1
kopregel
50 stoere
Natalie Righton & Ton Koene
beroepen Lemniscaat
Nederlandse rechten Lemniscaat b.v. Rotterdam 2007 isbn 978 90 5637 945 2 © tekst 2007 Natalie Righton © foto’s 2007 Ton Koene; zie voorts p. 228 van dit boek Boekverzorging: Marleen Verhulst Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, geluidsband of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Lithografie: Pixel-It, Zutphen Druk en bindwerk: Proost n.v., Turnhout, België
inhoud Voorwoord
7
Forensisch onderzoeker 8 Balletdanseres 12 Brandweerman 18 Piloot 22 Meesterkok 26 Nieuwslezer 30 Profvoetballer 34 Rechter 40 Televisieverslaggever 44 Decorontwerper 48 Dierenverzorger 52 Model 56 Automonteur 62 Haarstylist 66 Duiker 70 Leeuwentemmer 74 Acteur 78 Ambulancechauffeur 84 Visagist 88 Politieagent 92 Schrijver 96 Modeontwerper 100 Arts in de frontlinie 104 Spelletjestekenaar 110 Wielrenner 114 Zeekapitein 118 Treinmachinist 122 Hoogwerker 126 Zakenvrouw 132 Muzikant 136 Dinosaurusexpert 140
Stewardess 144 Fotograaf 148 Dierenarts 152 Loods 158 Boswachter 162 Architect 166 Musicalster 170 F-16 vlieger 174 Paardendresseur 180 Chauffeur speciaaltransport 184 Verpleegkundige 188 Marinier 192 Kunstschilder 196 Chirurg op de traumahelikopter 202 Deejay 206 Autocoureur 210 Luchtverkeersleider 214 Reddingswerker 218 Dolfijnentrainer 222 Over de auteurs 228 Fotoverantwoording 230
voorwoord Droom jij hier ook wel eens van: grote branden blussen als brandweerman, schitteren op de planken als musicalster of als piloot een jumbojet veilig laten landen op Schiphol? En moet je binnenkort een profiel of studierichting kiezen, maar weet je nog niet wat je wilt worden of hoe je jouw droomberoep kunt bereiken? Dan is dit een boek voor jou! Na veel gesprekken met (jonge) mensen over hun droombaan hebben we een selectie van de vijftig leukste en stoerste beroepen gemaakt en die in dit boek gebundeld. Al schrijvend ondervonden we aan den lijve wat er zo stoer en leuk is aan deze beroepen. Zo zijn we met een piloot mee de zee over gevlogen, hebben we met een veearts een dag lang koeien gevaccineerd, hebben we in de pitstop de banden van een racewagen gewisseld en zijn we door stoere jongens van de reddingmaatschappij in de ruige Noordzee gegooid – om gelukkig even later gered te worden. Door al deze ervaringen weten we nu wat elk beroep inhoudt en kunnen we veel van je vragen beantwoorden: Wat is het moeilijkst en het leukst aan verschillende beroepen? Hoe ziet een werkdag eruit? En, ook belangrijk: Hoe kun je het worden? Alle vakmensen in dit boek geven hetzelfde advies: volg je hart en laat je niet afleiden als je iets echt wilt. Niet alleen talent of intelligentie is belangrijk als je je droombaan wilt bereiken – motivatie en een ijzeren discipline evengoed. Chirurg, musicalster, profvoetballer, meesterkok: allemaal hebben ze keihard gewerkt om te komen waar ze nu zijn. Ze bleven geloven in hun droom, al hadden ze soms flinke tegenslagen. Weet je nog niet wat je wilt worden? Ga dan actief op zoek naar wat bij je past. Ook jouw ideale beroep bestaat! Wie weet staat het wel in dit boek…
Ton en Natalie
7
forensisch onderzoeker Judith van Beek (26): Ik
zou inmiddels rijk kunnen worden als inbreker: ik weet precies wat je wel en niet moet doen!
Wat doet een forensisch onderzoeker? Een forensisch onderzoeker biedt technische ondersteuning bij het oplossen van een misdrijf. Mijn collega’s noemen ons werk wel eens ‘Crime Scene Investigation Utrecht’, met een knipoog naar de populaire Amerikaanse televisieserie over forensisch onderzoek. Ik doe veel speurwerk op de ‘plaats delict’, de plek waar het misdrijf plaatsvond. Ik doe ook veel laboratoriumwerk, zoals het analyseren van vingerafdrukken of drugsonderzoek. Naar welke sporen zoek je zoal? Als ik op een plaats delict aankom, bijvoorbeeld een huis waar is ingebroken, kijk ik naar alle zichtbare en niet-zichtbare sporen. Denk aan schoenafdrukken, bloedsporen, vingerafdrukken, dnasporen, werktuigsporen en zelfs geursporen. Als iemand iets heeft vastgehouden, zoals een schroevendraaier of een mes, en je isoleert het voorwerp op tijd, dan kan een speurhond een verdachte zo uit een groep van acht andere mensen identificeren.
Wat zijn werktuigsporen? Dat zijn sporen die gemaakt zijn door gereedschap, zoals een schroevendraaier, koevoet of mes. Inbrekers gebruiken vaak gereedschap om een huis binnen te komen. Als ik op de plaats van een misdrijf werktuigsporen vind, maak ik er met een speciaal soort pasta een afdruk van. Die gaat naar de mensen van de afdeling werktuigsporen. Zij kunnen met een microscoop precies zien welk gereedschap is gebruikt. Als we iemand voor een misdrijf hebben aangehouden, kunnen we via het gereedschap vaak een link leggen met andere zaken. Een inbreker gebruikt namelijk meestal hetzelfde gereedschap. Waar kun je DNA -sporen vinden? Het is moeilijk voor te stellen, maar als je door een huis loopt vallen er grote hoeveelheden moleculen van je af, die ik kan terugvinden en onderzoeken. Dat kunnen behalve bloed- en speekselresten ook huidschilfers zijn, vezels van kledingstof of een haar. Uit een haar kun je overigens alleen dna halen als er ook een haarwortel aan zit.
Ga je altijd alleen op pad? Bij een simpele inbraak ga ik alleen op pad, maar bij een moordzaak of andere grote zaak wordt een tgo (Technisch Groot Optreden) gevormd. Dat betekent dat er een compleet team aan het onderzoek meewerkt. Het team wordt dan geleid door een heel ervaren onderzoeker. Wat vind je het allerleukste aan deze baan? Het leukste is dat goed nadenken en creatief sporen zoeken op een plaats delict kunnen leiden tot het oplossen van een misdrijf. Het is vaak net een puzzel. Mijn speurwerk heeft dit jaar al tot zes identificaties van verdachten geleid. En onlangs heb ik nog via vingerafdrukken op een metalen lampenkap kunnen bewijzen dat iemand een zwaar strafbaar feit had begaan. Dan heb ik een goede dag! Maak je enge dingen mee als forensisch onderzoeker? Ja, in dit werk heb je soms te maken met moordzaken, waardoor je met lijken wordt geconfronteerd. Daar moet je tegen kunnen. Gelukkig blijk ik er goed mee om te kunnen gaan. Het merendeel van het werk bestaat overigens niet uit het onderzoeken van moordzaken, maar uit inbraken en andere delictzaken waarbij geen lijken betrokken zijn. Wat is het spannendste aan deze baan? Dat is toch het onderzoeken van moordzaken! Mijn eerste lijksectie was een van de spannendste gebeurtenissen in mijn leven: te horen hoe een schedel doormidden wordt gezaagd, is een heel vreemde ervaring. Gelukkig komt het in zo’n onderzoeksruimte vrij klinisch op je over.
Wat is je grootste angst? Dat ik fouten maak waardoor een spoor onbruikbaar wordt. Vooral in een belangrijke zaak! Kijk je wel eens naar Crime Scene Investigation? Soms. Het is vaak nogal onrealistisch. De acteurs zien bijvoorbeeld een heel klein vezeltje op een jas en weten dan zonder onderzoek te doen dat het gaat om een polybimethaanverbinding die in vliegtuigstoelen wordt gebruikt. Meestal weten ze ook nog toevallig het adres van de leverancier van die stof en ze vinden een link met een verdachte. In het echt gaat er veel meer werk in onderzoek zitten.
forensisch onderzoeker
Waar neem je allemaal vingerafdrukken van? Gladde voorwerpen zoals glas of metaal zijn ideaal om vingerafdrukken van te nemen. Vooral gelegenheidscriminelen laten veel vingerafdrukken achter. Een junk bijvoorbeeld die geld nodig heeft en een flatscreen ziet hangen in een huis, heeft geen handschoenen bij zich. Als je begint met sporenonderzoek, moet je goed nadenken wat de crimineel waarschijnlijk allemaal heeft aangeraakt en vragen aan de bewoners welke spullen zijn verplaatst.
9
forensisch onderzoeker
Wat neem je altijd mee naar je werk en waarom? Mijn koffer met speciale apparatuur om sporenonderzoek te verrichten. Ik heb ook altijd een zaklantaarn bij me om sporen beter te kunnen zien.
10
Heb je een speciaal uniform als forensisch onderzoeker? Ik heb meestal een spijkerbroek aan met een blauwe politieblouse. Maar van een afstand ben ik meestal niet te herkennen als politie. Wanneer wist je voor het eerst dat je forensisch onderzoeker wilde worden? Op mijn 21e ben ik bij de politie gegaan. Als surveillanceagent kwam ik in aanraking met forensisch onderzoekers en dat vak vond ik eigenlijk veel leuker! Ik heb toen gesolliciteerd en ben aangenomen voor de opleiding. Ik doe dit werk nu bijna twee jaar.
Ook forensisch onderzoeker worden? Wat zijn de ideale eigenschappen van een forensisch onderzoeker? Je moet zelfstandig kunnen werken, maar ook in een team. Je moet een goed analytisch vermogen en ruimtelijk inzicht hebben, waardoor sporen je opvallen en je goed verbanden kunt leggen. Een forensisch onderzoeker is niet bang aangelegd en kan scherpe vragen stellen. Wat voor opleiding heb je nodig? Om forensisch onderzoeker bij de politie te worden, moet je eerst de politieacademie volgen (vier jaar). Daarna kun je solliciteren voor de opleiding forensisch onderzoeker. Die duurt twee jaar, maar in die periode werk je ook al gedeeltelijk. Ik ga nu nog steeds een dag per week naar school, omdat ik bevoegd wil worden om ook volledig forensisch onderzoek te doen bij zware zaken, zoals onderzoek bij lijken die gevonden worden. Meer informatie? www.forensisch-onderzoek.startpagina.nl en www.politie-werving.nl
08.00 uur Om acht uur krijg ik op kantoor mijn opdrachten voor
forensisch onderzoeker
de dag. Om negen uur vertrek ik naar Driebergen om een inbraak te onderzoeken. De inbrekers hebben de tijd genomen om het hele huis te doorzoeken. Tevergeefs zoek ik naar vingerafdrukken: de daders hebben handschoenen gebruikt. Ik vind wel een lege colafles die de inbrekers hebben leeggedronken en ik neem dna van de flessenmond. Verder neem ik monsters van de beschadigingen aan de deur.
10.15 uur Ik kom aan op het politiebureau Veenendaal. Ik moet een scooter onderzoeken die als vluchtvoertuig is gebruikt bij een bankoverval. Na een kop koffie onderzoek ik het voertuig nauwkeurig en vind ik een mooie vingerafdruk onder de koplamp. Hebbes!
11
Een dag uit het leven van forensisch onderzoeker Judith… 11.00 uur Ik wil een inbraak onderzoeken in Utrecht, maar de bewo-
14.30-17.00 uur Ik krijg een telefoontje van de afdeling dactylo-
ners zijn niet thuis, ondanks mijn bericht dat ik vanochtend langs zou komen. Ik laat een briefje achter en bel ze straks. Nu ga ik maar vast naar het lab om de sporen veilig te stellen die ik vanochtend allemaal heb gevonden. De inbraaksporen uit Driebergen lever ik af bij mijn collega’s van werktuigsporenonderzoek en de vingerafdruk van de scooter uit Veenendaal geef ik aan een collega van dactyloscopie. Ik stuur het dna van de colafles op naar het Nederlands Forensisch Instituut. Het resultaat is pas over ongeveer een maand bekend.
scopie: de vingerafdruk van de scooter uit Veenendaal is goed gelukt, maar de afdruk blijkt toch van de vorige eigenaar te zijn. Jammer! Ik neem een kop thee en begin aan het typen van mijn verslag van vandaag. Ik doe ook nog een paar kleine testen op een in beslag genomen partij cocaïne en een zakje xtc-pillen.
12.00-14.30 uur Na een snelle lunch ga ik naar het lab om de colafles uit Driebergen zelf nader te onderzoeken op vingerafdrukken. Ik doe mijn witte laboratoriumjas aan en plaatst de fles in de verdampingsmachine: daarin kun je afdrukken goed zien. Met speciaal uv-licht vind ik uiteindelijk een mooie vingerafdruk. Ik voer de vingerafdruk in de computer in en vind samen met een collega voor negentig procent zeker een match met een verdachte.
b a l l e t da n s e r e s Natasja Lucassen (25): Je
moet letterlijk en figuurlijk stevig in je schoenen staan.
Hoe jong moet je beginnen met dansen om echt goed te worden? Als je professioneel wilt gaan dansen, moet je zo jong mogelijk beginnen. Spelenderwijs weliswaar. Moeders die hun kinderen dwingen om te trainen, vind ik niet goed. Professionele balletopleidingen nemen kinderen aan vanaf tien jaar. De oudste kinderen die aangenomen worden, zijn twaalf. Hoe lang duurde jouw opleiding? Ik heb negen jaar op de balletacademie gezeten. Je danst elke dag, vanaf negen uur ’s ochtends. ’s Middags volg je een middelbareschoolopleiding. Dat is verplicht. Niet alleen omdat je leerplichtig bent, maar ook omdat veel mensen met de balletopleiding moeten stoppen, omdat ze niet goed genoeg zijn. En dan moet je toch ergens op terug kunnen vallen. Ik heb de havo gevolgd.
Was de opleiding zwaar? Het was zeker niet gemakkelijk. Natuurlijk ben je bezig met je passie en vind je het leuk. Maar veel trainen op jonge leeftijd en ook nog ver van huis, dat kan zwaar zijn. Het is een heel gedisciplineerd leven. Elke ochtend kreeg ik een grote rugzak om, en daar ging ik dan: tien jaar oud en alleen met de trein naar Den Haag. Vaak kwam ik pas in het donker thuis. Daar moeten je ouders ook achter staan. Van de negen meisjes met wie ik begon, zijn er twee overgebleven en klassiek balletdanseres geworden. Hoe oud was je toen je begon met optreden? Vanaf het moment dat je aan de balletopleiding begint, ga je ook optreden. Toen ik tien jaar oud was, hadden we drie keer per jaar een schooloptreden voor de ouders. Het was in een echte zaal en het publiek had betaald voor de voorstelling. Voor ons voelde het dus al heel echt. Ik was nerveus. Op mijn achttiende trad ik voor het eerst op voor volledig onbekend publiek. We waren op tournee in India met het Zwanenmeer.
Hoeveel voorstellingen heb je per jaar? Het Nationale Ballet, waarbij ik dans, geeft bijna honderd voorstellingen per jaar. We dansen ongeveer zes of zeven verschillende programma’s. Het aantal keren hangt af van de populariteit van het programma. De Notenkraker & Muizenkoning dansen we negentien keer, een modern ballet bijvoorbeeld maar zeven keer. Ik treed gemiddeld drie keer per week op. Tijdens een repetitieperiode zijn er geen voorstellingen. Hoe vaak train je? Als je tien jaar oud bent, train je vijf keer per week, elke ochtend. Vanaf je twaalfde ga je ook op zaterdag trainen. Op dit moment train ik nog steeds zes keer per week. Ik krijg les van de balletmeester. Dat is meestal een ex-danser met heel veel danservaring. Je zit in een balletgezelschap, wat is dat? Dat is de groep mensen met wie ik dans. Ik dans voor Het Nationale Ballet in Amsterdam, een balletgezelschap van ongeveer tachtig dansers en danseressen uit de hele wereld. Onderling is er veel vriendschap, maar ook veel competitie. Iedereen wil graag een grote rol en veel dansen, en er is niet altijd plek voor iedereen.
Wie bepaalt er welke rol je danst? De artistiek directeur en de balletmeester van Het Nationale Ballet. Zij kennen ons goed, dus ze weten wie wat kan en wat we willen. Het is best moeilijk om alle dansers tevreden te houden, want meestal wil iedereen een grotere rol en dat kan natuurlijk niet. Voor de dansers is de rolverdeling een heel spannend traject: je voelt je afgewezen als je geen grote rol krijgt, en heel gevleid als je veel mag doen. Wat voor soort dansrollen zijn er allemaal? Als je alleen danst, ben je solist. Als je vooral samen met anderen danst, zit je in het ‘corps de ballet’. Daartussenin zitten de rollen ‘coryphée’ en ‘grand sujet’. Die rol heb je als je af en toe uit het corps de ballet komt en een apart stukje danst of als je in een kleiner groepje van bijvoorbeeld drie dansers optreedt. Behalve solisten bestaan er ook ‘tweede solisten’, dat zijn dansers die de solist kunnen vervangen. Het is fysiek namelijk onmogelijk om vijf keer per week een zware solorol te dansen.
balletdanseres
Een dag uit het leven van balletdanseres Natasja…
14
09.15 uur Nog maar net bijgekomen van de voorstelling van gister-
12.30-13.30 uur Start van de officiële repetitie voor een nieuwe
avond, is het alweer tijd om op te staan. Ik ontbijt stevig, want dat is mijn belangrijkste startmotor van de dag.
voorstelling. Vandaag studeren we een nieuw stuk van choreograaf Natalia Makarova in. ’s Avonds spelen we een heel andere voorstelling, namelijk de Notenkraker & Muizenkoning. Ik vind dat niet verwarrend. We hebben de Notenkraker voor de premièreavond al goed ingestudeerd, daar hoeven we niet meer voor te oefenen.
11.00-12.30 uur Start van de warming-up in Het Muziektheater van Amsterdam. ’s Ochtends doe ik altijd iets aan wat lekker zit en een beetje warm is, omdat mijn lichaam nog niet opgewarmd is. We oefenen altijd dezelfde soort passen, maar toch geeft elke balletmeester zijn eigen invulling aan de training. Na ruim een uur warming-up is het tijd voor een gezonde snack. Iedere keer als je fysiek gepresteerd hebt, moet je wat eten, anders houdt je lijf het niet vol.
13.30-16.00 uur We hebben ongeveer drie kwartier pauze om wat te eten, en ook om je om te kleden, want je zweet behoorlijk tijdens de trainingen. Daarna gaat de repetitie verder. Het stuk La Bayadère, dat we nu aan het instuderen zijn, oefenen we in kleine stukjes. ‘Secties’ noemen we dat in de balletwereld. We leren eerst alle pasjes en bewegingen van een sectie. Als we een sectie goed kunnen dansen, oefenen we er een nieuwe bij. Zo gaat het door tot we het hele stuk perfect kunnen dansen.
16.00-20.00 uur Een paar uur voor de voorstelling hebben we tijd voor onszelf. Sommige dansers gaan even naar huis, maar ik doe dat nooit. Dat vind ik te vermoeiend. Ik ga meestal met een vriendin even een frisse neus halen en wat eten in de stad. Om halfzeven zorgen we dat we in de kleedkamer zijn om onszelf te schminken. Je leert tijdens je opleiding hoe dat moet. Een uur of halfuur voordat we ‘op moeten’, beginnen we met opwarmen, kostuums aantrekken en onszelf oppeppen voor de voorstelling.
20.15-22.30 uur We dansen de Notenkraker & Muizenkoning. De zaal is wederom uitverkocht. Ik dans niet constant, maar moet op en af. Ik dans drie verschillende rollen en moet me dus een paar keer omkleden. De voorstelling gaat bijna perfect. Daarna is het tijd voor ontspanning en lekker naar huis gaan.
Wanneer gaat een balletdanseres met pensioen? De meeste dansers in dit gezelschap hebben een contract tot hun 38e. Veel zullen het niet volhouden tot die leeftijd. De meeste mannen stoppen rond hun 32e. Vrouwen kunnen meestal wat langer dansen, hoewel dat afhankelijk is van hun privéleven: heb je bijvoorbeeld kinderen gekregen of heb je überhaupt een sociaal leven, dan zal je lijf het wat minder lang volhouden. In dit vak is het belangrijk om zoveel mogelijk te genieten van het moment, want voor je het weet is het voorbij. Moet je een bepaald gewicht of een bepaalde lengte hebben voor dit beroep? Je moet een mooi slank en sterk lichaam hebben. Dat betekent dat je goed op je voeding moet letten: veel energierijk eten, maar niet te vet. Je mag ook niet te klein of te groot zijn. Als je allemaal naast elkaar staat op het toneel, moet je ongeveer dezelfde lengte hebben. In ons ‘corps de ballet’ zit niemand onder de 1.60 meter. En de langste danser bij ons is ongeveer 1.75 meter. Is het moeilijk om continu op je tenen te staan als danseres? Daar wen je aan. Bovendien is het niet zo moeilijk als je de juiste schoenen aanhebt. Balletdanseressen dragen spitzen, dat zijn schoenen met een harde punt die gevuld is met samengeperst zaagsel. De schoenen slijten trouwens snel: om de twee of drie voorstellingen heb ik nieuwe nodig. Gelukkig wordt dat betaald door mijn werkgever, want ze kosten wel tachtig euro per paar! Als ik nieuwe schoenen heb, duurt het een paar uur voordat ze lekker zitten. Wat is de moeilijkste pose? De arabesque, dat is een pose waarbij je je been naar achter toe optilt. Dat is heel zwaar. Onlangs danste ik in een stuk waarbij ik die pose acht maten, dat is 32 tellen, moest vasthouden. Ik viel bijna om!
Waar heb je allemaal gedanst? Na school heb ik een jaar in München gedanst bij de Staatsoper. Daarna heb ik twee jaar voor een kleiner gezelschap in Leipzig gedanst. Sinds vier jaar dans ik in Amsterdam voor Het Nationale Ballet. Wat is het moeilijkste aan dit beroep? Je moet letterlijk en figuurlijk stevig in je schoenen staan. Fysiek gezien is het heel moeilijk om je volstrekt beheerst te leren bewegen. Geestelijk gezien moet je veel veerkracht hebben. De balletwereld is een harde wereld. Je moet continu vechten voor een plekje in de voorstelling of op de opleiding. Je krijgt veel kritiek op je prestaties, dus je moet veel zelfvertrouwen hebben. Wat is het leukste aan balletdanseres zijn? Als ik op het toneel sta, word ik helemaal warm vanbinnen. De muziek, de lichten, het maakt heel veel gevoel bij mij los. Soms krijg ik er een brok van in mijn keel. Op een positieve manier, hoor. Het is heerlijk om in de schijnwerpers te staan. Optreden is voor mij een verslaving geworden.
balletdanseres
Wat vind je het mooiste stuk om in te dansen? Ik houd erg van klassiek ballet, bijvoorbeeld van choreograaf George Balanchine. Dit jaar dansten we het stuk Jewels van hem. Hij maakt echt balletten voor de vrouw. Er zit altijd iets moois in, bijvoorbeeld iets met diamanten. In Jewels danste ik Phlegmatisch, dat was een semi-solistische rol.
16
Ook balletdanseres worden? Wat zijn de ideale eigenschappen van een balletdanseres? Geloven in jezelf is essentieel. Je hebt vaak strenge balletleraressen en je krijgt veel kritiek. Daarvoor moet je een stevig zelfvertrouwen hebben. Fysiek gezien moet je een slank, goed geproportioneerd lichaam hebben, met mooie lijnen. Als danseres moet je bovendien je voeten goed kunnen strekken en je benen naar buiten toe kunnen draaien. En je moet aanleg hebben voor dansen, uiteraard. Welke opleiding heb je nodig? Je moet een professionele balletopleiding in binnen- of buitenland volgen. Je mag auditie doen als je tien jaar oud bent. Instromen kan maximaal tot je twaalfde. Elk jaar is er een selectiemoment en hoor je of je op de opleiding mag blijven. Er wordt gelet op je fysieke voorkomen, gevoel voor dans, coördinatie, bewegingen, flexibiliteit, werkhouding en vorderingen. Gemiddeld zit je tot je achttiende of negentiende op school. Meer informatie? www.ballet.startpagina.nl en www.het-ballet.nl
17
kopregel
brandweerman Mohammed Hasnaoui (31): Het
is gezond om bang te zijn als je een brandend huis ingaat.
Wat doet een brandweerman allemaal? We redden mensen en dieren in beknelde situaties en beperken de schade. Naast het blussen van branden ondersteunen we de ambulances met het naar buiten takelen van zieken of gewonden, verlenen we hulp aan verkeersslachtoffers door ze bijvoorbeeld uit autowrakken te knippen, duiken we naar drenkelingen en kunnen we een trein optakelen als er een slachtoffer onder ligt.
Hoe weet je wat je moet doen als je uitrukt? ’s Ochtends als we beginnen, delen we de rollen voor die dag in. Wie gaan het eerst een huis in om te verkennen? En wie bedient de spuit? Je kunt ook ingedeeld worden als duiker bijvoorbeeld. Alle rollen zijn duidelijk voordat we moeten uitrukken. Bij een brand telt vaak elke seconde en dan heb je geen tijd om taken te verdelen! Iedereen moet meteen weten wat hij of zij moet doen.
Waar word jij voor ingezet? Ik ben vrij ruim inzetbaar. Ik rijd op de brandweerwagen, blus branden en ben bevoegd om in een speciaal pak brandende panden waar veel rookontwikkeling is, binnen te gaan. Ik kan ook slachtoffers uit het water opduiken. Verder heb ik een ehbodiploma om te reanimeren en zit ik op de hulpverleningswagen die mensen uit autowrakken knipt. De brandweer wordt ook ingezet om slachtoffers van zelfdoding te bergen.
Red je ook veel dieren? Dat komt geregeld voor. Onlangs hebben we een paard gered dat van een brug was gevallen en bekneld was geraakt. Met de takelwagen hebben we het paard uiteindelijk bevrijd. Een andere keer hebben we een olifant van Circus Renz moeten redden, omdat hij vastzat in een sloot, waar hij verkoeling had gezocht. Bij een brand hebben we een keer een reuzenschildpad gered: die was zo zwaar dat we hem met twee man moesten tillen! Natuurlijk redden we ook ‘gewone’ diersoorten die in de problemen raken, zoals koeien uit de sloot, katten uit bomen of ganzen uit het riet.
Met hoeveel man rukken jullie uit? Bij normaal alarm rijden we met een spuitwagen uit, dat is hetzelfde als de bluswagen dus. Daar zitten vier brandweermannen op, een chauffeur en de bevelvoerder. Die gaat altijd mee! Als er een grote brand woedt, rijden alle wagens met alle mannen uit en komt er eventueel ondersteuning van omliggende brandweercorpsen. We werken met achttien brandweermannen binnen dit corps in Leiden. Gaan jullie altijd een brandend huis in? We proberen een brandend pand altijd binnen te gaan, om te zoeken of er nog mensen of dieren binnen zijn. Dat is best eng. Maar het is gezond om angst te hebben als je een brandend huis ingaat, vind ik. Er zijn situaties dat je een huis niet meer binnen kunt, omdat het te gevaarlijk is. Bijvoorbeeld als de brand te groot is, of als er instortingsgevaar is of een grote kans op een ontploffing. Dat laatste is vooral het geval als we het vermoeden hebben dat het gaat om een xtc-lab of een bedrijf waar veel chemicaliën zijn opgeslagen. Wat is het moeilijkste van het vak brandweerman? Als je slachtoffers niet weet te redden. Of als je keihard voor iemand gevochten hebt om hem of haar te redden en dat die persoon later toch nog overlijdt. Wat ook moeilijk is, is het uitknippen van slachtoffers uit een autowrak en het zoeken van mensen in een brandend huis waar veel rookontwikkeling is.
Wat is het leukste aan deze baan? Het blussen van branden en het redden van mensen! Als je iemands leven kunt redden is dat een echte kick. Of dat je in ieder geval al het mogelijke hebt gedaan. Ik heb laatst nog iemand uit een brandend huis gered en dan ben je wel trots op jezelf. Het is ook mooi als je mensen gewoon gerust kunt stellen. Is het een gevaarlijk beroep? We zijn goed opgeleid en volgen strenge procedures. Maar er is altijd een onvoorspelbaarheid in ons werk. Een tijd geleden waren we een garagebedrijf aan het blussen en we probeerden de auto’s uit het vuur te halen. Plotseling was er een enorme ontploffing, omdat gas zich had opgehoopt. Twee brandweermannen raakten gewond en mijn nek was goed verbrand. Wat heb je altijd bij je als brandweerman? Mijn pieper en een aanzetsleutel om een deur zonder klink te kunnen openen. In mijn pak heb ik ook altijd wat klein gereedschap bij me, zoals een mes, tangetje, steeksleuteltje en een zaklantaarn. Verder hebben we natuurlijk veel gereedschap op de wagens, zoals bijlen en hamers.
brandweerman
Hoe vaak rukken jullie uit voor brand of andere noodmeldingen? Gemiddeld ongeveer drie tot vier keer per dag. Maar er zijn ook dagen dat we acht keer uitrukken en dagen dat het alarm niet één keer afgaat. Als we een noodmelding krijgen, betekent het niet altijd dat er iets heel ernstigs is. We hebben veel automatische brandmeldingen vanuit kantoorpanden bijvoorbeeld, die even later vals alarm blijken te zijn.
19
Ook brandweerman worden?
brandweerman
Wat zijn de ideale eigenschappen van een brandweerman? Je moet een beetje technisch zijn aangelegd, want in dit vak komt regelmatig las- en snijwerk kijken, en je moet kennis hebben over de constructie van gebouwen en dergelijke. Daarnaast moet je niet bang zijn aangelegd en fysiek sterk zijn.
20
Heb je een mooi uniform? We hebben brandwerende en hittebestendige pakken aan. We kunnen hevige vlammen wel enkele minuten trotseren voordat je het voelt. Verder hebben we altijd persluchtflessen aan, we dragen een helm met masker en veiligheidslaarzen, handschoenen en gasmasker. Hoeveel uur werkt een brandweerman? We hebben 24 uur achter elkaar dienst en dan ben je twee dagen vrij. Tijdens je dienst verblijf je op de kazerne en leef je samen met je collega’s. Iedereen heeft een eigen kamer om eventueel wat te slapen. We moeten binnen één minuut aangekleed zijn en in de wagen zitten en binnen zes minuten aanwezig zijn bij het ongeval of de brand. Wanneer wist je voor het eerst dat je brandweerman wilde worden? De brandweer zocht naar meer allochtone medewerkers. Ik heb toen gesolliciteerd, terwijl ik niet precies wist wat er allemaal komt kijken bij een baan als brandweerman. Naarmate ik meer ervaring kreeg en beter begreep wat het vak inhield, ben ik het steeds leuker gaan vinden. Het is een heel goede keus geweest.
Welke opleiding heb je nodig? Je moet technisch zijn aangelegd en vmbo-denkniveau of hoger hebben. Dan kun je solliciteren naar een interne opleiding van de brandweer. In het eerste jaar ben je aspirantbrandwacht en leer je de basis van het vak, zoals slangen rollen, branden blussen, werken met zuurstofflessen en EHBO-vaardigheden. Als je het eerste jaar succesvol hebt voltooid, krijg je een contract, leer en werk je verder binnen het corps en word je in ploegen ingedeeld. In de volgende jaren leer je meer over de bouw van huizen en gasinstallaties, je leert lassen en snijden en speciale gaspakken dragen, en eventueel leer je duiken. Om een volleerd en ervaren brandweerman te worden moet je toch rekenen op vijf jaar ervaring en opleiding. Meer informatie? www.brandweerbanen.nl
07.30-09.30 uur Ik begin met het in orde maken van mijn uitrusting
13.00-16.00 uur Vanmiddag doen we een brandoefening: we betre-
en apparatuur. Ik check de zuurstofflessen en het gereedschap. Dan gaan we ontbijten. Daarna ruimen we de kazerne op en maken alles schoon. Sommige mannen hebben corvee, anderen maken het sanitair schoon. Ik werk vandaag in de keuken. We koken om beurten. Als we inkopen doen, gaan we met de brandweerwagen en het hele team van zes brandweermensen. Dit is voor het geval we moeten uitrukken. Dan laten we alle spullen in de supermarkt uit onze handen vallen en rennen naar de wagen.
den een pand met heel veel rookontwikkeling. Je ziet dan bijna niks. Met zuurstofmaskers op moeten we een pop uit het huis redden. Achteraf evalueren we de oefening. Wat kan er volgende keer beter?
09.30-12.00 uur We doen het onderhoud aan de wagens, gebouwen of het materiaal. Vandaag help ik mee met het schilderen van de voorgevel van de kazerne, die dringend een likje verf nodig heeft. Daarna assisteer ik bij een duikoefening. Ik hoef zelf niet te duiken maar sta aan de kade en help een collega die het water ingaat.
12.00-13.00 uur Lunch. Een collega heeft lekkere kipgoulash gemaakt en na de maaltijd zakken we even onderuit.
16.00-18.00 uur Als we terugkomen op de kazerne, gaan we een uurtje sporten in de fitnessruimte van de kazerne. Brandweermannen moeten fit zijn! Na het sporten is het tijd voor avondeten. We koken altijd zelf. Na het eten zijn we ‘vrij’, maar we moeten wel in de kazerne blijven en klaarstaan om uit te rukken. Ik ga wat televisie kijken en ga vroeg naar bed.
02.00 uur Alarm: brand in een kassencomplex. Binnen vijf minuten en 35 seconden zijn we aanwezig bij de brand. We kunnen de kassen niet meer redden, maar zijn wel in staat het aanliggende woonhuis te redden van de vuurzee. Tegen acht uur in de ochtend rijden we moe terug naar de kazerne.
brandweerman
Een dag uit het leven van brandweerman Mohammed…
21
piloot Fleur de Jong (30): Als
je vliegt op een mooie zomerse avond, hangt er zo’n sfeer van rust over de aarde.
Hoe lang vlieg je al en in welke type vliegtuig? Ik vlieg vanaf mijn achttiende. Ik haalde mijn vliegbrevet toen ik net 21 jaar was. Ik heb daarna voor verschillende maatschappijen gevlogen. Nu vlieg ik al vijf jaar als copiloot voor Transavia. Ik heb ongeveer vijfduizend vlieguren in mijn logboek, waarvan 4700 uur als copiloot. Elk halfjaar moet ik opnieuw examen doen in de vliegsimulator om mijn brevet te kunnen houden.
Vertel eens iets over je vliegtuig? Ik vlieg in een Boeing 737 ‘next generation’. Dat is een heel modern vliegtuig. Het kan wel duizend kilometer per uur halen. Als we opstijgen of landen gaan we ongeveer 250 kilometer per uur. We vliegen meestal op tien kilometer hoogte. Op die hoogte is het ongeveer vijftig graden onder nul. In dit vliegtuig kunnen 186 passagiers mee. En het vliegtuig kost ongeveer 45 miljoen euro.
Wat is het verschil tussen een piloot en een copiloot? Piloot is de naam van het beroep. In de cockpit zitten altijd een gezagvoerder en een copiloot. De gezagvoerder en de copiloot vliegen allebei en verdelen de vluchten op een dag. Als er maar één vlucht is op een dag, vliegt de een heen en de ander terug. We doen dus hetzelfde vliegwerk, maar de gezagvoerder heeft de eindverantwoordelijkheid en neemt de eindbeslissingen.
Waar vlieg je allemaal heen? Ik vlieg naar bijna alle Europese bestemmingen van Transavia, zoals naar Spanje en de Canarische eilanden. Ik vlieg ook naar NoordAfrika, zoals Egypte en Tunesië. We hebben alle kaarten van alle vliegvelden altijd bij ons, voor het geval we plotseling ergens moeten landen.
Kun jij ook gezagvoerder worden? Ja, ik sta op de wachtlijst, maar er is maar een beperkt aantal plaatsen als gezagvoerder beschikbaar. Pas als een andere gezagvoerder weggaat, of bijvoorbeeld met pensioen gaat, kan een copiloot doorstromen naar de functie van gezagvoerder. Ik denk dat ik daar over twee jaar voor in aanmerking kom.
Maak je wel eens fouten? Een vliegtuig heeft altijd twee bemanningsleden, die op elkaar letten en elkaar corrigeren als dat nodig is. Onze training is zo goed en er zijn zoveel procedures tijdens het vliegen, dat fouten maken vrijwel onmogelijk is. Als er een ongeluk met een vliegtuig gebeurt, gaat het nooit om één klein foutje van de piloot, maar vaker om een keten van verschillende fouten achter elkaar. Dat komt maar heel zelden voor.
Is vliegen gevaarlijk? Vliegen is veel veiliger dan autorijden. Ik zeg altijd maar: als je in je auto stapt vertrouw je volkomen op de techniek en check je nooit eerst de remmen. Wij doen dat wel! Hoeveel uren werk je op een dag? Dat hangt af van waar je naartoe vliegt. Het aantal uren dat je dienst hebt, hangt ook af van de rustmogelijkheden die je hebt tijdens de vlucht. Met twee piloten mag je in principe zestien uur achter elkaar vliegen. Maar de meeste vluchten duren korter en dan ben je ’s avonds gewoon weer thuis. Het is zwaar als je lang gevlogen hebt en je moet een moeilijke landing maken. Bij lange vluchten raak ik natuurlijk ook wel eens vermoeid. Wat suiker eten helpt dan goed bij mij. En als je de vliegprocedures doorneemt, ben je weer helemaal bij de les. Wat vind je het leukst van het vliegen? Landen en opstijgen is het leukst. Vliegen op een mooie zomerse avond terwijl de zon ondergaat, is ook schitterend. Dan hangt er zo’n sfeer van rust over de aarde. Als ik de kist netjes en zachtjes aan de grond zet, ben ik altijd een beetje trots. Ik vind het ook heerlijk om door de radio te praten en aan de knopjes te draaien. En taxiën is leuk. Als je met zo’n bakbeest over de baan rijdt en hem netjes parkeert, denk ik wel eens: Er zijn heel veel mensen die niet eens hun autootje kunnen parkeren! Dan vind ik mijn beroep ineens heel vet! Wat is het spannendste dat je ooit hebt meegemaakt? Dat de bliksem in het vliegtuig sloeg. Het was een heel harde klap, maar alles deed het nog. De bliksem was bij de neus van het vliegtuig ingeslagen en was er via de staart weer uitgegaan. We hadden wel wat schade aan de verf en het plaatwerk. Als piloot mag je nooit door een onweerswolk vliegen, maar desondanks kan het gebeuren dat je een inslag hebt.
piloot
Wat vind je het moeilijkst van vliegen? Het moeilijkst is het landen op een lastig vliegveld zoals Innsbruck in Oostenrijk: dat ligt tussen de bergen. Of het vliegveld van Chios in Griekenland, dat heeft maar een heel kort baantje om te landen. Wat ook wel lastig is, is als het ontzettend hard stormt. We mogen landen bij windstoten tot honderd kilometer per uur. Als het harder waait dan vijftig kilometer per uur kun je niet meer landen op de automatische piloot. Mist en lage bewolking kunnen ook lastig zijn bij het opstijgen en landen. Bij minder dan 125 meter zicht mogen wij niet meer opstijgen.
23
piloot
Met wie hebben jullie tijdens de vlucht contact? Binnen Europa heb je via de radio altijd contact met de luchtverkeersleiding, waar en hoe hoog je ook vliegt. Zij leiden ons door de drukke verkeersstromen en zorgen dat er genoeg ruimte is tussen alle vliegtuigen. We praten met hen alleen over het werk. Tussen piloten onderling wordt ook gewoon gekletst en soms komt er tijdens de vlucht een stewardess bij zitten. Onder de driehonderd meter hoogte mogen wij met elkaar alleen maar over het vliegen praten.
24
Wat heb je altijd bij je als piloot? Uiteraard mijn paspoort! Maar ook mijn vliegbrevet en een veiligheidspasje om eventueel aan de douane te laten zien. In het vliegtuig hebben we altijd alle kaarten van vliegvelden die op onze route liggen en van alle ‘luchtsnelwegen’. Je mag namelijk niet overal vliegen. We hebben ook altijd boeken met vliegprocedures en technische instructies bij ons.
Ook piloot worden? Welke eigenschappen moet je hebben als piloot? Je moet een goede motoriek hebben, dus een goede coördinatie tussen oog en hand. Daarnaast moet je stressbestendig zijn, goed kunnen samenwerken en kunnen anticiperen op gebeurtenissen. Een piloot kan gedisciplineerd procedures volgen en meerdere taken tegelijk uitvoeren. Je moet natuurlijk ook goede ogen hebben. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, mag je wel een bril dragen als piloot. Je oogafwijking mag alleen niet groter zijn dan min of plus vijf. Welke opleiding heb je nodig? Als je piloot wilt worden moet je een vliegbrevet halen. Opleidingen daarvoor duren ongeveer twee jaar fulltime. Een vliegopleiding is behoorlijk duur, ongeveer 100.000 euro. Je kunt daarvoor een lening afsluiten bij de school. Met een pilotensalaris is het terug te betalen. Als je het vliegbrevet hebt, ben je bevoegd om in een éénmotorig Cesnaatje te vliegen. Daarna solliciteer je bij een luchtvaartmaatschappij, waar ze je twee of drie maanden lang trainen in het vliegen van een bepaald type vliegtuig. Net zolang tot je alle knopjes en lichtjes kunt dromen! Meer informatie? www.piloot.startpagina.nl (klik op opleidingen) en www.transavia.com
14.00 uur Ik ben ingedeeld als copiloot op vlucht HV 5902. Vertrek: 15.20 uur naar Prestwick. Tegen twee uur ben ik op Schiphol. We moeten minstens een uur van tevoren aanwezig zijn. Als copiloot vlieg ik telkens met iemand anders; ik ontmoet de gezagvoerder van vandaag in de personeelsruimte. Samen nemen we het vluchtplan door: we bekijken hoe we gaan vliegen, hoeveel passagiers er meegaan en hoeveel brandstof we nodig hebben. We checken hoe het weer is op Schiphol, onderweg en op de plaats van bestemming.
douane: onze bagage wordt gecontroleerd en ook wij moeten door detectiepoortjes. Als we aankomen bij het vliegtuig beginnen we direct met het doornemen van de checklijsten. We controleren alle apparatuur en zien erop toe dat de handelingen van de technische dienst goed zijn uitgevoerd. Zodra we getankt hebben, geeft de gezagvoerder toestemming om de passagiers in te laten stappen. De stewardess vertelt dat twee passagiers niet zijn komen opdagen, maar dat verder iedereen netjes in de stoelen zit.
piloot
15.00 uur Het vliegpersoneel moet net als alle passagiers door de
25
Een dag uit het leven van piloot Fleur… 17.30 uur We krijgen toestemming van de verkeerstoren om te
15.20 uur Ik spreek de passagiers via de intercom toe en geef wat informatie over de vlucht. Daarna start de gezagvoerder de motoren. We vertrekken op tijd. De gezagvoerder vliegt heen en ik vlieg terug. Rond halfvier stijgen we op en draaien het vliegtuig richting Schotland.
vertrekken en taxiën naar de landingsbaan. Ik vlieg terug. Als we de procedures allemaal hebben afgerond, duw ik de gashendel naar voren en stuift de volle Boeing met 250 kilometer per uur over het asfalt om op te stijgen. Er is flink wat turbulentie onderweg, dus ik vraag de passagiers om in de riemen te blijven zitten.
16.20 uur We beginnen te dalen en om tien voor vijf landen we in een regenachtig Prestwick. Het waait hard, maar de gezagvoerder zet de kist mooi zachtjes aan de grond. De passagiers stappen uit en wij als piloten gaan weer door de checklijsten. We moeten wat tanken en ik bereken hoeveel we nodig hebben. Als we getankt hebben, kunnen de nieuwe passagiers weer aan boord.
18.50 uur Ik land het vliegtuig netjes op Schiphol. We lopen de checklijsten nogmaals door en dragen het vliegtuig over aan de technische dienst. Daarna gaan we met de hele crew nog even naar het Transaviagebouw om onze papieren in te leveren en een kop koffie te drinken. Dat is een beetje traditie bij ons bedrijf, en wel zo gezellig. Tegen halfnegen zit ik in de auto naar huis.
mees t e r k o k Edwin Kats (38): Het
is een grote eer om voor Willem Alexander en Maxima te koken.
Wanneer mag je jezelf een meesterkok noemen? Hoewel je in dit vak het meeste leert in de praktijk, kun je ook veel diploma’s halen. Eén van die diploma’s heet meesterkok. De titel kun je halen als je op topniveau kunt koken en als je veel ervaring hebt opgedaan als kok. In mijn dagelijks leven ben ik chefkok van het Amstelhotel. Dat kun je ook worden als je geen meesterkok bent. Meesterkok is dus geen functie, maar een soort eretitel. Ik was 25 jaar toen ik mezelf meesterkok mocht noemen. Wat zijn je verantwoordelijkheden bij het Amstelhotel? Ik ben chefkok, hier in het hotel ook wel executive chef genoemd. Dat betekent dat ik verantwoordelijk ben voor al het eten dat geserveerd wordt in het hotel. Van ontbijt tot diner, van restaurant tot roomservice. Ik heb 35 tot 38 koks onder me werken. In totaal maak ik voor zeven afdelingen menukaarten en ontwikkel ik recepturen. Dat betekent dat je met de andere koks gerechten verzint en tot in detail uitwerkt.
Voor hoeveel mensen kook je elke dag? Op drukke dagen gaat het in totaal om 500 tot 600 mensen die in het Amstelhotel eten. Ik kook niet voor hen allemaal, maar heb wel de eindverantwoordelijkheid. Zelf sta ik in de keuken van ons restaurant La Rive. Daar eten elke avond gemiddeld 50 tot 60 mensen. Sta je veel zelf in de keuken? Natuurlijk sta ik veel in de keuken, maar als chefkok heb je veel extra taken. Ik heb bijvoorbeeld contact met leveranciers. Ik heb ook afspraken met gasten die bij ons komen eten en speciale wensen hebben, voor een huwelijksfeest of een afscheid van de zaak bijvoorbeeld. Als chef ben ik verantwoordelijk voor het personeel en dus houd ik regelmatig beoordelings- en sollicitatiegesprekken. Ik heb ook af en toe vergaderingen met de directie van het hotel. Wat is het leukste aan jouw beroep? Het leukste is dat ik met veel verschillende mensen in een team werk. Als chefkok is het geweldig om jonge mensen in de keuken op te leiden. Als mensen twee of drie jaar bij je gewerkt hebben en later zeggen dat ze misschien wel het meest geleerd hebben van Edwin Kats, dan ben ik trots. Dat ben ik ook als ik later hoor dat ‘een van mijn jongens’ een eigen zaak begint.
Wat heb je altijd bij je als kok? Ik heb altijd dikke sokken bij me, want ik sta heel de dag en dan moet je goed voor je voeten zorgen. De kokskleding ligt in het Amstel. Aan de kleding kun je in principe zien wat iemands positie is in de keuken. Ik draag bijvoorbeeld een witte sloof, de rest van het keukenpersoneel heeft een blauwe. Ik heb ook een koksjasje met mijn naam erop geborduurd.
Wie was de leukste persoon om voor te koken? Prins Willem Alexander en Maxima. Ze hadden het hele hotel afgehuurd voor hun huwelijk. We hadden koninklijke gasten uit heel de wereld en ook mensen als Kofi Annan en Nelson Mandela waren er. Er was een groot diner voor 350 gasten, waaronder de koningin. Alle 38 koks van het Amstelhotel waren aan het werk en ik had de leiding. Het was een echte eer om te mogen werken die avond. Achteraf kregen we een complimentbrief van de hofmaarschalk van het koninklijk huis. Het was een van de hoogtepunten uit mijn carrière.
Waarom heb je geen koksmuts? Bijna geen enkele kok draagt nog een koksmuts, omdat het erg onpraktisch is. Als je vlak bij de afzuigkap staat, ben je hem zo kwijt!
Kook je vaak voor beroemde mensen? Ja, in het Amstel logeren regelmatig bekende artiesten. Toen de film Ocean’s Twelve werd opgenomen in Amsterdam, sliep de crew hier ook. Dan kook je dus ineens voor Brad Pitt. Maar ik zie ze niet per se. Ik ga eigenlijk nooit de keuken uit voor gasten. Als ze mij willen zien, mogen ze naar de keuken komen. Ik maak maar twee uitzonderingen: met kerst, en voor Bono, de zanger van U2. Wanneer had je voor het laatst een rotdag en waarom? Deze week hebben we al een paar dagen onrijpe tomaten. Ik was kwaad en teleurgesteld toen ik van de week zag dat er toch weer onrijpe tomaten waren gesneden. Op zo’n moment gooi ik alles weg en laat ik mijn mensen alles overdoen. Je probeert het beste uit ze te halen en ze te wijzen op details. Daar komen de gasten tenslotte voor. Zelfdiscipline is heel belangrijk in dit vak. Je moet scherp blijven.
Wat eet je als je thuis bent? Als ik alleen thuis ben met mijn vrouw houden we het simpel: een pastagerechtje met wat spekjes en wat lente-ui bijvoorbeeld. Maar ik eet ook graag stamppot andijvie of gehaktballen. Ik bestel ook wel eens pizza. Als je zoals ik 70 tot 80 uur per week werkt, heb je geen zin om thuis ook weer lang in de keuken te staan. Als ik gasten krijg, kook ik wel uitgebreid.
meesterkok
Wat is het moeilijkste aan kok zijn? De lange werkdagen. Meestal zo’n dertien tot veertien uur per dag. Ik ben ook wel eens moe en toch moet ik dan presteren. Een slechte recensie is ook moeilijk. Als je zeventig tot tachtig uur in de week werkt en je wordt afgekraakt in een blad, kun je wel janken. En daarna moet je het keukenpersoneel toch weten te motiveren om weer veertien uur op een dag voor je te werken.
27
Ook meesterkok worden?
meesterkok
Wat zijn de ideale eigenschappen van een meesterkok? Je moet passie hebben voor het koken. Een goede kok word je niet door een diploma te halen, maar vooral door veel ervaring op te doen. Je ontwikkelt jezelf als kok door de jaren heen en je leert meer door veel te proeven en de smaken te onthouden. Een topkok van 22 jaar bestaat niet. Als je echt goed wilt worden, moet je lange dagen werken, ook op vrijdag- en zaterdagavond als je vrienden aan het stappen zijn. Welke opleiding heb je nodig? Ik ben direct na de lagere school naar de koksschool gegaan. De eerste twee jaar leer je alles over brood en banket maken, koken en serveren. Hierna ga je je twee jaar specialiseren in koken. Na de opleiding ga je drie jaar lang vier dagen per week werken en één dag naar school.
28
Meer informatie? www.roc.nl en www.amsterdam.intercontinental.com
Waar ga je zelf graag uit eten? Als er tijd voor is ga ik uit eten bij een toprestaurant. Dat gebeurt niet zo vaak omdat ik minimaal vijf avonden per week werk. Ik ga ook regelmatig naar een goede Chinees hier in Amsterdam. Ongeveer twee of drie keer per jaar ga ik naar het buitenland om daar te proeven en te zien wat ze allemaal doen. Waarom zijn er meer mannen dan vrouwen professioneel kok? Het is fysiek best een zwaar beroep en je werkt lange dagen. Het is echt een carrière en als je kinderen wilt, dan is het moeilijk te combineren. Bij veel vrouwen loopt het daarop stuk. Bij ons in het Amstelhotel hebben we 38 mensen in de keuken, waarvan vier vrouwen.
09.30 uur Uit mijn postvak haal ik papieren met de omzetcijfers van
14.00-18.30 uur Na de lunch bestellen we eventueel producten
de dag ervoor en met informatie over de bezetting van het hotel die avond. Als ik de keuken binnenkom begroet ik iedereen door ze een hand te geven. Ik vind het belangrijk om persoonlijk aandacht voor elkaar te hebben.
voor de avond bij die we veel verkocht hebben. Vandaag moet ik naar een interne vergadering over de kerstperiode. In de tussentijd bereidt de keukenbrigade het diner voor. Als ik om vijf uur in de keuken terugkom, komen nog net op tijd de verse schaaldieren uit Frankrijk aan!
09.45 uur Ik zet de computer aan en lees mijn e-mail. Ik krijg veel
18.30 uur Start van het diner in het restaurant. Gemiddeld staan we
interne mail. Als het hotel bijvoorbeeld volgeboekt zit of als er heel speciale gasten komen, dan moet ik dat als chefkok wel weten. Via de verkoopafdeling krijg ik ook wel eens vragen binnen van gasten, over de prijs van een speciaal diner bijvoorbeeld.
met ongeveer elf man in de keuken voor een restaurantbezetting van zestig mensen. In de keuken heerst een enorme discipline en er wordt keihard gewerkt. Na het diner weet ik precies wat we van alles hebben verkocht en vul ik voor de laatste keer de bestellijsten van vandaag aan. Als het laatste hoofdgerecht de keuken uit is, gaat het gas uit. Dan gaan we opruimen en naar huis.
10.15-11.00 uur Elke dag worden er verse groenten, vlees en vis bezorgd. Meestal zijn het vijf trolleys van twee meter hoog vol met eten, dat is zo’n 1500 tot 2000 kilo per dag. Samen met mijn collega’s controleer ik of alles wat we besteld hebben erbij zit en of de kwaliteit goed is. Per jaar kopen we voor ongeveer 1,7 miljoen euro aan eten.
11.00-12.00 uur Ochtendbijeenkomst in de keuken. We spreken de komende twee dagen door. Alle restaurantreserveringen en alle geboekte ‘partijen’ van deze dag en morgen zijn inmiddels bekend. We bespreken de verschillende soorten amuses (een soort voorgerecht), ijs, gebak en vis van die dag en bedenken wat we voor vegetariërs hebben. Daarna gaan we met elkaar eten.
12.00-14.00 uur De eerste gasten voor de lunch komen. Ik sta in de keuken op de plek waar de bestelbonnen uit het restaurant binnenkomen en lees de bestelde gerechten op. Iedere kok in de keuken heeft zijn eigen rol: de een doet bijvoorbeeld de vis, de ander het vlees of de sauzen. Een bestelling voor een tafel wordt dus door verschillende koks gemaakt. Als ik het gerecht voorlees roepen de koks elk hoeveel minuten ze nodig hebben. Ik zorg dat iedereen tegelijk zijn gerecht af heeft en ik maak de borden op. De manier waarop het eten op het bord wordt gepresenteerd is bijna net zo belangrijk als de smaak.
meesterkok
Een dag uit het leven van meesterkok Edwin…
29
nieuwslezer Milouska Meulens (33): De
kunst is om ingewikkeld nieuws kort en begrijpelijk te vertellen.
Wat houdt jouw baan als nieuwslezer in? Ik presenteer het nos Jeugdjournaal op televisie. Dat wordt elke dag om kwart voor zeven uitgezonden en duurt tien minuten. Ik presenteer ook de korte Jeugdjournaaluitzending, iedere schooldag om vijf uur. Die duurt vier minuten. In de avonduitzending zitten meestal zo’n zes onderwerpen, maar ook wel eens één, als er heel bijzonder nieuws is. We werken met een heel team van journalisten. Ben je zelf ook journalist? Ja, ik maak ook reportages voor de uitzending. Ik ga dan met een cameraman of -vrouw ergens heen en neem een interview af of film een gebeurtenis. Als ik terugkom in de studio, monteer ik de beelden tot een filmpje van maximaal drie minuten. Ik maak ook wel eens een nieuwsbericht vanachter mijn bureau; ik schrijf de tekst, zoek er geschikte beelden bij en als iemand anders die dag presenteert, dan spreek ik vaak ook zelf in. Op een dag dat ik zelf moet presenteren ga ik nooit op pad met de camera.
Wie maakt de uiteindelijke presentatietekst? De journalisten die nieuwsberichten maken voor de uitzending, kijken halverwege de dag samen met de eindredacteur nog een keer naar hun tekst. Eventueel wordt die dan nog wat aangepast. Ongeveer een halfuur voor de uitzending krijgt de presentator de definitieve tekst voor de hele uitzending. Die ga ik oefenen, net zo lang tot ik het prettig kan voorlezen. Wat is het verschil tussen het Jeugdjournaal en het gewone NOS Journaal? De meeste onderwerpen die worden behandeld in het ‘grotemensenjournaal’ doen wij ook. Ook als het verschrikkelijk nieuws is, zoals een grote natuurramp met veel doden of een oorlog. Het Jeugdjournaal legt wél meer uit. Bij een opgelaaide ruzie tussen Israël en de Palestijnen leggen we bijvoorbeeld uit waarom ze ook alweer ruzie hebben. Het is soms best moeilijk om ingewikkeld nieuws toch kort en begrijpelijk te vertellen. Sommige onderwerpen uit het grotemensenjournaal, zoals een koersstijging op de Amsterdamse effectenbeurs of klein gedoe in de politiek, zijn voor kinderen niet interessant. Die doen we niet. Omgekeerd maken we onderwerpen die het volwassenennieuws niet gauw zouden halen, bijvoorbeeld over een nieuwe rage op het schoolplein.
Is nieuws lezen bij het Jeugdjournaal heel anders dan bij het Journaal? Ja, bij het volwassenenjournaal kun je minder laten merken wat je zelf van het nieuws vindt. Ook hebben de nieuwslezers daar meer tijd om zich voor te bereiden op de tekst en het presenteren, want ze maken zelf geen onderwerpen. Bij het Jeugdjournaal kun je allebei evenveel doen.
Wat is eigenlijk nieuws? Nieuws is vaak een gebeurtenis die grote gevolgen heeft voor een heleboel mensen. Er breekt bijvoorbeeld een oorlog uit, of er is een bedrijf dat veel mensen ontslaat. Nieuws is ook een gebeurtenis waar heel veel mensen over praten en waar ze meer van willen weten – zoals de geboorte van een nieuw prinsesje. En nieuws is iets wat niet zo vaak gebeurt.
nieuwslezer
Moet je de tekst die je voorleest bij het journaal uit je hoofd leren? Nee, die lees ik op vanaf een schermpje dat voor de camera hangt. In de televisiewereld noemen we dat een ‘autocue’. Dat schermpje zien de kijkers thuis natuurlijk niet. Heel soms valt de autocue uit en dan moet ik mijn tekst van papier lezen. Daarom lees ik alles heel goed door voordat ik begin.
31
Wie bepaalt er welk nieuws in de uitzending komt? Elke ochtend om halfelf vergadert de redactie van het Jeugdjournaal. Dan mag iedereen onderwerpen voorstellen voor de uitzending van die avond. We kiezen onderwerpen door er met elkaar over te praten. Hoe groot is het nieuws? Is het interessant voor kinderen? Hebben we beeldmateriaal? Soms weten we het na een kwartier, soms pas na een uur. Uiteindelijk beslist de eindredacteur welke onderwerpen we gaan maken. Hoeveel mensen werken er aan een uitzending? In totaal werken er ongeveer twintig mensen bij het Jeugdjournaal. Op een dag zijn er gemiddeld negen mensen bezig met de uitzending van die avond. Het team bestaat onder andere uit een nieuwslezer, een regisseur, een eindredacteur, één of twee verslaggevers die op pad gaan met een cameraploeg en twee of drie redacteuren die meestal vanachter hun bureau een onderwerp maken voor de uitzending. Er is natuurlijk ook een internetredacteur om onze website actueel te houden.
nieuwslezer
Hoeveel mensen kijken er naar het Jeugdjournaal? Er kijken elke dag ongeveer een half miljoen mensen. Het Jeugdjournaal is gericht op kinderen van negen tot twaalf jaar, maar er kijken ook veel oudere kinderen en zelfs volwassenen mee.
32
Wat is het leukste aan dit beroep? Het leukste vind ik dat ik alles wat er gebeurt, mag doorvertellen. En het is heel spannend om live te presenteren. Ik vind het ook super dat ik veel verschillende dingen mag doen, van nieuws lezen tot filmpjes maken, en dat ik de tijd kan nemen om interessante dingen uit te zoeken. Daar leer ik zelf ook veel van. Wat is het moeilijkste aan dit beroep? De afweging wat je wel en niet in de uitzending stopt, vind ik het moeilijkst. Als presentator probeer ik de tekst zó voor te lezen dat het blijft hangen en geen brei van losse woorden is. Wat heb je altijd bij je? Ik heb altijd een ‘oortje’ bij me. Dat is een klein apparaatje dat ik in mijn oor stop, waarmee ik tijdens de uitzending de regisseur en de eindredacteur kan horen. Zij kunnen via het oortje het laatste nieuws in de tekst aan mij vertellen of fouten eruit halen. Ze vertellen me ook wanneer een onderwerp niet doorgaat, of als de volgorde van de onderwerpen verandert. Mag je zelf uitkiezen welke kleren je aandoet als je moet presenteren? Ja, gelukkig wel! Heb je wel eens een rotdag, en waarom? Ja, als ik me verspreek natuurlijk. Of als het niet lukt om een onderwerp te maken dat ik had willen maken. Bijvoorbeeld omdat er technisch iets misgaat, of omdat je niet de juiste persoon hebt kunnen interviewen. Als je in de file staat en je hebt daardoor te weinig tijd om een mooi journaalfilmpje te maken, dan baal ik ook.
Ook nieuwslezer worden? Wat zijn de ideale eigenschappen van een nieuwslezer? Aangezien de meeste nieuwslezers ook journalist zijn, moet je het leuk vinden dingen uit te zoeken en daarover te vertellen. En dat moet je ook nog eens goed kunnen doen. Daarnaast moet je het een beetje leuk vinden om in de schijnwerpers te staan. En je moet opletten dat je netjes praat. Niet met een heel sterk accent bijvoorbeeld. Wat voor opleiding heb je nodig? Als je naar de school voor journalistiek gaat, kun je journalist worden. Met een opleiding als journalist kun je proberen te beginnen als journalist op een televisieredactie. Van daaruit kun je dan solliciteren naar een baan als nieuwslezer. Meer informatie? www.journalistiek.startpagina.nl (klik op opleidingen) en www.jeugdjournaal.nl
nieuwslezer 33
Een dag uit het leven van nieuwslezer Milouska… 10.30 uur Start van de ochtendvergadering met de redactie. We bespreken welke onderwerpen we vandaag in het journaal willen behandelen. Ik vind dat we aandacht moeten besteden aan de ruzie die de Palestijnen onderling hebben gekregen. De meerderheid van de redactie vindt dat ook. Behalve dat ik vandaag het journaal presenteer, ga ik dus ook een filmpje hierover maken. We spreken af om vooral te vertellen wat Palestijnse kinderen merken van die ruzie.
15.30-17.30 uur Samen met een editor maak ik het filmpje af. 17.30-18.45 uur Ik ga naar de schmink, want vanavond moet ik ook presenteren. Om zes uur neem ik de definitieve presentatietekst van het hele Jeugdjournaal door. Ik spreek de tekst hardop uit om te horen of alles klopt en in de studio oefen ik de presentatie een keer voor de camera.
11.00-13.00 uur Via kranten en televisiearchieven probeer ik uit te
18.45 uur Drie, twee, een, actie! Ik ben live te zien op de televisie. Er
zoeken hoe het precies zit met de ruzie tussen de Palestijnen onderling. Welke partijen zijn er? Wat willen ze? En waarom hebben ze ruzie? Na het uitzoekwerk maak ik een eerste opzet van de presentatietekst bij het filmpje. In ons speciale videosysteem zoek ik naar beeldmateriaal uit de Palestijnse gebieden.
kijken honderdduizenden mensen. Als je daarover nadenkt tijdens het presenteren, is het best spannend. Tien minuten later is het journaal alweer afgelopen. Met het hele team komen we nog even bij elkaar op de redactieruimte om de uitzending te evalueren. Daarna zit de dag erop en tevreden gaan we naar huis.
13.30 uur Na een snel broodje in de kantine monteer ik de beelden die ik wil gebruiken. Samen met de eindredacteur bespreek ik de opzet van mijn filmpje en de presentatietekst die erbij hoort. Soms maken we samen nog wat aanpassingen om het filmpje nog begrijpelijker te maken.
profvoet b a l l e r Joost Broerse (27): Om
prof te worden hoef je niet de beste te zijn, maar wel enorme discipline hebben en elke dag trainen. Voor welke club speel je nu en welk niveau is dat? Ik speel voor FC Utrecht in de eredivisie van het betaald voetbal. Er zijn drie grote voetbalclubs in Nederland: Feyenoord, Ajax en PSV. FC Utrecht en bijvoorbeeld FC Groningen vallen qua sterkte in een categorie net daaronder. FC Utrecht behoort tot de subtop van Nederland.
Hoe oud was je toen je je debuutwedstrijd speelde? Mijn debuut als betaald voetballer maakte ik toen ik achttien jaar oud was. Ik speelde voor FC Groningen tegen PSV. Er zaten twintigduizend man in het stadion. Dat was wel een ervaring. De spanning was enorm groot, en al helemaal omdat we tegen een topclub als PSV speelden.
Bij welke clubs speelde je hiervoor? Op mijn veertiende ben ik bij FC Utrecht gaan spelen in een jeugdelftal, ook wel B1 genoemd. Toen ik vijftien jaar was, werd ik geselecteerd voor het Nederlands Elftal onder de zestien jaar. Op mijn zestiende voetbalde ik in de A1 en kreeg ik mijn eerste contractje bij FC Utrecht. Ik werd toen gevraagd voor het jeugdelftal van Feyenoord, maar dat heb ik niet gedaan omdat ik in Utrecht wilde blijven wonen en studeren. Toen ik achttien jaar was ben ik voor FC Groningen gaan spelen. Dat was mijn start in het betaalde voetbal. Ik ben daar zes jaar gebleven. Op mijn 24e kreeg ik een contract voor drie jaar bij FC Utrecht aangeboden. Daar zit ik nu dus nog steeds, omdat ik tussentijds mijn contract voor twee jaar heb kunnen verlengen.
Wat is jouw positie op het veld? Ik speel als centrale verdediger en heb ook veel als middenvelder gespeeld. Nu ben ik door de coach van FC Utrecht als verdediger neergezet. Ik ben ook tijdelijk aanvoerder geweest, omdat de eigenlijke aanvoerder geschorst was vanwege een rode kaart. Mijn specialiteit is verdediging en ik ben sterk in schieten en lange passes geven. Ik ben een duurzame speler, geen sprinter. Daarom ben ik ook niet de beste aanvaller.
Hoe vaak train je? Ik train zeven keer per week en daarnaast speel ik een keer per week een wedstrijd, op zondag. Maandag hebben we een zogenaamde hersteltraining: We spelen de wedstrijd na, lopen rustig de vermoeidheid uit onze benen en zorgen dat we onze spieren niet overbelasten, maar juist extra verzorgen. Ik krijg af en toe een massage en ga naar de sauna. Dinsdag is onze vrije dag. Woensdag en donderdag trainen we ’s ochtends anderhalf uur. Dan gaan we douchen en samen eten in de kantine. ’s Middags trainen we nog een keer. Vrijdag en zaterdag trainen we maar één keer anderhalf uur in de ochtend. Zeker op zaterdag willen we onze spieren niet overbelasten, want dat voel je zondag tijdens de wedstrijd.
Wat was de beste en de slechtste wedstrijd die je ooit speelde? De beste wedstrijd was toen FC Utrecht de bekerfinale won in 2004, want toen gingen we op Europees niveau meespelen. We werden met een open dubbeldekkerbus door het centrum van Utrecht gereden! De slechtste wedstrijd ooit was een wedstrijd in 2001 tegen PSV die we met 8-0 verloren. Dat was een afgang. De supporters waren woedend en er ging een steen door onze bus.
Heb je een speciaal dieet? Een dag voor een wedstrijd eet ik altijd broccoli en tortellini. Het is een soort routine. Ik eet eigenlijk altijd wel gezond, om mijn lijf in topconditie te houden. Ongeveer drie uur voor een wedstrijd eten we spaghetti. Pasta geeft lekker veel energie.
profvoetballer
Hoeveel wedstrijden heb je gespeeld en hoeveel goals heb je gemaakt? Ik heb 250 wedstrijden gespeeld. Hiervan heb ik er ongeveer honderd met mijn team gewonnen. Ik heb 23 goals gescoord in mijn carrière als betaald voetballer. Mijn beste seizoen was toen ik zeven goals maakte: dat is niet slecht voor een middenvelder of verdediger! Op jaarbasis spelen we ongeveer veertig competitiewedstrijden, ongeveer tien oefenwedstrijden en vijf bekerwedstrijden. Dus in totaal speel ik zo’n vijftig wedstrijden. De spelers in de topclubs spelen meer wedstrijden, omdat ze ook nog meedoen aan competities zoals de Champions League. Die mannen spelen wel tachtig wedstrijden per jaar.
35
profvoetballer 36
Wat is het allerleukste aan profvoetballer zijn? Ik vind het voetballen zelf echt geweldig. Het spel met de bal dus. Spelen in een vol stadion is supercool! De trainingen vind ik ook leuk. Ik vind het altijd weer jammer als een training is afgelopen, zelfs als het stormt of regent. Wat is het allermoeilijkste aan dit beroep? Dat je in de ogen van je omgeving altijd een voetballer bent. Ook als je een keer een biertje pakt in de kroeg vragen mensen: ‘Hé, moet jij niet trainen?’ Een ander nadeel is dat ik nooit een dag vrij kan nemen. Ik ben eigenlijk altijd bezig met mijn werk. Per seizoen heb ik maximaal twee of drie weekenden vrij. Wat is je grootste angst als profvoetballer? Dat ik geblesseerd raak. Behalve een kleine blessure aan mijn knieband en een keertje door mijn enkel gaan, is mij dat gelukkig bespaard gebleven. Iedere voetballer heeft wel wat kleine kwaaltjes en pijntjes. Daar moeten we ons maar overheen zetten.
Is een sportcarrière te combineren met een studie? Het was niet gemakkelijk om mijn studie met sport te combineren. Toen ik in de laatste klas van het vwo zat, speelde ik al voor FC Utrecht. Gelukkig had ik een heel flexibele school, waarvan ik vaak vrij kreeg voor kwalificatiewedstrijden en speciale trainingen. Dankzij die flexibiliteit heb ik toch nog mijn vwo-diploma kunnen halen. Ik ben daar erg blij mee, want een sportcarrière is niet eeuwigdurend. De meeste profvoetballers stoppen toch rond hun vijfendertigste. Wat ga jij na je sportcarrière doen? Ik ben samen met een vriend bezig met het opzetten van een ict-bedrijfje: we bouwen websites voor voetballers, zodat ze zich beter kunnen profileren. Een idee is bijvoorbeeld dat je als voetballer alle filmpjes van je eigen goals op je website kunt zetten. Die vriend van mij doet het technische aspect van ons bedrijfje. Ik doe het management en de commerciële kant. Ik ken de voetbalwereld goed, dus dat moet lukken! Heb je nog een droom? Mijn droom is om in de top van het Nederlands betaald voetbal te spelen en uiteraard om ooit eens in het oranje voor het nationale elftal te spelen. Al was het maar voor één keer!
Zondag spelen we altijd een wedstrijd in het stadion.
14.30 uur We bespreken de wedstrijd. We hebben een paar stomme
08.00 uur Ik sta op en eet een gezond en flink ontbijt. Ik doe het
fouten gemaakt die we volgende keer moeten voorkomen. Na de bespreking douchen we en we kleden ons om. Dan gaan we wat drinken met familie en vrienden in het spelershome.
rustig aan vanochtend en bereid me geestelijk voor op de wedstrijd tegen FC Den Haag die ik vandaag moet spelen. Gelukkig spelen we in Utrecht.
10.00 uur Ik zoek mijn spullen bij elkaar en rijd met de auto naar het stadion. Mijn spieren zijn nog koud en stijf. Bij het stadion aangekomen ontmoet ik het team en de coach. We lunchen samen, eten pasta en brood: niet te veel natuurlijk, want met een volle maag is het niet goed voetballen.
11.30 uur Na de lunch bespreken we met het team en de trainer hoe we de wedstrijd gaan spelen. Ik ben verdediger, zoals altijd. Ik ben ook aanvoerder, want de eigenlijke aanvoerder mag niet meedoen vanwege een rode kaart. Ik kleed me om in de kleedkamer en doe wat stretchoefeningen. De trainer praat tegen ons over de tactiek die we vandaag moeten uitvoeren.
12.00 uur Het stadion loopt al vol. We horen buiten de toeters en gefluit. Onze supporters zijn weer in groten getale aanwezig!
12.30 uur De wedstrijd begint. Het wordt een redelijk goede wedstrijd, maar toch spelen we gelijk tegen Den Haag. Deze wedstrijd hadden we eigenlijk moeten winnen van een iets mindere tegenstander als FC Den Haag. We hebben genoeg kansen gekregen, maar Den Haag scoort vlak voor tijd de gelijkmaker.
16.00 uur Ik ga naar huis, maak wat eten samen met mijn vriendin en ga dan lekker de wedstrijden kijken op tv. De rest van de avond vermaak ik me met een film of ik ga wat leuks doen met collega’s, vrienden of mijn vriendin. De volgende dag trainen we pas in de middag, dus ik kan eventueel een beetje uitslapen.
profvoetballer
Een dag uit het leven van profvoetballer Joost…
37
profvoetballer
Ook profvoetballer worden?
38
Wat zijn de ideale eigenschappen voor dit beroep? Je moet lol hebben in het voetballen en je moet heel veel doorzettingsvermogen hebben. Dat is echt het allerbelangrijkste! Er zijn voetballers die meer talent hebben dan ik, maar niet in het betaald voetbal spelen. Om profvoetballer te worden hoef je niet de beste te zijn, maar moet je wel enorm veel discipline hebben en bereid zijn om elke dag keihard te trainen. Een profvoetballer moet ook fysiek sterk zijn en goed in een team kunnen spelen. Welke opleiding heb je nodig? Profvoetballer worden is niet voor iedereen weggelegd. Er is geen opleiding waarvoor je je kunt aanmelden om het te worden. Je kunt wel bij een amateurvoetbalvereniging gaan of veel op straat voetballen. Als je veel traint en heel goed bent, word je opgemerkt door je trainer of door een scout van een professionele voetbalclub. Als zij je goed vinden, mag je meedoen aan de jeugdopleiding van een professionele club. Er zijn in Nederland ongeveer vijfhonderd betaalde voetballers. Vijftig spelers daarvan zijn echte toppers. Zelf zit ik op dit moment net onder de toppers, maar ik hoop een topspeler te worden. Meer informatie? www.voetbal.startpagina.nl en www.fc-utrecht.nl
39
kopregel
re c h t e r Janneke U-A-Sai (44): De
rechter heeft de beslissende stem.
Wie staan er allemaal bij jou in de rechtbank? De eerste partij met wie ik als strafrechter te maken heb, is de verdachte van een strafbaar feit. Die heeft meestal een advocaat die hem of haar verdedigt. Verder is er de officier van justitie; dat is degene die de verdachte voor de rechter roept en een straf voorstelt. Tijdens de rechtszaak is er ook een griffier. Die zit naast mij en schrijft op wat er wordt gezegd en gedaan. Staat de officier van justitie aan jouw kant? De officier van justitie hoort net als ik bij de rechterlijke macht van het Nederlandse rechtssysteem, maar is onafhankelijk van de rechter en staat dus niet aan mijn kant. Hij of zij doet ook onderzoek naar het misdrijf en werkt daarbij samen met politie, opsporingsambtenaar of recherche. De officier van justitie maakt een compleet dossier van de verdachte. Als het onderzoek is afgerond en de officier is van mening dat er een strafbaar feit is gepleegd, komt de verdachte voor de rechter.
Wat doet een rechter allemaal? Een rechter moet alle dossiers lezen van alle verdachten die in de rechtszaal verschijnen, zodat hij iedereen de juiste vragen kan stellen. Bij strafzaken moet de verdachte verschijnen op een openbare zitting in de rechtszaal – met of zonder advocaat. De rechter luistert naar de pleidooien en beslist uiteindelijk of er een straf wordt opgelegd en hoe zwaar die is. De straf varieert van een geldboete tot aan gevangenisstraf. Als de verdachte het niet eens is met de veroordeling, kan hij in hoger beroep gaan. Dan bekijkt een hogere rechter de zaak opnieuw en doet vervolgens uitspraak. Welke zaken komt een rechter zoal tegen? Ten eerste civiele zaken. Dat houdt in dat burgers onderling ruzie hebben, bijvoorbeeld over geldzaken, en naar de civiele rechter stappen. Verder jeugdzaken, waarbij kinderen betrokken zijn, en familiezaken waarbij echtscheidingen worden behandeld. Over die zaken beslist een jeugd- of familierechter. Er zijn ook rechtszaken tussen de overheid en burgers, zoals strafzaken. Een voorbeeld daarvan is een burger die wordt verdacht van ernstige mishandeling. Ik doe op dit moment alleen strafzaken, maar binnenkort ga ik familie- en jeugdzaken behandelen.
Hoe bepaal je een straf ? Eerst moet ik bepalen of een strafbaar feit bewezen is. Zo ja, wat houdt dat strafbare feit dan in? Als de verdachte strafbaar is, wordt er een strafmaat bepaald aan de hand van een soort puntensysteem dat bedacht is voor verschillende strafbare feiten. De officier van justitie geeft de rechter een advies over de straf. Er wordt gekeken naar de ernst van het strafbare feit, de gevolgen van wat de verdachte heeft misdaan en of de verdachte zoiets al eerder heeft gedaan. Het telt ook mee wat voor persoon de verdachte is en wat zijn of haar privé-omstandigheden zijn. Als rechter weeg ik al die dingen af. Ze bepalen uiteindelijk mede de straf die ik opleg.
Wat zijn de moeilijkste zaken? De zedenzaken, vooral als er misdrijven met kinderen zijn gepleegd. Het is moeilijk te begrijpen waarom iemand kinderen zoiets aan kan doen. Wat zijn de leukere zaken? De economische delicten waar niet direct menselijk leed door is ontstaan. Bijvoorbeeld een boer die zijn land illegaal bemest, of een bedrijf dat de milieuwetgeving aan zijn laars lapt. Jeugdzaken zijn vaak ook leuk om te doen. Worden er ook mensen vrijgesproken? Als iemand voor het gerecht verschijnt, is daar al heel veel onderzoek aan voorafgegaan. Vaak is de verdachte al in bewaring gesteld, zijn er getuigen en deskundigen gehoord, heeft de rechtercommissaris toestemming gegeven voor huisdoorzoeking of inbeslagneming van eigendommen. Dikwijls komt het dus wel tot een veroordeling. Maar soms, als al het onderzoek te weinig bewijs heeft opgeleverd of als ik ondanks bewijs toch ernstig twijfel aan de schuld van de verdachte, volgt er vrijspraak.
rechter
Hoeveel en welke zaken behandel je als rechter? Ik behandel 25 tot 30 zaken in de week. Als strafrechter behandel ik politierechtszaken, zoals de lichtere gevallen van mishandeling, openbaar geweld, bedreigingen, diefstal en inbraak. Over deze ‘lichtere’ zaken doe ik direct uitspraak. Ik behandel ook ‘zwaardere’ zaken, zoals moord, verkrachting, terrorisme, ontvoering, ernstige berovingen, overvallen of een grote drugszaak. Dan zitten er nog twee rechters bij mij als ondersteuning. We noemen dit meervoudige kamerzaken.
41
Ook rechter worden?
rechter
Wat zijn de ideale eigenschappen van een rechter? Je moet een sterk rechtvaardigheidsgevoel hebben en heel objectief zijn. Per slot van rekening heeft de rechter de beslissende stem. Je moet goed en kritisch kunnen lezen en luisteren en snel een analyse kunnen maken van wat er aan de hand is. En op het juiste moment de juiste vragen stellen. Mensenkennis en inlevingsvermogen komen ook goed van pas.
42
Welke zaken zijn je bijgebleven? Te veel om op te noemen. Een Haagse koopman bijvoorbeeld die de boel goed bedonderd had, maar ontzettend grappig was in zijn verdediging. Ik moest echt moeite doen om niet in lachen uit te barsten. Of een vrouw die hysterisch werd na mijn uitspraak, haar haren uit haar hoofd begon te trekken en mij wilde aanvallen. In de rechtszaal gebeurt echt van alles! Worden mensen vaak boos in de rechtszaal? Er zijn altijd veel emoties in de rechtszaal: vooral bij zwaardere zaken is er veel agressie, leed en verdriet te voelen in de zaal. Regelmatig zijn er slachtoffers of nabestaanden van een slachtoffer aanwezig. En soms krijgen verdachten te horen dat er hoge straffen worden opgelegd, zoals een jarenlange gevangenisstraf. De meeste verdachten reageren daar uiteraard emotioneel op. Wat heb je altijd bij je als rechter? Mijn wetboeken. Dat zijn mijn bijbels! Heb je een mooi uniform? In de rechtszaal dragen rechter, officier van justitie, griffier en advocaat een toga met een ‘befje’. Dat is een wit stoflapje om je nek. De toga gaat gewoon over onze burgerkleding heen.
Welke opleiding heb je nodig? Je moet een rechtenstudie aan de universiteit volgen. Daarna solliciteer je voor Rechterlijke Ambtenaar In Opleiding (raio). Dat is een studie van zes jaar en houdt in dat je tegelijkertijd leert en werkt als rechter-in-opleiding of als officier-vanjustitie-in-opleiding. Na een aantal jaren ervaring kun je, als je geschikt wordt bevonden, rechter worden. Zes jaar lijkt lang, maar die tijd gaat snel voorbij, omdat het werk zeer afwisselend is. Meer informatie? www.rechtspraak.nl
09.00 uur Ik kom aan bij het Paleis van Justitie en drink een kop kof-
16.00 uur Vierde zaak: Een man uit Den Haag had een vuurwapen
fie. Ik check mijn e-mails, heb een korte vergadering met collega’s over lopende zaken en lees verder de dossiers van verdachten die ik vanmiddag moet berechten. Tegen twaalf uur lunch ik in de kantine en ga ik met alle dossiers naar rechtszaal P4, waar ik vandaag zitting moet houden.
bij zich en heeft iemand geïntimideerd. Bovendien was hij eerder berecht voor een strafbaar feit en liep hij nog in zijn proeftijd. Ook had hij een wietplantage thuis en tapte illegaal elektriciteit af. Er wordt acht maanden gevangenisstraf geëist en een boete van vijfduizend euro. De advocaat pleit voor zes weken. Na bestudering van het dossier en het aanhoren van de verdachte, besluit ik zeven maanden celstraf en een boete van vierduizend euro op te leggen.
13.30 uur De eerste zaak is een Haagse man die zijn vriendin heeft bedreigd. De vrouw heeft aangifte gedaan. De officier eist tachtig uur werkstraf minus voorarrest. De advocaat pleit voor veertig uur. De man toont berouw als ik hem wat vragen stel. Mede omdat het de eerste keer is dat hij voor een rechter moet verschijnen, veroordeel ik hem tot zestig uur werkstraf minus het voorarrest van 36 uur, dus dat houdt in dat hij nog 24 uur vrijwilligerswerk moet doen.
14.15 uur Tweede zaak: Een Ghanees heeft zich bij politiecontrole geïdentificeerd met een identiteitskaart van een andere Afrikaan en blijkt illegaal in Nederland te wonen. De officier eist drie maanden gevangenisstraf voor het gebeuren met de identiteitskaart, de advocaat vraagt om zes weken. Ik bepaal uiteindelijk een gevangenisstraf van acht weken.
15.00 uur Derde zaak: Een vrouw afkomstig uit de Balkan bedreigde een man met een mes en probeerde hem te steken. Ze droeg een vervalste identiteitskaart bij zich. De officier eist twaalf maanden straf. Ik acht het geweld niet bewezen, maar de vervalste identiteitskaart wel. Daarvoor krijgt ze drie maanden gevangenisstraf, de tijd dat ze in voorarrest zat. Ze komt niet vrij omdat ze door de officier van justitie wordt overgeleverd aan de vreemdelingenpolitie.
Tegen 17.00 uur Ik loop naar mijn kantoortje op de zevende ver-
rechter
Een dag uit het leven van rechter Janneke…
dieping, check mijn e-mails, ruim de boel op en ga lekker naar huis. 43
televisiever s l a g g e v e r Rik Konijnenbelt (39): Ik
interview allerlei mensen, van presidenten tot stratenmakers
Wat doet een televisieverslaggever precies? Ik maak filmpjes van ongeveer twee minuten voor televisie. Om die filmpjes te maken, moet ik elke dag op pad met een cameraman. Als er bijvoorbeeld een treinongeluk is gebeurd, interview ik mensen die erbij waren of die de rotzooi opruimen, en ik zorg natuurlijk dat er opnamen worden gemaakt van de ravage. Daarna ga ik terug naar de studio om te selecteren wat er wordt uitgezonden. Een editor helpt je met de technische montage van het filmpje. Wat is er zo leuk aan jouw beroep? Ik ontmoet veel verschillende soorten mensen: van presidenten tot stratenmakers, en van ministers tot vrachtwagenchauffeurs. Iedereen vertelt zijn eigen verhaal. Ik vind het ook leuk dat ik op veel plaatsen in Nederland en elders in de wereld kom. De afwisseling trekt me aan: ’s ochtends weet ik vaak niet wat ik ’s middags ga doen.
Wat is het leukste item dat je ooit hebt gemaakt? Een verslag van het Live-Aid concert in Engeland. Dat was een groot popconcert met allemaal wereldsterren die aandacht vroegen voor armoede op de wereld. Ik mocht vanwege mijn werk helemaal vooraan staan. Het verslag maken was zo klaar, dus voor de rest kon ik lekker genieten van optredens van U2, Robbie Williams en Madonna. Heerlijk! Wat was het moeilijkste verslag dat je ooit maakte? Een paar jaar geleden was ik in Liberia, waar net een burgeroorlog was geweest. In een voedingscentrum van een hulporganisatie ontmoette ik een moeder met haar anderhalf jaar oude baby Rebecca. Het kindje was door de oorlog zwaar ondervoed en had er nog een infectieziekte overheen gekregen. Ondanks dat ze ziek was, had ze de mooiste ogen die ik ooit heb gezien. Ik filmde haar. Drie dagen later hoorde ik dat ze het niet gered had. Dat heeft mij een avond veel tranen gekost. Ik vond het zo oneerlijk: dat meisje had niks te maken met de oorlog. Ik denk nog steeds regelmatig aan haar.
Hoe weet je dat het veilig genoeg is voor jou als verslaggever? Je kijkt naar het nieuws van de grote zenders van de beide strijdende partijen om erachter te komen waar er gevochten wordt. En ik denk zelf na. Als ik een bom hoor inslaan schat ik in hoe ver weg het is en ik luister of het dichterbij komt. Ik houd ook nauw contact met hulporganisaties en veiligheidsfunctionarissen van de VN. Mijn team en ik hebben geen heel apparaat achter ons staan dat ons uit het oorlogsgeweld haalt als de nood hoog is. Dus we moeten zelf een afweging maken of we ergens op afgaan of niet. Kom je wel eens in enge situaties terecht? Ja, onlangs was ik in Libanon toen de Israëliërs het land bombardeerden. Ik ben niet echt een bangerik, maar mijn filosofie is wel dat je altijd een beetje bang moet zijn, omdat je anders te overmoedig wordt. Angst zorgt ervoor dat je alert blijft en voorkomt dat je denkt dat je alles wel aankunt.
Wanneer had je voor het laatst een rotdag en waarom? In Turkije moest ik een item maken met een collega. Eerst ging de camera stuk; het lukte niet om een andere te regelen. Toen werd mijn telefoon gejat en daarna deed de creditcard van mijn werk het niet meer. Het item dat we maakten ging cynisch genoeg over toerisme en aanslagen. Ik heb trouwens sowieso een rotdag als apparatuur waarmee ik werk het niet doet. Het is wel eens gebeurd dat ik de hele dag heb gewerkt en denk dat ik mooie interviews heb opgenomen, en dan bij het terugkijken van de band alleen ‘sneeuw’ zie. Als de satellietverbinding met Hilversum uitvalt, baal ik ook enorm. Wat heb je altijd bij je als verslaggever? Het klinkt een beetje stom, maar een doosje met poeder voor als ik voor de camera moet. Ik heb ook altijd een paspoort bij me en een toilettas, voor het geval ik plotseling naar het buitenland moet. Een oortje met een zendertje neem ik altijd mee, zodat ik de regisseur kan horen tijdens een eventuele live uitzending. Mijn mobiele telefoon gaat bij mij trouwens nog net niet mee onder de douche, maar verder heb ik die ook altijd bij me.
televisieverslaggever
Film je vaak in oorlogssituaties? Ik film meestal in Nederland, maar ik moet ook wel eens naar het buitenland voor nieuwsreportages. En ja, soms moet ik dan ook naar oorlog- of rampgebieden. Dat is best zwaar, want er gebeuren daar dingen die je niet meer kunt vergeten. In Ethiopië bijvoorbeeld zag ik mensen vechten om graspollen, omdat ze zo’n honger hadden.
45
televisieverslaggever 46
Welk verslag zou je ooit nog willen maken? Ik wil ooit nog een speurtocht maken naar de moeder van Rebecca, dat meisje in Liberia dat doodging. Ik zou haar willen vragen of het verlies van haar dochter heel groot was of dat de dood voor haar meer onderdeel van het leven is. Hoe heeft zij het ervaren? Ik zou ook ooit heel graag koningin Beatrix interviewen. Ik zou haar vragen hoe het is om bij alles wat je doet rekening te moeten houden met de buitenwereld. Hoe is het om te leven in een gouden kooi? Wanneer wist je dat je televisieverslaggever wilde worden? Op mijn veertiende begon de gedachte om journalist te worden bij me op te komen. Ik wilde veel reizen, dingen zien en onrecht aan de kaak stellen. Ik had ook een grote mond, dus een aantal mensen om mij heen dacht dat het beroep van journalist wel bij me zou passen.
Ook televisieverslaggever worden? Wat zijn de ideale eigenschappen van een televisieverslaggever? Je moet nieuwsgierig zijn en oprecht geïnteresseerd in andere mensen. Je moet hard willen en kunnen werken, en op rare tijden. Als er nieuws is, werk je door, ook al duurt het tien of twaalf uur. Welke opleiding heb je nodig? Je kunt de school voor journalistiek doen, maar je kunt ook journalist worden zonder die opleiding. Je moet vooral veel het nieuws volgen en heel graag willen. Toen ik op school zat heb ik de regionale krant gebeld in de plaats waar ik woonde. Twee zomers lang tikte ik stukjes voor ze. Journalistiek leer je vooral door het veel te doen. De schoolkrant of een lokale omroep is ook een goede plek om te beginnen. Je mag er fouten maken en je leert veel mensen uit het vak kennen. Meer informatie? www.journalistiek.startpagina.nl (klik op opleidingen) en www.rtlnieuws.nl
09.00 uur Redactievergadering. Het nieuws uit de kranten en op de
televisieverslaggever
radio wordt besproken. De redactie maakt een selectie van wat wij als RTL die avond als nieuws gaan brengen. Meestal kom ik als verslaggever op de redactie aan als de vergadering net is begonnen of zelfs bijna is afgelopen. Ik mag wel meebeslissen als ik wil, maar ik begin meestal liever iets later, omdat ik vaak lange dagen maak.
10.00 uur Mijn collega’s op de redactie maken afspraken voor mij met mensen die ik later die dag moet interviewen. Dan zeggen ze tegen mij waar ik heen moet en wie ik daar kan spreken. Ze weten inmiddels wel een beetje welke onderwerpen bij mij passen. Ik doe veel verslag van misdaad en terreur – zoals de zaken tegen Mohammed B. en Samir A. – en ook van de kleinere rampen.
47
Een dag uit het leven van televisieverslaggever Rik… 11.00 uur Ik maak één verslag per dag. Ik ga meestal alleen met de
12.00-15.30 uur Ik schat zelf in of wat er op de rechtbank gebeurt
auto en ontmoet de cameraman op locatie. Soms moet ik naar het oosten van het land, maar soms moet ik ook ineens naar Noord-Frankrijk. Dan ben ik de hele dag onderweg en sta ik ’s avonds om halfacht live voor de camera. Een satellietwagen straalt de beelden direct door. Maar vandaag ben ik nog vóór de redactievergadering vertrokken naar Amsterdam. Ik moet namelijk verslag doen van het proces tegen Samir A. in de rechtbank van Amsterdam. Het pand is zwaar beveiligd en de regels zijn streng. Ik word gefouilleerd, mijn telefoon moet ik inleveren en de cameraman moet buiten blijven. Er mag binnen niet gefilmd worden. De verhoren duren de hele dag. Het is best spannend om vermeende terroristen te horen antwoorden op vragen van de officier van justitie. Soms is het ook een beetje saai, omdat er veel over regels en procedures wordt gepraat.
interessant is voor het nieuws van vier uur of dat van halfacht. Tegen twaalf uur is er nog niet veel spectaculairs gebeurd. In de pauze probeer ik een van de advocaten van Samir A. te spreken; misschien levert dat wat op. Als ik snel een verhaal op tv wil brengen, bel ik met de redactie voor overleg en blijft er een cameraman stand-by.
15.30-18.00 uur Vandaag maak ik een item voor het nieuws van vier uur over de vorderingen in het proces tegen Samir A. Het stukje interview met de advocaat doe ik er ook bij. Er is te weinig tijd om naar Hilversum terug te gaan, dus monteer ik het verslag zelf op locatie. Via de satellietwagen stralen we de beelden door naar de redactie in Hilversum. Om zes uur wordt het item nog eens herhaald, maar dan spreek ik een nieuwe tekst in met het laatste nieuws uit de rechtbank. Even na zessen, na de nieuwsuitzending, ben ik klaar. Ik ga vandaag lekker vroeg naar huis.
decorontwerper Ellen Janssen (40): Een
decor staat of valt met goede belichting.
Wat doet een decorontwerper allemaal? Een decorontwerper ontwikkelt decors voor theater, film of toneel. Een bepaalde sfeer wordt gecreëerd door de juiste achtergronden en rekwisieten te gebruiken. Het draait vaak om details; alles moet bij elkaar passen, qua sfeer en tijdsmoment. Stel bijvoorbeeld dat er twee opaatjes in een bar zitten. Die bar moet er gezellig uitzien, een beetje oubollig, met een typisch Amsterdamse barvrouw. Het behang aan de muur en de kledingstijl van de opaatjes moeten beide uit de jaren vijftig zijn. Wat zijn rekwisieten? Dat zijn alle materialen en spullen die je maar kunt bedenken voor de inrichting van bijvoorbeeld een woonhuis, kantoor of café: oude stoelen, bijpassende lampen, oud behang, flessen, glazen en schilderijen. Ik huur de meeste dingen bij een bedrijf in Hilversum, dat loodsen vol heeft staan met attributen: van opgezette koeien en grote Mariabeelden tot aan plastic hammen en broden. Ik koop zelf ook veel spullen die ik voor de sets nodig heb. Koninginnedag is voor mij de beste dag van het jaar!
Hoe komt een decorontwerp tot stand? Als de tekstschrijvers klaar zijn krijg ik alle draaiboeken. Die lees ik goed en dan bespreek ik ze met de regisseur, studiotechnici, schrijvers en alle andere mensen die bij de opnamen betrokken zijn. Met elkaar beslissen we hoe we alles ruimtelijk gaan weergeven, in welke tijdsperiode alles opgenomen wordt, of we in de studio opnemen of buiten op locatie, welke kleding de karakters dragen, enzovoort – allerlei beslissingen die voor mij als decorontwerper van groot belang zijn. Pas daarna ga ik het decor ontwerpen. Dat teken ik in de studioplattegrond, zodat ik kan zien of alles wat ik heb bedacht qua afmetingen past. Bouw je alles zelf ? Nee hoor, ik heb meestal drie timmermannen of decorbouwers die mij helpen. Zij doen al het grove werk, zoals wanden, vloeren en deuren timmeren. Ik geef aan hoe het ontwerp gebouwd moet worden en zij voeren het uit. Het fijnere decoratieve inrichtingswerk doe ik samen met de rekwisiteur, die veel verstand heeft van sfeer en geschiedenis. Dat laatste is belangrijk, want er is niets zo storend in een decor als dingen die niet bij elkaar passen.
Hoeveel sets bouw je per jaar? Ik ontwerp elk jaar ongeveer vijftig verschillende decors voor het televisieprogramma Klokhuis. Het Klokhuis wordt gemaakt in vijf draaiweken, verdeeld over het hele jaar. Een draaiweek houdt in dat de acteurs gefilmd worden op de set. In één draaiweek worden er wel twintig tot veertig verschillende soorten decors gebruikt. We moeten dus verschillende decors opbouwen en afbreken op één dag. De weken en maanden tussen de draaiweken door ben ik bezig met het ontwerpen en bouwen van nieuwe decors voor het Klokhuis en andere opdrachtgevers.
decorontwerper
Hoe bouw je achterwanden voor grote sets? In grote sets gebruiken we doeken van zes bij twintig meter met allerlei beschilderingen zoals stadsbeelden, woestijnen, bossen, vliegvelden, tuinen en landschappen. Voor kleine sets gebruiken we vaak hout en karton, dat is vooral geschikt voor op muren en behang.
49
Welke sets bouw je het liefst? Een beetje surrealistische decors, die ondanks het lage budget toch erg tot de verbeelding spreken. Ik werk het liefst met karton. Ik maak dan bijvoorbeeld een set vol grote zonnebloemen voor een scène uit een Bollywoodfilm, of een kunstwerk van suikerklontjes. Onlangs heb ik een vrouwenversierstoel ontworpen. Dat zijn leuke dingen, omdat ze niet echt bestaan. Echte dieren of Bekende Nederlanders gebruiken op een set is ook erg leuk. Laatst kwam André Rieu bijvoorbeeld op de set als violist in een restaurant. Daar wilde een jongen een meisje ten huwelijk vragen, maar het meisje had meer oog voor André dan voor de jongen. Dat zijn leuke sketches. Welke zijn de leukste en minst leuke decors? De vaste sets voor vaste typetjes in het Klokhuis zijn het minst leuk. Sommige decors gebruiken we al tien jaar. Ik vind het natuurlijk veel leuker om continu nieuwe sets te ontwikkelen. Het leukst zijn de simpele, maar creatieve decors. Ze zijn vaak niet groter dan twee bij drie meter oppervlakte, snel op te zetten en aan te passen. Ik heb een beperkt budget per decor. Ik moet dus erg creatief zijn om toch nog een goed decor te bouwen!
decorontwerper 50
Wat maakt een decor goed? Dat is afhankelijk van het ontwerp en hoe het gebouwd is. Maar een decor staat of valt met goede belichting. Bij het Klokhuis werken soms wel drie mensen mee aan het belichten van de decors. Belangrijk bij een decor is dat je in één oogopslag kunt zien waar het over gaat. Daarnaast zijn details belangrijk: de rekwisieten moeten goed gekozen zijn en goed bij elkaar passen. Tot slot: een beetje humor kan geen kwaad. Laatst moest ik een fiets uit de oertijd maken en toen heb ik er een met vierkante wielen gemaakt. Wat is het leukste en het moeilijkste aan jouw baan? De vrijheid die ik krijg in het ontwerpen is het leukst. Het is fijn dat mijn creatieve uitspattingen worden gewaardeerd door de regisseur, acteurs, decorbouwers en andere collega’s en dat mijn decors echt een meerwaarde hebben voor de scène die wordt opgenomen. Het moeilijke aan deze baan is dat ik veel alleen aan het werk ben. Soms mis ik samenwerking of feedback van collega’s. Wat heb je altijd bij je? Mijn schietnieter en mijn leatherman, dat is een heel handig tangetje. Mijn schroefboormachine is ook onmisbaar!
Ook decorontwerper worden? Wat zijn de ideale eigenschappen van een decorontwerper? Je moet creatief zijn en bereid zijn hard te werken, want we gaan soms tot laat door met het opbouwen van een decor. Welke opleiding heb je nodig? Er bestaat geen opleiding voor decorontwerpers. De meeste mensen die dit vak uitoefenen, hebben de kunstacademie gevolgd en lopen stage als decorontwerper bij de televisie of het theater. Meer informatie? www.kunst.startpagina.nl (klik op onderwijs)
decorontwerper
08.00 uur De decorbouwers zijn al een uur aan de slag om het decor op te bouwen van een beetje oubollig café dat ik ontworpen heb. Samen met de rekwisiteur begin ik de puntjes op de i te zetten: ik zet de meubels op de goede plek, help met het inbouwen van de bar, zet flessen en glazen neer en hang schilderijen en lampen op. We mogen nu nog veel lawaai maken, want er wordt nog niet gefilmd. De mensen van de belichting helpen mee om het decor af te maken.
51
Een dag uit het leven van decorontwerper Ellen… 09.00-11.00 uur De regisseur en de acteurs arriveren in de studio
13.00 uur Lunch voor de acteurs. Ik werk door met de decorbouwers,
en beginnen met de voorbereidingen. De eerste set is dan klaar en terwijl ze oefenen zetten we de tweede set op in de andere hoek van de studio. Een uur later vraagt de regisseur om stilte voor de eerste opnamen: deuren moeten dicht, het gewone licht gaat uit en de studiolampen gaan aan. Ik kan wel wat kleine dingen doen, zolang ik maar geen kabaal maak. Ik kijk ook vaak mee, want het is erg leuk om te zien hoe er geacteerd wordt.
zodat na de lunch het vierde decor klaar is: een podium voor drie zangeressen. Een groot rood doek achter het decor is niet stevig genoeg opgehangen en dondert omlaag tijdens de opbouw. Beter nu dan tijdens het filmen! We maken het doek vast met staalkabeltjes in plaats van touw en hopen dat het nu wel blijft hangen.
11.00-13.00 uur Na een uur zijn de opnamen op de eerste set klaar en verplaatsen de acteurs zich naar de tweede set. Ik merk dat ik nog wat vergeten ben en ga snel een lampje halen bij het verhuurbedrijf. Als ik terugkom en de acteurs druk aan het repeteren zijn, breken we de eerste set af en bouwen daar een nieuw decor. Het worden tientallen grote zonnebloemen en een prieeltje waar geliefden elkaar gaan ontmoeten. We hangen ook een grote witte achterkant op.
14.00 uur Alles is klaar voor de tweede set opnamen en wij moeten weer stil zijn. Ik kijk naar de opnamen en drink even een kopje koffie. Er zijn broodjes voor ons gebracht. Ik merk dat ik flink honger heb!
15.00-20.00 uur Het podium is klaar en het ziet er goed uit. Snel breken we de zonnebloemenset af. De opnamen op de vierde set duren lang en pas tegen zes uur is de regisseur tevreden. Ik bel mijn kinderen dat ze maar vast moeten gaan eten. Daarna laden we alle decors in grote karren, zodat de studio voor morgenochtend weer leeg is voor nieuwe decors. Samen met de decorbouwers spreek ik de volgorde van opbouw voor morgen door. Om acht uur verlaat ik de studio en rijd ik naar huis.
dierenverz o r g e r Micha de Groot (30): Het
duurt een paar maanden voordat je het vertrouwen wint.
Wat houdt jouw baan in? Als dierenverzorger voer je de dieren, je maakt hun hokken schoon, je laat ze naar buiten en naar binnen, je let op hun gezondheid en als het even kan speel je natuurlijk even met ze. Verder trainen we de dieren ook. Waarin train je ze? Ik train olifanten in ooraanrakingen, zodat ze me toelaten bloed achter hun oor te prikken. Ik train ze daarnaast in het geven van pootjes, zodat ik hun zolen kan schoonmaken of hun nagels kan knippen en vijlen. En ik train ze in liggen of in een bepaalde positie staan, zodat we ze kunnen schoonspuiten. Trainen doen we door te belonen, nooit door straffen. Als ze iets goed doen, krijgen ze een stuk brood. Het kost soms wel twee jaar voordat een olifant volledig is getraind.
Welke andere dieren heb je allemaal verzorgd en wat zijn je favoriete dieren? Je kunt het zo gek niet bedenken of ik heb ze verzorgd: apen, beren, vogels, pinguïns, olifanten, hyena’s, wilde zwijnen, stokstaartjes… Ik vind de mensapen het leukst, vooral chimpansees en gibbons, omdat ze zulk menselijk gedrag vertonen. Vogels zoals papegaaien, maraboes en pelikanen trekken me het minst aan. Vooral het geschreeuw van de vogels stoort me nogal. Welke dieren verzorg je nu en is dat gevaarlijk? Ik verzorg nu zebra’s, giraffen, olifanten, mantelbavianen en sabelantilopen. Het gevaar valt best mee. De giraffen zijn bijvoorbeeld heel rustig. Het zijn vluchtdieren: zodra ze denken dat er gevaar dreigt, rennen ze weg. Bij de olifanten moet je wel oppassen. Vrouwtjesolifanten zullen je niet veel doen als je weet hoe je ze moet behandelen, maar het mannetje is gevaarlijk en hij accepteert eigenlijk niemand. Hij is de koning en doet wat hij wil. We noemen hem Calimero: hij is bijna vier meter hoog en weegt 6500 kilo. Olifanten vallen aan als ze gevaar voelen. En als ze gefrustreerd zijn, kunnen ze dat wel eens op mij afreageren. Dat geldt voor alle dieren trouwens.
Wat eet een olifant allemaal? Olifanten eten honderd kilo ruwvezel (luzerne en hooi) per dag en drinken honderdtwintig liter water per dag. Ze krijgen twee kisten appels en twee kisten wortelen per dag en daarbij ook nog eens olifantenbrokken (krachtvoer). Per week eten ze 69 broden. Omschrijf eens een olifantenkarakter? Olifanten zijn leergierig en nieuwsgierig en ze hebben een heel goed geheugen. Ze herinneren zich dingen nog jaren na dato. Dus als je een keer boos op ze wordt, zullen ze dat niet snel vergeten! Ze zijn ook behoorlijk slim, hoewel dat varieert van olifant tot olifant. Sommige hebben iets heel snel geleerd en andere weer niet.
Blijven de dieren altijd buiten? Overdag met goed weer lopen ze altijd buiten, vanaf een uur of negen ’s ochtends tot vier uur ’s middags. Dan gaan ze op stal en worden ze eventueel gevoederd en gewassen. Olifanten zijn overigens erg gevoelig voor hitte en kou. Als het regent en hard waait, zie je ze rillen in de wei. Als het vriest, gaan ze dus maar een uurtje naar buiten. Hun oren bevriezen nogal snel, omdat er geen vet in zit als bescherming. Als het heel heet is moet je oppassen dat er genoeg schaduw is, anders verbranden ze in de hete zon. Of ze moeten kunnen modderbaden! Waar halen jullie de dierentuindieren vandaan? Volgens een nieuwe wet mogen we geen dieren meer in het wild vangen en die naar de dierentuin brengen. Daarom fokken we onze eigen dieren. Dat is niet eenvoudig. Een olifant bijvoorbeeld krijgt maximaal iedere zes jaar een jong. Een olifant wordt ongeveer zestig jaar oud en als het vrouwtje tien jaar is, wordt ze gedekt. Een olifant is 22 maanden drachtig. Daarna zoogt ze haar jong twee tot drie jaar. Giraffen krijgen vaker jongen. Dit jaar bijvoorbeeld zijn er ook weer nieuwe girafjes geboren!
dierenverzorger
Herkennen de olifanten jou? Ja, ze kennen mij wel degelijk. Het duurt een paar maanden voordat je een vertrouwensband met ze hebt en ze je toelaten tot hun kudde. Tot die tijd laten ze je links liggen: ze negeren je gewoon. Ze reageren inmiddels op mijn gedrag. Als ik enthousiast doe, vinden ze dat leuk. De toonhoogte van mijn stem heeft ook betekenis voor de olifanten: als ik mijn stem verlaag, betekent dat ‘luisteren’ en ben ik dominant. Als ik mijn stem verhoog, betekent het dat ik enthousiast ben en ze beloon.
53
Ook dierenverzorger worden?
dierenverzorger
Wat zijn de ideale eigenschappen van een dierenverzorger? Je moet fysiek sterk zijn, want je hebt met grote dieren, zware hooibalen, grote kratten voer en zware hekken te maken. Je moet ook goed met dieren en met mensen om kunnen gaan en situaties goed kunnen inschatten, onder andere op veiligheid. Welke opleiding heb je nodig? De opleiding tot dierenverzorger is een mbo-opleiding. Om toegelaten te worden moet je een vmbo-diploma hebben. Je leert dieren voeren, dieren en hun leefomgeving verzorgen, voldoende beweging en aandacht geven aan de dieren en zorgen voor geplande voortplanting en gezonde nakomelingen. Diergezondheid en diergedrag zijn ook belangrijke onderdelen.
54
Wat vind je het leukst aan dierenverzorger zijn? Het trainen van dieren en zien dat ze iets leren. Er gaat veel tijd in zitten: je moet heel geduldig zijn om dieren iets te leren. Het is ook leuk om gewoon bezig te zijn met de dieren door ze te voeren en met ze te spelen. Jonge olifanten zijn het leukst, daar wil ik de hele dag eigenlijk wel bij zijn. Met de bavianen heb ik minder, want daarmee kun je moeilijk een relatie opbouwen. Wat is het spannendste of moeilijkste dat je ooit hebt meegemaakt op je werk? Eén keer moest er een heel grote zware olifant op transport, omdat hij een vrouwtje in een andere dierentuin moest bevruchten. Het was een behoorlijk gevaarlijke operatie om die olifant in een grote container te krijgen! Het trainen van jonge olifanten is ook spannend. Ze weten nog niets, maar zijn razend enthousiast en kunnen dan echt onstuimig zijn. Aangezien ze hun eigen kracht niet kennen, moet je goed oppassen. Wat neem je altijd mee naar je werk en waarom? Mijn zakmes, om bijvoorbeeld touwtjes van de hooibalen door te snijden. Berehandig!
Meer informatie? www.groenhorstcollege.nl www.helicon.nl en www.beeksebergen.nl
09.00 uur Ik begroet alle dieren die ik verzorg en geef sommige een
14.00 uur Na de lunch beginnen we met het trainen van de olifanten.
appel. Ik controleer of ze gezond zijn, of ze koorts of diarree hebben, raar uit hun ogen kijken of lusteloos zijn. Er is een giraffe die ik ervan verdenk griep te hebben. Ik bel meteen de dierenarts. Hij zal over een halfuurtje langskomen. Dan laat ik de bavianen uit het nachthok. Ze rennen als gekken naar de bomen om erin te slingeren.
We lokken ze terug naar de stal met appels en broden. Eenmaal binnen leren we de jonge olifanten hun poot op een stalen hekje te plaatsen, zodat ik hun zolen goed kan inspecteren en schoonmaken. Ik vijl de wildgroei van de nagels en spuit ze schoon met de hogedrukspuit. De olifanten geniet van het warme water over hun dikke huid. Als beloning krijgen ze extra brood met vitaminen, appels en wortelen. Omdat het koud is blijven de olifanten de rest van de middag lekker binnen.
10.00 uur Ik ga de dieren buiten voeren. Ik laad balen hooi op de pick-up en strooi het voer in de troggen in de buitenrennen. De giraffen zitten bij de zebra’s. En de olifanten zitten bij de apen. Ik laat de dieren een voor een naar buiten. De giraffen, zebra’s en olifanten rennen naar het hooi: ze hebben duidelijk trek. Ik geef de olifanten nog wat extra krachtvoer en appels. De apen eten geen hooi, maar vooral fruit. Ik voer ze apart door het eten naar ze toe te gooien. Zo komt iedere aap aan de beurt!
11.00 uur Ik bespreek met mijn collega wat we verder die dag gaan doen. We besluiten dat we vanmiddag een training gaan geven aan twee olifanten en dat we hun poten goed schoonmaken en hun nagels bijwerken. Maar eerst moeten de stallen uitgemest en ontsmet worden.
16.00 uur De giraffen en apen worden naar binnen gebracht en ze krijgen nog een keer eten. De zebra’s blijven buiten, zoals altijd bij een nachttemperatuur van hoger dan twaalf graden: daar hebben ze een soort stallen waar ze kunnen schuilen.
17.00 uur De dieren zijn allemaal verzorgd. Het regent buiten hard, maar gelukkig staan alle dieren veilig binnen in hun hok of buiten onder afdaken, goed beschut tegen weer en wind. Ik ruim de kantine van de verzorgers nog even op en spring op de fiets naar huis.
dierenverzorger
Een dag uit het leven van dierenverzorger Micha…
55
model Diantha Rodrigues Pereira (22):
Zorg dat je de best mogelijke versie van jezelf bent.
Wat doet een model? Ik ben fashionmodel; dat betekent dat ik modeshows loop op de catwalk van kledingontwerpers en dat ik poseer in de nieuwste mode voor een modefotograaf. Het shows lopen en poseren zelf duurt meestal niet zo lang. Als model besteed je de meeste tijd aan audities doen en opdrachten binnenhalen. Een show duurt bijvoorbeeld soms maar vijftien minuten, maar het kan zijn dat je vier jaar hebt gewerkt om die opdracht te krijgen. Werken aan je eigen promotie en netwerken is daarom erg belangrijk. Wat is netwerken? Netwerken houdt in dat je je best doet om mensen uit de modewereld te leren kennen. Heel vaak krijg je een opdracht voor werk, omdat mensen je nog kennen van een andere klus die je goed hebt gedaan. Je leert ook mensen kennen tijdens feestjes. Vooral de feestjes na afloop van een modeshow worden druk bezocht door ontwerpers, sponsors, opdrachtgevers, fotografen, visagisten en modellen. Netwerken betekent dat je contact houdt met die mensen.
Hoe krijg je opdrachten als model? Er zijn twee manieren. Je kunt je inschrijven bij een modellenbureau en een presentatiemap laten maken. Daarin staan foto’s van jezelf. Het bureau maakt onder andere met die foto’s in de hand afspraken voor jou voor ‘castings’, dat zijn een soort audities voor een model. Vaak heb je meerdere castings op een dag en hopelijk zit er eentje tussen die jou een opdracht oplevert. Een tweede manier is dat je direct gevraagd wordt door een modeontwerper om een show te lopen of om foto’s te maken. Dat gebeurt bij mij wel eens, omdat ik bevriend ben met een aantal ontwerpers. Hoe ben jij in het vak gerold? Ik was zeventien toen ik vanuit Curaçao naar Nederland kwam. Op Amsterdam Centraal werd ik aangesproken door een man die voor een modellenbureau werkte. Hij vroeg of ik werk zocht en gaf mij een kaartje. Ik vertrouwde het niet en heb nooit gebeld. Later werd een vriendin van mij gevraagd om een show te lopen voor eindexamenkandidaten van het Fashion Institute Arnhem. Ze zochten nog een model en toen heeft ze mij voorgesteld. Tijdens de show werd ik door dezelfde man benaderd. Hij bleek voor Models Inc. te werken. Dat is nu nog steeds mijn modellenbureau.
Zijn er trucjes om er goed uit te zien op een foto? Ja, die zijn er. Zorg bijvoorbeeld dat je met je ledematen geen hoeken maakt, maar buig je armen een beetje. Een lichaam met rondingen ziet er namelijk mooier uit op een foto. Een andere tip is om je vingers altijd bij elkaar houden op de foto, want een hand met open vingers staat lelijk. Als je er slanker uit wilt zien, kun je je rug een beetje ‘hol’ maken.
Zijn modellen niet altijd heel erg dun? Om fashionmodel te worden moet je eigenlijk wel slank zijn, ja. Maar er zijn ook heel veel andere soorten modellen. Er is bijvoorbeeld veel werk voor modellen in reclamespotjes. In die branche zoeken ze allerlei soorten mensen, van alle kleuren en maten. Hetzelfde geldt voor catalogusmodellen, dat zijn meiden en jongens die kleding showen voor een postorderbedrijf. Modellen die voor televisie of catalogussen werken, hebben vaak veel meer werk dan fashionmodellen. En ze verdienen meestal meer!
Hoe vaak werk je? Voor fashionmodellen zijn twee maanden heel belangrijk: januari en juli. In die maanden is er een ‘fashionweek’ waar ontwerpers hun nieuwe zomer- of wintercollectie presenteren. Soms loop ik tijdens een fashionweek voor wel acht ontwerpers op de catwalk. Per ontwerper show je twee tot vier setjes kleding. Hoe belangrijk de fashionweken ook zijn, van twee weken per jaar werken kun je natuurlijk niet leven! De rest van het jaar doe ik daarom veel modefotografie voor tijdschriften. Als ik vijf opdrachten per maand heb, kan ik goed rondkomen. Om vijf opdrachten binnen te halen, ga ik soms wel naar dertig audities.
Wat is jouw specialiteit? Mijn sterke punt is dat ik er nooit ongemakkelijk uitzie op een podium of op een foto. Ook niet als ik heel sexy kleding draag. Ik word dus vaak gevraagd om lingerie, badkleding of korte jurkjes te showen. Ik word ook vaak gevraagd omdat ik een opvallend uiterlijk heb: ik heb een kleurtje, ben vrij klein en heb kort haar. Dus ik val wel op tussen al die lange blonde Hollandse meiden! Wat is een goed model? Een mooi of goed model is iemand die de beste versie is van zichzelf. Je moet uniek zijn en niet op iemand anders proberen te lijken. Door dat unieke krijg je opdrachten. Een goed model zorgt goed voor zichzelf – zowel geestelijk als lichamelijk. Maar onthoud dat perfectie niet bestaat. De plaatjes van modellen die je in de bladen ziet, zijn niet echt. Ook niet die van mij. Modellen hebben lagen foundation op en met Photoshop worden oneffenheden weggepoetst.
model
Kan iedereen model worden? Ja, eigenlijk wel. Het gaat erom dat je uitstraling hebt en kunt overbrengen wat de ontwerper of opdrachtgever wil dat je overbrengt. Het maakt dan niet uit of je dik, dun, lang of kort bent. Je moet in ieder geval zelfverzekerd zijn. Wees ervan overtuigd dat je er mag zijn en wil jezelf laten zien. Als je dat hebt, zien opdrachtgevers dat ook en dat soort modellen zoeken ze.
57
model
Ga je vaak naar het buitenland voor je werk? Ik werk meestal in Nederland, maar soms ook in andere Europese landen. Als ik in Nederland voor een ontwerper een show loop, word ik wel eens gevraagd om mee op tournee te gaan met de show in Europa. Die gaat dan naar Londen, Parijs en Berlijn bijvoorbeeld. Soms moet ik voor een opdracht zelfs naar New York, maar dat komt minder vaak voor.
58
Voor welke bladen en merken heb je gewerkt? Mijn eerste betaalde opdracht deed ik voor het kledingmerk Diesel. Ik werd het gezicht van een van hun campagnes. Dat was natuurlijk super! Ik zag mezelf op billboards door heel Italië heen. Ik ben ook het gezicht geweest van een reclamecampagne van het telefoonmerk Hi. Qua bladen moet je denken aan Cosmo, Elle en Blvd. Ik werk ook veel voor ontwerpers van kleding voor exclusieve ateliers, zoals het lingeriemerk Der Kommissar en voor ontwerper Daryl van Wouw. Wat is het leukste aan model zijn? Het leukste aan dit vak vind ik het acteergedeelte. Een model is eigenlijk een acteur zonder tekst. Ik probeer een houding uit te stralen die past bij het ontwerp dat ik draag. Ik heb foto’s waarop ik er heel uitdagend uitzie en andere foto’s waarop ik er heel lieflijk uitzie. Vaak zie je niet eens dat het telkens dezelfde persoon is die op de foto staat! Ik vind het ook leuk om op de catwalk te staan. Het gevoel dat veel mensen naar je kijken, kan een kick geven. Wat is het moeilijkste aan jouw vak? Je moet heel sterk in je schoenen staan, want soms krijg je erg veel persoonlijke kritiek bij audities. Er wordt dan bijvoorbeeld gezegd dat je neus te groot is. Wat ze bedoelen te zeggen is dat jouw neus of gezicht niet past bij de uitstraling die ze zoeken. Je moet sterk zijn en niet aan jezelf gaan twijfelen. Soms is het best moeilijk om trouw aan jezelf te blijven. Als een ander meisje een opdracht heeft gekregen, kun je de neiging krijgen om te gaan doen zoals zij, omdat je denkt dat dat beter is.
Heb je een gouden tip voor aankomende modellen? Om succesvol te worden in het leven, in welk beroep dan ook, moet je bouwen aan je eigen zelfverzekerdheid. Dat doe je door je intellect goed te ontwikkelen en door jezelf goed te leren kennen. Een stevige persoonlijkheid is uiteindelijk de beste basis om door te breken in het vak dat je het allerliefste wilt doen. Je moet er trouwens rekening mee houden dat je misschien niet doorbreekt als model. Het is dus goed om ook een andere droom te hebben.
06.00 uur Vandaag sta ik erg vroeg op, want ik heb een heel lange werkdag. Ik moet er piekfijn uitzien als model, dus ik was mijn haren en onthaar mijn lijf. Gisteravond heb ik alle locaties waar ik moet zijn en de route ernaartoe uitgestippeld. Een model kan het zich namelijk niet veroorloven om ergens te laat te komen!
08.00 uur Ik ga naar mijn modellenbureau Models Inc. in Utrecht. model
Daar ontmoet ik mijn ‘booker’ Michiel, hij is continu voor mij op jacht naar opdrachten. Hij heeft de ‘casting’ van vanochtend geregeld en legt mij uit wie de opdrachtgever is, wat ze zoeken en waar het is. Het is een casting voor het Fashion Institute Arnhem. Een belangrijke opdracht, want zij geven altijd grote shows.
59
Een dag uit het leven van model Diantha… 10.00 uur Soms worden er wel 130 modellen opgeroepen voor een
14.00 uur Na de eerste doorpas van de kleding ga ik naar de make-
casting, terwijl er maar vijftig plaatsen zijn. De ‘castingdirectors’ bepalen welk model werk krijgt. Als ik aan de beurt ben, stel ik mijzelf eerst voor aan de castingdirectors en geef een kaart met daarop enkele foto’s, mijn naam en de naam van mijn modellenbureau. Daarna moet ik op hoge hakken een paar keer voorlopen voor de jury. Direct daarna hoor ik dat ik mee mag doen met de show! Meestal duurt het wat langer, maar omdat een ontwerper heeft aangegeven dat hij graag wil dat ik meeloop, gaat het allemaal wat sneller.
up. Omdat er meerdere shows zijn en dus heel veel modellen, zijn we opgedeeld in groepen. Om twee uur ben ik ingedeeld voor de makeup. Om halfdrie ga ik direct door om mijn haar te laten doen.
11.00 uur Ik ga vlug naar Amsterdam, want vanavond loop ik een show voor het lingeriemerk Der Kommissar. Voordat ik ’s avonds op de catwalk sta, moet ik nog een heleboel doen! Er zijn zo’n tientallen modellen die vandaag meelopen en we moeten allemaal bijvoorbeeld de kleding nog passen. De ontwerper, Annelies in dit geval, checkt of alles goed zit en of er nog iets aangepast moet worden.
15.00-19.00 uur Ik oefen samen met de andere modellen de passen op de catwalk. Ook het licht en de muziek worden getest. Om halfzeven is de generale repetitie. We oefenen met alle modellen de hele show. Tegen zeven uur ga ik backstage, achter het podium dus, de kleding aandoen waarmee ik op moet. De gasten komen de zaal dan langzaam binnendruppelen.
20.00 uur De show begint. Eerst is er een klein introductiepraatje. Daarna komen de modellen een voor een op. Ik kom vier keer op met verschillende kleding. Even sta ik in de spotlight en kijken er 250 mensen naar me. Dat geeft een heerlijk gevoel! Na een halfuur is alles weer voorbij.
model
Ook model worden?
60
Welke ideale eigenschappen heeft een model? Een fashionmodel moet lang zijn en slank. Lang betekent ongeveer 1.80 meter. Kortere modellen worden niet veel gevraagd, maar het kan wel. Ik ben bijvoorbeeld 1.73 meter. Veel fashionmodellen van 1.80 meter wegen maar 55 kilo en hebben borst-taille-heupmaten van 90-60-90 centimeter. Het is allemaal erg weinig vind ik. Zeker tegen kinderen wil ik zeggen dat je je hier niet blind op moet staren. Er is namelijk ook zat werk voor een ander soort modellen. Geestelijke eigenschappen die je moet hebben zijn zelfverzekerdheid en doorzettingsvermogen. Succesvol worden betekent namelijk keihard werken. Is er een opleiding die je kunt doen? Nee, in Nederland bestaat er geen opleiding om model te worden. Het is daarom aan te raden om je in te schrijven bij een groot modellenbureau. Bij Models Inc., waar ik werk, wordt nieuwe modellen geleerd hoe ze moeten lopen en ze worden begeleid bij audities. Bureaus nemen al modellen aan vanaf dertien jaar. Dan heb je nog een heel mooie gave huid en heb je nog een lange carrière voor de boeg. Meer informatie? www.modelsinc.nl
61
kopregel