NIEUWSBRIEF 88 – januari 2015
Beste, Je hebt via www.atelierartisjok.be ingetekend op de nieuwsbrief. De nieuwsbrief zal je wat meer wegwijs maken in diverse thema's rond planten en tuinarchitectuur. Suggesties om thema's te behandelen waarover je nog in het duister tast, zullen wij graag ter harte nemen. Laat maar komen op
[email protected].
Die Swaene… In de wei achter onze tuin komt een poel. We denken al aan de dieren die hierop kunnen ronddobberen. Eenden, ganzen en waarom niet: zwanen. In de tuin van Mien Ruys in Oostkerke zagen we een koppel zwanen met hun jongen. En tijdens een boottochtje op de reitjes in Brugge konden we hen van dichtbij bewonderen. Maar vanwaar die mystiek rond het dier? Waarom spreken de zwanen zoveel mensen aan? En hoe zit dat nu met Brugge en zijn zwanen?
De Zwaan De zwaan (Cygnus in het latijn) is familie van eenden en ganzen. Er zijn 6 soorten te onderscheiden: de wilde zwaan, de trompetzwaan, de knobbelzwaan, de zwarthalszwaan, de zwarte zwaan en de toendrazwaan. Deze laatste kan nog opgesplitst worden in 2 ondersoorten: de fluitzwaan en de kleine zwaan. Knobbelzwanen zijn de grootste watervogels, ze kunnen een spanwijdte bereiken van 2,40 meter en hun gewicht kan tot 10 à 12 kg gaan. Het is ook deze soort die we het best kennen, ze zijn makkelijk te herkennen aan de witte veren, de zwarte poten en de zwarte voorhoofdsknobbel. Hun hals houden ze bijna altijd in een sierlijke S-vorm met de kop omlaag. Mannetjes en vrouwtjes zijn bijna volledig gelijk, de mannetjes hebben een iets zwaardere nek en in de lente is hun knobbel groter en hun snavel roder. Zwanen leven vooral van waterplanten, maar ze eten ook gras. De waterplanten trekken ze onder water af met hun brede snavel. Op die momenten zie je nog enkel hun staart en achterpoten boven het wateroppervlak.
Een zwaan heeft (omwille van zijn grote lichaamsgewicht) een lange aanlooproute nodig om te kunnen opstijgen. Dat doen ze vanuit het water, ook landen gebeurt in het water. Hierbij moeten ze heel wat energie produceren om genoeg snelheid te halen om in de lucht te gaan. Ook traag vliegen lukt hen niet, dan zouden ze naar beneden vallen. En hoe elegant ze zich in het water voortbewegen, op het land vertonen ze een lompe, waggelende gang. Territoriaal Zwanen verdedigen hun terrritorium, vooral tijdens het broedseizoen. Dan kunnen ze heel agressief zijn naar andere dieren, maar ook naar de mens toe. Ze sissen of blazen dan ook woedend en zien er zeer imposant uit met gespreide vleugels en de kop naar achter.
Het lelijke eendje De knobbelzwanen vormen broedkoppels die vaak hun hele leven samen blijven. Ze hebben 1 broedsel per jaar. In een nest worden gemiddeld 5 tot 8 eieren uitgebroed in 38 dagen. De eieren zijn in het begin mat en grijsgroen, naarmate het einde van de broedtijd worden ze glanzend en bruin. Jongen blijven een jaar lang bij de ouders, na 4 à 5 maanden kunnen ze vliegen. Af en toe dragen de ouders de jongen op hun rug. De jongen worden weggejaagd door de ouders als ze de veren van een volwassen zwaan krijgen. Jonge vogels hebben nog geen knobbel en zijn lichtbruin, ze worden witter naarmate ze ouder worden. Na drie jaar zijn ze echt volwassen.
Een zwaan in je tuin Als je zwanen in je tuin wil, zorg je best voor een grote, omheinde plek met een waterpartij (net zoals voor eenden en ganzen). Gewoon los in de tuin kan ook, maar dan moet je erbij nemen dat ze voor heel wat schade kunnen zorgen: planten die vertrappeld raken en hun uitwerpselen kunnen kale plekken in het gras veroorzaken.
Zwanen in de symboliek De zwaan was al in de oudheid beladen met een symbolische betekenis. De buigzame hals en de witte veren stonden voor nobele zuiverheid. Maar ze verbeeldt ook de vrouwelijke gratie. In wapenschilden treffen we ook veel zwanen aan. In de heraldiek stond de vogel voor waardigheid, poëzie en harmonie. Veel ridders kozen de zwaan in hun wapenschild. Er bestond ook een ridderorde in Duitsland die de ‘zwanenorde’ werd genoemd. Bij verdienstelijkheden (zoals bv. kruistochten) kregen ridders eretekens (merletten), die bestonden in verscheidene vormen waaronder zwanen. Op de afbeelding zie je het wapenschild van Pieter Lanchals die voor een zwaan koos in zijn familiewapen, ook omwille van de verwijzing naar zijn naam. Hij komt straks nog ter sprake in één van de legendes over Brugge.
Die Scone en die Swaene In de middeleeuwen was het een exclusief recht om de sierlijke watervogels te houden. De dieren mochten niet geroofd of gedood worden. Het ‘zwanenrecht’ werd enkel toegekend aan parken en kastelen. Ook Brugge had zo’n recht verworven in de 14de eeuw. De stad kocht het recht af van de graaf van Vlaanderen. In de stadsrekeningen van 1403 vinden we een vermelding van zwanen in Brugge. In die tijd bevonden ze zich op de vesten, de reien werden immers nog te intensief bevaren voor de handel in de stad. Als eigendomsteken kregen de dieren sierlijke, koperen halsbanden. De eendenkooi in Meetkerke was op dat moment ‘Swanerie’, men kweekte er de zwanen.
De legendes Er zijn ook heel wat legendes die de zwanen in Brugge moeten verklaren. De meest bekende is die van zwanenridder Lanchals die op het eind van de 15de eeuw schout van Brugge was. Hij was ook een medestander en vertrouweling van Maximiliaan van Oostenrijk die met ijzeren hand zijn gezag uitvoerde, wat hem niet graag gezien maakte bij de Bruggelingen. Ze kwamen in opstand en eisten vrijheden voor de stad. Maximiliaan weigerde en werd in huis Craenenburg op de Markt gevangen gezet en Lanchals werd voor zijn ogen gemarteld en onthoofd. Zijn hoofd werd op een lans aan de Gentpoort gezet. Volgens de legende zou Maximiliaan de vrijheden aan Brugge hebben toegekend waardoor hij werd vrijgelaten. Maar hij kwam terug met een heel leger en nam wraak op de Bruggelingen. Bij wijze van eerherstel voor de dood van Lanchals moest Brugge zorgen voor ‘lanchalzen’ of zwanen op haar wateren. Een andere legende vertelt over een jonge vrouw die door haar vader wordt opgesloten in de kelder van het huis omdat ze niet wil trouwen met de door hem uitgekozen man. In de kelder aan het water kreeg ze elke dag bezoek van twee witte zwanen. Toen ze vrijkwam liet ze de stad een groot fortuin na, op voorwaarde dat ze altijd bleven zorgen voor de nakomelingen van de zwanen.
Inspiratiebron voor kunstenaars In 1897 verscheen het gedicht ‘Zilverblanke zwanen’ van Guido Gezelle. Zilverblanke zwanen Zilverblanke zwanen, ‘k groete u ‘k groete u met den groet des dichters Met eens menschen groet gebroederen die gebroeders, die gezusters ziet in u en kinders van den God die alles schiep dat iets is. Zwanen twee beminde vrienden Komt en wilt van mij gegroet zijn Zilverblanke zwanen ‘k groete u Elpen vaten in de spiegel ’s waters in ’t krystaal herwezend dat uw blanke schoonheid weergeeft borst en borst tweevoudig afbeeldt zoo van boven, zoo beneden dat gij tweelings de een aan de ander schijnt gegroeid en tweemaal een zijt de eene omleege en de ander opwaard. Zilverblanke zwanen, ‘k groete u.
Ook Roger Raveel bracht zijn ode aan de zwaan. Dat zorgde echter voor wat opschudding. Voor de triënnale van Brugge in 1971 had de kunstenaar een aantal houten zwanen gemaakt die tussen de echte zwanen konden drijven. Hiermee wou hij op een poëtische manier de relatie tussen de stad Brugge en de dieren benadrukken. Maar de mensen zagen er een protest in tegen het smerige water waarin de zwanen het niet zo makkelijk hadden om in leven te blijven. Daardoor ontstond er een rel tussen stedelijke en provinciale overheden en de zwanen werden verschillende keren weggehaald en terug geplaatst, om ten slotte in de stadshallen te eindigen. Op de site cobra.be kun je in een uitzending van ‘Zoeklicht’ (19/8/71) een verslagje bekijken, waaruit hiernaast enkele beelden.
En dan was er nog Burilda… Vorig jaar was er heel wat te doen in Brugge rond Burilda, de zwarte zwaan die er neerstreek tussen de vele witte exemplaren. Er ontstond heel wat ophef toen het stadsbestuur aangaf dat het dier weg moest. Men gaf stadsmedewerkers de opdracht om het dier te vangen, wat niet van een leien dakje liep. Uiteindelijk vertrok het dier uit zichzelf enkele weken later.
TV Ekkergem maakte een grappige parodie. Het filmpje is te vinden op het internet.
Voor meer info over deze nieuwsbrief kan je steeds bij Atelier Artisjok terecht (0495/10.59.18). Komt deze nieuwsbrief niet goed door, of verschijnt één en ander niet zoals het hoort, laat het ons dan weten. Inhoudelijke opmerkingen zijn eveneens welkom. Vind je de nieuwsbrief interessant, stuur deze dan door naar gelijkgezinden die nog niet met Atelier Artisjok vertrouwd zijn. Op onze site kan iedereen vrijblijvend intekenen op de nieuwsbrief. De volgende nieuwsbrief verschijnt half februari. Peter en Katelijne www.atelierartisjok.be