Nieuwe IPPC-installaties vanaf januari 2013
Kenniscentrum InfoMil Bianca Schijven
Opbouw IPPC-installatie Nieuwe categorieën Wat betekent voor omgevingsvergunning Enkele casussen
2
IPPC-installatie Definitie in Artikel 1.1 sub b van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Installatie voor industriële activiteiten als bedoeld in bijlage 1 van richtlijn nr. 2010/75/EU van het Europees parlement en de Raad van 24 november 2010 inzake industriele emissies
3
1. Energie-industrieën
4
Energie-industrieën 1.4 Het vergassen of vloeibaar maken van a. Steenkool b. Andere brandstoffen in installaties met een totaal nominaal thermisch vermogen van 20 MW of meer Brandstof= elke vaste, vloeibare of gasvormige brandbare stof
5
5. Afvalbeheer
6
Hulpmiddelen bij Afvalcategorieën Bijlage I (Verwijderingshandelingen) en Bijlage II (Handelingen van nuttige toepassing) Kaderrichtlijn afvalstoffen http://www.lap2.nl/
http://ec.europa.eu/environment/waste/framework/guidance.htm
7
Verwijdering of nuttige toepassing van afvalstoffen Definities in Wet milieubeheer (implementatie kaderrichtlijn afvalstoffen) nuttige toepassing: elke handeling met als voornaamste resultaat dat afvalstoffen een nuttig doel dienen door hetzij in de betrokken installatie, hetzij in de ruimere economie, andere materialen te vervangen die anders voor een specifieke functie zouden zijn gebruikt, of waardoor de afvalstof voor die functie wordt klaargemaakt, tot welke handelingen in ieder geval behoren de handelingen die zijn genoemd in bijlage II bij de kaderrichtlijn afvalstoffen verwijdering: elke handeling met afvalstoffen die geen nuttige toepassing is zelfs indien de handeling er in tweede instantie toe leidt dat stoffen of energie worden teruggewonnen, tot welke handelingen in ieder geval behoren de handelingen die zijn genoemd in bijlage I bij de kaderrichtlijn afvalstoffen
8
Verwijdering van afvalstoffen Verwijdering van afvalstoffen D1 D2 D3 D4 D5 D6 D7 D8
Storten op of in de bodem Uitrijden Injectie in de diepe ondergrond Opslag in waterbekkens Verwijderen op speciaal ingerichte locaties Lozen/storten in wateren, behalve zeeën en oceanen Lozen/storten in zeeën en oceanen, inclusief inbrengen in de zeebodem Biologische behandeling op een niet elders in deze bijlage aangegeven wijze waardoor verbindingen of mengsels ontstaan die worden verwijderd op een van de onder D 1 tot en met D 12 vermelde methoden D 9 Fysisch-chemische behandeling op een niet elders in deze bijlage aangegeven wijze, waardoor verbindingen of mengsels ontstaan die worden verwijderd op een van de onder D 1 tot en met D 12 vermelde methoden D 10 Verbranding op het land D 11 Verbranding op zee (*) D 12 Permanente opslag D 13 Vermengen voorafgaand aan een van de onder D 1 tot en met D 12 vermelde behandelingen (**) D 14 Herverpakken voorafgaand aan een van de onder D 1 tot en met D 13 vermelde behandelingen D 15 Opslag in afwachting van een van de onder D 1 tot en met D 14 vermelde behandelingen
9
Nuttige toepassing van afvalstoffen R 1 Hoofdgebruik als brandstof of als ander middel voor energieopwekking (*) R 2 Terugwinning/regeneratie van oplosmiddelen R 3 Recycling/terugwinning van organische stoffen die niet als oplosmiddel worden gebruikt (met inbegrip van compostering en andere biologische omzettingsprocessen) (**) R 4 Recycling/terugwinning van metalen en metaalverbindingen R 5 Recycling/terugwinning van andere anorganische materialen (***) R 6 Regeneratie van zuren of basen R 7 Terugwinning van bestanddelen die worden gebruikt om vervuiling tegen te gaan R 8 Terugwinning van bestanddelen uit katalysatoren R 9 Herraffinage van olie en ander hergebruik van olie R 10 Uitrijden voor landbouwkundige of ecologische verbetering R 11 Gebruik van afvalstoffen die bij een van de onder R 1 tot en met R 10 genoemde handelingen vrijkomen R 12 Uitwisseling van afvalstoffen voor een van de onder R 1 tot en met R 11 genoemde handelingen (****) R 13 Opslag van afvalstoffen bestemd voor een van de onder R 1 tot en met R 12 genoemde handelingen (met uitsluiting van tijdelijke opslag voorafgaande aan inzameling op de plaats van productie) (*****)
10
Verwijdering of nuttige toepassing van afvalstoffen
Handelingen worden in de desbetreffende categorie expliciet benoemd !!
11
Verwijdering of nuttige toepassing van afvalstoffen In Landelijk Afvalbeheerplan voor afvalstromen minimumstandaard vastgelegd.
Voor een zo hoogwaardig mogelijk afvalbeheer zijn in een bijlage van het LAP minimumstandaarden opgenomen. De minimumstandaard geeft aan wat de minimale hoogwaardigheid van be-/verwerking van een bepaalde afvalstof of categorie van afvalstoffen is en is bedoeld om te voorkomen dat afvalstoffen laagwaardiger worden be-/verwerkt dan wenselijk is.
12
Categorie 5.1 verwijdering of nuttige toepassing van gevaarlijke afvalstoffen > 10 ton per dag IPPC –richtlijn Installaties gericht op verwijdering (alle) en voor nuttige toepassing uitsluitend de volgende handelingen: (5.2b) R1 hoofdgebruik als brandstof of als middel voor energieopwekking R5 recycling/terugwinning van andere anorganische materialen dan metalen of metaalverbindingen
(5.1 h)
R6 regeneratie van zuren en basen (5.1 g) R8 terugwinning van bestanddelen uit katalysatoren R9 herraffinage van olie en ander hergebruik van olie
13
(5.1 i) (5.1 j)
Categorie 5.1 verwijdering of nuttige toepassing van gevaarlijke afvalstoffen > 10 ton per dag 5.1 a ) Biologische behandeling (R3)
Voorbeeld biologische reiniging van verontreinigde grond (D8 verwijdering was al IPPC) 14
Categorie 5.1 verwijdering of nuttige toepassing van gevaarlijke afvalstoffen > 10 ton per dag 5.1 b) Fysisch-chemische behandeling R12 (D9 was al IPPC) Bijvoorbeeld immobiliseren van gevaarlijke afvalstoffen (afzet als bouwstof)
15
Categorie 5.1 verwijdering of nuttige toepassing van gevaarlijke afvalstoffen > 10 ton per dag 5.1 c) Mengen (R12) en vermengen (D13 was al IPPC) voorafgaand aan 5.1 en 5.2 genoemde handelingen Bijvoorbeeld mengen voorafgaand aan afvoer naar cementfabriek
16
Categorie 5.1 verwijdering of nuttige toepassing van gevaarlijke afvalstoffen > 10 ton per dag 5.1 d) Herverpakking (R12 ) en D14 (was al IPPC) voorafgaand aan een van de onder 5.1 en 5.2 vermelde handelingen Bijvoorbeeld ompakken voor afvoer naar pyrolyse installatie
17
Categorie 5.1 verwijdering of nuttige toepassing van gevaarlijke afvalstoffen > 10 ton per dag 5.1 e) Terugwinning/ regeneratie van oplosmiddelen (R2)
18
Categorie 5.1 verwijdering of nuttige toepassing van gevaarlijke afvalstoffen > 10 ton per dag 5.1 h) Terugwinning van bestanddelen die worden gebruikt om vervuiling tegen te gaan (R7) Actief kool regeneratie
19
Categorie 5.1 verwijdering of nuttige toepassing van gevaarlijke afvalstoffen > 10 ton per dag Installatie voor verwerking gevaarlijke afvalstoffen capaciteit > 10 ton per dag ?
Activiteiten genoemd in a tot en met k ?
Bijlage I: Kaderrichtlijn: D4, D8, D9, D13, D14 Bijlage II: Kaderrichtlijn: R2,R3,R5,R6,R7,R8,R9, R12
Opslag (D15) niet meer is geworden categorie 5.5 > met een totale capaciteit van meer dan 50 ton
20
5.2 De verwijdering of nuttige toepassing in afvalverbrandings- of afvalmeeverbrandingsinstallaties voor IPPC: Installaties voor de verbranding van stedelijk afval (huishoudelijk afval, alsmede bedrijfs-, industrieel en institutioneel afval dat qua aard en samenstelling te vergelijken is met huishoudelijk afval), met een
capaciteit van meer dan 3 ton per uur. 5.2 De verwijdering of nuttige toepassing van afvalstoffen in afvalverbrandings- of afvalmeeverbrandingsinstallaties voor: a) ongevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 3 ton per uur; b) gevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 10 ton per dag. 21
5.2 De verwijdering of nuttige toepassing in afvalverbrandings- of afvalmeeverbrandingsinstallaties voor Definitie van "afval“=verwijzing naar de kaderrichtlijn afvalstoffen (2008/98/EG). Op basis hiervan is definitie van afvalstof = elk stof of elk voorwerp waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen. In IPPC richtlijn werd verwezen naar Richtlijn 89/369/EEG waarin stond stedelijk afval = huishoudelijk afval, afval van commerciële bedrijven, kantoren, ondernemingen en andere afvalstoffen die gezien hun aard of hun samenstelling met huishoudelijk afval kunnen worden gelijkgesteld. Geen inhoudelijke wijziging
22
5.3 Handelingen ten behoeve van verwijdering met een capaciteit > 50 ton per dag en nuttige toepassing of een combinatie van nuttige toepassing en verwijdering > 75 ton per dag In titel uitzondering voor ”met uitzonderingen van de activiteiten bedoeld in richtlijn 91/271/EEG van de Raad van 21 mei 1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater” Rioolwaterzuiveringsinstallatie die uitsluitend stedelijk afvalwater zuivert dat via het rioolstelsel wordt aangevoerd. Deze activiteit valt niet onder deze categorie.
23
5.3 De verwijdering van ongevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 50 ton per dag IPPC: Capaciteit meer dan 50 ton per dag Installaties voor de verwijdering van ongevaarlijke afvalstoffen uitsluitend de handelingen: i) D8:Biologische behandeling t.b.v. verwijdering ii)D9: Fysisch-chemische behandeling t.b.v. verwijdering
24
5.3 a) i) 5.3 a) ii
5.3 Handelingen ten behoeve van verwijdering met een capaciteit > 50 ton per dag en nuttige toepassing of een combinatie van nuttige toepassing en verwijdering > 75 ton per dag Biologische behandeling verwijdering > 50 ton per dag (was al IPPC) Bijvoorbeeld residu naar stortplaats Biologische behandeling nuttige toepassing of een combinatie van nuttige toepassing en verwijdering > 75 ton per dag Afzet als compost
25
5.3 Handelingen ten behoeve van verwijdering met een capaciteit > 50 ton per dag en nuttige toepassing of een combinatie van nuttige toepassing en verwijdering > 75 ton per dag Voorbehandeling van afval voor verbranding of meeverbranding Verwijdering > 50 ton per dag Nuttige toepassing of combinatie > 75 ton per dag
26
5.3 Handelingen ten behoeve van verwijdering met een capaciteit > 50 ton per dag en nuttige toepassing of een combinatie van nuttige toepassing en verwijdering > 75 ton per dag Behandeling van slakken en assen Verwijdering > 50 ton per dag Combinatie > 75 ton per dag
27
5.3 Handelingen ten behoeve van verwijdering met een capaciteit > 50 ton per dag en nuttige toepassing of een combinatie van nuttige toepassing en verwijdering > 75 ton per dag Behandeling in shredders van metaalafval, met inbegrip van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur en autowrakken en de onderdelen daarvan Verwijdering > 50 ton per dag Combinatie > 75 ton per dag
28
5.5. Tijdelijke opslag van niet onder punt 5.4 vallende gevaarlijke afvalstoffen in afwachting van handelingen (5.1, 5.2, 5.4 en 5.6) met een totale capaciteit van meer dan 50 ton IPPC 5.1 Opslag gevaarlijke afvalstoffen ten behoeve van verwijdering (D15) met een capaciteit van meer dan 10 ton per dag 5.5 Tijdelijke opslag van niet onder 5.4 vallende gevaarlijk afvalstoffen, in afwachting van een van de onder 5.1, 5.2, 5.4 en 5.6 vermelde handelingen met een totale capaciteit van meer dan 50 ton met uitsluiting van tijdelijke opslag voorafgaande aan inzameling op plaats van productie 29
Casus 1 Binnen een inrichting vinden de volgende activiteiten plaats: Op- en overslaan, het mechanisch en fysisch scheiden, het verkleinen en het composteren van GFT afval van huishoudens en bedrijven met een capaciteit van maximaal 150 kton/jaar (afzet als compost); De op- en overslag evenals mechanisch en fysisch scheiden, composteren, mengen en verkleinen van buiten de inrichting afkomstig groenafval met een capaciteit van maximaal 50 kton/jaar (afzet als compost); Het in werking hebben van een vergistinginstallatie met een capaciteit van maximaal 50 kton/jaar (afzet deel digistaat voor storten); Beoordeel voor de bovenstaande activiteiten of deze moeten worden beschouwd als activiteiten uit bijlage 1 van de Richtlijn industriele emissies. 30
Casus 2 Binnen een inrichting mogen per jaar maximaal de volgende afvalstoffen worden geaccepteerd (is tevens maximale opslagcapaciteit per afvalstof) Grofvuil Metalen (oud ijzer) Puin (schoon) Asbest C-Hout (geïmpregneerd) Dakleer en dakgrind
30 ton 40 ton 15 ton 15 ton Euralcode 17.06.05*, 17.01.06* 40 ton Euralcode 20.01.37*c 15 ton 17.03.01*-17.03.03* en 17.09.04 c
De betreffende afvalstoffen worden binnen de inrichting opgeslagen en afgevoerd voor verwerking conform de minimumstandaard in het Landelijk Afvalbeheerplan. Beoordeel voor de bovenstaande activiteiten of deze moeten worden beschouwd als activiteiten uit bijlage 1 van de Richtlijn industriele emissies.
31
Casus 3 Een rioolwaterzuiveringinstallatie ontvangt naast afvalwater via het rioolstelsel ook afvalwater dat per wagen wordt aangevoerd. Per jaar zullen waarschijnlijk 400 transporten wordt aangevoerd. Per transport wordt ongeveer 100 ton water aangevoerd. Het afvalwater wordt binnen de inrichting fysisch-chemisch en biologische behandeld. Is er sprake van een IPPC installatie ?
32
Casus 4 Een bedrijf dient een aanvraag in voor het oprichten van een vergistinginstallatie waarin mest zal worden verwerkt. De capaciteit van de installatie bedraagt 4 kton per jaar. De verwerkingsmethode is anaerobe vergisting. Het bedrijf dient in januari 2013 een aanvraag in bij het College van Burgemeester en Wethouders. Is het college van B&W bevoegd gezag?
33
6. Andere activiteiten 6.1. De fabricage, in industriële installaties van c) een of meer van de volgende platen en panelen van hout: oriented
strand board (OSB), spaanplaat of vezelplaat met een productiecapaciteit van meer dan 600 m3 per dag
34
6. Andere activiteiten
IPPC 6.4 b) De bewerking en verwerking voor de fabricage van levensmiddelen .. 6.4 b)De bewerking of verwerking behalve het uitsluitend verpakken van de volgende grondstoffen, al dan niet eerder bewerkt of onbewerkt voor de fabricage van levensmiddelen of voeder van : ………………..
35
6. Andere activiteiten 6.9. Het afvangen van CO2-stromen van onder deze richtlijn vallende installaties voor geologische opslag overeenkomstig Richtlijn 2009/31/EG. Deze installaties zijn op basis richtlijn 2009/31/EG, artikel 37 ook aan bijlage 1 IPPC-richtlijn toegevoegd. (voldoen per 25 juni 2012) geologische opslag van CO2 = injectie in combinatie met opslag van CO2stromen in ondergrondse geologische formaties
36
6. Andere activiteiten
6.10. De conservering van hout en houtproducten met behulp van chemische stoffen met een productiecapaciteit van meer dan 75 m3 per dag, met uitzondering van de behandeling die uitsluitend gericht is op het voorkomen van sapvlekken.
37
6. Andere activiteiten
6.11. Een niet onder het toepassingsgebied van Richtlijn 91/271/EEG vallende zelfstandig geëxploiteerde behandeling van afvalwater dat door een onder hoofdstuk II vallende installatie is geloosd.
38
Wat betekent voor omgevingsvergunning ? Actualisatieplicht na publicatie van BBT-conclusies voor hoofdactiviteit Binnen vier jaar voldoen aan geactualiseerde voorschriften Planning voor herziening BREFs vanaf januari 2013 op website Kenniscentrum InfoMil
39
Verandering in bevoegd gezag Indien in 2013 IPPC-installatie wordt dan wordt GS (en in Bijlage 1 van BOR GS aangewezen als bevoegd gezag) in plaats VVGB nu (weer) volledig bevoegd gezag omgevingsvergunning. (Als op basis van BRZO GS al volledig bevoegd gezag was voor de omgevingsvergunning geldt dit niet)
40
Vragen/opmerkingen
2012
2013 Geen overgangstermijnen
41