Zorgverzekeraars Nederland nr: 25 19 juni 2013
Nieuwe kwaliteitsnormen leiden tot verdere concentratie van complexe ziekenhuiszorg Zorgverzekeraars Nederland (ZN) heeft bij alle Nederlandse ziekenhuizen de kwaliteit van 7 complexe behandelingen in kaart gebracht. Dit is een vervolg op eerdere inventarisaties van eerder uitgebrachte kwaliteitsnormen voor complexe zorg. Er is nu een overzicht van in totaal 24 complexe behandelingen waarbij te zien is welke ziekenhuizen aan de gestelde minimum kwaliteitsnormen voldoen. Deze 7 nieuwe kwaliteitsnormen zijn opgesteld door de wetenschappelijke beroepsverenigingen van medisch specialisten voor chirurgen, urologen en gynaecologen. Het overzicht - dat te vinden is op de website www.minimumkwaliteitsnormen.nl - geeft verzekerden zicht op welke ziekenhuizen bepaalde complexe behandelingen aanbieden. Concentratie van ziekenhuiszorg zichtbaar De inventarisatie laat een forse concentratie van ziekenhuiszorg zien bij 4 behandelingen waarvoor nieuwe minimum kwaliteitsnormen zijn vastgesteld. Een flink aantal ziekenhuizen heeft aangegeven niet aan één of meerdere normen te kunnen voldoen: operatieve behandeling van maag- (49%), prostaat- (32%), eierstokkanker (47%) en vernauwde maaguitgang bij jonge kinderen (54%). Deze ziekenhuizen hebben besloten deze behandeling niet langer meer aan te bieden. Voor 3 aandoeningen voldeden de meeste ziekenhuizen die deze zorg aanbieden wel aan de normen. Slechts een klein deel voldeed niet en is gestopt: operatieve behandeling van endeldarmkanker (3%) en behandeling van vernauwde halsslagader (9%). De operatieve behandeling van uitzaaiingen op het buikvlies was al geconcentreerd in een beperkt aantal ziekenhuizen die allen aan de normen voldeden. Op deze manier realiseren zorgverzekeraars voor steeds meer behandelingen dat zorg die niet aan de minimum kwaliteitsnormen van de beroepsgroep voldoet, ook niet meer aangeboden wordt. Zowel beroepsverenigingen als patiëntenorganisaties en zorgverzekeraars zijn het erover eens dat deze concentratie van complexe ziekenhuisbehandelingen een belangrijke stap is in de verbetering van de kwaliteit van zorg. De inventarisatie van ZN richt zich uitsluitend op de operatie. Patiënten kunnen in veel gevallen de noodzakelijke voor- of nazorg krijgen in een ziekenhuis in de buurt. Goede samenwerking De zorgaanbieders en zorgverzekeraars werken steeds meer samen aan het concentreren van complexe behandelingen. De wetenschappelijke verenigingen stellen de normen. Zorgverzekeraars nemen deze vervolgens als uitgangspunt en inventariseren of ziekenhuizen hieraan voldoen en voeren overleg met de ziekenhuizen over de consequenties. Een mooi samenspel van de partijen dat bijdraagt aan de concentratie van zorg. Door de concentratie van complexe zorg kunnen ziekenhuizen zich specialiseren en dat verhoogt de kwaliteit van de zorg. Sjoerd Terpstra, senior beleidsadviseur bij Zorgverzekeraars Nederland: “Het is mooi om te zien dat de minimum kwaliteitsnormen ervoor zorgen dat de concentratie van complexe ziekenhuiszorg steeds meer vorm krijgt. Wij willen dat mensen die te maken krijgen met een ernstige aandoening verzekerd zijn van de beste zorg. Onze inventarisatie helpt daarbij. “ Kijk voor het complete overzicht van de minimum kwaliteitsnormen op www.minimumkwaliteitsnormen.nl
ZN journaal 25
19 juni 2013
Innovatiefonds Zorgverzekeraars steunt betere begeleiding bij onverklaarde klachten Het Innovatiefonds Zorgverzekeraars geeft financiële steun aan een project voor de ontwikkeling van een online persoonlijk patiëntsysteem voor mensen met Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten (SOLK). Bij succes biedt het project een oplossing voor grote knelpunten zoals beperkte, vaak vertraagde herkenning, onderbehandeling en vermijdbare hoge zorgkosten voor deze patiëntengroep. Een aanzienlijk deel van de patiënten in de gezondheidszorg heeft lichamelijke klachten die niet of onvoldoende somatisch kunnen worden verklaard. Patiënten komen bij huisartsen en bij het hele scala aan medisch specialisten. Artsen hebben (na uitsluiting van bekende somatische verklaringen voor de klachten) behoefte aan betere diagnostiek, een gericht behandelaanbod, en hulp bij het motiveren van hun SOLK-patiënten voor bepaalde behandelingen. Patiënten willen erkenning krijgen voor de ernst van hun aandoening, maar ze hebben ook hulp nodig bij het in kaart brengen van de factoren die hun klachten beïnvloeden. UMC Groningen, afdeling psychiatrie, heeft in samenwerking met een groot aantal anderen een omvangrijk project ingediend bij het Innovatiefonds Zorgverzekeraars dat moet leiden tot het patiëntsysteem. Clusterhoofpijn Een ander project dat kan rekenen op een bijdrage van het Innovatiefonds richt zich op een nieuwe behandelmethode voor clusterhoofdpijn. Chronische clusterhoofdpijn is een zeldzame vorm van plotselinge, zeer intense hoofdpijn die zich voordoet aan één zijde van het hoofd, rondom het oog. Een recent Europees onderzoek laat zeer goede resultaten zien met een nieuw systeem, het ATI-neurostimulatiesysteem. Dit systeem bestaat uit een stimulatormodule en een afstandsbediening die lijkt op een mobiele telefoon. De stimulator-module wordt geïmplanteerd in de schedelholte bij de zenuwknoop ter hoogte van de slaap. Bij het begin van een hoofdpijnaanval bedient de patiënt het apparaat zelf door de afstandsbediening naast het hoofd te houden en zo wordt de betreffende zenuwknoop geblokkeerd met verlichting van de hoofdpijn tot gevolg. Stichting VU-VUmc wil dit ATI-neuromodulatiesysteem valideren en daarmee de situatie van deze patiënten verbeteren. Het Innovatiefonds Zorgverzekeraars heeft een bijdrage van in het vooruitzicht gesteld, mits de hele financiering rond komt. Chronische hepatitis B en C Chronische hepatitis B en C zijn zeldzame, potentieel ernstige ziekten. De zorg is complex omdat chronische virusdragers - in de fase dat antivirale behandeling zeer effectief is - meestal geen klachten hebben en daardoor meer dan 50% van virusdragers niet is geïdentificeerd. De zorg is ook complex omdat er slechts bij een minderheid sprake is van een progressieve leverziekte, waardoor eerstelijns zorgverleners de potentiële ernst van chronische hepatitis B en C niet kennen. In de praktijk duurt het veel te lang voordat de ziekte herkend wordt. Om de onnodige sterfte aan hepatitis B en C in Nederland te verminderen is voor de periode 2013-2015 het nationale programma Bewustzijn Identificatie Behandeling Chronische Hepatitis B en C (BIBHEP) onder auspiciën van de Nederlandse Leverpatiënten Vereniging, LiverDoc B.V., en Erasmus MC/GGD Rotterdam Rijnmond opgezet. Voor een deel van de kosten is een beroep gedaan op VWS, ZonMw en een ander fonds. Ook hier geldt als voorwaarde voor de toekenning en de start van financiering door het Innovatiefonds Zorgverzekeraars dat de hele financiering rond komt. eHealth en zelfmanagement eHealth biedt kansen om de kwaliteit van de zorg te verbeteren en deze tegelijkertijd betaalbaar te houden. Een belangrijk aspect daarbij is dat de patiënt of cliënt centraal komt te staan en zijn mogelijkheden voor zelfmanagement worden versterkt. De vraag is of de beschikbare eHealthdiensten hier daadwerkelijk aan bijdragen. Om deze vraag te kunnen beantwoorden heeft TNO het eHealth Analyse en SturingsInstrument (eASI) ontwikkeld. Met wetenschappelijk onderzoek heeft TNO bepaald wat de relevante aspecten zijn waaraan een eHealthdienst moet voldoen wil deze aan zelfmanagement bijdragen. Gebruik van het eASI draagt bij aan de verbetering van de kwaliteit van eHealthdiensten, omdat het ontwikkelaars van nieuwe diensten daarvoor directe handvatten geeft. Ook blijkt het instrument voorspellende waarde te hebben voor de effectiviteit van eHealthdiensten. De bijdrage van het Innovatiefonds is bestemd voor voor het doorontwikkelen en implementeren van eASI.
ZN journaal 25
19 juni 2013
Deelname ZegelGezond Ten slotte maakt het Innovatiefonds Zorgverzekeraars deelname aan ZegelGezond mogelijk voor twee organisaties. ZegelGezond helpt mensen snel en makkelijk de beste gezondheidsinformatie op het internet te vinden. Dat doet het op twee manieren. Het plaatst zegels met cijfers op deelnemende websites, zodat het publiek die meteen kan herkennen. Daarnaast heeft ZegelGezond een zoekmachine, waarmee het publiek direct naar informatie kan zoeken op de aangesloten websites. Het Innovatiefonds Zorgverzekeraars ondersteunt deelname aan ZegelGezond van www.neurofibromatose.nl en www.bosk.nl
Klant wil meer advies van apotheker Klanten zijn doorgaans tevreden over de zorgverlening in de apotheek. Apotheken krijgen gemiddeld het cijfer 8,2. Wel besteden de apothekers nog onvoldoende aandacht aan het begeleiden van hun klanten bij het gebruik van medicijnen. Ook moet een apotheek hun privacy beter borgen, vinden zij. Dat blijkt uit onderzoek naar ervaringen van 48.000 klanten van onder andere Zilveren Kruis en Agis over de zorgverlening in 381 apotheken. Het onderzoek werd uitgevoerd door onafhankelijk onderzoeksbureau SiRM in opdracht van Achmea. Volgens klanten kunnen apotheken meer vragen of het hen lukt hun medicijnen volgens voorschriften in te nemen, of ze last hebben van bijwerkingen en hoe hun ervaringen met het geneesmiddel zijn. Daarnaast zien klanten ook verbeterpunten op het gebied van privacy, zoals het niet mee kunnen luisteren bij gesprekken die aan de balie worden gevoerd. “Elke apotheek krijgt een geanonimiseerde terugkoppeling van Achmea om de kwaliteit van zorg voor onze verzekerden nog verder te verbeteren”, zegt Roland Eising, manager farmacie bij Achmea. Belonen op uitkomsten van zorg voor de klant Uiteindelijk wil Achmea apotheken beoordelen en belonen op basis van uitkomsten van de zorg die zij geven aan verzekerden. Daarnaast bekijkt de verzekeraar hoe de klantervaringen gebruikt kunnen worden om te bepalen welke zorg bij welke apotheek wordt ingekocht. Dat past ook bij de rol van de openbare apotheker in de toekomst die is verschoven van het bereiden naar het verstrekken van en adviseren over geneesmiddelen. Eising: “Bij een kwalitatief goede farmaciezorg hoort een apotheker die vooral zorgverlener is. Een zorgverlener die weet of een patiënt een juist middel krijgt, die toezicht houdt op de totale medicatie van een patiënt, de therapietrouw bewaakt en die samenwerkt met andere zorgverleners zoals de huisarts en de medisch specialist in het ziekenhuis. De apotheker is dé specialist voor farmaceutische zorgverlening.”
Achmea en gemeente werken samen aan verbetering gezondheid Rotterdammers De gemeente Rotterdam en Achmea zetten zich de komende vier jaar samen in om de gezondheid van Rotterdammers te verbeteren en de oplopende zorgkosten terug te dringen. Gezondheidsproblemen die samenhangen met zaken als overgewicht, sociaal isolement en schulden worden bijvoorbeeld aangepakt door de samenwerking tussen gezondheidszorg en welzijnswerk op wijkniveau te versterken. Zo worden huisartsen gestimuleerd om cliënten door te verwijzen naar activeringsprogramma’s die actieve wijkbewoners samen met het welzijnswerk organiseren. In drie wijken worden pilotprojecten opgezet en de Vitaliteitswijzer voor ouderen wordt uitgebreid. Dat staat in het convenant ‘Samen werken aan een gezond Rotterdam’ dat wethouder Marco Florijn (zorg) en Marjolein Verstappen, vice voorzitter van Achmea vandaag ondertekenen. Achmea is met Zilveren Kruis de grootste zorgverzekeraar in Rotterdam. Vorige maand tekende de gemeente een vergelijkbare overeenkomst met IZA Cura, onderdeel van VGZ.
ZN journaal 25
19 juni 2013
Zorg dichtbij Rotterdammers “Door de zorg dichtbij de Rotterdammers te organiseren sluiten we met de hulp aan op wat iemand zelf kan en wat de sociale omgeving kan betekenen”, aldus wethouder Florijn (werk, inkomen, zorg en bestuur). “Dit doen we omdat we ervan overtuigd zijn dat mensen beter af zijn met hulp en zorg die niet je leven overneemt maar die je weer de controle over je eigen leven teruggeeft. Het gaat erom dat Rotterdammers zich vitaal voelen en zo actief mogelijk kunnen blijven meedoen. Daar is een brede samenwerking in de wijk voor nodig waarin een belangrijke rol is weggelegd voor de huisartsen.” Preventie en nazorg Behalve het versterken van deze ‘eerste lijn’ zetten de gemeente en Achmea ook nadrukkelijk in op preventie en nazorg. De partijen werken samen aan projecten die sociaal isolement bij ouderen tegengaan en aan de activering van Rotterdamse werklozen omdat thuis zitten met niks om handen niet bevorderlijk is voor de gezondheid. Marjolein Verstappen van Achmea: “We zien steeds duidelijker dat zorg niet op zichzelf staat maar nauw samenhangt met welzijn, participatie, werk en preventie. Betere samenhang daartussen levert onze verzekerden betere zorg op.” Convenant In het convenant spreken de gemeente en Achmea af om als eerste van start te gaan in de wijken Bloemhof/Hillesluis, Ommoord/Lage Land en in Lombardijen. Doel is om bijvoorbeeld mensen met diabetes en psychosociale problemen laagdrempelig te helpen, bij voorkeur in de buurt en tegen lagere kosten. De plannen voor de drie wijken zijn in september klaar en kunnen dan van start. Met dit convenant bereiden Achmea en de gemeente Rotterdam zich tevens gezamenlijk voor op de decentralisatie van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Vanaf 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor de ondersteuning aan ouderen, chronisch zieken en mensen met een beperking. In de praktijk werken Achmea en de gemeente Rotterdam al samen. Bijvoorbeeld in de ‘Vitaliteitswijzer’ waar ouderen preventief gezondheidsadvies en coaching kunnen krijgen. Dit project wordt uitgebreid. In het project ‘Zichtbare schakels’ vormen wijkverpleegkundigen een laagdrempelig aanspreekpunt voor bewoners en zorgverleners.
ZN-weblog Concentratie van zorg zet door Zorgverzekeraars staan voor toegankelijke, betaalbare en goede kwaliteit van zorg. Onze grootste uitdaging is dat kwaliteit én minder kosten hand in hand gaan. En dat lukt vaak! Zie nu weer het mooie voorbeeld waarbij zorgverzekeraars de minimum kwaliteitsnormen van 7 nieuwe complexe behandelingen in ziekenhuizen hebben geïnventariseerd. De helft van de ziekenhuizen is gestopt met operatieve behandeling van maag-, eierstok-, prostaatkanker, en een vernauwde maaguitgang bij baby’s. In de meeste gevallen deden deze ziekenhuizen minder dan 10 of 20 van deze behandelingen per jaar. Te weinig volume en dus te weinig ervaring om aan het minimum aantal te voldoen. Door te stoppen snijdt het mes aan twee kanten. Het verbetert tegelijkertijd de kwaliteit van de behandeling bij andere ziekenhuizen én de ervaring bij de ziekenhuizen die het wel doen, neemt toe. En de patiënten profiteren hier het meest van. Want mensen die te maken krijgen met een ernstige aandoening moeten verzekerd zijn van de beste zorg. Het mooie van dit proces is dat het voor alle partijen een logische ontwikkeling is. Het gaat haast onopgemerkt. Specialisten stellen de norm, ziekenhuizen en verzekeraars acteren daarnaar. Een mooi samenspel. Sjoerd Terpstra, senior beleidsadviseur Zorg bij ZN
ZN journaal 25
19 juni 2013
Skipr weblog Pieter Hasekamp, algemeen directeur ZN, behoort tot de vaste groep ‘bloggers’ op Skipr.nl. Deze keer gaat zijn blog over de rol van onder andere zorgverzekeraars bij de kostenontwikkeling in de zorg. Meldpunt goed nieuws? Morgen spreekt de Tweede Kamer over de Zorgverzekeringswet en het verzekerde pakket. Een mooi moment om terug te kijken en vooruit te blikken. Want hoe gaat het nu eigenlijk met de Nederlandse gezondheidszorg? Niet goed, zo op het eerste gezicht. De media brengen elke dag slecht nieuws: over de veiligheid van ziekenhuizen, over fraude, over ouderen die hun verzorgingshuis uit moeten. Met in reactie daarop --Margot van der Starre vroeg er gisteren terecht aandacht voor – een proliferatie aan meldpunten. Die helpen de gezondheidszorg inderdaad in veel gevallen niet verder. Hoewel het natuurlijk best gezond is om eens je hart te kunnen luchten. Twee maanden geleden heb ik al eens uitgebreid stilgestaan bij die negatieve publiciteit. Mijn boodschap van toen: slecht nieuws is in zekere zin een goed teken, want dat bewijst dat er dingen veranderen. We krijgen nu steeds meer inzicht in wat er werkelijk gebeurt en dus ook in wat er soms misgaat. Daarbij gaf ik aan dat er veel is om trots op te zijn. Toen had ik het vooral over de kwaliteit van de zorg; vandaag wil ik vooral aandacht besteden aan de kosten. En ook daarover is goed nieuws te melden. De onlangs verschenen Voorjaarsnota van het kabinet laat zien dat zorginkoop door verzekeraars het verschil begint te maken: met name door lagere uitgaven aan genees- en hulpmiddelen kon voor het eerst sinds mensenheugenis een meevaller op het totale uitgavenkader in de zorg worden gepresenteerd. Opvallend is ook dat er geen tegenvallers gepresenteerd worden op terreinen als ziekenhuiszorg, de geestelijke gezondheidszorg en de huisartsen – allemaal terreinen waar de afgelopen twee jaar convenanten zijn gesloten tussen overheid en veldpartijen. Die afspraken lijken nu het gewenste resultaat te hebben. Tegelijkertijd is er nog veel onzeker. Er zijn wisselende berichten naar aanleiding van de jaarrekeningen van de ziekenhuizen, waaruit eigenlijk maar één heldere conclusie is te trekken: in de toekomst moet er veel sneller duidelijkheid komen over de werkelijke kostenontwikkeling. Zorgverzekeraars doen er op dit moment alles aan om die duidelijkheid te verschaffen, door het versnellen van de contractering en door het maken van afspraken met ziekenhuizen over een sneller en betrouwbaarder declaratieproces – waardoor ook de rekeningen eerder kunnen komen. Daarbij zullen zorgverzekeraars zich ook inzetten om de informatie over zorgnota’s zo helder als mogelijk aan hun verzekerden beschikbaar te stellen. Er is dus nog werk te doen. Maar laten we niet vergeten waar we vandaan komen. Dertig jaar aanbodsturing in de zorg resulteerde in wachtlijsten, achterblijvende innovatie en patiëntgerichtheid en een volslagen gebrek aan inzicht in kwaliteit en kostprijzen. En dat terwijl, ondanks de budgettering, de uitgavenplafonds jaarlijks werden overschreden. Sinds 2006 is er veel ten goede veranderd. Dat is te danken aan een consistente koers van opeenvolgende kabinetten, gericht op prestatiebekostiging, inzicht in kwaliteit en risicodragendheid. Maar ook aan de partijen uit het zorgveld zoals aanbieders, patiëntenorganisaties en verzekeraars die juist op deze terreinen hun verantwoordelijkheid hebben genomen. In het kader van een nieuwe bezuinigingsronde zal opnieuw naar de zorg worden gekeken. Het is te hopen dat dat op een verstandige manier gebeurt, in lijn met die consistente koers. Dat betekent dat de bestaande convenanten gerespecteerd moeten worden en dat arbitraire ingrepen in het verzekerde pakket achterwege moeten blijven, Als dat lukt, dan is er volgend jaar nog beter nieuws te melden over de gezondheidszorg in Nederland.
ZN journaal 25
19 juni 2013