LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS
Vakken:
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken/zeemanschap/ (PV Praktijk en TV)
18/18 lt/w
Specifiek gedeelte Studierichting:
Maritieme technieken Motoren
Studiegebied:
Maritieme opleidingen
Onderwijsvorm:
TSO
Graad:
2e graad
Leerjaar:
1e en 2e leerjaar
Leerplannummer:
2012/036 (vervangt 2002/087, 2001/051, 2001/052, 2001/046, 2001/049, 2001/048, 2001/047)
Nummer inspectie:
2012/594/1//D (vervangt 2002/156//1/N/SG/1/II/ /D/)
pedaGOgische begeleidingsdienst Emile Jacqmainlaan 20 1000 Brussel
TSO – 2e graad – Maritieme technieken Motoren /Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken/ zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e jaar: 18 lestijden/week, 2e jaar: 18 lestijden/week)
1
INHOUD Visie....................................................................................................................................... 2 Beginsituatie......................................................................................................................... 3 Algemene doelstellingen ..................................................................................................... 4 Competenties/Leerplandoelstellingen ................................................................................ 5 STCW STCW STCW STCW STCW STCW STCW
Sectie A-III/1 .................................................................................................................................5 Sectie A-III/2 ...............................................................................................................................16 Sectie A-III/4 ...............................................................................................................................20 Sectie A-III/5 ...............................................................................................................................21 Sectie A-VI/1 ...............................................................................................................................23 Sectie A-VI/2 ...............................................................................................................................29 Sectie A-VI/4 ...............................................................................................................................32
Pedagogisch-didactische wenken .................................................................................... 34 Specifieke pedagogisch-didactische wenken .........................................................................................34 Algemene pedagogisch-didactische wenken .........................................................................................35
Minimale materiële vereisten ............................................................................................. 36 Evaluatie ............................................................................................................................. 39 Bibliografie ......................................................................................................................... 40
TSO – 2e graad – Maritieme technieken Motoren /Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken/ zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e jaar: 18 lestijden/week, 2e jaar: 18 lestijden/week)
2
VISIE Visie op de studierichting De studierichting ‘Motoren’ bestaat uit een 2e en een 3e graad technisch secundair onderwijs. In deze studierichting worden de competenties bijgebracht die noodzakelijk zijn om een loopbaan te kunnen opbouwen in de sleep-, bagger- of zeevaart (tot 200 zeemijl uit een kust). Leerlingen die deze studierichting beëindigen kunnen verder studeren in een maritieme opleiding van het hoger beroepsonderwijs. In deze studierichting worden de kennis en de vaardigheden bijgebracht die noodzakelijk zijn om een loopbaan op te bouwen die uiteindelijk leidt tot volgende functies op het operationele niveau: scheepswerktuigkundige; elektrisch werktuigkundige; onderhoud- en herstellingstechnicus; degene die de werking van het schip controleert en zorg draagt voor de bemanning aan boord. Volgende beperkingen gelden:
niet geldig op tankschepen en passagiersschepen niet geldig op schepen die niet voortgestuwd worden met scheepsdieselmotoren niet geldig op schepen met een voortstuwingsvermogen van 3 000 kW of meer, behalve op aannemersmateriaal ingezet binnen 200 zeemijl uit een kust. De maritieme sector is gekenmerkt door een steeds evoluerende technologie. Daarom is het nodig dat de leerinhouden die bij de competenties horen voortdurend geactualiseerd worden in het kwaliteitshandboek van de school. Visie op het leerplan Dit leerplan vertrekt niet langer van aparte doelstellingen op het vlak van kennis, vaardigheden en attitudes maar is opgebouwd rond competenties. Een competentie kan omschreven worden als “de bekwaamheid om kennis, vaardigheden en attitudes in het handelen op een geïntegreerde wijze aan te wenden voor maatschappelijke activiteiten. Dit wil zeggen dat niet alleen kennis, alleen vaardigheden of alleen attitudes belangrijk zijn, maar dat al deze verschillende componenten van een competentie duidelijk en evenwichtig aan bod moeten komen. De onderliggende kennis, vaardigheden en attitudes binnen een competentie zijn bovendien onlosmakelijk met elkaar verbonden en spelen op elkaar in. Kennis heb je nodig om bekwaam te zijn in bepaalde vaardigheden, maar je hebt ook de 1 juiste attitudes nodig om deze vaardigheden op een correcte en verantwoorde manier toe te passen.” De bedoeling van dit leerplan is dat de leerlingen de nodige competenties verwerven om met een grotere kans op slagen de arbeidsmarkt te betreden. Zodra de elementaire kennis, vaardigheden en attitudes verworven zijn wordt overgestapt naar een integrale aanpak waarbij de globale competentie centraal staat. De competenties waaraan gewerkt wordt in dit leerplan zijn de minimum competenties zoals beschreven in STCW/CONF.2/34 – The 2010 Manila Conference -, 3 augustus 2010 (Conference of Parties to the International Convention on Standards of Training, Certification and Watchkeeping for Seafarers). Deze competenties worden verdeeld over de tweede en derde graad zodat ze een leerlijn vormen. Een aantal competenties worden volledig in de tweede of derde graad gerealiseerd en van een aantal zijn de onderliggende doelstellingen verdeeld over de tweede en derde graad.
1
Uit “Mensen doen schitteren”, Eerste oriëntatienota hervorming secundair onderwijs, Pascal Smet, Vlaams Minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke kansen en Brussel.
TSO – 2e graad – Maritieme technieken Motoren /Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken/ zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e jaar: 18 lestijden/week, 2e jaar: 18 lestijden/week)
BEGINSITUATIE De leerlingen slaagden in een 1e graad die – conform de toepasbare onderwijsregelgeving– toelaat om een 1e jaar van de 2e graad TSO te volgen. Die leerlingen die voorheen opteerden voor een 1e graad ‘Maritieme technieken’ maakten reeds kennis met enkele aspecten van het beroep. Hierdoor kan er een enigszins gedifferentieerde beginsituatie in de klas vastgesteld worden. Het is aangewezen dat de leraar meteen het beginniveau van zijn leerlingen vaststelt. Eventuele tekorten zullen zo vlug als mogelijk weggewerkt worden door binnenklasdifferentiatie of door inhaallessen buiten het normale lessenrooster.
3
TSO – 2e graad – Maritieme technieken Motoren /Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken/ zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e jaar: 18 lestijden/week, 2e jaar: 18 lestijden/week)
4
ALGEMENE DOELSTELLINGEN Door het werken aan de leerplandoelstellingen wordt ernaar gestreefd om de leerling de noodzakelijke competenties bij te brengen om uiteindelijk te voldoen aan de het profiel van de optie. De tweede graad Maritieme technieken Motoren, samen met de derde graad in dezelfde richting, dient de studenten voor te bereiden op een loopbaan in de maritieme sector. Zij zullen de mensen worden op verantwoordelijke en leidinggevende posten. De opleiding dient deze mensen daarop voor te bereiden, zowel naar een doorgedreven kennis als naar attitude. Het is een beroep dat meestal in een kleine groep op zee, dus geïsoleerd, wordt uitgeoefend en waarbij elk individu een bijzonder hoge verantwoordelijkheid draagt voor het leven van zijn collega’s, alsook voor het groot kapitaal dat aan de groep is toevertrouwd. Dat vereist voor het maritiem onderwijs de ontwikkeling van een eigen deontologie en groepsgevoeligheid. Voor kennis betekent dit dat een zeer gespecialiseerde en doorgedreven opleiding nodig is in de nautische technieken, zeemanschap (brandveiligheid), zodat zij autonoom en zelfstandig een vaartuig kunnen voeren in de moeilijkste omstandigheden. Gezien de finaliteit dienen uiteraard de beroepsgerichte attitudes verder te worden aangebracht, zoals
kunnen samenwerken in ploegverband; aanvaarden van strikte gezagsstructuur; respecteren van materiaal; plichtsgetrouw uitvoeren van de opgelegde taken; respect voor het milieu; leren volhouden, vooral ook met het oog op lange zeereizen; oog hebben voor veiligheidsregels; nemen van verantwoordelijkheid; zin voor orde en netheid; kritisch denken; ontwikkelen van een goede werkmethode; respect hebben voor de collega's; koelbloedigheid.
Tenslotte moeten de leerlingen opgeleid worden voor verantwoordelijke functies. Dit betekent het trainen van: leidinggevende vaardigheden; organisatorische vaardigheden; sterke flexibiliteit; voldoende luisterbereidheid. Tezelfdertijd dienen de studenten voorbereid te worden op het verder studeren in het hoger beroepsonderwijs. Zij moeten zich op het einde van de derde graad een goede studiemethode en efficiënte studieplanning eigen gemaakt hebben. Een doorgedreven inspanning is vereist voor het ontwikkelen van de hiervoor vereiste attitudes als: bereidheid tot volgehouden studie-inzet; bereidheid tot studie-inspanning, zowel tijdens de studie als nadien om zich verder te blijven bijscholen.
TSO – 2e graad – Maritieme technieken Motoren /Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken/ zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e jaar: 18 lestijden/week, 2e jaar: 18 lestijden/week)
COMPETENTIES/LEERPLANDOELSTELLINGEN STCW SECTIE A-III/1 In deze sectie worden de verplichte minimumeisen voor de certificering van officieren belast met de technische wacht in een b emande machinekamer of als werktuigkundigen van wacht in een tijdelijk onbemande machinekamer behandeld.
STCW 2010
Competentie
1
Verzekeren van een veilige wacht in de machinekamer
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-III/1
De leerlingen:
Leerinhouden
1.1
zijn op de hoogte van de medische vereisten die door de STCW worden gesteld.
Zie wenken
1.2
hebben de basiskennis om toestellen in de machinekamer te bedienen.
Basiskennis van: 1 scheepsdieselmotor; 2 scheepsketel(s); 3 de aslijn; 4 stuurinrichting; 5 smeerolie, brandstof - en koelingssystemen.
Pedagogisch-didactische wenken De leerlingen moeten voldoen aan de medische vereisten uit A-1/9. De nodige toelichtingen hierover worden gegeven bij inschrijving. Eventueel wordt in het begin van het schooljaar een expert gevraagd om een korte toelichting te geven aangaande de medische vereisten. De leerlingen worden medisch gekeurd in het begin van schooljaar. Voor deze competentie en volgende is het belangrijk om praktijkgericht met authentieke situaties te werken.
5
TSO – 2e graad – Maritieme technieken Motoren /Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken/ zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e jaar: 18 lestijden/week, 2e jaar: 18 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
2
Gebruiken van Engels in schriftelijke en mondelinge vorm
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-III/1
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
2.1
met behulp van maritiem Engels als wachtoverste gebruik maken van technische publicaties en dit om technische taken uit te voeren.
Standard Marine Vocabulary
2.2
de standaardzinnen in de maritieme communicatie toepassen. Pedagogisch-didactische wenken
Deze doelstellingen worden gerealiseerd in samenwerking met het vak Engels uit de basisvorming. Het is aangewezen om in functie van de cursusopbouw Motoren een leerlijn met Engelstalige maritieme woordenschatlijst op te stellen. Het gebruik van het maritiem Engels kan niet beperkt worden tot de lessen Engels in de basisvorming.
6
TSO – 2e graad – Maritieme technieken Motoren /Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken/ zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e jaar: 18 lestijden/week, 2e jaar: 18 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
3
Gebruiken van interne communicatiesystemen
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen: Sectie A-III/1
3.1
Leerinhouden
de gangbare interne communicatiesystemen aan boord gebruiken.
Pictogram op de verschillende locaties herkennen Intercom systemen
Pedagogisch-didactische wenken Met de meest gangbare interne communicatiesystemen bedoelen we niet alleen de meest recente, maar ook de oudere types die nog in gebruik zijn. Met voorbeelden worden het toepassingsgebied, voordelen en beperkingen van elk systeem aangetoond. Simulaties worden aangevuld met realistische toepassingen.
7
TSO – 2e graad – Maritieme technieken Motoren /Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken/ zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e jaar: 18 lestijden/week, 2e jaar: 18 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
4
Bedienen van hoofd- en hulpmachines en de daarmee verbonden regelsystemen
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen: Sectie A-III/1
Leerinhouden
4.1
kunnen de basis principes van de bouw en werking van machinesystemen beschrijven.
4.2
kunnen de veiligheids- en noodprocedures voor de werking van voortstuwingsmachines, met inbegrip van besturingssystemen beschrijven.
4.3
kunnen de basisprincipes van de koelinstallaties omschrijven.
Basisprincipes van bouw en werking van: 1 scheepsdieselmotor; 2 stoomturbine voor schepen; 3 gasturbine voor schepen; 4 scheepsketel(s); 5 schroefaskoker met inbegrip van de schroef; 6 stuurinrichting; 7 circulatie - en kenmerken van smeerolie, brandstof- en koelingssystemen; 8 dekwerktuigen. Warmteleer Het begrip temperatuur. Het begrip warmte. Het begrip stookwaarde. Berekenen van de warmtehoeveelheid. De warmteoverdracht. Elementen van een koelinstallatie. Het doel van de elementen. De werking van de elementen. Het bedrijf van een koelinstallatie.
Pedagogisch-didactische wenken Benadruk hier vooral de basisprincipes, evenals de verbanden tussen de verschillende onderdelen. Tracht verbanden te leggen met de realiteit en toepassingen uit de leefwereld van de leerlingen. Leerlingen laten nagaan welke voorzieningen moeten getroffen worden in geval van bevriezingsgevaar. Aanschouwelijk maken door toepassingen te tonen aan boord van diverse schepen. Stimuleer de leerlingen om naar technische voordrachten te gaan. Gebruik een didactische opstelling om zo de functies van elk onderdeel te kunnen constateren. Gebruik didactisch materiaal, doorsneden en technische documentatie van verschillende fabrikanten.
8
TSO – 2e graad – Maritieme technieken Motoren /Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken/ zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e jaar: 18 lestijden/week, 2e jaar: 18 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
5
Bedienen van elektrische-, elektronische en besturingssystemen
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-III/1
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
5.1
Basiscursus elektriciteit, gelijkspanning
de basisconfiguratie en het principe van het werken met volgende elektrische-, elektronische en controleapparatuur beschrijven en in gebruik nemen van: elektrische gelijkspanningsmotoren, met inbegrip van startmethodieken.
Elektronentheorie Schema’s en symbolen Stroomkring - wet van Ohm Weerstanden schakelen Ampèremeter – Voltmeter Arbeid en vermogen Elektrische stroomvoorziening Geleiders – isolatie Batterijen Magnetisme en elektromagnetisme Elektromagnetische inductie Basisprincipes van generatoren en motoren Elektrische leidingen DC generatoren Onderhoud van generatoren en onderbrekers Gelijkstroommotoren Verlichting Beveiligingen Gevaren van elektriciteit
Pedagogisch-didactische wenken De tweede graad wordt beperkt tot gelijkspanning en veiligheidsspanning; gebruik hiervoor simulaties en didactische opstellingen. Stel leerlijnen op.
9
TSO – 2e graad – Maritieme technieken Motoren /Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken/ zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e jaar: 18 lestijden/week, 2e jaar: 18 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
6
Onderhouden en herstellen van elektrische en elektronische apparatuur
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-III/1
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
6.1
de veiligheidsvoorschriften voor het werken aan elektrische systemen aan boord beschrijven en toepassen, met inbegrip van de maatregelen om het elektrisch materiaal veilig te uit te schakelen vooraleer het personeel toelating krijgt om aan dergelijk materiaal te werken.
Veiligheidsvoorschriften bij elektrische systemen
6.2
elektrische storingen correct rapporteren en opsporen, de storingen lokaliseren en maatregelen nemen om schade te voorkomen.
Procedures voor opzoeken fouten van en het herstellen ervan.
6.3
de juiste procedures om elektrische test- en meetapparatuur te gebruiken, verwoorden en deze test- en meetapparatuur bedienen.
Test- en meetapparatuur
Pedagogisch-didactische wenken Theorie en labo worden geïntegreerd aangeboden. Waar mogelijk wordt op een reële werkplek gewerkt. Kleine herstellingen kunnen in functie van het onderhoud worden uitgevoerd.
10
TSO – 2e graad – Maritieme technieken Motoren /Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken/ zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e jaar: 18 lestijden/week, 2e jaar: 18 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
7
Oordeelkundig gebruiken van handgereedschap, machinewerktuigen en meetinstrumenten voor constructie en onderhoud aan boord.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen: Sectie A-III/1
11
Leerinhouden
7.1
kenmerken en beperkingen van de gebruikte materialen in de bouw en herstelling van schepen en hun uitrusting benoemen.
7.2
kenmerken en beperkingen van de processen die gebruikt worden bij de fabricage en herstelling benoemen.
7.3
eigenschappen en parameters die in acht genomen worden bij de fabricatie en herstelling van systemen en componenten toelichten.
7.4
methoden voor het uitvoeren van veilige nood- of tijdelijke herstellingen. beschrijven en toepassen.
7.5
de veiligheidsmaatregelen die moeten genomen worden voor het garanderen van een veilige werkomgeving en voor het gebruik van handgereedschappen, werktuigmachines en meetinstrumenten, beschrijven en toepassen.
7.6
handgereedschappen, werktuigmachines en meetinstrumenten gebruiken.
7.7
het gebruik van verschillende soorten van afdichtingen en pakkingen beschrijven.
Materialenkennis voor schepen en scheepsinstallaties. Hand-, elektrisch-, pneumatisch- en hydraulisch gereedschap. Veiligheid en noodprocedures.
Soorten afdichtingen en pakkingen
Pedagogisch-didactische wenken Kies het juiste gereedschap in functie van de constructie of het onderhoud en hanteer een veilige werkmethode. Gebruik het gereedschap conform de voorschriften van de constructeur.
TSO – 2e graad – Maritieme technieken Motoren /Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken/ zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e jaar: 18 lestijden/week, 2e jaar: 18 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
8
Onderhouden en herstellen van machines en apparatuur aan boord.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen: Sectie A-III/1
8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6
Leerinhouden
Basismechanica: toegepaste mechanica. Maritiem onderhoud: kunnen de te nemen veiligheidsmaatregelen toepassen om aan machi bevestigingstechnieken, nes te werken (work permit). algemene onderhoudsprocedures, centrifugale pompen, kunnen onderhoud en herstelling, zoals demontage, aanpassing en zuigerpompen, montage van machines en uitrusting uitvoeren. schroef- en tandradpompen, kunnen geschikte en gespecialiseerde gereedschappen en meetinstru buizen, menten gebruiken. kleppen en kranen, kunnen de karakteristieken van materialen voor de bouw van speciaal luchtcompressoren, gereedschap beschrijven. warmtewisselaars, dieselmotoren, kunnen technische tekeningen en technische instructieboeken interprete turbo opladers. ren. Alle motoronderdelen Hulpmachines zoals: kennen de basis van mechanica en kunnen de basisvaardigheden uitvoeren.
Pedagogisch-didactische wenken Gebruik digitale animaties en simulaties om werkingsmethoden toe te lichten. Betrek de lessen natuurwetenschappen uit de basisvorming in deze leerplandoelstelling. Benadruk vooral de relatie tussen de verschillende onderdelen.
stuurgerei, oliebranders, schroefas, koelinstallaties, smeeroliesystemen, …
12
TSO – 2e graad – Maritieme technieken Motoren /Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken/ zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e jaar: 18 lestijden/week, 2e jaar: 18 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
9
Handhaving van de zeewaardigheid van het schip
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen: Sectie A-III/1
9.1
Leerinhouden
de belangrijkste structuuronderdelen van een schip beschrijven en de verschillende onderdelen benoemen.
Verschillende types van vaartuigen Vrijboord, verschillende diepgangen en hun aflezingen Voorpiek- en achterpiekversterkingen Waterdichte schotten & aanvaringsschotten. onderdelen van voortstuwing en stuurinrichting Interne spanningen door lading en weersinvloeden. Technologie van het lassen i.v.m. scheepsconstructie. Dekfittings Waterdichtheid en de waterdichte deuren Corrosie en preventie Droogdokken en inspectie
Pedagogisch-didactische wenken Een bezoek aan schepen en scheepswerven is aan te bevelen. De constructiemogelijkheden en het onderhoud van verschillende schepen met elkaar vergelijken en toelichten in functie van het gebruik. Maak gebruik maken van de actualiteit (voorbeeld scheepsongevallen) om deze inhouden te duiden.
13
TSO – 2e graad – Maritieme technieken Motoren /Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken/ zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e jaar: 18 lestijden/week, 2e jaar: 18 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
10
Toezicht op het naleven van de wettelijke verplichtingen
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen: Sectie A-III/1
10.1
Leerinhouden
elementaire kennis van de relevante IMO-verdragen betreffende de Werking IMO: veiligheid van mensenlevens op zee, veiligheid en bescherming van het Besluitvorming maritieme milieu verwoorden. Verdragen Codes Resoluties Pedagogisch-didactische wenken
Het is niet de bedoeling elke reglementering ten gronde te bestuderen. Wat moet worden benadrukt is de algemene inhoud en het toepassingsveld van elke reglementering zodat de leerling doelgericht een reglement kan raadplegen dus ‘wat moet ik opzoeken en waar kan ik het vinden’. Een beperkt inoefenen op het schip.
14
TSO – 2e graad – Maritieme technieken Motoren /Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken/ zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e jaar: 18 lestijden/week, 2e jaar: 18 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
11
15
Bijdragen tot de veiligheid van personeel en schip
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-III/1
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
11.1
Gevaren voor een schipbreukeling Overlevingstechnieken
technieken inzake persoonlijke overleving beschrijven.
waarde van opleiding en oefening; persoonlijke beschermende kledij en uitrusting; noodzaak om klaar te zijn voor elke noodsituatie; acties te ondernemen bij oproep naar een reddingsvaartuig; acties te ondernemen bij noodzakelijk het schip te verlaten; acties te ondernemen wanneer men in het water ligt; acties te ondernemen wanneer men aan boord is van een reddingsvaartuig; de belangrijkste gevaren voor overlevenden. Zie competentie 20.1 – 20.9, 21.1 – 21.2
11.2
brandpreventie en het vermogen tot bestrijding en blussen van brand beschrijven.
11.3
elementaire eerste hulp beschrijven.
Zie competentie 22.1 – 22.3
11.4
persoonlijke veiligheid en sociale verantwoordelijkheden verwoorden.
Noodsituaties: inschatting risico; gepaste maatregelen; sociaal verantwoorde persoonlijke en groepshouding.
Pedagogisch-didactische wenken Het betreft hier een eerste kennismaking, de praktijk komt in de derde graad aan bod.
TSO – 2e graad – Maritieme technieken Motoren /Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken/ zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e jaar: 18 lestijden/week, 2e jaar: 18 lestijden/week)
16
STCW SECTIE A-III/2 Een uittreksel van de sectie A-III/2, waarin de verplichte minimumvereisten voor de certificering van officier hoofdwerktuigkundigen en officier tweede werktuigkundigen voor schepen met een hoofdvoortstuwingsinstallatie van 3000 kW voortstuwingsvermogen of meer worden behandeld.
STCW 2010
Competentie
12
Plannen en programmeren van de werkzaamheden
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen: Sectie A-III/2
Leerinhouden
12.1
de technologie beschrijven van de materialen die op een schip gebruikt worden.
12.2
het ontwerp en constructie van het schip toelichten, met inbegrip van de schadebeheersing.
Kenmerken van de staalsoorten en materiaal die aan boord gebruikt worden Bouw en planlezen van het vaartuig
Pedagogisch-didactische wenken De planning en programmatie van de werkzaamheden zal bepaald worden door de technologie van de materialen en de gebruikte aandrijftechniek en ook het doel van de vaart. Het betreft hier een eerste kennismaking, de verdieping komt voor in de derde graad.
TSO – 2e graad – Maritieme technieken Motoren /Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken/ zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e jaar: 18 lestijden/week, 2e jaar: 18 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
13
Beheren van veilige en effectieve procedures voor onderhoud en herstelling
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-III/2
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
13.1
Planmatig werken
een planning opmaken, gebruik makend van de theoretische kennis voor scheepswerktuigkundig onderhoud en herstellingen.
Pedagogisch-didactische wenken Het betreft hier de theoretische benadering voor het opmaken van een planning. Het uitvoeren van een reële planning gebeurt in de derde graad.
17
TSO – 2e graad – Maritieme technieken Motoren /Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken/ zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e jaar: 18 lestijden/week, 2e jaar: 18 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
14
Detecteren en identificeren van de oorzaak van storingen van machines en het herstellen van de storingen
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-III/2
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
14.1
storingen aan machines detecteren en identificeren.
Detectie van slechte werking van machines (ongepland onderhoud)
14.2
storingen aan machines beschrijven. Pedagogisch-didactische wenken
Deze doelstelling betreft het vaststellen van de storingen binnen de onderdelen van het systeem (bijv. aan de hand van een checklist). Daarom moet de kennis van de werking van de onderdelen van het systeem gekend zijn. De preventie en herstelling worden behandeld in de derde graad.
18
TSO – 2e graad – Maritieme technieken Motoren /Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken/ zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e jaar: 18 lestijden/week, 2e jaar: 18 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
15
Zorgen voor veilige werkwijzen
LEERINHOUDEN
Sectie A-III/2
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
15.1
Veiligheidsmanagement
veilige werkmethoden beschrijven en toepassen.
Pedagogisch-didactische wenken Aandacht voor veiligheid op een schip is cruciaal. Er moet veel aandacht besteed worden aan het verwerven van de veiligheidsattitude.
19
TSO – 2e graad – Maritieme technieken Motoren /Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken/ zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e jaar: 18 lestijden/week, 2e jaar: 18 lestijden/week)
20
STCW SECTIE A-III/4 In deze sectie worden de verplichte minimumeisen voor de certificering van matrozen die deel uitmaken van de wacht in een bemande machinekamer of die aangewezen zijn om taken uit te voeren in een tijdelijk onbemande machinekamer behandeld
STCW 2010
Competentie
16
Bijdragen tot een veilige scheepswacht
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-III/4
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
16.1
orders begrijpen en met de officier van wacht overleggen over aangelegenheden die relevant zijn voor de wacht.
Terminologie in verband met het wachtlopen
16.2
procedures voor de overdracht, het verzekeren en de aflossing van de wacht omschrijven.
Richtlijnen en procedures in verband met de overdracht, het verzekeren en aflossen van de wacht
16.3
informatie nodig voor het verzekeren van een veilige wacht, verzamelen Relevante informatie in verband met veilige wacht: en rapporteren. Pedagogisch-didactische wenken
Laat de procedures veelvuldig oefenen in reële situaties. Aandacht voor de attitudes zoals zin voor verantwoordelijkheid, teamwerk, stiptheid …
TSO – 2e graad – Maritieme technieken Motoren /Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken/ zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e jaar: 18 lestijden/week, 2e jaar: 18 lestijden/week)
21
STCW SECTIE A-III/5 In deze sectie worden de verplichte minimumeisen voor de certificering van matroos motoren in een bemande machinekamer of die aangewezen zijn om taken uit te voeren in een tijdelijk onbemande machinekamer behandeld.
STCW 2010
Competentie
17
Bijdragen tot een veilige scheepswacht
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen: Sectie A-III/5
17.1
Deze competentie wordt hier enkel vermeld voor de volledigheid van de sectie A-III/5. De doelstellingen worden beschreven in competentie 16, sectie A-III/4.
Leerinhouden
TSO – 2e graad – Maritieme technieken Motoren /Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken/ zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e jaar: 18 lestijden/week, 2e jaar: 18 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
18
Bijdragen tot het onderhoud en herstelling aan boord van het schip
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-III/5
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
18.1
omgaan met verven, smeermiddelen en reinigingsmateriaal.
Eigenschappen en veilig gebruik van:
18.2
routine-onderhoud en herstelprocedures toelichten en uitvoeren.
Verfsystemen Smeermiddelen Onderhoudsmiddelen Controles en onderhoudsprocedures volgens SOLAS.
18.3
technieken voor voorbehandeling van oppervlakken beschrijven en toepassen.
18.4
veiligheidsvoorschriften van de fabrikant en instructies aan boord toelichten.
Voorbehandeling van oppervlakken: Handmatig Machinaal Veiligheidsvoorschriften en instructies in verband met:
18.5
veilige verwijdering van afvalstoffen beschrijven en toepassen.
Smeermiddelen Verven Marpol Annex IV
18.6
het gebruik, onderhoud en gebruik van hand- en elektrisch gereedschap beschrijven en toepassen.
Gebruik van hand- en elektrisch gereedschap voor onderhoud aan dek: Gebruiksaanwijzing Veiligheidsvoorschriften
Pedagogisch-didactische wenken Bij de toepassing van deze doelstellingen moet er aandacht besteed worden aan het duurzaam gebruik van de producten en afval. In deze veiligheidsvoorschriften zijn de persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) mee opgenomen. Het volstaat niet om enkel de theoretische kennis mee te geven, de attitude van respect voor het milieu is een belangrijk onderdeel van de vorming.
22
TSO – 2e graad – Maritieme technieken Motoren /Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken/ zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e jaar: 18 lestijden/week, 2e jaar: 18 lestijden/week)
23
STCW SECTIE A-VI/1 In deze sectie worden de verplichte minimumeisen voor vertrouwd maken met de veiligheid, voor de basistraining en instructie van alle zeevarenden behandeld.
STCW 2010
Competentie
19
Overleven op zee, in geval van het verlaten van het schip
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-VI/1
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
19.1
soorten noodsituaties die zich kunnen voordoen, zoals aanvaring, brand, zinken, beschrijven.
Soorten noodsituaties o.a.:
19.3
apparatuur in een reddingsvaartuig opsommen en beschrijven.
Basiskennis van LSA (life saving appliance code)
19.4
de locatie van persoonlijke reddingsmiddelen beschrijven.
Persoonlijke reddingsmiddelen. Veiligheidsplan. IMO-symbolen.
19.5
principes betreffende overleving beschrijven.
19.2
aanvaring stranding brand lekkage soorten van reddingsmiddelen die gewoonlijk op een schip aangetroffen Basiskennis van LSA (life saving appliance code) worden opsommen en beschrijven.
Waarde van opleiding en oefening; Persoonlijke beschermende kledij en uitrusting; Noodzaak om klaar te zijn voor elke noodsituatie; Acties te ondernemen bij oproep naar een reddingsvaartuig Acties te ondernemen bij noodzakelijk het schip te verlaten Acties te ondernemen wanneer men in het water ligt; Acties te ondernemen wanneer men aan boord is van een reddingsvaartuig; De belangrijkste gevaren voor overlevenden.
TSO – 2e graad – Maritieme technieken Motoren /Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken/ zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e jaar: 18 lestijden/week, 2e jaar: 18 lestijden/week)
Pedagogisch-didactische wenken Het betreft hier een eerste kennismaking met de procedures, de praktijk komt in de derde graad aan bod. Familiarisation aan boord tijdens vaarbeurten. Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) is aangewezen.
24
TSO – 2e graad – Maritieme technieken Motoren /Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken/ zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e jaar: 18 lestijden/week, 2e jaar: 18 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
20
Het risico op brand minimaliseren en het handhaven van de staat van paraatheid om te reageren op noodsituaties veroorzaakt door brand
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-VI/1
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
20.1
de organisatie van brandbestrijding aan boord beschrijven.
Basiskennis SOLAS hoofdstuk II.2
20.2
de locatie van brandblusapparatuur en vluchtwegen beschrijven.
Veiligheidsplan IMO-symbolen
20.3
de elementen van brand en explosie (de branddriehoek) opsommen en toelichten.
Branddriehoek Brandvijfhoek
20.4
soorten en bronnen van ontsteking opsommen en detecteren.
Basiskennis SOLAS hoofdstuk II.2
20.5
brandbaar materiaal beschrijven, brandgevaar beperken en de verspreiding van brand tegengaan.
Basiskennis SOLAS hoofdstuk II.2
20.6
de noodzaak van voortdurende waakzaamheid toelichten.
Basiskennis SOLAS hoofdstuk II.2
20.7
de acties te ondernemen bij brand aan boord van een schip beschrijven.
Gebruik draagbare brandblusmiddelen
20.8
vuur- en rookdetectie en automatische alarmsystemen beschrijven.
Basiskennis SOLAS hoofdstuk II.2
20.9
classificatie van brand en toepasselijke blusmiddelen beschrijven.
Soorten branden: Classificatie Brandbestrijdingsmiddelen
Pedagogisch-didactische wenken Het betreft hier een eerste kennismaking met de procedures, de praktijk komt in de derde graad aan bod. Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) is aangewezen.
25
TSO – 2e graad – Maritieme technieken Motoren /Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken/ zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e jaar: 18 lestijden/week, 2e jaar: 18 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
21
Bestrijden en blussen van brand
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-VI/1
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
21.1
brandbestrijdingsmiddelen en hun plaats aan boord beschrijven.
Veiligheidsplan IMO-symbolen
21.2
brandbestrijdingsmiddelen beschrijven.
Vaste installaties Uitrusting voor brandbestrijding Persoonlijke uitrusting Brandblusapparatuur en uitrusting Brandblusmethoden Brandblusmiddelen Brandblusprocedures Het gebruik van beademingsapparaten voor het bestrijden van branden en het uitvoeren van reddingen.
Pedagogisch-didactische wenken Het betreft hier een eerste kennismaking met de procedures , de praktijk komt in de derde graad aan bod. Tijdens de familiarisation herkennen van de verschillende brandblusmiddelen. Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) is aangewezen.
26
TSO – 2e graad – Maritieme technieken Motoren /Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken/ zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e jaar: 18 lestijden/week, 2e jaar: 18 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
22
Onmiddellijk actie ondernemen bij ongeval of andere medische noodsituatie
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-VI/1
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
22.1
Benadering noodsituatie:
de behoeften van de slachtoffers en de bedreigingen voor de eigen veiligheid herkennen.
22.2
de basisbeginselen van anatomie en lichaamsfuncties beschrijven.
22.3
de onmiddellijke maatregelen die moeten genomen worden in geval van nood verklaren.
Veiligheid slachtoffer en eigen persoon Hulpdiensten Psychologische benadering Vitale en niet vitale functies
Juiste positie slachtoffer; beademingstechnieken; controle bloedingen; de passende maatregelen te nemen voor de eerste hulp voor shock; de passende maatregelen te nemen in geval van brandwonden met inbegrip van verbrandingen door hete vloeistoffen en ongevallen veroorzaakt door elektriciteit; de redding en het vervoer van een gewonde; het improviseren van verbandmiddelen en het gebruik van het materiaal in de noodset.
Pedagogisch-didactische wenken Het betreft hier een eerste kennismaking met de procedures , de praktijk komt voor in de derde graad. Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) is aangewezen. Help! Eerste hulp voor iedereen’ van het Rode kruis is een goede referentiebron.
27
TSO – 2e graad – Maritieme technieken Motoren /Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken/ zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e jaar: 18 lestijden/week, 2e jaar: 18 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
23
Voldoen aan de noodprocedures
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen: Sectie A-VI/1
23.1
Leerinhouden
soorten noodgevallen die zich kunnen voordoen beschrijven en toelichten, zoals aanvaring, brand, zinken.
Soorten noodsituaties o.a.: Aanvaring Stranding Brand Lekkage Basiskennis SMS (safety management system)
23.2
de rampenplannen aan boord voor noodsituaties aflezen en interpreteren.
23.3
noodsignalen en specifieke signalen toegewezen aan de bemanningsleden op de alarmrol, verzamelplaatsen, correct gebruik van de persoonlijke veiligheidsuitrusting beschrijven.
Basiskennis SOLAS hoofdstuk II.2 en III PPE (personal protective equipment)
23.4
de te nemen maatregelen bij het ontdekken van mogelijke noodgevallen, met inbegrip van brand, aanvaring, zinken en binnendringen van water in het schip, raadplegen en beschrijven.
Basiskennis SMS (Safety management system)
23.5
de te nemen bij het horen van algemeen alarmsignalen beschrijven.
Acties bij musterlist (boordrol en brandrol)
23.6
de waarde van opleiding en oefening verwoorden.
23.7
De vluchtroutes, interne communicatie en alarmsystemen raadplegen en gebruiken.
Periodieke oefeningen aan boord volgens SOLAS II.2 en III Veiligheidsplannen IMO-symbolen Interne communicatie in verband met alarmering Alarmsystemen
Pedagogisch-didactische wenken Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) is aangewezen. De praktijk komt in de derde graad aan bod.
28
TSO – 2e graad – Maritieme technieken Motoren /Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken/ zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e jaar: 18 lestijden/week, 2e jaar: 18 lestijden/week)
29
STCW SECTIE A-VI/2-1 In deze sectie worden de verplichte minimumeisen voor de afgifte van certificaten voor beheersing van groepsreddingsmiddelen, hulpverleningsboten en snelle hulpverleningsboten.
STCW 2010
Competentie
24
De leiding nemen van een reddingsvaartuig of reddingsboot tijdens of na het te water laten
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-VI/2-1
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
24.1
de bouw en inrichting van reddingsvaartuigen en hulpverleningsboten en de bestanddelen van hun uitrusting beschrijven.
Reddings-, MOB-boot, reddingsvlot:
24.2
bijzondere kenmerken en faciliteiten van reddingsvaartuigen en hulpverleningsboten beschrijven.
Bijzonderheden inzake MOB-boot Zie LSA (life saving appliance code)
24.3
verschillende soorten apparaten die gebruikt worden voor het te water laten van reddingsvaartuigen en hulpverleningsboten opsommen en de werking ervan beschrijven.
Tewaterlatingssystemen:
Beschrijving Uitrusting Zie LSA (life saving appliance code)
Beschrijving Werking Bijzondere procedures tewaterlating reddingsvaartuig bij ruwe zee
24.4
methoden om reddingsvaartuig te water te laten bij ruwe zee toelichten.
24.5
methoden om reddingsvaartuig op te halen beschrijven.
Tewaterlatingssystemen:
24.6
maatregelen te nemen na het verlaten van het schip verwoorden.
Beschrijving Werking Overlevingsprocedure na verlaten schip.
24.7
methoden om hulpverleningsboten te water te laten en op te halen bij ruwe zee toelichten.
Bijzondere procedures tewaterlating MOB boot bij ruwe zee.
24.8
gevaren die verbonden zijn aan het gebruik van de on-load release apparaten beschrijven.
On-load release:
24.9
de onderhoudsprocedures opsommen en toelichten.
Werking Voorzorgsmaatregelen en procedures gebruik Basiskennis SOLAS Training Manual Instructieboeken reddingsmiddelen
TSO – 2e graad – Maritieme technieken Motoren /Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken/ zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e jaar: 18 lestijden/week, 2e jaar: 18 lestijden/week)
Pedagogisch-didactische wenken Het betreft hier een kennismaking met de procedures; de praktijk komt aan bod in de derde graad. Deze acties kunnen gedemonstreerd worden aan de hand van media en videotraining (Videotel Marine International).
30
TSO – 2e graad – Maritieme technieken Motoren /Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken/ zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e jaar: 18 lestijden/week, 2e jaar: 18 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
25
Bediening van de motor van een reddingsvaartuig
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-VI/2-1
De leerlingen:
Leerinhouden
25.1
Startmethodes:
kennen de methoden om de motor van een reddingsvaartuig te starten. kunnen een reddingsvaartuig en zijn accessoires te bedienen. kunnen het gebruik van de voorziene brandblusser beschrijven.
controle van de olie en de brandstof handstart elektrische start
Pedagogisch-didactische wenken Het betreft hier de volledige kennis en vaardigheden van het bedienen. Een reële situatie wordt gesimuleerd in de derde graad. .
31
TSO – 2e graad – Maritieme technieken Motoren /Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken/ zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e jaar: 18 lestijden/week, 2e jaar: 18 lestijden/week)
STCW SECTIE A-VI/4-1 In deze sectie worden de verplichte minimumeisen die verband houden met de medische eerste hulp en medische zorg behandeld.
STCW 2010
Competentie
26
Eerste hulp aan overlevenden toedienen
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-VI/4-1
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
26.1
de EHBO-kit en reanimatietechnieken gebruiken.
EHBO-Kit Reanimatietechnieken
26.2
gewonden behandelen, met inbegrip van het stelpen van bloedingen en Toepassing EHBO bij o.a.: behandelen van shock. Breuken Brandwonden Shock Onderkoeling Pedagogisch-didactische wenken
Voor deze doelstellingen is het aanbevolen om beroep te doen op iemand met de nodige opleidingen. Help! Eerste hulp voor iedereen’ van het Rode kruis is een goede referentiebron.
32
TSO – 2e graad – Maritieme technieken Motoren /Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken/ zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e jaar: 18 lestijden/week, 2e jaar: 18 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
27
Toedienen van eerste hulp bij ongevallen of ziekte aan boord
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-VI/4-1
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
27.1
EHBO-kit gebruiken.
EHBO-Kit
27.2
anatomie en lichaamsfuncties beschrijven.
Bouw van het lichaam (verschillende stelsels) Komt aan bod in natuurwetenschappen eerste graad.
27.3
toxicologische gevaren aan boord, met inbegrip van het gebruik de Medische eerste hulp gids bij gevaarlijke stoffen (MFAG) of een nationale equivalent beschrijven.
Detectie van en actie te nemen bij vergiftiging. Gebruik van de International Medical Guide for Ships en van de medische bijlage bij de IMDG Code.
27.4
onderzoek van de gewonde of zieke persoon toepassen.
Vitale en niet vitale functies
27.5
letsels aan de ruggengraat herkennen.
Bijzondere breuken
27.6
brandwonden, met inbegrip van verbrandingen door hete vloeistoffen en effecten van hitte en koude herkennen en verzorgen.
Brandwonden
27.7
breuken, ontwrichtingen en spierletsels herkennen en verzorgen.
Letsels van het bewegingsstelsel
27.8
medische zorg voor geredde personen verstrekken.
Reanimatietechnieken Zorg in functie van letsel
27.9
medische consultatie per radio beschrijven.
Radiofrequentie Noodzakelijk door te geven inlichtingen
27.10
farmacologie aan boord toelichten.
Inhoud medicijnkast aan boord
27.11
sterilisatie beschrijven.
Sterilisatie:
27.12
bij hartstilstand, verdrinking en verstikking de eerste hulp toedienen.
Doel werkwijze Reanimatietechniek Heimlich-maneuver
Pedagogisch-didactische wenken
Voor deze doelstellingen is het aanbevolen om beroep te doen op iemand met nodige opleidingen. Help! Eerste hulp voor iedereen’ van het Rode kruis is een goede referentiebron.
33
TSO – 2e graad – Maritieme technieken Motoren /Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken/ zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e jaar: 18 lestijden/week, 2e jaar: 18 lestijden/week)
34
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN SAMENWERKING Cursusmateriaal Door het specifieke karakter van deze opleiding zijn er slechts enkele scholen die het studiegebied Maritieme opleidingen aanbieden. Het is dan ook aan te raden dat de leraren van deze scholen samenwerken om de competenties uit het leerplan te verwerken in degelijk cursusmateriaal. Deze cursussen beschrijven niet alleen de inhoud, maar vermelden ook de evaluatiecriteria, zoals normering en de evaluatiecontext zoals in de STCW vermeld. Het is aangewezen om het cursusmateriaal bij wijzigende wetgeving aan te passen. Het kwaliteitshandboek van de school vermeldt waar de cursussen ter beschikking staan. Organisatie op schoolniveau Het realiseren van de competenties in een geïntegreerde aanpak vereist een andere schoolorganisatie dan in een onderwijs met een vakkenindeling. De vakkengroep/betrokken leraren overleggen samen met de schoolleiding over de aanpak en maken bindende afspraken over een verdeling van de mogelijke activiteiten. Samenwerking met algemene vakken Enkele competenties liggen in het verlengde van doelstellingen uit vakken van de basisvorming. Het is evident dat de leraren van de basisvorming nauw betrokken worden bij de uitwerking van deze competenties. Op deze manier wordt overlap vermeden en wordt de onderwijstijd efficiënt gebruikt.
TSO – 2e graad – Maritieme technieken Motoren /Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken/ zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e jaar: 18 lestijden/week, 2e jaar: 18 lestijden/week)
35
ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN VOET Wat en waarom? 2 Vakoverschrijdende eindtermen (VOET) zijn minimumdoelen die, in tegenstelling tot de vakgebonden eindtermen, niet specifiek behoren tot een vakgebied, maar door meerdere vakken en/of vakoverschrijdende onderwijsprojecten worden nagestreefd. De VOET geven scholen de opdracht om jongeren te vormen tot de actieve burgers van morgen! Zij moeten jongeren in staat stellen om die sleutelcompetenties te verwerven die een zinvolle bijdrage leveren aan het uitbouwen van een persoonlijk leven en aan de opbouw van de samenleving. Het ordeningskader van de VOET bestaat uit een samenhangend geheel dat deels globaal en deels per graad geformuleerd wordt. Globaal:
een gemeenschappelijke stam met 27 sleutelvaardigheden Deze gemeenschappelijke stam is een opsomming van vrij algemeen geformuleerde eindtermen, los van elke context. Ze zijn toepasbaar in alle opvoedings- en onderwijsactiviteiten van de school. Ze kunnen, afhankelijk van de keuze van de school, in samenhang met alle andere vakgebonden of vakoverschrijdende eindtermen worden toegepast;
zeven maatschappelijk relevante toepassingsgebieden of contexten:
lichamelijke gezondheid en veiligheid,
mentale gezondheid,
sociorelationele ontwikkeling,
omgeving en duurzame ontwikkeling,
politiek-juridische samenleving,
socio-economische samenleving,
Per graad:
socioculturele samenleving.
leren leren,
ICT in de eerste graad,
technisch-technologische vorming in de tweede en derde graad ASO. Een zaak van het hele team De VOET vormen een belangrijk onderdeel van de basisvorming van de leerlingen in het secundair onderwijs. Om een brede en harmonische basisvorming te waarborgen moeten de eindtermen van de gemeenschappelijke stam, contexten, leren leren, ICT en technisch-technologische vorming in hun samenhang behandeld worden. Het is de taak van het team om - vanuit een visie en een planning vakgebonden en vakoverschrijdende eindtermen te combineren tot zinvolle gehelen voor de leerlingen. Door de globale formulering krijgen scholen meer autonomie bij het werken aan de vakoverschrijdende eindtermen, waardoor de school meer mogelijkheden krijgt om het eigen pedagogisch project vorm te geven. Het team zal keuzes en afspraken moeten maken over de VOET. De globale formulering over de graden heen betekent niet dat alle eindtermen in alle graden moeten aan bod komen, dit zou een onbedoelde verzwaring van de inspanningsverplichting tot gevolg hebben. Bij het maken van de keuzes wordt verwacht dat elke graad in elke school een redelijke inspanning doet ten opzichte van het geheel van de VOET, rekening houdend met wat in de andere graden aan bod komt.
2
In de eerste graad B-stroom spreekt men over vakoverschrijdende ontwikkelingsdoelen (VOOD). Aangezien zowel VOET als VOOD na te streven zijn, beperken we ons in de tekst tot de term VOET, waarbij we zowel naar het begrip vakoverschrijdende eindtermen als vakoverschrijdende ontwikkelingsdoelen verwijzen.
TSO – 2e graad – Maritieme technieken Motoren /Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken/ zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e jaar: 18 lestijden/week, 2e jaar: 18 lestijden/week)
36
Doordat de VOET niet louter graadgebonden zijn, krijgt de school/scholengemeenschap de mogelijkheid om een leerlijn over de graden heen uit te werken.
ICT ICT-integratie als middel voor kwaliteitsverbetering Onder ICT-integratie verstaan we het gebruik van informatie- en communicatietechnologie ter ondersteuning van het leren. ICT-integratie kan op volgende manieren gebeuren:
Zelfstandig oefenen in een leeromgeving Nadat leerlingen nieuwe leerinhouden verworven hebben, is het van belang dat ze voldoende mogelijkheden krijgen om te oefenen bijvoorbeeld d.m.v. specifieke pakketten. De meerwaarde van deze vorm van ICT-integratie kan bestaan uit: variatie in oefenvormen, differentiatie op het vlak van tempo en niveau, geïndividualiseerde feedback, mogelijkheden tot zelfevaluatie.
Zelfstandig leren in een leeromgeving Een mogelijke toepassing is nieuwe leerinhouden verwerven en verwerken, waarbij de leerkracht optreedt als coach van het leerproces (bijvoorbeeld in het open leercentrum). Een elektronische leeromgeving (ELO) biedt hiertoe een krachtige ondersteuning.
Creatief vormgeven Leerlingen worden uitgedaagd om creatief om te gaan met beelden, woorden en geluid. De leerlingen kunnen gebruik maken van de mogelijkheden die o.a. allerlei tekst-, beeld- en tekenprogramma’s bieden.
Opzoeken, verwerken en bewaren van informatie Voor het opzoeken van informatie kunnen leerlingen gebruik maken van o.a. cd-roms, een ELO en het internet. Verwerken van informatie houdt in dat de leerlingen kritisch uitmaken wat interessant is in het kader van hun opdracht en deze informatie gebruiken om hun opdracht uit te voeren. De leerlingen kunnen de relevante informatie ordenen, weergeven en bewaren in een aangepaste vorm.
Voorstellen van informatie aan anderen Leerlingen kunnen informatie aan anderen meedelen of tonen met behulp van ICT-ondersteuning met tekst, beeld en/of geluid onder de vorm van bijvoorbeeld een presentatie, een website, een folder …
Veilig, verantwoord en doelmatig communiceren Communiceren van informatie betekent dat leerlingen informatie kunnen opvragen of verstrekken aan derden. Dit kan via e-mail, internetfora, ELO, chat, blog …
Adequaat kiezen, reflecteren en bijsturen De leerlingen ontwikkelen competenties om bij elk probleem verantwoorde keuzes te maken uit een scala van programma’s, applicaties of instrumenten, al dan niet elektronisch. Daarom is het belangrijk dat zij ontdekken dat er meerdere valabele middelen zijn om hun opdracht uit te voeren. Door te reflecteren over de gebruikte middelen en door de bekomen resultaten te vergelijken, maken de leerlingen kennis met de verschillende eigenschappen en voor- en nadelen van de aangewende middelen (programma’s, applicaties …). Op basis hiervan kunnen ze hun keuzes bijsturen.
TSO – 2e graad – Maritieme technieken Motoren /Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken/ zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e jaar: 18 lestijden/week, 2e jaar: 18 lestijden/week)
37
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN3 Voor een aantal competenties wordt in de tweede graad enkel een aanzet gegeven om pas in de derde graad tot de praktijk over te gaan. Om een theoretische benadering op een didactisch verantwoorde manier te kunnen doen is er nood aan audiovisueel en ICT materiaal (TV- multimediaprojector, filmmateriaal, digitaal bord, geschikte software …). Dit materiaal kan aanwezig zijn in de klas of in het open leercentrum. Technische documentatie, handleidingen, instructieboeken moeten ter beschikking zijn alsook:
SOLAS,
MARPOL,
STCW–code (meest recente met addenda);
ISM-code.
Benodigdheden voor het praktisch gedeelte:
lastoestellen en luchtzuiveringsinstallatie (gasdampafzuiging).
compressorinstallatie met bijhorend luchtdrukgereedschap
handgereedschap
mechanisch (sleutels, tangen, schroevendraaiers …)
elektrisch
pneumatisch
hydraulisch
gereedschap voor het snijden van schroefdraad
meetgereedschap (schuifmaat, micrometers, meetklokken, fleximeter, …)
machines om te demonteren en te monteren
multimeter
batterijlader
verbruiksmateriaal afhankelijk van de oefeningen
A-meter, V-meter, W-meter
isolatiemeter
set didactische componenten om de basiselektriciteit te demonstreren (weerstanden, magneten, spoelen …)
generatoren en motoren
schakelaars en onderbrekers
enkele tandwielen
3
Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing: -
Codex ARAB AREI Vlarem.
Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden m.b.t.: -
de uitrusting en inrichting van de lokalen; de aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel.
Zij schrijven voor dat: -
duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn; alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen toepassen; de collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemanipuleerd worden;
-
de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de wetgeving het vereist.
TSO – 2e graad – Maritieme technieken Motoren /Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken/ zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e jaar: 18 lestijden/week, 2e jaar: 18 lestijden/week)
38
Het praktisch gedeelte van de brandbestrijding dient te worden gegeven in een daartoe uitgerust brandweer opleidingscentrum, waar men dient te beschikken over de voorgeschreven uitrusting, zoals brandslangen en nozzles, poedersnelblussers en CO2 blussers, persluchtmaskers …
TSO – 2e graad – Maritieme technieken Motoren /Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken/ zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e jaar: 18 lestijden/week, 2e jaar: 18 lestijden/week)
39
EVALUATIE Zoals reeds aangehaald bevat het kwaliteitshandboek van de school uitgewerkte cursussen met evaluatiecriteria. De evaluatiecriteria komen overeen met de criteria zoals beschreven in de STCW-code. Doelstelling van evalueren Evaluatie wordt beschouwd als de waardering van het werk waarmee leraar en leerlingen samen bezig zijn. Het is de bedoeling dat zowel de leraar als de leerling informatie krijgen over het bereiken van de leerplandoelstellingen en over het leerproces. Daarenboven is evaluatie – de evaluatie- en rapporteringspraktijk - een belangrijke pijler binnen de kwaliteitszorg van de school en als dusdanig spoort de evaluatie met de schoolvisie op leren. Omdat evaluatie naar de leerlingen toe eenvormigheid moet vertonen over de vakken en de leerjaren heen, is het logisch dat:
de school hierover haar visie ontwikkelt; de betrokken leerkrachten deze visie concretiseren voor hun vak in de vakgroepwerking.
Procesevaluatie Dit luik van evaluatie heeft tot doel de leerling en zijn ouders tussentijds in te lichten over de vordering van de realisatie van de kennis, de verschillende vaardigheden, de vakgebonden - en de leerattitudes om hun leertraject bij te sturen. In deze evaluatie staat het leerproces dat de leerlingen doorlopen centraal. De evaluatie moet aan de leerkracht de nodige feedback geven over zijn gehanteerde methode. De leerkracht beschikt daarvoor over de volgende middelen: observatie in de klas, reflectiegesprekken, zelf-, peer-, co-evaluatie, oefeningen en opdrachten die in de klas worden uitgevoerd, individueel of in groep, mondelinge en schriftelijke overhoringen, huistaken, … Het opvolgen van de attitudes hoort ook onder dit aspect van de evaluatie. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen vak- en leerattitudes. De vakgebonden attitudes staan expliciet in de leerplannen vermeld. De leerattitudes worden op schoolniveau bepaald en vormen de randvoorwaarden om te leren. Attitudes kunnen nauwelijks in cijfers worden uitgedrukt. Er kan best gewerkt worden met rubrieken (SAM-schalen) die de attitudes omzetten in waarneembaar gedrag. Bij de weging wordt dan niet zozeer het gedrag dan wel de evolutie in rekening gebracht. Productevaluatie Producten, zoals herhalingstoetsen en examens, beogen de evaluatie van het realiseren van de leerplandoelen. De verschillende vaardigheden en de onderliggende kenniselementen komen aan bod. Rapporteren De geregelde rapportering heeft tot doel de leerling en zijn ouders tussentijds in te lichten over de vordering in het realiseren van de doelstellingen. De rapportering moet ook aandacht schenken aan remediëren. De school bepaalt de vorm en de frequentie van rapporteren.
TSO – 2e graad – Maritieme technieken Motoren /Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken/ zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e jaar: 18 lestijden/week, 2e jaar: 18 lestijden/week)
40
BIBLIOGRAFIE Een geactualiseerde bibliografie met aanbevolen werken is terug te vinden in het kwaliteitshandboek van de school.