NIEUWSBRIEF bij mei-circulaire 2011 gemeentefonds. Zwanenburg, 3 juni 2011. Geachte PAUW-abonnee, Inleiding Afgelopen maanden is de materie rond het Gemeentefonds flink in ontwikkeling geweest. Na een lange periode van speculeren over de accressen vanaf 2012, werd duidelijkheid geschapen in de december-circulaire 2010 conform het regeerakkoord. Met als uitgangspunt herstel van de normeringsmethodiek werden in die december-circulaire de accressen in absolute bedragen weergegeven tot en met 2015. In vier jaar tijd was dat € 599 miljoen cumulatief. In dat bedrag waren de volgende tegenvallers al verwerkt: vuiltje van € 400 miljoen uit de startnota; de systeemwijziging van de post rente in de Netto-Gecorrigeerde RijksUitgaven ter waarde van ± € 350 miljoen; de korting van 10% in de jaren 2012 – 2015 wegens „ samen de trap af‟ . Al met al cijfers die veel positiever waren dan menigeen had verwacht. In deze mei-circulaire 2011 valt het nog wat verder mee. Vanaf 2012 is het cumulatief accres € 118 miljoen hoger dan december. Dat verdampt overigens grotendeels wegens ontwikkeling van de uitkeringsbasis. Daarover later meer. Accressen worden berekend op basis van het Centraal Economisch Plan. Dat plan is nu nog niet definitief tbv de publicatie van de Voorjaarsnota van het Rijk. Om toch richting te geven aan uw besluitvormingsproces zijn voorlopige accrescijfers meegenomen in deze circulaire. Een eventueel verschil wordt verwerkt in de komende september-circulaire 2011. Bestuursakkoord Algemeen Onderhandelaars van koepels waaronder de VNG hebben op 21 april 2011 een concept van een Bestuursakkoord getekend. De koepels moeten er nog mee instemmen. Voor de VNG is dat 8 juni as. Er is weerstand, met name door de effecten op de onderkant van de arbeidsmarkt. Mocht het niet tot een definitief akkoord komen, gaat de rijksoverheid een eigen plan trekken en komen tevens afspraken die voor gemeenten gunstig uitpakken op losse schroeven te staan. De september-circulaire 2011 kan er dan heel anders uit gaan zien. Grote decentralisaties In het concept-Bestuursakkoord zijn in het kader van het adagium „ je gaat er over of niet‟ afspraken gemaakt over de profielen van de verschillende overheden. Voor gemeenten geldt dat ze worden aangemerkt als eerste overheid, de bestuurslaag die het dichtst bij de burger staat. In het verlengde daarvan worden omvangrijke taken overgeheveld naar gemeenten waarbij tevens budgetten van in totaal ± € 8,5 miljard meekomen. Het gaat om: AWBZ dagbesteding en begeleiding vanaf 2013 en 2014 in fases. Bedrag tussen € 2,1 en € 3,3 miljard. Financiering vooreerst via decentralisatie-uitkering gemeentefonds. Efficiëncykorting 5% ofwel ± € 140 miljoen. Vergoeding voor transitiekosten € 80 miljoen. Jeugdzorg vanaf 2014 – 2016 in fases. Bedrag ± € 3,5 miljard. Financiering vooreerst via decentralisatie-uitkering gemeentefonds. Efficiëncykorting € 80 miljoen in 2015 naar
1
€ 300 miljoen in 2017. Vergoeding voor uitvoeringskosten € 55 miljoen en voor invoeringskosten € 64 miljoen. Regelingen voor onderkant arbeidsmarkt in Wet Werken naar Vermogen met ingang van 2013. Bedrag ± € 3 miljard. Daarbij vindt ontschotting plaats van de WAJONG, WSW en WWB. Financiering via specifieke uitkering. Vergoeding voor uitvoeringskosten € 78 miljoen. Daarnaast wordt een compensatie gegeven voor herstructurering van de bedrijfsvoering van de WSW ter grootte van € 400 miljoen. Herstel normeringsmethodiek Bevestiging van het principe-besluit om de normeringsmethodiek vanaf 2012 weer in te voeren, nadat deze in de jaren 2009 tot en met 2011 buiten werking is gesteld. Geen maart-circulaire meer De maart-circulaire werd altijd gebruikt als afrekening van het accres in het vorig uitkeringsjaar. Die functie zal verloren gaan omdat het een verstorend effect heeft op het proces rond de gemeentelijke jaarrekening. Afrekeningen worden vanaf het uitkeringsjaar 2012 verwerkt in de opvolgende mei-circulaire. Geen herinvoering van de behoedzaamheidsreserve De accressen zijn zoals gezegd vastgeklikt voor de jaren 2009, 2010 en 2011 en daarmee was de behoedzaamheidsreserve niet meer actueel. Thans is besloten deze vanaf 2012 niet meer te herinvoeren. De meicirculaire 2011 geeft aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen. Nieuwe release 4.3 d.d. 3 juni 2011 PAUW release 4.3 is op 3 juni 2011 in productie genomen. Deze versie bevat nieuwe functionaliteiten, die in afstemming met de klankbordgroep tot stand zijn gekomen. De release zal uiterlijk in week 26 worden verwerkt in de gebruikershandleiding. Op de rapporten uit PAUW verschilde de volgorde van de maatstaven met die van de uitkeringsspecificatie van het ministerie BZK. Dat is nu zoveel mogelijk in overeenstemming met elkaar. We beschikken over BZK-specificaties van vele gemeenten en ons viel op dat die volgorde ook nog wel eens wijzigt. In de beleidsmatige analyse wordt een verzamelpost genoemd van „hoeveelheidsverschillen‟ . De specificatie ervan kunt u vinden in de cijfermatige analyse. Het is mogelijk gemaakt in de header van de beleidsmatige analyse direct door te linken naar de overeenkomstige cijfermatige analyse. Gebruik zo nodig de zgn. Ctrl-toets. Voor het instellen van de berekeningen werd gebruik gemaakt van bolletjes om de afzonderlijke uitkeringsjaren aan te klikken. Voor een meerjarenberekening was één bolletje mogelijk waarbij dan automatisch een berekening werd gemaakt van alle actieve jaren. De behoefte bestond om een meerjarenberekening te maken voor jaren anders dan de actieve. We hebben dat opgelost door vinkboxjes te maken waarbij u telkens het jaar cq de jaren moet aangeven waarvoor u een berekening wilt laten maken. In PAUW is er de mogelijkheid maatstaven uit te zetten om daarmee een „ mean and lean‟ – rapportage te genereren voor berekening van de uitkering. Het komt voor dat abonnees maatstaven hebben uitgeklikt waar wel een waarde is ingevoerd. Als dat het geval is, komt een melding in de header van het berekeningsrapport. De Wet Investering Jongeren kan apart opgenomen worden in de maatstaven 8, 10a, 10b en 12. Let wel, het totaal van bijstandsontvangers en WIJ is gelijk aan wat voorheen bijstandsontvangers was. De begrotingscijfers van 2011 zijn ingeladen in de benchmarkmodule. Bij de cijfermatige analyse is het instellen van de jaren waartussen vergeleken wordt zodanig geprogrammeerd dat er minder vergissingen gemaakt kunnen worden. Enkele bugjes.
2
Aanmaken nieuwe opgave in PAUW Mijn maatstaven. Onder de 1e knop „Opgaven en berekeningen‟ vindt u dit submenu. Daar zijn alle maatstaven ondergebracht. U kunt maatstaven uitklikken die u niet gebruikt. Die maatstaven hoeft u dan niet te vullen met eenheden en ze komen ook niet terug in de overzichten en berekeningen. Onze ervaring is dat het voorkomt dat maatstaven zijn uitgeklikt die echter wel van toepassing zijn voor u. Denk aan maatstaf 15b en 15c, extra groei jongeren en leerlingen of aan IU/DU zoals maatstaf 71 combinatiefuncties. IU/DU. Het aantal stijgt gestaag. Ook deze circulaire weer 2 nieuwe. In totaal zijn er nu ongeveer 60. Tot voor kort moest u de bedragen die voor u van toepassing zijn zelf uit de bijlagen van de circulaires halen. Dat hoeft niet meer. Tegelijk met het uitkomen van de junicirculaire 2010 hebben we een release 4.2 uit doen gaan. Daarin is meegenomen dat bij het aanmaken van een nieuwe opgave de IU en DU automatisch ingelezen kunnen worden. Bij stap 1 „basisinstellingen‟ treft u een vinkboxje aan die standaard op „aan‟ staat. Wilt u liever zelf alle bedragen invoeren, dan moet u dat vinkje uitzetten. Loop dan met het vingertje alle bijlagen goed na! Let op: de suppletie-uitkeringen gaan niet mee in de automatische upload. De bedragen uit bijlage 5 moeten dus handmatig worden ingevoerd bij maatstaf 135. Verleggen basisjaar. Met ingang van de maart-circulaire 2011 is het basisjaar verlegd van 2010 naar 2011. Niet alle abonnees hebben deze circulaire verwerkt en daarom toch enige toelichting. Na het basisjaar kunt u van 5 uitkeringsjaren de basisgegevens vullen, ofwel tot en met 2016. Dat is 1 jaar meer dan tot nu toe. U kunt dat jaar gemakkelijk vullen door de basis gegevens 2015 te kopiëren naar 2016. U krijgt daarvoor automatisch een meldingsscherm. Als u dat gedaan hebt, let er dan wel op of de juiste basisgegevens in 2016 staan. Kijk hiervoor in uw eigen begrotingsrichtlijnen hoe het verloop in dat jaar is van inwoners, woonruimten, leerlingen, bijstandsontvanger en dergelijke. Maar kijk ook naar bijvoorbeeld maatstaf 55 „integratie Wet Uitkering Wegen‟. Ook kunt u het uitkeringsjaar 2016 vullen met de „toekomstwaarden‟ onder de 1e knop „opgaven en berekeningen‟ . Acressen 2009, 2010 en 2011 Door de afspraken tussen Kabinet en VNG in het Aanvullend Bestuursakkoord van 17 april 2009 zijn de accressen vastgelegd. Dat is voor 2009 2010 2011 Nominaal 5,88 0,48 0,48 Reëel 4,54 0,00 0,00 Dat heeft tot gevolg dat er op dit vlak geen nieuws is in deze circulaire. De behoedzaam heidsreserve is in die jaren om die reden ook afgeschaft. Het nominaal accres voor 2010 en 2011 wordt vertaald in 7 uitkeringspunten. De werkelijke prijsontwikkeling BBP in 2010 en 2011 is hoger dan de aanname. Toch valt de afwijking binnen de vooraf afgesproken bandbreedte waardoor er geen verrekening plaats vindt. Uitkeringsjaar 2011 Afgezien van een aantal niet nader te omschrijven mutaties van ± € 1 miljoen zijn de volgende taakmutaties te noemen: Nationaal UitvoeringProgramma De algemene uitkering wordt voor de jaren 2011 tot en met 2014 jaarlijks met € 26 miljoen en in totaal met € 104 miljoen verhoogd, en volgens de tekst van de circulaire in 2015 met € 104 miljoen verlaagd. Er is sprake van een zgn. kasschuif. Het NUP is ingericht om de kwaliteit van dienstverlening te handhaven en waar mogelijk te verbeteren. Gebruik van e-overheid is dan een must. Het leidt tot een compacte, efficiënte overheid. In het verlengde van het NUP wordt een ondersteuningsprogramma e-overheid voor gemeenten ingericht in dezelfde jaren van in totaal € 18 miljoen, en volgens de tekst van de circulaire vervolgens in 2015 met € 18 miljoen verlaagd. De cijfermatige verwerking van de bedragen geschiedt in de opbouwtabel van de meerjarenraming en in de bestanden taakmutaties overigens anders dan vermeld in de tekst, daarin zien we namelijk oa niet een uitname ten behoeve van KING voor de genoemde € 18 miljoen. In PAUW hebben we de cijfermatige verwerking boven de tekstuele gesteld.
3
Bommenregeling Bijlage 5 vermeldt de 38 gemeenten die een suppletie-uitkering Bommenregeling ontvangen naar aanleiding van een aanvraag terzake. Los van deze regeling geldt nog de maatstaf nieuwbouwwoningen. Nieuwe decentralisatie-uitkeringen Pieken in de Delta De 3 grootste gemeenten ontvangen eenmalig een uitkering uit deze DU voor gebiedsgerichte projecten voor ontwikkeling en toepassing van hoogwaardige kennis. Nationale gebiedsontwikkelingen. De gemeenten Groningen, Apeldoorn en Amsterdam ontvangen gedurende de jaren 2011, 2012 en 2013 een uitkering uit deze DU. Integratie-uitkering WMO Het te verdelen bedrag op macro-niveau blijft gelijk. Wel is de trimfactor aangepast waardoor er per gemeente iets hogere bedragen uit rollen. Zie hiervoor bijlage 4. Ontwikkeling van de uitkeringsbasis Per saldo daalt de uf met per saldo 3 punten. Dat is een daling van 5 punten met name als gevolg van de stijging van de bijstandsontvangers en een stijging van 2 punten door een stijging van de WOZ-waarden (hetgeen een aftrekpost is). Accressen 2012 tot met 2015 Zie hiervoor de onderstaande tabel, bedragen in miljoenen euro‟s: uitkeringsjaar 2012 2013 2014 Accres stand mei-circulaire 2011 132 132 315 Waarvan aanvulling 41 12 15 Waarvan normeringsmeth. 91 120 300 Normeringsmethodiek in % 0,55% 0,74% 1,84% Accres stand decembercirc. 2010 -10 80 372 Verschil tov decembercirc. 2010 142 52 -56 Cumulatief verschil tov dec.2010 142 194 138
2015 137 18 119 0,69% 157 -20 118
2016 424 424 2,59%
De nieuwe stand van de accressen vind u op de eerste rij. Dit zijn de netto-bedragen na aftrek van de korting van in totaal 10% in de jaren 2012 t/m 2015 wegens „ samen de trap af‟ . De nieuwe stand is gesplitst in twee delen, regulier normeringsmethodiek en een aanvullende algemene mutatie. Dat onderscheid werd eerder niet gemaakt. De aanvullende mutatie houdt verband met maatregelen uit het regeerakkoord op het gebied van de sociale zekerheid. Tegenover ombuigingen die relevant zijn voor de Netto Gecorrigeerde RijksUitgaven staan namelijk hogere uitgaven die niet leiden tot hogere accressen. Voor deze asymmetrie is besloten ten voordele van de gemeenten te corrigeren. De aanvullende reeks vloeit dus niet voort uit de normeringsmethodiek en kan achteraf niet waargenomen worden. Vandaar dat de reeks apart wordt gezet. Het bedrag loopt op tot cumulatief € 86 miljoen in 2015. Hoe zeer de nominale accressen ook mee lijken te vallen, we praten deze regeerperiode nog steeds over een negatief reëel accres. Zie hiervoor onderstaande tabel, overgenomen uit de mei-circulaire 2011. Uitkeringsjaar 2012 2013 2014 2015 2016 Nominaal accres in procenten 0,55% 0,74% 1,84% 0,69% 2,59% Prijsontwikkeling BBP 2,25% 1,96% 1,83% 1,72% 1,72% Reëel accres in procenten -1,70% -1,22% 0,01% -1,03% 0,87% Nog wel een opmerking over de genoemde prijsontwikkeling BBP. Deze reeks wijkt af van de gehanteerde deflator om de uitkeringsfactoren tegen lopende prijzen te corrigeren naar constante prijzen. In paragraaf 4.2 wordt voor alle jaren uitgegaan van 2,25%. Dat veronderstelt een nog groter negatief reëel accres. In de september/decembercirclaire 2010 werd vanaf 2012 nog uitgegaan van een deflator van 2,0%.
4
Het is ons bekend dat vele abonnees geïnteresseerd zijn in een specificatie van het verloop van de uitkeringsfactoren. Daarvoor hebben we een hulpbestand op de PAUW-site geplaatst onder de rubriek „ documenten‟ circulaires 2011. De grote lijn van het verloop van de uitkeringsfactoren tussen december 2010 en mei 2011 met als basisjaar 2011 is als volgt: Uitkeringsjaar Accres Aanvulling sociale zekerheid Ontwikkeling uitkeringsbasis Overige ontwikkelingen Subtotaal mutatie uf lopende prijzen Prijsontwikkeling BBP Totaal mutatie uf constante prijzen
2011
-3
2012 +9 +4 -7 +2 +8
2013 +13 +5 - 8 +1 +11
2014 +7 +6 -13 0 0
2015 +3 +8 -20 0 - 8
-3
+29 +37
+24 +35
+20 +20
+16 +8
-3
Wat opvalt is de grote korting wegens ontwikkeling uitkeringsbasis, oplopend naar 20 punten. Verder doet de correctie van de prijsontwikkeling BBP een beetje raar aan, maar dat komt door het verleggen van het basisjaar. Ter toelichting hierop het volgende: de circulaires die in 2010 uitkomen verstrekken info over uitkeringsfactoren tegen constante prijzen vanaf 2012, de circulaires die in 2011 uitkomen verstrekken info over uitkeringsfactoren tegen constante prijzen vanaf 2013. De toegepaste correctie in 2012 ad 29 punten valt in de nieuwste circulaire vrij. Dat is nodig ook omdat u tot de september/december-circulaire 2010 bij constante prijzen geen uitgavenbudgetten raamde voor het jaar 2012. Dat moet u in de komende begroting 2012 wel doen en in deze circulaire ontvangt u daarvoor de compensatie. Vervolgens ziet u in bovenstaand overzicht het effect van een hogere deflator van 2,0 naar 2,25%, waardoor het structureel voordeel jaarlijks 4 à 5 punten wordt verlaagd. Taakmutaties uit december-circulaire 2010 De decembercirculaire 2010 bevatte een viertal taakmutaties die samen een behoorlijk bedrag vertegenwoordigen, in casu € 270 miljoen. Het waren allemaal uitnames. Die circulaire bevatte geen tabellen met mutaties in maatstafgewichten, zodat we een aanname hebben gemaakt via welke maatstaven de uitnames zouden worden verdeeld. We wisten dat het bij deze meicirculaire anders kon uitpakken. Dat risico moesten we nemen om u toch in de gelegenheid te stellen een doorrekening te maken voor uw gemeente. Het gaat om de volgende taakmutaties: - normering lokaal inkomensbeleid € 40 miljoen structureel vanaf 2012; - selectieve en gerichte schuldhulpverlening € 20 miljoen structureel vanaf 2012; - vermindering aantal politieke ambtsdragers € 110 miljoen structureel vanaf 2015; - regionale omgevingsdiensten € 50 miljoen vanaf 2012 oplopend naar € 100 miljoen structureel in 2014. In deze mei-circulaire 2011 zijn voor de eerste drie taakmutaties de juiste maatstaven en bijbehorende bedragen gehanteerd. De voorziene structurele korting op de Regionale UitvoeringsDiensten van in totaal € 100 miljoen (2012: 50 , 2013: 30 , 2014: 20) gaat door afspraken in het Bestuursakkoord niet door. Overigens is niet uitgesloten dat er in 2014 alsnog een korting plaatsvindt wanneer er door een wetswijziging lagere uitvoeringskosten ontstaan voor gemeenten (art. 2 FVW). Uitvoeringskosten inburgering In 2011 was hiervoor beschikbaar € 48 miljoen dat is verdeeld via het vast bedrag en de maatstaf minderheden. Dat bedrag is in 2012 verlaagd naar € 36 miljoen. Op dit moment wordt gewerkt aan een wijziging van het inburgeringsstelsel, met als voornemen dit in te voeren in 2013. De hoogte van de bijdrage is nog niet bekend. Op voorhand is het bedrag van 2012 in de circulaire en daarmee ook in PAUW doorgetrokken naar 2013 en volgende jaren. Enkele gemeenten hebben eenmalig in 2010 ook nog een extra bedrag ontvangen uit een decentralisatie-uitkering, in PAUW maatstafnummer 125.
5
Suppletie-uitkering afschaffing OZB woningen gebruikers. Deze wordt voor 2012 niet gewijzigd. Het reëel accres biedt geen ruimte voor afbouw. Voor 2013 en latere jaren is een voorstel voor een eenvoudige afbouwregeling in voorbereiding. Ontwikkeling van de uitkeringsbasis Bij het begrip ontwikkeling van de uitkeringsbasis praten we over de mutaties van de landelijke aantallen inwoners, woonruimten, leerlingen, uitkeringsgerechtigden enzovoort. In de veronderstelling dat het te verdelen bedrag niet toeneemt als de hoeveelheid (Q) stijgt, dan zal per maatstaf het maatstafgewicht (P) evenredig moeten dalen. Dat is een ingewikkelde methode en daarom wordt gekozen voor een eenvoudiger oplossing, in casu de daling van de uitkeringsfactor. Tot 2009 was dat jaarlijks iets van 5 punten. Gemeenten kunnen deze korting goedmaken door evenredig te stijgen met de aantallen. Groeigemeenten lukt dat gemakkelijk, de plattelandsgemeenten moeten hier veelal een veer laten. Tot 2009 stond dit item niet hoog op de agenda omdat het accres zoveel ruimte bood, dat het gemakkelijk op te vangen was. Met het intreden van de economische recessie kwam dit item plots in de belangstelling te staan. Bij de mei-circulaire 2009 werd in bijlage 4 „volumina‟ een ontwikkeling geschetst van 290.000 bijstandsontvangers in 2010 naar bijna 400.000 in 2014. Dat leidde tot een reusachtige daling van de uitkeringsfactor van 45 punten in 2014. Uiteraard boden de hogere aantallen bij de maatstaven wel compensatie, maar de stijging was lang niet overal gelijk aan het landelijk gemiddelde en de compensatie was alleen bedoeld voor de uitvoeringskosten. In de opeenvolgende circulaires was de inschatting van het verloop van de recessie en daarmee de aantallen bijstandsontvangers telkens anders. Zie hiervoor onderstaande tabel. Circulaire Mei 2009 juni 2010 Sept.2010 Mei 2011
2010 290.000 300.000 300.000 310.000
2011 338.000 335.000 327.000 340.000
2012 372.000 355.000 322.000 346.000
2013 398.000 366.000 318.000 342.000
2014 398.000 363.000 313.000 350.000
2015
2016
360.000 312.000 365.000
380.000
Daarmee verloopt ook de mutatie van de uitkeringsfactor volatiel. De daling van de factor in deze circulaire richting 2016 bedraagt maar liefst 20 punten. Dat benadrukt het belang om de invoer van de aantallen in PAUW goed in te schatten, in een juiste afweging tussen enerzijds landelijke trends en anderzijds reëele plaatselijke ontwikkelingen. WMO De integratie-uitkering WMO bedraagt in 2012 € 1.493.200. Dat is ten opzichte van 2011 een stijging van € 37,3 miljoen. Enerzijds een stijging van € 51,8 miljoen wegens indexatie van het onderdeel huishoudelijke verzorging met reëel 2,38% voor het aantal thuiswonende 75plussers alsmede nominale indexatie met 2%. Anderzijds een daling van € 14,5 miljoen in verband met de centrale financiering van het Centraal AdministratieKantoor. In het rekenmodel van het ministerie BZK worden vanaf 2013 geen bedragen meer opgenomen voor de integratie-uitkering WMO. Toch wordt in deze circulaire gesproken over integratie van deze IU pas in 2016 in het maatstavenstelsel. In PAUW hebben we deze IU dan ook vanaf 2013 doorgetrokken met hetzelfde bedrag als 2012, zodat u bij gebruikmaking van de automatische upload een raming te zien krijgt voor uw gemeente. Indexatie volgt dan later wel. Overige info over automatische upload IU’s en DU’s Vrouwenopvang (pagina 33) De omvang van deze uitkering bedraagt voor 2011 € 90,223 miljoen, voor 2012 € 90,225 miljoen en voor 2013 en verder € 90,005 miljoen. Met deze circulaire is alleen de verdeling voor het jaar 2011 bekend gemaakt. Voor 2012 en verder is voor de verdeling in PAUW uitgegaan van de verhouding tussen bovengenoemde macrobedragen. Gezien de macrobedragen gaat het bij deze beide uitkeringen om relatief kleine verschillen.
6
Centra voor Jeugd en Gezin (pagina 34) De Brede DoelUitkering CJG bedraagt voor het jaar 2011 € 359,2 miljoen. Dit bedrag wordt met ingang van 2012 via een decentralisatie-uitkering (CJG DU) aan gemeenten ter beschikking gesteld. De verdeling hiervan zal bij de septembercirculaire 2011 bekend worden gemaakt, of zoveel eerder via www.rijksoverheid.nl. In 2012 stopt dus de specifieke uitkering. Voor het opstellen van uw meerjarenbegroting is wel van belang dat deze middelen geraamd worden. Omdat de verdeling van het macro-budget in 2012 nog niet bekend is, hebben wij deze DU niet kunnen meenemen in de automatische upload. Aangezien het macrobedrag voor 2012 in deze circulaire gelijk is aan het macrobedrag voor 2011, kunt u ervoor kiezen in PAUW zelf het bedrag van de beschikking voor 2011 ook in 2012 op te nemen. Dat kunt u doen bij maatstaf 119. Houdt u er wel rekening mee dat de uiteindelijke verdeling over 2012 kan afwijken van 2011 vanwege een verschuiving in aantallen van de parameters bij gemeenten bij een gelijkblijvend macrobudget. Zowel in de meerjarige opbouwtabel (pagina 25) als in het meerjarig overzicht IU/DU (pagina 31) zijn geen macrobedragen voor 2013 en verder opgenomen voor CJG. Toch kan uit de tekst wel opgemaakt worden dat de toevoeging aan het gemeentefonds structureel van aard is. Er wordt immers gesproken over “met ingang van”. U kunt dus overwegen (t.b.v. uw meerjarenbegroting) het bedrag van de beschikking voor 2011 ook voor de jaren 2013 en verder in te vullen bij maatstaf 119, met inachtneming van de opmerking hierboven ten aanzien van de nog te publiceren definitieve bedragen. Nieuw tijdvak WOZ-waardering en aanpassing rekentarieven. Voor uitkeringsjaar 2011 wordt de waarde op peildatum 1 januari 2010 gehanteerd. Voor uitkeringsjaar 2012 wordt de waarde op peildatum 1 januari 2011 gehanteerd. Voor uitkeringsjaar 2012 is in deze mei-circulaire 2011 het rekentarief aangepast door het ministerie van BZK. Daarom wordt geadviseerd voor 2012 ook de waarde-ontwikkeling in 2011 mee te ramen. Indien u dit nog niet weet, dan adviseren wij de schatting van de waarderingskamer van -1,6% te hanteren voor woningen en -1,9% voor niet-woningen. Neemt u dit ook mee bij de ingave in PAUW in 2011 bij maatstaf 1a, 1c, 1f en zo nodig 1e. De jaren daarna dient u geen waardestijging meer te ramen, maar kunt u volstaan met waardemutaties door bijbouw en afbraak van (niet)-woningen. Het nieuwe rekentarief, dat wordt uitgedrukt in een percentage, wordt overigens gecorrigeerd met de inflatie in 2011, zoals dat door het CPB is vastgesteld op 1,3%. Als u budgettair neutraal wilt uitkomen zult u de OZB-tarieven in 2012 in ieder geval met dat percentage moeten verhogen. Uiteraard voorzover de macro-norm dat toelaat. Stelposten in PAUW Bij het aanmaken van een nieuwe opgave hebt u de mogelijkheid om bij stap 3 „overige waarden‟ stelposten aan te maken. Als u de gegevens kopieert van een vorige opgave, gaan dus ook de stelposten mee. Wellicht hebt u tot nu toe stelposten opgenomen als correctie voor nominaal cq reëel accres. Waarschijnlijk zijn die niet meer actueel. Check ze svp even. Taakmutaties en corresponderende stelposten aan uitgavenzijde in uw begroting Op verzoek van de klankbordgroep gebruikers willen wij u wellicht ten overvloede wijzen op de relatie tussen de taakmutaties aan de inkomstenzijde en de stelposten die u eventueel kunt/moet maken aan de uitgavenzijde in uw begroting. Om het u gemakkelijk te maken hebben we eerder al bij de beleidsmatige analyse een optie ingebracht die het u mogelijk maakt tegenover elke taakmutatie aan de inkomstenkant een aantekening te maken voor een stelpost aan de uitgavenkant. U kunt dan uw netto budgettair beslag al in de PAUWrapportage naar voren laten komen
7
Mutaties in meerjarenperspectief die niet zijn verwerkt in de uitkeringsmaatstaven in de tabellen van de circulaire. De tabel 4.1 op pagina 25 meldt allerlei maatregelen die mutaties tot gevolg hebben in de jaren 2013 en volgende. Omdat de circulaire alleen mutaties in maatstaven vermeldt over de jaren 2011 en 2012, kunt u die niet terugvinden in bijlage 1. Toch hebben we die maatregelen wel verwerkt in PAUW. We praten over - ingroeiregeling onderwijshuisvesting - integratie Wet Uitkering Wegen - aanvullende bijstand voor 65 jarigen en ouder - maatschappelijke stage - GBA - mGBA en ORRA - burgerzakensysteem-kern - vermindering politieke ambtsdragers - nationaal uitvoeringsprogramma e-overheid Beleidsmatige analyses. In PAUW hebben we aan deze circulaire als vanouds diverse beleidsmatige analyses gekoppeld. In de nieuwsbrief rond de december-circulaire 2010 hadden we aangekondigd dat het de status van een fictieve circulaire had, en dat bij de mei-circulaire 2011 geen analyses zouden worden opgenomen ten opzichte van die december-circulaire. Inmiddels is ons duidelijk geworden dat heel veel abonnees de december-circulaire hebben verwerkt ten behoeve van hun kadernota en nu nieuwsgierig zijn wat daar de verschillen mee zijn. Vandaar dat we 5 extra analyses hebben opgenomen. * Binnen de mei-circulaire 2011: - Uitkeringsjaar 2011 ten opzichte van 2012 - Ujr 2012 tov 2013 - Ujr 2013 tov 2014 - Ujr 2014 tov 2015 - Ujr 2015 tov 2016 * mei-circulaire 2011 ten opzichte van september-circulaire 2010 - uitkeringsjaar 2011 - uitkeringsjaar 2012 - uitkeringsjaar 2013 - uitkeringsjaar 2014 - uitkeringsjaar 2015 * Extra: mei-circulaire 2011 ten opzichte van december-circulaire 2010 - uitkeringsjaar 2011 - uitkeringsjaar 2012 - uitkeringsjaar 2013 - uitkeringsjaar 2014 - uitkeringsjaar 2015 Een beleidsmatige analyse is alleen dan zichtbaar als een corresponderende opgave is afgerond (met het groene vinkje). Verdeelonderzoeken gemeentefondsclusters Op dit moment loopt er onderzoek naar alle clusters om te bezien of er aanpassingen in de verdeling of het volume van de clusters noodzakelijk zijn. De resultaten ervan zullen deze zomer gereed zijn. Afhankelijk daarvan zal een tweede fase van het onderzoek worden gestart, waarin de daadwerkelijke aanpassing van het verdeelstelsel vorm wordt gegeven. De effecten zullen dan met ingang van het uitkeringsjaar 2013 merkbaar zijn. Wij houden rekening met een forse aanpassing, die we uiteraard voor u in PAUW zullen verwerken. PAUW-relatiedag op 2 september 2011 De tradionele relatiedag is dit jaar 2 september. Het programma is nog niet helemaal rond. Reserveer de dag alvast in uw agenda. u ontvang zo snel mogelijk een uitnodiging.
8
Regionale verdeling PAUW beheer Per regio is een beheerder aangesteld die de eerste lijns hulp biedt. Zij beantwoorden onder andere de vragen die bij de help-desk binnenkomen. Wij verzoeken u vragen zoveel mogelijk via de PAUW site schriftelijk in te dienen. We doen deze af binnen 24 uur. Kunt u echter niet wachten, is het mogelijk telefonisch contact op te nemen. Regio Noord: (Groningen, Friesland, Drente) Arnold Jan Zijlstra tel. 06 – 52 07 33 76 Regio Oost: (Overijssel, Gelderland, Utrecht, Flevoland)Patrick Schier tel. 06 – 18 85 36 86 Regio Zuid: (Brabant, Limburg) Dirk Jans tel. 06 – 22 57 40 04 Regio West: (Noord-Holland, Zuid-Holland, Zeeland) Sonja Valstar tel. 06 – 18 02 81 89 Aanpalende diensten rond PAUW U kent Haute Equipe natuurlijk van PAUW. Rond deze toepassing bieden we diensten aan die u misschien in mindere mate bekend zijn. Daarom worden ze nog eens genoemd. Als de specialist Gemeentefonds net uitvalt nadat de circulaire uitkomt, kan Haute u volledig ontzorgen door de circulaire te verwerken in PAUW, rapportage te maken voor MT en BenW, de mutaties in het gemeentefonds volledig laten aansluiten op uw eigen P&C-cyclus; Als de medewerker onzeker is omtrent de juiste verwerking van de circulaire, kijken we graag met u mee in vorm van een second opinion; Het geven van een dagvullende training op uw werkplek over gemeentefonds en PAUW. Meestal wordt de training aan 2 tot 4 collega's gegeven waarbij volledig wordt ingezoomd op uw situatie en wensen. De training heeft het karakter van een workshop; Het adviseren over de inrichting van uw AO-proces rondom het gemeentefonds. Uit de praktijk blijkt ons te vaak dat de afdeling financiën niet de regiefunctie vervult als het gaat om de aanlevering van basisgegevens door andere afdelingen. Te denken valt aan aantallen inwoners, woonruimten, bijstandsgerechtigden, leerlingen enzovoort. De administratie van afdeling Bouw- en Woningtoezicht spoort lang niet altijd met de WOZ-administratie; Het maken van een herindelingsberekening, waarbij gemakkelijk gevolgd kan worden wat de uitkering is van de 'oude' gemeenten versus de uitkering van de nieuwe. Uiteraard maakt de uitkering voor frictiekosten onderdeel uit van de berekening; Het doen van nader onderzoek naar de uitkomsten van de benchmark gemeentebegrotingen uit PAUW. Nader onderzoek kan betreffen de balans (eigen en vreemd vermogen), personeelsformatie, verhouden afschrijving/aflossing etc. En verder kan Haute Equipe u helpen met alle bedrijfsvoeringsvraagstukken in de vorm van detachering en advies. Wij wensen u veel succes met de verwerking! Namens uw PAUW-beheerders Dirk Jans.
9