NIEUWSBRIEF 1
Onderhandelingen CAO voor de Bouwnijverheid 2012
Het doet ons plezier om u namens de hele delegatie van werkgeverszijde op de hoogte te stellen van de belangrijkste elementen in de aanstaande CAO-onderhandelingen. De huidige CAO voor de Bouwnijverheid 2011 loopt op 31 december af. De afgelopen maanden hebben we voorbereidingen getroffen voor de onderhandelingen over een nieuwe CAO. De eerste onderhandelingsronde is op 2 november 2011. Op 24 november 2011 en op 12 december 2011 zijn vervolgrondes gepland. In deze brief beschrijven we hoe de werkgeversvoorstellen tot stand zijn gekomen en wat de belangrijkste insteek zal zijn. De concrete werkgeversvoorstellen zelf publiceren we niet om te voorkomen dat de onderhandelingen, bij wijze van spreken, via de media verlopen. Onderhandelingsdelegatie De onderhandelingsdelegatie bestaat uit: John Knoester (vanuit de grote bedrijven), Nico van Til (vanuit MKB B&U bedrijven), Barend van Kessel (vanuit MKB Infra bedrijven) Gijs Buijs (vanuit de AFNL). Hoe de werkgeversvoorstellen tot stand zijn gekomen De Aannemersfederatie heeft op basis van de input van de 16 branches, de input van de AFNL jongeren cao 2020, voorstellen ingebracht bij het overleg met de andere werkgeversorganisaties in de bouw, op basis waarvan de voorstellenbrief is ontstaan. Werkgeversinzet in hoofdlijnen Economische omstandigheden Voor een groot deel van het Nederlandse bedrijfsleven (met name de exportgerichte sectoren) vertoonde de economie vanaf begin 2010 een voorzichtig herstel. Voor de bouw leek de bodem medio 2011 bereikt te worden. Helaas werd vanaf juli 2011 en met name in de maanden augustus en september steeds meer zichtbaar dat stabilisatie en voorzichtig herstel onder druk staan. Het CBS heeft in september de conjunctuurklok teruggezet van ‘herstelfase’ naar ’laagconjunctuur’. Ook voor 2012 zijn in september de economische verwachtingen naar beneden bijgesteld. Dit en volgend jaar komt de beperkte Nederlandse economische groei vooral uit de export. De Nederlandse consument voelt de (naweeën van de) crisis en draagt in 2011 en 2012 per saldo niet bij aan de economische groei. Het is mede daarom niet realistisch in 2012 economische groei in de bouw- & infrasector te verwachten. Daarbij verkeren de financiële markten in grote onzekerheid en is de kans op negatievere economische uitkomsten aanzienlijk. Naast deze algemene economische omstandigheden blijkt uit onderzoek van EIM dat de MKBbedrijven in de bouw- & infrasector nog eens extra getroffen worden door een daling in de liquiditeit (3,1%) en de solvabiliteit (- 2%) . De daling bij de overige MKB-bedrijven in Nederland is respectievelijk 0,5% en 0,6%. Het aantal faillissementen in de bouw- & infrasector is de afgelopen zomer met 17% gestegen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar (Bron: Dun & Bradstreet). Om de sector te ondersteunen in deze zware tijden en vooral ook om de sector klaar te maken voor de periode na de crisis, dienen er nu keuzes gemaakt te worden. Keuzes die de bedrijven in onze sector kansen bieden op stabilisatie en optimaal herstel.
De hiervoor geschetste economische situatie brengt ons (mede) tot het benoemen van een aantal thema’s die in de aanstaande onderhandelingen nadrukkelijk aan de orde zullen komen. Belangrijkste thema’s Beloning van leerlingen Productiviteit en beloning moeten met elkaar in evenwicht zijn. Wij als bouwwerkgevers zijn van mening dat dit momenteel bij onze leerling-werknemers niet het geval is. Het leerlingstelsel moet zorgen voor een optimale instroom van leerling-werknemers die we na hun opleiding als sector ook kunnen vasthouden. Een stelsel dat ook betaalbaar moet blijven. Uit onderstaande twee grafieken blijkt echter dat er met name bij de beloning van leerlingen sprake is van onevenwichtigheden. Tabel 1 toont de loonkosten voor de werkgever van 22-jarige leerlingen naast die van een gevorderd allround vakman van 35 jaar (functiegroep D, met 7,5% prestatietoeslag). Duidelijk zichtbaar is dat de loonkosten voor de laatste lager zijn. Een groeiend aantal leerbedrijven is niet meer bereid (of niet meer in staat) de huidige bbl-lonen te betalen aan leerling-werknemers. Tabel 1: Loonkosten per productief uur (bron: BNL)
Tabel 2 laat zien dat het nettoloon van bbl-leerlingen hoger is dan het nettoloon van vakbekwame werknemers.
Tabel 2: Nettoloon per 4 weken
Met deze informatie willen we u een inzicht geven in de insteek die we als werkgevers kiezen bij verschillende onderwerpen in de komende CAO-onderhandelingen. Uiteraard houden we u ook van het verdere verloop op de hoogte. Na afloop van iedere onderhandelingsronde krijgt u een e-mail waarin we het verloop van het proces toegelichten. Als het akkoord is afgesloten, ontvangt u een brief met de bereikte resultaten. In de Bijlage treft u een uitwerking van de hoofdpunten van de werkgevers inzet.
Bijlage
Inzet werkgevers: Werkgevers willen dat onevenwichtigheden tussen beloning van leerling-werknemers en vakbekwame werknemers worden aangepast. Maatwerk en productiviteit Opdrachtgevers in zowel de Infra als B&U willen steeds vaker dat de werkzaamheden plaatsvinden op tijden die aansluiten bij hun wensen en belangen. Winkels willen verbouwingen buiten reguliere openingstijden. Overheden stellen dat aanleg en onderhoud van de wegen zodanig moet worden georganiseerd dat het verkeer er minimale hinder van ondervindt. En ook particulieren verlangen steeds vaker dat werk wordt uitgevoerd binnen een strakke planning. Zzp-ers kunnen veel gemakkelijker aan deze eisen van de klant voldoen omdat ze flexibeler zijn. Dit gaat dan ten koste van werkgelegenheid bij werkgevers. Nu de interne flexibiliteit ontbreekt, schakelen werkgevers steeds vaker zzp-ers en inleenkrachten in. Dat zal veranderen als de interne flexibiliteit toeneemt. Als de CAO werkgevers de ruimte geeft om de arbeidstijden te laten meebewegen met de wensen en eisen van opdrachtgevers, dan komt dat de werkzekerheid van werknemers ten goede. Daarvoor moeten dan op bedrijfsniveau afspraken kunnen worden gemaakt met medewerkers. Als een werkgever nu afwijkende afspraken over arbeidstijden wil maken met zijn werknemers moet hij hiertoe zelf met drie vakbonden onderhandelen (artikel 8 lid 11). Dat willen wij aangepast hebben. Inzet werkgevers: Werkgevers dienen diverse voorstellen in om maatwerk en interne flexibiliteit te vergroten. Opleiding, ontwikkeling & duurzame inzetbaarheid Voor werkgevers zijn het niveau, het vakmanschap en de competenties van de medewerkers steeds belangrijker om aan de eisen van opdrachtgevers, wetgeving en samenleving te kunnen voldoen. Ook werknemers zijn gebaat bij opleiding en ontwikkeling om aan werk te komen en vooral duurzaam aan het werk te blijven. Daaraan wordt in onze sector veel aandacht besteed. Getuige ook het Periodiek Arbeidsgezondheidskundig Onderzoek, de Werkvermogen Indicator, het Loopbaantraject en EVC. Hiermee lopen we voorop als het erom gaat die duurzame inzetbaarheid te bevorderen. Tabel 3: Gebruik van de PAGO
Inzet werkgevers: Het gaat werkgevers niet om het creëren van nieuwe maatregelen en middelen, maar om het verbeteren van de efficiency en de effectiviteit van bestaande maatregelen, middelen en instrumenten. We houden u op de hoogte! Met deze brief hebben we u een inzicht willen geven in de insteek die we als werkgevers kiezen bij verschillende onderwerpen in de komende CAO-onderhandelingen. Uiteraard houden we u ook van het verdere verloop op de hoogte. Na afloop van iedere onderhandelingsronde krijgt u een e-mail waarin we het verloop van het proces toegelichten. Als het akkoord is afgesloten, ontvangt u een brief met de bereikte resultaten. En na het bekrachtigen van het akkoord krijgt u nadere informatie over de manier waarop een en ander voor uw bedrijf zal uitpakken.