Brussel, Antwerpen, 23 December 2004 Nieuwe structuur Almanij-KBC Groep Vandaag, 23 december 2004, hebben de Raden van Bestuur van Almanij en KBC besloten om hun respectieve Buitengewone Algemene Vergaderingen van Aandeelhouders op 2 maart 2005 voor te stellen over te gaan tot de juridische fusie van Almanij en KBC, met het oog op de overname van Almanij door KBC. De aandeelhouders van Almanij zullen nieuwe aandelen (op naam of aan toonder) ontvangen in verhouding tot hun bestaande portefeuille Almanij-aandelen (in een ruilverhouding van 1,35 aandeel KBC voor 1 aandeel Almanij). Voorafgaand aan de fusie zal Almanij een onvoorwaardelijk openbaar bod tot aankoop in contanten op de gewone (tegen 150 euro per aandeel) en preferente (tegen 135 euro per aandeel) aandelen van Kredietbank S.A. Luxembourgeoise (KBL) uitbrengen.
Het doel van de nieuwe structuur is tweevoudig. Enerzijds wordt ermee beoogd een volledige eenheid van strategie, kapitaal en bestuur tot stand te brengen, tot een grotere zichtbaarheid te komen en de ‘free float’ en bijgevolg de liquiditeit van het aandeel te verhogen. Anderzijds zal het hierdoor mogelijk worden de organisatiestructuur te stroomlijnen, synergieën tussen de groepsmaatschappijen te creëren en tegelijkertijd de continuïteit van het beleid te verzekeren. De hoofdaandeelhouders van de Groep hebben hun vasthouden aan de onafhankelijkheidsstrategie nogmaals bevestigd en zullen blijven zorgen voor de stabiliteit die nodig is om die strategie te realiseren.
Mits de aandeelhouders de fusie goedkeuren en de toestemming daartoe wordt verkregen van de bevoegde beslissingsorganen en de toezichthouders, zal de nieuwe KBC Groep NV worden opgericht op 2 maart 2005.
Juridische aspecten van de fusie De nieuwe structuur van Almanij-KBC werd voorgesteld door beide vennootschappen en zal worden gerealiseerd door een juridische fusie door middel van de verwerving van Almanij door KBC Bankverzekeringsholding. De aandeelhouders van Almanij zullen nieuwe aandelen (op naam of aan toonder) ontvangen in verhouding tot hun bestaande portefeuille Almanij-aandelen (in een ruilverhouding van 1,35 aandeel KBC voor 1 aandeel Almanij). Er zal geen betaling in contanten mogelijk zijn. Voorafgaand aan de fusie zal Almanij in het Groothertogdom Luxemburg een onvoorwaardelijk openbaar bod tot aankoop in contanten uitbrengen op de gewone (tegen 150 euro per aandeel) en preferente (tegen 135 euro per aandeel) aandelen van Kredietbank S.A. Luxembourgeoise (KBL) die nog niet in het bezit zijn van de Groep. Het openbaar bod tot aankoop vanwege Almanij op de KBL-aandelen is een logische stap in de stroomlijning van de groepsstructuur. Hiermee wil Almanij de KBL-aandeelhouders de gelegenheid geven hun aandelen te verkopen voor de fusie plaatsheeft. Na de fusie zal KBC Groep NV, via KBL, een aanvraag indienen om de KBL-aandelen uit de notering aan de Luxemburgse beurs te laten nemen. De geldigheidstermijn van het openbaar bod op de KBL-aandelen zal naar verwachting beginnen op 31 januari 2005 en eindigen op 14 februari 2005. KBC Groep NV zal een aanvraag indienen voor een notering op de Luxemburgse beurs. Wanneer zij wordt gerealiseerd, zal de nieuwe structuur resulteren in één geïntegreerde vennootschap − genoteerd aan de beurs Euronext − die de naam KBC Groep NV zal dragen en als voornaamste entiteiten zal omvatten: KBC Bank, KBC Verzekeringen, KBL European Private Bankers, KBC Asset Management en Gevaert. KBC GROEP NV In de voorbije maanden hebben Almanij en KBC de mogelijkheid onderzocht om structuurwijzigingen door te voeren binnen de Groep. De overtuiging is gegroeid dat de betrokken vennootschappen én hun cliënten, werknemers, agenten, makelaars, aandeelhouders en partners aanzienlijke voordelen bij een eventuele fusie zouden hebben.
Het doel van de nieuwe structuur is tweevoudig. Enerzijds wordt ermee beoogd een volledige eenheid van strategie, kapitaal en bestuur tot stand te brengen, tot een grotere zichtbaarheid te komen en de ‘free float’ en bijgevolg de liquiditeit van het aandeel te verhogen. Anderzijds zal het hierdoor mogelijk worden de organisatiestructuur te stroomlijnen, synergieën tussen de groepsmaatschappijen te creëren en tegelijkertijd de continuïteit van het beleid te verzekeren. De kernaandeelhouders van de groep hebben hun vasthouden aan de strategie van onafhankelijkheid nogmaals bevestigd en zullen blijven zorgen voor de stabiliteit die nodig is om die strategie te realiseren.
De nieuwe structuur zal het profiel van de Groep versterken doordat de expertise op het gebied van zowel private banking als private equity nauwer zal aansluiten bij het al succesvolle bankverzekeringsmodel. KBC Groep NV zal zich geografisch gezien vooral blijven richten op België, Centraal-Europa en het private-bankingnetwerk in heel Europa, waarbij deze beide laatste op lange termijn een winstmotor kunnen blijven dankzij de macro-economische groei van de regio en verdere efficiëntieverbeteringen. Om de groei en rentabiliteit te ondersteunen per activiteitsdomein en per geografische regio, zal de nieuwe juridische structuur voorzien in een optimale kapitaalallocatie binnen de Groep, waarbij het de bedoeling is de stevige solvabiliteitsratio’s en ratings te behouden. Een stevige solvabiliteit, gepaard aan een nog verbeterde rentabiliteit, stelt voor alle aandeelhouders de uitkering van een gestaag stijgend dividend in het vooruitzicht. KBC Groep NV zou per 30 september 2004 een pro-formanettowinst van 1 210 miljoen euro boeken, over een eigen vermogen van 12 miljard euro beschikken en een ROE van 14% behalen met ongeveer 11 miljoen cliënten en 52 000 medewerkers. Met een geschatte marktkapitalisatie van 21 miljard euro, zal KBC Groep NV tot de belangrijkste financiële groepen van Europa behoren en een van de belangrijkste ondernemingen van België zijn. De stijging van de ‘free float’ van ongeveer 30% tot circa 47% en de daaruit voortvloeiende, grotere liquiditeit van het aandeel van KBC Groep NV zullen de aantrekkingskracht van het aandeel voor beleggers vergroten. Dat zal op zijn beurt de zichtbaarheid van de KBC Groep NV doen toenemen op zowel de aandelen- als obligatiemarkten en de KBC Groep NV van een vaste plaats verzekeren in de selecte groep van de top-tien van de bankaandelen in Euroland. Eenheid van bestuur De nieuwe juridische structuur zal een volledige eenheid van bestuur bewerkstelligen door het stroomlijnen van de organisatiestructuur en van de corporate governance. Het Directiecomité van KBC Groep NV zal in eerste instantie bestaan uit de CEO’s van de drie grootste groepsentiteiten, namelijk KBC Verzekeringen, KBC Bank en KBL ; het zal toezien op de eenheid van strategie van de Groep en voorzien in een uniform beleid inzake risicomanagement en ICT voor de hele Groep. Later zal het Directiecomité worden georganiseerd volgens de belangrijkste activiteiten, en ondersteund door een beperkt aantal staffuncties. De heer Willy Duron zal voorgedragen worden als CEO en de heren André Bergen en Etienne Verwilghen als leden van het Directiecomité van KBC Groep NV. De heer Jan Huyghebaert zal voorgedragen worden als voorzitter van de Raad van Bestuur van KBC Groep NV. De heer Willy Breesch, thans voorzitter van de Raad van Bestuur van KBC Bankverzekeringsholding, heeft de pensioenleeftijd bereikt en zal terugtreden in 2005. Verwacht wordt dat de belangrijkste voordelen van de nieuwe structuur zullen voortspruiten uit het feit dat strategie en beleid voortaan zullen worden bepaald door de tot één gemaakte leiding van KBC Groep NV. De huidige rol van Almanij als financiële holdingmaatschappij die de individuele groepsentiteiten − KBC, KBL en Gevaert − controleert, bestaat in het richting geven aan en coördineren van het groepsbeleid en in de toewijzing van kapitaal. De nieuwe, tot één gemaakte bestuursstructuur van de KBC Groep NV zal een veel directer bestuur van deze entiteiten mogelijk maken en synergieën bewerkstelligen in een aantal domeinen. Mogelijkheden tot synergie Vanaf de datum waarop de fusie effectief is, zal de leiding van KBC Groep NV projecten opzetten om synergieën te realiseren in vier domeinen waar de bedrijfsactiviteiten elkaar overlappen: 1.
Allereerst zullen het risicomanagement, de kapitaalallocatie en de toezichtsfuncties worden georganiseerd op groepsniveau. Daarnaast zullen andere staffuncties binnen het bedrijf eveneens worden geherpositioneerd op groepsniveau.
2.
De private-bankingactiviteiten van KBC Groep NV zullen onder één leiding worden geplaatst teneinde een optimale aanwending van de beschikbare middelen te verzekeren. Momenteel vormt private banking de kernactiviteit van KBL, via het ‘European Private Bankers’-concept, terwijl KBC Bank haar eigen privatebankingkantorennetwerk heeft ontwikkeld in België. Op kostenvlak worden synergieën verwacht in een beperkt aantal functionele domeinen, terwijl een extra inkomenspotentieel wordt verwacht op basis van het verruimde cliëntenbestand van KBC Groep NV, de complementariteit van de producten en de merknaamherkenning in bepaalde geografische regio’s.
3.
Ook op het gebied van private equity zullen de activiteiten van de Groep worden herbekeken, om de voordelen te evalueren van een samenvoeging van de activiteiten van Gevaert met die van KBC Investco in dit domein. KBC Groep NV heeft de bedoeling te bepalen welke middelen aan kapitaal en menskracht moeten worden toegewezen aan het gebied van private equity.
4.
Ten slotte zullen de vastgoedactiviteiten van de Groep worden herbekeken. Ook hier overlappen de activiteiten van Gevaert, via dochter Almafin, en die van KBC, via zijn Directie Vastgoed, elkaar. Er zal een allesomvattende vastgoedstrategie worden ontwikkeld, die zal bepalen op welke specifieke actieterreinen zal worden gefocust, en de nodige middelen zullen worden toegewezen om het blijvende succes van deze activiteit te verzekeren.
Al deze projecten zijn in eerste instantie gericht op een betere inzet van de bestaande middelen en op het genereren van extra inkomsten. Voortdurende operationele en aandeelhoudersstabiliteit KBC Groep NV zal blijven rekenen op het bestaande, ervaren managementteam en op de medewerkers om haar strategische ambities waar te maken en haar financiële doelstellingen te bereiken. Door het opzetten van een beperkt Directiecomité dat toezicht houdt op alle werkmaatschappijen en door een uniform risicomanagement en ICT-beleid, zal het algemene risicoprofiel van KBC Groep NV worden verbeterd door verdere diversificatie en eenmaking van het management. Bij de fusie zullen Cera, Almancora en de andere vaste aandeelhouders vervoegd worden door MRBB, die op het moment van de fusie zal toetreden tot de aandeelhoudersovereenkomst. Deze kernaandeelhouders zullen een anker van stabiliteit blijven bieden dat de blijvende onafhankelijkheid van KBC Groep NV zal waarborgen en de Groep zal in staat stellen haar strategie ten uitvoer te brengen. Het management en de kernaandeelhouders zijn ervan overtuigd dat het langetermijnengagement tegenover KBC Groep NV de best mogelijke voorwaarden zal blijven scheppen voor de toekomstige strategische ontwikkeling van de groepsactiviteiten. Daarom wensen de kernaandeelhouders de aandeelhoudersstabiliteit van KBC Groep NV in stand te houden door hun deelneming in KBC Groep NV te handhaven op een niveau dat een comfortabele meerderheid vertegenwoordigt, d.w.z. van meer dan 50%. Nu de fusie-informatie publiek bekend is, kunnen KBC Bankverzekeringsholding en Almanij, net als de nieuwe KBC Groep NV na de fusie, opnieuw de inkoop van eigen aandelen activeren volgens de bestaande en goedgekeurde programma's, met strikte inachtneming van de wettelijke regels terzake. Voor verdere informatie kunt u terecht bij: -
-
-
-
May Van Bedts, Investor Relations Almanij Tel (32) 3.202.87.13
[email protected] Philippe Verly, woordvoerder Almanij Tel (32) 3.202.87.14
[email protected] Luc Cool, Investor Relations KBC Tel. (32) 2.429.40.51
[email protected] Viviane Huybrecht, woordvoerster KBC Tel. (32) 2.429.85.45
[email protected]
Bij het opzetten van de geplande nieuwe structuur werd Almanij geadviseerd door Goldman Sachs en KBC door Citigroup Global Markets. KBL werd geadviseerd door JP Morgan.
Indicatief tijdsschema Naar verwachting begin januari 2005 Goedkeuring door toezichtsoverheid en publicatie prospectus overnamebod op KBL Naar verwachting 31 januari 2005 Almanij’s overnamebod op KBL-aandelen Naar verwachting 14 februari 2005 Publicatie resultaat van Almanij’s overnamebod op KBL-aandelen Naar verwachting februari 2005 Goedkeuring door toezichtsoverheid en publicatie noteringsprospectus van KBC Groep NV 2 maart 2005 28 april 2005
Buitengewone AV’s: fusie van Almanij NV en KBC Bankverzekeringsholding NV Algemene Vergadering van Aandeelhouders van KBC Groep NV
Noot voor de redacties: voorstelling van de maatschappijen Almanij NV Almanij NV (“Almanij”) is een gediversifieerde financiële-dienstengroep met als missie het bewerkstelligen van winstgevende langetermijngroei voor haar aandeelhouders via het aanhouden van belangen in groepsmaatschappijen. Almanij heeft momenteel drie dochterondernemingen en bezit een meerderheidsbelang in elk daarvan. Deze dochterondernemingen zijn KBC Bankverzekeringsholding (“KBC”), Gevaert en Kredietbank SA Luxembourgeoise (“KBL”). Almanij heeft een toegewijde en stabiele groep van aandeelhouders: Almancora, Cera (een coöperatieve vennootschap met om en bij het half miljoen individuele leden), de andere vaste aandeelhouders en de Belgische Boerenbond (MRBB). Almanij is genoteerd aan de beurs Euronext. KBC Bankverzekeringsholding NV KBC, waarin Almanij per 30 september 2004 direct en indirect een belang van 69,40% aanhield, is een financiële-dienstengroep actief in het bank- en verzekeringswezen en in assetmanagement. Zijn voornaamste cliëntendoelgroep zijn particulieren en kleine en middelgrote ondernemingen. KBC is een topbankverzekeraar in België en bekleedt ook een sleutelpositie in Centraal-Europa, de tweede thuismarkt van de groep. KBC heeft 48 000 werknemers en bedient 11 miljoen cliënten. KBL European Private Bankers KBL, waarin Almanij per 30 september 2004 direct en indirect een belang van 78,70% aanhield en 84,60% van de totale stemrechten controleerde, is een in Luxemburg gevestigde privatebankinggroep, met ca. 4 000 werknemers. Eind 1996-begin 1997 startte KBL een expansieprogramma op en als gevolg van die expansie is KBL nu aanwezig in elf Europese landen: Luxemburg (KBL), Duitsland (Merck Finck & Co, Privatbankiers), Frankrijk (KBL France), Spanje (Banco Urquijo), Verenigd Koninkrijk (Brown, Shipley & Co), Ierland (KBL Bank Ireland), Italië (Fumagalli Soldan), Zwitserland (Kredietbank (Suisse)), Nederland (Theodoor Gilissen Bankiers), Monaco (KB Luxembourg (Monaco)) en België (Puilaetco Bankers). KBL Group European Private Bankers is een internationaal netwerk van banken en financiële ondernemingen, gespecialiseerd in private banking. Ter ondersteuning van en complementair aan deze activiteit, biedt de KBL-groep ook diensten op vlak van beleggingsfondsen aan, en ontwikkelt daarnaast diverse nicheactiviteiten voor haar verschillende markten. Gevaert Almanij bezit een100%-belang in Gevaert, een bekende investeringsmaatschappij in België, die op haar beurt Agfa-Gevaert, een leider in de beeldvormingsindustrie, momenteel als belangrijkste deelneming aanhoudt. Gevaert is zich de laatste tijd steeds meer gaan richten op investeringen in kleine en middelgrote ondernemingen (in Europa) en op privé-kapitaalverschaffing. Gevaert bezit ook een 100%-belang in Almafin, een gediversifieerde financiële-diensten- en vastgoedmaatschappij.
KBC Bank verlaagt basisrentetarieven voor investeringskredieten (21/12/04) Vanaf donderdag 23 december 2004 verlaagt KBC Bank haar basistarieven voor investeringskredieten met jaarlijkse, 3-, 5-, 7- en 10-jaarlijkse renteherziening. Dit zijn de nieuwe basistarieven: -
jaarlijkse renteherziening 5,35 % (-0,05%) 3-jaarlijkse renteherziening: 5,75 % (-0,25%) 5-jaarlijkse renteherziening: 6,10 % (-0,35%) 7-jaarlijkse renteherziening 6,35 % (-0,40%) 10-jaarlijkse renteherziening 6,70 % (-0,40%)
De basistarieven gelden als richtinggevend voor nieuwe KMO-investeringskredieten met courante voorwaarden: looptijden tot 10 jaar, driemaandelijkse kapitaalaflossingen en driemaandelijkse rentebetaling na verloop van de termijn, en een opnemingsperiode van 9 maanden. Meer informatie kunt u verkrijgen bij: Viviane Huybrecht, woordvoerster KBC tel. + 32 2 429 85 45 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected] Stephane Leunens, Perschef Tel. + 32 2 429 65 01 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected]
KBC Bank verlaagt rente woningkredieten (17/12/04) KBC Bank stemt de rentevoeten van haar woningkredieten af op de nieuwe marktomstandigheden en verlaagt de tarieven met ingang van maandag 20 december 2004. De langetermijnrente staat op een historisch laag peil. Kiezen voor een vaste rentevoet wordt daardoor zeer voordelig, maar ook de aanpasbare formules profiteren flink mee van de renteontwikkeling. Naar gelang van de gekozen formule ligt de daling tussen 0,35 procentpunt (voor de jaarlijks aanpasbare formules) en 0,60 procentpunt (voor sommige vaste formules). Met deze assertieve prijsstelling speelt KBC zowel in op de behoefte van haar cliënten die zekerheid zoeken als op de vraag van cliënten naar matig geprijsde, flexibele woningkredieten. Tegelijkertijd introduceert KBC in zijn bankkantoren een nieuwe registratietoepassing voor kredieten voor particulieren. De doorlooptijd van een kredietdossier wordt korter, waardoor sneller kan worden ingespeeld op de wensen en behoeften van de cliënten. Met een al vereenvoudigd productaanbod, een nieuwe soepele krediettoepassing, een advies op maat én zeer scherpe tarieven positioneert KBC zich als dé specialist in woningkredieten. De nieuwe rentevoeten (en bijbehorende maandelijkse terugbetaling) voor leningen vanaf 25 000 euro, met een looptijd van 20 jaar en gedekt door een hypotheek, bedragen vanaf 20 december 2004: Oude rentevoeten Nieuwe rentevoeten Renteformule aflossing jaarlijkse renteherziening (+3/-3) 5-jaarlijkse renteherziening (+5/-5) formule10-5-5 (+5/-5) 20 jaar vaste rentevoet
3,85% 5,00% 5,35% 5,55%
3,50% 4,45% 4,90% 5,15%
€ € € €
144,29 156,31 162,15 165,45
Als bijlage vindt u ook de integrale tarievenkaart voor de woningkredieten van KBC die geldt vanaf maandag 20 december. Meer informatie kunt u verkrijgen bij: Viviane Huybrecht, woordvoerster KBC tel. + 32 2 429 85 45 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected] Stephane Leunens, Perschef Tel. + 32 2 429 65 01 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected]
Reactie KBC / Almanij op koersevolutie vandaag (16/12/2004) Op 22 november 2004 hebben Almanij en KBC bevestigd dat er momenteel onderzocht wordt of het mogelijk is een eventuele structuurwijziging binnen de groep door te voeren. Almanij/KBC kunnen en wensen in dit stadium van het onderzoek niet vooruit te lopen op de eventuele resultaten en besluitvorming terzake door de respectieve beslissingsorganen.
“Voorwaarden vervuld om van 2005 goed aandelenjaar te maken” (16/12/04) KBC Asset Management : beleggingsstrategie en visie op de markten De mist die dit jaar lange tijd over de aandelenmarkten hing, lijkt recentelijk op te klaren. Eind 2004 zijn er dan ook minder bronnen van onzekerheid dan een half jaar geleden. De olieprijs is over zijn hoogtepunt heen en de geopolitieke risico’s ebben weg. De economische groei vertraagt wel maar blijft in de meeste industrielanden in de buurt van de trendgroei. De Amerikaanse Federal Reserve voert een overduidelijke politiek van stapsgewijze normalisering van de beleidsrente. Het herstel van de bedrijfswinsten zet zich voort, ook al kan het hoge stijgingsritme van de voorbije kwartalen niet worden volgehouden. Tot dusver hebben de beurzen deze forse stijging van de winsten onvolledig gevolgd. KBC Asset Management blijft aandelen daarom in de gemengde portefeuilles overwegen tegenover obligaties. Daarbij maken we nauwelijks onderscheid tussen de VS en Europa, maar worden de accenten gelegd via sectorkeuzes, gericht op de structurele groeiers. Voor de obligatieportefeuilles inspireert het opwaartse, zij het geringe renterisico ons tot het volgen van een voorzichtige, min of meer neutrale rentepolitiek. Extra rendement wordt gezocht in een aantal niches, waaronder obligaties uit Centraal-Europa en converteerbare obligaties.
Internationale conjunctuur
• • •
Wereldconjunctuur in overgangsfase Vertraging zichtbaar in EMU en Japan, maar voorlopig minder in de VS Wereldgroei blijft niettemin ook in 2005 behoorlijk op peil
Na drie kwartalen met een reële groei van rond 5% op jaarbasis viel de wereldgroei in het tweede en derde kwartaal van 2004 terug tot rond 3%. Dat de wereldwijde conjunctuur in de loop van 2004 aan elan zou inboeten, was al een tijdlang duidelijk. De voorlopende OESO-indicatoren wezen al in de eerste maanden van dit jaar in de richting van een synchrone groeivertraging van de G-3 (VS, EMU en Japan). De VS slaagden er in het derde kwartaal (voorlopig) wel nog in een groei van 3,9% te handhaven (tegenover 4,1% in de eerste jaarhelft), maar in de EMU en Japan manifesteerde de vertraging zich sneller dan tot voor kort verwacht. In de eurozone halveerde de groei van 2,3% in de eerste jaarhelft tot 1,2% in het derde kwartaal. In Japan viel de groei terug tot amper 0,2%, tegenover 4,2% in de eerste jaarhelft. Terwijl de VS en Azië (in het bijzonder China) belangrijke drijvende krachten achter de mondiale economische activiteit bleven, droegen ook andere regio’s in toenemende mate bij tot de wereldgroei. De groei bleef de voorbije twee jaar vooral relatief hoog in de nieuwe EU-lidstaten en in de opkomende economieën in Latijns-Amerika, al konden ook die landen recentelijk niet aan de vertraging ontsnappen. In de VS werd de conjunctuur de voorbije jaren ondersteund door een uitermate stimulerend budgettair en monetair beleid. Sinds het aantreden van de regering Bush begin 2001 viel de belastingdruk er met 4,6 procentpunten BBP terug. De reële kortetermijnrente bleef tot drie jaar na het dieptepunt van de conjunctuurcyclus (eind 2001) negatief. Bij vorige cycli bedroeg die drie jaar na het dieptepunt gemiddeld 3%. De haperende wijze waarop de sterke groei zich aanvankelijk vertaalde in steviger arbeidsmarktcijfers (dit als gevolg van sterke productiviteitswinsten) liet lange tijd onzekerheid bestaan over de duurzaamheid van het consumptieherstel. Sinds begin dit jaar verbetert de arbeidsmarktsituatie, maar de sterk opgelopen olieprijzen zetten de koopkracht van de gezinnen onder druk. Toch toonde de Amerikaanse consument zijn veerkracht, met nog een groei van de particuliere consumptie met liefst 5,1% in het derde kwartaal. Dat ging wel ten koste van de spaarquote, die verder terugviel tot een historisch lage 0,4% van het beschikbare inkomen. De verhoging van de beleidsrente, het einde van de budgettaire stimuli en de afkoeling van de wereldconjunctuur zullen in 2005 allicht een jaar van wat mindere groeiprestaties in de VS inluiden. Na een jaargemiddelde groei van 4,4% in 2004 verzwakt de Amerikaanse reële BBP-groei in 2005 allicht tot 3%. In het licht van de onhoudbaar lage spaarquote zal de particuliere consumptie aan dynamiek inboeten, terwijl de groei van de bedrijfsinvesteringen vooral zal te lijden hebben onder het aflopen van een gunstig afschrijvingsregime eind 2004. De forse verzwakking van de dollarwisselkoers van de afgelopen jaren (met circa 22% in termen van de effectieve wisselkoers) zal de activiteitsontwikkeling evenwel ondersteunen. We gaan er dan ook vanuit dat 2005 het jaar wordt waarin de netto-uitvoer, en niet langer de finale binnenlandse vraag, de belangrijkste groeimotor van de Amerikaanse conjunctuur zal worden. Het is opmerkelijk hoe gering de activiteitsontwikkeling in de EMU heeft kunnen profiteren van de uitzonderlijk sterke groeistimuli. Zelfs met de laagste beleidsrentes van de afgelopen 20 jaar en de sterkste groei van de wereldeconomie van de afgelopen 28 jaar slaagde de eurozone er de voorbije kwartalen niet in sterke groeicijfers te boeken. De forse groeiterugval in het derde kwartaal deed zich vooral voor in Duitsland en Frankrijk. In Frankrijk, de voorbije kwartalen een van de sterkhouders in de EMU, was de groeiverzwakking tot 0,5% op jaarbasis opmerkelijk. In Italië en diverse kleinere lidstaten, waaronder België, hield de groei beter stand. De netto-uitvoer, de belangrijkste motor van het bescheiden herstel in de EMU sinds midden 2003, heeft intussen te lijden onder de appreciatie van de euro. Sinds oktober 2000 verstevigde de munt in reële handelsgewogen termen met 27%. Tegen de achtergrond van dit verlies aan concurrentiekracht en de minder sterke wereldconjunctuur is een stevigere binnenlandse vraag in de EMU meer dan welkom. Die laat het voorlopig evenwel afweten door de
zorgwekkende arbeidsmarktsituatie en meer recent de hogere inflatie als gevolg van de olieprijsstijgingen. Een stevige loongroei zit er niet meteen aan te komen. Hoewel de geleidelijke inflatieafkoeling voor ondersteuning kan zorgen, zal de reële inkomensgroei al bij al bescheiden blijven. De Europese consument heeft wel nog een grote spaarneiging (zeker in vergelijking met zijn Amerikaanse tegenhanger), maar in het onzekere conjunctuurklimaat zal hij weinig geneigd zijn om daar veel aan te wijzigen. Een bescheiden inkomensgroei en een iets mindere spaardrang zullen nog soelaas bieden, maar een spectaculaire herleving van de particuliere consumptie valt niet meteen te verwachten. Ook de ondernemers zullen gezien de conjunctuurrisico’s voorzichtig blijven. Samen moet dat zich vertalen in een bescheiden versteviging van de binnenlandse vraag, voldoende om de EMU-groei net beneden de trendgroei van zo’n 2% draaiende te houden. Elders in de wereld zal de groei relatief beter standhouden. Azië (excl. Japan), Latijns-Amerika en CentraalEuropa groeiden in 2004 met respectievelijk naar raming 7%, 6% en 4,5%. In 2005 vallen deze cijfers allicht terug tot rond 6%, 4% en 4%. In China, dat sinds de jaren 80 gemiddeld met jaarlijks 9% groeide, lijkt een ‘harde landing’ alsmaar onwaarschijnlijker. De Chinese overheid koelt de economie onder meer af via restricties inzake kredietverlening, waardoor de groei er geleidelijk op een meer houdbaar pad terechtkomt. In Japan kwam met de forse groeiterugval al in het tweede kwartaal een einde aan een, naar Japanse normen, lange periode van hoogconjunctuur. De particuliere consumptie tekende nog een forse stijging op, maar er kwam niet langer steun van de kant van de bedrijfsinvesteringen en de netto-uitvoer. De vrij sterke prestaties van de voorgaande kwartalen hebben ervoor gezorgd dat op ondernemingsvlak een aantal structurele problemen (overcapaciteit, schuldenlast, overtollig personeel,…) grotendeels zijn weggewerkt. Terwijl de consumptiegroei zal terugkeren naar een meer houdbaar niveau, doet het winstherstel bij de bedrijven vermoeden dat de investeringen de Japanse groei zullen rechthouden rond de trendgroei, geschat op 1,3%.
Monetair beleid en obligatiemarkten
• • •
Fed verhoogt rente verder… …maar renteverhoging ECB verdwijnt uit beeld Geen agressieve stijging van de obligatierente
De voorbije maanden veerde de inflatie in de VS en de EMU door de hogere olieprijzen op tot 3,2% respectievelijk 2,5% in oktober. In Japan was de inflatie in die maand voor het eerst in vijf jaar positief, al was de reden daar de sterke prijsstijging van verse voeding doordat stormen de oogst zware schade toebrachten. Eerder dan een nefaste aanbodschok (zoals in de jaren 70) waren de olieprijsstijgingen sinds midden 2003 vooral een symptoom van de sterk presterende wereldeconomie. China speelde daarin een grote rol en was sinds begin 2003 goed voor ruim een derde van de stijging van de wereldvraag naar olie. Los daarvan stuwden ook geopolitieke problemen (perikelen bij het olieconcern Yukos, stakingen in Nigeria en Noorwegen, de orkaan Ivan in de Golf van Mexico, aanslagen op oliepijpleidingen in Irak, het referendum over het presidentschap in Venezuela) de olieprijs geregeld hoger. Wij gaan ervan uit dat nu de wereldeconomie vertraagt, de olieprijs zijn neerwaarts pad voortzet. Op basis van fundamentele vraag- en aanbodfactoren zien wij hem terugvallen tot circa 33 USD per vat eind 2005. Intussen blijft de onderliggende inflatie, die geen rekening houdt met volatiele prijzen, met zo’n 2% (zowel in de VS als in de EMU) onder controle. De verwachte verdere olieprijsdaling, de nog relatief lage capaciteitsbezettingsgraad en de beperkte arbeidskostendruk suggereren bovendien dat de Amerikaanse en Europese inflatie ook de komende kwartalen beheerst blijft. Op de obligatiemarkten stond de rente in de eerste helft van 2004 onder opwaartse druk onder invloed van de sterke wereldactiviteit en het vooruitzicht van monetaire verstrakkingen door de Fed. De fors hogere olieprijzen, en de daarmee gepaard gaande onzekerheid over de conjunctuur, duwden de obligatierente vanaf midden het jaar opnieuw lager. Dat is een breuk met de ervaring van de afgelopen decennia. Vanaf de jaren 70 liep de langetermijnrente steeds op naarmate de olieprijzen stegen. Het volgehouden beleid van inflatiebestrijding van de voorbije decennia leverde de centrale banken evenwel een geloofwaardige reputatie op en verankerde de inflatieverwachtingen van economische agenten op een laag peil. Doordat tweederondeeffecten (de zgn. ‘loon-prijsspiraal’) op de inflatie uitbleven, zagen zij zich dan ook niet gedwongen om door een forse renteverhogingen de conjunctuur kopje onder te duwen. Met een groei in de buurt van potentieel en een beheerste onderliggende inflatie zal de Fed het nog altijd stimulerend beleid verder aan een geleidelijk tempo wegwerken. Volgens ons scenario verhoogt zij de rente tot 3,25% over een jaar. De ECB daarentegen zal gezien de tegenvallende groei en negatieve conjunctuurrisico’s in de EMU de beleidsrente allicht nog tot minstens in het najaar van 2005 ongewijzigd houden op 2%. Voor Japan verwachten we structureel positieve inflatie vanaf de tweede helft van 2005. Het zal wel zeker tot 2006 duren vooraleer de Bank of Japan het beleid begint te verkrappen. Zij wil niet het risico lopen om met te snelle renteverhogingen de ontluikende inflatie opnieuw in deflatie om te buigen. Met een bescheidener groei en een afkoeling van de inflatie verwachten we voor de VS een slechts beperkte stijging van de obligatierente met zo’n 30 basispunten op een horizon van zes maanden, in de EMU is dat iets minder. T.a.v. de dollar blijven we fundamenteel negatief. Het tekort op de lopende rekening van de Amerikaanse betalingsbalans zal in 2004 zijn opgelopen tot een record van circa 5,3% van het BBP en het ziet er niet naar uit dat het tekort in 2005 fors zal inkrimpen.
Beurzen
• • • • •
Na moeizaam vertrouwensherstel in 2004 klaart mist over beursklimaat op Doemscenario’s niet door feiten bewaarheid Minder bronnen van onzekerheid dan een half jaar geleden Beurzen nog ondergewaardeerd Verwachtingen voor de stijging van de bedrijfswinsten blijven positief
2004 lijkt het tweede jaar op rij te zullen worden waarin aandelen het beter deden dan obligaties. De MSCI World Index steeg, uitgedrukt in euro’s, sinds begin het jaar (tot midden december) met 6,0%. De JP Morgan World Index van overheidsobligaties klom in die periode met 3,1%. Toch bleven de prestaties van de belangrijkste aandelenbeurzen achter op deze van 2003. De meeste piekten immers al vroeg in het jaar, om nadien stuurloos op en neer te dobberen. Pas naar het jaareinde toe heerste er op de beurzen terug een meer overtuigend positieve stemming en konden de koersen de indexstand van het vroege voorjaar evenaren. Intussen is de kloof tussen de recordnoteringen van eind 1999 - begin 2000 en het dieptepunt van de beursmalaise in het voorjaar van 2003 reeds flink gedicht, al verschilt de mate waarin nog sterk tussen de diverse referentie-indices. Zo noteren de NASDAQ Composite, de Dow Jones en de BEL-20 respectievelijk nog 58%, 10% en 21% lager dan hun historische piek. Het beursklimaat werd het voorbije jaar gekenmerkt door een moeizaam vertrouwensherstel. De beurzen slingerden daarbij voortdurend tussen twee uitersten. Enerzijds stuwde de aantrekkingskracht van een meer faire waardering de aandelenmarkten geregeld hoger. Tegen de achtergrond van de sterke wereldconjunctuur, de aanhoudende kostenbeheersing en de lage rente verrasten de bedrijfswinsten meerdere kwartalen op rij in positieve zin, zowel in de VS als in de EMU. Anderzijds dreven twijfels over de duurzaamheid van het internationaal conjunctuurherstel de aandelenkoersen steeds opnieuw lager. Boosdoeners waren vooral de turbulente olieprijzen en de Amerikaanse arbeidsmarktcijfers, die afwisselend warm en koud bliezen. De vrees leefde dat na de impulseffecten van de lage rente en de budgettaire stimuli de VS-conjunctuur zonder zuurstof zou vallen en dat met een alsmaar hogere olieprijs en nauwelijks jobcreatie geen autonome, zichzelf voedende expansie op gang zou komen. Tot dusver werden de doemscenario’s niet door de feiten bewaarheid. Integendeel, een verdere rally van de beurzen lijkt in de maak, nu de olieprijzen over hun hoogtepunt heen zijn, de economische groei weliswaar vertraagt maar niettemin in de buurt van de trendgroei blijft, de richting van het monetair beleid in de VS duidelijk is, en ook de geopolitieke risico’s wat wegebben. De verwachtingen voor de stijging van de bedrijfswinsten in de komende kwartalen blijven bovendien positief en, wat belangrijk is, vooral realistisch. Tot dusver hebben de aandelenbeurzen de forse stijging van de winsten niet volledig gevolgd. De risicopremies op aandelen blijven dan ook hoog in historisch perspectief. In andere segmenten van de financiële markten was er wel sprake van een dalende risicoaversie. De sterke prestatie van de aandelenbeurzen in de Ontluikende Markten en van obligaties met een zwakkere debiteurenkwaliteit illustreert dat er bij beleggers toch meer risicoappetijt is ontstaan.
Beleggingsstrategie KBC Asset Management
• • • •
Overweging aandelen accentueren Regioallocatie: twijfels over dollar wegen niet door Sectorallocatie: focus op structurele groeiers Obligatieportefeuille bespeelt niches
In de gemengde portefeuilles van KBC Asset Management blijven aandelen daarom overwogen tegenover obligaties. De overweging werd recentelijk nog iets meer geaccentueerd. De regionale allocatie in de aandelenportefeuilles kenmerkt zich vooral door een overweging van de Aziatische groeimarkten. De aanhoudend sterke groeidynamiek van deze regio, aangevuurd door China, en de concentratie van de beurskapitalisatie in aantrekkelijke sectoren zoals technologie en telecom blijven aantrekkingspunten. Tussen de grote regionale blokken maken we nauwelijks onderscheid. De waardering van de markten in de eurozone is wel gunstiger dan in Noord-Amerika, maar daar staat tegenover dat het opwaarts renterisico in de VS ook groter is gegeven het zwakker conjunctuurbeeld in Europa. De winstontwikkeling van de Europese en Amerikaanse bedrijven loopt erg parallel. De markt rekent op een gemiddelde winststijging over 2005 van 11% in de VS en van 16% in de EMU. Dat lijkt veel tegen de achtergrond van een tragere economische groei, maar in historisch perspectief zijn dat zeker geen overdreven optimistische inschattingen. Overigens zijn dergelijke winststijgingen zeker niet in de huidige koersen ingeprijsd. Zowel in de VS als in Europa genieten de meeste bedrijven van een internationale uitstraling. Dat betekent dat hun winstontwikkeling eerder door internationaal geïnspireerde sectorale ontwikkelingen worden bepaald dan door lokale conjuncturele. Dat verklaart waarom onze beleggingsstrategie accenten legt in de sectorallocatie liever dan in de regionale allocatie. In het huidige dollarklimaat staan Europese beleggers nochtans nog meer dan gewoonlijk argwanend tegenover de Amerikaanse beurzen. Die vrees lijkt sterk overtrokken. Ook Europese aandelen zijn sterk dollargevoelig. De verklaring hiervoor ligt in de
boekhoudkundige verwerking van de bedrijfswinsten en de concurrentiekrachtverhoudingen. Een verzwakking van de dollar tegenover de euro doet de naar euro omgerekende dollarwinsten van Europese bedrijven dalen en de naar dollar omgerekende eurowinsten van Amerikaanse bedrijven stijgen. Dat speelt des te meer in het nadeel van Europa omdat op de wereldmarkten de prijzen meer in dollar dan in euro worden uitgedrukt. Dollarfluctuaties hebben dus doorgaans een grotere invloed op de winstmarges van Europese dan van Amerikaanse bedrijven. De boekhoudkundige verwerking van deze wisselkoersbeweging leidt tot een relatieve stijging van de winst per aandeel van Amerikaanse bedrijven tegenover Europese en kan een outperformance van Amerikaanse aandelen uitlokken. Op termijn leidt de dollarverzwakking ook tot een betere competitiviteit van de VS tegenover Europa, wat die outperformance nog kan versterken. In de sectorpositionering brengen we wel meer differentiatie aan. We overwegen de groeiers op lange termijn ten nadele van de traditioneel cyclische sectoren. In de cyclische sectoren gaan we ervan uit dat de basismaterialen over hun hoogtepunt heen zijn, zodat we ze flink onderwegen. Het is nu wel duidelijk dat de recente olieprijshausse een gevolg was van tijdelijke bevoorradingsproblemen tegen de achtergrond van een goed draaiende wereldconjunctuur. Een fundamenteel aanbodtekort is er niet. De beurskoersen van oliemaatschappijen verdisconteren ons inziens echter nog altijd veel te hoge verwachtingen m.b.t. de olieprijs en houden onvoldoende rekening met de investeringsinspanningen die heel wat bedrijven in de sector de komende jaren moeten leveren om hun reserves op peil te houden. Ook in de mijnbouwsector lijkt de markt ons te optimistisch over de toekomstige ontwikkeling van heel wat grondstoffenprijzen. Voor de meer laatcyclische industriële sectoren blijven we positiever, zeker wat kapitaalgoederen betreft. Globaal genomen lopen de bestellingen er vlot binnen en is er sprake van margeverruiming. Zo ondervinden truckproducenten geen moeite om de gestegen (en allicht hoogblijvende) staalprijzen door te rekenen. Voor de burgerluchtvaart is het wel nog altijd kantje boord. Hoewel de productievolumes de laatste maanden zijn toegenomen, was de prijszetting niet altijd optimaal. Verschillende maatschappijen hebben niet veel ademruimte na de scherpe stijging van de kerosineprijzen. Voor de defensieaandelen was het wachten op de uitslag van de Amerikaanse verkiezingen. De herverkiezing van president Bush
KBC Asset Management NV betreedt de Chinese markt. (15/12/04) KBC Asset Management NV betreedt de Chinese markt. KBC Asset Management NV verwelkomt de recente beslissing van de Chinese toezichtsoverheid om commerciële banken toe te staan hun eigen vennootschappen voor fondsbeheer op te richten. De heer Stefan Duchateau, CEO van KBC AM NV, merkte tijdens de plechtige opening van het vertegenwoordigingskantoor van KBC AM NV in Sjanghai opdat het openstellen van de markt voor fondsbeheer voor commerciële banken de concurrentie zal verhogen, bijdragen tot de gezondmaking van de branche en meer keuzemogelijkheden bieden aan beleggers. KBC AM NV, de wereldleider in het beheer van fondsen met kapitaalbescherming en aanbieder van een bijna ongeëvenaard gamma van beleggingsproducten, opende officieel zijn vertegenwoordigingskantoor in Sjanghai, China, nadat de de Chinese toezichtsoverheid, de China Securities Regulatory Commission (“CSRC”), de vergunning daartoe had uitgereikt. De openingsceremonie, die plaatsvond in het Four Seasons Hotel in Sjanghai, werd bijgewoond door onder meer de Belgische consul de heer Marc Mullie, senior ambtenaren van het CSRC-kantoor in Sjanghai, prominente genodigden uit de bedrijfswereld en vertegenwoordigers van de lokale overheid. Volgens de heer Duchateau is de opening van het vertegenwoordigingskantoor in Sjanghai een belangrijke stap naar het betreden van de Chinese assetmanagementmarkt. “Momenteel zoeken we een lokale partner met wie we een joint venture willen aangaan, zoals vereist door de lokale voorschriften terzake. Ik ben er zeker van dat we de juiste partner zullen vinden, omdat naast vermogensbeheerders, effectenhuizen en beleggingsmaatschappijen nu ook de commerciële banken de beleggingsmarkt mogen betreden. Wat de acquisitiestrategie voor de Chinese markt betreft, gaf de heer Duchateau aan dat KBC AM NV van plan is eerst de retailmarkt aan te boren, aangezien 50% van haar beheerd vermogen afkomstig is van de retailsector. Fondsen met kapitaalbescherming nemen een belangrijke plaats in in het gediversifieerde gamma van beleggingsproducten en zijn een product waarmee KBC AM NV internationaal een toppositie heeft verworven. De KBC-Groep begon haar zakelijke relaties met China zeven jaar geleden, toen KBC Bank NV haar eerste kantoor in Sjanghai opende op 7 juni 1997. Momenteel beschikt de bank ook over kantoren in Shenzen en Nanjing. In 2002 was KBC Bank NV de eerste Belgische bank in China die een vergunning verkreeg van de People’s Bank of China om er financiële diensten te verlenen in de lokale munt.
Over KBC Asset Management KBC AM NV werd opgericht in juni 2000. KBC AM NV, KBC Bank NV en KBC Verzekeringen NV vormen de drie pijlers van KBC Bankverzekeringsholding NV. Momenteel is KBC AM NV voor 45% eigendom van KBC Bank en voor 55% van KBC Bankverzekeringsholding. KBC AM NV is erkend door de Belgische Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen en mag dan ook assetmanagement en aanverwante diensten aanbieden aan het beleggerspubliek. Met meer dan 50 jaar ervaring in assetmanagement, bekleedt KBC AM NV een vooraanstaande positie op de internationale beleggingsmarkt. In juni 2004 bedroeg het gezamenlijke vermogen van de door haar beheerde fondsen met kapitaalbescherming meer dan 28 miljard USD. Gedurende de laatste tien jaar heeft KBC AM NV meer dan 550 fondsen met kapitaalbescherming uitgegeven, met meer dan 350 verschillende structuren. Voor meer informatie, bezoek onze website www.kbcam.be. Met vragen en voor nadere inlichtingen kunt u terecht bij: Mevrouw Simone Sweerts KBC Asset Management N.V. Vertegenwoordigingskantoor Sjanghai Tel. +86 (0)21 5111-9122 Fax +86 (0)21 5252-4616 E-mail
[email protected]
KBC & producenten van controversiële wapensystemen (14/12/2004) KBC staat principieel weigerachtig tegenover kredietverleningen aan of investeringen in producenten van wapens. In eerste instantie geldt dit uiteraard voor de bij wet verboden wapens (antipersoonsmijnen, chemische en biologische wapens). KBC voegde daar in oktober een tweede categorie aan toe: de ondernemingen die wapens produceren of verhandelen die niet wettelijk verboden zijn, maar waarover wel een internationale consensus bestaat dat zij in de voorbije 50 jaar een onevenredig leed berokkenden ten aanzien van onschuldige burgerslachtoffers. Tot die categorie behoren de clusterbommen en -munitie. Ondertussen werden alle aandelen en bedrijfsobligaties van producenten van deze wapens uitgesloten uit actieve en indexgerelateerde beleggingsfondsen. Indien - door interne controle of externe partijen (bijvoorbeeld door een organisatie als Netwerk Vlaanderen) - zou worden aangetoond dat er toch rechtstreekse geldstromen bestaan naar producten van deze categorieën wapens, dan zal KBC onmiddellijk beslissen om die engagementen systematisch af te bouwen, weliswaar rekening houdend met de contractuele verplichtingen. Begin 2004 startte KBC bovendien op centraal niveau met een strikte, strakke kredietprocedure, zodat nu ook al haar dochtermaatschappijen in binnen- en buitenland dezelfde principes hanteren op het vlak van kredietverstrekking voor dergelijke bedrijven. Daardoor kunnen in de praktijk nu nauwelijks of geen dossiers m.b.t. financiering van wapensystemen nog goedgekeurd worden. Tegelijk werd beslist om de bestaande engagementen die niet volledig in overeenstemming zijn met de vooropgestelde en geactualiseerde principes, systematisch af te bouwen, weliswaar rekening houdend met de contractuele verplichtingen. Evenzeer in oktober startte KBC Asset Management een procedure om, naast de clusterbommen en -munitie, wapens met verarmd uranium uit te sluiten. De Externe Adviesraad Duurzaamheidsanalyse van KBC Asset Management heeft hierrond immers ook de nodige internationale consensus vastgesteld. Deze Externe Adviesraad Duurzaamheidsanalyse (samengesteld uit onafhankelijke professoren van diverse universiteiten uit alle domeinen van duurzaam en maatschappelijk verantwoord beleid) vervult terzake een centrale adviesfunctie ten aanzien van het directiecomité van KBC Asset Management voor wat beleggingen betreft. Ook het directiecomité van KBC Bank laat zich onder meer door dat advies inspireren om uiteindelijk haar kredietbeleid verder te bepalen. Op basis daarvan heeft KBC dan ook beslist om niet langer te investeren in bedrijven die betrokken zijn bij de ontwikkeling en productie van of de handel in wapens met verarmd uranium, ongeacht het relevante omzetpercentage. Dit geldt zowel voor de beleggingsfondsen als voor het kredietbeleid van KBC Bank. Meer informatie kunt u verkrijgen bij: Viviane Huybrecht, woordvoerster KBC tel. + 32 2 429 85 45 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected] Stephane Leunens, Perschef Tel. + 32 2 429 65 01 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected]
KBC Bank past rente kasbons en achtergestelde certificaten aan (02/12/04) Als gevolg van de situatie op de financiële markten, past KBC Bank de rente op kasbons en achtergestelde certificaten aan met ingang maandag 6 december 2004. De nieuwe rentes voor de voornaamste looptijden zijn: Kasbon 1 jaar 2 jaar 3 jaar 4 jaar 5 jaar
vorige rente 1,85% 2,15% 2,40% 2,65% 2,85%
nieuwe rente 1,85% 2,05% 2,30% 2,50% 2,70%
Achtergesteld certificaat 5 jaar 6 jaar 7 jaar 8 jaar 9 jaar 10 jaar
vorige rente 2,90% 3,20% 3,50% 3,65% 3,75% 3,85%
nieuwe rente 2,75% 3,05% 3,35% 3,50% 3,60% 3,70%
Meer informatie kunt u verkrijgen bij: Viviane Huybrecht, woordvoerster KBC tel. + 32 2 429 85 45 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected] Stephane Leunens, Perschef Tel. + 32 2 429 65 01 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected]
KBC zet senioren op automatiseringsspoor. Na Internet- en pc-kennismaking start KBC met introductie in de wereld van kaarten en bankautomaten. (24/11/04) Het succes van de KBC Senior Road Shows en pc-opleidingen zet de bank ertoe aan om deze dienstverlening uit te breiden naar andere domeinen van het betalingsverkeer. Senioren kunnen nu onder begeleiding ook kennismaken met de verscheidene aspecten van bankkaarten, kredietkaarten, geld- en bankautomaten en zo hun drempelvrees overwinnen. Elektronisch betaalverkeer voor iedereen Gisteren vond bij KBC-Malle een eerste Senior Road Show ‘kaarten en automaten’ plaats voor meer dan 90 senioren. Uit de reacties van cliënten op de al langer lopende Senior Road Shows ‘internet en internetbankieren’ en pc-opleidingen bleek immers dat bij senioren nog weerstand heerst tegenover de intussen bij de andere leeftijdscategorieën ruim ingeburgerde elektronische betaaltechnieken. Juist omdat kaart- en automatengebruik zo voor de hand liggend geworden is en bij de meeste handelaars en organisaties intussen als een evidentie wordt beschouwd, ligt het voor de minder bedreven senior niet altijd even voor de hand om nog hulp en begeleiding te vragen wanneer hij of zij moeilijkheden ervaart met elektronische betaaltechnieken. Volgend voorjaar zullen gespreid over Vlaanderen een eerste reeks van deze nieuwe Senior Road Shows plaatsvinden. Senioren bestendigen belangstelling voor internet Vorig jaar startte KBC met Senior Road Shows ‘internet en internetbankieren’ en dit in samenwerking met Telenet en Seniornet Vlaanderen. Vanuit 5 centrale locaties en verscheidene lokale KBC-kantoren werden meer dan 3.000 senioren aan het surfen gezet. De gerichte pc- en internetopleidingen die parallel werden georganiseerd in zowat 60 verschillende locaties, bereikten op hun beurt meer dan 5.000 senioren (of bijna het dubbele van de initiële doelstellingen). Voor 2005 gaat KBC op dit élan verder met nieuwe Senior Road Shows en opleidingsprogramma’s voor pcgebruik op andere locaties. Tegelijkertijd voorziet de bank in telefonische nazorg. Senioren die tijdens een Senior Road Show intekenen op KBC Online, kunnen bovendien rekenen op een initiatie aan huis ! Volwaardige doelgroep De cliëntenbenadering van KBC is opgebouwd rond een aantal grote marktsegmenten. Dit interne organisatiemodel laat toe het producten- en dienstengamma op maat af te stemmen. Zo kon de senior in het verleden al op KBC terugvallen voor zijn specifieke bancaire en verzekeringsbehoeften. Rekening houdend daarmee krijgen zij bij KBC : - volledige vrijstelling voor alle manuele verrichtingen in het betalingsverkeer - telefonische hulp voor gebuikers van KBC-Online - specifieke site 50-plus op de KBC-website - levenslange verzekeringsgarantie auto - korting premie burggerrechtelijke aansprakelijkheid en rechtsbijstand Gezinspolis vanaf 55e - Pricos Defensive : defensief pensioenspaarfonds Binnenkort start KBC met een afzonderlijk seniorensegment, om zo de initiatieven naar de senioren beter te kunnen kanaliseren en hun vragen en verwachtingen nog accurater op te vangen. Meer informatie kunt u verkrijgen bij: Viviane Huybrecht, woordvoerster KBC tel. + 32 2 429 85 45 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected] Stephane Leunens, Perschef Tel. + 32 2 429 65 01 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected]
25 november 2004 KBC Bank & Verzekering Resultaat stijgt na negen maanden met 40% Winstverwachting 2004 opwaarts bijgesteld KBC sluit het derde kwartaal van 2004 af met een Groepswinst van 332 miljoen euro, lager dan het uiterst sterke voorgaande kwartaal, maar 30% hoger dan in het derde kwartaal van 2003. Daarmee ligt de winst van de eerste negen maanden op 1.201 miljoen euro, 40% meer dan in 2003. Dat is te danken aan de gunstige ontwikkeling van zowel bedrijfsopbrengsten als -kosten (het exploitatieresultaat stijgt met +17%) en de daling van de kredietvoorzieningen (-68%). Kerncijfers
1
3K04
3K/3K
3K/2K
9M03
9M04
9M/9M
EXPLOITATIERESULTAAT NETTORESULTAAT, deel Groep Exploitatieresultaat per aandeel (EUR) Nettoresultaat per aandeel (EUR) Nettoactief per aandeel (EUR), einde periode
In miljoen euro
606 332
+9% +30%
-17% -30%
1.729 860 5,72 2,84 34,9
2.031 1.201 6,54 3,87 38,2
+17% +40% +14% +36% +10%
Bankbedrijf Verzekeringsbedrijf Holdingbedrijf
314 27 -9
+61% -60% -
-25% -57% -
655 214 -9
1.101 122 -21
+68% -43% -
97 74 30 91 17
-22% -2% +49% -61%
-5% -18% -19% -3% -75%
363 -4 97 142 117
322 223 101 284 146
-11% +5% +99% +25%
Retail- en private-bankverzekeren Centraal-Europa Assetmanagement Diensten aan Bedrijven Marktactiviteiten Kernratio's
Kosten-opbrengstenratio bankbedrijf Gecombineerde ratio schadeverzekeringen Solvabiliteitsratio bankbedrijf (Tier 1), einde per. Solvabiliteitsratio verzekeringsbedrijf, einde per. (inclusief niet-gerealiseerd meerwaardesaldo) Rendement op eigen middelen Groei winst per aandeel (tegenover vorig jaar)
9M03 65% 95% 8,6% 318%
12M03 65% 96% 9,5% 316%
9M04 60% 94% 9,6% 341%
13% +15%
13% +8%
17% +36%
KBC is een van de belangrijkste bankverzekeraars en vermogensbeheerders in België en in CentraalEuropa. De Groep heeft een marktkapitalisatie van 18 miljard euro, telt ongeveer 48.000 personeelsleden en bedient circa 11 miljoen cliënten. Op www.kbc.com vindt u dit communiqué in het Nederlands, Engels, Frans en Duits. U vindt er ook een Powerpointpresentatie en een gedetailleerd financieel interim-rapport (in het Engels).
1 De resultaten per aandeel zijn berekend op basis van 302.434.320 dividendgerechtigde aandelen op 30-09-03, 303.706.758 op 31-12-03 en 310.710.645 op 30-09-04. De nettoactiefwaarde per aandeel is berekend op basis van 302.434.320 aandelen op 30-09-03, 310.709.797 op 31-12-03 en 310.710.645 op 30-09-04.
Hoofdlijnen financiële resultaten derde kwartaal 2004 •
Het exploitatieresultaat ligt, zoals traditioneel het geval is in het derde kwartaal, lager dan het voorgaande kwartaal (-17%). Opvallend zijn de zeer lage opbrengsten uit de professionele effectenhandel. De rentemarge daalt lichtjes, terwijl de omzet van (levens)verzekeringspremies relatief hoog blijft.
•
Het exploitatieresultaat ligt 9% hoger dan in het derde kwartaal van 2003, onder meer als gevolg van de voortgezette kostenvermindering in het bankbedrijf (-6%) en een beter technisch resultaat in het (schade)verzekeringsbedrijf (gecombineerde ratio voor het kwartaal: 95%).
•
De kredietvoorzieningen blijven op alle deelmarkten laag (kredietverliesratio in het kwartaal: 0,07%).
•
Resultaatsontwikkeling segmenten: op operationeel vlak relatief goede prestaties in de meeste activiteitsdomeinen (met uitzondering van de activiteiten op de financiële markten). Opmerkelijk zijn de goede operationele resultaten op de Belgische markt (de winstbijdrage wordt er wel gedrukt door lage beleggingsopbrengsten in het retailverzekeringsbedrijf). In assetmanagement wordt de kaap van 100 miljard euro beheerd vermogen overschreden. In Centraal-Europa wordt in het derde kwartaal een rendement van het ingezet eigen vermogen behaald van 14%, in het bedrijvensegment van 18%.
Hoofdlijnen financiële resultaten eerste negen maanden van 2004 •
De nettowinst (1.201 miljoen euro) neemt toe met 341 miljoen euro (+40%).
•
De opbrengsten vertonen een stevige groei: de bancaire inkomsten stijgen (organisch) met 5% en het premie-inkomen van levensverzekeringen neemt (organisch) toe met 19% (+5% in het schadebedrijf).
•
In het bankbedrijf dalen de uitgaven op jaarbasis met 75 miljoen euro (–3%). De kostenopbrengstenratio verbetert merkelijk tot 60% (65% in 2003).
•
Het technisch resultaat in het schadeverzekeringsbedrijf handhaaft zich op een bijzonder gunstig niveau (gecombineerde ratio voor de negen maanden van 2004: 94%).
•
De kredietverliezen zijn uiterst gering met een kredietverliesratio van 0,16%. In Polen, waar in 2003 belangrijke kredietvoorzieningen werden geboekt, blijft de ratio (0,85%) onder het marktgemiddelde.
•
De rentabiliteit van het verzekeringsbedrijf is verzwakt door de afwaardering van de aandelenportefeuille (-191 miljoen euro) en hogere belastingen. Bovendien waren er minder kapitaalwinsten op beleggingen.
•
De winst bevat uitzonderlijke opbrengsten (netto 48 miljoen euro) die vooral betrekking hebben op de verkoop van de participatie in het Belgische telecombedrijf Belgacom.
•
Het retailsegment (voornamelijk in België) draagt voor 322 miljoen euro bij tot het Groepsresultaat, het vermogensbeheer (voornamelijk in België) voor 101 miljoen euro, de Centraal-Europese regio voor 223 miljoen euro, het bedrijvensegment voor 284 miljoen euro en de activiteiten op de financiële markten voor 146 miljoen euro.
•
Het rendement op toegewezen kapitaal voor de retailactiviteiten in België bedraagt 14% en in de bedrijven- en marktactiviteiten respectievelijk 19% en 17%. In Centraal-Europa heeft de rentabiliteit zich, na een moeilijk jaar 2003, zeer goed hersteld (rendement van 15%).
Belangrijkste bedrijfsontwikkelingen eerste negen maanden van 2004 •
In het retailbedrijf in België: commercieel succes op het vlak van beleggingsverzekeringen en (woning)kredieten en het verder uitvoeren van een programma van productvereenvoudiging en cliëntgerichtheid.
•
In Centraal-Europa: uitvoering van de programma’s van kennisoverdracht en groepssynergie, herstructurering van de bankactiviteiten in Polen en verhoging van de meerderheidsparticipatie tot 75% in WARTA (de tweede grootste schadeverzekeraar van Polen).
•
Bedrijven en financiële markten: lancering van vernieuwende elektronische cliëntentoepassingen voor internationale handel en betalingsverkeer, start van de joint venture Orbay met Rabobank voor gezamenlijke effectenverwerking en een verdere verlaging van het risicoprofiel van de activiteiten (vanuit het gegeven dat hogere risico’s momenteel onvoldoende worden vergoed).
Kapitaal en solvabiliteit op 30 september 2004 •
Het eigen vermogen van de Groep bedraagt 10,3 miljard euro, een toename met 1,2 miljard euro (+13%) tegenover 31 december 2003. Bovendien is er een niet-geboekt meerwaardesaldo op effecten van 1,9 miljard euro, waarvan 351 miljoen euro op aandelen. De nettovermogenswaarde loopt op tot 38,2 euro per aandeel.
•
De solvabiliteit blijft op een hoog niveau met een kernkapitaalratio voor de bankactiviteiten van 9,6% (Tier 1) en een solvabiliteitsmarge van het verzekeringsbedrijf van 341% (inclusief nietgerealiseerde meer- en minderwaarden).
Wijzigingen in consolidatiekring, waarderingsregels en valutaomrekening •
De resultaten van WARTA (Polen), waarin KBC zijn deelneming tot 75% verhoogde, werden vanaf het eerste kwartaal 2004 volledig geconsolideerd (vermogensmutatiemethode in 2003). Dat beïnvloedt in belangrijke mate diverse resultaatscomponenten van het verzekeringsbedrijf, ook al blijft de impact op de nettowinst veeleer beperkt. Andere wijzigingen van de consolidatiekring hebben geen wezenlijke impact.
•
In de eerste negen maanden van 2004 werden geen wijzigingen in waarderingsregels aangebracht die een noemenswaardige invloed hebben.
•
Er wordt gerekend met koersen van de Amerikaanse dollar en de Poolse zloty die respectievelijk 9% en 7% lager liggen tegenover de euro dan in de eerste negen maanden van 2003. Schommelingen van andere valuta’s zijn minder relevant. Er zijn geen belangrijke koerswijzigingen in het derde kwartaal tegenover het eerste halfjaar van 2004.
Verslag van de commissaris “Wij zijn overgegaan tot een beperkt nazicht van de tussentijdse geconsolideerde financiële informatie van KBC Bankverzekeringsholding NV per 30 september 2004, met een balanstotaal van EUR 240.829 miljoen en een aandeel van de groep in de winst over de periode van EUR 1.201 miljoen. Ons nazicht werd uitgevoerd in overeenstemming met de controleaanbeveling van het Instituut der Bedrijfsrevisoren in verband met het beperkt nazicht. Dit nazicht bestond voornamelijk in de ontleding, de vergelijking en de bespreking van de financiële informatie en was dan ook minder diepgaand dan een volkomen controle van de geconsolideerde jaarrekening. Bij dit nazicht zijn geen gegevens aan het licht gekomen die aanleiding zouden geven tot belangrijke aanpassingen aan de tussentijdse geconsolideerde financiële informatie. Brussel, 25 november 2004. Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCV, vertegenwoordigd door Jean-Pierre Romont, Vennoot en Danielle Vermaelen, Vennoot”. Winstverwachting voor 2004 In de veronderstelling van een ongewijzigde economische omgeving en stabiele beurskoersen, wordt verwacht dat de jaarwinst voor 2004 ten minste 35% hoger zal liggen dan in 2003. Publicatie van de jaarresultaten 2004 De jaarresultaten van 2004 worden bekendgemaakt op www.kbc.com op 3 maart 2005 om 11 uur (tijdzone van Brussel). De Algemene Vergadering vindt plaats op 28 april 2005, op 2 mei 2005 zal het dividend over het boekjaar 2004 worden betaald.
Resultatenoverzicht In miljoen euro
3K03
2K04
3K04
9M03
9M04
BRUTOBEDRIJFSINKOMSTEN
1 569
1 800
1 610
4 872
5 209
Bankbedrijf Nettorente-inkomsten Dividenden Resultaat uit deelnemingen in vermogensmutatie Winst uit financiële transacties wrv. wisselbedrijf en trading wrv. gerealiseerde meerwaarden Nettoprovisie-inkomsten Overige bedrijfsopbrengsten Verzekeringsbedrijf Netto verdiende premies Netto technische lasten wrv. waardecorrecties tak 23 Beleggingsopbrengsten en -lasten wrv. meerwaarden op beleggingen wrv. waardecorrecties tak 23 Resultaat uit deelnemingen in vermogensmutatie Holdingbedrijf
1 364 826 15 2 114 96 18 308 98 207 599 -586 -34 183 50 34 12 -2
1 522 796 41 2 255 181 73 313 114 277 1 373 -1 274 -16 171 -18 16 7 1
1 352 755 25 19 141 93 48 323 89 264 870 -764 10 152 39 -10 7 -7
4 231 2 318 95 10 573 376 196 948 288 640 2 774 -2 714 -118 561 96 118 18 0
4 446 2 357 84 31 674 494 180 987 314 774 3 487 -3 288 -86 557 67 86 18 -12
-1 016
-1 071
-1 004
-3 143
-3 178
-897 -116 -3
-910 -162 1
-844 -158 -1
-2 757 -380 -6
-2 682 -493 -2
554 467 91
729 612 114
606 508 106
1 729 1 474 260
2 031 1 764 281
-193 -204
-20 -77
-38 -14
-410 -425
-176 -134
12 -1 -13 -7 -2
5 52 -8 -11 -5
0 -24 -54 -10 -3
8 7 -17 -32 4
11 -52 -79 -32 48
RESULTAAT VOOR BELASTINGEN wrv. bankbedrijf wrv. verzekeringsbedrijf
337 265 77
684 583 99
501 460 52
1 274 1 049 230
1 791 1 618 188
Belastingen op het resultaat - Bankbedrijf - Verzekeringsbedrijf - Holdingbedrijf
-64 -52 -9 -3
-162 -125 -31 -5
-123 -100 -21 -1
-318 -300 -15 -3
-456 -389 -60 -7
GECONSOLIDEERDE WINST Aandeel van derden in de winst GECONSOLIDEERDE WINST, deel van de Groep
274 -18 256
522 -46 476
379 -46 332
956 -96 860
1 336 -135 1 201
196 67 -7
417 62 -3
314 27 -9
655 214 -9
1 101 122 -21
ALGEMENE BEHEERSKOSTEN Bankbedrijf Verzekeringsbedrijf Holdingbedrijf EXPLOITATIERESULTAAT wrv. bankbedrijf wrv. verzekeringsbedrijf Waardecorrecties bankbedrijf Waardeverminderingen en voorzieningen kredietrisico's Waardecorrecties op effecten Voorzieningen voor andere risico's en kosten Niet-recurrente resultaten verzekeringsbedrijf Afschrijvingen eersteconsolidatieverschillen Uitzonderlijke resultaten
Bijdrage bankbedrijf Bijdrage verzekeringsbedrijf Bijdrage holdingbedrijf
Bijlage 1: verdere toelichting bij de resultatenrekening
Exploitatieresultaat bankbedrijf In miljoen euro Brutobedrijfsopbrengsten Rentewinst (netto) Provisie-inkomsten (netto) Winst uit financiële transacties Valuta- en effectenhandel Gerealiseerde meerwaarden beleggingen Dividendinkomsten Resultaat vermogensmutatie Overige bedrijfsopbrengsten Algemene beheerskosten Exploitatieresultaat bankbedrijf
3K03 1.364 826 308 114 96 18 15 2 98 -897
2K04 1.522 796 313 255 181 73 41 2 114 -910
3K 04 1.352 755 323 141 93 48 25 19 89 -844
9M03 4.231 2.318 948 573 376 196 95 10 288 -2.757
9M04 4.446 2.357 987 674 494 180 84 31 314 -2.682
9M/9M +5% +2% +4% +18% +31% -8% -12% +9% -3%
467
612
508
1.474
1.764
+20%
De sterke opbrengstenontwikkeling van de eerste zes maanden van 2004 vertraagde in het derde kwartaal. Dat is vooral het gevolg van lagere opbrengsten uit de professionele effectenhandel (deels seizoensgebonden, deels door het ongunstige marktklimaat) en als gevolg van de iets lagere rentemarge in België en lagere rente-inkomsten uit obligaties. Voor de eerste negen maanden van 2004 samen stijgen de opbrengsten met 215 miljoen euro (+5%), waarbij voor alle opbrengstencomponenten (dividendinkomsten uitgezonderd) een stijging te noteren valt: •
De rentewinst verhoogt met 39 miljoen euro (+2%). Enerzijds is er de positieve impact van stijgende volumes en de betere depositomarge (zowel in België – zij het vooral in de eerste helft van het jaar - als in Centraal-Europa); anderzijds zijn er de lagere rente-inkomsten uit obligaties. De rentemarge van de Groep bedraagt 1,69% (tegenover 1,71% voor de eerste negen maanden van 2003 en 1,73% voor het volledige jaar 2003).
•
De provisie-inkomsten liggen nog 39 miljoen euro (+4%) boven het hoge niveau van de eerste negen maanden van 2003, als gevolg van de gestegen inkomsten uit fondsenbeheer en corporate finance en de verkoop van verzekeringen.
•
Op het vlak van financiële transacties wordt na een matig 2003 (negatief beïnvloed door de afwaardering van een uitdovende derivatenportefeuille), een stijging met 101 miljoen euro (+18%) opgetekend. De stijging is het meest uitgesproken in het segment van de afgeleide producten. Vooral de resultaten van de eerste zes maanden waren sterk.
•
Het resultaat uit deelnemingen in ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode stijgt met 21 miljoen euro. Het resultaat van het derde kwartaal (19 miljoen euro) heeft immers in grote mate betrekking op een eenmalige belastinglatentie (n.a.v. de gedaalde belastingvoet) in de bank in Slovenië waarin KBC een strategische participatie aanhoudt.
•
De post ‘overige bedrijfsopbrengsten’ ligt 26 miljoen euro (+9%) hoger dan vorig jaar (uiteenlopende reeks van diverse inkomstenposten).
Het kostenniveau in het derde kwartaal vertoont een daling met 7% tegenover het voorgaande kwartaal (deels als gevolg van de lagere variabele vergoedingen met betrekking tot de effectenhandel). Tegenover het derde kwartaal van vorig jaar is er een afname met 6% dankzij de diverse kostenbezuinigingsprogramma’s. Na negen maanden liggen de kosten 75 miljoen euro (-3%) lager dan in de eerste negen maanden van 2003. In België dalen de uitgaven op jaarbasis met 4% en in Centraal-Europa met 3%. Door het succesvolle kostenbeheer en de gunstige ontwikkeling van de opbrengsten daalt de kostenratio naar 60%, een beduidend beter peil dan voor het jaar 2003 (65%).
Exploitatieresultaat verzekeringsbedrijf In miljoen euro 2 Brutobedrijfsopbrengsten Verdiende premies (netto) Levenbedrijf met rentegarantie gekoppeld aan beleggingsfonds Schadebedrijf Technische lasten (netto) Levenbedrijf Schadebedrijf Beleggingsresultaat Meerwaarden Andere beleggingsopbrengsten Resultaat vermogensmutatie Algemene beheerskosten Exploitatieresultaat verzekeringsbedrijf Levenbedrijf Schadebedrijf Niet-technisch resultaat
3K03 207
2K04 277
3K04 264
9M03 640
9M04 774
9M/9M +21%
599 340 218 122 259 -553 -375 -177 149 50 99 12
1.373 1.030 775 255 343 -1.258 -1.044 -215 155 -18 173 7
870 514 376 138 355 -774 -550 -224 161 39 122 7
2.774 1.991 1.369 622 784 -2.595 -2.049 -547 443 81 362 18
3.487 2.422 1.552 870 1.065 -3.202 -2.495 -706 471 67 403 18
-116
-162
-158
-380
-493
+26% +22% +13% +40% +36% +23% +22% +29% +6% -17% +11% 2% +30%
91 51 50 -11
114 56 76 -17
106 45 67 -6
260 150 140 -30
281 144 171 -34
+8% -4% +22% -
Het derde kwartaal wordt opnieuw gekenmerkt door een sterk technisch resultaat in het schadebedrijf (schaderatio 61%). Bovendien zijn er in het levenbedrijf opnieuw voor 514 miljoen euro premieontvangsten (hoewel het derde kwartaal traditioneel minder sterk is dan de twee voorgaande kwartalen). Voor de eerste negen maanden van 2004 nemen de totale bedrijfsopbrengsten toe met 134 miljoen euro (+21%), met weliswaar een belangrijke impact van de opname van WARTA Verzekeringen (Polen) in de consolidatiekring. Organisch, d.w.z. zonder impact van consolidatiewijzigingen, groeien de opbrengsten met 33 miljoen euro (+5%): •
De premie-inkomsten liggen 713 miljoen euro hoger dan vorig jaar (+26%). Organisch bedraagt de toename 427 miljoen euro (+15%). Daarbij ligt het premie-inkomen in het levenbedrijf op een recordniveau van 2,4 miljard euro. Dat is (organisch) 19% hoger dan in de eerste negen maanden van 2003, en dat zowel op de Belgische markt als in Centraal-Europa. In het schadebedrijf stijgen de verdiende premies tot 1,1 miljard (organisch +5%). Het rechtstreekse schadebedrijf groeit met 7% in België en (organisch) met 18% in Centraal-Europa. In de bedrijfstak herverzekeringen wordt een daling met 5% opgetekend.
•
De schaderatio in het schadebedrijf neemt af van 65% in de eerste negen maanden van 2003 tot 62%. Dat is vooral het gevolg van het optimaliseren van het acceptatiebeleid in Centraal-Europa, waardoor de schaderatio er daalt van 75% in de eerste negen maanden van 2003 naar 62%. Ook de schaderatio voor de herverzekeringsactiviteit verbetert aanzienlijk (van 77% naar 66%). De reserveringsratio voor de schadeverzekeringsactiviteiten (exclusief premie- en egalisatiereserve) bedraagt 164%, zijnde 220% voor de Belgische retailactiviteit, 235% voor de herverzekeringstak en 69% in Centraal-Europa (op de Centraal-Europese markt zijn de reserveratio’s in het algemeen veel lager, onder meer als gevolg van de gemiddeld snellere afhandeling van schadegevallen).
•
De inkomsten uit de belegde reserves vertonen een stijging met 27 miljoen euro (+6%), ook al is deze toename door het gedaalde gemiddelde beleggingsrendement eerder beperkt in vergelijking met de stijging van de belegde volumes.
De beheerskosten (incl. de betaalde commissielonen) stijgen in de eerste negen maanden van 2004 met 113 miljoen euro (+30%). Organisch is dat met 25 miljoen (+7%). Hierbij bedraagt de stijging in het levenbedrijf (organisch) 7%, beduidend lager dan de toename van het premie-inkomen als gevolg van het relatief hoge aandeel van koopsompolissen. In het schadebedrijf groeit de kostenmassa (organisch) met 6%, in de lijn van de premiegroei. Het niet-technisch resultaat loopt na negen maanden op tot -34 miljoen euro, in de lijn van het voorgaande jaar.
2 Exclusief waardecorrecties ten laste van de polishouders voor producten gekoppeld aan beleggingsfondsen (tak 23).
Waardecorrecties bankbedrijf
In miljoen euro Voorzieningen voor kredietrisico’s Waardecorrecties voor beleggingseffecten Voorzieningen voor andere risico’s en kosten
3K03 -204
2K04 -77
3K04 -14
9M03 -425
9M04 -134
9M/9M -68%
+12
+5
+0
+8
+11
-
-1
+52
-24
+7
-52
-
•
De kredietvoorzieningen in het derde kwartaal zijn opnieuw uiterst gering (14 miljoen euro). De voorzieningen voor kredietrisico’s voor de eerste negen maanden van 2004 handhaven zich daardoor op een uitzonderlijk laag peil met een kredietverliesratio van 0,16% (0,71% voor het jaar 2003). De ratio voor België, voor Centraal-Europa en voor de internationale kredietenportefeuille bedraagt respectievelijk 0,11%, 0,46% en 0,11%. De dekking van probleemkredieten door uitstaande kredietvoorzieningen bedraagt 82%.
•
Door het relatief vlakke verloop van de aandelenbeurzen in zowel het eerste halfjaar als het derde kwartaal is er geen noemenswaardige invloed op het resultaat van de waardering van de beleggingsportefeuille.
•
In het derde kwartaal wordt een nettobedrag van 24 miljoen euro aan voorzieningen voor diverse andere kosten aangelegd (onder meer gekoppeld aan de lopende kostenbezuinigingsprogramma’s). Voor de eerste negen maanden van 2004 bedraagt de nettotoevoeging aan de diverse ‘voorzieningen voor andere risico’s en kosten’ per saldo 52 miljoen euro. Niet-recurrent resultaat verzekeringsbedrijf
In miljoen euro Waardecorrecties op aandelen Niet-recurrent gerealiseerde meerwaarden op beleggingen Toevoeging (-) / terugneming (+) voorziening voor financiële risico’s Overige niet-recurrente resultaten: - wrv. terugneming egalisatievoorziening Niet-recurrent resultaat
3K03 -18
2K04 -36
3K04 -27
9M03 -108
9M04 -191
9M/9M +76%
0
+23
-27
+122
18
-85%
+7
0
0
-115
93
-
-2
+4
0
0
-
-13
-8
-54
+84 +92 -17
-79
-
In 2004 werden totnogtoe voor een bedrag van 191 miljoen euro waardeverminderingen op de aandelenportefeuille geboekt, waarvan 27 miljoen euro in het derde kwartaal (toepassing van het principe dat een waardevermindering wordt geboekt als de marktwaarde gedurende 3 jaar onder de boekwaarde blijft). Deze minderwaarden worden gedeeltelijk opgevangen door enerzijds het gebruik van de voorziening voor financiële risico’s (93 miljoen euro in het eerste kwartaal) die hiervoor in het verleden werd aangelegd, en anderzijds de realisatie van ‘niet-recurrente meerwaarden’ op beleggingen (18 miljoen euro). Per saldo loopt het negatief niet-recurrent resultaat voor de de eerste negen maanden van 2004 op tot -79 miljoen euro. Uitzonderlijk resultaat, belastingen en resultaatsbijdrage holdingbedrijf •
In de eerste negen maanden wordt een uitzonderlijk resultaat van netto 48 miljoen euro geboekt, hoofdzakelijk dankzij de gerealiseerde meerwaarde op de verkoop van de participatie in het Belgische telecombedrijf Belgacom.
•
De belastingdruk voor de Groep (25%) ligt in de eerste negen maanden van 2004 in de lijn van die van 2003.
•
De verliesbijdrage van het holdingbedrijf (na negen maanden: -21 miljoen euro) is hoger dan in 2003, vooral als gevolg van lagere renteopbrengsten op beleggingen en in mindere mate ook door de kosten verbonden aan het opzetten op holdingniveau van een ruimere beheersstructuur voor de Centraal-Europese regio.
Bijlage 2: overzicht resultaatsbijdrage activiteitsdomeinen Het Groepsresultaat kan als volgt worden omgeslagen over de activiteitsdomeinen (na aftrek van onder meer de opbrengst van het aanwezige surpluskapitaal en van het deel van de andere aandeelhouders in de winst): 3K03 125 74 51
2K04 102 64 38
3K04 97 80 16
9M03 363 179 184
9M04 322 245 77
9M/9M -11% +37% -58%
-40 37 9 -112 1 4
90 50 5 7 3 24
74 32 7 14 16 5
-4 116 23 -150 6 0
221 124 25 25 22 28
+7% +4% +279% -
Assetmanagement
31
37
30
97
101
+5%
Diensten aan Bedrijven - waarvan bankbedrijf - waarvan verzekeringsbedrijf
61 57 4
93 91 2
91 84 7
142 139 4
284 264 20
+99% +90% -
Marktactiviteiten
43
66
17
117
146
+25%
In miljoen euro Retail- en private-bankverzekeren (vnl. België) - waarvan bankbedrijf - waarvan verzekeringsbedrijf Centraal-Europa - waarvan bankbedrijf in Tsjechië en Slowakije - waarvan bankbedrijf in Hongarije - waarvan bankbedrijf in Polen - waarvan bankbedrijf in Slovenië - waarvan verzekeringsbedrijf
•
In het retailsegment in België vallen in het derde kwartaal goede operationele resultaten te noteren. Door merkelijk lagere gerealiseerde meerwaarden in het verzekeringsbedrijf zakt de derdekwartaalwinst evenwel onder het gemiddelde van de afgelopen kwartalen. Na negen maanden ligt de winst van de bancaire activiteiten 37% hoger dan in de overeenkomstige periode van 2003 als gevolg van de opbrengstengroei met 5% en een aanzienlijk verbeterde kostenratio (-5 procentpunten). Het verzekeringsbedrijf laat dan wel een premiegroei met 17% zien, de nettoresultaatsbijdrage wordt gedrukt door lagere inkomsten uit en waardecorrecties op de beleggingsportefeuille. Per saldo daalt de segmentwinst met 11% en bedraagt het rendement van het ingezet eigen vermogen 14%. In het bankbedrijf is dit 16%, in het verzekeringsbedrijf 10%.
•
De resultaten in de Centraal-Europese regio zijn als volgt: o
In Tsjechië en Slowakije worden in het derde kwartaal goede operationele resultaten gerealiseerd. De kwartaalwinst wordt er evenwel voor een bedrag van 24 miljoen euro gedrukt door niet-operationele items (herstructureringsprovisie en afwaardering van gebouwen in het bankbedrijf). Voor de eerste negen maanden van 2004 neemt de bancaire winstbijdrage toe met 7% als gevolg van de opbrengstenstijging met 16% en de verbeterde kostenratio (van 68% naar 60%). Het rendement van het ingezet eigen vermogen bedraagt 17%. Op verzekeringsvlak is er een premiegroei met 13% en ook de technische resultaten tonen in 2004 een duidelijke verbetering (schaderatio daalt van 77% naar 64%). De verliesbijdrage uit 2003 wordt hierdoor omgezet in een winstbijdrage van 10 miljoen euro (rendement van 11%).
o
In Hongarije ligt het resultaat van het derde kwartaal in de lijn van het resultaat van het vorige kwartaal. De winst aan de bankkant bedraagt na negen maanden 25 miljoen euro, i.e. 5% hoger dan vorig jaar, wat overeenkomt met een rendement van het ingezet kapitaal van 19%. Het effect van de opbrengstengroei met 11% wordt er, bij een gelijkblijvende kostenopbrengstenratio, afgezwakt door iets hogere kredietprovisies en een hogere gemiddelde belastingvoet. De rendementsindicatoren voor 2004 in het verzekeringsbedrijf zijn uitstekend (winsttoename van 67% en rentabiliteit van 28%), maar de winstbijdrage blijft beperkt (4 miljoen euro).
o
In Polen wordt het kwartaalresultaat ondersteund door de uitzonderlijke meerwaarde op de verkoop van de activiteiten in Oekraïne (8 miljoen euro). Na negen maanden wordt door de bankactiviteiten een winstbijdrage gerealiseerd van 25 miljoen euro (rendement op ingezet kapitaal van 11%). Dat is onder meer het gevolg van de kostendaling met 10% (in lokale munt) en de gerealiseerde meerwaarde in Oekraïne. De kredietverliesratio (0,85%) ligt onder het marktgemiddelde. De bijdrage van de Poolse verzekeringsactiviteiten (waarin recent een meerderheidsparticipatie werd verkregen) bedraagt na negen maanden 16 miljoen euro (rendement van 8%).
o
De bancaire winstbijdrage in Slovenië (minderheidsparticipatie) bedraagt na negen maanden 22 miljoen euro, waarvan 16 miljoen euro in het derde kwartaal werd gerealiseerd (weliswaar ondersteund door een eenmalige belastinglatentie). Het resultaat voor de negen maanden 2004 van de pas gestarte bankverzekeringsactiviteit bedraagt vooralsnog –1 miljoen euro.
•
Na een voortreffelijk eerste halfjaar valt de kwartaalwinst van de assetmanagementdivisie enigszins terug als gevolg van de lagere (beheers)inkomsten (deels seizoensgebonden, deels door de trendmatige verschuiving van het beheerd vermogen naar producten met lagere marge). Het beheerd vermogen ligt intussen 13% hoger dan aan het begin van het jaar en heeft de kaap van 100 miljard euro beheerd vermogen overschreden (100,9 miljard euro). De aangroei situeert zich onder meer bij de kapitaalgegarandeerde retailfondsen en het adviserend vermogensbeheer voor vermogende particulieren. Ongeveer 60% is afkomstig van de netto-instroom van nieuwe gelden. De winstbijdrage voor de eerste negen maanden van 2004 stijgt met 5% tot 101 miljoen euro.
•
Door het aanhoudend gunstig niveau van kredietverliezen ligt de winstbijdrage van het bedrijvensegment voor het vierde opeenvolgende kwartaal op een hoog peil. Voor de negen maanden van 2004 loopt het resultaat op tot 284 miljoen euro. Dat is 99% meer dan in 2003, vooral dankzij het structureel lagere niveau van kredietvoorzieningen (kredietverliesratio 0,16%), maar ook de toegenomen provisiegebonden activiteiten (fee business) in het bankbedrijf, het aanhoudend strikte kostenbeheer en de lagere schaderatio in het schadeverzekeringsbedrijf (van 77% naar 66%) dragen daartoe bij. Het segmentrendement in verhouding tot de ingezette middelen loopt op tot 19%. In het bankbedrijf is dat 19%, in het (her)verzekeringsbedrijf 31%.
•
Na een heel sterk eerste halfjaar is de kwartaalwinst van de activiteiten op de financiële markten bijzonder laag. Naast de traditioneel lagere handelsvolumes tijdens de zomer, liggen onder meer de onzekerheid over de renteontwikkeling (als gevolg waarvan een aantal posities bewust zijn afgebouwd), de vlakkere rentecurve, de lage volatiliteit en het beperkte beursmomentum hieraan ten grondslag. Voor de eerste negen maanden van 2004 blijft de winstbijdrage (146 miljoen euro) 25% hoger dan vorig jaar en bedraagt het rendement van het ingezet eigen vermogen 17%.
KBC Bank & Verzekering Havenlaan 2 1080 Brussel Directie Strategie & Expansie Persdienst Hoofd Persdienst / woordvoerster: Viviane Huybrecht Tel: (02) 429 85 45 Persdienst: Tel.: 02 429 65 01 Fax: 02 429 81 60
KBC Bank krijgt nieuwe vergunningen in China (24/11/2004) KBC Bank heeft het genoegen aan te kondigen dat de China Banking and Regulations Commission (CBRC) haar twee nieuwe vergunningen heeft toegekend die KBC in staat stellen haar bancaire dienstverlening verder uit te breiden in China. 1. Het KBC-kantoor in Sjanghai heeft een vergunning gekregen om afgeleide wissel- en renteproducten te verkopen aan bedrijven en financiële instellingen in China. 2. Het kantoor heeft ook een vergunning gekregen om bancaire producten in alle munten te verkopen, inclusief in de renminbi (RMB), de lokale munt, aan lokale Chinese ondernemingen. De nieuwe vergunningen maken het KBC mogelijk haar dienstverlening in China uit te breiden en de ontwikkeling ervan verder te ondersteunen. KBC startte haar activiteiten in China in 1995 en beschikt momenteel over drie volwaardige kantoren in Sjanghai, Shenzen (in de provincie Guandong) en Nanjing (in de provincie Jiangsu). In 2002 en 2003 verkregen de KBC-kantoren in Sjanghai en Shenzen naast een vergunning om bankproducten in vreemde munten aan te bieden ook een vergunning om producten in de renminbi aan te bieden aan Foreign Invested Enterprises (FIE). Dankzij de nieuwe vergunning kunnen ze die diensten nu ook verlenen aan lokale ondernemingen. Als gevolg van de verplichtingen van China tegenover de wereldhandelsorganisatie kunnen momenteel alleen bedrijven die gevestigd zijn in dertien steden (Sjanghai, Guangzhou, Shenzen, Nanjing, enz.) de vergunning om bankproducten aan te bieden in de lokale munt (RMB) krijgen. In december 2004 worden drie nieuwe steden (inclusief Beijing) toegevoegd aan de lijst. In december 2005 nog vier en in december 2006 ten slotte zullen alle geografische beperkingen worden opgeheven en zal KBC diensten in RMB in heel China kunnen aanbieden. Vandaag kan KBC al diensten in vreemde munten verlenen aan bedrijven (FIE en lokale Chinese ondernemingen) die over China verspreid zijn. De CBRC controleert ongeveer 200 buitenlandse vestigingen en joint ventures die actief zijn in China. Ongeveer 100 ervan hebben een vergunning gekregen voor financiële dienstverlening in RMB. Tot op heden hebben ongeveer 50 kantoren een vergunning verkregen om diensten te verlenen aan lokale Chinese ondernemingen. KBC is vereerd deel uit te maken van die heel selecte groep van internationale banken. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Theo Speelmans General Manager, Asia Pacific Tel. 00 65 6395 28 28
KBC Bank & Verzekering Havenlaan 2 1080 Brussel Directie Strategie & Expansie Persdienst Hoofd Persdienst / woordvoerster: Viviane Huybrecht Tel: (02) 429 85 45 Persdienst: Tel.: 02 429 65 01 Fax: 02 429 81 60
Onderzoek naar mogelijke structuurwijziging binnen de Almanij / KBC-groep (22/11/04) Naar aanleiding van een artikel in “De Standaard” van vandaag, bevestigen Almanij / KBC dat er momenteel onderzocht wordt of het mogelijk is een eventuele structuurwijziging binnen de groep door te voeren. Noch over de uitkomst van dat onderzoek, noch over de modaliteiten, kan momenteel iets concreet worden gezegd. Eventuele besluiten van het onderzoek zullen trouwens eerst aan de respectieve beslissingsorganen moeten worden voorgelegd. Almanij/KBC kunnen en wensen dan ook in dit stadium van het onderzoek zeker niet vooruit te lopen op de eventuele resultaten. Evenmin kunnen of wensen zij een indicatie (te) geven over de timing waarop dit onderzoek eventueel kan / zal worden afgerond. Meer informatie kunt u verkrijgen bij: Viviane Huybrecht, woordvoerster KBC tel. + 32 2 429 85 45 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected] Stephane Leunens, Perschef Tel. + 32 2 429 65 01 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected]
Derdekwartaalresultaten 2004 KBC Bankverzekeringsholding (19/11/04) KBC Bankverzekeringsholding zal haar resultaten over het derde kwartaal van 2004 bekendmaken op donderdag 25 november 2004 onder beurstijd (om 11.00 uur). Het persbericht zal die dag vanaf 11.00 uur beschikbaar zijn op de website van KBC: www.kbc.com. Meer informatie kunt u verkrijgen bij: Viviane Huybrecht, woordvoerster KBC tel. + 32 2 429 85 45 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected] Stephane Leunens, Perschef Tel. + 32 2 429 65 01 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected]
KBC & producenten van wapensystemen (05-11-04) Het zal niet nieuw zijn voor de geïnteresseerde lezer: KBC wenst principieel eigenlijk niet te investeren of te beleggen in, noch kredieten te verlenen aan producenten van wapensystemen. In de praktijk betekent dit dat KBC vanzelfsprekend niet zal beleggen of investeren in of kredieten zal toestaan aan producenten van bij wet verboden wapens (antipersoonsmijnen, chemische en biologische wapens). KBC voegde daaraan een tweede categorie toe: het krediet verlenen aan of actief beleggen in ondernemingen die wapens produceren of verhandelen die niet wettelijk verboden zijn, maar waarover wel een internationale consensus bestaat dat zij de voorbije 50 jaren een onevenredig leed berokkenden ten aanzien van burgerslachtoffers. Tot die categorie behoren de clusterbommen en -munitie. Ondertussen werden alle aandelen en bedrijfsobligaties van producenten van deze wapens uitgesloten uit actieve en indexgerelateerde beleggingsfondsen. Indien, door interne controle of externe partijen (bijvoorbeeld door een organisatie als Netwerk Vlaanderen), zou aangetoond worden dat er toch rechtstreekse geldstromen naar deze categorieën wapens bestaan, dan zal KBC onmiddellijk beslissen om die engagementen systematisch af te bouwen, weliswaar rekening houdend met de contractuele verplichtingen. Bovendien is recent in KBC een strikte, strakke procedure, op centraal niveau, in voege gebracht, zodat ook al onze dochtermaatschappijen dezelfde principes hanteren. In de praktijk komt het erop neer dat er nu nauwelijks of geen dossiers m.b.t. financiering van wapensystemen goedgekeurd worden. Tegelijk werd beslist om bestaande engagementen die niet volledig in overeenstemming zijn met de door ons vooropgestelde en geactualiseerde principes, systematisch af te bouwen, weliswaar rekening houdend met de contractuele verplichtingen. Ook voor een derde categorie van wapens, nl. ‘wapens met verarmd uranium’, is KBC Asset Management een procedure gestart met het oog op de uitsluiting van producenten uit beleggingsfondsen. Immers, de Externe Adviesraad Duurzaamheidsanalyse van KBC Asset Management heeft hierrond ook de internationale consensus vastgesteld. Momenteel zijn de betrokken bedrijven aangeschreven om ze de kans te bieden het dossier te vervolledigen. Indien de betrokkenheid van de bedrijven met deze wapens onomstotelijk aangetoond kan worden, zullen ook deze bedrijven worden uitgesloten. In principe gebeurt dit nog voor het eind van het jaar. De Externe Adviesraad Duurzaamheidsanalyse (samengesteld uit onafhankelijke professoren van alle universiteiten uit alle domeinen van duurzaam en maatschappelijk verantwoord beleid) vervult terzake een adviesfunctie ten aanzien van het directiecomité van KBC Asset Management voor wat beleggingen betreft. Ook het directiecomité van KBC Bank zal zich onder meer door dat advies laten inspireren om uiteindelijk haar kredietbeleid verder te bepalen. KBC mag dan ook een bedrijf genoemd worden met hoogstaande ethische codes, een bedrijf ook dat in het bijzondere domein van wapenproductie een duidelijk, transparant en restrictief beleid voert dat bovendien geactualiseerd en uitgebreid wordt in het licht van de wijzigende maatschappelijke en wettelijke context en inzichten. Meer informatie kunt u verkrijgen bij: Viviane Huybrecht, woordvoerster KBC tel. + 32 2 429 85 45 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected] Stephane Leunens, Perschef Tel. + 32 2 429 65 01 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected]
KBC Bank past rente kasbons en achtergestelde certificaten aan (02/12/04) Als gevolg van de situatie op de financiële markten, past KBC Bank de rente op kasbons en achtergestelde certificaten aan met ingang donderdag 4 november 2004. De nieuwe rentes voor de voornaamste looptijden zijn: Kasbon
vorige rente
nieuwe rente
1 jaar
1,75%
1,85%
2 jaar
2,15%
2,15%
3 jaar
2,50%
2,40%
4 jaar
2,80%
2,65%
5 jaar
3,05%
2,85%
Achtergesteld certificaat
vorige rente
nieuwe rente
5 jaar
3,10%
2,90%
6 jaar
3,40%
3,20%
7 jaar
3,70%
3,50%
8 jaar
3,85%
3,65%
9 jaar
3,95%
3,75%
10 jaar
4,05%
3,85%
Meer informatie kunt u verkrijgen bij: Viviane Huybrecht, woordvoerster KBC tel. + 32 2 429 85 45 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected] Stephane Leunens, Perschef Tel. + 32 2 429 65 01 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected]
Employee Benefits: onbekend maar allesbehalve onbemind (26-10-2004) Marktonderzoek KBC wijst op lacunes in kennis van werknemersvoordelen Uit een marktonderzoek dat Ipsos Brussels voor KBC verrichtte bij 500 Vlaamse en Brusselse werknemers en 100 werkgevers blijkt dat heel wat werknemers niet altijd een duidelijk beeld hebben van de werknemersvoordelen die zij genieten. Niettegenstaande deze onvolledige kennis van inhoud en waarde ervan hechten zij er toch erg veel belang aan en zijn zij zelfs bereid tot extra inspanningen in ruil voor extra voordelen. Het verlengen van de wettelijke pensioenleeftijd tot 67 in ruil voor meer voordelen wordt echter radicaal afgewezen. De werknemers vragen van hun werkgevers vooral duidelijkere communicatie over employee benefits. KBC zal aan de hand van de resultaten van dit onderzoek zijn dienstenpakket inzake employee benefits nog beter afstemmen op de behoeften en verwachtingen van zijn cliënteel. Motivatie staat voorop Van de ondervraagde werkgevers bevestigt 89% dat zij hun werknemers employee benefits toekennen. De werkgevers stippen naast het motiverend karakter vooral het belang voor het personeelsbeleid aan ; de werknemers erkennen vooral het motiverende en fiscaal voordelige aspect. Indien bij de werkgevers naar hun prioriteiten wordt gepeild, komt het fiscale aspect evenwel als tweedebelangrijkste reden (24%) voor toekenning naar boven, na personeelsmotivatie (29%). Werknemersvoordelen zijn duidelijk een HR-instrument: grosso modo 70% van de werkgevers beschouwt ze als een belangrijke factor bij de aanwerving en het behoud van goede medewerkers. Tweederde van de werkgevers erkent dat sommige employee benefits een noodzakelijk werkinstrument zijn voor de werknemers in de uitvoering van hun job.
Kortetermijnvisie primeert Als een werknemer de keuze zou krijgen, opteert hij in eerste instantie voor extra loon. De vaststelling dat een juiste fiscale inschatting van werknemersvoordelen niet voor de hand ligt (cf infra), is daar zeker niet vreemd aan. Pas in tweede instantie wordt gekozen voor aanvullende voordelen, met maaltijdcheques en ziekenhuiskostenpolis voorop. De focus ligt dus duidelijk op de direct zichtbare en onmiddellijk financieel resultaat opleverende voordelen. De werkgevers daarentegen denken dat hun werknemers maaltijdcheques boven loon verkiezen, en schatten de leasewagen opvallend hoger in dan de door hun werknemers verwachte ziekenhuiskostenpolis. Ook de werkgevers schuiven in hun EB-beleid deze kortetermijnvisie naar voren. Langetermijnvoordelen zoals de groepsverzekering krijgen relatief lage belangstellingsscores. Employee benefits spelen ook een rol bij de keuze van de werkgever: 61% van de werknemers erkent dat dit een invloed uitoefent en 21% zou ook daadwerkelijk de stap zetten om op deze basis van werkgever te veranderen. De leasewagen blijkt hier de doorslaggevende factor.
Veel onduidelijkheid bij werknemers De werkgevers die aanvullende voordelen toekennen, denken spontaan in eerste instantie aan de groepsverzekering (84%) en de maaltijdcheques (80%), maar ook de ziekenhuiskostenpolis scoort opvallend goed (73%). De leasewagen krijgt veel minder spontane vermeldingen (29%) als aanvullend voordeel, mogelijk omwille van het vooral jobgebonden karakter ervan. Uit de ondervraging blijkt echter dat heel wat werknemers zich niet echt bewust zijn van de aanvullende voordelen die zij krijgen. 47% denkt zelfs geen enkele vorm van werknemersvoordeel te genieten, maar geconfronteerd met een lijstje van voordelen valt dit percentage naar 14% terug. ‘Spontaan’ worden maaltijdcheques (79% van diegenen die dit voordeel krijgen) en leasewagen (62%) het meest vermeld, terwijl groepsverzekering (40%) en ziekenhuiskostenpolis (31%) al beduidend minder scoren. Toch blijkt hieruit dat ook zij – directe loon- en mobiliteitsgebonden voordelen buiten beschouwing gelaten – vooral de verzekeringsproducten als werknemersvoordeel zien. De werknemers weten daarbij grotendeels welke de hoofdwaarborgen zijn in hun groepsverzekering, maar zijn zich opvallend weinig bewust van de financiële waarde ervan. Zo weet nauwelijks 16% welke uitkering voorzien is in de dekking voor aanvullend pensioen of overlijdensdekking in hun groepsverzekering. Praktische werkinstrumenten als GSM en computer worden door nog geen kwart van de werknemers als voordeel beschouwd. Bij de werkgevers zijn de scores zelfs nog lager. Aandelenoptieplannen liggen eveneens minder goed in de markt : slechts een derde van de bedrijfsleiders en amper 15% van de werknemers vermeldt spontaan dit voordeel. Bijna 4 op 10 werknemers geeft overigens toe niet te weten welke employee benefit fiscaal het voordeligst is. Diegenen die beweren er toch een idee van hebben, kunnen in het merendeel van de gevallen geen juiste inschatting maken. Zo stipt amper 14% de leasewagen terecht als meest voordelige benefit aan, en denkt 41% dat maaltijdcheques netto het meest opleveren (terwijl deze vorm van beloning pas op de derde plaats na de groepsverzekering komt). De werknemers leggen de vinger op de zere plek : amper 36% van de respondenten vindt dat hun bedrijf voldoende communiceert over de bovenwettelijke voordelen, terwijl liefst 72% van de werkgevers van oordeel is dat dit wél gebeurt. Deze communicatiekloof is ongetwijfeld de voornaamste verklaring van de onduidelijkheid bij de werknemers, en mogelijk ook van de relatief zwakke scores van de minder zichtbare langetermijnvoordelen. KBC vangt deze informatielacune voor zijn cliënten gedeeltelijk al op door in KBC
Online voor de werknemer zoveel mogelijk informatie in één elektronisch opvraagbaar en permanent consulteerbaar overzicht te verzamelen. Daar ziet de cliënt niet alleen zijn bancaire beleggingen en zijn verzekeringen, maar - en dit is uniek - ook zijn zelf gespaarde pensioenreserves (3de pijler) en de door de werkgever via een groepsverzekering (2de pijler) bij KBC opgebouwde pensioenreserves. De werkgever kan op zijn beurt via KBC Online for Business de door hem afgesloten groepsverzekering raadplegen en beheren.
Vrije tijd in ruil voor werknemersvoordelen ! Dat employee benefits een sterke motivator zijn, blijkt uit het feit dat de helft van de werknemers bereid is twee uur per week langer te werken voor meer aanvullende voordelen. Opvallend is dat hier de extreme antwoorden sterk gelijklopen: tegenover de 32% die deze mogelijkheid radicaal afwijst, staat 28% die radicaal pro is! Bij de werkgevers zijn er iets meer voorstanders, maar ligt het accent wel bij het meer aarzelende “eerder wel”. Opvallend is wel dat 15% van de werkgevers zich over deze vraag ontwijkend opstelt met “weet het niet”. Wanneer de werknemers wordt gevraagd of zij bereid zijn de wettelijke pensioenleeftijd van 65 te verlengen tot 67 in ruil voor meer werknemersvoordelen, is de reactie opvallend eensgezind: liefst 84% van de respondenten spreekt zich afwijzend uit, waarvan 73% zelfs radicaal anti is !
Besluit Bovenwettelijke voordelen worden door zowel werkgevers als werknemers gepercipieerd als een belangrijke motivator. Door een tekort aan duidelijke communicatie zijn heel wat werknemers zich echter niet bewust van de voordelen die zij krijgen en de waarde die daaraan kan worden toegekend. Dat zowel werknemers als werkgevers bereid zijn tot extra inspanningen in ruil voor het krijgen of geven van extra voordelen, illustreert duidelijk het belang dat beide partijen aan employee benefits hechten. Toch worden werknemersvoordelen vooral op hun kortetermijnrendement beoordeeld. Voordelen met een langere horizon scoren duidelijk minder goed. Onbekend is hier wel degelijk ook onbemind… Meer informatie kunt u verkrijgen bij: Viviane Huybrecht, woordvoerster KBC tel. + 32 2 429 85 45 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected] Stephane Leunens, Perschef Tel. + 32 2 429 65 01 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected]
KBC Groep voegt assetmanagementactiviteiten in Polen samen (20-10-2004) De KBC Groep is van plan om in de komende maanden haar assetmanagementactiviteiten in Polen te fuseren. Op die manier zullen niet alleen synergie- en schaalvoordelen tot stand komen, maar ook een grotere commerciële slagkracht. Het is de bedoeling om de activiteiten van Warta Asset Management, Warta TFI (Towarszystwo Funduszy Inwestycyjnich – Investment Fund Company), Kredyt Bank ZA (Zarzadzanie Aktywami – Asset Management) en TFI Kredyt Banku onder te brengen in één maatschappij. De Poolse beursautoriteiten werden hiervan al op de hoogte gebracht en de officiële aanvraagdossiers worden voorbereid. De vier bestaande maatschappijen beheerden eind september 14 beleggingsfondsen en hun gezamenlijk beheerd vermogen bedroeg 2,95 miljard PLN (673 mln. EUR). De nieuwe assetmanagementvennootschap, waarvoor KBC Asset Management de heer Philippe De Brouwer delegeerde, zal zich toespitsen op dienstverlening aan retailcliënten (vnl. fondsenverkoop via het distributienetwerk van Kredyt Bank en Warta), discretionair vermogensbeheer voor private-bankingcliënten van o.m. Kredyt Bank, institutionele cliënten (rechtstreeks) en het beheer van het vermogen van de Groep zelf. De nieuwe assetmanagementvennootschap zal bovendien ook kunnen voortbouwen op de expertise, systemen en schaalvoordelen van KBC Asset Management. Meer informatie kunt u verkrijgen bij: Viviane Huybrecht, woordvoerster KBC tel. + 32 2 429 85 45 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected] Stephane Leunens, Perschef Tel. + 32 2 429 65 01 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected]
KBC Bank verlaagt basisrentetarieven voor investeringskredieten (6-10-04) Vanaf vrijdag 8 oktober 2004 verlaagt KBC Bank haar basistarieven voor investeringskredieten met 3-, 5-, 7en 10-jaarlijkse renteherziening. Dit zijn de nieuwe basistarieven: -
jaarlijkse renteherziening 5,40 % ( 0,00%) 3-jaarlijkse renteherziening: 6,00 % (-0,20%) 5-jaarlijkse renteherziening: 6,45 % (-0,30%) 7-jaarlijkse renteherziening 6,75 % (-0,35%) 10-jaarlijkse renteherziening 7,10 % (-0,40%)
De basistarieven gelden als richtinggevend voor nieuwe KMO-investeringskredieten met courante voorwaarden: looptijden tot 10 jaar, driemaandelijkse kapitaalaflossingen en driemaandelijkse rentebetaling na verloop van de termijn, en een opnemingsperiode van 9 maanden. Meer informatie kunt u verkrijgen bij: Viviane Huybrecht, woordvoerster KBC tel. + 32 2 429 85 45 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected] Stephane Leunens, Perschef Tel. + 32 2 429 65 01 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected]
KBC Bank verlaagt rente woningkredieten (06-10-04) KBC Bank stemt de rentevoeten op haar woningkredieten af op de nieuwe marktomstandigheden en verlaagt de tarieven met ingang van vrijdag 8 oktober 2004. De rentevoeten voor woningkredieten staan op een historisch laag peil. Opteren voor een vaste rentevoet, en dus voor 20 jaar zekerheid, begint opnieuw interessant te worden. Daarom voert KBC de grootste daling door in het basistarief van woningkredieten met vaste rentevoet op 20 jaar, namelijk met 75 basispunten tot 5,55%. Hiermee speelt KBC in op de behoefte van haar cliënten die deze zekerheid zoeken. De nieuwe rentevoeten (en bijhorende mensualiteit) voor leningen vanaf 25.000 €, met een looptijd van 20 jaar en gedekt door een hypotheek, bedragen vanaf 8 oktober 2004 : Oude rentevoeten
Nieuwe rentevoeten
Maandelijkse aflossing
jaarlijkse renteherziening (+3/-3)
4,40%
3,85%
€ 148,66
5-jaarlijkse renteherziening (+5/-5)
5,40%
5,00%
€ 163,46
formule10-5-5 (+5/-5)
6,00%
5,35%
€ 168,10
20 jaar vaste rentevoet
6,30%
5,55%
€ 170,75
Meer informatie kunt u verkrijgen bij: Viviane Huybrecht, woordvoerster KBC tel. + 32 2 429 85 45 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected] Stephane Leunens, Perschef Tel. + 32 2 429 65 01 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected]
“Liever mijn huis dan mijn lijf?!” Vlaming kent persoonlijke risico- en verzekeringssituatie onvoldoende “Liever mijn huis dan mijn lijf?!”: dat is alvast een van de opvallendste resultaten uit marktonderzoek van KBC Bank & Verzekering. Vlamingen sluiten eerder een brandpolis af dan dat ze zich verzekeren tegen blijvende invaliditeit of overlijden. Ze kennen hun risico- en verzekeringssituatie onvoldoende. 97% van de ondervraagden heeft het gevoel “goed verzekerd” te zijn. Maar naarmate specifieke situaties en risico’s onder de loep worden genomen, duikt er meer en meer twijfel op. Verschillende risico’s worden over- of onderschat. De grootste misvatting is dat de gezinspolis zowat alle risico’s dekt. Bovendien denkt slechts 7% van de ondervraagden over de nodige basisverzekeringen te beschikken en geeft 1 op 3 respondenten aan zelf geen schadegeval van meer dan 1000 euro te kunnen financieren zonder dat hun gezin in financiële moeilijkheden komt. Uit dit onderzoek blijkt duidelijk dat het gevoel “goed verzekerd” te zijn dat bij de meeste ondervraagden leeft, een vals en vooral risicovol gevoel is. KBC biedt daarom vanaf nu in KBC-Online gratis en vrijblijvend een instrument aan waarmee de cliënt zelf kan nagaan of zijn huidige verzekeringsportefeuille al zijn verzekeringsbehoeften wel dekt. In het najaar start KBC via de verzekeringsagenten en bankkantoren met een bewustmakingscampagne en een systematische doorlichting van de verzekeringsportefeuilles met de bedoeling een globaal veiliger verzekeringssituatie te creëren voor zijn cliënten. Marktonderzoek toont risicovolle onwetendheid van Vlamingen aan Uit verschillende studies (van o.m. Assuralia, de beroepsvereniging van de Belgische verzekeraars, en van KBC) blijkt dat verzekeringnemers willen weten of hun huidige verzekeringen hun behoeften en risico’s voldoende dekken. Ze vinden het zeer belangrijk dat hun verzekeraar informatie geeft over risico’s en het voorkomen van ongevallen. Ze willen dus een duidelijk zicht hebben op hun persoonlijke risicosituatie. Dit vormde de aanleiding voor KBC om de opdracht te geven aan het marktonderzoeksbureau Significant Gfk om te onderzoeken in hoeverre de doorsnee Vlaming inderdaad weet waarvoor hij verzekerd is. Is hij niet té gerust en neemt de doorsnee goede huisvader in zijn onwetendheid geen overdreven, zelfs onverantwoorde risico’s? Deze vragen werden de voorbije zomermaanden aan een representatief staal van Vlamingen voorgelegd. Uit een eerste reeks vragen, waarbij gepeild werd naar de perceptie van de verzekerden, blijkt dat veel Vlamingen het gevoel hebben “goed verzekerd” te zijn (97%), denken te weten voor welke risico’s zij verzekerd zijn (89%) en aangeven dat ze voldoende informatie krijgen over de risico’s die ze lopen (85%). De Vlaming is er dus duidelijk gerust op. Vervolgens werden 10 concrete situaties geschetst, waarmee de doorsnee verzekeringnemer geconfronteerd kan worden en waarvoor specifieke verzekeringspolissen bestaan. Deze 10 polissen worden door KBC beschouwd als het basispakket waarover de “goede huisvader” dient te beschikken voor een goede en veilige risicodekking: een familiale aansprakelijkheidsverzekering met rechtsbijstand, een brandverzekering, een ongevallenverzekering, een hospitalisatieverzekering, een autoverzekering inclusief rechtsbijstand (ev. omnium), een overlijdensverzekering en pensioenvorming. Bedoeling bij dit deel van het marktonderzoek was na te gaan in hoeverre de ondervraagden het belangrijk vinden om voor die specifieke situaties verzekerd te zijn en of ze denken effectief voor die risico’s verzekerd te zijn. Heel opvallend is dat ook hier de baksteen van de Belg duidelijk naar voren komt. “Liever mijn huis dan mijn lijf”, is wel degelijk van toepassing. Zowat alle ondervraagden (96%) vinden het verzekeren van hun huis een topprioriteit, wellicht omdat het om een ‘begrootbare’ kostenpost gaat. Je weet immers vrij goed hoeveel je huis plus inboedel waard is, mocht je woning volledig afbranden. Daartegenover staat de opmerkelijk lagere score (67%) voor lichamelijke ongevallen, terwijl hier het risico niet begrootbaar is. Wie bv. een zwaar ongeval krijgt en blijvend invalide wordt, heeft wellicht permanente hulp nodig en krijgt te maken met veel onverwachte uitgaven. … Ook een extra pensioen voor later scoort vrij laag (68%). Wanneer dan gepeild wordt naar de concrete verzekeringssituatie, denkt 89% van de ondervraagden te weten voor welke risico’s ze verzekerd zijn. Het bezit van een brand- en gezinspolis (respectievelijk 91% en 86%) is voor iedereen een vanzelfsprekendheid, maar bij de polis ‘lichamelijke ongevallen’ twijfelt maar liefst 41%! Bij het peilen naar concrete situaties neemt de twijfel over het al dan niet verzekerd zijn, duidelijk toe. In een volgend onderdeel van de enquête kregen de ondervraagden een reeks vaak voorkomende risicosituaties voorgeschoteld, die bij wijze van spreken dagelijks de krantenkoppen halen. Ook hier werd gevraagd hoe belangrijk men het vindt om voor dit risico verzekerd te zijn en of men ook denkt effectief daarvoor verzekerd te zijn, ongeacht het feit of het risico zich op dit moment zou kunnen voordoen gezien de persoonlijke situatie van de ondervraagde. Bij een aantal concrete situaties werd ook gevraagd of men hiervoor denkt verzekerd te zijn en of men weet welke verzekeringspolis dat bepaalde risico dekt. Opnieuw blijkt duidelijk dat hoe concreter de vragen en de situaties worden, hoe meer de twijfel toeneemt. Het “goed gevoel” brokkelt af. Bepaalde zaken begint men zelfs te onder- of overschatten. Men denkt voor risico’s verzekerd te zijn waarvoor men niet verzekerd is en andersom zijn er ook risico’s
waarvoor men verzekerd is, maar waarvan men denkt het niet te zijn. Bovendien wijzen de ondervraagden bepaalde risico’s ook toe aan de verkeerde polis. De grootste misvatting bij de ondervraagden is dat de gezinspolis alles dekt, of het nu gaat om lichamelijke ongevallen, hospitalisatie of overlijden! 97% van de ondervraagden heeft het gevoel “goed verzekerd” te zijn, terwijl slechts 7% van hen denkt effectief over de basisverzekeringen te beschikken die voor hen van toepassing zijn. Slechts 47% van de respondenten denkt dat ze 80% of meer bezitten van het pakket basisverzekeringen die voor hen nodig zijn. Het gevoel “goed verzekerd” te zijn is dus een vals en risicovol gevoel! Ten slotte ging KBC na in welke mate de ondervraagden zelf een niet-verzekerd risico financieel konden dragen. Opvallend is dat één derde van de ondervraagden aangeeft zelfs geen schadegeval van meer dan 1000 euro zelf te kunnen financieren zonder dat hun gezin in financiële moeilijkheden komt. KBC informeert verzekeringnemers via nieuwe toepassing in KBC-Online, instrueert en adviseert op maat Uit de resultaten van het marktonderzoek blijkt duidelijk dat de doorsnee Vlaming geen correct beeld heeft van zijn persoonlijke verzekeringssituatie en dus met een vals en gevaarlijk gevoel van “goed verzekerd” te zijn rondloopt. KBC wil als warme bankverzekeraar met aandacht voor preventie, zijn cliënten helpen en voorlichten om hun persoonlijke risicosituatie beter in kaart te brengen. Sinds 2002 beschikt de KBC-Online-abonnee al over een elektronisch verzekeringsoverzicht. Sedert 2003 kan hij ook de details van de door hem afgesloten polissen opvragen en een schadegeval elektronisch aangeven. Vandaag gaat KBC nog een stap verder en biedt het zijn KBC-Online-abonnees de mogelijkheid na te gaan of hun huidige verzekeringsportefeuille eigenlijk wel al hun verzekeringsbehoeften dekt. Deze gebruiksvriendelijke toepassing is slechts één element van de globale KBC verzekeringsaanpak. Cliënten kunnen voor gepersonaliseerd advies op maat terecht bij de KBC-verzekeringsagenten of in de KBCbankkantoren. In het najaar start KBC trouwens met een bewustmakingscampagne en een systematische doorlichting van de verzekeringsportefeuilles van zijn cliënten, met de bedoeling een globaal veiliger verzekeringssituatie te creëren en onaangename verrassingen te voorkomen. Meer informatie kunt u verkrijgen bij: Viviane Huybrecht, woordvoerster KBC tel. + 32 2 429 85 45 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected] Stephane Leunens, Perschef Tel. + 32 2 429 65 01 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected]
Uitgifte 2 KBC-achtergestelde certificaten met progressieve rente (02/11/04) KBC Bank geeft twee nieuwe Achtergestelde KBC-Certificaten in EUR uit: het KBC-Achtergesteld Certificaat Step-Up 02/11/2004 – 7 Jaar en het KBC-Achtergesteld Certificaat step-Up 02/11/2004 – 10 Jaar. Inschrijvingsperiode: vanaf 1 oktober 2004 tot en met 29 oktober 2004, behoudens vervroegde afsluiting. Begindatum en betaaldatum: 02 november 2004 Looptijd: 7 jaar / 10 jaar Eindvervaldag: 02 november 2011 / 02 november 2014 Minimuminlage: 2.500 EUR Uitgifteprijs: 100% Terugbetalingsprijs: 100% Vorm: effect aan toonder Coupures: minimum 1.000 EUR in veelvouden van 100 EUR Coupondatum: jaarlijks op 2 november Opbrengst: vast en progressief: KBC-Achtergesteld Certificaat Step-Up 02/11/2004 – 7J Rentevoet (1) Coupons 1 tem 5
3,40 %
Coupons 6 en 7
5,00 %
KBC-Achtergesteld Certificaat Step-Up 02/11/2004 – 10J Rentevoet (1) Coupons 1 tem 5
3,40 %
Coupons 6 en 7
5%
Coupons 8, 9 en 10
5,25 %
(1) vóór Roerende Voorheffing
Kosten bij intekening: bij materiële levering: 10 EUR (+21% BTW) kosten materiële levering. U kunt de kosten materiële levering vermijden door uw KBC-Certificaten gratis te deponeren in een effectenrekening. Kosten bij vereffening op eindvervaldag: geen. Het Basisprospectus KBC-Certificaten en de Technische fiches worden gratis ter beschikking gehouden bij alle KBC-bankkantoren en op de zetel van KBC Bank, Brusselsesteenweg 100, 3000 Leuven of Havenlaan 2, 1080 Brussel. Financiële dienst: KBC-bankkantoren. De KBC-Achtergestelde Certificaten hebben een ‘achtergesteld’ karakter. Dat betekent dat, in situaties van samenloop van alle schuldeisers op het gehele vermogen van KBC Bank (bvb bij faillissement) de achtergestelde schuldeiser pas zal worden terugbetaald (kapitaal en rente) na alle andere schuldeisers (bevoorrechte en/of niet bevoorrechte). Achtergestelde certificaten zijn niet gewaarborgd door het Beschermingsfonds voor deposito’s. Meer informatie kunt u verkrijgen bij: Viviane Huybrecht, woordvoerster KBC tel. + 32 2 429 85 45 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected] Stephane Leunens, Perschef Tel. + 32 2 429 65 01 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected]
2 september 2004 KBC Bank & Verzekering Halfjaarwinst stijgt met 44% tot historisch hoog niveau Winstverwachting 2004 opwaarts bijgesteld KBC sluit het tweede kwartaal van 2004 af met een Groepswinst van 476 miljoen euro, 59% hoger dan in het tweede kwartaal van 2003 en 21% boven het hoge niveau van het voorgaande kwartaal. Hiermee komt de winst van het eerste halfjaar (869 miljoen euro) 44% hoger te liggen dan in 2003, vooral dankzij de gunstige ontwikkeling van het exploitatieresultaat (+21%) en de daling van de kredietvoorzieningen (-45%). De winstbijdrage van de Centraal-Europese regio verviervoudigt. Kerncijfers
3
In miljoen euro EXPLOITATIERESULTAAT NETTORESULTAAT, deel Groep
2K04
2K/2K
2K/1K
6M03
6M04
6M/6M
729 476
+26% +59%
+5% +21%
1.175 604
1.425 869
+21% +44%
3,89 2,00 33,9
4,59 2,80 37,2
+18% +40% +10%
459 147 -2
786 95 -12
+71% -36% -
Exploitatieresultaat per aandeel (EUR) Nettoresultaat per aandeel (EUR) Nettoactief per aandeel (EUR), einde periode Resultaatsbijdrage bankbedrijf Resultaatsbijdrage verzekeringsbedrijf Resultaatsbijdrage holdingbedrijf
417 62 -3
+82% -7% -
+13% +93% -
Kernratio's 6M03
12M03
6M04
65% 95%
65% 96%
59% 94%
Solvabiliteitsratio bankbedrijf (Tier 1), einde per. Solvabiliteitsratio verzekeringsbedrijf, einde per. (inclusief niet-gerealiseerd meerwaardesaldo)
8,8% 327%
9,5% 316%
9,4% 322%
Rendement op eigen middelen Groei winst per aandeel (tegenover vorig jaar)
14% +1%
13% +8%
18% +40%
Kosten-opbrengstenratio bankbedrijf Gecombineerde ratio schadeverzekeringen
KBC is een van de belangrijkste bankverzekeraars en vermogensbeheerders in België en in CentraalEuropa. De Groep heeft een marktkapitalisatie van 15 miljard euro, telt ongeveer 48.000 personeelsleden en bedient circa 11 miljoen cliënten. Op www.kbc.com vindt u dit communiqué in het Nederlands, Engels, Frans en Duits. U vindt er ook een Powerpointpresentatie en een gedetailleerd financieel interimrapport (in het Engels).
3
De resultaten per aandeel zijn berekend op basis van 302.392.340 dividendgerechtigde aandelen op 30-06-03, 303.706.758 op 31-12-03 en 310.710.437 op 30-06-04. De nettoactiefwaarde per aandeel is berekend op basis van 302.392.340 aandelen op 30-06-03, 310.709.797 op 31-12-03 en 310.710.437 op 30-06-04.
Hoofdlijnen financiële resultaten tweede kwartaal 2004 •
De nettowinst (476 miljoen euro) ligt 59% hoger dan in het tweede kwartaal van 2003 en 21% hoger dan in het eerste kwartaal van 2004.
•
Stevige opbrengstengroei (+10%) en strikte beheersing van de uitgaven (+1%) tillen het exploitatieresultaat 26% hoger dan in het overeenkomstige kwartaal van 2003.
•
Tegenover het vorige kwartaal neemt het exploitatieresultaat toe met 5%, grotendeels dankzij het algemeen lagere kostenniveau (-3%) en de zeer lage schaderatio in het schadeverzekeringsbedrijf (57%).
•
De premieopbrengsten in het levensverzekeringsbedrijf bereiken een zeer hoog niveau (iets meer dan 1 miljard euro).
•
De kredietvoorzieningen (77 miljoen euro) zijn de helft lager dan in het tweede kwartaal van 2003.
•
Een nettobedrag van 52 miljoen euro aan voorzieningen kon worden teruggenomen, grotendeels als gevolg van de gunstige beslissing van de bevoegde rechtbank in een belastinggeschil.
•
De opmars van de Centraal-Europese activiteiten zet zich onverminderd voort. De resultaatsbijdrage stijgt met 51% tegenover het vorige kwartaal, wat het kwartaalrendement op ingezet kapitaal op 18% brengt.
•
Analoog met het vorige kwartaal is de rendabiliteit van het vermogensbeheer, de diensten aan bedrijven en de activiteiten op de financiële markten zeer bevredigend. Het retailbedrijf in België vertoont een lichte achteruitgang tegenover vorige kwartalen.
Hoofdlijnen financiële resultaten eerste halfjaar 2004 •
De nettowinst (869 miljoen euro) neemt toe met 44% en bereikt een historisch hoog niveau met in het bankbedrijf een sterke vooruitgang (+71%).
•
De opbrengsten vertonen een stevige groei: de bancaire inkomsten stijgen (organisch) met 8% en het premie-inkomen van levensverzekeringen neemt (organisch) toe met 13% (+5% in het schadebedrijf).
•
In het bankbedrijf dalen de uitgaven op jaarbasis met –1%. De kosten-opbrengstenratio verbetert merkelijk tot 59% (65% in 2003).
•
De kredietverliezen zijn gering met een kredietverliesratio van 0,21%. In Polen, waar in 2003 (vooral in het tweede halfjaar) belangrijke voorzieningen voor probleemkredieten werden geboekt, bedragen de kredietvoorzieningen 12 miljoen euro (kredietverliesratio van 0,64%, wat merkelijk lager is dan het marktgemiddelde).
•
Het technisch resultaat in het schadeverzekeringsbedrijf handhaaft zich op een bijzonder gunstig niveau (gecombineerde ratio 94% inclusief herverzekeringen).
•
De rentabiliteit van het verzekeringsbedrijf is wel verzwakt door lagere beleggingsrendementen en de afwaardering van de aandelenportefeuille (-163 miljoen euro). Deze laatste is gedeeltelijk opgevangen door de vroeger aangelegde voorziening voor financiële risico’s (93 miljoen euro) en niet-recurrente meerwaarden op beleggingen (44 miljoen euro).
•
De halfjaarwinst bevat uitzonderlijke opbrengsten (51 miljoen euro) die vooral betrekking hebben op de verkoop van de participatie in het Belgische telecombedrijf Belgacom.
•
Het retailbankverzekeren draagt voor 226 miljoen euro bij tot het Groepsresultaat, het vermogensbeheer (voornamelijk in België) voor 71 miljoen euro, het bedrijvensegment voor 193 miljoen euro, de activiteiten op de financiële markten voor 129 miljoen euro en de CentraalEuropese regio voor 149 miljoen euro.
•
Het rendement op toegewezen kapitaal in retailbankverzekeren (voornamelijk in België) bedraagt 15% en in de bedrijven- en marktactiviteiten respectievelijk 20% en 23%. In Centraal-Europa heeft de rentabiliteit zich, na een moeilijk jaar 2003, zeer goed hersteld (rendement van 15%).
Belangrijkste bedrijfsontwikkelingen eerste halfjaar 2004 •
In het retailbedrijf in België: succesvolle commerciële werking op het vlak van beleggingsverzekeringen en kredieten en het verder uitvoeren van een programma van producten procesvereenvoudiging en van cliëntgerichtheid.
•
In Centraal-Europa: uitvoering van de (grensoverschrijdende) programma’s van kennisoverdracht en groepssynergie, herstructurering van de bankactiviteiten in Polen en verhoging van de meerderheidsparticipatie tot 75% in WARTA (de op één na grootste schadeverzekeraar van Polen).
•
Bedrijven en financiële markten: lancering van vernieuwende elektronische toepassingen voor bedrijvencliënten voor internationale handel en betalingsverkeer en start van een samenwerkingsproject voor effectenverwerking met Rabobank.
Kapitaal en solvabiliteit op 30 juni 2004
•
Het eigen vermogen van de Groep bedraagt 10,0 miljard euro, een toename met 853 miljoen euro (+9%) tegenover 31-12-2003. Bovendien is er een niet-geboekt meerwaardesaldo op effecten van 1,5 miljard euro (waarvan 353 miljoen euro op aandelen). De nettovermogenswaarde loopt op tot 37,2 euro per aandeel.
•
Met een kernkapitaalratio voor de bankactiviteiten (Tier 1) van 9,4% en een solvabiliteitsmarge van het verzekeringsbedrijf (inclusief niet-gerealiseerde meer- en minderwaarden) van 322% ligt de solvabiliteit grosso modo op hetzelfde hoge niveau als op 31-12-2003.
Wijzigingen in consolidatiekring, waarderingsregels en valutaomrekening •
De resultaten van WARTA (Polen), waarin KBC zijn deelneming naar 75% verhoogde, werden vanaf het eerste kwartaal 2004 volledig geconsolideerd (vermogensmutatiemethode in 2003). Dat beïnvloedt merkelijk de diverse resultaatscomponenten van het verzekeringsbedrijf, al blijft de impact op de nettowinst beperkt. Andere wijzigingen van de consolidatiekring hebben geen wezenlijke impact.
•
In het eerste halfjaar van 2004 werden geen wijzigingen in waarderingsregels aangebracht die een noemenswaardige invloed hebben.
•
Voor de halfjaarresultaten wordt gerekend met koersen van de Amerikaanse dollar en de Poolse zloty die beide 10% lager liggen tegenover de euro dan in het eerste halfjaar van 2003. Schommelingen van andere valuta’s zijn minder relevant. Er zijn geen belangrijke koerswijzigingen in het tweede kwartaal tegenover het eerste kwartaal van 2004.
Verslag van de commissaris “Wij zijn overgegaan tot een beperkt nazicht van de tussentijdse geconsolideerde financiële informatie van KBC Bankverzekeringsholding NV per 30 juni 2004, met een balanstotaal van EUR 241.236 miljoen en een aandeel van de groep in de winst over de periode van EUR 869 miljoen. Ons nazicht werd uitgevoerd in overeenstemming met de controleaanbeveling van het Instituut der Bedrijfsrevisoren in verband met het beperkt nazicht. Dit nazicht bestond voornamelijk in de ontleding, de vergelijking en de bespreking van de financiële informatie en was dan ook minder diepgaand dan een volkomen controle van de geconsolideerde jaarrekening. Bij dit nazicht zijn geen gegevens aan het licht gekomen die aanleiding zouden geven tot belangrijke aanpassingen aan de tussentijdse geconsolideerde financiële informatie. Brussel, 2 september 2004. Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCV. Vertegenwoordigd door Jean-Pierre Romont, Vennoot en Danielle Vermaelen, Vennoot.” Winstverwachting voor 2004 De opbrengsten zijn in het eerste halfjaar sterk gegroeid, en verwacht wordt dat de groei niet in hetzelfde tempo kan worden voortgezet. Op het kostenvlak zal KBC evenwel zijn strakke discipline in de komende kwartalen volhouden. Bovendien vertrouwt KBC erop dat het niveau van kredietvoorzieningen in het tweede halfjaar merkelijk lager zal liggen dan in de tweede helft van 2003. Hiermee rekening houdend, en in de veronderstelling van een ongewijzigde economische en financiële omgeving en minstens stabiele beurskoersen in de rest van het jaar, is de verwachting dat de Groepswinst voor 2004 ten minste 20% hoger zal liggen dan in 2003. Volgende interimverslaggeving De resultaten van het derde kwartaal van 2004 worden bekendgemaakt op 25 november 2004.
Resultatenoverzicht in miljoen euro
2K2003
1K2004
2K2004
6M 2003
6M 2004
BRUTOBEDRIJFSINKOMSTEN
1,643
1,799
1,800
3,302
3,599
Bankbedrijf Nettorente-inkomsten Dividenden Resultaat uit deelnemingen in vermogensmutatie Winst uit financiële transacties
1,416 773 50 4 189
1,572 806 17 10 278
2,867 1,492 79 8 459
3,094 1,602 58 12 533
134
220
280
401
56
58
296 103
351 111
1,522 796 41 2 255 181 73 313 114
222 1,219 -1,327
234 1,245 -1,249
wrv. wisselbedrijf en trading wrv. gerealiseerde meerwaarden
Nettoprovisie-inkomsten Overige bedrijfsopbrengsten Verzekeringsbedrijf Netto verdiende premies Netto technische last wrv. waardecorrecties ten late van de polisthouders (tak 23)
Beleggingsopbrengsten en -lasten wrv. meerwaarden op beleggingen wrv. waardecorrecties ten late van de polisthouders (tak 23)
Resultaat uit deelnemingen in vermogensmutatie Holdingbedrijf ALGEMENE BEHEERSKOSTEN
-172
-80
325 -4
234 46
172
80
5
4
277 1,373 -1,274 -16 171 -18 16 7
5
-7
179
131
640 190
664 225
433 2,176 -2,127
510 2,617 -2,523
-84
-96
378 46
405 28
84
96
6
11
1
2
-5
-1,064
-1,103
-1,071
-2,127
-2,174
- Bankbedrijf
-931
-928
-910
-1,860
-1,838
- Verzekeringsbedrijf
-132
-173
-162
-264
-335
- Holdingbedrijf
-1
-2
1
-3
-1
579 484 91
696 644 61
729 612 114
1,175 1,007 169
1,425 1,256 175
-75 -141 69 -3
-118 -43 5 -81
-20 -77 5 52
-216 -220 -4 8
-138 -120 10 -28
9
-17
-8
-4
-25
Afschrijvingen eersteconsolidatieverschillen
-18
-11
-11
-25
-22
Uitzonderlijke resultaten
-10
56
-5
7
51
RESULTAAT VOOR BELASTINGEN wrv. bankbedrijf wrv. verzekeringsbedrijf
485 385 96
606 575 40
684 583 99
937 784 153
1,290 1,158 138
Belastingen op het resultaat - Bankbedrijf - Verzekeringsbedrijf - Holdingbedrijf
-149 -120 -28 0
-171 -163 -7 0
-162 -125 -31 -5
-255 -248 -6 -1
-333 -289 -39 -6
GECONSOLIDEERDE WINST
336
435
522
682
957
Aandeel van derden in de winst
-36
-42
-46
-78
-88
GECONSOLIDEERDE WINST, deel van de Groep Bijdrage bankbedrijf Bijdrage verzekeringsbedrijf Bijdrage holdingbedrijf
300 229 67 4
392 370 32 -10
476 417 62 -3
604 459 147 -2
869 786 95 -12
EXPLOITATIERESULTAAT wrv. bankbedrijf wrv. verzekeringsbedrijf Waardecorrecties bankbedrijf Waardeverminderingen en voorzieningen kredietrisico's Waardecorrecties op effecten Voorzieningen voor andere risico's en kosten Niet-recurrente resultaten verzekeringsbedrijf
In miljoen euro BRUTOBEDRIJFSINKOMSTEN Bankbedrijf Nettorente-inkomsten Dividenden Resultaat uit deelnemingen in vermogensmutatie Winst uit financiële transacties wrv. valuta- en effectenhandel
2K 2003 1 643 1 416 773 50 4 189 134
1K 2004 1 799 1 572 806 17 10 278 220
2K 2004 1 800 1 522 796 41 2 255 181
6M 2003
6M 2004
3 302 2 867 1 492 79 8 459 280
3 599 3 094 1 602 58 12 533 401
wrv. gerealiseerde meerwaarden Nettoprovisie-inkomsten Overige bedrijfsopbrengsten Verzekeringsbedrijf Netto verdiende premies Netto technische lasten wrv. waardecorrecties ten laste van de polishouders (tak 23) Beleggingsopbrengsten en -lasten wrv. meerwaarden op beleggingen wrv. waardecorrecties ten laste van de polishouders (tak 23) Resultaat uit deelnemingen in vermogensmutatie Holdingbedrijf
56 296 103 222 1 219 -1 327 -172
58 351 111 234 1 245 -1 249 -80
73 313 114 277 1 373 -1 274 -16
179 640 190 433 2 176 -2 127 -84
131 664 225 510 2 617 -2 523 -96
325 -4 172
234 46 80
171 -18 16
378 46 84
405 28 96
5 5
4 -7
7 1
6 2
11 -5
-1 064
-1 103
-1 071
-2 127
-2 174
-931 -132 -1
-928 -173 -2
-910 -162 1
-1 860 -264 -3
-1 838 -335 -1
EXPLOITATIERESULTAAT wrv. bankbedrijf wrv. verzekeringsbedrijf
579 484 91
696 644 61
729 612 114
1 175 1 007 169
1 425 1 256 175
Waardecorrecties bankbedrijf Waardeverminderingen en voorzieningen kredietrisico's Waardecorrecties op effecten Voorzieningen voor andere risico's en kosten Niet-recurrente resultaten verzekeringsbedrijf Afschrijvingen eersteconsolidatieverschillen Uitzonderlijke resultaten
-75 -141
-118 -43
-20 -77
-216 -220
-138 -120
69 -3 9 -18 -10
5 -81 -17 -11 56
5 52 -8 -11 -5
-4 8 -4 -25 7
10 -28 -25 -22 51
RESULTAAT VOOR BELASTINGEN wrv. bankbedrijf wrv. verzekeringsbedrijf Belastingen op het resultaat - Bankbedrijf - Verzekeringsbedrijf - Holdingbedrijf
485 385 96 -149 -120 -28 0
606 575 40 -171 -163 -7 0
684 583 99 -162 -125 -31 -5
937 784 153 -255 -248 -6 -1
1 290 1 158 138 -333 -289 -39 -6
336 -36 300
435 -42 392
522 -46 476
682 -78 604
957 -88 869
229 67 4
370 32 -10
417 62 -3
459 147 -2
786 95 -12
ALGEMENE BEHEERSKOSTEN Bankbedrijf Verzekeringsbedrijf Holdingbedrijf
GECONSOLIDEERDE WINST Aandeel van derden in de winst GECONSOLIDEERDE WINST, deel van de Groep Bijdrage bankbedrijf Bijdrage verzekeringsbedrijf Bijdrage holdingbedrijf
Verdere toelichting bij de resultatenrekening
Exploitatieresultaat bankbedrijf In miljoen euro Brutobedrijfsopbrengsten bankbedrijf Rentewinst (netto) Provisie-inkomsten (netto) Inkomsten uit valuta- en effectenhandel Meerwaarden op beleggingen Dividendinkomsten Resultaat vermogensmutatie Overige bedrijfsopbrengsten Algemene beheerskosten bankbedrijf Exploitatieresultaat bankbedrijf
2K03 1.416 773 296 134 56 50 4 103 -931
1K04 1.572 806 351 220 58 17 10 111 -928
2K 04 1.522 796 313 181 73 41 2 114 -910
6M03 2.867 1.492 640 280 179 79 8 190 -1.860
6M04 3.094 1.602 664 401 131 58 12 225 -1.838
6M/6M +8% +7% +4% +43% -26% -27% +57% +19% -1%
484
644
612
1.007
1.256
+25%
In het tweede kwartaal liggen de opbrengsten 8% hoger dan in het tweede kwartaal van vorig jaar, waarbij voor alle opbrengstcomponenten (dividendontvangsten uitgezonderd) een vooruitgang valt op te tekenen. Tegenover het voorgaande kwartaal is er wel een lichte daling (-3%), vooral te wijten aan lagere provisie-inkomsten (eerste kwartaal traditioneel sterker) en zwakkere inkomsten uit de professionele effectenhandel. Ook voor het eerste en tweede kwartaal van 2004 samen stijgen de opbrengsten met 8%, waarbij vooral de rentewinst en de inkomsten uit de valuta- en effectenhandel merkelijk beter zijn dan vorig jaar: •
De rentewinst stijgt met 7%, vooral dankzij de betere marge op de deposito’s in België en de stijging van de marktrentevoeten in Centraal-Europa. De rentemarge van de Groep bedraagt 1,73% (tegenover 1,63% voor het eerste halfjaar van 2003 en 1,73% voor het volledige jaar 2003).
•
De provisie-inkomsten liggen nog 4% boven het hoge niveau van het eerste halfjaar van 2003, vooral als gevolg van bijkomende inkomsten uit vermogensbeheer en bedrijfsfinanciering.
•
In de valuta- en effectenhandel wordt, na een veeleer matig 2003 (negatief beïnvloed door de afwaardering van een uitdovende derivatenportefeuille), een stijging met 43% opgetekend. De ontwikkeling is positief in de meeste marktsegmenten waarin KBC actief is. Vooral het eerste kwartaal was bijzonder sterk, mede als gevolg van de gunstige marktomgeving.
•
Het bedrag aan meerwaarden op de beleggingsportefeuille (131 miljoen euro) bedraagt 4% van de totale opbrengsten, een kwart lager dan in het eerste halfjaar van 2003. Iets minder dan de helft van de kapitaalwinsten heeft betrekking op aandelen. Het saldo betreft opbrengsten uit uitstaande effectiseringen en uit de verkoop van achtergestelde vastrentende beleggingen.
•
De post ‘overige bedrijfsopbrengsten’ ligt hoger dan vorig jaar door gestegen leasinginkomsten en diverse andere inkomsten.
Het kostenniveau in het tweede kwartaal vertoont een daling met 2% tegenover het voorgaande kwartaal, vooral als gevolg van de lagere variabele vergoedingen met betrekking tot de effectenhandel. Ook tegenover het tweede kwartaal van vorig jaar is er een afname met 2% dankzij de diverse kostenbezuinigingsprogramma’s. Na 6 maanden liggen de kosten 1% lager dan in het eerste halfjaar van 2003. In België dalen de uitgaven op jaarbasis met 3% en in Centraal-Europa met 1%. Door het succesvolle kostenbeheer en de gunstige ontwikkeling van de opbrengsten daalt de kostenratio naar 59%, een beduidend beter peil dan voor het jaar 2003 (65%). Door de positieve trend van zowel opbrengsten als kosten stijgt het exploitatieresultaat van zowel het tweede kwartaal als het eerste halfjaar met een kwart tegenover de overeenkomstige periodes van 2003.
Exploitatieresultaat verzekeringsbedrijf In miljoen euro 4 Verdiende premies (netto) Schadebedrijf Levenbedrijf met rentegarantie gekoppeld aan beleggingsfonds Technische lasten (netto) Schadebedrijf Levenbedrijf Beleggingsresultaat
2K03 1.219 253 966 850 116 -1.155 -183 -972 153
1K04 1.245 366 878 401 477 -1.169 -268 -901 154
2K04 1.373 343 1.030 775 255 -1.258 -215 -1.044 155
6M03 2.176 525 1.651 1.151 500 -2.043 –370 -1.673 294
6M04 2.617 709 1.908 1.176 732 -2.428 –483 -1.945 310
Resultaat vermogensmutatie
5
4
7
6
11
+69%
Algemene beheerskosten
-132
-173
-162
-264
-335
+27%
91 44 51 -4
61 29 43 -11
114 76 56 -18
169 90 99 –19
175 104 99 –28
+3% +16% +0% +46%
Exploitatieresultaat verzekeringsbedrijf Schadebedrijf Levenbedrijf Niet-technisch resultaat
Het tweede kwartaal wordt gekenmerkt door een zeer gunstige schaderatio in het schadebedrijf (57%) en recordpremieontvangsten in het levenbedrijf (1.030 miljoen euro, vooral als ‘koopsombeleggingen’). Als gevolg hiervan verdubbelt het exploitatieresultaat bijna tegenover het voorgaande kwartaal en stijgt het met een kwart in vergelijking met het tweede kwartaal van 2003. De resultaten van het schadebedrijf zijn voor de eerste 6 maanden van 2004 als volgt: •
De premie-inkomsten liggen 35% hoger dan vorig jaar, met weliswaar een belangrijke impact van de opname in de consolidatiekring van WARTA Verzekeringen (Polen). Organisch, d.w.z. zonder impact van consolidatiewijzigingen, groeien de verdiende premies met 5%. Het rechtstreekse schadebedrijf groeit (organisch) met 8%, terwijl in de bedrijfstak herverzekeringen (die ongeveer een vijfde van het premievolume uitmaakt) een daling met 8% wordt opgetekend. De CentraalEuropese regio is goed voor een derde van het premie-incasso.
•
De schaderatio neemt af van 66% in het eerste halfjaar van 2003 tot 63% in het eerste halfjaar van 2004. Dit is het gevolg van minder (grote) schadegevallen en de gunstige afwikkeling van vroegere schadedossiers. De reserveringsratio (exclusief premie- en egalisatiereserve) daalt van 200% op 31-12-03 naar 171% als gevolg van de opname in de consolidatiekring van WARTA. Op de Centraal-Europese markt zijn de reserveratio’s in het algemeen veel lager dan in West-Europa, onder meer als gevolg van de gemiddeld snellere afhandeling van schadegevallen. De reserveringsratio bedraagt 223% voor de Belgische retailactiviteit, 229% voor de herverzekeringstak en 76% in Centraal-Europa.
•
De inkomsten uit de belegde schadereserves vertonen dan wel een stijging, maar dit is dankzij de uitbreiding van de consolidatiekring. Organisch is er een lichte afname (-1%) als gevolg van het gedaalde gemiddelde beleggingsrendement.
•
De kostenstijging (+36%) is licht hoger dan de toename van het premievolume. Hierdoor neemt de kostenratio lichtjes toe van 30% in het eerste halfjaar van 2003 tot 31% in het eerste halfjaar van 2004. Dat wordt deels verklaard door de aanpassing van de consolidatiekring, deels door het terugvallen van het premie-inkomen in het herverzekeringsbedrijf.
In het levenbedrijf worden in het eerste halfjaar van 2004 de volgende resultaten neergezet: •
Het premie-inkomen ligt op een recordniveau, (organisch) 13% hoger dan in het eerste halfjaar van 2003. Levenproducten gekoppeld aan beleggingsfondsen nemen daarvan 38% voor hun rekening, iets hoger dan in de overeenkomstige periode van 2003 (30%). De Belgische markt is nog steeds goed voor 93% van de premieontvangsten en 88% hiervan wordt via het bankkantorennet gerealiseerd. In Centraal-Europa bedraagt de premiegroei 20%.
•
De beleggingsopbrengsten van het levenbedrijf vertonen een stijging (organisch +11%), maar die ligt door het gedaalde beleggingsrendement merkelijk lager dan de aangroei van de belegde reserves (+23%).
•
De stijging van de bedrijfskosten (organisch 4%) is beduidend kleiner dan de toename van het premie-incasso als gevolg van het relatief hoge aandeel van koopsompolissen.
Zoals in de voorgaande kwartalen blijft het niet-technisch exploitatieresultaat negatief (na 6 maanden -28 miljoen euro) als gevolg van de lagere beleggingsopbrengsten.
4
6M/6M +20% +35% +16% +2% +46% +19% +31% +16% +5%
Exclusief waardecorrecties ten laste van de polishouders voor producten gekoppeld aan beleggingsfondsen (tak 23).
Waardecorrecties bankbedrijf
In miljoen euro Voorzieningen voor kredietrisico’s Waardecorrecties voor beleggingseffecten Voorzieningen voor andere risico’s en kosten
2K03 -141
1K04 -43
2K04 -77
6M03 -220
6M04 -120
6M/6M -45%
+69
+5
+5
-4
10
-
-3
-81
+52
+8
-28
-
•
Na relatief hoge kredietvoorzieningen in 2003, vallen de voorzieningen voor kredietrisico’s terug tot een historisch laag peil. De kredietverliesratio van de Groep voor de eerste 6 maanden van 2004 bedraagt 0,21% (0,71% voor het jaar 2003). De dekking van probleemkredieten door uitstaande kredietvoorzieningen bedraagt 79%. In België bedraagt de kredietverliesratio 0,16% op jaarbasis en in Tsjechië en Slowakije (exclusief recuperatie van afgeschreven kredieten) 0,13%. In Hongarije stijgt de ratio tot 0,83% als gevolg van een beperkt aantal kredietdossiers, zonder dat dit momenteel wijst op een structurele verslechtering van de kredietkwaliteit. In Polen bedraagt de kredietverliesratio 0,64%, wat merkelijk beter is dan het martkgemiddelde van het afgelopen halfjaar. Bovendien zijn ook de kredietverliezen op de internationale kredietenportefeuille veeleer beperkt (ratio van 0,18%).
•
Door het relatief vlakke verloop van de aandelenbeurzen in zowel het eerste als het tweede kwartaal is er geen noemenswaardige invloed op het resultaat van de waardering van de beleggingsportefeuille.
•
In het tweede kwartaal kon een nettobedrag van 52 miljoen euro aan voorzieningen voor andere risico’s en kosten worden teruggenomen, grotendeels als gevolg van de gunstige beslissing van de bevoegde rechtbank in een belastinggeschil in België. Per saldo bedraagt de nettotoevoeging aan de diverse ‘voorzieningen voor andere risico’s en kosten’ in het eerste halfjaar 28 miljoen euro. Niet-recurrent resultaat verzekeringsbedrijf
2K03 +56
1K04 -128
2K04 -36
6M03 -90
6M04 -163
6M/6M +81%
Gerealiseerde meerwaarden op effecten
+3
+22
+23
+122
+44
-63%
Toevoeging (-) / terugneming (+) voorziening voor financiële risico’s
-50
+93
-
-122
+93
-
-
-4
+4
+86 +92
-
-
+9
-17
-8
-4
-25
-
In miljoen euro Waardecorrecties op aandelen
Overige niet-recurrente resultaten: - wrv. terugneming egalisatievoorziening Niet-recurrent resultaat
In het eerste halfjaar worden voor een bedrag van 163 miljoen euro waardeverminderingen op de aandelenportefeuille geboekt, waarvan 36 miljoen euro in het tweede kwartaal (toepassing van het principe dat een waardevermindering wordt geboekt als de marktwaarde gedurende 3 jaar onder de boekwaarde blijft). Dat wordt gedeeltelijk opgevangen door de voorziening voor financiële risico’s (93 miljoen euro) die hiervoor in het verleden werd aangelegd en de realisatie van ‘niet-recurrente meerwaarden’ op beleggingen (44 miljoen euro) 5. Daardoor werd het negatief niet-recurrent resultaat beperkt tot -25 miljoen euro. Uitzonderlijk resultaat, belastingen en resultaatsbijdrage holdingbedrijf •
In het eerste halfjaar wordt een uitzonderlijk resultaat van netto 51 miljoen euro geboekt, hoofdzakelijk dankzij de in het eerste kwartaal gerealiseerde meerwaarde op de verkoop van de participatie in het Belgische telecombedrijf Belgacom.
•
De belastingdruk voor de Groep (26%) ligt in het eerste halfjaar in de lijn van die van 2003.
•
De verliesbijdrage van het holdingbedrijf (na 6 maanden: -12 miljoen euro) is hoger dan in 2003, vooral als gevolg van lagere renteopbrengsten op beleggingen en in mindere mate ook door de kosten verbonden aan het opzetten op holdingniveau van een ruimere beheersstructuur voor de Centraal-Europese regio.
5
Niet-recurrente meerwaarden zijn meerwaarden op aandelenbeleggingen die het historisch gemiddeld aandelenrendement (voor 2004: 7,25%) overschrijden of eventuele meerwaarden op vastrentende beleggingen.
Overzicht resultaatsbijdrage activiteitsdomeinen Het Groepsresultaat kan als volgt worden omgeslagen over de activiteitsdomeinen (na aftrek van onder meer de opbrengst van het aanwezige surpluskapitaal en van het deel van de andere aandeelhouders in de winst): 2K03 117
1K04 124
2K04 102
6M03 239
6M04 226
6M/6M -5%
15 56 5 -39 1 -1
59 42 13 3 3 -2
90 50 5 7 3 24
36 79 14 -58 5 -4
149 92 18 10 6 22
+313% +17% +25% +35% -
31
34
37
66
71
+8%
Diensten aan Bedrijven
39
100
93
82
193
+136%
Marktactiviteiten
33
64
66
74
129
+75%
In miljoen euro Retailbankverzekeren (vnl. België) Centraal-Europa: - waarvan bankbedrijf in Tsjechië en Slowakije - waarvan bankbedrijf in Hongarije - waarvan bankbedrijf in Polen - waarvan bankbedrijf in Slovenië - waarvan verzekeringsbedrijf Assetmanagement
•
Het tweedekwartaalresultaat van het retailsegment in België ligt lager dan het gemiddelde van de afgelopen kwartalen, vooral als gevolg van lagere bancaire opbrengsten (deels seizoeneffect, deels lagere opbrengsten uit beleggingsproducten) en een minder gunstige kostenopbrengstenverhouding. Voor het eerste halfjaar van 2004 ligt de bancaire winst de helft hoger dan in de overeenkomstige periode van 2003 als gevolg van de sterk toegenomen opbrengsten, de verbeterde kostenratio en de halvering van de kredietvoorzieningen. Voor het deelsegment ‘private banking’ is er een verdubbeling van de winstbijdrage. Het verzekeringsbedrijf laat dan wel een hoge premieomzet zien, maar de nettoresultaatsbijdrage wordt gedrukt door de afwaardering van de aandelenbeleggingen en iets hogere schadeverzekeringslasten (vooral in het eerste kwartaal). Per saldo daalt de winstbijdrage van het segment met 5% en bedraagt het rendement van het ingezet eigen vermogen 15%.
•
De resultaten in de Centraal-Europese regio laten een merkelijke verbetering zien, meer bepaald als volgt: o
In Tsjechië en Slowakije stijgt de winstbijdrage van het bankbedrijf tegenover het voorgaande kwartaal onder meer als gevolg van hogere opbrengsten, terwijl in het verzekeringsbedrijf vooral de sterk verbeterde technische resultaten opvallen. Per saldo neemt de bancaire winstbijdrage van het eerste halfjaar toe met 17%, vooral als gevolg van de stijgende opbrengsten (onder meer voor retail- en thesaurieactiviteiten). De kredietverliezen blijven zeer beperkt. Het rendement van het ingezet eigen vermogen bedraagt 19%. Op verzekeringsvlak vertonen premieomzet en technische resultaten in het eerste halfjaar een merkelijke verbetering, waardoor de verliesbijdrage uit 2003 wordt omgezet in een winstbijdrage van 11 miljoen euro (rendement van 23%).
o
In Hongarije wordt het tweede kwartaal gekenmerkt door relatief hoge bank- en verzekeringsopbrengsten en een sterk technisch verzekeringsresultaat, maar anderzijds worden verhoogde kredietvoorzieningen geboekt. De halfjaarwinstbijdrage aan de bankkant ligt op een hoog niveau met een rendement van het ingezet kapitaal van 21%. Het resultaat ligt 25% hoger dan vorig jaar, weliswaar mede ondersteund door een eenmalige terugneming van een bestaande kredietvoorziening in het eerste kwartaal. Met de gelijkblijvende kosten-opbrengstenratio wordt het effect van de stevige groei in de opbrengsten tenietgedaan door hogere belastingen. De rendementsindicatoren in het verzekeringsbedrijf zijn uitstekend (winsttoename van 57% en rentabiliteit van 31%), maar de winstbijdrage blijft beperkt (3 miljoen euro).
o
In Polen tillen hogere bankopbrengsten en merkelijk lagere schadeverzekeringslasten de kwartaalwinstbijdrage boven het niveau van de voorgaande kwartalen. Na 6 maanden wordt een winstbijdrage van de bankactiviteiten gerealiseerd van 10 miljoen euro (rendement op ingezet kapitaal van 7%) als gevolg van een merkelijke kostendaling en een aanvaardbaar niveau van nieuwe kredietvoorzieningen. Het ingrijpend herstructureringsplan voor 2004 is in hoge mate gerealiseerd en de geplande personeelsreductie (-1.200 VTE) is bereikt. Dit maakt het mogelijk in de komende kwartalen de aandacht voor de commerciële slagkracht verder te verruimen. De halfjaarbijdrage van de Poolse verzekeringsactiviteiten (waarin pas een meerderheidsparticipatie werd verkregen) bedraagt 9 miljoen euro (rendement van 7%).
o
De bancaire winstbijdrage in Slovenië (minderheidsparticipatie) bedraagt na 6 maanden 6 miljoen euro (waarvan, analoog met de voorgaande kwartalen, 3 miljoen euro in het tweede kwartaal). Het halfjaarresultaat van de recent gestarte bankverzekeringsactiviteit bedraagt vooralsnog -0,8 miljoen euro.
•
Het totaal beheerd vermogen neemt in het tweede kwartaal met 5% toe tot 97 miljard euro. Hierdoor (en door een iets lagere belastingdruk) komt de kwartaalwinst van de assetmanagementdivisie (37 miljoen euro) licht hoger te liggen dan in de vorige kwartalen. Het beheerd vermogen ligt intussen 9% hoger dan aan het begin van het jaar, en ongeveer twee derde ervan is afkomstig van de netto-instroom van nieuwe gelden. De winstbijdrage voor de eerste 6 maanden stijgt met 8% tot 71 miljoen euro.
•
Door de herleving van de conjunctuur neemt de kredietportefeuille in het tweede kwartaal toe, met als gevolg dat de winstbijdrage van het bedrijvensegment voor het derde opeenvolgende kwartaal zeer goed is. Voor het eerste halfjaar loopt de winstbijdrage op tot 193 miljoen euro (+136%), vooral dankzij het structureel lagere niveau van kredietverliezen in alle deelportefeuilles. Ook de toegenomen provisiegebonden activiteiten (fee business), de lagere kostenratio in het bankbedrijf en de lage schadelast in het schadeherverzekeringsbedrijf (vooral in het eerste kwartaal) dragen hiertoe bij. De winstverbetering is het meest opmerkelijk voor het Belgische bedrijvensegment, voor de kredietverlening in de VS en op het vlak van herverzekeren en gestructureerde financiering. Het segmentrendement in verhouding tot de ingezette eigen middelen loopt op tot 20% (11% voor het jaar 2003). In het bankbedrijf is dat 19%, in het (her)verzekeringsbedrijf 31%.
•
Ondanks de daling van de opbrengsten in het tweede kwartaal 2004 (vooral die van de handel in aandelenderivaten en die uit hefboomfondsen) blijft de winstbijdrage van de activiteiten op de financiële markten min of meer op het hoge niveau van het afgelopen kwartaal. Voor de eerste 6 maanden van 2004 ligt de winstbijdrage 75% hoger dan vorig jaar en wordt een rendement van het ingezet eigen vermogen van 23% behaald (11% voor het jaar 2003). Dat is het gevolg van een beduidend hoger opbrengstvolume, zowel in traditionele geld- en kapitaalmarktproducten als inzake (al dan niet gestructureerde) aandelenderivaten.
Halfjaarresultaten 2004 KBC Bankverzekeringsholding (24-08-04) KBC Bankverzekeringsholding zal haar resultaten voor het eerste halfjaar 2004 bekendmaken op 2 september 2004 onder beurstijd (om 11.00 uur). Het persbericht zal die dag vanaf 11.00 uur beschikbaar zijn op de website van KBC: www.kbc.com. Meer informatie kunt u verkrijgen bij: Viviane Huybrecht, woordvoerster KBC tel. + 32 2 429 85 45 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected] Stephane Leunens, Perschef Tel. + 32 2 429 65 01 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected]
KBC zorgt voor kinderopvang tijdens de zomermaanden (19-07-2004) Het werk en het gezinsleven op elkaar afstemmen, is voor werknemers soms een hele uitdaging. En dikwijls verwachten werknemers van hun werkgever niet alleen begrip voor die situatie maar ook concrete tegemoetkomingen. Ook KBC onderkent dat en nam de voorbije jaren heel wat initiatieven op dat vlak, ook tijdens de zomermaanden. KBC werkt in het hoofdkantoor al enkele jaren met erg flexibele arbeidstijden, waarbij men het werk kan aanvangen tussen 7 en 10 uur 's ochtends en beëindigen tussen 15 en 19 uur ‘s avonds. Binnen dat systeem kan men ook de ene dag wat meer en de andere dag wat minder werken, en eventueel zelfs meergewerkte tijd opsparen tot occasionele halve of hele vakantiedagen. Daarnaast is er het deeltijds werken in de vorm van tijdskrediet. De oorspronkelijke drempel van 5 % tijdskrediet werd inmiddels opgetrokken tot 15 %. Een ander initiatief dat op heel veel bijval mocht rekenen, is het omzetten van bepaalde financiële tegemoetkomingen in extra vakantiedagen. De combinatie van ‘werken en gezinsleven’ is in enkele jaren uitgegroeid tot een belangrijk aandachtspunt binnen het beleid van KBC. In jaarlijkse enquêtes kunnen de ruim 14 000 KBC-medewerkers zich uitspreken over hun werksituatie. Zo kan KBC constant nagaan of haar beleid zich op de juiste thema’s richt en of er een positieve ontwikkeling inzit. Eerdere enquêtes bij de KBC-medewerkers toonden aan dat naast de vraag naar tijdsflexibiliteit ook een behoefte bestond aan kinderopvang, vooral in de vakantieperiodes. Dit is immers een lange periode die niet iedereen kan overbruggen via de traditionele opvangkanalen. Daarom besloot KBC Bank in 2002 een experiment op te zetten rond kinderopvang in de maanden juli en augustus, in samenwerking met de v.z.w. Stekelbees. Het experiment liep in Antwerpen (kinderopvang voor jongeren tussen 2,5 en 12 jaar) en in Leuven (kinderopvang voor tieners van 12 tot 16 jaar). Hoewel beide initiatieven vrij laat werden aangekondigd en tieneropvang niet voor de hand ligt, waren de reacties over de hele lijn positief. Bij de evaluatie van het experiment werd dan ook beslist in 2003 ermee voort te gaan en het initiatief zelfs uit te breiden. Deze uitbreiding in 2003 betekende kinderopvang voor de groep van 2,5 tot 12 jaar in Antwerpen, Leuven en Brussel, en voor de tieners (12 tot 16 jaar) in Leuven en Brussel. Ook dat was opnieuw een groot succes: 3 648 dagen opvang voor 558 kinderen uit 313 gezinnen. De kwalitatieve kinderopvang en de grote tevredenheid bij de betrokken kinderen en de KBC-ouders leidden ertoe dat het initiatief werd uitgebreid naar andere collega’s binnen de KBC Groep. Zo komen in 2004 niet allleen kinderen van KBC Bankmedewerkers aan bod maar ook kinderen van medewerkers uit KBC Verzekeringen, Fidea en Centea. De inschrijvingen liggen overal hoog, zodat de organisatoren (Stekelbees) stilaan moeten in het oog houden dat de maximumcapaciteit van de opvanglocaties niet wordt overschreden. De formules zijn dezelfde als in 2003: voor de groep van 2,5 tot 12 jaar in Antwerpen, Leuven en Brussel, en voor de tieners (12 tot 16 jaar) in Leuven en Brussel. Het verzamelen van de kinderen in de hoofdkantoren van de verschillende onderdelen van de KBC Groep vergt wat meer organisatie. De kinderen worden naar de opvanglocaties gebracht met een bus. Voor de kinderopvang wordt gebruikgemaakt van mooie, ruime locaties in Hoboken, Wijgmaal, Oud-Heverlee en Brussel. Ter plaatse zorgt een team van ervaren jobstudenten voor een afwisselend en rijkgevuld dagprogramma. Op elke locatie zorgt een coördinator voor de inhoudelijke begeleiding en organisatie, contacten met de ouders en administratie. KBC levert materiële ondersteuning, maar vraagt de ouders wel een bijdrage die overeenstemt met het officiële bedrag dat Kind en Gezin aanrekent voor de kinderopvang in Vlaanderen (9,30 EUR per kind en per dag, met een reductiesysteem voor meerdere kinderen). Helpdesk voor kinderopvang Niet uitsluitend in de vakantiemaanden juli en augustus denkt KBC aan opvang. In oktober 2003 nam KBC een tweede initiatief: een helpdesk voor kinderopvang. Het vinden van geschikte kinderopvang is in Vlaanderen en Brussel niet makkelijk. Het opzetten van eigen kinderopvang doorheen het jaar was evenwel geen optie. Daarvoor zijn de woon- en werkplaatsen van de medewerkers teveel gespreid over heel Vlaanderen en is de organisatie van hoogkwalitatieve opvang een te specialistische aangelegenheid. Daarom sloot KBC een overeenkomst met v.z.w. Stekelbees voor het organiseren van een helpdesk. Personeelsleden die moeite hebben om een geschikte kinderopvang te vinden, kunnen gebruikmaken van deze gespecialiseerde service. Ook voor occasionele vragen naar kinderopvang staat de helpdesk ter beschikking. De helpdesk neemt de zoektocht over en spreekt alle bestaande initiatieven en kanalen aan. KBC vergoedt Stekelbees voor deze dienstverlening en de medewerker kan er gerust over zijn dat alle mogelijkheden onderzocht worden. De kosten voor de opvang zelf blijven uiteraard ten laste van de medewerker.
Een dergelijke helpdesk biedt zeer veel voordelen: voor de medewerker die zijn lastige zoektocht kan overlaten aan een gespecialiseerde dienst, voor de lokale opvanginitiatieven die hun aanbod optimaal gebruikt zien, en voor de kinderen die worden opgevangen in hun eigen leefomgeving.
KBC ontwikkelt specifieke beleggingsaanpak voor congregaties (16/07/04) Oprichting van een “Zorgfonds” met actieve inbreng door kloostergemeenschappen. Belangrijkste doelgroep “KBC Institutional Fund Euro Ethical Care”: congregaties België telt zo’n 400 congregaties. Net zoals in de rest van de samenleving, leidt ook de toenemende vergrijzing van kloosterlingen in ons land tot toenemende, specifieke financieringsbehoeften in de toekomst. Congregaties hebben meer en meer behoefte aan zorgvoorziening wegens almaar ouder wordende leden. De kosten voor levensonderhoud en verzorging lopen op, terwijl hun courante inkomsten afnemen. Kloostergemeenschappen willen dan ook (een deel van) hun middelen zodanig beleggen dat zij in de toekomst ook nog in hun financieringsbehoeften kunnen blijven voorzien. KBC wil kloostergemeenschappen bijstaan in de analyse van deze financieringsbehoeften, de ontwikkeling en de invulling van een beleggingsplan. KBC ontwikkelde daartoe een model dat rekening houdt met de samenstelling en de leeftijd van de leden van congregaties. Cliënten-kloostergemeenschappen die daarover ondervraagd werden, verwachten dat hun beleggingsplan voorziet in beleggingen die degelijk en juridisch betrouwbaar zijn. Beleggingen moeten zekerheid bieden op het vlak van een aantrekkelijk inkomen, bescherming bieden en deze koppelen aan een fiscaal vriendelijke formule. Beleggingsoplossingen moeten ook eenvoudig, duurzaam en maatschappelijk verantwoord zijn. KBC Bank richtte in samenwerking met KBC Asset Management een zorgfonds op dat aan bovengenoemde doelstellingen beantwoordt. KBC Institutional Fund Euro Ethical Care is een nieuw compartiment binnen de familie van beleggingsfondsen voor institutionele beleggers, waarin ook andere cliënten dan congregaties kunnen beleggen (het thema van de vergrijzing is immers maatschappelijk relevant) en dat een lager beheerloon aanrekent dan de klassieke fondsen. Mogelijke andere doelgroepen zijn jonge senioren/gepensioneerden die hun kapitaal defensiever willen beleggen naarmate ze ouder worden, beleggers die tegelijkertijd ethisch én defensief willen beleggen, ziekenhuizen, …. 'Care' staat voor de groeiende zorgbehoevendheid van de kloosterlingen, voor zorgvuldig beleggen (wegens de financiële analyse en ook omdat er geen muntrisico bestaat: er wordt immers alleen in de eurozone belegd), en voor de zorg voor duurzaamheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid, die zowel congregaties als KBC na aan het hart liggen. ‘Ethical’ verwijst trouwens naar het feit dat alle activa, waarin het zorgfonds belegt, door het onafhankelijk duurzaamheidsonderzoek in-huis zullen worden gescreend op het vlak van hun duurzaam en maatschappelijk verantwoord karakter. Veiligheid in combinatie met rendement, ethische screening Om nog beter aan de noden van de congregaties tegemoet te kunnen komen, wordt ook een begeleidingscomité opgericht, waarin vertegenwoordigers van de deelnemende congregaties zetelen. Zo hebben zij een belangrijke, adviserende stem bij het beheren van het compartiment. De verhouding tussen vastrentende producten, cash en aandelen binnen het beleggingsfonds wordt vastgelegd door dat begeleidingscomité. De beleggingsstrategie van “KBC Institutional Fund Euro Ethical Care” is defensief en sluit dan ook nauw aan bij de wensen van de doelgroep. Het compartiment zal immers hoofdzakelijk beleggen in obligaties uitgedrukt in EUR (voornamelijk overheidsobligaties) en in aandelen van grote multinationale bedrijven (uit de EMU-zone), beide met een duurzaam en maatschappelijk verantwoord karakter. Daarbij zal maximaal 25 à 30% van het nettoactief belegd worden in aandelen. Op langere termijn zal het aandelengehalte stelselmatig worden afgebouwd (met ongeveer 1% per jaar) ten voordele van obligaties. Het compartiment zal dan van een defensief naar een zeer defensief risicoprofiel evolueren. Zo neemt de veiligheid geleidelijk aan toe om de stijgende uitgaven van de congregaties beter te kunnen opvangen.
KBC Asset Management bracht in het verleden al maatwerk-fondsen op de markt voor andere, specifieke doelgroepen (bijvoorbeeld ziekenfondsen) en ontwikkelt verder dergelijke initiatieven in het kader van een gepersonaliseerde aanpak. Meer informatie kunt u verkrijgen bij: Viviane Huybrecht, woordvoerster KBC tel. + 32 2 429 85 45 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected] Stephane Leunens, Perschef Tel. + 32 2 429 65 01 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected]
KBC Bank verlaagt rente kasbons en achtergestelde certificaten (14-07-2004) Als gevolg van de situatie op de financiële markten, verlaagt KBC Bank de rente op kasbons en achtergestelde certificaten met ingang van vrijdag 16 juli 2004. De nieuwe rentes voor de voornaamste looptijden zijn: Kasbon 1 jaar 2 jaar 3 jaar 4 jaar 5 jaar
vorige rente 1,90 % 2,40 % 2,80 % 3,10 % 3,30 %
nieuwe rente 1,75 % 2,15 % 2,50 % 2,80 % 3,05 %
Achtergesteld certificaat 5 jaar 6 jaar 7 jaar 8 jaar 9 jaar 10 jaar
vorige rente 3,35 % 3,65 % 3,95 % 4,05 % 4,20 % 4,30 %
nieuwe rente 3,10 % 3,40 % 3,70 % 3,85 % 3,95 % 4,05 %
KBC Bank innoveert elektronische dienstverlening voor internationale bedrijven (01/07/2004) Uit eigen marktonderzoek van KBC bij bedrijven in België en in Europa blijkt enerzijds dat de drempel bij bedrijven om het internet te gebruiken binnen hun financieel beheer steeds kleiner wordt en anderzijds dat het beoogde internetgebruik veel verder gaat dan het louter opvragen van (rekening)informatie. Bedrijven wensen internettoepassingen te gebruiken zowel voor het initiëren van betalingen en invorderingen in binnen- en buitenland als voor de uitwisseling van bestanden tussen hun financiële-dienstverleners en hun eigen boekhouding. De enquête toonde aan dat er zowel voor internationaal cashmanagement als voor het beheren van de geldstromen en waarborgsystemen voor buitenlandse handel, nood is aan innovatieve, foutloze en transparante elektronische productlijnen die centraal worden beheerd en uniform toepasbaar zijn in binnenen buitenland. In West-Europa is de centralisatie van het financieel beheer al ver gevorderd, o.a. dankzij de eenheidsmunt, terwijl dit in Centraal-Europa nog in de kinderschoenen staat. De beweging is evenwel ingezet en zal de komende jaren nog toenemen, zeker nu deze landen ook deel uitmaken van de Europese Unie. De unieke positie van KBC als belangrijke bedrijvenbank in België en grootste bank in Centraal-Europa, met daarnaast nog een internationaal netwerk van gespecialiseerde netwerkkantoren en partnerbanken, stelt de bank in staat om accuraat op deze vraag vanuit de bedrijven in te spelen. KBC heeft daarom een aantal nieuwe diensten voor haar bedrijfscliënten uitgebouwd. Voor de Belgische bedrijven met een intensieve buitenlandse handel werd Flexims ontwikkeld, voor de midcaps en grotere bedrijven met internationale activiteiten wordt nu W1SE gelanceerd. W1SE: innovatief elektronisch bankieren op internationale schaal W1SE is een uniek, op het internet gebaseerd e-bankingprogramma voor internationaal actieve bedrijven. De toepassing, ontwikkeld in samenwerking met technologiepartner S1, reikt veel verder dan de Belgische markt. W1SE is beschikbaar bij de Centraal-Europese dochters van KBC en zal later worden ingevoerd in andere wereldwijde vestigingen van KBC. W1SE biedt een ruime waaier van binnen- en buitenlandse betalingsverkeersystemen, betalingsinstructies op afstand naar derde banken, elektronische invorderingen en cashmanagement-toepassingen, inclusief alle landspecifieke betalingstechnieken en internationale standaarden in 9 landen in West- en Centraal-Europa. De beveiliging is gebaseerd op smartcards, de hoogste standaard op de markt. Het unieke 'guidance logic'-concept helpt de cliënt bij het aanmaken van internationale transacties. Het systeem leidt hem automatisch naar het juiste invoerscherm en helpt hem stapsgewijze alle relevante gegevensvelden in te vullen. W1SE ondersteunt alle talen van de landen waarin het wordt aangeboden, zowel voor het invoeren van gegevens als voor de on-line-ondersteuning. Daarnaast is er een lokale helpdesk waar ervaren medewerkers de cliënten helpen in hun eigen taal. Dankzij flexibele rapportering van rekeningstanden en -mutaties tijdens de dag, kan de cliënt zelf rapporten op eigen maat samenstellen en aanvullende gegevensanalyses uitvoeren. W1SE heeft ook nog andere troeven waarmee het zich onderscheidt. Alle gegevens bevinden zich in één enkel gegevensbestand per bedrijf. Dit stelt medewerkers in diverse locaties of landen in staat om dezelfde gegevens op te vragen, te wijzigen of te fiatteren. KBC introduceert ook een vereenvoudigde gebruikersadministratie binnen het bedrijf. De cliënt kan nu zelf op een flexibele wijze de toegangsrechten en volmachten voor zijn medewerkers wereldwijd beheren. Dankzij W1SE kan bijvoorbeeld een Hongaars bedrijf met vestigingen in diverse Europese landen vanuit de Hongaarse hoofdzetel het overkoepelend thesauriebeheer laten verlopen inclusief het initiëren van grensoverschrijdende liquiditeitsstromen, terwijl de buitenlandse dochtermaatschappijen verantwoordelijk blijven voor hun eigen lokale betalingen en invorderingen. Met één enkel W1SE-contract worden rekeningen aangestuurd bij Belgische KBC-bedrijvenkantoren, West-Europese KBC-vestigingen, een Centraal-Europese entiteit uit de KBC Groep en bij een buitenlandse partnerbank. Dit alles gebeurt onder het waakzaam oog van het Canadese moederbedrijf, dat niet alleen de liquiditeitsposities kan raadplegen, maar zo nodig ook overschotten kan repatriëren of tekorten kan aanzuiveren … Flexims: KBC sluit ondubbelzinnige resultaatsverbintenissen met de cliënt Net als W1SE werd ook Flexims in nauwe samenwerking met de eindgebruikers ontwikkeld. Het is een ebankingtoepassing die zich specifiek richt op bedrijven die als importeur en/of exporteur actief zijn in de internationale handel en dus frequent gebruikmaken van documentaire technieken - documentaire kredieten, documentaire incasso's en internationale bankgaranties - om risico's af te dekken. De vroegere papieren administratie rond die documentaire betalingstechnieken wordt nu 24 uur per dag en 7 dagen per week volledig elektronisch gestuurd via een internettoepassing bij de cliënt. Flexims is drietalig op alle niveaus en vergt geen supplementaire hard- of software. Sinds zijn invoering in 2001 bereikt Flexims nu al meer dan 500 Belgische bedrijven en 1.500 geregistreerde gebruikers, of meer dan het dubbele van de oorspronkelijke doelstelling. Vandaag wordt het toepassingsgebied van Flexims verder uitgebreid met documentair incasso export en documentair krediet export, waardoor Flexims het compleetste e-bankingaanbod in de B2B-markt vormt. Door de ontwikkeling in
nauwe samenwerking met de gebruiker te laten verlopen, sluit het programma zowel inhoudelijk als technisch perfect aan bij de behoeften van de bedrijvencliënt. Zo verloopt het integrale transactieproces volledig transparant, met gedetailleerde statusoverzichten, rechtstreekse dossierbeheerders en bijzonder scherpe verwerkingstermijnen. De gebruiker weet dus altijd in welke fase de afwikkeling van zijn transactie zich bevindt en bij wie hij terechtkan voor eventuele informatie of bijstand. KBC koppelt aan Flexims3 als enige op de markt ondubbelzinnige resultaatsverbintenissen: indien bijvoorbeeld de verwerking van het documentair incasso export niet de dag zelf kan gebeuren, zal KBC de cliënt hiervoor financieel compenseren.
KBC Bank doet uitkoopbod op uitstaande aandelen Antwerpse Diamantbank (01/07/2004) KBC Bank brengt een privaat uitkoopbod uit op alle aandelen ADB die nog in handen zijn van derde partijen. KBC bezit momenteel 99,998% van de aandelen en wenst ook het saldo van 0,002% te verwerven dat nog steeds in handen is van een aantal particuliere aandeelhouders. Hoofdbedoeling is het aandeelhouderschap van ADB en een aantal administratieve formaliteiten te vereenvoudigen. De aanvaardingsperiode voor het bod gaat in op 20 augustus en wordt afgesloten op 31 augustus 2004. De voorgenomen transactie wijzigt noch de positie/strategie van ADB noch die van KBC Bank. De Antwerpse Diamantbank is en blijft een volle dochteronderneming van KBC Bank die zich overeenkomstig haar commerciële en bancaire autonomie verder zal blijven specialiseren in de financiële dienstverlening aan de internationale diamantsector. Voorgeschiedenis KBC Bank is sinds de oprichting van ADB in 1937 aandeelhouder. In juni 1999 verwierf KBC Bank al de participaties van Generale Bank (36,94%) en BBL (13,28%) in ADB en beschikte toen over 87,17%. Op 1 februari 2002 verwierf KBC Bank het aandelenpakket (12,83%) van Henfin Holding (De Beers) in ADB en bracht daarmee haar participatie op 99,998%.
KBC neemt Valuesource over (29/06/04) In het verleden besteedde KBC ICT al op ad-hocbasis een aantal projecten/bepaalde taken uit aan enkele Indiase ICT-bedrijven, bv. n.a.v. IT aanpassingen voor ‘het jaar 2000’ en de invoering van de euro. Daarbij werden telkens een 20- of 30-tal mensen ingeschakeld. Op die manier heeft KBC de nodige ervaring opgebouwd met het uitbesteden van een aantal ICT-opdrachten en met het omgaan en werken met de Indiase bedrijfscultuur. KBC neemt nu het ICT-bedrijf Valuesource over. KBC maakt geen financiële details hierover bekend. Valuesource is een erg kleine en jonge onderneming (eigenlijk een start-up die een 30-tal Indiërs in dienst heeft), waardoor de financiële impact voor KBC beperkt is. Een overname biedt KBC ICT de mogelijkheid om enerzijds belangrijke knowhow in eigen huis te houden en anderzijds de eigen kwaliteitscriteria toe te passen op de Indiase dochtermaatschappij. Bovendien biedt de keuze voor een eigen dochtermaatschappij ook betere langetermijnvooruitzichten, zowel voor de plaatselijke medewerkers als voor KBC. Via de overname krijgt KBC nog beter greep op de ontwikkelingskosten en de projectbewaking in India. KBC kan zijn eigen processen, systemen en management introduceren, zodat het operationele risico beperkt blijft. KBC past zijn eigen risicobeheersmethodiek toe op Valuesource en introduceert ook de bij KBC geldende ICTgovernance- en projectmanagementprincipes. KBC is overtuigd van de mogelijkheden om Valuesource verder te doen groeien tot een kwaliteitsvol, kostenefficiënt en complementair onderdeel van zijn ICT-bedrijf. Door het toevertrouwen van projecten i.v.m. bestaande systemen aan Valuesource, krijgen de eigen IT-medewerkers van KBC in België meer ruimte voor specifiek bank- en verzekeringsgerichte prioriteiten zoals Bazel II. Omdat KBC alleen zijn uitbestedingsactiviteiten op termijn concentreert in Valuesource, heeft dit geen gevolgen voor de werkgelegenheid van zijn eigen ICT'ers. Slechts een klein deel van de portefeuille voldoet immers aan de criteria voor off-shorebouw. KBC zal Valuesource verder uitbouwen met lokale, hooggekwalificeerde mensen, maar onder KBCmanagement. Het is een 100%-dochter, maar die blijft onder eigen label werken en zal haar eigen identiteit behouden. Meer informatie kunt u verkrijgen bij: Viviane Huybrecht, woordvoerster KBC tel. + 32 2 429 85 45 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected] Stephane Leunens, Perschef Tel. + 32 2 429 65 01 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected]
KBC Bank verhoogt rente woningkredieten (23/06/2004) KBC Bank verhoogt de rentevoeten op haar woningkredieten met ingang van vrijdag 25 juni 2004. De nieuwe rentevoeten (en bijhorende mensualiteit) voor leningen vanaf 25.000 euro, met een looptijd van 20 jaar en gedekt door een hypotheek, bedragen vanaf 25 juni 2004 :
jaarlijkse renteherziening (+3/-3) 5-jaarlijkse renteherziening (+5/-5) formule10-5-5 (+5/-5) 20 jaar vaste rentevoet
Oude rentevoeten
Nieuwe rentevoeten
Maandelijkse aflossing
4,05% 5,00% 5,60% 6,00%
4,40% 5,40% 6,00% 6,30%
155,67 168,75 176,84 180,92
Meer informatie kunt u verkrijgen bij: Viviane Huybrecht, woordvoerster KBC tel. + 32 2 429 85 45 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected] Stephane Leunens, Perschef Tel. + 32 2 429 65 01 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected]
euro euro euro euro
KBC Bank verhoogt rente kasbons en achtergestelde certificaten (16-06-2004) Als gevolg van de situatie op de financiële markten, verhoogt KBC Bank de rente op kasbons en achtergestelde certificaten met ingang van vrijdag 18 juni 2004. De nieuwe rentes voor de voornaamste looptijden zijn: Kasbon 1 jaar 2 jaar 3 jaar 4 jaar 5 jaar
vorige rente 1,70 % 2,10 % 2,45 % 2,75 % 3,00 %
nieuwe rente 1,90 % 2,40 % 2,80 % 3,10 % 3,30 %
Achtergesteld certificaat 5 jaar 6 jaar 7 jaar 8 jaar 9 jaar 10 jaar
vorige rente 3,05 % 3,35 % 3,70 % 3,85 % 4,00 % 4,10 %
nieuwe rente 3,35 % 3,65 % 3,95 % 4,05 % 4,20 % 4,30 %
KBC Bank en Rabobank Nederland: joint venture voor verwerking effectentransacties (10-062004) KBC Bank en Rabobank Nederland hebben de intentie een joint venture op te richten die de effectentransacties van zowel KBC als van Rabobank Nederland zal verwerken. De nieuwe vennootschap, die zal gevestigd worden in Eindhoven, zal in 2005 met de verwerking van de effectentransacties van Rabobank Nederland starten. In 2006 zal de joint venture volledig operationeel zijn met ook de verwerking van de effectentransacties van KBC. Op dat ogenblik zal de joint venture werk bieden aan circa 160 medewerkers. Over de organisatorische aspecten en de gevolgen voor het personeel van deze samenwerking worden met de ondernemingsraad van zowel KBC als Rabobank Nederland besprekingen opgestart. De joint venture zal nog worden getoetst door de betrokken toezichthouders.
Alerte marktopstelling en schaalvoordelen Begin dit jaar maakten KBC Bank en Rabobank Nederland hun intentie bekend om een gemeenschappelijk, grensoverschrijdend platform voor de afwikkeling van effectentransacties voor zowel particuliere beleggers als professionele partijen op te zetten. De voorbije maanden onderzochten zij de organisatorische gevolgen van deze samenwerking. Vandaag maken zij de oprichting van een joint venture bekend. Met het opzetten van deze unieke, grensoverschrijdende samenwerking beogen KBC Bank en Rabobank Nederland een grotere flexibiliteit t.o.v. marktontwikkelingen, een hogere kwaliteit van de dienstverlening aan de cliënten en een aanzienlijke verlaging van de kostprijs. Beide banken zijn toe aan de vervanging van hun bestaande systemen en delen de investering in nieuwe IT-systemen. Bovendien spelen ze met deze samenwerking in op de mogelijkheden die nieuwe technologieën bieden. De nieuwe vennootschap past in het streven naar operationele effectiviteit, kostenefficiëntie en risicobeheersing en zal op een flexibele, volumeonafhankelijke en kostenbewuste manier een antwoord bieden aan veranderende marktbehoeften. Door de krachten te bundelen kunnen Rabobank Nederland en KBC Bank de kostprijs aanzienlijk naar beneden brengen en hun cliënten een concurrerend tarief blijven bieden. Door het uitbesteden van de verwerking van effectentransacties aan een vennootschap die zich specifiek hierop toelegt en aan de hoogste kwalitatieve normen beantwoordt, kan een bank ook meer middelen vrijmaken voor rechtstreekse dienstverlening aan de cliënten. Bij KBC worden de effectentransacties van KBC Bank en haar dochters verwerkt door het Directoraat Verwerking Effecten en Derivaten en KBC Securities. De verwerking van effectentransacties van de lokale Rabobanken vindt plaats bij Rabobank Nederland Effectendiensten (RNE). Nieuwe vennootschap in Eindhoven KBC Bank en Rabobank Nederland richten een nieuwe vennootschap naar Nederlands recht op, waarin beide partners op basis van gelijkwaardigheid participeren. De nieuwe vennootschap zal in 2005 met de verwerking van de effectentransacties van Rabobank Nederland starten. In 2006 zal de joint venture volledig operationeel zijn met ook de verwerking van de effectentransacties van KBC. KBC en Rabobank Nederland zullen niet alleen hun operationele knowhow inbrengen, maar ook hun marktkennis en wereldwijd netwerk van contacten in de financiële wereld. Op termijn zal de nieuwe vennootschap andere financiële instellingen de mogelijkheid bieden om de verwerking van hun effectentransacties (geheel of gedeeltelijk) aan haar uit te besteden. Dit verschaft hun een dubbel voordeel: besparen op de verwerkingskosten en op toekomstige investeringen, terwijl ze zich onafhankelijk op de beleggingsmarkt kunnen blijven profileren. De nieuwe vennootschap zal worden gevestigd in Eindhoven. De heer Floris Henning (RNE) en mevrouw Christel Gijsbrechts (KBC) zullen de nieuwe vennootschap leiden. Personeel De nieuwe vennootschap zal werk bieden aan circa 160 medewerkers, deels door overgang vanuit Rabobank Nederland, deels vanuit KBC. Hierover wordt met de werknemersvertegenwoordigers van zowel KBC als Rabobank Nederland overleg gepleegd. In geen geval zal tot gedwongen ontslagen worden overgegaan.
Voor meer informatie:
•
KBC Bank & Verzekering Viviane Huybrecht Hoofd Persdienst/Woordvoerster
•
Tel 00 32 (0)2 429 85 45
[email protected] Rabobank Nederland Jan-Willem ter Avest Woordvoerder Tel 00 31 (0)30 216 17 40
[email protected]
Wat KBC gemeen heeft met Cinema op de werkplek, Canaletto, een bruidsstoet in Molenbeek en schaken (07-06-2004) Vrij simpel. Het heeft alles te maken met een veelheid van soms kleinschalige, soms grotere projecten die zich afspelen in de onmiddellijke omgeving van het KBC-hoofdkantoor in Brussel. "KBC Bank & Verzekering wil haar werknemers met al deze initiatieven en projecten laten kennismaken met de omgeving én wil aan de omgeving ook tonen dat KBC zich ook écht betrokken voelt bij de buurt. Onder het motto ‘Beter een goede buur dan een verre vriend’. Want KBC is er van overtuigd dat een bedrijf, naast een puur economische missie, ook een belangrijke maatschappelijke rol te vervullen heeft", lichtte André Bergen, voorzitter KBC Bank, toe tijdens een buurtwandeling en –lunch deze middag. De maatschappelijke betrokkenheid van KBC KBC Bank & Verzekering is al vele jaren actief op het gebied van maatschappelijke sponsoring en van mecenaat. Voor KBC is dat een uiting van ‘maatschappelijke betrokkenheid’ en ‘duurzaam ondernemen’. Ook al blijft KBC in de eerste plaats natuurlijk een commercieel bedrijf, toch wil ze een deel van de winst laten terugvloeien naar de maatschappij waarin ze als bankverzekeraar actief is. KBC voelt zich betrokken bij de maatschappij waarin zij evolueert. En probeert met haar steun aan allerlei initiatieven dingen mogelijk te maken die anders een dode letter zouden blijven. Zo organiseert KBC al enkele jaren een ‘solidariteitsplan’, dat personeelsleden van KBC die zich inzetten voor sociale projecten een duwtje in de rug geeft. KBC biedt ook financiële en logistieke steun in het vlak van gezondheidszorg (Kom op tegen Kanker, en jongerendrugsproblematiek De Sleutel) en verkeersveiligheid (Levenslijn). Verder ondersteunt KBC projecten die zich richten op de bestrijding van kansarmoede en sociale achteruitstelling. Daarbij wordt de nadruk gelegd op de steden waar de nood het hoogst is, nl. Brussel en Antwerpen. In Antwerpen steunt KBC de vzw Roma en de vzw Rataplan. Twee initiatieven die de verzuring van Borgerhout proberen tegen te gaan door maximaal een beroep te doen op de vrijwillige inzet van de mensen uit de buurt. Daarnaast is er ook aandacht voor het probleem van werkverschaffing voor mensen die buiten het gewone werkproces vallen, met de steun aan Vitamine W. KBC participeert ook in het kapitaal van de cvso CPP/Incofin, de cvba De Wolkammerij en de cvba Trividend. Die organisaties proberen startende bedrijfjes in binnen- en buitenland met (micro)financiering op de goede weg te zetten. De nadruk leggen ze daarbij op de sociale dimensie. KBC en de buurtprojecten in Brussel Het KBC-hoofdkantoor is gelegen langs het kanaal, op het grondgebied van Sint-Jans-Molenbeek aan de rand van een multiculturele buurt. Elke werkdag pendelen ongeveer 4 000 werknemers uit Vlaanderen, voornamelijk met het openbaar vervoer, naar dit hoofdkantoor. KBC wil zich met haar werknemers op een actieve manier integreren in dit stedelijk weefsel en de dialoog aangaan met de directe omgeving. En wel met doorgaans kleinschalige, authentieke langetermijnprojecten. Een greep uit de verschillende initiatieven: In Molenbeek is alles begonnen met een samenwerking met het buurthuis Bonnevie. Die samenwerking dateert al van de periode toen het gebouw aan de Havenlaan in gebruik werd genomen (1995). In de bouwvergunning stond dat de bank in Molenbeek een sociaal project moest ondersteunen. Via de Koning Boudewijnstichting kwam KBC in contact met het buurthuis Bonnevie. Het buurthuis stelde voor om een project van muurschilderen voor kinderen uit de buurt te sponsoren (1996-1998). Snel volgden andere, zoals een tentoonstelling in de KBC-gebouwen van kunstwerken van de buurtkinderen (1996) en buurtwandelingen voor het personeel vanaf 1996. Die oogstten telkens veel bijval (sinds 1996 zowat 300 wandelaars per seizoen). Om KBC’ers de gelegenheid te geven de buurt op eigen houtje te ontdekken, stelde Bonnevie een kleine brochure samen met tips voor wandelingen in de buurt. KBC zorgde voor het drukwerk en verspreidde de brochure onder haar personeel. Na het aflopen van het sponsoringscontract kon het buurthuis op blijvende steun rekenen van KBC. Elk jaar ontvangt het buurthuis een aanzienlijke som voor de realisatie van welbepaalde projecten. Enkele voorbeelden zijn: het buurthuis opknappen, het boek "Een beeld van een buurt” uitgeven, een uitleencentrum van hulpmiddelen bij het opknappen van woningen opstarten, enz. In 2002 ontstond de idee om de wandelingen af te wisselen met exotische etentjes. Molenbeek is immers een smeltkroes van nationaliteiten, met elk hun eigen culinaire traditie. Zo ontstond het project "Anders gaan eten". Het ging voorzichtig van start met Marokkaanse, Afrikaanse en Pakistaanse etentjes, drie middagen telkens voor groepjes van 30 mensen. Het werd een voltreffer. Daarom kreeg de formule navolging in 2003 en 2004. De afgelopen jaren proefden zo’n 450 KBC’ers van de Pakistaanse, Algerijnse, Rwandese, Soedanese, Colombiaanse en Congolese keuken. Bewonerskoks uit de buurt zorgden voor
achtergrondinformatie over hun land, de maaltijd zelf en de gebruikte ingrediënten. Ook het buurthuis Bonnevie en de buurt zelf werden voorgesteld. Het project liep in samenwerking met een opleidingsproject “ontbijtmedewerk(st)er en kamermeisje” van Jeugd en Stad. Die organisatie stelde ook haar zaal en keuken ter beschikking. En dit jaar staan er weer (thematische) buurtwandelingen op het programma. Andere voorbeelden van de KBC-betrokkenheid in de buurt (Molenbeek) zijn haar steun aan het Bedrijvencentrum, aan de vzw Onder Ons, het dienstencentrum Het Anker enz. En in 2003 ontstond Canaletto, een initiatief van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) en enkele lokale verenigingen. Hun doelstelling is om de kanaalbuurt in een positief daglicht te stellen en interactie tussen de voornaamste spelers uit de wijk (buurtverenigingen, bedrijven, instellingen) op gang te brengen. De eerste versie moest een aantal kinderziekten doormaken. Maar het belangrijkste was dat er een, zij het nog vrij beperkt, netwerk tot stand kwam van personen, verenigingen en bedrijven uit de kanaalzone. Na een evaluatie eind vorig jaar, startte meteen editie 2004 met onder meer het Cinenomadeproject. Op enkele locaties (KBC, Franstalige gemeenschap, Klein Kasteeltje en de Academie van Molenbeek) wordt eenmaal per week tijdens de lunchpauze een filmvoorstelling georganiseerd waarop eigen werknemers én buitenstaanders/buurtbewoners welkom zijn. KBC beet hier de spits af (op 1 april!) en 50 filmliefhebbers (35 KBC’ers en een 15-tal ‘externen’, waaronder 9 mensen van het Klein Kasteeltje) keken met belangstelling en gratis naar vier kortfilms (“Music for One Apartment and Six Drummers”, “The Bloody Olive”, “Vol-au-vent” en “Harpya”). Andere geplande Canalettoprojecten zjin “De Waterbruid/Le Marié de l’eau’ op 19 juni (een bruidsstoet en huwelijksinzegening op de brug tussen de Gentsesteenweg en de Dansaertstraat), een picknick voor de hele buurt op 26 mei (vloeit voort uit de succesvolle seniorenpicknick van vorig jaar) en een revue op 15 juli (een interactie met het Komediefestival van het Kaaitheater). Omdat het initiatief vorig jaar vrij succesvol bleek, stelde KBC zelf voor om ook dit jaar – in samenwerking met de verantwoordelijken van het Klein Kasteeltje - een schaaktornooi te organiseren. Iedereen uit de buurt mag daaraan deelnemen. Op woensdagmiddagen in mei en juni (tussen 12 en 14 uur) wordt er geschaakt, afwisselend op de Akenkaai en in het Klein Kasteeltje, en bij slecht weer in de boot ‘Eliane’ van de vzw Kanart. Ten slotte is KBC al jarenlang sponsor van het Kaaitheater, een bruisend kunstcentrum aan de Akenkaai. Voor heel wat KBC’ers is dit cultuurhuis een interessante stek om ’s middags of na de werktijd een hapje te eten of een glas te drinken. In de context van de sponsoring werd ook hier een voordeelabonnement-formule overeengekomen voor KBC-medewerkers.
3 juni 2004
KBC Bank & Verzekering Zeer goede operationele resultaten en geringe kredietvoorzieningen tillen kwartaalwinst naar historisch hoog niveau
KBC sluit het eerste kwartaal van 2004 succesvol af met een Groepswinst van 392 miljoen euro, 52 % hoger dan in het vorige kwartaal en 29 % hoger dan in het eerste kwartaal van 2003. Kerncijfers
6
In mln. EUR
1K03
4K03
1K04
1K/1K
1K/4K
GECONSOLIDEERDE WINST waarvan bankbedrijf waarvan verzekeringsbedrijf waarvan holdingbedrijf
304 230 80 -6
259 204 61 -5
392 370 32 -10
+29 % +61 % -60 %
+52 % +82 % -47 %
Exploitatieresultaat per aandeel (EUR) Nettoresultaat per aandeel (EUR) Nettoactief per aandeel (EUR), einde periode
1,97 1,01 31,9
1,87 0,85 33,8
2,24 1,26 35,4
Kernratio's 1K 2003
2003
1K 2004
Kosten-opbrengstenratio bankbedrijf Gecombineerde ratio schadeverzekeringen (exclusief herverzekeringsbedrijf)
64,0 % 90,7 %
65,3 % 94,8 %
59,0 % 99,2 %
Solvabiliteitsratio bankbedrijf (Tier 1) Solvabiliteitsratio verzekeringsbedrijf (inclusief niet-gerealiseerd meerwaardesaldo)
9,1 % 272 %
9,5 % 316 %
9,5 % 333 %
Rendement op eigen middelen Groei winst per aandeel (tegenover vorig jaar)
14,3 % -4 %
12,7 % +8 %
17,0 % +25 %
KBC is een van de belangrijkste bankverzekeraars en vermogensbeheerders in België en in CentraalEuropa. De Groep heeft een marktkapitalisatie van ongeveer 14 miljard euro, telt ongeveer 50 000 personeelsleden en bedient circa 12 miljoen cliënten. Op www.kbc.com vindt u dit persbericht in het Nederlands, Engels, Frans en Duits. U vindt er ook een Powerpointpresentatie en een gedetailleerd financieel kwartaalrapport (in het Engels).
6 De resultaten per aandeel zijn berekend op basis van 302.248.800 dividendgerechtigde aandelen op 31-03-03, 303.706.758 op 31-12-03 en 310.710.463 op 31-03-04. De nettoactiefwaarde per aandeel is berekend op basis van 302.248.800 aandelen op 31-03-03, 310.709.797 op 31-12-03 en 310.710.410 op 31-03-04.
Hoofdlijnen financiële resultaten •
De nettowinst van het eerste kwartaal 2004 (392 miljoen euro) ligt meer dan de helft (52 %) hoger dan in het vorige kwartaal en stijgt met meer dan een kwart (+29 %) tegenover het eerste kwartaal van 2003. Het exploitatieresultaat (696 miljoen euro) bereikt een historisch hoog niveau met vooral in het bankbedrijf een sterke vooruitgang.
•
De opbrengsten van de kernactiviteiten vertonen een stevige groei, zowel in het bankbedrijf als in het verzekeringsbedrijf. Zo stijgt de bancaire rentewinst (organisch) met 12 % en groeit het premie-inkomen van levens- en schadeverzekeringen (organisch) met respectievelijk 24 % en 6 % tegenover het eerste kwartaal van 2003. De provisie-inkomsten blijven op hun hoge peil. Bovendien verbetert de winst uit de valuta- en effectenhandel beduidend en wordt het exploitatieresultaat maar matig beïnvloed door kapitaalwinsten op beleggingen.
•
In het bankbedrijf wordt op jaarbasis een nulgroei van de uitgaven gerealiseerd. De kostenopbrengstenratio verbetert merkelijk tot 59 % (65 % in 2003).
•
Het technisch resultaat in het schadeverzekeringsbedrijf handhaaft zich op een gunstig niveau (gecombineerde ratio inclusief herverzekeringen: 97,5 %), weliswaar iets minder uitgesproken dan het uitzonderlijke peil van de afgelopen kwartalen.
•
De rentabiliteit van het verzekeringsbedrijf is wel verzwakt door lagere beleggingsrendementen. Anderzijds kon in het eerste kwartaal de belangrijke afwaardering van de aandelenportefeuille (128 miljoen euro) grotendeels worden opgevangen door onder meer de volledige aanwending van de voorziening voor financiële risico’s (93 miljoen euro).
•
De kredietverliezen zijn op alle markten uitzonderlijk gering. De kredietverliesratio van de Groep daalt tot 0,11 %, wat moeilijk houdbaar is voor de komende kwartalen. In Polen (waar in 2003 belangrijke voorzieningen voor probleemkredieten werden geboekt) bedragen de voorzieningen in het eerste kwartaal 4 miljoen euro.
•
De kwartaalwinst bevat een uitzonderlijke meerwaarde (57 miljoen euro) op de verkoop van de participatie in het Belgische telecombedrijf Belgacom.
•
Anderzijds worden, uit voorzichtigheid, meerdere voorzieningen per saldo verhoogd of aangelegd (samen netto 81 miljoen euro) om diverse risico’s en toekomstige uitgaven te dekken.
•
De resultaten zijn zeer bevredigend in alle activiteitsdomeinen. Het rendement op toegewezen kapitaal in retailbankverzekeren (voornamelijk in België) bedraagt 17 % en in de bedrijven- en marktactiviteiten respectievelijk 21 % en 23 %. In Centraal-Europa is de rentabiliteit, na een moeilijk jaar 2003, vrij goed hersteld (rendement van 13 %). Het retailbankverzekeren draagt voor 124 miljoen euro bij tot het Groepsresultaat, het vermogensbeheer (voornamelijk in België) voor 34 miljoen euro, het bedrijvensegment voor 100 miljoen euro, de activiteiten op de financiële markten voor 64 miljoen euro en de Centraal-Europese regio voor 59 miljoen euro.
Kapitaal en solvabiliteit •
Op 31 maart 2004 bedraagt het eigen vermogen van de Groep 9,5 miljard euro, een toename met 375 miljoen euro (+4 %) tegenover 31-12-2003. Bovendien stijgt het niet-geboekt meerwaardesaldo op effecten in het eerste kwartaal met 651 miljoen euro (+37 %) tot een bedrag van 2,4 miljard euro (waarvan 253 miljoen euro op aandelen). De nettovermogenswaarde loopt op tot 35,4 euro per aandeel.
•
De kernkapitaalratio voor de bankactiviteiten (Tier 1) bedraagt 9,5 % en de solvabiliteitsmarge van het verzekeringsbedrijf (inclusief niet-gerealiseerde meer- en minderwaarden) 333 %.
Belangrijkste bedrijfsontwikkelingen •
In het retailbedrijf in België: succesvolle commerciële werking op het vlak van fondsenwerving, kredietverlening en verzekeren en het verder uitvoeren van een programma van product- en procesvereenvoudiging.
•
In Centraal-Europa: verdere uitvoering van de (grensoverschrijdende) programma’s van kennisoverdracht en groepssynergie, herstructurering van de bankactiviteiten in Polen en verhoging van de meerderheidsparticipatie tot 75 % in WARTA (de tweede schadeverzekeraar van Polen).
•
Bedrijven en financiële markten: verdere verlaging van het risicoprofiel voor internationale bedrijfsfinanciering (met het oog op het structureel laag houden van de kredietrisicokost) en een grotere focus op (professionele) vermogensbeheeractiviteiten.
Resultatenoverzicht Resultatenoverzicht
1K 2003
4K 2003
1K 2004
KBC Groep (in miljoenen EUR) Geconsolideerd resultatenoverzicht BRUTOBEDRIJFSINKOMSTEN
1 659
1 627
1 799
Bankbedrijf
1 452
1 424
1 572
718
800
806
29
12
17
4
8
10
Winst uit financiële transacties
269
157
278
wrv. wisselbedrijf en trading
146
104
220
wrv. gerealiseerde meerwaarden
123
54
58
344
303
351
Nettorente-inkomsten Dividenden Resultaat uit deelnemingen in vermogensmutatie
Nettoprovisie-inkomsten Overige bedrijfsopbrengsten Verzekeringsbedrijf Netto verdiende premies Netto technische lasten wrv. waardecorrecties tak 23 Beleggingsopbrengsten en -lasten
86
144
111
211
207
234
957
712
1 245
-800
-744
-1 249
87
-91
-80
53
241
234
-87
91
80
1
-2
4
-3
-5
-7
-1 063
-1 059
-1 103
Bankbedrijf
-929
-938
-928
Verzekeringsbedrijf
-132
-119
-173
-2
-2
-2
596
568
696
523
487
644
wrv. waardecorrecties tak 23 Resultaat uit deelnemingen in vermogensmutatie Holdingbedrijf ALGEMENE BEHEERSKOSTEN
Holdingbedrijf EXPLOITATIERESULTAAT wrv. bankbedrijf wrv. verzekeringsbedrijf
79
88
61
-141
-215
-118
Waardeverminderingen en voorzieningen kredietrisico's
-79
-252
-43
Waardecorrecties op effecten
-74
28
5
11
9
-81
-13
-18
-17 -11
Waardecorrecties bankbedrijf
Voorzieningen voor andere risico's en kosten Niet-recurrente resultaten verzekeringsbedrijf Afschrijvingen eersteconsolidatieverschillen
-7
-8
Uitzonderlijke resultaten
17
39
56
452
367
606
400
302
575
57
71
40
-106
-123
-171
-127
-113
-163
- Verzekeringsbedrijf
22
-12
-7
- Holdingbedrijf
-1
2
0
346
243
435
RESULTAAT VOOR BELASTINGEN wrv. bankbedrijf wrv. verzekeringsbedrijf Belastingen op het resultaat - Bankbedrijf
GECONSOLIDEERDE WINST Aandeel van derden in de winst
-42
16
-42
GECONSOLIDEERDE WINST, deel van de Groep
304
259
392 370
Bijdrage bankbedrijf
230
204
Bijdrage verzekeringsbedrijf
80
61
32
Bijdrage holdingbedrijf
-6
-5
-10
Winstverwachting voor 2004 Er is een toenemende (maar nog aarzelende) verbetering vast te stellen in het economisch klimaat op de meeste markten waarop KBC actief is. Dat is een stimulans voor de verdere groei van de opbrengsten en draagt bij tot de beperking van afwaarderingen van de krediet- en beleggingsportefeuilles. Bovendien zal KBC in de komende kwartalen haar strakke discipline op kostenvlak aanhouden. Daarmee rekening houdende, en vooropgesteld een ongewijzigde economische en financiële omgeving en stabiele beurskoersen, verwachten we dat het nettoresultaat voor 2004 minstens 15 % hoger zal liggen dan in 2003. Wijzigingen in consolidatiekring, waarderingsregels en valutaomrekening •
De resultaten van WARTA (Polen), waarin KBC haar deelneming naar 75 % verhoogde, worden vanaf het eerste kwartaal 2004 volledig geconsolideerd (vermogensmutatiemethode in 2003). Dat beïnvloedt merkelijk de diverse resultaatscomponenten van het verzekeringsbedrijf, al blijft de impact op de nettowinst verwaarloosbaar. Andere wijzigingen aan de consolidatiekring hebben geen wezenlijke impact.
•
In het eerste kwartaal van 2004 werden geen wijzigingen in waarderingsregels aangebracht die een noemenswaardige invloed hebben op de resultaten. Ook tegenover het eerste kwartaal van 2003 zijn er geen betekenisvolle afwijkingen van waarderingsregels.
•
Voor de resultaten wordt gerekend met koersen van de Amerikaanse dollar en de Poolse zloty die respectievelijk 9 % en 8 % lager liggen dan het gemiddelde voor 2003. De koersen van de Amerikaanse dollar, de Poolse zloty en de Hongaarse forint liggen respectievelijk 13 %, 12 % en 6 % lager dan in het eerste kwartaal van vorig jaar. Schommelingen van andere valuta’s zijn minder relevant.
Verslag van de Commissaris “Wij zijn overgegaan tot een beperkt nazicht van de tussentijdse geconsolideerde financiële informatie van KBC Bankverzekeringsholding NV per 31 maart 2004, met een balanstotaal van EUR 241.572 miljoen en een aandeel van de groep in de winst over de periode van EUR 392 miljoen. Ons nazicht werd uitgevoerd in overeenstemming met de controleaanbeveling van het Instituut der Bedrijfsrevisoren in verband met het beperkt nazicht. Dit nazicht bestond voornamelijk in de ontleding, de vergelijking en de bespreking van de financiële informatie en was dan ook minder diepgaand dan een volkomen controle van de geconsolideerde jaarrekening. Bij dit nazicht zijn geen gegevens aan het licht gekomen die aanleiding zouden geven tot belangrijke aanpassingen aan de tussentijdse geconsolideerde financiële informatie. Brussel, 3 juni 2004, Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCV, Vertegenwoordigd door Jean-Pierre Romont, Vennoot en Danielle Vermaelen, Vennoot” Financiële kalender 2004 Bekendmaking resultaten 1e kwartaal 2004
3 juni 2004
Bekendmaking halfjaarresultaten 2004
2 september 2004
Bekendmaking resultaten 3e kwartaal 2004
25 november 2004
Meer informatie is beschikbaar op www.kbc.com (investor relations).
Verdere toelichting bij de resultaatsrekening
Exploitatieresultaat bankbedrijf Inmln. EUR Brutobedrijfsopbrengsten bankbedrijf Rentewinst Provisie-inkomsten Inkomsten uit valuta- en effectenhandel Meerwaarden op beleggingen Dividendinkomsten Resultaat vermogensmutatie Overige bedrijfsopbrengsten Algemene beheerskosten bankbedrijf Exploitatieresultaat bankbedrijf
1K03
4K03
1K04
1K/1K
1K/4K
1452 718 344 146 123 29 4 86 -929
1424 800 303 104 54 12 8 144 -938
1.572 806 351 220 58 17 10 111 -928
+8 % +12 % +2 % +51 % -53 % -42 % +164 % +28 % -0 %
+10 % +1 % +16 % +112 % +8 % +40 % +24 % -23 % -1 %
523
487
644
+23 %
+32 %
De gunstige inkomstenontwikkeling van het vorige kwartaal zet zich voort, waardoor de bedrijfsopbrengsten (zelfs exclusief meerwaarden) stijgen tot het hoogste niveau dat ooit op kwartaalbasis werd gerealiseerd. •
De rentewinst ligt in de lijn van het (sterke) vorige kwartaal en 12 % hoger dan in het eerste kwartaal van 2003. De rentemarge bedraagt 1,77 % (tegenover 1,56 % voor het eerste kwartaal van 2003 en 1,73 % voor het volledige jaar 2003).
•
De provisie-inkomsten liggen 16 % hoger dan in het voorgaande kwartaal (weliswaar deels seizoensgebonden) en nog 2 % boven het niveau van het uitermate sterke eerste kwartaal van 2003.
•
In de valuta- en effectenhandel wordt, na een veeleer matig 2003 (negatief beïnvloed door de afwaardering van een uitdovende derivatenportefeuille), een sterk resultaat opgetekend (+51 % tegenover het eerste kwartaal van 2003). De ontwikkeling is positief in alle marktsegmenten waarin KBC actief is.
•
Het bedrag aan kapitaalwinsten op de beleggingsportefeuille bedraagt 4 % van de totale opbrengsten en ligt daarmee in de lijn van dat van het vorige kwartaal. Die kapitaalwinsten hebben voor zowat de helft betrekking op aandelen en voor de andere helft op vastrentende beleggingen.
•
De post ‘overige bedrijfsopbrengsten’ ligt op het gemiddelde niveau van de afgelopen kwartalen.
Het kostenniveau vertoont een lichte daling tegenover het vorige kwartaal (-1 %) en kon stabiel gehouden worden tegenover het overeenkomstige kwartaal van 2003. In België dalen de uitgaven op jaarbasis met 5 % en in Centraal-Europa met 1 %. Door het succesvolle kostenbeheer en de gunstige ontwikkeling van de opbrengsten daalt de kostenratio naar 59 %, een beduidend beter peil dan voor het jaar 2003 (65 %). Exploitatieresultaat verzekeringsbedrijf
In mln. EUR
7
Verdiende premies (netto) Schadebedrijf Levenbedrijf met rentegarantie gekoppeld aan beleggingsfonds Technische lasten (netto) Schadebedrijf Levenbedrijf Beleggingsresultaat
4K03
1K04
1K/1K
1K/4K
957 272 685 301 384 -888 -187 -701 141
712 264 448 307 141 -653 -183 -470 150
1.245 366 878 401 477 -1.169 -268 -901 154
+30 % +35 % +28 % +33 % +24 % +32 % +43 % +29 % +10 %
+75 % +39 % +96 % +31 % +239 % +79 % +46 % +92 % +3 %
Resultaat vermogensmutatie
1
-2
4
+185 %
-
Algemene beheerskosten
-132
-119
-173
+31 %
+45 %
79 48 46 -15
88 52 51 -15
61 43 29 -11
-22 % -10 % -38 % -31 %
-31 % -17 % -44 % -29 %
Exploitatieresultaat verzekeringsbedrijf Levenbedrijf Schadebedrijf Niet-technisch resultaat
7
1K03
Exclusief waardecorrecties ten laste van de polishouder voor producten gekoppeld aan beleggingsfondsen.
De resultaten van het schadebedrijf evolueren als volgt:
8
•
De premie-inkomsten liggen een derde hoger dan vorig jaar, hoewel er een belangrijke impact is van de opname in de consolidatiekring van WARTA Verzekeringen (Polen). Organisch, d.w.z. zonder impact van consolidatiewijzigingen, groeien de verdiende premies met 6 %, vooral als gevolg van de stijging op de Belgische markt met +8 %. Voor de herverzekeringsactiviteiten is er een daling met 6 %.
•
De schaderatio neemt lichtjes toe van 65,9 % in het eerste kwartaal van 2003 tot 68,5 % in het eerste kwartaal van 2004. Dat is het gevolg van een aantal zware schadegevallen in België, onder meer in de sector arbeidsongevallen (vorig jaar waren er uitzonderlijk geen zware schadegevallen). De reserveringsratio (exclusief premie- en egalisatiereserve) daalt van 200 % naar 178 % als gevolg van de opname in de consolidatiekring van WARTA. Op de CentraalEuropese markt zijn de reserveratio’s in het algemeen veel lager dan in West-Europa, onder meer als gevolg van de gemiddeld snellere afhandeling van schadegevallen. De reserveringsratio bedraagt 225 % voor de Belgische activiteiten en 78 % voor de Centraal-Europese.
•
De inkomsten uit de belegde reserves vertonen dan wel een lichte stijging (+4 %), maar organisch is er een afname als gevolg van het gedaalde gemiddelde beleggingsrendement.
•
De kostenstijging (+37 %) is iets hoger dan de toename van het premievolume. De kostenratio neemt toe van 27,3 % in het eerste kwartaal van 2003 tot 29,0 % in het eerste kwartaal van 2004. Dat wordt deels verklaard door de aanpassing van de consolidatiekring, deels door het terugvallen van het premie-inkomen in het herverzekeringsbedrijf.
De resultaten van het levenbedrijf evolueren als volgt: •
Het premie-inkomen ligt bijna dubbel zo hoog als in de twee voorgaande kwartalen (organisch +90 % tegenover het vierde kwartaal van 2003) en een kwart hoger dan het eerste kwartaal van vorig jaar (organisch +24 %). Levenproducten gekoppeld aan beleggingsfondsen nemen daarvan 54 % voor hun rekening, in tegenstelling tot de tweede helft van 2003 toen het zwaartepunt op producten met rentegarantie lag. Op de Belgische markt (die goed is voor 93 % van de premieontvangsten) bedraagt de totale premiegroei in vergelijking met vorig jaar 25 %. In Centraal-Europa is dit (organisch) 11 %.
•
De beleggingsopbrengsten van het levenbedrijf liggen op hetzelfde niveau als in het vorige kwartaal. In vergelijking met het eerste kwartaal van vorig jaar is er wel een stijging (+9 %), maar die ligt door het gedaalde beleggingsrendement merkelijk lager dan de aangroei van de belegde reserves sindsdien (+25 %).
•
De stijging van de bedrijfskosten (organisch +10 % tegenover het voorgaande kwartaal en +2 % tegenover het vergelijkbare kwartaal van vorig jaar) is beduidend kleiner dan de toename van het premie-incasso als gevolg van het relatief hoge aandeel van koopsompolissen.
Zoals in de voorgaande kwartalen blijft het niet-technisch resultaat negatief (-11 miljoen euro) als gevolg van de lagere beleggingsopbrengsten. Waardecorrecties bankbedrijf
In mln. EUR
1K03
4K03
1K04
Voorzieningen voor kredietrisico’s
-79
-252
-43
Waardecorrecties voor beleggingseffecten
-74
+28
+5
+11
+9
-81
Voorzieningen voor andere risico’s en kosten •
Na relatief hoge kredietvoorzieningen in het tweede halfjaar van 2003 (voornamelijk een inhaalbeweging in Polen), valt het bedrag aan voorzieningen voor kredietrisico’s terug op het laagste peil van de afgelopen 3 jaar. De kredietverliesratio van de Groep daalt tot maar 0.11 % (0.71 % voor het jaar 2003), wat naar verwachting niet geheel houdbaar is voor de komende kwartalen. De dekking van slechte kredieten door kredietvoorzieningen is bovendien licht hoger dan op 31-12-03 (76 % tegenover 73 %). In België bedraagt de kredietverliesratio 0,10 % op jaarbasis, in Tsjechië en Slowakije 0,16 %, in Polen 0,42 % en in Hongarije 0,46 %. Het kwartaalniveau in Polen is in de gegeven omstandigheden vrij laag. Ook de kredietverliezen op de internationale kredietportefeuille zijn bijzonder beperkt (ratio van 0,05 %).
•
Door het relatief vlakke verloop van de aandelenbeurzen in het eerste kwartaal is er geen noemenswaardige invloed op het resultaat van de waardering van de beleggingsportefeuille.
•
Uit voorzichtigheid werd voor een bedrag van per saldo 81 miljoen euro aan diverse voorzieningen aangelegd om overige risico’s en diverse toekomstige kosten op te vangen.
8 Opeenvolgende kwartalen vergelijken premieontvangsten en schadeverloop.
is
minder
relevant
wegens
o.a.
(seizoen)schommelingen
in
Niet-recurrent resultaat verzekeringsbedrijf
In mln. EUR
1K03
4K03
1K04
Waardecorrecties op aandelen Gerealiseerde meerwaarden op effecten
-146 +119
+12 -
-128 +22
-72
-25
+93
+86
-5
-4
Toevoeging (-) / terugneming (+) voorziening voor financiële risico’s Overige niet-recurrente resultaten: Wrv onttrekking aan de egalisatievoorziening
+92
-
-
-13
-18
-17
Niet-recurrent resultaat
In het eerste kwartaal werden voor een bedrag van 128 miljoen euro waardeverminderingen op de aandelenportefeuille geboekt (toepassing van het principe dat een waardevermindering wordt geboekt als de marktwaarde gedurende 3 jaar onder de boekwaarde blijft). Dat wordt evenwel in grote mate opgevangen (93 miljoen euro) door de voorziening voor financiële risico’s die hiervoor in het verleden werd aangelegd en de realisatie van een meerwaarde (22 miljoen euro) die hoofdzakelijk betrekking heeft op de aandelentranche van een beleggingsinstrument (collateralised debt obligation) dat afgewikkeld werd. Daardoor werd - volledig in de lijn van de ontwikkeling in de vorige kwartalen - het negatieve niet-recurrent resultaat beperkt tot -17 miljoen euro en konden de aanwezige (nietgerealiseerde) meerwaarden op de uitstaande aandelenportefeuille behouden blijven. Uitzonderlijk resultaat en belastingen •
In het eerste kwartaal wordt een uitzonderlijk resultaat geboekt van netto 56 miljoen euro, hoofdzakelijk de gerealiseerde meerwaarde op de verkoop van de participatie in het Belgische telecombedrijf Belgacom.
•
De belastingdruk ligt op een gemiddeld niveau, vergelijkbaar met dat voor het jaar 2003.
Overzicht resultaatsbijdrage activiteitsdomeinen Het Groepsresultaat kan als volgt worden omgeslagen over de activiteitsdomeinen (na aftrek van het deel van de eventueel andere aandeelhouders in de winst):
In mln. EUR
1K03
4K03
1K04
1K/1K
122
125
124
+2 %
-1 %
Centraal-Europa: - waarvan bankbedrijf in Tsjechië en Slowakije - waarvan bankbedrijf in Hongarije - waarvan bankbedrijf in Polen
21 22 9 1
-120 31 -9 -157
59 42 13 3
+183 % +87 % +45 % >200 %
+37 % -
Assetmanagement
35
32
34
-3 %
+6 %
Diensten aan Bedrijven
43
90
100
+133 %
+10 %
Marktactiviteiten
41
7
64
+55 %
>300 %
Retailbankverzekeren (vnl. België)
1K/4K
•
Na de merkelijke resultaatsverbetering in 2003, blijft de resultaatsbijdrage van het retailsegment in België op het hoge niveau van het vorige kwartaal. De bancaire winst is verder gestegen als gevolg van de toegenomen opbrengsten, de volgehouden kostendiscipline en de aanhoudend lage kredietvoorzieningen. Het verzekeringsbedrijf laat dan wel een hoge premieomzet zien, maar de nettoresultaatsbijdrage wordt gedrukt door hogere schadeverzekeringslasten en een afnemend beleggingsrendement. Het rendement van het ingezet eigen vermogen bedraagt 17 %.
•
De resultaten in de Centraal-Europese regio zijn als volgt: o
In Tsjechië en Slowakije neemt de winstbijdrage van het bankbedrijf stevig toe, vooral als gevolg van stijgende opbrengsten (onder meer voor retailactiviteiten) en de aanhoudend beperkte kredietverliezen. Het rendement van het ingezet eigen vermogen bedraagt er 19 %. Op verzekeringsvlak evolueren premieomzet en technische resultaten voort in positieve zin, maar er blijft vooralsnog een verliesbijdrage (-2 miljoen euro).
o
In Hongarije zet de gunstige resultatenontwikkeling aan de bankkant zich voort in het eerste kwartaal, weliswaar ook ondersteund door een eenmalige terugneming van een bestaande kredietvoorziening. Het rendement van het ingezet eigen vermogen bedraagt 31 %. De
rendementsindicatoren in het verzekeringsbedrijf zijn uitstekend (rentabiliteit van 35 %), maar de winstbijdrage blijft beperkt (1,5 miljoen euro). o
In het bankbedrijf in Polen wordt na opeenvolgende kwartalen van (hoge) verliezen opnieuw een positieve resultaatsbijdrage (3 miljoen euro) gerealiseerd als gevolg van een merkelijke kostendaling en een laag bedrag aan nieuwe kredietvoorzieningen. Nadat het (krediet)risicobeheer in 2003 op een hoger niveau is getild, is er een ingrijpend herstructureringsplan in uitvoering om de kostenefficiëntie en de commerciële slagkracht te verhogen. De bijdrage van de Poolse verzekeringsactiviteiten (waarin pas een meerderheidsparticipatie werd verkregen) bedraagt -2 miljoen euro.
o
(minderheidsparticipatie) bedraagt via De bancaire winstbijdrage in Slovenië vermogensmutatie 3 miljoen euro, in de lijn van het cijfer van de vorige kwartalen. Het resultaat van de recent gestarte bankverzekeringsactiviteit bedraagt vooralsnog –0,5 miljoen euro.
•
Het beheerd vermogen in de assetmanagementactiviteiten neemt in het eerste kwartaal toe met 6 % tot 95 miljard euro, waarvan ongeveer de helft afkomstig is van de netto-instroom van nieuwe gelden. Mee daardoor komt de kwartaalwinst van de assetmanagementdivisie (34 miljoen euro) licht hoger te liggen dan in het vorige kwartaal. Het beheerd vermogen ligt intussen 18 % hoger tegenover het dieptepunt op de aandelenmarkten van eind maart 2003.
•
De winst van het bedrijvensegment is voor het tweede opeenvolgende kwartaal zeer goed. Dat is vooral het gevolg van het structureel lagere niveau van kredietverliezen en van schadeherverzekeringslasten. Om dat te kunnen aanhouden, wordt het risicoprofiel van de internationale bedrijfsfinanciering verlaagd, vooral in de VS. Het segmentrendement in verhouding tot de ingezette eigen middelen loopt op tot 21 % (11 % voor het jaar 2003).
•
De winstbijdrage van de activiteiten op de financiële markten stijgt naar een recordniveau na diverse veeleer zwakke kwartalen. Het rendement van het ingezet eigen vermogen van het segment stijgt naar 23 % (11 % in 2003). Dat is vooral het gevolg van een beduidend hoger opbrengstvolume, zowel in traditionele geld- en kapitaalmarktproducten als inzake gestructureerde afgeleide producten. Bovendien wordt de expertise inzake aandelenderivaten gebruikt om activiteiten uit te bouwen op het vlak van professioneel vermogensbeheer.
KBC Bankverzekeringsgroep (03-06-2004) Embedded Value voor het levenbedrijf per 31-12-2003 Gestage groei van het levenbedrijf In 2003 bedroeg het premie-inkomen van het levenbedrijf 2,4 miljard euro, een toename van 9 % tegenover 2002. Die groei is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de continue vraag naar producten met rentegarantie. Het premie-inkomen in 2003 bracht het totale uitstaande bedrag van de technische voorzieningen op 10,5 miljard euro. Dat betekent dat KBC het volume van haar levenbedrijf meer dan verdubbelde sinds de oprichting van de Groep in 1998. De groei is momenteel vooral te situeren in België, waar het bankverzekeringsconcept een belangrijke rol speelt als motor van de expansie. Ook in Centraal-Europa dragen de activiteiten alsmaar meer bij tot de groei van het levenbedrijf. Embedded Value Jaarlijks wordt met een simulatiemodel de Embedded Value van de levensverzekeringsportefeuille in kaart gebracht. Dit model omvat KBC Verzekeringen België en de Groepsmaatschappijen Fidea (makelaarsnetwerk in België) en VITIS Life (Luxemburg). Op 31 december 2003 bedroeg de Embedded Value 2,1 miljard euro, een stijging van 20% tegenover het jaar voordien. Die stijging is gedeeltelijk toe te schrijven aan de groei van de vrije reserve als gevolg van het herstel van de aandelenportefeuille in 2003. Ondanks de sterke groei van het premie-inkomen handhaaft de solvabiliteitsratio van het verzekeringsbedrijf zich op 31 december 2003 op 316 % van de wettelijke norm. Een economisch kapitaal van 215 % van het wettelijk minimum werd in aanmerking genomen bij de berekening van waarde van de bestaande portefeuille (Value of Business in Force of VBI) en de waarde van de nieuwe contracten (Value of New Business of VNB). De waarde van de bestaande portefeuille (Value of Business in Force of VBI) steeg van 366 miljoen euro aan het einde van 2002 tot 373 miljoen euro aan het einde van 2003. De toename van het VBI met 7 miljoen euro verbergt een belangrijkere stijging, aangezien het model de winst van 2003 aftrekt van de VBI. De waardetoename is voornamelijk toe te schrijven aan de nieuwe premie-instroom in 2003 (goed voor een waardetoename van 53 miljoen euro). Hoewel een meer voorzichtige methode werd toegepast om de beleggingsmarge te berekenen, resulteerden verbeteringen inzake afkopen en kosten in een aanzienlijk hoger technisch resultaat. Een positieve ontwikkeling van 14 miljoen euro was het resultaat van de verbeterde technische parameters in de loop van 2003. Verslag van de revisoren De berekeningen werden onderworpen aan een gedetailleerde controle door Lane Clark & Peacock, die bevestigde dat de veronderstellingen aanvaardbaar zijn en dat de Embedded Value, de waarde van nieuwe contracten en de analyse van de wijzigingen mogen worden opgenomen als aanvullende informatie bij de geconsolideerde jaarrekening. Een gedetailleerde voorstelling met een cijfermatige beschrijving is beschikbaar (in het Engels) op www.kbc.com .
KBC Bank verhoogt basisrentetarieven voor investeringskredieten (02-06-2004) Vanaf vrijdag 4 juni 2004 verhoogt KBC Bank haar basistarieven voor investeringskredieten met jaarlijkse, 3, 5-, 7- en 10-jaarlijkse renteherziening. Dit zijn de nieuwe basistarieven:
• • • • •
jaarlijkse renteherziening 5,40 % (+0,20 %) 3-jaarlijkse renteherziening: 6,20 % (+0,30 %) 5-jaarlijkse renteherziening: 6,75 % (+0,30 %) 7-jaarlijkse renteherziening 7,10 % (+0,25 %) 10-jaarlijkse renteherziening 7,50 % (+0,25 %)
De basistarieven gelden als richtinggevend voor nieuwe KMO-investeringskredieten met courante voorwaarden: looptijden tot 10 jaar, driemaandelijkse kapitaalaflossingen en driemaandelijkse rentebetaling na verloop van de termijn, en een opnemingsperiode van 9 maanden.
Resultaten eerste kwartaal 2004 KBC Bankverzekeringsholding (27-05-2004) KBC Bankverzekeringsholding NV zal haar resultaten voor het eerste kwartaal 2004 bekendmaken op 3 juni 2004 onder beurstijd (om 11.00 uur). Het persbericht zal die dag vanaf 11.00 uur beschikbaar zijn op de website van KBC: www.kbc.com.
Nieuwe voorzitter bij Poolse verzekeraar Warta (26-05-2004) De heer Irek Luszczewski zal op de eerstvolgende vergadering van de Raad van Bestuur van Warta voorgesteld worden als nieuwe voorzitter van het Directiecomité van Warta en Warta Vita. Hij volgt de heer Agenor Gawrzyal op, die op 5 mei 2004 deze voorzittersmandaten neerlegde omdat hij nieuwe uitdagingen wenst aan te gaan. De heer Luszczewski zal de verdere rendabiliteit en groei van Warta en Warta Vita op dynamische wijze bewerkstelligen en kan daarbij rekenen op de aanwezigheid van KBC als sterke en stabiele hoofdaandeelhouder. Irek Luszczewski is 42 jaar, gehuwd en heeft een zoontje van 2,5 jaar oud. Hij behaalde een master in de economie aan de Warsaw School of Economics gevolgd door een postgraduaat Internationale Betrekkingen aan de Universiteit van Warschau. De heer Luszczewski oefende verscheidene leidinggevende functies uit in de Poolse financiële sector, onder andere vice-voorzitter voor de leven- en niet-levenactiviteiten van Allianz in Polen. Sinds 1998 was hij actief bij Credit Suisse Life & Pensions (voorheen Winterthur), eerst als voorzitter van het pensioenfonds en sinds januari 2001 als Country Head voor alle Poolse activiteiten van Credit Suisse Life & Pensions. Op 15 juli a.s. start hij als voorzitter van Warta en Warta Vita. De heer Albert Kessler (KBC Verzekeringen), die tot dan het interimvoorzitterschap waarneemt, zal nadien zoals voorzien terugkeren naar KBC Verzekeringen in zijn functie als algemeen directeur Financiën en Herverzekeringen.
Zelfstandigen in de voedingssector voelen zich “thuis” in hun zaak Binnen de voedingsdetailhandel is schaalvergroting via overnames en allianties. Ketenwinkels palmen met hun gestandaardiseerd aanbod “marktruimte” in die vroeger werd bezet door de traditionele kleinhandel. Recente ontwikkelingen zoals de IKEA-wet en de discussie rond de openingsuren versterken die trend nog. Bovendien hecht de consument veel waarde aan comfort. Hij wil zoveel mogelijk alles in één winkel kopen. Daarnaast is hij ook steeds meer op zoek naar eenvoudig te bereiden of kant-en-klare maaltijden. De zelfstandige voedingswinkelier staat daarom voor belangrijke keuzes. Hij bezint zich dan ook best over waar hij eigenlijk met zijn winkel naartoe wil en hoe hij daar best naartoe kan werken. Om de zelfstandige voedingswinkelier te helpen bij het bepalen van zijn toekomstvisie, voerde KBC in april 2004, in samenwerking met het marketingonderzoekbureau Columbus een onderzoek bij Vlaamse en Brusselse zaakvoerders van kleine zelfstandige voedingszaken. Vijf sectoren werden daarbij in rekening genomen: bakkers, groenten- en fruithandelaars, vishandelaars, beenhouwers en verkopers van zuivel- en eieren. Een selectie van 350 zaakvoerders werd geïnterviewd over hun visie op personeelsproblematiek, voltooide en toekomstige investeringen, de toekomst van de zaak, de positionering t.o.v. grotere voedingsketens, de openingsuren en de combinatie van werk en gezin. Uit dat onderzoek blijkt dat een groot deel van de zaakvoerders een positief beeld heeft van de toekomst. 94% van de ondervraagden verklaart zich goed te voelen in zijn job. Maar het is niet alles goud wat blinkt: bij vele zaakvoerders baart het personeel hen zorgen en de werklast in de sector is niet te onderschatten. 86% van de respondenten ziet een verruiming van wet op de openingsuren niet zitten. Ruimte voor investeringen De enquête toont aan dat de Vlaamse en Brusselse zaakvoerders een vrij positief beeld hebben van de komende vijf jaar. 48% onder hen verwacht een status-quo, 34% ziet de zaak matig groeien en 6% verwacht zelfs een sterke groei. De peiling naar de verwachtingen over de sector waarin ze werkzaam zijn, toont aan dat vooral de vishandelaars positief over de toekomst denken. 37% van deze groep ziet de sector matig tot sterk groeien. Dat percentage ligt lager in de andere voedingssectoren. Het feit dat zaakvoerders een goed oog hebben op de komende jaren zet aan tot actie. De overgrote meerderheid van de ondervraagden (74%) is ervan overtuigd dat investeren in de zaak de enige manier is om te overleven en te blijven groeien. 44% van de zaakvoerders jonger dan 45 denkt eraan grote investeringen (meer dan 10.000 euro) te doen binnen dit en drie jaar; van hun oudere collega's heeft 20% die intentie. Naast een peiling van de toekomstplannen werd ook het investeringsbeleid van de voorbije jaren nagegaan. In een gereduceerde steekproef waarin 308 zaakvoerders werden ondervraagd die allen een investering hadden gedaan, verklaart 83% van hen ervoor gezorgd te hebben dat hun zaak voldoet aan de nieuwe HACCP-hygiënenormen. Gemiddeld bedraagt de laatste investering 84.000 euro. Vishandelaars (113.000 euro) en beenhouwers (92.000 euro) overstijgen dat gemiddelde. Bakkers trekken minder euro's uit voor investeringsdoeleinden (77.000 euro). De investeringen volgen elkaar bij die laatsten wel sneller op: 32 % van de bakkers heeft de voorbije 2 jaar een investering gedaan van meer dan 10.000 euro. In de andere sectoren bedraagt dat percentage slechts 15 %. Concurrentie van grootwarenhuizen De ondervraagde zaakvoerders lijken de concurrentie van superettes en supermarkten niet te vrezen; 79% is van mening dat de nabijheid van een grootwarenhuis geen probleem vormt, op voorwaarde dat er voldoende gespecialiseerd en gedifferentieerd wordt. Een goede kwaliteit van producten en persoonlijk contact met klanten lijken daarbij essentiële punten te zijn. Zelfstandig maar met zorgen Geschikt personeel vinden en behouden is voor de zelfstandige voedingszaken lang niet evident. 89% van de ondervraagde personen is van mening dat het steeds moeilijker wordt om goed en gemotiveerd personeel te vinden. Bijna de helft (45%) vertrouwt enkel op de capaciteiten van naaste familie; in de zuivel- en eierensector bedraagt dat percentage zelfs 71%. Bij een grote groep staat personeel gelijk aan een grote kostenfactor: 90% van de ondervraagde zaakvoerders verklaart dat personeel zoveel kost dat het niet eens zeker is dat men er uiteindelijk meer door verdient. Die negatieve visie heeft tot gevolg dat slechts 12% van de ondervraagden eraan denkt om de eerstvolgende jaren extra personeel in dienst te nemen. Correcte verloning (47%) en verantwoordelijkheid geven (41%) worden als de belangrijkste manieren beschouwd om in de zelfstandigensector bekwaam personeel te vinden. Ook goede werkomstandigheden (32%) en flexibele werkuren en verlofregeling (15%) zijn belangrijke argumenten om personeel te motiveren. Bovendien tonen de resultaten aan dat de werklast in de zelfstandige voedingssector erg groot is. De gemiddelde zaakvoerder werkt 76 uur per week. Een miniem percentage (2%) van de totale steekproef werkt minder dan 40 uur per week. Uit de cijfers blijkt duidelijk dat slechts 14% van de ondervraagden akkoord zou gaan met een verruiming van de huidige wet op de openingsuren. 85% vindt overigens dat de zaak verder uitbouwen te veel ten koste zou gaan van gezin en vrije tijd en 84% meent nu al dat de tijd die aan de zaak wordt gespendeerd, resulteert in onvoldoende ruimte voor het privéleven. De administratieve beslommeringen worden daarbij als een grote boosdoener gezien: een overgrote meerderheid van 92% vindt dat die teveel tijd opeisen.
Uit de enquête blijkt dat slechts 22% van de ondervraagden jonger is dan 35 jaar. De gemiddelde leeftijd van de bevraagde zaakvoerders is 43 jaar, de meesten behoren dus duidelijk tot een hogere leeftijdsklasse. De opvolging binnen de eigen familie vormt overigens een probleem voor de zelfstandige zaakvoerders. Slechts 15% heeft familieleden die geïnteresseerd zijn om de zaak later verder te zetten. De gemiddelde zaakvoerder zou op 58 jaar op pensioen willen gaan. Daarbij is wel opvallend dat zaakvoerders die jonger zijn dan 45, 56 jaar als gewenste pensioenleeftijd naar voren schuiven. Dat terwijl er sprake van is dat naar de toekomst toe iedereen langer zal moeten werken. Op de vraag welke pensioenleeftijd ze realistisch achten, antwoordt de gemiddelde zaakvoerder 60 jaar. Het voorgaande neemt echter niet weg dat de overgrote meerderheid voldoening vindt in zijn baan. De resultaten van het onderzoek tonen aan dat niet minder dan 94% van de ondervraagden globaal tevreden is met zijn job. 73% zou niet ingaan op een aanbod om toe te treden tot een keten. Het lijkt er dus op dat werken voor de zaakvoerders ook een beetje "thuiskomen" is... Infoavonden voor voedingswinkeliers Naast dit marktonderzoek organiseert KBC in samenwerking met Unizo voor de zelfstandige voedingswinkelier in mei en juni een tiental infoavonden gespreid over het Vlaamse land. De eerste gaat door op maandag 24 mei. Tijdens deze infoavonden worden door een aantal vooraanstaande sprekers concrete antwoorden geformuleerd op de knelpunten die tijdens het marktonderzoek naar boven kwamen: - Wie is de klant van zelfstandige voedingsspeciaalzaak ? - Welke marktverschuivingen mogen we verwachten en hoe speet u hierop in of ondergaat u ze gelaten? - Kiest u voor prijscompetitie of onderscheidt u zich beter door (extra-)service? De volledige studie is opvraagbaar bij de KBC-persdienst (
[email protected])
KBC Bank verhoogt rente kasbons en achtergestelde certificaten (28-04-2004) Als gevolg van de situatie op de financiële markten, verhoogt KBC Bank de rente op kasbons en achtergestelde certificaten met ingang van vrijdag 30 april 2004. De nieuwe rentes voor de voornaamste looptijden zijn: Kasbon 1 jaar 2 jaar 3 jaar 4 jaar 5 jaar
vorige rente 1,55 % 1,85 % 2,15 % 2,45 % 2,70 %
nieuwe rente 1,70 % 2,10 % 2,45 % 2,75 % 3,00 %
Achtergesteld certificaat 5 jaar 6 jaar 7 jaar 8 jaar 9 jaar 10 jaar
vorige rente 2,75 % 3,10 % 3,45 % 3,60 % 3,75 % 3,85 %
nieuwe rente 3,05 % 3,35 % 3,70 % 3,85 % 4,00 % 4,10 %
Senioren alsmaar meer in de ban van pc en internet (23-04-2004) Senioren zijn wel degelijk geïnteresseerd in elektronisch bankverzekeren en willen dus graag wegwijs gemaakt worden in de wereld van pc en internet. Dat blijkt tenminste uit de populariteit van de ‘Senior Road Shows’ en de pc- en internetopleidingen die KBC Bank sinds eind vorig jaar organiseert voor haar cliënten. In januari tot en met maart van dit jaar werden er al meer dan 1 000 cursisten ontvangen, terwijl er voor het hele jaar oorspronkelijk maar 3 000 opleidingsplaatsen waren voorzien. KBC heeft daarom beslist om het aantal plaatsen nog uit te breiden. De eerstvolgende ‘Senior Road Show’ op zaterdag 24 april in Antwerpen is al een tijdje volgeboekt, er worden zo’n 700 aanwezigen verwacht. Ook de animo voor de opleidingen overtreft de verwachtingen. Vorig jaar in november kondigde KBC Bank aan, in overleg met het Ouderen Overleg Komité, een aantal initiatieven te nemen om haar seniorencliënten vertrouwder te maken met pc, internet en desgewenst met elektronisch bankverzekeren. Deze initiatieven werden genomen naar aanleiding van de uitkomsten van zowel marktonderzoek als een enquête die KBC bij haar eigen cliënten hield*. Het bleek dat de sterkste groei van het internetgebruik zich voordeed bij 55-plussers. Dit werd nog eens bevestigd door het feit dat het gebruik van KBC-Online (het KBC-programma voor pc- en internetbankverzekeren) in 2003 het sterkst steeg in de groep van de 55- tot 75-jarigen. De cijfers van het eerste kwartaal van dit jaar laten dezelfde tendens zien: bijna de helft van de in totaal ruim 20 000 nieuwe KBC-Online-abonnees is 55 jaar of ouder. Op dit moment heeft KBC-Online maar liefst zo’n 3 000 abonnees van 75 jaar en ouder. Maar ondanks het feit dat het elektronisch en internetbankverzekeren in het algemeen duidelijk in de lift zit en senioren wel degelijk willen meegaan in de automatiseringsbeweging, stelde KBC Bank vast dat haar oudere cliënten nog op heel wat drempels stuiten. Vooral de onbekendheid, het niet-kunnen en de onpersoonlijkheid schrikken af. Met behulp van onder andere de ‘Senior Road Shows’ en pc- en internetopleidingen wil KBC Bank haar seniorencliënten over die drempels heen helpen. De bedoeling van de ‘Senior Road Shows’ is dat de deelnemers inzicht krijgen in wat internet voor hen kan betekenen en welke gebruiksmogelijkheden er zijn. Na afloop kunnen de geïnteresseerden, onder begeleiding, zelf een stapje zetten op het internet. De ‘Senior Road Shows’, georganiseerd in samenwerking met Telenet en Seniornet Vlaanderen, doen verschillende steden in het land aan. Voor de eerstvolgende bijeenkomst morgen zaterdag in Antwerpen hebben zich zo’n 800 mensen aangemeld, terwijl er maar plaats is voor 700. Voor de komende maanden staan Gent, Roeselare, Hasselt en Brussel nog op het programma. Tijdens de pc- en internetopleidingen worden de cliënten-55-plussers van KBC Bank individueel begeleid bij hun eerste stappen inzake pc- en internetgebruik. Ze krijgen gedurende 4 dagdelen in groepen van ongeveer 20 personen les van een gediplomeerd lesgever. De animo voor deze lessen blijkt groot te zijn. In januari tot en met maart van dit jaar werden er al meer dan 1 000 cursisten ontvangen, terwijl er voor het hele jaar oorspronkelijk maar 3 000 opleidingsplaatsen waren voorzien. KBC heeft daarom beslist om het aantal plaatsen nog uit te breiden, zodat zoveel mogelijk seniorencliënten kunnen worden bereikt. Geïnteresseerden kunnen altijd terecht op de website www.kbc.be en bij de KBC-bankkantoren.
KBC Bank verlaagt rente woningkredieten (25-03-2004) KBC Bank verlaagt de rentevoeten op haar woningkredieten met ingang van donderdag 1 april 2004. De nieuwe rentevoeten (en bijhorende mensualiteit) voor leningen vanaf 25 000 euro met een looptijd van 20 jaar en gedekt door een hypotheek, bedragen vanaf 1 april 2004: Oude rentevoeten jaarlijkse renteherziening 4,30 % (+3/-3) 5-jaarlijkse renteherziening 5,20 % (+5/-5) formule10-5-5 5,80 % (+5/-5) formule 10-5-5 6,00 % (+2/-…) 20 jaar vaste rentevoet 6,30 % Meer informatie kunt u verkrijgen bij: Viviane Huybrecht, woordvoerster KBC tel. + 32 2 429 85 45 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected] Stephane Leunens, Perschef Tel. + 32 2 429 65 01 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected]
Nieuwe rentevoeten
Maandelijkse aflossing
4,05 %
151,19 €
5,00 %
163,46 €
5,60 %
171,43 €
5,75 %
173,45 €
6,00 %
176,84 €
KBC Bank verlaagt rente kasbons en achtergestelde certificaten (10-03-2004) Als gevolg van de situatie op de financiële markten, verlaagt KBC Bank de rente op kasbons en achtergestelde certificaten met ingang van vrijdag 12 maart 2004. De nieuwe rentes voor de voornaamste looptijden zijn: Kasbon 1 jaar 2 jaar 3 jaar 4 jaar 5 jaar Achtergesteld certificaat 5 jaar 6 jaar 7 jaar 8 jaar 9 jaar 10 jaar Meer informatie kunt u verkrijgen bij: Viviane Huybrecht, woordvoerster KBC tel. + 32 2 429 85 45 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected] Stephane Leunens, Perschef Tel. + 32 2 429 65 01 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected]
vorige rente 1,65 % 2,00 % 2,40 % 2,70 % 3,00 %
nieuwe rente 1,55 % 1,85 % 2,15 % 2,45 % 2,70 %
vorige rente 3,05 % 3,30 % 3,60 % 3,75 % 3,90 % 4,00 %
nieuwe rente 2,75 % 3,10 % 3,45 % 3,60 % 3,75 % 3,85 %
KBC Bank verlaagt basisrentetarieven voor investeringskredieten (09-03-2004) Vanaf woensdag 10 maart 2004 verlaagt KBC Bank haar basistarieven voor investeringskredieten met jaarlijkse, 3-, 5-, 7- en 10-jaarlijkse renteherziening. Dit zijn de nieuwe basistarieven:
• • • • •
jaarlijkse renteherziening 5,20 % (-0,20 %) 3-jaarlijkse renteherziening: 5,90 % (-0,35 %) 5-jaarlijkse renteherziening: 6,45 % (-0,30 %) 7-jaarlijkse renteherziening 6,85 % (-0,25 %) 10-jaarlijkse renteherziening 7,25 % (-0,20 %)
De basistarieven gelden als richtinggevend voor nieuwe KMO-investeringskredieten met courante voorwaarden: looptijden tot 10 jaar, driemaandelijkse kapitaalaflossingen en driemaandelijkse rentebetaling na verloop van de termijn, en een opnemingsperiode van 9 maanden.
4 maart 2004
KBC Bank & Verzekering Jaarresultaat 2003: winstgroei van 8,2 %
KBC sluit het vierde kwartaal 2003 af met een groepswinst van 259 mln. EUR. Hierdoor komt de jaarwinst voor 2003 uit op 1 119 mln. EUR, 8,2 % hoger dan in 2002. Kerncijfers
9
In mln. EUR GECONSOLIDEERDE WINST waarvan bankbedrijf waarvan verzekeringsbedrijf waarvan holdingbedrijf
4K03
4K/4K
4K/3K
12M02
12M03
12M/12 M
259 204 61 -5
-10 % +24 % -53 % -20 %
+1 % +4 % -10 % -25 %
1.034 708 348 -22
1.119 858 275 -14
+8 % +21 % -21 % -36 %
7,88 3,42 31,6
7,56 3,68 33,8
-4 % +8 % +7 %
Exploitatieresultaat per aandeel (EUR) Nettowinst per aandeel (EUR) Nettoactief per aandeel (EUR), einde periode Kernratio's 31-12-2001
31-12-2002
31-12-2003
Kosten-opbrengstenratio bankbedrijf Gecombineerde ratio schadeverzekeringen (excl. herverzekeringsbedrijf)
71 % 100 %
65 % 101 %
65 % 95 %
Solvabiliteitsratio bankbedrijf (Tier 1) Solvabiliteitsratio verzekeringsbedrijf (incl. niet-gerealiseerd meerwaardesaldo)
8,8 % 504 %
8,8 % 320 %
9,5 % 316 %
Rendement op eigen middelen Groei winst per aandeel
13,2 % -13 %
12,7 % +1 %
12,7 % +8 %
De KBC Groep is een van de belangrijkste bankverzekeraars en vermogensbeheerders in België en in Centraal-Europa. De groep heeft een marktkapitalisatie van ongeveer 14 mld. EUR, telt ongeveer 50 000 personeelsleden en bedient circa 12 miljoen cliënten. Op www.kbc.com vindt u dit persbericht in het Nederlands, Engels, Frans en Duits. U vindt er ook een powerpointpresentatie en een gedetailleerd financieel jaarrapport (in het Engels).
9 Voor de nettoactiefwaarde per aandeel wordt gerekend met 302 239 200 aandelen op 31-12-02 en 310 709 797 op 31-12-03. Voor de winstgegevens per aandeel wordt gerekend met respectievelijk 302 089 572 en 303 706 758 dividendgerechtigde aandelen.
Financiële hoofdlijnen vierde kwartaal 2003 •
Goede ontwikkeling van het exploitatieresultaat (3 % hoger dan in het voorgaande kwartaal, 6 % hoger dan in het vierde kwartaal van vorig jaar), vooral in het bankbedrijf (een zwakkere ontwikkeling in het verzekeringsbedrijf door lagere beleggingsinkomsten). Daarnaast: terugnemingen van afwaarderingen op beleggingen door het verbeterde beursklimaat, maar anderzijds (overeenkomstig de verwachtingen) hoge kredietvoorzieningen in Polen en sterk hogere belastingdruk dan in de referentiekwartalen. Per saldo een nettowinst van 259 mln. EUR.
Financiële hoofdlijnen 2003 •
Goede opbrengstentrend voor alle basisactiviteiten: opmerkelijk goede provisie-inkomsten (+15 %), stevige premieontvangsten (+10 %) en (sinds het tweede halfjaar) een aantrekkende bancaire rentewinst (+2 %). Anderzijds: minder gunstige resultaten van het wissel- en effectenhandelsbedrijf (-22 %), minder gerealiseerde meerwaarden op beleggingen in het bankbedrijf (-37 %) en lagere beleggingsinkomsten van het verzekeringsbedrijf (-8 %).
•
Kostenontwikkeling goed onder controle: nulgroei van de bedrijfskosten van de groep, waarbij daling van de uitgaven voor de bankactiviteiten (-1 %). Sterk technisch resultaat in het schadeverzekeringsbedrijf (gecombineerde ratio 96 %, 95 % exclusief herverzekeringen). Anderzijds in het bankbedrijf: hoog bedrag aan voorzieningen voor probleemkredieten (676 mln. EUR), vooral in de kredietportefeuille in Polen (365 mln. EUR).
•
Negatieve impact van de voorbije beursmalaise op het resultaat (afwaarderingen van aandelenbeleggingen): netto 42 mln. EUR (96 mln. EUR afwaarderingen in het verzekeringsbedrijf, deels gecompenseerd door 54 mln. EUR terugnemingen van eerdere afwaarderingen in het bankbedrijf).
•
Nettowinst (1 119 mln. EUR) per saldo 8 % hoger, zonder noemenswaardige impact van wijzigingen in de consolidatiekring. Winst bankactiviteiten (3/4 van de groepswinst) stijgt met 21 %, winst verzekeringsactiviteiten daalt met 21 %.
•
Zeer sterke resultaatsbijdrage van het Belgische retailbankverzekeringsbedrijf en bevredigende operationele ontwikkeling op de meeste markten van Centraal-Europa, zowel voor bankieren als voor verzekeren. Evenwel tegenvallende resultaten van de Poolse bankactiviteiten, waarvoor een ingrijpend herstructureringsplan in uitvoering is. Goede resultaten voor de bedrijven- en marktactiviteiten van de groep.
Belangrijkste strategische ontwikkelingen in 2003 •
In België: voltooiing van de fusie op operationeel vlak, in uitvoering brengen van een programma van product- en procesvereenvoudiging, groepering van diverse backoffice-diensten en onderzoek van co-sourcing-initiatieven met externe partners voor de verwerking van effectentransacties.
•
In Centraal-Europa: versteviging van de interne beheersstructuur en de kennisoverdracht, intensifiëring van grensoverschrijdende projecten, onder meer op het vlak van bankkaarttechnologie, herstructurering van de bankactiviteiten in Polen, verwerving van een meerderheidsparticipatie in WARTA Verzekeringen (de tweede schadeverzekeraar van Polen) en start van het bankverzekeren in Slovenië.
•
Bedrijven en financiële markten: versteviging van de focus op KMO en mid-capbedrijven en op commerciële activiteiten op de financiële markten.
Dividend 2003 De Raad van Bestuur zal aan de Algemene Vergadering van 29 april 2004 voorstellen een brutodividend van 1,64 EUR per aandeel uit te keren (uitkeringsratio: 44,5 %), een stijging met 7,9 % tegenover het voorgaande jaar. Over 2002 bedroeg het dividend 1,52 EUR per aandeel. Het dividend wordt op 3 mei betaald. Strategie en winstverwachting 2004 De basisstrategie blijft gericht op de versterking van de marktpositie inzake bankverzekeren en een volgehouden efficiëntiestreven in België en de verdere versteviging van de nieuwe retailthuismarkten in Tsjechië, Hongarije, Polen, Slowakije en Slovenië. Er is een relatief ruime consensus over een betere economische conjunctuur en een positief beursklimaat in 2004 op de meeste markten waarop KBC actief is. Dit is een stimulans voor een sterkere groei van de opbrengsten en voor minder negatieve waardecorrecties op krediet- en beleggingsportefeuilles. Ook zal KBC haar strakke discipline op kostenvlak verder aanhouden. In die omstandigheden verwachten we voor 2004 een nettoresultaat dat hoger zal liggen dan in 2003.
Resultatenoverzicht KBC Groep (in miljoenen EUR) Geconsolideerd resultatenoverzicht Bankbedrijf Nettorente-inkomsten Dividenden Resultaat uit deelnemingen in vermogensmutatie Winst uit financiële transacties wrv. wisselbedrijf en trading wrv. gerealiseerde meerwaarden Nettoprovisie-inkomsten Overige bedrijfsopbrengsten Verzekeringsbedrijf Netto verdiende premies Netto technische lasten wrv. waardecorrecties tak 23 Beleggingsopbrengsten en -lasten wrv. waardecorrecties tak 23 Resultaat uit deelnemingen in vermogensmutatie Holdingbedrijf BRUTOBEDRIJFSINKOMSTEN ALGEMENE BEHEERSKOSTEN Bankbedrijf Verzekeringsbedrijf Holdingbedrijf
4K 2002
3K 2003 4K 2003
12M 2002
12M 2003
1 417 716 23 3 288 182 106 274 114 201 656 -697 -76 239 76 2 -4 1 614 -1 079 -969 -108 -2
1 364 826 15 2 114 96 18 308 98 207 599 -586 -34 183 34 12 -2 1 569 -1 016 -897 -116 -3
1 424 800 12 8 157 104 54 303 144 207 712 -744 -91 241 91 -2 -5 1 627 -1 059 -938 -119 -2
5 756 3 046 158 7 1 014 615 398 1 091 440 852 3 156 -2 274 680 -33 -680 4 -15 6 593 -4 212 -3 751 -457 -4
5 655 3 118 107 18 730 480 250 1 251 432 847 3 486 -3 458 -209 802 209 17 -4 6 498 -4 202 -3 695 -499 -8
535 449 93
554 467 91
568 487 88
2 381 2 005 396
2 297 1 961 348
-157 -160 9 -6 -7 54 -36
-193 -204 12 -1 -7 -13 -2
-215 -252 28 9 -8 -18 39
-663 -465 -202 4 -21 9 4
-624 -676 36 16 -40 -35 43
RESULTAAT VOOR BELASTINGEN wrv. bankbedrijf wrv. verzekeringsbedrijf
389 257 137
337 265 77
367 302 71
1 711 1 337 394
1 641 1 352 301
Belastingen op het resultaat - Bankbedrijf - Verzekeringsbedrijf - Holdingbedrijf
-66 -57 -9 -1
-64 -52 -9 -3
-123 -113 -12 2
-511 -461 -48 -2
-442 -413 -27 -2
GECONSOLIDEERDE WINST Aandeel van derden in de winst GECONSOLIDEERDE WINST, deel van de Groep Bijdrage bankbedrijf Bijdrage verzekeringsbedrijf Bijdrage holdingbedrijf
323 -36 287 164 129 -6
274 -18 256 196 67 -7
243 16 259 204 61 -5
1 200 -166 1 034 708 348 -22
1 199 -80 1 119 858 275 -14
EXPLOITATIERESULTAAT wrv. bankbedrijf wrv. verzekeringsbedrijf Waardecorrecties excl. verzekeringsbedrijf Waardeverminderingen en voorzieningen Waardecorrecties op effecten Voorzieningen voor andere risico's en kosten Afschrijvingen eersteconsolidatieverschillen Niet-recurrente resultaten verzekeringsbedrijf Uitzonderlijke resultaten
Wijzigingen in consolidatiekring, waarderingsregels en valutaomrekening •
In het vierde kwartaal zijn er geen noemenswaardige wijzigingen in de consolidatiekring. Voor het volledige jaar 2003 is er op een aantal opbrengstencomponenten (van het bankbedrijf) een relevante invloed van consolidatiewijzigingen (vnl. door de verkoop van Krefima), maar de impact op de nettowinst is verwaarloosbaar (0,3 %). De resultaten van WARTA Verzekeringen (Polen), waarin KBC recentelijk haar deelneming naar 75 % verhoogde, worden vanaf 2004 volledig geconsolideerd (vermogensmutatiemethode in 2003).
•
Gedurende het jaar werden een aantal wijzigingen doorgevoerd in de waarderingsregels (of de toepassing ervan) in voorbereiding van de overgang naar de ‘International Financial Reporting Standards’ (IFRS). Deze wijzigingen worden verder in deze tekst toegelicht. Gezien de aanhoudende onzekerheid omtrent het wettelijke kader, ziet KBC zich genoodzaakt af te zien van haar intentie om reeds vanaf 2004, d.w.z. vroeger dan wettelijk vereist, deze nieuwe
boekhoudnormen toe te passen. Daarnaast zijn er geen wijzigingen in waarderingsregels die een noemenswaardige invloed hebben op de resultaten. •
In het vierde kwartaal zijn er geen muntschommelingen met materiële impact. Anderzijds wordt voor het resultaat van het volledige jaar gerekend met een (gemiddelde) koers van de Tsjechische kroon, de Hongaarse forint, de Poolse zloty en de Amerikaanse dollar die respectievelijk 3 %, 4 %, 13 % en 17 % lager ligt dan vorig jaar. Schommelingen tegenover vorig jaar van andere voor KBC belangrijke valuta’s zijn minder relevant.
Toelichting exploitatieresultaat bankbedrijf 4K03
4K/4K
4K/3K
12M02
12M03
Brutobedrijfsopbrengsten bankbedrijf Rentewinst Provisie-inkomsten Inkomsten uit wissel- en effectenhandel Meerwaarden op beleggingen Dividendinkomsten Resultaat vermogensmutatie Overige bedrijfsopbrengsten
1.424 800 303 104 54 12 8 144
+0 % +12 % +11 % -43 % -49 % -49 % >200 % +26 %
+4 % -3 % -2 % +7 % >200 % -20 % >200 % +47 %
5.756 3.046 1.091 615 398 158 7 440
5.655 3.118 1.251 480 250 107 18 432
12M/12 M -2 % +2 % +15 % -22 % -37 % -32 % +138 % -2 %
Algemene beheerskosten bankbedrijf
-938
-3 %
+5 %
-3.751
-3.695
-1 %
Exploitatieresultaat bankbedrijf
487
+8 %
+4 %
2.005
1.961
-2 %
In mln. EUR
De gunstige opbrengstenontwikkeling voor de basisactiviteiten zet zich voort in het vierde kwartaal met relatief hoge rente- en provisie-inkomsten. Anderzijds is het resultaat van het wissel- en effectenhandelsbedrijf veeleer laag. De gerealiseerde kapitaalwinsten op beleggingen blijven beperkt in vergelijking met het hoge peil van de tweede helft van 2002 en het begin van 2003. De opbrengsten exclusief de gerealiseerde meerwaarden liggen op het hoogste niveau van de afgelopen 6 kwartalen. Voor het volledige jaar 2003 dalen de bruto-inkomsten met 2 %, hoewel er een negatief effect is (1 procentpunt) door de inkrimping van de consolidatiekring. Bovendien werden er in 2002 belangrijke meerwaarden gerealiseerd op beleggingen. Zonder rekening te houden met meerwaarden is er een lichte stijging van de opbrengsten (+1 %). De structuur van de jaarinkomsten wordt gekenmerkt door: •
een toename van de rentewinst met 2 %, waarbij het in het tweede halfjaar aangetrokken renteresultaat de druk op de rentewinst van het eerste halfjaar meer dan compenseert. Autonoom, d.w.z. exclusief wijzigingen in de consolidatiekring, is er een stijging met 5 %. De rentemarge evolueert van 1,67 % in 2002 naar 1,73 % in 2003.
•
een sterke groei van de provisie-inkomsten (+15 %, autonoom +12 %), vooral als gevolg van de succesvolle verkoop van beleggingsfondsen met kapitaalbescherming en beleggingsverzekeringen op de Belgische markt. Ook in Centraal-Europa evolueren de provisie-inkomsten uit beleggingsproducten verder in stijgende lijn (+9 %).
•
Een relatief zwak resultaat van het wissel- en effectenhandelsbedrijf (-22 %), vooral op het vlak van de valuta- en aandelenderivatenhandel. Er is een goed resultaat voor de renteproducten. De opbrengst van de (contante) aandelenhandel is positief geëvolueerd, maar blijft binnen de groep (conform de strategische focus) heel beperkt.
•
een veeleer beperkt bedrag aan meerwaarden op beleggingen (4 % van de totale opbrengsten), die in grote mate in het eerste halfjaar zijn gerealiseerd op een ’vrije’ obligatieportefeuille die hiervoor specifiek in het verleden was opgebouwd in het vooruitzicht van de rentedaling,
•
relatief lage dividendinkomsten (-32 %), deels te wijten aan wisselkoerseffecten,
•
een post ‘overige bedrijfsopbrengsten’ die min of meer in de lijn ligt van die van vorig jaar (-2 %) en waarbij weggevallen (eenmalige) inkomsten uit 2002 worden goedgemaakt door onder meer een sterke stijging van de leasinginkomsten (autonoom +12 %).
Het kostenniveau in het vierde kwartaal ligt 3 % lager dan in het overeenkomstige kwartaal van 2002. Tegenover het vorige kwartaal is er de jaarlijkse, aan het jaareinde gebonden kostentoename (hoewel die uitgesproken lager is dan in de voorgaande jaren). Voor het volledige jaar 2003 is er een uitgavenvermindering met 1 % (zonder relevante impact van consolidatiewijzigingen). In België dalen de kosten met 5 % en in Centraal-Europa met 1 %. Ondanks de goede kostenontwikkeling blijft de kosten-opbrengstenratio op hetzelfde niveau als in 2002 (65 %) door het lagere bedrag aan gerealiseerde meerwaarden (bij gelijke meerwaarden zou er een daling zijn van 67 % naar 65 %).
Toelichting exploitatieresultaat verzekeringsbedrijf
In mln. EUR
10
Verdiende premies (netto) Levenbedrijf met rentegarantie gekoppeld aan beleggingsfonds Schadebedrijf Technische lasten (netto) Levenbedrijf Schadebedrijf Beleggingsresultaat 11
4K03
4K/4K
712 448 307 141 264 -653 -470 -183 150
4K/3K
+8 % +4 % +36 % -31 % +17 % +5 % +4 % +9 % -8 %
+19 % +32 % +41 % +16 % +2 % +18 % +25 % +3 % +0 %
-
-
12M02
12M03
3.156 2.246 1.275 971 910 -2.954 -2.303 -651 647
3.486 2.438 1.676 762 1.048 -3.248 -2.518 -730 593
+10 % +9 % +31 % -21 % +15 % +10 % +9 % +12 % -8 %
4
17
>200 %
Resultaat vermogensmutatie
-2
Algemene beheerskosten
-119
+10 %
+3 %
-457
-499
+9 %
88 52 51 -15
-5 % +0 % -5 % -
-3 % +1 % +1 % -
396 195 164 37
348 202 191 -45
-12 % +4 % +16 % -
Exploitatieresultaat verzekeringsbedrijf Levenbedrijf Schadebedrijf Niet-technisch resultaat
Na het lagere premie-incasso in het derde kwartaal, wordt dit in het vierde kwartaal weer op een hoger niveau getild. De uitstekende technische resultaten worden bevestigd en de kosten blijven in verhouding tot het premievolume op een gunstig niveau. Deze positieve ontwikkeling wordt evenwel tenietgedaan door de aanhoudend lagere beleggingsopbrengsten. Over het volledige jaar 2003 bekeken, evolueert het exploitatieresultaat van het levenbedrijf positief (+4 %): •
Het premie-inkomen ligt 9 % hoger dan vorig jaar (autonoom +8 %). De groei is volledig bij producten met rentegarantie te situeren. In de lijn van de ontwikkeling op de markt daalt het premievolume voor levenproducten gekoppeld aan een beleggingsfonds. Van het totale premievolume wordt 81 % via het bankkantorenkanaal gerealiseerd. Op de Belgische markt (die goed is voor 95 % van de premieontvangsten) bedraagt de premiegroei 8 %. In Centraal-Europa neemt het premie-incasso toe met (autonoom) 13 %.
•
De beleggingsopbrengsten van het levenbedrijf laten een beduidende stijging (+11 %) zien als gevolg van de sterke volumegroei die in 2002 en 2003 is gerealiseerd,
•
De toename van de bedrijfskosten (+9 %) ligt in de lijn van de premiegroei.
In het schadebedrijf vertoont het exploitatieresultaat in 2003 een opmerkelijke verbetering (+16 %), dankzij een stevige premiegroei en lagere kosten- en schaderatio’s: 12 •
De premie-inkomsten liggen 15 % hoger dan vorig jaar (zonder wezenlijke impact van consolidatiewijzigingen). In België bedraagt de premiegroei 7 % en in Centraal-Europa groeien de verdiende premies (autonoom) met 33 %. Ook voor de herverzekeringsactiviteiten is er een merkelijke aangroei (+34 %), ondersteund door de doorgevoerde tariefverhogingen. De groei in het rechtstreeks verzekeringsbedrijf is vrij goed gespreid over de diverse productgroepen. Het premievolume via het bankkantorennetwerk groeide er aan met 34 % en bedraagt 10 % van het totale premievolume. De groei via het traditionele kanaal bedraagt 5 %.
•
De inkomsten uit de belegde reserves vertonen een lichte daling (- 1%). De reserveringsratio (excl. premie- en egalisatiereserve) bedraagt 200 %, iets lager dan vorig jaar (217 %) door het afgenomen aantal (zware) schadegevallen (vooral in België).
•
De schaderatio daalt van 72 % naar 65 %, dankzij de daling van het aantal (zware) schadegevallen en de gunstige weersomstandigheden op de diverse markten. Zo was er in 2002 de negatieve impact van de overstromingen in Centraal-Europa (zowel rechtstreeks als via herverzekeringen). Ook de kostenstijging (+10 %) is minder groot dan de toename van het premievolume. Hierdoor neemt de kostenratio af van 33 % tot 31 %.
De stijging van het resultaat uit vermogensmutatie voor 2003 wordt verklaard door de goede resultaten in de verbonden onderneming in Ierland. Het niet-technisch resultaat bleef de afgelopen 5 kwartalen negatief als gevolg van de algemeen lage beleggingsopbrengsten.
10
Exclusief waardecorrecties ten laste van de polishouder voor producten gekoppeld aan beleggingsfondsen. Aangezien het bedrag aan gerealiseerde meerwaarden op aandelen onder het ‘historisch normrendement’ (5,3 % voor 2003) lag, werd als aanvulling hierop een bedrag van 47 mln. EUR onttrokken aan de voorziening voor financiële risico’s. 12 Een vergelijking van kwartaal tot kwartaal is niet relevant gezien de schommelingen in het schadeverloop uit de aard van de activiteit. 11
12M/12M
Toelichting waardecorrecties bankbedrijf
In mln. EUR
13
4K02
3K03
4K03
12M02
12M03
-160
-204
-252
-465
-676
Waardecorrecties voor beleggingseffecten
+9
+12
+28
-202
+36
Voorzieningen voor andere risico’s en kosten
-6
-1
+9
+4
+16
Voorzieningen voor kredietrisico’s
Zoals aangekondigd, wordt het vierde kwartaal gekenmerkt door belangrijke voorzieningen voor probleemkredieten in Polen (169 mln. EUR). Voor het volledige jaar 2003 evolueerden de kredietvoorzieningen als volgt: •
Voor de binnenlandse kredietverlening liggen de bedragen in de meeste landen op een laag peil. De verliesratio bedraagt in België 0,24 % (0,29 % in 2002), in Hongarije 0,32 % (0,34 % in 2002) en in Tsjechië en Slowakije 0,34 % (in 2002 was er een nettoterugneming, waardoor de ratio -0,62 % bedroeg).
•
Ook de kredietverliezen op de internationale kredietportefeuille zijn in gunstige zin geëvolueerd (kredietverliesratio van 0,48 % versus 0,70 % in 2002).
•
In Polen werd een kredietevaluatieproject doorgevoerd waarbij belangrijke kredietvoorzieningen zijn aangelegd (365 mln. EUR).
•
De totale kredietverliesratio van de groep stijgt van 0,55 % naar 0,71 % (0,35 % excl. Polen). De non-performing ratio bedraagt 3,7 %. De non-performing kredieten zijn voor 61 % door voorzieningen gedekt.
Door de aanhoudend gunstige ontwikkeling van de aandelenbeurzen in het vierde kwartaal konden opnieuw eerder geboekte waardedalingen van de beleggingsportefeuille worden teruggenomen. De positieve impact voor het volledige jaar bedraagt 36 mln. EUR. In het vierde kwartaal werd netto 9 mln. EUR aan voorzieningen voor andere risico’s en kosten teruggenomen. Per saldo was er voor het volledige jaar een terugneming van 16 mln. EUR. Toelichting niet-recurrent resultaat verzekeringsbedrijf
In mln. EUR Gerealiseerde meerwaarden op effecten Waardecorrecties op aandelen Terugneming (toevoeging) voorziening fin. risico’s
4K02
3K03
4K03
12M02
12M03
107 -45
-18
12
113 -299
122 -96
-
7
-25
157
-140
Overige niet-recurrente resultaten: Verhaal van schade op derden
-
-
-
45
-
Onttrekking aan de egalisatievoorziening
-
-
-
-
92
-8
-2
-5
-6
-13
54
-13
-18
9
-35
Diverse overige niet-recurrente resultaten Niet-recurrent resultaat
Voor het boekjaar 2003 bedraagt het niet-recurrent resultaat -35 mln. EUR, als volgt samengesteld: •
gerealiseerde meerwaarden (122 mln. EUR) op de obligatieportefeuille van het schadebedrijf en van het niet aan de verzekeringsactiviteit toegewezen eigen vermogen (bijna uitsluitend in het eerste kwartaal),
•
afwaarderingen van de aandelenbeleggingen (96 mln. EUR, waarbij in het vierde kwartaal 12 mln. EUR kon worden teruggenomen dankzij de stijging van de beurskoersen),
•
een toevoeging van 140 mln. EUR aan de voorziening voor financiële risico’s (waarvan 25 mln. EUR in het vierde kwartaal) ,
•
overige posten, waaronder het in het eerste kwartaal teruggenomen ‘surplusbedrag’ van de egalisatie- en catastrofevoorziening (92 mln. EUR) in het kader van de toepassing van de IFRSnormen.
13
Een negatief cijfer in de tabel wijst op een rubriek met een negatieve resultaatsimpact.
Toelichting uitzonderlijk resultaat, belastingen en resultaatsbijdrage holdingbedrijf •
In het vierde kwartaal zijn voor een nettobedrag van 39 mln. EUR uitzonderlijke resultaten geboekt. Die hebben te maken met het terugnemen van afwaarderingen op deelnemingen als gevolg van de gestegen beursniveaus en met de verkoop van aandelen. Voor het volledige jaar bedraagt het uitzonderlijk resultaat 43 mln. EUR.
•
Na te zijn gedaald tot een zeer laag peil in het derde kwartaal, ligt de belastingdruk in het vierde kwartaal weer op een hoger niveau. De post ‘belastingen’ bedraagt na 12 maanden 442 mln. EUR, 14 % lager dan in 2002. Deze vermindering wordt onder meer in de hand gewerkt door het boeken van een actieve belastinglatentie (91 mln. EUR) in het levensverzekeringsbedrijf door toepassing van de IFRS-principes.
•
Het resultaat van het holdingbedrijf voor 2003 bedraagt -14 mln. EUR (waarvan -5 mln. EUR in het vierde kwartaal). Dit is beter dan in 2002, toen er een negatieve winstbijdrage van -22 mln. EUR was. Lagere rentelasten en gestegen dividendinkomsten in 2003 liggen hieraan ten grondslag. Overzicht resultaatsbijdrage activiteitsdomeinen Het groepsresultaat kan als volgt worden omgeslagen over de activiteitsdomeinen (in voorkomend geval na aftrek van het deel van de andere aandeelhouders in de winst):
In mln. EUR
4K03
4K/4K
4K/3K
12M02
12M03
Retailbankverzekeren (vnl. België)
125
+12 %
+16 %
363
453
12M/12 M +25 %
Centraal-Europa: - waarvan bankbedrijf in Tsjechië en Slowakije - waarvan bankbedrijf in Hongarije - waarvan bankbedrijf in Polen
-120 31 -9 -157
+54 % -
-11 % -
108 149 16 -49
-148 143 13 -295
-4% -17 % -
Assetmanagement
32
+12 %
+36 %
116
116
0%
Diensten aan Bedrijven
90
+139 %
+46 %
193
230
+19 %
7
-51 %
-82 %
93
125
+35 %
Marktactiviteiten
•
In het retailsegment in België zet de positieve ontwikkeling tegenover vorig jaar zich in het vierde kwartaal onverminderd voort. Na 12 maanden ligt de winstbijdrage (453 mln. EUR) een kwart hoger dan vorig jaar. Dat is het gevolg van hoge provisie- en premie-ontvangsten, een aangetrokken rentewinst, een verdere kostendaling en lage kredietvoorzieningen en schadeverzekeringslasten. Anderzijds is er druk op de beleggingsinkomsten uit het verzekeringsbedrijf. Het rendement op toegewezen eigen middelen voor 2003 bedraagt 16 % (13 % in 2002). Het bankverzekeringsmodel blijft vruchten afwerpen. Bij het afsluiten van een woningkrediet bijvoorbeeld neemt de cliënt in respectievelijk ongeveer de helft en twee derde van de gevallen ook een woning- en overlijdensverzekering bij KBC. Het aandeel van de gezinnen met zowel bank- als verzekeringsproducten stijgt in 2003 van 37,5 % naar 39,1 %. De fusie is afgerond. Alle producten en IT-systemen zijn geïntegreerd en het personeelsbestand van de bank daalde met 1 690 VTE (-13 %). In 2004 zal de volle financiële impact hiervan tot uiting komen. Het aantal KBC-bankkantoren (874) zal wel nog verder worden verminderd.
•
De resultaten in de Centraal-Europese regio zijn als volgt: o
In Tsjechië en Slowakije zorgt een aan het jaareinde gebonden stijging van de kosten van het bankbedrijf voor een minder dan gemiddeld kwartaalresultaat. Voor het volledige jaar wordt echter voor de bankactiviteiten het streefrendement op toegewezen kapitaal van 17 % gehaald. De provisie-inkomsten vertonen een positieve ontwikkeling, de kostenstijging is bescheiden en het niveau van de kredietvoorzieningen is relatief laag. Anderzijds is er druk op de rentemarge en zijn er minder buitengewone resultaten dan in het voorgaande jaar, waardoor de winstbijdrage (143 mln. EUR) op hetzelfde niveau blijft als in het voorgaande jaar (na uitzuivering van het negatieve wisselkoerseffect). Voor de verzekeringsactiviteiten blijven de (administratie)kosten aan de hoge kant, maar door de stijging van de premieinkomsten is de verliessituatie van 2002 in 2003 aanzienlijk verminderd tot -2 mln. EUR.
o
In Hongarije zet de positieve ontwikkeling van de operationele winst zich voort in het vierde kwartaal. Aan de bankkant is er wel de inboeking van de voorziening voor de fraudezaak bij de aandelendochter (33 mln. EUR met een nettoresultaatsimpact, na minderheidsbelangen en voor belastingen, van 20 mln. EUR). Hierdoor komt ook de winstbijdrage voor het volledige jaar (netto 13 mln. EUR) licht lager te liggen dan in 2002. Met uitsluiting hiervan
stijgt de winstbijdrage evenwel met 93 % als gevolg van de stevige volume- en opbrengstengroei. Het rendement op toegewezen kapitaal bedraagt 8 % (20 % exclusief de voorziening voor de fraudezaak). De winstbijdrage voor 2003 van de verzekeringsactiviteiten in Hongarije (0,7 mln. EUR) is licht lager dan vorig jaar. o
Zoals aangekondigd, worden de bankactiviteiten in Polen in het vierde kwartaal geconfronteerd met hoge kredietverliezen. Hierdoor, maar ook door het zwakke opbrengstenklimaat in het eerste deel van het jaar en de nog te zware kostenstructuur, loopt de negatieve resultaatsbijdrage van het bankbedrijf voor het jaar op tot -295 mln. EUR. Na de neutralisering van de (krediet)risico’s in 2003, is een ingrijpend herstructureringsplan opgestart om de efficiëntie en de commerciële slagkracht in 2004 te verhogen. De bijdrage van het Poolse verzekeringsbedrijf aan het groepsresultaat bedraagt via vermogensmutatie 2 mln. EUR (versus -6 mln. EUR in 2002).
o
De winstbijdrage voor 2003 van de bankactiviteiten in Slovenië bedraagt via vermogensmutatie 10 mln. EUR (deelneming dateert van het einde van 2002). De resultaten van de in 2003 opgestarte bankverzekeringsactiviteit (individuele levensverzekeringen) overtreffen intussen ruimschoots de verwachtingen (marktaandeel 2003 van naar schatting 4 %), maar blijven uiteraard nog van beperkte omvang.
•
Het beheerd vermogen in de assetmanagementdivisie neemt in het vierde kwartaal toe tot 89 mld. EUR. Mede hierdoor stijgt de vierdekwartaalwinst na een zwakker voorgaand kwartaal. De resultaatsbijdrage voor het volledige jaar 2003 (116 mln. EUR) ligt op hetzelfde niveau als in het voorgaande jaar. De druk op de inkomsten (dieptepunt beheerd vermogen aan het begin van het jaar door het slechte beursklimaat) wordt gecompenseerd door kostenvermindering en lagere belastingen. In de loop van 2003 steeg het beheerd vermogen met 10 %, waarvan ongeveer de helft afkomstig is van de netto-instroom van nieuwe gelden.
•
De kwartaalwinst van het bedrijvensegment is bijzonder fors, weliswaar ondersteund door de beperkte belastingdruk maar ook door lage kredietvoorzieningen en goede herverzekeringsresultaten. Dankzij de kostenvermindering (kosten-opbrengstenratio: 37 %), de lagere kredietvoorzieningen bij de bankactiviteiten en het omzetten bij het (her)verzekeringsbedrijf van een verlies- in een winstbijdrage (9 mln. EUR), neemt het resultaat na 12 maanden (230 mln. EUR) toe met 19 % tegenover vorig jaar. Het rendement op toegewezen kapitaal bedraagt 11 % (9 % in 2002). Opvallend hierbij zijn de sterke resultaten (dankzij de aanzienlijke opbrengstentoename) in de niche van de diamantsector, in de leasingactiviteit en in het bankbedrijf in Ierland. Ook de resultaten van de traditionele bankactiviteit in de VS zijn, door lagere kredietvoorzieningen, merkelijk beter dan vorig jaar.
•
De winstbijdrage van de marktactiviteiten ligt na 12 maanden (125 mln. EUR) een derde hoger dan vorig jaar 14, waarbij vooral de sterke prestaties voor de renteproducten en het volledig wegwerken van de verliessituatie in de (traditionele) aandelenhandel opvallen. Het rendement op toegewezen kapitaal stijgt van 8 % naar 11 %.
Voor 2003 wordt een winstbedrag van 343 mln. EUR niet toegewezen aan de activiteitsdomeinen (hoofdzakelijk gerealiseerde meerwaarden in het bankbedrijf en de opbrengst uit het surplus aan eigen vermogen). Toelichting balans en solvabiliteit •
Op 31 december 2003 bedraagt het eigen vermogen van de groep 9,1 mld. EUR, een toename met 9 % tegenover een jaar voordien. Het totaal risicodragend vermogen (incl. preferente aandelen, achtergestelde leningen en minderheidsbelangen) bedraagt 17,1 mld. EUR.
•
De kernkapitaalratio voor de bankactiviteiten (Tier 1) bedraagt 9,5 %, merkelijk hoger dan een jaar voordien (8,8 %) als gevolg van enerzijds een verstevigde kapitaalbasis (+8 %) en anderzijds gelijk gebleven risicogewogen activa. De solvabiliteitsmarge van het verzekeringsbedrijf (incl. niet-gerealiseerde meer- en minderwaarden) bedraagt 316 %, nagenoeg hetzelfde peil als vorig jaar (320 %), als gevolg van enerzijds hogere niet-gerealiseerde meerwaarden op beleggingen maar anderzijds ook gestegen kapitaalvereisten (hogere volumes).
•
De cliëntendeposito’s bedragen aan het einde van het jaar 134 mld. EUR. Exclusief de retrocessies is er een stijging met 5 %, waarbij er een verschuiving is van termijndeposito’s naar direct opvraagbare deposito’s en van bankdeposito’s naar levensverzekeringsproducten en beleggingsfondsen. De levensverzekeringsreserves groeien met 21 % tot 10,5 mld. EUR (waarvan +15 % tot 3,2 mld. EUR voor producten gekoppeld aan beleggingsfondsen). Het beheerd vermogen in de assetmanagementdivisie stijgt met 10 % tot 89,1 mld. EUR.
•
De kredietportefeuille bedraagt aan het einde van het jaar 90,2 mld. EUR. Met uitsluiting van de volumes voor omgekeerde retrocessies is dit (autonoom) hetzelfde peil als een jaar voordien.
14 De resultaten van de marktactiviteiten omvatten niet alleen die van het wissel- en effectenhandelsbedrijf, maar onder meer ook de rente- en provisieopbrengsten die in de marktomgeving worden gerealiseerd. Anderzijds zijn de wissel- en effectenhandelsbedrijfsresultaten die in Centraal-Europa worden gerealiseerd en die welke te maken hebben met de thesaurie- en beleggingsportefeuille niet inbegrepen.
Opmerkelijk is de autonome aangroei van het volume woningkredieten met 16 % (+ 10 % in België en + 35 % in de Centraal-Europese regio). De risicogewogen activa blijven stabiel op 94,8 mld. EUR (autonome daling van 3 % gecompenseerd door het verhogend effect van het aflopen van een kredieteffectisering). •
Op de effectenportefeuilles is er eind december 2003 een niet-geboekt meerwaardesaldo van 1,7 mld. EUR (waarvan 110 mln. EUR op aandelen).
• Verslag van de commissaris “Wij hebben de geconsolideerde jaarrekening van KBC Bankverzekeringsholding NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2003, met een balanstotaal van EUR 225.586.771.(000) en een aandeel van de groep in de winst van het boekjaar van EUR 1.118.989.(000), geattesteerd zonder voorbehoud en bevestigen dat de in dit persbericht opgenomen boekhoudkundige informatie geen aanleiding geeft tot enig voorbehoud van onze kant en met de genoemde jaarrekening overeenstemt. Brussel, 4 maart 2004. Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCV, Vertegenwoordigd door Jean-Pierre Romont, Vennoot en Danielle Vermaelen, Vennoot.” Financiële kalender 2004
Beschikbaarheid jaarresultaten 2003
4 maart 2004
Beschikbaarheid jaarverslag 2003
14 april 2004
Algemene Vergadering Aandeelhouders
29 april 2004
Dividendbetaling
3 mei 2004
Publicatie resultaten 1e kwartaal 2004
3 juni 2004
Publicatie halfjaarresultaten 2004
2 september 2004
Publicatie resultaten 3e kwartaal 2004
25 november 2004
Meer informatie is beschikbaar op www.kbc.com (investor relations).
KBC verhoogt belang in CSOB Bank (Tsjechië en Slowakije) (01-03-2004) De International Finance Corporation, die deel uitmaakt van de Wereldbank en de particuliere sector financiert, heeft haar aandeel van 4,39 % in CSOB verkocht aan KBC Bank. Als gevolg van deze transactie verhoogt KBC haar belang in CSOB van 85,32 % tot 89,71 %. De opdracht van IFC bestaat erin investeringen door de particuliere sector in opkomende markten te bevorderen. IFC financiert investeringen van de particuliere sector in ontwikkelingslanden, haalt kapitaal op de internationale financiële markten op, helpt cliënten de maatschappelijke en milieuduurzaamheid te verbeteren en verleent technische hulp en advies aan lokale overheden en ondernemingen. IFC verwierf zijn belang van 4,39 % in CSOB Bank bij de privatisering van deze laatste in 1999. Die investering was een van de grootste aandelenparticipaties die IFC ooit nam in een bank. CSOB is een vooraanstaande financiële-dienstenverlener in Tsjechië en in Slowakije en een van de grootste banken in Centraal-Europa, met een eigen vermogen en totale activa van respectievelijk 1,3 miljard EUR en 18 miljard EUR aan het einde van boekjaar 2002*. Haar belangrijkste aandeelhouder is KBC, die momenteel een belang van 89,71 % in CSOB aanhoudt. De andere aandeelhouders in CSOB zijn de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en enkele minderheidsaandeelhouders. (*CSOB Bank maakt haar resultaten van 2003 bekend op 23 maart). Contactpersonen
• •
•
Irina Likhacheva Communications Officer Tel.: +1-202-473-1813 Milan Tomanek Head of CSOB Corporate Communications Woordvoerder Tel.: +420-2-2411 2230 Fax: +420-2-2411 2247 Viviane Huybrecht Hoofd Persdienst KBC Bank & Verzekering Woordvoerster Tel.: +32-2-429 85 45 Fax: +32-2-429.81.60
Jaarresultaten 2003 KBC Bankverzekeringsholding (26-02-2004) KBC Bankverzekeringsholding NV zal haar jaarresultaten 2003 bekendmaken op 4 maart 2004 onder beurstijd (om 11.00 uur). Het persbericht zal die dag vanaf 11.00 uur beschikbaar zijn op de website van KBC: www.kbc.com (en wordt ook gemaild naar de redacties).
KBC Investco trekt zich terug uit Ubidco (20-02-2004) KBC Investco NV, de risicokapitaaldochter van de KBC Groep, heeft na rijp beraad beslist om zich terug te trekken uit Ubidco. Op 20 februari heeft KBC Investco een akkoord bereikt om zijn 20%-belang in Ubidco over te dragen aan de risicokapitaalfondsen beheerd door Apax en Kennet. KBC Investco was in het najaar samen met Apax en Kennet toegetreden tot een investeringsconsortium, dat later geformaliseerd werd tot Ubidco. Het uitgangspunt daarbij was de verdere kapitalisering van Ubizen, dat een structurele behoefte had aan extra financiering. Op die wijze wilde KBC Investco meewerken om de continuïteit van Ubizen veilig te stellen. De voorwaarde was dat Ubidco de effectieve controle over Ubizen kon verwerven. In dat kader werd medio november een principeakkoord bereikt met de toenmalige hoofdaandeelhouders van Ubizen, gevolgd door een vrijwillig overnamebod op alle aandelen van Ubizen. Inmiddels heeft Ubizen alternatieven uitgewerkt om in zijn onmiddellijke financiële behoeften te voorzien en heeft een andere partij zich gemengd in de controlestrijd over Ubizen. Bovendien wenst KBC Investco zich als risicokapitaalverschaffer niet in te laten met de overnamestrijd rond een beursgenoteerd bedrijf. Voor meer informatie: Floris Vansina, General Manager, KBC Investco, tel. 32 2 429 36 42 Siobhan Loftus, woordvoerster Ubidco NV., tel. 44 7771 943 971
Zaak KB Lux: KBC bevestigt vertrouwen in betrokken medewerkers (13-02-2004) Acht jaar na het begin van het onderzoek inzake beweerde medewerking aan fiscale fraude waaraan (ex)medewerkers van KBC en KB Lux zich schuldig zouden hebben gemaakt, heeft het parket zijn eindvordering geformuleerd ten aanzien van de personen die eerder in verdenking werden gesteld. Concreet betekent dit dat de betrokkenen nu kennis zullen kunnen nemen van de precieze feiten die hun ten laste worden gelegd. Na grondige studie van deze eindvorderingen zullen zij - in overleg met hun respectieve advocaten - beslissen of zij al dan niet bijkomende onderzoeksdaden zullen vragen. Nadien zal de Raadkamer oordelen of er voldoende bezwaren zijn die een doorverwijzing naar de rechtbank zouden verantwoorden. Het is finaal alleen de rechtbank die tot de vaststelling van enige schuld kan komen. Zowel tegen de beslissing van de Raadkamer als die van de rechtbank is nog beroep mogelijk. KBC beklemtoont dat een inverdenkingstelling en de noodzakelijke formaliteit van een eindvordering van het parket helemaal niet impliceren dat er enige schuld is vastgesteld. Integendeel, de in verdenking gestelden zullen nu in de komende procedure alle rechtsmiddelen kunnen aanwenden om hun onschuld te laten vaststellen. De bank herbevestigt haar overtuiging dat zij en haar (ex-)medewerkers steeds alle wettelijke en reglementaire normen in haar bankactiviteiten hebben gerespecteerd. In dit verband wensen de Raad van Bestuur en het Directiecomité van KBC nogmaals te bevestigen dat zij het volste vertrouwen behouden in alle betrokkenen. Mede in het belang van de verdere afhandeling van de zaak wenst de bankleiding momenteel geen verdere verklaringen af te leggen. Meer informatie kunt u verkrijgen bij: Viviane Huybrecht, woordvoerster KBC tel. + 32 2 429 85 45 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected] Stephane Leunens, Perschef Tel. + 32 2 429 65 01 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected]
AMDB en KBC bereiken akkoord over herontwikkeling stukje binnenstad in Roeselare (10-022004) KBC Bank en AMDB (dochteronderneming van AM-Amstelland MDC) bereikten een overeenkomst over de verkoop van de site van de voormalige Bank van Roeselare, aan AMDB. AMDB zal de vlakbij de Grote Markt van Roeselare gelegen site in nauw overleg met de Stad Roeselare ontwikkelen tot een multifunctioneel project in het stadscentrum. In het nieuwe project zal KBC Bank de nodige ruimte huren om haar bestaande kantoren in onder te brengen. De Stad Roeselare, in het hart van West-Vlaanderen, hanteert een beleid dat gericht is op de versterking en dynamisering van het stadscentrum. De gronden van KBC Bank werden tot op heden niet echt ten volle benut. Bovendien waren de gebouwen van de voormalige Bank van Roeselare, die dateren van begin vorige eeuw, dringend toe aan renovatie en niet meer aangepast aan de noden van een modern kantoorgebouw en van de hedendaagse bank- en verzekeringscliënteel. Een structurele langetermijnoplossing was dan ook noodzakelijk. Dit vormde de aanleiding tot de gesprekken met AMDB voor een herontwikkeling van de site. KBC Bank bereikte op 19 december 2003 een overeenkomst over de verkoop van de site aan AMDB. Het basisidee van het centrumplan van AMDB is de creatie van een nieuw stukje binnenstad, een nieuw ontmoetings- en verblijfsgebied dat als drijvende kracht voor de vernieuwing van de hele binnenstad zal werken. De site biedt immers uitgelezen kansen voor een woon-, werk- en winkelbestemming. Het multifunctioneel project dat op tafel ligt omvat een winkelcentrum met 8 000 tot 12 000 m² commerciële oppervlakte, 300 à 500 ondergrondse parkeerplaatsen, 80 à 120 wooneenheden/appartementen en 5.000 m² kantoren. In een eerste fase is de nieuwe huisvesting van het kantoor voor Particulieren en Lokale Ondernemingen (PALO) en het private-bankingkantoor van KBC Bank voorzien. De voormalige zetel van ex-Bank van Roeselare in de Noordstraat, waar nu het kantoor voor Particulieren en Lokale Ondernemingen van KBC Bank gehuisvest is, wordt grondig aangepakt en krijgt een commerciële functie. De gevel in de Noordstraat blijft evenwel behouden. Het nieuwbouwgedeelte wordt uitgevoerd in een hedendaagse architectuur van de hand van het architectenbureau BURO II uit Roeselare. De bankkantoren met een gezamenlijke oppervlakte van ca 2 143 m² over 4 bouwlagen krijgen een hedendaags interieur. Klanten kunnen er o.m. 24 uur per dag in een grote lobby aan de straatzijde elektronisch bankieren. In deze eerste fase wordt eveneens een ondergrondse parkeergarage voor 68 wagens voorzien. De bouwvergunning voor de realisatie van de eerste fase van dit project werd midden januari ingediend. Verwacht wordt dat de werken voor deze eerste fase in de loop van 2004 van start kunnen gaan en dat ze begin 2006 opgeleverd worden. In een tweede fase zal het binnengebied tussen Noordstraat, Henri Horriestraat en Ooststraat, waar nu het parkeerterrein van KBC gelegen is, worden ontwikkeld. De plannen voorzien in woongelegenheden, commerciële functies, een toegang naar de ondergrondse parkeergarage en het bestaande KBC bankkantoor, dit alles gelegen rond een binnenplein. Aansluitend op het verkrijgen van de bouwvergunning voor fase 1, wordt een verdere uitwerking van de stedenbouwkundige studies voor het binnengebied aangevat in onderling overleg met KBC en de stad Roeselare. Voor meer informatie: Viviane Huybrecht, Woordvoerster KBC, tel. 02 429 85 45 Marleen De Wolf, Directeur AM Development Belgium, tel. 03 226 04 04
Veranderingen aan de top van Warta (Polen) (2-2-2004) De heer Agenor Gawrzyal, directievoorzitter van Warta, legt zijn mandaat neer omdat hij nieuwe uitdagingen wenst aan te gaan. Op de eerstvolgende jaarlijkse Algemene Vergadering van aandeelhouders van Warta zal hij terugtreden als voorzitter van het Directiecomité van Warta en Warta Vita. De Raad van Bestuur van Warta en KBC danken de heer Gawrzyal voor zijn jarenlange toewijding en zijn realisaties. De heer Gawrzyal werd benoemd tot directievoorzitter van Warta in 1998. Hij droeg ertoe bij dat Warta een vooraanstaande speler werd in de Poolse verzekeringssector. Onder zijn leiding werd Warta succesvol omgevormd van een staatsbedrijf tot een privé-onderneming en werd het bankverzekeringsconcept in samenwerking met Kredyt Bank concreet vorm gegeven. De aanwezigheid van KBC als sterke en stabiele hoofdaandeelhouder staat borg voor de verdere uitbouw van Warta. KBC zal op de eerstvolgende Raad van Bestuur van Warta de heer Albert Kessler, algemeen directeur KBC Verzekeringen, voordragen als gedelegeerd bestuurder en lid van het directiecomité van Warta. Meer informatie kunt u verkrijgen bij: Viviane Huybrecht, woordvoerster KBC tel. + 32 2 429 85 45 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected] Stephane Leunens, Perschef Tel. + 32 2 429 65 01 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected]
KBC verwacht positieve winstontwikkeling voor 2003 (29-1-2004) De bankverzekeringsgroep KBC verwacht, op basis van voorlopige gegevens, dat de nettowinst voor 2003 5 à 8 % hoger zal liggen dan in het jaar voordien. In 2002 bedroeg de winst 1 034 miljoen EUR (3,42 EUR per aandeel). Bij de publicatie van de derdekwartaalresultaten gaf KBC al aan dat, bij gelijkblijvende beursniveaus, de winst voor 2003 het resultaat van 2002 minstens zou evenaren. De nadere precisering van de winstverwachting komt er nu blijkt dat de bedrijfswinst in het vierde kwartaal van het jaar (en vooral in december) beter is dan verwacht. De jaarresultaten van 2003 worden gekenmerkt door:
•
opmerkelijk goede provisie- en premieontvangsten, gerealiseerde meerwaarden op beleggingen en in het tweede halfjaar aangetrokken rente-inkomsten;
• •
een algemeen gunstige kostenontwikkeling; een uitzonderlijk lage schaderatio in het verzekeringsbedrijf en relatief hoge voorzieningen voor de kredietportefeuille in het bankbedrijf. Het bedrag aan kredietvoorzieningen in Polen ligt in de lijn van de inschatting die enkele maanden geleden werd gemaakt en bedraagt ongeveer 365 miljoen EUR.
KBC publiceert haar jaarresultaten op 4 maart om 11.00 uur CET (www.kbc.com), het jaarverslag 2003 is beschikbaar vanaf 14 april, de Algemene Vergadering vindt plaats op 29 april en het dividend wordt betaald op 3 mei 2004. Investor Relations: tel. + 32 2 429 40 51 of + 32 2 429 49 16 Perscontacten: tel. + 32 2 429 85 45 of + 32 2 429 65 01
KBC past IFRS toe vanaf 2005 (29-1-2004) De Belgische bankverzekeringsgroep KBC ziet dit jaar af van een vrijwillige en eerder dan wettelijk vereiste toepassing van de IFRS-normen in haar financiële staten. Rond bepaalde normen heerst immers nog te veel onduidelijkheid. Vorig jaar maakte KBC bekend dat ze van plan was de financiële staten vanaf 2004 op te stellen volgens de International Financial Reporting Standards. Dit is een geheel van boekhoudnormen (voorheen International Accouting Standards genoemd) die vanaf 2005 veralgemeend zullen worden toegepast door beursgenoteerde ondernemingen in Europa. De interne voorbereiding op de omschakeling op de nieuwe werkwijze is bij KBC vrijwel voltooid, maar gezien de aanhoudende onduidelijkheid omtrent de nieuwe normen (voornamelijk omtrent de normen IAS 32 en IAS 39 in verband met de waardering van financiële instrumenten) en omdat het wettelijk kader hiervoor nog niet definitief is bekrachtigd, ziet KBC zich genoodzaakt af te zien van een vrijwillig vervroegde toepassing ervan. Investor Relations: tel. + 32 2 429 40 51 of + 32 2 429 49 16 Perscontacten: tel. + 32 2 429 85 45 of + 32 2 429 65 01
KBC onderschrijft 'Equator Principles' (27-1-2004) KBC kondigde vandaag aan dat ze de ‘Equator Principles’ gaat toepassen. De ‘Equator Principles’ zijn criteria die banken kunnen hanteren om in het kader van projectfinanciering sociale en milieurisico’s te beheersen. Jan Vanhevel, gedelegeerd bestuurder van KBC Bankverzekeringsholding, merkt op: "De toepassing van de Equator Principles onderstreept de maatschappelijke rol die KBC al lang opneemt bij haar activiteiten, zowel op haar thuismarkt als internationaal". De Equator Principles omvatten een reeks vrijblijvende richtlijnen en werden opgesteld om zeker te stellen dat projecten volgens sociale en milieucriteria worden gerealiseerd. De Richtlijnen worden wereldwijd toegepast op projecten die minimaal 50 miljoen dollar kosten en gelden voor alle industrietakken. International Finance Corporation (IFC), een dochter van de Wereldbank, gaf in samenwerking met een groep internationale financiële instellingen de aanzet tot de Equator Principles. KBC beschikt over een grote groep van specialisten op het vlak van projectfinanciering. Ze werken in kantoren in Brussel, Dublin, Londen, New York, Hongkong en Sydney. KBC heeft een ruime ervaring op het vlak van financiering van grootschalige projecten in sectoren als energie, infrastructuur, natuurlijke rijkdommen en telecom. De laatste jaren voltooide KBC 400 projecten in 30 landen. Sinds het tweede kwartaal van 2002 onderwerpt KBC Asset Management bovendien Europese bedrijven en landen aan een eigen duurzaamheidsonderzoek om ervoor te zorgen dat zijn beleggingen in aandelen, bedrijfs- en overheidsobligaties duurzaam en maatschappelijk verantwoord zijn. Zo versterkt KBC haar wil om, naast de duurzame werking binnen de eigen onderneming, ook een bredere maatschappelijke verantwoordelijkheid op te nemen, en garandeert ze de duurzaamheid van haar bedrijfsactiviteiten. Info over de Equator Principles: Surf naar http://equatorprinciples.ifc.org of http://www.equator-principles.com
KBC Maxisafe verkozen tot “Wealth management product of the year” (Risk Magazine) (27-12004) Risk Magazine, het gereputeerde internationale vakblad voor risicobeheer en assetmanagement, kende zijn “Risk award 2004” toe aan KBC Maxisafe als “Wealth management product of the year”. Deze internationale prijs bekroont wereldwijd de meest innovatieve reeks van beleggingsfondsen uit het voorbije jaar. Daarmee bevindt KBC Asset Management zich in het gezelschap van o.a. Morgan Stanley, Merrill Lynch, BNP Paribas en Bank of America die in andere categorieën werden gelauwerd. KBC Maxisafe is een kapitaalbeschermend fonds met vaste looptijd. Het rendement is gekoppeld aan de langetermijnrente. Jaarlijks wordt een meerwaarde vastgeklikt die afhankelijk is van de ontwikkeling van een referentie-rentevoet. In het huidige klimaat van lage rente (met mogelijk wat hogere rentevoeten op termijn) geniet de belegger de zekerheid onmiddellijk te kunnen inspelen op een rentestijging. KBC Maxisafe volgt de ontwikkeling van de langetermijnrente, maar alleen in opwaartse richting. Bij eventuele rentedaling geniet de belegger altijd een gegarandeerde minimumrentevoet. Typisch voor KBC Maxisafe is de ingebouwde bescherming tegen mogelijke dalingen in de tussentijdse inventariswaarde ten gevolge van de renteontwikkeling. Op de eindvervaldag wordt bovenop de initiële inleg de som van de vastgeklikte meerwaarden uitgekeerd. Het jaar 2003 viel op door de vraag van de beleggers naar veiligheid. Om aan die behoefte tegemoet te komen, bracht KBC vorig jaar 85 nieuwe kapitaalbeschermende fondsen uit, samen goed voor 7,70 miljard euro intekeningen. In januari 2003 alleen al werd voor liefst 797 miljoen euro ingetekend op KBC Maxisafe 2. Op de Belgische markt trok Maxisafe veel aandacht: de beleggers tekenden in voor bijna 4 miljard euro. Voor meer informatie over KBC Maxisafe surft u naar de beleggingspagina’s van www.kbc.be. In het januarinummer van Risk Magazine wordt onder de titel “Wealth management product of the year KBC Asset Management’s Maxisafe” nader ingegaan op deze award (www.risk.net). Risk Magazine is sinds 1987 op de markt en is gespecialiseerd in alle facetten van risicobeheer, assetmanagement en afgeleide producten.
KBC Bank verlaagt rente kasbons en achtergestelde certificaten (16-1-2004) Als gevolg van de situatie op de financiële markten, verlaagt KBC Bank de rente op kasbons en achtergestelde certificaten met ingang van dinsdag 20 januari 2004. De nieuwe rentes voor de voornaamste looptijden zijn: Kasbon 1 jaar 2 jaar 3 jaar 4 jaar 5 jaar
vorige rente 1,85 % 2,25 % 2,65 % 2,95 % 3,20 %
nieuwe rente 1,65 % 2,00 % 2,40 % 2,70 % 3,00 %
Achtergesteld certificaat 5 jaar 6 jaar 7 jaar 8 jaar 9 jaar 10 jaar
vorige rente 3,25 % 3,50 % 3,85 % 4,00 % 4,10 % 4,20 %
nieuwe rente 3,05 % 3,30 % 3,60 % 3,75 % 3,90 % 4,00 %
Meer informatie kunt u verkrijgen bij: Viviane Huybrecht, woordvoerster KBC tel. + 32 2 429 85 45 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected] Stephane Leunens, Perschef Tel. + 32 2 429 65 01 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected]
Krasse knarren? Onverzekerbare oldtimers? Roekeloze retro racers? (15-1-2004) Deze trendstudie van Bekx&X in opdracht van VAB en KBC Bank & Verzekering bezorgt u een update van uw kennis over mobiele senioren. De grijze golf komt eraan, dat is zeker. Tegen 2020 is één automobilist op de drie ouder dan 60. Maar hoe zien de senioren vandaag en morgen zichzelf en het verkeer evolueren? Die vraag vonden VAB en KBC Bank & Verzekering wel een uitgebreid trendonderzoek waard. Hieronder vindt u de belangrijkste bevindingen van dit onderzoek, uitgevoerd door Bekx&X bij 300 automobilisten van 55-75 jaar, in een notendop:
•
•
Voor maar liefst 84 % van de senioren is en blijft de auto het hoofdvervoermiddel (i.e. het vervoermiddel waarmee ze meeste afstand afleggen, hetzij als bestuurder, hetzij als passagier). In de hogere leeftijdsklassen en buiten de stad loopt dat aantal op tot 90 % en meer! 64 % van de senioren rijdt het liefste met de auto (als chauffeur of als passagier). Slechts 18 % verkiest de fiets en amper 8 % rijdt het liefste met het openbaar vervoer. 60 % neemt overigens nooit de bus. Te weinig (veilige) haltes, vinden ze, te weinig comfort (in- en uitstappen) en te weinig bestemmingen (vooral buiten de stad). Gemiddeld leggen senioren van 55-75 jaar jaarlijks zowat 15 000 kilometer af met de wagen. 65 % haalt de wagen minstens 1 keer per dag van stal. Autorijden is voor senioren steeds vaker een noodzaak – minder buurtwinkels, bushaltes, postkantoren, ... – maar ook los daarvan blijft de auto het favoriete vervoermiddel. Want één op de drie maakt ook af en toe een plezierritje met de wagen. En dat aantal stijgt – verrassend genoeg? – met de leeftijd: van de 66-75-jarigen maakt 39 % geregeld een plezierritje. Veelzeggend in dit verband is het topantwoord op de vraag 'wat kan uw mobiliteit opkrikken?' in de categorie 66-75-jarigen: meer parkeergelegenheid.
•
Het rijbewijs- en autobezit neemt trouwens nog sterk toe onder senioren. Heeft van de 65-plussers vandaag nog 90 % van de mannen en 37 % van de vrouwen een rijbewijs, in de jongere groep van de 55-64-jarigen is het rijbewijsbezit al toegenomen tot 93 % bij de mannen en 72 % bij de vrouwen. Wat meteen ook het inhaalmanoeuvre illustreert dat vrouwen maken als chauffeurs. Vergeet niet dat tegen 2020 één op de drie automobilisten ouder is dan 60!
•
Op de vraag ‘Waarom is de auto zo belangrijk voor u?’ antwoordt 88 % ‘onafhankelijkheid’, 84 % ‘vrijheid’, 82 % ‘levenskwaliteit’ en 74 % ‘sociale contacten’.
•
98 % vindt een veilige wagen belangrijk. 93 % schat de functionaliteit van een wagen hoog in en het belang van comfort in de auto neemt toe met de leeftijd, van 78 % (56-60) tot 88 % (66-75jarigen). Technologie (47 %) en design (45 %) is voor de huidige senioren veel minder essentieel.
Hoe (on)veilig zijn ‘oldtimers’ op de weg?
•
•
•
Oudere bestuurders schatten hun eigen rijkunsten behoorlijk hoog in: gemiddeld geven ze zichzelf een score van 7,7/10 voor rijvaardigheid. Ze hebben meer rijervaring, meer respect voor de regels, en ze houden niet van risico’s. Mannelijke senioren denken van zichzelf dat ze nog beter rijden: 25 % van de mannelijke bestuurders geeft zichzelf een 9/10 of meer (vgl. 14 % van de vrouwen). En alles samen vindt 64 % van zichzelf dat hij of zij nog even goed rijdt als vroeger. 17 % vindt dat ze er zelfs op vooruit gegaan zijn. 50 % voelt zich nooit onveilig in het verkeer, … de andere helft heeft wel eens last van ‘het onveiligheidgevoel’ op de baan. Maar het topantwoord op de vraag ‘Wat kan uw veiligheid vergroten?’ is opnieuw verrassend: meer hoffelijkheid (89 %). Voorts is 76 % te vinden voor meer verkeerscontroles. Stoppen met rijden wordt ervaren als vrijwel onomkeerbaar of zelfs als ‘een stapje dichter bij de doodskist.’ Behalve de huisarts is er eigenlijk niemand die senioren de sleutels van hun geliefde automobiel definitief kan doen inleveren. Net zomin lopen ze warm voor preventieve medische tests of rijvaardigheidstest ... Na 65 daalt het aantal aanhangers van zo’n medische test tot een schamele 35 %. Als zij persé getest moeten worden, dan die jonge snelheidsduivels ook, klinkt het. Een opfrissingcursus kan voor de meeste nog wel door de beugel, al neemt ook hier het aantal cursuskandidaten af met de leeftijd ... Senioren beschouwen zichzelf overigens zelden als senioren …
VAB: automobiliteit voor senioren waarborgen Het staat vast dat het autobezit en autogebruik bij senioren in de toekomst nog toenemen. Senioren stellen bovendien dat automobiliteit voor hen de belangrijkste vorm van mobiliteit is. Daarom is het belangrijk dat die auto voor hen bereikbaar blijft. Senioren staan eveneens open voor alternatieve vormen van mobiliteit zoals de fiets, maar ook autodelen of varianten op taxisystemen. De overheid moet daarom meer aandacht besteden aan vervoersalternatieven die de reële verwachtingen en behoeften van senioren beantwoorden. Voorts hebben senioren behoefte aan een openbaar vervoerssysteem waarin zowel de bereikbaarheid van bestemmingen, frequentie, comfort als de nabijheid van haltes worden opgevoerd. KBC Verzekeringen: levenslange verzekerings – en mobiliteitsgarantie Eén op de drie oudere chauffeurs (55-75) is bevreesd om zijn of haar autoverzekering te verliezen. En dat aantal stijgt fiks met leeftijd, tot 45 % in de leeftijdsgroep 66-75.
Voor KBC Verzekeringen is de problematiek van senioren in het verkeer in hoofdzaak een kwestie van het behoud van verzekering en mobiliteit. Een probleem dat trouwens nog scherper werd gesteld door de recente saneringsgolven van verschillende verzekeraars. KBC Verzekeringen neemt in dit verband z’n verantwoordelijkheid en biedt (jonge) senioren een levenslange verzekeringsgarantie. Onder meer via trendonderzoek, doorgedreven ongevallenanalyse en preventieve initiatieven zoals het Safe Drivers Plan, wil KBC Verzekeringen op termijn er mee voor zorgen dat deze levenslange verzekeringsgarantie ook een levenslange mobiliteitsgarantie wordt. KBC Verzekeringen maakt van het autosalon gebruik om via een mediacampagne op de radio de aandacht te vestigen op enerzijds de problematiek van verzekerbaarheid van senioren en jongeren en anderzijds de oplossingen die KBC Verzekeringen als verzekeraar biedt. Voor meer informatie: VAB, Maarten Matienko, woordvoerder, Tel. 0495 53 61 42 KBC Bank & Verzekering, Viviane Huybrecht, woordvoerster, Tel. 02 429 85 45
KBC-belang in Poolse verzekeraar Warta bereikt 75 % (15-1-2004) KBC heeft de inschrijvingsperiode van het openbaar bod op de Poolse verzekeraar Warta afgesloten, waardoor het belang van KBC in Warta na de afronding van het bod zal stijgen tot 75,13%. KBC bood 229,88 PLN per aandeel, wat de transactie in het kader van het bod in totaal op 450 mln. PLN (ongeveer 96 mln. EUR) waardeert. Op 4 december 2003 trok KBC Verzekeringen haar participatie in Warta op tot 51,03 %, waarna conform de Poolse wetgeving een openbaar bod op alle nog uitstaande aandelen Warta volgde. Gedurende de inschrijvingsperiode werden acceptaties geregistreerd voor in totaal 1 959 074 aandelen of 24,10 %. Op 12 januari werd de inschrijvingsperiode afgesloten en op 20 januari worden de onderliggende transacties afgewikkeld. Met een totale participatie van 75,13 % bevestigt KBC haar rol als langetermijninvesteerder in Warta. KBC zal dan ook actief participeren in de sturing van het bedrijf en zijn management om verdere expansie van Warta te ondersteunen en synergieën tot stand te brengen. Samen met het management en het personeel van Warta wil KBC Warta’s marktpositie en resultaten verder verstevigen en de Poolse verzekeraar uitbouwen tot een belangrijke speler binnen de KBC Groep. Meer informatie kunt u verkrijgen bij: Viviane Huybrecht, woordvoerster KBC tel. + 32 2 429 85 45 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected] Stephane Leunens, Perschef Tel. + 32 2 429 65 01 Fax + 32 2 429 81 60 E-mail:
[email protected]
KBC Bank en Rabobank ontwikkelen gemeenschappelijk effectenplatform (9-1-2004) KBC Bank en Rabobank Nederland gaan een gemeenschappelijk, grensoverschrijdend platform voor de afwikkeling van effectentransacties opzetten. Hiermee wordt een aanzienlijke verlaging van de kostprijs beoogd. Bovendien zijn beide banken toe aan de vervanging van hun bestaande systemen. De investering in nieuwe systemen kan op deze wijze worden gedeeld. Het gemeenschappelijke platform is op zijn vroegst in 2006 operationeel. KBC Bank en Rabobank spelen met dit platform op het gebied van de afhandeling van effectentransacties in op de mogelijkheden die ICT biedt. Het systeem zal op een flexibele, volumeonafhankelijke en kostenbewuste manier een antwoord bieden aan veranderende marktbehoeften. Het project past in het streven naar operationele effectiviteit, kostenefficiëntie en risicobeheersing. Door de krachten te bundelen kunnen Rabobank en KBC Bank de kostprijs aanzienlijk naar beneden brengen en hun cliënten een concurrerend tarief bieden. Bij KBC Bank worden de effectentransacties van KBC Bank en haar dochters verwerkt door het Directoraat Verwerking Effecten en Derivaten en KBC Securities. De verwerking van effectentransacties bij de Rabobank vindt plaats bij Rabobank Nederland Effectendiensten. Op dit moment wordt onderzocht wat de organisatorische consequenties van de samenwerking zijn. Voor meer informatie:
•
KBC Bank & Verzekering Viviane Huybrecht Tel 00 32 (0)2 429 85 45
[email protected]
•
Rabobank Nederland Jan-Willem ter Avest Tel 00 31 (0)30 216 17 40
[email protected]