6304 6237 – 04/99 NL
Montage- en onderhoudsvoorschrift Boiler Logalux SM 400 en SM 500
Bewaren a.u.b.
Inhoudsopgave 1
Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
2
Afmetingen en aansluitingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
3
Opstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
4
Montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 4.1 4.2 4.3 4.4
Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Voeler . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Magnesiumanode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Isolatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4 5 5 6
5
Inbedrijfstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
6
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
2
Montage- en onderhoudsvoorschrift 1
Algemeen
De boilers Logalux SM 400 en SM 500 worden compleet geleverd. Enkel de isolatiemantel moet gemonteerd worden. Als toebehoren zijn er eveneens een warmtewisselaar, een thermometer, een inertanode en elektrische weerstanden verkrijgbaar. Het afzonderlijke montagevoorschrift van de toebehoren moet in acht genomen worden! Bij het aanbrengen van het typeplaatje moet u rekening houden met de markering wit of blauw, afhankelijk van de kleur van de isolatiemantel (afb. 8).
2
Afmetingen en aansluitingen Mg-anode
AB
ØD
VS M H
EZ M2
RS VS1 M1
EH WT
RS1
RS1 (M3)
M2
EK/EL
M3
Afb. 1 Verklaring: AB VS RS VS1 RS1 EK EL EZ
= = = = = = = =
EH WT M M1 M2 M3
tapwateruitgang boilervertrek verwarmingsketel boilerretour verwarmingsketel boilervertrek zonne-energie boilerretour zonne-energie ingang koud water leegloop ingang omlooppomp
Type
ØD [mm]
H [mm]
AB
VS RS
400
850
1550
R1¼
500
850
1850
R1¼
= = = = = =
elektrische weerstand warmtewisselaar meetpunt tapwater verwarminsketel meetpunt tapwater zonneregeling DBS meetpunt tapwater zonneregeling DBS RS1- meetpunt temperatuur zonnesysteem (verschilregeling, T-stuk bouwzijdig)
VS1
EZ
RS1
EK EL
Gew. [kg]
R1
R1
R1¼
R¾
194
R1
R1
R1¼
R¾
230
Tab. 1 3
Montage- en onderhoudsvoorschrift 3
Opstelling
Voor de opstelling moet een vorstvrije ruimte gekozen worden. Bij de buitenbedrijfstelling mag de boiler niet bevriezen en bijgevolg moet de boiler beschermd en afgetapt worden.
500
De bodem moet egaal en voldoende dragend zijn. De minimumafstanden voor het onderhoud en de montage moeten gerespecteerd worden bij de opstelling van de verwarmingsketel en de boiler (afb. 2).
400
min. 100
Afb. 2
4
Montage
4.1
Installatie
Principe-afbeelding
Installatie en uitrusting van de waterleidingen conform de normen DIN 1988 en DIN 4753 (afb. 3). 4
Voer alle aansluitleidingen aan de boiler als schroefkoppelingen uit, eventueel met een afsluitventiel.
3
z Bouw een ver- en ontluchtingsklep in de waterleiding in voor de afsluitklep.
AB EZ
2 6
5
Bouw geen bochten in de aftapleiding in, anders kan de installatie niet goed gereinigd worden.
11 10
1
Breng aan de veiligheidsklep een aanwijzingsplaatje met het volgende opschrift aan: "Uitblaasleiding niet afsluiten. Tijdens de opwarming kan er omwille van veiligheidsredenen water ontsnappen".
7
6 EK
12
6
8 9
6
De diameter van de uitblaasleiding moet ten minste overeenstemmen met de diameter van de uitgang van het veiligheidsventiel. Controleer de werking van het beveiligingssysteem af en toe door te ontluchten.
Afb. 3
z Controleer alle aansluitingen en het handgatdeksel op dichtheid! Alle leidingen en aansluitingen moeten spanningsvrij gemonteerd zijn!
Legende:
Beveiligingsgrenzen Temperatuur: Tapwater, boiler . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95 °C Verwarmingswater, verwarmingsketel (VS) . . . . . . . . . 110 °C Verwarmingswater, zonne-energie (VS1). . . . . . . . . . . 135 °C Bedrijfsoverdruk: Tapwater, boiler . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10 bar Verwarmingswater, verwarmingsketel (VS) . . . . . . . . . .25 bar Verwarmingswater, zonne-energie (VS1). . . . . . . . . . . .25 bar
4
1 boilervat 8 2 ver- en ontluchtingsventiel 3 afsluitklep met 9 aftapklep 10 4 veiligheidsventiel 11 5 terugslagklep 6 afsluitklep 12 7 omlooppomp
drukverminderaar (indien nodig) controleventiel terugloopverhinderaar manometeraansluitsteun leegloop
Montage- en onderhoudsvoorschrift 4.2
Voeler
z Monteer de voeler in de dompelhuls "M" (regeling via de verwarmingsketel) aan de achterzijde van de boiler (afb. 1). z De kunststofspiraal – voor het samenhouden van de voeler – schuift bij het insteken automatisch terug (afb. 4). Om het contact tussen de dompelhulzen en het oppervlak van de voeler te garanderen en bijgevolg ook de temperatuuroverdracht veilig te stellen, moet de compensatieveer tussen de voelers geschoven zijn (afb. 4). z Druk de voelerzekering langs de zijkant of langs boven op de kop van de dompelhuls (afb. 4). Aanwijzing: Er moet absoluut op gelet worden, dat het oppervlak van de voeler over de gehele lengte contact maakt met het oppervlak van de dompelhuls.
Afb. 4
Principe-afbeelding
Afb. 5
Principe-afbeelding
De contactvoelers moeten aan de omvang van de boiler aangepast worden (afb. 5). z Plaats de voeler zo in de veerhouder, dat het gehele contactoppervlak van de voeler glad tegen de buitenzijde van de boilermantel ligt (afb. 5).
4.3
Magnesiumanode
aardingskabel stekker
z Controleer of de magnesiumanode zo is ingebouwd, dat de elektrische verbinding tussen de anode en het boilervat gegarandeerd is, d.w.z. dat de aardingskabel is aangesloten (afb. 6). Aanwijzing: Enkel bij het regelsysteem 4000 moet de stekker aangesloten worden. Bij alle andere regelsystemen wordt de stekker niet gebruikt.
Mg-anode
Afb. 6
Principe-afbeelding
5
Montage- en onderhoudsvoorschrift 4.4
Isolatie
z Plaats de isolatieplaat met sleuven met de inkervingen bij de boilervoeten op de vloer (afb. 7). Aanwijzingen: Vooraleer de isolatiemantel gesloten wordt, moeten de voelerleidingen zorgvuldig tegen de boileromtrek aangebracht worden. De isolatiemantel bestaat uit 2 delen. De isolatiemantel kan het best gemonteerd worden bij een temperatuur van ca. +15 °C. Wanneer u lichtjes klopt op de isolatiemantel in de richting van de beide uiteinden, kan u de uiteinden gemakkelijker samenbrengen.
montagehulpstuk
Sluit eerst de afsluitstrook aan de aansluitleidingen en beveilig ze dan met de montagehulpstukken (U-rails) (afb. 7). z Plaats de isolatiemantel met gaten zo rond de boiler dat de openingen overeenstemmen met de aansluitingen (afb. 7). z Breng de uiteinden van de isolatiemantel samen en sluit ze. z Leg de rechthoekige isolatiestop langs de binnenzijde in de opening (afb. 8).
Afb. 7
z Plaats de bovenste isolatieplaat zo op het handgatdeksel, dat ze net even hoog komt als de rand van de isolatiemantel (afb. 8). z Plaats de boilerafdekkap (kunststof afdekkap) over de isolatieplaat en over de rand van de isolatiemantel (afb. 8). z Breng de isolatieplaat voor het voorste handgatdeksel aan (afb. 9). z Plaats 4 klikmoeren over de boringen van de isolatiefolie (afb. 9). z Schroef de afdekkap voor het handgatdeksel met 4 metalen schroeven aan (afb. 9).
afdekrail isolatieafschermstop
z Plaats de afdekrail op de uiteinden van de isolatiemantel (afb. 8). Aanwijzing: Gebruik het typeplaatje met het opschrift "weiß" voor de witte boiler en typeplaatje met het opschrift "blau" voor de blauwe boiler. z Trek de beschermfolie van de achterzijde van het typeplaatje en kleef het typeplaatje bovenaan rechts naast de aansluiting "AB" (afb. 8).
6
Afb. 8
Principe-afbeelding
typeplaatje
Montage- en onderhoudsvoorschrift 5
Inbedrijfstelling
Eerst moet er gecontroleerd worden of de boiler gevuld is en of de invoer van koud water gegarandeerd is. Controleer alle aansluitingen en leidingen op dichtheid. De voor de bediening noodzakelijke informatie kan gevonden worden in de bedieningsvoorschriften van de verschillende onderdelen (bijv. leveringsomvang verwarmingsketel). De installatie moet eerst door de fabrikant of door een door hem erkende vakman in het bijzijn van de gebruiker in bedrijf genomen worden.
clipmoer
dichting
Afb. 9
7
Montage- en onderhoudsvoorschrift 6
Onderhoud
Tenzij schriftelijk anders bepaald, mag de boiler enkel functioneren met drinkwater. Algemeen wordt er aangeraden de boiler om de twee jaar door een vakman te laten reinigen en onderhouden. Ingeval van een ongunstige watersituatie (hard tot zeer hard water) en hoge temperatuurbelastingen moet de boiler vaker gereinigd worden.
tandschijf tandschijf
Reiniging Schakel de installatie stroomloos, vooraleer u de boiler reinigt. z Sluit de toevoer van koud water, open de aftap van de boiler (EL). Open, voor de ontluchting, een hoger gelegen kraan. z Verwijder de boilerafdekkap. z Schroef de zeskantbouten uit het bovenste handgatdeksel, neem het handgatdeksel met de magnesiumanode weg en controleer de magnesiumanode. Bij een aantasting van de anode van ca. 15 – 20 mm Ø is het raadzaam ze te vervangen (neem de opmerking betreffende de magnesiumanode in acht). z Dicht de magnesiumanode opnieuw af (afb. 6 of 10). z Plaats de boilerafdekkap terug. z Schroef de afdekkap voor het handgatdeksel los (afb. 9). z Schroef de zeskantbouten uit het voorste handgatdeksel, neem het handgatdeksel weg (afb. 9). z Controleer en reinig het boilervat. Aanwijzing: Verwijder de kalkaanslag nooit met een hard, scherp voorwerp, aangezien de oppervlakveredeling van de binnenzijde kan dan beschadigd worden. z Plaats het bovenste resp. voorste handgatdeksel met dichting terug. Plaats eventueel een nieuwe dichting! Aanwijzing: Bij de montage van de dichting moet er rekening gehouden worden met de markering "Deckelseite"! Draai alle zeskantbouten "handvast" aan, en trek ze vervolgens driekwart van een draai aan met een ringsleutel (stemt overeen met moment van 40 Nm met draaimomentsleutel). z Controleer het handgatdeksel en de Mg-anode op dichtheid. z Plaats de bovenste isolatieplaat (afb. 8). z Plaats de boilerafdekkap (kunststof) over de isolatieplaat en over de rand van de isolatiemantel (afb. 8). z Leg de isolatieplaat voor het handgatdeksel (afb. 9). z Schroef de afdekkap voor het handgatdeksel vast met metalen schroeven (afb. 9). z Installatie opnieuw in bedrijf stellen.
kabelschoen met aardingskabel
isolatiehuls vulring dichting handgatdeksel Mg-anode
Afb. 10
Wijzigingen voorbehouden! 8
Notities
9
Notities
10
Notities
11
Installateur:
België/Belgique BBT Thermotechnology Belgium nv/sa. Ambachtenlaan 42a, 3001 Heverlee Toekomstlaan 11, 2200 Herentals rue Louis Blériot 40-42, 6041 Gosselies Venecoweg 11, 9810 Deinze (Nazareth) http://www.buderus.be E-Mail:
[email protected]