoedmanifestaties ....................... 8 Achtergestelde Leningenfonds en Bedrijfsleningenfonds aangekondigd ..................................... 8 RVO organiseert gratis online webinar over STEP en FEH ................................................................... 9 SIDN fonds voor vernieuwende internet projecten van start .......................................................... 10 ZonMw-oproep Versterking Uitvoeringspraktijk Jeugdgezondheidszorg ...................................... 10 Oranje Fonds lanceert nieuw programma Groen Verbindt ............................................................ 11 Stichting Brabant C Fonds 1 april 2015 open voor indienen projectvoorstellen .......................... 12 Noord-Brabant kondigt openstelling 'Ondernemen met natuur' aan ........................................... 13 Breedbandfonds Brabant weer open voor voorlopige aanvragen .............................................. 13

Nieuwsbrief Externe Financiering 20 april 2015| 1

Europese oproep voor duurzame logistiek en toeleveringsketens Vanuit het ERA-net Transport (afgekort ENT) is een oproep gepubliceerd met betrekking tot duurzame logistiek en toeleveringsketens. ERA-net Transport is een samenwerkingsverband van verschillende Europese landen en regio's, die een budget van € 10 miljoen beschikbaar stellen voor de nu gepubliceerde oproep. Internationale consortia kunnen tot en met 2 oktober 2015 (17.00 uur) onderzoeks- en innovatieprojectvoorstellen indienen op de volgende vijf onderwerpen: 1. Cross-border freight transport corridors; 2. Hub development; 3. Urban/last mile logistics; 4. Organisational innovations and new business models in logistics; 5. Information infrastructure and services for logistics. Op 13 mei 2015 wordt in Brussel een informatiebijeenkomst gehouden over de oproep. Kijk voor meer informatie op: http://www.rvo.nl/actueel/nieuws/europese-oproep-voorduurzame-logistiek-en-supply-chains en: http://transport-era.net/research-calls/sustainable/

Nieuw Horizon 2020-programma voor groene oplossingen in de stad De Europese Commissie heeft het eindrapport gepubliceerd van de Horizon 2020 Expert Group 'Nature Based Solutions in Re-naturing the Cities'. Dit rapport zal het uitgangspunt vormen voor een nieuw programma binnen Horizon 2020, dat is bedoeld om de komende vijf jaar innovaties en toegepast wetenschappelijk onderzoek in groene oplossingen in de stad te stimuleren. Het programma richt zich op vier kerndoelen: duurzame stedelijke ontwikkeling, herstel van beschadigde ecosystemen, ontwikkelen van oplossingen in het kader van klimaatverandering en klimaatbestendigheid en het verbeteren van risicomanagement bij extreme (weers)omstandigheden. De Europese Commissie wil innovatieve showcases op deze gebieden ondersteunen met subsidie en toegepast wetenschappelijk onderzoek. De eerste oproep zal naar verwachting rond oktober 2015 worden opengesteld. Het rapport is te vinden op: http://ec.europa.eu/research/environment/pdf/renaturing/nbs.pdf

Oproep om deelname aan Future Europe Festival te stimuleren De EU2016 Creative Challenge Call (EU2016CCC) is gepubliceerd. Doel van de oproep is het stimuleren van deelname aan het Future Europe Festival, onderdeel van het cultureel programma in het kader van het Nederlandse voorzitterschap van de EU in 2016. Het cultureel programma wordt georganiseerd en uitgevoerd door stichting Plan C. Plan C richt zich op de 'nieuwe generatie makers, regisseurs, kunstenaars, designers, denkers, acteurs, componisten, musici, dichters, modeontwerpers, fotografen en filmers, die de toekomst van Europa vorm willen geven en antwoorden formuleren op de urgente transitievraagstukken van deze tijd (duurzaamheid, stedelijke ontwikkeling, mobiliteit, migratie en sociale innovatie)'.


Het Future Europe Festival maakt deel uit van dit cultureel programma en zal naast podiumkunsten en beeldende kunsten, ook design en storytelling van jonge makers uit Nederland en andere Europese landen vertonen. In aanmerking komen jonge makers uit Nederland en de rest van Europa. Er wordt onderscheid gemaakt tussen twee soorten projecten:  categorie A: projecten in een beginstadium, die gaan over de genoemde transitiethema’s, waarbij nog verdere uitwerking en/of verbinding met andere (Europese) partners gewenst is;  categorie B: uitgewerkte projecten die klaar zijn voor presentatie. Het bedrag voor projecten binnen categorie A wordt na afloop van deelname aan de bootcamp in juni 2015 vastgesteld, met een maximumbijdrage van € 10.000. Voor projecten uit categorie B geldt dat de subsidie maximaal 50% van het totale budget bedraagt, tot een maximumbedrag van € 25.000. Aanvragen kunnen tot en met 3 mei 2015 worden ingediend bij Plan C. Dit kan door het invullen van het online inschrijfformulier op: http://eu2016futureeurope.nl/

MIT-regeling 19 mei open, aanvraag voor te bereiden vanaf 6 mei De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland geeft aan dat de MIT op 19 mei open gaat. De regeling zal op 1 september 2015 sluiten voor MIT-regioloketten en op 15 september 2015 voor het landelijk eLoket bij RVO.nl. Voorbereiding vanaf 6 mei Vanaf 6 mei 2015 is op de MIT-website van RVO de centrale ingang voor aanmelding voor de regeling te vinden, evenals de benodigde formulieren. Afhankelijk van waar een bedrijf – als penvoerder van de aanvraag – is gevestigd, wordt men op de MIT-website aan de hand van een aantal vragen geleid naar het juiste loket in de regio. Als men niet terecht kan bij een regio, kan men zich alsnog aanmelden bij de landelijke MIT (vangnet) bij het eLoket op RVO.nl. MIT achtergrond In 2015 zullen het Rijk en de regio's gezamenlijk € 55 miljoen beschikbaar stellen voor de regeling. Voor R&D-samenwerkingsprojecten wordt gebruik gemaakt van een tenderprocedure. Voor alle overige instrumenten geldt dat wordt beslist op volgorde van binnenkomst. In 2015 werken het ministerie van Economische Zaken en de regio's vanuit een gezamenlijke 'instrumentenkoffer,' met het doel om nationale en regionale innovatiestimuleringinstrumenten zo veel mogelijk te harmoniseren en onderling te verbinden. De instrumentenkoffer kent de volgende instrumenten: adviesprojecten, haalbaarheidsprojecten, R&D-samenwerkingsprojecten, kennisvouchers, TKIInnovatiemakelaars en TKI-netwerkactiviteiten. Adviesprojecten, haalbaarheidsprojecten en R&D-samenwerkingsprojecten worden regionaal aangeboden, kennisvouchers en de twee TKI-instrumenten zijn alleen landelijk beschikbaar.


Aanvragen moeten in principe eerst binnen de regio waar de aanvrager is gevestigd worden ingediend. Een ondernemer kan terecht bij het landelijke vangnet als de aanvraag inhoudelijk niet past binnen de Regionale Innovatiestrategie (RIS) en/of het instrument niet regionaal aangeboden wordt. Kijk voor meer informatie op: http://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/mkbinnovatiestimulering-regio-en-topsectoren-mit

Limburg, Brabant en Zeeland komen met gezamenlijke MIT-invulling Het Rijk en de provincies hebben gezamenlijk de regeling Mkb Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) afgekondigd voor vindingrijke mkb-ondernemers in één van de negen topsectoren. De subsidiebudgetten van het Rijk en de provincies worden hier voor het eerst gebundeld. Hierdoor wordt de samenhang tussen het regionale innovatiebeleid en het topsectorenbeleid voor het mkb versterkt. De provinciale regelingen zijn zoveel mogelijk in overeenstemming gebracht met de nationale subsidieregels voor MIT. Voor de provincies Limburg, Noord-Brabant en Zeeland samen is een bedrag van € 9 miljoen beschikbaar. Het Rijk en de provincies staan hiervoor elk voor de helft garant. Met dit geld kunnen adviestrajecten, haalbaarheidsprojecten en R&D-samenwerkingsprojecten worden ondersteund. De regeling voor de drie Zuidelijke provincies zal op 21 april 2015 door de colleges van Gedeputeerde Staten van Limburg, Noord-Brabant en Zeeland worden vastgesteld. Aanvragen kunnen van 19 mei tot en met 1 september 2015 worden ingediend. Voor meer informatie zie: http://www.limburg.nl/Actueel/Nieuws_en_persberichten/2015/April_2015/Subsidie_voor_inno vatief_MKB_in_topsectoren

Kabinet gaat overstap van gas naar duurzame warmte stimuleren Het kabinet gaat de komende jaren stimuleren dat Nederlandse huizen en bedrijven minder door gas en meer door duurzame warmte en restwarmte worden verwarmd. Zo kan energie worden bespaard en de CO2-uitstoot worden teruggedrongen. Dat schrijft minister Kamp van Economische Zaken (EZ) in een brief aan de Tweede Kamer. Bijna 60% van alle energie die in Nederland wordt verbruikt, is voor de opwek van warmte. Voor bijvoorbeeld de cvketel, het douchen of afwassen. Maar ook voor de hoge temperaturen die nodig zijn voor productie in de industrie. In bijna heel Nederland wordt hiervoor nu gas gebruikt. Om de verdere ontwikkeling van duurzame vormen van warmtelevering te bevorderen, gaat het kabinet de wet- en regelgeving voor warmtelevering hervormen. Zo wordt gewerkt aan een nieuw marktmodel voor onder andere warmtenetten, zodat de markt voor duurzame warmte meer gaat lijken op de markten voor elektriciteit en gas. Dit draagt bij aan de leveringszekerheid en zorgt voor een toekomstbestendige warmtevoorziening.


Huidige ondersteuning Duurzame warmteopwekking wordt momenteel al gestimuleerd doordat de onrendabele top van de productie van hernieuwbare warmte kan worden vergoed via het Besluit stimulering duurzame energieproductie (SDE+). Warmteopties worden in de huidige SDE+ goed bediend, vindt Kamp. Dat komt doordat hernieuwbare warmte een relatief goedkope vorm van hernieuwbare energie is en daarom in de SDE+ vroeg in aanmerking komt voor subsidie. In 2012 kon hernieuwbare warmte voor het eerst als apart product gesubsidieerd worden via de SDE+ en in dat jaar ging nagenoeg het hele budget naar warmteprojecten. In 2013 ging zo’n 60% van het budget naar warmteprojecten. Tot eind 2014 is al zo’n € 3,4 miljard aan warmteprojecten gecommitteerd. Verder wordt besparing en hernieuwbare warmte gestimuleerd via de Energie-investeringsaftrek (EIA). Tot eind 2013 zijn zo’n 3400 warmtegerelateerde projecten gehonoreerd met een gemeld investeringsbedrag van zo’n € 500 miljoen. Nieuwe ondersteuning Bovenop de huidige ondersteuningsmogelijkheden heeft Kamp nu een Uitvoeringsagenda opgesteld om de weg vrij te maken voor verdere besparing en verduurzaming van de warmteproductie in Nederland. De Uitvoeringsagenda bevat onder meer de volgende plannen:  faciliteren regionale (rest)warmteprojecten. Kamp wil regionale (rest)warmteprojecten in de startfase gaan ondersteunen. Restwarmteprojecten kunnen een goede bijdrage leveren aan een efficiënte warmtevoorziening, maar toch komen ze moeilijk van de grond. Daarom wil de minister een extra impuls geven aan regionale (rest)warmteprojecten, door dergelijke projecten ‘case by case’ te gaan faciliteren;  additionele stimulans hernieuwbare warmte: o warmte in de industrie. In 2015 is een nieuwe categorie in de SDE+ opengesteld voor stoomproductie met biomassa (houtpellets). Deze nieuwe categorie biedt industriële partijen de kans om hun bedrijfsvoering te verduurzamen; o kleine hernieuwbare warmteopties. Kamp verkent de mogelijkheden en voorwaarden voor het verhelpen van belemmeringen voor kleinschalige productie van hernieuwbare energie, ongeacht de producent.  Innovatie. Kamp wil in 2015 samen met marktpartijen de mogelijkheden verkennen en de voorwaarden helder maken voor een pilot met ultradiepe geothermie in de industrie. Ook is dit jaar de Demonstratieregeling Energie Innovatie (DEI, onderdeel van de regeling Topsector energieprojecten - TOPENERGIE) weer opengesteld. Kijk voor meer informatie op: http://www.rijksoverheid.nl/nieuws/2015/04/02/kabinetstimuleert-overstap-van-gas-naar-duurzame-warmte.html

Openstelling experimenten decentrale duurzame elektriciteitsopwekking Het ministerie van Economische Zaken heeft de Openstellingsregeling experimenten decentrale duurzame elektriciteitsopwekking gepubliceerd. De regeling stelt een periode vast waarin het mogelijk is om een aanvraag in te dienen voor ontheffing zoals bedoeld in het Besluit experimenten decentrale duurzame elektriciteitsopwekking.


Verder stelt de regeling een maximum aan de opwekkingscapaciteit per project, waarvoor een aanvraag om ontheffing wordt ingediend. De aanvraagperiode loopt van 1 mei 2015 (09.00 uur) tot en met 11 september 2015 (17.00 uur). Er zijn twee typen aanvragen mogelijk:  aanvragen voor projecten tot maximaal 10.000 afnemers; en  aanvragen voor projectnetten. Voor beide typen aanvragen kunnen maximaal tien projecten worden ingediend. De openstellingsregeling is te vinden op: https://www.officielebekendmakingen.nl/stcrt-20159908.html Achtergrond maatregel Op basis van het Besluit experimenten decentrale duurzame elektriciteitsopwekking kan, bij wijze van experiment, worden afgeweken van bepaalde wettelijke bepalingen als dat de ontwikkeling bevordert van productie, transport en levering van decentraal opgewekte elektriciteit of gas uit hernieuwbare energiebronnen. Lokale duurzame energieopwekking en -gebruik wordt gezien als een welkome bijdrage aan het realiseren van de beleidsdoelen op het gebied van duurzame energie en innovatie. Dit wil men bereiken door in te zetten op drie lijnen: innovatie, fiscale stimulering en regelgeving. Het nu gepubliceerde besluit is te beschouwen als uitwerking van deze laatste beleidslijn. Doel van het besluit is burgers en bedrijven de ruimte te bieden om af te wijken van bij of krachtens de Elektriciteitswet 1998 gestelde regels. Het doel van de experimenten is te toetsen of het nodig is dat deze regels onverkort gelden voor lokale opwekking van duurzame energie. In de komende vier jaar zal worden bekeken in welke mate dit besluit daadwerkelijk leidt tot:  meer toepassing van duurzame energie of warmtekrachtkoppeling op lokaal niveau;  efficiënter gebruik van de beschikbare energie-infrastructuur; of  meer betrokkenheid van energiegebruikers bij hun energievoorziening.

€ 30 miljoen voor innovatie in sociale werkbedrijven Staatssecretaris Klijnsma (SZW) stelt via de Regeling cofinanciering sectorplannen € 30 miljoen beschikbaar om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan werk te helpen in gewone bedrijven, scholen en overheidsorganisaties. Sociale werkbedrijven kunnen aanspraak maken op dit extra geld. In totaal komt er € 60 miljoen vrij voor vernieuwing in sociale werkbedrijven. Er is namelijk de afspraak gemaakt dat er eenzelfde bedrag aan cofinanciering bij komt van bijvoorbeeld gemeenten of uit fondsen. Met het geld dat nu beschikbaar komt, kunnen hervormingen en innovaties worden doorgevoerd. Hierdoor kunnen gemeenten bij de uitvoering van de Participatiewet gebruik blijven maken van de expertise van sociale werkbedrijven. Alles bij elkaar moeten de plannen die met hulp van dit extra geld mogelijk worden gemaakt, er voor zorgen dat meer mensen een plek vinden waar ze zinvol en gewaardeerd werk kunnen doen. Drie mogelijkheden Er zijn drie mogelijkheden om in aanmerking te komen voor een bijdrage. De sociale werkbedrijven kunnen alleen of op het niveau van de arbeidsmarktregio, plannen indienen om WSW'ers, mensen die nog op de wachtlijst staan of de nieuwe doelgroep van de Participatiewet verder te ontwikkelen of aan werk te helpen.


Daarnaast maken plannen kans als zij er voor zorgen dat de expertise van stafmedewerkers en begeleiders in de sociale werkbedrijven verder wordt ontwikkeld. Bijvoorbeeld door hen te trainen in het creëren van banen die geschikt zijn voor mensen die niet zelfstandig het minimumloon kunnen verdienen. Als laatste kunnen de middelen worden gebruikt om de infrastructuur van sociale werkbedrijven beter toe te rusten op de Participatiewet, bijvoorbeeld door op het niveau van de arbeidsmarktregio beter samen te werken. Want het plaatsen van kandidaten op de goede werkplek en het creëren van banen voor de doelgroep werkt het beste als in de arbeidsmarktregio goed wordt samengewerkt tussen werkgevers, bemiddelaars en werknemers. Indienen bij Cedris Sociale werkbedrijven en arbeidsmarktregio's kunnen tot en met 30 juni 2015 plannen indienen bij Cedris, de brancheorganisatie van sociale werkbedrijven. De precieze voorwaarden en uitgebreidere beschrijving van de mogelijkheden zijn te vinden op www.cedris.nl. Cedris zal vervolgens gezamenlijk met gemeenten een sectorplan opstellen. Ten behoeve van dit specifieke sectorplan voor de gemeentelijke sociale werkvoorziening is de Regeling cofinanciering sectorplannen tot en met 14 september 2015 opnieuw opengesteld. Voor meer informatie zie: http://www.rijksoverheid.nl/ministeries/szw/nieuws/2015/04/15/30miljoen-voor-innovatie-in-de-sociale-werkbedrijven.html en: https://www.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2015-10125.html

I&M stelt € 15 miljoen beschikbaar voor innovatie in de logistiek Het ministerie van I&M stelt € 15 miljoen beschikbaar voor innovatie in de logistiek. De extra financiering gaat naar onderzoek binnen het TKI Logistiek en naar de uitvoering van logistieke pilots door Connekt. Naast de extra € 15 miljoen die onder regie komt van het Topteam Logistiek, is inmiddels gestart met de vereenvoudiging van wet- en regelgeving en wordt fors geïnvesteerd in infrastructuur en bereikbaarheid. Tevens is er aandacht voor slimme oplossingen om de goederenstromen nog duurzamer en efficiënter af te handelen. Zo wordt er verwezen naar de inrichting van corridors richting het achterland, synchromodaal transport en snel en papierloos vervoer via digitalisering. Het ministerie zet daarmee de lijn voort om niet alleen te kijken naar meer infrastructuur, maar ook te investeren in innovatieve oplossingen in de logistiek. Oprichting TKI Dinalog De extra bijdrage van het ministerie van I&M stelt het TKI Logistiek en Connekt in staat om het aantal onderzoeksprojecten en pilots op het gebied van duurzame en innovatieve logistiek uit te breiden. Aangekondigd is dat het TKI Logistiek en Dinalog samen verder zullen gaan. De besturen van de organisaties (met daarin Dinalog, NWO en TNO) gaan vanaf deze zomer door als TKI Dinalog met de ministeries van EZ en I&M als publieke financiers. Het TKI Dinalog zal zich gaan richten op het ontwikkelen van kennis en de valorisatie ervan ten behoeve van het bedrijfsleven. Voor meer informatie zie: http://www.perssupport.nl/apssite/persberichten/full/2015/04/01/Meer+geld+voor+slimme%2 C+efficinte+en+duurzame+logistiek


Stageregeling A+O Fonds Gemeenten tijdelijk gesloten voor aanvragen Het Arbeidsmarkt- en Opleidingsfonds Gemeenten heeft per 31 maart 2015 de Stageregeling tijdelijk gesloten voor het indienen van aanvragen. De grote hoeveelheid aanvragen die het fonds heeft ontvangen, wordt momenteel door de Subsidie Helpdesk van het fonds verwerkt. Zolang er nog budget beschikbaar is, worden aanvragen toegekend. Op 1 september 2015 wordt de Stageregeling heropend. Hiermee probeert het fonds betere spreiding te krijgen van de aanvragen over het jaar en kunnen ook aanvragen worden gehonoreerd van stagecontracten die beginnen na de zomerperiode. Zie ook: https://aeno.stratechlive.nl/

Fonds voor Cultuurparticipatie: nieuwe deelregeling voor erfgoedmanifestaties Het Fonds voor Cultuurparticipatie (FCP) heeft de Deelregeling professionalisering erfgoedmanifestaties Fonds voor Cultuurparticipatie 2015-2017 gepubliceerd. Het doel van de nieuwe deelregeling is het verlenen van eenmalige subsidies aan organisaties die een erfgoedmanifestatie organiseren teneinde een professionaliseringslag in de organisatie te bewerkstelligen. In aanmerking voor een erfgoedmanifestatiesubsidie komen instellingen met rechtspersoonlijkheid die gericht zijn op het organiseren van een erfgoedmanifestatie, waarbij de erfgoedmanifestatie behoort tot één van de volgende domeinen:  archeologie, archieven, cultuurhistorisch landschap, monumenten, musea, immaterieel erfgoed of erfgoed integraal;  een groot en breed publiek bereikt;  als doel heeft het draagvlak van erfgoed te vergroten;  in verschillende provincies verspreid over het land activiteiten organiseert;  voor de uitvoering is aangewezen op een netwerk van vrijwilligers. Subsidie is beschikbaar om een professionaliseringslag in de organisatie te bewerkstelligen met het doel om:  de continuïteit van de organisatie te versterken; en/of  de inzet van vrijwilligers te versterken; en/of  de samenwerking te versterken. De hoogte van de subsidie voor erfgoedmanifestaties bedraagt maximaal 75% van de subsidiabele kosten met een minimum van € 25.000 en een maximum van € 160.000 voor de periode 2015-2017 en maximaal € 100.000 per jaar. Voor de periode van 1 september 2015 tot 31 augustus 2017 bedraagt het subsidieplafond € 720.000. Aanvragen kunnen tot en met 20 mei 2015 (13.00 uur) worden ingediend bij het Fonds voor Cultuurparticipatie.

Achtergestelde Leningenfonds en Bedrijfsleningenfonds aangekondigd Minister Kamp (EZ) heeft de Tweede Kamer per brief geïnformeerd over de oprichting van een Achtergestelde Leningenfonds en een Bedrijfsleningenfonds door de Nederlandse Investeringsinstelling (NLII).


Achtergestelde Leningenfonds In het Aanvullend Actieplan mkb-financiering is eerder al aangekondigd dat marktpartijen ondersteuning krijgen bij het oprichten van fondsen voor achtergestelde leningen. In het kader hiervan kondigt de NLII aan dat zij nog voor de zomer gaat starten met een nieuw Achtergestelde Leningenfonds (afgekort ALF) van € 300 miljoen. Het fonds zal achtergestelde leningen van € 150.000 tot € 5 miljoen gaan verstrekken aan mkb-bedrijven. Op basis van deze versterking van de eigen vermogenspositie van bedrijven zullen banken naar verwachting bereid zijn gemiddeld het dubbele aan nieuwe, niet achtergestelde financiering ter beschikking te stellen. Volgens de NLII komt met het ALF in de komende drie jaar in totaal circa € 1 miljard aan nieuwe financiering beschikbaar voor mkb-bedrijven met groeiambities. Kamp stelt voor het ALF garanties beschikbaar via de Groeifaciliteit. Dit stelt de institutionele beleggers in staat om inzicht te krijgen in het rendement dat met het ALF gerealiseerd kan worden zodat dit voor hen een vertrouwde investeringsklasse kan worden. Voor deze garantie is in het Aanvullende Actieplan mkb-financiering budget gereserveerd. In de komende maanden zal een definitieve overeenkomst voor de garantie aan het ALF uitgewerkt worden. Bedrijfsleningenfonds Naast het ALF komt de NLII ook met een Bedrijfsleningenfonds (afgekort BLF) ter grootte van € 500 miljoen. Dit fonds gaat, samen met banken, leningen van minimaal € 10 miljoen verstrekken. Volgens de NLII komt hiermee nog eens € 1 miljard aan extra financiering voor het (grotere) mkb beschikbaar. De start van het BLF is zonder overheidsgaranties mogelijk. Zie voor de gehele kamerbrief: http://www.rijksoverheid.nl/documenten-enpublicaties/kamerstukken/2015/04/08/kamerbrief-oprichting-fondsen-nlii.html

RVO organiseert gratis online webinar over STEP en FEH De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) organiseert op 28 april 2015 vanaf 12.30 uur een gratis online webinar over de Stimuleringsregeling energieprestatie huursector (STEP) en de Regeling fonds energiebesparing huursector (FEH). Tijdens dit webinar vertellen Rob Smit en Martijn van Horen van RVO wanneer verhuurders in aanmerking komen voor de STEP of de FEH en hoe een bijdrage kan worden aangevraagd. Het online webinar duurt ongeveer 45 minuten. Het programma ziet er als volgt uit:  wanneer komen verhuurders in aanmerking voor de STEP-subsidie?;  wanneer komen verhuurders in aanmerking voor de FEH-lening?;  aandachtspunten voor het aanvragen van STEP en FEH;  van energielabel naar Energie-Index. Aanmelden voor het webinar kan via: https://www.onlineseminar.nl/rvo/webinar/7886/subsidie-voor-energiebesparing-inhuurwoningen/#watch


SIDN fonds voor vernieuwende internet projecten van start SIDN heeft het al eerder aangekondigde SIDN fonds gelanceerd. Het startvermogen van het nieuwe fonds is ongeveer € 5 miljoen. SIDN registreert en beheert alle .nl-domeinnamen en zorgt ervoor dat de domeinnamen wereldwijd bereikbaar zijn. Daarnaast draagt SIDN bij aan een veilig en stabiel internet in Nederland, aan de ontwikkeling van internetbeleid op mondiaal niveau en aan nieuwe internetstandaarden. Het doel van het SIDN fonds is een bijdrage leveren aan het versterken van de economische en maatschappelijke waarde van het internet en zo een extra impuls geven aan de welvaart en het welzijn in Nederland. In aanmerking voor subsidie komt een eenieder met een idee of een project dat bijdraagt aan de doelstellingen van het SIDN-fonds. Het SIDN fonds investeert in grensverleggende projecten op het snijvlak van technologie en samenleving, die bijdragen aan de volgende doelstellingen:  versterking van het internet;  inzet van internet op een vernieuwende manier;  investeren in goede ideeën. Het fonds biedt twee aanvraagmogelijkheden:  Pioniers: vernieuwende ideeën met lef. Gericht op de uitwerking van een goed idee naar een demo, pilot of experimenteel ontwerp. De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal € 10.000 per project;  Potentials: projecten met aantoonbare economische of maatschappelijke potentie. Doorontwikkeling en opschaling van een kansrijk, werkend concept of prototype naar een bruikbare toepassing met grensverleggend potentieel. De hoogte van de subsidie bedraagt minimaal € 10.000 en maximaal € 75.000 per project. De eerste aanvraagronde van het SIDN fonds staat open van 8 april tot en met 18 mei 2015, 12.00 uur, specifiek voor aanvragen gericht op de eerste doelstelling: versterking van het internet. Voor Potentials-projecten wordt gewerkt met een verplichte vooraanmelding. Deze kan tot en met 6 mei 2015, 12.00 uur worden ingediend. De tweede aanvraagronde wordt medio augustus opengesteld, met als deadline 30 september 2015. Zie voor meer informatie: http://www.sidnfonds.nl/

ZonMw-oproep Versterking Uitvoeringspraktijk Jeugdgezondheidszorg ZonMw heeft de al aangekondigde subsidieoproep voor het nieuwe programma Versterking Uitvoeringspraktijk Jeugdgezondheidszorg gepubliceerd. Doel van dit programma is om door middel van onderbouwing en doorontwikkeling van innovatieve werkwijzen, de jeugdgezondheidszorg (afgekort JGZ) beter toe te rusten op het uitvoeren van het Basispakket JGZ binnen de decentralisatie van de zorg voor jeugd én de veranderingen die dit voor de JGZ met zich meebrengt. De nu gepubliceerde subsidieoproep is een samenwerking tussen het programma Versterking Uitvoeringspraktijk Jeugdgezondheidszorg (Programmalijn 1: Flexibilisering en adolescentencontactmoment) en het vijfde Programma Preventie.


Onderzoekers van wetenschappelijke instituten kunnen projectideeën indienen voor onderzoek naar invloed van het extra contactmoment voor adolescenten op gezond gedrag en gezondheid van adolescenten in de verschillende aanpakken. De projectgroep dient een samenwerkingsverband te zijn tussen een wetenschappelijk instituut en een aantal JGZ-instellingen en scholen. In totaal is er maximaal € 300.000 beschikbaar voor één project met een looptijd van maximaal 30 maanden. Aanvragen kunnen tot en met 2 juni 2015, 14.00 uur, worden ingediend via het ProjectNet-systeem van ZonMw. Voor meer informatie zie: http://www.zonmw.nl/nl/subsidies/subsidiekalender/detail/item/versterkinguitvoeringspraktijk-jeugdgezondheidszorg/

Oranje Fonds lanceert nieuw programma Groen Verbindt Met het programma wil het Oranje Fonds, door gebruik te maken van de groene buitenruimte, de sociale samenhang en de leefbaarheid in wijken en buurten versterken. Daarnaast wil het fonds ontmoeting tussen bewoners en cliënten van maatschappelijke instellingen en buurtbewoners bevorderen. Het programma omvat twee onderdelen:  een driejarig programma waarbinnen samenwerkingsverbanden van lokale buurten maatschappelijke organisaties, gericht op het opzetten van een gezamenlijke tuin, worden ondersteund met geld en goede raad;  een tender voor nieuwe en bestaande kleinschalige groene buurtinitiatieven. Samenwerkingsverbanden Binnen dit onderdeel is het Oranje Fonds op zoek naar dertig samenwerkingsverbanden tussen maatschappelijke instellingen en buurtbewoners, waarin gezamenlijke sociale en groene initiatieven worden opgezet. Het moet gaan om nieuwe initiatieven, waarbij groen als middel wordt ingezet om bewoners en cliënten van maatschappelijke instellingen duurzaam te verbinden met buurtbewoners. Deze worden drie jaar ondersteund. Buurtbewoners kunnen vertegenwoordigd worden door onder meer bewonersorganisaties, wijkverenigingen of lokale welzijnsorganisaties. Onder maatschappelijke instellingen worden verstaan: maatschappelijke opvang, psychiatrische instellingen, instellingen voor verslavingszorg, asielzoekerscentra, verzorgingstehuizen voor ouderen en instellingen en kleinschalige woonvormen voor (verstandelijk) gehandicapten. Het programma voor samenwerkingsverbanden bestaat uit meerdere onderdelen:  ontwikkelruimte: in teamverband werken aan de ontwikkeling van een groen en sociaal initiatief. Er is hiervoor een financiële bijdrage beschikbaar van in totaal maximaal € 75.000 per samenwerkingsverband, voor een periode van drie jaar;  ondersteuning: een teamgebonden budget van maximaal € 5000 per jaar waarvoor in overleg met en na toestemming van het Oranje Fonds externe expertise en/of ondersteuning kan worden ingehuurd;  leren van elkaar: een jaarlijkse uitwisselingsbijeenkomst en een grote open bijeenkomst;  monitoring en evaluatie: twee keer per jaar vindt monitoring en evaluatie van alle deelnemende samenwerkingsverbanden plaats. Inschrijven kan van 1 mei tot en met 14 september 2015.


Tender De tender is speciaal bedoeld voor kleinschalige groene buurtinitiatieven met een sociale doelstelling (zowel nieuwe initiatieven als bestaande initiatieven die willen uitbreiden). In aanmerking komen zowel formele organisaties (zoals stichtingen en verenigingen) als informele organisaties (zoals een buurtcomité). De bijdrage heeft betrekking op investeringen en/of activiteiten en is maximaal € 2500 (op een totaalbegroting van maximaal € 5000). Reguliere exploitatiekosten (zoals vaste lasten en structurele personeelskosten) komen niet in aanmerking voor een bijdrage. Aanvragen kunnen van 1 mei tot en met 1 juli 2015 (12.00 uur) worden ingediend. Voorlichtingsbijeenkomsten In mei en juni organiseert het Oranje Fonds meerdere voorlichtingsbijeenkomsten over Groen Verbindt, deze zullen plaatsvinden op:  26 mei (The Globe, Den Haag);  28 mei (IJsseldelta Center, Zwolle);  8 juni (Kantoor Oranje Fonds, Utrecht);  9 juni (Gele Kegels, Eindhoven). Aanmelden voor één van de bijeenkomsten kan tot 15 mei 2015. Zie voor meer informatie: http://www.oranjefonds.nl/groen-verbindt

Stichting Brabant C Fonds 1 april 2015 open voor indienen projectvoorstellen De beleidsregels van Stichting Brabant C Fonds zijn officieel gepubliceerd. Brabant C is een initiatief van de provincie Noord-Brabant. Met Brabant C wil de provincie stimuleren dat in de toekomst in Brabant meer kunst en cultuur van nationaal en internationaal niveau te zien en te beleven is. In totaal beschikt Brabant C over € 25 miljoen. Voor 2015 is er een budget van € 5.305.000 beschikbaar. Brabant C heeft drie kerntaken:  het verbinden van de personen en organisaties achter culturele initiatieven;  het aanjagen van kansrijke initiatieven;  het financieren van bijzondere culturele projecten. Projectvoorstellen kunnen niet alleen worden ingediend door organisaties uit de cultuursector, maar ook door bedrijven en maatschappelijke organisaties. Subsidie wordt verleend voor kleine en grote projecten waarin kunsten cultuurproductie, -beoefening of beleving de kernactiviteit of kernactiviteiten vormen. Subsidies worden verstrekt in de vorm van leningen, garantstellingen of geldbedragen. De hoogte van de subsidie voor grote projecten is maximaal 30% van de subsidiabele kosten, met een minimumbedrag van € 65.000. De hoogte van de subsidie voor kleine projecten is maximaal 30% van de subsidiabele kosten, met een maximumbedrag van € 65.000. De hoogte van de subsidie bedraagt nooit meer dan het exploitatietekort van het project. Aanvragen kunnen vanaf 1 april tot en met 15 december 2015 worden ingediend bij Stichting Brabant C Fonds. Voor meer informatie zie: http://www.brabantc.nl/


Noord-Brabant kondigt openstelling 'Ondernemen met natuur' aan De provincie Noord-Brabant heeft een nieuwe indieningsperiode voor het onderdeel 'Ondernemen met natuur' van de Subsidieregeling natuur en samenleving Noord-Brabant vastgesteld. Aanvragen kunnen vanaf 26 mei 2015 tot en met 17 november 2015 worden ingediend. Aanvragen die eerder worden ingediend, worden niet in behandeling genomen. De hoogte van de subsidie is maximaal 50% van de subsidiabele kosten, met een minimum van € 5000 en een maximum van € 40.000. Het subsidieplafond voor deze aanvraagperiode is € 160.000. Het doel van de regeling is om natuur en landschap in samenhang met economische bedrijvigheid te ontwikkelen en om de economische waarde van natuur op innovatieve wijze te benutten. Voor meer informatie zie: http://www.brabant.nl/loket/producten-endiensten/subsidies/detail.aspx?id=13025

Breedbandfonds Brabant weer open voor voorlopige aanvragen Het investeringsreglement van het Breedbandfonds Brabant is gewijzigd. De wijziging betreft onder meer een nieuwe openstelling voor het indienen van voorlopige aanvragen. De nieuwe openstelling loopt van 1 april 2015 tot en met 30 september 2015. Voor deze periode is een subsidieplafond van liefst € 40 miljoen beschikbaar. Ter vergelijking: voor de eerste openstelling van het fonds (van 1 mei 2014 tot en met 28 november 2014) was een bedrag van € 7 miljoen beschikbaar. Naast de nieuwe openstelling en het nieuwe plafond is het investeringsreglement van het fonds ook op diverse andere punten aangepast. Zo wordt er voortaan onderscheid gemaakt tussen de volgende categorieën projecten:  projecten ten behoeve van een NGA netwerk in wit buitengebied (voorheen grote breedbandprojecten genoemd); en  projecten ten behoeve van een NGA netwerk op een bedrijventerrein (voorheen kleine breedbandprojecten genoemd). Verder geldt voor projecten ten behoeve van een NGA netwerk in wit buitengebied dat voortaan ook een passieve backhaulverbinding deel mag uitmaken van een project. Bovendien is voor deze categorie projecten de voorwaarde toegevoegd dat een te ondersteunen project gericht moet zijn op ten minste 500 huishoudens in een samenhangend gebied. Over het fonds Met het Breedbandfonds Brabant wil de provincie Noord-Brabant de aanleg van breedband in heel Brabant mogelijk maken, met name in het buitengebied en op geïsoleerd gelegen bedrijventerreinen. Het fonds investeert in projecten in buitengebieden en op bedrijventerreinen waar geen toereikend hoogwaardig breedbandnetwerk (voor snel internet) beschikbaar is en waar marktpartijen niet bereid zijn zelf de – hoge - kosten voor aanleg te dragen.


Ondersteuning kan worden aangevraagd door privaatrechtelijke rechtspersonen. Bij te ondersteunen projecten moet de investering in hoogwaardig breedband gedragen worden door lokale coalities van marktpartijen, eindgebruikers, commerciële banken en het fonds. Bij de totstandkoming van projecten moeten gemeenten een belangrijke faciliterende en regisserende rol hebben. De aan te leggen netwerken moeten open en toegankelijk zijn voor alle providers die diensten willen leveren aan bedrijven en huishoudens in Brabant. De hoogte van de investering bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten met een minimum van € 250.000 (projecten ten behoeve van een NGA netwerk in wit buitengebied) dan wel € 50.000 (projecten ten behoeve van een NGA netwerk op een bedrijventerrein).


Nieuwsbrief externe financiering

Recommend Documents