Nationaal Initiatief Herstructureren Schulden
Handboek 1.0 (in ontwikkeling)
Nationaal Initiatief Herstructureren Schulden Meer inwoners sneller en duurzamer uit de schulden – een handboek voor gemeenten. November 2015 Versie 1.0
Maatschappelijke partners die meedenken,-schrijven en participeren 1. Gemeenten Bodegraven-Reeuwijk, Almelo, Amersfoort, Zaanstad, Rotterdam, Leeuwarden, Zwolle, Deventer, Arnhem, Leiden, Enschede, Haarlem en Divosa. 2. Schuldhulpvrijwilligersorganisatie, Goede Gieren Fonds, Voedsel Focus Amersfoort, Budgetteer, Matchpoint, Cordaid, NVVK, Tympaan, Publieke Versnellers en ervaringsdeskundigen. 3. Woningbouwcorporaties Volksbelang Wijk bij Duurstede, Volkshuisvesting, Beter Wonen, Tiwos en Aedes. 4. Zorgverzekeraars Achmea, Zilveren Kruis, CZ, VGZ en Zorgverzekeraars Nederland. 5. Energiebedrijven Nuon, Essent, Eneco, Electrabel en Energie Nederland. Coördinatie Rense Bos, Publieke Versnellers
[email protected], 06 4454 8828, www.publiekeversnellers.nl Colofon Tekst Rense Bos, Publieke Versnellers Illustraties Roel van Eekelen Grafisch ontwerp Studio Uppercase
2
Inhoudsopgave
Inleiding Essentie van het initiatief Waarom instappen? Dit is rendabel Verantwoording Handboek Stap 1: Een business case maken Stap 2: Doelgroep bepalen Stap 3: Raadsvoorstel schrijven Stap 4: Instellen lokaal fonds Stap 5: Afspraken maken lokale initiatieven en schuldeisers Stap 6: Vroegtijdig contact doelgroep Stap 7: Ondertekening overeenkomst tussen iemand met schulden en gemeente Stap 8: Schulden snel herstructureren Stap 9: Duurzaam uit schulden blijven
Bijlagen Nationaal Initiatief Herstructureren Schulden 1. Urgentie en Cijfers 2. Reeds gestelde vragen en antwoorden 3. Juridisch advies 4. Winst- en verliesrekening + rekenvoorbeeld Zorgverzekeraar/Energiebedrijf/Woningbouwcorporatie 5. Onderzoek uitgevoerd binnen Cordaid 6. Voorbeeld Raadsvoorstel 7. Enkele voorbeelden van lokale initiatieven 8. Serious game DEAL! 9. Serious game Samenwerkingspuzzel 10. Voorbeeld overeenkomst fonds – debiteur 11. Design Labs
4 5 7 8 9 10 11 13 14 15 16 17 19 20 21
22 23 25 27 30 32 34 39 41 43 45 46
3
Inleiding Meer dan 25 organisaties hebben het afgelopen jaar de handen ineen geslagen voor het Nationaal Initiatief Herstructureren Schulden. Voor elke partij gold zowel een eigenbelang als het gemeenschappelijke doel om 1) meer mensen 2) sneller en 3) duurzamer uit problematische schulden te halen.
miljardenindustrie van incasso- en deurwaarderskantoren, wiens marges maken dat mensen nog sneller kopje onder gaan. De ‘eigen schuld, dikke bult’ norm versterkt bovendien de struisvogelneiging van debiteuren: zij schieten vaak door gene in de ontkenning.
Duizenden mensen per gemeente - landelijk [1] 600.000 - komen niet meer zelfstandig uit hun problematische schuldsituatie. Gemeenten en organisaties die schuldhulp verlenen, slagen er ondanks al hun inspanningen niet in om hen allen te helpen [2]. Er is een vernieuwende en aanvullende werkwijze nodig.
De consequenties van het bestaande systeem rijzen inmiddels de pan uit. Het aantal schrijnende gevallen - gezinnen die het zelf niet meer redden - neemt per dag toe. Door de korte termijn belangen van schuldeisers, incasso- en deurwaarderskantoren worden op lange termijn de kosten bij de maatschappij neergelegd. Die lopen op tot € 100.000 per problematische schuldsituatie; in totaal gaat het al om 11 miljard per jaar [3].
Als een gezin of huishouden te lang met problematische schulden kampt, ontstaat een neerwaartse spiraal van incasso- en deurwaarderskosten, nieuwe schulden, meer incasso, bewindvoeringskosten et cetera. De persoonlijke drama’s die door deze neerwaartse spiraal ontstaan, zijn aangrijpend. De deurbel wordt uitgezet uit angst voor deurwaarders, post wordt niet meer opengemaakt, de stress in een gezin neemt toe, de gezondheid en zelfs het IQ verslechteren door die stress. Schulden zorgen ervoor dat het langer duurt voor mensen werk vinden en werkende mensen met schulden melden zich vaker ziek. Die neerwaartse spiraal wordt versterkt door de heersende maatschappelijke normen. Schuld betekent bijna letterlijk ‘eigen schuld’. We kijken met een individualistisch perspectief en redeneren daarbij in afrekenen. Eigen schuld, los het zelf maar op. Door straf als norm te hanteren, voeden we een
Betere uitkomsten verwachten met dezelfde aanpak is minimaal naïef [4]. Het is de hoogste tijd om het huidige systeem van schulden te herstructureren. We moeten zowel de geldende normen als het daarop ingerichte systeem durven aanpakken. Alleen zo kunnen we zorgen dat minder mensen met schulden zijn uitgesloten van hulp [5] en dat mensen sneller worden geholpen [6]. Het afgelopen jaar hebben daarom verschillende nationale en lokale organisaties samengewerkt aan een nieuwe werkwijze. Gemeenten, schuldeisers en lokale initiatieven gaan deze vanaf 2016 in de praktijk testen. Deze publicatie schetst de essentie van de nieuwe werkwijze en beschrijft deze stap voor stap in een ‘handboek’. Nieuwe stakeholders worden van harte uitgenodigd om zich bij het initiatief aan te sluiten.
[1]
www.nvvk.eu. Voor meer cijfers en achtergrondinformatie zie bijlage 1.
700.000 mensen hebben (kans op) problematische schulden. Er melden zich +/- 100.000 mensen aan bij de schuldhulpverlening in Nederland. Dit betekent dat 600.000 mensen wel (kans hebben) problematische schulden maar niet bereikt worden door de schuldhulpverlenende instanties. Voor meer informatie zie bijlage 1.
[2]
15 Madern, T (2014) Overkoepelende blik op de omvang en preventie van schulden in Nederland, Nibud p.31
[3]
Vrij vertaald naar Einstein’s: Insanity: doing the same thing over and over again and expecting different results.
[4]
De meest voorkomende uitsluitingsgronden zijn: verkeersboetes, fraude, deurwaarders, recidivisten, immateriële schadevergoeding, wietplantages, illegalen en medische kosten waarvoor je verzekerd had kunnen zijn.
[5]
[6]
Het kan 6-8 maanden duren tussen het moment dat iemand bij de gemeente binnen durft te lopen en het moment dat er actie (denk aan sanering en/ of WSNP) wordt ondernomen door de gemeente. In deze periode lopen de incasso- en deurwaarderskosten op.
4
Essentie van het initiatief Er is een integrale aanpak ontwikkeld om een debiteur niet alleen eenmalig uit de schulden te halen maar daar ook duurzaam uit te houden. De aanpak richt zich erop om mensen met schulden, ongeacht de herkomst van de schuld, binnen vier weken te helpen. Dit creëert de rust, de ruimte en het IQ (bron: Shafir & Mullainathan) die nodig zijn om de neerwaartse spiraal te doorbreken en dit voorkomt dat schulden razendsnel oplopen door incasso- en deurwaarderskosten. Door de aandacht te richten op de context van de schuldenaar, in een samenwerking tussen gemeente en lokale initiatieven, ontstaat vervolgens weer nieuw perspectief. Wanneer het besteedbaar inkomen normaliseert, worden de rekeningen en vaste lasten weer structureel betaald. Financieel en sociaal Het DNA van het Nationaal Initiatief Herstructureren Schulden bestaat uit twee onlosmakelijk met elkaar verbonden strengen: de financiële en de sociale. 1. Nationale
afspraken en lokale fondsen om mensen uit schulden te halen en hen rust en ruimte te bieden. Per gemeente wordt een (publiek en/of privaat) lokaal fonds ingesteld. Het lokale fonds wendt zijn vermogen aan om de gehele schuld binnen vier weken te herstructureren en voorkomt daarmee de oplopende incasso- en deurwaarderskosten
Praktisch houdt dit in: • Met de sectoren [7] energie, sociale woningbouw en zorg worden nationale en lokale afspraken
gemaakt onder welke voorwaarden en saneringspercentages een schuld gedeeltelijk wordt kwijtgescholden. • Het overblijvende bedrag van de schuld wordt door het lokale fonds betaald aan de schuldeisers. • Schuldeisers krijgen in ruil voor het gedeeltelijk afboeken van de schulden structureel en betrouwbaar betalende klanten. • De gemeente en de debiteur tekenen een overeenkomst, gebaseerd op ons studiefinancieringsmodel: de debiteur betaalt de totale schuld terug aan de gemeente, met een maximaal maandbedrag en in maximaal 180 maanden. • Net als in ons studiefinancieringsmodel kan er extra worden afgelost om de afbetaling sneller af te ronden; en net als in ons studiefinancieringsmodel wordt de restschuld na 180 maanden kwijtgescholden. • Het lokale fonds en de debiteur maken precieze afspraken over het startpunt van terugbetaling (zodra de afloscapaciteit dit toelaat), aflossing naar draagkracht (bijv. anders aflossen bij stijging van besteedbaar inkomen) en de rentepercentages. 2. Een
lokale sociale infrastructuur wordt opgebouwd om mensen duurzaam uit schulden te houden en om hen perspectief te bieden. Zonder een plan en een behulpzaam netwerk is de kans op terugkerende schulden immers groot. De sociale infrastructuur is gebaseerd op samenwerking tussen gemeente en lokale initiatieven, en ziet er per gemeente anders uit.
[7]
Zie de verantwoording op de volgende pagina om te lezen waarom we gekozen hebben voor deze sectoren en bijv. niet de belastingdienst en CJIB.
5
In de overeenkomst tussen gemeente en debiteur worden niet alleen financiële afspraken gemaakt maar met nadruk ook een set sociale. De behoeften van de debiteur zijn leidend; de afspraken zijn erop gericht om diegene actief mee te laten doen aan lokale initiatieven. Denk aan financiële coaching-trajecten door een buddy, meewerken in een sociale coöperatie, loopbaan-coaching of deelnemen op werkervaringsplekken. De overeenkomst biedt ruimte om in te spelen op veranderende persoonlijke omstandigheden.
Nationaal en lokaal Dit is een nationaal initiatief omdat armoede, schulden en schuldeisers zich niet aan gemeentegrenzen houden. Een groot deel van de vaste lasten van huishoudens wordt gevormd door zorgverzekeringen, energiekosten en huur en deze aanbieders werken landelijk of regionaal. Zorgverzekeraars, energiebedrijven, woningbouwcorporaties, brancheorganisaties en gemeenten hebben daarom de handen ineen geslagen. Anderzijds heeft dit initiatief een decentraal karakter omdat elke gemeente het concept zal aanpassen aan de lokale cultuur en infrastructuur van WMO-budgetten, sociale fondsen, aanbestedingen voor welzijnsinstellingen en aan de aard van de lokale initiatieven. Iedere gemeente(raad) moet een eigen afweging maken over hoe het fonds wordt ingericht.
Onduidelijke schulden In de reguliere schuldregeling kan een schuld pas worden gesaneerd als alle schuldeisers bekend zijn. Alle schuldeisers moeten namelijk een gelijk percentage krijgen van de afloscapaciteit, waarbij preferente schuldeisers als de belastingdienst het dubbele percentage krijgen. Voor ondernemers die failliet gaan, levert dit vaak een probleem op. Neem meneer Pedro. Hij is te lang doorgegaan met zijn verliesgevende bedrijfje in de steigerbouw. Nu zitten hij, zijn vrouw en hun twee dochters (van 8 en 19) met een schuld van rond een ton. De familie moet rondkomen van 70 euro leefgeld per week. Een schuldsanering is echter niet mogelijk omdat hij geen slotbalans heeft opgemaakt. Hij heeft ook geen geld om die te laten opmaken. In de nieuwe werkwijze ligt de nadruk op snelheid en flexibiliteit: de schulden worden op basis van de informatie van dhr. Pedro geherstructureerd. Er wordt simpelweg begonnen met de schulden die bekend zijn. In het oude systeem komt meneer Pedro nooit van zijn schulden af. Met de nieuwe werkwijze is er al snel weer perspectief en dus loont het ook om weer aan de slag te gaan. Met dank aan het Nationaal Schuldlab voor de casuïstiek
6
Waarom instappen? Waarom wil een gemeente een nieuwe aanpak? Omdat volgens de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) iedere gemeente moet voldoen aan de wettelijke zorgplicht op het terrein van integrale schuldhulpverlening. Omdat de gemeente voor het grootste deel de directe (o.a. bijstand, bijzondere bijstand) en indirecte (o.a. vroegtijdige schoolverlaters, daklozenopvang) maatschappelijke kosten opvangt die huishoudens met schulden maken. Het Nibud heeft recent berekend dat een schuldsituatie die niet wordt opgelost de maatschappij ruim € 100.000 kost. Het merendeel van die kosten komt bij de gemeente terecht [8]. Nationaal zijn er 700.000 mensen die problematische schulden hebben. In 2013 hebben 89.000 mensen hulp gevraagd bij schuldhulpverleningsloketten bij de gemeente (via NVVK). Dat betekent dat in Nederland ongeveer 600.000 mensen geen hulp krijgen. De mensen in de schuldhulpverlening vormen dus het topje van de ijsberg [9]. En waarom juist deze aanpak? Sneller mensen helpen. Zo worden stijgende schulden door rente, incasso- en deurwaarderskosten voorkomen. Dit creëert rust en ruimte in gezinnen en huishoudens, die nodig zijn voor nieuw perspectief. Duurzaam mensen helpen, samen met lokale initiatieven. Een verplichte combinatie van herstructurering, afboeken en participatie, waardoor niet alleen het symptoom (schuld) maar ook de oorzaak
(laag besteedbaar inkomen, gedrag en het kunnen omgaan met geld) wordt aangepakt. Meer mensen helpen. Door de huidige criteria van schuldhulpverleningstrajecten vallen veel mensen buiten de boot. Dit initiatief hanteert geen uitsluitingsgronden. Eerder mensen helpen. Er wordt nauwer samengewerkt met lokale initiatieven, die eerder dan de gemeente signalen van mogelijke schuldenproblematiek zien. Mensen zijn direct weer gezonde consumenten voor energieleveranciers, zorgverzekeraars, woningbouwcorporaties en andere schuldeisers, omdat de schulden geherstructureerd worden. Zij krijgen hulp om de financiën op orde te houden. Kostenbesparing. Door eerder en sneller te herstructureren worden zowel incasso-, deurwaardersals bewindvoeringskosten bespaard. Daarnaast maken mensen minder gebruik maken van maatschappelijke voorzieningen zoals (bijzondere) bijstand, jeugdzorg, gezondheidszorg, etc. Plus, door op langere termijn terug te betalen, dragen mensen zelf bij aan hun eigen schuldhulpverlening. Integrale aanpak. Op dit moment pakken verschillende overheidsdiensten met eigen werkwijzen schulden, werk, re-integratie, armoede, et cetera aan. Binnen dit initiatief brengen we verschillende diensten bij elkaar: sociaal, werk en inkomen en financiën.
[8] [9]
Bron: http://www.nvvk.eu Bron: http://www.nvvk.eu
7
Dit is rendabel Kosten voor de baten Het Nibud heeft recent berekend dat een schuldsituatie die niet wordt opgelost de maatschappij ruim € 100.000 kost. Het merendeel van die kosten komt bij de gemeente terecht [10]: “Dat de uitgaven opwegen tegen de kosten wordt inzichtelijk gemaakt in meerdere onderzoeken naar de kosten en baten van schuldhulpverlening. Zo blijkt onder andere dat voor elke € 1,00 die aan schuldhulpverlening plaatsvindt er € 2,40 aan besparingen op andere terreinen plaatsvindt. Waarbij het grootste deel van dat bedrag neerslaat in de gemeentelijke begroting. [11]” In het rapport Kosten en Baten van Schuldhulpverlening [12] (in opdracht van het Ministerie van SZW) staan de volgende conclusies:
“Een schuldrisicogroep van 10.000 huishoudens waarvan 26,4% geen problematische schulden heeft (trede 0), 49,6% lichte problematische schulden (trede 1), 12,4% zware problematische schulden (trede 2) en 11,6% structureel zware problematische schulden (trede 3), genereert schuldgerelateerde kosten van in totaal € 1,038 mrd. Dat is € 103.787 per huishouden in de schuldrisicogroep.” “Huishoudens in de risicogroep kosten de gemeente Hollandstad [red: fictieve gemeente gebruikt voor het onderzoek, gebaseerd op bestaande data] gedurende 10 jaar ruim € 535 miljoen. Dit is gelijk aan € 53.576 per huishouden in de risicogroep. Het overgrote deel van deze kosten slaat neer bij de sociale dienst (€ 532 mln.). Deze kosten bestaan uit
uitgaven aan WWB-uitkeringen (€ 367 mln.) [red. WWB heet nu de Participatiewet], WWB-re-integratiekosten (€ 64 mln.), WWB-uitvoeringskosten (€ 92 mln.), kosten voor de bijzondere bijstand (€ 5 mln.) en kosten door misgelopen vorderingen bij de sociale dienst (€ 4 mln.). Slechts een klein deel van de kosten van gemeenten bestaat uit uitgaven aan schuld- hulpverlening (€ 3 mln.) en maatschappelijke opvang (€ 0,5 mln.).” “De gemeente realiseert een voordeel van € 862 per extra bereikte cliënt omdat tegenover een flinke stijging van de uitvoeringskosten in de schuldhulpverlening, een nog grotere daling staat van de kosten van de sociale dienst.” Rekenvoorbeeld In de werkwijze van het Nationaal Initiatief Herstructureren Schulden investeert de gemeente in een vroegtijdig stadium in mensen met problematische schulden om op langere termijn de maatschappelijke baten (zie bovenstaande paragraaf) hiervan te ontvangen. In de fictieve gemeente Waterkant lopen 1323 huishoudens (10% van het totaal) een serieuze kans op problematische schulden. We gaan uit van de mediaan van de betalingsachterstanden van € 5.000; de gezamenlijke schuld is (1323 x 5.000 =) 6,6 miljoen euro. De gemeente spreekt met de schuldeisers een gemiddelde kwijtschelding van 80% af, waardoor de openstaande totaalschuld nog 1,3 miljoen euro is. De gemeente stort dit bedrag in een lokaal schuldenfonds dat revolverend werkt.
Ga vervolgens uit van een stapsgewijze aanpak, bijvoorbeeld door met 50 huishoudens te starten: • totale
schuldenlast is 50 x 5.000 = € 250.000; • restschuld na kwijtschelden van schulden van 80%: € 50.000; • de gemeente betaalt dit direct en volledig uit aan de schuldeisers; • de afgesproken terugbetaling van de betrokken huishoudens is € 30 per maand; • met 50 huishoudens en 15 jaar terugbetaling komt terug in de kas: 50 x 15 x 12 x 30 = € 270.000; • reken op minimaal 50% daadwerkelijke terugbetaling, oftewel € 135.000 over 15 jaar; • € 50.000 is nodig om de kas aan te zuiveren, de overige € 85.000 wordt benut voor de uitvoering van het fonds, het ondersteunen van lokale initiatieven en de begeleiding van de huishoudens. Voor het rentepercentage kan naar het DUO gekeken worden, dat staat nu op 0.12%. In bovenstaand rekenvoorbeeld is geen rekening gehouden met individuele casuïstiek. In de overeenkomsten kan naar situatie, draagkracht en levensloop worden gevarieerd met terugbetalingspercentages, instapmoment, looptijd et cetera.
Bron: www.nvvk.eu
[10]
Bron: www.nvvk.eu
[11]
Kosten en Baten van Schuldhulpverlening (2011, Aarts De Jong Wilms Goudriaan Public Economics bv (APE)) in opdracht van min. SZW: www.aedes.nl
[12]
8
Verantwoording Dit initiatief bewandelt nieuwe en onconventionele paden in de wereld van schuldhulpverlening. We kiezen ervoor om te beginnen in plaats van eindeloos te overleggen. De consequentie daarvan is dat we onderweg obstakels tegenkomen die we nu nog niet kennen [13]. Die obstakels en de olifantenpaadjes die we gaan bewandelen, zullen we beschrijven zodat andere gemeenten ervan kunnen leren. We lichten alvast kort toe welke keuzes we tot nu toe gemaakt hebben. Welke nationale schuldeisers wel en niet meedoen Gemeenten, zorgverzekeraars, energiebedrijven en woningbouwcorporaties staan in dit initiatief centraal. Gezamenlijk vertegenwoordigen zij een groot deel van de vaste lasten die huishoudens moeten betalen. Door samen te werken en te experimenteren met prototypes van het fonds kunnen schulden integraler behandeld worden. Private partijen zoals telecom, webshops en incassokantoren zijn op dit moment niet vertegenwoordigd in het initiatief. In overleg met brancheorganisatie Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (de NVVK) wordt nu gekeken op welke wijze het beste met deze partijen omgegaan kan worden. Een van de belangrijkste schuldeisers is de nationale overheid. Om de Belastingdienst en het CJIB te bewegen om op een andere manier met boetes en incassoprocedures om te gaan, moet er een nieuwe politieke wind gaan waaien. We hebben besloten om daar niet op te wachten. Met het Nationale Initiatief Herstructureren Schulden, en de maatschappelijke coalitie die erachter zit, hopen we de
politiek, de Belastingdienst en het CJIB te bewegen om open te staan voor het experiment. Zodat ook zij anders kunnen gaan opereren. Wetgeving We hebben deze aanpak ontwikkeld, gegeven de huidige wetgeving – zodat er meteen mee gewerkt kan worden. Naar de toekomst toe onderschrijven wij van harte de aanbevelingen aan de NVVK van de Hogeschool Utrecht [14] om de wetgeving snel te veranderen: • een
hardere beslagvrije voet, nodig door de groeiende incassobevoegdheden van overheden; • het stoppen van gijzelingen; • een aangescherpte wetgeving voor handhaving sociale zekerheid. Steen in de vijver Het Nationaal Initiatief Herstructureren Schulden werkt stapsgewijs. Gemeenten kunnen direct meedoen of later aanhaken. Net zoals in elke transitie zijn er koplopers die snel met het initiatief starten en zijn er volgers die wachten op de eerste resultaten. We leren na 1 januari 2016 van de eerste gemeenten die starten. Elke gemeente zal kiezen voor een eigen invulling die past bij haar omgeving.
Zie bijlage 2 voor de meest voorkomende vragen.
[13]
www.nvvk.eu
[14]
9
Handboek Dit handboek is tijdens de Design Labs (bijlage 11) ontwikkeld. Het helpt u om binnen de gemeente stap voor stap aan de slag te gaan en het Nationaal Initiatief Herstructureren Schulden lokaal vorm te geven. Voor verdieping op de negen verschillende stappen wordt in de tekst verwezen naar verschillende bijlages.
10
Stap 1:
Een business case voor een lokaal fonds Een business case is op verschillende manieren op te bouwen. Van zuiver financieel (kosten-baten) tot maatschappelijk (welzijn inwoners). Welke manier het beste past bij de gemeentelijke context moet per gemeente afgewogen worden. Met onderstaande bouwstenen, van winst- en verliesrekeningen tot kosten-batenanalyses kan een eigen business case gebouwd worden. De paragraaf ‘Dit is rendabel’ geeft ook een aantal handvatten. Winst- en verliesrekening Zie tabel op de volgende pagina. Kosten-batenanalyse Om de kosten-batenanalyse per gemeente te berekenen is een rekentool gemaakt: • www.gemeenteloket.minszw.nl Het uitgangspunt van deze analyse is het bereik. Hoe groter het bereik, hoe meer mensen geholpen worden met hun schulden en hoe meer maatschappelijke kosten er gewonnen worden.
11
Winst- en verliesrekening
Hard en meetbaar (FTE, euro’s, …)
Zacht en minder meetbaar (welzijn, gezondheid, stress, …)
Winst
Verlies
Onbekend
• Minder
uitvoeringskosten • Minder beroep op bijzondere bijstand in verband met bewindvoering • Vergroting kans op werk uit bijstand • Minder zorg en andere maatschappelijke kosten • Vooraf afspraken gemaakt met schuldeisers
• Opstart-
en uitvoeringskosten (FTE/ICT/Aanbod) • Lange looptijd, risico op renteverlies en niet afbetalen • Gemeente financiert voor, met open einde financiering • Lijken in kast bij overgenomen schulden • Niet alle schuldeisers zijn gelijk of willen meewerken
• Hoe
• Weer
• Langdurig
• Hoe
perspectief voor inwoners • Eenvoudig uit te voeren • Vergroting participatie en toename IQ • Toename van gezondheid • Maatwerk • Taboe doorbreken • Gezamenlijke verantwoordelijkheid • Betere toekomst kinderen, minder spijbelaars en vroegtijdige schoolverlaters
traject (afbetalen max. 15
jaar) • Risico op nieuwe schulden • Schulden maken wordt beloond (voorbeeldfunctie)
kan de regelgeving vereenvoudigd worden?
gaan we om met mensen die niet willen of kunnen? • Wie sluit je uit? • Welke rol en kennis is bij het wijkteam nodig? • Hoe de wisselwerking met andere aanbieders organiseren? • Hoe verwarring in communicatie voorkomen?
12
Stap 2:
Doelgroep bepalen In principe zijn er geen uitsluitingsgronden om mensen te weigeren om deel te nemen aan dit initiatief. Elke gemeente kan haar eigen doelgroep kiezen. Per gemeente kan een keuze gemaakt worden, denk aan: • Huishoudens
in armoedesituaties met een laag besteedbaar inkomen, die in reguliere schuldhulpverleningstrajecten buiten de boot vallen. • Mensen die willen participeren in een collectief om meer inkomen te verwerven en op lange termijn willen terugbetalen. • Mensen met beginnende schulden. • Jongeren tussen de 17-27 jaar, want hoe vroeger een neerwaartse spiraal voorkomen kan worden, hoe langer de jongere en de maatschappij daar profijt van hebben. Per gemeente kan ook worden afgewogen om hoge inkomens met bijvoorbeeld hypotheek- en/of faillissementschulden op te nemen. En ook is het aan de gemeente om te besluiten of bijvoorbeeld iemand met verslaving of psychiatrische problemen in aanmerking komt om te participeren in het initiatief.
13
Stap 3:
Raadsvoorstel schrijven Om in de gemeente een lokaal fonds te starten, is in sommige gevallen een raadsvoorstel nodig. In andere gemeenten is het omwille van het draagvlak alsnog raadzaam om het voor te leggen aan de raad. De basis van het raadsvoorstel wordt gevormd door de business case die gemaakt is (zie stap 1). Daarin wordt de financiële onderbouwing gemaakt waarom het als gemeente een maatschappelijk en economisch slimme investering is. Checklist voor het raadsvoorstel: • Een
business case en financiële onderbouwing met wat schulden en armoede de gemeente nu kosten. • Aantal mensen dat nu wordt afgewezen bij schuldhulpverlening, kredietbank en/of andere gemeentelijke diensten zoals de sociale dienst. • Inschatting wat de huidige wachttijd is voordat mensen hun schulden kunnen aanpakken. • Een inschatting van de hoogte van het fonds. • Voorstel met welke lokale fondsen er samengewerkt kan worden. • Een voorstel met welke lokale partijen wordt samengewerkt om mensen structureel uit de schulden te houden. • Duidelijke beschrijving van de verschillende rollen van samenwerkingspartners. • Juridische consequenties. In bijlage 6 is een voorbeeld van een raadsvoorstel te vinden.
14
Stap 4:
Instellen lokaal fonds De volgende stap is het instellen van het lokaal fonds. In veel gevallen zal de gemeente, dan wel een gemandateerde instantie als een Stadsbank, de beheerder zijn. In andere gevallen kan een bevoegde kredietfaciliteit een beheersfunctie spelen. Als gemeente kan gekozen worden om samen te werken met lokale fondsen. De samenwerking kan bestaan uit het gezamenlijk vullen van het fonds tot en met het gezamenlijk beheer. Hieronder een overzicht van lokale fondsen: • Fondsen bijzondere noden • Lokale fondsen • Familie- en vermogensfondsen
Geen afloscapaciteit Als een debiteur geen afloscapaciteit heeft, zijn uitgaven en zijn inkomsten niet in evenwicht, zijn dan kan er geen aanbod worden gedaan aan de schuldeisers. Zulke schuldenaren worden vaak ‘drijvende’ gehouden. De vaste lasten worden betaald om huisuitzetting te voorkomen, maar de schulden worden niet opgelost.
Juridische aandachtspunten • Als er geen gebruik wordt gemaakt van een bestaande kredietfaciliteit bij de krediet- of Stadsbank moet een vergunning worden aangevraagd bij de Autoriteit Financiële Markten. • Een gemeente mag als openbaar lichaam ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak leningen verstrekken of garanties verlenen aan particulieren. • Als de gemeente kredieten aan mensen verstrekt, moet er een wettelijke grondslag voor zijn. Bijvoorbeeld de Gemeentewet of de Wet op het consumentenkrediet, artikel 6 en 7. • Een voorwaarde is dat de kredieten in het kader van algemeen belang zijn en dat de kredieten aangeboden worden tegen gunstigere voorwaarden of rente dan in de markt gebruikelijk zijn. • Wanneer een debiteur zijn of haar contractuele verplichting niet nakomt, moet de gemeente bezien hoe er wordt omgegaan met de contractbreuk. Zie voor meer informatie bijlage 3 juridisch advies.
Met dank aan het Nationaal Schuldlab voor de casuïstiek.
Neem meneer Wijers, met een Wajong uitkering. Hij heeft een schuld bij het UWV omdat hij niet heeft doorgegeven dat zijn zoon niet meer bij hem woont, maar in een pleeggezin. De uitkering wordt met terugwerkende kracht verlaagd en daardoor heeft meneer Wijers nu een schuld van 7.000 euro bij het UWV. Meneer Wijers wordt echter vanuit de pleegzorg ook aangeslagen voor een eigen bijdrage aan de pleegzorg voor zijn gezin. Hij betaalt nu dus dubbel voor de uithuisplaatsing van zijn zoon: de eigen bijdrage en de korting op de uitkering. Het gevolg is dat hij geen afloscapaciteit heeft om zijn schulden af te betalen. Bezwaren bij beide instellingen zijn afgewezen. Elke instelling handelt volgens de eigen regels correct. In het oude systeem is er een impasse. De nieuwe werkwijze is flexibeler. Er wordt een snel een deal gesloten met de schuldeisers waardoor de schuld niet meer oploopt en meneer Wijers gaat terugbetalen aan het fonds zodra hij afloscapaciteit daarvoor heeft.
15
Stap 5:
Afspraken maken lokale initiatieven en schuldeisers Het samenspel tussen gemeente, lokale initiatieven en schuldeisers is cruciaal om iemand structureel uit de schulden te halen. Om het spel te kunnen spelen zijn spelregels en afspraken nodig. Afspraken met schuldeisers Wanneer het fonds is geïnstalleerd, moeten er afspraken gemaakt worden met de meest voorkomende (lokale) schuldeisers zoals woningbouwcorporaties, energieleveranciers. Die afspraken betreffen bijvoorbeeld het sneller afboeken van schulden en de acceptatie dat informatie over iemands totale schulden onvollediger is dan voorheen. Een wethouder kan een verbindende rol spelen tussen de gemeentelijke organisatie en lokale schuldeisers door bijvoorbeeld een conferentie over problematische schulden te initiëren.
raadslieden, dorps- en wijkontmoetingsplekken, kerkelijke initiatieven, voedselbanken, etc. Sommige gemeenten hebben hiervoor een ‘sociale kaart’ waarin bijgehouden wordt welke organisaties en initiatieven al aan de slag zijn. Voor meer informatie over enkele lokale initiatieven zoals Schuldhulpmaatje en sociale coöperaties, zie bijlage 7.
delijke afspraken. Wie onderhoudt bijvoorbeeld het contact met de debiteur? Spreek af wie de ‘spin in het web’ of casemanager is die voor langere tijd het aanspreekpunt is. Zo wordt voorkomen dat de debiteur van het kastje naar de muur wordt gestuurd wanneer er vragen zijn. Zie voor meer dilemma’s en vragen ook bijlage 9.
De tweede stap is om de bijdrage van de verschillende lokale initiatieven in te schatten. Let daarbij ook op de kwaliteit. De gemeente draagt er zorg voor, ook richting de schuldeisers, dat de lokale initiatieven mensen structureel uit de schulden kunnen houden. Een hulpmiddel kan een keurmerk of certificering zijn. Maak als gemeente samen met de lokale initiatieven dui-
Om te simuleren hoe een samenwerking tussen gemeente, lokale initiatieven en een debiteur eruit kan zien, is de serious game ‘Samenwerkingspuzzel’ ontworpen. Met dit spel wordt gesimuleerd welke afspraken onderling nodig zijn om iemand uit de schulden te houden. De serious game ‘Samenwerkingspuzzel’ wordt beschreven in bijlage 9.
Met nationale schuldeisers zoals energieleveranciers en zorgverzekeraars wordt binnen het Nationaal Initiatief Herstructureren Schulden gewerkt aan experimenteerruimte - in samenspraak met de NVVK. In overleg met verschillende maatschappelijke schuldeisers is ook een winst- en verliesrekening voor dit initiatief gemaakt: zie bijlage 4. Om te simuleren hoe afspraken tussen schuldeisers en gemeente eruit kunnen zien, is de serious game ‘DEAL!’ ontwikkeld. De serious game ‘DEAL!’ is beschreven in bijlage 8. Afspraken met lokale initiatieven Een eerste stap voor gemeenten is om te inventariseren welke lokale initiatieven er in de gemeente al aan het werk zijn. Denk aan initiatieven zoals buddies en financiële coachingstrajecten, voedselbanken, sociale 16
Stap 6:
Vroegtijdig contact doelgroep Een van de belangrijkste doelen van het Nationaal Initiatief Herstructureren Schulden is om in een zo vroeg mogelijk stadium een schuld te herstructureren en zo erger te voorkomen. Het is daarom van cruciaal belang om het eerste contact met iemand met schulden zo vroeg mogelijk te laten plaatsvinden. Dit kan op verschillende manieren. Mensen met schulden kunnen zich melden bij het lokale fonds via bijvoorbeeld: • Sociale wijkteams; • Kredietbanken; • Woningbouwcorporaties; • Zorgverzekeraars; • Lokale fondsen; • Lokale initiatieven; • Kerken, moskeeën en andere gebedscentra; • Scholen; • Huisartsen; • Andere zorgverleners, schuldhulpverleners en wijkdiensten; en • Derden (familie, etc.).
en open te communiceren over de verwachtingen wordt de kans vergroot dat afspraken worden nagekomen. Wees duidelijk en helder over: • of iemand wel of niet in aanmerking komt voor het initiatief, op basis van de beschrijving van de doelgroep, zie stap 2; • de voorwaarden om te participeren: het is niet vrijblijvend i.v.m. terugbetaling op lange termijn en participeren in lokale initiatieven; • hoelang de doorlooptijd is, van het doornemen van de financiën tot aan het herstructureren van de schulden; • welke voorwaarden aan participatie in lokale initiatieven gesteld worden.
Wanneer blijkt dat er geen match is tussen iemand met schulden en het lokale fonds blijven de bestaande schuldhulpverleningsroutes (minnelijk en wettelijk traject) een optie [15]. Afwegingskader wel/niet participeren initiatief Een hulpmiddel om af te wegen of iemand wil en kan participeren is het schema op de volgende pagina. Het afwegingskader is met hulp van schulden-ervaringsdeskundigen tijdens een van de Design Labs gemaakt:
Zie het recente rapport: De eindjes aan elkaar knopen. Cruciale vragen bij financiële problematiek in de wijk (2015, Jungmann, e.a.): www.gemeentenvandetoekomst.nl [15]
Mensen met problematische schulden kunnen ook pro-actief benaderd worden door: • Medewerkers en vrijwilligers van lokale initiatieven; • Schuldeisers die zien dat een debiteur in serieuze problemen dreigt te komen; • Het initiatief kenbaar te maken in lokale media. Heldere verwachtingen scheppen Het is belangrijk dat in een zo vroeg mogelijk stadium de verwachtingen tegenover de mogelijke participant in het initiatief helder zijn. Door eerlijk 17
Afwegingskader wel/niet participeren initiatief
Hard en meetbaar (FTE, euro’s, …)
Zacht en minder meetbaar (welzijn, gezondheid, stress, …)
+
–
• Aflossingsperspectief
neemt toe • Meer euro’s per jaar te besteden • Vermijden van onnodige incassokosten • Betalingsverkeer stabiliseert
• Lange
• Structuur
• Schaamte
en duidelijkheid • Minder stress • Meer plezier in leven • Echt geholpen worden • Toegenomen eigenwaarde • Geen afzonderlijke loketten maar een team dat helpt
In overleg met gemeente looptijd
om aan te kloppen bij
gemeente • Meer mensen weten van je schulden af • Schendig van privacy • Verplichtingen van het fonds • Lange termijn van afbetalen: schone lei komt laat
• Opgelegde
voorwaarden, zoals participeren in collectief of een buddy? • Erven erfgenamen schuld?
• Mogelijkheid
om terug te betalen in
natura? • Mogelijkheid om zelf een termijn aan te geven?
18
Stap 7:
Ondertekening overeenkomst tussen debiteur en lokaal fonds Als de afspraken met alle partijen zijn gemaakt, inclusief het herstructureren van een schuld, moet de overeenkomst tussen fonds en debiteur worden getekend. Het aflossingsregime dat we afkijken van de studiefinanciering vormt de basis. • Aflossen gaat in zodra dit haalbaar is – in samenspraak met de case manager; • Aflossen in maximaal 180 maanden (15 jaar) – hoe sneller, hoe beter; • Lage rente – voor de studiefinanciering ligt die nu tussen 0,12% en 1,5%; • Er kunnen altijd extra aflossingen gedaan worden. Er kan ook gekozen worden om minder per maand af te lossen wanneer de persoonlijke omstandigheden wijzigen. De uitvoerders van het lokale fonds bepalen dit. • En net zoals bij het studiefinancieringsmodel, als na de looptijd van de lening het bedrag niet terugbetaald kan worden, wordt het kwijtgescholden.
• beloningen
zoals een procentuele kwijtschelding bij het nakomen van afspraken; • kwijtschelding van het restant van de lening na 15 jaar; • of er in plaats van euro’s terugbetaald wordt in natura; • en uiteraard een uitgebreide set afspraken over de nazorg (zie ook stap 9). Consequenties wanneer afspraken niet nagekomen worden Wat te doen als diegene die participeert in het initiatief nieuwe schulden maakt en/of zijn of haar afspraken niet nakomt? Boetes geven? Harder straffen? Een paradoxale vraag. We weten dat straffen niet het gewenste effect oplevert en tegelijkertijd zijn er grenzen aan het niet nakomen van afspra
ken. Tijdens een van de Design Labs is onderstaand antwoord geformuleerd op de vraag wanneer iemand niet terugbetaalt en/of zijn of haar afspraken niet nakomt: • Wanneer
er niet wordt terugbetaald aan de gemeente, extra schulden worden gemaakt of er niet wordt geparticipeerd in een lokaal initiatief krijg je een laatste kans. Je mag 1x terugkomen en de terugbetalingstermijn wordt verlengd. Als het nog een keer misgaat stroom je door in de WSNP.
Voorbeeld overeenkomst In bijlage 10 is een voorbeeld voor een overeenkomst tussen gemeente en iemand in de schulden te vinden. Het voorbeeld is aan te passen per gemeente.
Per gemeente en individuele casus worden afspraken gemaakt worden over: • de
hoogte van de rente; • het moment wanneer begonnen wordt met de lening terug te betalen; • terugbetaling op basis van draagkracht, meer terugbetalen bij hoger besteedbaar inkomen; • de ondergrens aan inkomen, waarboven men moet aflossen - hoger dan de beslagvrije voet zodat mensen ruimte houden om te leven zonder IQ-punten te verliezen. Denk aan € 30 à € 40 per maand; 19
Stap 8:
Schulden snel herstructureren Wanneer de overeenkomst is getekend, gaat de bevoegde instantie (gemeente, Stadsbank, …) onderhandelen met alle schuldeiseres om de schuld te herstructureren. Snelheid is cruciaal om verdere incasso- en deurwaarderskosten te voorkomen. Binnen vier weken wordt samen met de debiteur, gebeld en gemaild met schuldeisers om tot saneringsafspraken (80 tot 90%) te komen. De resterende 10-20% wordt door de gemeente direct overgemaakt aan schuldeisers. Ter vergelijking, schuldeisers krijgen in sommige gevallen 1% terug na een WSNP traject; in minnelijke trajecten wordt tussen de 1 en 10% van de originele schuld terugbetaald. De uitruil voor het kwijtschelden van de schuld door schuldeisers bestaat uit directe betaling van het overschot, het wegstrepen van ingewikkelde casuïstiek en een intensief traject gericht op structureel betalende klanten.
20
Stap 9:
Duurzaam uit schulden blijven De overeenkomst is een hulpmiddel om gezamenlijk te bepalen wat de debiteur nodig heeft om zelfstandig en structureel uit de schulden te blijven. In de overeenkomst wordt opgenomen dat de debiteur bijvoorbeeld:
behoefte en noodzaak van de debiteur wordt een bepaalde periode afgesproken waarbij het contact wordt onderhouden. Ook de duur van bijvoorbeeld financiële coachingstrajecten wordt in samenspraak bepaald.
• Financiële
coaching ontvangt of bijeenkomsten bijwoont om het inzicht en overzicht over de financiën te blijven houden. • Per week/maand/jaar contact opneemt met de spin in het web/casemanager. • Samenwerkt met een financiële coach of bewindvoerder om de vaste lasten per automatische incasso te betalen. • Een leerwerk-ervaringsplaats accepteert bij initiatieven of bedrijven waar afspraken mee zijn gemaakt. • Participeert in een sociale coöperatie om werkervaring op te doen. Om afspraken te maken met lokale samenwerkingspartners, zie stap 5. De relatie en het vertrouwen tussen de debiteur, de gemeente en de spin in het web (casemanager) is cruciaal. Gezamenlijk wordt er voor een periode een wederzijdse verbintenis aangegaan. De casemanager kan ingrijpen wanneer hij/zij signalen ontvangt dat het niet goed gaat. Wanneer bijvoorbeeld de debiteur zijn afspraken niet nakomt of het maandelijkse bedrag niet betaald wordt, moet actie worden ondernomen. Op dat moment kan er contact worden opgenomen om te vragen waarom afspraken niet worden nagekomen. Afhankelijk van de
21
Bijlagen Nationaal Initiatief Herstructureren Schulden
Bijlagen Nationaal Initiatief Herstructureren Schulden 1. Urgentie en Cijfers 2. Reeds gestelde vragen en antwoorden 3. Juridisch advies 4. Winst- en verliesrekening + rekenvoorbeeld Zorgverzekeraar/Energiebedrijf/Woningbouwcorporatie 5. Onderzoek uitgevoerd binnen Cordaid 6. Voorbeeld Raadsvoorstel 7. Enkele voorbeelden van lokale initiatieven 8. Serious game DEAL! 9. Serious game Samenwerkingspuzzel 10. Voorbeeld overeenkomst fonds – debiteur 11. Design Labs
22 23 25 27 30 32 34 39 41 43 45 46
22
1. Urgentie
en Cijfers
100.000-en gezinnen in schulden en armoede
Het Nederlandse systeem om met problematische schulden om te gaan kan veel beter en slimmer. De manier waarop we nu met problematische schulden aanpakken, zorgt voor persoonlijke drama’s in 100.000-en gezinnen en kost ons volgens het Nibud 11 miljard per jaar. De consequenties van de huidige aanpak zoals het straffen door boetes, incassokosten op te leggen en gijzelneming hebben effect op persoonlijk, nationaal en institutioneel niveau. Huishoudens komen in abnormale situaties terecht door de WSNP of verschillende incassotrajecten waardoor structureel de maandelijkse lasten niet betaald worden. Het is daarom cruciaal om er zo snel mogelijk bij te zijn zodat de schulden niet oplopen. Persoonlijk niveau Op persoonlijk niveau zijn er psychologische effecten van armoede en schulden. Eldar Shafir (Universiteit van Princeton) en Sendhil Mullainathan, (Universiteit van Harvard) deden onderzoek en constateerden dat mensen met structurele schaarste gemiddeld 13 IQ punten verliezen. Hiermee versmalt de bandbreedte van mensen en wordt gefixeerd op het overleven in schaarste. En de kans op een neerwaartse spiraal neemt hierdoor toe. Het betoog van de wetenschappers is dat de context van het individu bepalend is om wel of niet aan de armoede te ontsnappen. Met context wordt bedoeld: familie, vrienden, woonsituatie, etc. Nationaal niveau Als samenleving kampen we met enorme maat-
schappelijke kosten van schulden en armoede: 11 miljard zoals het Nibud berekend heeft. Dit zijn kosten zoals de uitvoeringskosten van schuldhulpverlening, loonbeslagleggingen, daling arbeidsparticipatie, uithuisplaatsingen en afsluitingen nutsfuncties. De cijfers laten zien dat ondanks de huidige nationale inspanningen het aantal mensen met betalingsachterstanden blijft toenemen: ”De Monitor Betalingsachterstanden 2014 laat zien dat het aantal huishoudens dat te maken heeft met een vorm van een betalingsachterstand opnieuw is gestegen. In 2014 heeft 32,1% van de huishoudens een vorm van betalingsachterstand. Dit zijn 2,3 miljoen huishoudens. In voorgaande jaren was dit: 27,8% in 2011; 26,7% in 2010; 24,8% in 2009 en 27,0% in 2008.” Aanbiedingsbrief monitor betalingsachterstanden 2014, Ministerie SZW Het meest recente onderzoek (Huishoudens in rode cijfers, 2012) laat zien dat 531.000 huishoudens problematische schulden hebben. En 1.366.000 huishoudens een risico hebben om in de problematische schulden terecht te komen: “Het is niet precies bekend hoeveel huishoudens zich in een problematische schuldsituatie bevinden of daar een (groot) risico op lopen. In 2013 werd ingeschat dat er tussen de 373.000 en 531.000 huishoudens zijn die zich in een problematische schuldsituatie bevinden. Daarnaast lopen nog eens 719.000 tot 961.000 huishoudens een serieus risico om in een problematische schuldsituatie terecht te komen. Uitgaande van de laagste schattingen en het gemiddelde van ruim twee personen per huis-
houden zijn er in Nederland dus ruim 700.000 mensen die in problematische schulden leven en ruim een miljoen die daar een serieus risico op lopen.” Bron: www.nvvk.eu
Institutioneel niveau Bij (overheids)organisaties geldt het uitgangspunt van eigen kracht (individuele verantwoordelijk) en straf. Als je in de schulden komt is dat: eigen schuld, dikke bult, wordt je gestraft en moet je er op eigen kracht uit komen. Door dit initiatief verschuift het uitgangspunt van eigen kracht naar samen sterk. En de norm straf verschuift naar hoop en perspectief. Shafir en Mullainathan betogen het tegenovergestelde dan de huidige beleidsopvatting/uitvoering van eigen kracht. De context waarin iemand leeft is bepalender dan de eigen kracht: ”Ze nemen geen domme beslissingen omdat ze dom zijn, maar omdat ze in een context leven waarin iedereen domme beslissingen zou nemen. Wat eten we vanavond? Waarvan betaal ik het schoolgeld? Hoe haal ik het einde van de week? Zulke vragen nemen iets cruciaals in beslag: ‘bandbreedte’, noemen Shafir en Mullainathan het. ‘Als je de armen wilt begrijpen, moet je je voorstellen dat je met je gedachten elders bent,’ schrijven ze. ‘Het kost veel moeite om jezelf in de hand te houden. Je bent afwezig en raakt snel van streek. En dat elke dag.’ Zo leidt schaarste – of het nu van tijd, eten of geld is – tot onverstandige beslissin23
gen.” Uit een interview van Rutger Bregman met de wetenschappers. Vanuit het denken in individuele verantwoordelijkheid is straf een normale aanpak als mensen niet betalen (ongeacht of ze dat zouden kunnen). Het opleggen van straffen op het niet betalen van schuld zoals door boetes en in een van de meest extreme gevallen gijzelneming door het CJIB (Centraal Justitieel Incasso bureau) zijn gericht op het korte termijn effect. Deze aanpak is ineffectief of zelfs schadelijk kijkend naar de lange termijn: het op orde krijgen van het leven/ huishoudboekje.
van mensen met schulden blijkt dat een grote groep te maken heeft met een lagere schuld, de mediaan van de schulden ligt op 5000 euro. De monitor Betalingsachterstanden van 2014 laat zien (n=2015) dat 74,5% een betalingsachterstand heeft tot 5000 euro.
Uit onderzoek van o.a. Gary Evans (www.apadivisions.org) blijkt dat de lange termijneffecten, en schade, zich vooral uit bij kinderen. Kinderen die opgroeien in een armoedesituatie hebben in hun verdere leven meer kans op chronische ziektes, obesitas en hart- en vaatziekten. De belangen zijn op institutioneel niveau groot. Waar het CJIB circa 1 miljard vordert, is de totale waarde van incassozaken in behandeling: 6,3 miljard (peildatum dec 2013). De documentairemakers van Zembla spreken over een incasso-industrie en geven een inkijkje hoe het eraan toegaat. Incassobureaus, en de bedrijven die ze inschakelen, opereren eveneens op korte termijn. De lange termijn consequenties en bijbehorende kosten worden afgewenteld op de maatschappij/ schuldhulpverlening/zorg/etc. Gemiddelde Schuld Volgens de jaarcijfers van het NVVK (Vereniging voor Schuldhulpverlening en Sociaal Bankieren) bedraagt de gemiddelde schuld 37.700 euro over de 89.000 aanmeldingen schuldhulpverlening die zij kregen. Uit onderzoek van Cordaid Nederland over honderden aanvragen tussen 2006 en 2012 24
2. Reeds
gestelde vragen en antwoorden
Dit initiatief zoekt naar nieuwe wegen om meer mensen sneller uit de schulden te houden en krijgen. Die zoektocht gaat gepaard met vele vragen en onzekerheden. We houden bij wat we nog niet weten en welke vragen we eerder gesteld hebben gekregen. We formuleren antwoorden die op dit moment het meest aannemelijk zijn. Met elkaar formuleren we in de praktijk, vanaf 1-12016, wellicht andere antwoorden, afhankelijk van de casuïstiek, op de vragen. De vragen en antwoorden die gedurende de Design Labs zijn gesteld en in sommige gevallen zijn beantwoord: • Hoe
voorkomen we een roulerend systeem, waar na 15 jaar dezelfde mensen weer schulden opbouwen? • Door de samenwerking met lokale initiatieven om mensen met schulden een andere context te bieden. Door als collectief uit de schulden te blijven.
• Wat
gebeurt er als schuldenaren die participeren in het fonds tussentijds verhuizen? • In overleg wordt een oplossing gevonden.
• Hoe
krijgen we het verschil tussen de niet-willers en niet-kunners in beeld? • Door te vertrouwen op de expertise van diegenen (denk aan Stadsbank medewerkers of lokale initiatiefnemers) die de intake met mensen met schulden verzorgen.
• Hoe
borgen we dat de mensen die de intakes verzorgen/medewerkers van het fonds voldoende competenties bezitten. • Door met de juiste mensen samen te werken als gemeente.
• Hoe
komt de gedragsverandering tot stand? • Door met lokale initiatieven, vrijwilligers en andere mensen met schulden er gezamenlijk als collectief de schouders eronder te zetten. In plaats van individuele trajecten.
• Hoe
gaan we om wanneer er geen volledig overzicht van de schulden aanwezig is? • De snelheid van handelen om erger te voorkomen weegt zwaarder dan het eventuele gebrek aan overzicht van de schuldenpositie. Omdat de gemeente de enige schuldeiser wordt kan het flexibel inspelen op eventuele openstaande schulden die later aan het licht komen.
Gaat het de derde keer fout dan kan hij/zij doorstromen naar de WSNP. • Hoe
voorkom je perverse prikkels? Waardoor het aantrekkelijker is met dit initiatief mee te doen dan met bijvoorbeeld de WSNP? Stimuleer je juist niet dat schulden gemaakt worden? • Door te vertrouwen op de kwaliteit van de mensen die de intake voeren. Zij maken een afweging wie geschikt is om te participeren in het initiatief.
• Is
15 jaar niet te lang? • Er wordt pas een overeenkomst getekend tussen iemand met schulden en de gemeente wanneer beide partijen hieraan mee willen doen. Het is dus de eigen keus van iemand met schulden om 15 jaar te betalen. En eerder aflossen kan natuurlijk altijd.
• Wat • Hoe
omgaan met schuldeisers die niet willen afboeken? • Met elkaar de dialoog aangaan om op zoek te gaan naar het gemeenschappelijke belang: iemand structureel schuldenvrij. Schuldeisers krijgen door het saneringsvoorstel van 10 a 20% meer terug dan alternatieven zoals de WSNP.
• Welke
sancties zijn er als iemand niet voldoet aan het reglement/contract? Niet gaat betalen? Niet op komt dagen? Accepteren dat een bepaald percentage het niet nakomt? • Iemand krijgt twee kansen om zijn afspraken (zowel financieel and sociaal) na te komen.
is een realistische wachttijd voordat schulden zijn overgenomen? Is vier weken realistisch? • Wanneer wordt geaccepteerd dan met minder volledigere informatie wordt gewerkt is vier weken realistisch.
• Wie
beheert het fonds? • Dit kan per gemeente verschillen. In veel gevallen zal dit de gemeente zelf zijn in verband met de eisen die de AFM stelt aan het verstrekken van krediet aan consumenten.
• Hoe
omgaan met een cases waarbij: • schulden betwist worden • alimentatie verplichtingen bestaan 25
• woningen
die zwaar onder waar zitten • fraudevorderingen open staan • vorderingen die niet afkoopbaar zijn, bijv. CJIB • huishoudboekje niet in balans te krijgen is door bijv. stijgende woonlasten • er sprake is van partners of kinderen die niet legaal zijn • er onregelmatig werk bij kinderen • er vluchtelingen betrokken zijn met allerlei web-aankopen • er afgeboekte vorderingen bij web-winkels niet te saneren zijn, • mensen die drie a vier huizen hebben. • Per case zal dit beoordeeld worden door de gemeente en een passende oplossing worden gevonden.
• Hebben
gemeenten de capaciteit om dit te
dragen? • Dit verschilt per gemeente. In veel gemeenten is het regulier werk om schulden te saneren. En sociale wijkteams kunnen een rol spelen in de samenwerking met lokale initiatieven. • Hoe
om te gaan met rechtsongelijkheid private en overheidsschuldeisers? • Voor nu accepteren dat er verschil zal blijven bestaan. Met een andere politieke wind en aandacht kunnen de verschillen verkleind worden.
• Wie
neemt het risico als mensen tussentijds uitvallen? • De gemeente.
• Hoe
voorkomen we wachttijden? Zoals nu al bij sociale wijkteams zijn? • Door te leren als we beginnen hoeveel tijd het kost om deze werkwijze toe te passen.
• Wat
als er naast er fonds andere schuldeisers zijn die beslag leggen? • De gemeente gaat in overleg met de andere schuldeisers om het openstaande bedrag te herstructureren.
• Hoe
ver gaan de bevoegdheid en verantwoordelijkheid van het fonds? • Dit verschilt per gemeente en wordt afgesproken in samenwerking met lokale initiatieven en gemeente.
• Wie
financiert de Schuldhulp-buddys en andere lokale initiatieven? • Dit verschilt per gemeente. In sommige gemeenten zijn er bestaande afspraken. In andere gemeenten kunnen de revenuen van het fonds de kosten dekken voor financiering van lokale initiatieven. 26
3. Juridisch
advies
toe door de Autoriteit Financiële Markten verleende vergunning krediet aan te bieden.
NOTITIE Voor Rense Bos
2. De
Van Dave Eftekhari Inzake Initiatief Publieke Versnellers
Datum 24-06-2015
Wanneer moet er een vergunning bij de AFM worden aangevraagd? Op grond van artikel 1:1 van de Wft (Wet financieel toezicht) wordt onder ‘aanbieden’ in deze wet verstaan: het in de uitoefening van een beroep of bedrijf rechtstreeks of middellijk doen van een voldoende bepaald voorstel tot het als wederpartij aangaan van een overeenkomst met een consument inzake een financieel product dat geen financieel instrument, premiepensioenvordering of verzekering is of het in de uitoefening van een beroep of bedrijf aangaan, beheren of uitvoeren van een dergelijke overeenkomst. Op grond van dit artikel wordt onder ‘krediet’ in deze wet verstaan: het aan een consument ter beschikking stellen van een geldsom, ter zake waarvan de consument gehouden is een of meer betalingen te verrichten (ik zal hier later verder op in gaan). Vervolgens dient men artikel 2:60 Wft in overweging te nemen: Artikel 2:60 1. Het is verboden in Nederland zonder een daar-
Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het eerste lid indien de aanvrager aantoont dat de belangen die dit deel en het Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen beogen te beschermen anderszins voldoende worden beschermd.
op aanvraag van dit vereiste geheel of gedeeltelijk ontheffing verlenen (een zogenaamde ‘lichte ontheffing’).
Vergunningverlening gebeurd op aanvraag en niet ambtshalve. De vergunning wordt verleend aan de aanvrager. Dit betekend concreet dat de gemeente in casu een aanvraag zou moeten doen voor een dergelijke vergunning. Op grond van artikel 2:63 lid 1 Wft moet de vergunningaanvrager aantonen dat zal worden voldaan aan de vereisten omtrent deskundigheid, betrouwbaarheid, integriteit, structurering, inrichting en deelname aan een kredietregistratiestelsel van de artikelen 4:9 tot en met 4:11, 4:13 en 4:15 en 4:32 Wft. Door de zinsnede ‘zal worden voldaan’ is het mogelijk om een vergunningaanvraag te doen op een moment dat nog niet aan (sommige) vergunningeisen voldaan zal kunnen zijn, bijvoorbeeld omdat de financiële onderneming nog in de oprichtingsfase zit. In een dergelijk geval moet de AFM preventief toetsen of binnen korte tijd na de vergunningverlening aan deze eisen ‘zal’ worden voldaan. Indien de vergunningaanvrager kan aantonen dat hij niet redelijkerwijs aan een vergunningvereiste kan voldoen, maar dat de doeleneinden van het desbetreffende vereiste wel op een andere wijze worden bereikt, dan kan de AFM op basis van artikel 2:63 lid 3 Wft
De AFM moet binnen 13 weken na ontvangst beslissen op een vergunningaanvraag (artikel 1:102 lid 3 Wft). De AFM kan aan een vergunning voorschriften verbinden en beperkingen stellen (artikel 1:102 lid 2 Wft). De vergunning kan worden ingetrokken op eigen verzoek van de houder of bij besluit van de AFM. Hierbij is geen sprake van een gebonden bevoegdheid (tenzij de situaties opgesomd in artikel 1:104 lid 2 Wft zich voordoen). Wordt een vergunning ingetrokken, dan kan de AFM tevens bepalen dat de aanbieder binnen een door de AFM te stellen termijn zijn bedrijf geheel of gedeeltelijk afwikkelt (artikel 1:104 lid 3 Wft). Zoals reeds hierboven kort aangestipt wordt de werkingssfeer van het verbod van art. 2:60 lid 1 Wft primair bepaald door de definities van ‘aanbieden’ en ‘krediet’. Wat onder ‘aanbieden’ in de zin van de Wft dient te worden verstaan, wordt bepaald door de definitie van aanbieden in art. 1:1 Wft die, voor zover relevant, als volgt luidt: “(…) het in de uitoefening van een beroep of bedrijf rechtstreeks of middellijk doen van een voldoende bepaald voorstel tot het als wederpartij aangaan van een overeenkomst met een consument inzake een financieel product dat geen financieel instrument, premiepensioenvordering of verzekering is of het in de uitoefening van een beroep of bedrijf aangaan, beheren of uitvoeren van een dergelijke overeenkomst (…)” De definitie van aanbieden in de zin van de Wft omvat hiermee de definitie van 27
aanbieden van de ingetrokken Wfd. Zie art. 1 onderdeel a Wfd, art. 2 lid 1 Wfd (‘in de uitoefening van een beroep of bedrijf’) en art. 7 Wfd. Op grond van laatstgenoemde bepaling werd onder aanbieden van een financieel product mede verstaan het als wederpartij aangaan, beheren of uitvoeren van een overeenkomst met een consument inzake een financieel product. Het element ‘in de uitoefening van een beroep of bedrijf’ maakt volgens de toelichting op de 4e NvW (Nota van Wijziging) duidelijk dat de betreffende activiteit alleen onder het bereik van de Wft valt voor zover het plaatsvindt in de uitoefening van een beroep of bedrijf. In het merendeel van de gevallen zal het volgens de toelichting eenvoudig vast te stellen zijn dat sprake is van de uitoefening van een beroep of bedrijf, bijvoorbeeld bij een onderneming die de financiële dienstverlening tot doel heeft. In andere gevallen zullen de specifieke omstandigheden van belang zijn bij de vaststelling of sprake is van professionele dienstverlening. Aanknopingspunten kunnen onder andere zijn de wijze waarop degene die een financiële dienst verleent zich aan de buitenwereld presenteert, de omstandigheid dat verlening van financiële diensten niet slechts incidenteel plaatsvindt of het feit dat degene die de financiële dienst verleent een beloning ontvangt voor zijn diensten, van de cliënt zelf of van een derde (bijvoorbeeld in de vorm van provisie). Een financiële dienst die op incidentele basis wordt verleend in het kader van een andere beroepswerkzaamheid van de dienstverlener, valt volgens de toelichting niet onder het bereik van de Wft. Het moet dan wel gaan om werkzaamheden die noodzakelijkerwijs rechtstreeks voortvloeien uit die andere beroepswerkzaamheid. Zie voor en ander Kamerstukken II 2005/06, 29 708, nr. 19, p. 356-357. De gemeente lijkt mijns inziens in eerste instantie hieronder te vallen.
Artikel 2:61 Wft schrijft voor in welke gevallen een vergunning niet benodigd is om krediet te verstrekken. Opvallend is dat gemeente kredietbanken in lid 2 uitgezonderd zijn van het vergunningsstelsel.
de gemeente te laten fungeren als (sociale) bank ten opzichte van derden. Ook vermoed ik dat hier geen overduidelijk makkelijke oplossing voor is te vinden welke strookt met de filosofie van het initiatief.
Artikel 2:61 1. Artikel 2:60, eerste lid, is niet van toepassing op financiële ondernemingen die: a. voor het uitoefenen van het bedrijf van verzekeraar een door de Nederlandsche Bank op grond van dit deel verleende vergunning hebben, voorzover het aan hen ingevolge die vergunning is toegestaan krediet aan te bieden; b. een door de Nederlandsche Bank op grond van het Deel Prudentieel toezicht financiële ondernemingen verleende verklaring van ondertoezichtstelling hebben, voorzover het aan hen ingevolge die verklaring is toegestaan krediet aan te bieden; of c. voor het uitoefenen van het bedrijf van bank een door de Europese Centrale Bank of de Nederlandsche Bank verleende vergunning hebben.
Opvallend is dat gemeenten vaak verordeningen en/of beleidsregels hebben opgesteld waarin dergelijk financieel beleid nader wordt gepreciseerd. Het wettelijk kader kan verschillend zijn maar omvat veelal het BW, de Awb, de Gemeentewet, Wet Wet financiering decentrale overheden (fido) en overige beleidsnotities.
2. Artikel
2:60, eerste lid, is niet van toepassing op gemeentelijke kredietbanken ten aanzien waarvan is voldaan aan artikel 4:37, eerste lid.
Kan een gemeente een lening vertrekken aan particulieren? Verschillende gemeenten hebben beleid ontwikkeld inzake geldleningen en garantstellingen. Zodra de gemeente zelf de lening verstrekt loopt de gemeente alle risico’s bij het niet nakomen van de verplichtingen door de schuldenaar. Temeer omdat geen borgstelling elders kan worden gevraagd. Daarnaast loopt de gemeente een renterisico als de gemeente de geldlening financiert uit eigen middelen. Dit is een mijns inziens niet te miskennen obstakel in de doelstellingen om
Uit artikel 2 Wet fido volgt het volgende: Artikel 2 1. Openbare lichamen kunnen uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak leningen aangaan, middelen uitzetten of garanties verlenen. Voor het overige houden zij hun liquide middelen in ’s Rijks schatkist aan. 2. De middelen die een openbaar lichaam in ’s Rijks schatkist aanhoudt, blijven beschikbaar voor de uitoefening van zijn publieke taak. 3. In afwijking van het eerste lid kunnen openbare lichamen hun liquide middelen in de vorm van leningen uitzetten bij andere openbare lichamen, met dien verstande dat openbare lichamen geen leningen kunnen verstrekken aan openbare lichamen ten aanzien waarvan zij met het financiële toezicht zijn belast. Bij regeling van Onze Ministers worden met betrekking tot deze leningen nadere regels gesteld. 4. Bij regeling van Onze Ministers kunnen bepaalde middelen uitgezonderd worden van de verplichting deze aan te houden in ’s Rijks schatkist. Hieruit kan men concluderen dat openbare lichamen uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak leningen kunnen aangaan, middelen kunnen uitzetten of garanties kunnen 28
verlenen. De gemeente kan worden aangemerkt als een openbaar lichaam. In de tweede volzin wordt hun vrijheid beperkt door te bepalen dat hun overtollige middelen in de schatkist van het Rijk dienen te worden aangehouden. Het tweede lid regelt dat de middelen die door een openbaar lichaam in de schatkist worden aangehouden te alle tijden beschikbaar blijven voor de uitoefening van de publieke taak door het desbetreffende lichaam. Welke bestuurlijke/juridische middelen heeft het fonds wanneer er contractbreuk optreedt tussen gemeente en schuldenaar. De gevolgen van het niet nakomen van een verbintenis – in dit geval een overeenkomst tussen de gemeente en een particulier – zijn geregeld in het BW. Hier kan men onder meer vinden wanneer een tekortkoming toerekenbaar is en onder welke voorwaarden de schuldeiser recht heeft op schadevergoeding. Iedere tekortkoming in de nakoming van een overeengekomen verbintenis verplicht de schuldenaar de schade die de schuldeiser daardoor lijdt te vergoeden, tenzij de tekortkoming de schuldenaar niet kan worden toegerekend. De wet maakt dus een onderscheid tussen tekortkomingen die de schuldenaar wél en tekortkomingen die hem niet kunnen worden toegerekend. Artikel 6:74 lid 1 BW stelt de grondregel waarbij de schuldenaar door een tekortkoming in de nakoming schadeplichtig wordt, tenzij deze tekortkoming hem niet kan worden toegerekend. Artikel 6:75 geeft vervolgens aan in welke gevallen er daarvan kan worden afgeweken: “Een tekortkoming kan de schuldenaar niet worden toegerekend, indien zij niet is te wijten aan zijn schuld, noch krachtens wet, rechtshandeling of in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt”.
Artikel 6:248 lid 1 BW bepaald dat niet alleen hetgeen partijen zijn overeengekomen maar ook de gewoonte, de aard van de overeenkomst en redelijkheid en billijkheid bepalen wat partijen bij de nakoming van een overeenkomst van elkaar mogen verwachten. Gewijzigde omstandigheden kunnen er uiteraard voor zorgen dat een van de partijen zich niet meer aan de gemaakte afspraken kan houden. Op grond van artikel 6:258 BW kan de rechter – op verzoek van een der partijen – de gevolgen van een overeenkomst wijzigen of deze geheel of gedeeltelijk ontbinden op grond van onvoorziene omstandigheden welke van dien aard zijn dat de wederpartij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst niet mag verwachten. Op grond van artikel 6:250 juncto 3:40 BW volgt dat contractuele uitsluiting van onvoorziene omstandigheden niet mogelijk is. Een omstandigheid geldt als “onvoorzien”, als de mogelijkheid van het intreden daarvan niet uitdrukkelijk of stilzwijgend door partijen in de overeenkomst is verdisconteerd. Een beroep op onvoorziene omstandigheden kan slechts dan slagen als die omstandigheden krachtens de aard van de overeenkomst of de in het verkeer geldende opvattingen niet voor rekening komen van degene die zich erop beroept. Als de omstandigheden wel in de risicosfeer liggen van de partij die hier een beroep op doet, dan is er geen sprake van een onvoorziene omstandigheid. De gemeente loopt dus mogelijkerwijs een (groot) risico op volledige restitutie in het geval er sprake zou zijn van contractbreuk. Temeer nu in dit geval de gemeente individuele overeenkomsten zal sluiten met verschillende partijen. Ook moet men bezien hoe er contractueel om dient te worden gegaan met de onvoorziene omstandigheden ingeval er sprake is van contractbreuk.
Conclusie: toepasselijkheid in de praktijk Bovenstaande in aanmerking genomen vraag ik mij af op welke wijze de gemeente een dergelijk risico kan mitigeren en minimaliseren. Het sociaal concept weegt bijzonder zwaar op het zakelijk geheel van een geldleningsovereenkomst. Mijns inziens moet hier een fonds voor worden opgesteld waarin het risico kan worden verdeeld. Uit de praktijk volgt ook dat gemeenten – veel vaker dan gedacht – geldleningsovereenkomsten aangaan met privaatrechtelijke partijen. Ook is het maar de vraag of gemeenten daarvoor een vergunning van de AFM hebben aangevraagd. Onder de huidige economische omstandigheden kan men stellen dat gemeenten over het algemeen genomen een hoge kredietwaardigheid hebben. Door aanscherping van het beleid van de kredietverstrekkende instellingen, dat is gericht op zekerheid en rentabiliteit, wordt de gemeente meer en meer een gewilde partij om de financiering van te betrekken. Deze financiële steun kan vanuit maatschappelijk oogpunt zeer wenselijk zijn – zoals ook in dit geval aan de orde is – maar vormt ook een toenemend risico omdat gemeenten in toenemende mate onder de verslechterde economische omstandigheden worden aangesproken op hun rol als (mede) financier of garantsteller. Gelet op bovengenoemde zijn er zeker mogelijkheden om het initiatief doorgang te geven. Daartoe dient wel nauwkeurig nagedacht te worden over de overeenkomst die gesloten gaat worden. Vooral de wijze waarop men dient om te gaan met een schuldenaar die niet aan zijn verplichtingen kan voldoen kan problematisch zijn met de filosofie van het initiatief daar er mijns inziens wellicht toch middelen in zouden moeten staan die gemeenten de mogelijkheid geven om adequaat en in lijn met het initiatief te handelen.
29
4. Winst-
en verliesrekening + rekenvoorbeeld Zorgverzekeraar/Energiebedrijf/ Woningbouwcorporatie
Winst- en verliesrekening korte termijn:
Hard en meetbaar (FTE, euro’s, …)
Zacht en minder meetbaar (welzijn, gezondheid, stress, …)
Winst
Verlies
• Af-
en aansluitkosten dalen. • Een versnelling in cash positie door snellere betaling. • Minde mutaties in klantenbestand.
• Verhoging
• Positieve
• Kans
deelname van schuldenaren aan maatschappij.
Vraagtekens/onbekend
van het afboekpercentage. • Risico dat klant het fonds ‘gebruikt’ als vangnet.
op meer klanten die meer aandacht vragen dan normaal.
Winst- en verliesrekening korte termijn:
Hard en meetbaar (FTE, euro’s, …)
Winst
Verlies
• Gezonde
• Multi-disciplinair
klanten. Letterlijk, minder zorgkosten. Figuurlijk, gezonde financiën en minder recidive.
• Vroegsignalering
Zacht en minder meetbaar (welzijn, gezondheid, stress, …)
door betere samenwerking lokale initiatieven en gemeente.
Vraagtekens/onbekend team nodig voor een
lange periode.
• Informatieuitwisseling
‘blijft’.
• Welke
restricties biedt Wet Persoonsgegevens? Antwoord: Geen. Gemeente ziet verschillende gegevens van klanten in, niet de schuldeiser.
• Mogen
gegevens aan derden verstrekt worden? Antwoord: Nee, eerste klanten van het fonds komen zelf naar het fonds via lokale initiatieven toe in plaats van outreachend mensen te werven.
30
Voordelen • Schuldenaren krijgen een schone lei om structureel premie/huur/energierekening te gaan betalen omdat na herstructureren van schulden door gemeente schuldenaren participeren in lokale samenwerkingsverbanden/coöperatieven (zie voor voorbeelden bijlage 7). • Het nemen van maatschappelijke verantwoordelijkheid en inspanning om structureel een verschil te maken in het leven van mensen met schulden. Hiermee verbetert ook de maatschappelijke reputatie. • Wanneer mensen sneller uit de schulden zijn neemt de kans af op zware zorgkosten. • Dossiers worden snel afgesloten omdat er sneller een saneringsvoorstel van gemeente komt. Hiermee krijg je direct een gedeelte van het geld in plaats van maanden te wachten. • Geen incasso en deurwaarderskosten meer waardoor schuldenaar minder schuld opbouwt en sneller structureel premie kan betalen. • Op langere termijn krijg je meer dan 12% (huidig saneringspercentages) terug omdat mensen minder snel terugvallen in schuldenposities. • Contact met professionals binnen gemeente die via de afgesproken convenanten snel en kundig zaken kunnen doen. • Hogere zorgkosten worden voorkomen door verminderen van stress. Goed bedrag wordt beloond en er komt minder druk op de klanten te staan.
• Omdat
proces aangepast wordt een toename van aantal FTE’s. • Accepteren dat er geen uitsluitingsgronden gelden voor schuldenaren die participeren in het fonds. • Een ongelijke situatie met schuldeisende opverheidsorganisaties blijft bestaan. Rekenvoorbeeld Het kost een grote zorgverzekeraar op dit moment 30 miljoen om voor +/- 110.000 wanbetalers de interne processen rondom wanbetalingen en betalingsachterstanden te organiseren. De gemiddelde leeftijd van een wanbetaler is 35 jaar. Wanneer iemand structureel de rekeningen gaat betalen levert hij/zij per jaar 272 euro op. Plus de reguliere zorgverzekering die per maand wordt overgemaakt. Wanneer we uitgaan van een termijn van 45 premiejaren levert het de zorgverzekeraar per persoon 12.240 euro op.
Nadelen • Accepteren van afboekingen van schulden tussen de 90% en 70%. Hierdoor minder winst. • Door snelheid in te bouwen in het proces openstaan voor een groter risico door onvolledige informatie over schuldenaar. • Geen garantie dat een schuldenaar terugvalt in oude situatie.
31
5. Onderzoek
uitgevoerd binnen Cordaid
Onderzoek naar Fonds Individuele Noden van Cordaid 2000-2015. Marianne van Dockum, Cordaid en Erik-Jan van Dorp, student Universiteit Utrecht, oktober 2015.
Inleiding Cordaid is een katholieke ontwikkelingsorganisatie die sinds 1914 werkt aan armoedebestrijding en ontwikkelingshulp. Cordaid werkt samen met partnerorganisaties in 39 landen in Afrika, Azië, het Midden-Oosten en Latijns-Amerika en in Nederland. In Nederland is Cordaid actief op het stimuleren van coöperatief ondernemerschap van mensen die leven op of onder de armoedegrens. Daarnaast heeft zij een Fonds voor Individuele Noden. Fonds Individuele Noden Het Fonds voor Individuele Noden biedt ondersteuning aan mensen met een zeer laag inkomen, grotendeels op of onder de armoedegrens, die in een vrij acute financiële noodsituatie verkeren. Wanneer zij die situatie niet op korte termijn zèlf of via het persoonlijk netwerk kunnen oplossen en wanneer er geen landelijke of lokale voorzieningen zijn die deze mensen kunnen ondersteunen, kunnen zij via een stichting van maatschappelijk werk een aanvraag indienen bij Cordaid. Naast het Fonds Individuele Noden in eigen beheer, ondersteunt Cordaid ook andere Lokale Noodfondsen. Op verzoek van de Publieke Versnellers heeft zij de dossiers van 20002015 geanalyseerd. Kernvragen waren de hoogte van de schulden en inkomens van aanvragers bij het fonds.
Samenvatting onderzoek. In de periode 2000-2015 heeft Cordaid via het Fonds Individuele Noden in eigen beheer 2048 huishoudens ondersteund met een eenmalige gift voor een totaalbedrag van: € 947.267,00. In de laatste vijf jaar zijn dat 367 toegekende aanvragen. De gemiddelde gift is € 462,53. Het gros van de aanvragen die worden toegekend betreffen verhuis-en inrichtingskosten (45%), kleding (23,7%) en afbetaling schulden en achterstallige rekeningen (24.9%). Het betreft rekeningen voor water of energie (4,1%), het voorkomen van huisuitzettingen (3%) en aflossing schulden bij de belastingdienst (terugvorderingen van huurtoeslag en zorgtoeslag), UWV/gemeente, woningbouwvereniging, of verzekeringsmaatschappijen (17,8%). Cordaid draagt hier alleen aan bij als de financiële ondersteuning een accuut probleem oplost.
Schuldenlast De schuldenlast van de aanvragers loopt sterk uiteen. Ongeveer een kwart van de aanvragers (75.2%) heeft schulden op het moment van de aanvraag. De gemiddelde schuld van de toegekende aanvragen 2000-2015 is € 8.575,24, de mediaan (middelste waarde) € 3.000,00. In de periode 2011-2015 is een onderscheid gemaakt tussen de toewijzingen en afwijzingen. In de periode 2011-2015 is zowel het gemiddelde als mediaan hoger dan in de totaalperiode (2000 – 2015).
Schulden 2011–2015 Totaal
Toekenningen
Afwijzingen
Gemiddelde
€ 16.514,81
€ 17.871,59
€ 14.041,13
Mediaan
€ 5.000,00
€ 5.173,33
€ 4.078,36
Modus
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
Minimum
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
Maximum
€ 281.726,00
€ 250.000,00
€ 281.726,00
Aantallen
511
330
181
Trend De gemiddelde hoogte van de schulden onder de aanvragers is in de periode 2000-2015 laat een stijgende trend zien. In 2001 is de gemiddelde schuldenlast € 1.929, in 2011 is deze € 10.683. In 2012 is de gemiddelde hoogte van de schuld meer dan verdubbeld ten opzichte van 2011 naar een bedrag van € 23.632. In 2014 ligt het gemiddelde op € 20.497. Trend gemiddelde schuldenlast 30000
22500
15000
7500
0 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2001 2012 2013 2014 2015
32
Schuldenplafond Een groot deel van de aanvragers (81,3%) van alle aanvragen heeft over 2000-2015 een schuld van maximaal € 10.000,-. In de periode 2011-2015 is dit 60% van alle aanvragers, en heeft 75% een schuld van onder de € 20.000. Schulden per leeftijd Verschillende leeftijdscategorieën hebben een verschillende gemiddelde schuld. De groep 26-45 jarigen hebben gemiddeld de hoogste schuld € 11.715. Minderjarigen (€ 5,065 ) en senioren van boven de 65 jaar (€ 5,430) scoren gemiddeld het laagst. Inkomen De doelgroep van het Cordaid Fonds voor Individuele Noden zijn de mensen met de laagste inkomens. Dit zie je terug in de cijfers. De inkomens van de aanvragers (in 2011-2015 zijn ook de afgewezen dossiers meegenomen) lopen uiteen, maar zijn overwegend laag, op of onder het sociaal minimum. Het gemiddelde netto maandinkomen van een toegekende aanvraag is € 1072,00. Voor een gezin van vier personen is dat netto € 1337,18. Van alle aanvragers heeft 79,1% een maandinkomen van maximaal € 1300,00 netto. Dit bedrag is het verzamelinkomen. Toeslagen als huurtoeslag, zorgtoeslag , kinderbijslag zijn inbegrepen.
Bron van Inkomen Een relatief klein deel (16,6%) van de aanvragers heeft inkomen uit arbeid. Het overgrote deel ontvangt sociale zekerheidsuitkeringen (63,1%), het betreft hier werkloosheidsuitkering (WW), arbeidsongeschiktheidsuitkeringen (WIA en WAO), Wajong, bijstand en AOW/pensioen
Inkomsten bronnen 2000–2015 Inkomstenbronnen 2000–2015
Toegekende aanvragen
Arbeid
16,6%
Uitkering (WW, WIA, WAO)
29,9%
Bijstand (WWB)
33,2%
Wajong AOW/Pensioen/StuFi Geen inkomen Totaal Aantal dossiers
5,7% 10,4% 3,8% 99,6% 2040
Aanvragende organisaties In totaal wisten meer dan honderd lokaal of landelijk opererende organisaties voor hun cliënten de weg naar Cordaid Bond zonder Naam te vinden. De aanvragen komen van stichtingen die zich richten op mensen met een beperking, (ex) dak- en thuislozen, mensen met psychologische problemen of psychiatrische stoornissen. Daarnaast komen de aanvragen van stichtingen voor algemeen maatschappelijk of schuldhulpverlening. Benificiënten Het feit dat de aanvragen komen van bovengenoemde organisaties betekent dat Cordaid ook met een specifieke doelgroep te maken heeft. Van 2/3 van de aanvragen is bekend dat er sprake is van gezondheidsklachten, psychisch/psychiatrische klachten of verslaving. Deze gezondheidsklachten worden regelmatig in verband gebracht met de ontstane noodsituatie waarvoor ondersteuning wordt aangevraagd en/of het gebrek aan mogelijkheden/vaardigheden deze situatie te voorkomen of op te lossen.
33
6. Voorbeeld
Raadsvoorstel
Raadsvoorstel Te nemen besluit Gevraagd wordt om in te stemmen met een nieuwe aanvullende manier van schuldherstructurering. Aangeboden stukken ter bespreking Raadsvoorstel- en besluit; Maatschappelijke effecten in 1 oogopslag; Bijzonderheden Geen. Betrokken personen en/of partijen • Plangroep en Ferm Werk; • Stichting Vota (red. een lokaal initiatief in de gemeente); Laatste vergadering(en) waarin dit onderwerp eerder is geagendeerd In de kwartaalrapportages Sociaal Domein is de commissie Samenleving geïnformeerd over de voortgang van het nationaal initiatief. Achtergrondstukken ter kennisname Handboek initiatief herstructureren schulden Inleiding Een van de doelstellingen van dit college is om zoveel mogelijk mensen uit de schulden te helpen. Deze doelstelling is in de begroting 2015-2018 vertaald in de volgende kpi: De daling van de gemiddelde overblijvende restantschuld van onze inwoners. Daarmee biedt
het de kans aan inwoners om de armoede te ontstijgen en (weer) actief deel te nemen aan de maatschappij. Op basis van onderzoek van het Nibud en de Nederlandse Vereniging Voor Volkskrediet (NVVK) wordt ingeschat dat 1 op de 10 huishoudens risico loopt op het ontstaan van problematische schulden (bron: Nibud; NVVK). Dit houdt in dat in de gemeente BodegravenReeuwijk ongeveer 1200 gezinnen risico lopen om in een situatie terecht te komen waarbij problematische schulden het leven bepalen en actief participeren in onze samenleving wordt belemmerd. Deze belemmering wordt voor een groot deel veroorzaakt door het taboe dat op armoede rust (armoede is iets waar je je voor schaamt). Daarnaast blijkt uit onderzoek) dat armoede en een problematische schuldenlast het gedrag van mensen zodanig beïnvloed dat zij, gebaseerd op de korte termijn, niet de juiste keuzes (meer) kunnen maken. Gezinnen die op dit moment worden geconfronteerd met problematische schulden komen daarbij in een perverse ‘schuldindustrie’ waarbij gezinnen ook opdraaien voor het in stand houden van de miljoenenkostende incasso en deurwaarderindustrie. De incassobureaus en de bedrijven die ze inschakelen handelen op korte termijn. De lange termijn consequenties van het handelen van deze schuldindustrie en de daaruit voortvloeiende consequen-
ties komen voor rekening van de maatschappij. Te denken valt daarbij aan kosten voor bijstand of extra uitgaven aan jeugdzorg ontstaan doordat inwoners door schulden belemmerd worden in hun maatschappelijke participatie. Er is een evident maatschappelijk belang om het huidige systeem van schuldsanering en incassering grondig te herzien. Vanuit dit vertrekpunt is een initiatiefgroep van start gegaan met het Nationaal Initiatief Herstructureren Schulden. Opbouw van dit raadsvoorstel Het Nationaal Initiatief Herstructureren Schulden voorziet in een andere wijze van het bieden van hulp aan mensen met problematische schulden. Om tot dit vergelijk te komen zal in dit advies allereerst de huidige praktijk met daarbij de tekortkomingen worden geschetst. Vervolgens zal het Nationaal Initiatief Herstructureren Schulden aan bod komen, waarbij wordt beargumenteerd op welke manier dit initiatief invulling geeft aan de gesignaleerde tekortkomingen van het huidige systeem en bijdraagt aan de realisatie van de beleidsdoelstellingen van de gemeente. Er wordt een voorstel gedaan om per 1 januari 2016 beide werkwijzen te combineren. Uit de ervaring die opgedaan worden kan in 2017 of 2018 al dan niet volledig worden overgegaan op de nieuwe werkwijze. 1. Huidige
werkwijze Op dit moment wordt de schuldhulpverlening uitgevoerd door Ferm Werk die hiervoor Plan Groep heeft gecontracteerd. Plangroep heeft in 2014 in 34
Bodegraven-Reeuwijk totaal 86 huishoudens bijgestaan met schuldhulpverlening: Dossiers in 2014, 2013 en 2012 Aantal 2014
Aantal 2013
Aantal 2012
Dossiers op 1 januari
94
95
62
Nieuwe dossiers (aanmeldingen)
82
41
80
Afgesloten dossiers
86
42
47
Dossiers op 31 december
90
94
95
PlanGroep heeft in 2014 86 dossiers afgesloten. Van deze afgesloten dossiers zijn er 17 positief afgesloten. 4 dossiers zijn afgesloten door toelating in wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP). D overige dossiers (65) zijn afgesloten om diverse andere redenen, en hebben niet geleid tot een oplossen van het probleem, het herstructureren van schulden. De cliënten die zich bij Plangroep melden bevinden zich met name in de leeftijdscategorie van 45 tot 55 jaar. Clienten jonger dan 25 en ouder dan 65 jaar komen weinig voor. Dit komt overeen met het landelijk beeld dat Plangroep heeft. 73% van de cliënten van Plangroep hebben een inkomen dat onder het modaal inkomen ligt (€ 1866 netto per maand). Van deze 73% ontvangt net iets meer dan de helft (51%) een uitkering. De gemiddelde schuld van de cliënten in Bodegraven-Reeuwijk van Plangroep is als volgt.
2. Oplopend
Dossiers naar schuldhoogte in 2014 Schuldhoogte
% van totaal *
< € 5.000
4%
5.000 – 15.000
26%
15.000 – 50.000
35%
50.000 – 75.000
10%
> 75.000
25%
Totaal
100%
Volgens Plangroep is het opmerkelijk dat er relatief veel mensen met een hoge schuldenlast zijn. Plangroep concludeert hieruit dat inwoners zich in een relatief laat stadium melden. Op landelijk niveau stijgen het aantal aanmeldingen en de gemiddelde uitstaande schuld (op basis van de jaarcijfers NVVK):
Aanmeldingen Gemiddelde schuld
2008
2009
2010
2011
2012
2013
44.000
53.000
79.000
76.000
84.000
89.000
€ 29.900
€ 33.700
€ 30.700
€ 32.250
€ 33.500
€ 37.700
Conclusies huidige werkwijze 1. Ontstaan van een schuldenindustrie; De cijfers laten een duidelijke stijging zien van zowel het aantal aanmeldingen, als de gemiddelde schuld. Het duurt lang voordat een schuld wordt gesaneerd waardoor de schuld door incasso- en deurwaarderskosten stijgt. Als schuldenaars al kunnen terugbetalen, gaat een aanzienlijk deel van de terugbetaling naar deurwaarders en incassobureaus. Dit is een maatschappelijke ongewenste situatie.
aantal cliënten en gemiddelde
schuld; Plangroep constateert een relatief hoge gemiddelde schuld bij haar cliënten. Hieruit concludeert PlanGroep dat inwoners zich in een laat stadium melden. Ook de landelijke cijfers van het NVVK ondersteunen deze conclusie, ook deze laten zien dat het aantal aanmeldingen oploopt en de gemiddelde schuld omhoog loopt. Daarbij rust er een taboe op het hebben van schuld. 3. Hoog recidivisme; Het recidivepercentage van minnelijke en wettelijke trajecten zoals de wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP) is hoog (afhankelijk van het onderzoek tussen de 60 en 90%). Oorzaak hiervan is het drie jaar lang ‘kopje onder duwen’ van mensen door te weinig geld uit te keren om de vaste lasten van te betalen. En mensen die participeren in de WSNP verliezen perspectief om te gaan werken (‘Het heeft toch geen zin, alles wat ik verdien moet ik weer inleveren’). En zodra de WSNP wordt ingezet ontstaat een apathische houding (‘Nu wordt er voor me gezorgd en hoef ik niets meer te doen.”). Gevolg hiervan is dat mensen in schulden blijven hangen. 4. Geen perspectief Vanuit de monitoren van de commissie transitie Sociaal Domein is naar voren gekomen dat ongeveer 80% van de problemen binnen het Sociaal Domein een evidente relatie hebben met het domein van werk en inkomen. Schuldenproblematiek en werkeloosheid en daaruit voortkomende belemmering van participatie is daarbij een voorname oorzaak en veroorzaakt andere problemen op bijvoorbeeld jeugd gerelateerde problemen (bij gezinnen), of gezondheidskosten.
35
2. Nieuwe
Werkwijze: het Nationaal Initiatief Herstructureren Schulden Doelstellingen Het nationaal initiatief kent de volgende doelstellingen: 1. Sneller mensen uit schulden. Hierdoor wordt de neerwaartse spiraal van schulden, incasso- en deurwaarderskosten en meer schulden doorbroken. En het belangrijkste, er ontstaat perspectief voor mensen omdat ze geen problematische schulden meer hebben en er door de gekozen oplossing geen of minder druk meer wordt ervaren. 2. Duurzamer
mensen uit schulden. Door preventief te handelen mensen structureel uit de schulden houden.
Werkwijze De bovenstaande doelstellingen leiden tot onderstaande werkwijze van het intiatief. neemt onder strikte voorwaarden schulden van inwoners over; 2. PlanGroep treft regeling met schuldeiser (norm is 80% kwijtschelding); 3. Inwoners betalen een vast bedrag van € 30,per maand terug aan de gemeente; 4. Inwoners die deel uit maken van dit initiatief worden opgenomen in gemeenschappen (community’s) waarbij toezicht en hulp worden geboden om duurzaam uit te schulden te blijven
hulpverleningstrajecten buiten de boot vallen. • Mensen die willen participeren in een collectief om meer inkomen te verwerven en op lange termijn willen terug betalen. • Mensen met beginnende schulden. Dit is de doelgroep waar we snel veel maatschappelijk effect mee kunnen bereiken. Door in een vroegtijdig stadium de schulden aan te pakken wordt erger voorkomen; Op dit moment behoren huishoudens met hoge inkomens met bijvoorbeeld hypotheekschulden nog niet tot de doelgroep. Binnen het initiatief herstructureert de gemeente schulden van schuldenaars . Tegenover dit herstructureren van de schulden door de gemeente staan wel de volgende plichten: • Participeren in een lokaal samenwerkingsverband • Samenwerken met Schuldhulpmaatje/buddy • Schuldenaars betalen een vast bedrag van € 30,per maand voor een periode van 15 jaar.
1. Gemeente
1. Gemeente
neemt onder strikte voorwaarden schulden van inwoners over In samenwerking met Plangroep worden 50 gezinnen geselecteerd die voldoen aan de volgende voorwaarden: • Huishoudens in armoedesituaties met een laag besteedbaar inkomen die in reguliere schuld-
Uitgangspunt daarbij is dat de uitvoering van het herstructureren van schulden bij Plangroep ligt.
treft regelingen met de schuldeiser Plangroep heeft binnen haar bestaande afspraken de mogelijkheid om tenminste circa 80% van de schuld van een huishouden te saneren. Dit houdt in dat de gemeente van de overgenomen schulden 20% dient te voldoen aan de betreffende schuldeisers. Daarbij dient de gemeente wel als kassier op te treden en de aflossing van de schulden (de 20%) voor te financieren.
per maand betalen. Daarbij wordt een betalingsregeling afgesloten waarbij in een licht regime over een periode van 15 jaar wordt terugbetaald. Dit bedrag is op dit moment gesteld op € 30,- per maand. Op deze manier wordt rust gecreerd bij schuldeisers en wordt perspectief geboden een nieuw bestaan op te bouwen.
4. Inwoners die deel uitmaken van het initiatief worden opgenomen in communitys waarbij toezicht en hulp worden geboden Zoals blijkt uit de huidige werkwijze is het recidive onder mensen met schulden erg hoog. Een belangrijke opdracht is om binnen onze samenleving community’s op te richten waarbinnen de geselecteerde inwoners worden begeleid. Voor deze begeleiding zijn zowel mensen als locaties benodigd. In onze gemeente zijn verschillende organisaties actief op het gebied van begeleiding van inwoners met schulden. Onder andere stichting Vota! en maatschappelijk werk stichting Kwadraad zijn op dit moment actief. Het is de opdracht om samen met stichting Vota! en Kwadraad af te spreken hoeveel huishoudens zij per 1 januari 2016 vanuit het nationaal initiatief kunnen gaan begeleiden.
2. Plangroep
Begeleiding kan plaats vinden bij de mensen thuis, maar moet tevens plaats vinden in de te ontwikkelen ‘Huizen van Alles’. Deze locaties zijn zeer geschikt om de mensen met schulden weer op te nemen in onze samenleving.
3. Inwoners betalen een vast bedrag terug aan de gemeente; Daartegenover staat dat de huishoudens waarbij de schuld wordt overgenomen een vast bedrag 36
Financiën en Risico’s Bovenstaand initiatief leidt tot het volgende rekenvoorbeeld, waarbij de financiële gevolgen voor de gemeente inzichtelijk gemaakt worden. Voor het startjaar 2016 gaan we uit van de volgende aannames: Aantal gezinnen: Gemiddelde schuld
Conclusies nieuwe werkwijze Verrijking van het huidige systeem: Als we de gesignaleerde tekortkomingen/conclusies van de huidige werkwijze tegenover het perspectief van de nieuwe werkwijze zetten dan ontstaan de volgende bevindingen:
50 € 10.000
Totaal te herstructureren schuld
€ 500.000
Te saneren deel van de schuldenlast (80%)
€ 400.000
Voor te financieren deel (20% door gemeente)
€ 100.000
De € 100.000 die voor te financieren komt voor rekening van de gemeente. Dit brengt jaarlijks kapitaalslasten met zich mee. Als uitgegaan wordt van de rekenrente van 3,5% dan zijn de kapitaallasten € 3.500. De kosten voor voorfinanciering worden opgevangen binnen de huidige budgetten voor schuldhulpverlening. Tegenover het herstructureren van schulden staat dat de deelnemende inwoners 15 jaar lang elke maand € 30,- per maand terug betalen. Uitgaande van 50 gezinnen zijn de jaarlijkse inkomsten € 18.000. Er is een risico aanwezig dat het niet altijd mogelijk is de maandelijkse bijdrage van € 30,- bij alle schuldenaars te incasseren. Rekening houdend met dit risico en het gegeven dat er enige uitvoeringskosten voor wat betreft de te organiseren uitvoering door Plangroep ontstaan is het de doelstelling dat het initiatief kosten neutraal kan worden georganiseerd.
Uitschakelen van de schuldenindustrie Door schulden in een vroeg stadium te signaleren en het oplopen van schulden zo veel mogelijk te voorkomen worden deurwaarders en incassobureau buiten de deur gehouden. Kosten voor deze industrie worden niet meer verhaald op inwoners met schulden. 2. Voegsignalering en preventie Het belang van vroegsignalering en preventie ligt voor de hand, het voorkomt dat schulden te hoog oplopen. Door samen met Plangroep (en l de communitys) zo vroeg mogelijk inwoners te signaleren die in aanmerking komen voor dit initiatief worden te hoog opgelopen schulden zo veel mogelijk voorkomen (voegsignalering). Daarbij wordt in de community’s begeleiding te geven aan mensen met schulden (preventie). Beide aspecten kunnen versterkt worden door de verbinding te zoeken met de lokale woningbouwcoöperaties, zorgverzekeraars of energiemaatschappijen. 3. Voorkomen van recidivisme Door in lokale gemeenschappen begeleiding te geven aan de inwoners met schulden wordt de participatie van inwoners vergroot en wordt de kans op terugval in het oude gedragspatroon vermindert. Daarbij wordt ook een begin gemaakt aan het weghalen van het taboe dat rust op ‘het hebben van schulden’. 4. Perspectief bieden Door het initiatief wordt perspectief geboden aan de inwoners met schulden. Hoe deze rust en ruimte eruitziet zal per geval verschillen. Het 1.
wegvallen van acute financiële zorgen door de bestaande schulden over te nemen zorgt in ieder geval op korte termijn voor rust. Op de lange termijn is het nodig om perspectief te bieden, zowel door te participeren in lokale gemeenschappen. Bijdrage aan realisatie van de gemeente beleidsdoelstellingen Door het bieden van perspectief met deze nieuwe vorm van schuldherstructurering wordt voor de inwoners met schulden: • De kans groter op werk/uit bijstand; • De mogelijkheden van participatie in de samenleving vergroot (je telt weer mee); • De gezondheid verhoogt; • De kans op terugval in schulden zo klein mogelijk gehouden; • De kans dat kinderen in gezinnen met schulden succesvol school afmaken hoger; Het nieuwe initiatief draagt daarmee bij aan de beleidsrealisatie die in de begroting 2015 – 2018 is opgenomen:
% Gebruikers WMO – voorzieningen % Gebruikers – Jeugdhulp Preventieve acties (in dagelijkse leefomgeving)
Rek.
Begr.
Begr.
Begr.
Begr.
2014
2015
2016
2017
2018
100
97
95
92
90
–
100
95
90
85
–
–
–
–
–
–
–
–
–
210
178
158
138
Gemiddeld overblijvende restantschuld Aantal uitkeringsgerechtigden
–
37
Overzicht in 1 oogopslag Voor een overzicht in 1 oogopslag van de positieve maatschappelijk effecten van dit initiatief en de positieve bijdrage van dit initiatief op de gemeentelijke bijdrage wordt verwezen naar de bijlage. Vervolgtraject Na dit raadsvoorstel wordt het nationaal initiatief herstructureren schulden verder ingevoerd. In samenwerking met de diverse lokale partijen (Plangroep, Vota!, Woningbouwverenigingen) wordt gewerkt aan een start van het initiatief in 2016. Rapportage over de voortgang van het initiatief zal plaatsvinden door middel van de kwartaalrapportages.
38
7. Enkele
voorbeelden van lokale initiatieven
Sociale coöperaties “De sociale coöperatie is een ondernemingsgerichte vereniging met een maatschappelijk doel, waarin mensen met een laag inkomen en/of een afstand tot de arbeidsmarkt zelf ondernemende activiteiten ontplooien en daardoor sociaaleconomisch zelfredzamer worden. Coöperatief ondernemen is een innovatieve oplossing waarlangs mensen met een bijstandsuitkering kunnen terugkeren in het arbeidsproces. Voor hen kan in overleg met de gemeente een zogenaamde regelluwe zone worden ingericht. Binnen deze zone krijgen mensen toestemming om aan een sociale coöperatie deel te nemen met behoud van uitkering en met vrijstelling van sollicitatieplicht of deelname aan andere re-integratietrajecten. Een deel van de omzet die de leden maken kunnen zij via de coöperatie investeren in hun onderneming, een ander deel vloeit terug naar de gemeente als verrekening met de uitkering. Cordaid kan gemeentes adviseren bij het inrichten van zo’n regelluwe zone.
Enkele voorbeelden van sociale coöperaties: AfriPan cateringcoöperatie, Den Haag De sociale coöperatie AfriPan bestaat uit een groep Afrikaanse vrouwen die samen cateringopdrachten verzorgen in de Haagse regio. Met de Afrikaans keuken als specialiteit richten zij zich in eerste instantie op de Afrikaanse en internationale gemeenschap in Den Haag. Daarnaast willen zij ook niet-Afrikaanse mensen kennis te laten maken met deze cuisine.
Scharrelcoöperatie De Vrije Uitloop, Breda In Breda vormt een groep mensen die vanuit een uitkering weer aan de slag willen een ‘scharrelcoöperatie’. Onder de vleugels van de coöperatie starten zij als kleinschalige scharrelondernemers een eigen bedrijf, bijvoorbeeld een naaiatelier. Daarbij behouden ze hun uitkering als vangnet. Met hun omzet vullen zij via de coöperatie een spaarpotje om te investeren in materialen en opleiding. Vier keer per jaar organiseert Cordaid een informatiemiddag voor mensen die geïnteresseerd zijn om een sociale coöperatie op te starten voor/van mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Op deze middagen krijgt u praktische informatie over coöperatief ondernemen en over de ondersteuning die Cordaid kan bieden.” Bron: Cordaid
Meer info: Wilt u een informatiemiddag bijwonen, zelf een coöperatie starten en/of meer weten over sociale coöperaties, dan kan Cordaid daarin ondersteunen. Neem dan contact op met: Kristel Ashra, Programma Manager,
[email protected], 070 31 36 253 Complex in Zaanstad Het Goede Gieren Fonds (http://eropaf.org/aanbevolen/ pieter_hilhorst_over_het_goede_gierenfonds.aspx) is samen met o.a. de gemeente Zaanstad en maatschappelijke partners in twee wooncomplexen aan de slag om per complex gezamenlijk iets te doen aan problematische sociale situatie.
Door en voor jongeren Een Leids initiatief waar Studio Moio jongerenmet-schulden inzet om andere jongeren met schulden te coachen. Het startschot was een 24-hours challenge waar jongeren zelf initiatieven hebben bedacht om uit de schulden te komen en ze te voorkomen: www.omroepwest.nl Schuldhulpmaatje Bij de intake wordt bepaald of een koppeling aan een Schuldhulpmaatje meerwaarde biedt voor de deelnemer. Wanneer dit zo is wordt diegene gekoppeld aan een Schuldhulpmaatje om orde te brengen en houden in de financiële situatie. Samen met Schuldhulpmaatjes wordt gewerkt aan het op orde brengen van de financiële administratie en gedrag. Een plan wordt opgesteld om structureel de vaste lasten op orde te brengen. “Een SchuldHulpMaatje neemt niet het werk over van professionele hulpverleners. Hij biedt persoonlijke ondersteuning en werkt samen met de Sociale Dienst en maatschappelijke organisaties. De meerwaarde van het maatje is dat hij tijd heeft. Om naar iemands verhaal te luisteren bijvoorbeeld. Of om te helpen bij het invullen van een ingewikkeld formulier of ondersteuning bij een lastig telefoongesprek met een schuldeiser. De praktijk wijst uit dat de steun van een maatje de effectiviteit van schuldhulpverlening vergroot. Preventie staat hoog in het vaandel: je kunt bij SchuldHulpMaatje aankloppen vóórdat je schul39
den hebt. Graag zelfs. Voorkomen is beter dan genezen. SchuldHulpMaatjes zijn betrouwbaar. Elk maatje volgt een speciaal ontwikkelde driedaagse cursus en ontvangt jaarlijks bijscholing. Uiteraard zijn de maatjes gescreend op betrouwbaarheid.” Bron: www.schuldhulpmaatje.nl Naast de preventieve activiteiten van Schuldhulpmaatje zijn er ook verschillende lespakketten voor de basisscholen te gebruiken om schulden te voorkomen: www.nibud.nl.
40
8. Serious
game DEAL!
Onderhandelingsspel 60 min Doel van spel: Lokaal Fonds Waterkant en Nationale Leveranciers/Schuldeisers maken een afspraak waarmee schulden van inwoner Pietersen van gemeente Waterkant snel (binnen 4 weken) te herstructueren en schuldenaren per omgaande gezonde klanten zijn. Resultaat spel: Een set van afspraken die nodig zijn om een onderhandeling met meerdere partijen snel tot een deal te laten komen. Casus: Meneer Pieters (24, samenwonend, geen kinderen) is plotseling ontslagen. Hij is het hier niet mee eens en vecht het besluit aan bij de rechter. Na zijn ontslag stapelen de juridische kosten op door de rechtszaak tegen zijn voormalig werkgever. Hij kiest ervoor om de advocaat wel te betalen en andere schuldeisers niet te betalen. Er ontstaan betalingsachterstanden in de vaste lasten huur (4k), energierekening (1k) en ziektekostenverzekering (2k) en verschillende schuldeisers bij diverse bedrijven zoals een incassobureau (2k). De totale schuld is 9.000 euro. Op dit moment heeft dhr. Pieters een bijstandsuitkering. Twee spelvarianten Variant A: Convenant model Uitgangspunten / aannames: • Er is in de gemeente Waterkant een politiek besluit genomen om een lokaal fonds te starten om 50 huishoudens uit de schulden te halen en houden. • De brancheorganisaties van energie, zorg en wonen experimenteerruimte verlenen toestem-
ming om onder de huidige convenanten een uitzondering te maken voor dhr. Pieters. De experimenteerruimte bestaat uit: • Een clausule onder de huidige convenanten waarin staat, gezien de snelheid van vier weken, dat er geaccepteerd wordt dat de informatie van schulden-opbouw mogelijkerwijs onvollediger kan zijn. • Een clausule waarbij schuldeisers een saneringsvoorstel binnen vier weken accepteren, wetende dat andere maatschappelijke schuldeisers ook herstructureringsvoorstellen accepteren. • Binnen twee weken moet de gemeente Waterkant herstructureringsafspraken met alle schuldeisers treffen. • De gemeente Waterkant heeft een overeenkomst afgesloten met dhr. Pieters dat hij na sanering van de schulden mee gaat draaien in een coaching/buddy traject om meer grip op zijn financiën te krijgen en dat hij gaat participeren in een sociale coöperatie om werkervaring op te doen. • Nadat de overeenkomst gesloten is betaalt dhr. Pieters elke maand zijn vaste lasten.
Variant B: zonder convenant model Uitgangspunten / aannames: • Er is in de gemeente Waterkant een politiek besluit genomen om een lokaal fonds te starten om 50 huishoudens uit de schulden te halen en houden. • Er zijn geen afspraken gemaakt met brancheorganisaties van energie, zorg en wonen over experimenteerruimte. Per schuldeiser moeten er afspraken gemaakt worden.
• Binnen
twee weken moet de gemeente Waterkant saneringsafspraken met alle schuldeisers treffen. • De gemeente Waterkant heeft een overeenkomst afgesloten met dhr. Pieters dat hij na sanering van de schulden mee gaat draaien in een coaching/buddy traject om meer grip op zijn financiën te krijgen en dat hij gaat participeren in een sociale coöperatie om werkervaring op te doen. • Nadat de overeenkomst gesloten is betaalt dhr. Pieters elke maand zijn vaste lasten. Spelers: 1. Lokaal Fonds gemeente Waterkant vertegenwoordigd door lokale wethouder (2 a 3 spelers) 2. Leveranciers/belangrijkste schuldeisers vertegenwoordigd door Zorgverzekeraar, woningbouwcorporatie, energieleverancier, etc. (2 a 3 spelers) 3. Spelleider Spelverloop Ronde 1: Voorbereiding door partijen: standpuntbepaling – 15 min 1. Bespreek: Wat willen jullie bereiken, wat is het resultaat waar jullie op mikken. En wat is het resultaat dat jullie op z’n minst willen bereiken. Hoe schatten jullie de positie van de ander in? Wat zijn de belangen die voor de andere partij op het spel staan? Wat wil die ander waarschijnlijk bereiken? Wat zouden de gemeenschappelijke belangen zijn? 2. Zet argumenten op een rij zetten 3. Noteer de vragen die jullie aan de andere partij 41
willen stellen 4. Bepaal wie woordvoerder is Ronde 2: Presentatie posities – 2x2 + 5min = 10 min • Partij Lokale Fonds presenteert zijn wensen met de bijbehorende argumenten • Partij Nationale schuldeisers presenteert zijn wensen met de bijbehorende argumenten • Beiden stellen elkaar vragen Speleider – stop als het onderhandelingen worden. Benoem de gemeenschappelijke belangen of zaken waar partijen het over eens zijn Ronde 3 Mogelijkheden aftasten / proefballonnetjes: 10 min Partijen nemen 5 minuten om mogelijkheden / proefballonnetjes te bedenken en los te laten. Doe voorstellen in de vorm van “Stel dat we zouden voorstellen om …’, ‘Als we zouden afspreken om …’, ‘Wat zouden jullie ervan denken als we …’ Wat weegt het zwaarste voor de ander? Ronde 4: Deal? 10 min Onderhandel en kom tot een deal. (or not) Nabespreking 15 min Wat hebben we ervaren, wat betekenen de resultaten (of het ontbreken er van) voor de aanpak in je gemeente? Nodig • Casus / context • Badges met rol • A4 papier / Post-it’s • Pennen • Flip-over vel
42
9. Serious
game Samenwerkingspuzzel
Puzzelspel (60 min): Doel: Hoe kunnen we de samenwerking tussen lokaal fonds in Waterkant, het collectief van initiatieven en professionele organisaties en mevrouw Biswane – inwoonster met schulden – effectief organiseren. Het beoogde effect is duurzaam schuldenvrij, gezonde klant, gezonde inwoner(gezin) met toekomstperspectief Casus: Mevrouw Biswane (45, alleenwonend met dochter van 18) is door een huiselijk geweld in het gezin na een half jaar gescheiden van haar man. Ze waren gehuwd in gemeenschap van goederen. Door de criminele acties van haar man (die nu in detentie zit) wordt het huis uiteindelijk gedwongen geveild. Ze woont nu in een huurhuis samen met haar dochter. Mevrouw Biswane blijft achter met een restschuld van 11.000 euro. De belangrijkste schuldeiser is de bank (7k), maar er zijn ook schulden opgebouwd bij het energiebedrijf (2k), zorgverzekering (0,5k), belastingdienst (1k) en nog drie andere schuldeisers (0,5k). Mevrouw Biswane heeft het grootste gedeelte van haar leven gewerkt. Ze heeft de afgelopen twee jaar via haar voormalige werkgever in de ziektewet gezeten. Nu zit ze in de bijstand. Mevrouw Biswane is blij dat ze mee kan doen met het lokale fonds van de gemeente Waterkant. Haar schulden zijn overgenomen en ze lost nu elke maand 40 euro af aan de gemeente. En zodoende is het betalen van de maandelijkse vaste lasten geen probleem meer. Ze heeft ook andere afspraken gemaakt met de gemeente over deelname aan lokale activiteiten. Welke zijn dat? Hoe is het in
Waterkant georganiseerd? Wat is de rol van de gemeente, wat zijn verwachtingen van elkaar?
verleent een opdracht aan het initiatief en heeft periodiek overleg.
Uitgangspunten: • De Gemeente Waterkant heeft een lokaal fonds ingesteld • Het grootste gedeelte van de schuld (8000 euro) van mevrouw Biswane is gesaneerd door het lokale fonds. Het niet gesaneerde bedrag (3000 euro) is betaald door de gemeente aan de schuldeisers. • De gemeente Waterkant en mevrouw Biswane hebben een overeenkomst getekend. Mevrouw Biswane betaalt haar hele schuld (11.000 euro) op lange termijn, 15 jaar, met 40 euro per maand aan de gemeente terug. Het resterende bedrag wordt na 15 jaar kwijtgescholden door de gemeente.
Spelers / rolopdracht 1. Mevrouw Biswane (1 a 2 spelers)
Twee spel-varianten(ze kunnen evt in parallelle spellen worden uitgetest): Spelvariant A Gemeente Waterland is fondsbeheerder en projectleider van lokale initiatieven. Projectleider van het collectief wil zeggen dat de gemeente Waterkant een zeer actieve rol speelt wat betreft de budgetcoaching, sociale coöperaties en/of werkervaringsplekken. De gemeente organiseert zelf bijv. de budgetcoaching.
2.
Spelvariant B Gemeente Waterland is fondsbeheerder en opdrachtgever van lokale initiatieven. Opdrachtgever van lokale initiatieven betekent dat de gemeente Waterland op meer afstand staat. De gemeente
Opdracht: Bespreek met de andere Mw Biswane (s): Hoe ziet een goede samenwerking/ relatie met lokaal fonds/ gemeente en lokale initiatieven eruit? Wat verwacht ik (we) van ze? Bepaal: Wat heb ik nodig van de andere partijen? En wat heb ik te bieden? Schrijf ieder aanbod op een post-it met dezelfde kleur en iedere behoefte op een post-it met een andere kleur. Gemeente Waterkant ( 2 a 3 spelers oa beleidsambtenaar, uitvoerder/projectleider)
Opdracht: Bespreek met je collega gemeenteambtenaren: Hoe ziet een goede samenwerking relatie met de lokale initiatieven en schuldenaren eruit? Wat verwachten we van ze? Bepaal: Wat hebben we nodig van de andere partijen? En wat hebben we te bieden? Schrijf ieder aanbod op een post-it met dezelfde kleur en iedere behoefte op een post-it met een andere kleur.
43
3.
Lokale initiatieven (2 a 3 spelers oa budgetmaatje, voedselbank, of kies een ander lokaal initiatief)
Opdracht: Bespreek met de andere initiatieven: Hoe ziet een goede samenwerking relatie met lokaal fonds/gemeente en schuldenaren eruit? Wat verwachten we van ze? Bepaal: Wat hebben we nodig van de andere partijen? En wat hebben we te bieden? Schrijf ieder aanbod op een post-it met dezelfde kleur en iedere behoefte op een post-it met een andere kleur. Spelverloop Mevrouw Biswane
Collectief (lokale initiatieven)
Gemeente / lokaal fonds
Leg op tafel 3 kaarten met de partijen en een flip-over. De lijnen tussen de partijen zijn nog betekenisloos. Ga met elkaar bepalen welke relaties er nodig zijn. Wat heeft een ieder nodig en wat heeft een ieder te bieden. 5. Speelronde 1: 30 minuten spelen. 6. Bespreken: Wat valt er tot nu toe op. In hoeverre is dit een ideaalbeeld of realistisch? Op welke wijze spreken we nu met elkaar? Hoe ervaren we ieders bijdrage? Bespreek dat met elkaar. Destilleer aanvullende onderwerpen/thema’s voor de 2e ronde 7. Speelronde 2 (20 min): Bespreek met elkaar binnen de rollen over • Controle: is dat nodig, waarvoor en door wie? • Resultaat - wanneer is het klaar? Wanneer ben je/zijn jullie tevreden. Wanneer gaat het goed. 8. Nabespreken Ervaringen en conclusies 4.
Nodig: • Case beschrijving • rol + opdrachtbeschrijving (bij lokale initiatieven kun je overwegen om een korte beschrijving mee te geven) • badges met rol • kaartjes met partijen • tape • Post-its • pennen
Startpunt: 1. Verdeel de rollen en vraag mensen de bijbehorende badge op te doen 2. Lees casus voor + uitgangspunten (agree to disagree) 3. Geef de 3 partijen hun opdracht en laat ze 15 a 20 min onderling aan de slag 44
Voorbeeld overeenkomst fonds – debiteur 10.
Gebaseerd op een leningsakte van de personeelsvereniging van Post NL Naam lener A Geboortedatum Naam partner B Geboortedatum Werkzaam bij Artikel 1 Het lokale fonds van het Nationale Initiatief Herstructureren Schulden te xxxx, hierna verder te noemen “Het Fonds“, verklaart hierbij onder hoofdelijke aansprakelijkheid ter leen te verstrekken aan de lener en de partner, die verklaren ter leen te hebben ontvangen en mitsdien schuldig te zijn een bedrag van : [bedrag] in woorden EURO De lener zal over het geleende bedrag aan het Fonds een enkelvoudige rente vergoeden van per jaar. De rente bedraagt 0,00% *Totaal verschuldigde bedrag aan de Stichting [bedragkopie] in woorden EURO Artikel 2 De lener zal ter aflossing van de in artikel 1 genoemde bedragen op de eerste van iedere maand gedurende maximaal 180 termijnen achtereenvolgende maanden een bedrag van [aflossingsbedrag]
en éénmaal het bedrag van ……… aan het Fonds terugbetalen De eerste aflossing zal plaatsvinden op [eerste maand en jaartal] [inhouding]
Artikel 5 De lener is verplicht alle voor het Fonds relevante wijzigingen betreffende: a. zichzelf; b. zijn
Artikel 3 Indien de lener overlijdt, de lener onder bewind of curatele wordt gesteld, surseance van betaling aanvraagt, een verzoek doet tot toepassing van de schuldhulpsanering (WSNP) of een daarop vooruitlopende voorlopige voorziening, in staat van faillissement wordt verklaard, de uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichtingen niet stipt nakomt, dan wel indien mocht blijken dat de lener voor de ondertekening van deze overeenkomst enig recht op loon, pensioen en/of salaris dan wel loonvervangende uitkering aan een derde heeft overgedragen, of dat er ten laste van de lener of diens partner conservatoire en/of executoriale maatregelen zijn genomen, zal het alsdan nog door de lener verschuldigde bedrag dadelijk en ineens geheel opeisbaar zijn, zonder dat enige ingebrekestelling is vereist.
aders en woonplaats ; c. zijn werkgever; d. uitkeringsinstantie; onverwijld schriftelijk te melden aan het Fonds. In te vullen door de lener Hieronder handgeschreven het aan het Fonds totaal verschuldigde bedrag in letters, zoals vermeld in artikel 1* van deze overeenkomst:
Plaats
Hoofdelijk schuldenaar A
Plaats Artikel 4 De lener verklaart ermee in te stemmen om te participeren in een lokaal initiatief zoals wederzijds wordt overeengekomen. De lener verklaart te participeren in een lokaal initiatief om of totdat het besteedbaar inkomen is gestegen en verklaart tot die tijd samen te werken met een buddy/schuldhulpvrijwilliger.
Datum
Hoofdelijk schuldenaar B
Datum
Namens het Fonds Handtekening Handtekening casemanager wethouder
45
11.
Design Labs
Een Design Lab is een manier om ontwerpend, in co-creatie een nieuwe werkwijze te ontwikkelen. Een manier om met een diversiteit aan partijen het gemeenschappelijke belang en gewenst toekomstbeeld te definiëren. En stap voor stap, in een aantal bijeenkomsten, concreter te worden en een werkwijze te ontwikkelen die in de praktijk getest kan worden om het toekomstbeeld te realiseren. Publieke Versnellers heeft als onafhankelijke partij de Design Labs ontworpen en begeleid. Specifiek heeft zij: • Het proces ontworpen om gezamenlijk te convergeren en een werkwijze op te leveren. • Gemeenschappelijke bijeenkomsten ontworpen en gefaciliteerd. • De uitkomsten van de bijeenkomsten verwerkt in het Handboek. • Contact onderhouden met de verschillende partijen die participeerden in het initiatief. Uitwerking verschillende Design Labs Nationaal Initiatief Herstructureren Schulden Design Lab 1 In het eerste Design Lab verzetten we veel werk. Hier komen de mensen samen die per 1-1-2016 van start gaan met de lokale fondsen. Samen bepalen we de randvoorwaarden, kaders van de prototype fondsen en op welke vragen het handboek een antwoord moet geven. Denk aan vragen zoals: • Welke range van mensen/doelgroep kan en mag gebruik maken van het fonds? • Waarom en welke verborgen kosten zijn er in de keten? Wat is de hoogte daarvan? • Welke rol en belang hebben banken hierin?
Hoe krijg je o.a. banken in de stand om er echt iets aan te doen? • Hoe creëren we draagvlak bij al die partijen die hetzelfde nastreven? • Wat is de psychologie van de doelgroep? • Op welke manier gaan we om met preventie en vroegtijdige benadering? Zie voor meer openstaande vragen het werkdocument. Daarna bepalen we wat er minimaal nodig is om te starten in de gemeente. Denk aan een modelcontract of een beheersconstructie/samenwerking bestaande lokale fondsen. We sluiten af met de werkopdrachten die we de sub-labs meegeven. Resultaat: • Kaders en randvoorwaarden voor prototype fondsen • Inhoudsopgave handboek • Opdrachtformuleringen voor sub-labs om het handboek te vullen Design Lab 2 We werken toe naar een concept handboek. Een eerste versie van de modelcontracten, stappenplannen en checklisten produceren we in dit Design Lab. Inclusief alle informatie die we tot dan toe hebben verzameld. In dit stadium weten we duidelijk wat we nog niet weten. De known-unknowns. Definitieve invulling van dit Design Lab is afhankelijk van het eerste lab. Tijdens de laatste twee uur van het tweede Design Lab wordt het prototype van het handboek gepre-
senteerd aan de Community of Interest & Influence. In deze community werken de mensen mee aan het nationale initiatief die niet direct betrokken zijn bij de implementatie van de lokale fondsen. De mensen binnen deze community dragen bij door hun kennis, netwerk en invloed in te zetten om het eerste prototype aan te scherpen. Resultaat: • Concept handboek met de eerste versie van modelcontracten, stappenplannen en checklisten. • Aanscherping handboek en initiatief door Community of Interest & Influence Design Lab 3 Na het tweede Design Lab gaan we aan de slag om erachter te komen wat we nog niet weten. In het derde Design Lab presenteren we de volgende versie van het handboek en vullen het verder aan. We bespreken met elkaar hoe de fondsen in de gemeenten eruit gaan zien. We definiëren de meest urgente vragen waar per gemeente een antwoord op moet komen. De definitieve indeling van het derde Design Lab is afhankelijk van het tweede Design Lab. Resultaat: • Handboek met modelcontracten, stappenplannen en checklisten. • Prototypes van fondsen die per 1-1-2016 starten Design Lab 4 In het vierde Design Lab zetten we de laatste puntjes op de i/prototypes. En we maken afspraken over het vervolgproces. Hoe houden we elkaar op de 46
hoogte van de voortgang? Hoe blijven we leren? Etc. De definitieve indeling van het vierde Design Lab is afhankelijk van het derde Design Lab. Eindresultaat: • Puntjes op de i voor de start van de prototypes • Afspraken over vervolg- en leerproces
47
48