NIEUWS
VAN DE WERKGROEPEN In elk SIR magazine wordt een korte samenvatting gegeven over de stand van zaken uit de verschillende werkgroepen van alle vakgebieden waarin de SIR actief is. Onderwerpen die op de agenda van de werkgroepen komen, kunnen opmerkingen zijn op de huidige handboeken of aanvullingen hierop en zijn afkomstig vanuit alle windstreken in de industriële reinigingsbranche zoals de dagelijkse praktijk, examens, regelgeving, ongevallen, etc. Alle genomen beslissingen door de werkgroepen over de richtlijnen zijn in conceptvorm. Dit betekent dat de besproken onderwerpen nog geen richtlijn zijn en dat deze informatie niet openbaar is. Pas wanneer de procedure “routing nieuwe handboeken / herzieningen” is doorlopen, is de informatie publiekelijk voor haar leden. Deze procedure zorgt ervoor dat alle leden inspraak hebben in de aanpassingen en hiermee wordt voorkomen dat er in de toekomst onduidelijkheden zijn. Wanneer de procedure is gevolgd en alle opmerkingen zijn verwerkt, worden de aanpassingen van de richtlijnen definitief en zullen vanaf de gestelde ingangsdatum van kracht zijn. Hieronder treft u enkele belangrijke onderwerpen aan die in de vakgebieden aan de orde zijn geweest. Mocht u zelf onderwerpen hebben waarvan u vindt dat die nader besproken moeten worden, dan kunt u deze melden bij ons secretariaat.
HOGE DRUK Handboek Het handboek Hoge Druk Vloeistof Reinigen, 7e druk, juli 2008, herziening 3 is sinds mei 2011 ongewijzigd gebleven. Besproken onderwerpen De bijeenkomst van 9 november is de eerste sinds de bijeenkomst van 1 februari van dit jaar, omdat er op het gebied van Hoge Druk niet veel onderwerpen aan de orde zijn gesteld. Zoals gebruikelijk zijn in de werkgroep de gemelde ongevallen besproken en zijn de oorzaken, gevolgen en aanbevelingen doorgenomen. Naar aanleiding van opmerkingen vanuit de examens en de praktijk, zijn diverse onderwerpen behandeld. Deze keer heeft de werkgroep een aantal definities en begrippen uit het huidige handboek beter omschreven, zoals cavitatie, maximale werkdruk,
maximale pompdruk en de keuringseisen van verschillende onderdelen van Hoge Druk installaties. Het resultaat van de bijeenkomsten van de werkgroep zullen in een nieuwe druk van het handboek worden verwerkt. Bijeenkomsten van de werkgroep De werkgroep is bij elkaar geweest op 1 februari en op 9 november 2012. De volgende bijeenkomst zal plaatsvinden eind eerste kwartaal 2013. Combi’s In deze werkgroep is o.a. de definitie van riolen aan de orde geweest. Ook een beslisboom voor het bepalen of de werkzaamheden vallen onder de richtlijnen van Hoge Druk, Druk Vacuüm of onder de nog te maken richtlijnen voor het veilig werken met Combi’s. Tevens is er overleg geweest tussen de SIR en de
Vereniging Afvalbedrijven (VA) die een sectie Rioolreinigen heeft. De reden is dat de VA ook een Arbocatalogus heeft, waar rioolreinigen onderdeel van uitmaakt. Deze richtlijnen moeten worden afgestemd op die van de SIR die onderdeel uitmaken van de Arbocatalogus Industriële Reiniging. Inmiddels zijn de eerste vier hoofdstukken van het concept SIR handboek Combi’s besproken. Af is het zeker nog niet, maar er wordt aan gewerkt. Bijeenkomsten van de sub-werkgroep Combi’s De werkgroep is bij elkaar geweest op 18 juni, 13 en 27 augustus 2012. De volgende bijeenkomst zal worden gehouden eind 2012 / begin 2013.
uuu
49
MaxiMale druk oM te presteren Bij hogedrukreiniging gaat het natuurlijk om het
& Co complete (mobiele en stationaire) systemen
maximale eindresultaat, maar verantwoord en
voor proces geïntegreerde hogedrukreiniging ont-
veilig werken is minimaal zo belangrijk. Bakker &
wikkelen en implementeren. Daarmee hebben ze de
Co levert in de Benelux een breed pakket aan
zekerheid van kwaliteit, maximale bedrijfszekerheid
producten en servicediensten die voldoen aan de
en natuurlijk van een servicedienst die 24/7 be-
hoogste eisen en die door ons SIR gecertificeerd
reikbaar is. In onze SIR gecertificeerde werkplaats
worden. Zo leveren wij hogedruk reinigingssystemen
of op locatie repareren wij snel en vakkundig
met een drukbereik tot 3000 bar met apparatuur
hogedruk en druk vacuüm installaties, zonodig met
voor uit- en inwendige reiniging van reactoren,
uitleen van ruilapparatuur. Vanuit ons magazijn
tanks, mixers, ketel- en tankwagens. Dit realiseren
leveren wij bovendien snel onderdelen uit voorraad.
we met eigen klantspecifieke engineering van het
Want ook tijdens onderhoud of zelfs in het geval
gehele reinigingssysteem, opgebouwd met plunjer-
van een storing voelen wij de druk om maximaal te
pompen, ventielen, tankwaskopppen, overige toe-
presteren. Zo zorgt Bakker & Co ervoor dat u kunt
behoren en randapparatuur.
produceren zonder zorgen.
Op het gebied van rioolreinigingspompen en schakelventielen is Bakker & Co zelfs marktleider in de Benelux. Steeds meer bedrijven laten Bakker
50
Nederland P.O. Box 1235, NL-3330 CE Zwijndrecht t +31 (0)78-610 16 66, F +31 (0)78 - 610 04 62, e
[email protected], www.bakker-co.com België Boomsesteenweg 604-606, B-2610 Wilrijk-Antwerpen t +32 (0)3-827 29 77, F +32 (0)3-827 29 16, e
[email protected], www.bakker-co.com
Bakker&Co adv SIR Magazine A4-DEF.indd 1
15-10-12 10:38
NIEUWS
VAN DE WERKGROEPEN - VERVOLG DRUK VACUÜM Handboek Ook het handboek Druk Vacuüm Reinigen, 6e druk, maart 2011, heeft sinds maart 2011 geen herzieningen nodig gehad en blijft ongewijzigd. Besproken onderwerpen Een aparte bijeenkomst voor de opdrachtgevers heeft plaatsgevonden. Het doel was om een uniform opdrachtformulier samen te stellen, en dat is goed gelukt. Er is een verbeterde versie gemaakt die in de volgende druk van het handboek zal worden opgenomen. Ook met de reinigingsbedrijven is een aparte bijeenkomst gehouden. Daarin is bekeken of de categorie 0, 1 en 2 stoffen wellicht nog veiliger kunnen worden opgezogen dan nu beschreven staat in het huidige handboek. De uitgangspunten van het bestaande schema zijn uitgebreid besproken en staan niet ter discussie. Besloten is om het bestaande schema te blijven gebruiken. De aanpak om met kleinere groepen uit één soort bedrijfscategorie te werken, blijkt zeer efficiënt. De besproken onderwerpen worden gedetailleerder en sneller afgehandeld. Uiteraard worden de resultaten van de ‘sub-werkgroepen’ in de complete werkgroep besproken en afgehandeld, zodat de balans van de vertegenwoordigde bedrijfscategorieën gewaarborgd blijft. Zuiggraven kan met de SIR richtlijnen veilig worden uitgevoerd. Dit standpunt werd na uitgebreide discussie wederom bevestigd en is door de portefeuillehouder op de Algemene Vergadering van 13 juni jl. nogmaals toegelicht. Bijeenkomsten van de werkgroep Op 24 mei zijn er twee bijeenkomsten geweest; opdrachtgevers en reinigingsbedrijven apart. Op 21 juni en 25 oktober 2012 is de complete werkgroep bij elkaar geweest.
De volgende bijeenkomst staat gepland voor 24 januari 2013.
CHEMISCH-TECHNISCH Handboek Het handboek Chemisch-Technisch Reinigen, 2e druk, januari 2011, herziening 1 heeft sinds mei 2011 geen herzieningen nodig gehad en blijft dus ook ongewijzigd. Bijeenkomsten van de werkgroep De werkgroep is op 21 maart 2012 bij elkaar geweest. Tijdens deze bijeenkomst zijn voornamelijk kleine wijzigingen op het huidige handboek besproken. In een volgende herziening of druk van het handboek zullen deze wijzigingen worden doorgevoerd. De volgende bijeenkomst staat gepland voor 14 november 2012 en bij het ter perse gaan van dit magazine was hiervan nog geen informatie beschikbaar.
ADEMBESCHERMING Handboek Ook voor het handboek Adembescherming, 3e druk, april 2008, herziening 1 zijn er sinds mei 2011 geen herzieningen geweest en blijft ongewijzigd. Besproken onderwerpen Er is een voorstel ingediend bij BeSaCC-VCA om de Nederlandse en Belgische richtlijnen voor het werken met adembescherming op elkaar af te stemmen en gelijk te trekken. Opleidingen en examens kunnen dan in beide landen plaatsvinden op dezelfde wijze en de certificaten kunnen wederzijds worden erkend. Op het moment dat er definitieve besluiten zijn, zal de SIR hier uitgebreid verslag over doen. Bijeenkomsten van de werkgroep Op 23 mei 2012 is de werkgroep bij elkaar geweest. De volgende bijeenkomst staat gepland voor 13 februari 2013.
VEILIGHEID Besproken onderwerpen De werkgroep waarschuwt voor hoge druk reinigen bij temperaturen onder het vriespunt. Daarbij kunnen gladde werkvloeren ontstaan en kunnen zich ijspegels van grote omgang vormen. Ook zijn de werkomstandigheden bij temperaturen onder 0 °C slecht en kan de hoge druk apparatuur kapot vriezen als er water in blijft zitten. Het wordt aanbevolen dat bij buitentemperaturen rond het vriespunt en onder 0 °C de reinigingsbedrijven overleg plegen met opdrachtgevers of hoge druk reinigen nog verantwoord is. Naar aanleiding van een incident wordt benadrukt hoe gevaarlijk het is om een niet schone tank van een druk vacuüm wagen te betreden. Bij het gemelde incident is het goed afgelopen, maar dit had evengoed fataal kunnen zijn omdat de tank stoffen bevatte die zeer gevaarlijk voor de gezondheid zijn. De SIR benadrukt dat de tank van een druk vacuüm wagen moet worden beschouwd als een besloten ruimte en dat daar naar gehandeld moet worden. Als de tank nog vuil is, dan moet er goed rekening worden gehouden met de gevaarlijke eigenschappen van de stoffen die er nog in zitten. Maar beter is het om de tank te reinigen voordat die wordt betreden. Daarnaast zijn in deze werkgroep alle gemelde ongevallen en incidenten besproken. De lessen die hieruit zijn geleerd, worden met elkaar gedeeld zodat ieder weet hoe deze incidenten zijn te voorkomen. Bijeenkomsten van de werkgroep Op 16 mei en 4 september 2012 is de werkgroep bij elkaar geweest. De volgende bijeenkomsten van de werkgroep Veiligheid staan gepland voor dinsdag 11 december 2012 en voor 19 februari, 7 mei, 3 september en 10 december 2013. uuu
51
52
NIEUWS
VAN DE WERKGROEPEN - VERVOLG KEURINGSINSTANTIES
ARBOCATALOGUS INDUSTRIËLE REINIGING
Het is weer de tijd dat alle door de SIR erkende keuringsinstanties worden doorgelicht om te bepalen of ze de erkenning als SIR keuringsinstantie nog waard zijn. In totaal betreft het 60 lid-bedrijven in Nederland en België en in totaal 80 doorlichtingen. Meerdere erkenningen kunnen voor één bedrijf worden afgegeven; sommigen hebben drie erkenningen.
De SIR handboeken maken deel uit van de Arbocatalogus Orsima, dat het paritaire overleg is van werkgevers en werknemers. Orsima beheert de Arbocatalogus Industriële Reiniging. Sinds de invoering van de Arbocatalogus Industriële Reiniging in 2010 zijn er nieuwe versies van de Handboeken van de SIR uitgekomen. Na toestemming van de Inspectie SZW is de Arbocatalogus geactualiseerd door de nieuwe versies van de SIR handboeken toe te voegen. Hiermee komen de richtlijnen uit de voorgaande versies van de handboeken te vervallen. Nieuwe versies van handboeken kunnen de oudere versies vervangen, mits deze niet in tegenspraak zijn met wetgeving.
De planning van de doorlichtingen is na afgelopen zomer al begonnen en de uitvoering van de doorlichtingen is gestart in oktober. Inmiddels zijn de eerste bedrijven doorgelicht en zijn er al erkenningen voor 2013 verleend. De meest actuele overzichten van door de SIR erkende keuringsinstanties staan op www.sir-safe.nl.
De Arbocatalogus Industriële Reiniging is te vinden op: http://orsima.dearbocatalogus.nl. Over de inhoudelijke wijzigingen kan contact worden opgenomen met Jan Braber.
Jan Braber
EVEN VOORSTELLEN …. NIEUWE LEDEN Naam Bedrijfsnaam Gevestigd Datum van oprichting Aantal medewerkers
: : : : :
Dhr. M. Özalp Center4Work te Rotterdam 2010 86
V: U heeft zich in 2012 aangemeld als nieuw lid van de SIR. Kunt u in het kort aangeven wat voor u de belangrijkste reden is geweest? A: Ruim twee jaar zijn wij als organisatie actief op het gebied van uitzenden en detacheren van voornamelijk technisch personeel. In de industrie zijn wij gespecialiseerd in reinigingswerk en technisch onderhoudswerk. Als organisatie streven wij naar een optimale dienstverlening richting onze klanten en een even goede werkgeverschap richting onze eigen medewerkers. Om in de huidige markt toch goed mee te blijven doen is kennis en opleiden een steeds belangrijker aspect. Vanuit dit gegeven was aansluiting en lidmaatschap van de SIR voor ons als organisatie de volgende stap. V: Hoe bent u in contact gekomen met of geattendeerd op de SIR? A: In het kader van opleiden en upgraden van de eigen medewerkers is het van groot belang dat je dit oppakt met een deskundige partij waarmee je op niveau kunt praten. Na onderzoek kom je al heel snel uit bij de SIR. V: Als nieuw lid heeft u ook de beleidsverklaring van de SIR ondertekend en onderschreven. Wat spreekt u in deze
verklaring het meeste aan? A: Voornamelijk het bevorderen van veilig werken bij industriële reiniging spreekt ons als organisatie enorm aan. Alsmede onze SIR lidmaatschap zijn wij als organisatie ook VCU gecertificeerd. Wij zijn van mening dat de veiligheid van onze medewerkers voorop staat. V: Kunt u in een paar woorden vertellen wat de belangrijkste activiteiten van uw bedrijf zijn en waar de raakvlakken met de SIR liggen? A: In een steeds veranderende vraag vanuit de markt is het van groot belang dat je als organisatie weet mee te praten over de veranderingen. Wij als organisatie zien veel raakvlakken met de SIR in het kader van kennis en opleiden. V: Zijn uw medewerkers geïnformeerd over het lidmaatschap van de SIR en in hoeverre heeft dit ook op hen betrekking? A: Sinds ons lidmaatschap hebben we onze medewerkers hiervan op de hoogte gebracht. Wij merken dat medewerkers hier zelf ook werk van maken en actief bezig zijn met hun opleidingsplan. Wij hebben sindsdien verschillende gesprekken met medewerkers gevoerd over opleidingen en inmiddels heeft een grote groep van onze medewerkers een SIR gecertificeerde opleiding doorlopen. Een win win situatie waarmee wij als organisatie onze concurrentiepositie enorm versterken.
Namens de SIR wenst de redactie uw bedrijf veel succes! uuu
53
SAFETY ALERT! De SIR leunt op de informatie die zij van haar leden krijgt om richtlijnen te optimaliseren, om aanbevelingen te kunnen doen of om safety alerts met haar leden te kunnen delen. Zo ook deze safety alert over Adembescherming die wij met dank aan Reym B.V. met u kunnen delen.
Safety Alert Werken met adembescherming Bij Reym wordt regelmatig gebruik gemaakt van adembescherming, zowel afhankelijk als onafhankelijk. Wij werken daarbij conform de richtlijnen van de SIR uit het handboek adembescherming. Gebruik van adembescherming biedt mogelijkheden om werkzaamheden uit te voeren in bepaalde omstandigheden/atmosfeer. Maar er zijn ook beperkingen aan het werken met adembescherming. De beperking is onder andere afhankelijk van de aanwezige concentratie gevaarlijke stof in de atmosfeer en het type adembescherming. Bij de keuze van adembescherming speelt de toegewezen protectie factor een belangrijke rol. Daarom willen wij in deze Safety Alert stilstaan bij de Toegewezen Protectie Factor (APF) van adembeschermingsmiddelen, zodat in de praktijk de juiste adembeschermingsmiddelen worden gekozen.
Arbeidshygiënische strategie In de eerste plaats zegt de Arbowet dat blootstelling aan gevaarlijke stoffen voorkomen of beperkt moet worden. In de werkvoorbereiding is het daarom belangrijk om met de opdrachtgever te overleggen. Hierbij moeten vragen gesteld worden als: kan een tank gespoeld worden van buitenaf? Is butteren een optie om betreding van een tank te voorkomen? Zijn alle mogelijkheden besproken om blootstelling te voorkomen of te verlagen?
Adembeschermingsmiddelen In heel veel situaties zullen wij toch onze werkzaamheden met adembescherming moeten uitvoeren. Het is dan belangrijk om goed te weten in welke concentraties gevaarlijke stoffen aanwezig zijn en welke beschermingsmiddelen hiervoor geschikt zijn. Dit kan door de maximale inzetconcentratie te berekenen. Op de achterkant van deze Safety Alert staat een aantal voorbeelden uitgewerkt. De werkgroep Adembescherming realiseert zich dat deze materie ingewikkeld is en zal hiervoor aanvullende richtlijnen ontwikkelen. Voor nadere informatie kan je ook contact opnemen met de KVM-afdeling.
ð METEN IS WETEN! Voor het betreden van een ruimte met gevaarlijke stoffen is het meten van LEL en concentratie O2 erg belangrijk. Maar ook de concentratie van de betreffende gevaarlijke stof is belangrijk om het juiste type adembeschermingsmiddel toe te passen.
ð In de Reym-instructie is het uitgangspunt dat we een besloten ruimte niet betreden met afhankelijke adembescherming.
54
Gebruik altijd je Alles OK kaart! En heb je twijfel over de blootstelling aan een gevaarlijke stof en de te gebruiken (adem)beschermingsmiddelen, neem dan altijd contact op met je leidinggevende.
Hoe werkt de APF in de praktijk? Eerst even een uitleg over terminologie: •
NPF = nominale protection factor (nominale protectiefactor)
•
APF = assigned protection factor (toegewezen protectiefactor)
De NPF is een factor die vastgesteld is onder laboratoriumcondities. De APF is een factor die de werkelijke bescherming van een adembeschermingsmiddel weergeeft op de werkplek. In deze Safety Alert kijken wij naar de APF.
De maximale inzetconcentratie is: APF (van gekozen adembeschermingsmiddel) x grenswaarde van betreffende stof.
In het SIR-handboek adembescherming zijn van alle adembeschermingsmiddelen de APF weergegeven. Twee voorbeelden die in de praktijk bij Reym gebruikt worden: 1.
Afhankelijke adembescherming volgelaatsmasker met gasfilter EN 141 (onder andere ABEK filter), APF van 20 norm BS 4275.
2.
Onafhankelijke adembescherming ademluchttoevoersysteem met overdruklongautomaat en volgelaatsmasker, APF van 1000.
In onderstaande tabel zijn de APF van deze adembeschermingsmiddelen gezet tegenover vier gevaarlijke stoffen met bijbehorende grenswaarde, maximale inzetconcentratie en 10% LEL (ppm).
Gevaarlijke stof
Grenswaarde1
APF2
Maximale inzetconcentratie3
10% LEL4 (betreffende stof)
Benzine
50 ppm (25) 240 mg/m3
20
1.000 ppm
600 ppm
1000
50.000 ppm
600 ppm
Benzeen
1 ppm (0,5) 3,25 mg/m3
20
20 ppm
1.200 ppm
1000
1.000 ppm
1.200 ppm
0,12 ppm (0,06) 0,15 mg/m3
20
2,4 ppm
7.000 ppm
1000
120 ppm
7.000 ppm
2 ppm (1) 8 mg/m3
20
40 ppm
1.300 ppm
1000
2000 ppm
1.300 ppm
Formaldehyde Fenol
Het is belangrijk om in de voorbereiding bij het werken met gevaarlijke stoffen de maximale inzetconcentratie te berekenen! Maar ook bij welke concentratie de 10% LEL wordt bereikt. In de praktijk zullen wij met veel meer gevaarlijke stoffen op een project werken en zal deze berekening ook uitgevoerd moeten worden.
1 2 3 4
NAM/Shell hanteert de halve grenswaarde, deze is tussen haakjes weergegeven. APF wordt bepaald door de keuze van het adembeschermingsmiddel. Maximale inzetconcentratie: grenswaarde * APF 10% volumepercentage = 100.000 ppm / voorbeeld benzine heeft 100% LEL bij 0,6 vol.% à 6.000 ppm (10% LEL is dus bij 600 ppm)
55
Uw leverancier voor alle hoge druk – en rioolreinigingsaccessoires
56
0-600 bar hoge druk
0-1500 bar hoge druk
0-3000 bar ultra hoge druk
rioolreiniging
veiligheidsproducten
accessoires - onderdelen & gereedschap
www.salomonjettingparts.com
EVEN VOORSTELLEN …. NIEUWE LEDEN Naam Bedrijfsnaam Gevestigd Datum van oprichting Aantal medewerkers
: : : : :
Bertus Rooijens Wilchem B.V. Papendrecht 07-07-1992 45
V: U heeft zich in 2012 aangemeld als nieuw lid van de SIR. Kunt u in het kort aangeven wat voor u de belangrijkste reden is geweest? A: Wilchem besteedt veel aandacht aan veiligheid voor haar medewerkers, materieel, opdrachtgevers en omgeving. Wij vinden het van belang dat een Stichting deze belangen extra waarborgt en willen hier graag aan bijdragen. V: Hoe bent u in contact gekomen met of geattendeerd op de SIR? A: In onze dagelijkse werkzaamheden maken wij regelmatig gebruik van een onderaannemer die ook is aangesloten bij de SIR. Deze heeft ons op de SIR geattendeerd en uitgelegd wat de toegevoegde waarde van een lidmaatschap kan zijn. V: Als nieuw lid heeft u ook de beleidsverklaring van de SIR ondertekend en onderschreven. Wat spreekt u in deze verklaring het meeste aan? A: De samenwerking en het uitwisselen van ervaringen waardoor een continu leerproces ontstaat met als uitgangspunt het veilig
werken te bevorderen wat ten goede zal komen aan werknemers, opdrachtgevers en schades aan materieel en installaties verminderd. Dit alles sprak ons het meeste aan. V: Kunt u in een paar woorden vertellen wat de belangrijkste activiteiten van uw bedrijf zijn en waar de raakvlakken met de SIR liggen? A: Als 24-uurs dienstverlenend bedrijf is Wilchem B.V. gespecialiseerd in het beheersbaar maken van de gevolgen voor de omgeving bij milieu-incidenten, ongevallen met gevaarlijke stoffen en incident management. Wij zijn hiervoor 24/7 bereikbaar middels ons alarm nummer 0800 870 20 20. Tijdens deze werkzaamheden maken wij veelvuldig gebruik van onze eigen vacuüm wagen. De SIR heeft zich als doel gesteld om het veilig werken in de industriële reiniging te bevorderen aangezien dit ook onze voorkeur heeft zien wij dit als raakvlak. V: Zijn uw medewerkers geïnformeerd over het lidmaatschap van de SIR en in hoeverre heeft dit ook op hen betrekking? A: Onze werknemers zijn geïnformeerd over het lidmaatschap. Dit heeft zeker betrekking op de werknemers die werkzaam zijn op onze vacuüm wagen; zij zullen opleidingen volgen volgens de SIR welke specifiek gericht zijn op hun dagelijkse werkzaamheden. Namens de SIR wenst de redactie uw bedrijf veel succes!
57
EOS
IN HET SIR MAGAZINE
Dit EOS artikel is een voorpublicatie uit het boek ‘De oceaan anders bekeken’ van Jan Stel (Uitgeverij Acco, Leuven).
Voorpublicatie
Hightech in de diepzee eeuwenlang hebben mensen ze alleen maar bevaren of bevist, maar de oceanen hebben ons oneindig veel meer te bieden. in zijn nieuwe boek zegt geoloog en paleontoloog Jan Stel dat de ontdekking van de oceanische ruimte dankzij hoogtechnologische ontwikkelingen langzamerhand op kruissnelheid zit.
D 58
e verkenning van de oceanische ruimte is – zeker voor techneuten – een fascinerende ervaring. Evenals in de ruimtevaart zijn er geweldige barrières te overwinnen. Deze vormen voor de zee-onderzoeker een enorme stimulans. Hoewel ik het ontstaan van de operationele oceanografie van dichtbij heb meegemaakt en er op beleidsniveau aan heb bijgedragen, wekt de versnelling, waarin deze verkenning nu is geraakt, associaties met sciencefiction op. Stel je voor dat je wordt uitgenodigd voor een tochtje met een schip voor de Atlantische kust
Door Jan H. Stel
van Spanje. Op 1 december om 14.00 uur moet dat schip op een bepaalde plek, ruim dertig zeemijlen uit de kust, zijn. Waarom? Dan zal er een bijna twee meter lange, torpedovormige robot of glider uit de diepzee opduiken na een missie van 218 dagen, waarin duizenden waarnemingen zijn gedaan over het ‘weer in de oceaan’. Mission Control is een kamer op de Rutgers Universiteit in de VS. Daar begeleiden studenten de glider op zijn tocht van meer dan 7.000 kilometer in de bovenste twee kilometer van de Atlantische Oceaan, zeven dagen per week, vierentwintig uur per dag.
Eos 48
Argo-boEiEn Sinds november 2007 drijven er ten minste 3.000 boeien in de bovenste twee kilometer van de oceanische ruimte rond. Het Argo-netwerk is voor de operationele oceanografie wat het netwerk van weerballonnen voor de meteorologie is. Ze leveren de gegevens die nodig zijn om voorspellingen te doen. Bij Argo gaat het dan om processen in het bovenste deel van de oceaan: het ‘weer’ in de oceaan. De boeien, die ook wel ‘floats’ worden genoemd omdat ze met de stroom meedrijven, dobberen meestal op een parkeerdiepte van
2.000 meter. Dagenlang meten ze het zoutgehalte en de temperatuur. Elke tien dagen stijgt de boei weer naar het zeeoppervlak. Dat gebeurt met een ingenieus apparaatje, dat de dichtheid van de boei iets verandert. Dan kan hij beginnen aan een zes uren durende tocht naar het wateroppervlak. Ook dan worden er steeds metingen uitgevoerd. Die leveren een profiel van de fysische omstandigheden van de waterlagen op. Eenmaal boven water gekomen, worden de data per satelliet naar een station op het land gezonden en wordt de positie van de boei bepaald. Vervolgens begint er een nieuwe cyclus van tien dagen. glidErs Gliders – zweefvliegtuigen in de oceanische ruimte – zijn AUV’s (autonomous underwater vehicles of onderwaterrobots), die gebruikmaken van kleine verschillen in hun drijfvermogen en vleugels om een verticale beweging om te zetten in een horizontale. Om te bewegen pompt de glider, met behulp van een batterij, een theekopje ballastwater naar binnen en weer naar buiten. Zo kunnen ze, hoewel niet erg snel, onder water een eigen weg afleggen. Gliders kunnen zich, terwijl ze een reeks fysische sensoren aan boord hebben, maandenlang in een zaagtandachtige beweging door de
oceanische ruimte verplaatsen. Zo kunnen ze op een zeer efficiënte manier metingen doen, óók op plaatsen waar bijvoorbeeld schepen niet of moeilijk kunnen komen. De nieuwe generatie gliders zal overigens geen batterij meer nodig hebben. De noodzakelijke energie wordt dan opgewekt door de temperatuurverschillen in het water. Een glider kan de stromingen, het zoutgehalte en de temperatuur van een gebied in kaart brengen. De nieuwe generatie gliders heeft ook innovatieve sensoren aan boord waarmee chemisch, optisch en biologisch onderzoek van de oceanische ruimte kan worden uitgevoerd. Maar dan wel in drie dimensies! Zo kunnen vervuiling, (schadelijke) planktonbloeien, de ontwikkeling van ‘dode zones’ of de migratiepatronen van vissen worden gemeten. Bovendien kunnen ze maandenlang waarnemingen over grote afstanden doen. Dat maakt het in de toekomst mogelijk om delen van de oceanische ruimte met glidernetwerken te monitoren. Dergelijke netwerken kunnen ook worden ingezet onder het zee-ijs in de moeilijk toegankelijke poolgebieden. ondErwAtErAkoEstiEk Ocean Acoustic Waveguide Remote Sensing (OAWRS) is een techniek die door het beroemde Massachusetts Institute of Techno-
Eos 49
logy, MIT, in het Amerikaanse Cambridge is ontwikkeld. Hierbij wordt een akoestisch systeem (300-5000 Hz) gebruikt om de ruimtelijke dichtheid en het gedrag van vispopulaties in de tijd te bestuderen. Deze techniek is voor het eerst in 2003 met succes getest boven het continentale plat van New Jersey in de VS. Toen werden akoestische signalen uitgezonden door een aantal zenders, die onder een vaste boei hingen. Deze signalen worden door zowel het zeeoppervlak als de zeebodem gereflecteerd, waardoor ze verticale, staande golven, de zogenaamde ‘waveguide modes’, vormen. Het zijn deze golven die door eigenschappen of organen van dieren – zoals de zwemblaas in haringen – worden verstrooid. En dat signaal kan worden opgevangen door een reeks van ontvangers, die door een schip worden gesleept. Zo kan men de migratie van haringen in grote gebieden voortdurend volgen. De techniek kan ook gebruikt worden om het gedrag van haringen (zoals schoolvorming) en van vrij zwemmende of diepzeevissen in het algemeen, te volgen. In 2006 werd het paaigedrag van de Atlantische haring aan de noordkant van de Georges Bank, in de Golf van Maine (VS), op deze manier onderzocht. Het bleek dat de haringen, vlak na zonsondergang, tientallen kilometers lange scholen met
59
Nitrogen Services Pipeline Services Bolting Services Leak & Hydro Testing Chemical Cleaning Decontamination De-Commissioning
“We believe in quality services”.
Solutions for oil- and gasindustry onshore and offshore PNS – Pipeline Nitrogen Services
Safety is our first and Second nature.
is founded in 2006. The company
We make the wellbeing of our people our top priority everywhere we
headquarter is located in Emmen,
work by nurturing a behavioral culture that lives and breathes health
The Netherlands and operates out
and safety.
of nine global locations. We deliver
PNS
COIL RVICES
PNS Nitrogen Services BV is part of
Well 60
the Well Services Group
a seamless international service,
Client focus
sharing knowledge across borders and
We nurture an agile and fast-paced culture that supports our
gaining a valuable global perspective.
dedication to our clients that brings solutions and certainty of delivery.
on customer focus as a core value,
Integrity
combined with investment in people
We take responsibility for our actions, and always behave in an honest
and market leading equipment.
and transparent way to the benefit of our client and stakeholders.
SLICKLINE Our success as a business is based
Services Group
120299_COIL_ADV_Vakblad.indd 1
www.pns-services.com
19-10-12 15:33
ongeveer 250 miljoen vissen of circa 50.000 ton vis vormden. Dat is tien keer het jaarlijkse visquotum. Met akoestische remote sensing kan men dus doen wat met aardobservatie door satellieten niet kan: kijken in de oceanische ruimte. De techniek is daarom ook toegepast in de Census of Marine Life (een programma waaraan duizenden wetenschappers uit 82 landen meewerkten om meer te weten te komen over het leven in zee, en dat liep van 2000 tot 2010, red). Ook kan die worden gebruikt om de omvang van scholen krill in Antarctica te bepalen. diErEn Als ondErzoEkErs Dat we vogels van ringen voorzien om erachter te komen waar ze heen vliegen, is wel algemeen bekend. Dat er nu slimme apparaatjes – tags – in en op dieren in de oceanische ruimte worden bevestigd, zal minder bekend zijn. Toch gebeurt dat al van 1930 af om erachter te komen hoe diep walvissen kunnen duiken. De tags van veertig tot vijftig jaar geleden waren eigenlijk vrij grote mechanische tijd-diepterecorders. In de afgelopen jaren heeft er een technologische revolutie plaatsgevonden in de ontwikkeling van deze tags. Miniaturisatie, de toepassing van microchips en geïntegreerde elektronische componenten, en een satelliet navigatiesysteem zijn er de belangrijkste elementen van. Met Argos-satellieten, die op 850 kilometer hoogte rondom de aarde cirkelen, kunnen de signalen van deze zendertjes worden opgevangen en doorgestuurd naar een grondstation op land. Zo kun je van je luie stoel uit zien wat dieren in de oceanische ruimte doen. De instrumenten worden steeds slimmer en kunnen nu ook veel informatie verzamelen over niet alleen het gedrag van het dier zelf, maar ook over de omgeving waarin het zich beweegt en waarin het leeft. Ook wordt het steeds gemakkelijker de verzamelde gegevens te verzamelen, omdat hiervoor ook vliegtuigen en gps-zendmasten kunnen worden gebruikt. Dat er zoveel geleerd kan worden, blijkt wel
8. Data van de boei worden naar weer- en klimaatcentra over de hele wereld doorgezonden 1. Een boei (of ‘float’) wordt uitgezet door een schip of vliegtuig
2. Ze zakt langzaam tot 2000 m (10 cm/s gedurende 6u)
3. Ze drijft 9 dagen mee op de stroom
6. Aan de oppervlakte gekomen zendt ze tot 12 u lang data door naar satellieten
5. Tijdens de tocht naar boven neemt ze de temperatuur en het zoutgehalte van de waterlagen op
7. Olie wordt opnieuw naar een intern reservoir gepompt, en de cyclus begint opnieuw
4. Op dag 10 wordt olie uit een intern reservoir in een externe blaas gepompt, waardoor de boei begint op te stijgen
De boeien van het Argo-netwerk leggen om de 10 dagen dit traject af.
uit de resultaten van de Census of Marine Life. Zo kwam men erachter dat haaien uit verschillende gebieden zich jaarlijks verzamelen in een bepaald deel van de noordelijke Stille Oceaan. Ze blijven daar enige tijd, terwijl ze diepe duiken maken. Waarom ze dat doen, is nog niet duidelijk, dat ze het doen, wel. De onderzoe-
tie van zalm goed volgen. Ook vogels kunnen met dergelijke tags worden uitgerust. Daarmee kwam men erachter dat de bonte pijlstormvogels elk jaar een afstand van 64.000 kilometer afleggen: van Nieuw-Zeeland naar het noorden van de Stille Oceaan en terug. Hierbij kunnen ze per dag een afstand van 880 kilometer afleg-
Torpedovormige gliders verkennen de Atlantische Oceaan zeven dagen per week, vierentwintig uur per dag kers hebben het gebied het ‘Witte Haaien Café’ gedoopt. Een andere innovatie is het volgen van vissen die een akoestische tag hebben gekregen, door ‘gordijnen’ van akoestische ontvangers op strategische plaatsen – zoals riviermondingen – in de oceanische ruimte. Zo kon men de migra-
gen: de afstand van Brussel naar Aix-en-Provence. Een soortgelijk onderzoek leerde dat de Noordse stern jaarlijks 75.000 kilometer aflegt als hij van zijn hoogarctische broedplaatsen naar een overwinteringsgebied op volle zee, halfweg Zuid-Amerika, Zuid-Afrika en Antarctica, vliegt en terug. ■
De oceaan anders bekeken
Een zeeolifant met een instrument dat informatie verzamelt over zijn gedrag en leefomstandigheden. (foto: Dan Costa)
Prof. Jan H. Stel studeerde geologie en paleontologie aan de universiteiten van Groningen en Leiden en is emeritus hoogleraar ‘Oceanische Ruimte en Menselijke Activiteit’ aan de Universiteit van Maastricht. Hij organiseerde de eerste Nederlandse Antarctische expeditie en tal van oceanografische expedities. De oceanische wandelingen in zijn nieuwste boek vormen een drieluik, waarin achtereenvolgens het ecosysteem van de zee worden belicht, de ontdekkingsreizen van Portugezen en Spanjaarden, en de gevolgen van al die ontdekkingen (walvisjacht, slavernij, diepzeemijnbouw en de visserijproblematiek). Hij zoomt ook in op de impact die de verkenning van de oceanen met de nieuwe hoogtechnologische instrumenten die worden ontwikkeld, zal hebben op ons dagelijkse leven. De oceaan anders bekeken, Jan H. Stel, Uitgeverij Acco, ca. 32 euro, ISBN 9789033488030.
Eos 50
61
Vraag om een vrijblijvende demo van deze UHP! Ervaar tijdens een demo de UHP van dichtbij. Sta versteld van de zeer uitgebreide mogelijkheden en de doeltreffende werking. Unit is tevens inzetbaar als 1.000 bar -27 L/min. Unit is te leveren als koop, huur of huurkoop.
OPP
E T K A L ERV
G N I G I REIN
2500 bar 27 L/min
Ons hogedrukverhuurprogramma is omvangrijk. Wij verhuren onder andere HD-pistolen (onder- en bovenwater), nozzles en rotorjets voor de optimale uitvoering van al uw reinigingswerkzaamheden. Vraag eens vrijblijvend om informatie. Ligthart Milieutechniek B.V.
62
Coenhavenweg 6B • 1013 BL Amsterdam T: 020 - 581 1788 • E:
[email protected]
www.lmt.nl LMT is vertegenwoordiger van KAMAT pompen voor Nederland en België.
adv.SIR LMT-MB.indd 1
Meereboer Verhuur
Aalbos 3 • 1721 PL • Broek op langedijk T: 0226 340340 • E:
[email protected]
www.meereboerverhuur.nl Hogedrukpompen, compressoren, generatoren, pompen, powerpacks, testapparatuur.
16-10-12 14:21
DATA 2012 EN 2013 ADVERTEERDERS INDEX
2012 6 december bijeenkomst Gecommitteerden en Examinatoren 11 december werkgroep Veiligheid 12 december Algemene Vergadering
2013
Naam adverteerder
pagina nr.
- Antecho
28
- AQ-Rent
42
- Bakker & Co
50
23 januari
SSVV Opleidingen Gids
- Mees van den Brink
40
24 januari
werkgroep Druk Vacuüm
- Derc Salotech
10
13 februari
werkgroep Adembescherming
- DIBO Cleaning Systems
25
13 februari
Dagelijks Bestuur
- Jet Set Hydro Technics / Ragworm
43
19 februari
werkgroep Veiligheid
- Kenis Service
24
.. maart
werkgroep Hoge Druk
22 mei
werkgroep Chemisch-Technisch
24 april
Dagelijks Bestuur
7 mei
werkgroep Veiligheid
8 mei
SSVV Opleidingen Gids
12 juni
Dagelijks Bestuur
- Koks Group
8
- Koppenol Industriële & Civiele Services
47
- LMT Ligthart Milieutechniek
62
- MCO
36
- Pienemann Equipment
46
12 juni Algemene Vergadering in de Martinushoeve in Zandvliet, België met o.a. uitreiking Safety Awards SIR 2012
- PNS Nitrogen Services
60
- Provi
20
21 augustus
- Reym Groep / ATM Moerdrijk
48
- Ryzolin
13
- SAIO Safety Training
22
- Salomon Jetting Parts
56
21 november SSVV Bestuur plus Centraal College van Deskundigen VCA
- Schiema
17
10 december werkgroep Veiligheid
- Storm
4
11 december Dagelijks Bestuur
- THMG
30
11 december Algemene Vergadering
- Tristar Industries
16
- Vecom Industrial Services
57
- Waterkracht
52
Dagelijks Bestuur
3 september werkgroep Veiligheid 29 oktober VCA congres – Dag van het Veilig Werken 20 november Dagelijks Bestuur
SSVV = S TICHTING SAMENWERKEN VOOR VEILIGHEID EN IS EIGENAAR VAN VCA
63