Drukvaste elektromotoren met rem - Serie D / Serie H
Aanvullende bedienings en onderhoudsvoorschrift
Atav - Les Ateliers de l’Avre is a Cemp trademark
NL INHOUDSOPGAVE Pagina 1.
Algemene informatie . . . . . . . . . . . . 4
2. 2.1 2.2
Beschrijving van het product . . . . . Algemene werking . . . . . . . . . . . . . . . Constructiemethode van de rem, motorgrootten 71÷160 . . . . . . . . . . . . Constructiemethode van de rem, motorgrootte 63 . . . . . . . . . . . . . . . . . Handmatige vrijgave (optioneel op verzoek) . . . . . . . . . . . .
5 5
Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Naamplaatje (Informatie over de rem) . . . . . . . . . . . Elektrische aansluitingen . . . . . . . . . . Aansluiting voor aanvullende appara-ten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Handmatige vrijgave (optioneel op verzoek) . . . . . . . . . . . .
7
8 8
4.3 4.4 4.5
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De remkap ontmantelen en opnieuw assembleren . . . . . . . . . . . . Het remkoppel aanpassen . . . . . . . . . De luchtspleet aanpassen . . . . . . . . . De remschijf vervangen . . . . . . . . . . .
5.
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . 11
2.3 2.4
3. 3.1 3.2 3.3 3.4
4. 4.1 4.2
NL
6 6 7
7 8 8 8
9 9 10 10
De uiterste zorg is besteed aan de nauwkeurigheid van de informatie die in deze brochure wordt ver-strekt. Cemp behoudt zich het recht voor om in het kader van de voortdurende ontwikkeling en verbetering producten te leveren die in geringe mate kunnen afwijken van de producten die in deze publicatie worden afgebeeld en beschreven. De uitvoeringen en technische eigenschappen die in deze brochure worden vermeld, mogen niet als bindend worden beschouwd. Gegevens in deze uitgave mogen in geen geval als een contractuele verplichting worden uitgelegd.
Nummer: UM-F1 NL Editie: 10-08 3
1. Algemene informatie
NL
De instructies voor het gebruik en onderhoud betreffen de explosiebeveiligde motoren met rem, serie D 63÷160 en serie H 71÷160. Deze handleiding is een aanvulling op de ba-sishandleiding 'Roterende elektrische machi-nes laagspanning' en de handleiding 'Veilig-heidsinstructies' en moet daarom samen met deze documenten worden geraadpleegd bij het installeren, opstarten en onderhouden van de motor. Veiligheidsrisico’s kunnen alleen worden ver-meden als de gebruiker alle waarschuwingen en instructies in deze handleiding in acht neemt. De gebruiker moet er met name voor zorgen dat: • de motoren overeenkomstig hun tech-nische specificaties worden gebruikt; • de motoren zich tijdens het gebruik in een onberispelijke toestand bevinden en het onderhoud met regelmatige tussenpozen wordt uitgevoerd; • de instructies binnen handbereik liggen; • het installeren, opstarten, onderhoud en reparaties alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd, geautoriseerd personeel.
Ongevallen ten gevolge van fouten tijdens gebruik en onderhoud kunnen ernstig lichamelijk letsel en aanzienlijke schade aan de apparatuur tot gevolg hebben. De motoren worden bedrijfsklaar geleverd, volgens de specificaties die op het bestelfor-mulier worden vermeld. Neem contact met ons op indien remkoppels, bedrijfssoort of traagheden nodig zijn die afwij-ken van de waarden die op het bestelformulier staan vermeld. Geluidsniveau: motoren met een rem produce-ren geluid als de rem wordt geopend en bij het opstarten. Het geluidsniveau hangt af van de installatieomstandigheden en de grootte van de luchtspleet.
Tabel 1A - Motor series Framegrootte Versie Ex d IIB
Ex de IIB
Ex d IIC
Ex de IIC
Eén snelheid, driefase, niet geventileerd (2, 4, 6, 8 polen)
DB 30
DB 35
DC 30
DC 35
Eén snelheid, driefase, eigen ventilatie (2, 4, 6, 8 polen)
HB 30
HB 35
HC 30
HC 35
Twee snelheden, driefase, niet geventileerd (2/4, 4/8 polen)
DB 20
DB 25
DC 20
DC 25
Twee snelheden, driefase, eigen ventilatie (2/4, 4/8 polen)
HB 20
HB 25
HC 20
HC 25
Eén snelheid, driefase, niet geventileerd (6 polen)
DB 50
DB 55
DC 50
DC 55
Eén snelheid, driefase, eigen ventilatie (6 polen)
HB 50
HB 55
HC 50
HC 55
Twee snelheden, driefase, niet geventileerd (2/8, 4/12, 4/16 polen)
DB 50
DB 55
DC 50
DC 55
Twee snelheden, driefase, eigen ventilatie (2/8, 4/12, 4/16 polen)
HB 50
HB 55
HC 50
HC 55
Motoren om mee te takelen
4
2. Beschrijving van het product 2.1 Algemene werking De motoren in de series D en H zijn binnen de behuizing voorzien van een rem. De motor en de rem worden als een enkel onderdeel be-schouwd en vallen onder een enkel certificaat. De rem bevindt zich in een speciale kast die bestaat uit een rembeschermkap 2 en een remkast 6 die door middel van bouten met elkaar verbonden zijn. De rembeschermkap sluit de motorbehuizing af; de as kan er doorheen lopen 1. Bij motoren met een eigen ventilatie (serie H) steekt de as uit de rembeschermkap, via een speciaal vlampad. Op het uitstekende deel van de as is een ventilator aangebracht 7.
De rembehuizing en de ventilator worden beschermd door de ventilatorkap 8. De versie met eigen ventilatie is niet beschik-baar voor maat 63. Als de rem wordt bekrachtigd, trekt de elek-tromagneet 5 het beweeglijke anker 4 aan. Terwijl dit beweegt, worden de veren samen-gedrukt waardoor de remschijf 3 wordt vrijge-geven, zodat de motoras, waarmee de rem-schijf verbonden is, vrij kan draaien. Als de spanningstoevoer naar de rem wordt onderbroken, wordt de elektromagneet gede-activeerd en drukken de veren het beweeglijke anker tegen de remschijf. De remschijf veroorzaakt dan wrijving op het remschild, en het beweeglijke anker stopt de draaiing van de as. De remmen zijn ontworpen voor droog gebruik. Als de motor tot stilstand is gebracht, zorgt de rem voor het remkoppel dat op het naam-plaatje wordt vermeld.
1
2
3 4
5
6
1
2
3 4
5
6
Serie D 63 ÷ 160
7 8
Serie H 71 ÷ 160
Fig. 2A 5
NL
NL
2.2 Constructiemethode van de rem, grootten 71÷160 (fig. 2B)
2.3 Constructiemethode van de rem, grootte 63 (fig. 2C)
Een getande naaf 1 is verbonden met de mo-toras 7. De remschijf 8 is aan de getande naaf bevestigd. De remschijf en de getande naaf, die met de as zijn verbonden, vormen het draaiende deel van de rem. De remschijf kan langs de schacht van de as op de getande naaf bewegen in de richting van het remschild, dat samen met het beweeglijke anker het remoppervlak vormt 9. Drie tapbouten 2 zijn in het remschild ge-schroefd en de elektromagneet j is hierop vastgezet met behulp van tapbouten (5 en 6). Voor maat 160 worden zes tapbouten gebruikt. Het beweeglijke anker kan langs de as van de tapbouten schuiven. Rondom elke tapbout zijn veren 3 aange-bracht tussen het beweeglijke anker en de elektromagneet. Deze veren worden samen-gedrukt met behulp van de moeren 4 om het remkoppel aan te passen. Moeren 5 en 6 worden gebruikt voor het gro-ter of kleiner maken van de luchtspleet (zie paragraaf 4.4), d.w.z.: de opening tussen het beweeglijke anker en de elektromagneet als de rem niet wordt bekrachtigd.
Een getande naaf 3 is verbonden met de mo-toras 4. De remschijf 5 is aan de getande naaf bevestigd. De remschijf en de getande naaf, die met de as zijn verbonden, vormen het draaiende deel van de rem. De remschijf kan langs de schacht van de as op de getande naaf bewegen in de richting van het remschild, die samen met het beweeglijke anker het remoppervlak vormt 6. De rem wordt gecompleteerd door een vooraf gemonteerde unit (één stuk), bestaande uit het beweeglijke anker, veren 7 en een elektro-magneet 8. De enkele unit is door middel van fixeer-schroeven 1 op het remschild bevestigd. Het remkoppel wordt ingesteld door aan de schroeven 9 te draaien. De luchtspleet wordt ingesteld (zie paragraaf 4.4) door aan de fixeerschroeven te draaien nadat de instelmoeren 2 ietwat zijn losge-draaid. Als de motor wordt ingesteld om de rem verticaal te monteren, kunnen er variaties in de constructie optreden vanwege de specifieke installatiepositie.
A 2 3 4
5
12
6
3 Y
1
J 9 7
8
9
4 Y
Fig. 2B 6
Fig. 2C
5
6
7
8
A
2.4 Handmatige vrijgave (optioneel op verzoek) Motoren van maat 71÷60 kunnen worden voorzien van een handmatige vrijgavehendel waardoor de as ook kan ronddraaien als de voeding is uitgeschakeld. De handlichter 1 steekt uit de rembehuizing. Gebruik een Engelse sleutel 2 om de vrijga-vehendel met de wijzers van de klok mee of tegen de wijzers van de klok in te draaien ten-einde de motoras vrij te maken. Als het einde van de slag is bereikt, voert u de torsie een beetje op totdat de motoras vrijkomt. Oefen geen bovenmatige kracht uit op de handlichter. Als de Engelse sleutel wordt weggehaald, keert de handlichter vanzelf terug naar zijn uitgangspositie en werkt de rem op de motor.
3. Installatie 3.1 Naamplaatje (informatie over de rem) Behalve de motorgegevens, bevat het naam-plaatje van de motor de volgende informatie:
2 Remspanning: voedingsspanning [V] van de rem. 3 Werking: maximaal aantal bedrijfscycli per uur en het type werkcyclus. 4 Schijnbaar vermogen: ingangsvermogen van de rem [VA]. 5 Remkoppel: statisch remkoppel [Nm]. 6 Traagheidsmoment: maximaal traag-heidsmoment voor de geregelde machine, ten opzichte van de motoras [kgm2].
1
B
2
3 4
0722 CESI 03 ATEX 111 n000001 Electric Motor DB30 90L 4 II 2GD Ex d IIB T4 IP6 5 V A Hz 1/min cos ϕ 230 ∆ 6,2 4 50 1470 0,79 400 3,60 Brake MEC8 0 AC 400V/3~ 140 VA IC410 CLF Ta40° C S4 40% 90 s/h J = 0,172 kgm2
5
y04 3~ kW 1,50
Y
2
A
NL
1 Remtype: het gemonteerde model rem.
A
35Nm kg 43
Manufacturer Cemp srl - I 20030 SENAGO (Milan) - ITALY regrease joints after any dismounting - fasteners quality 8.8 EN 898-1
Positie A Standaardpositie van de handlichter Positie B Alternatieve positie van de handlichter (optioneel op verzoek)
6 Fig. 3A
Fig. 2D
7
3.2 Elektrische aansluitingen
4. Onderhoud 4.1 Inleiding
Vergelijk voordat u de aansluitingen maakt eerst de gegevens op het typeplaatje met de gegevens in het aansluitschema.
NL
Alle elektrische aansluitingen dienen door ge-kwalificeerd personeel te worden verzorgd. Gebruik voor het maken van aansluitingen het schema dat bij de motor is geleverd en denk eraan dat de rem met verschillende soorten voeding kan worden geleverd: • Driefase wisselstroom (de spanning kan afwijken van de spanning voor de motor). • Eenfase wisselspanning (de spanning kan afwijken van de spanning voor de motor). - Rechtstreeks via een gelijkstroomleiding. - Door middel van een eenfase wissel-stroomleiding via een gelijkrichter in de aansluitkast.
3.3 Aansluiting voor aanvullende appa-raten Op verzoek kunnen aanvullende toestellen op de rem worden bevestigd, zoals apparaten voor thermische beveiliging en verwarmings-toestellen om condensatie te voorkomen. Voor deze aanvullende toestellen zijn specifie-ke voedingsaansluitpunten in de aansluitdoos aangebracht die overeenkomstig het schema dat bij de motor is geleverd, moeten worden aangesloten. Er moeten passende voorzorgsmaatregelen worden genomen om te vermijden dat er bovenmatige spanningen of piekspan-ningen ontstaan. De kabels mogen niet worden geplet of worden blootgesteld aan mechanische belasting.
3.4 Handmatige vrijgave (optioneel op verzoek) Als de motor is uitgerust met een hendel voor het met de hand vrijgeven van de rem, moet deze worden geïnstalleerd om te voorkomen dat de vrijgaveunit per ongeluk wordt inge-schakeld. Deze hendel zorgt er bovendien voor dat de vrijgave indien nodig gemakkelijk kan worden bediend. De vrijgavesleutel, die in een speciale behui-zing wordt bewaard die tegen de motor is vastgemaakt, mag niet op de hendel worden achtergelaten als de motor draait. 8
Alle werkzaamheden aan de motor dienen met een stilgezette machine te worden uitgevoerd terwijl de motor van de voeding is losgemaakt. De oorspronkelijke eigenschappen van de motor met rem kunnen in de loop van de tijd alleen worden behouden door middel van een inspectie- en onderhoudsprogramma dat is opgesteld en wordt beheerd door gekwalifi-ceerde technici. Het soort onderhoud en de frequentie van de controles hangt af van de omgevings- en be-drijfsomstandigheden. Vooral de slijtage aan de remschijf is van diverse factoren afhanke-lijk: ladinginertie, de omwentelingssnelheid van de motor en de frequentie van inschakelen. Als vuistregel bevelen wij een eerste inspectie aan na 500 bedrijfsuren, en in elk geval binnen een jaar na de ingebruikname. Volgende in-specties moeten aan de hand van tijdroosters worden uitgevoerd. Om nauwkeurig te kunnen werken, moet de motor uit de machine worden gehaald en op een werkbank worden geplaatst, met alle ge-reedschap en benodigde apparatuur binnen handbereik. Tijdens het ontmantelen en het assem-bleren moeten de normen ter voorkoming van ongevallen en de veiligheidsbepalingen stipt worden nageleefd.
4.2 De remkap ontmantelen en opnieuw assembleren
4.3 Het remkoppel aanpassen
Bij motoren met een eigen ventilatie (serie H) (fig. 2A) verwijdert u de ventilatorkap 8 door de fixeerschroeven los te draaien en de venti-lator 7 te verwijderen. Bij motoren met een handmatige remvrijgave (fig. 2D) trekt u de handhendel 1 naar buiten, houdt u deze omhoog en steekt u een pen door het gat. Draai de fixeerschroeven los en verwijder de behuizing van de remkap, waarbij u ervoor moet oppassen dat de vuurbestendige verbin-dingen (vlampaden) niet worden beschadigd. Na de inspectie of het onderhoud moet u, voordat u de behuizing van de remkap sluit: • kijken of de luchtspleet correct is ingesteld (zie paragraaf 4.4); • de oorspronkelijke smeerlaag op de vuur-bestendige verbindingen opnieuw aan-brengen (b.v. Molyduval Bariplex); • controleren of de wrijvingsoppervlakken (remschijf, rembeschermkap en beweeglijk anker) schoon en vrij van olie of smeer zijn.
De motor is uitgerust met een gebruiksklaar gekalibreerde rem. Klanten met speciale toe-passingseisen kunnen om een aangepaste kalibreerinstelling vragen. Het remkoppel wordt aangegeven op het typeplaatje van de motor. Het remkoppel kan worden aangepast aan de bedrijfsbehoeften. In dit geval raden we aan om geen te hoge waarden te kiezen, omdat deze het normale opengaan van de rem kun-nen belemmeren, en ook geen te lage waar-den in te stellen, omdat deze ervoor kunnen zorgen dat de rem slipt. Verlaging van het remkoppel tot onder de maximumwaarde kan er onder bepaalde belas-tingen voor zorgen dat het wrijvingsmateriaal van de rem minder slijt. Bij motoren in de grootte 71÷160 (fig. 2B) wordt het remkoppel aangepast door te draai-en aan de moeren 4 om zodoende de afstand A te veranderen. Als deze moeren tegen de wijzers van de klok in worden gedraaid, wordt het remkoppel verkleind. Bij motoren van grootte 63 (fig. 2C) wordt het remkoppel aangepast door te draaien aan de schroeven 9 om de afstand A te veranderen. Als deze moeren tegen de wijzers van de klok in worden gedraaid, wordt het remkoppel ver-kleind. Om voor een gelijkmatig remkoppel te zorgen, moet lengte A hetzelfde zijn voor alle veren. De onderstaande tabel toont de remkoppel-waarden in verhouding tot afstand A. Voor deze koppelwaarden geldt een tolerantie van -20% in vergelijking met de waarden die in de tabel worden aangegeven.
Tabel 4A - Aanpassing van het remkoppel Framegrootte
Remtype
63
AC1
71
MEC 63
A0 [mm] 0 10
Remkoppel [Nm] als A = A0
A0+1mm A0+2mm A0+3mm A0+4mm A0+5mm A0+6mm
4,5
4
3
2,5
1,5
9
7
5
4
2
---
1
---
0,5
80
T80
12
17
14
10
7
---
---
---
90
MEC80
18
35
32
30
27
24
21
19
100
MEC90(◆)
17
48
42
36
30
24
18
12
112
MEC100(◆)
20
70
57
45
32
19
---
---
132
MEC112(◆)
25
120
100
70
45
---
---
---
160
T140
23
130
111
93
74
56
37
---
A0 = afstand voor de standaard remkoppelwaarde (◆) = rem uitgevoerd met twee remschijven 9
NL
4.5 De remschijf vervangen
4.4 De luchtspleet aanpassen De aanbevolen luchtspleet, met een tolerantie van ± 0,05 mm, wordt aangegeven in tabel 4B.
NL
De luchtspleet Y (fig. 2B en 2C) is de opening tussen de oppervlakken van de elektromag-neet en het beweeglijke anker, als de rem niet bekrachtigd wordt (motorrem is geactiveerd). Deze waarde moet worden aangepast als vanwege slijtage van het wrijvingsmateriaal van de remschijf, de luchtspleet groter wordt dan de waarden in tabel 4B, waardoor de pres-taties van de rem teruglopen. Tabel 4B - Aanbevolen luchtspleet Framegrootte
Remtype
Luchtspleet [mm]
63
AC1
0,2
71
MEC 63
0,3
80
T80
0,3
90
MEC80
0,3
100
MEC90
0,3
112
MEC100
0,3
132
MEC112
0,5
160
T140
0,3
Als de luchtspleet niet wordt bijgesteld, kan dit ertoe leiden dat de rem niet correct wordt geopend, waardoor op hun beurt de motor en de rem oververhit kunnen raken. Voor motoren met een handlichter; als de luchtspleet te groot is kan na bediening van de handlichter de rem niet voldoende worden vrijgegeven. Bij motoren in de grootte 71÷160 (fig. 2B) wordt de luchtspleet aangepast door te draaien aan de moeren 5 en 6 om de elektromagneet naar de oorspronkelijke opening van het be-weeglijke anker te bewegen. Bij motoren van grootte 63 (fig. 2C) wordt de luchtspleet aangepast door te draaien aan de fixeerschroeven 1 na de instelmoeren 2 te hebben losgedraaid. Nadat de vereiste luchts-pleet is ingesteld, moeten de instelmoeren tegen de enkele unit worden vastgedraaid. Overtuig u ervan dat de rembehuizing niet oververhit is voordat u begint met het in-stellen van de luchtspleet.
10
De remschijf moet worden vervangen als aan weerszijden 1,5 mm van het wrijvingsmateriaal is afgesleten (totale slijtage 3 mm). Dit komt overeen met een algehele dikte van de rem-schijf van 7 mm voor grootten 71÷100, 8 mm voor grootten 112÷160 en ongeveer 4 mm voor grootte 63. Bij motoren in het bereik 71÷160 (fig. 2B) gaat u als volgt te werk: - Schroef het eerste stel moeren 6 los en verwijder de elektromagneet, waarbij u er-voor oppast de voedingskabels voor de rem niet te beschadigen. Schroef het tweede stel moeren 5 en de instelmoeren 4 los, en verwijder de veren. Verwijder het beweeglijke anker en trek de remschijf van de getande naaf. Vervang de remschijf en monteer de onderdelen die eerder waren verwijderd, terug, waarbij u het remkoppel (zie par. 4.3) en de luchtspleet (zie par. 4.4) weer correct instelt. Bij motoren van grootte 63 (fig. 2C) gaat u als volgt te werk: - Draai de fixeerschroeven 1 los en verwij-der de enkele unit, waarbij u ervoor oppast de voedingskabels voor de rem niet te be-schadigen. Trek de remschijf van de ge-tande naaf. Vervang de remschijf en mon-teer de onderdelen die eerder waren ver-wijderd, terug, waarbij u het remkoppel (zie par. 4.3) en de luchtspleet (zie par. 4.4) weer correct instelt. Het correct functioneren van de rem kan alleen worden gegarandeerd als er originele reserveonderdelen worden gebruikt.
5. Problemen oplossen Storing De rem wordt niet vrijgegeven.
Mogelijke oorzaken
Oplossing
Luchtspleet is te groot (slijtage).
Controleer de luchtspleet. Vervang zonodig de remschijf.
De rem krijgt geen voeding.
Controleer de elektrische aanslui-ting. Controleer de voedingsspanning.
Lage voedingsspanning voor de rem.
NL
Remschijf is mechanisch vastgelopen.
Verwijder de mechanische blokke-ring.
Gelijkrichter is beschadigd (indien gemonteerd).
Controleer de gelijkrichter en ver-vang deze indien nodig.
Elektromagneet is defect.
Controleer de elektromagneet en vervang deze indien nodig.
Rem is oververhit (indien warmtesen-soren zijn geïnstalleerd).
Laat de rem afkoelen, controleer het remkoppel en vervang versle-ten onderdelen (schijf).
De rem vertoont een vertraagde werking.
Voedingsspanning is te hoog.
Controleer de voedingsspanning.
De rem wordt pas na een ver-traging losgelaten.
Luchtspleet is te groot (slijtage).
Controleer de luchtspleet. Vervang de remschijf indien nodig.
Lage voedingsspanning voor de rem.
Controleer de voedingsspanning.
De rem brengt de motor niet tot stilstand.
Remkoppel is te gering.
Resterende activeringsspanning te Controleer de restspanning. hoog (indien er een gelijkrichter is gemonteerd). Remschijf is mechanisch vastgelopen
Verwijder de mechanische blokke-ring.
Remkoppel is te gering.
Zie hieronder.
Veren zijn niet correct aangespannen.
Stel de veren aan zoals aangege-ven in tabel 4A.
Luchtspleet is te groot.
Controleer de luchtspleet. Vervang de remschijf indien nodig.
Olie of smeer op het oppervlak van de remschijf.
Reinig de verontreinigde delen.
Veren zijn gebroken.
Vervang de rem.
11
Cemp srl Via Piemonte, 16 I 20030 SENAGO (MI) Tel. +39 02 94 43 54 01 Fax +39 02 99 89 177
[email protected] www.cemp.eu
Cemp France
SA
6 et 8, avenue Victor Hugo F 27320 NONANCOURT Tél. +33 (0)2 32 58 03 81 Fax +33 (0)2 32 32 12 98
[email protected] www.cemp.eu
Cemp International GmbH Am Mollnhof 2 D 94036 PASSAU Tel. +49 (0)851 96 62 320 Fax +49 (0)851 96 62 32 13
[email protected] www.cemp.eu
O v e r a l l s a l e s n e t w o r k a t w w w. c e m p . e u