Mimiek al waarnemend leren
voor mensen uit het autistisme spectrum Katja Carstensen ©
Overname (ongewijzigd) van deze cursus en de bijbehorende diaserie is toegestaan voor niet commerciële doeleinden.
Katja Carstensen ©
2
Inhoud Voorwoord van Sven Voorwoord van Katja
Pagina 4 Pagina 5 - 6
Mimiek en oogcontact
Pagina 7- 9
Toelichting op fotobladen en op de foto's in de diapresentatie
Pagina 10
Les stappen
Pagina 11 – 12
Toelichting op de les stappen
Pagina 13
Lesblad 1 Werkblad 1 Werkblad 1a Controleblad Werkblad 1b
Pagina 14 – 16 Pagina 17 – 18 Pagina 19 – 20 Pagina 21
Lesblad 2 Werkblad 2 Werkblad 2a Werkblad 2b
Pagina 22 Pagina 23 Pagina 24
Lesblad 3 Fotoblad Werkblad 3 Werkblad 3a
Pagina 25 – 28 Pagina 29 – 31 Pagina 32 – 34
Lesblad 4 Werkblad 4
Pagina 35
Lesblad 5 Werkblad 5
Pagina 36
Lesblad 6 Werkblad 6
Pagina 37
Katja Carstensen ©
3
Het voor je liggende stuk was zonder de bemiddeling van mijn hartsvrienden niet mogelijk geweest, daarom vroeg ik hen het voorwoord te schrijven.
Enkele woorden over de werkbladen De voor je liggende werkbladen zijn uit een situatie voortgekomen, die meestal een noodsituatie wordt genoemd. Denk alsjeblieft niet dat deze werkbladen zonder omwegen alles vertellen over communicatie die zonder spreken door mensen wordt overgedragen. Eerder is dit een poging om aan te geven dat er veelvoudige vormen van menselijke communicatie bestaan. Een klein deel daarvan is de mimiek. Omdat Katja altijd al problemen had met mimiek, gebaren en voor alles met hetgeen gezegd of niet gezegd werd, leek het zinvol om minstens op één gebied van de communicatie bij te scholen. In het begin was het echt belangrijker, dat Katja leert om zelf een bepaalde mimiek en gebarentaal te ontwikkelen, zodat ze haar omgeving kan aangeven hoe zij zich voelt. Daaruit ontstond echter de wens om te herkennen wat de anderen, de NT-ers (Neuro-typicals), met hun mimiek aangeven. Naar aanleiding van een bezoek aan een specialist kwam eruit dat zij nagenoeg niets van gezichten kan aflezen. Dit is de reden waarom dit werkboek is ontstaan. Het heeft veel werk en tijd gekost. Als jij zoveel tijd aan leren zou besteden als Katja met onderzoek en samenstellen, dan zal dat zeker succes opleveren. Ik wens allen die zich bezig houden met deze werkbladen veel plezier en succes! Sven
Ter wille van de duidelijkheid hebben enkele spieren plastisch taalgebruik-namen meegekregen. De term NT-ers (neuro-typicals) is gebruikt voor mensen zonder een autistische stoornis. Vertaler.
Katja Carstensen ©
4
Voorwoord
afbeelding: uiterste vertwijfeling en woede met angst vermengd
Ik behoor tot de mensen in het autisme spectrum. Mijn diagnose is Asperger-Syndroom. Ik heb dezelfde problemen als de andere mensen in het autisme spectrum, deze problemen liggen vooral in de sociale interactie. Een deel van de problemen in de communicatie met andere mensen komt er op neer, dat woordenspel, dubbelzinnigheid en ironie slecht worden begrepen, anderzijds is er ook grote moeite met de interpretatie van mimiek en gebaren en die kunnen ook zelden met het gesproken woord in verband worden gebracht. Mijn belangstelling voor mimiek werd aangewakkerd doordat mijn arts me het boek „Gefühle lesen“ (Gevoelens lezen) van Paul Ekman aanbeval. Tot dan scheen mij mimiek een boek dat met zeven zegels gesloten was en had ik weinig zin om me met deze voor mij overbodige fenomenen bezig te houden. Ik hield vol dat NT-ers zich maar duidelijker moesten uitdrukken, en niet door gebaren, mimiek en stemmodulatie wat gezegd was, in het tegendeel moesten veranderen. Voor mij was het duidelijk, dat mensen zoals ik dan ook geen problemen met de sociale interactie zouden hebben. In eerste instantie verwachtte ik dat van mijn familie. Ik ging er van uit, dat zij zouden weten waar mijn problemen lagen en mij daarin tegemoet zouden kunnen komen. Dat het mij zelf moeilijk valt om over mijn emoties te reppen heb ik aan mijn autisme toegeschreven. Ik ben eenvoudig ervan uitgegaan dat mijn medemensen dat zouden doen en hen menigmaal in gedachten verweten dat zij mij hun gevoelens opzettelijk niet lieten zien. Nadat ik het boek van Paul Ekman "Gefühle lesen" gelezen had, was me duidelijk, dat het niet daaraan ligt. In het bijzonder verdriet, teleurstelling, enzovoort, dus pijnlijke gevoelens kunnen ook NT-ers niet altijd zo makkelijk verwoorden. Dikwijls moet er een aanleiding zijn, door iemand gegeven die merkt dat je bijvoorbeeld, verdriet hebt, om over je gevoel te kunnen spreken. Hierin is dus weinig verschil. Katja Carstensen ©
5
Ik heb er geen probleem mee om mimiek aan de hand van foto's te leren. De vraag die zich aan mij opdrong was, of het mogelijk zou zijn dit ook in de normale sociale interactie te gebruiken. De problematiek om mimiek te herkennen en juist te interpreteren, bestaat bij mij uit drie factoren: ten eerste het mankerende of slechte oogcontact bij gesprekken, dan de veel voorkomende verkeerde inschatting, wat ik van mijn gesprekspartner denken of verwachten kon en ten derde, de eventueel waargenomen mimiek juist te interpreteren (dat wil zeggen een boze blik ook als boos te herkennen een niet alleen lol te hebben over de grimassen die getoond worden). Er zijn heel wat autisten die geleerd hebben om oogcontact te maken in een gesprek en dat ook blijven doen. Maar toetsen hebben aangetoond, dat dit oogcontact dikwijls niet waarnemend is. De blikken concentreren zich eerder op niet relevante punten zoals voorhoofd, neus of kin, een complexe waarneming van een gezicht schijnt zelden mogelijk te zijn. Deze complexe waarneming lijkt mij echter de basis te zijn om mimiek juist te interpreteren. Voor mij persoonlijk is het duidelijk makkelijker, gezichten op foto's complex te zien. Bij echte gezichten – zelfs mijn eigen in de spiegel – is me dat maar begrensd mogelijk. Mijn hartsvriend heeft hiervoor het volgende idee: omdat veel autisten in beelden denken (zoals ik) is het goed mogelijk een waarnemende blik te ontwikkelen door het gezicht tegenover je als foto in je geheugen op te nemen. Aansluitend kan je het dan onthouden gezicht in alle rust bekijken en interpreteren. Dat is voorlopig natuurlijk in een 'normaal' gesprek niet mogelijk. Er is een geduldige oefen-partner nodig (nog beter meerdere) en wat feedback. Met veel geduldig oefenen zou er op den duur een automatiseringseffect in moeten sluipen, die door het onderbewustzijn na een poosje een gezicht laat scannen; net zoals bij het aanleren van autorijden een automatisme volgt waarover je niet hoeft na te denken, zoals bijvoorbeeld remmen bij gevaar. Hoe meer ik me er in verdiepte en mijn eigen vorderingen registreerde, hoe meer het idee vorm kreeg om hiervan een gestructureerd lesprogramma te maken, dat ook andere mensen uit het autistisch spectrum behulpzaam kon zijn. Op basis van mijn eigen manier van leren – ik leer alleen over een bepaald thema iets als dat mijn grote belangstelling heeft (en dat geldt voor praktisch alle autisten) vind ik het belangrijk om bij een lesprogramma in de details te duiken. Het zijn precies die details die mijn belangstelling voor dit werk gewekt hebben. Daarom ben ik via de functies van de spieren gegaan, want dat lijkt me nodig als je je hiermee bezig gaat houden. Het door mij samengestelde lesprogramma bevat een toelichting en werkbladen naast een diapresentatie als afronding. De ondersteuning van andere mensen was bij dit werk erg belangrijk voor mij. Aan de ene kant de gesprekken met mijn vriend; zo kon ik steeds weer nadenken, impulsen krijgen en van mijn - deels starre- denkpatroon afwijken. Aan de andere kant zijn inzicht inwinnen en zijn correctie van mijn werk. Ondersteuning kreeg ik ook van mijn dochter, die geduldig wekenlang mijn verhandelingen over dit thema heeft aangehoord en mij haar belangstelling liet blijken. Bedanken wil ik ook mijn broer Roy, die de noodzakelijke correspondentie in het engels vertaalde. Dank ook aan de mensen die mijn testbladen erg geduldig hebben ingevuld.
Katja Carstensen ©
6
Mimiek en oogcontact Een dialoog bestaat voor 8% uit spraak en voor 92% uit lichaamstaal.
Mimiek en oogcontact is een belangrijk aspect van de lichaamstaal. Mimiek laat zich in drieën verdelen, voorhoofdsdeel, middendeel (wenkbrauwen, ogen, neus) en het mond-kin bereik. Het omhoog trekken van de wenkbrauwen drukt bijvoorbeeld uit: scepsis, verbazing of arrogantie; en het laten zakken: ergernis, nadenkendheid of concentratie.
Een open hangende mond (kaak) signaleert bijvoorbeeld verbazing, is de mond nadrukkelijk gesloten, beslistheid. Een samengeknepen mond signaliseert afwijzing, een sterk samengeperste mond toont onderdrukte boosheid. mimiek
signaal
voorhoofd fronsen
verontrusting, nadenken
neus optrekken
ontevredenheid, afschuw
vaak oogknipperen
zenuwachtigheid
wenkbrauwen optillen
scepsis, verbazing, arrogantie
laten zakken en samentrekken wenkbrauwen
ergernis, nadenken
oogcontact afbreken
onzekerheid, concentratie, nadenken
oogcontact vasthouden
zekerheid, arrogantie
Katja Carstensen ©
7
Oogcontact is een belangrijk onderdeel van de communicatie. Door middel van oogcontact neemt de communicatiepartner waar, of de gesprekspartner luistert. Door oogcontact voelt de aangesprokene zich er bij betrokken. Dat toont het niet op zichzelf geconcentreerd zijn. Basisregels voor oogcontact en mimiek • Kijk de luisteraar aan. • Kijk niet naar plafond of de grond. • Kijk alle deelnemers in een gesprek aan. • Laat je blik een tijdje op één persoon rusten. • Kijk niet verdwaasd van de één naar de ander om iedereen op te nemen. Bij oogcontact gaat het er niet alleen om dat je je partner aankijkt, maar ook hoe je hem aankijkt. Met je ogen kun je, door de manier van kijken verschillende reacties bewerkstelligen. In de volgende afbeeldingen zie je een keus van mogelijke uitdrukkingsoorten. Ga voor de spiegel staan en probeer de verschillende gevoelens met je ogen uit te drukken. Probeer bijvoorbeeld de volgende emoties met behulp van je ogen tot uitdrukking te brengen: verwarring, boosheid, verdriet, angst, blijheid, eerlijkheid, gelijkmoedigheid, liefde, ergernis, leedvermaak, twijfel en plezier.
•
Blik naar boven of vooruit, trek eventueel je wenkbrauwen op, is verbonden met de mimiek van spotten en betekent verachting en afwijzing.
•
Blik naar beneden, het bewuste „Iemand niet willen aankijken“ zijn uitdrukkingsvormen, die een rangorde, wellicht zelfs een onderwerping signaliseren. De gesloten ogen signaleren een inkapselen, het afsluiten voor de wereld. De tot een smalle spleet gesloten ogen kunnen list en achterbaksheid aangeven, de ver opengesperde ogen kunnen gevaarlijk, verhoogde waakzaamheid en klaar om te vechten signaliseren. Het "door iemand heenkijken" kan verlegenheid uitdrukken, maar kan ook aangeven, dat men andere mensen met rust laat, dat iemand ongevaarlijk is.
•
•
Katja Carstensen ©
8
• • • • •
Bij een leugen ontwijkt een blik eerder, zwaait af, maskeert de onzekerheid van de zwendelaar. Wie onder hoogspanning staat, doorlopend zijn omgeving naar gevaren afzoekt, heeft een onrustige blik, zwerft met zijn ogen haastig heen en weer. Bij een begroeting trekt men voor een onderdeel van een seconden de wenkbrauwen op; ook bij een flirt zie je dat vaak. Verliefden zitten met hun blik vaak helemaal ergens anders, afwezig en ergens onaards. Hangende, zware oogleden, donkere oogranden drukken moeiheid, afgematheid uit.
Het aankijken zowel als het wegkijken heeft veel zeggenskracht: blikken die elkaar ontmoeten en dat contact aanhouden of uitwijken. Ook de duur, hoe lang je iemand aankijkt, spreekt boekdelen. Iemand waar je niet van houdt, kijk je vaker en langer aan, iemand die je niet mag, die geef je minder en kortere blikken. Vluchtige verlegen blikken, opkijken, wegkijken kunnen ook loksignalen zijn. Hoe meer ervaring we krijgen, des te makkelijker valt het ons om bepaalde signalen – minsten in onze eigen omgeving – juist te bepalen. •
•
•
•
• •
Als onze pupillen naar rechts boven gericht zijn, herinneren we ons iets concreets, dat we beleefd of gezien hebben. Het geeft aan dat onze visuele gedachten aangesproken worden. Worden de pupillen naar links boven gericht, wordt onze fantasie, onze denkbeelden aangesproken. Wij stellen ons dingen voor die we niet kennen, denken ons situaties uit, die nog nooit voorkwamen. Ook hier wordt iets visueels aangesproken, wat echter alleen in ons voorstellingsvermogen bestaat. Worden onze pupillen rechts middenin gericht, dan denken we aan geluiden, tonen en klanken uit onze herinnering. Ons acoestisch geheugen wordt aangesproken. Zitten de pupillen links in het midden, dan verzinnen we geluiden klanken en zinnen, die we nog niet hebben gehoord. Onze acoestische fantasie wordt aangesproken. De pupillen, die naar rechts onder kijken, signaleren een soort innerlijke dialoog met ons zelf of een innerlijk commentaar. De pupillen, die naar links onder kijken, signaliseren, dat we emotioneel bezig zijn, ons een gevoel voorstellen, uittekenen wat zou kunnen gebeuren.
Katja Carstensen ©
9
Aantekeningen bij de fotobladen en de foto's in de diapresentatie Voor dit werk was het onontbeerlijk om een aantal foto's op te nemen. Ik heb verscheidene mensen gevraagd om me met het krijgen van de foto's behulpzaam te zijn, omdat ik erg weinig mogelijkheden had om die zelf te maken. Daarom wil ik Ulli, Gaby, Johanna, Robert, Rachel en de andere mensen bedanken, die zich daarvoor beschikbaar hebben gesteld. Om de foto's niet te kunstmatig te doen lijken heb ik voorwaarden gesteld voor het maken van de opnamen. De op te nemen persoon, zou niet eenvoudig, bijvoorbeeld angstig kijken, maar zich echt een al beleefde angstige situatie voor de geest halen. Voor de uitvoering van deze voorwaarde kan ik natuurlijk geen garantie geven. Ik ga er echter van uit, dat het belang hiervan alle deelnemers duidelijk was. Nadat ik de foto's in mijn bezit kreeg, maakte ik een vragenlijst, die ik aan NT-ers zond. Hiermee wilde ik de bruikbaarheid van de foto's onderzoeken. Tot mijn verbazing bleek me toen, dat ook NTers moeite hebben, om de emoties alleen aan de hand van mimiek te herkennen. Gebaren en stemmodulatie zijn voor het plaatsen van de emoties precies zo belangrijk. Mijn van tevoren bepaalde richtlijn, dat de foto's een 50% score in de rondvraag zouden bereiken, kon niet gehandhaafd blijven. Ik heb de score dan tot 30% laten zakken. Voor de subtielere uitdrukkingen heb ik 20% herkenbaarheid door NTers vastgelegd. Ondanks de vele brieven die ik van NTers mocht ontvangen over gebaren en stemmodulatie geloof ik, dat via mimiek de weg zich opent voor autisten om emoties te herkennen van medemensen. Stemmodulatie en gebaren zijn voor de meesten van ons net zo moeilijk te plaatsen als mimiek. Mimiek houd ik van deze drie echter voor het makkelijkst om te leren. Mimiek alleen is (al is het dan moeilijk) herkenbaar. Gebaren en stemmodulatie zijn op zich genomen voor de meeste mensen nauwelijks te leren en kan alleen ook geen specifieke emoties uitdrukken. Als mimiek waarnemen geleerd kan worden, dan hebben we nog maar met twee onbekenden te doen (gebaren en stemmodulatie), die echter op grond van de derde factor (mimiek), een plaatsje kunnen krijgen en zo ook mettertijd geleerd kunnen worden. Hier wil ik een nog voor mij interessant punt opmerken, dat me bij het nazien van de vragenlijsten is opgevallen. Mannen neigen er veel vaker toe om de emotie "teleurstelling" te gebruiken dan vrouwen. Bij mannen zie je geen verschil in de leeftijd of familieachtergrond, maar zeker wel in het beroepsleven; mannen uit sociale beroepen zien (zoals bij de meeste vrouwen) gedetailleerder "verdriet, afschuw, teleurstelling en verachting". Mannen uit andere beroepen ordenen deze emoties veel vaker onder "teleurstelling" in, in veel gevallen is zelfs een duidelijke woede als teleurstelling gekenmerkt. Aansluitend wil ik graag aanbevelen om een eigen mimiek fotoalbum samen te stellen. Wie het mogelijk is, vraagt mensen in sociale beroepen werkzaam, om zich hiervoor ter beschikking te stellen. Verder kun je natuurlijk ook foto's uit tijdschriften benutten. Katja Carstensen ©
10
leerstappen
Kennis krijgen van de actieve gezichtspieren.
stap 1
Wie van tekenen houdt kan proberen om mimiektekeningen te maken, het tekenen zorgt voor een beter onthouden. Materiaal: werkbladen 1/1a/1b
Oefenen met eigen mimiek (volgens Paul Ekman)
stap 2
Controle met een spiegel en eventueel webcam. Een webcam is in zover erg nuttig, omdat daardoor de correcte uitvoering van de oefening naderhand nog eens op foto/scherm gecontroleerd kan worden, maar heeft alleen dan zin, als de uitknop zonder acrobatische toeren bediend kan worden, bijvoorbeeld met een muisklik. Documentatie op de werkbladen. Materiaal: werkblad 2
stap 3
Leren van mimiek door duidelijke foto's; afgerond door subtiele afbeeldingen. Bij het bekijken van de foto's vooral op de bijzonder fijne kenmerken letten. Materiaal: fotoblad werkblad 3/3a
Katja Carstensen ©
11
stap 4
Gezichten intensief bekijken (zoveel mogelijk onopvallend) bijvoorbeeld in een wachtkamer, bij winkelen. Deze oefening is bedoeld om, gezichten complex als foto te onthouden en later rustig te analyseren. Ook hier weer op de bijzondere kenmerken letten. De resultaten noteren, bijvoorbeeld: Bij B. zijn de wenkbrauwen samengetrokken, de lippen vast opeengeperst enzovoort; het daaruit resulterend vermoeden van de emotie aan de hand van grafieken en toelichting controleren en uiteraard weer noteren. Materiaal: werkblad 1a, fotoblad, werkblad 3, werkblad 4
stap 5
Waarnemend oogcontact met verschillende ingewijde mensen oefenen (zodra de partners zich niet meer aangestaard voelen, kan (moet) deze oefening met niet ingewijde mensen worden voortgezet. Deze oefening moet zoveel mogelijk details bevatten en in het begin bij een alledaags gesprek worden gedaan. Na het gesprek een zo juist mogelijke beschrijving van de persoon maken en ter controle met het echte gezicht vergelijken, als dat kan Materiaal: werkblad 5
stap 6
Met verschillende oefeningspartners gesprekken voeren en daarbij precies letten op de veranderingen in de mimiek. (In het begin lijdt het gesprek daar vermoedelijk onder, omdat de concentratie voor de mimiek gebruikt wordt, dus eerder "platte" thema's kiezen zoals het weer of de buurmans nieuwe hond - dat is tegelijk een goede oefening in koffiepraat). De mimiek van de oefenpartner steeds weer in je geheugen opslaan als foto en analyseren; navraag doen, bijvoorbeeld: ...ik zie ergernis in je gezicht, enzovoort . Leersucces noteren. Met veel oefening moet het onthouden en analyseren van gezichten sneller gaan en sluipt er een automatiseringseffect in, net zo als bij leren autorijden. Materiaal: werkblad 6
Katja Carstensen ©
12
Toelichting op de leerstappen stap 1
Toelichting op de gezichtspieren en hun functies, zie ook de diapresentatie dia 3 en 4 werkblad 1b meerdere keren kopieren.
stap 2
Spiegel; eventueel webcam of fototoestel met zelfontspanner
stap 3 stap 4
werkbladen meerdere keren kopieren
stap 5
werkbladen meerdere keren kopieren
stap 6
werkbladen meerdere keren kopieren
Katja Carstensen ©
13
werkblad 1
mimiek toegelicht Een gezichtsuitdrukking is objectief te beschrijven, als je vermeld welke spieren ervoor worden gebruikt.
1 = voorhoofdspier 2 = oor- en slaapspier 3 = oogkringspier 4 = ooglidspier 5 = kauwspier 6 = mondkringspier 7 = lachspier 8 = onderste vierhoekige lipspier
afbeelding: belangrijke gezichtspieren (van Marc Jean Bourgery, 1830 - 1844)
Katja Carstensen ©
14
Functie van de mimiek spieren Karakteristiek voor de mimiek spieren is, dat ze de huid bewegen en geen bewegingsorganen zoals de skelet spieren. Uitzondering is de trompetterspier, M.buccinator, dit is een skeletspier en bezit een eigen spierstructuur met bindweefsel, en de ooglid(optil)spier Musculus levator palpebrae superioris die eveneens een skeletspier is. Bijna alle spieren komen aan beide kanten voor. Van de tezamen zesentwintig (vijftig) gezichtspieren zijn twaalf (tweeentwintig) werkelijk voor de mimiek verantwoordelijk.
Lateinse benaming
Nederlandse benaming
functie
Musculus frontalis
voorhoofdspier
Deze spier is verantwoordelijk voor het optrekken van de wenkbrauwen.
Musculus corrugator supercilii
fronsspier
Deze spier trekt de wenkbrauwen naar beneden en elkaar en is verantwoordelijk voor het fronsen. Het is een klein spierbandje, dat zich tussen de wenkbrauwen M. frontalis en M. obicularis oculi bevindt.
Musculus levator palpebrae superioris
ooglidspier
Deze spier is een korte skeletspier in de oogholte en voor het ogen open doen verantwoordelijk. Hij speelt bij een verbaasde blik een rol.
Musculus orbicularis oculi
oogkringspier
Deze spier omsluit het oog; zijn mimiek functie zien we in het bijzonder bij hartelijk lachen, hij trekt zich samen om het oog heen en er ontstaan lachrimpels. Daarnaast zorgt hij voor het knipoogjes geven.
Musculus levator labii superioris
bovenlipspier
Deze driedelige spier is voor het uitdrukken van afschuw verantwoordelijk. We trekken er de bovenlip in afschuw mee omhoog.
Musculus zygomaticus
grote jukbeenspier
Deze spier verbindt het jukbeen en de mondhoek. Hij behoort tot de lachspieren en is
Katja Carstensen ©
15
major
er voor verantwoordelijk, dat de mondhoek bij het lachen naar achter wordt getrokken.
Musculus risorius
lachspier
Deze spier hoort samen met de Platysma tot de lippenspreidspier.
Platysma
lippenspreidspier
Deze spier zit in de hals, we rekenen hem tot de mimiekspieren, omdat hij met de M. risorius voor het spreiden van de lippen verantwoordelijk is.
Musculus orbicularis oris
mondkringspier
Deze spier omsluit de mond ringvormig en is voor de lipspanning verantwoordelijk, door hem zijn we in staat de lippen op elkaar te persen.
Musculus depressor anguli oris Musculus depressor labii inferioris
mondhoekneertrekker
Deze spier zorgt ervoor, dat we bij verdriet de mondhoeken naar beneden trekken.
onderlipneertrekker
Deze spier bevindt zich tussen M. mentalis en de M. depressor anguli oris, hij trekt de onderlip naar beneden.
kinspier pruillipspier
Deze spier zorgt er voor, dat de kin rimpelt (wat bij duidelijk verdriet het geval is).
Musculus mentalis
Katja Carstensen ©
16
werkblad 1a
Gezichtsuitdrukking en de gebruikte spieren Je gebruikt 17 spieren, om te lachen, en 43, om "donker" te kijken.
Ernst
verdriet
pijn
Lichte samentrekking van de oogkringspieren en voorhoofdspieren
ogenkringspier, mondhoekneertrekker en mondkringspieren trekken zich samen
oogkringspieren, fronsspieren, voorhoofdspieren evenals de oogleden bewegen zich naar boven, de mondhoeken onderlipneertrekker trekken samen
neutraal
nadenken
trots
Gezichtspieren zijn buiten gebruik
De oogspieren trekken zich samen
De mondspieren en de trompetterspier trekken zich samen, evenals de oogkringspieren en de dwarswerkende wenkbrauwspieren
Katja Carstensen ©
17
vreugde
lachen
huilen
mondhoekheffer en ooglidspieren licht gespannen
De grote jukbeenspieren spreiden zich, de lachspieren trekken samen, evenals de mondhoekheffer en trompetterspier
De jukbeenspieren en de oogspieren spannen, evenals de bovenlipheffer, ook de mondhoek neertrekker komt onder spanning
verachting
verbazing
De mondhoek- en onderlip(zuurkijk)spier trekken samen, de neusvleugel en bovenlipheffer spreiden zich, de oogleden zakken lichtjes
De voorhoofdspieren en de oogkringspieren spreiden zich, het ooglid gaat omhoog, de mond- en lippenspieren verslappen
Bron van de afbeeldingen en teksten: Praktische Menschenkenntnis uitgever: Reinhold Gerling ... -- Berlin [e.a.] : Bong, 1930. -- Physiognomik, P. 38]
Katja Carstensen ©
18
controleblad bij werkblad 1a
De mogelijke emotie aankruisen en met het werkblad 1a controleren
vreugde lachen huilen verachting verbazing neutraal nadenken trots ernst verdriet pijn
Katja Carstensen ©
vreugde lachen huilen verachting verbazing neutraal nadenken trots ernst verdriet pijn
vreugde lachen huilen verachting verbazing neutraal nadenken trots ernst verdriet pijn
vreugde lachen huilen verachting verbazing neutraal nadenken trots ernst verdriet pijn
vreugde lachen huilen verachting verbazing neutraal nadenken trots ernst verdriet pijn
19
vreugde lachen huilen verachting verbazing neutraal nadenken trots ernst verdriet pijn
vreugde lachen huilen verachting verbazing neutraal nadenken trots ernst verdriet pijn
vreugde lachen huilen verachting verbazing neutraal nadenken trots ernst verdriet pijn
vreugde lachen huilen verachting verbazing neutraal nadenken trots ernst verdriet pijn
vreugde lachen huilen verachting verbazing neutraal nadenken trots ernst verdriet pijn
vreugde lachen huilen verachting verbazing neutraal nadenken trots ernst verdriet pijn
Katja Carstensen ©
20
werkblad 1b (voor het intekenen van de mimiek)
Katja Carstensen ©
21
werkblad 2
mimiekoefeningen Bij de volgende oefeningen is het goed te weten, dat volgens Paul Ekman het betreffende gevoel bij het doen van de oefening kan optreden.
oefening
eigen aantekeningen
verdriet - Doe je mond open. - Trek je mondhoeken naar beneden. - Probeer, met naar onder getrokken mondhoeken je wangen op te trekken, alsof je je ogen dicht wilt knijpen; daarmee oefen je een bepaalde druk uit op je mondhoeken. - Houdt deze spanning tussen de licht opgetrokken wangen en de naar onder getrokken mondhoeken. - Kijk naar beneden en laat je oogleden iets zakken.
eigen foto's
Katja Carstensen ©
22
werkblad 2a oefening
eigen aantekeningen
woede -Trek je wenkbrauwen samen en naar beneden; let op, dat ze aan de neuskant naar beneden wijzen. - Houdt je wenkbrauwen in deze stand en probeer om gelijktijdig je ogen wijd open te zetten, zo dat je oogleden de gezakte wenbrauwen raken, en kijk strak vooruit. -Zodra je zeker bent, de bewegingen van wenkbrauwen en oogleden correkt te kunnen uitvoeren, ontspan je je bovenste gezichtshelft en concentreer je op de onderste. -Pers je lippen stevig samen en span ze aan; niet optillen, maar alleen op elkaar persen. -Zodra je ook deze goed onder de knie hebt, doe je het samen met die van de bovenste gezichtshelft. eigen foto's
Katja Carstensen ©
23
werkblad 2b oefening
eigen aantekeningen
Angst - Doe je oogleden zo ver mogelijk omhoog en span - zo mogelijk - de spieren onder je oog. Zou deze beweging met de eerste botsen laat het dan bij de eerste, oogleden omhoog. - Laat je kaak zakken en span je lippen horizontaal in de richting van je oren. Als dat niet lukt, laat je het bij een open mond. - Probeer met een strakke blik vooruit, tegelijk met de al opgetrokken oogleden ook je wenkbrauwen zo ver mogelijk op te trekken; probeer ze in deze stand ook nog samen te trekken. Lukt dan je niet in één keer, houdt het dan op de opgetrokken oogleden en wenkbrauwen. eigen foto's
Katja Carstensen ©
24
fotoblad 1 angst
2 angst
3 afschuw
4 afschuw
5 verontrusting
6 verontrusting
Katja Carstensen ©
25
7 teleurstelling
8 teleurstelling
9 vreugde
10 vreugde (lachen)
Katja Carstensen ©
26
11 verdriet
12 verdriet
13 verachting
14 verachting
Katja Carstensen ©
27
15 woede
Katja Carstensen ©
16 woede
28
werkblad 3 emotie angst
specifieke kenmerken De bovenlippen zijn zo ver mogelijk naar boven getrokken, de ogen wijd open gesperd. De wenkbrauwen zijn opgetrokken en in het midden gefronst, de lippen horizontaal vertrokken en de kin teruggeschoven. Al deze karakteristieken zien we op de foto hiernaast. Op afbeelding 2 van het fotoblad zijn deze kenmerken wat minder scherp te zien, dat gezicht doet eerder angstig/verrast aan.
afschuw
Afschuw lijkt op vies ruiken, er vies uit zien en vies smaken. De bovenlip is opgetrokken, de onderlip is ook opgetild en schuift licht naar voren. De vouw die van de neusvleugels naar de mondhoeken gaat is verdiept en vormt een omgekeerde U. De neusvleugels zijn opgeblazen. De opgetrokken wangen en de gezakte wenkbrauwen laten in de ooghoeken kleine rimpeltjes ontstaan. Beide is op afbeelding 3 en 4 van het fotoblad goed te herkennen.
verontrusting Hier worden de wenkbrauwen zoals bij angst opgetrokken, maar niet gefronst. De ogen staan wijd open. De mond is licht geopend. Ook hier is als bij angst een lichte verrassing zichtbaar. Als de verontrusting meer naar woede neigt als naar verrassing zijn de lippen licht op elkaar geperst, zoals op afbeelding 5 van het fotoblad te zien is.
Katja Carstensen ©
29
teleurstelling Teleurstelling ontstaat wanneer we over de handelswijze van iemand woedend of verdrietig zijn, omdat we een andere handelswijze hadden verwacht. Links in de afbeelding kunnen we een licht verdrietige uitdrukking aan de ogen en mond herkennen, evenals een lichte ergernis. Op afbeelding 7 van het fotoblad kan je de licht opgetrokken mondhoeken goed zien. Hier is ook nog een lichte verachting in het spel.
verdriet
Een zeer karakteristiek teken is de opwaardse neiging van de wenkbrauwen boven de neus. Slechts weinig mensen kunnen deze beweging moedwillig maken. Dit kenmerk komt goed uit op de foto. De houding van de wenkbrauwen vertrekt de oogleden tot een driehoek, dikwijls is dat het enige teken van verdriet. Vaak zijn de wangen opgetrokken en de mondhoeken wijzen naar beneden. De kin is van voren meest gerimpeld, wat door de opgetrokken wangen ontstaat.
verachting
Verachting hebben we steeds voor mensen of menselijk handelen. De beweging vindt voornamelijk in één gezichtshelft plaats. Een mondhoek is gespannen en licht opgetrokken. Bij zware mimiek is een deel van de lippen een beetje geopend. De neus kan gerimpeld zijn. Vaak gaat verachting met genoegen samen, deze vorm zien we op afbeelding 13 van het fotoblad heel goed. Een vleug van lachen om de mond wat zelfgenoegzaam aandoet. Dit ontstaat bijvoorbeeld als verachting onstaat omdat men zichzelf beter, mooier of verstandiger vindt.
Katja Carstensen ©
30
woede Karakteristiek zijn de duister samengetrokken wenkbrauwen, met dikwijls een stekende blik. De kaak is samengebeten en vaak worden in de ware zin van het woord de tanden getoond. De lippen kunnen bij woede twee verschillende posities innemen, rechthoekig geopend zoals op deze foto of strak samengeperst zoals op afbeelding 16 van het fotoblad is te zien.
lachen Er zijn twee soorten lachen. Hiernaast zien we de vorm van echte vreugde, de kringspier van de ogen is samengetrokken en er ontstaan vouwtjes in de ooghoeken en onder het oog is het gespannen. Het buitenste deel van de oogkringspier is door slechts ongeveer 10% van de mensen willekeurig in te zetten. Bij de andere 90% is het een zeker teken van echt van harte lachen.
vreugde
Hier lijkt de vreugde niet sterk uitgedrukt, de oogkringspier is maar weinig gespannen, de mond maar licht naar lachen geneigd.
Katja Carstensen ©
31
werkblad 3a emotie
Katja Carstensen ©
specifieke kenmerken
32
Katja Carstensen ©
33
Katja Carstensen ©
34
werkblad 4 mimiek
verwachte emotie
controle
wenkbrauwen:
ogen:
mond:
overige:
wenkbrauwen:
ogen:
mond:
overige:
wenkbrauwen:
ogen:
mond:
overige:
wenkbrauwen:
ogen:
mond:
overige:
Katja Carstensen ©
35
werkblad 5 kleur ogen: vorm ogen/wimpers: wenkbrauwen: mondvorm en -grootte: gezichtsvorm: neusvorm en -grootte: kleur ogen: vorm ogen/wimpers: wenkbrauwen: mondvorm en -grootte: gezichtsvorm: neusvorm en -grootte: kleur ogen: vorm ogen/wimpers: wenkbrauwen: mondvorm en -grootte: gezichtsvorm: neusvorm en -grootte: kleur ogen: vorm ogen/wimpers: wenkbrauwen: mondvorm en -grootte: gezichtsvorm: neusvorm en -grootte:
Katja Carstensen ©
36
werkblad 6 waargenomen mimiek
Katja Carstensen ©
terugmelding van de gesprekspartner
eigen aantekeningen
37
Mimiek al waarnemend leren Is bestemd voor mensen uit het autisme spectrum, die weinig emoties zien uit de gezichts-uitdrukking van anderen. Door steeds weer waar te nemen en zelf te oefenen is dit toch voor de meesten aan te leren. Deze cursus is met veel zorg samengesteld. Toch is het mogelijk, dat er kritische bemerkingen zijn. Wil je in dat geval zo vriendelijk zijn om ons op de hoogte te stellen hiervan, dan graag. Hiertoe kan gebruik worden gemaakt van een e-mailtje naar
[email protected] of naar
[email protected] Ook zouden wij willen vernemen of de cursus aan de verwachting heeft beantwoord. Bij voorbaat dank.
Katja Carstensen ©
38