Zorgverzekeraars Nederland nr. 23-24 / 10 juni 2015
Nieuwe werkwijze moet leiden tot betere hoorzorg Partijen uit de hoorzorgbranche zijn verheugd dat half juni een pilot start met een aangepast protocol die het verstrekken van hoorhulpmiddelen ondersteunt. Het vernieuwde protocol moet cliënten en audiciens helpen bij het kiezen van kwalitatief goede en passende hoorzorgoplossingen. Een belangrijke verandering is dat het in kaart brengen van de behoefte van de slechthorende is verfijnd. Ook het kijken naar een combinatie van hoorhulpmiddelen in plaats van alleen naar een hoortoestel als oplossing voor een gehoorprobleem is een wijziging. De veranderingen zijn vastgelegd in het hoorhulpmiddelenprotocol 2.0 en is tot stand gekomen in samenspraak met betrokken partijen: patiëntenverenigingen, zorgverzekeraars, audiciens en audiologen. Dit protocol wordt de opvolger van het ZN-protocol, dat is opgesteld in 2013 met de komst van de functiegerichte aanspraak in de Zorgverzekeringswet. Meer ruimte voor zorg op maat Het verbeterde protocol biedt meer inzicht in het ervaren hoorprobleem. Ging het vorige protocol vooral uit van standaard situaties waarin men beter zou willen horen of verstaan, in het nieuwe protocol kan de slechthorende ook eigen situaties beschrijven. Het biedt daarmee meer ruimte voor hoorzorg op maat. Waar het vorige protocol alleen uitging van het selecteren van een hoortoestel, worden in de nieuwe werkwijze alle hoorhulpmiddelen als mogelijke oplossing meegenomen. Ook geeft het protocol meer ruimte aan het vakmanschap van de audicien. Verder is rekening gehouden met de wens van audiologen dat het protocol de basis moet leggen om ‘evidenced based’ te gaan werken. Mede daarom wordt het protocol nu eerst in een pilot situatie toegepast. Ook aan de wens van zorgverzekeraars wordt tegemoetgekomen: zij willen kunnen toetsen of de zorg rechtmatig en doelmatig is. Alle partijen hechten eraan dat het protocol een lerend systeem is, dat zich ook in de toekomst kan ontwikkelen door gegevens goed te analyseren. Landelijke invoering per 2016 Met de komst van dit nieuwe protocol hopen de partijen stappen te zetten naar een steeds betere invulling van functiegerichte hoorzorg. Dit wil zeggen dat iemand een hooroplossing krijgt waarmee hij/ zij goed kan functioneren. Eind dit jaar zal de pilot worden geëvalueerd. Het streven is om het vernieuwde protocol begin 2016 landelijk in te voeren. Deelnemende audiciens De pilot loopt van 15 juni tot half november 2015. Slechthorenden die zich voor een hooroplossing melden bij een deelnemende audicien, worden gevraagd of zij bereid zijn deel te nemen aan deze pilot. Audiciens die aan deze test deelnemen zijn diverse vestigingen van Beter Horen, Hans Anders, Schoonenberg Hoorcomfort, Specsavers, Van Boxtel hoorwinkels en zelfstandige audiciens aangesloten bij HoorProfs of aangesloten bij CVZA. Dit bericht is een gezamenlijk bericht van de betrokken werkgroep Hoormiddelenprotocol 2.0.: Schoonenberg, Beter Horen en Specsavers, zorgverzekeraars en de Stichting Hoormij/ Nederlandse Vereniging voor Slechthorenden (NVVS).
ZN journaal nr. 23-24
10 juni 2015
Ook in private domein één uniforme grouper Vanaf 1 januari 2016 wordt de financiering en het beheer van de groupers, in ziekenhuizen niet meer publiek geregeld, maar overgedragen naar private partijen. De komende periode zal in nauw overleg met alle betrokken partijen de overgang naar een private situatie in 2016 uitgewerkt worden. Branchepartijen ActiZ, RN, ZKN, NFU, NVZ en ZN gaan de grouper in een aparte stichting positioneren. Geruisloze overgang Doelstelling voor 1 januari 2016 is dat er een geruisloze overgang naar het private domein plaats vindt en de grouper exact dezelfde kwaliteit en beschikbaarheid levert als tot op heden. De grouper zal een belangrijke rol krijgen in de totale informatievoorziening. Geen publieke taak Tot 1 mei 2015 was de grouper in beheer bij DBC-Onderhoud. Sinds 1 mei 2015 is de organisatie ondergebracht bij de NZa. De NZa is verantwoordelijk voor de prestatie- en tariefregulering van de DBCsystematiek en dit gaat niet samen met de verantwoordelijkheid voor het beheer en onderhoud van de groupers. Zowel zorgverzekeraars als zorgaanbieders hebben belang bij het gebruik van één uniforme grouper voor het declareren en het bepalen van het onderhanden werk.
Zorgverzekeraars Nederland (ZN) start op 7 oktober de 38e editie van de cursus Zorg & Verzekeringen. Kandidaten kunnen zich vanaf nu aanmelden. In de cursus komen veel onderwerpen aan bod die in de gezondheidszorg van invloed zijn op de markt en haar spelers. Denk bijvoorbeeld aan alle recente veranderingen in de langdurige zorg. Of de financiering van de ziekenhuiszorg. Ook de Europese aspecten van de zorg passeren de revue, inclusief een bezoek aan het Europees Parlement in Brussel. Ontdekkingstocht De cursus is als het ware een ontdekkingstocht naar de strategische aspecten van de sturing en financiering van de gezondheidszorg. De deelnemers doen veel nieuwe inzichten op aan de hand van prikkelende inleidingen van sleutelfiguren uit de wereld van overheid, bedrijfsleven en wetenschap. Daarbij delen ze praktische ervaringen met medecursisten van andere organisaties in de zorg. Ook de grote verscheidenheid van de deelnemers van de cursus levert een waardevolle bijdrage aan het opdoen van inzichten. Aanmelden De cursus is bestemd voor managers, adviseurs en beleidsmakers (op academisch niveau) werkzaam bij zorgverzekeraars, zorgverlenende instellingen, overheden, brancheorganisaties en adviesorganen. Gezien het niveau van de cursus wordt van de cursisten enkele jaren werkervaring en voldoende basiskennis op het terrein van zorg en zorgverzekeringen verwacht. Voor de cursus is altijd veel belangstelling. Aanmelden kan online en is mogelijk tot 15 augustus aanstaande. ZN stelt het op prijs als medewerkers van zorgverzekeraars zich centraal, via de eigen afdeling HRM, inschrijven. Bekijk de brochure voor meer informatie.
Nieuwe spelregels voor inkoop Wlz 2016 vraagt om ondernemerschap en lef De kwaliteit van de langdurige zorg zoals de cliënt die definieert wordt leidend in de zorginkoop voor de Wlz 2016. Op basis van een zelfanalyse en een ontwikkelplan van de zorgaanbieder gaan de zorgkantoren de dialoog met hen aan, en komen uiteindelijk de inkoopafspraken voor 2016 tot stand. Op 1 juni 2016 publiceren alle zorgkantoren de definitieve documenten voor de zorginkoop Wlz op de eigen website. De documenten zijn tot stand gekomen in constructief overleg met de betrokken veldpartijen.
ZN journaal nr. 23-24
10 juni 2015
Eigenheid van de sector Dit jaar hebben de zorgkantoren gekozen voor het opstellen van een uniform inkoopkader per sector: voor Wlz Verpleging & Verzorging, voor Wlz Gehandicaptenzorg en voor Wlz Geestelijke gezond-heidszorg. De inkoopprocedure heeft echter nog steeds een generiek karakter. Bij de inhoudelijke uit-werking van kwaliteit en cliëntgerichtheid is meer aansluiting gezocht bij de kenmerken en eigenheid van de sectoren binnen de Wlz. De bovenstaande sectorale inkoopkaders zijn uniforme inkoopkaders en vormen de basis voor het inkoopbeleid van de individuele zorgkantoren. Intensieve dialoog Het inkoopkader Wlz 2016 maakt duidelijk dat sprake is van een trendbreuk in wat van de zorgaanbieders van langdurige zorg wordt verwacht, én in de manier waarop deze aanbieders en de zorgkantoren met elkaar in gesprek gaan. De gesprekken beperken zich niet meer tot eenmalige inkooponderhandelingen, maar krijgen de vorm van een intensieve dialoog waarin de partijen gezamenlijk vanuit het perspectief van de klant op zoek gaan naar opties voor kwaliteitsverbetering in de langdurige zorg. Afspraken op maat Het is de bedoeling dat de aanbieders op basis van een beknopte zelfanalyse concrete plannen ontwikkelen voor de verbetering van de zorgkwaliteit. Ze maken afspraken op maat met de zorgkantoren over hoe de resultaten bijdragen aan de (ervaren) kwaliteit door de cliënt en hoe deze resultaten inzichtelijk gemaakt worden. Factoren waaraan je kunt denken zijn: de wijze waarop de zorgaanbieder er aan bijdraagt mensen in staat te stellen langer thuis te blijven wonen, de inzet van het netwerk van de cliënt, de samenwerking met de huisarts en het netwerk van de cliënt en het benodigde deskundigheidsniveau van de medewerkers. Ook afstemming met de cliëntenraden – om te waarborgen dat de ontwikkelplannen aansluiten bij wat de cliënten willen – is een belangrijk aandachtspunt. Meerjarenafspraken Zorgkantoren hebben voor de inkoop Wlz 2016 de ruimte om meerjarenafspraken te maken met aanbieders. Zorgkantoren spreken hiermee vertrouwen uit en stimuleren zorgaanbieders om ook lange -termijnkwaliteitsinvesteringen te doen die leiden tot een betere kwaliteit van zorg, leven en bestaan. Vanaf 2016 sluiten zorgkantoren met een zorgaanbieders die zich proactief inzetten voor onder andere de verbetering van kwaliteit en cliëntgerichtheid, een tweejarige overeenkomst. Om in aanmerking te komen voor een meerjarenovereenkomst, moet de zorgaanbieder voldoen aan een aantal voorwaarden die beschreven worden in het inkoopkader. Ruimte voor regionaal maatwerk ZN wil met het inkoopkader nadrukkelijk geen blauwdruk bieden voor de dialoog die de zorgkantoren en de aanbieders van langdurige zorg met elkaar aangaan. Ruimte voor regionaal maatwerk is essentieel, omdat de situatie van regio tot regio verschilt. Zie hier het Inkoopkader langdurige zorg 2016
Vooraankondiging ZN-golfdag 2015 De datum van de ZN-golfdag in 2015 is bekend: maandag 28 september. Sinds enkele jaren organiseert Zorgverzekeraars Nederland een golfdag om geld in te zamelen voor een goed doel in de gezondheidszorg. Tijdens de afgelopen ZN-golfdag, 14 april 2014, werd 11.818 euro voor het goede doel bij elkaar gespeeld. Dat bedrag ging naar het Stichting ALS en kwam geheel ten goede aan onderzoek naar ALS. ZN-relaties die zin hebben om sportief bezig te zijn, te netwerken en iets te doen voor een goed doel, noteren maandag 28 september 2015 alvast in hun agenda. De inschrijving start binnenkort.
ZN journaal nr. 23-24
10 juni 2015
Indien u interesse heeft in deelname kunt u uw contactgegevens mailen naar
[email protected]. U ontvangt dan bericht zodra de inschrijving start.
Vacatures bij ZN ZN heeft op dit moment twee vacatures: •
Beleidsadviseur Verzekeringen en Uitvoering, WLZ (m/v)
•
Beleidsadviseur Zorg, WLZ (m/v)
Interesse? Solliciteren is mogelijk tot uiterlijk vrijdag 19 juni 2015. Kijk voor uitgebreide informatie over de vacatures bij het onderdeel vacatures op onze site.
ZN-weblog Aan informatie over de GGZ wordt hard gewerkt. Eind mei gaven wij in een brief aan de Tweede Kamer aan dat wij het belangrijk vinden om het tempo hoog te houden bij het transparanter maken van de GGZ. Tegelijkertijd constateerden we ook dat de GGZ-sector belangrijke acties onderneemt om de transparantie over de (kwaliteit van de) geleverde zorg te vergroten. Vorige week presenteerden ZN en Vektis de resultaten van verschillende praktijkvariatiestudies in de GGZ. Ook deze resultaten bevestigen: er zit schot in. Ik wil het nog maar eens benadrukken: goede, betrouwbare informatie over kwaliteit van zorg, en liefst nog over uitkomsten van zorg, helpt zowel zorgaanbieders als zorgverzekeraars om patiënten en verzekerden de beste zorg te bieden. Zorgaanbieders kunnen zich op basis van kwaliteitsinformatie spiegelen en zo nodig de zorg voor hun patiënten verbeteren. Zorgverzekeraars kunnen op basis van kwaliteitsinformatie afspraken met zorgaanbieders maken over de zorg, de beste zorg voor hun verzekerden inkopen én hun verzekerden hierover beter adviseren. Informatie beschikbaar bij zorgverzekeraars willen we daarbij zo goed mogelijk benutten. Vektis heeft, op basis van de declaratiegegevens 2013, praktijkvariatie in beeld gebracht voor angst- en stemmingsstoornissen, bipolaire stoornis, depressie, persoonlijkheidsstoornissen, schizofrenie, verslaving aan alcohol en overige middelen, en overige stoornissen. In oktober 2014 hadden we een vergelijkbare bijeenkomst. Belangrijke constatering vind ik dat we sindsdien weer een grote stap verder zijn. Er zijn meer data beschikbaar, de data zijn beter aan elkaar gekoppeld en per regio zijn er meer getallen. Er is meer informatie over de ernstige psychiatrische aandoeningen (EPA), de doelgroep waarvoor het ambulantiseringstraject en de beddenafbouw is ingezet. En: de informatie is nu voor zorgaanbieders en zorgverzekeraars toegankelijk via het webportaal van Vektis: Zorgprisma. Rapportages in Zorgprisma zijn zo opgebouwd dat zorgpartijen eigen gegevens kunnen vergelijken met de landelijke gegevens. Zorgaanbieders en zorgverzekeraars kunnen die data eruit halen die voor hen van belang zijn. Op basis daarvan kunnen zij samen mogelijke verschillen duiden en het gesprek aangaan over de zorginkoop. Doordat er nu data van meerdere jaren beschikbaar zijn, namelijk van 2011 tot en met 2013, kunnen we ook trends ontdekken, zoals bijvoorbeeld of er sprake is van substitutie. Interessant vond ik eveneens tijdens de presentatie van Vektis dat ook de centrumgemeenten, onder de vlag van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, interesse hebben in de Zorgprisma-gegevens. In Zorgprisma staat immers informatie over de zorg die door de zorgverzekeraars betaald is en nu over is gegaan naar gemeenten.
ZN journaal nr. 23-24
10 juni 2015
Ook met de data in Zorgprisma zijn nog stappen te maken. Belangrijke ontbrekende factoren zijn nog (1) informatie over de zorgvraagzwaarte, (2) een koppeling met ROM-data van Stichting Benchmark GGZ en (3) data op integraal patiëntniveau. De data zouden eigenlijk de patiënt door het zorgstelsel moeten volgen. 1.
2.
3.
Op dit moment zien zorgverzekeraars op de declaratie alleen de hoofddiagnose, bijvoorbeeld depressie. Ze kunnen niet zien of het behandeltraject van de patiënt daadwerkelijk aansluit bij de behoeften van de patiënt. Een zorgvraagzwaarte-indicator vertelt ons hoe ‘zwaar’ de zorgvraag van de patiënt is. De ene depressie is nu eenmaal anders dan de andere, en vraagt ook meer of minder behandeling. Als we de gegevens in Zorgprisma kunnen corrigeren met deze zorgvraagzwaarteindicator dan geeft dat meer inzicht. Ook de uitkomst van de behandeling is niet zichtbaar op de declaratie. De ROM-data geven deze informatie wel. Als we de ROM-data toevoegen aan Zorgprisma kunnen we dus ook meer zeggen over de effectiviteit van de behandeling. Tot slot zijn alle data nu nog alleen beschikbaar op instellingsniveau. Door de koppeling op patiëntniveau te leggen kunnen we bijvoorbeeld zien of de samenwerking tussen verschillende GGZaanbieders goed verloopt. Of dat een GGZ-patiënt mogelijk bij de ene instelling wordt ontslagen en bij de andere instelling weer in zorg wordt genomen.
Goed nieuws is dat deze drie stappen ook gezet gaan worden. De verwachting is dat we eind van het jaar ook over deze informatie kunnen beschikken in Zorgprisma. Waarbij ik overigens nog wel wil opmerken dat gegevens nooit tot individuele patiënten te herleiden zijn. Privacy is ten alle tijden gewaarborgd. Vektis heeft daarom de status van een Trusted Third Party (TTP) en is als zodanig beoordeeld door het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP). Aan transparantie in de GGZ wordt dus echt hard gewerkt. Zorgaanbieders werken dag in dag uit hard aan het herstel van hun patiënten. Zorgverzekeraars willen graag kwalitatief goede en doelmatige zorg voor hun verzekerden inkopen. Door elkaar te respecteren in ieders rol kunnen we veel beter samenwerken in het belang van patiënt en verzekerde. Marianne Lensink, directeur Zorg bij ZN
ZN journaal nr. 23-24
10 juni 2015