NAJAAR 2012 CATALOGUS

NAJAAR 2012 C ATA LO G U S

INHOUD

(ORTHO)PEDAGOGIEK EN ONDERWIJSKUNDE

3 - 10

ORTHOPEDAGOGIEK Samen sterk: ouders & school! Handelingsgericht werken in het voortgezet onderwijs Moeilijke letters lezen Prentenboek Moeilijke letters lezen Gekleurde letters - Lettres de couleur Als de wereld er anders uit ziet... Trainen van sociaalcommunicatieve vaardigheden bij kinderen met een autismespectrumstoornis - Handleiding voor ouders Trainen van sociaalcommunicatieve vaardigheden bij kinderen met een autismespectrumstoornis - Handleiding voor hulpverleners Het ik-ben-lekker-boos-boekje Op weg met pleegzorg PEDAGOGIEK ‘Tom kan veel beter’ Leerkracht zijn ONDERWIJS Leren en onderwijzen Didactisch referentiekader Meertaligheid spreekt voor zich PSYCHOLOGIE Het orgasme: Q & A Achter het gesprek De naakte therapeut Milde zorg Inleiding in de statistiek voor de gedragswetenschappen met SPSS Pleine conscience et cancer du sein (PARA)MEDISCHE WETENSCHAPPEN Handboek slaap en slaapstoornissen Urgentieschema’s voor huisartsen Geneesmiddelen Astma bij kinderen Mondzorg Radiologische pathologie Handboek gynaecologie Procedureboek verloskunde Transgenderzorg Sporenbeveiligende interventie op een crime scene Jaarboek ergotherapie 2012 Jaarboek voor de intensievezorgenverpleegkundige

3 3 4 4 5 5 6 6 7 7 8 8

Algemene biochemie Wetenschappelijk denken Wegwijs in de beroepsorganisatie van de kinesitherapie in België SPORT Voetbalconditie SOCIALE WETENSCHAPPEN De fondsen en programma’s van de Verenigde Naties Jeugdwerk en sociale uitsluiting Zorg voor welzijn Mag ik dit vertellen? Meneer Singh en Mevrouw Kaur in België Leren van historische levenslopen Social and fiscal fraud in Belgium 14-18 van dichtbij

11 - 13 11 11 12 12 13 13 14 - 21 14 14 15 15 16 16 17 17 18 18 19 19

21 22 - 25 22 22 23 23 24 24 25 25

GESCHIEDENIS, KUNST EN CULTUUR

26 - 28

MANAGEMENT Leiderschap op halve kracht

26

ECONOMIE Lerende netwerken in perspectief Activerende zorgcoaching Handboek consolidatie Wiskunde met bedrijfseconomische toepassingen

26 27 27 28

RECHT Beslagrecht Tussen gelijk hebben en gelijk krijgen ICT-recht TAAL- EN LETTERKUNDE

28 - 29 28 29 29 30 - 32

LETTERKUNDE Toenadering

30

TAALKUNDE Paper, project of scriptie Deal! The bottom line of business English - Reference book Deal! The bottom line of business English - Course book Je vak in een vreemde taal? Michel Foucault: een voortdurend proces

30 31 31 32 32

33 - 34

GESCHIEDENIS Een geschiedenis van Centraal-Azië Wat is mondelinge geschiedenis?

33 33

KUNST Kunst- en erfgoededucatie Jaarboek FAK 2011

34 34

WETENSCHAPPEN De wetenschap van de kosmos Inleiding tot de milieueconomie Informatiemanagement Fundamentele begrippen van de organische chemie TIJDSCHRIFTEN

ECONOMIE EN MANAGEMENT 9 10 10

20 20 21

35 - 36 35 35 36 36 37 - 38

Tijdschrift Klinische Psychologie TOKK IMPULS Over.Werk Tijdschrift voor Sociologie Res Publica MENS

37 37 37 38 38 38 38

INDEX

40

COLOFON

43

ORTHOPEDAGOGIEK

ORTHOPEDAGOGIEK

SAMEN STERK: OUDERS & SCHOOL!

HANDELINGSGERICHT WERKEN IN HET VOORTGEZET ONDERWIJS

Kinderen gaan met meer plezier naar school en leren beter als hun ouders betrokken zijn bij de school. Ouders dragen dus bij aan het schoolsucces van hun kinderen.

Handelingsgericht werken (HGW) beoogt de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren en staat volop in de belangstelling. Het maakt passend onderwijs en doeltreffende leerlingbegeleiding concreet. HGW is doelen opbrengstgericht en onderwijsbehoeften van leerlingen staan centraal: Wat hebben zij nodig om de onderwijsdoelen te behalen? Leraren bieden passend onderwijs en leveren daarmee een cruciale bijdrage aan de toekomst van leerlingen. Maar wat hebben zij hiervoor nodig: Wat zijn hun ondersteuningsbehoeften? De positieve aspecten van leerlingen, leraren en ouders zijn nodig voor inzicht in de situatie, ambitieuze doelen en voor een succesvol plan van aanpak.

Ouderbetrokkenheid staat volop in de belangstelling. Er is veel over geschreven. Meestal vanuit het perspectief van de school: Wat kunnen leraren doen om de betrokkenheid van ouders te vergroten? Dit boek hanteert een ander perspectief: dat van de ouders zelf! Vanuit een kader dat populair is in het onderwijs en waarbij het kind centraal staat: handelingsgericht werken (HGW).

NOËLLE PAMEIJER is als school- en kinderpsycholoog werkzaam bij het Samenwerkingsverband Annie M.G. Schmidt. Zij is specialist in handelingsgericht werken op school en hecht veel belang aan ouderbetrokkenheid.

Dit boek pleit voor een bundeling van krachten en biedt ouders een kader voor communicatie. Het geeft hen tips hoe op een positieve manier met leraren in gesprek te gaan en te blijven. Wat kun je vragen? Wat is belangrijk om te vertellen? Het bevat ook tips hoe met je kind over school te praten en hoe mee te denken bij een aanpak die past bij je dochter of zoon. Want als ervaringsdeskundige weet je als geen ander wat werkt bij je kind.

Dit boek is geschreven in Samenwerking met het Ouderplatform Gooi & Omstreken. Deze stichting behartigt de belangen van ouders van alle leerplichtige kinderen in het Gooi e.o. Het platform biedt ouders informatie, advies en ondersteuning van ouders door ouders.

De samenwerking tussen ouders en leraren verbetert aanzienlijk als ouders weten wat zij van leraren kunnen verwachten en wat die van hen verwachten. Hoe beter de samenwerking, hoe hoger het schoolplezier van kinderen. En dat is het doel van dit boek: dat kinderen met plezier naar school gaan, zich er veilig en gewaardeerd voelen, ‘zin in leren’ hebben en zich – gezien hun mogelijkheden - optimaal ontwikkelen. Er is intensief samengewerkt met veel ouders uit het primair en het voortgezet onderwijs. We kunnen dan ook met recht zeggen: dit boek is voor ouders door ouders. ISBN 978 90 334 8946 4 // NUR 848 // 16 x 24 cm

ISBN 978 90 334 8958 7 // NUR 848 // 17 x 24,5 cm

ca. 136 blz. // ca. 24,50 EUR // Verschijnt in september

ca. 240 blz. // ca 24,50 EUR // Verschijnt in november

789033 489464

TANJA VAN BEUKERING is pedagoog, onderwijskundige en GZ-psycholoog en als onderwijsadviseur werkzaam bij Van der Wolf & Van Beukering.

Dit boek bespreekt de uitgangspunten van HGW en concretiseert deze naar de dagelijkse praktijk: Wat zien en horen we ervan in de klas, tijdens team- en leerlingenbesprekingen en in gesprekken met leerlingen en hun ouders? De HGW-cyclus geeft teamleden meer grip op de verschillen in een klas. Deze cyclus is ook toe te passen bij een individuele leerling die extra begeleiding nodig heeft. Voorbeelden en ervaringen uit de praktijk illustreren één en ander. Dit boek is bruikbaar voor leraren, mentoren, leidinggevenden, zorgcoördinatoren en leer- en gedragsspecialisten in het voortgezet (speciaal) onderwijs. Het geeft antwoord op de vraag ‘hoe kunnen we handelingsgericht samenwerken’? We willen met dit boek niet alleen meer kennis over HGW verschaffen, maar ook inspireren en motiveren om HGW uit te proberen: Wat werkt op onze school?

9

NOËLLE PAMEIJER is als school-, GZ- en kinderpsycholoog werkzaam bij het Samenwerkingsverband Annie M.G. Schmidt en bij ‘Kwaliteit in Nascholing’.

MAGDA VAN DER WULP en ALYCE ZANDBERGEN zijn orthopedagoog en als onderwijsadviseurs werkzaam bij Buro Spring, scholen in de praktijk, een begeleidings- en adviesbureau voor het onderwijs.

9

789033 489587


NOËLLE PAMEIJER, TANJA VAN BEUKERING, MAGDA VAN DER WULP EN ALYCE ZANDBERGEN

NOËLLE PAMEIJER

3

ORTHOPEDAGOGIEK


BETTY VLEESCHOUWER

MOEILIJKE LETTERS LEZEN

PRENTENBOEK MOEILIJKE LETTERS LEZEN

OEFENBLADEN DYSLEXIE

E-BOOK

Kinderen met zeer ernstige dyslexie hebben de ganse basisschool nodig om te leren lezen, terwijl alle leesniveaus normaliter in het 4de leerjaar (groep 6) verworven zijn.

Dit is een boekje met dierenversjes met alle letters van het alfabet behalve de letters q, x en y. Bij de klinkers vind je steeds de korte en de lange klinker. Daarna volgen versjes met de meerklanken en de moeilijke medeklinkerverbindingen.

Dit boek richt zich tot logopedisten, remedial teachers, zorgcoördinatoren die deze kinderen op een zinvolle, speelse manier willen begeleiden. Kinderen met dyslexie hebben ontzettend veel herhaling nodig vooraleer het automatisatieproces voor letterherkenning en -producering op gang komt. Dit boek reikt werkblaadjes aan die kinderen op een leuke manier op weg zetten naar deze automatisatie en doorbreekt zo het klassieke ‘woordenrijen en tekstjes lezen’. De aangereikte spelvormen en therapie-ideeën hebben de voorbije 30 jaar hun nut bewezen in de logopediepraktijk van de auteur. Zij heeft vastgesteld dat met deze oefeningen zowel de motivatie voor de therapie als de progressie in de leestechniek aanzienlijk verhogen.

4

Dit is een boekje voor kleuters: door hen voor te lezen, stimuleer je hun ontluikende geletterdheid. Dit is een boekje voor kinderen van de basisschool: in de versjes komen de specifieke leesmoeilijkheden t.e.m. AVI 5 (M 5) aan bod. Dit is een boekje dat aanzet tot schrijven: van elke letter vind je het correcte schrijfspoor. Dit is een boekje dat de articulatie oefent en de woordenschat uitbreidt. Er wordt ook aandacht besteed aan homofonen. Dit is vooral een boekje dat het educatieve/therapeutische element aan veel leesplezier koppelt!

ISBN 978 90 334 8947 1 // NUR 848 // 17 x 24,5 cm

ISBN 978 90 334 8948 8 // NUR 848

208 blz. // 30,00 EUR // Verschenen

9

789033 489471


9

789033 489976

BETTY VLEESCHOUWER is sinds 1979 logopediste. Vanuit haar werk met slechthorende en dove kleuters bij de start van haar loopbaan nam ze de multisensoriële aanbreng van taalproblemen mee. Daarna werkte ze tot 1992 met zwaar meervoudig gehandicapte volwassenen in het nursingtehuis De Valier in Liedekerke. In 1983 startte ze naast deze deeltijdse job haar zelfstandige praktijk te Denderleeuw en specialiseerde zich in de behandeling van dyslexie, dysorthografie en dyscalculie.

ORTHOPEDAGOGIEK

ORTHOPEDAGOGIEK

KATRIEN HORIONS

MARC WILLEMS

GEKLEURDE LETTERS - LETTRES DE COULEUR

ALS DE WERELD ER ANDERS UIT ZIET...

OEFENPROGRAMMA VOOR LEES- EN

OMGAAN MET AUTISME

Interculturele communicatie wordt alsmaar belangrijker. Kunnen communiceren in één of twee wereldtalen zoals Engels of Frans is dan ook een meerwaarde. Leerlingen met dyslexie hebben een beperkte toegang tot dit terrein van globalisering. De laatste jaren is het duidelijk geworden dat leerlingen met dyslexie ook problemen hebben in vreemde talen. Vooral hun fonologisch/orthografische vaardigheden zijn zwakker. In een vreemde taal komen nieuwe, onbekende letters en klanken voor, waarmee leerlingen met dyslexie moeite hebben. Hierdoor ontstaan problemen in het technisch lezen (en daardoor soms weer problemen met het begrijpend lezen) en de spelling.

KATRIEN HORIONS is als logopediste werkzaam bij Logiko, een logopedische praktijk te Lummen (België) waar ze kinderen met taalontwikkeling- en leerproblemen begeleidt. Ze is ook docente bij de opleiding logopedie van de Hogeschool Zuyd te Heerlen (Nederland).

Verder onderzoek en kennis op het gebied van dyslexie en het leren van vreemde talen zijn nodig om de participatie van personen met dyslexie in de interculturele communicatie te verbeteren. Ook vanuit de praktijk komt de vraag naar remediëringsmateriaal voor dyslexie en vreemde talen. Dit boek wil aan deze vraag tegemoet komen. Met dit behandelingsmateriaal voor de Franse foneemgrafeemkoppeling worden problemen bij spelling en technisch lezen aangepakt. Er wordt een overzicht gegeven van de Franse klanken en de daarbij behorende schrijfwijzen. Voor het oefenmateriaal wordt de multisensorische gestructureerde benadering als uitgangspunt gebruikt. De methodiek is ontwikkeld voor professionals die kinderen met ernstige leesen spellingproblemen (dyslexie) in de vreemde taal behandelen, zowel voor academisch geschoolden als voor gespecialiseerde leerkrachten/remedial teachers binnen het kader van een indirecte behandeling.

Horen dat je kind autisme heeft maakt bij ouders heel wat verwarrende gevoelens los: opluchting dat de problemen van hun kind eindelijk een naam krijgen, maar tegelijk ook verdriet, angst voor de toekomst en boosheid over het onbegrip dat ze als ouder vaak ervaren hebben. Daarbovenop roept zo’n diagnose ook veel nieuwe vragen op: hoe moet het nu verder met ons kind? Als de wereld er anders uit ziet... is een psycho-educatief pakket gericht naar begeleiders van kortdurende ouderleergroepen voor ouders van normaal begaafde kinderen met autisme. Die ouderleergroepen willen ouders meer inzicht geven in het gedrag en denken van hun kind met autisme en willen hen competenter maken in de omgang met het kind.

MARC WILLEMS werkt als orthopedagoog op de raadpleging kinderen jeugdpsychiatrie van het AZ St. Lucas te Brugge. Naast zijn diagnostisch werk heeft hij een ruime ervaring in het werken met ouders, o.m. door het aanbieden van oudertrainingen ADHD en ouderleergroepen autisme.

Het psycho-educatief pakket bestaat uit een handleiding voor de ouders met de basisinhouden uit de ouderleergroep en een beknopt draaiboek voor de begeleiders. In het pakket wordt ingegaan op enkele vaak voorkomende problemen bij kinderen met autisme en wordt er een overzicht gegeven van de behandelings- en hulpverleningsmogelijkheden in Vlaanderen en Nederland. Hoewel het boek is opgevat als een handleiding voor ouders die aan een ouderleergroep autisme deelnemen, kunnen ook andere ouders en geïnteresseerden het boek lezen om een beter inzicht te verwerven in autisme bij normaal begaafde kinderen en jongeren.

5

Met online materiaal ISBN 978 90 334 8949 5 // NUR 848 // 16 x 24 cm

ISBN 978 90 334 8956 3 // NUR 848 // 16 x 24 cm ca. 208 blz. // ca. 26,00 EUR // Verschijnt in oktober

9

789033 489563


SPELLINGPROBLEMEN FRANS


9

789033 489495


ORTHOPEDAGOGIEK

ORTHOPEDAGOGIEK

BROOKE INGERSOLL EN ANNA DVORTCSAK BEWERKT DOOR HERBERT ROEYERS E.A.

BROOKE INGERSOLL EN ANNA DVORTCSAK BEWERKT DOOR HERBERT ROEYERS E.A.

TRAINEN VAN SOCIAALCOMMUNICATIEVE VAARDIGHEDEN BIJ KINDEREN MET EEN AUTISMESPECTRUMSTOORNIS

TRAINEN VAN SOCIAALCOMMUNICATIEVE VAARDIGHEDEN BIJ KINDEREN MET EEN AUTISMESPECTRUMSTOORNIS

HANDLEIDING VOOR OUDERS

HANDLEIDING VOOR HULPVERLENERS

Trainen van sociaalcommunicatieve vaardigheden aan kinderen met een autismespectrumstoornis. Handleiding voor ouders geeft ouders stap-voor-stap richtlijnen om sociaalcommunicatieve vaardigheden aan te leren aan jonge kinderen met autisme (tot zes jaar). De technieken worden in eenvoudige maar effectieve stappen uitgelegd, zodat ouders ze gemakkelijk kunnen toepassen. De auteurs illustreren zeer helder hoe de technieken thuis kunnen worden gebruikt en geïntegreerd in de dagdagelijkse familieroutines en -activiteiten. Alle technieken in het boek zijn gestoeld op de ontwikkelingsen gedragswetenschap en zijn toegankelijk, empirisch onderbouwd en zeer gebruiksvriendelijk.

Trainen van sociaalcommunicatieve vaardigheden aan kinderen met een autismespectrumstoornis. Handleiding voor hulpverleners biedt een oudertraining aan die toegankelijk en wetenschappelijk onderbouwd is. Het boek bevat stap-voor-stap richtlijnen om oudertraining te geven, individueel of in groep. De effectieve technieken om de sociaalcommunicatieve vaardigheden van jonge kinderen met autisme (tot zes jaar) te verbeteren worden in eenvoudige stappen uitgelegd zodat ouders zich de technieken snel eigen kunnen maken. De handleiding omvat ook 30 herbruikbare handouts en formulieren.

BROOKE INGERSOLL is psycholoog en erkend gedragsanalyst en doctor in de experimentele psychologie. Op dit moment is ze professor psychologie aan de Michigan State University.

6

ANNA DVORTCSAK is spraak- en taalpatholoog in een privépraktijk in Portland, Oregon. Ze biedt trainingen aan aan professionals en families met kinderen met autisme en geeft daarnaast ook geïndividualiseerde uitspraak- en taaltrainingen.

ANNA DVORTCSAK is spraak- en taalpatholoog in een privépraktijk in Portland, Oregon. Ze biedt trainingen aan aan professionals en families met kinderen met autisme en geeft daarnaast ook geïndividualiseerde uitspraak- en taaltrainingen.

HERBERT ROEYERS, gewoon hoogleraar, is verbonden aan de Vakgroep Experimenteel-klinische en Gezondheidspsychologie, Onderzoeksgroep Ontwikkelingsstoornissen van de Universiteit Gent.

HERBERT ROEYERS, gewoon hoogleraar, is verbonden aan de Vakgroep Experimenteel-klinische en Gezondheidspsychologie, Onderzoeksgroep Ontwikkelingsstoornissen van de Universiteit Gent.

ISBN 978 90 334 8962 4 // NUR 848 // 17 x 24,5 cm

ISBN 978 90 334 8963 1 // NUR 848 // 17 x 24,5 cm


ca. 320 blz. // ca. 40,00 EUR // Verschijnt in november

9

BROOKE INGERSOLL is psycholoog en erkend gedragsanalyst en doctor in de experimentele psychologie. Op dit moment is ze professor psychologie aan de Michigan State University.

789033 489624

9

789033 489631

ORTHOPEDAGOGIEK

ROSE-MARIE HENDRIKX

JOHAN VANDERFAILLIE, FRANK VAN HOLEN EN FEMKE VANSCHOONLANDT (RED.)

HET IK-BEN-LEKKER-BOOS-BOEKJE

OP WEG MET PLEEGZORG

ANDERS OMGAAN MET BOZE BUIEN

KANSEN EN RISICO’S

Boosheid, … een gevoel dat iedereen kent, maar waarover men vaak niet spreekt. Het ik-ben-lekker-boos-boekje doorbreekt dit taboe op een heel eigen, frisse manier. Als uitgangspunt geldt dat boosheid er net als alle andere emoties mag zijn. Gevoelens duiken op en heb je niet in de hand. Maar je hebt wel steeds een keuze hoe je met boosheid omgaat. En jong geleerd, is oud gedaan! In dit boek wordt de jonge lezer uitgenodigd om zijn of haar boosheid te erkennen en er mee aan de slag te gaan. De auteur vertelt op een speelse manier wat boosheid is, wat het met je doet en hoe er meestal wordt omgegaan met woede: onderdrukken of uiten in agressief gedrag. Omdat beide manieren destructief werken, wordt een andere manier voorgesteld: als je je boosheid ruimte geeft en ze niet meer voedt, dooft ze vanzelf uit. Hierbij worden vele tips aangereikt wat je concreet kan doen als je boos bent. Al experimenterend zal je ontdekken hoe je boosheid effectief kan ontmijnen in plaats van je te laten meeslepen. Een belangrijke sleutel hierbij is jezelf graag zien en met anderen op dezelfde respectvolle manier omgaan.

Pleegzorg is volop in beweging. Het aantal pleegzorgsituaties is in Vlaanderen en Nederland gedurende de voorbije tien jaar meer dan verdubbeld. De aandacht voor pleegzorg vanuit het beleid, vanuit de hulpverlening en vanuit de brede maatschappelijke context is vermoedelijk nooit zo groot geweest als nu. In Vlaanderen worden o.a. projecten ondersteund om pleegzorg inhoudelijk te versterken en wordt het pleegzorglandschap hertekend. Redenen genoeg voor een kritische en wetenschappelijk onderbouwde analyse.

ROSE-MARIE HENDRIKX is licentiaat in de muziekwetenschappen en geeft les aan tieners en volwassenen. Daarnaast is ze actief in de VZW de vlindertuin en organiseert ze speldagen waarin kinderen zich niet alleen op creatief vlak maar ook op psychosociaal gebied kunnen ontplooien.

Het boek richt zich tot kinderen vanaf 9 jaar en jonge tieners. Het is geschreven in een levendige en beeldrijke taal. Het boek is eveneens verhelderend voor volwassenen (ouders, onderwijzers, pedagogen, hulpverleners,...) die op een bewuste manier met gevoelens willen omgaan en hiermee een voorbeeld willen zijn voor het jonge volkje.

JOHAN VANDERFAILLIE is universitair docent aan de Vrije Universiteit Brussel, Faculteit Psychologie en Educatiewetenschappen, vakgroep Klinische en Levenslooppsychologie. Hij is gespecialiseerd in het domein van de jeugdhulpverlening.

Het boek bestaat uit twee delen. Eerst wordt een algemeen kader geschetst met o.m. aandacht voor de geschiedenis van pleegzorg in Vlaanderen, het nieuwe Vlaamse pleegzorgdecreet, de oprichting van de provinciale samenwerkingsverbanden, het juridisch kader en de indicatiestelling voor pleegzorg. Vervolgens komen de verschillende soorten pleegzorg aan bod (gezinsondersteunende pleegzorg, pleegzorg voor volwassenen met een beperking, pleegzorg voor kinderen met een beperking, pleegzorg voor kinderen uit een problematische opvoedingssituatie, psychiatrische pleegzorg) en dit telkens vanuit het oogpunt van ‘instroom’, ‘begeleiding/pleegzorgproces’ en ‘uitstroom’. Er wordt specifiek aandacht besteed aan onderwerpen zoals de selectie en voorbereiding van pleegouders, de beleving van de bij pleegzorg betrokken partijen en bijzondere ondersteunings- en begeleidingsmethodieken.

FRANK VAN HOLEN is reeds 20 jaar actief in de pleegzorg, onder meer als diensthoofd bij de pleeggezinnendienst Opvang afdeling Brabant en als opdrachthouder methodiekontwikkeling. FEMKE VANSCHOONLANDT is doctoraatstudent aan de Vrije Universiteit Brussel, Faculteit Psychologie en Educatiewetenschappen, vakgroep Klinische en Levenslooppsychologie. Zij onderzoekt de implementatie van specifieke ondersteuningsprogramma’s voor pleegouders.

Met online materiaal ISBN 978 90 334 8997 6 // NUR 848 // 13,5 x 21 cm ca. 96 blz. // ca. 24,50 EUR // Verschijnt in oktober

ISBN 978 90 334 8945 7 // NUR 848 // 17 x 24,5 cm

9

789033 489976


9

789033 489457


ORTHOPEDAGOGIEK

7


PEDAGOGIEK

8

ONDERWIJSKUNDE

INGRID VERHAEGEN

ILSE GEERINCK, JOHAN ARDUI, MAARTEN SIMONS, JAN MASSCHELEIN, MATTHIAS DECUYPERE EN FRANS RENAAT

‘TOM KAN VEEL BETER’

LEERKRACHT ZIJN

OMGAAN MET SCHOOLS UITSTELGEDRAG

GLOSSARIUM

Tom kan veel beter. Dat staat toch al jaren op zijn rapporten. Tom geeft toe dat hij niet voldoende gestudeerd heeft voor het kerstrapport en belooft beterschap. Hij meent het echt. Toch lukt het niet: het vijfde jaar secundair onderwijs eindigt met een C-attest.

Dit boek presenteert de leerkracht als iemand die houdt van zijn of haar vak, in de brede betekenis. Het is precies in die liefdevolle verhouding tot het vak en de leerlingen dat zich het pedagogisch handelen van de leerkracht toont. De liefde voor het vak biedt de leerkracht een gelegenheid om interesse te wekken voor iets wat buiten de leefwereld van de leerlingen ligt.

INGRID VERHAEGEN staat ondertussen 25 jaar in het onderwijs als lerares Engels en Nederlands. Ze is zelf een bekeerde uitsteller en heeft meer dan 15 jaar ervaring in de studiebegeleiding van uitstellende leerlingen in het secundair onderwijs.

Mama houdt nochtans contact met de school en met het CLB, pa koopt boeken over ‘leren leren’, Tom wordt naar een cursus ‘leren leren’ gestuurd en zijn titularis stelt een studieplanning met hem op… maar niets helpt. Waarom niet? Het probleem zit niet in zijn studiemethode, niet in een of andere leerstoornis of gebrek aan planning. Het probleem zit simpelweg in het feit dat Tom te weinig doet voor school. Dat is geen leerstoornis, dat is een slechte gewoonte. Wie moet er iets aan doen? Tom moet er iets aan doen. Het is zijn probleem en hij moet het aanpakken. Maar wil hij dat doen? En hoe kan hij dat doen?

Het boek werd geschreven door ILSE GEERINCK, JOHAN ARDUI, MAARTEN SIMONS, JAN MASSCHELEIN, MATTHIAS DECUYPERE en FRANS RENAAT.

Het boek is opgevat als een lijst van woorden en beelden, een glossarium. Elk woord of beeld drukt een ervaring van het leerkracht-zijn uit. Het gaat telkens over unieke ervaringen die een liefdevolle verhouding tot het vak, de leerling en zichzelf meedelen.

Het werd ontwikkeld en geschreven in het kader van een project binnen het Expertisenetwerk School of Education Associatie KU Leuven: De Liefde voor het vak. Op zoek naar de pedagogie(k) van het meesterschap. www.liefdevoorhetvak.be

Dit boek maakt de lezer wegwijs in de typische kenmerken en valkuilen van het schoolse uitstelgedrag waar Tom en veel van zijn leeftijdsgenoten uit de hogere jaren van het secundair onderwijs last van hebben. Het reikt ouders en leerkrachten een praktische methode aan om met jongeren als Tom te werken. Tom moet dus een gewoonte veranderen. Gemakkelijk is dat niet, en heel prettig ook niet. Dat weet iedereen die al eens geprobeerd heeft een slechte gewoonte, zoals roken of ongezond eten, te veranderen. Maar het is wel haalbaar... met veel geduld. Met online materiaal ISBN 978 90 334 8998 3 // NUR 847 // 17 x 24,5 cm ca. 240 blz. // ca. 35,00 EUR // Verschijnt in november

ISBN 978 90 334 9056 9 // NUR 846 // 10,5 x 15 cm

9

789033 489983

ca. 88 blz. // ca. 10,00 EUR // Verschijnt in oktober

9

789033 489983

ONDERWIJSKUNDE PSYCHOLOGIE

ROGER STANDAERT, FIRMIN TROCH, INGE PEETERS EN ILSE STROOBANTS

LEREN EN ONDERWIJZEN

Leren en onderwijzen is een integrale methode algemene didactiek. Deze methode is zowel bedoeld voor geïntegreerde lerarenopleidingen als specifieke lerarenopleidingen. Het handboek kan ook gebruikt worden in na- en bijscholingen. Leren en onderwijzen kan ook als zelfstudiepakket worden gehanteerd. Sinds de vijfde herziene editie van Leren en onderwijzen in 2006 deden zich in het onderzoeks- en onderwijsveld verschuivingen voor die het noodzakelijk maakten een aantal hoofdstukken te herschrijven en up-to-date te brengen. Maar ook de sterk wijzigende maatschappelijke context en technologische evolutie waarin het onderwijs zich bevindt, maakt dat een aantal vernieuwingen zich opdrong. Deze herziene editie van Leren en onderwijzen sluit aan bij de basiscompetenties en de beroepsprofielen van het lerarenberoep. Het biedt ook de mogelijkheid een aantal belangrijke basiscompetenties te behalen om later uiteindelijk het gewenste beroepsprofiel te bereiken. Met online oefeningen

Commentaren voor lectoren wil, aansluitend bij het handboek, de lector in de lerarenopleiding extra didactisch materiaal aanbieden. Naast extra leerinhoud die de inleiding van algemene didactiek verbreedt en verdiept, worden er tal van bijkomende taken voor de studenten/cursisten gepresenteerd.

FIRMIN TROCH is licentiaat in de Pedagogische Wetenschappen en was directeur van een schoolbegeleidingsdienst. Nadien was hij schooldirecteur en lector aan de lerarenopleiding. Van schooljaar 19861987 tot en met schooljaar 2008-2009 was hij hoofdredacteur van het tijdschrift Impuls voor onderwijsbegeleiding. Inleiding tot de algemene didactiek

COMMENTAREN VOOR LECTOREN

ROGER STANDAERT is doctor in de Pedagogische Wetenschappen. Hij was werkzaam in de lerarenopleiding voor het basisonderwijs en secundair onderwijs. Nadien was hij hoofdcoördinator voor het VSO. Van 1991 tot 2011 was hij directeur van de Vlaamse Dienst voor Onderwijsontwikkeling. Eveneens tot 2011 doceerde hij het vakgebied internationale en comparatieve pedagogiek aan de universiteit van Gent.

01 Leren en onderwijzen

INLEIDING TOT DE ALGEMENE DIDACTIEK


INLEIDING TOT DE ALGEMENE DIDACTIEK

INGE PEETERS is licentiaat in de Pedagogische Wetenschappen en werkt als lector in de lerarenopleiding.

9

ISBN 978 90 334 8967 9 // NUR 846 // 17 x 24,5 cm 384 blz. // ca. 33,00 EUR // Verschijnt in september Herziene editie

9

789033 489679

Commentaren voor lectoren

ISBN 978 90 334 8968 6 // NUR 846 // 17 x 24,5 cm 306 blz. // ca. 38,00 EUR // Verschijnt in september

ILSE STROOBANTS is licentiaat in de Pedagogische Wetenschappen en werkt als lector in de lerarenopleiding en als leraar in het secundair onderwijs.

Herziene editie

9

789033 489686

ONDERWIJSKUNDE

ONDERWIJSKUNDE

WIL MEEUS

JOHAN LEMAN (RED.)

DIDACTISCH REFERENTIEKADER

MEERTALIGHEID SPREEKT VOOR ZICH

HANDLEIDING BIJ DE LESVOORBEREIDING

EEN VERHAAL OVER 30 JAAR MEERTALIG ONDERWIJS


VAN FOYER

10

Dit boek is bedoeld voor studenten in de lerarenopleiding, beginnende leraren en leraren die even terug willen naar de basis. Het biedt zowel een praktische handleiding bij het maken van de eerste lesvoorbereidingen, als een wetenschappelijk onderbouwd overzicht van de didactische theorie.

WIL MEEUS is docent didactiek in de lerarenopleiding aan de Universiteit Antwerpen. Zijn onderwijsopdracht omvat opleidingsonderdelen in het domein van de algemene didactiek en de vakdidactiek gedrags- en cultuurwetenschappen. Hij is lid van de onderzoeksgroep REPRO en verricht onderzoek op het vlak van didactisch en vakdidactisch instrumentarium en begeleidingsdidactiek. Hij is hoofdredacteur van het digitale tijdschrift Leerrijk voor de module didactiek secundair onderwijs en actief binnen de raad van bestuur van de Vereniging Lerarenopleiders Vlaanderen (VELOV).

Dankzij een vlotte schrijfstijl slaagt de auteur erin om soms complexe materie op een heel heldere manier herkenbaar te maken voor wie nieuw is in het vak en het vakgebied. Tegelijk is het boek een handleiding vol praktische tips om beginnende leraren een goede start te laten maken. De auteur demonstreert een doorleefd inzicht in de didactiek door een combinatie van jarenlange onderwijservaring en wetenschappelijk onderzoek in het domein. Het boek vertrekt vanuit een geactualiseerd didactisch referentiekader waarin de verschillende didactische componenten op een organische manier met elkaar verbonden worden. De minutieuze bespreking van die componenten is uniek in de zin dat geen enkel spanningsveld uit de weg gegaan wordt. Ze worden integendeel juist geduid. De auteur neemt zelf stelling in vanuit de verwachting dat het boek leraren en andere onderwijsbetrokkenen uitdaagt om voorbij het oppervlakkige na te denken over lesgeven en het resultaat daarvan onmiddellijk voor zichzelf ook te vertalen in praktische handelingen bij het ontwerpen van onderwijs.

30 jaar lang heeft Foyer getracht meertaligheid voor zich te laten spreken in een onderwijsproject dat minderheidstalen een structurele plek gaf binnen het curriculum van het basisonderwijs. Gebruikmakend van de beleidsmogelijkheid Onderwijs in de Eigen Taal en Cultuur organiseerde en begeleidde Foyer projecten ten behoeve van voornamelijk Turkse, Italiaanse en Spaanstalige kinderen.

De VZW FOYER werd in 1969 opgericht. De vereniging is in Molenbeek gehuisvest en houdt zich op het gemeentelijke, regionale en internationale vlak bezig met de globale problematiek van de integratie van allochtone bevolkingsgroepen. Foyer heeft talloze werkingen (CNM, INTEC, Compas) opgestart en sommige daarvan worden nu autonoom voortgezet (vzw Huis van het Nederlands, Intec Brussel vzw en Bon vzw).

Voor Foyer was de acceptatie en de inzet van deze talen als meerwaarde vanzelfsprekend. Het maatschappelijk klimaat rond deze benadering wisselde nogal eens. In dit boek wil Foyer het levendige verhaal brengen van drie decennia werken aan een proces waarin naast specifieke onderwijsdoelen community building in de betrokken gemeenschappen centraal stond. De wetenschappelijke kaders en opvolging van het project kregen in het verleden vooral in internationale kringen heel wat aandacht. Dit boek wil echter op de eerste plaats de ervaringen bundelen van diegenen die er het nauwst bij betrokken waren: de kinderen, hun ouders, leerkrachten en begeleiders. Het boek richt zich dan ook op de eerste plaats op al wie meer inzicht wil verwerven in hoe dit meertalig onderwijs concreet in zijn werk ging. Het is tevens een bron van inspiratie voor wie geïnteresseerd is in integratieprocessen waarbij de allochtone gemeenschap en onderwijs op gelijkwaardige voet participeren.

ISBN 978 90 334 8964 8 // NUR 840 // 17 x 24,5 cm

ISBN 978 90 334 8935 8 // NUR 840 // 17 x 24,5 cm



9

789033 489648

9

789033 489358

PSYCHOLOGIE

PSYCHOLOGIE

BARRY R. KOMISARUK E.A.

VERA DE COCK

HET ORGASME: Q & A

ACHTER HET GESPREK COMMUNICATIE IN PSYCHOTHERAPIE

Hoe vaak interpreteren we niet andermans gelaatsuitdrukkingen en woorden vanuit ons eigen verhaal en blik op de wereld?

Het schrijversteam van Het orgasme: Q & A bestaat uit wereldvermaarde seksualiteitsexperten. Barry R. Komisaruk is neuroloog en professor psychologie aan Rutgers University (VS). Beverly Whipple is professor emerita aan Rutgers University (VS), gediplomeerd seksuoloog, therapeute en onderzoeker. Sara Nasserzadeh is gediplomeerd seksuologe en presentatrice van een programma rond seksualiteit op BBC. Carlos Beyer-Flores is endocrinoloog en staat aan het hoofd van laboratoria aan de Universidad Autónoma de Tlaxcala (Mexico) en van CINVESTAV, een onderzoekscentrum van de Mexicaanse federale overheid. Komisaruk, Beyer-Flores en Whipple schreven eerder ook De wetenschap van het orgasme (2011, Acco).

Kan een orgasme een hartaanval veroorzaken? Kan bevallen het orgasme aantasten? Wat is de G-plek? Hoe kan ik weten of mijn partner een orgasme veinst? Stoppen orgasmes op een bepaalde leeftijd? Ook voor hulpverleners die te maken krijgen met vragen rond seksuele opwinding en het orgasme vormt dit boek een makkelijk hanteerbaar geheugensteuntje en therapeutisch hulpmiddel. Het orgasme: Q & A is een aanrader voor mensen met of zonder seksuele problemen. Het is eerlijk, vlot leesbaar en toegankelijk en vertelt je alles wat je altijd al hebt willen weten… maar niet durfde vragen. Met Woord vooraf van Sam Geuens

Hoe vaak zijn we er ons van bewust dat we vanuit onze eigen visie invulling geven aan wat de andere probeert over te brengen? Dit boek bestudeert waar onze interpretaties vandaan komen en hoe vaak ze ons sturen in de omgang met anderen. Mechanismen die meestal aan ons bewustzijn ontsnappen, maar vaak een bepalende invloed uitoefenen op het verloop van menselijke interactie, worden door de auteur op zeer bevattelijke manier naar de oppervlakte gebracht en belicht. Wilt u bewuster omgaan met communicatie in persoonlijke en/of psychotherapeutische context?

Een weg naar rustiger en effectiever communiceren.

ISBN 978 90 334 8955 6 // NUR 777 // 15 x 23 cm

208 blz. // 19,50 EUR // Verschijnt in september


789033 489518

11

De praktische technieken en herkenbare voorbeelden uit de praktijk, maken van dit boek een hulpmiddel om de sterktes van communicatie beter te leren kennen, (h)erkennen en mogelijke valkuilen te vermijden.

ISBN 978 90 334 8951 8 // NUR 770 // 14 x 21 cm

9

VERA DE COCK is psychotherapeute Interactionele Vormgeving en diensthoofd animatie & ergotherapie in een woonzorgcentrum. Zij bouwde een jarenlange ervaring op als hulpverlener in een onthaal-, oriëntatie-, observatiecentrum in de bijzondere jeugdzorg.

PSYCHOLOGIE

Het orgasme: Q & A geeft een duidelijk en eenvoudig antwoord op talloze vragen over één van de meest fascinerende ervaringen in ons bestaan. In een toegankelijke vraag-en-antwoord-formule wordt ieder aspect van het orgasme behandeld: hoe het tot stand komt, waarom soms niet en wat er kan worden gedaan om de seksuele ervaring te verbeteren. Zo kan de lezer van dit boek gericht op zoek gaan naar het antwoord op vragen als:

9

789033 489556

PSYCHOLOGIE

PSYCHOLOGIE

PETER ROBER

HANS MEGANCK

DE NAAKTE THERAPEUT

MILDE ZORG MEDITATIE BIJ COACHING & CONFLICTEN

Dit boek gunt de lezer een blik achter de schermen van de psychotherapie. t 8BUJTEBBSEBOUF[JFO BDIUFSEJFTDIFSNFO t &FOOBBLUFUIFSBQFVU t &FOOBBLUFUIFSBQFVU PETER ROBER studeerde klinische psychologie aan de KU Leuven en specialiseerde zich later in de relatieen gezinstherapie. Hij is als hoogleraar verbonden aan het Instituut voor Familiale en Seksuologische Wetenschappen van de KU Leuven, en werkt als gezinstherapeut in Context (UPC KU Leuven).

PSYCHOLOGIE

Ja, het is een boek over een therapeut die in het begin van het boek goed zijn weg weet in zijn werk en zijn leven. Maar uiteindelijk loopt hij verloren in een sombere wereld van twijfels en perverse fascinaties…

12

De Naakte Therapeut is een collage van verschillende stukjes uit de wereld van de psychotherapie. Peter Rober bespreekt hier dingen die vaak beter onbesproken blijven, dingen waar sommige collega-therapeuten wel in de wandelgangen over praten, maar die ze niet graag geschreven zien staan. Want het gaat in dit boek niet over de therapeut in zijn kracht en zijn mogelijkheden, maar over de kwetsbaarheid van de therapeut, over zijn twijfels en ergernissen, over zijn vragen en bedenkingen. De therapeut helemaal uitgekleed dus.

De auteur verbindt in dit boek een milde en opmerkzame levenshouding met de zorg voor het zelf en voor de andere. Wie de vruchten van de meditatie plukt, opent de poort voor een mild aandachtig leven in het hier en nu. Uit ervaring en in contact met inspirerende bronnen, ontdekte de schrijver een hartverwarmende religie zonder woorden en deuren: de meditatie vanuit de christelijke traditie.

HANS MEGANCK is docent conflicthantering en studentencoach in de opleiding Bachelor Sociaal werk van de Arteveldehogeschool in Gent. Hij heeft een eigen praktijk als persoonlijke coach, conflictbemiddelaar en meditatiebegeleider.

Mindfulness is een hype die zich laat zich inspireren door inzichten uit de boeddhistische psychologie en meditatie. De spiritualiteit van de woestijnvaders en de mystiek van Meister Eckhart en van Roemi, tonen hiermee verrassend veel gelijkenissen. In de diepte vinden Jezus, Boeddha en de mystici elkaar. De auteur beschrijft de ervaren stille kracht op de zorg voor zichzelf en voor de anderen. Mediteren kan, voor wie geduld heeft en regelmatig oefent, lichamelijke en psychologische voordelen opleveren. Op termijn kan je er ook de gave van de liefde mee (her)ontdekken. De schrijver verduidelijkt het effect van dit geschenk op twee domeinen waarin hij dienstverlenend met mensen werkt: persoonlijke coaching en conflicthantering. De (her)ontdekking van zijn religieuze wortels, geven hem hierbij extra inzichten.

“Het is uitzonderlijk dat je eens mag meekijken in de binnenkamer van de therapeut. Heerlijk om de herkenning te mogen voelen. Heerlijk te lezen dat de therapeut niet vergeten is een mens te zijn.” (Peter Adriaenssens)

Vanuit het contact met onze stille kern, voelen we verbinding. Dit boek nodigt uit om deze eenheids- en verbindingservaring te ontdekken. Voor wie het mag ervaren, is het gemakkelijker om mild en met een warm hart de ander tegemoet te komen…

“De authenticiteit van Rober leest vlot. Het is een werk, uniek in zijn soort, dat ik in één adem heb uitgelezen.” (Alfons Vansteenwegen) ISBN 978 90 334 8999 0 // NUR 770 // 13,5 x 21 cm ca. 248 blz. // ca. 24,50 EUR // Verschijnt in oktober

ISBN 978 90 334 8961 7 // NUR 770 // 15 x 23 cm

Herziene editie


9

789033 489990

9

789033 489617

PSYCHOLOGIE

PSYCHOLOGIE

GUIDO VALKENEERS M.M.V. TIM VANHOOMISSEN

NATHALIE CARDINAELS

INLEIDING IN DE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN MET SPSS

PLEINE CONSCIENCE ET CANCER DU SEIN

Dit handboek biedt een introductie in de statistiek en kan gebruikt worden als studie- en werkboek voor bachelorstudenten in de gedragswetenschappen. De statistiek speelt een belangrijke rol in het verzamelen, ordenen en analyseren van de data van wetenschappelijk onderzoek. We beschrijven kort de opbouw van dergelijk onderzoek en leggen stap voor stap uit op welke wijze gegevens ingevoerd kunnen worden in een SPSS bestand. Vervolgens tonen we een aantal mogelijkheden om de data te beschrijven en te analyseren.

A l’heure actuelle, environ une femme sur neuf court le risque de développer un cancer du sein au cours de sa vie. Lorsque vous êtes confrontée à cette maladie, votre vie est complètement bouleversée. Même après le traitement, il faudra chercher à retrouver le cours normal de l’existence. La première partie de cet ouvrage est un guide pratique qui sera utile pendant et après le traitement. Dans la deuxième partie, vous apprendrez à instaurer une autre relation avec votre corps, vos pensées et vos émotions grâce à la réduction du stress basée sur la pleine conscience (Mindfulness-Based Stress Reduction). Elle consacre une attention spécifique aux façons d’intégrer la pleine conscience dans votre vie quotidienne.

GUIDO VALKENEERS is master in de psychologie en economie. Hij is lector aan de Thomas More Hogeschool, waar hij statistiek doceert aan de studenten van de opleiding Toegepaste Psychologie en Logopedie/Audiologie. Hij verzorgt eveneens colleges in de arbeids- en organisatiepsychologie.

Aangezien we statistische berekeningen bij voorkeur met SPSS uitvoeren, worden in dit boek de wiskundige formules beperkt tot een minimum. In eerste instantie verwerven we een overzicht van de data via tabellen en grafieken en de maten van centrale tendens en variabiliteit. Hierbij beschrijven we de gegevens voor elke variabele afzonderlijk. Vervolgens bespreken we de mogelijkheden om de samenhang tussen variabelen te onderzoeken. In het kader van deze bivariate analyse komt tevens naar voor hoe we op grond van de steekproefgegevens iets kunnen besluiten over de populatie. Een aantal statistische vragen rond het toetsen van hypotheses blijven in deze Inleiding in de statistiek onbeantwoord. Deze thema’s komen aan bod in een vervolgboek Inductieve statistiek voor de gedragswetenschappen, van dezelfde auteurs.

TIM VANHOOMISSEN is doctor in de psychologische wetenschappen en als lector verbonden aan de Thomas More Hogeschool. Hij doceert eveneens statistiek aan de opleiding Toegepaste Psychologie.

Voor docenten die dit handboek wensen te gebruiken bestaat er een ondersteunende website waar o.a. de bijbehorende slides te vinden zijn.

NATHALIE CARDINAELS est psychologue clinicienne et psychothérapeute cognitivocomportementaliste. Elle travaille dans un hôpital avec des personnes atteintes de cancer du sein et des personnes souffrant de douleurs chroniques. Elle dispense des formations de réduction du stress basée sur la pleine conscience à des personnes atteintes d’un cancer au terme de leurs traitements. En outre, Nathalie a fondé le cabinet de psychologie De Meiboom à Hasselt.

Cet ouvrage est destiné aux personnes qui sont touchées par le cancer du sein et veulent adopter une attitude plus consciente dans la vie. Les exercices et conseils dans ce livre vous apprennent à gérer autrement les conséquences de votre cancer du sein en trouvant le repos dans l’inquiétude. En outre, il s’intéresse entre autres à l’intimité et à la sexualité, au cancer du sein chez l’homme, et à la meilleure façon pour votre entourage d’appréhender votre situation. Le personnel soignant peut utiliser cet ouvrage pour l’entraînement des aptitudes de pleine conscience avec la personne atteinte de cancer du sein.

Met online materiaal ISBN 978 90 334 8943 3 // NUR 770 // 17 x 24,5 cm 256 blz. // 34,00 EUR // Verschijnt in september

ISBN 978 90 334 8952 5 // NUR 770 // 16 x 24 cm

Herziene editie


9

789033 489433

9

789033 489525

PSYCHOLOGIE

UN GUIDE PENDANT ET APRÈS LE TRAITEMENT

13

(PARA)MEDISCHE WETENSCHAPPEN


14


JOHAN VERBRAECKEN, BERTIEN BUYSE, HANS HAMBURGER, VIVIANE VAN KASTEEL EN REINDERT VAN STEENWIJK (RED.)

FRANK BUNTINX, BRUNO BEMELMANS EN BERT AERTGEERTS (RED.)

HANDBOEK SLAAP EN SLAAPSTOORNISSEN

URGENTIESCHEMA’S VOOR HUISARTSEN

Dit handboek geeft een overzicht van de fundamentele aspecten van slaap en de belangrijkste slaapstoornissen. Er is veel aandacht voor zowel de fysiologie, pathofysiologie als de klinische benadering en behandeling. Er wordt gestreefd naar een overzichtelijk geheel dat vlot leest en alle essentiële informatie bevat. Het boek richt zich in de eerste plaats tot professionals in de (slaap)geneeskunde, zowel artsen als paramedici (slaaplaboranten, OSASverpleegkundigen, KNF-laboranten, nurse practioners, longfunctieanalisten) maar het kan ook nuttig zijn voor fundamentele wetenschappers, psychologen, studenten en leken die zich willen verdiepen in slaap. Tevens wordt bijzondere aandacht besteed aan de diagnostiek en de behandeling van slaapstoornissen bij kinderen. Kortom, het boek kan dienen als een praktische gids bij de diagnose en behandeling van slaapstoornissen in de dagelijkse praktijk.

Dit zakboekje is een hulpmiddel voor de huisarts om de eigen werkschema’s voortdurend te preciseren, te vergelijken en aan te vullen. Het is ook een unieke mogelijkheid om snel iets op te zoeken of na te kijken. Van de vijf vorige uitgaven van dit boekje werden vele duizenden exemplaren verkocht en het werd intensief gebruikt. Het geraakte echter verouderd en een nieuwe, wetenschappelijk sterker onderbouwde uitgave drong zich op. Net als in de vorige uitgaven berusten de schema’s op consensus binnen de Maasmechelse huisartsengroep.

De auteurs van het handboek zijn ervaren docenten en clinici verbonden aan de academische slaapcentra van Antwerpen, Leuven, Amsterdam en Den Haag.

JOHAN VERBRAECKEN (B) is longarts en medisch coördinator van het Slaapcentrum UZA (Antwerpen) en vice-president van de BASS. BERTIEN BUYSE (B) is longarts en verantwoordelijke van het Slaapcentrum UZ Leuven en vicepresident van de BASS. HANS HAMBURGER (NL) is neuroloog en verantwoordelijke van het Slaapcentrum Slotervaartziekenhuis (Amsterdam) en voorzitter van de NSWO.

Dat de schema’s van vorm verschillen, ligt voor de hand. Het gaat immers om urgenties. Wat eerst moet gebeuren, staat ook eerst. Een meteen zichtbare diagnose wordt meestal niet besproken en wat minder belangrijk is, wordt niet vermeld. Wel geven de auteurs nadere toelichting wanneer zij dat om één of andere reden gewenst achten.

VIVIANE VAN KASTEEL (NL) is neuroloog in het Slaapcentrum Medisch Centrum Haaglanden (Den Haag) en lid van de Wetenschapscommissie van het NSWO. REINDERT VAN STEENWIJK (NL) is longarts te Amsterdam (AMC) en voorzitter van de WAS van de Nederlandse longartsenvereniging.

FRANK BUNTINX is huisarts in Maasmechelen en hoogleraar aan de afdelingen Huisartsgeneeskunde van de KU Leuven en de U. Maastricht. Hij is researchcoördinator binnen het Leuvens Academisch Centrum voor Huisartsgeneeskunde en projectleider van Intego. BRUNO BEMELMANS is huisarts in Maasmechelen. BERT AERTGEERTS is hoogleraar aan de faculteit Geneeskunde van de KU Leuven en afdelingshoofd van het Academisch Centrum voor Huisartsgeneeskunde (ACHG). Hij is tevens huisarts in Wilsele.

Reeks: ACHG

ISBN 978 90 334 8924 2 // NUR 871 // 17 x 24,5 cm

ISBN 978 90 334 8483 4 // NUR 871 // 19 x 12,5 cm

ca. 704 blz. // ca. 65,00 EUR // Verschijnt in december


9

789033 484834


GERT LAEKEMAN

MARC RAES (RED.)

GENEESMIDDELEN

ASTMA BIJ KINDEREN

WAT DE BIJSLUITER NIET VERTELT

101 VRAGEN EN ANTWOORDEN

Geneesmiddelen moeten ons beter maken, maar roepen ook heel wat vragen op. Het blijft een hele klus om ons een weg te banen tussen meer dan 3.000 gecommercialiseerde geneesmiddelen die ons ter beschikking staan. Dit boek wil hiervoor een hulpmiddel zijn.

Astma is bij kinderen een van de meest voorkomende chronische aandoeningen en heeft in de afgelopen decennia een grote toename in prevalentie vertoond. Nieuwe inzichten in de pathogenese, heterogeniteit, diagnostiek en behandeling maken een regelmatige update van onze kennis wenselijk.

GERT LAEKEMAN werkt sedert 1990 aan de KU Leuven in de afdeling Geneesmiddelenkennis en Geneesmiddelenvoorlichting. Hij is titularis van het vak Geneesmiddelenkennis in de opleiding Apotheker en werkt mee aan de seminaries over medicatiehistorieken in de opleiding Huisarts. Hij doceert ook het vak Communicatie in de apotheek aan de KU Leuven, de Universiteit Antwerpen en de Universiteit Gent.

In Geneesmiddelen. Wat de bijsluiter niet vertelt worden geneesmiddelen bij hun commerciële naam genoemd en gegroepeerd volgens hun werking. De auteur gaat dieper in op de wijze waarop medicatie werkt, het gebruik en de mogelijke nevenwerkingen. Geneesmiddelen worden op de apothekersbalans gelegd om voor- en nadelen af te wegen. Een alfabetische index met namen van geneesmiddelen, aandoeningen en trefwoorden vergemakkelijkt het opzoeken.

Het boek is geschreven door een enthousiaste groep van Belgische kinderlongartsen die vanuit hun dagelijkse praktijkvoering vertrouwd zijn met de ‘plaatselijke’ situatie en internationale richtlijnen en adviezen op maat en aan de lokale noden en gewoonten kunnen aanpassen.

Dit boek geeft antwoorden op frequent voorkomende vragen die huisartsen, kinderartsen, paramedici en andere zorgverstrekkers zich stellen over kinderen met astma. Er is gekozen voor een vraag-en-antwoordformule, eerder dan voor een klassiek tekstboek. Vele vraagstellingen werden aangebracht vanuit diverse groepen gezondheidswerkers.

Met medewerking van K. DE BOEK, FR. DE BAETS, A. MALFROOT, K. DESAGER, E. BODART, G. CASIMIR, CH. MOSSAY EN M. RAES (RED.)

Via een uitgebreide index met trefwoorden kunnen op een praktische en selectieve manier pasklare oplossingen worden aangereikt omtrent etiologie, epidemiologie, diagnostiek, preventie en therapie.

ISBN 978 90 334 8921 1 // NUR 870 // 17 x 23 cm ca. 192 blz. // ca. 22,00 EUR // Verschijnt in november ISBN 978 90 334 8643 2 // NUR 879 // 12,5 x 20 cm

L’Asthme chez les enfants - 101 questions et réponses


ISBN 978 90 334 8922 8 // NUR 870 // 17 x 23 cm

Herziene editie


9

789033 486432

9

789033 489211

9

789033 489228



15



PATRICIA CLAESSENS EN LUC DE VISSCHERE (RED.)

JOHNY VERSCHAKELEN EN RAYMOND OYEN

MONDZORG

RADIOLOGISCHE PATHOLOGIE


JONG GELEERD IS OUD GEDAAN

Het boek Mondzorg. Jong geleerd is oud gedaan richt zich op het geven van gerichte informatie over de basisprincipes van mondzorg. Naast aandacht voor de gezonde mond, de ongezonde mond en de relatie tussen mondzorg en algemene gezondheid, focust het boek op preventie en vooral op het uitvoeren van mondzorg bij diverse leeftijdsgroepen. Aan de hand van concrete casussen, beeldmateriaal en gerichte kennisvragen aan het eind van ieder hoofdstuk biedt dit handboek een perfect instrument om aan zelfstudie te doen.

PATRICIA CLAESSENS is verpleegkundige en master in de verplegingswetenschappen. Als opleidingscoördinator/ onderzoeker voor de opleiding bachelor in verpleegkunde aan de Arteveldehogeschool doet zij onderzoek rond het effect van educatiemodules mondzorg op de kennis en attitudes van verpleegkundigen in de zorgsector.

Het boek richt zich naar iedereen die, in het kader van zorgverlening in de brede zin van het woord, geconfronteerd wordt met het uitvoeren van basismondzorg. Ook binnen onderwijs kan het aangewend worden om de basisprincipes omtrent mondzorg aan te leren en duidelijk te maken waarom mondzorg zo belangrijk is.

LUC DE VISSCHERE is algemeen tandarts en wetenschappelijk medewerker van de Maatschappelijke Tandheelkunde, Universiteit Gent en de Arteveldehogeschool Gent. Hij is auteur van diverse publicaties over mondzorg en verzorgt lesopdrachten in het domein van de Maatschappelijke Tandheelkunde en de Algemene Diagnostiek en Behandelingsplanning. Hij is auteur en medeauteur van rapporten van het Federaal Kenniscentrum voor Gezondheidszorg (KCE) en het RIZIV.

16

Radiologie speelt een belangrijke rol bij de diagnose, behandeling en opvolging van vele ziekten. Vandaar dat elke arts de beschrijving en interpretatie van deze beelden door de radioloog zal lezen en vaak radiologische beelden zal zien. Vaak worden deze bevindingen en beelden ook met de patiënt besproken. Het is daarom belangrijk dat toekomstige artsen een goed inzicht verwerven in de radiologische presentatie van frequent voorkomende aandoeningen.

Reeks: Atlassen Radiologie

ISBN 978 90 334 8645 6 // NUR 887 // 17 x 24,5 cm

ISBN 978 90 334 8986 0 // NUR 871 // 20 x 26 cm

9

789033 486456

RAYMOND OYEN is deeltijds hoogleraar radiologie aan de KU Leuven en diensthoofd radiologie aan het UZ Leuven.

Dit boekdeel sluit nauw aan bij het deel “Inleiding tot de Radiologische Anatomie” waarin de relevante normale radiologische anatomie wordt gedocumenteerd. Aan de hand van beelden behandelt “Inleiding tot de Radiologische Pathologie” de radiologische presentatie van courante aandoeningen van de verschillende orgaansystemen. Er wordt hierbij opnieuw gebruik gemaakt van projectie- en doorsnedebeelden (echografie, computertomografie en magnetische resonantie) uit de dagelijkse klinische praktijk. Dit boek richt zich in de eerste plaats tot de arts in opleiding maar biedt ook aan de afgestuurde arts die regelmatig in contact komt met radiologische beelden en rapporten een geïllustreerd naslagwerk.

Geïllustreerd ca. 80 blz. // ca. 22,00 EUR // Verschijnt in oktober

JOHNY VERSCHAKELEN is deeltijds hoogleraar radiologische anatomie aan de KU Leuven en kliniekhoofd radiologie aan het UZ Leuven.

ca. 320 blz. // ca. 41,50 EUR // Verschijnt in februari 2013

9

789033 489860


MARC DHONT (RED.)

YVES JACQUEMYN

HANDBOEK GYNAECOLOGIE

PROCEDUREBOEK VERLOSKUNDE

Het Handboek Gynaecologie is een initiatief van de hoogleraren gynaecologie en verloskunde van de Universiteit Gent, KU Leuven, Universiteit Antwerpen en Vrije Universiteit Brussel, in samenwerking met een aantal docenten. Het handboek bestaat uit drie grote hoofdstukken: algemene gynaecologie, gynaecologische oncologie inclusief de senologie en de reproductieve geneeskunde. Dit handboek is in eerste instantie bedoeld als een universele leidraad voor de bachelorstudenten geneeskunde, vroedkunde en verpleegkunde, maar het is ongetwijfeld ook een nuttig naslagwerk voor alle gynaecologen die hun theoretische achtergrond willen opfrissen.

Vanuit meerdere hoeken worden gynaecologen en vroedvrouwen evenals huisartsen en internisten bestookt met ‘evidence based’ richtlijnen, nieuw voorgestelde therapieën en nieuwe technieken voor onderzoek bij zwangere vrouwen. Vaak is het bijzonder moeilijk deze abstracte kennis in een concreet beleid voor een individuele patiënte om te zetten. Dit boek biedt een aantal protocols voor de meest voorkomende verloskundige routines en problemen gebaseerd op zowel gegevens uit de literatuur als jarenlange praktische ervaring. Het geheel is zowel geschikt voor kraamafdelingen als voor individuele artsen en vroedvrouwen.

Dit boek kwam tot stand met medewerking van G. Braems (UGent), P. De Sutter (UGent), Ph. De Sutter (VUB), M. Dhont (Ugent), Th. D’Hooghe (KU Leuven), J. Gerris (UGent), Y. Jacquemyn (UA), K. Roelens (UGent), M. Temmerman (UGent), W. Tjalma (UA), R. Van den Broecke (UGent), I. Vergote (KU Leuven), J. Verhaeghe (KU Leuven) en S. Weyers (UGent).

YVES JACQUEMYN is hoogleraar Gynaecologie-verloskunde aan de faculteit Geneeskunde van de Universiteit Antwerpen.



17

ISBN 978 90 334 8928 0 // NUR 871 // 17 x 24,5 cm

ISBN 978 90 334 8987 7 // NUR 871 // 13,5 x 20 cm



Herziene editie

Herziene editie

9

789033 489280

9

789033 489877




GUY T’SJOEN, MICK VAN TROTSENBURG EN LUK GIJS (RED.)

18

RUDY MAES

TRANSGENDERZORG

SPORENBEVEILIGENDE INTERVENTIE OP EEN CRIME SCENE

Het subjectieve gevoel ‘ik ben een jongen, een man’ of ‘ik ben een meisje, een vrouw’ is voor de meesten onder ons vanzelfsprekend. Sommige personen ervaren echter een conflict tussen hun biologische geslacht en de genderidentiteit. Het woord ‘gender’ weerspiegelt de psychosociale aspecten van het geslacht. Een transgender persoon ervaart een vorm van genderdysforie, een gevoel van onbehagen dat wordt toegeschreven aan de kloof tussen de genderidentiteit en zijn of haar genitale kenmerken. Vaak vergt het bereiken van het gewenste geslacht psychologische en/of medische begeleiding, het onderwerp van dit boek.

In vele gevallen zijn een huisarts, een paramedische hulpverlener of een lid van een medisch urgentieteam als eerste aanwezig op een plaats waar zich een zwaarwichtig feit heeft voorgedaan. In de eerste plaats is de opzet van dit boek tips te geven aan nietpolitionele intervenanten op een crime scene hoe ze het gerechtelijk onderzoek positief kunnen beïnvloeden door daar waar het mogelijk is sporenbeveiligend op te treden. Daarnaast tracht de auteur een bondig maar zo volledig mogelijk overzicht te geven van wat de politiediensten uitvoeren op een plaats waar zich een zwaarwichtig feit heeft voorgedaan en hoe je tijdens de medische zorgverlening het best kan omgaan met slachtoffers, getuigen en vermoedelijke daders. Dit boek somt op wie je op een crime scene kan tegenkomen en wat hij of zij daar van activiteiten doet.

GUY T’SJOEN is arts- endocrinoloog en coördinator van het Centrum voor Seksuologie en Genderproblemen aan het Universitair Ziekenhuis te Gent, een multidisciplinair referentiecentrum voor transgenderpersonen in België sinds 1986.

De hedendaagse begeleiding van transgenderpersonen wordt gedetailleerd voorgesteld, met beschrijving van de diagnosestelling, de hormonale therapie, de geslachtsconfirmerende chirurgie, de nazorg en de effecten van behandeling op de levenskwaliteit. Omdat genderdysforie bij de meesten niet plots ontstaat op volwassen leeftijd, wordt de recent aangeboden begeleiding van kinderen en adolescenten met een genderidentiteitsvraag eveneens beschreven. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de sociale context: arbeidsparticipatie, discriminatie, levensstijl maar ook aan juridische aspecten.

MICK VAN TROTSENBURG is gynaecoloog en directeur van het Kennis-en Zorgcentrum voor Genderdysforie van het medische center van de Vrije Universiteit te Amsterdam (VUmc).

RUDY MAES is politiecommissaris en adjunct-diensthoofd van de rechercheafdeling van de Lokale Politiezone Brussel-Noord (Schaarbeek, Evere en Sint-Joostten-Noode). Hij is docent aan de Brusselse politieacademie en aan de Nationale Rechercheschool.

LUK GIJS is gezondheidszorgpsycholoogseksuoloog en verbonden aan het Instituut voor Familiale en Seksuologische Wetenschappen van de KU Leuven. Hij is tevens werkzaam bij het Kennis- en Zorgcentrum voor Genderdysforie van het medisch center van de Vrije Universiteit te Amsterdam (VUmc)

In de referentiecentra voor transgenderzorg wordt opgemerkt dat het aantal nieuwe aanmeldingen de voorbije jaren steeds toeneemt, mogelijks een teken van meer openheid rond dit onderwerp in onze maatschappij. Dit boek is bestemd voor transgenderpersonen, hun familie en nabije omgeving, hun hulpverleners en iedereen die zich wilt verdiepen in dit fascinerende onderwerp. ISBN 978 90 334 8927 3 // NUR 870 // 17 x 23 cm

ISBN 978 90 334 8985 3 // NUR 870 // 17 x 24,5 cm



9

789033 489273

9

789033 489853



VE EN WILFRIED VAN HANDENHOVEN (RED.)

VVIZV

JAARBOEK ERGOTHERAPIE 2012

JAARBOEK VOOR DE INTENSIEVEZORGENVERPLEEGKUNDIGE 2012

Het Jaarboek voor de intensievezorgenverpleegkundige 2012 wordt uitgegeven ter gelegenheid van het 30ste jaarcongres van de Vlaamse Vereniging van Intensieve Zorgen Verpleegkundigen (VVIZV), en vormt een synthese van de verschillende voordrachten die tijdens het jaarcongres gehouden werden. Het kan door verpleegkundigen die tewerkgesteld zijn op een dienst intensieve zorg als referentie gehanteerd worden, en dienst doen als naslagwerk voor de verpleegkundige praktijk.


Het Jaarboek Ergotherapie 2012 wil een werkinstrument zijn voor de ergotherapeut in opleiding en op het werkveld. De verschillende disciplines komen hierbij aan bod: fysieke revalidatie, geestelijke gezondheidszorg, ontwikkelingsproblematiek en ouderenzorg. Het boek biedt een overzicht van recente evoluties, onderzoeksresultaten, praktijkontwikkelingen en overheidsbeleid inzake ergotherapie. Het geeft daarnaast ook inzicht in het beroepsleven van de ergotherapeut en de beroepsvereniging. Het Jaarboek Ergotherapie is een initiatief van alle opleidingen ergotherapie in Vlaanderen in samenwerking met het Vlaams Ergotherapeutenverbond.

19

Reeks: Jaarboek ergotheraptie

Reeks: Jaarboek voor de intensievezorgenverpleegkundige

ISBN 978 90 334 8925 9 // NUR 892 // 17 x 24,5 cm

ISBN 978 90 334 8926 6 // NUR 897 // 17 x 24,5 cm


ca. 160 blz. // 16,00 EUR // Verschijnt in november

9

789033 489259

9

789033 489266



CHRISTOPHE AMPE EN BART DEVREESE

CHRIS VAN SCHRAVENDIJK

ALGEMENE BIOCHEMIE

WETENSCHAPPELIJK DENKEN

FUNCTIONELE BOUWSTENEN VAN HET LEVEN

EEN INLEIDING VOOR DE MEDISCHE EN


BIOMEDISCHE WETENSCHAPPEN

20

Het fenomeen ‘Leven’ is onlosmakelijk verbonden met de aanwezigheid van een aantal bijzondere chemische stoffen, de biomoleculen. Zonder de wisselwerking tussen deze biomoleculen, het hoofdthema van de biochemie, is er geen leven. Deze wisselwerking is het gevolg van hun structuur welke hun functie dicteert. Het begrijpen van structuur-functierelaties van biomoleculen en van eiwitten in het bijzonder, is dan ook essentieel om inzicht te krijgen in de complexiteit van verschillende levensnoodzakelijke processen in organismen. Verstoring van biochemische processen leidt tot ziekte.

CHRISTOPHE AMPE is hoogleraar aan de Universiteit Gent in de Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen, waar hij Algemene Biochemie en Eiwitchemie doceert in de opleiding Biomedische Wetenschappen en een deel van het metabolisme in de artsenopleiding. Hij leidt de onderzoeksgroep Moleculaire Biologie en Biochemie van het actinecelskelet in de vakgroep Biochemie.

Om via wetenschappelijk onderzoek het ontstaan van ziektes te kunnen ontrafelen en om de werking van de klassieke geneesmiddelen te begrijpen, zijn inzichten in de biochemie van groot belang. Dit boek bespreekt de basisaspecten van de biochemie. Daarom is het geschikt als handboek voor studenten uit richtingen die Algemene Biochemie als onderdeel in hun curriculum hebben.

De auteur biedt eerst een beknopte en overzichtelijke ontstaansgeschiedenis van het wetenschappelijk denken in onze westerse wereld. De basisgegevens worden behandeld met aandacht voor invloeden die vooral voor de (bio)medische wetenschappen relevant zijn. De wetenschappelijke revoluties worden bekeken, maar ook de constructie van een wetenschappelijk wereldbeeld, telkens met nota voor de gevolgen van de ontwikkelingen op het (bio)medische denken en doen. De verschillende aspecten van de wetenschappelijke methode komen aan bod, er wordt gekeken naar wetenschap als maatschappelijk verschijnsel, maar ook naar de interactie tussen wetenschap en waarden, waarbij zaken als fraude en integriteit aan de orde zijn. Ook de basisprincipes in het omgaan met wetenschappelijke informatie worden behandeld.

CHRIS VAN SCHRAVENDIJK is hoogleraar aan de Faculteit Geneeskunde en Farmacie van de Vrije Universiteit Brussel.

BART DEVREESE is hoogleraar aan de Faculteit Wetenschappen van de Universiteit Gent. Hij doceert Algemene Biochemie aan de opleidingen Biologie, en Biochemie en Biotechnologie. In deze laatste opleiding doceert hij ook Analytische Biochemie en Proteomics. Hij leidt daarnaast ook de onderzoeksgroep Biologische massaspectrometrie en Proteomics in de vakgroep Biochemie en Microbiologie.

ISBN 978 90 334 8988 4 // NUR 915 // 17 x 24,5 cm

ISBN 978 90 334 8933 4 // NUR 738 // 17 x 23 cm



Herziene editie

Herziene editie

9

789033 489884

9

789033 489334


SPORT

JAN VAN WINCKEL, WERNER HELSEN, JEAN PIERRE MEERT, KENNY MCMILLAN EN DAVID TENNEY

KAREL STAPPAERTS

WEGWIJS IN DE BEROEPSORGANISATIE VAN DE KINESITHERAPIE IN BELGIË

VOETBALCONDITIE TUSSEN PRAKTIJK EN WETENSCHAP

Wegwijs in de beroepsorganisatie van de kinesitherapie in België 2012 richt zich vooral tot de kinesitherapeut, al dan niet in opleiding. Het boek geeft een gedetailleerd overzicht van de wettelijke bepalingen en de regelgeving die het uitoefenen van het beroep van kinesitherapeut in grote lijnen vastleggen en vormgeven.

KAREL STAPPAERTS is emeritus gewoon hoogleraar aan de Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen van de KU Leuven.

Voetbalconditie kent de laatste jaren een enorme ontwikkeling. Dankzij verschillende technische middelen zoals hartslagmeters, GPS, Ipad en andere meetinstrumenten is het inzicht in voetbalwetenschap snel toegenomen. Heel wat zaken die tot voor enkele jaren behoorden tot de wekelijkse trainingroutine behoorden worden nu weerlegd. Dit boek speelt in op die ontwikkeling door op een verstaanbare manier aan elke trainer een houvast te geven om zijn trainingen succesvol te plannen. In het eerste gedeelte wordt dieper ingegaan op het lichaam van een voetbalspeler. Hoe werkt een spier, welke energiesystemen gebruikt een speler en wat is het verschil tussen extensieve en intensieve oefeningen. Deze inleiding vormt de basis om dieper in te gaan op de verschillende aspecten van de trainingsleer. Waarom ontwikkelt de ene speler sneller dan de andere en waarom is individualisering en differentiëring noodzakelijk om spelers beter te maken. Ten slotte wordt die kennis vertaald in praktische toepassingen zoals oefenstof, blessurepreventie en een handige leidraad om het voetbalseizoen te plannen. Dankzij de verschillende expertises van auteurs en coauteurs is het boek een mooie mix tussen wetenschap en praktijk en daarom een onmisbaar handboek voor elke voetbaltrainer.

JAN VAN WINCKEL werkte als conditietrainer in 4 verschillende continenten en heeft reeds meer dan 15 jaar professionele ervaring bij verschillende topclubs. Hij is medeoprichter van TopSportsLab, een spin-off, die sportwetenschappelijke innovaties ontwikkelt en is verbonden aan het labo presteren en waarnemen van de KU Leuven WERNER HELSEN is buitengewoon hoogleraar aan de KU Leuven. In het verleden was hij hoofdtrainer van teams in tweede en derde nationale en sinds 2000 begeleidt hij topscheidsrechters op EK’s en WK’s en tijdens trainingsstages. JEAN PIERRE MEERT is geneesheer, met een specialisatie in anesthesiologie en sportgeneeskunde. Hij is clubarts van K. Lierse SK. M.m.v. KENNY MCMILLAN en DAVID TENNEY

Reeks: Wegwijs in de beroepsorganisatie van de kinesitherapie

ISBN 978 90 334 8989 1 // NUR 482 // 17 x 24,5 cm

ISBN 978 90 334 8932 7 // NUR 894 // 21 x 29,7 cm



Herziene editie

9

789033 489327

9

789033 489891


2012

21

SOCIALE WETENSCHAPPEN


22


CEDRIC RYNGAERT (RED.)

FILIP COUSSÉE EN LIEVE BRADT (RED.)

DE FONDSEN EN PROGRAMMA’S VAN DE VERENIGDE NATIES

JEUGDWERK EN SOCIALE UITSLUITING

Binnen de Organisatie van de Verenigde Naties functioneert een groot aantal relatief zelfstandige entiteiten: de “fondsen en programma’s”. Hun erg verscheiden activiteiten betreffen onder meer milieu, ontwikkeling, voedsel, en kinderen, en hebben een niet te onderschatten impact op het dagelijkse leven van de wereldbevolking, met name in ontwikkelingslanden.

De maatschappij zet zwaar in op toeleiding naar de arbeidsmarkt, ook van jongeren. In een samenleving die concurrentie en individuele prestatie en consumptie vooropstelt, haken steeds meer mensen af. De samenleving tolereert dat niet. Ook niet van kinderen en jongeren. Zoeken naar structurele factoren bij het afhaken, krijgt geen prioriteit. Eerder neigt men naar het behandelen en bijschaven van afhakers via opvoeding, therapie, medicatie of straf. Van mensen die rechtstreeks met kinderen en jongeren werken, verwacht men inspanningen om problemen te detecteren en toe te leiden naar deskundigen voor verdere behandeling. Ook jeugdwerkers voelen de druk om zich in te schakelen in de ketting van preventie, detectie, diagnose en behandeling. Hebben zij een andere keuze?

HANDVATTEN VOOR EMANCIPEREND JEUGDBELEID

De redacteur van dit boek is CEDRIC RYNGAERT, hoofddocent internationaal recht aan de KU Leuven en de Universiteit Utrecht, en ondervoorzitter van de Vereniging voor de Verenigde Naties.

Deze publicatie brengt de volgende fondsen en programma’s van de Verenigde Naties, alsook een beperkt aantal andere entiteiten, kritisch in kaart: de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen (UNHCR), UNICEF (het Kinderfonds), UNCTAD (de VN-Conferentie voor Handel en Ontwikkeling), UNDP (het Ontwikkelingsprogramma), UNEP (het Milieuprogramma), UNHSP (UN Human Settlements Programme/UN Habitat), UNODC (de Dienst voor Drugs en Misdaad), UNFPA (het Bevolkingsfonds), UNRWA (het agentschap voor steun aan de Palestijnse Vluchtelingen in het Nabije Oosten), WPF (het Wereldvoedselprogramma), GEF (de Globale Milieufaciliteit), het recent opgerichte UN Women, UNOCHA (de Dienst voor de Coördinatie van Humanitaire Zaken) en UNU (de VN-Universiteit).

FILIP COUSSÉE is studiemedewerker bij Uit De Marge vzw en verbonden aan de vakgroep sociale agogiek van de Universiteit Gent. LIEVE BRADT is verbonden aan de vakgroep sociale agogiek van de Universiteit Gent.

Dit boek geeft duiding bij mechanismen die sociale problemen vertalen in individuele problemen met en van kinderen en jongeren. Het gaat om mechanismen die de achterstelling van kinderen, jongeren en gezinnen onderaan de sociale ladder versterken. In het tweede deel belicht het boek hoe jeugdwerkers en lokale beleidsmakers afstand kunnen nemen van die marginaliserende mechanismen door samen met kinderen en jongeren een emancipatorische praktijk te ontwikkelen.

Elke bijdrage bestaat uit een uiteenzetting van het ontstaan, de structuren, doelstellingen, activiteiten en uitdagingen per fonds of programma, gevolgd door een interview met een deskundige die binnen het fonds of programma actief is.

Reeks: Wereldvisie

Reeks: Jaarboek Uit de marge

ISBN 978 90 334 8996 9 // NUR 740 // 15 x 23 cm

ISBN 978 90 334 8981 5 // NUR 752 // ca. 14,85 x 21 cm


ca. 248 blz.// 20,00 EUR // Verschijnt in november

9

789033 489716

9

789033 489815



KOEN HERMANS (RED.)

LIESELOT DE WILDE EN BRUNO VANOBBERGEN

ZORG VOOR WELZIJN

MAG IK DIT VERTELLEN?

OUDE VRAGEN EN NIEUWE ANTWOORDEN

STEMMEN UIT DE GENTSE WEESHUIZEN (1945-1984)

Prof. Lammertyn heeft gedurende heel zijn carrière het welzijnsbeleid in België/Vlaanderen kritisch onder de loep genomen. In 1996 maakte hij een stand van zaken op in ‘De zorg voor welzijn: actuele antwoorden op oude vragen‘. Anno 2012 blijken heel wat toenmalige ‘nieuwe antwoorden’ nog steeds brandend actueel: vermaatschappelijking van de zorg, activering, persoonsgebonden financiering, casemanagement, ervaringsdeskundigheid. Tegelijkertijd zijn in de afgelopen 15 jaar nieuwe thema’s aan de oppervlakte gekomen: ICT en zorg, de multiculturalisering, integraal werken. Tijd dus voor een reflectie en een evaluatie van het welzijnsbeleid in Vlaanderen.

Dit boek omvat bijdragen van Koen Hermans, Anja Declercq, Aleidis Devillé, Luc Goossens, Lesley Hustinx, Erik Samoy, Dirk Luyten en Peggy De Prins die elk vanuit hun expertise reflecteren op het welzijnsbeleid in Vlaanderen.

De deur gaat open en een vriendelijke lach komt me tegemoet. Ik zie een kleine, fijne dame voor me staan. Dit is niet wat ik had verwacht. Aan de telefoon klonk haar stem luid en vastberaden. Ze neemt me mee naar binnen, in een klein en kraaknet appartement. Nog voor ik zit, komt er koffie en taart op tafel. Zij vertelt haar verhaal… van bij het begin.

LIESELOT DE WILDE is verbonden aan de Vakgroep Pedagogiek van de Universiteit Gent, waar ze een doctoraat over de geschiedenis van ‘the child at risk’ voorbereidt.

Jeanne is een van de 1.202 kinderen die in de periode tussen 1945 en 1984 als weeskind in de stad Gent werd geregistreerd. ‘Wees’, hoewel haar beide ouders op dat moment nog leefden. Dit was voor meer dan 95% van deze kinderen het geval. Waarom kwamen zij in een weeshuis terecht? Waarom zagen broers en zussen elkaar niet of zo weinig mogelijk? Wat betekent het om dag in dag uit met hetzelfde uniformpje de straat op te trekken? Wat als een nummer de plaats inneemt van jouw naam?

BRUNO VANOBBERGEN is sinds juni 2009 Vlaams kinderrechtencommissaris. Hij is doctor in de Pedagogische Wetenschappen en als gastdocent verbonden aan de Vakgroep Pedagogiek van de Universiteit Gent.

Op basis van beleidsdocumenten, observatieschriften, persoonlijke dossiers en foto’s uit het archief van het OCMW Gent, wordt de geschiedenis van de Gentse weeskinderen gereconstrueerd. Hun verhaal komt helemaal tot leven door de spraakmakende getuigenissen van zowel oud-wezen als expersoneelsleden van het weeshuis. Dit boek schetst de vaak bewogen levens van deze ‘instellingskinderen’.

ISBN 978 90 334 8975 4 // NUR 756 // 15 x 23 cm //

ISBN 978 90 334 8621 0 // NUR 695 // 15 x 23 cm

170 blz. // 25,00 EUR // Verschijnt in november


9

789033 489754

9

789033 486210


LIBER AMICORUM FRANS LAMMERTYN

23



24


SARA COSEMANS

KOEN MATTHIJS, JAN KOK EN HILDE BRAS

MENEER SINGH EN MEVROUW KAUR IN BELGIË

LEREN VAN HISTORISCHE LEVENSLOPEN

MIGRATIE, GENDER EN INTEGRATIE IN DE SIKH-

HISTORISCH-DEMOGRAFISCH ONDERZOEK IN

GEMEENSCHAP

VLAANDEREN EN NEDERLAND

Sikhs vormen een van de boeiendste migrantengroepen in België. Hun gemeenschap kwam al tot stand in de jaren tachtig, nog voor de grote immigratiegolven na de val van de Berlijnse Muur, maar kende sindsdien enkele belangrijke ontwikkelingen. Aanvankelijk waren sikhs verwikkeld in een bloedige onafhankelijkheidsstrijd tegen de Indiase overheid, waardoor velen naar het Westen vluchtten. Het conflict werd geleidelijk opgelost, maar er bleven sikhs naar België migreren. In het begin van de eenentwintigste eeuw werden zij door hun dolken en hoofddoeken meegesleurd in de debatten over moslimfundamentalisme en integratie. Tegenwoordig probeert een tweede generatie die in België is opgegroeid, een compromis te vinden tussen ouderlijke tradities en westerse waarden. Het beeld dat sikhs, met hun imposante tulbanden, lange baarden en kleurrijke Indiase gewaden, geïsoleerd leven van de Belgische samenleving, staat ver van de realiteit. Toch zijn vooroordelen moeilijk uit te roeien. Zelfs in het rurale Haspengouw, waar de sikhs ondertussen meer dan dertig jaar wonen, zijn het nog vaak onbekenden.

Demografische feiten zoals geboorte, huwelijk, sterfte en migratie kunnen aan elkaar gekoppeld worden tot gefaseerde processen en vervolgens tot levenslopen. Volledige levenslopen laten toe de effecten van eerdere ervaringen op latere keuzes te reconstrueren en te analyseren. Daarbij moet er rekening mee gehouden worden dat het eigen leven in samenspel verloopt met dat van anderen, zoals verwanten en leeftijdsgenoten. Hoe levens tot stand komen en verlopen, is voortdurend in beweging en verandering. De leeftijd wijzigt, maar ook de fase in de gezinscyclus en de tijdsperiode.

De Leuvense historica SARA COSEMANS onderzoekt in dit boek de ervaringen en houdingen van sikh-migranten in België. Gedurende enkele maanden bezocht ze hun gurdwara’s of sikh-tempels en praatte ze met talrijke getuigen. Ze had daarbij bijzondere aandacht voor moeders en dochters en bestudeerde het vestigingsproces vanuit de perspectieven van gender en generatie. Voor dit werk ontving Sara Cosemans in 2012 de Gülen Chair for Intercultural Studies Award.

KOEN MATTHIJS is gewoon hoogleraar aan het Centrum voor Sociologisch Onderzoek (Onderzoeksgroep Family and Population Studies) van de Faculteit Sociale Wetenschappen van de KU Leuven.

In deze bundel komen levensgeschiedenissen vanaf de achttiende eeuw aan bod: migranten, dienstboden, prostituees, weggevoerde Joden, en vele andere. De auteurs laten zien dat het toepassen van de levensloopbenadering veel bijdraagt tot het verwerven van inzicht in demografische en sociaal-culturele processen, zoals mobiliteit, migratie, en gezinsvorming en -ontbinding.

JAN KOK is hoogleraar Vergelijkende geschiedenis van de levensloop aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij is tevens verbonden aan het Centrum voor Sociologisch Onderzoek (Onderzoeksgroep Family and Population Studies) van de KU Leuven en het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam.

Sinds 2008 organiseert de Wetenschappelijke Onderzoeksgemeenschap Historische Demografie (FWOVlaanderen) jaarlijks een Dag van de Historische Demografie. In dit Jaarboek gaat het om een selectie van de bijdragen van 2010 en 2011.

Reeks: Gülen Chair

Reeks: Jaarboek demografie

ISBN 978 90 334 8973 0 // NUR 761 // 16 x 24 cm

ISBN 978 90 334 8971 6 // NUR 740 // 16 x 24 cm



9

789033 489730

HILDE BRAS is universitair hoofddocent aan de afdeling Geschiedenis van de Radboud Universiteit Nijmegen.

9

789033 489716


JOZEF PACOLET, SERGIO PERELMAN, FREDERIC DE WISPELAERE, JÉRÔME SCHOENMAECKERS, LAURENT NISEN, ERMANO FEGATILLI, ESTELLE KRZESLO, MARIANNE DE TROYER EN SIGRID MERCKX

GISELLE NATH EN MAARTEN VAN ALSTEIN

SOCIAL AND FISCAL FRAUD IN BELGIUM

14-18 VAN DICHTBIJ

A PILOT STUDY ON DECLARED AND UNDECLARED

INSPIRATIEGIDS VOOR LOKALE PROJECTEN OVER DE

INCOME AND WORK: SUBLEC

GROTE OORLOG

In de zomer van 2010 werd de pilootstudie uitgerold omtrent de bevraging via een enquête (SUBLECSurvey on the Black Economy) van ‘aangegeven en niet-aangegeven inkomen en arbeid’. Door de burger rechtstreeks te vragen naar zijn fraudegedrag krijgen wij misschien maar het topje van de ijsberg te zien, maar het leert alvast iets bij over hoe deze fraude tot stand komt, en ook hoe het zou kunnen vermeden worden. Dit onderzoek kadert in een reeks van wetenschappelijke studies die de jongste jaren door het Federaal Wetenschapsbeleid werd gelanceerd omtrent de sociale en fiscale fraude.

De honderdste verjaardag van de Eerste Wereldoorlog in 2014-2018 zal ook lokaal niet onopgemerkt voorbijgaan. Tientallen steden en gemeenten maken zich klaar om hun oorlogsverleden uit te pluizen en te presenteren. Maar wat valt er eigenlijk te herdenken? Wat weten we over dat vreemde conflict in onze achtertuin? Hoe vertalen we een bezettingsgeschiedenis naar projecten voor een breed publiek?

GISELLE NATH is wetenschappelijk medewerker bij het Instituut voor Publieksgeschiedenis en verbonden aan de Universiteit Gent, onderzoeksgroep sociale geschiedenis na 1750. Zij behaalde in 2011 een master in de Geschiedenis aan de Universiteit Gent met een scriptie over bezet België tijdens de Eerste Wereldoorlog.

Dit boek is geen klassiek geschiedenisboek over bezet België, maar nodigt de lezer uit om zelf creatief aan de slag te gaan met het lokale oorlogsverleden. Het brengt prikkelende vragen en methodes van de academische geschiedschrijving naar het brede publiek. Zo kunnen cultuurbeleidscoördinatoren, leerkrachten, erfgoedwerkers en al wie geïnteresseerd is in het vaak exotische lokale verleden, zelfstandig het traject afleggen van idee naar tentoonstelling, van archiefvondst naar toeristische wandelroute.

In the summer of 2010, the SUBLEC - Survey on the Black Economy was organised, involving a survey on declared and undeclared income and work. Although to directly ask the population about their fraud behavior may only reveal the top of the iceberg, it most certainly can indicate why evasion is occurring, and how it can be avoided.

MAARTEN VAN ALSTEIN is onderzoeker bij het Vlaams Vredesinstituut. Binnen het onderzoeksprogramma ‘Vrede & samenleving’ van het Vredesinstituut werkt hij over de herdenking van de Eerste Wereldoorlog.

L’enquête SUBLEC sur le travail et les revenus déclarés et non déclarés’ a été réalisé durant l’été 2010. En questionnant directement la population sur leur comportement, seulement une partie de l’iceberg est révélée. Néanmoins l’enquête nous apprend pourquoi la fraude à lieu, et comment elle peut être évitée.

Het Vlaams Vredesinstituut is een onafhankelijk instituut voor vredesonderzoek bij het Vlaams Parlement. www.vlaamsvredesinstituut.eu

Reeks: Studies over sociale en fiscale fraude (HIVA)

Reeks: VVI

ISBN 978 90 334 8923 5 // NUR 756 // 17 x 24,5 cm

ISBN 978 90 334 8974 7 // NUR 740 // 17 x 23 cm



9

789033 489235

9

789033 489747



25

MANAGEMENT

ECONOMIE

DAVID DE CREMER

CARINE DRIJKONINGEN

LEIDERSCHAP OP HALVE KRACHT

LERENDE NETWERKEN IN PERSPECTIEF

ECONOMIE EN MANAGEMENT

DE VALKUIL VOOR DE MODERNE LEIDER!

26

Leiderschap is en blijft een klassieker in de literatuur. Des te verrassender is het om vast te stellen dat we leiderschap blijven benaderen als een zeer theoretisch verhaal waarbij de excellente en bijna onbereikbare leidersmoraal beschreven wordt. Dit leiderschapsideaal blijkt in de realiteit echter niet gemakkelijk te realiseren. Leiders lijken te lijden aan een vorm van uitstelgedrag waarbij het nemen van beslissingen geschuwd wordt. Gegeven het belang van de relatie tussen effectief leiderschap en het nemen van beslissingen is het duidelijk dat deze vorm van uitstelgedrag een van de grote recente leiderschapsproblemen is. Onze leiders lijken inderdaad leiderschap op halve kracht te demonstreren.

DAVID DE CREMER is hoogleraar gedrags- en bedrijfsethiek aan de Rotterdam School of Management, Erasmus Universiteit (Nederland) en de London Business School (UK). Hij is tevens wetenschappelijk directeur van het Erasmus Centre of Behavioural Ethics en voorzitter van het Future Leadership Initiative aan Antwerp Management School. Eerder verschenen zijn boeken Als goede mensen slechte dingen doen. Op zoek naar de psychologie achter de financiële crisis (Acco, 2010) en Onderhandelen op mensenmaat (Acco, 2011).

Waarom stellen leiders beslissingen uit? Beseffen ze dat zelf? Kunnen ze dat voorkomen? De bedoeling van dit boek is om meer inzicht te geven in de redenen waarom we gemakkelijk beslissingen uitstellen en welke psychologische en situationele factoren hieraan ten grondslag liggen. Deze inzichten zullen leiders bewuster maken van de problemen die samengaan met uitstelgedrag en hen tonen hoe ze deze kennis ten goede kunnen gebruiken. Met deze doelstelling voor ogen probeert dit boek aan de hand van wetenschappelijke inzichten duidelijk te maken waarom het irrationele uitstelgedrag een leiderschapsprobleem is en geeft het op een open en gemakkelijk te begrijpen manier suggesties hoe leiders hiermee kunnen omgaan.

Dit boek situeert lerende netwerken in de huidige context van organisatie- en talentontwikkeling. Diepgaand leren gebeurt tussen de oren én tussen de neuzen, in verbinding met anderen. Het boek breekt een lans voor lerende netwerken en ‘communities of practice’ als uitgelezen middel hiertoe. Het vormt een provocatie ten opzichte van traditionele opleidingen en ‘social media’ en houdt een pleidooi voor lerende netwerken als aanvulling voor individuele coaching. Naast kritische succesfactoren en hefbomen, wordt een concreet stappenplan aangereikt voor de opstart van een lerend netwerk.

CARINE DRIJKONINGEN is licentiate bedrijfspsychologie en volgde een gespecialiseerde aanvullende studie in gezondheidsbeleid. Ze is auteur van het boek Slapende vermogens werken niet. HRM ook voor uitvoerenden (Acco, 2000). Na een decennium ervaring als werknemer, startte ze in 2003 Itineris op, een consultingbedrijf van waaruit ze organisaties (profit en nonprofit) begeleidt bij de uitbouw van een aangepaste organisatiestructuur en werkcultuur.

De kern van het boek wordt gevormd door een 50-tal praktische handvaten voor de begeleiding van lerende netwerken. Deze methodieken zijn allen ‘uitgetest’ en worden ‘hapklaar’ beschreven (in het kort, hun opbrengst, de aanpak voor de begeleider, tips en varianten). Ze zijn niet alleen van nut bij de begeleiding van lerende netwerken, maar ook bij de begeleiding van werkgroepen, projectgroepen, e.a. (in principe telkens wanneer mensen samen komen om te leren…). Ook de methodieken worden ‘in perspectief’ geplaatst, waarbij elk type methodiek wordt gewogen ten opzichte van de groepsdynamische fase en leerfase waarin de groep zich bevindt. De beschreven methodieken horen thuis in de rugzak van elke groepsbegeleider (consultant, trainer, leerkracht,…).

Reeks: Antwerp Management Books

Met online materiaal

ISBN 978 90 334 8953 2 // NUR 801 // 16 x 24 cm

ISBN 978 90 334 8957 0 // NUR 807 // 17 x 24,5 cm



9

789033 489532

9

789033 489570

ECONOMIE

PIET BULTEEL, EVELIEN VAN KERKHOVEN E.A.

SIEBRECHT PLATEAU EN GUSTAAF VAN HERCK

ACTIVERENDE ZORGCOACHING

HANDBOEK CONSOLIDATIE

HET LEVANTO-MODEL

IFRS EN BGAAP

Sinds de introductie van de actieve welvaartstaat eind de jaren negentig, voorziet de VDAB extra middelen om kansengroepen een begeleiding op maat aan te bieden. De zwakste groep binnen de kansengroepen zijn de cliënten met een mentale, medische, psychiatrische en/ of psychologische problematiek, ook wel de MMPPcliënten genoemd. Voor deze burgers voorziet de VDAB een begeleidingstraject waarbij medische zorg en sociale activering worden aangeboden om van de begeleiders een advies te verkrijgen over de al of niet toeleidbaarheid van de burger naar de arbeidsmarkt. Dat zorgen activeringstraject wordt beschreven als het Levantomodel, een gedragspsychologische en sociaal agogische benadering.

Het Wetboek van Vennootschappen verplicht een aantal ondernemingen om een geconsolideerde jaarrekening op te stellen en openbaar te maken. Voornoemd wetboek en het uitvoeringsbesluit ervan bevatten heel wat bepalingen inzake die geconsolideerde jaarrekening. Kennis hiervan is echter lang niet meer voldoende. Beursgenoteerde ondernemingen moeten immers hun geconsolideerde jaarrekening opstellen in overeenstemming met de internationale standaarden voor jaarrekeningen die via een verordening in het Europese recht geïntroduceerd werden. Dit Handboek consolidatie komt tegemoet aan de groeiende behoefte aan informatie op dit vlak. Het uitgangspunt is IAS/ IFRS. Toch wordt de Belgische wetgeving ter zake niet genegeerd.

PIET BULTEEL is momenteel manager bij Levanto, een bedrijf binnen de sociale economie, waar hij de afdeling Arbeidszorg, Trajecten Loopbaanbegeleiding leidt. In 2010 startte hij een transnationaal ESF-onderzoeksproject op waar het Levanto-model werd ontwikkeld. EVELIEN VAN KERKHOVEN heeft de voorbije jaren als projectontwikkelaar bij Levanto gewerkt waar ze interne en externe projecten ontwikkelde gericht op verbetering en vernieuwing. Evelien is nu trajectcoach en trainer bij Levanto.

De methodiek die het model beschrijft bestaat uit een theoretisch kader, een handelingskader en tools. Dit boek legt vooral de klemtoon op het handelingskader en de tools. Het uitgewerkte handelingskader focust op het model van Activerende zorgcoaching dat door de hogeschool Inholland in Rotterdam is uitgewerkt, maar de fasen werden herschikt en aangevuld zodat zij ook binnen de Vlaamse context kunnen worden gebruikt.

SIEBRECHT PLATEAU is licentiaat in de toegepaste economische wetenschappen (KU Leuven). Hij behaalde tevens een graduaat in de actuariële wetenschappen (KU Leuven) en een Master in Accounting and Control aan het TIAS (K.U.Brabant – NL). Hij is accountant en directeur administratie & financiën bij het WitGele Kruis Vlaams-Brabant.

De auteurs zijn ervan overtuigd dat dit Handboek consolidatie voor vele consolidatievraagstukken hulp kan bieden. Het richt zich tot accountants, bedrijfsrevisoren, fiscalisten en juristen gespecialiseerd in het vennootschaps- en boekhoudrecht. Het is tevens bedoeld als leerboek voor studenten aan universiteiten en hogescholen.

GUSTAAF VAN HERCK is gewoon hoogleraar aan de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen van de KU Leuven, waar hij onder meer Algemeen boekhouden, en Consolidatie en financiële bedrijfsdoorlichting doceert.

Wanneer coaches deze methodiek inzetten, creëren ze een gefaseerd proces van verandering waarbij leren (of competentieversterking) centraal staat. Dat proces van verandering wordt gefaciliteerd door het ontwikkelen van een coachende relatie. Zowel de therapeut als de sociaal activeerder vertrekken vanuit een oplossingsgerichte aanpak. Reeks: Levanto

ISBN 978 90 334 8959 4 // NUR 786 // 17 x 24,5 cm

ISBN 978 90 334 8954 9 // NUR 807 // 16 x 24 cm



Herziene editie

9

789033 489549

9

789033 489594


ECONOMIE

27


ECONOMIE

28

RECHT

PAUL VERHEYEN EN DIRK JANSSENS

ERIC DIRIX

WISKUNDE MET BEDRIJFSECONOMISCHE TOEPASSINGEN

BESLAGRECHT

Dit wiskundeboek legt de nadruk op het hanteren van wiskundige begrippen en methoden in economische wetenschappen. Bewijzen worden doelbewust tot een minimum herleid zonder de wiskundige opbouw en correctheid uit het oog te verliezen. De begrippen en methoden worden geëxpliciteerd en vervolgens geïllustreerd aan de hand van voorbeelden. Typische (bedrijfs)economische toepassingen worden besproken. Deze vormen op hun beurt een verhelderende illustratie voor de betekenis van wiskundige begrippen.

Wanneer een schuldenaar niet vrijwillig zijn verbintenissen nakomt, dan kan hij daartoe door zijn schuldeiser worden gedwongen. In dit boek wordt een overzicht gegeven van het geheel van rechtsregels die betrekking hebben op het realiseren van privaatrechtelijke aanspraken. PAUL VERHEYEN is hoogleraar en DIRK JANSSENS is onderwijsassistent aan de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen, KU Leuven Lessius, Campus Antwerpen, subfaculteit Handelswetenschappen.

ERIC DIRIX is buitengewoon hoogleraar aan de KU Leuven.

De verschillende vormen van tenuitvoerlegging worden nader onderzocht. Tevens wordt op overzichtelijke wijze een beeld geschetst van de diverse soorten bewarende en uitvoerende beslagen.

Dit boek verschaft de lezer voldoende wiskundige achtergrondkennis om een weg te vinden in de gespecialiseerde economische literatuur. Het richt zich voornamelijk tot studenten uit het hoger economisch onderwijs waar wiskunde als een ondersteunende wetenschap wordt beschouwd, maar is ook geschikt voor andere richtingen als opfrissing of aanvulling van de wiskundekennis. De uitgebreide bespreking van de onderwerpen, geïllustreerd met talrijke uitgewerkte voorbeelden maakt dat het boek ook als zelfstudie kan gebruikt worden.

Reeks: Studie Juri ISBN 978 90 334 8944 0 // NUR 785 // 17 x 24,5 cm

ISBN 978 90 334 8993 8 // NUR 820 // 17 x 24,5 cm


112 blz. // 19,5, EUR // Verschijnt in september

Herziene editie

Herziene editie

9

789033 489440

9

789033 489938

RECHT

RECHT

PAUL VAN ORSHOVEN, MARC BOES EN BENOÎT ALLEMEERSCH

JOS DUMORTIER

TUSSEN GELIJK HEBBEN EN GELIJK KRIJGEN

ICT-RECHT

Procesrecht of gerechtelijk recht zijn de rechtsregels aan de hand waarvan materieelrechtelijke aanspraken effectief worden afgedwongen indien daarover betwisting rijst. Kortom, de spelregels voor de beslechting van rechtsgeschillen. PAUL VAN ORSHOVEN is gewoon hoogleraar publiek- en gerechtelijk recht aan de KU leuven en gasthoogleraar aan de universiteit Hasselt. Hij is ook prodecaan van de faculteit rechtsgeleerdheid van de KU Leuven, lid van de hoge raad voor de justitie en advocaat bij de balie te Brussel.

In het algemene deel van het gerechtelijk recht wordt aandacht besteed aan de jurisdictionele rechtshandeling, het recht op behoorlijke rechtsbedeling, de uitoefening van de rechtsprekende functie in België en Europa en de bronnen van het procesrecht. De bijzondere delen zijn gewijd aan de organisatie, de bevoegdheid en de rechtspleging, enerzijds van de hoven en de rechtbanken in burgerlijke zaken, d.w.z. buiten strafzaken (gerechtelijk privaatrecht of burgerlijk procesrecht), anderzijds van de administratieve rechtscolleges (administratief procesrecht of geschillen van bestuur).

MARC BOES is emeritus gewoon hoogleraar publiek- en administratief recht aan de KU Leuven. Hij is ook voorzitter van de raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen, plaatsvervangend raadsheer in het hof van beroep te Brussel en advocaat bij de balie te Hasselt. BENOÎT ALLEMEERSCH is hoofddocent gerechtelijk recht aan de KU leuven, gastdocent aan de universiteit Hasselt en advocaat bij de balie te Brussel.

Dit boek bevat een overzicht van de belangrijkste juridische regels met betrekking tot het gebruik van informatie- en communicatietechnologie (meestal afgekort: “ICT”). De auteur heeft niet enkel een juridische achtergrond maar studeerde en doceerde ook informatiewetenschappen en heeft ondertussen op ICT-gebied een ervaring van bijna veertig jaar. Sinds een twintigtal jaar doceert hij het vak ICT-recht aan een groep van studenten uit diverse faculteiten en disciplines waaronder rechten, communicatiewetenschappen, toegepaste economie, informatica en computerwetenschappen. Zoals de colleges richt ook dit boek zich dus tot een breed lezerspubliek met of zonder juridische achtergrond.

JOS DUMORTIER doceert als gewoon hoogleraar informatie- en communicatierecht aan de Faculteit Rechtsgeleerdheid van de KU Leuven en is de oprichter en directeur van het Interdisciplinair Centrum voor Recht en ICT (ICRI). In deze onderzoeksgroep is hij met een twintigtal jonge onderzoekers actief in diverse onderzoeksprojecten over juridische vraagstukken met betrekking tot ICT. Jos Dumortier is ook advocaat aan de balies van Brussel en Kortrijk.

ICT is al lang geen zaak meer van louter specialisten. Onder meer door de explosie van het internet is het voor vrijwel iedereen een onderdeel geworden van zowel het beroep als het privéleven. Omdat ICT alle onderdelen van de samenleving raakt, worden ook alle klassieke rechtstakken met vraagstukken over ICT geconfronteerd. Het boek bevat dus hoofdstukken over heel diverse juridische problemen, gaande van de toepassing van het auteursrecht in de digitale omgeving, over de bescherming van de persoonlijke levenssfeer bij het gebruik van sociale netwerken of het bewijs van contracten via e-mail, tot de strafrechtelijke behandeling van cybercriminaliteit en de regeling van de telecommunicatiemarkt en de audiovisuele media.

Reeks: Studie Juri ISBN 978 90 334 8992 1 // NUR 820 // 17 x 24,5 cm

Reeks: Studie Juri


ISBN 978 90 334 8991 4 // NUR 820 // 17 x 24,5 cm

Herziene editie

ca. 368 blz. // ca. 34,00 EUR // Verschijnt in februari 2013

9

789033 489921

9

789033 489914

RECHT

GERECHTELIJK RECHT

29

LETTERKUNDE

TAALKUNDE

YVES T’SJOEN EN RONEL FOSTER (RED.)

HILDE MEYSMAN EN JOHAN L. VANDERHOEVEN

TOENADERING

PAPER, PROJECT OF SCRIPTIE

LITERAIR GRENSVERKEER TUSSEN AFRIKAANS EN

VAN MUISKLIK TOT TEKST

NEDERLANDS

TAAL- EN LETTERKUNDE

Toenadering biedt een vervolg op Over grenzen / Oor grense. Een vergelijkende studie van Nederlandse, Vlaamse en Afrikaanse poëzie / ’n Vergelykende studie van Nederlandse, Vlaamse en Afrikaanse poësie (2009). In deze tweetalige essaybundel wordt aan de hand van specifieke casussen de dialoog tussen de literaire systemen van het Afrikaans in Zuid-Afrika en van het Nederlands in Nederland en Vlaanderen bestudeerd.

30

Voor de samenstelling van het boek heeft de redactie, onder de leiding van YVES T’SJOEN (Universiteit Gent) en RONEL FOSTER (Universiteit van Stellenbosch), een beroep gedaan op een adviesraad bestaande uit SULETTE BRUWER (HZ University of Applied Sciences, Vlissingen), EEP FRANCKEN (Universiteit Leiden), ENA JANSEN (VU Amsterdam en Universiteit van Amsterdam) en HEILNA DU PLOOY (NoordwesUniversiteit, Potchefstroom). Toenadering is, zoals Over grenzen / Oor grense, het resultaat van een institutionele samenwerking tussen de universiteiten van Gent (Vakgroep Letterkunde, Afdeling Nederlands) en Stellenbosch (Departement Afrikaans en Nederlands).

Het boek presenteert bijdragen waarin twintigsteeeuwse en vroegeenentwintigste-eeuwse Afrikaans- en Nederlandstalige literaire teksten (proza, poëzie en theater) vanuit een comparatief perspectief worden geanalyseerd. Telkens gaat het over romans, verhalen, gedichten en dramateksten die op een of andere manier functioneren in de literaire systemen van het Afrikaans en het Nederlands. Vertalingen, bewerkingen, kritische beschouwingen, intertekstuele relaties en invloeden komen aan bod. Dit zijn voorbeelden van de wijze waarop teksten in anderstalige literaire systemen kunnen functioneren. De veelzijdige dialoog tussen het Afrikaans en het Nederlands is nog weinig onderzocht, hoewel beide talen als zustertalen worden beschouwd en er opmerkelijk veel grensverkeer bestaat tussen de respectieve literaturen.

De voorbije vijftien jaar is er in het onderwijs veel veranderd: van klas, universiteit en hogeschool tot studiehuis en open leercentrum. Leren is een actievere en vaak ook meer zelfstandige bezigheid geworden. De informatietechnologie heeft een overvloed van informatie en documentatie binnen handbereik gebracht. Een paper, een project of een scriptie schrijven vraagt echter veel meer werk dan met enkele behendige muisklikken wat gegevens opzoeken en verwerken. De overtuigingskracht van een werkstuk ligt evenmin alleen in de opmaakmogelijkheden van je tekstverwerker.

HILDE MEYSMAN is opleidingsdirecteur aan de Arteveldehogeschool te Gent. Voorheen was ze werkzaam als lector communicatie en verantwoordelijk voor internationale projecten. JOHAN L. VANDERHOEVEN is directeur onderwijsondersteuning en departementshoofd lerarenopleiding aan de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende.

Dit boek legt uit hoe je een werkstuk aanpakt en stap voor stap uitwerkt: het afbakenen van een onderwerp, het opzoeken en beoordelen van informatie uit verschillende bronnen, het verwerken van de informatie, het opstellen van een werkplan, het uitschrijven van een goed gestructureerde tekst, de opmaak van het werkstuk en de presentatie ervan. Enkele oefeningen helpen je om je zoeken schrijfvaardigheden aan te scherpen. Ook over het ontwikkelen van competenties en nieuwe evaluatiemethoden zoals assessments, vind je in dit boek informatie en tips. Dit boek is een wegwijzer voor leerlingen en studenten, maar ook leraren, lectoren en docenten vinden er aanzetten om na te denken over de mogelijkheden van papers, projecten en scripties als onderdeel van een leerproces. ISBN 978 90 334 8982 2 // NUR 840 // 17 x 24,5 cm

ISBN 978 90 334 8972 3 // NUR 617 // 17 x 23 cm



Herziene editie

9

789033 489723

9

789033 489822

GEERT JACOBS, ADRIAAN D’HAENS, OLAF DU PONT, MIEKE ROSSELLE, ASTRID VANDENDAELE EN KRISTIN VAN DEN EEDE

GEERT JACOBS, ADRIAAN D’HAENS, OLAF DU PONT, MIEKE ROSSELLE, ASTRID VANDENDAELE EN KRISTIN VAN DEN EEDE

DEAL! THE BOTTOM LINE OF BUSINESS ENGLISH

DEAL! THE BOTTOM LINE OF BUSINESS ENGLISH

REFERENCE BOOK

COURSE BOOK

Deal! is a comprehensive pre-work Business English course for speakers of Dutch. It includes a reference book, featuring vocabulary, skills and grammar, as well as a course book, focusing on oral and written communication.

Deal! is a comprehensive pre-work Business English course for speakers of Dutch. It includes a reference book, featuring vocabulary, skills and grammar, as well as a course book, focusing on oral and written communication. GEERT JACOBS, ADRIAAN D’HAENS, OLAF DU PONT, MIEKE ROSSELLE, ASTRID VANDENDAELE and KRISTIN VAN DEN EEDE work in the Department of Linguistics at Ghent University, where they teach Business English at the Faculty of Economics and Business Administration. They have also authored Get down to Business English (Acco 2005, 2008).

This reference book contains concise coverage of the most essential grammatical structures in Business English as well as different levels of practice focusing on those issues that are particularly difficult for speakers of Dutch. In addition, there is an extensive skills section on a wide range of communicative functions, from agreeing and disagreeing to chairing discussions and managing the Q&A at the end of a presentation. Special attention is paid to pronunciation and the use of language resources. Finally, the reference book includes a vocabulary section featuring both a basic list and more specialized glossaries. Learners can use this reference book to support their study of the course book or for stand-alone study.



ISBN 978 90 334 8942 6 // NUR 632 // 17 x 24,5 cm

ISBN 978 90 334 8941 9 // NUR 632 // 17 x 24,5 cm


328 blz. // 39,50 // Verschijnt in september

9

789033 489426

GEERT JACOBS, ADRIAAN D’HAENS, OLAF DU PONT, MIEKE ROSSELLE, ASTRID VANDENDAELE and KRISTIN VAN DEN EEDE work in the Department of Linguistics at Ghent University, where they teach Business English at the Faculty of Economics and Business Administration. They have also authored Get down to Business English (Acco 2005, 2008).

This course book includes a “business boot camp” introducing learners to what’s in it for Me, My Business and My World as well as 10 free-standing chapters that look at a wide range of business-related topics from corporate culture, mergers and takeovers to marketing, globalization and innovation. It features dozens of exciting, authentic and up-to-date cases on Willy Wonka and Karl Marx, Earth Hour, big business and the Fukushima earthquake, women and Mad Men, the waterless washing machine, Ben & Jerry’s and Unilever, and fake Van Goghs made in China. It draws on video materials from international media and new texts from newspapers and online resources.


TAALKUNDE

TAALKUNDE

31

9

789033 489426

TAALKUNDE

TAALKUNDE

LIES STROBBE, LIES SERCU EN JOHAN STROBBE

BERNARD VAN HUFFEL EN PAUL SAMBRE (RED.)

JE VAK IN EEN VREEMDE TAAL?

MICHEL FOUCAULT: EEN VOORTDUREND PROCES

WEGWIJZER VOOR DE CLIL-ONDERWIJSPRAKTIJK

BIJDRAGEN OVER KRITIEK, POLITIEK, SEKSUALITEIT EN TECHNIEK


De interesse voor het aanbieden van middelbare schoolvakken in een vreemde taal (CLIL of Content-andLanguage Integrated Learning) is de laatste jaren sterk gegroeid. In 2014 zullen alle middelbare scholen van de Vlaamse Gemeenschap CLIL-programma’s kunnen aanbieden aan hun leerlingen voor maximum 20% van de zaakvakken, een percentage dat na positieve evaluatie na 2 jaar verhoogd kan worden.

32

Het werk van Michel Foucault (1926-1984) blijft een prominente inspiratiebron in uiteenlopende disciplines. Dit volume toont hoe de controversiële stem van de Franse denker tot vandaag doorklinkt in het filosofische en maatschappelijke debat. LIES STROBBE begeleidde en evalueerde als wetenschappelijke medewerker aan de KU Leuven het CLIL-proeftuinenproject dat in 9 Vlaamse middelbare scholen liep van 2008-2010. Daarna ontwikkelde ze een online leertool voor CLILleraren.

Dit boekje wil een leidraad zijn voor scholen en leerkrachten die met CLIL willen starten. In een eerste deel wordt verduidelijkt wat CLIL wel en niet is en aan welke voorwaarden goed CLIL-onderwijs moet voldoen. Daarbij staat niet alleen de specifieke onderwijsaanpak eigen aan dit soort onderwijs centraal. Er wordt ook ruim aandacht besteed aan de taal- en zaakvakkennis en -vaardigheden waarover CLIL-leerkrachten moeten beschikken. Ook de kwaliteitseisen waaraan CLIL-scholen moeten voldoen, worden belicht. Alle aangereikte principes worden geïllustreerd en verder verduidelijkt aan de hand van voorbeeldmateriaal en concrete cases.

LIES SERCU is professor in de Taaldidactiek en Taalverwerving aan de KU Leuven. Haar interesses betreffen de verwerving van vreemde talen via CLIL-onderwijs, de interculturele vorming van leerlingen en de verwerving van digitale geletterdheid door leerlingen.

Het boekje is een must voor elke lerarenopleider, leraar, student-leraar en pedagogische begeleider, of ze nu een taal of een niet-taalvak geven of begeleiden. Als e-book biedt het boekje toegang tot bijkomende online informatie, verwerkingsopdrachten met feedback en concreet lesmateriaal.

BERNARD VAN HUFFEL en PAUL SAMBRE zijn verbonden aan Lessius Antwerpen en de KU Leuven.

Dit boek levert verschillende perspectieven op de doorwerking van de door Foucault verkende domeinen. Hierbij staat de wisselwerking tussen kritiek, politiek, seksualiteit en techniek centraal. De titel van dit boek verwijst naar het onvoltooide en tegelijk baanbrekende karakter van Foucaults œuvre. De acht bijdragen richten zich tot lezers die zich wensen te verdiepen in Foucaults visie en invloed op kritiek en discours, sociologie en techniekfilosofie, cultuur en politiek activisme.

JOHAN STROBBE is docent Engels aan de KULAK en lerarenopleider aan de KU Leuven, Specifieke Lerarenopleiding Talen en copromotor van het project ‘CLIL in de Specifieke Lerarenopleiding’.

Inclusief e-book ISBN 978 90 334 8939 6 // NUR 842 // 15 x 23 cm

ISBN 978 90 334 9000 2 // NUR 633 // 17 x 24,5 cm


184 blz. // ca. 30,00 EUR // Verschijnt in oktober

9

789033 489396

9

789033 490002

GESCHIEDENIS

BRUNO DE CORDIER

JAN BLEYEN EN LEEN VAN MOLLE

EEN GESCHIEDENIS VAN CENTRAAL-AZIË

WAT IS MONDELINGE GESCHIEDENIS?

Dit boek vertelt het verhaal van het uitgestrekte en doorgaans weinig gekende land tussen de Kaspische Zee en het westen van China. Vandaag is dit het grondgebied van de vroegere Sovjetrepublieken Kazachstan, Oezbekistan, Kirgizië, Turkmenistan en Tadzjikistan en van de Chinese provincie Xinjiang. Op het eerste gezicht lijkt de geschiedenis van deze regio in het hart van Eurazië een eindeloze opeenvolging van migraties van obscure volksstammen, eindeloze oorlogen en van rijken en dynastieën met amper uitspreekbare namen die even snel en chaotisch ten onder gingen als ze opgekomen waren. Nochtans vonden in dit deel van de wereld gebeurtenissen en ontwikkelingen plaats die, elk op hun manier, al lang vòòr de opkomst van de westerse wereldhegemonie de loop en richting van de geschiedenis van Eurazië en daarbuiten hebben bepaald.

Geen enkele ‘vertelling’ kan je in direct contact met het verleden brengen. Niet één mens, en dus ook niet één historicus, is in staat herinneringen zomaar als onaangeroerde dingen op te graven. BRUNO DE CORDIER is verbonden aan de vakgroep Conflict- en Ontwikkelingsstudies van de Universiteit Gent, en leefde en werkte lange tijd in Centraal-Azië.

JAN BLEYEN is doctor in de geschiedenis. Hij is onder meer auteur van Doodgeboren. Een mondelinge geschiedenis van rouw (2012). Zijn interesse als mondeling historicus gaat uit naar verlies en hoe in lichamelijke handelingen betekenissen tot stand komen.

De juiste werkwijze van mondelinge geschiedenis bestaat niet: uiteenlopende thema’s en interviewsituaties vragen altijd weer om een eigen benadering. Als historicus ben je onvermijdelijk in je geschiedschrijving aanwezig: door je eigen keuzes en interpretaties. En in mondelinge geschiedenis ben je zelfs actief betrokken bij het ontstaan van de bron.

LEEN VAN MOLLE is hoogleraar sociale geschiedenis aan de KU Leuven en doceert er ‘Mondelinge Geschiedenis’. Zij publiceert vooral over de rurale samenleving en gender in de negentiende en twintigste eeuw.

Dit boek handelt over mondelinge geschiedenis. Wil je mensen laten vertellen over hun verleden, over welke ervaringen en gebeurtenissen dan ook, dan vind je hier een houvast, niet het minst om vervolgens op een doordachte manier aan de slag te gaan met de verhalen die je zelf tot stand hebt laten komen. Of je een student bent of een onderzoeker, een journalist of een therapeut, een theatermaker of erfgoedconsulent, dit boek zal een handreiking zijn, niet alleen bij de praktische uitvoering van mondelinge geschiedenis maar ook bij de reflecties die je daarbij hoort te maken.

Na een bespreking van Centraal-Azië als natuurlijke en geografische ruimte gaat het in op een aantal miskende en soms verguisde scharnierperiodes uit de geschiedenis van het gebied. Zijn opname in de wijdere islamitische sfeer, de Mongoolse invallen en de heerschappij van de Mongoolse dynastieën, de geleidelijke annexatie en integratie van de steppe en de oaserijken in de imperiale Russische ruimte en, ten slotte, de opname en de sociale transformatie van Centraal-Azië in de Sovjet-Unie en communistisch China bepaalden allemaal zowel de politieke grenzen als de samenlevingen en identiteiten in dit deel van de wereld.

Reeks: Een geschiedenis van ISBN 978 90 334 8976 1 // NUR 680 // 16 x 24 cm

ISBN 978 90 334 8554 1 // NUR 680 // 16 x 24 cm


ca. 200 blz. // 19,90 EUR // Verschijnt in oktober

9

789033 489761

9

789033 485541


GESCHIEDENIS

33

KUNST

KUNST


MOOSS VZW

34

KUNST- EN ERFGOEDEDUCATIE

JAARBOEK FAK 2011

THEORIE EN PRAKTIJK

CAHIER 28

Mooss is ervan overtuigd dat het belangrijk is om inzicht te hebben in de processen die zich voordoen wanneer kinderen, jongeren en hun begeleiders werken rond kunst en erfgoed. Als je niet weet wat er echt speelt, dan zal je als begeleider van deze processen enkel kunnen terugvallen op praktijkervaring. Als je niet op de hoogte bent van de wezenlijke componenten en onderliggende methodiek, dan kan je wel systemen gebruiken die hun deugdelijkheid hebben bewezen, maar je kan ze niet vernieuwen en moeilijk aan complexe situaties aanpassen. Als je enkel weet wat werkt, maar niet begrijpt waarom, dan ben je veroordeeld tot herhaling. In het steeds complexer wordende landschap van jeugd en kunst is dat geen goede uitgangspositie. Daarom heeft Mooss altijd veel energie gestoken in de theoretische en methodische onderbouw van haar werking.

2011 was een jaar van consolidatie. Na een bewogen start — het maatschappelijk debat over de toekomst van het hoger kunstonderwijs, het op punt stellen van de interne organisatie, de aanzet van een nieuw onderzoeksplatform opak en van een nieuw doctoraatsreglement — heeft f a k zijn energie besteed aan het verder uitbouwen van een onderzoeks- en onderwijscultuur die de verreikende ambities van onze architectuur- en kunstenopleidingen moet vertolken.

Mooss is een door de Vlaamse Overheid erkende vzw. Sinds 1981 doen ze aan kunsten erfgoededucatie.

Zo kwam in 2011 de facultaire onderzoeksraad van de grond. Die stuurt het artistieke en ontwerpmatige onderzoek faculteitsbreed aan. Ook werden de eerste voorbereidselen getroffen voor de oprichting van een onderwijsraad (die inmiddels eveneens een feit is). Het ontstaan van een dynamiek van samenwerking is voor f a k van vitaal belang. De creatie van harmonische onderzoeks- en onderwijsruimten — niet zomaar ‘eengemaakt’, maar wel zorgvuldig op elkaar afgestemd — zal voor onze toekomst beslissend zijn. Met het opak-fonds en de doctoraatsbeurzen kan f a k middelen inzetten om in het artistiek en ontwerpmatig onderzoek zogenaamde ‘speerpunten’ te ontwikkelen — domeinen waarop we gemeenschappelijk en autonoom de ontwikkeling van de kunsten en de architectuur mee kunnen bepalen.

Ook de eisen die Mooss zichzelf stelt op het vlak van inclusie vragen om een aangepaste methodiek. Als je probeert om niemand uit te sluiten, op basis van welke kenmerken ook, dan heb je een methodiek nodig die je in staat stelt om iedereen te begeleiden. Als je de methodiek beheerst om te kunnen differentiëren, dan kan je veel verschillende zinvolle kunstervaringen tegelijk mogelijk maken. De kunsten erfgoedbemiddelaar is een druk bezet vrouw/man, met weinig tijd om zich in de uitgebreide literatuur over theorie, methodiek en best cases te verdiepen. Hopelijk kan dit nieuwe methodiekboek hier in alle sectoren waarin wordt bemiddeld tussen publiek en kunst of erfgoed een helpende hand reiken.

In dit jaarboek wordt uitgebreid omgezien naar het voorbije werkjaar.

ISBN 978 90 334 8938 9 // NUR 846 // 16 x 24 cm ca. 220 blz. // ca. 30,00 EUR // Verschijnt in november

F A K belichaamt de samenwerking van de Faculteit Architectuur en de Kunsten van de KU Leuven. Het verenigt vooraanstaande kunstenaars, architecten en theoretici in een stimulerend forum voor artistiek en ontwerpmatig onderzoek, met het oog op een creatief, cultuurbewust en kritisch uitdagend onderwijs.

ISBN 978 90 334 8978 5 // NUR 640 // 16 x 24 cm

9

789033 489389


9

789033 489389

WETENSCHAPPEN

WETENSCHAPPEN

CHRISTOFFEL WAELKENS

STEF PROOST EN SANDRA ROUSSEAU

DE WETENSCHAP VAN DE KOSMOS

INLEIDING TOT DE MILIEUECONOMIE

Wat zou iedereen moeten weten van de sterrenkunde? Hoeveel sterren er zijn en welke namen ze in verschillende culturen hebben gekregen, is wellicht niet zo relevant. Belangrijker is het inzicht dat de scheikundige elementen in sterren zijn ontstaan, dat wij sterrenstof zijn en dat de hele kosmos in evolutie is en een begin heeft gehad dat we de oerknal noemen. Verder willen wij graag weten hoe uniek onze planeet en haar biosfeer zijn in dit grote heelal. Deze topics komen in dit boek dan ook uitgebreid aan bod.

CHRISTOFFEL WAELKENS is gewoon hoogleraar aan de faculteit Wetenschappen van de KU Leuven. Hij leidt er de onderzoeksgroep Sterrenkunde en is programmadirecteur van de Master in sterrenkunde.

Daarnaast is er veel aandacht voor misschien wel het meest fundamentele inzicht uit de studie van het heelal: de wetten van de natuurwetenschappen zijn, in tegenstelling tot bijvoorbeeld onze taalwetten, overal geldig. De herkenning van de universaliteit van de natuurwetten betekent niet dat we alles weten, maar het maakt het laboratorium om ze te bestuderen een stuk groter! De universaliteit van de natuurwetten is vooral een goede leidraad gebleken bij het ontrafelen van onze geschiedenis in kosmisch perspectief. Want ten gronde stelt de sterrenkunde dezelfde vraag als elke andere wetenschap: wie zijn wij?

Milieueconomie houdt zich bezig met de vervuilingsproblematiek of, meer algemeen, met voor het milieu hinderlijke activiteiten in de economie. Dit kan gaan van roken in publieke plaatsen of het lawaai van een motorfiets tot meer globale vraagstukken zoals de vervuiling van de zee of de opwarming van de atmosfeer.

STEF PROOST is gewoon hoogleraar milieu-, energie- en transporteconomie aan de KU Leuven. Hij is de sturende kracht achter de onderzoeksgroep ‘Energie, Milieu en Transport’ aan de KU Leuven die zich bezighoudt met de analyse van energie-, transport- en milieuproblemen.

Het boek richt zich tot een publiek met een tweevoudige interesse: aan de ene kant het meewerken aan de beleidsvorming rond milieuproblemen en aan de andere kant het managementaspect waarbij wordt nagegaan hoe bedrijven het best omgaan met het opgelegde milieubeleid. Vertrekkend vanuit deze dubbele interesse en uitgaand van een heterogene voorkennis economie, wiskunde en milieuwetenschap, is er voor gekozen om de tekst op te hangen aan drie eenvoudige economische modellen. Het eerste is het vraag-en-aanbod model met perfecte concurrentie. Het tweede is dat voor de keuze van de milieukwaliteit en het derde is het discounted cashflow model dat gebruikt wordt om binnen een onderneming de juiste investeringen te kiezen. De modellen en de meest gebruikte milieubeleidsinstrumenten worden geïllustreerd met behulp van concrete toepassingen op, onder meer, het klimaatbeleid, het herbebossingsbeleid en de afvalwaterproblematiek.

ISBN 978 90 334 6660 1 // NUR 917 // 17 x 23 cm

ISBN 978 90 334 8980 8 // NUR 781 // 17 x 24,5 cm


432 blz. // ca. 45,00 EUR // Verschijnt in september

Herziene editie

Herziene editie

9

789033 466601

SANDRA ROUSSEAU is docente milieueconomie aan de HUBrussel en de KU Leuven. Zij is verbonden aan het Centrum voor Economie en Duurzaam Ondernemen van de HUBrussel en het Centrum voor Economische Wetenschappen van de KU Leuven. Haar onderzoek houdt zich bezig met de economische modellering van milieubeleidsinstrumenten en de rechtseconomische analyse van milieurechtshandhaving.

9

789033 489808

WETENSCHAPPEN

OVER DE UNIVERSALITEIT VAN DE NATUURWETTEN

35

WETENSCHAPPEN

WETENSCHAPPEN

GRIET BARREZEELE

GENSERIK RENIERS M.M.V. KATHLEEN BRUNEEL

INFORMATIEMANAGEMENT

FUNDAMENTELE BEGRIPPEN VAN DE ORGANISCHE CHEMIE

EEN NIEUW TIJDPERK, EEN NIEUWE AANPAK

WETENSCHAPPEN

De hoeveelheid informatie die we te verwerken krijgen, neemt elke dag toe. Bovendien neemt ook het aantal kanalen waarlangs die informatie ons bereikt alsmaar toe. Voor veel organisaties wordt het dan ook steeds complexer om al deze informatiestromen te beheren en naar waarde te schatten. Welke informatie moet bewaard blijven? Welke informatie mogen of moeten we vernietigen? Hoe kunnen we duurzaamheid waarborgen in een niet aflatende stroom van in- en uitgaande informatie? Enzovoort.

36

GRIET BARREZEELE is als docent verbonden aan het departement Gezondheid & Technologie van de Katholieke Hogeschool Leuven. Ze doceert er onder meer ‘Geavanceerde technieken in informatiebeheer’, ‘Objectgerichte systeemanalyse’ en ‘Technieken voor datamodellering’. Haar expertise ligt in het domein van ECM/BPM/SOA.

Een gedegen en passend informatiebeheer is cruciaal voor een goede bedrijfsvoering en kan niet meer los worden gezien van de bedrijfsprocessen. Informatiemanagement. Een nieuw tijdperk, een nieuwe aanpak voert u langs de verschillende domeinen die een modern informatiebeheer beslaat en biedt een leidraad bij het uitstippelen van een adequaat informatieplan. Deze praktijkgids richt zich tot allen die belang hebben bij een ordentelijk informatiebeheer binnen een organisatie. Bovendien kan het boek ook gebruikt worden binnen opleidingen als informatica, bedrijfskunde en handelswetenschappen.

Onze hedendaagse welvaart is in zeer grote mate te danken aan het feit dat chemische producten, en dan voornamelijk organische producten, op grote schaal kunnen worden verwerkt en geproduceerd. Organische chemie is daarom zowel vanuit een technologischinnovatieve visie als vanuit een sociaal-economisch perspectief zeer belangrijk voor de vooruitgang van onze samenlevingen. Dit boek biedt de basisaspecten van de organische chemie aan voor studenten en geinteresseerden die niet vertrouwd zijn met leerstof organische chemie. De auteur geeft een eenvoudige en overzichtelijke samenvatting van de belangrijkste indelingen van organische moleculen en de belangrijkste karakteristieke kenmerken van de verschillende klassen. Het boek is doorspekt met voorbeelden van moleculen (waarbij onder andere naamgeving en isomerie eenvoudig worden besproken) en mogelijke toepassingen ervan. De algemene principes die bij organische moleculen leiden tot de verklaring van hun chemische en fysische eigenschappen en hun reactiviteit komen eveneens bondig aan bod. Kortom, dit boek richt zich tot iedereen die, met een gezonde interesse maar zonder specifieke voorkennis, inzicht wil krijgen in de organische chemie.

GENSERIK RENIERS is als burgerlijk scheikundig ingenieur en doctor in de Toegepaste Economische Wetenschappen verbonden aan de faculteiten Toegepaste Economische Wetenschappen van de Universiteit Antwerpen (UA) en de HogeschoolUniversiteit Brussel (HUB). Aan de UA doceert hij onder meer Algemene Chemie, Organische Chemie en Procestechnologie. Aan de HUB doceert hij onder meer Industriële Processen en Producten en Welzijns- en Preventiemanagement. KATHLEEN BRUNEEL is sinds 1991 als assistent verbonden aan de faculteit Toegepaste Economische Wetenschappen van de Universiteit Antwerpen, waar zij naast monitoraat, oefeningen geeft voor o.a. de opleidingsonderdelen Algemene Chemie en Organische Chemie.

ISBN 978 90 334 8960 0 // NUR 914 // 17 x 24,5 cm ca. 224 blz. // ca. 33,50 EUR // Verschijnt in september

ISBN 978 90 334 8521 3 // NUR 983 // 17 x 24,5 cm ca. 160 blz. // ca. 29,50 EUR // Verschijnt in september

9

789033 485213

Herziene editie

9

789033 489600

Tijdschriften

Driemaandelijks tijdschrift

WWW.UITGEVERIJACCO.BE/TIJDSCHRIFTEN

TOKK

MAAK KENNIS MET DE 7 ACCO TIJDSCHRIFTEN

TIJDSCHRIFT VOOR ORTHOPEDAGOGIEK, KINDERPSYCHIATRIE EN

Acco geeft 7 wetenschappelijke tijdschriften uit voor gespecialiseerde doelgroepen. Abonnees krijgen hun tijdschrift opgestuurd of kunnen het online lezen.

KLINISCHE KINDERPSYCHOLOGIE

Het Tijdschrift voor Orthopedagogiek, Kinderpsychiatrie en Klinische Kinderpsychologie richt zich tot de multidisciplinaire hulpverlening. Het brengt zowel wetenschappelijk-theoretisch onderbouwde praktijkervaringen als empirische onderzoeksverslagen, literatuuroverzichten en bijdragen tot theorievorming. TOKK is het oudste Nederlandstalige tijdschrift voor deze multidisciplinaire doelgroep van orthopedagogen, kinderpsychiaters, klinische kinderpsychologen en aanverwante disciplines.

Als u een redactionele bijdrage wilt leveren voor één van deze tijdschriften, laat het ons weten en wij brengen u in contact met de betrokken redactie.

- jaarabonnement 35,00 EUR - jaarabonnement instelling 40,00 EUR - jaarabonnement studenten 25,00 EUR - los nummer 25,00 EUR



TIJDSCHRIFT KLINISCHE PSYCHOLOGIE

IMPULS

TIJDSCHRIFTEN

REDACTIE: Pol Ghesquière, Patricia Bijttebier, Mart Eussen, Frans Loman, Bie Tremmery, Saskia van der Oord, Peter Vermeulen

www.uitgeverijacco.be/tijdschriften

37

TIJDSCHRIFT VOOR ONDERWIJSBEGELEIDING

Het Tijdschrift Klinische Psychologie belicht de diverse aspecten van klinische psychologie als wetenschap en werkdomein. De bijdragen situeren zich op het vlak van de psychodiagnostiek, psychotherapie en geestelijke gezondheidszorg. Korte en heldere artikels over ontwikkelingen en tendensen worden afgewisseld met empirische onderzoeksresultaten. Praktijkbeoefenaars zal dit zeker interesseren. Ook verschijnen er regelmatig bijdragen over deontologie en preventie en komen er gevalsstudies aan bod. De boekenrubriek behandelt belangwekkende uitgaven op het vlak van de psychodiagnostiek, psychotherapie en geestelijke gezondheidszorg. Het tijdschrift richt zich tot professionals werkzaam in de (geestelijke) gezondheidszorg in Vlaanderen en Nederland.

- jaarabonnement 45,00 EUR - los nummer 25,00 EUR - jaarabonnement instelling 60,00 EUR - voor VVKP-leden is het abonnement inbegrepen bij het lidgeld

REDACTIE: Johan Vereycken, Karl Andriessen, Catherine Barbez, Sara Casalin, Laurence Claes, Bart Colson, Jos Delimon, Casper Koene, Patrick Luyten, Chris Schotte, Giovanni Timmermans, Lesley Verhofstadt

Impuls, Tijdschrift voor Onderwijsbegeleiding is het enige tijdschrift in Vlaanderen dat de onderwijsactualiteit volgt vanuit het oogpunt van de onderwijsbegeleiding. Impuls verdiept je onderwijsvisie en plaatst ze in een ruimer kader. Het houdt je kennis up-to-date door het signaleren van trends, het trekt je aandacht op nieuwe publicaties in binnen- en buitenland, het maakt kanttekeningen bij onderwijstoestanden. Impuls beperkt zich echter niet tot het achterna hollen van de actualiteit. Het poneert (soms controversiële) stellingen en belicht het onderwijslandschap vanuit verschillende hoeken. Het laat verschillende meningen aan bod komen en schenkt aandacht aan actuele en op handen zijnde stromingen. Impuls wil impulsen geven voor een dynamisch en creatief onderwijs en voor de professionalisering van het beroepsleven.

- jaarabonnement 35,00 EUR - 4 abonnementen gegroepeerd: 105,00 EUR - los nummer 15,00 EUR

REDACTIE: Willy Brion, Jan Bonne, Jan Cumps, Bieke De Fraine, Fien Depaepe, Katleen De Rick, Hilde Florquin, Willy Jans, Jef Mesens, Elie Michiels, Peter Op ‘t Eynde, Roger Standaert, Firmin Troch, Roger Van den Borre, Peter Van Petegem, Chris Van Woensel, Helmar Vyverman


Appears three times a year

OVER.WERK

RES PUBLICA

TIJDSCHRIFT VAN HET STEUNPUNT WSE

POLITIEK-WETENSCHAPPELIJK TIJDSCHRIFT VAN DE LAGE LANDEN

Over.Werk is een naslagwerk met onderzoeksrapporten en discussieteksten voor iedereen die vanuit professionele hoek geïnteresseerd is in het reilen en zeilen op de arbeidsmarkt. Door het gevarieerde aanbod aan kwalitatief hoogstaande artikelen is dit tijdschrift interessant voor een breed publiek: onderzoekers aan universiteiten en studiecentra, sociale en socioculturele organisaties, beleidsmedewerkers, lesgevers en cursisten, personeelsdirecties, CLB’s, HRM-verantwoordelijken...

Res Publica is hét politiek-wetenschappelijk tijdschrift van de Lage Landen. Met zijn unieke Nederlandstalige karakter is dit hét lijfblad voor Vlaamse en Nederlandse politicologen. U kunt er terecht voor de klassieke wetenschappelijke artikelen over de meest uiteenlopende politicologische thema’s, maar ook voor opinie en discussie. In drie ‘rubrieken’ (politiek essay, symposium, onderzoek uitgelicht) geeft Res Publica academische en praktijkpoliticologen namelijk de ruimte om stelling in te nemen over diverse maatschappelijk relevante vraagstukken. Dit met een blik op Nederland, Vlaanderen en de wereld.

- jaarabonnement 55,00 EUR - 5 abonnementen gegroepeerd: 220,00 EUR

- jaarabonnement (België/Nederland) 45,00 EUR - jaarabonnement instelling (België/Nederland) 110,00 EUR

- 10 abonnementen gegroepeerd: 420,00 EUR

- studentenabonnement 35,00 EUR

- los nummer 30,00 EUR

- los nummer 20,00 EUR - dubbel nummer 40,00 EUR

TIJDSCHRIFTEN

REDACTIE: Luc Sels, Stijn Braes, Anneleen Forrier, Wim Herremans, Boie Neefs, Michelle Sourbron, Gert Theunissen, Wouter Vanderbiesen, Sarah Vansteenkiste

REDACTIE: Joop Van Holsteyn, Peter Bursens, Rik De Ruiter, Carl Devos, Gustaaf Geeraerts, Elke Heemskerk, Herman Lelieveldt, Petra Meier, Jan Orbie, Paul van der Bijl, Henk van der Koen



TIJDSCHRIFT VOOR SOCIOLOGIE

MENS POPULAIRWETENSCHAPPELIJK TIJDSCHRIFT VAN BIOMENS VZW

38

Al meer dan dertig jaar is het Tijdschrift voor Sociologie een gevestigde waarde als Nederlandstalig wetenschappelijk tijdschrift. Het biedt voor het gehele Nederlandse taalgebied de mogelijkheid te schrijven in de taal van de samenleving die onderzocht wordt. Bovendien hanteert dit tijdschrift een kwaliteitsstandaard die beantwoordt aan de internationale wetenschappelijke normen. De bijdragen worden beoordeeld aan de hand van een ‘blind peer review’ en uitgebreid inhoudelijk becommentarieerd. Het tijdschrift laat de volle breedte van sociologie aan bod komen en bevat bijdragen van zowel internationaal als nationaal gewaardeerde auteurs als van beginnende sociologen. Ook is er ruimte voor onderzoeksnota’s en boekbesprekingen. Elk jaar wordt een themanummer uitgebracht.

- jaarabonnement (België/Nederland) 40,00 EUR - jaarabonnement instelling (België/Nederland) 120,00 EUR - studentenabonnement 25,00 EUR - los nummer 15,00 EUR - voor VVS-leden is het abonnement inbegrepen in het lidmaatschap

REDACTIE: Kurt De Wit, Koen Abts, Orhan Agirdag, Peter Ester, Nadia Fadil, Dimokritos Kavadias, Ive Marx, Bart Meuleman, Dimitri Mortelmans, Stijn Oosterlynck, Inge Pasteels, Anne-Rigt Poortman, Georges Reniers, Henk Roose, Dieter Vandebroeck, Mieke Van Houtte, Ronan Van Rossem, Gert Verschraegen

MENS is een acroniem van Milieu Educatie Natuur en Samenleving. Eén van de voornaamste doelstellingen van het tijdschrift is het zoveel mogelijk verspreiden van juiste, onafhankelijke en objectieve wetenschappelijke informatie naar een jong en breed publiek. Hiermee wil MENS de verschillende lagen van de bevolking bereiken. Bio-MENS wil niet alleen jongeren stimuleren om actief, creatief en communicatief te leren omgaan met wetenschap, ze wil ook volwassenen sensibiliseren over de actuele problemen in onze maatschappij. Het tijdschrift heeft talrijke aanknopingspunten met de basisprincipes en eindtermen van milieu- en gezondheidseducatie in het onderwijs. De eindtermen voorzien dat in deze domeinen kennis, inzicht, waardevorming, kritische houding en verantwoord gedrag de leerling moet stimuleren om mee te helpen aan het behoud en de realisatie van een duurzaam leefmilieu en een gezonde levenshouding.

- jaarabonnement 35,00 EUR - educatief jaarabonnement 25,00 EUR - los nummer 9,95 EUR

MENS streeft naar de samenwerking van 3 “O” ‘s: Onderwijs, Ondernemingen en Overheid.

REDACTIE: Roland Caubergs, Jan T’Sas, Karel Bruggemans, Guido François, Geert Potters, Lieve Maeseele, Els Grieten, Chris Thoen, Marjolein Vanoppen, Ariane Ooms, Diane Van Strydonck

DOCENTENEXEMPLAREN Als docent hoger onderwijs kunt u een docentenexemplaar aanvragen via www.uitgeverijacco.be, indien u de invoering van een uitgave in uw lessenpakket overweegt. U dient zich eerst te registreren als docent. Als u vervolgens inlogt, kunt u in de online shop uw docentenexemplaar selecteren. U heeft 8 weken de tijd om de ontvangen uitgave door te nemen en een evaluatieformulier in te vullen. Voor de uitgebreide voorwaarden, zie www.acco.be/docentenexemplaar Meer informatie bekomt u bij Greet Coenegrachts via e-mail ([email protected]) of per telefoon op het nummer: + 32 16 62 80 33. Voor Nederland: [email protected] – tel. + 31 70 386 88 54

PERSEXEMPLAREN Journalisten kunnen een gratis persexemplaar aanvragen via www.uitgeverijacco.be. U dient zich eerst te registreren als pers. Als u vervolgens inlogt, kunt u in de online shop uw persexemplaar selecteren. Elke aanvraag wordt afzonderlijk behandeld en zal getoetst worden aan een aantal criteria (relevante doelgroep, bereik van het medium, etc.). Meer informatie bekomt u bij Greet Coenegrachts via e-mail ([email protected]) of per telefoon op het nummer: + 32 16 62 80 33. Voor Nederland: [email protected] – tel. + 31 70 386 88 54

UITGEVEN BIJ ACCO Heeft u uitgeefplannen voor een cursus, boek of een multimediale publicatie? Aarzel dan niet langer en bezorg ons uw publicatievoorstel! Neem - vrijblijvend - contact op met Ellen Jansen (uitgeefmanager ad interim) via e-mail ([email protected]) of per telefoon op het nummer: +32 16 62 80 39. Meer informatie vindt u ook op www.uitgeverijacco.be/uitgeven.

Een aantal van onze uitgaven dragen het GPRC-keurmerk. GPRC staat voor ‘Guaranteed Peer Reviewed Content’. Het is een kwaliteitslabel waarmee de Vlaamse Uitgevers Vereniging (VUV) aangeeft dat de publicatie een ‘peer review’ procedure heeft doorlopen waardoor het werk beantwoordt aan de internationale wetenschappelijke en academische standaarden. Op die manier wil de VUV bijdragen tot het tot stand komen van een hoogstaand Vlaams Academisch Bibliografisch Bestand.

INDEX

INDEX

ALFABETISCH OP AUTEUR(S)

40

Christophe Ampe en Bart Devreese Algemene biochemie Functionele bouwstenen van het leven

20

Griet Barrezeele Informatiemanagement Een nieuw tijdperk, een nieuwe aanpak

36

Jan Bleyen en Leen Van Molle Wat is mondelinge geschiedenis?

33

Piet Bulteel, Evelien Van Kerkhoven e.a. Activerende zorgcoaching Het Levanto-model

27

Nathalie Cardinaels Pleine conscience et cancer du sein Un guide pendant et après le traitement

13

Patricia Claessens en Luc De Visschere (red.) Mondzorg Jong geleerd is oud gedaan

16

Sara Cosemans Meneer Singh en Mevrouw Kaur in België Migratie, gender en integratie in de Sikh-gemeenschap

24

Filip Coussée en Lieve Bradt (red.) Jeugdwerk en sociale uitsluiting Handvatten voor emanciperend jeugdbeleid

22

Vera De Cock Achter het gesprek Communicatie in psychotherapie

11

Bruno De Cordier Een geschiedenis van Centraal-Azië

33

David De Cremer Leiderschap op halve kracht De valkuil voor de moderne leider!

26

Ilse Geerinck, Johan Ardui, Maarten Simons, Jan Masschelein, Matthias Decuypere en Frans Renaat Leerkracht zijn Glossarium

Lieselot De Wilde en Bruno Vanobbergen Mag ik dit vertellen? Stemmen uit de Gentse weeshuizen (1945-1984)

23

Rose-Marie Hendrikx Het ik-ben-lekker-boos-boekje Anders omgaan met boze buien

Marc DHont (red.) Handboek gynaecologie

17

Eric Dirix Beslagrecht

28

Carine Drijkoningen Lerende netwerken in perspectief

26

Jos Dumortier ICT-recht

28

Brooke Ingersoll en Anna Dvortcsak Trainen van sociaalcommunicatieve vaardigheden bij kinderen met een autismespectrumstoornis Handleiding voor ouders Trainen van sociaalcommunicatieve vaardigheden bij kinderen met een autismespectrumstoornis Handleiding voor hulpverleners

6

Koen Hermans (red.) Zorg voor welzijn Oude vragen en nieuwe antwoorden Liber amicorum Frans Lammertyn Katrien Horions Gekleurde letters - Lettres de couleur Oefenprogramma voor leesen spellingproblemen Frans Geert Jacobs, Adriaan D’Haens, Olaf Du Pont, Mieke Rosselle, Astrid Vandendaele en Kristin Van den Eede Deal! The bottom line of business English Reference Book & Source Book

8

7

23

5

31

Yves Jacquemyn Procedureboek verloskunde

17

Barry R. Komisaruk e.a. Het orgasme: Q & A

11

Gert Laekeman Geneesmiddelen Wat de bijsluiter niet vertelt

15

INDEX ALFABETISCH OP AUTEUR(S)

Johan Leman (red.) Meertaligheid spreekt voor zich Een verhaal over 30 jaar meertalig onderwijs van Foyer

10

Rudy Maes Sporenbeveiligende interventie op een crime scene

18

Koen Matthijs, Jan Kok en Hilde Bras 24 Leren van historische levenslopen Historisch-demografisch onderzoek in Vaanderen en Nederland

Jozef Pacolet, Sergio Perelman, Frederic De Wispelaere, Jérôme Schoenmaeckers, Laurent Nisen, Ermano Fegatilli, Estelle Krzeslo, Marianne De Troyer en Sigrid Merckx 25 Social and fiscal fraud in Belgium A pilot study on declared and undeclared income and work: SUBLEC Noëlle Pameijer Samen sterk: ouders & schooL

Chris van Schravendijk 20 Wetenschappelijk denken Een inleiding voor de medische en biomedische wetenschappen

3

Roger Standaert, Firmin Troch, Inge Peeters en Ilse Stroobants Leren en onderwijzen Inleiding tot de algemene didactiek

3

Leren en onderwijzen Inleiding tot de algemene didactiek Commentaren voor lectoren

9

10

27

Karel Stappaerts Wegwijs in de beroepsorganisatie van de kinesitherapie in België 2012

21

Hans Meganck Milde zorg Meditatie bij coaching & conflicten

12

Siebrecht Plateau en Gustaaf Van Herck Handboek consolidatie IFRS en BGAAP

35

Lies Strobbe, Lies Sercu en Johan Strobbe Je vak in een vreemde taal? Wegwijzer voor de CLIL-onderwijspraktijk

32

Stef Proost en Sandra Rousseau Inleiding tot de milieueconomie

Hilde Meysman en Johan L. Vanderhoeven Paper, project of scriptie Van muisklik tot tekst

30 Marc Raes (red.) Astma bij kinderen 101 vragen en antwoorden

15

Guy T’Sjoen, Mick van Trotsenburg en Luk Gijs (red.) Transgenderzorg

18

Mooss vzw Kunst- en erfgoededucatie Theorie en praktijk

34 36

Yves T’Sjoen en Ronel Foster (red.) Toenadering Literair grensverkeer tussen Afrikaans en Nederlands

30

Genserik Reniers m.m.v. Kathleen Bruneel Fundamentele begrippen van de organische chemie

Giselle Nath en Maarten van Alstein 14-18 van dichtbij Inspiratiegids voor lokale projecten over de grote oorlog

25

Peter Rober De naakte therapeut

12

Guido Valkeneers m.m.v. Tim Vanhoomissen 13 Inleiding in de statistiek voor de gedragswetenschappen met SPSS

Cedric Ryngaert De fondsen en programma’s van de Verenigde naties

22

VE en Wilfried Van Handenhoven (red.) Jaarboek ergotherapie 2012

INDEX

Wil Meeus Didactisch referentiekader Handleiding bij de lesvoorbereiding

Noëlle Pameijer, Tanja van Beukering, Magda van der Wulp en Alyce Zandbergen Handelingsgericht werken in het voortgezet onderwijs

41

19

INDEX ALFABETISCH OP AUTEUR(S)

Bernard Van Huffel en Paul Sambre (ed.) Michel Foucault: een voortdurend proces Bijdragen over kritiek, politiek, seksualiteit en techniek

32

Betty Vleeshouwer Moeilijke letters lezen Oefenbladen dyslexie

Paul Van Orshoven, Marc Boes en Benoît Allemeersch Tussen gelijk hebben en gelijk krijgen Gerechtelijk recht

29

Prentenboek Moeilijke letters lezen

INDEX

Jan Van Winckel, Werner Helsen, Jean-Pierre Meert, Kenny McMillan en David Tenney Voetbalconditie Tussen praktijk en wetenschap Johan Vanderfaillie, Frank Van Holen en Femke Vanschoonlandt (red.) Op weg met pleegzorg Kansen en risico’s

21

7

42

Johan Verbraecken, Bertien Buyse, Hans Hamburger, Viviane van Kasteel en Reindert Van Steenwijk (red.) Handboek slaap en slaapstoornissen Ingrid Verhaegen “Tom kan veel beter” Omgaan met schools uitstelgedrag

14

8

Paul Verheyen en Dirk Janssens Wiskunde met bedrijfseconomische toepassingen

28

Johny Verschakelen en Raymond Oyen Radiologische pathologie

16

4

VVIZV Jaarboek voor de intensievezorgenverpleegkundige 2012

19

Christoffel Waelkens De wetenschap van de kosmos Over de universaliteit van de natuurwetten

35

Mark Willems Als de wereld er anders uitziet Omgaan met autisme

5

COLOFON In deze publicatie wordt er bij uitgaven die nog niet verschenen zijn de verwachte verschijningsdatum weergegeven. Datum en prijs zijn echter onder voorbehoud.

UITGAVEN KUNT U BESTELLEN VIA: Acco België Uitgeverij Acco Blijde Inkomststraat 22 - BE-3000 Leuven tel.: + 32 16 62 80 00 - fax: + 32 16 62 80 01 [email protected] www.uitgeverijacco.be

Al onze boeken zijn ook bestelbaar in uw boekhandel. Boekhandels kunnen rechtstreeks bestellen bij: [email protected] - Tel: + 32 16 62 80 41

Voor Nederland: Acco Nederland Westvlietweg 67 F - NL-2495 AA Den Haag Tel: + 31 70 386 88 54 - Fax: + 31 70 386 14 98 [email protected] www.uitgeverijacco.nl Uitlevering via Centraal Boekhuis

Acco België Blijde Inkomststraat 22 - BE-3000 Leuven tel.: + 32 16 62 80 00 - fax: + 32 16 62 80 01 [email protected] - www.uitgeverijacco.be

Acco Nederland Westvlietweg 67 F - NL-2495 AA Den Haag Tel: + 31 70 386 88 54 - Fax: + 31 70 386 14 98 [email protected] - www.uitgeverijacco.nl

NAJAAR 2012 CATALOGUS

Recommend Documents