MODEL ANNUAL PROGRAMME Final version MEMBER STATE: The Netherlands FUND: European Integration Fund RESPONSIBLE AUTHORITY: Directeur Inburgering & Integratie mw. M. Haimé, Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordering en Milieu (VROM) YEAR COVERED: 2007 1.
GENERAL RULES FOR SELECTION OF PROJECTS TO BE FINANCED UNDER THE PROGRAMME
De algemene regels voor de selectie van projecten die zullen worden gefinancierd onder dit jaarprogramma zijn conform de regels neergelegd in het meerjarenprogramma 2007-2013. Er zal een call for tenders worden gehouden, die gepubliceerd wordt in de Staatscourant en tevens op andere wijzen breed bekend zal worden gemaakt. Het Programmasecretariaat Europese Fondsen zal op basis van het puntensysteem Europees Integratiefonds, dat gepubliceerd wordt op de website van het EIF een advies opstellen met betrekking tot de selectie van projecten. Dit advies zal worden voorgelegd aan de Interdepartementale Stuurgroep voor het EIF, waarvan de verantwoordelijke autoriteit (VA) de voorzitter is. Door de stuurgroep zal geadviseerd worden welke projecten er voor cofinanciering vanuit het EIF in aanmerking komen. De voorzitter neemt als VA de beslissing. De VA is bevoegd om per geval te bepalen of een project in aanmerking komt voor een procentueel hogere bijdrage van de Europese Gemeenschap uit het Fonds. Verhoging van deze bijdrage betekent dat het percentage co-financiering dat uit overige publieke of private fondsen gewonnen moet worden voor een project evenredig kleiner is. Als onderdeel van de (co)financiering van een project kan de bijdrage van de EG worden verhoogd tot maximaal 75%. Alleen projecten die vallen onder specifieke inhoudelijke prioriteiten komen in aanmerking voor verhoging van de bijdrage van de EG. Welke prioriteiten dat zijn is per geval aangegeven in paragraaf 3. Bij de afweging of een project in aanmerking komt voor een dergelijke verhoging houdt de VA voorts rekening met de volgende factoren: a) innovatief gehalte en toegevoegde waarde van het project ten opzichte van bestaand nationaal beleid b) toepasbaarheid van het project, of de uitkomst daarvan, als model of best practice in andere landen, met name binnen de EU In geval de indiener van een aanvraag, die valt onder een van de genoemde specifieke prioriteiten, in aanmerking wil komen voor een procentueel hogere bijdrage van de EG, moet dit uitdrukkelijk in de aanvraag worden vermeld, en nader worden gemotiveerd of het project aan een of meerdere van deze factoren voldoet.
1
In het bijzonder moet de indiener, die meent te kunnen voldoen aan de criteria voor 75% financiering, 2 projectvoorstellen indienen: • een basisvoorstel, met maximaal 50% financiering vanuit het EIF • een projectvoorstel dat bestaat uit het basisvoorstel + additionele activiteiten, met maximaal 75% financiering vanuit het EIF. In beide voorstellen moet de cofinanciering uit nationale bron in absolute zin gelijk zijn. Er moeten twee begrotingen worden ingediend, die beiden aan alle financiële vereisten voldoen. Voorbeeld Een organisatie dient 2 projectvoorstellen in die binnen een specifieke prioriteit vallen. Projectvoorstel 1
Projectvoorstel 2
Activiteit
activiteit
kosten
Ontw methodi
150.000
kosten
Ontwikkeling 150.000 methodiek
Congressenreeks 25.000 Ontw lesmateriaal Financiering
Financiering EIF
EIF Nationaal totaal
75.000 (50%) 75.000 (50%) 150.000
125.000
Nationaal
225.000 (75%) 75.000 (25%)
totaal
300.000
De genoemde additionele activiteiten moeten betrekking hebben op één of beide van de bovenstaande afwegingscriteria a) en b). Een algemene bepalende factor in de afweging van de VA om cofinanciering uit het Fonds van méér dan 50% toe te kennen, die ten dele los staat van de individuele kwaliteiten van een subsidieaanvraag, is de verhouding tussen het aantal en de kwaliteit van de totale jaarlijkse subsidieaanvragen. Immers, iedere verhoging van de bijdrage van de EG betekent een geringere spreiding van de beschikbare middelen voor dat jaar. 2.
CHANGES IN THE MANAGEMENT AND CONTROL SYSTEMS (if appropriate)
N.V.T. 3.
ACTIONS TO BE SUPPORTED BY THE PROGRAMME UNDER THE PRIORITIES CHOSEN
Onderstaande prioriteiten verwijzen naar de prioriteiten zoals vervat in de strategische richtsnoeren en het meerjarenprogramma 2007-2013. De verdeling van de middelen tussen deze prioriteiten (zie paragraaf 6) is conform de huidige behoeften op nationaal niveau. 2
3.1. Actions implementing priority 1 Doelstelling 1: Tenuitvoerlegging van maatregelen om de “gemeenschappelijk basisbeginselen voor het beleid inzake de integratie van immigranten in de Europese Unie” in de praktijk om te zetten Doelstelling 1a: Participatie als instrument voor inburgering Doelstelling 1a richt zich op de uitvoering van gemeenschappelijk basisbeginsel 4 (basiskennis van de taal, de geschiedenis en de instellingen van de gastsamenleving is onontbeerlijk voor de integratie). Deze doelstelling richt zich ook op één bepaald aspect van één der hoofdoelstellingen van het nationale integratiebeleid gericht op de verbetering van de kennis van oud- en nieuwkomers van de Nederlandse taal en de Nederlandse samenleving, namelijk participatie als instrument voor inburgering.
1.
Purpose and scope of the actions
Projecten onder deze doelstelling zijn consistent met de keuze om de besteding van middelen onder het Fonds in de eerste plaats te richten op de integratie van nieuwkomers. Acties onder deze doelstelling richten zich primair op de doelgroepen “nieuwkomers” en “oudkomers”zoals neergelegd in de wet inburgering. De eerste groep omvat vreemdelingendat wil zeggen personen met een niet-Nederlandse nationaliteit- in de leeftijd tussen 18 en 65 jaar die na 1 januari 2007 voor een niet-tijdelijk doel in Nederland zijn toegelaten dan wel voor 1 januari 2007 reeds inburgeringsplichtig waren. De tweede groep zijn vreemdelingen in dezelfde leeftijdscategorie die voor i janurai 2007 reeds in Nederland woonden, maar geen acht jaren tijdens de leerplichtige leeftijd in Nederladn hebebn gewoond en evenmin over diploma’s beschiokken waaruit blijkt dat zij voldoende kennis hebben van de Nederlandse taal en samenleving. Beide groepen vallen onder de definitie van “nieuwkomers”binnen het EIF. Personen die de status van vluchteling hebben (art 29(1)(a) Vw), in het bezit zijn van een verblijfstitel op andere gronden van internationale bescherming (art. 29(1)(b) Vw), of een asielaanvraag hebben ingediend waarover nog geen definitieve beslissing is genomen, vallen buiten de doelgroep van deze acties. Projecten onder deze doelstelling hebben tot doel om bij te dragen aan de ontwikkeling en inzet van participatie als instrument ten behoeve van inburgering. De combinatie met participatie wordt gezocht om de kans op slagen voor een inburgeringsexamen door inburgeraars te vergroten, en de output van inburgeringsprogramma’s te verbeteren in termen van feitelijke kennis van de Nederlandse taal en samenleving. Tevens wordt met dit instrument een brug geslagen tussen inburgering en (vroegtijdige) actieve deelname van immigranten aan de samenleving, en het gastland actief betrokken bij het integratieproces van nieuwkomers. Dit sluit aan bij het Deltaplan Inburgering van het huidige kabinet. Deze doelstelling omvat acties welke onder verschillende specifieke prioriteiten, zoals geïdentificeerd in de strategische richtsnoeren, kan worden geschaard. In het bijzonder zullen overeenkomstig deze doelstelling projecten in aanmerking komen voor financiering met betrekking tot: 1. de ontwikkeling en/of tenuitvoerlegging van inburgeringsprogramma’s met een duaal karakter. Deze programma’s combineren een inburgeringscursus met een arbeidsplaats, vrijwilligerswerk, re-integratie van inburgeraars met een uitkering op de 3
arbeidsmarkt, ondernemerschap, een (beroeps)opleiding, of opvoedingsondersteuning. Dit betreft een actie welke op basis van specifieke prioriteit 3 van de strategische richtsnoeren in aanmerking kan komen voor co-financiering van 75% vanwege het innovatieve karakter van dergelijke programma’s. Het innovatieve karakter van dit programma is gelegen in het feit dat het een nieuwe methodiek m.b.t. inburgeringstrajecten behelst en hier in Nederland tot op heden maar zeer beperkt ervaring mee is opgedaan. De mogelijkheid voor onderdanen om tegelijk te werke en te studeren is ook expliciet als voorbeeld genoemd in de strategsiche richtsnoeren als een innovatieve maatregel. 2. de ontwikkeling en/of tenuitvoerlegging van taalgids programma’s. Deze programma’s koppelen inburgeraars aan een taalgids, die op individuele basis ondersteuning biedt bij het leren en in de praktijk gebruiken van de Nederlandse taal, en met dit doel ondermeer samen met de inburgeraar activiteiten onderneemt, bijvoorbeeld op sportief of cultureel vlak. 3. De ontwikkeling en/of tenuitvoerlegging van inburgeringsproprojecten (bijvoorbeeld duale trajecten of taalgidsprogramma’s) voor vrouwelijke nieuwkomers. Projecten die beogen de inburgering van vrouwelijke nieuwkomers door middel van participatie langs de bovenstaande lijnen te bevorderen door tegemoet komen aan de specifieke behoeften van deze doelgroep sluiten aan bij specifieke prioriteit 2 zoals vervat in de strategische richtsnoeren. Derhalve kan de VA overwegen om in de co-financiering van dergelijke projecten de bijdrage van de Europese Gemeenschap te verhogen tot 75%.
2. Expected grant recipients Dit zal afhangen van de uitkomst van de uit te schrijven oproep voor het indienen van verzoeken om subsidie. Zowel non-profit als profit-organisaties kunnen projectsubsidie aanvragen. Te denken valt aan overheidsorganisaties, onderwijsinstellingen, sociale partners, niet-gouvernementele organisaties en bedrijven. 3.
Where appropriate, justification regarding project(s) implemented directly by the responsible authority acting as an executing body
n.v.t. 4. Expected quantified results and indicators to be used targets: verbetering van de kennis van nieuwkomers van de Nederlandse taal en de Nederlandse samenleving verbetering van de output van inburgeringsprogramma’s in termen van feitelijke kennis van de Nederlandse taal en samenleving stimulering van vroegtijdige actieve deelname aan de samenleving door nieuwkomers kwantitatieve resultaten en indicatoren: 5 inburgerinsprogramma’s met een duaal karakter 250 deelnemers aan inburgerinsprogramma’s met een duaal karakter 5 taalgids programma’s 250 inburgeraars gekoppeld aan een taalgids
4
-
300 vrouwelijke deelnemers aan een inburgeringsprogramma met een duaal karakter en een taalgids programma
De bovenstaande kwantitatieve resultaten en indicatoren kunnen nog wijzigen als gevolg van de call for tender. De genoemde aantallen kunnen zowel naar boven als naar beneden afwijken. 5. Visibility of EC funding Er wordt een informatiefolder gedrukt met betrekking tot het EIF. Deze zal ruim verspreid worden onder mogelijke projectorganisaties. Verder zal er in kader van de oproep voor het indienen van subsidieverzoeken een informatiebijeenkomst georganiseerd worden. Er zal een website gemaakt worden. Op de website zal een lijst met subsidiënten vermeld worden. Zodra de website gereed is zal het adres gecommuniceerd worden met de Europese Commissie. Bij alle communicatie-uitingen van of over het programma wordt tekstueel en met het EU-logo melding gemaakt van de medefinanciering vanuit het EIF, zowel door de VA als door projectorganisaties. Verder zal het statement van het EIF worden vermeld. De projectorganisaties zullen de deelnemers van projecten op de hoogte stellen van de cofinanciering van het project door het EIF. De verplichtingen van projectorganisaties met betrekking tot communicatie over het fonds, zullen in de toekenningsbeschikking worden opgenomen, rechtstreeks dan wel met een verwijzing naar de voorwaarden in het Uitvoeringskader. Het programmasecretariaat zal over deze verplichting bovendien actief communiceren met projectindieners naar aanleiding van informatie in voortgangsrapportages en eindrapportages. Bij de bezoeken van het programmasecretariaat aan (een selectie van) projectuitvoerders zal op de naleving worden gelet.
6. Complementarity with similar actions financed by other EC instruments, if appropriate Deze actie komt overeen met en is complementair aan relevant beleid, wet- en regelgeving betreffende integratie op nationaal- en Gemeenschapsniveau. De Verantwoordelijke Autoriteit en de strategische partners waarborgen voortdurend deze overeenkomst en complementariteit, en beschikken tezamen over de benodigde kennis om deze functie te vervullen. De doelgroep van dit Fonds is nauwkeurig beschreven en afgeschermd van die van het Europees Vluchtelingen Fonds (EVF) (paragraaf 4). De verantwoordelijke instanties van het EVF en Europees Sociaal Fonds (ESF) en andere departementen met zicht op overige communautaire fondsen van belang op nationaal, gemeentelijk en regionaal niveau, hebben zitting in de jaarlijks bijeenkomende Stuurgroep die de scheiding en complementariteit tussen het EIF en andere communautaire fondsen verzekert. De Verantwoordelijke Autoriteit is tevens primair verantwoordelijk voor de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van het integratiebeleid in Nederland en garandeert toetsing van deze actie daaraan. Structureel overleg en consultatie met strategische partners op gemeentelijk niveau en in het veld zorgt voor nadere borging van overeenkomst met beleid en regelgeving op lokaal niveau.
7.
Financial information
5
Zie paragraaf 6 financieringsplan. Doelstelling1b: Interculturele dialoog op lokaal- of wijkniveau gericht op duurzame contacten Actie 2 1. Purpose and scope of the actions Doelstelling 1b kan zowel geacht worden uitvoering te geven aan basisbeginsel 1 (integratie is een dynamisch tweerichtingsproces van wederzijdse aanpassing door alle immigranten en ingezetenen van de lidstaten ) als basisbeginsel 7 (frequente omgang tussen immigranten en burgers van de lidstaten is een fundamenteel mechanisme voor integratie). Integratie gebeurt op lokaal niveau. Speciale aandacht is daarom vereist voor achterstandswijken in stedelijke gebieden, waar de economische, sociale en culturele problematiek geassocieerd met integratie zich concentreert. Ook treden sociaal-culturele afstand en gerelateerde spanningen tussen bevolkingsgroepen hier het sterkst op de voorgrond. Projecten onder deze doelstelling hebben tot doel om bij te dragen aan een vermindering van deze afstand en spanningen door het vergroten van wederzijds begrip, wederzijdse acceptatie en kennis over cultuur en achtergrond tussen verschillende groepen door mensen met elkaar in contact te brengen. Dit zal gebeuren door bevordering van een interculturele dialoog op lokaal niveau gericht op gezamenlijke activiteiten die duurzame contacten teweegbrengen. Dit sluit aan bij het nationale Actieplan Krachtwijken van het huidige kabinet, en de bestaande nationale subsidieregeling Ruimte voor Contact. Projecten onder deze subprioriteit hebben ook tot doel om het concept van actief burgerschap actief uit te dragen en in praktijk te brengen. Betrokkenheid, samenwerking tussen burgers, het activerend vermogen van mensen, en eigen verantwoordelijkheid voor de vormgeving van de directe sociale omgeving alsmede de samenleving in bredere zin, dat is actief burgerschap. Burgerschap spreekt mensen aan als deelhebber van de samenleving ongeacht waar men vandaan komt, hoe men wil leven en wat men gelooft. Actief benadrukt dat het niet gaat om abstracte beginselen, maar om een levende praktijk. Voor burgerschap en burgerschapspraktijken zijn vaardigheden en competenties nodig. Die moeten worden geleerd en overgedragen. Onderwijs is hiervoor een belangrijk vehikel. Maar ook voorzieningen voor opvoedingsondersteuning, maatschappelijke activering, (maatschappelijke) stages, wijkwerk en reclassering kunnen hieraan bijdragen. Projecten onder deze subprioriteit richten zich (op lokaal niveau) op de samenleving als geheel, en betrekken het gastland bij het integratieproces van immigranten cfm. artikel 2.2. van het EIF besluit. Zij hebben als uitgangspunt dat integratie een proces is van wederzijdse aanpassing tussen immigranten en de autochtone bevolking. In het bijzonder zullen overeenkomstig deze doelstellingprojecten in aanmerking komen voor financiering die op lokaal of wijkniveau, en door middel van duurzame gezamenlijke activiteiten, sociale cohesie bevorderen door: generalisaties over en binnen verschillende bevolkingsgroepen (“wij-zij-denken”) te doorbreken. Dit is vooral van belang waar zulke generalisaties bijdragen aan afnemende interetnische contacten, (zelfgekozen) isolement, discriminatie of vijandigheid en polarisatie in de samenleving.
6
-
-
acceptatie te faciliteren van de islam als religie in onze samenleving met een positie en behandeling die gelijk is aan die van de vele andere religieuze en levensbeschouwelijke (ook niet-religieuze) stromingen, en negatieve beeldvorming over moslims in de samenleving te verminderen. actief burgerschap te stimuleren.
Er wordt uitdrukkelijk ingezet op de bevordering van een interculturele dialoog op basis van gezamenlijke activiteiten die duurzame contacten teweegbrengen, en niet op debatten, omdat de ervaring leert dat debatten eerder polariserend werken dan depolariserend. Vereisten met betrekking tot deze gezamenlijke activiteiten zijn dat ze immigranten en autochtonen met elkaar in contact brengen, duurzaam van aard zijn, en uitgaan van gedeelde interesses en belangen. Voorbeelden van gedeelde interesses en belangen zijn de schoolprestaties en buitenschoolse activiteiten van kinderen, veiligheid in de wijk, recreatievoorzieningen in de wijk, een schone leefomgeving, etcetera. Er gaat een voorkeur uit naar projecten met een overkoepelend karakter die ingrijpen op meerdere wijken, en waarbij zowel lokale overheden en maatschappelijke instellingen als bedrijven en woningcorporaties zijn betrokken (wijkallianties). Voorts zal in aanmerking komen voor financiering een project met betrekking tot: onderzoek naar initiatieven betreffende intercultureel dialoog op lokaal niveau in het buitenland die aantoonbaar werken Deze doelstelling sluit aan bij specifieke prioriteiten 4 en 5 zoals vervat in de strategische richtsnoeren inzake de intercultureloe dialoog en betrokkenheid van het gastland bij het integratieproces.De overeenkomst met deze specifieke prioriteiten betekent dat de VA kan overwegen om in de (co-)financiering van projecten de bijdrage van de Europese Gemeenschap te verhogen tot 75%. 2. Expected grant recipients Dit zal afhangen van de uitkomst van de uit te schrijven oproep voor het indienen van verzoeken om subsidie. Zowel non-profit als profit-organisaties kunnen projectsubsidie aanvragen. Te denken valt aan overheidsorganisaties, onderwijsinstellingen, sociale partners, niet-gouvernementele organisaties en bedrijven.
3.
Where appropriate, justification regarding project(s) implemented directly by the responsible authority acting as an executing body
n.v.t. 4. Expected quantified results and indicators to be used targets: verkleining van de sociale en culturele afstand tussen allochtonen en autochtonen stimulering van interculturele dialoog en interactie op lokaal/wijk niveau voorzien in activiteiten die gericht zijn op duurzame contacten tussen allochtonen en autochtonen verspreiding en in praktijkbrenging van het concept van actief burgerschap indicatoren: 20 gezamenlijke activiteiten gespecificeerd naar thema (school, buitenschoolse activiteiten, sport, recreatie, veiligheid, schone leefomgeving, etcetera)
7
-
400 deelnemers aan gezamenlijke activiteiten van allochtonen en autochtonen 1 onderzoek naar initiatieven betreffende intercultureel dialoog op lokaal niveau in het buitenland die aantoonbaar werken
De bovenstaande kwantitatieve resultaten en indicatoren kunnen nog wijzigen als gevolg van de call for tender. De genoemde aantallen kunnen zowel naar boven als naar beneden afwijken. 5. Visibility of EC funding Er wordt een informatiefolder gedrukt met betrekking tot het EIF. Deze zal ruim verspreid worden onder mogelijke projectorganisaties. Verder zal er in kader van de oproep voor het indienen van subsidieverzoeken een informatiebijeenkomst georganiseerd worden. Er zal een website gemaakt worden. Op de website zal een lijst met subsidiënten vermeld worden. Zodra de website gereed is zal het adres gecommuniceerd worden met de Europese Commissie. Bij alle communicatie-uitingen van of over het programma wordt tekstueel en met het EU-logo melding gemaakt van de medefinanciering vanuit het EIF, zowel door de VA als door projectorganisaties. Verder zal het statement van het EIF worden vermeld. De projectorganisaties zullen de deelnemers van projecten op de hoogte stellen van de cofinanciering van het project door het EIF. De verplichtingen van projectorganisaties met betrekking tot communicatie over het fonds, zullen in de toekenningsbeschikking worden opgenomen, rechtstreeks dan wel met een verwijzing naar de voorwaarden in het Uitvoeringskader. Het programmasecretariaat zal over deze verplichting bovendien actief communiceren met projectindieners naar aanleiding van informatie in voortgangsrapportages en eindrapportages. Bij de bezoeken van het programmasecretariaat aan (een selectie van) projectuitvoerders zal op de naleving worden gelet. 6. Complementarity with similar actions financed by other EC instruments, if appropriate Deze actie komt overeen met en is complementair aan relevant beleid, wet- en regelgeving betreffende integratie op nationaal- en Gemeenschapsniveau. De Verantwoordelijke Autoriteit en de strategische partners waarborgen voortdurend deze overeenkomst en complementariteit, en beschikken tezamen over de benodigde kennis om deze functie te vervullen. De doelgroep van dit Fonds is nauwkeurig beschreven en afgeschermd van die van het Europees Vluchtelingen Fonds (EVF) (paragraaf 4). De verantwoordelijke instanties van het EVF en Europees Sociaal Fonds (ESF) en andere departementen met zicht op overige communautaire fondsen van belang op nationaal, gemeentelijk en regionaal niveau, hebben zitting in de jaarlijks bijeenkomende Stuurgroep die de scheiding en complementariteit tussen het EIF en andere communautaire fondsen verzekert. De Verantwoordelijke Autoriteit is tevens primair verantwoordelijk voor de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van het integratiebeleid in Nederland en garandeert toetsing van deze actie daaraan. Structureel overleg en consultatie met strategische partners op gemeentelijk niveau en in het veld zorgt voor nadere borging van overeenkomst met beleid en regelgeving op lokaal niveau. 7.
Financial information
Zie paragraaf 6 Financieringsplan. 8
3.2. Actions implementing priority 2 Prioriteit 2: Ontwikkeling van indicatoren en evaluatiemethoden om de vooruitgang te meten, beleidsmaatregelen bij te stellen en de coördinatie van vergelijkend leren te vergemakkelijken In 2007 zijn geen acties voorzien die prioriteit 2 tenuitvoerleggen. Dergelijke acties zijn voorzien van 2009 tot en met 2011 zoals bepaald in het meerjarenprogramma 2007-2013. 3.3. Actions implementing priority 3 Prioriteit 3: Beleidscapaciteitsopbouw, coördinatie en bevordering van interculturele vaardigheden in de lidstaten op de diverse bestuursniveaus Actie 3 In 2007 zijn geen acties voorzien die prioriteit 3 tenuitvoerleggen. Dergelijke acties zijn voorzien van 2009 tot en met 2011 zoals bepaald in het meerjarenprogramma 2007-2013. 3.4. Actions implementing priority 4 Prioriteit 4; Uitwisseling van ervaringen, goede methoden en informatie inzake integratie tussen de lidstaten Actie 3 1. Purpose and scope of the action In de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van integratiebeleid is internationale uitwisseling op het terrein van integratie van toenemend belang. Enerzijds kunnen problemen met betrekking tot de integratie van minderheden en daaraan gerelateerd beleid van één land van invloed zijn op andere landen, met name binnen de Europese Unie dat gekenmerkt wordt door vrij verkeer van personen. Anderzijds vertonen deze problemen vaak overeenkomsten in verschillende landen hetgeen betekent dat deze landen van elkaar kunnen leren in het formuleren van oplossingen. Ook andere actoren zoals gemeenten, expertisecentra of migrantenorganisaties kunnen zeer gebaat zijn bij de uitwisseling van ervaringen op dit terrein. Een project onder deze prioriteit heeft tot doel om internationale uitwisseling aangaande integratiebeleid tussen diverse actoren in Nederland en andere landen op zowel bilaterale als multilaterale basis te bevorderen. Hierbij wordt ingezet op uitwisseling van informatie, kennis, beleid en goede praktijken met (organistaies in) andere Lidstaten, maar ook met landen buiten de Europese Unie omdat dit voorbeelden van succesvol beleid kan opleveren die de beleidsvorming en beleidsuitvoering met betrekking tot integratie in Nederland en Europa kunnen verrijken. Tevens wordt ingezet op uitwisseling met internationale instellingen en buitenlandse niet-gouvernmentele organisaties. Het verkennen van mogelijkheden tot internationale samenwerking is een logisch complement van deze uitwisselingen. Overeenkomstig de strategische richtsnoeren zal in de tenuitvoerlegging van deze prioriteit ondermeer aandacht worden besteed aan integratie als onderdeel van het beleid inzake economische migratie, aan verwerving van kennis van de taal, geschiedenis, en instellingen van het gastland door immigranten, en aan respect voor de fundamentele waarden van de Europese Unie.
9
In het bijzonder zal overeenkomstig deze prioriteit een project in aanmerking komen voor financiering dat zich richt op: het ontwikkelen en instandhouden van banden met anderelanden aangaande integratie(beleid) door middel van diverse activiteiten, zoals bijvoorbeeld het aangaan van bilaterale of multilaterale uitwisseling op specifieke onderwerpen met een incidenteel danwel structureel karakter, het organiseren van internationale conferenties en seminars, en het beantwoorden en/of uitvaardigen van enquêtes het verzorgen en structureren van een goede informatievoorziening over integratie en gerelateerd beleid in Nederland aan andere landen, internationale instellingen, en buitenlandse/internationale niet-gouvernmentele organisaties (NGOs) het verzorgen en structureren van vergaring van kennis over integratie en gerelateerd beleid in andere landen ten behoeve van de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van integratiebeleid in Nederland het verzorgen van kennisoverdracht van “best practices”in Nederland ten behoeve van andere EU landen; 2. Expected grant recipients Dit zal afhangen van de uitkomst van de uit te schrijven oproep voor het indienen van verzoeken om subsidie. Zowel non-profit als profit-organisaties kunnen projectsubsidie aanvragen. Te denken valt aan gemeentelijke overheden, sociale partners, nietgouvernementele organisaties en bedrijven. 3.
Where appropriate, justification regarding project(s) implemented directly by the responsible authority acting as an executing body
4. Expected quantified results and indicators to be used targets: bevordering van internationale uitwisseling van informatie, kennis, beleid en goede praktijken verkenning van mogelijkheden tot internationale samenwerking versterking van de capaciteit van diverse actoren voor het aangaan van internationale uitwisseling en samenwerking indicatoren: bilaterale of multilaterale uitwisselingprogramma’s beantwoordde of uitgevaardigde enquêtes georganiseerde conferenties en seminars internationale bezoeken internationaal vergelijkende studies landen, internationale instellingen en buitenlandse/internationale NGOs voorzien van informatie 5. Visibility of EC funding Dit project zal worden genoemd op de website. Waar over dit project wordt gecommuniceerd zal steeds melding worden gemaakt van mede financiering van dit project vanuit het EIF. Dat geldt ook voor de interne communicatie, zoals jaarverslagen van de directie en dergelijke. 6. Complementarity with similar actions financed by other EC instruments, if appropriate Deze actie komt overeen met en is complementair aan relevant beleid, wet- en regelgeving betreffende integratie op nationaal- en Gemeenschapsniveau. De Verantwoordelijke Autoriteit
10
en de strategische partners waarborgen voortdurend deze overeenkomst en complementariteit, en beschikken tezamen over de benodigde kennis om deze functie te vervullen. De doelgroep van dit Fonds is nauwkeurig beschreven en afgeschermd van die van het Europees Vluchtelingen Fonds (EVF) (paragraaf 4). De verantwoordelijke instanties van het EVF en Europees Sociaal Fonds (ESF) en andere departementen met zicht op overige communautaire fondsen van belang op nationaal, gemeentelijk en regionaal niveau, hebben zitting in de jaarlijks bijeenkomende Stuurgroep die de scheiding en complementariteit tussen het EIF en andere communautaire fondsen verzekert. De Verantwoordelijke Autoriteit is tevens primair verantwoordelijk voor de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van het integratiebeleid in Nederland en garandeert toetsing van deze actie daaraan. Structureel overleg en consultatie met strategische partners op gemeentelijk niveau en in het veld zorgt voor nadere borging van overeenkomst met beleid en regelgeving op lokaal niveau. 7.
Financial information
Zie paragraaf 6 Financieringsplan. 4.
DOELGROEP VOOR PROJECTEN
Onderdanen van derde landen, die niet de Nederlandse nationaliteit of de nationaliteit van een andere EU Lidstaat bezitten, en die in het bezit zijn van of in aanmerking komen voor een geldige verblijfsvergunning in Nederland, inclusief onderdanen van derde landen die zich op het grondgebied van een derde land bevinden en voldoen aan voorwaarden onder de Wet Inburgering Buitenland conform Artikel 1 lid 2 van de Raadsbeschikking. Personen die de status van vluchteling hebben (art 29(1)(a) Vw), in het bezit zijn van een verblijfstitel op andere gronden van internationale bescherming (art. 29(1)(b) Vw), of een asielaanvraag hebben ingediend waarover nog geen definitieve beslissing is genomen, vallen buiten de doelgroep conform Artikel 1 lid 3 van de Raadsbeschikking. 5.
TECHNICAL ASSISTANCE 5.1
Purpose of the technical assistance
De maatregel Technische Bijstand heeft de volgende doelen: - Zorgen voor een functionerend programmasecretariaat dat het beheer-, coördinatie- en uitvoeringsorgaan van de EIF-subsidie is - Zorgen voor een goede programmavoorbereiding - Zorgen voor een adequaat beheer en toezicht op de door het EIF medegefinancierde acties - Bekendheid geven aan de acties van het EIF - Voorlichting aan potentiële begunstigden geven - Zorgen voor een adequate informatievoorziening naar alle betrokken partijen - Het evalueren van de activiteiten en resultaten De voor de technische bijstand door het Europees Integratiefonds beschikbaar gestelde middelen zullen worden gebruikt voor de betaling van bij het Programmasecretariaat EIF ingezette functionarissen. Daarnaast zullen hieruit overige uitgaven worden gedekt voor
11
technische en administratieve bijstand, zoals reis-, porti- en advertentiekosten, de kosten van te houden bijeenkomsten enzovoorts. 5.2
Expected quantified results
Indicator
Doelwaarde
Toedeling beschikbare subsidie Prefentief controlebezoek bij project ter plaatse Voorlichtingsbijeenkomst Accountantscontrole ter plekke Evaluatiebezoek bij project ter plaatse Opening tender
100 % 100 % van de projecten
5.3
1 Min. 10 % van de projecten 100 % van de projecten 1
Visibility of EC funding
Er wordt een informatiefolder gedrukt met betrekking tot het EIF. Deze zal ruim verspreid worden onder mogelijke projectorganisaties. Verder zal er in kader van de oproep voor het indienen van subsidieverzoeken een informatiebijeenkomst georganiseerd worden. Er zal een website gemaakt worden. Op de website zal een lijst met subsidiënten vermeld worden. Zodra de website gereed is zal het adres gecommuniceerd worden met de Europese Commissie. Bij alle communicatie-uitingen van of over het programma wordt tekstueel en met het EU-logo melding gemaakt van de medefinanciering vanuit het EIF, zowel door de VA als door projectorganisaties. Verder zal het statement van het EIF worden vermeld. De projectorganisaties zullen de deelnemers van projecten op de hoogte stellen van de cofinanciering van het project door het EIF. De verplichtingen van projectorganisaties met betrekking tot communicatie over het fonds, zullen in de toekenningsbeschikking worden opgenomen, rechtstreeks dan wel met een verwijzing naar de voorwaarden in het Uitvoeringskader. Het programmasecretariaat zal over deze verplichting bovendien actief communiceren met projectindieners naar aanleiding van informatie in voortgangsrapportages en eindrapportages. Bij de bezoeken van het programmasecretariaat aan (een selectie van) projectuitvoerders zal op de naleving worden gelet.
12
6.
DRAFT FINANCING PLAN
Annual Programme - Draft Financial Plan Table 1 - Overview table The Netherlands Annual programme 2007 European Integration Fund
(all figures in euro) Action 1 Action 2 Action 3
Technical assistance TOTAL
Ref. specific Ref. priority priority (1) Ref. priority 2, 3 Ref. priority 4, 5 Ref. Priority
1, 3, 4
2, 3, 4, 5
Community Contribution (a) 1.102.905 250.000 125.000
Public Allocation (b)
887.323 200.000 125.000
Private Allocation (c)
215.582 50.000
143.498 1.621.403
1.212.323
265.582
TOTAL (d= a+b+c)
2.205.810 500.000 250.000 0 0 0 0 143.498 0 3.099.308
% EC (e=a/d)
Share of total (f=d/total d)
50,00% 50,00% 50,00%
71,17% 16,13% 8,07% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 4,63% 0,00% 100,00%
100,00% 52,32%
(1) if appropriate
De genoemde bedragen publieke en private co-financiering berusten op schattingen. De verhouding tussen deze bedragen hangt af van subsidieaanvragen en kunnen derhalve zowel naar boven als naar beneden afwijken. Het genoemde percentage Gemeenschapsbijdrage berust eveneens op een schatting want hangt af van de subsidieaanvragen, en in gevallen van de beslissing van de Verantwoordelijke autoriteit dit percentage te verhogen (zie paragraaf 1).
[signature of the responsible person]
13