Jaargang 20
nummer 1
april 2010
Natuur onderzoek
Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
1 2 4 7 8 9 11 12 12
Inhoud: Herstelbeheer Rozenwaterveld Van de redactie De Tapuit in het nauw? Konijnentellingen Groot blaasjeskruid in de AWD Met de metaaldetector onder Haviksnesten De Struikrietzanger Fotorubriek Korte berichten
Nieuw herstelbeheer op het Rozenwaterveld In het najaar van 2009 is Waternet op het Rozenwaterveld begonnen met de uitvoering van herstelbeheer. Dit gebied heeft net als veel andere delen van de duinen te leiden van sterke verruiging, mede als gevolg van langdurige luchtverontreiniging en een lage konijnenstand. Met de werkzaamheden wordt beoogd de verruiging terug te dringen en de voor dit gebied kenmerkende vegetatie en fauna te herstellen.
Ten gevolge van de hoge stikstofbelasting hebben
Deze graslanden hebben een gevarieerde
hoge grassen en struiken (duinroosje) zich op het
structuur: op het Rozenwaterveld wisselen open
Rozenwaterveld sterk kunnen uitbreiden, ten
zand en mosplekken af met lage kruidenrijke
Colofon
koste van lage begroeiingen die een rijke flora en
begroeiingen. Ze worden normaliter begraasd
Redactie: ir. Antje Ehrenburg (hoofdredacteur) dr. Ab Kessler (redacteur) ir. Mark van Til (redacteur) Martin Jonker (redacteur)
fauna herbergen. Met name duinriet zorgt er
door konijnen, die daardoor niet alleen de
ook voor dat zich een dichte strooisellaag vormt
begroeiing kort houden, maar er met hun gegraaf
en de bodem steeds verder verzuurt. Hier en daar
ook voor zorgen dat de bovengrond kalkhoudend
resteren gelukkig nog stukjes kalkrijk duingrasland.
blijft. Het zijn dan ook echte konijnenweitjes.
Reacties op artikelen zijn altijd welkom. Stuur deze a.u.b. naar: Waternet Afdeling Onderzoek & Projecten / Ecologie Vogelenzangseweg 21, 2114 BA Vogelenzang email:
[email protected]
In voorjaar en zomer zie je er veel bloemen, zoals
Verspreid komen hogere struiken en bosjes
duinviooltje, rolklaver en zachte ooievaarsbek
voor met liguster, kruipwilg, eenstijlige meidoorn
en dagvlinders als kleine parelmoervlinder, kleine
en zomereik.
vuurvlinder, bruin blauwtje en icarusblauwtje.
De Nederlandse duinen zijn van oudsher zeer rijk
Konijnenweitjes
land dan ook een belangrijke verantwoordelijkheid
De voor onze duinen kenmerkende lage en open
voor het behoud van de soortenrijke duingras
begroeiingen worden duingraslanden genoemd.
landen. Zij herbergen een hoge biodiversiteit:
Heeft u nieuws of kopij? Graag inleveren vóór 1 juni 2010 Overname en bewerking van artikelen, gegevens en illustraties uit deze uitgave is alléén toegestaan met bronvermelding en uitsluitend na verkregen toestemming van de redactie en indien ondertekend van de auteur(s).
aan duingraslanden. Binnen Europa heeft Neder
Waternet is de gemeenschappelijke organisatie van het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht en de gemeente Amsterdam
2 Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
Van de redactie
ze zijn rijk aan voorjaarsbloemen en er leven veel
plekken waar het voor het plaggen al een hoge
verschillende insecten, zoals dagvlinders, sprink
bedekking had. Veel dagvlinders en sprinkhanen,
Na een lange en sneeuwrijke winter komt nu
hanen en loopkevers. Helaas gaan zij door de
en ook konijnen hebben geprofiteerd van het
het voorjaar er echt weer aan! Velen van ons
verruiging steeds verder achteruit en sommige
plagbeheer en zijn weer verschenen. Uit jaarlijkse
hebben er naar uitgekeken, net als alle
soorten worden inmiddels zelfs bedreigd in hun
tellingen blijkt dat van de rode lijstsoorten vooral
organismen in het duin die de schrale winter
voortbestaan, zoals de duinparelmoervlinder.
de kleine parelmoervlinder heeft geprofiteerd
tijd hebben moeten zien door te komen.
Veel kenmerkende soorten staan daarom in
van het plaggen, maar ook bruin blauwtje en
Konijnen bijvoorbeeld, een cruciale soort in
middels op rode lijst.
duinparelmoervlinder worden in de geplagde
ons duin die zorgt voor de nodige begrazing
stukken waargenomen. De laatste soort zou wel
van duingraslanden. Zij zullen wellicht niet
Beheer pakt goed uit
eens af kunnen komen op de zandviooltjes die
allemaal het voorjaar hebben gehaald. Maar
Het herstelbeheer op het Rozenwaterveld is
zich hier lokaal in grote dichtheid hebben ge
straks in het voorjaar barst het leven weer
bedoeld om de hier aanwezige verruigde begroei
vestigd, maar dat vergt nog nader onderzoek.
echt helemaal los, en zullen de konijnen zich
ing weer om te vormen naar bloem- en soorten
Door Wilbert Kerkhof zijn in de periode 2003
weer van hun beste kant laten zien ;-) En dan
rijke duingraslanden. In 2002 hebben we hiertoe
- 2008 jaarlijks sprinkhanen geteld. Hij consta
zullen wij weer kunnen genieten van uit-
al eens een beheersexperiment laten uitvoeren
teerde dat het aantal sprinkhanen na plaggen
bundig bloeiende planten, fris groen van
door enkele stukjes verruigd duingrasland ondiep
enorm is toegenomen. Vooral knopsprietje,
uitlopende bomen, rondfladderende eerste
te plaggen, waarbij 5 cm van de toplaag is ver
snortikker en bruine sprinkhaan doen het goed.
vlinders en nog veel meer. Komt goed uit,
wijderd. Zodoende werd niet alleen de ruige
De blauwvleugelsprinkhaan is ook sterk toe
want 2010 is uitgeroepen tot het internationale
begroeiing, maar ook de voedselrijke, verzuurde
genomen, maar lijkt al weer over z’n top doordat
jaar van de biodiversiteit, en daarbij hoef
toplaag van de bodem verwijderd. De resultaten
de plagvakken geleidelijk steeds verder begroeid
je echt niet alleen maar te denken aan uit
hiervan zijn zonder meer positief te noemen.
raken. De gemiddelde oppervlakte zand nam
stervende reuzenpanda’s of bedreigde
Verschillende plantensoorten die karakteristiek
sinds 2003 af van ongeveer 60% naar 10%.
walvissen of albatrossen. De natuur om de
zijn voor duingrasland hebben zich weer gevestigd,
Het konijn heeft zich na het plaggen blijvend
hoek hoort daar net zo goed bij!
zoals duinviooltje, duinreigersbek, gewone rol
gevestigd. Dat zie je terug in de aanwezigheid van
Kijk voor meer info over activiteiten dit jaar op
klaver en smal fakkelgras. Lokaal zijn ook zand
konijnenholen (vooral in de randen) en -graafjes
www.2010.biodiversiteit.nl/ Wil je meer achter
viooltje, grote tijm en gewone vleugeltjesbloem
en ook in de grote hoeveelheid konijnenkeutels.
grondinformatie over verschillende soorten?
gevonden. Wat wel opvalt is dat duinriet zich
Toch is het aantal konijnen na 2006 weer gedaald.
Kijk dan op www.nederlandsesoorten.nl/
langzamerhand weer begint uit te breiden op
Wellicht heeft duinriet daarvan kunnen profiteren.
Hier is ook een aardige zogenaamde natuur widget te vinden die je op je computer kunt installeren, zodat je elke dag een nieuwe soort zult zien! In dit nieuwe nummer van Natuurberichten kun je natuurlijk ook weer van alles lezen: over vogels, planten en konijnen, en hun interacties. Wat een biodiversiteit! De winter is dan snel vergeten. Ik wens u veel lees- en voorjaarsgenot!
Rozenwaterveld met duinroosjesvegetatie en enkele piketten (foto: Mark van Til)
Jaargang 20
nummer 1
april 2010
3 Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
Gevarieerd beheer en duurzaam herstel Het overgrote deel van het Rozenwaterveld is sinds 2002 echter verder achteruitgegaan. Niet alleen stukjes mooi duingrasland groeien vanaf de rand dicht met duinriet, maar ook licht verruigd grasland is in zwaar verruigd grasland veranderd. Daarnaast zijn veel stuifkuilen geleidelijk dicht gegroeid en daardoor niet meer actief. Bovendien verschijnt er steeds meer Amerikaanse vogelkers. In dit nieuwe herstelproject zullen verschillende natuurbeheersmaatregelen worden ingezet met als doel de verruiging duurzaam terug te dringen. Plekken die licht verruigd zijn worden eenmalig gemaaid. Daar waar duinroosje de belangrijkste verruiger is en duinriet in lage bedekking voor komt wordt ondiep geplagd (5 cm). Ruigtes van duinriet worden diep geplagd (10 cm) tot op het kalkrijke zand, zodat deze soort duurzamer wordt teruggedrongen. Van enkele dichtgegroeide stuifkuilen wordt de begroeiing verwijderd, zodat daar weer kalkrijk zand over de omliggende begroeiing kan stuiven. Stukjes goed ontwikkeld duingrasland, alsmede zomen van liguster en bosjes van zomereik en meidoorn worden gespaard, evenals plekken met nog bewoonde konijnenholen.
.. Mozaiek De verschillende beheersmaatregelen worden in
Beheer
mozaïek uitgevoerd (zie kaartje). In het veld was
Luchtfoto met beheerskaartje van een deel van het Rozenwaterveld
Maaien
Ondiep plaggen
Diep plaggen
Stuifkuil
dat goed te zien aan de enorme hoeveelheid piketten met verschillende kleuren (iedere kleur staat weer voor een andere beheersmaatregel).
Op basis van eerdere ervaringen weten we dat
verder herstelt. Als dat niet het geval is zou een
De kleinschalige aanpak zal leiden tot een ge
na diep plaggen de vegetatie zich in ongeveer
schaapskudde kunnen bijdragen aan een duur
varieerd herstel. Op gemaaide plekken kan het
10 jaar tijd kan herstellen. De stuifkuilen zullen
zaam herstel van dit mooie stukje duin. We hopen
duingrasland zich de komende jaren snel herstel
hopelijk blijvend stuiven. De stikstofbelasting is
dat u over enkele jaren al kunt genieten van mooie
len. Het experiment in 2002 heeft ons geleerd
in de afgelopen periode weliswaar sterk verlaagd,
konijnenweitjes met een rijk insectenleven! •
dat na ondiep plaggen veel duingraslandsoorten
maar nog steeds aan de hoge kant. Daarom is het
zich in ongeveer vijf jaar tijd kunnen vestigen.
van groot belang dat de konijnenpopulatie zich
• Mark van Til
Jaargang 20
nummer 1
april 2010
4 Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
De Tapuit in het nauw in de Nederlandse duinen
Aantal:
1-3
4 - 10 11 - 25
De Tapuit (Oenanthe oenanthe) is in de afgelopen decennia sterk achteruit gegaan als broedvogel in de Nederlandse kustduinen. Het verdwijnen van deze insectenetende zangvogel uit haar habitat, de droge duinen, indiceert veel grotere onderliggende veranderingen in het duinsysteem. Stichting Bargerveen doet in samenwerking met SOVON onderzoek naar de achteruit gang van deze soort, als model voor verlies aan fauna-diversiteit in de droge duinen. Remco Versluijs heeft als student meegewerkt aan dit onderzoek. (d) 2005
In de Nederlandse kustduinen hebben grote land-
Achteruitgang
Figuur 1: Broedvogelverspreiding en aantallen van de
schappelijke veranderingen in de laatste decennia
Het lijkt er op dat na de Grauwe Klauwier de
Tapuit in Nederland per atlasblok in 2005 (bron: SOVON).
geleid tot grote veranderingen in de vegetatie
Tapuit hard op weg is als broedvogel uit de
samenstelling. De duinen zijn over grote opper
Nederlandse kalkrijke duinen te verdwijnen.
vlakte verruigd geraakt met enkele dominante
In de jaren ’70 broedden er nog enkele duizenden
VHS, verruiging en verbanden
grassoorten als Duinriet en Helm. Door lucht
paren Tapuiten in Nederland, in 2005 is het
Opvallend in de achteruitgang van de Tapuit is
verontreiniging en afname van dynamiek hebben
aantal broedparen teruggelopen tot maximaal
het zuid-noord georiënteerde patroon. Uit BMP-
Duindoornstruwelen zich de laatste decennia
250-300 paartjes in heel Nederland (figuur 1).
gegevens van SOVON blijkt dat het moment van
uitgebreid in het droge duinlandschap. Hierdoor
In de kalkrijke duinen herbergt momenteel alleen
(sterke) afname begon in 1990 in Meijendel,
treden veranderingen in het voedselweb op en
het Noord-Hollands Duinreservaat bij Castricum
gevolgd door Berkheide in 1991, het Noord
neemt de biodiversiteit af. Door onderzoek te
nog een populatie van betekenis waar met succes
hollands Duinreservaat in 1992 en het Zwanen
doen aan soorten die hoog in de voedselketen
wordt gebroed (13 paar in 2008). Het ecologisch
water dat pas vanaf 2000 sterk begon te dalen
staan, zoals Tapuit en Grauwe klauwier, kunnen
onderzoek naar de achteruitgang heeft hier
(figuur 2). De Amsterdamse Waterleidingduinen
knelpunten lager in de voedselketen worden
plaatsgevonden.
passen niet helemaal in dit patroon, want hier
ontdekt. In het onderzoek naar de Grauwe
broedden nog tot zeker 1998 Tapuiten.
klauwier is gebleken dat verschuivingen in de
Het voorkeurshabitat van de Tapuit bestaat uit
We zien dus een afname van de Tapuit langs de
vegetatie hebben geresulteerd in een belangrijke
droge en korte, ijl begroeide duingraslanden. Zij
hele Nederlandse kust, en die lijkt in het zuiden
verschuiving in het voedselaanbod, o.a. van grote
verzamelen hier hun voedsel - insecten - lopend
begonnen te zijn. Opvallend is dat in die jaren
naar kleine insecten. Voor de Grauwe klauwier
over de grond op zicht en gehoor. Ze zijn mor
ook het Konijn achteruitging: de populaties
is dit desastreus gebleken en hij is vrijwel geheel
fologisch volkomen aangepast aan het foerageren
werden getroffen worden door de virusziekte
verdwenen uit de duinen.
in steppeachtige vegetaties en juist deze schrale
VHS (Viraal Haemoragisch Syndroom). Het eerste
en bloemrijke duingraslanden hebben het zwaar
geval van VHS werd geconstateerd in Meijendel
te verduren. In de verruigde duingraslanden
in 1990. De ziekte VHS heeft geleid tot een
zijn nog wel geschikte prooien aanwezig, ze zijn
afname tot 90% in de populaties van Konijnen
echter niet meer bereikbaar voor Tapuiten.
tussen 1990 en 2003. Verder is ook bekend dat in
Toch kan de plotselinge afname van de Tapuiten
die jaren de duinen verder begroeid raakten
populaties rond 1990 niet volledig verklaard
met ruige grassen en struweel. De vraag is welke
worden door het proces van verruiging. Dit proces
verbanden er zijn tussen deze trends.
is namelijk al langer gaande en niet na 1990 plotseling toegenomen. Er moeten dus andere
Tapuiten zijn behoorlijk afhankelijk van Konijnen.
factoren betrokken zijn bij de snelle afname van
In de duinen broeden Tapuiten namelijk in
de Tapuitenpopulaties vanaf 1990 in de kalkrijke
oude, verlaten konijnenholen, bovendien spelen
kustduinen.
Konijnen een belangrijke rol bij het kort en open
Jaargang 20
nummer 1
april 2010
5 Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
Trend Tapuit Vastelandsduinen
200
houden van duingraslanden. In dit onderzoek hebben we trendgegevens van Tapuit en Konijn
Index Tapuit
180
met elkaar vergeleken in de kalkrijke kustduinen.
160
Hier komt een sterke relatie tussen beide soorten
140
uit. In de duingebieden Meijendel, Amsterdamse
120
Waterleidingduinen, Noord-Hollands Duin
100
reservaat en Zwanenwater kan meer dan 50%
80
van de afname van de Tapuit vanaf 1990 worden
60
verklaard door een afname in de konijnen
40
populaties (figuur 3, onderste grafiek).
20
Het wegvallen van konijnenbegrazing heeft in de
Jaar
Meijendel
Berkheide
NHD
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
1990
1989
1988
1987
1986
1985
1984
0
Zwanenwater
huidige droge duinen binnen één à twee jaar geresulteerd in een vegetatiehoogte die onge schikt is gebleken voor Tapuiten. Het plaatsen van
Figuur 2: Trendlijnen van de Tapuit in vier duingebieden van zuid naar noord (BRON: SOVON)
exclosures in tapuithabitat leidde in 2008 binnen Tapuit-Konijn AWD
3 maanden (droog voorjaar) tot een duidelijk
400
effect op de vegetatiehoogte van met name
375 350
grassen. De invloed Konijnen -> vegetatiehoogte
325
-> Tapuit lijkt daarmee een belangrijk verband
300
weer te geven. Gebrek aan nestholen moet waar-
275 Index (%)
250
schijnlijk gezien worden als secundaire oorzaak.
225 200
Een ander verband zou als volgt kunnen zijn:
175
vossen gaan bij een lagere konijnenstand over op
150 125
het prederen van meer vogels (waaronder Tapuit).
100
Echter, bij vergelijking van het dieet van vossen
75 50
in de Amsterdamse Waterleidingduinen in 1984
20
en 1993 bleek het aandeel Konijn in het vossen
Jaren
Konijn
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
1990
1989
1988
1987
1986
1985
1984
0
Tapuit
menu niet echt veranderd te zijn, en het aandeel vogels verminderd.
Tapuit-Konijn NHD
Betekent herstel ook terugkeer Tapuit?
130 120
Het inzetten van begrazing tegen de verruiging
110
heeft in verscheidene duingebieden geleid tot
Index (%)
100 90
kortere vegetaties. Tevens lijkt het Konijn zich
80
recent te herstellen en worden de duinen lang
70
zaam weer opener (kortere vegetaties, zand).
60
Toch laten de Tapuitenpopulaties geen herstel
50 40
zien in die terreinen waar de soort 15-20 jaar
30
geleden algemeen voorkwam. Om voldoende
20
voedsel te verzamelen hebben vogels een mini
10
maal oppervlak geschikt foerageerhabitat nodig.
Jaren
Konijn
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
1990
1989
1988
1987
1986
1985
1984
0
Tapuit
De hypothese is dat de huidige kortgrazige vegetaties te klein van oppervlak zijn en gelegen
Figuur 3: Trends van Konijnen en Tapuiten in AWD en NHD (resp. 1986 en 1985 = 100%). Herstel van de konijnen-
zijn in een versnipperd ongeschikt duinlandschap.
populatie in beide gebieden heeft niet geresulteerd in herstel van populatie Tapuiten.
Om dit te onderzoeken hebben we in het broed
Jaargang 20
nummer 1
april 2010
6 Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
seizoen van 2008 in de succesvolle populatie van het Vogelduin (Noord-Hollands Duinreservaat bij Castricum) gekeken hoeveel hectare een Tapuitenpaartje eigenlijk gebruikt bij het foera geren. Het veldwerk vond plaats vanaf het moment dat de jongen vijf dagen oud waren. In deze periode is met name het vrouwtje totaal gericht op het verzamelen van voedsel en wordt het voedselterritorium optimaal benut om de jongen te voeden. Een intensieve veldstudie, waarbij zeven paartjes zijn onderzocht, heeft geresulteerd in een gemiddeld voedselterritorium van 1,1 ha (±0,09 ha; bereik 0,95-1,21 ha). Per onderzocht territorium bestaat gemiddeld 72% van de oppervlakte uit korte (<5cm) zandige vegetaties, waar het meeste
Goed habitat voor Tapuiten, met massale boei van Duinviooltje (foto: R. Versluijs)
voedsel wordt verzameld voor de jongen. Er is gekeken naar een verband tussen de grootte van het voedselterritorium en het broedsucces,
teren in een lage dispersie vanuit deze goede
terugkeer van Tapuiten naar de ooit verlaten
zonder een relatie aan te treffen. Vervolgens is
populaties, waardoor herkolonisatie van eerder
gebieden. Belangrijk hierin is dat de ogenschijn
nagegaan of in verlaten, maar ogenschijnlijk wel
verlaten gebieden momenteel niet mogelijk is.
lijk geschikte duingraslanden nader onderzocht
geschikte gebieden genoeg oppervlakte met een
worden op de voedselsituatie en dat broed
geschikte vegetatie voorkomt. In Meijendel en de
Beheer
gelegenheden worden aangeboden om deze
Amsterdamse Waterleidingduinen zijn geschikte
De toekomst van de Tapuit en andere aan soor
mogelijk beperkende factor uit te sluiten. Tevens
duingraslanden aangetroffen van enkele hectaren tenrijke duingraslanden gebonden fauna is sterk
is het van belang om het demografisch onderzoek
(2-3 ha) groot waar toch geen Tapuiten broeden.
afhankelijk van de Konijnenstand die de vegetatie voort te zetten om meer te weten te komen over
Waarom de soort niet in deze graslanden voor
kort houden. Tevens is belangrijk voor de toe
de overleving van jonge vogels na het uitvliegen.
komt, ligt dus zeer waarschijnlijk niet aan een
komst van de duingraslanden herstel van die
Maar ook om te beoordelen of de huidige Tapuiten
onvoldoende groot foerageergebied. Waarschijn factoren die aan de basis liggen van het systeem
populaties op dit moment kunnen fungeren als
lijk zijn er dus ook andere factoren van invloed
direct achter de zeereep. De moeilijkheid en
bronpopulaties van waaruit succesvol dispersie
die de terugkeer van Tapuiten naar de verlaten
opgave voor verder onderzoek is de precieze
kan plaatsvinden naar de andere duingebieden.
duingraslanden belemmeren. Mogelijk zijn de
uitvoering van maatregelen om de droge duinen
Op het gebied van beheer moet verder gezocht
ogenschijnlijk geschikte duingraslanden toch niet
over grote oppervlakten te herstellen. Opwekken
worden naar mogelijkheden om de soortenrijke
zo geschikt, bv. onvoldoende voedselaanbod.
van verstuiving is niet eenvoudig en is gebonden
duingraslanden te herstellen en uit te breiden
Ook kan er gebrek aan broedgelegenheid zijn.
aan belangrijke randvoorwaarden. We willen
over grote aaneengesloten oppervlakten.
Opvallend was namelijk het vrijwel ontbreken van
immers niet onze laatste soortenrijke duingras
Gedacht moet worden aan herstel van het duin
oude verlaten Konijnenholen in het open veld
landen zien verdwijnen onder een meters dik
systeem op landschapschaal waarbij lokaal door
terwijl Konijnen wel, getuige de vele keutels,
pakket van zand! De effecten van overstuiving op
maatwerk enige sturing kan plaatsvinden. Dit alles
prominent aanwezig zijn in dit deel van Meijendel
de vegetatie zijn niet goed bekend maar ook de
zonder bestaande natuurwaarden (flora en fauna)
en de AWD. Een groeiende konijnenpopulatie
gevolgen voor de fauna zijn nog onvoldoende
te verliezen! •
betekent wellicht dat elk hol gebruikt wordt, en er
bekend om op dit moment over grote opper
(nog) geen oude verlaten holen beschikbaar zijn.
vlakten maatregelen uit te voeren.
Tenslotte kan gedacht worden aan een probleem
• Remco Versluijs, Herman van Oosten¹ en Chris van Turnhout²
in de overleving van de jongen in de zomer. Er zijn
Nader onderzoek
aanwijzingen dat deze overleving in de noorde
Nader onderzoek is noodzakelijk om dieper te
¹ Stichting Bargerveen / Radboud Universiteit Nijmegen
lijke populaties aan de lage kant is. Dit kan resul
graven naar oorzaken van de achterwege blijvende
² SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen
Jaargang 20
nummer 1
april 2010
7 Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
Konijnentellingen in de duinen Sinds 1984 worden in de duinen op systematische wijze konijnen geteld door de terreinbeheerders. Dat gebeurt door het rijden van vaste routes met de auto, met de koplampen aan. Konijnen die in de koplampen verschijnen worden geteld. Zo gebeurt het 8 keer in het voorjaar, en 8 keer in het najaar. Inmiddels zijn er verspreid langs de kust 21 transecten: 16 op de vastelandsduinen (ook in de Amsterdamse Waterleidingduinen), en 5 op de Waddeneilanden. In dit artikel publiceren we de indexen van konijnen in de gehele kuststreek.
Konijn in de AWD, Mussenveld 2007 (foto: Antje Ehrenburg)
Afname en herstel Indexen geven trends aan over meerdere jaren,
langs de Nederlandse kust door de jaren heen.
van lang vóór de start van dit meetnet. Het effect
en worden berekend vanaf een zeker beginjaar.
De berekende indexen over de gehele kuststreek
daarvan op de populatie is in deze grafiek dus
De getelde aantallen konijnen in dat jaar worden
laten zien, dat de konijnenstand in de jaren 90 van
niet te zien. Na enige jaren van lage dichtheden
op 100% gesteld (bij de konijnentellingen is dat
de vorige eeuw flink inzakte. Rond 1990 bereikte
begon de populatie vanaf 2002 echter weer
1984), waarbij de index in de jaren daarna de
de virusziekte VHS Nederland. Deze ziekte
toe te nemen. De afgelopen drie jaar lijkt de stand
relatieve voor- of achteruitgang van de aantallen
zorgde voor een grote afname van de konijnen
zich te stabiliseren, maar wel onder het niveau
getelde konijnen aangeeft. Juist omdat er in vele
populatie in de kuststreek (figuur 1).
van voor de VHS uitbraak. De berekende trend is
gebieden geteld wordt, geeft deze index een
Myxomatose, de andere bekende konijnenziekte
dan ook over de afgelopen 10 jaar berekend
goed beeld van de (gemiddelde) konijnenstand
die de populatie zwaar aantastte, dateert al
als “sterke toename”, maar over de volle 25 jaar dat de konijnen geteld worden is de trend
140
“licht afnemend”.
Index (1984=100%)
120 100
Lokale verschillen
80
De indexen kunnen ook voor elk gebied apart
60
berekend worden. Dan blijkt dat er wel groot
40
verschil is in het herstel: in sommige gebieden is
20 0 1984
het herstel spectaculair, tot het dubbele van het 1986
1988
1990
1992
1994
1996
1998
2000
2002
2004
2006
2008
aantal in 1984 (zoals in de AWD), maar in andere gebieden is het nog steeds slechts de helft van
Figuur 1: Geïndexeerde aantalveranderingen van de konijnen in de duinen van Nederland
de aantallen aan het begin van de telreeks, bv. 300
in Egmond-Zuid (figuur 2). Nieuw onderzoek betreft de invloed van weers
Index (1984=100%)
250
condities en vegetatiestructuur op de trefkans
200
en resultaten van de tellingen, een doorvertaling
150
naar populatiegrootte en verder onderzoek naar
100
de verschillen tussen gebieden. Daarbij wordt gekeken naar invloed van begrazing en vegetatie
50
structuur op de aantallen getelde dieren, en de
0 1984 Jaar
1988
1992
1996
2000
2004 AWD
2008
relatie met broedvogels. •
Egmond-Zuid
Figuur 2: Geïndexeerde aantalveranderingen van konijnen in twee gebieden (som voor- en najaarstelling). In de AWD is de laatste jaren herstel opgetreden, in Egmond-Zuid zijn de aantallen nog laag.
• Jasja Dekker (Zoogdiervereniging) en Tom van der Meij (CBS)
Dit is een door de redactie enigszins bewerkte versie van een artikel dat eerder is verschenen in: de Telganger, oktober 2009
Jaargang 20
nummer 1
april 2010
8 Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
Groot blaasjeskruid in de Amsterdamse Waterleidingduinen Een inventarisatie van de kwelplasjes in de Amsterdamse Waterleiding duinen leverde in 2009 een leuke nieuwe vondst op. Tot mijn verrassing zag ik op 6 juni in het heldere water van een van de plasjes de bladeren van Groot blaasjeskruid (Utricularia vulgaris).
Bij nauwkeuriger onderzoek bleken er ook enkele tientallen bloeiwijzen aanwezig. Deze kwamen tot ongeveer een decimeter boven het water uit en droegen enkele opvallende gele bloemen. Een maand later (3 juli) waren er nog tientallen (nieuwe) bloeiende planten te zien. Half augustus bloeide er geen enkele plant meer. Door onder
Detail van Groot blaasjeskruid, AWD, 6 juni 2009 (foto: Wim Kuijper)
zoek op diverse plaatsen in het tot enkele deci meters diepe water bleek dat de populatie
Voor zover mij bekend is blaasjeskruid nog nooit
“zeldzaam”. Alleen Groot blaasjeskruid is minder
bestond uit vele honderden planten, verspreid
in de AWD aangetroffen. In Nederland komen
zeldzaam. De planten groeien in voedselarm tot
over het hele plasje.
er enkele soorten voor, maar ze zijn meestal
vrij voedselrijk schoon water. Het bijzondere van blaasjeskruid is dat zij, net als bijvoorbeeld
Bloeiend Groot blaasjeskruid in de AWD, 6 juni 2009 (foto: Wim Kuijper)
zonnedauw, diertjes vangen. Waterbeestjes, zoals watervlooien, die vlak bij een blaasje komen worden ineens opgezogen (via onderdruk) en kunnen het blaasje niet meer verlaten. De prooi wordt verteerd en gebruikt als voedsel. Hoe de soort hier terecht gekomen is zal wel onbekend blijven. Het is natuurlijk mogelijk dat er planten uitgezet zijn. Maar verspreiding door watervogels is ook heel goed mogelijk en is in dit geval het meest voor de hand liggend. De grote aantallen planten wijzen erop dat het Groot blaasjeskruid waarschijnlijk al jaren hier aanwezig is. Buiten de bloeitijd bevindt de plant zich geheel onder water en valt dus niet op. Tot nu toe is de soort slechts in één plasje aangetroffen. • • Wim Kuijper
Jaargang 20
nummer 1
april 2010
9 Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
Met de metaaldetector onder Haviknesten Op en rond Haviknesten worden veel prooien geplukt en deze overblijfselen geven inzicht in het menu van de Havik. Met behulp van een metaaldetector kunnen vaak ook ringen worden opgespoord. In dit artikel worden de resultaten van drie speurtochten vermeld.
Op drie data, namelijk 31 maart 2004, 30 december
Je zou uit deze ringresultaten kunnen afleiden dat
2008 en 20 augustus 2009, werden nesten van
Haviken bijna 10x zoveel postduiven als wilde
de Havik in de Amsterdamse Waterleidingduinen
vogels consumeren. Bedenk echter dat postdui
bezocht. In 2004 werden alle Haviknesten waar
ven altijd geringd zijn, en de meeste wilde vogels
voorheen Haviken broedden onderzocht (16
juist ongeringd rondvliegen. Met andere woor
nesten). In 2008 werden al deze opnieuw geteld,
den: we kennen een deel van het menu niet, het
behalve de nesten waar sinds 2004 niet meer
aandeel geconsumeerde ongeringde vogels is
gebroed was (gevonden ringen in 2004 en 2008
onbekend. Wel zijn in het verleden al prooien van
dus van meerdere jaren afkomstig). In 2009
de Havik onderzocht (figuur 1 en 2).
werden alleen de actief bebroede nesten van dat jaar onderzocht (9 nesten). In 2004 werd gezocht met J. Doorn uit Callantsoog en de afgelopen 2 jaar met Dook Vlugt uit Bergen. Dook heeft veel
Herkomst ring
2004
2008
2009
ervaring met dit werk en zocht ook de herkomst van de duivenringen uit.
N. Holland
20
25
10
Z. Holland
6
14
11
Zeeland
1
1
0
Resultaten
Utrecht
2
0
0
In totaal werden 153 ringen opgespoord. Ruim
Limburg
1
0
0
90% hiervan (140 stuks) betrof postduifringen
N. Brabant
2
3
2
(tabel 1), de overige 13 ringen waren afkomstig
Friesland
2
1
2
van wilde vogels die in Nederland geringd waren
Flevoland
1
0
0
met ringen van het Vogeltrekstation Arnhem
Gelderland
3
1
1
(tabel 2).
Overijssel
0
3
0
De postduiven zijn afkomstig uit alle delen van
Onbekend NL
0
3
2
het land en zelfs uit het buitenland. In het voorjaar
België
4
5
2
en de zomer worden wedstrijdvluchten georgani
Frankrijk
4
3
seerd waarbij veel postduiven in Noord-Frankrijk
Engeland
2
0
en België worden losgelaten om zo snel mogelijk
Denemarken
weer terug te vliegen naar hun woonplaats. In het
Totaal
duin zie je dan ook vaak verdwaalde of vermoeide
Aantal onder-
postduiven die niet verder met de groep hebben
zochte nesten
kunnen meevliegen. Juist deze vogels zijn een
Gemiddeld aantal
gewilde prooi van de Havik.
ringen/nest
Arnhem ring
2004
2008
2009
Holenduif
1
1
0
Bosuil
2
1
2
Ekster
1
0
0
Zwarte Kraai
0
2
0
0
Kauw
0
1
0
2
Spreeuw
0
1
0
1
0
0
Havik
0
0
1
49
59
32
Totaal
4
6
3
16
14
9
16
14
9
3,1
4,2
3,6
0,25
0,43
0,33
Aantal onderzochte nesten Gemiddeld aantal ringen/nest
Opvallend zijn ook de buitenlandse ringen (België 11, Frankrijk 7, Engeland 4 en Denemarken 1).
Tabel 1: Aantal gevonden postduivenringen
Tabel 2: Aantal gevonden ringen van wilde vogels
Jaargang 20
nummer 1
april 2010
10 Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
Voedsel van de havik 1993-2009 Duiven maken zo’n 20-40% van het voedsel van
100%
de Havik uit. In de winter domineert de Houtduif,
90% 80%
diversen
70%
waadvogels
60% 50%
20-30%. Verder zijn kraaiachtigen (Zwarte kraai, Ekster, Kauw en Gaai) soorten die 20% van
gaai ekster duif konijn
09
het voedsel vormen (gebaseerd op zo’n 150-250 gedetermineerde havikprooien per jaar). Bij de wilde vogels was een ring van een Spreeuw die geringd werd op de vinkenbaan in Castricum. De overige ringen waren allemaal van vogels
20
07 20
05 20
03 20
01 20
9 19 9
7 19 9
5 11 9
19 9
3
0%
belangrijke rol spelen: in mei, juni en juli zeker
roofvogels
30%
10%
wedvluchten. In het voorjaar gaan konijntjes een
watervogels
40%
20%
vanaf eind april juist de postduif vanwege de
die ik zelf in de AW duinen als nestjong had
Figuur 1: Voedsel van de Havik, in percentages per jaar
geringd. Geen van deze ringen werd verder dan Prooisamenstelling van de havik
1,5 km van de ringplaats onder een haviknest aangetroffen. Helaas kan ik met dit soort onder
100%
zoek niet vaststellen wanneer de vogels door de Havik werden gepakt. Het is dan ook de
80%
bedoeling een jaarlijkse ronde met de metaal diversen
60% uilen/roofvogels watervogels
40%
20%
detector te maken zodat we meer te weten kunnen komen over de leeftijd waarop de vogels werden gepakt. Vermoedelijk werden veel van de vogels net voor, of vlak na het uitvliegen gepakt. Ze zijn
grote gondbroeders
dan erg luidruchtig, kunnen nog niet goed vliegen
konijn/haas
en hebben ook geen ervaring in het ontwijken
corviden
van roofvogels.
duiven
0% jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
Figuur 2: Prooisamenstelling van de Havik, uitgezet naar maand (uit: Jaarverslag Vogelringstation AWD 2003)
Uit dit onderzoekje blijkt dus dat de Havik in de Amsterdamse Waterleidingduinen redelijk wat postduiven eet, over de rest van zijn menu zegt dit onderzoek helaas weinig. Via het onderzoeken van prooiresten in het nest is daar meer over te melden. • • Fred Koning
Kraaiachtigen, waaronder Eksters, vormen zo’n 20% van het menu van de Havik (foto: J.C. Schou)
Jaargang 20
nummer 1
april 2010
11 Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
De Struikrietzanger, eerste vangst in de AWD De Struikrietzanger is geen vogel waarvan je in extase raakt. Eigenlijk is het een saai beest waar niet veel aan te zien is. Hij kan met gemak worden ver sleten voor een Kleine Karekiet of Bosrietzanger. Waarom dan toch een grote opwinding bij de ringers van het vogelringstation AW-duinen? Dat is simpel genoeg: omdat hij zo zeldzaam is, hoewel er de laatste jaren steeds vaker meldingen en vangsten zijn van deze soort (tabel 1). Voor onze ringgroep was het in ieder geval de eerste keer dat we deze soort konden vangen en ringen.
Telpost/ringplaats
Aantal
Datum
1. VRS Schiermonnikoog
2 29-07-2004
2. VRS Castricum
1 30-09-2003
3. VRS Schiermonnikoog
1 03-08-2004
4. VRS Castricum
1 12-09-2007
5. VRS Castricum
1 20-10-2007
6. VRS AW-duinen
1 23-10-2009
Tabel 1: Alle Nederlandse vangsten van Struikrietzanger vanaf 2003 (bron: www.trektellen.nl )
Leuke vangst Op 23 oktober 2009 kwamen de mannen van een
pen. Verder viel de ronding van de vleugel op:
uitbreiden is. Er is zelfs al een keer een broed
controleronde terug. De geijkte vraag is dan
bij Struikrietzanger zijn de 3e en 4e handpen
geval geweest in Nederland.
altijd, zat er nog wat leuks bij? Nou, dat was niet
nagenoeg even lang en de 5e iets korter.
De meeste waarnemingen zijn vangsten, want op
het geval, alleen vroeg Bernard wel om even
We waren er uit, dit was een nieuwe soort voor
het oog is dit wel een erg moeilijke vogel. In de
goed te kijken naar de Kleine Karekiet die hij uit
ons ringstation! Leuk was, dat deze vogel 4 dagen
broedtijd is het wat makkelijker, want de zang is
het net gehaald had. 23 oktober is rijkelijk laat
later, op 27 oktober op dezelfde plek werd terug
nog mooier dan van een Bosrietzanger, met veel
voor een Kleine Karekiet, maar niet onmogelijk.
gevangen. Er kon toen nog even wat gecontro
imitaties en ook melodieuze toonladders. Hij zingt
Toen de vogel aan de beurt was, kreeg hij ring
leerd worden en het bleek dat hij goed gegeten
echter vooral ‘s nachts.
AP40831 om zijn poot. De eerste indruk was, hij
had, want hij was 0,2 gram zwaarder geworden.
Zo heeft het ringen, buiten de wetenschappelijke
lijkt sprekend op een Kleine Karekiet. Toen echter
waarden ook nog altijd iets spannends: je hebt
de vleugel gemeten werd, steeg de spanning,
Het land van herkomst
zo maar een nieuwe soort in handen. Dan zijn alle
want deze was slechts 62 mm, maar ook dat
De Struikrietzanger komt in de zomer als broed
ontberingen en dagen met maar een handje vol
hadden we al eerder meegemaakt bij een Kleine
vogel vooral voor in Finland en Rusland. In
vogels snel vergeten. •
Karekiet. Toch maar even de boeken erbij gepakt,
gebieden waar de Bosrietzanger en Struikriet
want wanneer is het nu een Struikrietzanger?
zanger samen voorkomen, bewonen zij de zelfde
• Hans Vader
biotopen en gedragen zich als dubbelganger
Biometrische maten
soorten. Zij lijken veel op elkaar, zowel in veren
Toen bleek dat de vleugel te rond was voor een
kleed als in zang. Het biotoop is open struikgewas,
Kleine Karekiet hebben we de volgende bio
riet en andere moerasplanten. Maar ook in
metrische maten genoteerd: vleugel, geslacht,
struikgordels in cultuurgebieden en zelfs in boom
leeftijd, rui, vetgraad, gewicht, lengte van tarsus,
gaarden, bosranden en open plaatsen in het bos.
staart, snavel, het verschil tussen langste en
Het overwinteringsgebied ligt in Zuid- en Zuid
kortste staartpen (dat is de ronding van de staart),
oost Azië, zoals India, Sri Lanka en Birma.
achternagel, verschil tussen 2e en langste hand pen. Veel maten kwamen overeen met, of zaten in
Wat doet deze vogel in Nederland?
de overlap met Kleine Karekiet.
Het is nog steeds een zeldzame dwaalgast, die
Wat de doorslag gaf was de versmalling op de
vooral met langdurige oostenwind uit de koers
buitenvlag van de handpennen. Bij deze vogel
geblazen wordt en dan in ons kikkerlandje terecht
was duidelijk te zien dat op de 3 en 4 handpen
komt (van 19 t/m 23 oktober 2009 was de over
een versmalling aanwezig was en heel vaag ook
heersende windrichting in ons land inderdaad
op de 5 . Dat sloot de Kleine Karekiet uit, want
zuid tot zuidoost). Maar het schijnt ook dat deze
De Struikrietzanger gevangen in de AWD
die heeft alleen een versmalling op de 3e hand
vogel zijn broedgebied naar het westen aan het
(foto: Hans Vader)
e
e
e
Jaargang 20
nummer 1
april 2010
12 Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
Fotorubriek
Duizendmeterkanaal ca. 1975 - 2010 Het Duizendmeterkanaal is gegraven tegelijk met het eerste Westerkanaal, in 1888. Het Wester kanaal lag toen nog ‘los’ in het landschap, het was niet verbonden met andere kanalen (net zoals ook nu nog het Oosterkanaal ‘los’ ligt). Om het duinwater te winnen werd het actief uit het kanaal gepompt en door het Duizendmeterkanaal richting het oosten getransporteerd. Dit gebeur de met een stoommachine die bij het Huis van het Wester stond, waar de machinist en zijn gezin in woonde. Sinds de aanleg van het Noordooster kanaal in 1932 bestaat er een rechtstreekse verbinding tussen Westerkanaal en Oranjekom, en is actief pompen niet meer nodig. De stroom richting in het Duizendmeterkanaal is sindsdien Duizendmeterkanaal, jaren 70 (foto: O.B. Thomas)
omgedraaid en loopt nu oost ->west, zoals op bovenstaande foto’s ook te zien is. De foto’s zijn genomen pal ten noorden van het Huis van het Wester in oostelijke richting. Er is sinds midden jaren 70 ogenschijnlijk niet zo heel veel veranderd. Opvallend is in de jaren 70 wel de begroeiing met Watermunt op de voorgrond, en het ontbreken van Riet langs het kanaal. 35 jaar later zien we dat het schouwpad aan de noordkant van het kanaal er niet meer is, en er aan beide zijden een riet kraag ontwikkeld is. Het stuwtje in de verte is nu niet meer te zien. • • Antje Ehrenburg
Duizendmeterkanaal, februari 2010 (foto: Joop Hilster)
Korte berichten Oude Bezoekerscentrum afgebroken
Broedvogelkartering infiltratiegebieden
Het oude Bezoekerscentrum “De Oranjekom” vlakbij ingang Oase heeft
In het voorjaar van 2009 heeft een vlakdekkende broedvogelkartering
dienst gedaan als informatiecentrum voor wandelaars van 1978 t/m 2008.
plaatsgevonden in de infiltratiegebieden van de Amsterdamse Waterleiding
In het voorjaar van 2008 verhuisde het bezoekerscentrum naar het monu
duinen (640 ha). Het rapport is onlangs opgeleverd. De infiltratiegebieden
mentale gerenoveerde Pompstation, pal aan de Oranjekom, waar het in
zijn zeer soortenrijk, er broedden in totaal maar liefst 69 soorten, waaronder
juni 2008 feestelijk geopend werd. In de eerste twee maanden van 2010 is
de Tafeleend, met in totaal 3630 territoria, dat is een gemiddelde dichtheid
het oude bezoekerscentrum afgebroken. Hier kan weer bos gaan groeien. •
van bijna 600 territoria per 100 hectare. •
Jaargang 20
nummer 1
april 2010