Multifunctionele accommodaties in Noord-Holland in theorie en praktijk
PRIMO nh, oktober 2004
1
Colofon
Purmerend, oktober 2004 Dit is een uitgave van PRIMO Noord-Holland
© PRIMO nh 2004 Aan dit rapport werkten mee: Projectleider MFA: mw. Hillie van Netten, senior adviseur PRIMO nh Onderzoekers:
dhr. Hans van Koutrik, senior adviseur PRIMO nh dhr. Jan Post, senior adviseur PRIMO nh
Informatiepunt PRIMO nh: dhr. Willem Bakker Met dank aan: Dees Verdurmen, voorzitter, St. Dorpscentrum Spaarndam Nico Bleeker, voorzitter bestuur, St. Dorpshuis ’t Centrum Venhuizen Leon Elstein, Sectorhoofd Bevolkingszaken, Gemeente Noorder-Koggenland René de Vries, directeur Zorgcontact, MFA Vogelsanck, Vogelenzang Frans McGonigle, directeur Kern 8, Alkmaar Vera Nolten en Kees Mos, respectievelijk beleidsmedewerker, sector samenleving, en directeur OBS Skitteljacht, gemeente Drechterland
Vormgeving, layout en productie: PRIMO nh, Marjolijn Oud, Jahaira Coffie Bestelwijze Deze uitgave is voor € 7,- (exclusief portokosten) telefonisch of schriftelijk te bestellen bij:
PRIMO nh Emmakade 4 1441 ET Purmerend Telefoon: 0299-418700 Fax: 0299-418799 e-mail:
[email protected]
2
Inhoudsopgave Pagina 1.
Inleiding
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 2.
Achtergrond Vragen vanuit de praktijk Probleemstelling Opzet en doelstelling onderzoek Indeling rapport
Multifunctionele accommodaties: een literatuur verkenning Inleiding Algemeen Dorpshuizen Wijksteunpunten Brede scholen
Inleiding Gerealiseerde MFA’s na 1999 bij de Noord-Hollandse gemeenten Initiatieven voor MFA’s bij de Noord-Hollandse gemeenten Analyse voorbeeldprojecten
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
6.
6 6
8 8 8 10 12 13
Multifunctionele accommodaties in Noord-Holland
4.1 4.2 4.3 5.
6
Voorzet ontwikkelingsfasen MFA-proces Opzet onderzoek
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
4.
4 4 4 5 5
Werkwijze en verantwoording
2.1 2.2
3.
4
15 15 15 18 22
Algemeen Initiatieffase Planvormingfase Realisatiefase Exploitatiefase
22 23 24 26 26
Conclusies en aanbevelingen
29
6.1 6.2
Conclusies Aanbevelingen
29 33
Bijlagen 1. 2. 3. 4.
vragenlijst scan checklist voor het beschrijven van multifunctionele accommodaties scan: multifunctionele accommodaties in Noord-Holland beschrijving zes voorbeeldprojecten
36
3
1.
Inleiding
1.1 Achtergrond Steeds meer gemeenten, zowel op het platteland als in de wijken van een kleine of middelgrote stad, zijn op zoek naar nieuwe vormen en manieren om de functies van zorg, wonen, onderwijs, sociaalcultureel werk en soms ook sociaal-economisch aanbod te combineren in één multifunctioneel gebouw. Dit komt voort uit het samenvallen van enkele maatschappelijke ontwikkelingen: ? ? De voortdurend groeiende schaalvergroting van onafhankelijke instellingen en bedrijven waardoor deze het eigen aanbod centraliseren en zich terugtrekken uit dorp en wijk. ? ? De steeds sterker wordende behoefte van burgers/bewoners aan snelle, centraal gelokaliseerde en zo mogelijk integrale dienstverlening op uiteenlopende terreinen in verband met hun eigen (tweeverdieners-)dagindeling en/of hun (door het ouder worden) beperkte mobiliteit. Gemeenten proberen op deze ontwikkelingen met een goed antwoord te komen om hun dorp, wijk, gemeente, vitaal en aantrekkelijk te houden voor al haar bewoners. De multifunctionele accommodatie, verder te noemen: MFA, biedt daartoe een goede en reeds in diverse gemeenten beproefde mogelijkheid. Ook in een aantal Noord-Hollandse gemeenten zien we nieuwbouw, verbouw of plannen daartoe die de meest uiteenlopende functies met meer of minder succes combineren. Wijksteunpunten, Brede scholen met naschoolse opvang, multifunctionele dorpshuizen met bibliotheek en postkantoor, een gecombineerde ANWB / VVV met een bibliotheek, maar ook een HOED - GOED of een commercieel bedrijf als een bank zou er bij kunnen horen. In principe is alles mogelijk. Maar de praktijk laat zien dat het tot stand komen van een MFA (gebouw én organisatie) een zeer complex proces is. Een proces waarbij verschillende gemeentelijke diensten (sociaal beleid, ruimtelijke ordening, stadsvernieuwing, economische zaken, grondbedrijf etc.), diverse maatschappelijke instellingen en gebruikersgroepen elk hun eigen inbreng hebben. Steeds vaker dringt ook het besef door, dat multifunctionele accommodaties geen oplossing zijn voor alle kwalen. Passen de multifunctionele accommodaties wel binnen het door de gemeente ontwikkelde accommodatiebeleid. Niet alle functies laten zich moeiteloos combineren. Het combineren van functies in een multifunctionele accommodatie kan behalve voordelen ook nadelen opleveren. Ervaringen elders laten zien, dat multifunctionele accommodaties door de eisen, die aan het combineren van functies verbonden zijn, relatief duur kunnen worden.
1.2 Vragen vanuit de praktijk In voorgaande jaren werd PRIMO nh veelvuldig benaderd door gemeenten, zorg- en welzijnsinstellingen over deze complexe en met verschillende factoren samenhangende problematiek. Soms naar aanleiding van de verbouwing van een dorpshuis, soms naar aanleiding van de opzet van een wijksteunpunt of de ontwikkeling van een Brede School of op grond van de vraag van een wooncorporatie bij de herstructurering van een wijk. Steeds vaker ook komt er een concrete vraag naar de haalbaarheid van een multifunctionele accommodatie in de eigen gemeente; wordt gevraagd om begeleiding van het proces van voorbereiding of om informatie over verschillende varianten van multifunctionaliteit en naar modellen van samenwerking en beheer.
1.3 Probleemstelling PRIMO nh wil met het onderzoek Multifunctionele Accommodaties in eerste instantie een praktijkverkenning doen waardoor beter zicht wordt gekregen op:
4
?? ?? ??
de varianten die er in Noord-Holland zijn in soorten accommodaties, combinaties van samenwerkende instellingen, mogelijk beheersmodellen en programmering; het proces van de totstandkoming van multifunctionele accommodaties; de vragen van gemeenten en maatschappelijke organisaties die betrokken zijn bij de ontwikkeling van een MFA naar informatie en ondersteuning; de informatie en ervaring die er is, zowel intern in PRIMO zelf als extern provinciaal en landelijk, ten aanzien van zaken als haalbaarheidsonderzoek, draagvlakonderzoek, procesbegeleiding, planontwikkeling, financiering, bouw en exploitatie; over deze informatie zal beknopt verslag worden gedaan en bij de opzet en inrichting van het onderzoek worden betrokken.
1.4 Opzet en doelstelling onderzoek Het onderzoek bestaat uit drie gedeelten: - een literatuurverkenning; - een quick-scan bij gemeenten naar initiatieven voor en gerealiseerde MFA’s in de afgelopen vijf jaar; - een beschrijving en analyse van zes voorbeeldprojecten De doelstellingen van het onderzoek zijn als volgt: ? ? voor gemeenten, provincie en maatschappelijke organisaties bruikbare informatie over MFA’s in Noord-Holland verschaffen; ? ? een discussiebijdrage leveren over de specifieke rol van de provinciale organisatie(s) en de meest geschikte vormen voor provinciale ondersteuning van gemeenten en instellingen met MFAplannen in Noord-Holland; ? ? het aanreiken van bouwstenen voor (toekomstig) provinciaal beleid op het gebied van sociaal beleid in relatie tot ruimtelijk-fysiek en economisch beleid aangaande het stimuleren van MFA’s.
1.5 Indeling rapport Na deze inleiding zal in hoofdstuk 2 een verantwoording worden gegeven van de gevolgde werkwijze. Hoofdstuk 3 biedt een beknopt literatuuroverzicht. In hoofdstuk 4 worden de uitkomsten van de quickscan gepresenteerd. In hoofdstuk 5 wordt een analyse gegeven van de voorbeeld projecten. De rapportage wordt afgerond met enkele conclusies en aanbevelingen in hoofdstuk 6.
5
2.
Werkwijze en verantwoording
De verkenning naar de multifunctionele accommodaties in Noord-Holland voltrekt zich niet in een blanco situatie. Al gedurende lange tijd houdt PRIMO zich bezig met de ontwikkeling van dorpshuizen en dienstencentra/wijksteunpunten. Meer recent is de aandacht voor de Brede school binnen multifunctionele accommodaties, terwijl onlangs een project van start is gegaan, waarbij de mogelijkheden worden verkend om gemeenschapsvoorzieningen te combineren met winkels in kleine kernen. Daarnaast is PRIMO in de afgelopen jaren in opdracht van gemeenten bij een aantal initiatieven voor MFA’s betrokken geweest. Ook is in opdracht van gemeenten en dorpshuisbesturen gekeken naar beheersconstructies en exploitatiemogelijkheden van MFA’s. Deze ervaringen vormden het uitgangspunt van een discussie binnen PRIMO, die resulteerde in het volgende fasenmodel:
2.1 Voorzet ontwikkelingsfasen MFA-proces 1 FASEN 0. Initiatieffase 1. Oriëntatie / verkenning 2. Planvorming en programma van eisen 3. Uitwerking plannen tav. V.I.P. - visie - inhoud - participatie en BESEF: 2 - beheer - eigendom - samenwerking - exploitatie - financiën 4. Uitwerking bouwplannen 5. Plan van Aanpak + start bouw 6. Concretisering + plannen uitvoering 7. Opening + start
2.2 Opzet onderzoek Bovengenoemd fasemodel, waarin ook expertise van en ervaringen met samenwerkingspartners van PRIMO verwerkt zijn, vormde de aanzet voor de verdere inrichting van het onderzoek. Dit onderzoek bestaat uit: 1. Een literatuurverkenning gericht op het in kaart brengen van de achtergronden, ontwikkelingsprocessen, verschijningsvormen, stichting, beheer en exploitatie, kansen en bedreigingen en perspectieven van multifunctionele accommodaties. Deze literatuur 1
Na elke fase is sprake van een moment van besluitvorming door de initiatiefnemers cq. de investeerders en/of gemeente (ook i.v.m. te maken proceskosten) en dus een moment van ‘go – no go’. 2
De formule BESEF© is ontwikkeld door Hevo-bouwmanagement
6
verkenning moet ook houvast geven onder wat wij wel en niet onder multifunctionele accommodaties willen verstaan. Van deze literatuurverkenning wordt verslag gedaan in hoofdstuk 3. 2. Het in kaart brengen van de multifunctionele accommodaties in de Noord-Hollandse gemeenten (per kern) door middel van een enquête onder alle Noord-Hollandse gemeenten (exclusief Amsterdam). In deze enquête zullen ook vragen worden meegenomen over de beleidsmatige en financiële context van de multifunctionele accommodaties. Bij de samenstelling van de vragenlijst van de scan is gebruik gemaakt van de literatuurverkenning (zie bijlage 1). De resultaten van de scan worden weergegeven in hoofdstuk 4. 3. Het aan de hand van een checklist beschrijven van voorbeeldprojecten; daarbij wordt gezocht naar: - 2 dorpshuizen + - 2 wijksteunpunten + - 2 brede scholen (nieuwbouw); Bij de definitieve selectie is slechts één MFA met een Brede school opgenomen. Ter toelichting kan nog worden opgemerkt, dat van origine zowel bij dorpshuizen als de wijksteunpunten(dienstencentra) de nadruk sterk lag op ontmoeting, recreatie en educatie. Dorpshuizen zijn van oudsher als accommodatie voor het plaatselijke verenigingsleven belangrijk. Bij dienstencentra/wijksteunpunten (voor ouderen) is van oudsher ook een verbinding gelegd met zorg/dienstverlening Bij brede scholen zijn de drie basispartners de scholen, het sociaal-cultureel werk en de kinderopvang. Bij nieuwbouw van scholen en accommodaties voor sociaal-cultureel werk wordt tegenwoordig ‘vaak’gekeken naar de mogelijkheden van een multifunctioneel concept. Hierbij kan nog worden opgemerkt, dat de geselecteerde projecten niet altijd een successtory behoeven te zijn. Van ‘mislukte’projecten kan ook heel veel geleerd worden. De analyse van de voorbeeld projecten is opgenomen in hoofdstuk 5. Voor de checklist wordt verwezen naar bijlage 2 en voor de beschrijving van de voorbeeldprojecten naar bijlage 3.
7
3. Multifunctionele accommodaties: een literatuurverkenning 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk bieden wij een beknopte literatuurverkenning over multifunctionele accommodaties. Gezien de groeiende stroom aan publicaties en conferenties over multifunctionele accommodaties en vanwege de grote belangstelling voor dit onderwerp, was dit geen eenvoudige opgave. Bij de selectie hebben wij ons beperkt tot publicaties van recente datum. Na de behandeling van een tweetal publicaties van het NIZW met een algemene strekking gaan wij vervolgens in op de betekenis van multifunctionele accommodaties voor dorpshuizen, de zorgsector/wijksteunpunten en de Brede school. Daarmee vormt dit hoofdstuk de opmaat voor de eigen materiaal verzameling, die in hoofdstuk 4 en 5 wordt gepresenteerd.
3.2 Algemeen Door het NIZW en het LCO is een publicatie samengesteld over ‘gemengde bedrijvigheid in plattelandsgebouwen’3 In deze publicatie wordt een beschrijving gegeven van 23 multifunctionele accommodaties, gerubriceerd in de volgende categorieën: - multifunctionele gemeenschapsaccommodaties (6x); - brede scholen (3x); - woonzorgcomplexen (2x); - gemeenschapsinitiatieven (2x). Op grond van een analyse van deze projecten, alsmede interviews met een aantal experts komen de schrijvers tot de opstelling van 20 gouden regels. Van deze regels vermelden wij de volgende: 1. multifunctionaliteit heeft het meest aan een humorvolle houding: aan flexibiliteit, vindingrijkheid en het enigszins relativeren van regels; 2. multifunctionaliteit is niet voor alle situaties de beste oplossing; 3. waardeer weerbarstige praktijken; 4. schaalvergroting en professionalisering is in dorpen niet altijd een verbetering van de bestaande situatie; 5. zoek voor begrotings- en exploitatieadviezen hulp bij professionals; 6. initiatieven die vanuit de bevolking worden gedragen, hebben de meeste kans van slagen. Van deze regels kan gesteld worden, dat zij sturing kunnen geven aan het denken over en het handelen bij de totstandkoming van multifunctionele accommodaties. Voor degenen, die daadwerkelijk met een multifunctionele accommodatie aan de slag willen biedt een andere recente publicatie van het NIZW4 veel mogelijkheden. Hierin worden een aantal belangrijke vragen behandeld. Tevens is een werkboek bijgevoegd, waarmee toekomstige participanten in een multifunctionele voorziening aan de slag kunnen. De vragen, die in deze publicatie van het NIZW aan de orde komen zijn: a. het waarom van een multifunctionele accommodatie; b. het wat van multifunctionaliteit; c. welke voorwaarden passen bij welke vorm van multifunctionaliteit; d. waar zijn de grenzen aan een multifunctionele accommodatie. 3
Radboud Engbersen en Dick Meesterberends, ev: Gemengde Bedrijvigheid in Plattelandsgebouwen; over multifunctionele accommodaties voor het jonge kind, ouders, ouderen en de lokale gemeenschap, NIZW en LCO Zwolle, april 2004 4 Sandra Ball en Astrid van der Kooy: Meer dan één gebouw; een formule voor het vormgeven van een succesvolle multifunctionele accommodatie, NIZW Sociaal Beleid, juli 2004
8
Aan de hand van citaten en een beknopte samenvatting van de NIZW publicatie zullen deze vragen worden beantwoord. Ad. a Het waarom van een multifunctionele accommodatie ‘Een multifunctionele accommodatie is een gebouw waarin meerdere voorzieningen onderdak krijgen. Vaak hebben meerdere instellingen nieuwbouw nodig. Deze gezamenlijke behoefte wordt aangegrepen om een multifunctionele accommodatie te creëren.’ De keuze voor gezamenlijke huisvesting wordt beïnvloed door drie maatschappelijke ontwikkelingen. Bij elke ontwikkeling passen één of meer doelstellingen voor multifunctionele accommodaties. Als maatschappelijke ontwikkelingen worden genoemd: 1. efficiency in ruimte en tijd; 2. stimuleren van sociale integratie; 3. geïntegreerd aanbod.
Uitgewerkt naar doelen wordt het volgende genoemd: Maatschappelijke ontwikkeling 1:efficiency in ruimte en tijd - efficiënter gebruik van de (schaarse) ruimte; - behoud van (schaarse) voorzieningen; - beter ruimtelijk afstemmen van aanbod (diensten en activiteiten) door de fysieke nabijheid van voorzieningen.
Maatschappelijke ontwikkeling 2: stimuleren van sociale integratie - sociale integratie tussen gebruikersgroepen stimuleren: elkaar ontmoeten, leren kennen en ondersteunen; - nieuwe vormen van sociale steun stimuleren.
Maatschappelijke ontwikkeling 3: geïntegreerd aanbod - betere afstemming door inhoudelijke samenwerking tussen voorzieningen; - inhoudelijke vernieuwing van het aanbod van diensten en activiteiten; - integratie van dienstverlening. ‘Er bestaat geen hiërarchie in doelen. Wel is het van belang de doelen eerst nauwkeurig vast te stellen, zodat de onderlinge verwachtingen eerlijk en helder op tafel liggen. Bovendien heeft de keuzen van de doelen consequenties voor de vorm van de multifunctionaliteit van het gebouw.’’
Ad b. Het wat van functionaliteit De doelen die samenwerkingspartners stellen hebben consequenties voor de mate waarin de verschillende partners binnen het gebouw met elkaar samenwerken en voor de mate waarin instellingen hun eigen identiteit in termen van ruimte en aanbod delen en behouden. Onderscheiden worden vier vormen van multifunctionaliteit: dakdeler, ruimte deler, samenwerken en samengaan.’’ Ad c. Welke voorwaarden passen bij welke vormen van multifunctionaliteit ‘In een succesvolle accommodatie komen doelen, vorm en voorwaarden overeen. Dat betekent, dat de samenwerkingspartners bereid moeten zijn om te investeren in de voorwaarden. Anders kunnen de doelen niet bereikt worden.’ Dit vereist bij de samenwerkingspartners helderheid over: - de visie op dienstverlening; - de rol van het management;
9
-
beheer en exploitatie; planning van ruimten; coördinatie van activiteiten; personeel.
Ad d: Grenzen aan een multifunctionele accommodatie ‘Bij dit onderwerp komen de volgende vragen aan bod: 1. Hoe past deze voorziening binnen de bredere visie op spreiding van voorzieningen in de wijk/ de stad/het dorp? 2. Is er voor de gebruikers genoeg ruimte binnen de voorziening om zich binnen hun eigen instelling thuis te voelen? 3. Is er een balans tussen de voorzieningen vertegenwoordigd in het gebouw of is er één instelling dominant? 4. Welke uitdagingen biedt de keuze van de samenwerkingspartners? Voorzieningen gericht op één doelgroep leiden tot meer identificatie met het gebied, maar bemoeilijken het contact tussen verschillende doelgroepen. Sectoroverschrijdende voorzieningen bieden mogelijkheden voor nieuwe ontmoetingen en nieuwe dwarsverbanden tussen gebruikers en voorzieningen.’5
3.3 Dorpshuizen In 2001 hebben het NPI/IMCO (thans PRIMO nh) een onderzoek uitgevoerd naar de NoordHollandse dorpshuizen6 Dit onderzoek betreft een enquête onder dorpshuisbesturen in Noord-Holland. Van de 125 bij PRIMO nh geregistreerde dorpshuizen hebben er 43 het enquêteformulier teruggestuurd. De probleemstelling van de enquête luidde: “Welke gebruiksfuncties hebben dorpshuizen op dit moment en wat zijn de verwachtingen voor de nabije toekomst?” ‘De gebruikers van het dorpshuis zijn grotendeels de gebruikers van oudsher, zoals verenigingen, gericht op vergadering en ontmoeting. Daarnaast is er een klein aantal dorpshuizen, dat zich meer ontwikkelt tot multifunctionele servicecentra. Deze dorpshuizen bieden naast ruimte voor verenigingen en ontmoeting ook voorzieningen, zoals (para)medische en kinderopvang’. ‘De verwachtingen naar de toekomst zijn (in het onderzoek) niet uitvoerig naar voren gekomen, wel zijn er een groot aantal problemen genoemd. Kort samengevat zijn dit de volgende problemen: geen kostendekkende exploitatie, beheer, vrijwilligers werven en motiveren, het onderhoud van de accommodatie en de subsidierelatie met de gemeente. De meeste dorpshuizenbestuurders zien dus bedreigingen, maar een aantal ook kansen, zoals het organiseren van activiteiten, nieuwbouw of actief beleid. Bijna de helft heeft plannen om te verbouwen.’ In het rapport over de dorpshuizen en multifunctionaliteit in Friesland 7 worden een aantal aanbevelingen geformuleerd, die voor het overgrote deel ook voor Noord-Holland van betekenis zijn. Hieronder worden deze aanbevelingen in een eigen formulering weergegeven. Daarnaast worden met behulp van enkele citaten uit het rapport deze aanbevelingen nader toegelicht.
5
Voor meer informatie wordt verwezen naar de NIZW publicatie (zie noot 3) Dorpshuizen in Noord-Holland; een inventariserend onderzoek naar de functies en het gebruik van dorpshuizen, NPI-IMCO, april 2001
6
7
rapport: Functionele oplossingen voor multifunctionele vraagstukken; een zoektocht naar de rol van dorpshuizen/multifunctionele centra voor een leefbare toekomst en een goed voorzieningenniveau in de Friese dorpen; DBF, Equa, FLD, SDF, juni 2003.(hoofdstuk 4)
10
Aanbevelingen uit het Friese rapport 1. Het opstellen van een voorzieningenspreidingsplan per gemeente/regio is wenselijk Toelichting ‘Het besluit tot een nieuw multifunctioneel centrum of het onderbrengen van voorzieningen bij bestaande accommodaties is niet altijd het resultaat van zorgvuldige afwegingen. Toevalligheden zoals de huisvestingsbehoeften van bepaalde partijen, een beschikbaar investeringsbudget, politiek/ambtelijke ambitie of een strijdbaar dorp zijn vaak een aanleiding. Lange termijn visie, afstemming op het voorzieningenniveau in de regio en het inspelen op maatschappelijke ontwikkelingen is belangrijk voor de duurzaamheid van de te kiezen oplossing.’ ‘In het plan komt (onder meer) tot uiting of er gebruik gemaakt moet worden van bestaande accommodaties of dat een nieuw multifunctioneel centrum wenselijk is. Het plan zal in samenwerking met de dorps- en plaatselijke belangen worden opgesteld’ 2. De mogelijkheden voor netwerkconstructies dienen volledig benut te worden. Toelichting ‘Momenteel worden door veel instellingen initiatieven tot een zogenaamd eerste loket ontwikkeld.’ Voor de potentiële cliënten levert dit een volstrekt onoverzichtelijke situatie op. ‘Wanneer samenwerking tussen alle betrokkenen een meerwaarde oplevert in het aanbieden van diensten dan is het zorgvuldig onderzoeken van netwerkconstructies van eminent belang voordat wordt ingezet op gezamenlijke huisvesting in een multifunctioneel centrum om dit doel te bereiken.’ 3. Multifunctionele accommodaties zijn geen panacee voor alle kwalen Toelichting ‘Wanneer verschillende partijen een huisvestingsbehoefte hebben en een redelijke schaalgrootte voorhanden is (We denken vooral aan kernen boven de 1500 inwoners) kan een nieuw multifunctioneel centrum gerealiseerd worden. Gemeenten zullen in veel gevallen hiertoe de regie voeren en als hoofdfinancier optreden.’ ‘Juist multifunctionaliteit brengt vele nieuwe complexe kwesties met zich mee … … … … .’Beter ( dan een investeringsregeling voor MFA’s) is dat de provincie gaat investeren in het beschikbaar stellen van kennis en ondersteuning bij het realiseren- en exploiteren van multifunctionele accommodaties (waaronder samenwerkingsprocessen), het opzetten van multifunctionele netwerken(MFN) en ondersteuning van vrijwilligers. 4. Een integrale benadering van het aanbieden en organiseren van diensten op het terrein van wonen, zorg, welzijn en educatie is noodzakelijk. Toelichting ‘De tendens van aanbodgerichte naar vraaggerichte beschikbaarheid van diensten zal zich voortzetten en betrokkenheid en draagvlak in dorpen zal essentieel blijken. De integrale benadering heeft consequenties voor het vraaggericht werken van de steunfunctie organisaties. De nieuwe plattelands problematiek vraagt bundeling van kennis en ervaring op een breed terrein en expertise in de uitvoering.’ Ook in deze rapportage zijn een aantal MFA’s in kaart gebracht. De checklist voor het beschrijven 8 van multifunctionele centra in het Friese onderzoek(2003) omvat de volgende items: ? ? Startdatum ? ? Welke functies zijn hier gecombineerd? 8
Functionele oplossingen voor multifunctionele vraagstukken: een zoektocht naar de rol van dorpshuizen/multifunctionele centra voor een leefbare toekomst en een goed voorzieningenniveau in de Friese dorpen.
11
?? ?? ?? ?? ?? ?? ?? ?? ??
Is de huidige vorm bedacht of gegroeid? Waarom voor deze vorm gekozen? Hoe is de samenwerking bestuurlijk geregeld? Hoe is de samenwerking financieel geregeld? Hoe is de samenwerking praktisch geregeld? Wat zijn hier de voordelen van multifunctionaliteit? Wat zijn hier de nadelen van deze multifunctionaliteit? Wat zou u absoluut precies zo doen als het opnieuw werd opgericht? Wat zou u absoluut anders doen als het opnieuw werd opgericht?
3.4 Wijksteunpunten Multifunctioneel bouwen in de ouderenzorg heeft zich in Noord-Holland vooral toegespitst op de ontwikkeling van wijksteunpunten en wijksteunpunten plus. Door de reductie van het aantal verzorgingshuisplaatsen is een ontwikkeling in gang gezet om zelfstandig wonende ouderen te ondersteunen vanuit wijksteunpunten. In de oude provinciale subsidieregeling (van Noord-Holland)9 wordt een wijksteunpunt als volgt omschreven: ‘Een centraal gelegen ruimte waarin en/of van waaruit zorg- en dienstverlening wordt georganiseerd aan zelfstandig wonende ouderen.’’ In de vigerende subsidieregeling wijksteunpunten ‘plus’, is deze voorziening uitgebreid tot: ‘Een accommodatie, waarin en waaruit al dan niet professionele, wijkgebonden, zorg- en dienstverlening wordt verstrekt aan zelfstandig wonende ouderen en andere zorgvragers.’’ Anno 2003 waren er volgens de nota wijksteunpunten beleid ca. 20 initiatieven met behulp van de wijksteunpuntenregelingen gerealiseerd. Onderscheid kan hierbij worden gemaakt tussen wijksteunpunten, die deel uitmaken van woonzorgcentra en wijksteunpunten, die gelieerd zijn met complexen seniorenwoningen. Met name deze laatste categorie heeft veel overeenkomsten met de al veel langer bestaande dienstencentra voor ouderen. Het huidige provinciale beleid10, waarin ook de vigerende wijksteunpuntenregeling is opgenomen, biedt sturingsmogelijkheden om een wijkgericht, integraal en samenhangend aanbod van wonen, welzijn en zorg te realiseren. Hierbij dient wel de kanttekening te worden gemaakt, dat bij de Provincie Noord-Holland financiële middelen beschikbaar zijn voor vijf pilot-projecten. Daarnaast zal vanuit PRIMO de opgedane ervaringen in de pilot-projecten overgedragen worden naar andere gemeenten. Voor (de ontwikkeling van) de wijksteunpunten/dienstencentra als multifunctionele accommodatie betekent dit niet alleen een verbreding van doelgroepen, maar ook van functies, die kunnen worden aangeboden. Voor vragen die hierbij aan de orde komen geeft het cahier Multifunctioneel bouwen in de ouderenzorg11 passende antwoorden. ‘Zorginstellingen, kinderopvangcentra, bibliotheken, gezondheidscentra, huisartsen, scholen: op steeds meer plaatsen in Nederland ontstaan initiatieven om samen op te trekken, teneinde te 9
Zie Handboek Wijksteunpunten van de Provincie Noord-Holland; www.noord-holland.nl
10
Nota Stimuleringsprogramma Wonen Welzijn Zorg 2003-2007 en de bijbehorende deelverordening wonen, welzijn en zorg Noord-Holland 2004; van belang is hierbij tevens de koppeling met het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV 2) 11
Cahier Multifunctioneel bouwen in de ouderenzorg,van IWZ(innovatieprogramma wonen en zorg, Arcades en College bouw ziekenhuisvoorzieningen, 2004
12
komen tot realisatie van centra waar oud en jong, gezond en ziek elkaar ontmoeten en daardoor zorgen voor een levendige sfeer met uitstraling naar de wijk.’ Dit cahier biedt een handleiding aan zorginstellingen met ideeën en tips om de realisatie van multifunctionele bouwprojecten te vergemakkelijken. Hierin wordt ingegaan op multifunctionele bouwprojecten, betrokken partijen, regie, planvorming, locatiekeuze, juridische vormgeving, financiering, integratie van groepen, succesfactoren en verbeterpunten. Tevens zijn drie bijlagen bijgevoegd over: overeenkomsten, rechtsvormen en rechtspersonen. Het cahier ‘Multifunctioneel Bouwen in de Ouderenzorg’noemt de volgende succesfactoren en verbeterpunten: Succesfactoren ? ? bewust kiezen welke actoren kunnen deelnemen; ? ? krachtige regievoering belangrijk; ? ? kostenconsequenties tijdig helder maken; ? ? meerdere organisaties gebruiken multifunctionele ruimten; ? ? eigen grond bezit; ? ? scheiding aanbrengen in het proces: bij realisatie van een complexbouw project kan het soms nuttig zijn een scheiding aan te brengen in de fasen planvorming (projectontwikkeling), realisatie (bouw) en exploitatie (locatiemanagement); ? ? aanpasbaar bouwen (zo weinig mogelijk dragende binnenmuren); ? ? transmuraal centrum trekt huisartsen over de streep. Verbeterpunten ? ? aanbod beter richten op de zorgvraag; ? ? externe projectleider kan helderheid brengen; ? ? concurrentie tussen zorgaanbieders voorkomen; ? ? actievere rol van de gemeenten.
3.5 Brede scholen In 2002 is door het IMCO, thans PRIMO nh, onderzoek verricht bij de gemeenten naar de spreiding van de brede scholen in Noord-Holland. Uit het onderzoek kwam naar voren, dat van de 64 gemeenten er 36 op de één of andere manier betrokken zijn bij de Brede school. De meeste gemeenten waren zich nog aan het oriënteren met betrekking tot de randvoorwaarden rond overleg, personele inzet en financiën. Van de 36 gemeenten hebben er 12 Brede scholen, die operationeel zijn. Overigens was bij deze Brede scholen meer sprake van samenwerkingsverbanden, dan van samenwonen onder één dak. Hierbij kan worden opgemerkt, dat de Brede school maatwerk is. In de praktijk blijken er brede scholen te zijn van diverse pluimages. In een publicatie van PRIMO(2004) wordt hier het volgende over gezegd: ‘Scholen met een groot aantal leerlingen met een leerachterstand kiezen voor voorschoolse educatie en halen zorg in huis. Taalverwerving en vroegtijdige signalering van sociaal-emotionele problematiek staan centraal. Andere kiezen voor een verlengde school, huiswerkbegeleiding en cultuureducatieve projecten’om de leerprestatie te verbeteren en sociale competentie te verhogen. Weer anderen richten zich op de opvang voor – en na schooltijd met het doel werkende ouders te ontlasten.’ Voor een deel vinden deze activiteiten op school plaats, maar voor ander deel vinden deze activiteiten plaats in de accommodaties van de samenwerkingspartners. De nieuwbouw van scholen is in de afgelopen jaren in een beperkt aantal situaties gecombineerd met de realisatie van kinderopvang en andere welzijnsvoorzieningen onder één dak. Of dat ook geleid
13
heeft tot inhoudelijke samenwerking, gemeenschappelijk gebruik van ruimten, enz. zal nader onderzocht moeten worden’12 In het Businessplan voor Brede Scholen in multifunctionele accommodaties13, staat vermeld, dat er 2003 500 brede scholen operationeel zijn, waarvan maar liefst 64% gevestigd in een multifunctionele accommodatie. Alle aanleiding voor de opstelling van een businessplan, met behulp waarvan de deelnemers aan de brede school vooraf kunnen bepalen onder welke voorwaarden de accommodatie voor de deelnemers haalbaar en betaalbaar is. Dit businessplan is daarmee een vervolg op of wellicht beter: een preambule voor de ‘Leidraad voor Multifunctionele Accommodaties’14 In deze Leidraad voor Multifunctionele Accommodaties wordt geconstateerd, dat de dagindeling van taakcombineerders (mensen, die arbeid en zorg combineren) onder druk komt te staan. ‘De fysieke sociale infrastructuur in ons land is niet afgestemd en ingericht op de eisen van de nieuwe gebruikers. De uitdaging ligt verscholen in een betere facilitering van de taakcombinerende ouders. Dit kan onder meer gebeuren door het realiseren van multifunctionele accommodaties(combinaties van voorzieningen voor onderwijs, opvang en vrije tijd onder één dak) of in netwerkconstructies’. Beide verschijningsvormen zijn voorwaardenscheppend voor het aanbieden van dagarrangementen aan ouders en kinderen. Een dagarrangement is een doorlopend en sluitend aanbod van voorschoolse opvang, onderwijs, onderwijs, opvang tussen de middag en een scala van activiteiten na schooltijd. ‘Hoewel samenwerking het centrale begrip is, biedt gezamenlijke huisvesting wel meer mogelijkheden voor samenwerking’concluderen de samenstellers van de Leidraad. Hierbij dient te worden opgemerkt, dat de dagindeling van de ouders slecht één van de redenen is, waarom in het kader van de Brede school tussen voorzieningen wordt samengewerkt en samengewoond, zoals reeds eerder is uiteengezet. De leidraad is opgesteld voor ambtenaren, omdat de gemeente in het tot standkomingsproces gemeente de regierol dient te vervullen. Het proces wordt in de leidraad in een aantal bouwstenen – of in onze terminologie in een aantal fasen - uiteengelegd: Bouwsteen 1 : Initiatief Bouwsteen 2 : Plandefinitie Bouwsteen 3 : Haalbaarheidsanalyse Bouwsteen 4 : Intentieovereenkomst Bouwsteen 5 : Eigendom Bouwsteen 6 : Beheer en Exploitatie Bouwsteen 7 : Programma van Eisen Bouwsteen 8 : Samenwerkingsovereenkomst Bouwsteen 9 : Realisatie Bouwsteen 10 : Evaluatie In de leidraad worden deze bouwstenen verder uitgewerkt en toegelicht met voorbeelden.
12
Tussen ambitie en weerbarstige realiteit; brede school in de praktijk:een verkenning in NoordHolland, PRIMO-nh, november 2004 13
Businessplan voor Brede scholen in multifunctionele accommodaties, samenstelling Deloitte in opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 2004 14
Leidraad voor Multifunctionele Accommodaties, samenstelling Deloitte & Touche in opdracht van de Commissie Dagarrangementen, 2002
14
4. Multifunctionele Accommodaties in Noord-Holland 4.1 Inleiding In de maand april 2004 is naar alle Noord-Hollandse gemeenten (exclusief Amsterdam) een vragenlijst verzonden. De bedoeling van dit onderzoek was om meer inzicht te krijgen in de spreiding van de multifunctionele accommodaties (MFA’s) over de Noord-Hollandse gemeenten, alsmede in een aantal kenmerken van deze accommodaties (zie ook bijlage 3). Het onderzoek beperkt zich tot de MFA’s, die na 1999 gerealiseerd zijn en de lopende initiatieven voor multifunctionele accommodaties. In dit onderzoek wordt de volgende werkdefinitie gehanteerd: ‘In een multifunctioneel centrum zijn verschillende participanten gehuisvest onder één dak, waarbij inrichting en ontwerp zo zijn vormgegeven dat bepaalde ruimten geschikt zijn voor meervoudig ruimtegebruik. De relatie van deze participanten kan verschillen van samenwonen tot samenwerken. Dorpshuizen/wijkcentra, dienstencentra voor ouderen/wijksteunpunten en een aantal brede scholen voldoen vaak aan deze definitie.” In totaal hebben 55 van de 64 Noord-Hollandse gemeenten (exclusief Amsterdam) gereageerd op de toegezonden vragenlijst. Door 16 gemeenten is aangegeven, dat er in de afgelopen 5 jaar één of meerdere MFA’s zijn gerealiseerd In totaal gaat het hierbij om 24 MFA’S. Door 36 gemeenten is vermeld, dat er in de afgelopen 5 jaar geen MFA’s zijn gerealiseerd, terwijl van 9 gemeenten geen gegevens bekend zijn. Het aantal gemeenten met initiatieven is aan zienlijk groter, namelijk 31. Deze 31 gemeenten hebben gezamenlijk 48 plannen. Alvorens op de gerealiseerde plannen en de initiatieven in te gaan worden eerst nog enkele opmerkingen vooraf gemaakt. De ingevulde vragenlijsten en de contacten met een aantal gemeenteambtenaren over de in te vullen vragenlijst maken duidelijk dat - ondanks onze poging tot begripsverheldering in de vragenlijst – multifunctionele accommodatie als term door gemeente ambtenaren niet altijd op dezelfde manier wordt uitgelegd. Door de ene ambtenaar wordt hier wat anders onder verstaan, dan door de andere. Dat heeft consequenties gehad voor het (niet) invullen van de vragenlijsten. De gepresenteerde gegevens bieden daardoor geen volledig beeld en hebben vooral een indicatieve betekenis. Opvallend is verder, dat bij sommige gemeenten(ambtenaren) weinig informatie is over de MFA’s in hun gemeenten. Niet duidelijk is of dat veroorzaakt wordt, doordat de gemeenten bij de totstandkoming van de MFA’s slecht zijdelings betrokken zijn, dan wel dat de relevante informatie versnipperd binnen de gemeentelijke organisatie aanwezig is. In ieder geval zo blijkt uit de genoemde contacten is de behoefte aan informatie over MFA’s groot.
4.2 Gerealiseerde MFA’s na 1999 bij de Noord-Hollandse gemeenten Zestien gemeenten hebben aangegeven, dat er na 1999 één of meerdere MFA’s zijn gerealiseerd. In totaal gaat het hierbij om 24 MFA’s. In deze rapportage zal aandacht worden besteed aan: - de voorzieningen, die structureel bij de MFA betrokken zijn; - de functies van deze MFA’s; - eigendom, beheer en exploitatie.
15
‘01
Blaricum Bloemendaal Castricum Drechterland Haarlem
mf.gebouw, Blaricum-Dorp Wijkstpt, Vogelenzang De Sokkerwei, Castricum Het Reigersnest, Hoogkarspel buurthuizen ontmoetingscentr. v. ouderen sporthal Spaarndam Landgoed, Zuid Eclips, Zuid Zuidwijk-Huijgenhoek, Huijgenhoek Theater Achterom, Over ’t spoor dorpshuis Abbekerk dorpshuis Hauwert Brede school, Weidevenne dorpshuis/bibl/KO, de Kwakel wijkstpt De Rozenstaete, De Goorn wijkstpt De Oever, Spierdijk jeugd/jongerencentr. Avenhorn jeugd/jongerencentr. Spierdijk vm. postkantoor, Nederhorst d Berg Brede school De Golf
‘03 ‘04 ‘02 ‘04 ? ‘00 ‘01 ’02 ’03 ‘99 ’02 ’04 ‘04 ‘04 ‘00 ‘01 ‘04 ‘03 ‘04 ‘02 ?
H’liede&Spnwd H’hugowaard
Hilversum N-Koggenland Purmerend Uithoorn W-Koggenland
Wijdemeren Zandvoort
theater wonen,geh. zorg ouderenwerk, ouderenbonden ,
x x
x
x x
x
x
anders
ouderenwerk etc., Binnenhof
x
sporthal
Bergen
x
bibliotheek
’04 ‘02
medische zorg (o.a. huisarts, fysio)
MFA Vronermeer Wijkwaard
dienstencentrum
Alkmaar
dorpshuis/wijkc.
jaar
soc.cult.werk (incl. jongerencentr.)
bestaande multifunctionele accommodatie, gerealiseerd vanaf 1999
kinderopvang, psz
gemeente
brede school
Overzicht 1: Voorzieningen die structureel bij de gerealiseerde multifunctionele accommodatie betrokken zijn.
x
x x
wonen x
onbekend x
x
x
x x x
x
wonen theater x x x x
x x x
x x
x
x
x
x
x x x
x x x
x
x x x
x
x
toelichting overzicht afkortingen: - geh.zorg = gehandicaptenzorg - wijkstpt = wijksteunpunt - bibl = bibliotheek - KO = kinderopvang selectie accommodaties: Alle opgegeven accommodaties van voor 1999 zijn niet in het overzicht opgenomen. Dit geldt eveneens voor accommodaties waarvan het multifunctionele karakter (o.i.) niet duidelijk aanwezig is. Dit betreft: een huisartsenpraktijk in een verzorgingshuis, een HOED: huisartsen onder één dak, kerken met ook een (kleine?) culturele functie en een accommodatie voor de brandweer, gehandicaptenvervoer, gecombineerd met woningen Uit het overzicht 1 kan worden afgeleid, dat in 16 gemeenten (25%) in de laatste 5 jaar dus een MFA is gerealiseerd (of meerdere). In Wester-Koggenland zelfs vier, namelijk: twee wijksteunpunten en twee multifunctionele jongerencentra.
16
Als voorzieningen die structureel bij de 24 MFA’s betrokken zijn, worden door de gemeenten de volgende genoemd: Overzicht 2: Structurele voorzieningen binnen de 24 gerealiseerde MFA’s. voorzieningen aantal % brede school 8 33% kinderopvang, peuterspeelzaal 8 33% soc.cult.werk (incl. jongerencentrum.) 7 29% dorpshuis/wijkcentrum 5 21% dienstencentrum 6 25% medische zorg (o.a. huisarts, fysiotherapeut) 4 17% bibliotheek 3 13% sporthal 4 17% anders* 6 25% *Bij de categorie ‘anders’worden de volgende voorzieningen genoemd: wonen (3x); theater (2x); ouderenwerk, ouderenbond (1x); gehandicaptenzorg(1x) Bij overzicht 2 valt op, dat bij de MFA’s de Brede school en de kinderopvang/peuterspeelzaal als structurele voorziening het meest genoemd worden. Wanneer de voorzieningencombinaties uit overzicht 1 worden bezien, vallen de volgende dingen op: - de brede scholen vormen zelfstandig de MFA of maken tezamen met de kinderopvangvoorziening hier deel vanuit; alleen in Purmerend is een brede school gecombineerd met kinderopvang, het sociaal-cultureel werk en de bibliotheek; - de kinderopvang/peuterspeelzalen worden zowel gecombineerd met brede scholen/ onderwijs, als met het sociaal-cultureel werk/dorpshuizen en dienstencentra/ wijksteunpunten; - de voorziening sociaal-cultureel maakt deel uit van verschillende combinaties van voorzieningen in de MFA; het jeugd- en jongerencentrum wordt vaak apart als MFA genoemd; - de dorpshuizen zijn binnen de MFA gecombineerd met kinderopvang, het sociaal-cultureel werk, dienstencentra/wijksteunpunten, gezondheidsvoorzieningen, de sporthal en de bibliotheek; - het dienstencentrum/wijksteunpunt wordt door de gemeenten zowel als zelfstandige drager(hoofdgebruiker) van de MFA als in combinatie met andere structurele partners binnen de MFA genoemd; - binnen de MFA komen de bibliotheek en de sporthal altijd in combinatie met andere structurele partners voor. Ook is gevraagd naar de functies, die binnen de 24 MFA’s worden vervuld. In het volgende overzicht wordt dit in beeld gebracht. Overzicht 3: Functies binnen de gerealiseerde MFA’s. functies Aantal % ontmoeting en recreatie 18 75% cultuur 5 21% (gezondheids)zorg 4 17% kinderopvang / peuterspeelzaal 14 58% onderwijs 8 33% educatie/vormingswerk volwassenen 1 4% sport en bewegen 3 13% werkgelegenheid 0 -detailhandel e.d. 0 -anders* 2 8% *bij ‘anders’werden genoemd: wonen (3x), ouderenbond e.d. (1x)
17
Bij dit overzicht springen er 3 functies uit: - de functie ontmoeting en recreatie; - de functie kinderopvang/peuterspeelzalen; - de functie onderwijs. De hoge score van de functie ontmoeting en recreatie wordt veroorzaakt doordat dit (één van) de kernfunctie(s) is van de dorpshuizen en de dienstencentra/wijksteunpunten. Zowel dorpshuizen als dienstencentra/wijksteunpunten kunnen als dragende voorzieningen(hoofdgebruiker) worden gezien voor MFA’s. Dit zelfde geldt voor onderwijs. De hoge score voor de functie kinderopvang/peuterspeelzaal kan worden verklaard, doordat deze functie in de praktijk gemakkelijk te combineren is met alle dragende voorzieningen in de MFA. De gegevens over eigendom en exploitatie zijn slechts gedeeltelijk bekend. Uit de ingevulde formulieren kan worden afgeleid, dat de gemeenten vaak eigenaar zijn. Ook is de accommodatie soms in handen van één van de ‘dragende’partijen (hoofdgebruikers), terwijl in toenemende mate woningcorporaties hierin een rol gaan vervullen. Voor wat betreft het realiseren van een sluitende exploitatie zijn veel MFA’s afhankelijk van gemeentelijke subsidies. Een aantal gemeenten geven aan, dat aan de MFA’s geen subsidies verstrekt worden. Nader bezien moet worden of bijvoorbeeld de huur aan de exploiterende en beherende instanties van deze MFA’s door investeringsbijdragen van de gemeenten ‘kunstmatig’ laag kan worden gehouden. Ten aanzien van eigendom, beheer en exploitatie van de gerealiseerde MFA’s worden door de gemeenten geen knelpunten genoemd.
4.3 Initiatieven voor MFA’s bij de Noord-Hollandse gemeenten In bijna de helft van de Noord-Hollandse gemeenten (31)zijn er initiatieven voor MFA’s. Bij 24 gemeenten zijn er nog geen plannen, terwijl van 9 gemeenten dit niet bekend is. Door deze gemeenten zijn in totaal 48 MFA’s genoemd. In het volgende overzicht wordt dit in beeld gebracht.
18
Enkhuizen Graft-de Rijp H’lemmermeer Heemskerk H’hugowaard Hilversum
Huizen Langedijk Laren Medemblik Oostzaan
Ouder-Amstel Purmerend Schagen Uithoorn Velsen Venhuizen Waterland
project IJsselmeerstraat, Nw Den Helder project Centrumplan, Nw Den Helder
‘05-’06 ‘05-‘06
o.a. kdv,huisarts,sport, in centrum evt. pand van een stichting Brede school soc.med.centrum, Broekpolder Brede school (oude kern) wijkcentr. plangebied De Horst voorzieningencluster, Zuid Sporthal, Kerkelanden Poppodium Tagrijn, centrum Brede school kinderkamp, Nieuw-oost projecten in kader ISV, Noord Multistrip … , Over ‘t Spoor Holleblok, Huizermaat … … … , Stad en Lande cult.educatief centr., Zuid-Scharwoude onderwijs/welz. complex zorgcentrum … … … … .., Medemblik cult.centr., in centrum Oostzaan
n.n.b. ‘06 ‘06 ? ? ‘06-’07 ‘06-‘07 ’07 ’08 ’08 ‘08-’10 ‘09 ‘07-’08 ? ’07 ‘05 ‘04-‘05 ‘05 ‘05-‘06
mogelijk Brede school in MFA school + zorginstell., Weidevenne school + sportver. + psz, Wheermolen-Wst onderzoek MFA in vm gemeentehuis Brede school, Legmeer-West Groot Helmduin, Zee- en Duinwijk Zeewegterrein, IJmuiden-Zuid Dorpshuis ’t Centrum, Venhuizen dorpshuis ’t Trefpunt, Marken
? ’06 ‘07 ? ‘05-‘06 ? ‘07 ‘04-‘05 ‘04
19
x x
x
anders
x
sporthal
x x x
bibliotheek
medische zorg (o.a. huisarts, fysio)
‘05-’10 ‘06/’07 ‘06-’07 ‘10 ? ? ? ‘05/’06 ‘05/’06 ’06
dienstencentrum
3 tot 5 wijksteunpunten, Aalsmeer Brede school, Nieuw Oosteinde Amstelveen wijkcentr., Keizer Karelpark wijkcentr., Noord Anna Paulowna Brede school Beemster school/ko/buurthuis, ZO-Beemster Bergen Brede school, Saenegheest Bussum Brede school/sport Gezondheidscentr./stpt ouderen Den Helder mfc Speel&Avonturenpark, Julianadorp
dorpshuis/wijkc.
Aalsmeer
jaar
soc.cult.werk (incl. jongerencentr.)
initiatieven om tot een multifunctionele accommodatie te komen
kinderopvang, psz
gemeente
brede school
Overzicht 4: Voorzieningen die structureel bij de initiatieven voor multifunctionele accommodaties betrokken zijn.
x x n.n.b.
x x x
x x x
verder n.b. school (TenO)
x x? x x
x x x
x
x
x
x
x
x
x x x
politie/GIP/ atelier vrouwencen tr winkels (n.n.b.) n.n.b.
x x x x x
x
verder n.b.
x x x
x
x x
x
x x
x x x
oa muzieksch n.b. n.n.b. o.a. gem.hs/ politie/winke ls verder n.b. n.b. n.b. cultuur?
x
x
x x x
verder n.b. n.b. verder n.b. n.b. n.b.
x x x
x x
x
x
x x
x
verder n.b. n.n.b. bank
Weesp Wervershoof W-Koggenland Wieringermeer Wognum Zandvoort
Brede school MFA (2 scholen, psz), in centrum … … … … .., in centrum wijkstpt Vijverstaete mfc , Kreileroord Brede school, Middenmeer Brede school (vage plannen) Medisch Centr./stpt Ouderen
’09 ‘06 ‘06 ‘05 ’05 ‘06 ? ?
x
verder n.b. n.b. x
x x
x verder n.b. diverse part.
x x x?
x
x? x
x
x
Van de 48 initiatieven zijn nog niet alle voorzieningen, die structureel bij de MFA‘s betrokken worden bij de gemeenten bekend. Desondanks zijn er een aantal duidelijke trends zoals de onderstaande overzichten laten zien. Overzicht 5: Structurele voorzieningen binnen de initiatieven voor MFA’s. voorzieningen aantal % brede school 22 46% kinderopvang, peuterspeelzaal 10 21% soc.cult.werk (incl. jongerencentrum.) 2 4% dorpshuis/wijkcentrum 13 27% dienstencentrum 8 17% medische zorg (o.a. huisarts, fysiotherapeut) 10 21% bibliotheek 5 10% sporthal 7 15% anders* 8 17% naast genoemde voorz. verder niet bekend 8 17% nog niet bekend 5 10% in het geheel niet bekend 7 15% *Bij ‘anders’werden genoemd: school, politie, gemeentelijk informatiepunt, atelier, vrouwencentrum, winkels, muziekschool, gemeentehuis en ‘diverse partijen’. Bij 22 (46%) van de 48 initiatieven voor een MFA is een brede school structureel betrokken. Bij 13 initiatieven (27%) is er een dorpshuis/wijkcentrum betrokken en bij 8 initiatieven (17%) een dienstencentrum/wijksteunpunt. Wanneer de combinaties van de voorzieningen worden bezien, dan kan het volgende worden opgemerkt: - Brede scholen vormen tezamen met kinderopvang bij meer dan de helft van de Brede school initiatieven zelfstandig de MFA; bij een aantal brede school initiatieven wordt deze gecombineerd met plannen voor een dorpshuis/wijkcentrum, en/of bibliotheek, en/of sporthal. - dorpshuizen/wijkcentra worden bij de initiatieven voor MFA’s ‘verbreed’door een combinatie met andere voorzieningen; in deze combinaties komen alle andere voorzieningen aan bod; - dienstencentra/wijksteunpunten worden in de initiatieven voor MFA’s gecombineerd met dorpshuizen/wijkcentra en/of voorzieningen in de (medische) zorg; - kinderopvangvoorzieningen /peuterspeelzalen zijn een gewilde partner bij de initiatieven voor alle soorten MFA’s; - de sporthal wordt bij de initiatieven vooral in combinatie gezien met de Brede school en het dorpshuis/wijkcentrum; - de bibliotheek tenslotte kan zowel onderdeel uitmaken van een MFA met een brede school, een dorpshuis/wijkcentrum, als van een cultureel educatief centrum. Ook is er gevraagd naar de functies, die binnen de initiatieven voor MFA’s aan de orde komen. In het volgende overzicht wordt dit in kaart gebracht
20
Overzicht 6: Functies binnen de initiatieven voor MFA’s. functies aantal % ontmoeting en recreatie 23 48% cultuur 13 27% (gezondheids)zorg 11 23% kinderopvang / peuterspeelzaal 27 56% onderwijs 26 54% educatie/vormingswerk volwassenen. 10 21% sport en bewegen 10 21% werkgelegenheid 1 2% detailhandel e.d. 4 8% anders* 5 10% naast genoemde functies verder niet 5 10% bekend nog niet bekend 3 6% in het geheel niet bekend 4 8% *Bij ‘anders’werden genoemd: scouting, woonzorg, tienerwerk, gemeentehuis. Bij meer dan de helft van de initiatieven worden onderwijs en kinderopvang/peuterspeelzalen genoemd. De functie ontmoeting en recreatie wordt bij iets minder dan de helft van de initiatieven genoemd. Deze laatste functie is één van de kernfuncties binnen dorpshuizen/wijkcentra en dienstencentra/wijksteunpunten. Educatief werk en sport en bewegen worden beide bij één vijfde van de initiatieven genoemd. Verrassend is dat bij vijf initiatieven ook de functies werkgelegenheid en detailhandel worden genoemd. Ook bij de initiatieven is gevraagd naar de eigendomsverhouding, exploitatie en beheer. Bij de meeste initiatieven was het nog te vroeg om hier zinnige uitspraken over te doen. Door enkele gemeenten zijn de volgende knelpunten genoemd: - de hoge kosten welke ten laste van het welzijnsbudget van de gemeenten zullen worden gebracht; - het betrekken van accommodaties, welke in particuliere handen zijn bij de totstandkoming van MFA’s; - het ‘sluiten’van accommodaties en het verhuizen van de gebruikers van deze accommodaties naar de MFA’s wordt als een moeilijke operatie gezien; - de verzelfstandiging van dorpshuizen (t.o.v. de gemeenten).
21
5. Analyse voorbeeldprojecten 5.1 Algemeen Zoals eerder vermeld zijn de zes voorbeeld projecten van multifunctionele accommodaties (MFA) gekozen op basis van verschillende ‘kern’- activiteiten, te weten: - MFA Dorpshuis Abbekerk, dorpshuis met wijksteunpunt, bibliotheek, gezondheidscentrum, sportzaal, jongerencentrum en peuterspeelzaal - MFA Wijkcentrum Wijkwaard te Alkmaar, wijksteunpunt én buurtcentrum (sociaal cultureel werk) en woningen voor ouderen. - MFA Dorpscentrum Spaarndam, dorpshuis met sporthal, bibliotheek, kinderopvang en gezondheidscentrum - MFA Dorpshuis Venhuizen, dorpshuis met sporthal, bibliotheek, consultatiebureau, kinderdagverblijf en bank - MFA Het Reigersnest te Hoogkarspel, school (twee basisscholen), buitenschoolse opvang, peuterspeelzaal, kantoorruimte en een aula voor diverse (buurtgerichte) activiteiten - MFA De Vogelsanck te Vogelenzang, wijksteunpunt met praktijkruimten (tandarts, fysiotherapeut), woningen voor ouderen, bibliotheek, peuterspeelzaal en kantoorruimte. Geconstateerd kan worden, dat er geen duidelijk omlijnde criteria zijn met betrekking tot de vraag wanneer een accommodatie wordt aangemerkt als een MFA. Strikt naar de letterlijke betekenis genomen is een dorpshuis of een buurtcentrum op zich al een multifunctionele accommodatie. Immers de accommodatie wordt gebruikt voor meerdere functies zoals ontmoeting, vergadering, cursussen, diverse activiteiten en dergelijke voor verschillende groepen (jongeren, ouderen, mensen met een functiebeperking). Hier wordt evenwel met het begrip MFA aangegeven, dat er een ‘bredere’functie is/wordt gerealiseerd, dan de oorspronkelijke functie. Daarbij speelt niet alleen de vraag of de ruimten multifunctioneel worden gebruikt, maar speelt ook mee de vraag of meerdere functies in de accommodatie zijn/worden ondergebracht. Daarbij wordt dan het sociaal-cultureel werk (dorpshuis en buurthuis) als één functie gezien. In een MFA zien we derhalve meerdere functies gecombineerd zoals: - sociaal cultureel werk - gezondheidscentrum (Hoed/Goed) - bibliotheek - sportzaal/hal - wijksteunpunt voor ouderen - dorpshuis - bijzondere woonvormen (ouderen, gehandicapten) - onderwijs - buitenschoolse opvang - publieksfuncties zoals infobalie, postkantoor, apotheek, bank e.d. Uitgangspunt voor het in beeld brengen van een zestal voorbeeldprojecten is het inzichtelijk maken van het proces van initiatief tot en met het gebruik van de accommodatie en de overwegingen die daarbij hebben gespeeld. Daarbij wordt de volgende fasering aangehouden: 1. initiatieffase 2. planvormingfase 3. realisatiefase 4. exploitatiefase Een ander belangrijk uitgangspunt was de voorwaarde, dat het project van recente datum moest zijn. Eén en ander heeft evenwel tot gevolg, dat van een aantal projecten de exploitatiefase niet kon worden meegenomen, omdat de nieuwe of aangepaste accommodatie nog niet in gebruik is genomen. (Abbekerk en Venhuizen)
22
5.2 Initiatieffase Rol gemeente Bij het merendeel van de onderzochte projecten blijkt de gemeente de initiatiefnemer te zijn geweest tot het realiseren van een MFA. Alleen de projecten in Spaarndam en Vogelenzang kunnen worden gezien als een particulier initiatief van respectievelijk het bestuur van het Dorpshuis en de Stichting Woonzorg Nederland/ Stichting Meerleven. In Alkmaar was de eerste aanzet weliswaar het particulier initiatief, maar is vrij snel overgenomen door de gemeente. In de gemeente Venhuizen lag het initiatief voor de realisering van de MFA ook bij het bestuur van het Dorpshuis, maar daar is aan vooraf gegaan het initiatief van de gemeente om te komen tot een nieuw Dorpshuisbestuur, met de opdracht om een nieuwe (MFA) accommodatie te realiseren. In vrijwel alle gevallen blijkt de gemeente een centrale rol te vervullen in de initiatieffase. Veelal als directe initiatiefnemer (Alkmaar, Abbekerk en Hoogkarspel), of als belangrijke financier van de accommodatie (Venhuizen, Vogelenzang en Spaarndam). Hierbij zij aangetekend, dat de rol van de gemeente bij de totstandkoming van de MFA in Spaarndam relatief beperkt was. Aanleiding In bijna alle gevallen van de zes voorbeeldprojecten, blijkt de directe aanleiding voor het realiseren van een MFA te zijn een fysiek accommodatieprobleem. Het overzicht ziet er als volgt uit: - In Alkmaar werd de aanleiding gevormd door de sluiting van het verzorgingshuis De Dillenburg. - In Hoogkarspel moest een nieuwe accommodatie worden gerealiseerd voor de katholieke basisschool en de peuterspeelzaal. - In Venhuizen was het bestaande dorpshuis toe aan een grondige renovatie. - In Vogelenzang moest het verzorgingshuis sluiten. - In Spaarndam voldeed de sportzaal niet meer voor een aantal wedstrijdsporten en werd de huur opgezegd van de door de Thuiszorg gehuurde ruimte. - In Abbekerk moest het dorpshuis grondig worden gerenoveerd. Echter in Spaarndam speelt zeker mee, dat met name het bestuur van het dorpshuis er bewust naar heeft gestreefd om zoveel mogelijk functies onder te brengen in één accommodatie, te weten het dorpshuis. Uitgangspunt daarbij was om zoveel mogelijk functies voor het dorp centraal bij elkaar te brengen. Overwegingen van een zekere ‘synergetische’meerwaarde bij samenvoegen of integratie van functies heeft daarbij niet gespeeld. In Alkmaar is in de initiatieffase door de betrokkenen wel duidelijk uitgesproken, dat de MFA ‘meerwaarde’zou moeten opleveren voor de zorg en dienstverlening aan ouderen en gehandicapten. In Abbekerk kan het initiatief om te komen tot een MFA echter ook worden gezien als een bewust ingezette beleidsontwikkeling binnen de gemeente. Immers de noodzakelijk geachte renovatie van het dorpshuis kwam voort uit het expliciete beleid van het gemeentebestuur ten aanzien van de taak en functie van het dorpshuis. Het dorpshuis werd/wordt gezien als een soort basisvoorziening, waarvoor geldt: “Een dorpshuis heeft een spilfunctie binnen de betreffende dorpsgemeenschap. Het moet een centrale plek zijn voor ontmoeting en moet onderdak bieden aan het locale verenigingsleven” Overleg partners Bij de meeste projecten is er sprake geweest van goed overleg in de initiatieffase met de partners van de te realiseren MFA. Wel zijn er belangrijke verschillen in de vorm van overleg te signaleren: In Alkmaar is op initiatief van de gemeente door de partners gewerkt aan het opstellen van een programma van eisen voor de architect. In Abbekerk heeft de gemeente ‘ronde tafelgesprekken’georganiseerd met betrokkenen, welke de basis hebben gevormd voor het bestuur van het Dorpshuis om de plannen verder te ontwikkelen. In Vogelenzang is overleg geweest tussen Woonzorg Nederland, Zorgcontact en de gemeente. De gemeente heeft zorg gedragen voor de afstemming op andere betrokkenen. In Spaarndam heeft het bestuur Dorpshuis – vaak bilateraal - overleg gepleegd met gemeenten (Haarlem en Haarlemmerliede en Spaarnwoude), de Raad van Gebruikers en partners van de MFA. In aansluiting daarop is door het bestuur een ontwerpplan opgesteld.
23
In Hoogkarspel heeft de gemeente de partners ook in de initiatieffase bij de plannen betrokken. In Venhuizen zijn de gebruikers/partners in de initiatieffase het minst betrokken geweest bij de plannen. Richtinggevend hierbij was de opdracht van de gemeente aan het ‘nieuwe’dorpshuisbestuur om te zorgen voor een nieuwe accommodatie. De nieuwe bestuursleden zijn wel geworven bij de gebruikers en binnen de dorpsgemeenschap.
5.3 Planvormingfase Onderzoek en begeleiding Bij de door ons in beeld gebrachte voorbeeldprojecten is voor het merendeel geen aanvullend onderzoek gedaan naar de haalbaarheid, casu quo. het draagvlak voor een MFA. Alleen in Alkmaar heeft een dergelijk onderzoek wel plaatsgevonden. De resultaten daarvan waren positief. Echter bij het onderzoek is er wel vanuit gegaan, dat onder meer een ‘oude’accommodatie zou sluiten en dat er extra subsidie voor activiteiten zou worden verkregen. Aan deze ‘voorwaarden’is achteraf niet voldaan. In Abbekerk heeft ook onderzoek plaatsgevonden, maar dit was meer algemeen gericht op de renovatie en exploitatie van de dorpshuizen in de gemeente. Belangrijke conclusies uit dit onderzoek waren: - er zouden meer activiteiten overdag moeten plaatsvinden - de huurtarieven zouden moeten worden geharmoniseerd - onderhoud van de dorpshuizen zou in één centrale stichting moeten worden ondergebracht. De conclusies zijn bij de verdere uitwerking van de plannen meegenomen, casu quo overgenomen. Echter het punt met betrekking tot het onderhoud van de dorpshuizen is niet overgenomen. Besloten is om het onderhoud te laten bij de afzonderlijke dorpshuisbesturen met inschakeling van de woningcorporatie De Woonschakel. Wel is in het algemeen een inschatting gemaakt van de toekomstige ontwikkelingen, zoals de te verwachten leerlingaantallen in Hoogkarspel of een inventarisatie van de wensen van gebruikers zoals in Venhuizen en Spaarndam. In slechts één situatie (Alkmaar) is voor de verdere uitwerking van de plannen en de realisatie van de MFA gebruik gemaakt van externe (van buitenaf ingehuurde) deskundigheid. Vanzelfsprekend wordt in de planvormingfase de architect betrokken bij de uitwerking van de plannen, het opstellen van het programma van eisen en de vertaling daarvan in bouwontwerpen. Ook in de planvormingfase blijkt de gemeente veelal een belangrijke en initiërende rol in het proces te vervullen. Zoals eerder vermeld is deze rol bij de projecten te Vogelenzang en Spaarndam echter beperkt tot een belangrijke financier van de MFA. Visieontwikkeling Zowel in de initiatieffase als in de planvormingfase wordt relatief weinig aandacht besteed aan de visieontwikkeling achter de realisatie van een MFA. Een belangrijke vraag is daarbij of de MFA de vorm moet krijgen van een ‘bedrijfsverzamelgebouw’, of dat de ruimten ‘multifunctioneel’moeten worden ingedeeld, of dat er sprake is van een combinatie van beiden. Alleen in Almaar en Abbekerk is een uitgangspunt geweest om te komen tot een ‘meerwaarde’van de activiteiten/functies die in de MFA geboden worden door middel van een integraal aanbod. Daarbij is echter geen structuur ontwikkeld voor de noodzakelijke samenwerking en de daarbij behorende besluitvorming. In de praktijk blijkt, dat de MFA’s van de voorbeeldprojecten allemaal zijn gerealiseerd in de vorm van een ‘bedrijfsverzamelgebouw’, met daarin een ‘multifunctionele’ruimte voor met name ontmoeting. Het enthousiasme bij de deelnemers aan een MFA is groot, waarbij vooral de voordelen van een MFA met elkaar worden besproken, terwijl de nadelen of knelpunten vaak onderbelicht blijven. Daarbij zijn de nadelen, casu quo knelpunten gerelateerd aan een bewuste keuze die moet worden gemaakt ten aanzien van de MFA. In Alkmaar wordt deze keuze helder verwoord door dhr. F. 15 McGonigle (Kern8) . Voor de organisatie van een MFA moet je volgens McGonigle kiezen tussen: 15
Zie het verslag van het gesprek met dhr. F. McGonigle d.d. 22 juli 2004 in bijlage 4.
24
-
-
een ‘back to back’organisatie, waarbij de MFA wordt opgezet als een bedrijfsverzamelgebouw voor autonoom functionerende organisaties die onderdak vinden in de MFA. Daarbij huurt iedere organisatie zijn/haar eigen ruimte en is daar ook verantwoordelijk voor. Het voordeel bestaat er uit, dat de burger verschillende functies en activiteiten onder één dak treft. Verder kan er op basis van de eigen autonomie maximaal worden samengewerkt, c.q. het werk op elkaar worden afgestemd. De accommodatie wordt/is daar ook fysiek op aangepast, n.l. aparte en afzonderlijke (vaak afsluitbare) ruimten en een beperkte ´centrale’inloop; een ‘face to face’organisatie, waarbij de MFA wordt opgezet als een centrum van waar uit een geïntegreerd aanbod plaatsvindt van functies en activiteiten. Niet alleen activiteiten en cursussen staan open voor iedere burger uit de wijk (ongeacht leeftijd, afkomst e.d.), maar ook de zorg en dienstverlening (restaurant, consultatiebureau, gezondheidscentrum). De meerwaarde wordt dan vaak gecreëerd door bijvoorbeeld het doorbreken van het isolement van individuen en groepen, waarvoor anders geen specifiek aanbod wordt ontwikkeld.
Eigenaar/opdrachtgever Op dit punt is er een verschil bij de voorbeeldprojecten. In het algemeen zijn er drie situaties denkbaar: de gemeente is eigenaar/opdrachtgever (1), een woningcorporatie is eigenaar/opdrachtgever (2) of de hoofdgebruiker is eigenaar/opdrachtgever (3). Bij de voorbeeldprojecten komen alle drie de situaties voor. 1. Gemeente is eigenaar/opdrachtgever: MFA Het Reigersnest te Hoogkarspel 2. Woningcorporatie is eigenaar/opdrachtgver: Wijkwaard te Alkmaar, Dorpshuis te Venhuizen, MFA Vogelsanck te Vogelenzang 3. Hoofdgebruiker is eigenaar/opdrachtgever: Dorpscentrum te Spaarndam, Dorpshuis te Abbekerk. Mede afhankelijk van de vraag wie (toekomstig) eigenaar van de MFA is, wordt in de planvormingfase ook de exploitatieopzet uitgewerkt. De verschillende constructies voor de exploitatie zijn als volgt: In Hoogkarspel (gemeente eigenaar) wordt de accommodatie door de gemeente ‘om niet’verhuurd aan de basisscholen, terwijl andere gebruikers als peuterspeelzaal, buitenschoolse opvang en andere een ‘normale’huur betalen. In Alkmaar en Vogelenzang (woningcorporatie is eigenaar) wordt de gehele accommodatie op basis van een reële huurprijs verhuurd aan één/de hoofdgebruiker. De hoofdgebruiker verhuurt weer onder aan andere partners in de MFA. In Venhuizen, waar ook de woningcorporatie eigenaar is van de MFA wordt een deel van de ruimte, waarin de Rabobank is gevestigd rechtstreeks verhuurd aan de Rabobank. De rest van de accommodatie wordt aan de gemeente in gebruik gegeven, waarvoor in ruil de gemeente een substantieel deel van de jaarlijkse kosten van investering en rente voor haar rekening neemt. De gemeente verhuurt weer door aan Bibliotheek en geeft de rest van de MFA in gebruik aan het dorpshuisbestuur. Eén en ander moet nog worden geregeld via ‘gebruiksovereenkomsten’. In Spaarndam is het dorpshuisbestuur zowel eigenaar/opdrachtgever als hoofdgebruiker. Vanzelfsprekend heeft het dorpshuisbestuur veel tijd en aandacht besteed aan het ‘financieel rond krijgen’van de bouw van de sporthal. Financiering Uit alle praktijkvoorbeelden blijkt, dat financiële medewerking van de gemeente onontbeerlijk is. De verschillende financieringsvormen blijkt veelal een combinatie te zijn van: - Het verlenen van een renteloze lening door de gemeente - Subsidie uit eigen middelen van de gemeente - Een eigen bijdrage uit eigen vermogen van de hoofdgebruiker/eigenaar - ISV-gelden op basis van een door de gemeente ingediend plan - Een bijdrage van de provincie op basis van een subsidie/stimuleringsregeling - Bijdragen van partners voor de door hen te gebruiken ruimten (HOED, Wijksteunpunt, Bibliotheek, peuterspeelzaal e.d.). Veelal in de vorm van huurovereenkomsten. - In de toekomst kunnen mogelijk gelden vanuit de WMO eveneens gebruikt worden voor de realisatie van een MFA.
25
Voor wat betreft de ontwikkelingskosten, voorafgaande aan de bouw, wordt in het algemeen een bijdrage van de gemeente verstrekt. Alleen in Spaarndam zijn deze kosten niet door de gemeente gefinancierd en zijn de architect/voorbereidingskosten ‘om niet’door een bevriende relatie geleverd. De kosten qua tijdsinvestering voor overleg en dergelijke zijn in de regel door de partners zelf voor eigen rekening genomen. Beheer Van de vele aandachtspunten bij het realiseren van een MFA is het beheer één van de belangrijkste. De meest eenvoudige vorm van beheer ontstaat bij een ‘bedrijfsverzamelgebouw’waarbij iedere gebruiker zelf verantwoordelijk is voor de eigen ruimte. (Hoogkarspel) Zodra echter hoge eisen worden gesteld aan de openstelling van de accommodatie (overdag, ’s avonds en in het weekend) dan blijkt het beheer problemen op te leveren. Zeker wanneer er onvoldoende gebruik kan worden gemaakt van vrijwilligers, blijken de kosten voor betaalde medewerkers moeilijk op te brengen zijn. Soms wordt een oplossing gezocht, door de centrale ruimte/bar (het horecagedeelte) te laten uitbaten. Door toenemende regelgeving wordt dit evenwel steeds moeilijker. Ook de constructie, waarbij de MFA door de hoofdgebruiker wordt gehuurd van een woningcorporatie en moet worden onderverhuurd aan de verschillende partners blijkt in de praktijk op moeilijkheden te stuiten. (Zie de toelichting bij de Exploitatiefase)
5.4 Realisatiefase De realisatiefase blijkt in de praktijk weinig problemen op te leveren. Alleen in Alkmaar is de bouw door niet nader aangegeven redenen/oorzaken met 1,5 jaar vertraagd. Wijzigingen van de plannen bij de zes voorbeeldprojecten hebben zich niet of nauwelijks voorgedaan. Aandachtspunten in deze fase waren: - het maken van een afweging bij tegenvallende kosten, zoals het vernieuwen van het dak of de renovatie van de sportzaal (Abbekerk) - het gedurende de bouwperiode onderbrengen van de gebruikers (Venhuizen) - kostenstijgingen ten gevolge van het uitblijven van de aanbesteding - aanleg van extra parkeervoorzieningen na inspraak van de buurtbewoners (Vogelenzang) De afstemming op het gemeentelijk beleid bleek wel een knelpunt te zijn. Zowel in Alkmaar als in Vogelenzang was bij de ontwikkeling van de plannen uitgegaan van een accommodatiebeleid van de gemeente, waarbij de nieuw te realiseren MFA zou voorzien in een functie, die tot dan toe in een andere accommodatie was ondergebracht. In Alkmaar zou een jongerencentrum in de MFA worden gerealiseerd, welke tot dan toe in het gebouw De Rekere was ondergebracht. Ondanks toezeggingen, werd de Rekere niet gesloten. In Vogelenzang zou de nieuwe MFA voorzien in een aanbod van (sociaal-culturele) activiteiten aan ouderen, die tot dan toe in een verouderde en te kleine accommodatie van het dorpshuis was ondergebracht. Onverwacht werd deze accommodatie met medewerking van de gemeente vernieuwd. Zowel in Alkmaar als in Vogelenzang heeft dit geleid tot problemen bij de exploitatie van de nieuwe MFA.
5.5 Exploitatiefase Van de door ons in beeld gebrachte voorbeeldprojecten bevonden zich enkele net in de realisatiefase: - het Dorpshuis te Venhuizen - het Dorpshuis te Abbekerk De andere vier projecten waren al eerder gerealiseerd, waarvan er twee, minder dan een jaar geleden. Deze centra hebben nog weinig ervaring opgedaan ten aanzien van de exploitatie. Dit betreft: - het Reigersnest te Hoogkarspel - de Vogelsanck te Vogelenzang De projecten met de meeste praktijkervaring zijn: - het Dorpscentrum te Spaarndam - Wijkcentrum Wijkwaard te Alkmaar
26
De ervaringen met de exploitatie van de MFA’s zijn als volgt: Het Reigersnest Voor zover er kan worden beoordeeld voldoet de accommodatie aan de gestelde verwachtingen. De verwachtingen waren evenwel niet al te hoog gespannen. In de praktijk blijkt alleen de aula multifunctioneel te worden gebruikt door de partners binnen de MFA. Daarnaast wordt de aula (beperkt) gebruikt door derden voor buurtgerichte activiteiten. Dit vindt plaats buiten de ‘schooltijden’, dus ’s avonds en in het weekend. Wel vallen de onderhoudskosten tegen, omdat een MFA extra voorzieningen kent, die er bij afzonderlijke huisvesting niet zijn. Te noemen zijn: een grote bovenverdieping, een lift, een afzuiginstallatie en een alarminstallatie. Terugkijkend zou men de MFA op dezelfde wijze realiseren. Mogelijk zou wel de bibliotheek bij het initiatief worden betrokken. De Vogelsanck Door tussentijdse wijzigingen bij de initiatiefnemer (vertrek directeur en fusie) heeft er onvoldoende inhoudelijke sturing van het project plaatsgevonden. Inmiddels is de accommodatie gereed, maar moeten de noodzakelijke activiteiten voor het wijksteunpunt nog worden gestart. Daarnaast bleek het feit dat er inmiddels ook een nieuw dorpshuis is gerealiseerd, waarin veel activiteiten voor ouderen zijn ondergebracht, een belangrijke tegenvaller. Het Dorpscentrum te Spaarndam Het bestuur van het dorpscentrum ervaart in toenemende mate door de uitbreiding van het complex met sporthal en gezondheidscentrum, dat het beheer en de exploitatie steeds moeilijker wordt. De bezettingsgraad van de diverse ruimten is wisselend. In het algemeen is er een goede bezettingsgraad in avonden en is de bezetting overdag matig. Er is op dit moment een exploitatietekort ontstaan door met name de in gebruikneming van de nieuwe sporthal. De sporthal is zowel ’s avonds maar vooral overdag onderbezet. Verder willen de sportvereniging geen marktconforme huur betalen voor het gebruik van de sporthal. Het dorpshuisbestuur zou een actievere rol van de gemeente willen bij het oplossen van het exploitatietekort. De Wijkwaard te Alkmaar Dit project heeft een ruime ervaring kunnen opdoen met de MFA. Terugkijkend kunnen de volgende knelpunten worden gesignaleerd: - De bezettingsgraad van de accommodatie is onvoldoende. Hiervoor zijn verschillende oorzaken te noemen. De belangrijkste zijn: o Het wijkcentrum wordt teveel ‘gekleurd’door de vele activiteiten voor ouderen, waardoor andere doelgroepen wegblijven. o Om de jongeren te kunnen aantrekken zou de oude accommodatie De Rekere gesloten worden. Dit is niet gebeurd. o Er zijn onvoldoende financiën om een openstelling van 8.00-23.00 uur te realiseren. Dit betreft zowel het beheer (nu slechts 1,3 fte in plaats van de noodzakelijke 4,5 fte) als ook financiële middelen voor de organisatie van activiteiten (onder meer voor jongeren) - De samenwerking tussen de verschillende partners is niet optimaal. De MFA is opgezet als een bedrijfsverzamelgebouw, waarbij men er van uit is gegaan, dat de samenwerking in de praktijk wel zou groeien. Dit blijkt niet het geval. Het gevolg is: o Meerdere – onvoldoende bezette - infobalies o Onvoldoende multifunctioneel gebruik van de ruimten, zoals bijvoorbeeld de centrale ruimte, waarin feitelijk alleen een restaurant functie wordt/is gerealiseerd. - Belangrijke tekortkomingen van het gebouw. Mede door het vertrekpunt van de ‘back to back’ organisatievorm, zijn de diverse ruimten zo gesitueerd, dat een multifunctioneel gebruik niet wordt gestimuleerd. Daarnaast is het gebouw gedateerd, door het gebruik van grauw beton. Verder voldoet de klimaatbeheersing niet en is de keuken aan de Zuidzijde verkeerd gesitueerd. Op dit moment wordt er met externe begeleiding gewerkt aan het opstellen van een geheel nieuw ondernemersplan. Uitgangspunt wordt, dat er een Stedelijk Beheersbedrijf komt voor dit soort accommodaties. Verder zal er aandacht zijn voor een nieuwe organisatievorm, die zich laat aanduiden
27
als een ‘face to face’organisatie, waarbij het belang van de multifunctionaliteit prevaleert boven het eigenbelang van de partners. Ondanks alles zien de betrokkenen in Alkmaar wel degelijk goede perspectieven voor een MFA. Wel is men er van overtuigd, dat de kosten hoger zullen zijn dan wanneer instellingen afzonderlijk worden gehuisvest. De meerwaarde zal moeten zijn: meer dynamiek, synergie van functies en activiteiten waardoor meerwaarde voor deelnemende partijen en doelgroepen en een betere openstelling.
28
6. Conclusies en aanbevelingen 6.1 Conclusies PRIMO nh wil met het onderzoek Multifunctionele Accommodaties in eerste instantie een praktijkverkenning doen, schreven wij in de in de inleiding. Het betreft een onderzoek naar ? ? de varianten die er in Noord-Holland zijn in soorten accommodaties, combinaties van samenwerkende instellingen, mogelijk beheersmodellen en programmering; ? ? het proces van de totstandkoming van multifunctionele accommodaties; de vragen van gemeenten en maatschappelijke organisaties die betrokken zijn bij de ontwikkeling van een MFA naar informatie en ondersteuning; ? ? de informatie en ervaring die er is, zowel intern in PRIMO zelf als extern provinciaal en landelijk, ten aanzien van zaken als haalbaarheidsonderzoek, draagvlakonderzoek, procesbegeleiding, planontwikkeling, financiering, bouw en exploitatie; over deze informatie zal beknopt verslag worden gedaan en bij de opzet en inrichting van het onderzoek worden betrokken. De verzameling van de gegevens heeft plaatsgevonden in drie deelonderzoeken. De conclusies met betrekking tot de verschillende deelonderzoeken zullen kort worden weergegeven. Conclusies met betrekking tot de literatuurverkenning Multifunctionele accommodaties als onderwerp mogen zich verheugen in een toenemende belangstelling van onderzoekers, organisatiedeskundigen en beleidsmakers. Multifunctionele accommodaties kunnen een antwoord zijn op een aantal maatschappelijke en demografische trends als schaalvergroting, vraagoriëntatie, vermaatschappelijking van onderwijs en zorg, dagindeling, vergrijzing, enz. De ontwikkeling van multifunctionele accommodaties moet tegen deze achtergrond worden gezien. Multifunctionele accommodaties vormen zeker geen panacee voor alle maatschappelijke kwalen. Analyse van de literatuur laat zien, dat men in de praktijk meer oog heeft voor de voordelen dan de nadelen van de multifunctionele accommodaties. De nadelen blijken vaak pas achteraf. Visieontwikkeling, waarbij de initiatieven geplaatst worden binnen een gemeentelijke voorzieningenplan en gemeentelijk beleid, is heel belangrijk. Dit mag er niet toe leiden, dat initiatieven verzanden in allerlei bureaucratische regelgeving. Realisering van MFA’s veronderstelt dan ook een krachtdadige ‘projectleider’, die niet te snel bij de pakken gaat neer zitten. De realisering van multifunctionele accommodaties is maatwerk. Binnen deze context kunnen de leidraden, plannen van aanpak, werkboeken en fasenmodellen, die vanuit de verschillende sectoren ontwikkeld zijn een nuttige functie vervullen. Een hele belangrijke spelregel hierbij is: ‘houdt het simpel”ofwel KIS (Keep It Simple).
Conclusies met betrekking tot de scan in Noord-Holland In dit onderzoek werd de volgende werkdefinitie gehanteerd: ‘In een multifunctioneel centrum zijn verschillende participanten gehuisvest onder één dak, waarbij inrichting en ontwerp zo zijn vormgegeven dat bepaalde ruimten geschikt zijn voor meervoudig ruimtegebruik. De relatie van deze participanten kan verschillen van samenwonen tot samenwerken. Dorpshuizen/wijkcentra, dienstencentra voor ouderen/wijksteunpunten en een aantal brede scholen voldoen vaak aan deze definitie.” Deze definitie is door gemeenteambtenaren verschillend uitgelegd, wat heeft geleid tot het verschillend invullen van de vragenlijsten en soms ook tot het (gedeeltelijk) niet invullen van de vragenlijsten. Hierbij heeft ook een rol gespeeld, dat de kennis over MFA’s binnen gemeenten vaak versnipperd aanwezig is.
29
Uiteindelijk hebben wij van 55 gemeenten gegevens gekregen over MFA’s. Zestien van deze gemeenten gaven aan, dat er in de gemeenten in de afgelopen 5 jaar MFA’s zijn gerealiseerd en in 31 gemeenten zijn er in de afgelopen 5 jaar initiatieven in gang gezet. Gerealiseerde accommodaties Ten aanzien van de 24 gerealiseerde initiatieven kunnen de volgende conclusies worden getrokken. Als voorzieningen die structureel bij de 24 MFA’s betrokken zijn, worden door de gemeenten de volgende genoemd: voorzieningen aantal % brede school 8 33% kinderopvang, peuterspeelzaal 8 33% soc.cult.werk (incl. jongerencentrum.) 7 29% dorpshuis/wijkcentrum 5 21% dienstencentrum 6 25% medische zorg (o.a. huisarts, fysiotherapeut) 4 17% bibliotheek 3 13% sporthal 4 17% anders* 6 25% *Bij de categorie ‘anders’worden de volgende voorzieningen genoemd: wonen (3x); theater (2x); ouderenwerk, ouderenbond (1x); gehandicaptenzorg(1x) Bij de gerealiseerde MFA’s worden de brede school en de kinderopvang/peuterspeelzaal als structurele voorziening het meest genoemd. Bijna alle structurele voorzieningen zijn in één van de combinaties wel met elkaar gecombineerd. Wanneer de voorzieningencombinaties worden bezien, kunnen de volgende conclusies worden getrokken: - de brede scholen vormen zelfstandig de MFA of maken tezamen met de kinderopvangvoorziening hier deel vanuit; alleen in Purmerend is een brede school gecombineerd met kinderopvang, het sociaal-cultureel werk en de bibliotheek; - de kinderopvang/peuterspeelzalen worden zowel gecombineerd met brede scholen/onderwijs, als met het sociaal-cultureel werk/dorpshuizen en dienstencentra/wijksteunpunten; - de voorziening sociaal-cultureel werk maakt deel uit van verschillende combinaties van voorzieningen in de MFA; het jeugd- en jongerencentrum wordt vaak apart als MFA genoemd; - de dorpshuizen zijn binnen de MFA gecombineerd met kinderopvang, het sociaal-cultureel werk, dienstencentra/wijksteunpunten, gezondheidsvoorzieningen, de sporthal en de bibliotheek; - het dienstencentrum/wijksteunpunt wordt door de gemeenten zowel als zelfstandige drager(hoofdgebruiker) van de MFA als in combinatie met andere structurele partners binnen de MFA genoemd; - binnen de MFA komen de bibliotheek en de sporthal altijd in combinatie met andere structurele partners voor. De gemeenten zijn vaak eigenaar van de MFA. Ook is de accommodatie soms eigendom van één van de ‘dragende’partijen (hoofdgebruikers), terwijl in toenemende mate woningcorporaties eigenaar zijn Veel MFA’s zijn voor een sluitende exploitatie afhankelijk van financiële bijdragen van de gemeenten.
30
Initiatieven voor MFA’s In totaal zijn door 31 gemeenten 48 initiatieven voor MFA’s genoemd. Binnen deze MFA’s zijn de volgende structurele voorzieningen aanwezig. voorzieningen aantal % brede school 22 46% kinderopvang, peuterspeelzaal 10 21% soc.cult.werk (incl. jongerencentrum.) 2 4% dorpshuis/wijkcentrum 13 27% dienstencentrum 8 17% medische zorg (o.a. huisarts, fysiotherapeut) 10 21% bibliotheek 5 10% sporthal 7 15% anders* 8 17% naast genoemde voorz. verder niet bekend 8 17% nog niet bekend 5 10% in het geheel niet bekend 7 15% * bij ‘anders’werden genoemd: school, politie, gemeentelijk informatiepunt, atelier, vrouwencentrum, winkels, muziekschool, gemeentehuis en ‘diverse partijen’. Bij 22 (46%) van de 48 initiatieven voor een MFA is een brede school structureel betrokken. Bij 13 initiatieven (27%) is er een dorpshuis/wijkcentrum betrokken en bij 8 initiatieven (17%) een dienstencentrum/wijksteunpunt. Wanneer de combinaties van de voorzieningen binnen de MFA’s worden bezien, dan kunnen de volgende conclusies worden getrokken: -
-
brede scholen vormen tezamen met kinderopvang bij meer dan de helft van de brede school initiatieven zelfstandig de MFA; bij een aantal brede school initiatieven wordt deze gecombineerd met plannen voor een dorpshuis/wijkcentrum, en/of bibliotheek, en/of sporthal; dorpshuizen/wijkcentra worden bij de initiatieven voor MFA’s ‘verbreed’door een combinatie met andere voorzieningen; in deze combinaties komen alle andere voorzieningen aan bod; dienstencentra/wijksteunpunten worden in de initiatieven voor MFA’s gecombineerd met dorpshuizen/wijkcentra en/of voorzieningen in de (medische) zorg; kinderopvangvoorzieningen /peuterspeelzalen zijn een gewilde partner bij de initiatieven voor alle soorten MFA’s; de sporthal wordt bij de initiatieven vooral in combinatie gezien met de brede school en het dorpshuis/wijkcentrum; de bibliotheek tenslotte kan zowel onderdeel uitmaken van een MFA met een brede school, een dorpshuis/wijkcentrum, als van een cultureel educatief centrum.
Ook bij de initiatieven is gevraagd naar de eigendomsverhouding, exploitatie en beheer. Bij de meeste initiatieven was het nog te vroeg om hier zinnige uitspraken over te doen. Door enkele gemeenten zijn de volgende knelpunten genoemd bij het realiseren van MFA’s: - de hoge kosten welke ten laste van het welzijnsbudget van de gemeenten zullen worden gebracht; - het betrekken van accommodaties, welke in particuliere handen zijn bij de totstandkoming van MFA’s; - het ‘sluiten’van accommodaties en het verhuizen van de gebruikers van deze accommodaties naar de MFA’s wordt als een moeilijke operatie gezien; - de verzelfstandiging van dorpshuizen (ten opzichte van de gemeenten).
31
Conclusies met betrekking tot de voorbeeldprojecten Uit de in beeld gebrachte voorbeeldprojecten kunnen we samenvattend de volgende conclusies trekken: 1. Algemeen ? ? De aanleiding tot het willen realiseren van een MFA blijkt veelal te worden gevormd door een fysiek accommodatie van een of meerdere partners in de nieuw te realiseren MFA. Te noemen zijn: sluiting van een verzorgingshuis, noodzakelijke renovatie van een dorpshuis/buurthuis. In een enkel geval is meebepalend het dreigende verlies van een belangrijke functie, zoals bijvoorbeeld het vertrek van een huisarts. ? ? Bij alle initiatieven blijkt de gemeente in alle fasen een belangrijke rol te spelen. Deze rol varieert van initiatiefnemer en projectleiding tot financier; ? ? Het enthousiasme bij de partners rondom een te realiseren MFA is in het algemeen groot. ? ? De wijze waarop het overleg en de communicatie tussen en met betrokkenen wordt vormgegeven is vaak per situatie verschillend. Het kan variëren van intensief overleg in projectgroepen, stuurgroepen, kerngroepen e.d. tot bilateraal overleg en een enkele terugkoppeling naar gebruikers en burgers. 2. Initiatieffase ? ? In deze fase gaat de aandacht en de energie van initiatiefnemer en partners vooral uit naar het realiseren van draagvlak. Dit betekent die partners er bij betrekken die nodig zijn voor de MFA en het ontwikkelen van een concept, d.w.z. wat is de kernfunctie en welke andere functies passen daarbij. ? ? Wellicht mede door het enthousiasme wordt er vooral gekeken naar de mogelijkheden van een te realiseren MFA, terwijl de knelpunten niet of onvoldoende aan bod komen. ? ? Belangrijk blijkt te zijn wat het uitgangspunt is. - Wil men met de MFA een bedrijfsverzamelgebouw realiseren, waar zoveel mogelijk functies en activiteiten door autonome partners onder één dak worden gebracht, of - wil men een centrum van waaruit een integraal aanbod plaatsvindt van functies, diensten en activiteiten aan een zo breed mogelijk publiek, waarbij meerwaarde wordt gecreëerd voor de doelgroep, zoals het doorbreken van isolement van individuen en groepen. 3. Planvormingfase ? ? Door de betrokkenen bij een MFA wordt lang niet altijd een aanvullend haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd. Afhankelijk van de complexiteit van de te realiseren MFA is het ook de vraag of aanvullend onderzoek altijd nodig is. ? ? Veelal worden er uitgangspunten gehanteerd, die onvoldoende expliciet worden gemaakt voor het welslagen van het initiatief. Te noemen zijn een consistent accommodatiebeleid van de gemeente zoals bijvoorbeeld het sluiten van verouderde accommodaties. ? ? Behalve de externe begeleiding van een architect (bureau) bij de vertaling van het programma van eisen naar een bouwconcept, is er in de regel geen begeleiding van het totale proces van de partners/initiatiefnemers. ? ? Wel wordt er in deze fase aandacht besteed aan de samenwerking tussen de verschillende partners. Daarbij wordt er veelal impliciet toegewerkt naar een bedrijfsverzamelgebouw met daarbij een ‘back to back’organisatie van autonome partners. ? ? Andere knelpunten die veelal onderbelicht blijven zijn: - De behoefte aan een hogere bezettingsgraad en openstelling en de daarvoor noodzakelijke kosten voor beheer - De behoefte aan meer dynamiek en activiteiten en de daarvoor noodzakelijke kosten voor (professionele) begeleiding. 4. Realisatiefase ? ? In de realisatiefase doen zich in de praktijk geen of nauwelijks problemen voor. De knelpunten die er zijn zoals: tijdelijke huisvesting gebruikers, kleine aanpassing van de plannen e.d. worden in de regel goed opgelost.
32
5. Exploitatiefase ? ? In de exploitatiefase blijkt vaak welke aandachtspunten in de vorige fasen onvoldoende of in het geheel niet zijn uitgewerkt. Knelpunten die zich voordoen zijn: ? ? Er is onvoldoende aandacht besteed aan de noodzakelijke samenwerking tussen de partners in een MFA. De besluitvorming loopt traag en er kunnen geen knopen worden doorgehakt. ? ? Het multifunctionele gebruik valt tegen, omdat er onvoldoende wordt samengewerkt, maar ook omdat de accommodatie op basis van verkeerde/achterhaalde uitgangspunten is gerealiseerd. Teveel zijn de ruimten ontworpen voor monofunctioneel gebruik. ? ? De accommodatie kan achteraf tekortkomingen hebben, waardoor een goed multifunctioneel gebruik wordt belemmerd. Daarbij is te denken aan de fysieke uitstraling van het gebouw, het overwegend gebruik door ‘ouderen’waardoor andere bezoekers wegblijven. ? ? Algemene punten van zorg zijn: - voldoende personeelsformatie voor het beheer/openstelling van de MFA - voldoende financiën voor meer activiteiten - een sluitende exploitatie ondanks onvoldoende bezetting van de ruimten ? ? In het algemeen is en blijft de ervaring bij betrokkenen positief over de realisatie van de MFA. De ervaring leert wel, dat de kosten zowel m.b.t. realisatie als m.b.t. exploitatie hoger zullen zijn dan bij een afzonderlijke huisvesting. Echter voor de hogere kosten mag men wel meerwaarde verwachten voor burgers/gebruikers.
6.2 Aanbevelingen In de inleiding van het onderzoek omschreven wij de doelstellingen van het onderzoek als volgt: a. voor gemeenten, provincie en maatschappelijke organisaties bruikbare informatie over MFA’s in Noord-Holland verschaffen; b. een discussiebijdrage leveren over de specifieke rol van de provinciale organisatie(s) en de meest geschikte vormen voor provinciale ondersteuning van gemeenten en instellingen met MFA-plannen in Noord-Holland; c. het aanreiken van bouwstenen voor (toekomstig) provinciaal beleid op het gebied van sociaal beleid in relatie tot ruimtelijk-fysiek en economisch beleid aangaande het stimuleren van MFA’s. Aanbevelingen op basis van de voorbeeld projecten Uit de conclusies zoals vermeld in de vorige paragraaf kunnen we tot de volgende aanbevelingen komen: 1. Bij initiatieven m.b.t. bouw of verbouw van een MFA speelt de gemeente veelal een belangrijke rol. Te overwegen is om de gemeente ook de rol van ‘regisseur’te laten vervullen. Vanuit deze regiefunctie kan de gemeente dan toezien op: ? ? Het tijdig inschakelen van externe deskundigheid ? ? De noodzaak tot het laten doen van aanvullend onderzoek ? ? De voortgang en het goed doorlopen van de verschillende fasen bewaken ? ? Het bewaken van geformuleerde uitgangspunten, die consequenties hebben voor ander (gemeentelijk) beleid, zoals het sluiten van bepaalde accommodaties. ? ? Een goede overleg en communicatiestructuur tussen betrokkenen onderling en bevolking/burgers. 2. In de initiatieffase is het van belang om expliciet te benoemen welk uitgangspunt men nastreeft, n.l.: ? ? een bedrijfsverzamelgebouw, met daarbij een ‘back to back’organisatie16, of ? ? een centrum van waaruit een integraal aanbod plaatsvindt, met daarbij een ‘face to face’ organisatie. 3. De keuze voor een bedrijfsverzamelgebouw betekent een eenvoudiger en beter hanteerbaar proces om te komen tot realisatie, organisatie, beheer en exploitatie van een MFA. Voor de burger bestaat de meerwaarde uit het feit, dat zoveel mogelijk functies, diensten en activiteiten zijn ondergebracht
16
Zie het betreffende interview met dhr. F. McGonigle van Wijkwaard te Alkmaar in bijlage 4
33
onder één dak. In de praktijk zullen echter samenwerking en integratie van voorzieningen en functies beperkt blijven. 4. De keuze voor een centrum van waaruit een integraal aanbod plaatsvindt, met daarbij een ‘face to face’organisatie, moet alleen worden gemaakt, wanneer hiervoor voldoende argumenten én mogelijkheden aanwezig zijn. Bij deze keuze zullen betrokkenen zich moeten realiseren, dat: ? ? Het beheer is complex omdat ruimten goed bezet moeten zijn en multifunctioneel gebruik van ruimten extra zorg en aandacht behoeft. ? ? De kosten voor beheer zullen mede afhankelijk van de openstelling hoog zijn. ? ? Meer dynamiek betekent ook meer kosten om activiteiten en diensten te kunnen organiseren. ? ? Samenwerking kan niet vrijblijvend worden georganiseerd. Er zal een structuur moeten komen, waarbij in de besluitvorming het belang van de MFA prevaleert boven het ‘eigen’belang van de deelnemende partners. Deze organisatiestructuur kan het best worden aangeduid als een ‘face to face’organisatie. 5. Voor de realisatie van bouw en verbouwplannen van een MFA bevelen wij aan om een ‘plan van aanpak’op te stellen, waarin de verschillende fasen duidelijk worden omschreven. Van belang is om de ‘initiatieffase’niet eerder af te sluiten dan nadat er een expliciete keuze is gemaakt over de aard en organisatievorm van de MFA, zoals vermeld onder 2.1 en 2.2. 6. Na afsluiting van de initiatieffase zoals aangegeven in 5. kan een concreet ‘programma van eisen’ worden opgesteld, waarin het gekozen MFA-concept duidelijk naar voren komt. Op basis van dit programma van eisen kan samen met de architect worden gezocht naar een vertaling in een goed bouwconcept. 7. Tenslotte zij vermeld, dat bij (complexe) processen om te komen tot een MFA men als een risico moet ‘incalculeren’, dat achteraf moet worden geconstateerd, dat het plan/project bijstelling behoeft. De algemene ervaring is zeer positief, maar de kosten voor een MFA zijn altijd hoog. Partijen moeten bereid zijn om dit te accepteren. Daar staat tegenover, dat er duidelijke benoembare ‘meerwaarde’ontstaat voor burgers en gebruikersgroepen. Algemene aanbevelingen In deze rapportage hebben wij informatie gegeven over de MFA’s in Noord-Holland, zowel over gerealiseerde projecten als over de initiatieven. Wij hebben daarbij zowel aandacht besteed aan de inhoud als aan de wijze van totstandkoming. Over deze informatie gaan wij in gesprek met alle betrokkenen, Door de wijze van rapporteren kunnen de verschillende betrokkenen ook onderling informatie uitwisselen, waarbij PRIMO als een spin in het web kan gaan fungeren. Het verdient dan ook aanbeveling, dat voor multifunctionaliteit en multifunctioneel bouwen binnen PRIMO een servicepunt wordt opgezet. Vanuit dit servicepunt zouden de ontwikkelingen met betrekking tot multifunctionele projecten periodiek gemonitoord kunnen moeten worden. In het verlengde van het vorige punt komt de vraag naar voren, hoe dit servicepunt moet worden ingericht en welke taken vanuit dit servicepunt dienen te worden uitgevoerd. Vermeld is reeds, dat wij in toenemende mate vragen krijgen van gemeenten om te adviseren bij multifunctionele projecten in de sfeer van dorpshuizen, wijksteunpunten en brede scholen. Door het inrichten van het servicepunt kan de kwaliteit van deze dienstverlening alleen maar verbeteren. Dit servicepunt zou ons inziens niet op zich zelf dienen te staan, maar onderdeel dienen te zijn van een netwerk binnen en buiten PRIMO. Van dit netwerk zouden behalve andere Provinciale Steunfuncties en grote plaatselijke welzijnsinstellingen, ook landelijke organisaties deel kunnen uit maken en last but not least de Provincie Noord-Holland. Multifunctionaliteit en multifunctioneel bouwen kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan plattelandsvernieuwing en stedelijke vernieuwing. Voor een vitaal platteland en de leefbaarheid van kleine kernen kunnen multifunctionele centra belangrijk zijn en een goede voorwaarde voor de sociale infrastructuur. Hetzelfde kan gezegd worden over de rol van MFA’s voor de stedelijke vernieuwing en de wijk als samenlevingsverband. De steeds sterker wordende behoefte van burgers/bewoners aan snelle, centraal gelokaliseerde en zo mogelijk integrale dienstverlening op uiteenlopende terreinen in verband met hun eigen (tweeverdieners-) dagindeling en/of hun (door het ouder worden) beperkte mobiliteit vormen een belangrijke impuls om in het kader van stedelijke vernieuwing multifunctionele centra te realiseren.
34
Het verdient aanbeveling om bij de ruimtelijke en sociale beleidsvorming op verschillend niveau aandacht te vragen voor de mogelijkheden van multifunctionele centra in al hun gevarieerdheid.
Hans van Koutrik, onderzoeker Senior adviseur Jan Post, onderzoeker Senior adviseur
PRIMO nh, oktober 2004
35
Bijlagen
36
Bijlagen 1. Vragenlijst voor de beschrijving van multifunctionele accomodaties in de Noord-Hollandse gemeenten; 2. Checklist voor de beschrijving van de voorbeeldprojecten 3. Scan: multifunctionele accommodaties in de Noord-Hollandse gemeenten (excl. Amsterdam) 4. Beschrijving van de 6 voorbeeldprojecten.
37
Bijlage:1
Vragenlijst Multifunctionele Accommodaties in Noord-Holland gemeente: ............… … … … … … … … ....................................................... naam contactambtenaar:............................................................................................. telefoonnummer contactambtenaar:............................................................................ emailadres contactambtenaar:..................................................................................... De bedoeling van dit onderzoek is om de ontwikkelingen in de afgelopen 5 jaar op het gebied van multifunctionele accommodaties in de Noord-Holland in kaart te brengen. Het gaat daarbij om kansen, bedreigingen en perspectieven.
Wat is een multifunctionele accommodatie ? In dit onderzoek wordt de volgende werkdefinitie gehanteerd: ‘In een multifunctioneel centrum zijn verschillende participanten gehuisvest onder één dak, waarbij inrichting en ontwerp zo zijn vormgegeven dat bepaalde ruimten geschikt zijn voor meervoudig ruimtegebruik. De relatie van deze participanten kan verschillen van samenwonen tot samenwerken.
Dorpshuizen/wijkcentra, dienstencentra voor ouderen/wijksteunpunten en een aantal brede scholen voldoen vaak aan deze definitie.”
Welke multifunctionele accommodaties zijn er in uw gemeente gerealiseerd vanaf 1999 ? naam accommodatie
plaats (of wijk)
gerealiseerd in het jaar
1. … … … … … … … … … … … … … … … ..
… … … … … … … … … … … … … …
… … … … …
2. … … … … … … … … … … … … … … … ..
… … … … … … … … … … … … … …
… … … … …
3. … … … … … … … … … … … … … … … ..
… … … … … … … … … … … … … …
… … … … …
4. … … … … … … … … … … … … … … … ..
.… ..… … … … … … … … … … … … .
… … … … …
5. … … … … … … … … … … … … … … … ..
… ..… … … … … … … … … … … … ..
… … ..… … .
Welke initiatieven zijn er momenteel in uw gemeente om tot een multifunctionele accommodatie te komen ? naam toekomstige accommodatie
plaats (of wijk)
realisatie verwacht in het jaar
1. … … … … … … … … … … … … … … … ..
… … … … … … … … … … … … … …
… … … … …
2. … … … … … … … … … … … … … … … ..
… … … … … … … … … … … … … …
… … … … …
3. … … … … … … … … … … … … … … … ..
… … … … … … … … … … … … … …
… … … … …
De bedoeling is dat voor elke accommodatie een aparte vragenlijst wordt ingevuld (maximaal 5). Meerdere exemplaren van de vragenlijst kunt u zelf kopiëren m.b.v. de bijgevoegde kopieerversie. Wanneer er in uw gemeente veel accommodaties zijn, kiest u dan de 5 meest interessante. Bij voorbaat hartelijk dank voor uw medewerking.
38
U kunt de ingevulde vragenlijst(en) in de bijgevoegde envelop terugsturen. Graag vóór 10 mei 2004.
39
Vragenlijst Multifunctionele Accommodatie naam accommodatie:............................................................................................................ adres:… … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … .. postcode en plaats:… … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … .. naam contactpersoon:....................................................... tel.nr: … … … … … … … … … … ...
Wanneer deze multifunctionele accommodatie nog in de initiatieffase verkeert, wilt u de onderstaande vragen dan zoveel als mogelijk invullen. Per vraag zijn vaak meerdere antwoorden mogelijk.
1. Welke voorzieningen zijn structureel bij de multifunctionele accommodatie betrokken ? ?? brede school ?? sporthal ?? bibliotheek ?? bank ? anders, nl. … … … … … … … …
?? dorpshuis / wijkcentrum ?? dienstencentrum/wijksteunpunt voor ouderen ?? huisartsenpraktijk/gezondheidscentrum ?? winkels, nl. … … … … … … … … … … … … .. … … … … …
2. De multifunctionele accommodatie heeft functies op het gebied van: ?? ontmoeting en recreatie ?? cultuur ?? (gezondheids)zorg ?? kinderopvang ?? onderwijs
?? educatie en vormingswerk voor volwassenen ?? sport en bewegen ?? werkgelegenheid ?? detailhandel en commerciële dienstverlening ?? anders, nl. … … … … … … … … … … … … … …
3. doelgroepen/gebruikers a. Uit welke leeftijdsklassen zijn de gebruikers van de accommodatie afkomstig ? ?? 0 – 10 jaar ?? 11 – 18 jaar ?? 19 – 30 jaar
?? 31 – 55 jaar ?? 56 – 75 jaar ?? 76 jaar en ouder
b. Wordt er door specifieke groepen van de multifunctionele accommodatie gebruik gemaakt ? ? ja, door
? gehandicapten ? allochtonen, nl. … … … … … … … … … … … … … … … … … … . ? anderen, nl. … … … … … … … … … … … … … … … … … … … …
?? nee
40
4. eigendom en exploitatie a. Wie is de eigenaar van de multifunctionele accommodatie ? ?? de gemeente ?? één van de partners, nl. … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … ?? anderen (bijv. een woningcorporatie), nl. … … … … … … … … … … … … … … … …
b. De exploitatie van de multifunctionele accommodatie is: ? een kostendekkende exploitatie ?? afhankelijk van gemeentelijke subsidies ?? anders, nl. … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … ..
c. Zijn er knelpunten met betrekking tot eigendom, beheer en exploitatie van de multifunctionele accommodatie ? ? ja, m.b.t. ? eigendom, nl. … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … . ? beheer, nl. … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … .. ? exploitatie, nl. … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … . ?? nee
5. Welke onderwerpen, die van belang zijn voor het stichten en voortbestaan van deze multifunctionele accommodatie, zijn nog niet aan bod gekomen ? … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … …
Bij voorbaat hartelijk dank voor uw medewerking. U kunt de ingevulde vragenlijst(en) in de bijgevoegde envelop terugsturen. Graag vóór 10 mei 2004
41
Bijlage 2 Checklist voor het beschrijven van multifunctionele centra In deze checklist wordt de volgende fasering aangehouden: 1. initiatieffase 2. planvormingfase 3. realisatiefase 4. exploitatiefase Over elk van deze fasen wordt u een aantal vragen voorgelegd. Initiatiefase 1. Wat was de startdatum van het initiatief? 2. Wie was de initiatiefnemer? 3. Zijn er andere organisaties bij het initiatief betrokken? 4. Welke functies/ voorzieningen/organisaties waren in de multifunctionele accomodaties gewenst? 5. Was er een kernfunctie/voorziening/ organisatie voor de multifunctionele accomodaties? 6. Wat waren de beweegredenen/uitgangspunten voor de multifunctionele accomodaties (financiën, synergie, toegankelijkheid, bereikbaarheid en kwaliteit van de dienstverlening)? 7. Welke rol heeft de gemeente in de initiatieffase vervuld? Planvormingfase 1. Is er een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd bij de deelnemende organisaties en de gebruikers (organisaties en klanten)? 2. Hoe zijn de deelnemende organisaties en de gebruikers betrokken bij de opstelling van het programma van eisen? Op welke wijze zijn de voor- en nadelen van multifunctionele hierbij besproken? 3. Welke externe adviseurs zijn tijdens de planvormingfase ingeschakeld. 4. Hoe zijn de ontwikkelingskosten van het programma van eisen en de bouwtekeningen gefinancierd? 5. Hoe is in de planvormingfase aandacht besteed aan: locatie en grondeigendom; - eigendomsverhouding; - beheer: bestuurssamenstelling, gebruikersraad; - stichtingskosten en financiering: (leningen, subsidies, zelfwerkzaamheid); - exploitatie: tarieven marktconform of gedifferentieerd; onderscheid monofunctionele ruimten, semi-functionele ruimten en functionele ruimten; - praktisch beheer: beroepskrachten en/of vrijwilligers; horeca; verhuur, groot - en klein onderhoud; 6. Wat was de rol van de gemeente in de planvormingfase?
1.
Realisatiefase Welke organisatie was in de realisatiefase verantwoordelijk voor de (verbouw)? 2. Welke onvoorziene gebeurtenissen hebben zich tijdens de realisering van de multifunctionele accommodatie voorgedaan? 3. Welke wijzigingen zijn er tijdens de realisatiefase in de planontwerpen aangebracht? 4. Welke tijdsoverschrijdingen hebben zich tijdens de bouw voorgedaan? 5. Wat was de rol van de gemeente tijdens de realisatiefase?
Exploitatiefase 1. Welke voor- en nadelen van de multifunctionele accommodatie ervaart u in de dagelijkse praktijk (bezettingsgraad, onderhoud en beheer, samenwerking)? 2. Waren deze voor- en nadelen van de multifunctionele accommodatie ingecalculeerd, dwz overeenkomstig de beweegredenen om tot een multifunctionele accommodatie te komen? 3. Welke perspectieven ziet u voor de multifunctionele accommodatie 4. Wat zou u absoluut precies zo doen als u van voren af kon beginnen? 5. Wat zou u absoluut anders doen als u opnieuw zou kunnen beginnen? 6. Wat is de rol van de gemeente tijdens de exploitatiefase?
42
Primo nh/multifunctionele accomodaties1/ jvk-jp/ 4 juli 2004
43
Bijlage 3: Scan: Multifunctionele Accommodaties in de Noord-Hollandse gemeenten (excl. Amsterdam) Overzicht 1: Multifunctionele Aaccommodaties en initiatieven voor multifunctionele accommodaties (uitsluitend accommodaties opgenomen die gerealiseerd zijn vanaf 1999 en die verschillende functies hebben) gemeente Aalsmeer
Alkmaar Amstelveen
huidige multifunctionele accomodaties geen
jaar
Multifunctionele accomodaties Vronermeer Wijkwaard geen
’04 ‘02
toekomstige multifunctionele accomodaties - 3 tot 5 wijksteunpunten, Aalsmeer - Brede school, Nieuw Oosteinde
Andijk Anna Paulowna Beemster Bennebroek Bergen Blaricum Bloemendaal Bussum
geen geen
geen Brede school
geen geen ouderenwerk etc., Binnenhof mf.gebouw, Blaricum-Dorp Wijkstpt, Vogelenzang geen
school/ko/buurthuis, ZO-Beemster geen Brede school, Saenegheest geen geen Brede school/sport Gezondheidscentr./stpt ouderen
Castricum Den Helder
De Sokkerwei, Castricum geen
Diemen Drechterland Enkhuizen Graft-de Rijp Haarlem
geen Het Reigersnest, Hoogkarspel geen geen buurthuizen ontmoetingscentr. v. Ouderen H’liede&Spnw sporthal Spaarndam d H’lemmermee geen r Harenkarspel geen Heemskerk geen Heemstede H’hugowaard
geen Landgoed, Zuid Eclips, Zuid Zuidwijk-Huijgenhoek, Huijgenhoek
‘02
‘04
? ‘00 ‘01
44
‘06’07 ‘10 ? ? ?
‘05/’0 6 ‘05/’0 6
geen mfc Speel&Avonturenpark, Julianadorp ’06 project Ijsselmeerstraat, Nw Den Helder ‘05project Centrumplan, Nw Den Helder ’06 ‘05‘06 geen geen o.a. kdv,huisarts,sport, in centrum n.n.b. evt. pand van een stichting ‘06 geen geen Brede school
’02 ’03 ‘99
‘05’10 ‘06/’0 7
geen wijkcentr., Keizer Karelpark wijkcentr., Noord
‘01 ‘03 ‘04
jaar
geen soc.med.centrum, Broekpolder Brede school (oude kern) geen wijkcentr. plangebied De Horst voorzieningencluster, Zuid
‘06
? ? ‘06’07 ‘06‘07
Hilversum
Theater Achterom, Over ’t spoor
’02
Hoorn Huizen
geen geen
geen Holleblok, Huizermaat … … … , Stad en Lande
Langedijk
geen
Laren
geen
cult.educatief centr., Zuid-Scharwoude onderwijs/welz. complex zorgcentrum
Medemblik Muiden Naarden NKoggenland Obdam Oostzaan
geen geen geen dorpshuis Abbekerk dorpshuis Hauwert geen geen
’04 ‘04
Brede school, Weidevenne
Schagen
geen (Waldervaart is opgeheven)
Schermer Texel Uitgeest Uithoorn
8 acc. van voor 1999 geen geen dorpshuis/bibl/KO, de Kwakel
Velsen
geen
Venhuizen
geen
Waterland Weesp
geen geen
Wervershoof WKoggenland
geen wijkstpt De Rozenstaete, De Goorn wijkstpt De Oever, Spierdijk jeugd/jongerencentr. Avenhorn jeugd/jongerencentr. Spierdijk Wieringen geen Wieringermee geen r Wijdemeren vm. postkantoor, Nederhorst d Berg Wognum geen Zandvoort Brede school De Golf Zeevang geen
… … … … .., Medemblik geen geen geen geen cult.centr., in centrum Oostzaan
Opmeer geen Ouder-Amstel geen Purmerend
Sporthal, Kerkelanden Poppodium Tagrijn, centrum Brede school kinderkamp, Nieuw-oost projecten in kader ISV, Noord Multistrip … , Over ‘t Spoor
‘04
‘98‘00
geen mogelijk Brede school in multifunctionele accomodaties - school + zorginstell., Weidevenne - school + sportver. + psz, Wheermolen-Wst onderzoek multifunctionele accomodaties in vm gemeentehuis geen geen geen Brede school, Legmeer-West Groot Helmduin, Zee- en Duinwijk Zeewegterrein, IJmuiden-Zuid Dorpshuis ’t Centrum, Venhuizen
‘01 ‘04 ‘03 ‘04
‘02
dorpshuis ’t Trefpunt, Marken Brede school Multifunctionele accomodaties (2 scholen, psz), in centrum … … … … .., in centrum wijkstpt Vijverstaete
geen mfc , Kreileroord Brede school, Middenmeer geen Brede school (vage plannen) Medisch Centr./stpt Ouderen geen
?
45
’07 ’08 ’08 ‘08’10 ‘09 ‘07’08 ? ’07 ‘05 ‘04‘05 ‘05
‘05‘06 ? ’06 ‘07 ?
‘05‘06 ? ‘07 ‘04‘05 ‘04 ’09 ‘06 ‘06 ‘05
’05 ‘06
? ?
afkortingen: geh.zorg=gehandicaptenzorg; - wijkstpt= wijksteunpunt; bibl= bibliotheek; KO=kinderopvang Van 9 gemeenten zijn geen gegevens bekend.
46
Gerealiseerde accommodaties In 16 gemeenten zijn vanaf 1999 multifunctionele accommodaties gerealiseerd. Totaal betreft het 24 multifunctionele accommodaties.
‘03 ‘04 ‘02 ‘04 ? ‘00 ‘01
x
’02 ’03 ‘99
x x x
Blaricum Bloemendaal Castricum Drechterland Haarlem
’02 ’04 ‘04 ‘04 ‘00 ‘01 ‘04 ‘03 ‘04
47
x x
x
x
wonen,geh.zorg
ouderenwerk , ouderenbon den, x
x x
wonen
x
onbekend
x x
x
wonen theater
x
x x x x
x x x
x x
x
x
x x x
x
x
x
x x x
x
afkortingen: - geh.zorg=gehandicaptenzorg - wijkstpt= wijksteunpunt - bibl= bibliotheek - KO=kinderopvang
theater
x x
‘02 ?
x
anders
mf.gebouw, Blaricum-Dorp Wijkstpt, Vogelenzang De Sokkerwei, Castricum Het Reigersnest, Hoogkarspel buurthuizen ontmoetingscentr. v. Ouderen H’liede&Spnw sporthal Spaarndam d H’hugowaard Landgoed, Zuid Eclips, Zuid Zuidwijk-Huijgenhoek, Huijgenhoek Hilversum Theater Achterom, Over ’t spoor Ndorpshuis Abbekerk Koggenland dorpshuis Hauwert Purmerend Brede school, Weidevenne Uithoorn dorpshuis/bibl/KO, de Kwakel Wwijkstpt De Rozenstaete, De Koggenland Goorn wijkstpt De Oever, Spierdijk jeugd/jongerencentr. Avenhorn jeugd/jongerencentr. Spierdijk Wijdemeren vm. postkantoor, Nederhorst d Berg Zandvoort Brede school De Golf
Bergen
x
sporthal
’04 ‘02 ‘01
bibliotheek
multifunctionele accommodaties Vronermeer Wijkwaard ouderenwerk etc., Binnenhof
medische zorg (o.a. huisarts, fysio)
Alkmaar
dienstencentrum
jaar
dorpshuis/wijkc.
bestaande multifunctionele accommodatie, gerealiseerd vanaf 1999
soc.cult.werk (incl. jongerencentr.)
gemeente
kinderopvang, psz
brede school
Overzicht 2: Voorzieningen die structureel bij de gerealiseerde multifunctionele accommodaties betrokken zijn:
x
x x x
Alkmaar
Multifunctionele accommodaties Vronermeer Wijkwaard Bergen ouderenwerk etc., Binnenhof Blaricum mf.gebouw, Blaricum-Dorp Bloemendaal Wijkstpt, Vogelenzang Castricum De Sokkerwei, Castricum Drechterland Het Reigersnest, Hoogkarspel Haarlem buurthuizen ontmoetingscentr. v. Ouderen H’liede&Spnw sporthal Spaarndam d H’hugowaard Landgoed, Zuid Eclips, Zuid Zuidwijk-Huijgenhoek, Huijgenhoek Hilversum Theater Achterom, Over ’t spoor Ndorpshuis Abbekerk Koggenland dorpshuis Hauwert Purmerend Brede school, Weidevenne Uithoorn dorpshuis/bibl/KO, de Kwakel Wwijkstpt De Rozenstaete, De Koggenland Goorn wijkstpt De Oever, Spierdijk jeugd/jongerencentr. Avenhorn jeugd/jongerencentr. Spierdijk Wijdemeren vm. postkantoor, Nederhorst d Berg Zandvoort Brede school De Golf
’04 ‘02 ‘01 ‘03 ‘04 ‘02 ‘04 ? ‘00 ‘01
x x x
x
x
x
anders
x x x
wonen
onbekend
x
x x x
x x x
verder onb.
wonen
x x
x x x x
x x x
verder onb. verder onbekend
x x
48
detailhandel e.d.
ouderenbond
x x x x
x x x
‘02 ?
wonen
verder
’02 ’03 ‘99 x x x x x x x x x
werkgelegenheid
x x x
x x x x
’02 ’04 ‘04 ‘04 ‘00 ‘01 ‘04 ‘03 ‘04
educatie/vormingsw.volw . sport en bewegen
x
onderwijs
x
kinderopvang / psz
jaar
(gezondhieds)zorg
bestaande multifunctionele accommodatie, gerealiseerd vanaf 1999
cultuur
gemeente
ontmoeting en recreatie
Overzicht 3: De gerealiseerde multifunctionele accommodaties hebben functies op de volgende gebieden:
verder onb.
x
verder onb.
Initiatieven voor multifunctionele accommodaties Door 31 gemeenten zijn 48 initiatieven voor multifunctionele accommodaties genoemd.
Amstelveen
Anna Paulowna Beemster Bergen Bussum
Den Helder
wijkcentr., Keizer Karelpark wijkcentr., Noord Brede school school/ko/buurthuis, ZO-Beemster Brede school, Saenegheest Brede school/sport Gezondheidscentr./stpt ouderen
mfc Speel&Avonturenpark, Julianadorp
project IJsselmeerstraat, Nw Den Helder project Centrumplan, Nw Den Helder Enkhuizen o.a. kdv,huisarts,sport, in centrum Graft-de Rijp evt. pand van een stichting H’lemmermee Brede school r Heemskerk soc.med.centrum, Broekpolder Brede school (oude kern) H’hugowaard wijkcentr. plangebied De Horst voorzieningencluster, Zuid
Hilversum
Huizen
? ? ‘05/’0 6 ‘05/’0 6 ’06
x
x
x
anders
x
sporthal
x x
x
x
bibliotheek
‘05’10 ‘06/’0 7 ‘06’07 ‘10 ?
medische zorg (o.a. huisarts, fysio)
3 tot 5 wijksteunpunten, Aalsmeer Brede school, Nieuw Oosteinde
dienstencentrum
Aalsmeer
dorpshuis/wijkc.
jaar
kinderopvang, psz
initiatieven om tot een multifunctionele accommodatie te komen
brede school
gemeente
soc.cult.werk (incl. jongerencentr.)
Overzicht 4: Voorzieningen die structureel bij de initiatieven voor multifunctionele accommodatie betrokken zijn:
x
n.n.b. x
x x
x
verder n.b.
x x
x x?
school (TenO)
x x
x
x
x
politie/GIP/ atelier
‘05’06 ‘05‘06 n.n.b. ‘06 ‘06
? ? ‘06’07 ‘06‘07 Sporthal, Kerkelanden ’07 Poppodium Tagrijn, centrum ’08 Brede school kinderkamp, Nieuw-oost ’08 projecten in kader ISV, Noord ‘08Multistrip … , Over ‘t Spoor ’10 ‘09 Holleblok, Huizermaat ‘07… … … , Stad en Lande ’08 ?
49
x x
x
x
x
x
x x
vrouwencentr
x
(n.n.b.)
winkels
n.n.b.
x x x x x
x
verder n.b.
x x x
x
x
x x
verder n.b. n.b. verder n.b. n.b. n.b.
x x
x x
Langedijk
Laren
cult.educatief centr., ZuidScharwoude onderwijs/welz. complex zorgcentrum
Medemblik Oostzaan
… … … … .., Medemblik cult.centr., in centrum Oostzaan
Ouder-Amstel mogelijk Brede school in multifunctionele accomodaties Purmerend school + zorginstell., Weidevenne school/sportver./psz, WheermolenWst Schagen onderzoek multifunctionele accomodaties in vm gemeentehuis Uithoorn Brede school, Legmeer-West Velsen Venhuizen Waterland Weesp
Wervershoof WKoggenland Wieringermee r Wognum Zandvoort
Groot Helmduin, Zee- en Duinwijk Zeewegterrein, IJmuiden-Zuid Dorpshuis ’t Centrum, Venhuizen dorpshuis ’t Trefpunt, Marken Brede school Multifunctionele accomodaties (2 scholen, psz), in centrum … … … … .., in centrum wijkstpt Vijverstaete mfc , Kreileroord Brede school, Middenmeer Brede school (vage plannen) Medisch Centr./stpt Ouderen
’07 ‘05 ‘04‘05 ‘05 ‘05‘06 ?
x
oa muzieksch
x n.b. n.n.b. o.a. gem.hs/ politie/winkels
x
verder n.b.
’06 ‘07
n.b.
?
cultuur?
‘05‘06 ? ‘07 ‘04‘05 ‘04 ’09 ‘06
n.b.
x x
x
x
verder n.b. n.n.b.
x
x
x
x
x
x
x
bank
x
x
verder n.b. n.b.
‘06 ‘05 ’05 ‘06 ? ?
x
x
x x
x verder n.b.
x x x?
diverse part.
x
x? x
x
x
Amstelveen
wijkcentr., Keizer Karelpark wijkcentr., Noord
50
x x
x x
x x
x x
anders
detailhandel e.d.
x
werkgelegenheid
x
x
sport en bewegen
‘05’10 ‘06/’0 7 ‘06’07 ‘10
educatie/vormingsw.volw.
3 tot 5 wijksteunpunten, Aalsmeer Brede school, Nieuw Oosteinde
onderwijs
Aalsmeer
kinderopvang / psz
jaar
(gezondheids)zorg
initiatieven om tot een multifunctionele accommodatie te komen
cultuur
gemeente
ontmoeting en recreatie
Overzicht 5: Functies die de initiatieven voor multifunctionele accommodaties krijgen liggen op de volgende gebieden:
Anna Paulowna Beemster Bergen Bussum
Den Helder
Brede school
?
school/ko/buurthuis, ZO-Beemster Brede school, Saenegheest Brede school/sport Gezondheidscentr./stpt ouderen
? ? ‘05/’0 6 ‘05/’0 6 ’06 ‘05’06 ‘05‘06 n.n.b. ‘06 ‘06
mfc Speel&Avonturenpark, Julianadorp project IJsselmeerstraat, Nw Den Helder project Centrumplan, Nw Den Helder Enkhuizen o.a. kdv,huisarts,sport, in centrum Graft-de Rijp evt. pand van een stichting H’lemmermee Brede school r Heemskerk soc.med.centrum, Broekpolder Brede school (oude kern) H’hugowaard wijkcentr. plangebied De Horst voorzieningencluster, Zuid
? ? ‘06’07 ‘06‘07 Hilversum Sporthal, Kerkelanden ’07 Poppodium Tagrijn, centrum ’08 Brede school kinderkamp, Nieuw-oost ’08 projecten in kader ISV, Noord ‘08Multistrip … , Over ‘t Spoor ’10 ‘09 Huizen Holleblok, Huizermaat ‘07… … … , Stad en Lande ’08 ? Langedijk cult.educatief centr., Zuid’07 Scharwoude ‘05 onderwijs/welz. complex Laren zorgcentrum ‘04‘05 Medemblik … … … … .., Medemblik ‘05 Oostzaan cult.centr., in centrum Oostzaan ‘05‘06 Ouder-Amstel mogelijk Brede school in ? multifunctionele accomodaties Purmerend school + zorginstell., Weidevenne ’06 school + sportver. + psz, ‘07 Wheermolen-Wst Schagen onderzoek multifunctionele ? accomodaties in vm gemeentehuis Uithoorn Brede school, Legmeer-West ‘05‘06 Velsen Groot Helmduin, Zee- en Duinwijk ? Zeewegterrein, IJmuiden-Zuid ‘07 Venhuizen Dorpshuis ’t Centrum, Venhuizen ‘04‘05 Waterland dorpshuis ’t Trefpunt, Marken ‘04 Weesp Brede school ’09 Multifunctionele accomodaties (2 ‘06 scholen, psz), in centrum
51
x x x x?
x x x
x
x
x
x x x
x x x
x
x x x
x x
x
x x
x
x x x
x
x
x x
scouting
x
x
x n.n.b.
x
x
x x
x
x
x x x
x x x
verder n.b.
x
x
woonzorg tienerwerk tienerwerk
x
verder n.b.
x
verder n.b.
x
x
verder n.b. n.b. n.b.
x x x
x x
x x
x
x x
x
x x
x
n.b. n.b.
x
x
x
x
x
x
x x
x
gem.huis
x
x
verder n.b.
x
x n.n.b. n.n.b.
x
x
x
x
x
x
x
x x x
x x
x
x x
x
Wervershoof WKoggenland Wieringermee r Wognum Zandvoort
… … … … .., in centrum wijkstpt Vijverstaete
‘06 ‘05
x x?
x
x
mfc , Kreileroord Brede school, Middenmeer Brede school (vage plannen) Medisch Centr./stpt Ouderen
’05 ‘06 ? ?
x
x x
x
52
x?
x
x
x x
x x x
x
Bijlage 4: Beschrijving Multifunctionele Accommodaties 1. Beschrijving Multifunctioneel Dorpscentrum Spaarndam (Dorpshuis) Datum: Gesprekspartner: Functie:
25 augustus 2004 Dees Verdurmen Voorzitter Bestuur Stichting Dorpscentrum Spaarndam
Korte omschrijving project: De officiële opening van het dorpshuis vond plaats op18 november 1978 na een voorbereidingsperiode van 5 jaar en een bouwperiode van een jaar. Het dorpshuis, dat in 1978 is opgeleverd, functioneert ten behoeve van dorpsgemeenschap Spaarndam. Het dorp, dat door een rivier in tweeën is gesplitst, bestaat uit twee gedeelten: een heel oud gedeelte met ca. 700 inwoners wat valt onder de gemeente Haarlem en een nieuwer deel met ca. 3000 inwoners, aan de andere kant van de rivier, wat valt onder de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. Het dorpshuis gelegen in ‘nieuw’Spaarndam (Spaarndam-Oost)) ligt centraal tussen ‘oud’en ‘nieuw’ Spaarndam. Onder het dak van het dorpscentrum worden momenteel de volgende functies uitgeoefend: - dorpshuis met sportzaal; - sporthal, - bibliotheek, - kinderopvang; - gezondheidscentrum In de afgelopen 25 jaar zijn door verandering in en uitbreiding van gebruikersgroepen in het dorpshuis een groot aantal verbouwingen gerealiseerd; ook vanwege groot onderhoud worden veel bouwactiviteiten noodzakelijk. De realisatie van de nieuwe sporthal (2001), de uitbreiding en de omzetting van een peuterspeelzaal in een professionele kinderopvangvoorziening (SKOS ) met een eigen accommodatie en eigen ingang in het oude PTT gebouw(1993), de herinrichting van het kruisgebouw tot een gezondheidscentrum met een eigen ingang (2003) vormen de aanleiding voor de beschrijving. Hierbij kan nog aangetekend worden dat de sporthal zowel een eigen ingang heeft als bereikbaar is via een corridor vanuit het dorpshuis (medio 2004 gereedgekomen). In de projectbeschrijving wordt vooral stilgestaan bij de ontwikkeling van de sporthal met af en toe een uitstapje naar het gezondheidscentrum en de kinderopvangvoorziening.
Initiatieffase De wordingsgeschiedenis van de nieuwe sporthal heeft zijn ontstaan in een 1995 gehouden enquête, waarin naar voren kwam, dat er in de sportzaal in het dorpshuis onvoldoende uren beschikbaar waren om de groei van de binnensportverenigingen op te kunnen vangen. Door de uitbreiding van Spaarndam-Oost zou deze druk alleen maar toenemen Daarnaast voldeed de sportzaal niet meer aan de eisen, die vanuit de basketbalbond en de zaalvoetbalcompetitie hieraan gesteld werden (te klein). De Raad van Gebruikers heeft er in 1997 bij het bestuur van het dorpshuis op aangedrongen om de mogelijkheden voor een nieuwe sporthal in onderzoek te nemen. In 1998 heeft het bestuur het initiatief genomen om het overleg met de provincie en de gemeenten Haarlem en Haarlemmerliede en Spaarnwoude te openen. Al snel werd duidelijk dat er bij de Provincie geen mogelijkheden waren voor een financiële bijdrage, omdat sporthallen in de perceptie van de provincie lokale voorzieningen zijn. Op een door het Noord-Hollands Participatie Instituut en Sportservice Noord-Holland
53
georganiseerde Expertmeting (november 1999) werd dit standpunt door de toenmalige gedeputeerde Neef bevestigd. Uit het overleg met de gemeente Haarlem kwam naar voren, dat deze gemeente geen accommodatie beleid had voor accommodaties buiten de gemeentegrenzen, maar dat afhankelijk van de aantallen deelnemers uit de gemeente wel de mogelijkheid bestond om een exploitatiebijdrage te geven. Bij de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude verliep het overleg vlot door de goede contacten met de wethouder van financiën en sport en het hoofd financiën van de gemeente. Dankzij de bijdragen van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarwoude en een forse bijdrage uit de eigen reserves van het dorpscentrum kon een sluitende begroting worden gepresenteerd bij een hoge bezettingsgraad van de sporthal. De totale stichtingskosten voor de bouw– en inrichting van de sporthal, alsmede de bijdragen in het bouwrijp maken en aanleg parkeerterrein bedroegen ca. fl. 1.868.700,De financiering van dit bedrag zag er globaal als volgt uit: - een lening van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude van fl. 900.000,- á 6.5% rente; - een renteloze lening van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude van fl. 220.000,- een subsidie van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude van fl. 275.000,- een eigen bijdrage van de Stichting Dorpshuis Spaarndam van fl. 420.000,- diverse fondsen: p.m. Exploitatiebijdragen van de twee gemeenten samen: fl. 22600,- (2 x fl. 11.300,-) terdekking van de geldlening. Nadat door de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude het terrein bouwrijp was opgeleverd kon op 23 januari 2001 de eerste paal worden geslagen. Op 3 september 2001 konden in de nieuwe sporthal de eerste wedstrijden worden gespeeld. Over de herinrichting en uitbreiding van de kinderopvangvoorziening kan worden opgemerkt, dat na een ingrijpende verbouwing van het PTT-kantoor en de peuterspeelzaal, inclusief de bouw van een verdieping op de bestaande peuterspeelzaal, zich in het dorpscentrum de Stichting Kinderopvang Spaarndam (SKOS) met drie kindergroepen kon vestigen. De SKOS heeft middels stimuleringsgelden voor de kinderopvang van de rijksoverheid er voor zorggedragen, dat deze verbouwing en uitbreiding kon worden gerealiseerd. In een latere fase heeft de SKOS (nu kinderopvang Spaarne), voor eigen rekening een aanzienlijke uitbreiding gerealiseerd op het platte dak van het Dorpscentrum(gereed in 1997). De verbouwing van het kruisgebouw tot medisch centrum werd actueel toen de Regionale Thuiszorgorganisatie op 1 januari 2002 de huur opzegde bij de Stichting Dorpscentrum Spaarndam. Middels juridische bijstand kon hiervoor een afkoopsom van fl. 80.000,- worden geïnd voor huurderving. Het huurcontract liep nog tot december 2004. De Regionale Thuiszorgorganisatie had drie onderhuurders, t.w. een huisarts, een tandarts en een uitgifte post van een apotheek. Om deze belangrijke voorzieningen voor Spaarndam te behouden, heeft de stichting met betrokkenen hierover het overleg gestart. Uitgangspunt hierbij was, dat de totale huur en onderhoudsbijdrage voor rekening van de participanten zou komen. Het eenvoudige verbouwingsplan, dat in overleg met betrokkenen was opgesteld, kon de goedkeuring van de huisarts en tandarts niet krijgen. Op verzoek van huisarts en tandarts is door een architect een nieuw plan uitgewerkt. In plaats van de aanvankelijk geraamde fl.120.000,- kwamen de verbouwingskosten inclusief aanpassing en vernieuwing van installaties uit op fl. 265.000,- inclusief BTW. Ondanks de huurverhoging tot een commercieel tarief (fl. 400 per m2) en een gedeelte van de afkoopsom, die voor de verbouwing kon worden aangewend, was een sluitende exploitatie niet mogelijk. Voor de verbouwing is daarom een lening verstrekt door de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude van ca. fl. 265.000,- á 4% rente. Door de Stichting Dorpscentrum Spaarndam wordt betreurd, dat de gemeente niet bereid was een gedeelte van de ontvangen ISV-middelen hiervoor aan te wenden. Planvormingfase
Bij de totstandkoming van de sporthal heeft geen haalbaarheidsonderzoek plaatsgevonden. Wel zijn in de enquête van 1995 en door de gebruikersraad in 1997 signalen afgegeven, dat er behoefte was aan een sporthal. De opstelling van het programma van eisen voor de sporthal kwam voor rekening van het bestuur/voorzitter van de Stichting Dorpscentrum Spaarndam.
54
De sportverenigingen hebben de gelegenheid gehad om zich uit te spreken over de door een bevriende architect (gepensioneerd) om niet uitgewerkte schetsen. Uit deze bespreking kwam naar voren, dat er behoefte was aan een vloer, die ook bruikbaar was voor indoortennis. De ontwikkelingskosten waren beperkt. Genoemd zijn al de gepensioneerde architect, die het werk gratis heeft uitgevoerd en het bestuur en de voorzitter, die veel tijd geïnvesteerd hebben in de planontwikkeling en bouwbegeleiding. Alleen aan een constructeur is een bedrag van fl. 5.000, - betaald. Deze kosten zijn door de Stichting Dorpscentrum betaald. De Sporthal, de eerste vestiging van het Kinderdagverblijf en het Gezondheidscentrum naast het dorpshuis zijn eigendom van de Stichting Dorpscentrum Spaarndam. Alle voorzieningen staan op eigen grond, met uitzondering van de Sporthal, die gedeeltelijk op grond staat, die door de gemeente in erfpacht is uitgegeven. Alle voorzieningen vallen onder het 7 koppige bestuur van de Stichting Dorpscentrum Spaarndam. De leden hiervan worden statutair aangewezen door de Raad van Gebruikers, die een aantal keer per jaar bijeenkomt onder voorzitterschap van de voorzitter van de dorpsraad. De praktijk is dat het bestuur door coöptatie wordt samengesteld wat vervolgens gemeld wordt bij de raad van gebruikers. Bij de keuze van de bestuursleden wordt vooral gekeken naar kwaliteit meer dan naar vertegenwoordiging. Het bestuur legt vooral de nadruk op ontwikkeling, beheer en het scheppen van goede randvoorwaarden, zodat de verschillende functies van het dorpscentrum optimaal kunnen worden vervuld. Daarnaast heeft het bestuur een antennefunctie om signalen vanuit de dorpsgemeenschap vroegtijdig te kunnen oppakken. De sporthal, het kinderdagverblijf en het gezondheidscentrum worden bezien binnen het grotere geheel van het dorpscentrum. Wanneer onderscheid wordt gemaakt tussen specifieke ruimten en multifunctionele ruimten kan de volgende indeling worden gemaakt: Specifieke ruimten - bibliotheek - gezondheidscentrum; - kinderdagverblijf. Multifunctionele ruimten en gebruikerscategorieën - sportzaal: (o.a: schoolgymnastiek, toneeluitvoeringen, volksdansen, ballet, Meer Bewegen voor Ouderen); - sporthal: (o.a: verenigingssport en recreatieve sportbeoefening (tennis); het monofunctionele karakter zal in de toekomst verbreed worden door een uitgroei naar een evenementenhal); - ontmoetingsruimte, biljartruimte en bar (o.a: gebruikers van de diverse multifunctionele ruimten; biljartverenigingen); - bovenzaal (verenigingen en organisaties: o.a: bond van plattelandsvrouwen, bejaardensoos, bridgeclub, dorpsraad, rabobank) - vergader- en activiteitenruimten (2x) voor vergaderingen, activiteiten en cursussen. Voor het dagelijks beheer wordt gewerkt met beroepskrachten: - 1 beheerder (1 fte); - 1 assistent beheerder (1fte); - schoonmaak (1fte); - toezichthouder voor sporthal (op afroep). De horecafunctie wordt in eigen beheer uitgevoerd. Het dorpscentrum is van maandag tot met vrijdag geopend van 8.30 – 12.00 uur, van13.30 tot 17.00uur en van 18.30 tot 01.00 uur, met uitzondering van maandagochtend en woensdagochtend. In de weekenden is het dorpshuis incidenteel geopend bij activiteiten. Tijdens de openingstijden is de aanwezigheid van de beheerder of assistent-beheerder verplicht. Binnen de structuur van het dorpscentrum staan het KDV en het gezondheidscentrum inhoudelijk los van het dorpshuis; installatietechnisch maken beide instellingen deel van het dorpshuis. Het bestuur van de Stichting Dorpscentrum Spaarndam is eigenaar van beide accommodaties.
55
De sporthal heeft naast een eigen ingang op verzoek van een aantal gebruikers ook een ingang via het dorpshuis. Vooralsnog zijn de verenigingssport en de recreatieve sportbeoefening de enige functies. Wellicht zal om voor de sporthal een sluitende exploitatie te krijgen in de toekomst een functieverbreding noodzakelijk zijn. Bij zo’n functieverbreding komen vanzelfsprekend ook de functies van de andere ruimten en met name de sportzaal aan bod. Voor alle drie behandelde projecten geldt, dat zonder het particulier initiatief de drie projecten niet van de grond gekomen zouden zijn. De rol van de gemeente is zo als bovengeschetst vooral faciliterend. Realisatiefase (sporthal) De verantwoordelijkheid voor de nieuwbouw lag bij de Stichting Dorpscentrum Spaarndam. Omdat de aanbesteding uitbleef zijn er een aantal kostenstijgingen opgetreden. In het planontwerp zijn geen wijzigingen opgetreden tijdens de bouw van de sporthal. Omdat één van de belangrijke gebruikers niet akkoord ging met de toegang via de sportzaal is in een later stadium een overdekte ‘buiten’toegang gerealiseerd. Bij de bouw hebben zich verder geen tijdsoverschrijdingen voorgedaan. De rol van de gemeente heeft zich vooral op het financiële vlak bewogen. Ook is door de gemeente de bouwvergunning verstrekt. Exploitatiefase
Bij de Stichting Dorpscentrum Spaarndam hebben we te maken met een oppervlakte van 2500 m2 en steeds meer activiteiten. De eisen aan het beheer worden steeds complexer en zwaarder. De bezettingsgraad van de verschillende ruimten is wisselend. Zo is de bezettingsgraad van de sporthal ‘s avonds goed en overdag matig; hetzelfde geldt voor de bovenzaal, terwijl de vergaderruimten ook vooral ’s avonds worden gebruikt, de sportzaal heeft zowel ‘s avonds als overdag een goede bezetting. Bij de ontmoetingsruimte en de bar ligt het accent ook vooral op de avonden. Het onderhoud en de verbouwingen worden vooral aangestuurd door de voorzitter. Samenwerking tussen de verschillende participanten is niet gebruikelijk. Het dorpscentrum functioneert vooral als een bedrijfsverzamelgebouw, waarbij het bestuur zich sterk maakt om belangrijke voorzieningen voor Spaarndam te behouden, dan wel te krijgen. Voorlopig wenst het bestuur een pas op de plaats te maken. Het exploitatietekort ontstaan door de realisatie van de sporthal en de verbouwingskosten van het gezondheidscentrum vergen alle aandacht. Bij de sporthal is al gewezen op de onderbezettingsgraad. Wat ook een rol speelt is dat aan de plaatselijke sportverenigingen geen marktconforme huurtarieven in rekening kunnen worden gebracht. Overigens zou het bestuur alle projecten op dezelfde manier aanpakken, wanneer zij opnieuw zou moeten beginnen. Wel zou een actievere rol van de gemeenten wenselijk zijn bij het oplossen van het exploitatietekort.
56
2. Dorpshuis ’t Centrum te Venhuizen Datum: Gesprekspartner: Functie:
16 augustus 2004 Nico Bleeker Voorzitter Bestuur Stichting Dorpshuis ’t Centrum
Korte omschrijving van het Project Het Dorpshuis ’t Centrum te Venhuizen is één van de drie dorpshuizen in de gemeente Venhuizen. Er zijn ook dorpshuizen in de kernen Wijdenes en Schellinkhout, terwijl ook de Stichting Sport en Spel een gemeenschapsaccommodatie in de gemeente Venhuizen beheert. De gemeente Venhuizen heeft een oppervlakte van 5665 ha. en ruim 7800 inwoners. De bevolking is gespreid over de kernen Venhuizen en Hem, Wijdenes en Oosterleek en Schellinkhout en het landelijk gebied. Van deze 7800 inwoners wonen er ca. 5500 in de dorpen Venhuizen en Hem, het verzorgingsgebied, waarop dorpshuis ‘t Centrum zich op richt. Initiatieffase Op initiatief van de gemeente trad op 1juli 2001 een nieuw bestuur aan.bij het dorpshuis. Het oude bestuur was heel sterk op de uitvoering gericht en verrichtte heel veel vrijwilligerswerk om de accommodatie draaiende te houden. Het dorpshuis was toe aan een grondige renovatie, waarvoor in het oude bestuur niet de benodigde kwaliteiten aanwezig waren om de kar te trekken. De opdracht voor het nieuwe bestuur was om plannen te ontwikkelen om voor de huidige 38 gebruikers een eigentijdse accommodatie te realiseren. De nieuwe bestuursleden zijn geworven bij de gebruikers en binnen de dorpsgemeenschap. Voorop stond, dat zij geïnteresseerd moesten zijn in het dorpshuis en kwaliteiten moesten meebrengen, die van belang waren voor de realisering van het vernieuwde dorpshuis. Het nieuwe bestuur is snel van start gegaan met de opstelling van een korte beleidsnotitie en het aantrekken van een architect voor het maken van schetsontwerpen voor de uitwerking van het programma van eisen. Eén en ander gebeurde in goed overleg met de gemeente, die een voorbereidingskrediet van € 9.000,- voor de kosten (van de architect) beschikbaar stelde. In het overleg met de gemeente kwam naar voren, dat zij graag de mogelijkheid van een combinatie met seniorenwoningen onderzocht wilden zien, teneinde de kosten van (ver)nieuwbouwplannen voor de gemeente te beperken. Overleg met de wooncorporatie “De Woonschakel en het Architectenbureau Laan en Koning leverde op, dat het hier ging om onverenigbare functies, gezien ook de horecafunctie binnen het dorpshuis. Om de realisering van het dorpshuis ook financieel mogelijk te maken kwam de directeur van de Woonschakel met een nieuw idee: De Woonschakel bouwt het (ver)nieuwde dorpshuis en wordt eigenaar, terwijl de exploitatie van het dorpshuis plaatsvindt door de Stichting Dorpshuis ’t Centrum. Naast ruimten voor de huidige 38 gebruikers komen er ruimten voor de horeca(dorpsplein), voor een golfbaan, een kinderdagverblijf, die multifunctioneel gebruikt kunnen worden, en kantoorruimte voor de Rabo-bank. Door de Woonschakel wordt ca. 2,5 miljoen in het totale plan geïnvesteerd. In dit bedrag zit ca. € 100.000,voor de overname van het oude dorpshuis, waardoor het Stichtingsbestuur met een schone lei kan beginnen. Door de gemeente zal jaarlijks voor de ruimten van het dorpshuis en de bibliotheek € 135.000, - voor rente en aflossing worden betaald aan de Woonschakel. Met de Rabo-bank zijn door de Woonschakel aparte afspraken gemaakt over investeringsbijdrage en verhuur.
Bij het verbouwde dorpshuis wordt de gemeente huurder, die ‘gebruikersovereenkomsten’afsluit met het dorpshuis en de bibliotheek. De exploitatie van het dorpshuis komt in handen van het Stichtingsbestuur, die hiervoor geen verdere bijdrage ontvangt van de gemeenten. De opbrengst van de horeca en het verhuur van de ruimten zal voor een sluitende exploitatie moeten zorgen, waarin de beheerkosten en ‘huurderonderhoud’verwerkt zijn.
57
Resumerend kan worden gesteld, dat het Stichtingsbestuur initiatiefnemer is voor dit project en het project als zodanig op de rails heeft gezet zonder inbreng van derden. De belangrijkste redenen voor dit project waren de verouderde accommodatie en de noodzaak om de dienstverlening te verbeteren. De gemeente heeft de plannen van het Stichtingsbestuur goed gesteund en waar nodig gefaciliteerd. Planvormingfase Voor de totstandkoming van het vernieuwde dorpshuis is geen apart haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd. Uitgangspunt bij de planvorming is het creëren van een eigentijdse voorziening voor de huidige gebruikers. Alle 38 gebruikers zijn uitgenodigd om de door de architect in samenspraak met het bestuur opgestelde plannen te bespreken. Uit deze gesprekken kwam naar voren, dat voor de meeste gebruikers een eigen berging/opslagruimte noodzakelijk is. Dit is een belangrijke voorwaarde voor het multifunctioneel gebruik van de ruimten. Ook zijn een aantal ruimten verplaatst. Uitgangspunt bij de situering van de ruimten is, dat alle ruimten vanuit het dorpsplein (entree, centrale ontmoetingsruimte en bar) bereikbaar zijn. Naast de ingang via het dorpsplein krijgt de sportzaal ook een eigen ingang op verzoek van de scholen, die de sportzaal als gymnastiekzaal gebruiken.
Bij de planvorming is gebruik gemaakt van het architecten bureau Laan en Koning. Ook is gedurende deze fase regelmatig overleg geweest met de gemeente, die ook het voorbereidingskrediet van € 9.000,- beschikbaar heeft gesteld voor de ontwikkelingskosten en de bouwtekeningen. Voor de ‘uitbreiding’van het dorpshuis was grond nodig, die door gemeente voor een symbolisch bedrag beschikbaar is gesteld aan de Woonschakel, de eigenaar van nieuwe dorpshuis. De eigendoms- en beheersconstructies zijn hiervoor reeds behandeld. Voor wat betreft de inrichting is door het bestuur van het dorpshuis een financiële commissie in het leven geroepen voor de fondsen werving. Zelfwerkzaamheid bij de bouw en inrichting is voor het bestuur geen uitgangspunt. Ook in de toekomst wordt gewerkt met betaalde beheerders, welke in dienst zijn van de Stichting Dorpshuis. De horecafunctie wordt door de stichting in eigen beheer uitgevoerd. Om de openingstijden te kunnen realiseren zijn er waarschijnlijk 2 fte voor beheer nodig. Binnen het dorpshuis kunnen de ruimten voor het kinderdagverblijf (!), de Omring (consultatiebureau), de bibliotheek en de Rabo-bank als monofunctionele ruimten worden aangemerkt. Het kinderdagverblijf wordt echter in de avonduren ook gebruikt voor muziekkoren en fanfare. De gebruiksruimte van de Omring mag door de Omring, na goedkeuring van het dorpshuisbestuur aan gezondheidszorg gelieerde instellingen worden doorverhuurd. Alle overige ruimten zijn multifunctioneel inzetbaar. Om een sluitende exploitatie te kunnen realiseren, zal bij de verhuurtarieven gewerkt worden met een verenigingstarief en een commercieel tarief. Eén en ander wordt nog uitgewerkt. De inbreng van de gemeente is in deze fase onmisbaar geweest. Zowel door het scheppen van de ruimtelijke en financiële voorwaarden (beheerstructuur), als door het beschikbaar van ISV-gelden om voor de verenigingen aanvaardbare verhuurtarieven te kunnen realiseren. Realisatiefase Na de bouwvakantie in 2004 ging de eerste paal de grond in. Als alles volgens plan verloopt zal de bouw ongeveer een jaar duren. Voor deze periode hebben alle gebruikers van het dorpshuis elders zelfstandig onderdak gevonden.
58
Het dorpshuisbestuur zal gedurende deze periode verder werken aan een sluitende exploitatieopzet door het in kaart brengen van de huurderlasten, beheerkosten, klein onderhoud, enz, alsmede de verwachte opbrengsten van verhuur en bar.
59
3. Beschrijving Multifunctionele Accommodaties Dorpshuis te Abbekerk Datum: Gesprekspartner: Functie :
28 juli 2004. Leon Elsten Sectorhoofd Bevolkingszaken gemeente Noorder Koggenland
Korte omschrijving project Het dorpshuis te Abbekerk is één van de zes dorpshuizen in de gemeente Noorder Koggenland. De volgende dorpen beschikken over een dorpshuis: - Abbekerk - Twisk - Opperdoes - Midwoud - Hauwert - Sijbekarspel Hoewel in het algemeen een dorpshuis op zich al is aan te merken als een multifunctionele accomodaties is het dorpshuis te Abbekerk in het bijzonder een multi-functionele accommodatie te noemen, omdat daarin de volgende voorzieningen zijn/worden ondergebracht: - dorpshuis - bibliotheek - GOED (Gezondheidscentrum Onder Eén Dak) - wijk steunpunt (voor ouderen) - sportzaal - jongerencentrum - peuterspeelzaal
Initiatieffase De plannen met betrekking tot het dorpshuis te Abbekerk zijn onstaan in 2001/2002. De uitbreidingen van het dorpshuis welke thans worden gerealiseerd zijn min of meer een logisch gevolg, voortvloeiende uit een algemeen beleid van de gemeente Noorder Koggenland voor alle dorpshuizen in de gemeente. Dit algemene beleid is ontwikkeld in 1994/1995 en kan in het kort als volgt worden gekenschetst: ‘Een dorpshuis heeft een spilfunctie binnen de betreffende dorpsgemeenschap. Het moet een centrale plek zijn voor ontmoeting en moet onderdak bieden aan het locale verenigingsleven. De in standhouding van de dorpshuizen heeft binnen het gemeentelijk beleid hoge prioriteit’. Het dorpshuis wordt dus gezien als een basisvoorziening. Hier uit voortvloeiend is aandacht ontstaan voor de bouwkundige staat van de dorpshuizen en is er een onderhouds- en financieringsplan opgesteld. Bepaald is dat de dorpshuizen gefinancierd worden door middel van een budgetsubsidie, dat is samengesteld uit een onderhoudssubsidie en een exploitatiesubsidie. Aanvullende (tekort) subsidiëring vindt niet plaats. Verder is er een algemeen beleid gevoerd er van uit gaande, dat de dorpshuizen in eigendom zijn bij de verschillende locale stichtingen. De belangrijkste taak van deze stichtingen is de exploitatie (onderhoud en doorverhuren aan verenigingen) van het dorpshuis. In 2001/2002 heeft de gemeente initiatieven ontwikkeld om de dorpshuizen op te knappen, dat wil zeggen te moderniseren, te renoveren en uit te breiden. Daarvoor is door een extern bureau onderzoek uitgevoerd, waarbij aandacht is gegeven aan: - bouwkundige aanpassingen - uitbreiding van functie’s - subsidie-structuur - tarievenstructuur verhuur aan verenigingen - beheersstructuur
60
Belangrijke conclusies waren: - Lage bezettingsgraad van de dorpshuizen overdag. Er zouden meer activiteiten overdag moeten komen. - Huurtarieven beneden landelijk gemiddelde. Tarievenstructuur zou geharmoniseerd moeten worden. - De beheersstructuur, waarbij locale stichtingen (van vrijwilligers) eigenaar zijn van de dorpshuizen is kwetsbaar. Aanbevolen wordt om met name voor het onderhoud de dorpshuizen onder te brengen in één centrale stichting.
Vervolgens zijn er voor alle dorpshuizen plannen ontwikkeld met betrekking tot renovatie en uitbreiding, welke momenteel grotendeels zijn uitgevoerd. De plannen voor het dorpshuis te Abbekerk waren evenwel het meest ingrijpend. Voor de plan ontwikkeling in Abbekerk was belangrijk, dat in het dorpshuis al aanwezig was een fysiotherapeut en een tandarts. Toen in 2002 duidelijk werd, dat de plaatselijke huisarts zijn prakrijk zou gaan stoppen is gaandeweg door de gemeente het initiatief genomen om in het te renoveren dorpshuis een GOED te realiseren bestaande uit: huisarts, tandarts, fysiotherapeut en consultatiebureau van de Omring. De gemeente heeft verder het initiatief gehouden om de plannen verder te ontwikkelen. Uit overleg met betrokkenen kristalliseerde het plan om naast de uitbreiding van het dorpshuis met een GOED ook de uitbreidingen te realiseren zoals: wijksteunpunt voor ouderen, bibliotheek, jongerencentrum, peuterspeelzaal. Daarnaast bleef de sportzaal gehandhaafd. Met de genoemde uitbreidingen kon tegemoet worden gekomen aan de ‘spilfunctie’van het dorpshuis en kon ook worden tegemoet gekomen aan het gesignaleerde knelpunt van een lage bezettingsgraad overdag. Zowel door het GOED als het wijksteunpunt zou de bezettingsgraad van het dorpshuis overdag worden verbeterd. Daarnaast zou er ‘meerwaarde’ontstaan met betrekking tot de zorg en dienstverlening aan ouderen. Met name door de realisering van een wijksteunpunt is het mogelijk om ouderen langer zelfstandig te laten wonen. In 2003 heeft de gemeente als initiatiefnemer vah het wijksteunpunt rondetafelgesprekken georganiseerd met: - stichting dorpshuis - stichting welzijn ouderen - de dorpsraad - ouderen bonden - de Omring (verzorgingshuis, consultatiebureau)
Planvormingfase Door middel van rondetafelgesprekken heeft de gemeente alle betrokkenen bij elkaar gebracht. Hoewel uit het onderzoek de aanbeveling is gedaan om het onderhoud van de dorpshuizen onder te brengen in één centrale stichting, is dit advies niet opgevolgd. Besloten is om exploitatie en beheer in handen te laten van de plaatselijke stichtingen. Wel is daarbij de afspraak gemaakt, dat voor het onderhoud voortaan de woningcorporatie De Woonschakel wordt ingeschakeld. De gemeente heeft de verdere planvorming en het overleg daarover in nauw overleg met de stichting Dorphuis uitgevoerd. Daarbij is aandacht gegeven aan: - locatie en eigendom. dorpshuis incl. uitbreidingen waren en blijven eigendom van de stichting Dorpshuis; - versterking van de mantelzorg; - multifunctioneel gebruik van de ruimte voor het jongerencentrum, waarbij het jongerencentrum ook geschikt is als ‘uitvoeringsruimte’voor onder meer operette, toneel, muziek en dergelijk. Hierover zijn schriftelijke afspraken gemaakt en roosters opgesteld; - beperking geluidsoverlast van de ruimte voor het jongerencentrum; - multifunctioneel gebruik van de sportzaal. Door de aanwezigheid van een ‘toneel’is de ruimte ook geschikt als grote ‘uitvoeringsruimte’; - gebruik centrale ruimte (foyer) ten behoeve van wijksteunpunt overdag en dorpshuis ’s avonds; - beheer door betaald beheerder(sechtpaar) met aandeel in horeca-omzet;
61
-
samenstelling algemeen bestuur stichting dorpshuis uit vertegenwoordigers van de gebruikersgroepen; verhuur van ruimten tegen huurprijzen volgens landelijke gemiddelde;
Bij de totstandkoming van het programma van eisen en de verdere uitwerking van de plannen is er steeds nauw overleg geweest tussen het gemeentebestuur en het bestuur van het dorpshuis. Tijdens de verdere uitwerking van de plannen is geen gebruik gemaakt van externe bureau’s. Wel is voor de ontwikkeling van het wijksteunpunt overleg geweest met PRIMO-nh (Peter Meijer). Kort samengevat zijn de kernfuncties: - dorpshuis, m.n. verhuur ruimte aan diverse clubs en verenigingen zoals: o div. sportverenigingen o verenigingen voor ouderen o muziek, fanfare, operette verenigingen o kaarten en biljarten e.d. o vergaderen en knutselen e.d. o jongerenvereniging -
sportzaal: o scholen o volleybalvereniging o gym verenigingen o tafeltennis
-
wijksteunpunt o restaurantfunctie (moet nog worden uitgewerkt) o activiteiten voor ouderen/ spreekuur o wonen-plus
-
GOED: o o o o
huisarts tandarts fysiotherapeut consultatiebureau
Naast verbetering van de dienstverlening en verbetering van de huisvesting is ook de ‘spilfunctie’versterkt en wordt een betere spreiding van activiteiten gerealiseerd over de dag en de avond. Voor de financiering van de plannen heeft de gemeente een totaalbedrag gereserveerd, waaruit alle kosten (zowel voorbereiding als uitvoering) moeten worden gefinancierd. Dit totaal budget is samengesteld uit: - gemeentelijk subsidie - subsidie provincie (onder meer ten behoeve van wijksteunpunt) - geldleningen door de gemeente aan het dorpshuis, welke moeten worden terugbetaald. Veel aandacht is besteed aan het multi-functioneel gebruik van ruimten. Te noemen zijn: - centrale ruimte / foyer - jongerencentrum/ uitvoeringsruimte - sportzaal/ uitvoeringsruimte - diverse ruimten voor activiteiten zoals spel, vergaderen en dergelijk Niet multifunctioneel zijn de ruimten ten behoeve van: - bibliotheek - GOED Uitgangspunt is wel, dat er een sluitende exploitatie door het dorpshuis wordt gerealiseerd op basis van het ‘budgetsubsidie’.
62
Realisatiefase Op dit moment worden de plannen gerealiseerd. De verbouwingen zullen naar verwachting in september worden afgerond. De verbouwingen worden gerealiseerd onder de verantwoordelijkheid van het Dorpshuisbestuur. Wel is er goede samenspraak met de gemeente en anderen. Zoals eerder vermeld is er voor de renovatie/uitbreiding een budget door de gemeente beschikbaar gesteld waarmee alle kosten gedekt dienen te worden. Tijdens de verbouwing bleek echter, dat er voor de gehele accommodatie een nieuw dak nodig was. De geplande renovatie van de sportzaal/ gymzaal kan voorlopig geen doorgang vinden en is uitgesteld tot een later tijdstip. Verder hebben zich tijdens de realisatiefase geen wijzigingen en/of tegenslagen voor gedaan. Ook zal de tijdsplanning naar verwachting worden gehaald. Ook in de realisatiefase heeft de gemeente een belangrijke rol vervuld. Door de gemeente is een bouwkundige ingehuurd, die de plannen heeft ontwikkeld en toezicht houdt op de (ver)bouw. Ook zorgt hij voor regelmatige rapportage naar de gemeente.
Over de exploitatiefase kan op dit moment weinig worden vermeld, omdat de uitgebreide accommodatie nog in gebruik moet worden genomen.
63
4. Beschrijving Multifunctionele Accommodaties Vogelsanck te Vogelenzang Datum: Gesprekspartner: Functie:
31 augustus 2004 René de Vries Directeur Zorgcontact
Korte omschrijving project Het dorp Vogelenzang is de meest zuidelijk gelegen kern binnen de gemeente Bloemendaal. De gemeente heeft bijna 17.000 inwoners, waarvan 26% ouder is dan 65 jaar. Het dorp Vogelenzang telt ca. 2300 inwoners, waarvan er ca. 16% ouder zijn dan 65 jaar. De bewoners zijn vooral georiënteerd op de gemeenten Hillegom en Bennebroek. De multifunctionele accommodatie in Vogelenzang bestaat uit: -
het wijksteunpunt; praktijkruimten voor de fysiotherapeut en de tandarts de peuterspeelzaal, kantoorruimte voor de Stichting Welzijn Ouderen Bloemendaal de bibliotheek 20 huurwoningen; 10 koopwoningen;
De eigenaar van het complex is Woonzorg Nederland die bij de realisatie gebruik gemaakt heeft van ISVgelden via de gemeente; en een Provinciale bijdrage voor de realisering van het Wijksteunpunt via de Stichting Zorgcontact, teneinde de tarieven zo laag mogelijk te kunnen houden. Het wijksteunpunt maakt onderdeel uit van de Stichting Zorgcontact, die daarnaast drie verzorgingshuizen exploiteert: - Huize Meerleven te Bennenbroek; - AG Bodaan te Bentveld; - Huis in de Duinen te Zanvoort - Wooncomplex Kostverloren Met de Stichting Zorgcontact (directeur: René de Vries) is een huurcontract afgesloten voor het wijksteunpunt en een contract voor de 20 huurwoningen. Met de gemeenten zijn twee huurovereenkomsten afgesloten: één huurcontract met BTW voor de bibliotheek en één huurcontract zonder BTW voor de overige participanten. Bij de toewijzing van de koopwoningen is een prioritering aangelegd (hoogte zorgvraag en herkomst bewoners). Aan de bewoners van de woningen wordt vanuit het wijksteunpunt een servicepakket geleverd. De koopwoningen kunnen vrij op de markt worden verkocht.
Initiatief Toen duidelijk was, dat het verzorgingshuis gesloten moest worden zijn er veel stappen gezet om tot een wijksteunpunt met ‘zorgappartementen’te komen. Initiatiefnemers de Stichting Meerleven (die in de Stichting Zorgcontact is opgegaan), de gemeente en de Woonzorg Nederland, die als eigenaar het bouwproces heeft begeleid. Als kernfunctie van de multifunctionele accommodaties werd het wijksteunpunt gezien als verenigingsgebouw en activiteiten- en dienstencentrum voor ouderen. Hierbij speelde een belangrijke rol, dat het toenmalige dorpshuis verouderd was en een aantal activiteiten (onder andere voor ouderen) overgeheveld zouden kunnen worden naar het wijksteunpunt. De noodzaak van een voorziening voor ouderen na sluiting van het dorpshuis was binnen de gemeenschap een gedeelde opvatting. Naast nieuwbouw in de vorm van een wijksteunpunt is echter ook een volledig nieuw dorpshuis gerealiseerd, waarin een groot aantal activiteiten voor ouderen plaatsvindt. Duidelijk is wel, dat er in de initiatieffase te weinig afstemming heeft plaatsgevonden met de ontwikkelingen rondom het dorpshuis.
64
Planvormingfase De planvormingfase van het wijksteunpunt is bouwtechnisch door Woonzorg Nederland goed (be)geleid. Zoals eerder gesteld was het programma van eisen onder andere geënt op een toneelvoorziening, een open eettafel, dagverzorging, enz. onvoldoende getoetst op haalbaarheid. Een belangrijke rol heeft hierin gespeeld, dat er door het vertrek van de directeur van het voormalige verzorgingshuis te Vogelenzang in de beslissende fase onvoldoende inhoudelijke sturing aan het project is gegeven. Binnen de initiatiefprojectgroep onderhield de gemeente de contacten met de overige participanten, wat in de praktijk geen problemen heeft opgeleverd. Ook heeft de gemeente zich sterk gemaakt voor de beschikbaarstelling van ISV-gelden, terwijl ook middelen vanuit de wijksteunpuntenregeling voor het project beschikbaar zijn gesteld. Realisatiefase De bouw van de multifunctionele accommodaties heeft ca. 15 maanden geduurd en is praktisch vlekkeloos verlopen, waardoor het complex op 1 april 2004 kon worden geopend. Alleen met de omwonenden heeft nog overleg plaatsgevonden over het aantal parkeerplaatsen, waardoor een kleine stagnatie is opgetreden. Exploitatiefase Hoewel de huur van het wijksteunpunt door de bovengenoemde redenen relatief laag is (€ 1.000,per maand)is er vanwege de afwezigheid van activiteiten toch een exploitatietekort. Door de Stichting Zorgcontact zijn er inmiddels maatregelen getroffen om de dienstverlening en de activiteitenprogrammering op gang te helpen. Zo wordt er gedacht aan het onderbrengen van twee projecten dagverzorging: één voor reguliere ouderen en één voor PG-ouderen, het organiseren van een open eettafel twee keer per week, een creatieve middag voor ouderen, begeleid door vrijwilligers onder auspiciën van de SWOB. Ook het overleg met het dorpshuis zal nieuw leven worden ingeblazen om te bezien, welke activiteiten beter in het wijksteunpunt kunnen plaatsvinden. Hierbij kan nog aangetekend worden, dat de open eettafel vooralsnog in de kerk wordt gehouden. Tenslotte kan hierover nog worden opgemerkt, dat de zorgverlening aan de bewoners van de zorgappartementen nog heel bescheiden is. Het gebruik van de kantoorruimte door Welzijn Ouderen Bloemendaal beperkt zich tot enkele dagdelen per week. Inmiddels is door de gemeente een advertentie geplaatst op internet voor aanvullende ‘huurders’.
65
5. Beschrijving Multifunctionele Accommodaties Wijkwaard te Alkmaar Datum: Gesprekspartner: Functie:
22 juli 2004. Frans McGonigle Directeur Kern 8 te Alkmaar
Korte omschrijving project Wijkwaard is een multifunctioneel wijkcentrum in de wijk Huiswaard te Alkmaar. De accommodatie wordt al enige jaren geëxploiteerd als multifunctionele acommodaties, waarin de voorzieningen zijn samengebracht zoals: - buurtcentrum/wijkcentrum, ten behoeve van onder meer: o sociaal-cultureelwerk voor jong en oud o informatie en educatie o Gehandicapten Overleg Alkmaar o Wijkvereniging Huiswaard o Wijkmeester -
wijksteunpunt voor ouderen, ten behoeve van onder meer: o restaurant (maaltijdvoorziening voor ouderen) o wonen plus o activiteiten/diensten voor ouderen (De Dillenburg e.a.) o wijkagent
Initiatieffase In 1997 zijn de eerste stappen gezet voor het realiseren van het multifunctioneel wijkcentrum Wijkwaard. De directe aanleiding werd gevormd door de sluiting van verzorgingshuis De Dillenburg. De initiatiefnemer van het eerste plan is niet bekend. Wel is bekend, dat het eerste plan in de prullebak is beland. Daarop heeft in de loop van 1997 de gemeente het initiatief genomen en een tweede voorstel geschreven voor het realiseren van Wijkwaard. Dit voorstel is ontwikkeld in samenspraak met de volgende partners: - De Dillenburg (vml. verzorgingshuis) - De Maatschap (rechtsvoorganger van Kern8) - SDG-Reigersdaal (zorg- en dienstverlening gehandicapten) - Woonwaard Kennemerland (woningbouwcorporatie en beoogd opdrachtgever bouw en eigenaar van het wijkcentrum) - Gehandicapten Overleg Alkmaar - Wijkvereniging Huiswaard Met bovenstaande partners is ook aangegeven welke functie’s in het wijkcentrum werden voorzien. Niet aanwezig bij het vooroverleg, maar gepland in het wijkcentrum was de functie van ‘wijkagent’. Zoals vermeld was de directe aanleiding tot de plannen het sluiten van het verzorgingshuis De Dillenburg. Dit betekent, dat vanaf het begin de kernfunctie voor het wijkcentrum werd gevormd door de doelgroep ‘ouderen’. Dit aspect wordt mede versterkt door de directe aanwezigheid van 31 zorgintensieve woningen en 44 seniorenwoningen. Wel is vanaf het begin de bedoeling geweest om de ouderenzorg en de zorg voor gehandicapten te koppelen aan het breder welzijnswerk. Door de komende fusie tussen De Dillenburg en de Thuiszorg zal het toekomstige ‘zorgloket’meer inhoud krijgen. Op dit moment functioneert er een Wijk Informatie Punt. Een belangrijke overweging voor het realiseren van een multifunctioneel wijkcentrum was gelegen in de behoefte om een betere spreiding van oudere voorzieningen te krijgen over de stad Alkmaar. De koppeling met het breder welzijnswerk werd ingegeven door de noodzaak om de bestaande accommodatie(s) op te waarderen. Door aan te sluiten bij de nieuwbouw van het wijkcentrum kon dit worden gerealisered. Verder was een uitgangspunt om ‘meerwaarde’te realiseren voor de zorg- en dienstverlening aan ouderen en gehandicapten.
66
Tenslotte is het van belang om te vermelden, dat bij de planontwikkeling nadrukkelijk is uitgegaan van het opheffen van de ‘verouderde’en naastbij gelegen sociaal culturele accommodatie de ‘Rekere’. Financiële overwegingen hebben niet meegespeeld in de zin, dat er de verwachting was, dat door het realiseren van een multifunctioneel wijkcentrum er bespaard zou kunnen worden op de kosten. Eerder was het uitgangspunt, dat de kosten hoger zouden worden, maar dat er winst zou zijn met betrekking tot de kwaliteit en synergie van het samengaan van verschillende functies. Ook was de verwachting, dat er een hogere bezettingsgraad zou komen van de accommodatie, waardoor meer ‘dynamiek’zou ontstaan.
Planvormingfase Er zijn gedurende de planvormingfase diverse onderzoeken uitgezet. De huidige directeur is in 2002 aangesteld en kent de precieze uitkomsten van deze onderzoeken niet. In het archief zou één en andere te achterhalen zijn. Wel is bekend, dat de uitkomst van de onderzoeken positief waren, waardoor de planontwikkeling kon doorgaan. Bij de beoordeling van de haalbaarheid is evenwel uitgegaan van een aantal voorwaarden. Zo was er ondermeer afgesproken, dat de bestaande ‘oude’accommodatie De Rekere zou worden gesloten en dat Kern8 subsidie zou krijgen voor de professionele begeleiding van een ‘jeugdhonk’. Op deze twee punten heeft de gemeente Alkmaar het laten afweten. De Rekere is met goedvinden van de gemeente blijven bestaan, terwijl er geen extra subsidie is gekomen voor het ontwikkelen van meer initiatieven, zoals een jeugdhonk. Het gevolg is, dat in het wijkcentrum wel een ruimte voor ‘jongeren’is gerealiseerd, maar er wordt geen gebruik van gemaakt. Het jeugdhonk is in De Rekere gebleven. Deze kwestie ligt voor Kern8 vrij principieel. Kern8 wil wel ruimte zondermeer doorverhuren aan anderen, maar wil alleen activiteiten organiseren, waarvoor ook beroepskrachten kunnen worden aangetrokken. Alleen dan kan Kern8 de verantwoordelijkheid nemen voor een goede uitvoering van de activiteiten. Ook is er een onderzoek gehouden onder de wijkbewoners. Daaruit is naar voren gekomen, dat er vooral behoefte was aan meer op ‘ouderen’georiënteerde activiteiten. De deelnemende organisaties zijn heel intensief betrokken geweest bij het opstellen van een programma van eisen en de verdere uitwerking van de plannen. Er is een stuurgroep gevormd, waarin iedere organisatie een vertegenwoordiger kreeg, die het ‘eigen’ programma van eisen kon inbrengen. De stuurgroep heeft goed gewerkt. Daarbij zijn er bij de verdere planontwikkeling geen knelpunten gesignaleerd. Van betekenis is hierbij, dat het initiatief bij de gemeente lag. Daardoor was er het algemene gevoelen, dat eventuele knelpunten politiek en bestuurlijk wel zouden worden opgelost. Tijdens het gehele proces van planontwikkeling is er een extern bureau geweest, dat het proces heeft begeleid, t.w. dhr. Tamminga van bureau Tracé te Haarlem. De kosten voor de procesbegeleiding zijn betaald door de gemeente. De andere kosten zoals voorbereiding bouw, architect en dergelijk kwamen voor rekening van Woonwaard. De kosten met betrekking tot overleg en dergelijk is uit de lopende budgetten van de deelnemende partijen gefinancierd. Daar is geen extra subsidie van de gemeente voor gegeven. Wel zijn deze kosten voor een deel betaald uit bijdragen van particuliere fondsen en stimuleringsgelden van de provincie. Verder is in de planvormingfase aandacht besteed aan: - Locatie. Uit onderzoek was al bekend welke locatie het meest geschikt zou zijn voor het realiseren van een multifunctionele accommodaties. De gemeente was eigenaar van de grond. Mede omdat de gemeente ook initiatiefnemer was heeft de locatiekeuze en de verwerving van de grond geen problemen opgeleverd. - Bij het ontwikkelen van de plannen is er steeds van uit gegaan, dat de woningcorporatie Woonwaard de eigenaar zou worden van het pand. Tijdens de ontwikkeling van de plannen was het ook duidelijk, dat één van de participanten de hoofdhuurder van de accommodatie zou worden, welke weer zou onderverhuren aan andere participanten. Deze constructie heeft te maken met het algemene beleid van de gemeente Alkmaar, waarbij in de regel uitvoerende organisaties niet de iegenaar zijn van de accommodatie. Het beleid is er op gericht, dat stichtingen van vrijwilligers en organisaties als Woonwaard de eigenaar worden van een accommdatie. Voor het uitvoerende werk (organisatie van activiteiten) moet gebruik worden gemaakt van een organisatie zoals Kern8.
67
-
-
-
-
Pas in de laatste fase van de planontwikkeling is Kern8 aangewezen als ‘hoofdhuurder’van het wijkcentrum Wijkwaard. Gedurende de planontwikkeling was er een projectgroep en stuurgroep bestaande uit directies en medewerkers van de deelnemende organisaties en de gemeente. Op dit moment is de stuurgroep nog actief. Verder waren er de werkgroepen: beheer, activiteiten en inrichting. Hiervan is werkgroep activiteiten nog actief. Op dit moment functioneert er ook nog een huurdersoverleg. In de plannen is er van uit gegaan, dat de fysieke realisatie van de accommodatie zou plaatsvinden door Woonwaard in samenspraak met de gemeente. Voor de inrichting is overleg gevoerd met betrokken partijen. Daarbij zijn extra financiën gerealiseerd in de vorm van leningen van de gemeente en subsidies van fondsen. Zowel hoofdhuurder (Kern8) als onderhuurders betalen een ‘marktconforme’huurprijs per m2. Daarbij worden door Kern8 geen ‘overhead’kosten doorberekend. Op dit moment speelt er ook een discussie met de gemeente over de doorberekening van de ‘overhead’in het algemeen, dus niet specifiek Met betrekking tot Wijkwaard. Uit een onderzoek van Berenschot blijkt, dat op dit moment er voor Kern8 te weinig mogelijkheden zijn om de kosten van overhead door te berekenen. Met betrekking tot het multifunctionele gebruik van ruimten is er een mengvorm. o Er zijn ruimten, die in handen zijn van één gebruiker, zoals de kantoorruimten voor: wijkmeester, gehandicaptenoverleg, SDG, de Wijkvereniging en Kern8 o Daarnaast zijn er ruimten, waarbij één specifieke partij ‘het primaat’heeft, zoals de muziekruimte SDG en de keukenruimte. Deze ruimten worden niet voor 100% bezet. De beheerder (Kern8) kan deze ruimten terug huren voor andere activiteiten; o Verder is er een grote centrale multifunctionele ruimte met scheidingswanden. Deze ruimte is opgezet voor verschillende activiteiten. In de praktijk wordt deze ruimte gebruikt als restaurant. De bezettingsgraad is ca. 50%. Mede omdat in deze ruimte de tafels ‘gedekt’ blijven staan en de scheidingswanden niet goed functioneren voor wat betreft de geluidsoverlast, wordt de ruimte met uitzondering van ‘bingo’activiteiten - verder weinig gebruikt voor andere activiteiten. o Tenslotte zijn er nog 6 á 7 kleinere ruimten, waarvoor geen hoofdgebruikers zijn. o Deze ruimten worden ad hoc verhuurd. De bezettingsgraad van deze ruimten is echter laag circa 20%. Voor het beheer en exploitatie van de accommodatie heeft Kern8 van de gemeente 1,3 fte toegewezen gekregen. Dit blijkt in de praktijk bij lange na niet voldoende. In de planning was uitgegaan van een bedrijfsverzamelgebouw, waarbij iedere deelnemer verantwoordelijk was voor de eigen ruimte. In de praktijk blijkt, dat de deelnemers niet kunnen zorgen voor een goede bezettingsgraad, waardoor een groot beroep wordt gedaan op de exploitant Kern8. Echter voor deze omvangrijke taak is Kern8 niet toegerust.
Voor de aanpak van de signaleerde knelpunten wordt nu een ‘ondernemersplan’opgesteld (zie verder) Tot slot zij vermeld, dat ook gedurende de planontwikkeling en de realisatie het initiatief bij de gemeente lag. Samen met het extern begeleidingsbureau Tracé droeg de gemeente zorg voor de voortgang van het geheel.
Realisatiefase Zoals eerder vermeld was woningbouworganisatie Woonwaard als eigenaar verantwoordelijk voor de bouw van de accommodatie. Een belangrijke wijziging tijdens de realisatie bleek het feit, dat de geplande sluiting van het nabij gelegen buurtcentrum ‘De Rekere’niet door ging. Verder is de bouw door niet nader aangegeven oorzaken enorm vertraagd. De accommodatie is uiteindelijk 1,5 jaar later opgeleverd dan gepland. Tijdens de realisatiefase hebben zich geen wijzigingen voorgedaan, waardoor de bouw vertraagd is. Ook in deze fase lag het iniatief bij de gemeente Alkmaar.
Exploitatiefase Tijdens de exploitatiefase hebben zich enkele knelpunten en problemen voorgedaan: - Zoals eerder vermeld blijkt er in de praktijk geen goede bezettingsgraad realiseerbaar te zijn. Voor een deel komt dit probleem door de gekozen organisatie/beheersvorm, waardoor de samenwerking tussen de partijen niet optimaal is. Voor een ander belangrijk deel blijkt de verhuurbaarheid van de ruimten niet goed te zijn door de ‘uitstraling’van het gebouw. Destijds is gekozen voor een
68
-
-
-
‘moderne’uitstraling van grauw beton. Hedentendage spreekt dat niet aan. Verder wordt het wijkcentrum ‘gekleurd’door de vele op ouderen gerichte activiteiten. Tenslotte blijkt in de praktijk een openstelling van 8.00-23.00 uur niet haalbaar te zijn. Met slechts 1,3 fte voor het beheer en de wettelijke eis, dat bij openstelling iemand aanwezig moet zijn met een Bedrijfs Hulp Verleners-certificaat blijkt dit niet mogelijk. Voor een goede openstelling zou minimaal 4,5 fte formatieplaats nodig zijn. De samenwerking tussen de partijen/gebruikers is niet optimaal. Er is teveel van uit gegaan, dat samenwerking wel automatisch zou komen. Dit komt onder meer door het vertrekpunt van een bedrijfsverzamelgebouw, waardoor de organisatievorm kan worden gekenschetst als een ‘back to back’organisatie, waarbij iedere deelnemer een ‘eigen toko’heeft binnen één accommodatie. De ruimten zijn daardoor ook niet echt geschikt voor multifunctioneel gebruik. Als voorbeeld is reeds genoemd de centrale grote ruimte, die feitelijk alleen dienst doet als restaurant, waarbij de scheidingswanden niet goed functioneren en omliggende ruimten ook in fysieke zin als aparte ruimten functioneren. In de praktijk blijken er nu drie aparte info-balies te zijn van de afzonderlijke deelnemers. Verder is er bij de opzet te weinig aandacht geweest voor tegenstrijdige belangen van de deelnemers. Ook ten aanzien van de indeling/inrichting van het gebouw blijken er tekortkomingen. Zo is de keuken momenteel op het Zuiden gelegen, waardoor de temperatuur veel te hoog is. De klimaatbeheersing in algemene zin zou beter moeten. De weinig aantrekkelijke uitstraling van het grauwe beton is reeds genoemd. Ook het toezicht zou beter moeten worden geregeld. Nu bevinden de info-balies zich bij de ingang. Echter door de lage bezettingsgraag van deze balie’s is er weinig toezicht. Daarnaast is de bar beter bezet, terwijl deze vanuit laagdrempelige overwegingen juist achter in het gebouw is gerealiseerd.
Veel van de genoemde knelpunten waren vooraf niet voorzien. Het enthousiasme bij de deelnemers en de gemeente voor een multifunvtionele accommodaties als Wijkwaard is nog altijd groot. Op dit moment wordt met externe begeleiding vanuit bureau Tracé gewerkt aan het opstellen van een geheel nieuw ondernemingsplan, waarin alle genoemde knelpunten aandacht krijgen. In het ondernemingsplan wordt aangesloten bij een nieuwe ontwikkeling in gemeentelijk beleid ten aanzien van dit soort accommodaties met als uitgangspunt een Stedelijk Beheersbedrijf. Ook zal er aandacht worden besteed aan een andere samenwerkingsstructuur, waarbij het belang van multifunctionaliteit prevaleert boven het ‘eigenbelang’. In de nieuwe structuur moeten ‘knopen kunnen worden doorgehakt’. Ondanks alles worden wel degelijk goede perspectieven gezien voor een multifunctionele accommodaties als Wijkwaard. Wel is het zo, dat de kosten hoger zullen zijn dan in een traditionele situatie. De winst zal echter wel liggen in meer dynamiek, betere openstelling en meerwaarde voor de deelnemende partijen/ doelgroepen. Ook hier geldt echter, dat de kosten voor de baat uit zullen gaan. Terugkijkend kan worden gesignaleerd, dat de mate van betrokkenheid en het enthousiasme van de deelnemende partijen zondermeer goed is geweest. Wat anders had gemoeten is de keuze van de architect en een ander vertrekpunt dan een ‘bedrijfsverzamelgebouw’. De beheersstructuur zou in plaats van back to back meer ‘face to face’moeten zijn. Een open structuur, meer gericht op samenwerking en in fysieke zin vertaald naar een multifunctionele accommodatie. Meer aandacht voor inhoudelijke en niet vrijblijvende samenwerking, waarbij ‘sancties’mogelijk moeten zijn om deze samenwerking ook daadwerkelijk realiseren. Verder zullen afspraken zoals het sluiten van bijvoorbeeld De Rekere ook door de gemeente moeten worden nagekomen. Uitgaande van dit nieuwe concept wordt op dit moment een nieuwe multifunctionele accommodaties gerealiseerd in Vronermeer. Ook in de exploitatiefase ligt de regierol bij de gemeente. De gemeente is op de hoogte van de knelpunten en heeft ook de opstelling van een nieuw ondernemingsplan gefinancierd. Of er ook voldoende financiën zijn om de in het ondernemingsplan aangedragen veranderingen te kunnen realiseren zal in de toekomst moeten blijken.
69
6. Beschrijving Multifunctionele Accommodaties Het Reigersnest te Hoogkarspel, gemeente Drechterland Datum: Gesprekspartner: Functies:
01 september 2004. Vera Nolten en Kees Mos Resp. Beleidsmedewerkster Sector Samenleving gemeente Drechterland en Directeur openbare basisschool ‘t Skitteljacht
Korte omschrijving project Het Reigersnest betreft een nieuw gerealiseerde accommodatie, waarin zijn ondergebracht: - een openbare basisschool – ‘t Skitteljacht - een katholieke basisschool – het Kerspel - een buitenschoolse opvang – stichting Elan - een peuterspeelzaal – De Woelwaters De accommodatie is gesitueerd in de nieuwbouwwijk Reigersborg Noord aan de buitenkant van het dorp Hoogkarspel.
Initiatieffase In 2000 is het initiatief ontstaan tot de uiteindelijke ontwikkeling van de huidige accommodatie. Het allereerste initiatief is voortgekomen uit problemen met betrekking tot de accommodaties van de katholieke basisschool en de peuterspeelzaal. Beiden waren toen gevestigd in het centrum van Hoogkarspel. De accommodatie van de katholieke basisschool werd te klein. Voor de noodzakelijke uitbreiding was echter in het centrum geen ruimte. De accommodatie van de peuterspeelzaal moest verdwijnen voor de uitbreiding/vervanging van de bibliotheek in het centrum. De gemeente heeft toen het initiatief genomen om met beide partners een plan te ontwikkelen voor de huisvestingsproblemen. In 2001 is als gevolg van voortschrijdend inzicht bij de gemeente ook de openbare basisschool bij de planontwikkeling betrokken. Immers op termijn werd door de gemeente ook voor de openbare basisschool een huisvestingsprobleem gesignaleerd. Zo leidde het initiatief naar een planontwikkeling voor een accommodatie, waarin ondergebracht zou moeten worden: - de katholieke basisschool - de openbare basisschool - de peuterspeelzaal Hoewel de voorkeur er naar uitging om de plannen in het centrum te realiseren, moest worden geconcludeerd, dat daarvoor onvoldoende ruimte beschikbaar was. Wilde men over voldoende ruimte kunnen beschikken, dan was uitwijken naar de buitenkant van Hoogkarspel de enige mogelijkheid. Zo ontstond al snel de idee om het Reigersnest in de nieuw te bouwen wijk Reigersborg te realiseren. In de loop van het jaar bleek echter, dat ook voor de dagopvang bij het station uitbreiding van de accommodatie nodig was. De dagopvang zou moeten uitgroeien naar buitenschoolse opvang. De benodigde ruimte daarvoor was bij de huidige locatie bij het station niet beschikbaar. Uiteindelijk is ook de stichting Elan bij de plan ontwikkeling van het Reigersnest betrokken. In de beginfase is nog even er aan gedacht om het initiatief uit te breiden met een sportzaal. Echter omdat op dit punt er geen huisvestingsprobleem speelde, is hier van af gezien. Het plan voor het Reigersnest bleef uiteindelijk beperkt tot de eerder genoemde vier functies. De kernfunctie is uiteindelijk toch basisonderwijs. Wel is in overleg met de partners bewust rekening gehouden met het realiseren van een multifunctionele aula. Het primaire gebruik van de aula is ten behoeve van het onderwijs, daarnaast dient de aula ook een functie te vervullen naar de wijk (samenleving). Om te voorkomen, dat het Reigersnest zou worden gerealiseerd in een nog te bouwen nieuwbouwwijk, heeft de gemeente bewerkstelligd, dat de wijk Reigersborg Noord, waarin het Reigersnest is gepland, versneld is/wordt aangelegd.
70
Planvormingfase Voor de concrete uitwerking van het initiatief in een plan is geen haalbaarheidsonderzoek of iets dergelijks uitgevoerd. Wel is uitgegaan van de leerlingen prognoses voor beide basisscholen. In de loop van 2002/2003 is een kerngroep gevormd van de deelnemende partners en de gemeente (hoofd sector Samenleving en de beleidsambtenaar). Verder maakte deel uit van de kerngroep het bureau Zeeman (architect en projectleider). Daarbij bleef de gemeente de initiatiefnemer. Verder is geen gebruik gemaakt van externe advies- en/of begeleidingsbureaus. De bouw is uiteindelijk uitbesteed aan aannemersbedrijf Scholten. Binnen de kerngroep hebben de deelnemende partijen een programma van eisen opgesteld. Door de architect is dit programma van eisen vertaald in een concreet bouwontwerp. De samenwerking binnen de kerngroep is als bijzonder prettig ervaren. De kosten voor de planontwikkeling zijn als volgt verdeeld: - de kosten voor de architect c.a. zijn betaald door de gemeente; - de tijdsinvestering voor overleg en dergelijk is door de deelnemende partners opgebracht. In de planontwikkelingsfase is vooral gedacht in de voordelen van een multifunctionele accommodatie. Nadelen zijn niet echt aan de orde geweest. Wel was de locatiekeuze een moeilijk punt. Met name de katholieke basisschool had aanvankelijk wat bedenkingen tegen de locatie in de nieuwbouwwijk Reigersborg. Uiteindelijk heeft de overweging van voldoende beschikbare ruimte de doorslag gevormd voor alle partners om akkoord te gaan met de locatiekeuze. De grond waarop het Reigersnest is gerealiseerd is van de gemeente. Bij de verdere uitwerking van de plannen is op verzoek van de partners de gemeente de eigenaar van de te realiseren accommodatie gebleven. De verhuur aan de gebruikers is als volgt geregeld: - de beide basisscholen huren om niet de schoolruimten. Wel is er een gebruiksovereenkomst opgesteld, waarbij het gebruikers onderhoud is geregeld. - de peuterspeelzaal betaalt wel huur voor de gebruikte ruimten, maar krijgt daarvoor weer subsidie van de gemeente - de buitenschoolse opvang (Elan) huurt op basis van een commercieel tarief de gebruikte ruimte(n) - verder wordt er nog kantoorruimte verhuurd aan een Katholieke onderwijsstichting ten behoeve van het bovenschools management. Bij de planvorming is rekening gehouden met de verhuur van de aula buiten de ‘schooltijden’om. Uiteindelijk is de accommodatie zo ontworpen, dat iedere gebruiker de ‘eigen’ruimte kan beheren en afsluiten. Voor algemene werkzaamheden is er wel een beheerder. Deze is in dienst van de stichting Elan, maar wordt door alle partners en de gemeente betaald. In voorkomende gevallen regelt de beheerder de verhuur van de aula, met name in de weekenden en de avonden. Hiervoor zijn twee tarieven vastgesteld, een commercieel tarief van € 60,- per dagdeel en een tarief voor de eigen verenigingen van € 35,- per dagdeel. Op dit moment wordt de aula gebruikt voor: - zang en fanfare (in de avonden) - kerkgenootschap (in de weekenden) Daarnaast verhuren ook de scholen nog lokalen aan : - muziekschool - kerkgenootschap Er is maandelijks overleg tussen de gebruikers van het Reigersnest. Hierbij is ook de beheerder aanwezig. De technische coördinatie wordt ad hoc uitgevoerd door Kees Mos. Dit is geen formele functie, maar is zo in de loop der tijd gegroeid. Tenslotte zij vermeld, dat de totale financiering van de accommodatie bij de gemeente ligt. Dit vindt plaats uit de eigen middelen. De afschrijving gebeurt in 30 á 40 jaar en loopt via de reserves van de gemeente.
Realisatiefase De gemeente is de opdrachtgever voor de bouw geweest. Projectleider voor de gemeente was Dirk te Grotenhuis, sectorhoofd Samenleving.
71
De bouw is gestart maart 2003. De accommodatie is opgeleverd in februari 2004. Tijdens de bouw hebben zich geen onvoorziene zaken voorgedaan. Er zijn geen wijzigingen, geen tijdsoverschrijdingen en geen budget overschrijdingen te melden. Kortom deze fase is zeer voorspoedig verlopen.
Exploitatiefase Zoals vermeld is de accommodatie in februari dit jaar in gebruik genomen. Er is derhalve nog geen uitvoerige ervaring met de exploitatie van het Reigersnest. Voor zover nu kan worden beoordeeld, voldoet de accommodatie aan de gestelde verwachtingen. Daarbij zij wel aangetekend, dat de verwachtingen ook niet al te hoog gespannen waren. Het multifunctionele zit vooral in het feit, dat diverse organisaties (onderwijs, peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang) onder één dak zijn ondergebracht. Hoewel er goed overleg is en daar waar nodig wordt samengewerkt, kan er niet worden geconcludeerd, dat er een duidelijke ‘meerwaarde’voor het onderwijs is ontstaan. Wel is het zo, dat door het samenbrengen van de buitenschoolse opvang en het onderwijs onder één dak, er veel praktisch voordeel is, onder andere geen ‘overblijfsores’meer. Het multifunctioneel gebruik van de ruimte valt erg mee (of tegen). Dat wil zeggen in feite wordt alleen de aula multifunctioneel gebruikt. Overdag door de scholen en aansluitend de peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang. Buiten de schooltijden beperkt door verenigingen (zang en fanfare ’s avonds) en kerkgenootschap (’s zondags). Mogelijk zijn er wel nieuwe activiteiten te ontwikkelen. Immers Hoogkarspel kent geen dorpshuis. De clubs en verenigingen maken vooral gebruik van het verenigingsgebouw Laurentius. Een sterke uitbreiding van de multifunctionele activiteiten ziet men echter niet. De accommodatie wordt toch primair gezien als een onderwijsaccommodatie. Mogelijk zou er in het weekend een filmactiviteit kunnen worden ontwikkeld. Echter hiervoor zal men zelf geen initiatief nemen. De vraag zal dan van elders moeten komen. Verder kan er mogelijk uitbreiding plaatsvinden met een bloedtransfusiedienst. Verdere uitbreiding wordt niet gezien. De gebruikers zijn uiterst tevreden over de accommodatie. Tegenvallend zijn echter de hogere ‘onderhoudskosten’en de hogere afschrijving van voorzieningen. Dit komt omdat de accommodatie een aantal extra’s kent, zoals: - bovenverdieping - lift - afzuiginstallatie - alarminstallatie met aansluiting op de meldkamer Terugkijkend is men erg tevreden over zoals het allemaal gelopen is. Een volgende keer zou men het weer net zo doen. Mogelijk zou er dan wat nadrukkelijker gepoogd worden om de bibliotheek bij het initiatief te betrekken.
72