Onderhoudsvoorschrift ULTIMA ULTIMA ULTIMA
3 2027C • 4 2035C • 5 2038C 3S 1025C • 4S 1035C A 2228A
ECONPACT ECONPACT ECONPACT ECONPACT
27A/C 125C 225C(HP) 3(HP) 225C
• • • •
35A/C • 50A/B 127A/C • 135A/C 235C 4(HP) 225C • 5 235C
Bijbehorend document: Algemeen onderhoudsadvies Ferroli HR (DRS9073)
Geachte installateur, onderhoudstechnicus, In dit onderhoudsvoorschrift wordt uitgelegd hoe het onderhoud aan alle typen AGPO Ferroli HR Econpact en alle typen AGPO Ferroli HR Ultima uitgevoerd dient te worden. Dit geldt ook als de Econpact of Ultima deel uit maakt van de Optifor (cv-toestel + WTW-unit). Dit voorschrift vervangt de informatie over onderhoud in alle handleidingen van de Econpact- en Ultima-toestellen. De opgenomen omvang van de onderhoudsbeurten komt overeen met de stand van de techniek ten tijde van het drukken van dit voorschrift. Uit technische overwegingen kunnen naderhand wijzigingen worden uitgevoerd. U kunt op www.agpoferroli.nl “klik op zakelijk” de meest actuele versie van dit document raadplegen of vraag hierom bij de helpdesk van AGPO Ferroli. Eventuele nieuwere versies van dit document vervangen de oudere versies. De onderhoudsbeurten en eventuele reparatie mogen alleen door deskundige installatie- of onderhoudsbedrijven worden uitgevoerd. AGPO Ferroli adviseert met nadruk originele AGPO Ferroli-onderdelen toe te passen om een goede werking van het toestel te kunnen garanderen. Ondanks de zorg die aan het samenstellen van deze documentatie is besteed, kunnen er nog suggesties tot verbetering zijn. Wij horen dit graag van u. Meer informatie over deze toestellen kunt u vinden in: - Onderdelenboek (artikelnummer DRS0013) - Servicehandleiding (artikelnummer DRS1052)
Regelmatig en goed uitgevoerd onderhoud kan tussentijdse storingen voorkomen en hiermee blijft het cv-toestel in optimale conditie.
Inhoudsopgave Lees dit goed door vóór u met onderhoud begint ............................................................................................................ 3 1
Ontstekingscontrole vóór onderhoud ............................................................................................................................... 3
2
Grote onderhoudsbeurt ..................................................................................................................................................... 4
3
Kleine onderhoudsbeurt. ................................................................................................................................................... 5
4
Ontstekingscontrole ná onderhoud .................................................................................................................................. 5
U kunt AGPO Ferroli op de onderstaande manieren bereiken Adres
Telefoonnummers
AGPO Ferroli B.V. Konijnenberg 24, 4825 BD Breda
AGPO Ferroli serviceafdeling:
Postbus AGPO Ferroli B.V. Postbus 3364, 4800 DJ Breda
Helpdesk
076 - 5 725 730
Internet
www.agpoferroli.nl
Planning
076 - 5 725 784
E-mail
[email protected]
Fax
076 - 5 725 775
Meldingen 076 - 5 725 735
Telefoonnummers AGPO Ferroli onderdelenverkoop: Telefoon Fax
076 - 5 725 720 076 - 5 725 710
Wij behouden ons het recht voor om wijzigingen / verbeteringen aan dit document aan te brengen zonder voorafgaande kennisgeving. Documentnummer: DRS1087
versie: 3
datum: januari 2006
LEES DIT HOOFDSTUK GOED DOOR VÓÓR U MET ONDERHOUD BEGINT Verschil tussen een kleine en een grote onderhoudsbeurt. Wij onderscheiden verschil tussen een kleine en een grote onderhoudsbeurt Het verschil tussen een kleine en grote onderhoudsbeurt is het reinigen van de cv-wisselaar (verbrandingsgaszijdig). Bij een kleine onderhoudsbeurt hoeft dit niet te gebeuren en bij een grote onderhoudsbeurt wel. (de kleine beurt heette ook wel inspectiebeurt) Samengevat: Grote beurt = reinigen cv-wisselaar + kleine beurt
Frequentie kleine en grote onderhoudsbeurt Onder normale omstandigheden geldt het volgende: KLEINE ONDERHOUDSBEURT: minimaal 1 keer per 2 jaar GROTE ONDERHOUDSBEURT: minimaal 1 keer per 4 jaar Bij sterke vervuiling van toegevoerde verbrandingslucht, laagtemperatuur cv-systemen, uw praktijkervaring of andere omstandigheden waaruit blijkt dat meer onderhoud nodig is, kan u besluiten de termijnen in te korten: KLEINE ONDERHOUDSBEURT: 1 keer per jaar GROTE ONDERHOUDSBEURT: 1 keer per 2 jaar
Bereid u goed voor: neem een onderhoudsset, juiste apparatuur en per toestel een pakkingset mee. Onderhoudsset (bij kleine- en grote beurt) Pakkingset (alleen bij grote onderhoudsbeurt) Deze set is noodzakelijk om gedegen onderhoud aan de toestellen uit te kunnen voeren. Deze set kan voor meerdere toestellen gebruikt worden. Bestelnummer onderhoudsset: ............ 3286900. Samenstelling: • 6x klemmetje voor bevestiging inspectieluik (indien de schroef afgebroken is) • 1x schraper voor condensbakreiniging • 1x reinigingsmes voor reiniging cv-wisselaar • 6x strip voor zijkant cv-wisselaar • 2x instructie • 1x tube hoge temp. bestendige siliconenkit Bestelnr. veegkam t.b.v. wisselaar: ...... 3286895.
Benodigde apparatuur (bij kleine- en grote beurt) • • • • •
Multimeter; Nauwkeurige drukmeter (+/- 2Pa. nauwkeurig); CO/CO2-meter; Tapwater-volumestroommeter; Thermometer;
Bij een grote onderhoudsbeurt is per toestel een pakkingset noodzakelijk. Bestelnr. pakkingset “smalle cv-wisselaar”: ...... 3286903 Deze set is nodig voor de toestellen: Econpact 125C, 225C(HP), 3(HP), 4(HP) en Ultima 3S. Bestelnr pakkingset “brede cv-wisselaar”: ............ 3286902 Deze set is nodig voor de toestellen: Econpact 27A/C, 35A/C, 127A/C, 135A/C, 235C/5 en Ultima 3/4/4S/5/A. Samenstelling bovenstaande pakkingsets: • 1x branderpakking • 2x o-ring, voor gloeiplug / ionisatiepen • 1x 1/2” pakking t.b.v. gasleiding • 1x pakking inspectieluik • 1x ionisatiepen Bestelnr. pakkingset brander / cv-wisselaar : ....... 3286028 Deze set is nodig voor de Econpact 50A en 50B.
Volg onderstaande werkvolgorde Service-/ inspectierapport invullen Vul het bijgevoegde service- / inspectierapport in. Het is belangrijk dat dit rapport wordt ingevuld. Een goed en volledig ingevuld rapport geeft u of uw collega een duidelijk beeld van de geschiedenis van dit toestel. Kijk voor u verder gaat naar de stand van het onderhoud van het cv-toestel.
1. Ontstekingscontrole vóór onderhoud ....................... Altijd uitvoeren! 2. Grote onderhoudsbeurt .............................................. Frequentie: zie hierboven Indien niet noodzakelijk: ga door naar 3.
3. Kleine onderhoudsbeurt ............................................ Frequentie: zie hierboven 4. Ontstekingscontrole ná onderhoud .......................... Altijd uitvoeren! Waarschuwing! In het toestel zijn componenten aanwezig die aangesloten zijn op een spanning van 230V. Dit zijn onder andere de pomp(en), de print, de maximaalthermostaat, de transformator, het gasblok, de evt. driewegklep en de branderautomaat.
Als het toestel nog korte tijd geleden heeft gefunctioneerd, kunnen bijvoorbeeld de wisselaars, het branderbed en de watertransporterende pijpen een hoge temperatuur hebben. Wees voorzichtig met mogelijk scherpe randen van metalen onderdelen. Wij adviseren gebruik te maken van een mondkapje bij het schoonmaken van de cv-wisselaar.
HEEFT DE BEWONER NOG VRAGEN OVER WARM WATER OF HET CV-TOESTEL? Mogelijke opmerking: • • • •
1.
Mogelijke oplossing:
Toestel wel eens gereset? .............. Controleer ionisatiepen / ontsteektijd. Cv-installatie wel eens bijgevuld? .. Expansievat niet in orde / overstort sluit niet goed meer. Cv-installatie warmt traag op? ........ Radiator shunt? / Alle radiatoren open? / Cv-stijgingslijn te hoog? Pompstand max? Cv-installatie warm bij tapwatergebruik? . Controleer de keerklep in de cv-aanvoer van het toestel.
ONTSTEKINGSCONTROLE VÓÓR ONDERHOUD Deze controle geeft een goede indruk van de algemene conditie van het cv-toestel Laat het toestel aan staan
•
Verwijder de mantel: Voor de Ultima geldt:
Voor de Econpact geldt: - Schroef de twee parkers aan de onderzijde van het toestel los. - Open de bedieningsklep. - Kantel de mantel aan de onderzijde naar voren en til deze uit zijn ophangpunten (bovenzijde). • • •
• •
Laat de tweede metalen kap op zijn plaats zitten Houdt een horloge of stopwatch bij de hand om de ontsteektijd te kunnen controleren. Start het toestel op en zorg dat u bij het toestel staat: - U kunt een toestel, dat in bedrijf is, op storing laten gaan door het slangetje bij het gasblok los te trekken (A01). Bij het op nieuw aansluiten en op R (reset) drukken, staat u bij het toestel wanneer het weer in bedrijf komt. - Bij een combi-toestel kunt u een warmwaterkraan open zetten en de inlaatcombinatie dichtdraaien. Bij het weer open draaien van de inlaatcombinatie staat u dus bij het toestel als dit weer in komt. Door het kijkglas van de cv-wisselaar ziet u de gloeiplug opgloeien. Op de hoofdprint zal het gasblokrelais schakelen, waardoor de ontstekingsprocedure gestart wordt. Meet de ontsteektijd: de tijd tussen het schakelen van het relais (u hoor het klikken) en de gloeiplug stopt met gloeien. Warmtevraag
• • •
- Schroef de twee parkers aan de onderzijde van de voorplaat los. - Kantel de voorplaat aan de onderzijde iets naar voren en schuif deze uit zijn ophang punten (bovenzijde).
Gloeiplug gaat aan
Het relais op de hoofdprint klikt
De brander is ontstoken en de gloeiplug gaat uit. Het gaat om deze ontsteektijd.
Als de waarde kleiner is dan 5 seconden is, is de ontsteking in orde. Vul de gemeten waarde in, in het onderhoudsrapport. Als de waarde groter dan 5 seconden is, moet u de oorzaak opzoeken en nogmaals controleren of de waarde hierna onder de 5 seconden is gekomen. Controleer alvast de conditie van de gloeiplug. Bij het gloeien mag na 4 seconden de kleur niet meer veranderen (indicatie kleur: geel) Zet het toestel uit, omdat anders alles warm wordt, wat onhandig is bij onderhoud.
Vooral door een combinatie van onderstaande factoren kan de ontsteking trager zijn. Daar de ontsteking vaak in de loop der tijd langzaam steeds luider wordt (maar de gebruikers er ook aan gaan wennen), is het belangrijk in een vroeg stadium maatregelen te treffen. Dit om vlamstoringen te voorkomen (A01). Indien het toestel traag ontsteekt, kijk dan tijdens het onderhoud goed naar onderstaande punten A t/m D. A Vervuiling van de sifon / condensafvoer B Verstopping van de cv- warmtewisselaar (rookgaszijdig) Vooral als er meer dan 4 jaar (of korter bij bijzondere omstandigheden) geen grondige reiniging heeft plaatsgevonden aan de cv-wisselaar, kan deze verstopt gaan zitten door vervuiling aan de rookgaszijde. Hierdoor kunnen de rookgassen niet gemakkelijk meer weg en zal het toestel, voor het in storing valt, traag kunnen ontsteken. Controleer de cv-wisselaar door de brander te verwijderen en te kijken of er vuil zit tussen de lamellen. C Veroudering van de gloeiplug De gloeiplug verouderd in de loop van de tijd enigszins, waardoor deze trager op temperatuur komt. Controleer daarom de weerstand van de gloeiplug. In koude toestand moet deze weerstand lager dan 4 Ohm zijn. D Mogelijk is de vorige keer bij onderhoud / service aan het toestel de gasinspuiter vergeten terug te plaatsen. De gasinpuiter is een messing busje dat bovenin de koppeling zit tussen de gasleiding en de mengkamer boven de brander. Als deze niet gemonteerd is, zal het toestel op A04-storing kunnen vallen, het gasverbruik wordt hoger en mogelijk komt het toestel trager in. Het is dus te controleren door bij maximaal vermogen het gasverbruik te meten en als dit een stuk hoger is dan is aangegeven in de technische gegevens, controleer dan de aanwezigheid van de gasinpuiter. Als na het onderhoud blijkt dat de onstekingstijd nog te lang is, check dan het volgende: E De netspanning is niet altijd constant of hoog genoeg. De opwarming van de gloeiplug kan hierdoor variabel zijn. F Solderingen van de regelprint DMF02 of DMF04. Pagina 4
Vul in het onderhouds- en servicerapport de uitgevoerde werkzaamheden in
DRS1087/03
2.
GROTE ONDERHOUDSBEURT Zet de kamerthermostaat laag, gebruik geen warm water en neem de stekker uit het stopcontact. ----------- DEK DE ELEKTRAKAST AF OM TE VOORKOMEN DAT ER WATER OP LOOPT! -------------
2.1
Maak de connector van de ventilator los, evenals het siliconen luchtslangetje. Verwijder de ventilator met brander kap en brander. Let op, de keramische stenen zijn zeer BREEKBAAR en kunnen nog WARM zijn. De brander hoeft normaal gesproken niet gereinigd te worden. Controleer wel of er scheurtjes of beschadigingen aan de stenen zijn.
2.2
Verwijder de gloeiplug (VOORZICHTIG: BREEKBAAR) en de ionisatiepen om beschadiging te voorkomen.
2.3
Cv-wisselaar schoonmaken Controleer de cv-wisselaar. Als er tussen de lamellen (meestal wit gekleurde) verontreiniging te zien is, dient de wisselaar grondig gereinigd te worden. Kijk goed tussen de lamellen, want de verontreiniging kan 1 cm onder de bovenste rand zitten. Om de ruimte tussen de lamellen schoon te maken, heeft AGPO Ferroli een handzame veegkam, Waarmee u lichte verontreiniging kunt verwijderen. Gebruik het reinigingsmes bij ernstige vervuiling. Als de verontreiniging te vast zit om het reinigingsmes tussen te steken, sla deze dan tussen de lamellen, om erna de tussenruimte schoon te maken door het heen en weer te bewegen. In totaal zijn er (van voor naar achteren) drie rijen die schoongemaakt moeten worden (de ruimte tussen de bovenste pijpen). Gebruik hierna de veegkam. Kijk uit met de warme delen van de ketel. Voorkom beschadiging van de Veegkam (art.nr. 3286895) Reinigingsmes keramische isolatie.
2.4
Condensbak schoonmaken
Verwijder het inspectieluik. Gebruik de condens-bakschraper om het vuil, dat in de condensbak is gevallen, uit de condensbak te halen.
Gebruik de achterkant van de condensbakschraper om de afvoeropening in de bodem van de condensbak te reinigen.
Indien geen pijl aanwezig: brede rand onder!
2.5
Plaats het inspectieluik terug (met de pijl naar boven). Maak ook de pakking en aansluitranden van het inspectie-luik goed schoon, voordat het luikje wordt teruggeplaatst en vernieuw de pakking van het inspectieluik. Vet de schroefjes eventueel in.
Toepassing van klemmetje voor inspectieluik (bij afgebroken schroef)
2.6
Spoel de cv-wisselaar en de condensbak beide nog een keer goed door met leidingwater. Hiermee wordt voorkomen dat achtergebleven vuil binnen enkele dagen de sifon verstopt. Pagina 5
Reinig hierna de vuilopvangbeker van het sifon. (twee typen mogelijk). Reinig ook het sifon, vooral de verbinding met de afvoeropening in de condensbak. Vul hierna de vuilvangbeker met water en plaats deze terug.
Vul de uitgevoerde werkzaamheden in het onderhouds- en servicerapport in
DRS1087/03
2.7
Plaats een nieuwe ionisatiepen. Plaats ook nieuwe o-ringen voor de gloeiplug en de nieuwe ionisatiepen.
2.8
Controleer of de keramische isolatie in goede staat verkeert. Controleer of de isolatie de ionisatiepen niet raakt en verhelp dit eventueel.
Controleer of de uiteinden van de voorplaat in goede staat verkeren Plaats evt. klemmen.
Verwijder de eventueel achtergebleven kit op de hoeken van de warmtewisselaar.
2.9
Breng op de hoeken van de cv-wisselaar een klein beetje kit aan. (bijgeleverde hoogtemperatuurbestendige kit).
2.10
Controleer de branderpakking. Maak evt. gebruik van weergegeven ondersteuning om het plaatsen van de pakking te vergemakkelijken. Plaats bij scheurtjes of verharding van de pakking altijd een nieuwe, inclusief de pakking rond de stenen. Bij twijfel altijd vervangen!
Leg de brander terug op de cv-wisselaar. Als er in de verdeelplaat boven de brander grote en kleine gaatjes zitten: de grote gaten horen links te zitten! Bij de Econpact 50 geldt: plaats eerst de brander in de branderkap en plaats het geheel dan op de cv-wisselaar.
2.11
Monteer de branderkap met de ventilator (handvast) Controleer of de brander overal goed op de cv-wisselaar ligt. Controleer of de gasinspuiter op zijn plaats zit. Gebruik voor bovenstaande aansluiting een nieuwe pakking Pagina 6
Draai alle koppelingen van de gasleiding goed aan.
Vul in het onderhouds- en servicerapport de uitgevoerde werkzaamheden in
DRS1087/03
3
KLEINE ONDERHOUDSBEURT Zet de kamerthermostaat laag, gebruik geen warm water en neem de stekker uit het stopcontact. Dek de elektrakast af om te voorkomen dat er water op loopt.
3.1
Ionisatiepen
(indien u bezig bent met een grote onderhoudsbeurt, heeft u dit al uitgevoerd)
Als de bewoners het toestel wel eens hebben gereset voor een A01 of A04-storing: vervang de ionisatiepen om de vlamdetectie te verbeteren. Maak het glazuur alleen met een zachte doek schoon. Gebruik in geen geval ruw materiaal , omdat ruw keramiek vocht aantrekt. Controleer of de connector nog stevig op de ionisatiepen vast zit.
3.2
Gloeiplug Laat de gloeiplug op zijn plaats zitten. Meet de weerstandswaarde van de gloeiplug (in koude toestand). De juiste waarde: tussen 2,5 en 4 Ohm. Vervang de gloeiplug als de weerstand te hoog of te laag is.
3.3
Condenbak
(indien u bezig bent met een grote onderhoudsbeurt, heeft u dit al uitgevoerd)
Verwijder het inspectieluik. Gebruik de condensbakschraper om het vuil, dat mogelijk in de condensbak ligt, uit de condensbak te halen.
Gebruik de achterkant van de condensbakschraper om de afvoeropening in de bodem van de condensbak te reinigen.
Plaats het inspectieluik terug (met de pijl naar boven). Maak ook de pakking en aansluitranden van het inspectie-luik goed schoon, voordat het luikje wordt teruggeplaatst en vernieuw de pakking van het inspectieluik. Vet de schroefjes eventueel in.
3.4
Toepassing van klemmetje voor inspectieluik (bij afgebroken schroef)
Vuilopvangbeker van de sifon (indien u bezig bent met een grote onderhoudsbeurt, heeft u dit al uitgevoerd) Verwijder de vuilopvangbeker en spoel deze uit. Bij linker uitvoering: • Reinig de grijze slang van de sifon tot de afvoeropening in de condensbak. Bij rechter uitvoering: • Reinig de rechter buis van de sifon tot de afvoeropening in de condensbak. Vul de vuilopvangbeker met water en plaats deze weer terug.
Plaats de kap van de luchtdichtafgesloten ruimte. Neem het toestel weer in bedrijf. U ziet nu A01?
3.5
- Draai de stekker om (geldt voor toestellen t/m 1998) - Zit de stekker van de ventilator vast? - Zit het slangetje aangesloten op de ventilator en het gasblok?
Meet de gasvoordruk Op meetpunt 1 (figuur op volgende bladzijde) van het gasblok kan de gasvoordruk gemeten worden. Controleer: • Als het toestel niet in bedrijf is, blijft de voordruk constant tussen een waarde van 20 - 30 mbar?(G25) • Daalt de gasdruk niet al te veel bij het in bedrijf gaan van het toestel (minimum voordruk is 18mbar bij vollast)?
Pagina 7
Vul in het onderhouds- en servicerapport de uitgevoerde werkzaamheden in
DRS1087/03
3.6
Controleer de afstelling van het gasblok
Let op! BELANGRIJK Sluit de slangetjes aan zoals hiernaast weergegeven!
LUCHT
GAS
Omrekenwaarde: 0,1mbar = 10Pa = 1mmwk 1 2 3 4 5 Werkingsprincipe van de gastoevoer
Meetpunt gasvoordruk Meetpunt geregelde gasdruk Instelschroef voor bijstellen drukverschil T-stuk in de siliconen slang (apart aanbrengen) Instelkraan voor gastoevoer (indien aanwezig) Deze is verzegeld en mag absoluut niet bijgesteld worden! Gasinspuiter Luchtrestrictie
6 7
Meetcondities van de drukverschilmeting • • • •
Meet uitsluitend als het op minimaal vermogen brandt, na 1 minuut wachten (zie evt. gebruikersmenu-optie 8) Laat de kap van de luchtdicht afgesloten ruimte op zijn plaats. Breng een T-stukje (4) aan in de siliconen slang. Gebruik een nauwkeurige drukverschilmeter (meetnauwkeurigheid ±2 Pa.). Stel de drukverschilmeter in op Pascals. Sluit de drukverschilmeter aan: ”PLUS” aansluiten op gas (2), ”MIN” aansluiten op lucht (T-stuk) (4).
Resultaat van de meting (let op: de kleuren van de vlam zijn niet meer dan een indicatie!) • • •
Een PLUS drukverschil: meer druk op + kant, dus meer gas dan lucht - RIJK mengsel (geel-oranje vlammen). Een NEGATIEF drukverschil: meer druk op - kant, dus meer lucht dan gas - ARM mengsel (blauwe vlammen). Geadviseerde instelling van het gasblok: van -5 tot 0 Pascal (donker rode vlammen). (let op! -5 wil zeggen dat de gasdruk 5 Pascal lager is dan de luchtdruk) Indien het drukverschil niet tussen de - 5 en 0 Pa zit: ... Stel het drukverschil in op 0 Pascal.
Eventueel bijstellen • •
3.7
De instelschroef (3) zit achter de aluminium dop. Deze dop is verzegeld. Verzegel hem na het bijstellen weer opnieuw. Stel het drukverschil in op precies 0 Pascal. (let op: de kleuren van de vlam zijn niet meer dan een indicatie!) - Rechtsom: .... meer positief - rijker: .... vlam / brander wordt meer geel / oranje. - Linksom: .... meer negatief - armer: .. vlam / brander wordt blauwer. Vergeet niet om de meetpunten op het gasblok weer dicht te doen!
Gasverbruik
Meet het gasverbruik bij maximaal vermogen:
aardgas (G25):
• • • • •
2,9 m3/h 3,4 m3/h 3,6 m3/h 4,1 m3/h 5,3 m3/h
Econpact Econpact Econpact Econpact Econpact
27A/C; 127A/C; 125C; 225C; Ultima 3; 3S ..... 3 ........................................................................ 35A/C; 135A/C; 235C; 4; Ultima 4; 4S ............ 5; Ultima 5 ....................................................... 50A; 50B ...........................................................
/ / / / /
48,2 l/min 56,6 l/min 60,2 l/min 68,3 l/min 87,7 l/min
propaan(G31): .... 1,0 m3/h / .... 1,1 m3/h / .... 1,2 m3/h / .... 1,35 m3/h /
16,4 l/min 19,0 l/min 20,0 l/min 22,5 l/min
Gasverbruik hoger dan standaard? Controleer aanwezigheid gasinspuiter. Gasverbruik lager dan standaard? Controleer of het toestel wel op 100% vermogen staat. Zie hieronder voor uitleg.
• •
Als u 5 seconden lang tegelijk op + en - drukt, gaat het toestel op het max. ingestelde cv-vermogen branden. Bij het nogmaals 5 sec. lang tegelijk op + en - drukken stopt het toestel hiermee (of automatisch na 5 minuten).
Bij de Econpact 27A/C,35A/C,50A,B (DMF02) geldt: Bij de DMF02-staat deze standaard al op 100%.
Voor alle andere Econpact’s en Ultima’s (DMF04) geldt:
• Druk 5 seconden tegelijk op + en F (eerst +, dan F)
Zo zet u het max. ingesteld cv-vermogen op 100%:
en u komt in het installateursmenu. • Druk herhaald op + tot u in het linker display een 7 ziet. Druk eerst op F en de 7 gaat knipperen. Stel de waarde in op 99. en druk op F. Druk weer 5 seconden op + en F (eerst +, dan F) en u zit weer in de gewone uitlezing.
• Druk herhaald op M tot u in het linker display een 6
• Druk 5 seconden tegelijk op + en M (eerst +, dan M) en u komt in het installateursmenu. ziet.Zet de waarde op 99. (met +) en druk op C.
• Druk weer 5 seconden op + en M (eerst +, dan M)
en u zit weer in de gewone uitlezing. ZET NA HET METEN HET ORIGINELE CV-VERMOGEN OP DEZELFDE MANIER WEER TERUG.
Pagina 8
Vul in het onderhouds- en servicerapport de uitgevoerde werkzaamheden in
DRS1087/03
3.8
CO2-percentage (rookgasanalyse) Het meten van het CO2-percentage is uitsluitend een extra controle, als toevoeging aan de bovengenoemde drukmeting en het meten van het gasverbruik. Het CO2-percentage is geen maat voor vervuiling! Meet bij vollast vermogen en dicht de opening rondom de meetsonde tijdens de meting goed af. • Aardgas (G25): +/- 8,8% CO2 (toegestane tolerantie: 8 - 9,5% CO2) Juiste CO2-waarden (bij vollast): • Propaan (G31): +/- 9,5% CO2 (toegestane tolerantie: 9 - 10% CO2) Opmerkingen: CO-vollast <200 ppm; giftigheidsindex < 0,2, het CO2-% bij laagvermogen is lager dan bij vollast. Als het CO2-percentage buiten de toegestane tolerantie ligt, controleer dan het volgende: • Is de gasinspuiter aanwezig? • Is er geen recirculatie van rookgassen? Controleer het luchttoevoer- en rookgasafvoersysteem.
3.9
Tapwatervolumestroom (alleen als er klachten over zijn) Open een warm waterkraan en meet de volumestroom. Vervang de hoeveelheidsregelaar bij een te grote afwijking Deze hoeveelheidsregelaar zit (bij combi-toestellen) in de linker koppeling van de stromingssensor. Controleer of de zeef aan de inlaat van de stromingssensor schoon is, als u de hoeveelheidsregelaar verwisselt. Toesteltype: Tapwaterhoeveelheid van 60°C: • Econpact 27C/127C/125C/225C/3; Ultima 3/3S .. 6 - 6,5 l/min. ................................... • Econpact 35C/135C/235C/4; Ultima 4/4S ............ 7,5 - 8 l/min. ................................... • Econpact 5 ............................................................. 9 l/min .................................... • Ultima 5 .................................................................. 10 l/min. ...................................
Toegestane afwijking: min. 5; max. 6,5 min. 6,5; max 8 min. 8; max 10. min. 8,5; max 10.
3.10 Tapwatertemperatuur (alleen als er klachten over zijn)
3.11
Open een warm waterkraan en meet de temperatuur van het uitstromende warme water (min inlaattemperatuur: 10 oC) Staat het combit-toestel wel op de comfortstand? Controle keerklep tijdens tapwaterbedrijf (niet van toepassing bij de Econpact 3 en 4) Als tijdens tapwaterverwarming de cv-retourleiding warm wordt, sluit de keerklep in de cv-aanvoerleiding niet goed. • Als de keerklep een schroefje heeft, controleer dan of de gleuf van dit schroefje in de stromingsrichting staat. • Als deze keerklep dit schroefje niet heeft of als het schroefje goed staat dient de keerklep gedemonteerd, gereinigd of vervangen te worden.
3.12 Koppelingen Controleer de gas-, tapwater-, en cv-koppelingen op lekkage. • Vervang bij (blijvende) lekkage de pakking van een koppeling. • Controleer de gaskoppelingen met lekspray, zeker als deze los zijn geweest.
3.13 Zuurgraad van het cv-water Als er niet-diffusiedichte kunststof slangen voor de vloerverwarming of voor de cv-installatie zijn gebruikt, controleer dan de zuurgraad van het cv-water. De pH-waarde moet tussen de 5 en 8 zitten om corrosieproblemen te voorkomen. Het water kun je bij combitoestellen aftappen van van het toestel (recente bijvullingen beïnvloeden de zuurgraad).
3.14 Controleer de instelling van de cv-stijgingslijn en stel deze in op de geadviseerde instelling Stel de cv-stijgingslijn in volgens de geadviseerde waarde. Deze instelling is de beste instelling voor een snelle en gelijkmatige opwarming van de cv-installatie. Alleen in geval van luchtverhitters is het nuttig deze hoger te zetten. Bij de Econpact 27A/C,35A/ C,50A/B (DMF02) geldt:
Voor alle andere conpact’s en Ultima’s (DMF04) geldt:
• Druk 5 seconden tegelijk op + en F (eerst +, dan F)
• Druk 5 seconden tegelijk op + en M (eerst +, dan
en u komt in het installateursmenu.
• Druk herhaald op + tot u in het linker display een 3 ziet. Hiernaast staat de waarde van de cv-stijgingslijn. Zet deze op de fabrieksinstelling: tot S2.7 (±03-‘99): 4°C/min. (S2.7 betekend software 2.7, te zien als u de stekker in stopcontact steekt) vanaf S2.8 (±04-‘99): 2°C/min.
• Druk eerst op F, pas de waarde aan met + of – en druk op F. Druk weer 5 seconden op + en F (eerst +, dan F) en u zit weer in het gewone menu.
M) en u komt in het installateursmenu.
• Druk herhaald op M tot u in het linker display een 3 ziet. Hiernaast staat de waarde van de cv-stijgingslijn.
• Zet de waarde op 2°C/min met + of – en druk op C. (2 is de fabrieksinstelling)
• Druk weer 5 seconden op + en M (eerst +, dan M) en u zit weer in het gewone menu.
3.15 Werking voor cv-bedrijf Zet de kamerthermostaat vragend en controleer de werking voor cv (op het display staat nu een c). Vanaf toestellen van mei 2002 is het mogelijk te kiezen voor een zomer of winterstand voor de cv-installatie. Indien het toestel op de zomerstand staat werkt het toestel niet voor cv-bedrijf. Controleer dit en zet het toestel op de winterstand (of breng de bewoners op hiervan op de hoogte om later vragen te voorkomen). Pagina 9
Vul in het onderhouds- en servicerapport de uitgevoerde werkzaamheden in
DRS1087/03
3.16 Druk van de cv-installatie Controleer de cv-installatiedruk. Deze druk moet ca. 1,6 bar zijn (bij een koude cv-installatie). Als de druk aan de lage kant is, is het het beste om de cv-installatie bij te vullen. Hiermee wordt later mogelijk een storing van wege een te lage waterdruk voorkomen. Bij klachten van bewoners over extra bijvullen of bij veel F5-storingen in het storingsgeheugen: controleer het expansievat en de overstort.
3.17 Rookgasafvoer en de luchttoevoer Controleer of het luchttoevoer- en rookgasafvoersysteem in een goede staat verkeerd. Controleer of de verbindingen goed dicht zijn en of de pijpen degelijk vastzitten.
3.18 Controle rookgaslekkage Controleer of de verbinding tussen de brander en de cv-wisselaar goed is afgesloten. Met behulp van een lasspiegel bijvoorbeeld, kunt u, als de brander aan is, zien of de spiegel beslaat of niet.
4.
ONTSTEKINGSCONTROLE NÁ ONDERHOUD
Controleer voor het terugplaatsen van de mantel nogmaals de ontsteektijd. Dit is vooral nodig als u in het begin hebt gecontateerd dat de ontsteektijd langer dan 5 seconden was. • Houdt een horloge of stopwatch bij de hand om de ontsteektijd te kunnen controleren. • Start het toestel op en zorg dat u bij het toestel staat: - U kunt een toestel, dat in bedrijf is, op storing laten gaan door het slangetje bij het gasblok los te trekken (A01). Bij het op nieuw aansluiten en op R (reset) drukken, staat u bij het toestel wanneer het weer in bedrijf komt. - Bij een combi-toestel kunt u een warmwaterkraan open zetten en de inlaatcombinatie dichtdraaien. Bij het weer open draaien van de inlaatcombinatie staat u dus bij het toestel als dit weer in komt. • Door het kijkglas van de cv-wisselaar ziet u de gloeiplug opgloeien. Op de hoofdprint zal het gasblokrelais schakelen, waardoor de ontstekingsprocedure gestart wordt. •
Meet nu de ontsteektijd. Dit is de tijd dat het relais schakelt (u hoor het klikken) en de gloeiplug stopt met gloeien. Warmtevraag
Gloeiplug gaat aan
Het relais klikt
De brander is ontstoken en de gloeiplug gaat uit. Het gaat om deze ontsteektijd.
• • •
Als de waarde kleiner is dan 5 seconden is, is de ontsteking in orde. Vul de gemeten waarde in in het onderhoudsrapport. Controleer de gloeiplug-conditie. Bij het gloeien mag na 4 seconden de kleur niet meer veranderen (indicatie kleur: geel) Als de waarde groter dan 5 seconden is, moet u de oorzaak opzoeken en nogmaals controleren of de waarde hierna onder de 5 seconden is gekomen.
Mogelijke oorzaken voor een tragere ontsteking: A Vervuiling van de sifon / condensafvoer: ................ als het goed is heeft u deze schoongemaakt. B Verstopping van de cv- warmtewisselaar: .............. in geval van een grote onderhoudsbeurt is deze gereinigd. in geval van een kleine onderhoudsbeurt is deze niet gereinigd. C Veroudering van de gloeiplug: ................................ als het goed is heeft u deze gemeten en is deze in orde: • de weerstand zit tussen de 2,5 en 4 Ohm • bij het gloeien mag na 4 seconden de kleur niet meer veranderen (indicatie kleur: geel) D Gasinspuiter aanwezig: .......................................... als het goed is, is deze aanwezig. Als de bovengenoemde zaken in orde zijn en de ontstekingstijd is nog steeds meer dan 5 seconden, controleer dan: E Controleer dan de netspanning , waardoor de opwarming van de gloeiontsteker variabel kan zijn. F Controleer hierna de soldering van connectoren op de achterkant van de regelprint. Dit geldt voor de DMF02 of DMF04 t/m versie DMF04A. Vanaf de DMF04B is de print doorgemetalliseerd. - Bij de DMF02 betreft dit connector X4. - Bij de DMF04 betreft dit connector X6. U kunt eventuele solderingen, waar zeer kleine haarscheurtjes in te zien zijn, nogmaals solderen met een kleine soldeerbout (+/- 35W) en elektrasoldeer (zonder vloeimiddelen) om eventuele overgangsweerstanden te voorkomen. Mocht u constateren dat bovenstaande oplossingen niet leiden tot een ontsteektijd onder de 5 seconden, raadpleeg dan de helpdesk van Agpo Ferroli. Pagina 10
Vul in het onderhouds- en servicerapport de uitgevoerde werkzaamheden in
DRS1087/03
Controleer vóór u de mantel weer monteerd of de meetpunten op het gasblok goed dicht zijn. Bevestig de mantel weer op z’n plaats In verband met de elektrische veiligheid moet de mantel weer met de parkers vast geschroefd worden.
Terugsturen van onderdelen naar AGPO Ferroli Het is nodig dat onderdelen, die terug worden gestuurd naar AGPO Ferroli, worden voorzien van een volledig ingevuld retourlabel. Plak een sticker (zie nevenstaand voorbeeld), waarvan er 10 zijn bijgesloten bij het toestel, op dit label òf schrijf het serienummer en type toestel op dit label.
serienummer van het toestel
Geadviseerde instellingen Zie voor meer uitleg over deze instellingen in de montagehandleiding van het betreffende toestel. Instelling:
DMF02
parameter nummer:
Advies instelling
werkelijke instelling:
datum aanpassing instelling:
werkelijke instelling:
datum aanpassing instelling:
Econpact 27A/C, 35A/C, 50A/B
Gebruikersmenu Cv-setpoint
c
80oC
Tapwatersetpoint
t (b=boiler)
58oC (bij boiler = 55)
3
4oC/min
Installateursmenu Cv-stijgingslijn (t/m 2.7*) Cv-stijgingslijn (vanaf 2.8*)
2oC/min
Nadraaitijd cv-pomp
4
7 minuten
Max. capaciteit voor cv
7
80%
Max. delta T (vanaf 2.7*)
9
22oC (maximum!)
* = softwareversie
DMF04
Econpact 125C, 127A/C, 135A/C, 225C 225C HP, 235C, 3 225C, 3HP 225C, 4 225C, 4HP 225C, 5 Ultima 3S 1025C, 3 2027C, 4S 1035C, 4 2035C, 5 2038C, A 2238A (met DMF04)
235C
Gebruikersmenu Cv-setpoint
1
80oC
Tapwatersetpoint
2
58oC
Cv-stijgingslijn
3
2oC/min
Nadraaitijd cv-pomp
4
7 minuten
Max. capaciteit voor cv
6
80%
Pompregel-delta-T
18
18oC
Installateursmenu
7oC** Max. delta T
19
22oC / 25oC*** (max)
** indien bypass half open of aangesloten open verdeler Pagina 11
*** 25oC geldt bij de Econpact 3, 4 en 5 en Ultima A
Vul in het onderhouds- en servicerapport de uitgevoerde werkzaamheden in
DRS1087/03
Pagina 12
C
M
3.11. Terugslagklep
3.12 Koppelingen
3.13 Zuurgraad van het cv-water
C
C
M
3.16 Druk in de cv-installatie
3.17 Rookgasafvoer / luchttoevoer
3.18 Rookgaslekkage-test
3
4
5
6
Bedrijfsjaar 9 7 8 10
11
12
13
14
Installateur:
Datum onderhoud / service:
Plak hier de sticker met toesteltype en serienummer (zie binnenzijde van de mantel) of vul deze gegevens hierboven in.
Service uitgevoerd door:
Adres:
Opmerkingen / storingen / vervangen onderdelen
15
Serienummer:
C * R= reinigen (cv-wisselaar minimaal 1 keer per 48 maanden) C= controleren V= vervangen I= instellen M= meten. Vul de meetwaarden in of de betreffende letter.
2
Datum inbedrijfstelling:
Ontstekingscontrole
C
3.15 Werking voor cv-bedrijf.
pH
1
Toesteltype:
4
C of I
3.14 Instelling cv-stijgingslijn
(alleen bij niet-diffusiedichte cv- of vloerverwarmingsbuis)
C
C
o
M
3.10 Tapwater-temperatuur
Tapwater-volumestroom
3.9
l/min.
CO2 -percentage (evt. extra)
3.8
M
Gasverbruik (vollast)
3.7
%
Afstelling van het gasblok
3.6
M
Gasvoordruk
3.5
R
l/min.
Sifon (2.6)
3.4
Ohm
M
Condensopvangbak (2.4)
3.3
R
M
Pa
Gloeiplug
3.2
C of V
M of I
Ionisatiepen
3.1
R
sec.
mbar
Cv-wisselaar (grote beurt)
2
M
Wat te doen*
M
Ontstekingscontrole
1
Zie hoofstuk 1 - 4 voor uitleg van onderstaande punten
Onderhouds- en servicerapport AGPO Ferroli HR Econpact / HR Ultima
Installateurscode adres:
DRS1087/03