50 stoere
Natalie Righton & Ton Koene
beroepen Lemniscaat
Nederlandse rechten Lemniscaat b.v. Rotterdam 2007 isbn 978 90 5637 945 2 © tekst 2007 Natalie Righton © foto’s 2007 Ton Koene; zie voorts p. 228 van dit boek Boekverzorging: Marleen Verhulst Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, geluidsband of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Lithografie: Pixel-It, Zutphen Druk en bindwerk: Proost n.v., Turnhout, België
i n ho u d Voorwoord 7 Forensisch onderzoeker 8 Balletdanseres 12 Brandweerman 18 Piloot 22 Meesterkok 26 Nieuwslezer 30 Profvoetballer 34 Rechter 40 televisieverslaggever 44 decorontwerper 48 dierenverzorger 52 model 56 automonteur 62 haarstylist 66 duiker 70 leeuwentemmer 74 acteur 78 ambulancechauffeur 84 visagist 88 politieagent 92 schrijver 96 modeontwerper 100 arts in de frontlinie 104 spelletjestekenaar 110 wielrenner 114 zeekapitein 118 treinmachinist 122 hoogwerker 126 zakenvrouw 132 muzikant 136 dinosaurusexpert 140
stewardess 144 fotograaf 148 dierenarts 152 loods 158 boswachter 162 architect 166 musicalster 170 f-16 vlieger 174 paardendresseur 180 chauffeur speciaaltransport 184 verpleegkundige 188 marinier 192 kunstschilder 196 chirurg op de traumahelikopter 202 deejay 206 autocoureur 210 luchtverkeersleider 214 reddingswerker 218 dolfijnentrainer 222 over de auteurs 228 Fotoverantwoording 230
vo o r w o o r d Droom jij hier ook wel eens van: grote branden blussen als brandweerman, schitteren op de planken als musicalster of als piloot een jumbojet veilig laten landen op Schiphol? En moet je binnenkort een profiel of studierichting kiezen, maar weet je nog niet wat je wilt worden of hoe je jouw droomberoep kunt bereiken? Dan is dit een boek voor jou! Na veel gesprekken met (jonge) mensen over hun droombaan hebben we een selectie van de vijftig leukste en stoerste beroepen gemaakt en die in dit boek gebundeld. Al schrijvend ondervonden we aan den lijve wat er zo stoer en leuk is aan deze beroepen. Zo zijn we met een piloot mee de zee over gevlogen, hebben we met een veearts een dag lang koeien gevaccineerd, hebben we in de p itstop de banden van een racewagen gewisseld en zijn we door stoere jongens van de reddingmaatschappij in de ruige Noordzee gegooid – om gelukkig even later gered te worden. Door al deze ervaringen weten we nu wat elk beroep inhoudt en kunnen we veel van je vragen beantwoorden: Wat is het moeilijkst en het leukst aan verschillende beroepen? Hoe ziet een werkdag eruit? En, ook belangrijk: Hoe kun je het worden? Alle vakmensen in dit boek geven hetzelfde advies: volg je hart en laat je niet afleiden als je iets echt wilt. Niet alleen talent of intelligentie is belangrijk als je je droombaan wilt bereiken – motivatie en een ijzeren discipline evengoed. Chirurg, musicalster, profvoetballer, meesterkok: allemaal hebben ze keihard gewerkt om te komen waar ze nu zijn. Ze bleven geloven in hun droom, al hadden ze soms flinke tegenslagen. Weet je nog niet wat je wilt worden? Ga dan actief op zoek naar wat bij je past. Ook jouw ideale beroep bestaat! Wie weet staat het wel in dit boek…
Ton en Natalie
7
forensisch onderzoeker Judith van Beek (26): Ik
zou inmiddels rijk kunnen worden als inbreker: ik weet precies wat je wel en niet moet doen!
Wat doet een forensisch onderzoeker? Een forensisch onderzoeker biedt technische ondersteuning bij het oplossen van een misdrijf. Mijn collega’s noemen ons werk wel eens ‘Crime Scene Investigation Utrecht’, met een knipoog naar de populaire Amerikaanse televisieserie over forensisch onderzoek. Ik doe veel speurwerk op de ‘plaats delict’, de plek waar het misdrijf plaatsvond. Ik doe ook veel laboratoriumwerk, zoals het analyseren van vingerafdrukken of drugsonderzoek. Naar welke sporen zoek je zoal? Als ik op een plaats delict aankom, bijvoorbeeld een huis waar is ingebroken, kijk ik naar alle zichtbare en niet-zichtbare sporen. Denk aan schoenafdrukken, bloedsporen, vingerafdrukken, dnasporen, werktuigsporen en zelfs geursporen. Als iemand iets heeft vastgehouden, zoals een schroevendraaier of een mes, en je isoleert het voorwerp op tijd, dan kan een speurhond een verdachte zo uit een groep van acht andere mensen identificeren.
Wat zijn werktuigsporen? Dat zijn sporen die gemaakt zijn door gereedschap, zoals een schroevendraaier, koevoet of mes. Inbrekers gebruiken vaak gereedschap om een huis binnen te komen. Als ik op de plaats van een misdrijf werktuigsporen vind, maak ik er met een speciaal soort pasta een afdruk van. Die gaat naar de mensen van de afdeling werktuigsporen. Zij kunnen met een microscoop precies zien welk gereedschap is gebruikt. Als we iemand voor een misdrijf hebben aangehouden, kunnen we via het gereedschap vaak een link leggen met andere zaken. Een inbreker gebruikt namelijk meestal hetzelfde gereedschap. Waar kun je dna -sporen vinden? Het is moeilijk voor te stellen, maar als je door een huis loopt vallen er grote hoeveelheden moleculen van je af, die ik kan terugvinden en onderzoeken. Dat kunnen behalve bloed- en speekselresten ook huidschilfers zijn, vezels van kledingstof of een haar. Uit een haar kun je overigens alleen dna halen als er ook een haarwortel aan zit.
Ga je altijd alleen op pad? Bij een simpele inbraak ga ik alleen op pad, maar bij een moordzaak of andere grote zaak wordt een tgo (Technisch Groot Optreden) gevormd. Dat betekent dat er een compleet team aan het onderzoek meewerkt. Het team wordt dan geleid door een heel ervaren onderzoeker. Wat vind je het allerleukste aan deze baan? Het leukste is dat goed nadenken en creatief sporen zoeken op een plaats delict kunnen leiden tot het oplossen van een misdrijf. Het is vaak net een puzzel. Mijn speurwerk heeft dit jaar al tot zes identificaties van verdachten geleid. En onlangs heb ik nog via vingerafdrukken op een metalen lampenkap kunnen bewijzen dat iemand een zwaar strafbaar feit had begaan. Dan heb ik een goede dag! Maak je enge dingen mee als forensisch onderzoeker? Ja, in dit werk heb je soms te maken met moordzaken, waardoor je met lijken wordt geconfronteerd. Daar moet je tegen kunnen. Gelukkig blijk ik er goed mee om te kunnen gaan. Het merendeel van het werk bestaat overigens niet uit het onderzoeken van moordzaken, maar uit inbraken en andere delictzaken waarbij geen lijken betrokken zijn. Wat is het spannendste aan deze baan? Dat is toch het onderzoeken van moordzaken! Mijn eerste lijksectie was een van de spannendste gebeurtenissen in mijn leven: te horen hoe een schedel doormidden wordt gezaagd, is een heel vreemde ervaring. Gelukkig komt het in zo’n onderzoeksruimte vrij klinisch op je over.
Wat is je grootste angst? Dat ik fouten maak waardoor een spoor onbruikbaar wordt. Vooral in een belangrijke zaak! Kijk je wel eens naar Crime Scene Investigation? Soms. Het is vaak nogal onrealistisch. De acteurs zien bijvoorbeeld een heel klein vezeltje op een jas en weten dan zonder onderzoek te doen dat het gaat om een polybimethaanverbinding die in vliegtuigstoelen wordt gebruikt. Meestal weten ze ook nog toevallig het adres van de leverancier van die stof en ze vinden een link met een verdachte. In het echt gaat er veel meer werk in onderzoek zitten.
forensisch onderzoeker
Waar neem je allemaal vingerafdrukken van? Gladde voorwerpen zoals glas of metaal zijn ideaal om vingerafdrukken van te nemen. Vooral gelegenheidscriminelen laten veel vingerafdrukken achter. Een junk bijvoorbeeld die geld nodig heeft en een flatscreen ziet hangen in een huis, heeft geen handschoenen bij zich. Als je begint met sporenonderzoek, moet je goed nadenken wat de crimineel waarschijnlijk allemaal heeft aangeraakt en vragen aan de bewoners welke spullen zijn verplaatst.
9
forensisch onderzoeker
Wat neem je altijd mee naar je werk en waarom? Mijn koffer met speciale apparatuur om sporenonderzoek te verrichten. Ik heb ook altijd een zaklantaarn bij me om sporen beter te kunnen zien.
10
Heb je een speciaal uniform als forensisch onderzoeker? Ik heb meestal een spijkerbroek aan met een blauwe politieblouse. Maar van een afstand ben ik meestal niet te herkennen als politie. Wanneer wist je voor het eerst dat je forensisch onderzoeker wilde worden? Op mijn 21e ben ik bij de politie gegaan. Als surveillanceagent kwam ik in aanraking met forensisch onderzoekers en dat vak vond ik eigenlijk veel leuker! Ik heb toen gesolliciteerd en ben aangenomen voor de opleiding. Ik doe dit werk nu bijna twee jaar.
Ook forensisch onderzoeker worden? Wat zijn de ideale eigenschappen van een forensisch onderzoeker? Je moet zelfstandig kunnen werken, maar ook in een team. Je moet een goed analytisch vermogen en ruimtelijk inzicht hebben, waardoor sporen je opvallen en je goed verbanden kunt leggen. Een forensisch onderzoeker is niet bang aangelegd en kan scherpe vragen stellen.
Wat voor opleiding heb je nodig? Om forensisch onderzoeker bij de politie te worden, moet je eerst de politieacademie volgen (vier jaar). Daarna kun je solliciteren voor de opleiding forensisch onderzoeker. Die duurt twee jaar, maar in die periode werk je ook al gedeeltelijk. Ik ga nu nog steeds een dag per week naar school, omdat ik bevoegd wil worden om ook volledig forensisch onderzoek te doen bij zware zaken, zoals onderzoek bij lijken die gevonden worden. Meer informatie? www.forensisch-onderzoek.startpagina.nl en www.politie-werving.nl
08.00 uur Om acht uur krijg ik op kantoor mijn opdrachten voor
forensisch onderzoeker
de dag. Om negen uur vertrek ik naar Driebergen om een inbraak te onderzoeken. De inbrekers hebben de tijd genomen om het hele huis te doorzoeken. Tevergeefs zoek ik naar vingerafdrukken: de daders hebben handschoenen gebruikt. Ik vind wel een lege colafles die de inbrekers hebben leeggedronken en ik neem dna van de flessenmond. Verder neem ik monsters van de beschadigingen aan de deur.
10.15 uur Ik kom aan op het politiebureau Veenendaal. Ik moet een scooter onderzoeken die als vluchtvoertuig is gebruikt bij een bankoverval. Na een kop koffie onderzoek ik het voertuig nauwkeurig en vind ik een mooie vingerafdruk onder de koplamp. Hebbes!
11
Een dag uit het leven van forensisch onderzoeker Judith… 11.00 uur Ik wil een inbraak onderzoeken in Utrecht, maar de bewo-
14.30-17.00 uur Ik krijg een telefoontje van de afdeling dactylo
ners zijn niet thuis, ondanks mijn bericht dat ik vanochtend langs zou komen. Ik laat een briefje achter en bel ze straks. Nu ga ik maar vast naar het lab om de sporen veilig te stellen die ik vanochtend allemaal heb gevonden. De inbraaksporen uit Driebergen lever ik af bij mijn collega’s van werktuigsporenonderzoek en de vingerafdruk van de scooter uit Veenendaal geef ik aan een collega van dactyloscopie. Ik stuur het dna van de colafles op naar het Nederlands Forensisch Instituut. Het resultaat is pas over ongeveer een maand bekend.
scopie: de vingerafdruk van de scooter uit Veenendaal is goed gelukt, maar de afdruk blijkt toch van de vorige eigenaar te zijn. Jammer! Ik neem een kop thee en begin aan het typen van mijn verslag van vandaag. Ik doe ook nog een paar kleine testen op een in beslag genomen partij cocaïne en een zakje xtc-pillen.
12.00-14.30 uur Na een snelle lunch ga ik naar het lab om de colafles uit Driebergen zelf nader te onderzoeken op vingerafdrukken. Ik doe mijn witte laboratoriumjas aan en plaatst de fles in de verdampingsmachine: daarin kun je afdrukken goed zien. Met speciaal uv-licht vind ik uiteindelijk een mooie vingerafdruk. Ik voer de vingerafdruk in de computer in en vind samen met een collega voor negentig procent zeker een match met een verdachte.
b a l l et da n s e re s Natasja Lucassen (25): Je
moet letterlijk en figuurlijk stevig in je schoenen staan.
Hoe jong moet je beginnen met dansen om echt goed te worden? Als je professioneel wilt gaan dansen, moet je zo jong mogelijk beginnen. Spelenderwijs weliswaar. Moeders die hun kinderen dwingen om te trainen, vind ik niet goed. Professionele ballet opleidingen nemen kinderen aan vanaf tien jaar. De oudste kinderen die aangenomen worden, zijn twaalf. Hoe lang duurde jouw opleiding? Ik heb negen jaar op de balletacademie gezeten. Je danst elke dag, vanaf negen uur ’s ochtends. ’s Middags volg je een middelbareschoolopleiding. Dat is verplicht. Niet alleen omdat je leerplichtig bent, maar ook omdat veel mensen met de balletopleiding moeten stoppen, omdat ze niet goed genoeg zijn. En dan moet je toch ergens op terug kunnen vallen. Ik heb de havo gevolgd.
Was de opleiding zwaar? Het was zeker niet gemakkelijk. Natuurlijk ben je bezig met je passie en vind je het leuk. Maar veel trainen op jonge leeftijd en ook nog ver van huis, dat kan zwaar zijn. Het is een heel gedisciplineerd leven. Elke ochtend kreeg ik een grote rugzak om, en daar ging ik dan: tien jaar oud en alleen met de trein naar Den Haag. Vaak kwam ik pas in het donker thuis. Daar moeten je ouders ook achter staan. Van de negen meisjes met wie ik begon, zijn er twee overgebleven en klassiek balletdanseres geworden. Hoe oud was je toen je begon met optreden? Vanaf het moment dat je aan de balletopleiding begint, ga je ook optreden. Toen ik tien jaar oud was, hadden we drie keer per jaar een schooloptreden voor de ouders. Het was in een echte zaal en het publiek had betaald voor de voorstelling. Voor ons voelde het dus al heel echt. Ik was nerveus. Op mijn achttiende trad ik voor het eerst op voor volledig onbekend publiek. We waren op tournee in India met het Zwanenmeer.
Hoeveel voorstellingen heb je per jaar? Het Nationale Ballet, waarbij ik dans, geeft bijna honderd voor stellingen per jaar. We dansen ongeveer zes of zeven verschillende programma’s. Het aantal keren hangt af van de populariteit van het programma. De Notenkraker & Muizenkoning dansen we negentien keer, een modern ballet bijvoorbeeld maar zeven keer. Ik treed gemiddeld drie keer per week op. Tijdens een repetitieperiode zijn er geen voorstellingen. Hoe vaak train je? Als je tien jaar oud bent, train je vijf keer per week, elke ochtend. Vanaf je twaalfde ga je ook op zaterdag trainen. Op dit moment train ik nog steeds zes keer per week. Ik krijg les van de balletmeester. Dat is meestal een ex-danser met heel veel danservaring. Je zit in een balletgezelschap, wat is dat? Dat is de groep mensen met wie ik dans. Ik dans voor Het Nationale Ballet in Amsterdam, een balletgezelschap van ongeveer tachtig dansers en danseressen uit de hele wereld. Onderling is er veel vriendschap, maar ook veel competitie. Iedereen wil graag een grote rol en veel dansen, en er is niet altijd plek voor iedereen.
Wie bepaalt er welke rol je danst? De artistiek directeur en de balletmeester van Het Nationale Ballet. Zij kennen ons goed, dus ze weten wie wat kan en wat we willen. Het is best moeilijk om alle dansers tevreden te houden, want meestal wil iedereen een grotere rol en dat kan natuurlijk niet. Voor de dansers is de rolverdeling een heel spannend traject: je voelt je afgewezen als je geen grote rol krijgt, en heel gevleid als je veel mag doen. Wat voor soort dansrollen zijn er allemaal? Als je alleen danst, ben je solist. Als je vooral samen met anderen danst, zit je in het ‘corps de ballet’. Daartussenin zitten de rollen ‘coryphée’ en ‘grand sujet’. Die rol heb je als je af en toe uit het corps de ballet komt en een apart stukje danst of als je in een kleiner groepje van bijvoorbeeld drie dansers optreedt. Behalve solisten bestaan er ook ‘tweede solisten’, dat zijn dansers die de solist kunnen vervangen. Het is fysiek namelijk onmogelijk om vijf keer per week een zware solorol te dansen.
Een dag uit het leven van balletdanseres Natasja…
balletdanseres
09.15 uur Nog maar net bijgekomen van de voorstelling van gisteravond, is het alweer tijd om op te staan. Ik ontbijt stevig, want dat is mijn belangrijkste startmotor van de dag.
14
11.00-12.30 uur Start van de warming-up in Het Muziektheater van Amsterdam. ’s Ochtends doe ik altijd iets aan wat lekker zit en een beetje warm is, omdat mijn lichaam nog niet opgewarmd is. We oefe nen altijd dezelfde soort passen, maar toch geeft elke balletmeester zijn eigen invulling aan de training. Na ruim een uur warming-up is het tijd voor een gezonde snack. Iedere keer als je fysiek gepresteerd hebt, moet je wat eten, anders houdt je lijf het niet vol.
12.30-13.30 uur Start van de officiële repetitie voor een nieuwe voorstelling. Vandaag studeren we een nieuw stuk van choreograaf Natalia Makarova in. ’s Avonds spelen we een heel andere voorstelling, namelijk de Notenkraker & Muizenkoning. Ik vind dat niet verwarrend. We hebben de Notenkraker voor de premièreavond al goed ingestudeerd, daar hoeven we niet meer voor te oefenen. 13.30-16.00 uur We hebben ongeveer drie kwartier pauze om wat te eten, en ook om je om te kleden, want je zweet behoorlijk tijdens de trainingen. Daarna gaat de repetitie verder. Het stuk La Bayadère, dat we nu aan het instuderen zijn, oefenen we in kleine stukjes. ‘Secties’ noemen we dat in de balletwereld. We leren eerst alle pasjes en bewegingen van een sectie. Als we een sectie goed kunnen dansen, oefenen we er een nieuwe bij. Zo gaat het door tot we het hele stuk perfect kunnen dansen.
16.00-20.00 uur Een paar uur voor de voorstelling hebben we tijd voor onszelf. Sommige dansers gaan even naar huis, maar ik doe dat nooit. Dat vind ik te vermoeiend. Ik ga meestal met een vriendin even een frisse neus halen en wat eten in de stad. Om halfzeven zorgen we dat we in de kleedkamer zijn om onszelf te schminken. Je leert tijdens je opleiding hoe dat moet. Een uur of halfuur voordat we ‘op moeten’, beginnen we met opwarmen, kostuums aantrekken en onszelf oppeppen voor de voorstelling. 20.15-22.30 uur We dansen de Notenkraker & Muizenkoning. De zaal is wederom uitverkocht. Ik dans niet constant, maar moet op en af. Ik dans drie verschillende rollen en moet me dus een paar keer omkleden. De voorstelling gaat bijna perfect. Daarna is het tijd voor ontspanning en lekker naar huis gaan.
Wanneer gaat een balletdanseres met pensioen? De meeste dansers in dit gezelschap hebben een contract tot hun 38e. Veel zullen het niet volhouden tot die leeftijd. De meeste mannen stoppen rond hun 32e. Vrouwen kunnen meestal wat langer dansen, hoewel dat afhankelijk is van hun privéleven: heb je bijvoorbeeld kinderen gekregen of heb je überhaupt een sociaal leven, dan zal je lijf het wat minder lang volhouden. In dit vak is het belangrijk om zoveel mogelijk te genieten van het moment, want voor je het weet is het voorbij. Moet je een bepaald gewicht of een bepaalde lengte hebben voor dit beroep? Je moet een mooi slank en sterk lichaam hebben. Dat betekent dat je goed op je voeding moet letten: veel energierijk eten, maar niet te vet. Je mag ook niet te klein of te groot zijn. Als je allemaal naast elkaar staat op het toneel, moet je ongeveer dezelfde lengte hebben. In ons ‘corps de ballet’ zit niemand onder de 1.60 meter. En de langste danser bij ons is ongeveer 1.75 meter. Is het moeilijk om continu op je tenen te staan als danseres? Daar wen je aan. Bovendien is het niet zo moeilijk als je de juiste schoenen aanhebt. Balletdanseressen dragen spitzen, dat zijn schoenen met een harde punt die gevuld is met samengeperst zaagsel. De schoenen slijten trouwens snel: om de twee of drie voorstellingen heb ik nieuwe nodig. Gelukkig wordt dat betaald door mijn werkgever, want ze kosten wel tachtig euro per paar! Als ik nieuwe schoenen heb, duurt het een paar uur voordat ze lekker zitten. Wat is de moeilijkste pose? De arabesque, dat is een pose waarbij je je been naar achter toe optilt. Dat is heel zwaar. Onlangs danste ik in een stuk waarbij ik die pose acht maten, dat is 32 tellen, moest vasthouden. Ik viel bijna om!
Waar heb je allemaal gedanst? Na school heb ik een jaar in München gedanst bij de Staatsoper. Daarna heb ik twee jaar voor een kleiner gezelschap in Leipzig gedanst. Sinds vier jaar dans ik in Amsterdam voor Het Nationale Ballet. Wat is het moeilijkste aan dit beroep? Je moet letterlijk en figuurlijk stevig in je schoenen staan. Fysiek gezien is het heel moeilijk om je volstrekt beheerst te leren bewegen. Geestelijk gezien moet je veel veerkracht hebben. De balletwereld is een harde wereld. Je moet continu vechten voor een plekje in de voorstelling of op de opleiding. Je krijgt veel kritiek op je prestaties, dus je moet veel zelfvertrouwen hebben. Wat is het leukste aan balletdanseres zijn? Als ik op het toneel sta, word ik helemaal warm vanbinnen. De muziek, de lichten, het maakt heel veel gevoel bij mij los. Soms krijg ik er een brok van in mijn keel. Op een positieve manier, hoor. Het is heerlijk om in de schijnwerpers te staan. Optreden is voor mij een verslaving geworden.
balletdanseres
Wat vind je het mooiste stuk om in te dansen? Ik houd erg van klassiek ballet, bijvoorbeeld van choreograaf George Balanchine. Dit jaar dansten we het stuk Jewels van hem. Hij maakt echt balletten voor de vrouw. Er zit altijd iets moois in, bijvoorbeeld iets met diamanten. In Jewels danste ik Phlegmatisch, dat was een semi-solistische rol.
16
Ook balletdanseres worden? Wat zijn de ideale eigenschappen van een balletdanseres? Geloven in jezelf is essentieel. Je hebt vaak strenge balletleraressen en je krijgt veel kritiek. Daarvoor moet je een stevig zelfvertrouwen hebben. Fysiek gezien moet je een slank, goed geproportioneerd lichaam hebben, met mooie lijnen. Als danseres moet je bovendien je voeten goed kunnen strekken en je benen naar buiten toe kunnen draaien. En je moet aanleg hebben voor dansen, uiteraard. Welke opleiding heb je nodig? Je moet een professionele ballet opleiding in binnen- of buitenland volgen. Je mag auditie doen als je tien jaar oud bent. Instromen kan maximaal tot je twaalfde. Elk jaar is er een selectiemoment en hoor je of je op de opleiding mag blijven. Er wordt gelet op je fysieke voorkomen, gevoel voor dans, coördinatie, bewegingen, flexibiliteit, werkhouding en vorderingen. Gemiddeld zit je tot je achttiende of negentiende op school. Meer informatie? www.ballet.startpagina.nl en www.het-ballet.nl
17
kopregel
b r a nd we e rm a n Mohammed Hasnaoui (31): Het
is gezond om bang te zijn als je een brandend huis ingaat.
Wat doet een brandweerman allemaal? We redden mensen en dieren in beknelde situaties en beperken de schade. Naast het blussen van branden ondersteunen we de ambulances met het naar buiten takelen van zieken of gewonden, verlenen we hulp aan verkeersslachtoffers door ze bijvoorbeeld uit autowrakken te knippen, duiken we naar drenkelingen en kunnen we een trein optakelen als er een slachtoffer onder ligt.
Hoe weet je wat je moet doen als je uitrukt? ’s Ochtends als we beginnen, delen we de rollen voor die dag in. Wie gaan het eerst een huis in om te verkennen? En wie bedient de spuit? Je kunt ook ingedeeld worden als duiker bijvoorbeeld. Alle rollen zijn duidelijk voordat we moeten uitrukken. Bij een brand telt vaak elke seconde en dan heb je geen tijd om taken te verdelen! Iedereen moet meteen weten wat hij of zij moet doen.
Waar word jij voor ingezet? Ik ben vrij ruim inzetbaar. Ik rijd op de brandweerwagen, blus branden en ben bevoegd om in een speciaal pak brandende panden waar veel rookontwikkeling is, binnen te gaan. Ik kan ook slachtoffers uit het water opduiken. Verder heb ik een ehbodiploma om te reanimeren en zit ik op de hulpverleningswagen die mensen uit autowrakken knipt. De brandweer wordt ook ingezet om slachtoffers van zelfdoding te bergen.
Red je ook veel dieren? Dat komt geregeld voor. Onlangs hebben we een paard gered dat van een brug was gevallen en bekneld was geraakt. Met de takelwagen hebben we het paard uiteindelijk bevrijd. Een andere keer hebben we een olifant van Circus Renz moeten redden, omdat hij vastzat in een sloot, waar hij verkoeling had gezocht. Bij een brand hebben we een keer een reuzenschildpad gered: die was zo zwaar dat we hem met twee man moesten tillen! Natuurlijk redden we ook ‘gewone’ diersoorten die in de problemen raken, zoals koeien uit de sloot, katten uit bomen of ganzen uit het riet.
Met hoeveel man rukken jullie uit? Bij normaal alarm rijden we met een spuitwagen uit, dat is hetzelfde als de bluswagen dus. Daar zitten vier brandweermannen op, een chauffeur en de bevelvoerder. Die gaat altijd mee! Als er een grote brand woedt, rijden alle wagens met alle mannen uit en komt er eventueel ondersteuning van omliggende brandweercorpsen. We werken met achttien brandweermannen binnen dit corps in Leiden. Gaan jullie altijd een brandend huis in? We proberen een brandend pand altijd binnen te gaan, om te zoeken of er nog mensen of dieren binnen zijn. Dat is best eng. Maar het is gezond om angst te hebben als je een brandend huis ingaat, vind ik. Er zijn situaties dat je een huis niet meer binnen kunt, omdat het te gevaarlijk is. Bijvoorbeeld als de brand te groot is, of als er instortingsgevaar is of een grote kans op een ontploffing. Dat laatste is vooral het geval als we het vermoeden hebben dat het gaat om een xtc-lab of een bedrijf waar veel chemicaliën zijn opgeslagen. Wat is het moeilijkste van het vak brandweerman? Als je slachtoffers niet weet te redden. Of als je keihard voor iemand gevochten hebt om hem of haar te redden en dat die persoon later toch nog overlijdt. Wat ook moeilijk is, is het uitknippen van slachtoffers uit een autowrak en het zoeken van mensen in een brandend huis waar veel rookontwikkeling is.
Wat is het leukste aan deze baan? Het blussen van branden en het redden van mensen! Als je iemands leven kunt redden is dat een echte kick. Of dat je in ieder geval al het mogelijke hebt gedaan. Ik heb laatst nog iemand uit een brandend huis gered en dan ben je wel trots op jezelf. Het is ook mooi als je mensen gewoon gerust kunt stellen. Is het een gevaarlijk beroep? We zijn goed opgeleid en volgen strenge procedures. Maar er is altijd een onvoorspelbaarheid in ons werk. Een tijd geleden waren we een garagebedrijf aan het blussen en we probeerden de auto’s uit het vuur te halen. Plotseling was er een enorme ontploffing, omdat gas zich had opgehoopt. Twee brandweermannen raakten gewond en mijn nek was goed verbrand. Wat heb je altijd bij je als brandweerman? Mijn pieper en een aanzetsleutel om een deur zonder klink te kunnen openen. In mijn pak heb ik ook altijd wat klein gereedschap bij me, zoals een mes, tangetje, steeksleuteltje en een zaklantaarn. Verder hebben we natuurlijk veel gereedschap op de wagens, zoals bijlen en hamers.
brandweerman
Hoe vaak rukken jullie uit voor brand of andere noodmeldingen? Gemiddeld ongeveer drie tot vier keer per dag. Maar er zijn ook dagen dat we acht keer uitrukken en dagen dat het alarm niet één keer afgaat. Als we een noodmelding krijgen, betekent het niet altijd dat er iets heel ernstigs is. We hebben veel automatische brandmeldingen vanuit kantoorpanden bijvoorbeeld, die even later vals alarm blijken te zijn.
19
Ook brandweerman worden?
brandweerman
Wat zijn de ideale eigenschappen van een brandweerman? Je moet een beetje technisch zijn aangelegd, want in dit vak komt regelmatig las- en snijwerk kijken, en je moet kennis hebben over de constructie van gebouwen en dergelijke. Daarnaast moet je niet bang zijn aangelegd en fysiek sterk zijn.
20
Heb je een mooi uniform? We hebben brandwerende en hittebestendige pakken aan. We kunnen hevige vlammen wel enkele minuten trotseren voordat je het voelt. Verder hebben we altijd persluchtflessen aan, we dragen een helm met masker en veiligheidslaarzen, handschoenen en gasmasker. Hoeveel uur werkt een brandweerman? We hebben 24 uur achter elkaar dienst en dan ben je twee dagen vrij. Tijdens je dienst verblijf je op de kazerne en leef je samen met je collega’s. Iedereen heeft een eigen kamer om eventueel wat te slapen. We moeten binnen één minuut aangekleed zijn en in de wagen zitten en binnen zes minuten aanwezig zijn bij het ongeval of de brand. Wanneer wist je voor het eerst dat je brandweerman wilde worden? De brandweer zocht naar meer allochtone medewerkers. Ik heb toen gesolliciteerd, terwijl ik niet precies wist wat er allemaal komt kijken bij een baan als brandweerman. Naarmate ik meer ervaring kreeg en beter begreep wat het vak inhield, ben ik het steeds leuker gaan vinden. Het is een heel goede keus geweest.
Welke opleiding heb je nodig? Je moet technisch zijn aangelegd en vmbo-denkniveau of hoger hebben. Dan kun je solliciteren naar een interne opleiding van de brandweer. In het eerste jaar ben je aspirantbrandwacht en leer je de basis van het vak, zoals slangen rollen, branden blussen, werken met zuurstofflessen en ehbo-vaardigheden. Als je het eerste jaar succesvol hebt voltooid, krijg je een contract, leer en werk je verder binnen het corps en word je in ploegen ingedeeld. In de volgende jaren leer je meer over de bouw van huizen en gas installaties, je leert lassen en snijden en speciale gaspakken dragen, en eventueel leer je duiken. Om een volleerd en ervaren brandweerman te worden moet je toch rekenen op vijf jaar ervaring en opleiding. Meer informatie? www.brandweerbanen.nl
Een dag uit het leven van brandweerman Mohammed…
09.30-12.00 uur We doen het onderhoud aan de wagens, gebouwen of het materiaal. Vandaag help ik mee met het schilderen van de voorgevel van de kazerne, die dringend een likje verf nodig heeft. Daarna assisteer ik bij een duikoefening. Ik hoef zelf niet te duiken maar sta aan de kade en help een collega die het water ingaat. 12.00-13.00 uur Lunch. Een collega heeft lekkere kipgoulash gemaakt en na de maaltijd zakken we even onderuit.
13.00-16.00 uur Vanmiddag doen we een brandoefening: we betreden een pand met heel veel rookontwikkeling. Je ziet dan bijna niks. Met zuurstofmaskers op moeten we een pop uit het huis redden. Achteraf evalueren we de oefening. Wat kan er volgende keer beter? 16.00-18.00 uur Als we terugkomen op de kazerne, gaan we een uurtje sporten in de fitnessruimte van de kazerne. Brandweermannen moeten fit zijn! Na het sporten is het tijd voor avondeten. We koken altijd zelf. Na het eten zijn we ‘vrij’, maar we moeten wel in de kazerne blijven en klaarstaan om uit te rukken. Ik ga wat televisie kijken en ga vroeg naar bed. 02.00 uur Alarm: brand in een kassencomplex. Binnen vijf minuten en 35 seconden zijn we aanwezig bij de brand. We kunnen de kassen niet meer redden, maar zijn wel in staat het aanliggende woonhuis te redden van de vuurzee. Tegen acht uur in de ochtend rijden we moe terug naar de kazerne.
brandweerman
07.30-09.30 uur Ik begin met het in orde maken van mijn uitrusting en apparatuur. Ik check de zuurstofflessen en het gereedschap. Dan gaan we ontbijten. Daarna ruimen we de kazerne op en maken alles schoon. Sommige mannen hebben corvee, anderen maken het sanitair schoon. Ik werk vandaag in de keuken. We koken om beurten. Als we inkopen doen, gaan we met de brandweerwagen en het hele team van zes brandweermensen. Dit is voor het geval we moeten uitrukken. Dan laten we alle spullen in de supermarkt uit onze handen vallen en rennen naar de wagen.
21
pi l o o t Fleur de Jong (30): Als
je vliegt op een mooie zomerse avond, hangt er zo’n sfeer van rust over de aarde.
Hoe lang vlieg je al en in welke type vliegtuig? Ik vlieg vanaf mijn achttiende. Ik haalde mijn vliegbrevet toen ik net 21 jaar was. Ik heb daarna voor verschillende maatschappijen gevlogen. Nu vlieg ik al vijf jaar als copiloot voor Transavia. Ik heb ongeveer vijfduizend vlieguren in mijn logboek, waarvan 4700 uur als copiloot. Elk halfjaar moet ik opnieuw examen doen in de vliegsimulator om mijn brevet te kunnen houden.
Vertel eens iets over je vliegtuig? Ik vlieg in een Boeing 737 ‘next generation’. Dat is een heel modern vliegtuig. Het kan wel duizend kilometer per uur halen. Als we opstijgen of landen gaan we ongeveer 250 kilometer per uur. We vliegen meestal op tien kilometer hoogte. Op die hoogte is het ongeveer vijftig graden onder nul. In dit vliegtuig kunnen 186 passagiers mee. En het vliegtuig kost ongeveer 45 miljoen euro.
Wat is het verschil tussen een piloot en een copiloot? Piloot is de naam van het beroep. In de cockpit zitten altijd een gezagvoerder en een copiloot. De gezagvoerder en de copiloot vliegen allebei en verdelen de vluchten op een dag. Als er maar één vlucht is op een dag, vliegt de een heen en de ander terug. We doen dus hetzelfde vliegwerk, maar de gezagvoerder heeft de eindverantwoordelijkheid en neemt de eindbeslissingen.
Waar vlieg je allemaal heen? Ik vlieg naar bijna alle Europese bestemmingen van Transavia, zoals naar Spanje en de Canarische eilanden. Ik vlieg ook naar NoordAfrika, zoals Egypte en Tunesië. We hebben alle kaarten van alle vliegvelden altijd bij ons, voor het geval we plotseling ergens moeten landen.
Kun jij ook gezagvoerder worden? Ja, ik sta op de wachtlijst, maar er is maar een beperkt aantal plaatsen als gezagvoerder beschikbaar. Pas als een andere gezagvoerder weggaat, of bijvoorbeeld met pensioen gaat, kan een copiloot doorstromen naar de functie van gezagvoerder. Ik denk dat ik daar over twee jaar voor in aanmerking kom.
Maak je wel eens fouten? Een vliegtuig heeft altijd twee bemanningsleden, die op elkaar letten en elkaar corrigeren als dat nodig is. Onze training is zo goed en er zijn zoveel procedures tijdens het vliegen, dat fouten maken vrijwel onmogelijk is. Als er een ongeluk met een vliegtuig gebeurt, gaat het nooit om één klein foutje van de piloot, maar vaker om een keten van verschillende fouten achter elkaar. Dat komt maar heel zelden voor.
Is vliegen gevaarlijk? Vliegen is veel veiliger dan autorijden. Ik zeg altijd maar: als je in je auto stapt vertrouw je volkomen op de techniek en check je nooit eerst de remmen. Wij doen dat wel! Hoeveel uren werk je op een dag? Dat hangt af van waar je naartoe vliegt. Het aantal uren dat je dienst hebt, hangt ook af van de rustmogelijkheden die je hebt tijdens de vlucht. Met twee piloten mag je in principe zestien uur achter elkaar vliegen. Maar de meeste vluchten duren korter en dan ben je ’s avonds gewoon weer thuis. Het is zwaar als je lang gevlogen hebt en je moet een moeilijke landing maken. Bij lange vluchten raak ik natuurlijk ook wel eens vermoeid. Wat suiker eten helpt dan goed bij mij. En als je de vliegprocedures doorneemt, ben je weer helemaal bij de les. Wat vind je het leukst van het vliegen? Landen en opstijgen is het leukst. Vliegen op een mooie zomerse avond terwijl de zon ondergaat, is ook schitterend. Dan hangt er zo’n sfeer van rust over de aarde. Als ik de kist netjes en zachtjes aan de grond zet, ben ik altijd een beetje trots. Ik vind het ook heerlijk om door de radio te praten en aan de knopjes te draaien. En taxiën is leuk. Als je met zo’n bakbeest over de baan rijdt en hem netjes parkeert, denk ik wel eens: Er zijn heel veel mensen die niet eens hun autootje kunnen parkeren! Dan vind ik mijn beroep ineens heel vet! Wat is het spannendste dat je ooit hebt meegemaakt? Dat de bliksem in het vliegtuig sloeg. Het was een heel harde klap, maar alles deed het nog. De bliksem was bij de neus van het vliegtuig ingeslagen en was er via de staart weer uitgegaan. We hadden wel wat schade aan de verf en het plaatwerk. Als piloot mag je nooit door een onweerswolk vliegen, maar desondanks kan het gebeuren dat je een inslag hebt.
piloot
Wat vind je het moeilijkst van vliegen? Het moeilijkst is het landen op een lastig vliegveld zoals Innsbruck in Oostenrijk: dat ligt tussen de bergen. Of het vliegveld van Chios in Griekenland, dat heeft maar een heel kort baantje om te landen. Wat ook wel lastig is, is als het ontzettend hard stormt. We mogen landen bij windstoten tot honderd kilometer per uur. Als het harder waait dan vijftig kilometer per uur kun je niet meer landen op de automatische piloot. Mist en lage bewolking kunnen ook lastig zijn bij het opstijgen en landen. Bij minder dan 125 meter zicht mogen wij niet meer opstijgen.
23