M1 1) Parallelsymposium I: Over de Brug. Plan van Aanpak ernstige psychische aandoeningen - Herstelacademie de onmisbare schakel in herstelondersteunende zorg? Ronde I Zelfhulp lijkt steeds meer een onmisbaar aspect bij herstel en in het geheel van behandeling en ondersteuning bij psychische ontwrichting. In het Service Outcomes Schema is de beschikbaarheid van zelfhulpgroepen weliswaar slechts één van de noodzakelijke voorzieningen, de andere aanbevolen voorzieningen komen vooral dan tot hun recht als iemand steeds beter zicht krijgt op wie hij of zij zelf is en vooral niet is, wat hij wil en kan, niet wil en niet kan. Goede zelfhulp vraagt zowel vrije ruimte als een helder kader: een zogenaamde vrijplaats om de eigen mogelijkheden te durven verkennen. Met nieuwe begrippen als Clubhouse, Herstelacademie en Recovery College krijgt het concept van een vrijplaats langzaam vorm in de praktijk. In Over de brug - plan van aanpak voor de behandeling en ondersteuning bij ernstige psychische aandoeningen – wordt de herstelacademie aanbevolen als een noodzakelijke schakel in de organisatie van het zorglandschap. Welke functies biedt de herstelacademie en hoe krijgt de aansluiting met behandeling en ondersteuning op een realistische manier vorm? Hoe kan de verbinding met de maatschappij gelegd worden? In de Werkplaats Herstelondersteuning tekenen zich aan de hand van de eerste praktijkvoorbeelden van een herstelacademie hoofdlijnen van randvoorwaarden af. De eerste ervaringen van het Clubhouse (naam staat nog niet vast, initiatief vanuit Lister) worden toegelicht. - drs. Dienke Boertien coördinator programma herstel, ervaringsdeskundigheid & participatie Kenniscentrum Phrenos - Ton Verspoor Coördinator Bureau Herstel & Clubhouse Lister Contactadres Kenniscentrum Phrenos Dienke Boertien Postbus 203 3500 BE Utrecht Tel: 030-2931626 e-m:
[email protected]
Middagsessies Phrenos Psychosecongres 'Grenzen verleggen' 13 november 2014
M2 2) Parallelsymposium II: Negatieve symptomen: niet farmacologische behandelingen Ronde II In de behandeling van schizofrenie ligt de focus met name op het verminderen van positieve symptomen met antipsychotica. Op het gebied van negatieve symptomen wordt er tot nu toe weinig effect geboekt met medicamenteuze behandeling. De negatieve symptomen zijn echter zeer invaliderend en belangrijke voorspellers voor een slechte sociale uitkomst. Het is daarom van belang te zoeken naar nieuwe behandelmethoden. In dit symposium worden de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van de neurostimulatieve en activatie therapieën besproken. Programma: - Repetitieve Transcraniële Magnetische stimulatie bij negatieve symptomen Leonie Bais Sinds enkele jaren wordt er onderzoek gedaan naar de effectiviteit van behandelingen met repetitieve transcraniële magnetische stimulatie bij mensen met negatieve symptomen. Er zal een uitleg worden gegeven over het gebruik van deze methode en een overzicht worden gegeven van de resultaten van onderzoek dat tot op heden is uitgevoerd. Daarna wordt specifieker ingegaan op een onderzoek dat vanuit het UMC Groningen in samenwerking met Lentis is uitgevoerd. Het gaat hier om een gerandomiseerde placebogecontroleerde studie uitgevoerd met rTMS, waarbij niet alleen is gekeken naar klinisch effect op korte en lange termijn, maar ook naar het effect op neuronaal niveau. Daarnaast wordt een nieuwe rTMS-studie ter behandeling van apathie (één van de negatieve symptomen) ingeleid. - Transcraniële Direct Current Stimulation bij negatieve symptomen Claire Kos Voorgaande twee decennia is transcraniële direct-current stimulatie (tDCS) opnieuw in de belangstelling gekomen. Middels een zwakke elektrische stroom worden onderliggende hersengebieden gestimuleerd, dan wel geinhibeerd. Deze methode lijkt veelbelovend als additionele behandeling in de neuropsychiatrie. Mogelijk is tDCS effectiever, goedkoper en minder belastend dan een behandeling middels Transcraniele Magnetische Stimulatie (TMS). Uitleg zal gegeven worden over de werkingsmechanismen van tDCS en daarnaast een overzicht geven van de studies waarbij deze methode is gebruikt ter behandeling van negatieve symptomen bij schizofrenie. Ook zal kort onze nieuwe grootschalige studie ‘het apathieproject’ besproken worden waarbij effecten van tDCS bij negatieve symptomen, in het bijzonder bij apathie, worden onderzocht. - Gedragsactivatietherapie voor negatieve symptomen Claire Kos en/of Aaltsje Malda Gedragsactivatietherapie is een gestructureerde en gevalideerde vorm van psychotherapie die zich richt op het stimuleren van patiënten in het ondernemen van leuke activiteiten en vergroot het doelgerichte gedrag. Door het verlies van interesse en plezier in activiteiten zijn mensen met apathie vaak minder actief. Gedragsactivatietherapie zal worden uitgelegd met vooral de focus op hoe dit bij kan dragen aan de behandeling van negatieve symptomen. Daarnaast wordt een studie uitgelegd waarin gedragsactivatietherapie wordt geëvalueerd als behandelmethode voor apathie. Docenten: - Voorzitter: dr. H. Knegtering, psychiater, Lentis - mw. drs. L. Bais, promovenda, NeuroImaging Center, UMC Groningen, onderzoekscoördinator, Lentis Research - mw. drs. C. Kos, promovenda, NeuroImaging Center, UMC Groningen - mw. drs. A. Malda, gz-psycholoog, GGz Friesland, promovenda, RijksUniversiteit Groningen Middagsessies Phrenos Psychosecongres 'Grenzen verleggen' 13 november 2014
Contactadres Universitair Medisch Centrum Groningen NeuroImaging Center, Cognitieve Neuropsychiatrie mw. drs. C. Kos Antonius Deusinglaan 2 9713 AW Groningen tel: 050 363 8792 e-m:
[email protected]
Middagsessies Phrenos Psychosecongres 'Grenzen verleggen' 13 november 2014
M3 3) Onderzoekspresentaties GROUP I Ronde I Onderzoekspresentaties van de GROUP-studie Moderator: drs. Just van der Linde, psychiater, ABC Altrecht Laura Koenders MSc, neuropsycholoog, OIO AMC Amsterdam ‘Hersenafwijkingen bij cannabis en schizofrenie.’ Schizofrenie en cannabis gebruik komen vaak samen voor, en deze combinatie is geassocieerd met een slechter ziektebeloop. Hoe de interactie van cannabis en schizofrenie precies met hersenstructuren samenhangt is echter nog niet duidelijk. We hebben bij patiënten met en zonder cannabis gebruik en gezonde controles gekeken naar het volume van verschillende gebieden in de hersenen. Daarnaast hebben we gekeken of de leeftijd van het eerste gebruik en de frequentie van het gebruik hier nog wat in voorspelden. We vonden, zoals verwacht, dat patiënten (met en zonder gebruik) kleinere volumes in bijna alle gebieden hadden dan gezonde controles. Tot onze verrassing vonden we echter dat patiënten met cannabisgebruik een groter volume in de putamen hadden dan patiënten zonder cannabis gebruik. De putamen is een gebied dat bij draagt aan ‘habit formation’ zoals gezien in verslaving, wat het grotere volume zou kunnen verklaren. We vonden geen relaties met leeftijd van het eerste gebruik of de frequentie van het blowen. e-m:
[email protected] Jojanneke Bruins MSc, neuropsycholoog, junior-onderzoeker UMC Groningen ‘De associatie tussen cannabisgebruik en metabool syndroom bij patiënten met een psychotische stoornis’ In deze studie is gekeken naar het effect van cannabisgebruik op BMI, middelomtrek, bloeddruk, cholesterol, HDL cholesterol, LDL cholesterol, triglyceriden, glucose en HbA1c bij mensen met psychotische aandoeningen. Mensen met psychotische aandoeningen die cannabis gebruiken hebben een lagere BMI, diastolische bloeddruk, HbA1c en een smallere middelomtrek dan de nietgebruikers. Stoppen met cannabis vergroot het metabole risico. In een tweede sample is gekeken of het AKT1 gen een mediërend effect heeft op de relatie tussen cannabisgebruik en BMI, maar er werd alleen een associatie gevonden tussen AKT1 en cannabisgebruik. e-m:
[email protected] Jessica de Nijs MSc, neuropsycholoog, AIO UMC Utrecht ‘Metabool syndroom en hersenafwijkingen in psychotische stoornissen.' Achtergrond Het metabool syndroom (MetS) is een aandoening, waarbij naast obesitas er ook sprake is van een hoge bloeddruk, een verstoorde vetstofwisseling en/of hyperglykemie. Aangezien o.a. een ongezonde leefstijl en antipsychoticagebruik het risico op MetS aanzienlijk vergroten, hebben patiënten met een psychotische stoornis een verhoogde kans op de aanwezigheid van deze
Middagsessies Phrenos Psychosecongres 'Grenzen verleggen' 13 november 2014
aandoening met een prevalentie van 40%. Een associatie tussen MetS en verminderde totaal brein, grijze en witte stof-volumes is eerder gevonden in niet-psychiatrische populaties, maar bij schizofrenie is dit nog niet onderzocht. Methoden In ons onderzoek richtten wij ons ten eerste op het verschil in hersenvolumes tussen gezonde controles (N=110; gemiddelde leeftijd(SD): 29.75(8.24)) en patiënten met schizofrenie (N=71; gemiddelde leeftijd(SD): 29.61(5.76)) met een multivariate covariantie-analyse. Daarnaast onderzochten wij of er hersenvolume verschillen bestaan tussen schizofrenie patiënten met MetS (N=23) en zonder MetS (N=48). Groepen waren gematched op leeftijd, geslacht, antipsychotica gebruik en middelengebruik. Resultaten Er was sprake van een significante vermindering in totaal brein, witte stof-volume en een vergroting van ventrikels bij schizofreniepatiënten t.o.v. controles. Patiënten met schizofrenie en MetS hadden een kleiner totaal brein en grijze stof volume en grotere ventrikels vergeleken met patiënten zonder MetS. Tevens was de orbitofronale cortex verkleind in patiënten met schizofrenie en MetS vergeleken met patiënten met schizofrenie zonder MetS. Conclusie In deze studie was er sprake van een afname van globale hersenvolumes bij patiënten met schizofrenie vergeleken met controles. Patiënten met schizofrenie en MetS hadden de kleinste hersenvolumes, inclusief de orbitofrontale cortex, vergeleken met patiënten zonder MetS. Dit is ook in niet-psychiatrische populaties gevonden. De vraag is of MetS de oorzaak of het gevolg is van de verminderde hersenvolumes. Longitudinaal MRI onderzoek is noodzakelijk om hier een antwoord op te krijgen. e-m:
[email protected] Sanne C.T. Peeters MSc, neuropsycholoog, AIO Universiteit Maastricht ‘Netwerk connectiviteit in het brein in rust en de associatie met psychotische kwetsbaarheid’ Disconnectiviteit in schizofrenie kan gezien worden als disfunctionele integratie in een netwerk van verschillende hersengebieden. In deze studie wordt een nieuwe methode gebruikt om complexe netwerken te analyseren gebaseerd op hun ‘semi-metric’ gedrag, waarbij een hoger niveau van ‘semi-metricity’ samenhangt met betrokkenheid van een overmatig aantal hersengebieden en verstoorde communicatie. Het wordt verwacht dat individuen met (verhoogd risico op) een psychotische stoornis meer ‘semi-metric’ paden in het brein hebben dan controles en dat dit geassocieerd is met psychotische symptomen. Drieënzeventig patiënten met een psychotische stoornis, 83 broers/zussen van deze patiënten en 72 controles hebben anatomische en ‘resting-state’ functionale MRI scans gekregen. ‘Semi-metric’ percentage (SMP) op het niveau van het hele brein, de hemisferen en specifieke modules werd gebruikt als afhankelijke variabele in een multilevel random regressie analyse om groepsverschillen te onderzoeken. Vervolgens werd er gekeken of SMP samenhangt met symptomatologie (psychotische en cognitieve symptomen). Op het niveau van het hele brein en de hemisferen, blijkt dat patiënten een hoger SMP hebben vergeleken met broers/zussen en controles. Het SMP van de broers/zussen is intermediair t.o.v. dat van controles en patiënten in specifieke modules. In de patiënten groep was een hoger SMP in de rechter temporale kwab geassocieerd met een slechtere score op een aandachtstaak, terwijl in Middagsessies Phrenos Psychosecongres 'Grenzen verleggen' 13 november 2014
de gehele groep werkgeheugen en sociale cognitie geassocieerd waren met een hoger SMP in temporele en frontaal-limbisch/frontaal-temporale modules. Hoger SMP in de limbisch-basale ganglia module was geassocieerd met hogere subklinische psychotische scores in de broers/zussen. De verstoorde netwerkcommunicatie, gevonden in de patiënten en in mindere mate in broers/zussen, impliceert dat ‘semi-metricity’ mogelijk gezien kan worden als een kwetsbaarheidsmarker. Een hoger SMP hangt samen met slechtere prestaties op werkgeheugen en sociale cognitie in de gehele groep. In de patiënten hangt het juist samen met slechtere aandachtsprestaties. In de broers/zussen hangt een hoger SMP samen met de aanwezigheid van subklinische psychotische symptomen. e-m:
[email protected]
Middagsessies Phrenos Psychosecongres 'Grenzen verleggen' 13 november 2014
M4 4) Onderzoekspresentaties GROUP II Ronde II Onderzoekspresentaties van de GROUP-studie Moderator: dr. Agna A. Bartels-Velthuis, UMC Groningen Floor J. van der Meer MSc, psycholoog, OIO AMC Amsterdam ‘Course of cannabis use and clinical outcome in patients with non-affective psychosis: a three-year follow up study’ Cannabis is de meest gebruikte drug onder patiënten met schizofrenie. Het is daardoor niet verwonderlijk dat de relatie tussen cannabisgebruik en schizofrenie uitgebreid is onderzocht. Onderzoek laat zien dat cannabisgebruik vaak gerelateerd is aan zowel de ontwikkeling van psychose als een verslechterd ziektebeloop. Er zijn echter weinig studies die prospectief hebben gekeken naar verandering in cannabisgebruik en het ziektebeloop bij patiënten met een psychotische stoornis. Dit levert enkele vragen op: Is er verschil tussen patiënten die doorgaan met cannabisgebruik, patiënten die hun cannabisgebruik staakten en patiënten die nooit cannabis gebruikten wat betreft de ernst van de symptomen, globaal functioneren en het aantal psychotische recidieven? En hoe is dit verband bij patiënten die zijn begonnen met cannabisgebruik na het ontstaan van de eerste psychose (de zogenaamde nieuwe gebruikers)? We hebben deze vragen beantwoord in onze drie jaar follow-up studie, die onderdeel uitmaakt van de GROUP studie. We hebben gebruik gemaakt van een mixed model analyse om de associatie tussen patroon van cannabisgebruik en symptomen, globaal functioneren en aantal psychotische recidieven te onderzoeken. e-m:
[email protected] Stefanie de Vries MSc, neuropsycholoog, AIO Rijksuniversiteit Groningen ‘De predictieve waarde van neuro- en sociale cognitie bij de ontwikkeling van psychotische symptomen’ S. de Vries†, M.A. Islam†, E.R. van den Heuvel, A.A. Bartels-Velthuis, C. Simons, A. Maat, M. van der Gaag, C. Slooff, G.M.H. Pijnenborg, GROUP-investigators †These authors contributed equally
Tekorten in neuro- en sociale cognitie komen niet alleen voor bij patiënten met schizofrenie, maar blijken ook bij hun familieleden aanwezig te zijn. Echter, niet iedereen met een verhoogd genetisch risico ontwikkelt schizofrenie of een gerelateerde psychotische stoornis. Het doel van dit onderzoek is bij een genetische ‘high risk’ groep te onderzoeken welke (sociaal) cognitieve domeinen het ontwikkelen van psychotische ervaringen voorspellen. 1057 broers en zussen van patiënten met schizofrenie hebben deelgenomen aan het longitudinale GROUP-onderzoek. Subklinische psychotische ervaringen werden gemeten op baseline en na drie jaar met de Community Assessment of Psychic Experiences (CAPE). De cognitieve testbatterij tijdens baseline bevatte de domeinen verbaal (werk)geheugen, verwerkingssnelheid, aandacht/vigilantie, executieve functies (probleem oplossen, redeneren en set-shifting) en sociale cognitie (emotiewaarneming en Theory of Mind).
Middagsessies Phrenos Psychosecongres 'Grenzen verleggen' 13 november 2014
De resultaten laten zien dat er een onderscheid is tussen (sociaal) cognitieve domeinen die geassocieerd zijn met psychotische ervaringen, maar niet zo zeer met de ontwikkeling ervan en domeinen die juist geassocieerd zijn met de ontwikkeling van psychotische ervaringen. Tekorten in Theory of Mind en verbaal geheugen lijken daarbij voorspellend voor het ontwikkelen van psychotische ervaringen. e-m:
[email protected] 'Hoge schoolprestaties zijn geassocieerd met bipolaire stoornis. Een studie naar cognitief functioneren in 4.920 bipolaire stoornisof schizofreniepatiënten, familieleden en controles.' mw. drs. A. Vreeker, AIO, UMC Utrecht Schizofrenie is geassocieerd met verminderde intelligentie en slechtere schoolprestaties vergeleken met de populatie. Dit lager cognitief functioneren wordt ook wel gevonden in eerstegraads familieleden van schizofrenie patiënten. Het is onduidelijk of lagere intelligentie en verminderde schoolprestaties ook voorkomen in patiënten met bipolaire stoornis type I en hun familieleden. In deze cross-sectionele studie in bijna 5.000 participanten (afkomstig van de studies GROUP, BipolarGenetics en CannabisQuest) hebben wij de invloed van een familiaire kwetsbaarheid voor bipolaire stoornis en schizofrenie op intelligentie en opleidingsniveau onderzocht. We vonden dat ondanks een lagere intelligentie, bipolaire patiënten vaker universiteit hadden afgerond dan controles. Patiënten met schizofrenie daarentegen, hadden zowel een lagere intelligentie als lagere opleidingsniveaus afgerond vergeleken met controles. Onze resultaten tonen dat lagere intelligentie geassocieerd zou kunnen zijn met een familiaire kwetsbaarheid voor schizofrenie. Het feit dat familieleden van bipolaire patiënten geen hoger opleidingsniveau hadden afgerond dan controles zou er op kunnen duiden dat hoge schoolprestaties specifiek zijn voor bipolaire patiënten is en dat de intelligentie daalt na het begin van de ziekte. e-m:
[email protected] Martine van Nierop MSc, neuropsycholoog, AIO Universiteit Maastricht ‘Het nut van stratificeren naar trauma-ervaringen in de psychiatrie' Martine van NieropAB, Wolfgang ViechtbauerA, Nicole GuntherC, Catherine van ZelstA, Ron de GraafD, Margreet ten HaveD, Saskia van DorsselaerD, Maarten BakA, Genetic Risk and Outcome of Psychosis (GROUP) Investigators* & Ruud van WinkelAE *The GROUP Investigators are: Richard BruggemanF, Wiepke CahnG, Lieuwe de HaanH, Rene KahnG, Carin MeijerH, Inez Myin-GermeysA, Jim van OsAI, Durk WiersmaF A Dept. of Psychiatry & Psychology, School for Mental Health and Neuroscience, Maastricht University, Maastricht B GGZ Leiden, Rivierduinen, Leiden C Fac. Psychology and Educational Sciences, Open University, Heerlen D Netherlands Institute of Mental Health and Addiction, Utrecht E University Psychiatric Center, Katholieke Universiteit Leuven, Kortenberg, België F Dept. Psychiatry, University Medical Center Groningen, Groningen G Dept. Psychiatry, University Medical Center Utrecht, Utrecht
Middagsessies Phrenos Psychosecongres 'Grenzen verleggen' 13 november 2014
H Dept. Psychiatry, Academic Medical Center, University of Amsterdam, Amsterdam I Dept. Psychosis Studies, King's College London, London
Achtergrond Binnen patiëntgroepen (bv schizofreniepatiënten) bestaat grote diversiteit in ziekte ernst en niveau van functioneren, iets dat onder andere wordt voorspeld door comorbiditeit van symptomen, buiten de traditionele diagnostische categorieën om (bijvoorbeeld depressie klachten samen met psychose symptomen). Doel Het onderzoeken of jeugdtrauma geassocieerd is met comorbiditeit van symptomen, en in hoeverre dagelijks functioneren kan worden voorspeld op basis van traumageschiedenis en comorbiditeit van symptomen. Methoden In een sample van de algemene bevolking (n=6646), een sample patiënten met een psychotische stoornis (n=825), patiënten met een angststoornis (n=1120), en in een sample van patiënten met een stemmingsstoornis (n=1577) is de associatie tussen jeugdtrauma en de comorbiditeit van symptomen onderzocht. In de laatste 3 samples is het niveau van functioneren (op sociaal gebied, werkgebied, of ziekte ernst) bekeken, waarin groepen met of zonder trauma geschiedenis, en met of zonder comorbiditeit van symptomen, worden vergeleken. Resultaten In alle samples hadden individuen die waren blootgesteld aan jeugdtrauma een vergrote kans op comorbiditeit van symptomen (angst, depressie, manie en psychose), in vergelijking met individuen zonder trauma geschiedenis. Patiënten met een angst-, stemmings-, of psychotische stoornis met een trauma geschiedenis, en met comorbiditeit van symptomen functioneerden slechter dan patiënten zonder trauma geschiedenis en/of zonder comorbiditeit. Conclusie Deze bevindingen laten zien dat stratificeren naar jeugdtrauma ervaringen een groot deel van de heterogeniteit binnen patiëntgroepen kan verklaren, en een hoge etiologische en klinische relevantie heeft. Doordat er belangrijke overeenkomsten zijn gevonden tussen zeer verschillende diagnostische categorieën is het zeer waarschijnlijk dat soortgelijke processen in gang worden gezet door trauma blootstelling in al deze groepen. Door het aanvullen van de gewoonlijke behandeling met traumabehandeling (dus niet alleen bij posttraumatische stress stoornis patiënten) zou wellicht grote winst behaald kunnen worden. e-m:
[email protected]
Middagsessies Phrenos Psychosecongres 'Grenzen verleggen' 13 november 2014
M5 5) De Veerkrachtfabriek Ronde I Met Veerkracht Samenwerken is een jongerenproject dat wordt uitgevoerd door Anoiksis, VMDB en de Veerkrachtfabriek. Tevens werken we samen met andere organisaties, waaronder ABC Altrecht, de Kentering Nijmegen en Ixta Noa. Het project wordt gefinancierd door Samen Sterk Tegen Stigma. Doel van het project is zichtbaarheid in positieve zin van jonge mensen met een psychische kwetsbaarheid. In september 2014 wordt een website gelanceerd (www.veerkrachtfabriek.com), waarop jongeren hun talent(en) kunnen laten zien. Ook gaan jongeren voorlichting geven op scholen. We willen deelnemers aan de workshop inspireren hun eigen cliënten in hun kracht te zetten. Programma: - Introductie van de Veerkrachtfabriek - Relatie van veerkracht en GGz - Interactief: Hoe zet je mensen in hun kracht? De pareltjes uit de eigen praktijk. - Afsluiting met inspirerende voorbeelden Docenten: - Marinke Stassen, uitvoerend projectleider, Vereniging Anoiksis - Chester Navarro, student HBO rechten en initiatiefnemer en vertellende kracht bij de Veerkrachtfabriek, Vereniging Anoiksis Contactadres Vereniging Anoiksis project Met Veerkracht Samenwerken mw. M.M. Stassen MSc UMC Utrecht t.a.v. Anoiksis, Huispostnummer A.01.126 Postbus 85500 3508 GA Utrecht tel: 06-23790096 e-m:
[email protected]
Middagsessies Phrenos Psychosecongres 'Grenzen verleggen' 13 november 2014
M6 6) The Ghost Protocol - CGT bij Djinns, Geesten en Magie Ronde I Spoken, duivels, djinns, nāga, winti, brua, zwarte magie, cinler, het boze oog, voodoo, wisi, occultisme, hekserij, en meer. Bijna alle culturen hebben benamingen voor bovennatuurlijke wezens of beïnvloedingsstrategieën die de mensen angst inboezemen en frustreren. Soms zelfs zo erg, dat het hun dagelijks leven gaat overheersen. Maar nu is er eindelijk een cognitief gedragstherapeutisch protocol verschenen! Speciaal om de mensen te behandelen die hinder ondervinden van die nare geesten en magie. De slachtoffers kunnen daarmee voortaan ook bij de GGz terecht; ze zijn niet langer slechts toegewezen aan het alternatieve circuit. De meeste mensen die in geesten geloven hebben er geen last van. De ideeën over geesten passen binnen de culturele, sociale of religieuze context van de persoon, men geeft er geen beangstigende betekenissen aan en heeft niet het idee dat deze fenomenen van grote negatieve invloed zijn op de levenswandel. De gemiddelde Nederlandse praktiserende moslim gelooft in djinns, zegt wel eens een beschermend dua (spreuk) op om steun bij ziekte of problemen te verkrijgen. Maar er zijn ook Moslims die veel last hebben van geesten of magie. Zij vrezen gepakt te worden, hebben het idee bezeten te kunnen raken of reeds te zijn. Geesten en magie zijn dan niet ondersteunend om een goed en deugdzaam leven te leiden, maar staan dat juist in de weg. Ideeën over magie ontstaan vaak in perioden waarin het mensen tegenzit. Men heeft veel tegenslag of pech te verwerken op belangrijke levensgebieden, zoals de gezondheid, werk, studie, liefde, vriendschappen, zwangerschap of financiën. Ook het krijgen van psychische klachten of daarmee gepaard gaande negatieve gedachten kunnen toe worden geschreven aan een externe bron: ‘Iemand veroorzaakt deze gebeurtenissen via magie’. Het CGT-protocol richt zich op geesten en magie die lijdensdruk veroorzaken, al dan niet in relatie tot bijvoorbeeld visuele of auditief-verbale hallucinaties. In de workshop wordt kort het protocol geschetst. Daarna gaan we oefenen met het bedenken en opzetten van relevante gedragsexperimenten, want beleven is geloven. Aan het einde van de workshop wordt aan de hand van een casus getoond hoe CGT de lijdensdruk onder djinns, geesten en magie kan verminderen. DIT IS EEN WORKSHOP. Deelnemers worden dan ook van harte uitgenodigd EIGEN CASUISTIEK mee te brengen! Wilt u het maximale uit de workshop halen, LEES VOORAF dan het protocol. Gratis te downloaden via www.gedachtenuitpluizen.nl Lees bij voorkeur het hoofdstuk over djinns, geesten en magie in de nieuwe uitgave van Gedachten Uitpluizen (Van der Gaag, Staring, Van den Berg, & Baas, 2013). Programma: - Introductie op het protocol - Oefenen met eigen casuïstiek - Voorbeeld casus n=1 presentatie Docenten: - drs. D. van den Berg, gz-psycholoog i.o. specialist, - mw. drs. B. Raijmakers, gz-psycholoog,
Middagsessies Phrenos Psychosecongres 'Grenzen verleggen' 13 november 2014
Parnassia - drs. A. Scholten, psycholoog, Brijder verslavingszorg Contactadres Parnassia Divisie Volwassenen drs. D.P.G. van den Berg Zoutkeetsingel 40 2512 HN Den Haag tel: 06-20304356 e-m:
[email protected]
Middagsessies Phrenos Psychosecongres 'Grenzen verleggen' 13 november 2014
M7 7) Deskundig inzetten van familie ervaring deskundigheid ter ondersteuning van andere families. Hoe doe je dat? Workshop naar aanleiding van de training tot familie ervaring deskundige coach. Ronde I Familie ervaring deskundigheid blijkt een heel goed middel om andere families waarvan hun kind/ partner ziek is te ondersteunen. Herkenning, erkenning zijn daarvan belangrijke speerpunten. In het bijzonder bij mensen met beperkte kennis van de Nederlandse taal of mensen met beperkte leermogelijkheden blijkt dit een goede manier om contact te maken en te ondersteunen. Dit moet echter wel op een deskundige manier gebeuren. Wij hebben daarvoor een training ontwikkeld. In deze training leren de familie ervaring deskundige verschillende technieken om deze ervaringen effectief in te zetten. Allereerst is het belangrijk om op een gelijkwaardige manier contact te maken. Daarna is het belangrijk om de familie ervaringsdeskundigheid “op maat” te maken in de gesprekken als familiecoach. Programma: - Korte uitleg over de training tot familie ervaring deskundige coach. Wat doe je wel en wat doe je niet. - Oefenen van verschillende technieken aan de hand van korte casussen. Docenten: - mw. T. van Hees, SPV, mede-initiatiefnemer familiecoaching, coördinator/ trainingsacteur, Algemene Zorggroep Midden Nederland - T. Rusting, mede-initiatiefnemer familiecoaching, afdelingsvoorzitter Ypsilon Utrecht Contactadres Algemene Zorggroep Midden Nederland Familiecoaching mw. T. van Hees De Grebbe 13 3448 BT Woerden tel: 06-22742941 e-m:
[email protected]
Middagsessies Phrenos Psychosecongres 'Grenzen verleggen' 13 november 2014
M8 8) Diagnostiek en behandeling van psychose bij allochtone patiënten de interculturele wegwijzer Ronde I Sommige migranten en minderheidsgroepen in Nederland hebben een aanzienlijk hogere kans op psychoses en het ontwikkelen van schizofrenie. Dat is al langere tijd bekend, maar het heeft nog weinig gevolgen gehad voor de zorg aan patiënten. Aan de hand van de interculturele wegwijzer psychose* die recent is gepubliceerd, wordt in de workshop de kennis en ervaring op een rij gezet over psychose en schizofrenie in relatie tot cultuur, etniciteit en migratie. Wat weten we nu over die verhoogde risico’s? Voor welke groepen geldt dit en waarom? Wat zou dit moeten betekenen voor diagnostiek en behandeling? Verder komen thema’s aan bod als farmacotherapie, de relatie tussen patiënt en behandelaar, familiebegeleiding, cannabisgebruik en de relatie tussen identiteit, uitsluiting en psychose. *Een open geest met andere ogen. Interculturele diagnostiek en behandeling van mensen met psychose. M. Hoogsteder & W. Veling, 2013 ISBN: 978-90-77782-25-5 Programma: - Waarom een interculturele wegwijzer psychose (10 min) - Diagnostiek: aandachtspunten en valkuilen (30 min) Deelnemers wordt gevraagd symptomen en diagnosen vast te stellen bij vignetten van patiënten. Vervolgens wordt besproken hoe psychotische, affectieve, somatische en dissociatieve verschijnselen cultuursensitief beoordeeld kunnen worden. - Behandeling: waarin is een behandeling voor psychose anders bij allochtone dan bij autochtone patiënten? (30 min) In een interactieve discussie wordt besproken hoe farmacotherapie, psychosociale interventies en familiebegeleiding voor extra puzzels kunnen zorgen bij allochtone patiënten en hoe deze opgelost kunnen worden. - Samenvatting en leerpunten (5 min) Docenten: - mw. dr. M. Hoogsteder, coördinator Academische Werkplaats Jeugdgezondheidszorg N-H, afd. Sociale Geneeskunde, VUmc / Emgo+, Amsterdam - dr. W. Veling, psychiater, afd. Psychiatrie, UMC Groningen Contactadres Universitair Medisch Centrum Groningen Psychiatrie dr. W. Veling Postbus 30.001 9700 RB Groningen tel: 050-3612132 e-m:
[email protected]
Middagsessies Phrenos Psychosecongres 'Grenzen verleggen' 13 november 2014
M9 9) Psycho-educatie om medicatietrouw te verhogen: leer verschillende communicatieframes te gebruiken! Ronde I De slogan ‘Je bent een rund als je met vuurwerk stunt!’ wordt gevolgd door het beeld van een gruwelijk ongeluk. Met dergelijke voorlichtingsstrategieën wordt getracht mensen te motiveren om hun gedrag te veranderen. Voor iedere vorm van voorlichting kiest men bewust een strategie. Dit geldt ook voor voorlichtingsgesprekken rond medicatietrouw. De verwachting is dan dat patiënten de medicatie- en leefstijladviezen beter op zullen volgen. In onze workshop nodigen wij u uit om na te denken over de wijze waarop uw ‘frame’ of denkraam uw voorlichtingsstrategie en daarmee de kans op succes bepaalt. Daarna onderzoeken we hoe u met de tekst en toonzetting van uw advies aansluiting kunt vinden bij de leefwereld van uw patiënt. Als de patiënt meekijkt door uw denkraam, voelt hij zich beter betrokken bij uw boodschap en neemt de motivatie toe om het gedrag daarop aan te passen. Als u het juiste denkraam kiest, neemt de therapietrouw toe. Programma: - Met een ‘pubquiz’ frissen we uw kennis op over bekende do’s en don’ts bij psycho-educatie. - Daarna leggen we uit hoe u denkramen, of ‘frames’, kunt toepassen in de gezondheidscommunicatie om motivatie voor therapietrouw te bevorderen. - Met interactieve werkvormen krijgt u gelegenheid om te oefenen met gerichte framingtechnieken. Aan het einde van de workshop hebben de deelnemers: - Kennisgenomen van de effectiviteit voor therapietrouw van succesvolle goal-framing; - Inzicht in de succesfactoren en de valkuilen bij psycho-educatie; - Ervaren hoe zij goal-framing kunnen toepassen in een voorlichtingsgesprek. Docenten: - mw. dr. S. Castelein, senior-onderzoeker, medisch socioloog, Lentis Groningen - drs. F. van Es, psychiater, UMC Groningen - mw. drs. A. van der Moolen, medisch socioloog, Bureau TrefR & A, Groningen Contactadres: Lentis Research mw. dr. S. Castelein Hereweg 80, k. 4.017 9725 AG Groningen tel: 06-10654261 e-m:
[email protected]
Middagsessies Phrenos Psychosecongres 'Grenzen verleggen' 13 november 2014
M10 10) Virtual Reality Exposure Therapie: ontwikkelingen in het veld, voor Psychose en UHR in het bijzonder Ronde I Virtual Reality Exposure Therapie is sinds 10 jaar in ontwikkeling en is inmiddels bij vele (angst-)klachten een effectieve therapievorm gebleken. Sinds 2008 wordt er in Nederland en Engeland gewerkt aan mogelijkheden om Virtual Reality bij de psychologische behandeling te gebruiken voor mensen die last hebben van psychosen. Inmiddels hebben we in Nederland onderzoek naar de praktische toepasbaarheid afgerond van Virtual Reality bij psychotische stoornissen en UHR-klachten. De resultaten zijn veelbelovend en zullen ook worden gepresenteerd. Om de stap te maken naar de behandelpraktijk is er in april 2014 bij 7 GGz-instellingen een behandelonderzoek gestart naar de effectiviteit van Virtual Reality Exposure Therapie voor mensen die last hebben van psychosen. De behandeling is herstelgericht en heeft als doel het verbeteren van de sociale participatie. We zullen de eerste resultaten van dit onderzoek presenteren. Programma: - Algemene inleiding: Wat is Virtual Reality en welke nieuwe mogelijkheden biedt deze techniek ons? - Virtual Reality bij mensen die last hebben van psychosen of UHR-klachten - Virtual Reality Exposure Therapie voor achterdocht en sociale angst bij mensen die last hebben van psychosen Live-demonstraties van de Virtual Reality vinden plaats op de informatiemarkt in zaal 11-12 tijdens de pauzes met behulp van een mobiele VR-set. Docenten: -drs. Roos Pot-Kolder, psycholoog/onderzoeker, Parnassia Groep/VU Universiteit - drs. Marleen Rietveld, psycholoog, Parnassia Contactadres Parnassia Groep Centrum Eerste Psychose mw.drs. R.M. Pot-Kolder Lijnbaan 4 2512 VA Den Haag tel: 06-51108129 e-m:
[email protected]
Middagsessies Phrenos Psychosecongres 'Grenzen verleggen' 13 november 2014
M11 11) Woonvaardigheden trainen en behouden Ronde I Woonvaardigheden als interventie wordt vaak ingezet voor mensen met ernstige psychische aandoeningen. Woonvaardigheden zijn echter een weinig beschreven en onderzochte interventie. Sinds een aantal jaar zijn we in onze organisatie aan het uitzoeken en uitproberen wat belangrijke onderdelen zijn om verschillende woonvaardigheden te trainen. Daarnaast zoeken we uit wat de mogelijkheden voor individueel en wat de mogelijkheden in groepsverband zijn. Uitgaande van een aantal bouwstenen gevonden uit onderzoek, gesprekken met cliënten en familie, gesprekken met woonbegeleiders, managers en ergotherapeuten hebben we zowel een individueel als groepsaanbod op gebied van woonvaardigheden ontwikkeld. Van dit groepsaanbod zijn vier modulen beschreven: - gezond en goedkoop boodschappen doen - schoonmaken en schoonhouden - koken - zelfverzorging. Veel vaardigheidstrainingen hebben zowel een individueel deel als een groepsdeel. In de workshop zullen we de belangrijkste bouwstenen toelichten: - uitgaan van individuele doelen, - inventarisatie nodig als basis voor training, - trainen in omgeving waar vaardigheid wordt toegepast en - samenwerking met belangrijke betrokkenen. En we zullen aantal sterke kanten aangeven en discussiepunten. Programma: - Inleiding met de bouwstenen nodig voor woonvaardigheidstraining - Met elkaar een of meer opdrachten doen - Discussie met betrokkenen welke ervaringen zij hebben met woonvaardigheden. Docenten: - Marion Ammeraal MSc, stafmedewerker/ergotherapeut, - Jessica Kreuger, oefentherapeut Mensendieck/bewegingsagoog, - Marloes Takken, ergotherapeut, Actenz GGz inGeest Amsterdam Contactadres GGZ inGeest Actenz mw. M. Ammeraal J. Vermeerstraat 71-2 1071 DN Amsterdam tel: 06-22313157 e-m:
[email protected]
Middagsessies Phrenos Psychosecongres 'Grenzen verleggen' 13 november 2014
M12 12) Totale Digitale behandeling en herstelondersteuning Ronde I Hulpverlening wordt steeds ambulanter georganiseerd en ingezet op geleide van de vraag en behoeften van de cliënt. Hierbij wordt geprobeerd herstelondersteunende steun, structuur en behandeling te bieden op de plaats en tijd dat de cliënt een hulpvraag heeft. Het gebruik van informatie en communicatie technologie (ICT) ter verbetering van de geestelijke gezondheid en het welbevinden staat bekend als E-mental health. Binnen GGZ-Noord-Holland-Noord is in de afgelopen zes jaar ervaring opgedaan met Telezorg (beeldcommunicatie) voor cliënten met ernstige psychische aandoeningen. Cliënten kregen een beeldscherm thuis waarmee zij via een beveiligde verbinding contact kunnen leggen met een zorgpost, bijv. voor een steunend gesprek, medicatie-inname onder toezicht of een huiswerkopdracht in het kader van een therapie. Uit onderzoek naar de effectiviteit van Telezorg (Hulsbosch, Tamis-ten Cate, Nugter, & Kroon, 2011) is gebleken dat cliënten hoger scoorde op de kwaliteit van zorg als ze een scherm hadden. Er is toen besloten om 400 schermen bij cliënten te plaatsen bij cliënten die in zorg zijn bij de FACT-Wijkteams en hier kwalitatief en kwantitatief onderzoek aan te verbinden. Uit dit onderzoek 'Een studie naar de ervaringen van cliënten met een EPA en hulpverleners met Telezorg' (F. Engelsbel en R. Hordijk, 2014) is gebleken dat cliënten positiever tegenover beeldbellen (Telezorg) staan dan hulpverleners en een derde van de cliënten en de hulpverleners vindt dat Telezorg zelfmanagement bevordert. Ondertussen is besloten dat alle cliënten toegang krijgen tot deze manier van zorg en op eigen devices (PC, laptop enz). De laatste jaren wordt ook in toenemende mate gebruik gemaakt van online behandelmodules als aanvulling op face-to-face contacten. Deze modules zijn evidence-based, dat wil zeggen gebaseerd op klinische richtlijnen en/of op wetenschappelijk onderzochte interventies. Een belangrijk voordeel van deze manier van behandelen is onder andere dat de cliënt behandeling kan volgen op momenten dat het hem of haar schikt. Dit geldt ook voor de hulpverleners. De E Health binnen GGz Noord-Holland-Noord wordt in principe als blended behandeling geboden. In de interactieve workshop besteden wij aandacht aan de moeizame start en het uiteindelijke succes, de techniek, beperkingen, ontwikkelingen en aanbevelingen. Programma: - Inleiding over de achtergrond van digitale behandeling - Presentatie resultaten onderzoek naar inzet van telezorg - Ervaringen van cliënt en behandelaar over de inzet van diverse vormen van E health - Demonstratie - Toekomstige ontwikkelingen - Interactief vragen stellen en uitdagingen zoeken Docent(en): - Petra Tamis, GGz VS/MANP, projectleider Telezorg, GGz Noord-Holland-Noord - Roel Wijnstra, ervaringsdeskundige/cliënt
Middagsessies Phrenos Psychosecongres 'Grenzen verleggen' 13 november 2014
Contactadres GGz Noord-Holland-Noord mw. P. Tamis Bevelandseweg 3 1703 AZ Heerhugowaard tel: 06-22660800 e-m:
[email protected]
Middagsessies Phrenos Psychosecongres 'Grenzen verleggen' 13 november 2014
M13 13) Nog beter inspelen op onvervulde zorgbehoeften Ronde I Bij Altrecht Willem Arntsz (regio Utrecht) worden vanaf 2008 bij de patiënten met ernstige psychische aandoeningen (EPA) in zorg bij de FACT-teams de zorgbehoeften geïnventariseerd. Bij elke patiënt wordt in het EPD weergegeven welke zorgbehoeften (gemeten met de CANSAS) er nog onvervuld zijn. Het doel is dat hulpverleners vervolgens beter gaan inspelen op deze zorgbehoeften. Een vaste rij zorgbehoeften, waaronder seksualiteit en intimiteit, werk en activiteiten, alcohol en drugs, staat echter nog steeds in de top tien van kennelijk moeilijk te vervullen zorgbehoeften. In de workshop worden de problemen kwantitatief en kwalitatief in beeld gebracht. Centraal staat de vraag welke specifieke vaardigheden en (eventueel ook externe) voorzieningen een FACT-team moet hebben of leren om de top tien van de onvervulde zorgbehoeften beter te vervullen. Deelnemers wordt een actieve bijdrage gevraagd. Programma: - Oefening met zorgbehoeftenonderzoek aan de hand van het bekende zorgbehoefteninstrument, de Camberwell Assesment of Needs. - Bespreking van opvallende uitkomsten uit ruim vijf jaar zorgbehoeftenonderzoek bij Altrecht Willem Arntsz (t.a.v. 3.500 - 4.000 patiënten). - Aan de hand van kwalitatieve casuïstiek wordt inzichtelijk gemaakt wat de aard is van de zorgbehoeften van patiënten en welke oplossingen en belemmeringen hulpverleners zelf hierbij zien. - Met de deelnemers wordt een mind map gemaakt van de specifieke vaardigheden en (eventueel ook externe) voorzieningen waarover een FACT-team beschikt / c.q. zou moeten kunnen beschikken om de top tien van de onvervulde zorgbehoeften beter te vervullen. Docenten: - drs. Lennaert Gorter, onderzoeker ROM, - drs. Albert van Keijzerswaard, teammanager FACT, - mw. Sascha Kwakernaak MSc, onderzoeker ROM, - mw. dr. Wilma Swildens, senior-onderzoeker, Willem Arntsz Altrecht Contactadres Altrecht Willem Arntsz mw. dr. W.E. Swildens Lange Nieuwstraat 119 3512 PG Utrecht tel: 030 -2308820 e-m:
[email protected]
Middagsessies Phrenos Psychosecongres 'Grenzen verleggen' 13 november 2014
M14 14) Behavioral Activation: een verpleegkundige interventie voor negatieve symptomen bij schizofrenie Ronde I Bij zowel depressie als negatieve symptomen van schizofrenie is er sprake van inactiviteit. Behavioral Activation (BA) is een veelvuldig onderzochte en effectief gebleken interventie die specifiek ingrijpt op inactiviteit. In BA wordt inactief gedrag beschouwt als een manier van omgaan met situaties die op de korte termijn (mogelijk) vervelende consequenties hebben, bijv. niet naar je werk gaan om opmerkingen van je baas te voorkomen. Anderzijds leidt dezelfde inactiviteit er ook toe dat je op de lange termijn minder positieve ervaringen opdoet: als je niet naar je werk gaat, heb je ook minder leuke contacten met je collega’s. Hierdoor beland je in een spiraal van steeds minder doen en een afname van motivatie en zin om iets te ondernemen. Inactiviteit bij negatieve symptomen kan op dezelfde manier worden bekeken: een persoon onderneemt minder om zo om te gaan met bijvoorbeeld positieve symptomen, stigmatisatie of ontbreken van een stimulerende omgeving. Echter ontbreken hierdoor ook positieve ervaringen. Behavioral activion is er op gericht om deze cirkel te doorbreken door de persoon stap voor stap weer toe te leiden naar activiteiten die een positieve, belonende ervaring zijn. De interventie bestaat uit een aantal stappen: ten eerste wordt in kaart gebracht wat het huidige belonende en plezierige activiteitenniveau is. Vervolgens wordt met de patiënt besproken wat voor hem van waarde is in zijn leven en worden deze waarden vertaald naar concrete belonende acties in het dagelijks leven. De patiënt wordt geholpen deze in oplopende moeilijkheid in te voegen in zijn dagelijks leven en ook anderen uit zijn omgeving hierbij te betrekken. Doordat de patiënt steeds meer positieve ervaringen opdoet, werkt dit motiverend om actiever te worden en blijven. Programma: In de workshop wordt ingegaan op de mogelijke werkzame mechanismen van BA als toepassing voor negatieve symptomen van schizofrenie en wordt uitgelegd waarom juist verpleegkundigen geschikte behandelaren zijn voor deze methodiek. Geheel in de geest van BA is het daarnaast is het daarnaast vooral een kwestie van ‘doen’: in de workshop wordt geoefend met verschillende onderdelen uit het BANS-behandelprotocol. Docenten: - dr. Nynke Boonstra, GGZ Verpleegkundig Specialist, senior-onderzoeker, GGz Friesland / Noordelijke Hogeschool Leeuwarden - drs. Aaltsje Malda, gz-psycholoog, GGz Friesland / RijksUniversiteit Groningen - dr. Marieke Pijnenborg, gz-psycholoog, GGz Drenthe, universitair hoofddocent, RijksUniversiteit Groningen Contactadres GGZ Friesland VIP/WO&O mw .drs. A. Malda Sixmastraat 1 8932 PA Leeuwarden tel: 06-30856237 e-mail:
[email protected]
Middagsessies Phrenos Psychosecongres 'Grenzen verleggen' 13 november 2014
M15 15) Nieuwe behandelinterventies voor mensen met psychotische stoornissen Ronde I Het ontwikkelen en onderzoeken van nieuwe behandelinterventies voor mensen met een psychotische stoornis blijft een belangrijke speerpunt in het verbeteren van de uitkomst en kwaliteit van leven op meerdere aspecten. Op dit moment zijn er in Nederland verschillende wetenschappelijke onderzoeken die zich bezig houden met het ontwikkelen on onderzoeken van nieuwe behandelingen. In deze sessie zullen twee nieuwe interventies worden gepresenteerd. In het eerste onderzoek wordt door middel van psychomotore therapeuten en kickbokselementen geprobeerd mensen met een psychotische stoornis meer weerbaar te maken. De tweede interventie is een individuele behandeling om metacognitie te verbeteren waarbij er wordt gewerkt vanuit de ervaringen van de cliënt zelf. Tijdens de workshop zal er achtergrondinformatie gegeven worden over de interventie en zullen er praktische voorbeelden gegeven worden. Weerbaarheidstraining met kickbokselementen voor mensen met een psychotische kwetsbaarheid - B. de Vries Uit steeds meer onderzoek blijkt dat mensen met een psychotische stoornis een verhoogde kans hebben om slachtoffer te worden van geweld. Hier zijn verschillende risicofactoren voor aan te wijzen die deels samenhangen met het ziektebeeld. Zo kunnen sociaal cognitieve beperkingen, verminderd inzicht en problemen in de agressieregulatie een rol spelen in victimisatie. Daarnaast kan victimisatie het zelf-stigma vergroten waardoor het zelfvertrouwen, assertiviteit en empowerment omlaag gaat. Met als gevolg dat mensen minder goed voor zichzelf opkomen. Eenmaal slachtoffer dan is de kans op herhaling groot. Om deze vicieuze cirkel te doorbreken hebben we een psychomotorische weerbaarheidstraining met kickbokselementen ontwikkeld. In deze training worden kickboksoefeningen gebruikt om aan bovenstaande risicofactoren te werken. Vechtsport is een krachtig instrument waarmee (nieuwe) vaardigheden kunnen worden geoefend. Tijdens de presentatie wordt ingegaan op hoe vechtsport als therapeutisch middel ingezet kan worden. Metacognitieve psychotherapie voor mensen met een psychotische kwetsbaarheid R. van Donkersgoed, S. de Jong Uit onderzoek komt naar voren dat veel mensen met een psychotische stoornis tekorten hebben in de metacognitieve functies: het denken over en begrijpen van de eigen gevoelens, de gedachten en gevoelens van anderen, het loslaten van het eigen perspectief en het gebruiken van deze informatie in de omgang met dagelijkse problemen. Om deze functies te verbeteren is een nieuwe metacognitieve psychotherapie (MERIT) ontwikkeld. Centraal in deze therapie staat het narratief; er wordt gewerkt vanuit de ervaringen van de cliënt zelf, waarbij de therapeut continu bekijkt op welk metacognitief niveau de cliënt functioneert, en vragen stelt die de cliënt prikkelen tot het volgende niveau. Tijdens de presentatie zal kort worden ingegaan op het construct metacognitie, worden de diverse elementen van de therapie besproken, en worden resultaten van een pilotonderzoek en de ervaringen met de therapie gepresenteerd.
Middagsessies Phrenos Psychosecongres 'Grenzen verleggen' 13 november 2014
Docenten: - Voorzitter: drs. Annerieke de Vos, MSc, psycholoog, onderzoekscoördinator, GGz Drenthe / Neuroimaging Center UMC Groningen - drs. Rozanne van Donkersgoed, psycholoog i.o. gz-psycholoog, promovenda, RijksUniversiteit Groningen - Steven de Jong, promovendus, GGz Friesland / RijksUniversiteit Groningen - drs. Bertine de Vries, promovenda, RijksUniversiteit Groningen Contactadres GGZ Drenthe Langdurige zorg mw. A. de Vos, MSc Dennenweg 9 (de Vlint) 9404 LA Assen tel: 06-44266044 e-m:
[email protected]
Middagsessies Phrenos Psychosecongres 'Grenzen verleggen' 13 november 2014
M16 16) Wijs weg met stigma Ronde I ‘Daar sta ik dan, bij de ingang van het ggz terrein. Het beboste gebied buiten de stad waar in de kantine vaak gekscherende grappen over worden gemaakt. Het terrein waar ik zo een afspraak heb met mijn psychiater. Met gebogen hoofd en een knoop in mijn maag kijk ik schichtig om me heen. Ik hoop niet dat ik bekenden tegen kom; klasgenoten die naar huis of voetbaltraining fietsen terwijl ik ga praten over het slikken van medicijnen. Wat zouden ze denken als ze me hier zouden zien? Ze zouden me veroordelen, dat weet ik zeker. Misschien zouden ze denken dat ik gek ben, gevaarlijk misschien zelfs. Naar een date voor het volgende schoolfeest zal ik in ieder geval kunnen fluiten. Ik wil hier niet zijn. Ik wil hier niet bij horen. Met de steeds groeiende knoop in m’n maag probeer ik zo snel mogelijk uit het zicht te verdwijnen en trek m’n capuchon verder over m’n hoofd (anoniem, zorggebruiker, 2012)’. Stigmatisering is van grote invloed op de maatschappelijke positie en de kwaliteit van leven van mensen met psychische aandoeningen. (Zelf)stigmatisering doet zich niet alleen buiten maar ook binnen de GGz voor. Er bestaat dus een rol voor professionals om leniging te bewerkstelligen en te faciliteren. Voortbouwend op een internationaal project vanuit Stichting Wat Doe Jij langs anti-stigma-initiatieven wereldwijd, hebben Kenniscentrum Phrenos, Samen Sterk Zonder Stigma en GGz Drenthe de handen ineen geslagen om veelbelovende interventies op het gebied van stigmabestrijding en destigmatisering verder in Nederland te verspreiden. Daartoe hebben de bovenstaande partijen een wegwijzer ontwikkeld. De Wegwijzer Stigmabestrijding in de ggz. Gids naar praktijken die werken. Lessen, praktijken en voorbeelden (te downloaden via: http://www.samensterkzonderstigma.nl/downloads/) geeft handvatten in destigmatisering. Tijdens de workshop leert u belangrijke lessen over destigmatisering en krijgt u handvatten aangereikt en hoe deze in te zetten in de praktijk. We dagen de deelnemers uit hiermee aan de slag te gaan in de workshop. Wat ga jij doen, hoe en met wie? Literatuur: Paradigms Lost. Heather Stuart, Julio Arboleda-Florez, and Norman Sartorius OUP USA 978-0-19-979763-9 | Hardback | 28 June 2012 Programma: Workshop over het opzetten van destigmatiseringsprojecten binnen GGz-instellingen; de rol van ervaringsdeskundigen - Inleiding ambassadeur SSZS: Wat is stigma? Stigma binnen de muren - Gerdie Kienhorst: Wegwijzer - Kim Helmus: Wat werkt? - Workshop Wat Doe Jij?: Over het opzetten van destigmatiseringsprojecten binnen GGz-instellingen Van de deelnemers wordt verwacht dat zij bekend zijn met de Wegwijzer.
Middagsessies Phrenos Psychosecongres 'Grenzen verleggen' 13 november 2014
Docenten: - drs. Kim Helmus, gz-psycholoog i.o. tot cognitief gedragstherapeut, Molemann Tielens/Arkin/St. Wat doe jij? - Gerdie Kienhorst, penvoerder Wegwijzer, Kenniscentrum Phrenos - dr. Cees Slooff, psychiater, voorzitter Stichting Wat doe jij? - drs. Esther Sportel, psycholoog, GGz Drenthe - drs. Anita Hubner, ambassadeur Samen sterk zonder Stigma Contactadres Molemann Tielens De Brouwerij mw. drs. K. Helmus Hoogtekadijk 61 HS 1018 BE Amsterdam tel: 0647992807 e-m:
[email protected] [email protected]
Middagsessies Phrenos Psychosecongres 'Grenzen verleggen' 13 november 2014
M18 18) Naar een persoonlijke diagnostiek in een nieuwe GGz. De DSM-5 voorbij! Ronde I Over de afgelopen jaren werd er heel wat kritiek geleverd op de diagnostiek die de basis vormt van de behandeling in de GGZ. Bij de publicatie van het nieuwe DSM handboek waren veel mensen ontgoocheld. Voor anderen werd het duidelijker dat de verdergaande specificering van psychische aandoeningen de limiet van de zinvolheid bereikt had. Echter, heel ons professionele handelen is opgehangen aan deze diagnostiek en vaak zijn teams in zorgprogramma’s georganiseerd waarvoor deze diagnoses het uitgangspunt vormen. Met de publicatie van het boek ‘Persoonlijke Diagnostiek in een Nieuwe GGZ’* van Jim van Os waait er een nieuwe wind binnen de GGZ. In dit boek wordt een alternatief voor de klassieke psychiatrische diagnostiek voorgesteld: voorbij de DSM classificatie. Deze diagnostiek sluit aan bij de problematiek van het individu en biedt meer aangrijpingspunten voor de zorg. De persoonlijke diagnostiek is dynamisch (fasegericht) en ecologisch (houdt rekening met omstandigheden) en beperkt zich niet tot het disfunctioneren (de ziekte) maar biedt in balans evenveel aandacht voor de sterke kanten van het individu. Focus in de zorg kan verlegd worden van behandeling van ziekte naar een herstelgerichtheid met uitgebreide aandacht voor het opbouwen van weerbaarheid. Het is belangrijk dat deze nieuwe diagnostiek niet eindigt in verwarring maar dat er tools ontwikkeld worden waarmee transparant en collaboratief zorg ontwikkeld kan worden. In de workshop gaan we hierop in. * Persoonlijke diagnostiek in een nieuwe GGz - de DSM-5 voorbij! J. van Os, Diagnosis Uitgevers, 2014. Zie ook: - Naar een nieuwe GGz. Interview met wetenschapper en activist Jim van Os MGv 2014; 69 (5): 6-10
Docent: - prof. dr. Ph. Delespaul, klinisch psycholoog, hoogleraar Innovations in Mental Health, Universiteit Maastricht / programmaleider Integrale Zorg en Psychotische Stoornissen, Mondriaan, Maastricht/Heerlen Contactadres Maastricht University School for Mental Health & Neurosciences prof. dr. Philippe Delespaul Postbus 616 6200 MD Maastricht tel: 043-3884076 e-m:
[email protected]
Middagsessies Phrenos Psychosecongres 'Grenzen verleggen' 13 november 2014
M19 19) Over trauma gesproken Ronde II Trauma bij psychose staat op de kaart. Maar hoe ga je erover in gesprek? Bij de workshop leert u waarom het zo belangrijk is om trauma’s te bespreken. Op speelse wijze wordt geïllustreerd, bediscussieerd en geoefend hoe hulpverleners over trauma’s in gesprek kunnen geraken. Naar aanleiding van korte interactieve sketches worden verschillende manieren van het bespreken van trauma’s bediscussieerd. Daarna wordt geoefend met een handzaam model en heldere communicatieregels. Deze oefeningen zullen plenair nabesproken worden. Vervolgens wordt kort geschetst hoe gehandeld kan worden nadat de traumageschiedenis bekend is. Leerdoelen: - Het belang van trauma bij psychosen kennen - Trauma’s adequaat uit kunnen vragen - Adequaat kunnen reageren op onthulling van traumatisering - Weten hoe vervolgens te handelen Eventuele literatuur: Read, J. (2006). ‘Breaking the Silence: Learning Why, When and How to Ask About Trauma, and How to Respond to Disclosures’. In W. Larkin, A. Morrison (eds.) Trauma and Psychosis. London: Brunner-Routledge. Programma: - Inleiding over het nut van het uitvragen van trauma’s - Sketches en discussie - Presentatie van het trechtermodel + oefenen - Uitleiding over veiligheid, praten over trauma en over effectiviteit van PTSS-behandeling Docent(en): - drs. D. van den Berg, gz-psycholoog i.o. specialist, Parnassia - drs. P. de Bont, klinisch psycholoog/psychotherapeut, GGz Oost-Brabant - mw. drs. B. van der Vleugel, gz-psycholoog, GGz Noord-Holland-Noord Contactadres Parnassia Divisie Volwassenen drs. D. van den Berg Zoutkeetsingel 40 2512 HN Den Haag tel: 06-20304356 e-m:
[email protected]
Middagsessies Phrenos Psychosecongres 'Grenzen verleggen' 13 november 2014
M20 20) Positieve Activering: van demoralisatie naar herstel in de praktijk Ronde II De huidige herstelgerichte behandelvisie van GGZ-NHN richt zich op terugkeer en participatie in de maatschappij van cliënten met een ernstige psychiatrische aandoening. Het gaat erom dat de wensen en dromen bij de cliënt weer in beeld komen en dat die leidend worden voor de zorg. Binnen de psychiatrie is echter een veel voorkomende gedachte dat de cliënt eerst tot een bepaald niveau moet zijn behandeld om weer eigen regie te kunnen krijgen of nemen. Deze gedachte is verouderd en werkt verlammend, stigmatiserend en brengt zelden de eigen wil weer in beeld. Een groep van 40 cliënten verblijft al tientallen jaren op het terrein van de GGz. Bij veel van hen is er sprake van demoralisatie en (zelf)stigma waardoor ze zich een leven buiten de GGz moeilijk kunnen voorstellen. Hun herstelproces stagneert. Door de jaren heen zijn ook veel medewerkers hun geloof in de herstelmogelijkheden van deze cliënten uit het oog verloren, waardoor wat de cliënt echt motiveert steeds minder een onderwerp van gesprek is geworden. Onderzoek wijst uit dat het inzetten van token economy en cognitieve gedragstherapie effect heeft op demoralisatie van cliënten en medewerkers. Herstel is een persoonlijk en uniek proces. De wil en kracht om te herstellen komt vanuit de cliënt zelf. Het positief bekrachtigen van gedrag lijkt dan ook in eerste instantie haaks op de herstelgedachte te staan. Toch hebben gedragstherapeutische programma’s wel degelijk invloed op het herstelproces, omdat ze de kloof kunnen dichten tussen de oude manier van werken in psychiatrie (regie bij behandelaren) en de moderne herstelvisie (regie bij cliënt). De verwachting is dat het aanbieden van een tijdelijke extrinsieke motivatie cliënten zal helpen om in beweging te komen en het herstelproces zo op gang zal komen. We zijn het project ‘Positieve Activering’ gestart om deze groep cliënten weer in beweging te krijgen met behulp van sociale en materiële bekrachtiging. Het hervinden van hun dromen is hierbij het startpunt. Dit plan is in essentie gebaseerd op de token economies uit de jaren '70. Er zijn echter drie belangrijke verschillen: 1. Bij Positieve Activering wordt uitgegaan van wat cliënten zelf echt willen door expliciet te vragen naar hun (lang vervlogen) dromen. Hiermee wordt een beroep gedaan op hun intrinsieke motivatie om in beweging te komen. 2. De doelen zijn alleen gericht op activering en met name sociale bekrachtiging is essentieel. 3. Cliënten nemen op vrijwillige basis deel aan dit project. Door deze verschillen wordt het risico op de beheersmatigheid die vroeger met token economy gepaard ging aanzienlijk verkleind. Cliënten worden gevraagd naar hun droomdoel. Met dit droomdoel als uitgangspunt stellen cliënten en hun persoonlijke begeleiders (PB-ers) activeringsdoelen op en deze vullen ze in op een
Middagsessies Phrenos Psychosecongres 'Grenzen verleggen' 13 november 2014
doelenkaart. De doelen zijn ingedeeld in drie categorieën: plezier, sociaal en prestatie. Binnen elke categorie worden drie haalbare activiteiten geformuleerd. De uitvoering hiervan levert de cliënt, afhankelijk van de moeilijkheidsgraad, één of meerdere stempels op. De behaalde stempels kunnen cliënten inwisselen voor een door henzelf gewenste beloning. De doelen worden door cliënt en PB-er regelmatig geëvalueerd en bijgesteld. Vooraf is het team door psychologen getraind in het toepassen van gedragstherapeutische technieken: doelen stellen, motiveren en het geven van positieve bekrachtiging. Programma: - presenteren achtergrond en verloop van dit project. - kennismaken en oefenen met een andere, herstelgerichte manier van in gesprek gaan met deze mensen. Er wordt o.a. gebruik gemaakt van cognitief gedragstherapeutische gespreksvaardigheden. Het doel is de herstelvisie praktisch uitvoerbaar te maken. Docenten: - drs. M. Aoudjan, gz-psycholoog, - mw. drs. H. Begheyn, gz-psycholoog, GGz Noord-Holland-Noord Contactadres GGZ Noord-Holland-Noord Afdeling: Cluster Heiloo-Bergen mw. drs. H.C. Begheyn De Strandwal 32 1851 VM Heiloo tel: 06-10168248 e-m:
[email protected]
Middagsessies Phrenos Psychosecongres 'Grenzen verleggen' 13 november 2014
M21 21) Dwang voorkomen met Eigen Kracht-conferenties Ronde II Een belangrijke doelstelling van de toekomstige Wet verplichte ggz (Wvggz) is het zoveel mogelijk voorkomen van verplichte zorg. Dit mag alleen worden opgelegd als het echt niet anders kan en alle alternatieven voor vrijwillige zorg zijn uitgeput. Een instrument om verplichte zorg te voorkomen is de mogelijkheid die patiënten krijgen om met hun naastbetrokkenen een eigen plan te maken en daarmee verplichte zorg af te wenden. Jolijn Santegoeds heeft samen met de Eigen Krachtcentrale het zogenaamde Eindhovens Model ontwikkeld. Dit is een model waarbij kwaliteitsnormen over zeggenschap, zelfbeschikking, ontvoogding en ondersteuning leidend zijn bij de besluitvorming over het voorkomen van dwang. De afdeling Metamedica van het VUmc in Amsterdam doet onderzoek naar de vraag of en hoe dit mogelijk is. Er worden 60 zogenaamde Eigen Kracht-conferenties (Ek-c’s) gehouden in Groningen, Eindhoven en Holland Noord. De Centrumgemeenten Groningen, Eindhoven, Alkmaar, Hoorn en Den Helder met subsidie van de provincie Noord-Holland betalen de EK-c’s. Het ministerie van VWS financiert het onderzoek en GGZ Nederland de tijd die gemoeid is met het includeren van patiënten. Het onderzoek vindt plaats bij drie GGZ-instellingen, te weten Lentis, GGzE en GGZ Noord-Holland-Noord. Programma: In de workshop wordt ingegaan op de eerste ervaringen en de uitdagingen die EK-c’s voor de praktijk met zich meebrengen. Welke situatie lenen zich (niet) voor een Ek-c? Kunnen alle patiënten dit aan? Sommige patiënten hebben nauwelijks een sociaal netwerk, is het dan wel inzetbaar? Soms zijn familieleden zo overbelast, kan het dan wel? Het gevaar afwenden door de kring groter te maken, werkt in de jeugdzorg, maar werkt het in de psychiatrie ook? Docenten: Henk Willem Klaassen, SPV, GGz Noord-Holland-Noord Gert Schout, projectleider project Eigen Kracht bij BOPZ, afd. Metamedica, VUmc Contactadres VUmc afd. Metamedica dr. G. Schout Van der Boechorststraat 7 1081 BT Amsterdam tel: 06-10578435 e-m:
[email protected]
Middagsessies Phrenos Psychosecongres 'Grenzen verleggen' 13 november 2014
M22 22) Politie en GGZ : beter worden in samenwerking Ronde II De politie is ongeveer 15-20% van zijn tijd bezig met mensen met psychiatrische en/of verslavingsproblematiek. Het kan gaan om acute situaties maar ook om zorgmijders of mensen die vanuit psycho-sociale problematiek anderen bedreigen of stalken. Met de verdere ambulantisering is de verwachting dat dit zeker niet minder zal worden. In de afgelopen twee jaar is het aantal meldingen over mensen met psychische problematiek gegroeid van 40.000 in 2011 naar 52.000 in 2013. De politie en de GGz zijn daarmee vanzelfsprekende partners. Maar hoe gaat het met die samenwerking? Wat gaat goed en wat is er voor verbetering vatbaar? Programma: - een korte inleiding over een aantal thema’s uit het samenwerkingsconvenant Politie - GGZ Nederland: 1) Acute situaties: Good practices en laatste ontwikkelingen op het gebied van samenwerking Politie-GGz 2) O.G.G.Z en samenwerking in de wijken. Wie doet wat en hoe organiseer je dat? Voorbeelden uit de praktijk 3) Dreigingsmanagement: wat doet de politie aan het terugdringen van risico’s bij mensen die een fixatie hebben op politici of het koningshuis en hoe wordt daarin samengewerkt met de GGz? - Aan de hand van de dilemmamethode drie situaties met de deelnemers uitwerken. Doel daarbij is inzicht te krijgen in verwachtingen, elkaars rol en taak en mogelijkheden en onmogelijkheden te bespreken. Docenten: - H. van Dijk, voorzitter Landelijk Platform Politie en GGz, Politie Eenheid Rotterdam - mw. drs. B. Voerman, recherche-psycholoog, - D. Rammers, SPV, consulent GGz, Team Dreigingsmanagement, Politie Landelijke Eenheid Contactadres Politie Landelijke Eenheid Team Dreigingsmanagement D.C. Rammers Consulent GGz Europaweg 45 2711 EM Zoetermeer tel: 088-6629364 / 06-17750868 e-m:
[email protected] /
[email protected]
Middagsessies Phrenos Psychosecongres 'Grenzen verleggen' 13 november 2014
M23 23) Snelle effectieve behandeling van stemmen horen bij jongeren Ronde II Audito is een ambulante voorziening opgestart in januari 2014 voor kinderen en adolescenten en voor verstandelijk gehandicapten die stemmen horen. De behandelmethode is Hallucinatie Integratieve Therapie (HIT), maar dan een op de capaciteiten en leeftijd aangepast. Audito behandelt jongeren met gehoorhallucinaties. De eerste resultaten zijn verbluffend: 90 % van de jongeren raakte de stemmen kwijt binnen vijf sessies. Dit ondanks dat de stemmen minstens 1 jaar bestonden en duidelijk negatieve invloed hadden op stemming, gedrag en schoolprestaties. De laatste klachten verbeterden aanzienlijk; ouders meldden dat ze hun kind weer terug hadden. Programma: - Inleiding over stemmen horen bij kinderen - Casuïstiek presentatie - Discussie naar aanleiding van een andere casus of, liever, casus aangedragen vanuit de deelnemers. Docent: dr Jack Jenner, psychiater, Hoofd afdeling Audito, Juneco Ten Boer Contactadres JUNECO Audito Dr. J.A. Jenner H. Westerstraat 17c 9791 CS ten Boer tel: 06-37472137 e-m:
[email protected]
Middagsessies Phrenos Psychosecongres 'Grenzen verleggen' 13 november 2014
M24 24) Het meten en behandelen van bewegingsstoornissen Ronde II Bewegingsstoornissen komen in de psychiatrie veel voor bijvoorbeeld als onderdeel van een psychiatrisch ziektebeeld of als bijwerking van medicijnen. Het betrouwbaar en valide vastleggen van de ernst en het type bewegingsstoornis is zowel voor onderzoek als klinisch van groot belang. Traditioneel werden bewegingsstoornissen bepaald met behulp van rating scales en klinische beoordeling. Meer recent zijn echter ook methoden ontwikkeld om bewegingsstoornissen instrumenteel (mechanisch en/of elektronisch) te meten, hetgeen sensitiever en betrouwbaarder blijkt te zijn. Dit biedt in potentie veel mogelijkheden. Tardieve dyskinesie is een ernstige bijwerking van dopamine blokkerende medicijnen, veelal antipsychotica. Het kan soms irreversibel zijn en daarom is preventie en behandeling van tardieve dyskinesie van groot belang. Relatief veel gebruikte preventieve en behandelinterventies worden besproken alsook een veelbelovende nieuwe behandeling voor zeer ernstige therapieresistente tardieve dyskinesie. Resultaten bij niet-psychiatrische patiënten komen aan de orde en de opzet van een studie bij patiënten met schizofrenie. Programma: - Anne Willems: Het instrumenteel meten van bewegingsstoornissen versus meten met rating scales - Thierry Mentzel: Een elektronische meetmethode voor bradykinesie, techniek en klinische relevantie - Peter van Harten: Behandeling van medicatie-geïnduceerde bewegingsstoornissen - Charlie Mentzel: Deep Brain Stimulation voor ernstige therapieresistente tardieve dyskinesie De inleidingen worden aangevuld met videobeelden en een demonstratie van het elektronisch meten van bradykinesie. Docenten: - prof. dr. P. van Harten, psychiater, directeur Innova, GGz Centraal, bijzonder hoogleraar, Universiteit Maastricht - C. Mentzel MSc, psychiater in opleiding, GGz Centraal, PhD student bij GGz Centraal en Universiteit Maastricht - T. Mentzel MSc, PhD student bij GGz Centraal en Universiteit Maastricht - mw. A. Willems MSc, coördinator wetenschappelijk onderzoek, GGz Centraal/Universiteit Maastricht Contactadres GGz Centraal Innova, wetenschappelijk onderzoek mw. drs. A.E. Willems Postbus 3051 3800 DB Amersfoort tel: 033-4609568 e-m:
[email protected]
Middagsessies Phrenos Psychosecongres 'Grenzen verleggen' 13 november 2014
M25 25) Toepassing dimensielijst psychopathologie psychosen Ronde II Om tot een betere diagnostiek te komen, is het model van stadiëring en profilering voor mensen met een psychose een zinvolle aanvulling op de huidige DSM 5-categorieën. Stadiëring verschaft inzicht in het beloop (verhoogd risico, 1e psychose, recidive, chronisch psychotisch beeld). Profilering brengt de verschillende dimensies van de psychose in beeld. DSM 5 heeft als suggestie voor nader onderzoek een lijst opgenomen met 8 dimensies van psychopathologie die van belang zijn bij psychotische patiënten. Per dimensie kan de ernst worden aangegeven, vergelijkbaar met meting bij de PANSS. De lijst is zowel voor de patiënt als voor de behandelaar een handige en nuttige methode om naast de diagnose te laten zien waar het zwaartepunt van de symptomen ligt en wat sterke punten zijn. Ook het beloop kan hiermee worden vastgelegd. Binnen het UCP wordt sinds enige tijd met een dergelijk model gewerkt. In de workshop wordt de werkwijze rond deze dimensie-lijst uitgelegd. Vervolgens wordt een aantal vignetten in groepjes gescoord op deze lijst en plenair besproken. Ten slotte is er discussie over het nut van deze methode en mogelijkheden voor implementatie in de praktijk. Programma: - Achtergronden en uitleg van de dimensielijst psychopathologie. Plaatsing binnen de diagnostiek en demonstratie (30 min.). - Uitreiking vignetten en scoring in kleine groepjes (15 min.) - Rapportage vanuit kleine groepjes en scoring (15 min.) - Discussie over toepassing in klinische praktijk (15 min.) Docenten: - dr. R. Bruggeman, psychiater, - drs. F. Nienhuis, klinisch psycholoog, UCP, UMC Groningen - dr. W. Veling, psychiater, afd. Psychiatrie, UMC Groningen Contactadres UMCG UCP drs. F.J. Nienhuis Hanzeplein 1, CC 44 9713 GZ Groningen tel: 050-3612077 e-m:
[email protected]
Middagsessies Phrenos Psychosecongres 'Grenzen verleggen' 13 november 2014
M26 26) Wellness Recovery Action Plan, een nieuwe manier om je welbevinden te managen! Ronde II Het Wellness Recovery Action Plan (WRAP) begint langzaam maar zeker bekend te raken binnen de geestelijke gezondheidszorg. Dit zelfhulpinstrument bestaat uit verschillende ‘tools’ die cliënten helpen om zich goed te voelen. De methodiek die is ontwikkeld past uitstekend binnen de herstelvisie. Vanuit alle provincies in Nederland en daarbuiten is vraag naar het plan. Wij willen ons enthousiasme over de WRAP met de bezoekers delen! Programma: Tijdens de workshop zal er inhoudelijk op het plan en de methodiek worden ingegaan, komen onderzoek (status ‘evidence based practice’ verkregen in USA e.a.), ervaringen en resultaten van de implementatie in Nederland aan de orde en zal er praktisch worden geoefend met één van de onderdelen van de WRAP. Docenten: - Dienke Boertien, Programmacoördinator Herstel, Ervaringsdeskundigheid en Participatie, Advanced Level Facilitator WRAP, Kenniscentrum Phrenos - Annette Furnemont, coördinator/ervaringswerker, Advanced Level Facilitator WRAP, GGz Noord-Holland-Noord- eventueel deelnemer WRAP Contactadres GGZ Noord-Holland-Noord FACT Wijkteam Zuid mw. A. Furnemont Rhijnvis Feithlaan 150C 1813 KV Alkmaar tel: 06-10115454 e-m:
[email protected]
Middagsessies Phrenos Psychosecongres 'Grenzen verleggen' 13 november 2014
M27 27) Implementatie van leefstijlinterventies bij ernstige psychiatrische aandoeningen Ronde II Een ongezonde leefstijl en het gebruik van antipsychotica zorgt voor een verhoogd risico op cardiometabool syndroom bij patiënten met ernstige psychische aandoeningen. Het verbeteren van de leefstijl (voeding en beweging) is dan ook een belangrijk aandachtspunt in de behandeling van EPA-patiënten. Niet alleen de gezondheid en daarmee obesitas en (het risico op) cardiometabool syndroom kan verbeteren door het inzetten van leefstijlinterventies, maar ook kunnen leefstijlinterventies psychosociale factoren zoals empowerment en kwaliteit van leven verbeteren. Programma: dr. Frederike Jörg zal een inleiding geven in het belang van leefstijlinterventies in het algemeen en het belang van interventies die zich richten op langdurige effecten. drs Anne Looijmans en drs Annemarie Stiekema zullen vervolgens kort de effecten bespreken van een specifiek op de obesogene omgeving gerichte leefstijlinterventie op somatische en psychosociale factoren. Natasja Kuipers zal vertellen hoe deze leefstijlinterventie haar afdeling inspireerde om samenwerking te zoeken met het CIOS Heereveen in het opzetten van een nieuw leefstijlprogramma in de BW. Deze presentaties zullen in totaal maximaal 30 minuten duren. In het algemeen is de tendens dat succesvolle resultaten met bijvoorbeeld een intensief sportprogramma snel wegzakken wanneer de interventie stopt. De grote uitdaging voor de toekomst ligt in het vasthouden van dergelijke successen en in het verweven van leefstijlinterventies in de reguliere zorg. Na de korte introductie van de verschillende sprekers, zullen de laatste 45 minuten een interactief karakter hebben. We zullen met elkaar bespreken hoe dergelijke leefstijlinterventies een plek kunnen krijgen in de reguliere zorg en hoe we de gestarte interventies in gang kunnen houden. Hiervoor zullen we vooral gebruik maken van praktijkvoorbeelden van de onderzochte interventies en van de inbreng van het publiek. Docenten: - mw. dr. F. Jörg, senior-onderzoeker, GGz Friesland/RGOc, UMC Groningen - mw. N. Kuipers, teammanager Mind-Up wonen, GGz Friesland - mw. drs. A. Looijmans, promovenda, RGOc en Epidemiologie, UMC Groningen - mw. drs. A. Stiekema, promovenda, Langdurige Rehabilitatie, Lentis Contactpersoon: Lentis Langdurige Rehabilitatie mw. dr. L. van der Meer senior-onderzoeker Lagerhout E35, k 1.005, Postbus 128 9470 AC Zuidlaren tel: 050-4097846 e-m:
[email protected]
Middagsessies Phrenos Psychosecongres 'Grenzen verleggen' 13 november 2014
M28 28) De Brouwerij: effecten van een yogaherstelreis op 9 mensen met een psychische kwetsbaarheid Ronde II De Brouwerij is een kleinschalig psychiatrisch centrum in Amsterdam. Het is een behandelplek, huiskamer en werkruimte ineen. Hier kunnen cliënten terecht met psychotische of aanverwante klachten. De behandelaars van MoleMann Tielens werken vanuit een visie die is gebaseerd op aandacht, vertrouwen, optimisme en kameraadschap. In de workshop staan we kort stil bij manieren om in contact te komen en te blijven met mensen die getroffen zijn door een psychose. Er is bewijs dat yoga psychiatrische symptomen en stressgevoelens vermindert (Vancampfort e.a., 2011). Onderdeel van het aanbod van de Brouwerij zijn herstelreizen waarin yoga beoefend wordt. We zullen ingaan op de ervaringen en effecten van een yoga reis in mei dit 2014 naar Frankrijk op de klachten van mensen met een psychische kwetsbaarheid. Verondersteld wordt dat factoren als beweging, meditatie, reizen, slapen, contact net als bij de gemiddelde populatie een bijdrage aan kwaliteit van leven heeft en klachten kunnen doen reduceren. Aan de reis is een klein onderzoek gekoppeld. Gekeken wordt, in hoeverre deze intensieve yoga praktisering klachten als slecht slapen, onrust of spanning doet afnemen. De resultaten zullen worden gepresenteerd. Relevante literatuur: - Vancampfort, D., Probst, M., Knapen, J., Demunter, H., Peuskens, J, & De Hert, M. (2011). Lichaamsgerichte werkvormen binnen de psychomotorische therapie voor mensen met schizofrenie: een literatuuronderzoek. Tijdschrift voor Psychiatrie, 53 (8), 531-541. - S. Achor, (2010). Happiness adventage. Crown Business US: New York. - Eshvendar, R., Narendra, L., Maneti, B.J., Thipparaboina, R. (2014). Effect of meditation on neurophysiological changes in stress mediated depression. Complementary Therapies in Clinical Practice. 20(1), 74–80.
Programma: - Inleiding over de werksetting en visie van de Brouwerij. - Theorie en achtergrond over yoga en psychopathologie. - Presentatie over de yoga-reis en de effecten worden kenbaar gemaakt. Er wordt beschreven hoe de reis tot stand is gekomen en welk programma werd gehanteerd. - Praktisch en experiëntieel deel waarin de deelnemers een echte yoga-ervaring kunnen meemaken zoals deze tijdens de reis is beleefd. Er zullen een drietal opwarmingsoefeningen gedaan worden en afsluitend een meditatie die gedurende de week dagelijks is beoefend. - Discussie: met elkaar van gedachten wisselen of en welke rol dit soort projecten kunnen spelen in de huidige GGz. Docenten: - Kim Helmus MSc, gz-psycholoog i.o. tot cognitief gedragstherapeut, Molemann-Tielens en Mentrum Amsterdam - Pim Jansen BSc, Yogi & maatschappelijk werker, participant yoga-reis, Molemann Tielens Amsterdam - Yogareis participant, klant bij Molemann Tielens Contactadres Molemann-Tielens De Brouwerij P. Jansen Hoogtekadijk 61 hs 1018 BE Amsterdam tel: 088-0201350 e-m:
[email protected] Middagsessies Phrenos Psychosecongres 'Grenzen verleggen' 13 november 2014
M29 29) Zelfregie met Resource-ACT binnen (F)ACT-teams Ronde II Implementatie van de methodiek van Resource-ACT binnen (F)ACT teams. Na een bezoek aan het RACT-team te Goteburg in Zweden zijn we geïnspireerd geraakt door de manier waarop ze er daar in slagen de regie door de cliënt te laten voeren! De cliënt stelt bij de start van de behandeling zelf een groep mensen samen, die met elkaar aan in het behandelplan geformuleerde doelen gaan werken. Vaste partners in deze groep zijn de psychiater en de casemanager van het Fact-team. Verder kiest de cliënt de voor hem waardevolle naasten die hij nauw wil betrekken bij de uitvoering van zijn behandelplan. Na een uitgebreid assessment door de casemanager met de cliënt en de uitgekozen naasten, stelt de cliënt met hulp van de casemanager een behandelplan op. Hierna komt het gevormde team bij elkaar en vergadert over het behandelplan waarbij duidelijk moet worden wie wat doet om de gestelde doelen te bereiken. Er wordt bepaald met welke frequentie men bij elkaar komt om het plan te evalueren. Met als toekomstvisie: de cliënt kan uiteindelijk met zijn eigen gekozen team verder zonder begeleiding van het Fact-team. Wij (GGZ Noord-Holland-Noord en GGZ Mondriaan) startten met een pilot RACT binnen FACT om het herstelgericht werken en bevorderen van maatschappelijke participatie binnen de begeleiding van cliënten meer handvaten te geven. In de workshop willen we de visie en methodiek van RACT presenteren en aan de hand van praktijkervaringen illustreren. Met als doel andere GGZ instellingen enthousiast te krijgen om ook een pilot te starten. Programma: - Uitleg RACT en pilot GGZ Noord-Holland-Noord en GGZ Mondriaan - Aan de slag met een oefening: stel zelf een team samen; wie kies je en wat bepaalt dat je tot deze keuze komt? Kortom wie zijn eigenlijk belangrijk voor je als je steun nodig hebt….. - Hoe werkt het in de praktijk, als het kan samen met een cliënt. - Eerste resultaten…. Docent(en): - Sandra Bakker, casemanager/teamcoördinator (F)ACT-wijkteam Alkmaar West, GGz Noord-Holland-Noord - Karin Windeln, teamcoördinator (F)ACT-team Heerlen, Mondriaan - cliënt met RACT-ervaring Contactadres GGZ Noord-Holland-Noord FACTwijkteam Alkmaar West mw. A.A. Bakker Oude Hoeverweg 10 1816 BT Alkmaar tel: 06-12927014 e-m:
[email protected] Middagsessies Phrenos Psychosecongres 'Grenzen verleggen' 13 november 2014
M31 31) De Familie Motiverende Interventie (FMI) revisited Ronde II Motiverende gespreksvoering (MGV) is een wijze van communiceren, waarbij men aansluit op de fase van verandering van de betrokkene. Elke fase vereist zijn eigen specifieke interventies. Bij de Familie Motiverende Interactievaarheden (FMI) worden ouders en andere naastbetrokken van cliënten in MGV getraind. Oorspronkelijk richtte deze vaardigheidstraining zich op betrokkenen van mensen met een psychose en middelenafhankelijkheid. Uit onderzoek bleek FMI effectief. Ouders van adolescenten met cannabisgebruik en schizofrenie leerden MGV daadwerkelijk toepassen én dat leidde tot een afname van cannabisgebruik en craving bij de onderzochte cliënten. Bij vervolgonderzoek na 15 maanden bleek FMI in vergelijking met alleen familiebegeleiding nog steeds effectiever in het reduceren van het gebruik van cannabis en craving. Ook bleek FMI effectiever in het verlagen van de stress en het verhogen van het welbevinden van ouders. In de praktijk blijkt FMI ook toepasbaar bij andere belangrijke thema’s die spelen bij mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen, zoals medicatietrouw, zelfzorg, passiviteit en sociale teruggetrokkenheid. Het kan een manier zijn om uit de vicieuze cirkel te komen van een omgeving die door conflicten, onbegrip en gevoelens van machteloosheid het bestaande gedrag in stand houdt of zelfs verergert. Programma: - Presentatie opzet en wetenschappelijke onderbouwing van FMI - Oefening in uitleggen van het wiel van verandering - Demonstratie door middel van een rollenspel - Discussie over do’s & don’ts in de groep - Videofragment van een deelnemer aan FMI. Docenten: - dr. R. Keet, psychiater, directeur behandelzaken, divisie Maatschappelijke Psychiatrie, J. van Oudenhoven, casemanager FACT-wijkteam Alkmaar-West, mw. drs. S. Veerman, psychiater, FACT- wijkteam Alkmaar Zuid, GGz Noord-Holland-Noord Contactadres GGZ Noord-Holland Noord Divisie Maatschappelijke Psychiatrie mw. drs. S. Veerman Oude Hoeverweg 10 1816 BT Alkmaar tel:06-23993164 e-m:
[email protected]
Middagsessies Phrenos Psychosecongres 'Grenzen verleggen' 13 november 2014
M32 32) Ontwikkelingen Richtlijn Schizofrenie: praktijk, onderzoek en zorginnovatie Ronde II De Richtlijn Schizofrenie is in 2012 uitgekomen. Inmiddels zijn we twee jaar verder. Hoe implementeren behandelteams de richtlijn? Weet men wat thuishoort in de basiszorg van zorgprogramma’s? Hoe zouden we de richtlijn kunnen implementeren door gebruik te maken van routine outcome monitoring (ROM)? Bieden we voldoende interventies uit de richtlijn aan als we dit koppelen aan ROM-uitkomsten? En welke nieuwe ‘training on the spot’ psychosociale interventies zijn er ontwikkeld op basis van de adviezen uit de richtlijn? En wat zijn hiervan de eerste resultaten? De workshop heeft als centrale pijler de Richtlijn Schizofrenie, maar laat zowel het praktische aspect ervan zien (wat hoort thuis in een zorgprogramma?, visie op toekomst richtlijn), de onderzoeksimplementatie-kant (gebruiken we ROM voldoende om evidence based interventies adequaat aan te bieden, TREAT-project) als het zorginnovatieve aspect (nieuwe ‘on the spot’ interventie, Hospitality Project). Programma: - Lezing 1: Basiszorg voor mensen met schizofrenie: psychosociale interventies en verpleegkundige zorg S. Castelein - Lezing 2: Het TReatment E-AssisT (TREAT)-project: Uitkomsten ROM gebruiken in het aanbieden van evidence based interventies M. Tasma - Lezing 3: Het Hospitality project: Eerste pilot resultaten van een nieuwe ‘on the spot’ interventie J.S. Vogel Docenten: mw. dr. Stynke Castelein, senior-onderzoeker, medisch socioloog, Lentis Groningen mw. drs. Magda Tasma, promovenda, Sjoerd Vogel, verpleegkundige/klinisch epidemioloog, promovendus, Lentis Research, Lentis Contactadres Lentis Lentis Research mw. dr. S. Castelein Hereweg 80 9725 AG Groningen tel: 06-10654261 e-m:
[email protected]
Middagsessies Phrenos Psychosecongres 'Grenzen verleggen' 13 november 2014