Micro HI-FI Component System Gebruiksaanwijzing
Voorbereidingen Netwerkverbinding Bediening Aanvullende informatie Problemen oplossen Voorzorgsmaatregelen/ Specificaties
CMT-MX700Ni/MX750Ni
WAARSCHUWING Om de kans op brand te verkleinen, mag u de ventilatieopeningen van het apparaat niet afdekken met een krant, tafelkleed, gordijn, enz. Plaats ook geen voorwerpen met open vuur, brandende kaarsen, op het apparaat. Om de kans op brand of elektrische schokken te verkleinen, mag u het apparaat niet blootstellen aan druppels of spetters, en mogen geen voorwerpen die met een vloeistof zijn gevuld, zoals een vaas, op het apparaat worden gezet. Aangezien de hoofdstekker wordt gebruikt om het apparaat los te koppelen van het elektriciteitsnet, sluit u het apparaat aan op een gemakkelijk bereikbaar stopcontact. Mocht u een abnormale situatie van het apparaat ontdekken, dan trekt u de netstekker onmiddellijk uit het stopcontact. Installeer de stereo-installatie niet in een krappe ruimte, zoals een boekenkast of ingebouwde kast. Stel batterijen of apparaten waarin batterijen worden gebruikt niet bloot aan buitensporige hitte, zoals zonlicht, vuur en dergelijke. Het apparaat is niet losgekoppeld van het elektriciteitsnet zolang de stekker in het stopcontact zit, ondanks dat het apparaat zelf is uitgeschakeld.
VOORZICHTIG Het gebruik van optische instrumenten met dit apparaat zal de kans op oogbeschadiging vergroten.
Behalve voor klanten in de VS en Canada
Dit apparaat is geclassificeerd als een KLASSE 1 LASER product. Deze aanduiding bevindt zich aan de achterkant van het apparaat.
2NL
Voor klanten in Europa
Frankrijk:
Deugdelijk afgeschermde en geaarde kabels en stekkers moeten worden gebruikt voor verbindingen met hostcomputers en/of randapparatuur.
De WLAN-functie van dit Micro HIFI Component System mag uitsluitend worden gebruikt binnen gebouwen. Ieder gebruik van de WLAN-functie van dit Micro HI-FI Component System buiten gebouwen is verboden op Frans grondgebied. Zorg ervoor dat de WLAN-functie van dit Micro HI-FI Component System is uitgeschakeld alvorens het apparaat buiten gebouwen te gebruiken. (ART Decision 2002-1009 zoals gewijzigd door ART Decision 03-908, betreffende gebruiksbeperkingen voor radiofrequenties.)
Kennisgeving aan klanten: de volgende informatie is alleen van toepassing op apparaten verkocht in landen waarin de EUrichtlijnen geldig zijn. De fabricant van dit product is Sony Corporation, 1-7-1 Konan Minato-ku Tokyo, 108-0075 Japan. De geauthoriseerde vertegenwoordiging voor EMC en produkt veiligheid is Sony Deutschland GmbH, Hedelfinger Strasse 61, 70327 Stuttgart, Duitsland. Voor service- of garantiezaken verwijzen wij u graag naar de addressen in de afzonderlijke service/garantie documenten. Hierbij verklaart Sony Corp. dat het toestel in overeenstemming is met de essentiële eisen en de andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. Nadere informatie kunt u vinden op: http://www.compliance.sony.de/
Dit product is bedoeld voor gebruik in de volgende landen: AT, BE, CH, CZ, DE, DK, ES, FI, FR, GB, GR, HU, IE, IT, NL, NO, PL, PT, RO, SE, SK
Voor klanten die dit product gebruiken in de volgende landen: Noorwegen: Gebruik van deze radioapparatuur is niet toegestaan binnen het geografische gebied met een straal van 20 km rondom het centrum van Ny-Alesund, Svalbard.
Italië: Het gebruik van het RLAN-netwerk wordt bepaald: – met betrekking tot persoonlijk gebruik door juridisch besluit 1.8.2003, nr. 259 ("Richtlijn voor elektronische communicatie"). In Artikel 104 wordt in het bijzonder aangegeven wanneer het verkrijgen van algemene toestemming vooraf noodzakelijk is, en in Artikel 105 wanneer vrij gebruik is toegestaan. – met betrekking tot het leveren van openbare RLAN-toegang tot telecomnetwerken en –services door Ministerieel besluit 28.5.2003, zoals aangepast, en Artikel 25 (algemene toestemming voor elektronische communicatienetwerken enservices) van de Richtlijn voor elektronische communicatie.
Verwijdering van oude elektrische en elektronische apparaten (Toepasbaar in de Europese Unie en andere Europese landen met gescheiden inzamelingssystemen) Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwerkt, voorkomt u voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. De recycling van materialen draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke bronnen. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Verwijdering van oude batterijen (in de Europese Unie en andere Europese landen met afzonderlijke inzamelingssystemen) Dit symbool op de batterij of verpakking wijst erop dat de meegeleverde batterij van dit product niet als huishoudelijk afval behandeld mag worden. Op sommige batterijen kan dit symbool voorkomen in combinatie met een chemisch symbool. De chemische symbolen voor kwik (Hg) of lood (Pb) worden toegevoegd als de batterij meer dan 0,0005 % kwik of 0,004 % lood bevat. Door deze batterijen op juiste wijze af te voeren, voorkomt u voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Het recycleren van materialen draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke bronnen. In het geval dat de producten om redenen van veiligheid, prestaties dan wel in verband met dataintegriteit een permanente verbinding met batterij vereisen, dient deze batterij enkel door gekwalificeerd servicepersoneel vervangen te worden. Om ervoor te zorgen dat de batterij op een juiste wijze zal worden behandeld, dient het product aan het eind van zijn levenscyclus overhandigd te worden aan het desbetreffende inzamelingspunt voor de recyclage van elektrisch en elektronisch materiaal. Voor alle andere batterijen verwijzen we u naar het gedeelte over hoe de batterij veilig uit het product te verwijderen. Overhandig de batterij bij het desbetreffende inzamelingspunt voor de recyclage van batterijen. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product of batterij, neemt u contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
3NL
Voordat u dit systeem bedient
Over auteursrechtenbescherming Muziekgegevens mogen niet worden gebruikt zonder toestemming van de auteursrechtenhouder, behalve bij gebruik uitsluitend voor persoonlijk genot.
Over de afbeeldingen die in deze gebruiksaanwijzing worden gebruikt De afbeeldingen en schermweergaven die in deze gebruiksaanwijzing worden gebruikt, kunnen verschillen van de werkelijke schermen. In deze gebruiksaanwijzing worden de afbeeldingen van het Europese model gebruikt. Echter, ook de afbeeldingen van een bepaald model dat andere functies heeft, worden in deze gebruiksaanwijzing gebruikt om die functies te beschrijven.
Deze gebruiksaanwijzing gebruiken Deze gebruiksaanwijzing beschrijft hoe het apparaat moet worden gebruikt hoofdzakelijk met behulp van de toetsen van de afstandsbediening. De toetsen op het apparaat zelf met dezelfde of een soortgelijke naam als de toetsen op de afstandsbediening, kunnen worden gebruikt om dezelfde bedieningen uit te voeren.
4NL
Over services die kunnen worden gebruikt via een internetverbinding Merk op dat internetservices onderhevig zijn aan wijzigingen of beëindiging zonder voorafgaande kennisgeving. Storingen die optreden tijdens normaal gebruik van het systeem zullen door Sony worden gerepareerd volgens de voorwaarden die zijn gedefinieerd in de beperkte garantie op dit systeem. Sony zal echter niet aansprakelijk zijn voor enigerlei gevolg voortvloeiend uit het niet kunnen weergeven als gevolg van een beschadigd of niet-werkend systeem.
Inhoud
Voordat u dit systeem bedient.................................................................. 4 Kenmerken van dit systeem..................................................................... 8 Genieten van muziek uit diverse bronnen ............................................. 8 Het systeem gebruiken met DLNA-compatibele apparaten ..................... 8
Voorbereidingen De bijgeleverde accessoires controleren ................................................. 9 Overzicht van de onderdelen en bedieningsorganen ............................. 10 Hoofdapparaat ............................................................................... 10 Afstandsbediening .......................................................................... 11 Tekens invoeren............................................................................. 13 Gebruik van een menu/lijst ............................................................... 14 Het apparaat, de afstandsbediening en de luidsprekers voorbereiden...................................................................................... 15 De antennes, de luidsprekersnoeren en het netsnoer aansluiten ........... 15 De afstandsbediening gebruiken....................................................... 17 De luidsprekerkussentjes bevestigen ................................................ 17 Een iPod/iPhone gebruiken .............................................................. 17 De draadloze-LAN-antenne gebruiken............................................... 18 Basisinstellingen maken ........................................................................ 19 Het systeem inschakelen ................................................................. 19 De klok instellen ............................................................................. 19 Het demonstratiescherm uitschakelen ............................................... 20 De automatische stand-byfunctie uitschakelen ................................... 20
Netwerkverbinding Het systeem verbinden met uw thuisnetwerk......................................... 21 De draadloos-LAN-omgeving van het thuisnetwerk controleren ............. 22 Zoeken naar een accesspoint en instellen van een draadloos netwerk (accesspoint-scanmethode) ........................................................ 22 Een draadloos netwerk instellen met behulp van een accesspoint dat compatibel is met WPS ............................................................... 24 Een bedraad netwerk instellen .......................................................... 26
5NL
Bediening Een cd/mp3-disc weergeven..................................................................28 Naar de radio luisteren...........................................................................30 Afstemmen op een zender ...............................................................30 Voorkeurzenders instellen ...............................................................32 Een eerste DAB-scan handmatig uitvoeren ........................................32 Luisteren naar een iPod of iPhone .........................................................33 Een bestand op een USB-apparaat weergeven .....................................35 Luisteren naar audiocontent die is opgeslagen op een server................37 De server instellen ..........................................................................37 Audiocontent weergeven die is opgeslagen op een server ....................41 Luisteren naar muziekservices ..............................................................43 Voorkeurzenders instellen ...............................................................44 Genieten van een scala aan muziekservices .......................................45 De PARTY STREAMING-functie gebruiken...........................................46 Een PARTY houden ........................................................................46 Aan een PARTY deelnemen .............................................................47 Naar audiomateriaal vanaf een externe component luisteren ................48 Weergeven in diverse functies ...............................................................49 Herhaald weergeven .......................................................................49 Weergeven in willekeurige volgorde of geprogrammeerde volgorde .......50 Uw eigen programma maken ............................................................50 Een onderdeel zoeken met behulp van een trefwoord............................51
Aanvullende informatie Functies die betrekking hebben op netwerkbedieningen instellen..........52 De netwerkinstellingen controleren ....................................................52 De netwerk-stand-bystand instellen ...................................................52 De toestemming voor automatische toegang instellen ..........................53 De PARTY STREAMING-functie instellen ..........................................54 De naam van het apparaat veranderen ..............................................55 De geluidsinstellingen veranderen.........................................................56 Een dyamischer geluid genereren (Dynamic Sound Generator X-tra) .....56 De lage en hoge tonen instellen ........................................................56 De timers gebruiken...............................................................................57 De slaaptimer gebruiken ..................................................................57 De weergavetimer gebruiken ............................................................58 De displayinstellingen veranderen .........................................................59
6NL
Problemen oplossen Problemen oplossen.............................................................................. 61 Mededelingen ................................................................................ 68
Voorzorgsmaatregelen/Specificaties Voorzorgsmaatregelen.......................................................................... 70 Technische gegevens ........................................................................... 72 Compatibele iPod/iPhone-modellen voor dit systeem............................ 75 Verklarende woordenlijst ....................................................................... 76 Index ..................................................................................................... 78
7NL
Kenmerken van dit systeem
Genieten van muziek uit diverse bronnen U kunt luisteren naar muziek uit diverse geluidsbronnen met een grote hoeveelheid muziekcontent. De volgende geluidsbronnen zijn beschikbaar op dit systeem. Muziekservices op het internet
Het systeem
Externe component
Server FM/DAB*
CD USB-apparaat
iPod/iPhone
* De DAB-functie is alleen beschikbaar op de CMT-MX750Ni.
Het systeem gebruiken met DLNA-compatibele apparaten Dit systeem voldoet aan de DLNA-norm. U kunt op diverse manieren naar muziek luisteren met dit systeem in combinatie met andere DLNA-compatibele apparaten. Door het systeem aan te sluiten op andere DLNA-apparaten kunt u genieten van audiocontent die is opgeslagen op een server, ondanks dat ze in verschillende vertrekken staan. Bovendien kunt u met de PARTY STREAMING-functie van het systeem audiocontent tegelijkertijd weergeven op andere apparaten die een PARTY STREAMINGfunctie* hebben (pagina 46). U kunt alle beschikbare functies van het systeem gebruiken als de geluidsbron voor de PARTY STREAMING-functie. * De leverbare PARTY STREAMING-compatibele apparaten kunnen verschillend zijn, afhankelijk van het land of gebied. Voor meer informatie over de leverbare apparaten, neemt u contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-dealer.
Het systeem Audiostreaming/ PARTY STREAMING
Over DLNA DLNA is de afkorting van Digital Living Network Alliance. Dit is de naam van een organisatie die richtlijnen opstelt (de DLNA-richtlijnen) en het is tevens de naam van de methode waarmee apparaten binnenshuis via een thuisnetwerk digitale content kunnen delen (zoals muziekgegevens, beeldgegevens, enz.).
8NL
Voorbereidingen
De bijgeleverde accessoires controleren
Afstandsbediening (1)
qg: voor iPhone 3G
Voorbereidingen
FM-draadantenne (1)*
R6-batterijen (AA-formaat) (2) DAB-draadantenne (1) (alleen CMTMX750Ni)*
Luidsprekersnoeren (2)
Luidsprekerkussentjes (8)
Dockadapters voor iPhone-modellen (1 set) Het adapternummer wordt vermeld op de onderkant van de dockadapter. Voor iPod-modellen gebruikt u de dockadapter die bij uw iPod werd geleverd of koopt u een compatibele dockadapter bij Apple Inc. qs: voor iPhone
Gebruiksaanwijzing (dit boekje) (1) Deze gebruiksaanwijzing geeft volledige beschrijvingen van de diverse instellingen, bedieningen en de netwerkverbindingsprocedure. Deze gebruiksaanwijzing bevat tevens voorzorgsmaatregelen voor een veilig gebruik van het systeem. Beknopte installatiehandleiding (1) Deze installatiehandleiding beschrijft hoe de netwerkverbinding moet worden ingesteld en hoe de functies moeten worden gebruikt die met de netwerkverbinding kunnen worden gebruikt. * De vorm van de antennestekker kan anders zijn dan in de afbeeldingen, afhankelijk van het land of gebied.
Als een accessoire ontbreekt of beschadigd is, neemt u contact op met uw dichtstbijzijnde Sonydealer.
9NL
Overzicht van de onderdelen en bedieningsorganen
Hoofdapparaat
A I/1 (aan/uit-)toets Gebruik deze om het systeem in of uit te schakelen (pagina 31). B STANDBY-lampje De kleur van het lampje geeft de toestand van het systeem aan. Kleur
Systeemtoestand
Netwerkstand-by
Groen
Aan
Aan/uit
Oranje
Uit
Aan
Rood
Uit
Uit
C FUNCTION-toets Gebruik deze om een functie te selecteren (pag. 29, 31). D NX (weergave-/pauze-)toets Gebruik deze om de weergave te starten of te pauzeren. E x (stop-)toets Gebruik deze om de weergave te stoppen. F BACK-toets Gebruik deze om terug te keren naar het vorige scherm. G TUNE +/– toetsen Gebruik deze om op een gewenste zender af te stemmen.
10NL
./> (achteruit/vooruit-verspring-)toetsen Gebruik deze om een track of bestand te selecteren. m/M (achteruit/vooruit-zoek-)toetsen Gebruik deze om een punt in een track of bestand te zoeken. M/m toetsen Gebruik deze om een item te selecteren dat op het display wordt afgebeeld. (map) +/– toetsen Gebruik deze om een map te selecteren (pag. 28 35, 50). ENTER-toets Gebruik deze om een geselecteerd item of instelling in te voeren. H OPTIONS-toets Gebruik deze om het optiemenu af te beelden (pagina 40). De menuonderdelen verschillen afhankelijk van de geselecteerde functie. I VOLUME-regelaar Gebruik deze om het volumeniveau in te stellen.
J Afstandsbedieningssensor K OPEN/CLOSE-toets Gebruik deze om de disclade te openen of te sluiten (pagina 28). L
(USB-)poort Gebruik deze om een compatibel USBapparaat aan te sluiten (pag. 35 en 36).
M Disclade Gebruik deze om een disc te plaatsen (pag. 29 en 50).
P iPod/iPhone-aansluiting Plaats een iPod of iPhone op de iPod/iPhoneaansluiting om naar audiocontent te luisteren die is opgeslagen op een iPod/iPhone (pag. 33 en 34). Q Ontgrendellip Gebruik deze om het paneel te ontgrendelen zodat het kan worden gesloten (pagina 17). R Paneelopeningslip (PULL OPEN) Trek hieraan om het paneel te openen (pag. 17 en 33).
Voorbereidingen
N Display Voor meer informatie over de inhoud van het display, raadpleegt u pagina 59.
O AUDIO IN-aansluiting Gebruik deze om de audio-uitgangsaansluiting van een externe component aan te sluiten (pagina 48).
Afstandsbediening A DISPLAY-toets Gebruik deze om informatie af te beelden, zoals de tijdinformatie van een track, enz (pag. 20, 31, 42, 44, 59). Gebruik deze om de beveiligingssleutel te versleutelen en ontcijferen (pagina 23). B SLEEP-toets Gebruik deze om de slaaptimerinstellingen te bevestigen (pagina 57). C Functieselectietoetsen • HOME NETWORK-toets (pag. 22, 24, 25, 26, 41, 52, 53, 54, 55) • MUSIC SERVICES-toets (pag. 43, 44, 45) • USB-toets (pag. 35 en 50) • CD-toets (pag. 28 en 50) • TUNER-toets (pag. 30 en 32) • iPod-toets (pagina 33) • AUDIO IN-toets (pagina 48) D PLAY MODE-toets Gebruik deze om de weergavefunctie te selecteren (pag. 28, 35, 42, 50). REPEAT-toets Gebruik deze om herhaaldelijk te luisteren naar een disc, een USB-apparaat, een enkele track of een bestand (pag. 28, 35, 42, 49).
11NL
E Cijfer-/lettertoetsen* Gebruik deze om een zender te selecteren aan de hand van het overeenkomstige nummer (pagina 31). Gebruik deze om de gewenste letter (ABC, DEF, enz.) te selecteren bij het invoeren van tekens (pag. 13, 14, 51). CLEAR-toets Gebruik deze om een letter te wissen (pagina 13). Gebruik deze om een geprogrammeerde track of bestand te wissen (pagina 50). (omkeer-)toets Gebruik deze om de volgorde van de tekens die zijn toegewezen aan de cijfer-/lettertoetsen om te keren (pagina 13). CHARACTER-toets Gebruik deze om het tekentype te selecteren (pagina 13). F BACK-toets Gebruik deze om terug te keren naar het vorige scherm (pag. 13, 14, 28, 33, 35, 41, 42, 43, 44, 45). G M/m toetsen Gebruik deze om een item te selecteren dat op het display wordt afgebeeld (pag. 13 en 14). , toetsen Gebruik deze om tijdens het invoeren van tekens de focus te verplaatsen (pagina 13). Gebruik deze om de vorige overeenkomst of de volgende overeenkomst te selecteren tijdens het zoeken naar een onderdeel met behulp van een trefwoord (pagina 51). ENTER-toets Gebruik deze om een geselecteerd item of instelling in te voeren (pag. 13 en 14). H iPod MENU-toets Gebruik deze om het iPod/iPhone-menu af te beelden op de aangesloten iPod/iPhone (pagina 33). I ./> toetsen Gebruik deze om het begin van een track klaar te zetten (pag. 31, 33, 42, 50). Gebruik deze om een track of bestand te selecteren (pag. 28 en 35). +/– toetsen Gebruik deze om een radiozender te selecteren (pag. 30 en 32). (map) +/– toetsen Gebruik deze om een map te selecteren (pag. 28 35, 50).
12NL
J Bedieningstoetsen Gebruik deze in alle functies om basisbedieningen uit te voeren. • X (pauze-)toets (pag. 28, 33, 35, 42) • x (stop-)toets (pag. 28, 30, 35, 42) • N (weergave-)toets* (pag. 28, 33, 35, 42, 49, 50) • m/M (achteruit/vooruit-zoek-)toetsen (pag. 28, 33, 35) K PARTY-toets Gebruik deze om de PARTY STREAMINGfunctie te bedienen. Houd de toets ingedrukt om een PARTY te houden of af te sluiten (pag. 46 en 47). L OPEN/CLOSE-toets Gebruik deze om de disclade te openen of te sluiten (pagina 28). M I/1 (aan/uit-)toets Gebruik deze om het systeem in of uit te schakelen (pag. 19 en 58). N FM MODE-toets Gebruik deze om de FM-ontvangstfunctie te selecteren (mono of stereo) (pagina 31). O TUNING MODE-toets Gebruik deze om de afstemfunctie te selecteren (pag. 30 en 32). P DSGX-toets Gebruik deze om een dynamischer geluid (Dynamic Sound Generator X-tra) te genereren (pagina 56). EQ-toets Gebruik deze om een geluidseffect te selecteren (pagina 56). Q ALPHABET SEARCH-toets Gebruik deze om te zoeken naar een item met behulp van een trefwoord (pag. 42, 44, 51). R OPTIONS-toets Gebruik deze om het optiemenu af te beelden (pag. 14, 22, 24, 25, 26, 32, 35, 40, 41, 42, 44, 52, 53, 54, 55). (Alleen beschikbaar wanneer de DAB-, USB-, thuisnetwerk-, muziekservicefunctie is geselecteerd.) S MEMORY-toets Gebruik deze om FM-zenders, DAB/DAB+zenders (alleen CMT-MX750Ni) (pagina 32) en muziekservices op te slaan onder een voorkeurtoets (pagina 44). T VOLUME +*/– toetsen Gebruik deze om het volumeniveau in te stellen (pag. 33, 48, 58).
U TIMER MENU-toets Gebruik deze om het timermenu af te beelden (pag. 20 en 58).
1
Bij iedere druk op de toets verandert het tekentype in de volgorde "abc" (kleine letters) t "ABC" (hoofdletters) t "123" (cijfers).
* Een sterretje (*) geeft een toets aan waarop een voelstip zit (cijfertoets "5", de VOLUME +-toets en de N (weergave-)toets).
2
3
Voorbereidingen
Druk op de overeenkomstige cijfer-/ lettertoetsen om de gewenste tekens te selecteren. Druk herhaaldelijk op de toets (ABC, DEF, enz.) tot het gewenste teken wordt afgebeeld. Als u leestekens (bijv. ! of ?) of symbolen (bijv. # of %) wilt invoeren, selecteert u het tekentype "abc" of "ABC", en drukt u daarna herhaaldelijk op cijfertoets 0 of 1.
Tekens invoeren Het kan nodig zijn tekens in te voeren tijdens bepaalde instelbedieningen, zoals de netwerkinstellingen. Voor informatie over de beschikbare tekens, raadpleegt u "Lijst van in te voeren tekens" (pagina 14).
Druk herhaaldelijk op CHARACTER om het gewenste tekentype te selecteren.
Druk op ENTER om de tekenreeks op te slaan.
Overige bedieningen Als u het volgende Doet u het volgende: wilt, Een teken dat net werd Druk op CLEAR. ingevoerd wissen Cijfer-/ lettertoetsen
Voorbeeld van een scherm tijdens het zoeken naar een item met behulp van een trefwoord:
De volgorde van de tekens die zijn toegewezen aan de cijfer-/lettertoets omkeren
Druk op . Door bijvoorbeeld herhaaldelijk op cijfertoets 2 te drukken, wordt normaal gesproken "A", "B", "C" en "2" afgebeeld, echter, door op deze toets te drukken wordt de volgorde veranderd in "2", "C", "B" en "A".
Terugkeren naar de vorige toestand
Druk op BACK.
De cursor verplaatsen
Druk op , om de cursor naar links of rechts te verplaatsen. Druk op M/m om de cursor naar het begin of einde van de tekstreeks te verplaatsen.
A Cursor (huidige positie) B Eindsymbool, geeft het einde aan van de tekenreeks C Huidige positie van de cursor/aantal tekens dat u hebt ingevoerd D Tekentype
13NL
Lijst van in te voeren tekens De onderstaande tabel toont de tekens en cijfers die kunnen worden ingevoerd voor elk tekentype ("abc", "ABC" of "123"). U kunt de letters, cijfers, leestekens en symbolen controleren die aan iedere cijfer-/lettertoets zijn toegewezen. Cijfer-/ abc lettertoets
ABC
123
1
.,!@´`:;() []{}<>1
.,!@´`:;() []{}<>1
1
2
abc2
ABC2
2
3
def3
DEF3
3
4
ghi4
GHI4
4
5
jkl5
JKL5
5
6
mno6
MNO6
6
7
pqrs7
PQRS7
7
8
tuv8
TUV8
8
9
wxyz9
WXYZ9
9
0
/\|–~=_+# $%&^“*? (spatie) 0
/\|–~=_+# $%&^“*? (spatie) 0
0
Gebruik van een menu/ lijst De onderdelen van een menu en de items op een lijst veranderen afhankelijk de instelling en de geselecteerde geluidsbron.
1
14NL
Terwijl het optiemenu of de lijst wordt afgebeeld, drukt u op M/m om het gewenste onderdeel of item te selecteren.
A Naam van instelling of functie B Huidig geselecteerde onderdeel C Geeft aan dat er nog meer niveaus onder het huidige niveau liggen
2
Druk op ENTER. Het geselecteerde onderdeel wordt toegepast of uitgevoerd. Herhaal de stappen 1 en 2 als het menu of de lijst van het volgende niveau wordt afgebeeld.
Overige bedieningen Als u het volgende Doet u het volgende: wilt, Het scherm doorlopen Houd M/m ingedrukt. Naar het vorige menuniveau terugkeren
Druk op BACK.
De menubediening annuleren
Druk op OPTIONS.
Het apparaat, de afstandsbediening en de luidsprekers voorbereiden
1
Voorbereidingen
De antennes, de luidsprekersnoeren en het netsnoer aansluiten
3
2
of
5
4 of
WAARSCHUWING
of
U mag het netsnoer NIET aansluiten op een stopcontact voordat alle andere aansluitingen zijn gemaakt.
A Bruine kant voor andere landen/gebieden B Witte kant voor het model voor Noord-Amerika C FM-draadantenne (horizontaal strekken.) D Naar stopcontact E DAB-draadantenne (horizontaal strekken.)* F Sluit de witte kant aan.
G Naar externe DAB-antenne (niet bijgeleverd) H Coaxkabel van 75 ohm met F-mannetjesstekker (niet bijgeleverd) I Naar linkerluidspreker J Naar rechterluidspreker
* De DAB-draadantenne en de DAB-antenneaansluiting zijn alleen aanwezig op de CMT-MX750Ni.
15NL
1
Sluit de FM-draadantenne aan. Zoek een locatie en een richting met een goede ontvangst, en plaats vervolgens de antenne. Zorg ervoor dat de antenne volledig gestrekt is.
3
De luidsprekersnoeren aansluiten. Sluit de stekkers van de luidsprekersnoeren aan op de SPEAKERS-aansluitingen van het apparaat.
of
Sluit het andere uiteinde van de luidsprekersnoeren aan op de aansluitingen van de luidsprekers.
FM-draadantenne
Houd de antenne uit de buurt van de luidsprekersnoeren en het netsnoer om te voorkomen dat ruis wordt opgevangen. Gebruik een coaxkabel van 75 ohm (niet bijgeleverd) om het apparaat aan te sluiten op een externe antenne om zo de ontvangst te verbeteren.
2
Rood 3
Sluit de DAB-draadantenne aan (alleen CMT-MX750Ni). Zorg ervoor dat de antenne volledig gestrekt is.
of DAB-draadantenne
Gebruik een coaxkabel van 75 ohm met een F-mannetjesstekker (niet bijgeleverd) om een externe DAB-antenne (niet bijgeleverd) aan te sluiten om zo een hogere geluidskwaliteit van de DAB/DAB+-ontvangst te verkrijgen.
16NL
Steek alleen het ontblote deel van het luidsprekersnoer in de aansluiting.
4
Stel de VOLTAGE SELECTOR in op de plaatselijke netspanning (alleen voor modellen met een spanningskeuzeschakelaar).
5
Steek de stekker van het netsnoer in een stopcontact. Het STANDBY-lampje op het apparaat brandt. WAARSCHUWING U mag het netsnoer NIET aansluiten op een stopcontact voordat alle andere aansluitingen zijn gemaakt.
Voor het maken van een bedrade LANverbinding Sluit een (LAN-)netwerkkabel (niet bijgeleverd) aan op NETWORK . Voor verdere informatie, zie "Een bedraad netwerk instellen" (pagina 26).
De luidsprekerkussentjes bevestigen Bevestig de luidsprekerkussentjes op de onderkant van de luidsprekers om te voorkomen dat ze verschuiven.
Voorbereidingen
De afstandsbediening gebruiken Verwijder het deksel van het batterijvak en plaats twee R6-batterijen (AA-formaat) met de E-pool eerst, en let daarbij op de juiste richting van de batterijpolen.
Een iPod/iPhone gebruiken Open het paneel op het punt waar "PULL OPEN" staat en plaats vóór gebruik een dockadapter over de aansluiting in de dock. Bij gebruik van een iPod-model, gebruikt u de dockadapter die bij uw iPod werd geleverd. Bij gebruik van een iPhonemodel, gebruikt u de dockadapter die bij dit systeem werd geleverd.
Opmerkingen over het gebruik van de afstandsbediening
Dockadapter
• Bij normaal gebruik moeten de batterijen ongeveer zes maanden meegaan.
• Gebruik niet tegelijkertijd een oude en een nieuwe batterij, of verschillende typen batterijen.
• Als u de afstandsbediening gedurende een lange tijd niet gaat gebruiken, haalt u de batterijen eruit om schade als gevolg van lekkende batterijen en corrosie te voorkomen.
Aansluiting
De dockadapter verwijderen Steek uw vingernagel of ander plat voorwerp in de gleuf in de dockadapter en wip de dockadapter omhoog.
Het paneel sluiten Schuif het ontgrendelingslipje naar de stand UNLOCK en sluit het paneel.
17NL
De draadloze-LANantenne gebruiken Voor het maken van een draadloze verbinding, zet u de draadloze-LAN-antenne op de achterkant van het apparaat rechtop.
Opmerkingen over de signaalsterkte-indicator voor draadloze verbindingen " " gaat branden wanneer het systeem is ingeschakeld en de draadloze-LAN-verbinding met het accesspoint tot stand is gekomen. Controleer de ontvangststatus van het draadloze-LAN-signaal. Hoe meer segmenten branden, hoe sterker het signaal.
18NL
Basisinstellingen maken
• Network Standby - "Off" (Fabrieksinstelling) Deze stand-bystand verbruikt minder stroom dan wanneer netwerk-stand-by is ingesteld op "On", maar het systeem heeft langer nodig om de werking te hervatten nadat het weer is ingeschakeld. • Network Standby - "On" In deze stand-bystand wordt het systeem verbonden met het netwerk en blijft gedeeltelijk actief om de bediening snel te kunnen hervatten bij bediening via het netwerk of na inschakelen. Voor het instellen van de netwerk-stand-bystand raadpleegt u "De netwerk-stand-bystand instellen" (pagina 52).
Voorbereidingen
Wanneer het systeem voor de eerste keer na aanschaf wordt ingeschakeld, moeten enkele basisinstellingen worden gemaakt.
Een DAB/DAB+-zender ontvangen (alleen CMT-MX750Ni)
Het systeem inschakelen
Nadat u het systeem voor het eerst na aanschaf hebt ingeschakeld, wordt automatisch de eerste DAB-scan gestart en een lijst met de beschikbare DAB-services opgeslagen. Druk niet op enige toets op het apparaat of de afstandsbediening tijdens de eerste DAB-scan. Als u dat toch doet, wordt het scannen onderbroken en wordt de servicelijst mogelijk niet goed aangemaakt. Om de eerste DAB-scan handmatig te starten, volgt u de procedure beschreven onder "Een eerste DAB-scan handmatig uitvoeren" (pagina 32).
Druk op =/1 (aan/uit). Het systeem wordt ingeschakeld en het STANDBY-lampje brandt groen.
Het systeem uitschakelen Druk op =/1 (aan/uit). Het systeem wordt uitgeschakeld en het STANDBY-lampje brandt rood. Wanneer netwerk-stand-by is ingesteld op "On", brandt het STANDBY-lampje oranje en wordt de klok afgebeeld op het display.
De klok instellen De tijd aangegeven door de klok moet correct zijn ingesteld voor de timerfunctie.
1
Druk op =/1 (aan/uit) om het systeem in te schakelen.
19NL
2
Druk op TIMER MENU om de klokinstelfunctie te selecteren. Als "PLAY SET?" knippert, drukt u herhaaldelijk op M/m om "CLOCK SET?" te selecteren, en drukt u vervolgens op ENTER.
3
Druk herhaaldelijk op M/m om het uur in te stellen, en druk daarna op ENTER.
4
Stel volgens dezelfde procedure de minuten in.
De klok weergeven Druk op DISPLAY terwijl het systeem uitgeschakeld is. De klok wordt gedurende 8 seconden afgebeeld. Opmerkingen
• Als "Network Standby" is ingesteld op "On" en het •
systeem wordt uitgeschakeld, wordt de klok afgebeeld. De klokinstellingen gaan verloren wanneer u de stekker uit het stopcontact trekt of een stroomstoring optreedt.
De automatische standbyfunctie uitschakelen Dit systeem is uitgerust met een automatische stand-byfunctie. Het systeem wordt automatisch in de stand-bystand gezet na ongeveer 30 minuten als geen bediening plaatsvindt of geluidssignaal wordt uitgevoerd. In de standaardinstellingen is de automatische stand-byfunctie ingeschakeld. Druk op de knoppen op het apparaat om de automatische stand-byfunctie uit te schakelen.
Houd ?/1 ingedrukt terwijl het systeem is ingeschakeld, totdat "AUTO STANDBY OFF" wordt afgebeeld. De functie inschakelen Herhaal de procedure totdat "AUTO STANDBY ON" wordt afgebeeld. Opmerkingen
• "AUTO STANDBY" wordt op het display afgebeeld • •
Het demonstratiescherm uitschakelen Nadat de stekker in het stopcontact is gestoken wordt een demonstratiescherm op het display afgebeeld ondanks dat het systeem niet is ingeschakeld.
Druk eenmaal op DISPLAY terwijl het systeem uitgeschakeld is. Het demonstratiescherm gaat uit.
Het demonstratiescherm inschakelen Druk op DISPLAY terwijl het systeem uitgeschakeld is. Opmerking Het demonstratiescherm is alleen beschikbaar wanneer "Network Standby" is ingesteld op "Off" (pagina 52).
20NL
gedurende 2 minuten voordat het systeem in de standbystand wordt gezet. De automatische stand-byfunctie werkt niet in de tunerfunctie (FM/DAB), ook niet wanneer hij is ingeschakeld. Mogelijk wordt het systeem niet automatisch in de stand-bystand gezet in de volgende gevallen: – wanneer een audiosignaal is gedetecteerd. – tijdens weergave van audiotracks of bestanden. – wanneer een vooraf ingestelde weergavetimer of slaaptimer is ingeschakeld.
Netwerkverbinding
Het systeem verbinden met uw thuisnetwerk
Welke methode wilt u gebruiken, draadloos of bedraad, om het systeem te verbinden met uw thuisnetwerk?
Draadloos
Bedraad
Hebt u een draadloos-LAN-router/ accesspoint?
Ja
Hebt u een router of een modem met een routerfunctie?
Nee
Gaat u de WPS*1-instelling gebruiken om het systeem te verbinden met uw thuisnetwerk?
Ja
Netwerkverbinding
Dit gedeelte beschrijft hoe u het systeem kunt verbinden met uw thuisnetwerk. U kunt het systeem met uw thuisnetwerk verbinden via een draadloos of bedraad LAN. Controleer uw verbindingsmethode aan de hand van onderstaand schema. Voordat u het systeem verbindt met een draadloos LAN, leest u altijd eerst "De draadloos-LAN-omgeving van het thuisnetwerk controleren" (pagina 22). Voor informatie over welke aansluitmethode door uw draadloos-LAN-router/accesspoint wordt ondersteund, raadpleegt u de gebruiksaanwijzing van uw draadloos-LAN-router/accesspoint.
Ja
U hebt een draadloos-LANrouter/accesspoint nodig.
Nee
U hebt een router nodig.
Nee
Welke verbindingsmethode bent u van plan te gaan gebruiken: de WPSdruktoetsconfiguratiemethode, of de WPSPIN-methode?
Druktoetsconfiguratiemethode
PIN-methode
Gebruik de WPSdruktoetsconfiguratiemethode (pagina 24).
Gebruik de WPSPIN-methode (pagina 25).
Gebruik de accesspointzoekmethode (pagina 22).
*2
Gebruik de handmatige instelmethode (pagina 24).*2
Gebruik de bedrade-verbindingsmethode (pagina 26).
*1 WPS (Wi-Fi Protected Setup) is een norm die is opgesteld door de Wi-Fi Alliance waarmee u een draadloos netwerk eenvoudig en veilig kunt instellen. *2 Gebruik de handmatige instelmethode als u het gewenste accesspoint niet kunt vinden met behulp van de accesspointscanmethode.
Wat het systeem kan doen na verbinding met het netwerk • Het systeem kan audiocontent weergeven die is opgeslagen op een server (een computer, enz.) op uw thuisnetwerk (pagina 37).
• Het systeem kan muziekservices via het internet weergeven (pagina 43).
21NL
De draadloos-LANomgeving van het thuisnetwerk controleren
• Afhankelijk van uw thuisnetwerkomgeving, kan het
Internet
• DraadloosLAN-router/ accesspoint
draadloos-LAN-router/accesspoint zodanig zijn ingesteld dat het niet kan worden verbonden met behulp van WPS, ondanks dat het compatibel is met WPS. Voor informatie over het feit of uw draadloos-LANrouter/accesspoint compatibel is of niet met WPS, en over het instellen van een WPS-verbinding, raadpleegt u de gebruiksaanwijzing die bij uw draadloos-LANrouter/accesspoint werd geleverd. U kunt tijdens het instellen moeilijkheden ondervinden als het systeem en de draadloos LAN-router/ accesspoint te ver van elkaar verwijderd zijn. Als dit het geval is, zet u de apparaten dichter bij elkaar.
Het apparaat
Server
U hebt de volgende omgeving nodig om de thuisnetwerk-, muziekservice- en PARTY STREAMING-functies te kunnen gebruiken. Controleer van tevoren of uw omgeving geschikt is. Een draadloos-LAN-thuisnetwerk moet beschikbaar zijn. (Zorg ervoor dat een draadloos-LAN-router wordt gebruikt.) Een apparaat dat als server kan worden gebruikt (een computer, enz.), moet zijn verbonden met uw draadloos-LANthuisnetwerk*. Internettoegang moet beschikbaar zijn. (Voor het luisteren naar muziekservices) * Voor informatie over servers die compatibel zijn met dit systeem, raadpleegt u pagina 37.
Er zijn meerdere verbindingsmethoden die u kunt gebruiken voor het instellen van een draadloos netwerk: zoeken naar een accesspoint, gebruiken van een WPS-verbindingsmethode (de druktoetsconfiguratiemethode of de PIN-methode) of handmatig instellen. Selecteer de verbindingsmethode die kan worden gebruikt voor uw thuisnetwerk aan de hand van het schema op pagina 21. Opmerkingen
• Zorg ervoor dat u de draadloos-LAN-functie niet
•
22NL
gebruikt op plaatsen waar medische apparatuur (zoals een pacemaker, enz.) wordt gebruikt of op plaatsen waar het gebruik van draadloze apparatuur verboden is. Voordat u kunt aansluiten op uw thuisnetwerk moet u een draadloos-LAN-router/accesspoint voorbereiden. Voor meer informatie, raadpleegt u de gebruiksaanwijzing die bij het apparaat werd geleverd.
Zoeken naar een accesspoint en instellen van een draadloos netwerk (accesspointscanmethode) U kunt een draadloos netwerk instellen door te zoeken naar een accesspoint. Tijdens het instellen van het netwerk door middel van deze verbindingsmethode, moet u de volgende informatie selecteren of invoeren. Controleer van tevoren de volgende informatie en noteer deze hieronder op de daarvoor bestemde plaats. De netwerknaam (SSID*1) waarmee uw netwerk wordt geïdentificeerd*2. (Deze is nodig in stap 6.) : De beveiligingssleutel (WEP key, WPA/ WPA2 key) van uw netwerk, in het geval uw draadloos thuisnetwerk is beveiligd met gegevensversleuteling*2. (Deze is nodig in stap 7.) : *1 SSID (Service Set Identifier) is een naam die een bepaald accesspoint identificeert. *2 Deze informatie moet vermeld worden op een sticker op uw draadloos-LAN-router/accesspoint of in de gebruiksaanwijzing, of moet geleverd kunnen worden door de persoon die uw draadloos netwerk heeft ingesteld of uw internetserviceprovider.
Voor informatie over het bedienen van de menu’s en het invoeren van tekens tijdens het instellen, raadpleegt u "Gebruik van een menu/lijst" (pagina 14) en "Tekens invoeren" (pagina 13).
1
Druk op HOME NETWORK om de thuisnetwerkfunctie in te schakelen.
7
Als het netwerkinstellingenscherm wordt afgebeeld, gaat u naar stap 4. Als het netwerkinstellingenscherm niet wordt afgebeeld, drukt u op OPTIONS.
2
4
In de standaardinstelling wordt de beveiligingssleutel afgebeeld als "*****". Druk herhaaldelijk op DISPLAY om de beveiligingssleutel te versleutelen en ontcijferen. Het IP-instellingenscherm wordt afgebeeld.
8
Het proxyinstellingenscherm wordt afgebeeld.
Druk op M/m om "Settings" te selecteren, en druk daarna op ENTER.
Bij gebruik van een vast IP-adres Selecteer "Manual" in stap 8 en druk daarna op ENTER. Het IP-adresinvoerscherm wordt afgebeeld. Voer de waarden in voor "IP Address", "Subnet Mask", "Default Gateway", "Primary DNS" en "Secondary DNS". Wanneer u op ENTER drukt nadat de waarde voor "Secondary DNS" is ingevoerd, wordt het proxyinstellingenscherm afgebeeld.
Druk op M/m om "Wireless LAN Settings" te selecteren, en druk daarna op ENTER. Als "Change Setting?" wordt afgebeeld, selecteert u "OK" en drukt u daarna op ENTER.
5
Druk op M/m om "Access Point Scan" te selecteren, en druk daarna op ENTER. Het systeem begint te zoeken naar accesspoints en beeldt een lijst af met maximaal 20 beschikbare netwerknamen (SSID’s).
6
Druk op M/m om de gewenste netwerknaam (SSID) te selecteren, en druk daarna op ENTER.
Op het IP-instellingenscherm, druk op M/m om "Auto" te selecteren en druk daarna op ENTER.
Netwerkverbinding
3
Druk op M/m om "Network" te selecteren, en druk daarna op ENTER.
Voer de beveiligingssleutel (WEP key, WPA/WPA2 key) in en druk daarna op ENTER.
9
Op het proxyinstellingenscherm, druk op M/m om "Do Not Use" te selecteren en druk daarna op ENTER. De bevestigingsscherm wordt afgebeeld.
Bij gebruik van een proxyserver Selecteer "Use" in stap 9 en druk daarna op ENTER. Het proxyadresinvoerscherm wordt afgebeeld. Voer de waarden in voor "Proxy Address" en "Port Number". Wanneer u op ENTER drukt nadat de waarde voor "Port Number" is ingevoerd, wordt het bevestigingsscherm afgebeeld.
Het beveiligingsinstellingenscherm wordt afgebeeld.
23NL
op M/m om "OK" te 10 Druk selecteren, en druk daarna op
5
ENTER. "Complete!" wordt afgebeeld nadat de netwerkinstellingen voltooid zijn en " " brandt op het display. Druk op ENTER om terug te keren naar het optiemenu. (Afhankelijk van de netwerkomgeving, kan het instellen van het netwerk enige tijd duren.)
de server in. 11 Stel Om te luisteren naar audiocontent die opgeslagen is op de server, is het noodzakelijk de server in te stellen (pagina 37). Tip Om de netwerkinstellingen te controleren, drukt u op OPTIONS, en selecteert u vervolgens "Network" – "Information" – de gewenste instelling op het menu.
Opmerking Als het netwerk niet is beveiligd met gegevensversleuteling (met behulp van een beveiligingssleutel), wordt het beveiligingsinstellingenscherm niet afgebeeld in stap 7.
24NL
Voer de stappen 7 t/m 11 uit van "Zoeken naar een accesspoint en instellen van een draadloos netwerk (accesspoint-scanmethode)" (pagina 22).
Een draadloos netwerk instellen met behulp van een accesspoint dat compatibel is met WPS U kunt een draadloos netwerk eenvoudig instellen met behulp van een accesspoint dat compatibel is met WPS. De WPS-instelling kan worden gemaakt met druktoetsconfiguratiemethode of de PINmethode (Persoonlijk IdentificatieNummer).
Wat is WPS (Wi-Fi Protected Setup)? WPS is een norm die is opgesteld door de Wi-Fi Alliance waarmee u een draadloos netwerk eenvoudig en veilig kunt instellen.
Als u de gewenste netwerknaam (SSID) niet kunt vinden (handmatige instelmethode)
Een draadloos netwerk instellen met behulp van de WPSdruktoetsconfiguratiemethode
U kunt de gewenste netwerknaam (SSID) handmatig invoeren als deze niet op de lijst wordt vermeld.
U kunt een draadloze WPS-verbinding eenvoudig instellen door simpelweg op de daarvoor bedoelde knop te drukken.
1
1
Selecteer "Manual Registration" in stap 5 van "Zoeken naar een accesspoint en instellen van een draadloos netwerk (accesspointscanmethode)" (pagina 22).
2
Druk op M/m om "Direct Input" te selecteren, en druk daarna op ENTER.
3
Voer de netwerknaam (SSID) in en druk daarna op ENTER.
4
Druk op M/m om de gewenste beveiligingsinstelling te selecteren, en druk daarna op ENTER.
Druk op HOME NETWORK om de thuisnetwerkfunctie in te schakelen. Als het netwerkinstellingenscherm niet wordt afgebeeld, drukt u op OPTIONS.
2
Druk op M/m om "Network" te selecteren, en druk daarna op ENTER.
3
Druk op M/m om "Settings" te selecteren, en druk daarna op ENTER.
4
Druk op M/m om "Wireless LAN Settings" te selecteren, en druk daarna op ENTER. Als "Change Setting?" wordt afgebeeld, selecteert u "OK" en drukt u daarna op ENTER.
5 6
Druk op M/m om "WPS Push" te selecteren, en druk daarna op ENTER.
Als het accesspoint een WPS-PIN-verbinding (Persoonlijk IdentificatieNummer) ondersteunt, kunt u een draadloze WPS-verbinding instellen door de PIN van het systeem in te voeren in het draadloos-LAN-router/accesspoint.
1
Als het netwerkinstellingenscherm niet wordt afgebeeld, drukt u op OPTIONS.
2
Druk op M/m om "Network" te selecteren, en druk daarna op ENTER.
3
Druk op M/m om "Settings" te selecteren, en druk daarna op ENTER.
4
Druk op M/m om "Wireless LAN Settings" te selecteren, en druk daarna op ENTER.
5
Druk op M/m om "Manual Registration" te selecteren, en druk daarna op ENTER.
6
Druk op M/m om "WPS PIN" te selecteren, en druk daarna op ENTER.
Mededeling: Druk binnen 2 minuten op de WPS-knop op het accesspoint.
WPS-knop op de draadloos-LANrouter/ accesspoint
"Complete!" wordt afgebeeld nadat de netwerkinstellingen voltooid zijn en " " brandt op het display. Druk op ENTER om terug te keren naar het optiemenu. (Afhankelijk van de netwerkomgeving, kan het instellen van het netwerk enige tijd duren.)
7
De lijst met beschikbare SSID’s (accesspoints) wordt afgebeeld.
Stel de server in. Om te luisteren naar audiocontent die opgeslagen is op de server, is het noodzakelijk de server in te stellen (pagina 37).
Druk op HOME NETWORK om de thuisnetwerkfunctie in te schakelen.
Netwerkverbinding
Volg de aanwijzingen op het scherm en druk op de WPS-knop op het accesspoint.
Een draadloos netwerk instellen met behulp van de PIN-methode
7
Druk op M/m om de gewenste netwerknaam (SSID) te selecteren, en druk daarna op ENTER. De PIN (8 cijfers) van het systeem wordt afgebeeld. Laat de PIN afgebeeld tot de verbinding tot stand is gebracht. (Iedere keer wanneer deze handeling wordt uitgevoerd, wordt een andere PIN afgebeeld.)
Tip Om de netwerkinstellingen te controleren, drukt u op OPTIONS, en selecteert u vervolgens "Network" – "Information" – de gewenste instelling op het menu.
8
Voer de PIN van het systeem in de draadloos-LAN-router/accesspoint in. Het systeem start de netwerkinstellingen. "Complete!" wordt afgebeeld nadat de netwerkinstellingen voltooid zijn en " " brandt op het display. Druk op ENTER om terug te keren naar het optiemenu. (Afhankelijk van de netwerkomgeving, kan het instellen van het netwerk enige tijd duren.)
25NL
9
Stel de server in. Om te luisteren naar audiocontent die opgeslagen is op de server, is het noodzakelijk de server in te stellen (pagina 37).
Tips
• Om de netwerkinstellingen te controleren, drukt u op •
OPTIONS, en selecteert u vervolgens "Network" – "Information" – de gewenste instelling op het menu. Voor informatie over het invoeren van de PIN in de draadloos-LAN-router/accesspoint, raadpleegt u de gebruiksaanwijzing die bij de draadloos-LAN-router/ accesspoint werd geleverd.
Zorg ervoor dat u een netwerkkabel (LAN-kabel) met een ferrietkern (niet bijgeleverd) of een afgeschermde netwerkkabel (niet bijgeleverd) gebruikt voor een bedrade verbinding. Voor informatie over het bedienen van de menu’s en het invoeren van tekens tijdens het instellen, raadpleegt u "Gebruik van een menu/lijst" (pagina 14) en "Tekens invoeren" (pagina 13).
1
Sluit het systeem aan op een apparaat dat is aangesloten op de server. Het apparaat Router, hub, enz.
Een bedraad netwerk instellen
Naar de NETWORK poort
Internet Netwerkkabel (LAN-kabel) Server
Het apparaat
De configuratie van de verbinding is afhankelijk van de omgeving van uw thuisnetwerk. • Als de server (een computer, enz.) is verbonden met een router of een hub: t Als een ongebruikte poort beschikbaar is op de router of op de hub, sluit u het systeem aan op die poort. t Als een ongebruikte poort niet beschikbaar is op de router, sluit u een hub aan en verbindt u de server en het systeem met de hub. • Als geen router wordt gebruikt*: t Sluit een router aan en verbindt het serverapparaat en het systeem met de router.
Router
Server
U hebt de volgende omgeving nodig om de thuisnetwerk-, muziekservice- en PARTY STREAMING-functies te kunnen gebruiken. Controleer van tevoren of uw omgeving geschikt is. Een bedraad-LAN-thuisnetwerk moet beschikbaar zijn. (Zorg ervoor dat een router wordt gebruikt.) Een apparaat dat als server kan worden gebruikt (een computer, enz.), moet zijn verbonden met uw LAN-thuisnetwerk*. Internettoegang moet beschikbaar zijn. (Voor het luisteren naar muziekservices) * Voor informatie over servers die compatibel zijn met dit systeem, raadpleegt u pagina 37.
26NL
* Bijvoorbeeld, als een server (een computer, enz.) rechtstreeks is aangesloten op een modem die geen routerfunctie heeft.
2
Druk op HOME NETWORK om de thuisnetwerkfunctie in te schakelen. Als het netwerkinstellingenscherm niet wordt afgebeeld, drukt u op OPTIONS.
3
Druk op M/m om "Network" te selecteren, en druk daarna op ENTER.
4
Druk op M/m om "Settings" te selecteren, en druk daarna op ENTER.
5
Druk op M/m om "Wired LAN Settings" te selecteren, en druk daarna op ENTER.
Op het proxyinstellingenscherm, druk op M/m om "Do Not Use" te selecteren en druk daarna op ENTER. De bevestigingsscherm wordt afgebeeld.
Bij gebruik van een proxyserver Selecteer "Use" in stap 7 en druk daarna op ENTER. Het proxyadresinvoerscherm wordt afgebeeld. Voer de waarden in voor "Proxy Address" en "Port Number". Wanneer u op ENTER drukt nadat de waarde voor "Port Number" is ingevoerd, wordt het bevestigingsscherm afgebeeld.
8
"Complete!" wordt afgebeeld nadat de netwerkinstellingen voltooid zijn. Druk daarna op ENTER. Het display keert terug naar het optiemenu. (Afhankelijk van de netwerkomgeving, kan het instellen van het netwerk enige tijd duren.)
Op het IP-instellingenscherm, druk op M/m om "Auto" te selecteren en druk daarna op ENTER. Het proxyinstellingenscherm wordt afgebeeld.
Bij gebruik van een vast IP-adres Selecteer "Manual" in stap 6 en druk daarna op ENTER. Het IP-adresinvoerscherm wordt afgebeeld. Voer de waarden in voor "IP Address", "Subnet Mask", "Default Gateway", "Primary DNS" en "Secondary DNS". Wanneer u op ENTER drukt nadat de waarde voor "Secondary DNS" is ingevoerd, wordt het proxyinstellingenscherm afgebeeld.
Druk op M/m om "OK" te selecteren, en druk daarna op ENTER.
Netwerkverbinding
Het IP-instellingenscherm wordt afgebeeld. Als "Change Setting?" wordt afgebeeld, selecteert u "OK" en drukt u daarna op ENTER.
6
7
9
Stel de server in. Om te luisteren naar audiocontent die opgeslagen is op de server, is het noodzakelijk de server in te stellen (pagina 37).
Tip Om de netwerkinstellingen te controleren, drukt u op OPTIONS, en selecteert u vervolgens "Network" – "Information" – de gewenste instelling op het menu.
27NL
Bediening
Een cd/mp3-disc weergeven
U kunt audio-cd’s en audio-cd-r/rw’s waarop mp3audiotracks zijn opgenomen weergeven. Zie "Over discs die kunnen worden weergegeven" voor meer informatie (pagina 71).
Overige bedieningen Als u het volgende Doet u het volgende: wilt, De weergave pauzeren Druk op X (pauzeren). Om de weergave te hervatten, drukt u nogmaals op X.
1
28NL
Druk op CD om de CD-functie te selecteren.
2
Plaats een disc.
3
Druk op N om de weergave te starten.
Druk op OPEN/CLOSE om de disclade te openen, plaats een disc op de disclade (met het label omhoog gericht) en druk op OPEN/ CLOSE om de disclade te sluiten.
De weergave stoppen
Druk op x (stoppen).
Een map op een mp3disc selecteren
Druk herhaaldelijk op (map) +/– .
Een track of bestand selecteren
Druk op . (achteruit verspringen)/> (vooruit verspringen).
Een map en bestand op een mp3-disc zoeken
Druk tijdens de weergave op BACK, druk op M/m om de gewenste map te selecteren, en druk daarna op ENTER. Druk op M/m om het gewenste bestand te selecteren, en druk daarna op ENTER.
Een punt in een track of bestand zoeken
Houd tijdens de weergave m (achteruit zoeken)/M (vooruit zoeken) ingedrukt en laat de toets op het gewenste punt los.
De herhaaldeweergavefunctie selecteren
Druk herhaaldelijk op REPEAT totdat "REP" of "REP1" gaat branden (pagina 49).
De willekeurige- of geprogrammeerdeweergavefunctie selecteren
Druk in de stopstand herhaaldelijk op PLAY MODE tot de gewenste weergavefunctie ("SHUF", "PGM", enz.) gaat branden (pagina 49).
Opmerkingen over het weergeven van mp3-discs
• Sla geen andere typen tracks of bestanden, of overbodige mappen op een disc met mp3-bestanden op.
• Mappen waarin geen mp3-bestanden zitten, worden overgeslagen.
• De mp3-bestanden worden weergegeven in de volgorde waarin ze op de disc zijn opgenomen.
• Het systeem kan alleen mp3-bestanden weergeven met de bestandsextensie ".mp3".
• Zelfs als de bestandsnaam de ".mp3"-extensie heeft, als
•
Bediening
•
het werkelijke bestand anders is, kan het weergeven van dit bestand een hard geluid genereren dat het luidsprekersysteem kan beschadigen en een storing in het systeem kan veroorzaken. Het maximumaantal: – mappen is 255 (inclusief de rootmap). – mp3-bestanden is 511. – mp3-bestanden en mappen dat op een enkele disc kan staan is 512. – mapniveaus (de boomstructuur van bestanden) is 8. Het is niet mogelijk compatibiliteit te garanderen met alle mp3-codeer-/mp3-schrijfsoftwareprogramma’s, opnameapparaten en opnamemedia. Incompatibele mp3-discs kunnen ruis veroorzaken of het geluid onderbreken of in het geheel niet worden weergegeven.
Het cd-mechanisme beschermen Als u het systeem draagt, moet de disc zijn verwijderd om te voorkomen dat het cdmechanisme en de disc worden beschadigd. Gebruik de toetsen op het apparaat.
1
Open de disclade en verwijder de disc.
2
Druk herhaaldelijk op FUNCTION om de CD-functie te selecteren.
3
Terwijl u OPTIONS ingedrukt houdt, houdt u ?/1 ingedrukt totdat "STANDBY" wordt afgebeeld.
4
Nadat "LOCK" wordt afgebeeld, trekt u de stekker uit het stopcontact.
29NL
Naar de radio luisteren
U kunt afstemmen op FM-zenders of DAB/DAB+zenders (alleen CMT-MX750Ni). Door de zenders van tevoren in te stellen, kunt u ze aan de hand van een nummer oproepen. Merk op dat de ontvangst van RDS-diensten alleen mogelijk is met het Europese model, en dat DAB/ DAB+-afstemmen alleen mogelijk is met de CMTMX750Ni.
Afstemmen op een zender Alvorens af te stemmen op een DAB/DAB+zender zorgt ervoor dat de eerste DAB-scan is uitgevoerd en een servicelijst is opgeslagen op het systeem.
1
Druk herhaaldelijk op TUNER om "FM" of "DAB" te selecteren.
2
Stem af. Voor automatisch afstemmen: Druk herhaaldelijk op TUNING MODE totdat "AUTO" brandt en druk daarna op +/–. Het scannen stopt automatisch wanneer op een zender is afgestemd, waarna "TUNED" en "ST" (alleen voor stereoprogramma’s) op het display branden. Als "TUNED" niet brandt en het scannen naar FM-zenders niet stopt, drukt u op x om het scannen te stoppen, en stemt u vervolgens handmatig af.
Voor handmatig afstemmen (alleen FM): Druk herhaaldelijk op TUNING MODE totdat "AUTO" en "PRESET" uit gaan, en druk daarna herhaaldelijk op +/– om op de gewenste zender af te stemmen.
30NL
Voor afstemmen op voorkeurzenders:
De ontvangst van de tuner verbeteren
Druk herhaaldelijk op TUNING MODE totdat "PRESET" brandt, en druk daarna herhaaldelijk op +/– om het gewenste voorkeurzendernummer te selecteren. Voor informatie over het instellen van voorkeurzenders, raadpleegt u "Voorkeurzenders instellen" (pagina 32).
Schakel de stroomvoorziening van de cd-speler uit met behulp van de voedingbeheerfunctie van het systeem. In de standaardinstellingen is de stroomvoorziening van de cd-speler ingeschakeld. Druk op de knoppen op het apparaat om de stroomvoorziening van de cd-speler uit te schakelen.
De statische ruis van een zwakke FM-zender verminderen Druk herhaaldelijk op FM MODE totdat "MONO" brandt om de stereo-ontvangst uit te schakelen. Tip Voor een betere ontvangst van radio-uitzendingen verandert u de richting of plaats van de antenne. Bijvoorbeeld, plaats de antenne voor een raam of buiten. Als de ontvangst niet verbetert, sluit u een buitenantenne aan (niet bijgeleverd). Houd de antenne uit de buurt van het netsnoer om te voorkomen dat ruis wordt opgevangen.
Druk herhaaldelijk op FUNCTION om de CD-functie te selecteren.
2
Druk op ?/1 om het systeem uit te schakelen.
3
Wacht totdat "STANDBY" stopt met knipperen. De klok wordt afgebeeld. Als de klok niet wordt afgebeeld, drukt u op DISPLAY.
4
Bediening
Als u hebt afgestemd op een FM-zender die RDS-diensten aanbiedt of op een DAB/ DAB+-zender, wordt de servicenaam of zendernaam afgebeeld op het display.
1
Druk op ?/1 terwijl u + ingedrukt houdt totdat "CD POWER OFF" wordt afgebeeld. Wanneer de stroomvoorziening van de cdspeler is uitgeschakeld, is de toegangstijd langer. Om de stroomvoorziening van de cdspeler weer in te schakelen, herhaalt u de procedure tot "CD POWER ON" wordt afgebeeld.
Opmerkingen
• Bij het afstemmen op een DAB/DAB+-zender kan het enkele seconden duren voordat u geluid hoort.
• Bij het afstemmen op een DAB/DAB+-zender wordt automatisch de primaire service ontvangen nadat de secundaire service is beëindigd.
Overige bedieningen Als u het volgende Doet u het volgende: wilt, Informatie bekijken, zoals de frequentie van de huidige zender
Druk herhaaldelijk op DISPLAY.
Verschillende zenders Druk herhaaldelijk op ./ selecteren > om de gewenste zender te selecteren. Druk op de overeenkomstige cijfertoets op de afstandsbediening om het voorkeurzendernummer van de gewenste zender te selecteren.
31NL
Voorkeurzenders instellen
Een eerste DAB-scan handmatig uitvoeren
Door zenders in te stellen als voorkeurzenders, kunt u deze eenvoudig opnieuw selecteren aan de hand van de bijbehorende voorkeurzendernummers. U kunt maximaal 20 FM-zenders en 20 DAB/DAB+-zenders instellen als voorkeurzenders.
Wanneer u voor het eerst na aanschaf het systeem inschakelt, start de eerste DAB-scan om automatisch de beschikbare DAB/DAB+-serviceinformatie op te slaan. Als u naar een ander gebied bent verhuisd, voert u de eerste DAB-scan handmatig uit om de DAB/DAB+-serviceinformatie bij te werken.
1
Stem af op de gewenste zender.
2
Druk op MEMORY.
3
Het voorkeurzendernummer dat op dat moment is geselecteerd, knippert.
Druk op M/m om het gewenste voorkeurzendernummer te selecteren. Als reeds een andere zender is toegewezen aan het geselecteerde voorkeurzendernummer, wordt die zender vervangen door de nieuwe zender.
1
Druk herhaaldelijk op TUNER om de DAB-functie te selecteren.
2
Druk op OPTIONS.
3
Druk op ENTER.
Druk op ENTER. "Complete!" wordt afgebeeld en de voorkeurzender is ingesteld.
Een voorkeurzender selecteren Druk herhaaldelijk op TUNING MODE totdat "PRESET" wordt afgebeeld, en druk daarna herhaaldelijk op +/– om het gewenste voorkeurzendernummer te selecteren. Tip Tijdens ontvangst van een DAB/DAB+-zender, kunnen ook secundaire services als voorkeurzender worden ingesteld.
Opmerkingen over het instellen van DAB/DAB+zenders als voorkeurzenders U kunt een DAB/DAB+-service alleen instellen als voorkeurzender als deze kan worden ontvangen.
32NL
De eerste DAB-scan begint en de beschikbare DAB/DAB+-service-informatie wordt opgeslagen.
Opmerkingen
• Afhankelijk van de beschikbare DAB/DAB+-services in uw gebied, kan het scannen enkele minuten duren.
• Als u een eerste DAB-scan uitvoert of het scannen •
4
"Initial Scan? Push ENTER" wordt afgebeeld.
annuleert, worden alle voorkeurzenders gewist die in het systeem zijn opgeslagen. Controleer alvorens de DAB-draadantenne los te koppelen of het systeem is uitgeschakeld om uw eigen DAB/DAB+-instellingen te behouden.
Luisteren naar een iPod of iPhone
U kunt uw iPod/iPhone bedienen met behulp van de afstandsbediening van het systeem en luisteren naar muziek en andere audiocontent die is opgeslagen op de iPod/iPhone. Zie "Compatibele iPod/iPhone-modellen voor dit systeem" (pagina 75) voor de iPod/iPhone-modellen die kunnen worden aangesloten op dit systeem.
Druk op iPod om de iPod & iPhone-functie te selecteren.
3
Druk op N om de weergave te starten.
Overige bedieningen
Bediening
2
Als u het volgende Doet u het volgende: wilt, De weergave pauzeren Druk op X (pauzeren). Druk op X of N om de weergave te hervatten.
1
Open het paneel op het punt waar "PULL OPEN" staat en plaats vervolgens uw iPod of iPhone op de iPod/iPhone-aansluiting.
De iPod/iPhonemenu's omhoog/ omlaag scrollen
Houd M/m ingedrukt. U kunt omhoog en omlaag scrollen door de iPod/ iPhone-menu's op soortgelijke wijze als bij de klikwiel-bedieningen of de omhoog/omlaagsleepbedieningen van de iPod/iPhone.
Het geselecteerde onderdeel kiezen
Druk op ENTER. U kunt het geselecteerde onderdeel kiezen op soortgelijke wijze als bij de middenknopbediening of aanraakbediening van de iPod/iPhone.
Het begin van de vorige/volgende track zoeken
Druk op ./>.
Een punt in een track of hoofdstuk van het gesproken boek of de podcast zoeken
Houd tijdens weergave m/M ingedrukt en laat de toets op het gewenste punt los.
Tijdens de weergave naar het vorige menu terugkeren of een menu opnieuw selecteren
Druk op BACK of iPod MENU. U kunt terugkeren naar het vorige menu of een menu opnieuw selecteren op soortgelijke wijze als bij de menuknop-bediening of aanraakbediening van de iPod/iPhone.
33NL
Als u het volgende Doet u het volgende: wilt, Het volumeniveau instellen
Druk op VOLUME +/–.
Het systeem gebruiken als een acculader U kunt het systeem gebruiken als een acculader voor de iPod/iPhone als het systeem is ingeschakeld. Het opladen begint zodra de iPod/iPhone op de iPod/iPhone-aansluiting wordt geplaatst. De laadstatus wordt afgebeeld op het display van de iPod/iPhone. Voor meer informatie raadpleegt u de gebruiksaanwijzing die bij de iPod/iPhone werd geleverd.
Het opladen van de iPod/iPhone stoppen Verwijder de iPod/iPhone vanaf de iPod/iPhoneaansluiting op het apparaat. Als het systeem wordt uitgeschakeld, stopt ook het opladen van de iPod/ iPhone. Opmerkingen
• Wanneer u de iPod/iPhone op het apparaat plaatst of
• •
• • •
•
•
•
34NL
eruit haalt, houdt u de iPod/iPhone onder dezelfde hoek als de iPod/iPhone-aansluiting van het apparaat, en verdraait of kantelt u de iPod/iPhone niet om beschadiging van de aansluiting te voorkomen. Draag het apparaat niet terwijl een iPod/iPhone op de aansluiting is geplaatst. Als u dit doet kan een storing ontstaan. Bij het erop plaatsen of eraf halen van de iPod/iPhone, houdt u het apparaat met één hand vast en let u erop niet per ongeluk op de toetsen van de iPod/iPhone te drukken. Voordat u de iPod/iPhone van het apparaat afhaalt, stopt u de weergave. Houd ./> ingedrukt om vooruit of achteruit te zoeken tijdens het weergeven van video in het geval m/M niet werkt. Omdat de bediening van het systeem anders is dan die van de iPod/iPhone, kunt u de iPod/iPhone niet bedienen met behulp van de bedieningselementen van de afstandsbediening of het apparaat. Gebruik in dit geval de bedieningselementen van de iPod/iPhone. Wanneer de iPhone is aangesloten op het systeem en u een telefoongesprek ontvangt tijdens het weergeven, wordt de weergave onderbroken zodat u een binnenkomende gesprek kunt aannemen. Om het volumeniveau te veranderen, drukt u op de afstandsbediening van het systeem op VOLUME +/–. Het volumeniveau zal niet veranderen wanneer u dit probeert in te stellen op de iPod/iPhone. De iPod/iPhone-aansluiting op het apparaat is alleen geschikt voor een iPod/iPhone. U kunt geen enkele andere draagbare audiospeler erop aansluiten.
• Voor het gebruiken van een iPod/iPhone, raadpleegt u de gebruiksaanwijzing van uw iPod/iPhone.
• Sony kan geen aansprakelijkheid aanvaarden in het geval gegevens opgenomen op de iPod/iPhone verloren gaan of beschadigd raken bij gebruik van een iPod/ iPhone met dit apparaat.
Een bestand op een USB-apparaat weergeven
Het audioformaat dat op dit systeem kan worden weergegeven is MP3*/WMA*/AAC*. * Op dit systeem kunnen bestanden met DRM (Digital Rights Management)-auteursrechtenbescherming niet worden weergegeven en kunnen bestanden die vanaf een online muziekwinkel zijn gedownload mogelijk niet worden weergegeven.
Sluit het USB-apparaat aan op de (USB-)poort.
3
Druk op N (weergave) om de weergave te starten.
Overige bedieningen
Bediening
Kijk op de onderstaande websites voor informatie over compatibele USB-apparaten. Voor klanten in de Verenigde Staten: http://www.esupport.sony.com/ Voor klanten in Canada: [Engels] http://www.sony.ca/ElectronicsSupport/ [Frans] http://fr.sony.ca/ElectronicsSupport/ Voor klanten in Europa: http://support.sony-europe.com/ Voor klanten in Azië en Oceanië: http://www.sony-asia.com/support
2
Als u het volgende Doet u het volgende: wilt, De weergave pauzeren Druk op X (pauzeren). Om de weergave te hervatten, drukt u nogmaals op X. De weergave stoppen
Druk op x (stoppen). Om de weergave te hervatten, drukt u op N (weergave)*1. Om de hervattingsweergavefunctie te annuleren, drukt u nogmaals op x.
Een map selecteren
Druk herhaaldelijk op (map) +/– .
Een bestand selecteren Druk op ./>.
1
Druk op USB om de USB-functie te selecteren.
Een map en bestand zoeken
Druk tijdens de weergave op BACK, druk op M/m om de gewenste map te selecteren, en druk daarna op ENTER. Druk op M/m om het gewenste bestand te selecteren, en druk daarna op ENTER.
Een punt in een bestand zoeken
Houd tijdens weergave m/M ingedrukt en laat de toets op het gewenste punt los.
Een geheugen op het USB-apparaat selecteren*2
Druk op OPTIONS en druk daarna op ENTER. Druk herhaaldelijk op M/m om het gewenste geheugennummer te selecteren en druk daarna op ENTER.
35NL
Als u het volgende Doet u het volgende: wilt, De herhaaldeweergavefunctie selecteren
Druk herhaaldelijk op REPEAT totdat "REP" of "REP1" gaat branden (pagina 49).
De willekeurige- of geprogrammeerdeweergavefunctie selecteren
Druk in de stopstand herhaaldelijk op PLAY MODE tot de gewenste weergavefunctie ("SHUF", "PGM", enz.) gaat branden (pagina 49).
Het USB-apparaat verwijderen
Houd x (stoppen) op het apparaat ingedrukt totdat "No Device" wordt afgebeeld, en koppel daarna het USB-apparaat los.
*1 Bij het weergeven van een MP3- of WMA-bestand met VBR, kan het apparaat de weergave hervatten vanaf een ander punt. *2 U kunt niet het geheugen selecteren tijdens het weergeven. Zorg ervoor dat u een geheugen selecteert voordat u de weergave start.
Opmerkingen
• Als een USB-kabelverbinding noodzakelijk is, sluit u
• • •
• •
•
36NL
de USB-kabel aan die bij het aan te sluiten USBapparaat werd geleverd. Zie de gebruiksaanwijzing die bij het aan te sluiten USB-apparaat werd geleverd voor informatie over de bedieningsprocedure. Het kan 10 seconden duren voordat "Reading" wordt afgebeeld, afhankelijk van het type aangesloten USBapparaat. Sluit het systeem en het USB-apparaat niet aan via een USB-hub. Nadat het USB-apparaat op de aansluiting is geplaatst, leest het systeem alle bestanden op het USB-apparaat. Als er veel mappen of bestanden op het USB-apparaat staan, kan het lezen ervan erg lang duren. Na bediening van sommige aangesloten USBapparaten, kan een vertraging optreden voordat de bediening wordt uitgevoerd door dit systeem. Compatibiliteit met alle codeer-/schrijfsoftware kan niet worden gegarandeerd. Als audiobestanden op het USB-apparaat oorspronkelijk werden gecodeerd met incompatibele software, kunnen dergelijke bestanden ruis of onderbroken geluid voortbrengen, of in het geheel niet kunnen worden weergeven. Dit systeem kan geen audiobestanden op het USBapparaat weergeven in de volgende gevallen: – wanneer het aantal audiobestanden in een map hoger is dan 999. – wanneer het totaalaantal audiobestanden op een USB-apparaat hoger is dan 999. – wanneer het aantal mappen op een USB-apparaat hoger is als 999 (inclusief de "ROOT"-map en lege mappen). Deze aantallen kunnen verschillen afhankelijk van de bestands- en mapstructuur. Sla geen andere typen bestanden of overbodige mappen op een USB-apparaat op waarop audiobestanden staan.
• Het apparaat kan slechts weergeven tot 8 mapniveaus diep.
• Dit systeem ondersteunt niet noodzakelijkerwijs alle functies van het aangesloten USB-apparaat.
• De hervattingsweergavefunctie wordt geannuleerd wanneer u het systeem uitschakelt.
• Mappen waarin geen audiobestanden zitten, worden overgeslagen.
• De audioformaten waarnaar u met dit systeem kunt luisteren zijn de volgende: – MP3: bestandsextensie ".mp3" – WMA: bestandsextensie ".wma" – AAC: bestandsextensie ".m4a" Merk op dat ook wanneer de bestandsnaam de juiste extensie heeft, maar het werkelijke bestand anders is, het systeem ruis kan voortbrengen of een storing kan ontstaan.
Het systeem gebruiken als een acculader Wanneer het systeem is ingeschakeld kunt u het systeem als acculader gebruiken voor USBapparaten die zijn uitgerust met een oplaadfunctie. Het opladen begint wanneer het USB-apparaat is aangesloten op de (USB-)poort van het systeem. De laadstatus wordt afgebeeld op het display van het USB-apparaat. Voor meer informatie raadpleegt u de gebruiksaanwijzing die bij het USB-apparaat werd geleverd.
Luisteren naar audiocontent die is opgeslagen op een server
Dit systeem kan audiocontent weergeven die is opgeslagen op een serverapparaat (zoals een computer) die voldoet aan de DLNA (Digital Living Network Alliance)-norm.
thuisnetwerk. t Zie "Het systeem verbinden met uw thuisnetwerk" (pagina 21). • Nadat u het systeem hebt verbonden met het netwerk, stelt u de server in. t Zie "De server instellen" (pagina 37).
Over DLNA DLNA is de afkorting van Digital Living Network Alliance. Dit is de naam van een organisatie die richtlijnen opstelt (de DLNA-richtlijnen) en het is tevens de naam van de methode waarmee apparaten binnenshuis via een thuisnetwerk digitale content kunnen delen (zoals muziekgegevens, beeldgegevens, enz.).
Om naar audiocontent te luisteren die is opgeslagen op uw server, moet u van tevoren de server instellen. De volgende serverapparaten zijn compatibel met dit systeem. • Sony VAIO Media plus 1.3, 1.4, 2.0 en 2.1 • Sony-netwerkaudiosysteem met vaste schijf NAS-S500HDE*, NAS-S55HDE* • Sony-netwerk-AV-receiver STR-DA6400ES*, TA-DA5600ES* • Microsoft Windows Media Player 12 geïnstalleerd onder Windows 7 (pagina 37) • Microsoft Windows Media Player 11 geïnstalleerd onder Windows Vista/Windows XP (pagina 39)
Bediening
Om te luisteren naar audiocontent die is opgeslagen op een server • Verbindt eerst het systeem met uw
De server instellen
* Niet leverbaar in sommige landen of gebieden.
Als de server een functie heeft die de toegang vanaf andere apparaten beperkt, moet u die instellingen op de server veranderen zodat dit systeem toegang heeft. Dit gedeelte beschrijft hoe u Windows Media Player moet instellen wanneer u die als server gebruikt. Voor informatie over de instellingen van andere serverapparaten, raadpleegt u de gebruiksaanwijzingen of helpfunctie van de betreffende apparaten of softwareprogramma’s. Opmerking De onderdelen die op de computer worden weergegeven kunnen verschillen van die hieronder zijn afgebeeld, afhankelijk van de versie van het besturingssysteem en de computeromgeving. Voor meer informatie raadpleegt u de Help-functie van uw besturingssysteem.
x Bij gebruik van Windows 7 Dit gedeelte beschrijft hoe de af-fabriek geïnstalleerde Windows Media Player 12 voor Windows 7 moet worden ingesteld. Voor informatie over hoe de bediening van Windows Media Player 12, raadpleegt u de Helpfunctie van Windows Media Player 12.
37NL
1
Ga naar [Start] – [Configuratiescherm].
5
Volg de instructies die op het scherm worden afgebeeld overeenkomstig de omgeving waarin het systeem wordt gebruikt. Nadat de instellingen voltooid zijn, controleert u of in het venster [Netwerkcentrum] onder [De actieve netwerken weergeven] het item is gewijzigd in [Thuisnetwerk] of [Bedrijfsnetwerk].
2
6
Selecteer [Geavanceerde instellingen voor delen wijzigen].
7
Selecteer bij [Mediastreaming] het item [Opties voor mediastreaming selecteren…].
8
Als in het venster [Opties voor mediastreaming] de tekst [Mediastreaming is niet ingeschakeld] wordt afgebeeld, selecteert u [Mediastreaming inschakelen].
Selecteer [Netwerkstatus en -taken weergeven] onder [Netwerk en internet]. Het venster [Netwerkcentrum] wordt afgebeeld. Tip Als het gewenste item niet op het scherm wordt afgebeeld, verandert u de weergave van het configuratiescherm.
3
Selecteer [Openbaar netwerk] onder [De actieve netwerken weergeven]. Als iets anders op het scherm wordt afgebeeld dan [Openbaar netwerk], gaat u naar stap 6. Het venster [Netwerklocatie instellen] wordt afgebeeld.
4
38NL
Selecteer [Thuisnetwerk] of [Bedrijfsnetwerk], overeenkomstig de omgeving waarin het systeem wordt gebruikt.
9
Selecteer [Alles toestaan].
1
Ga naar [Start] – [Alle programma's].
2
Selecteer [Windows Media Player].
Het venster [Alle media-apparaten toestaan] wordt geopend. Als alle apparaten in het lokale netwerk zijn ingesteld op [Toegestaan], selecteert u [OK] en sluit u het venster.
Windows Media Player 11 start op.
3 Selecteer [Alle computers en mediaapparaten toestaan].
11
Selecteer [OK] om het venster te sluiten.
12
Vernieuw de serverlijst.
Selecteer in het menu [Bibliotheek] het item [Media delen…]. Als u Windows XP gebruikt, gaat u naar stap 9.
4
Bediening
10
Als wordt afgebeeld, selecteert u [Netwerk…].
Nadat u klaar bent met het instellen van Windows Media Player 12, vernieuwt u de serverlijst van het systeem en selecteert u deze server op de serverlijst. Voor informatie over het selecteren van de server, raadpleegt u "De serverlijst vernieuwen" (pagina 40).
x Bij gebruik van Windows Vista/ XP Dit gedeelte beschrijft hoe de onder Windows Vista/XP* geïnstalleerde Windows Media Player 11 moet worden ingesteld. Voor informatie over hoe de bediening van Windows Media Player 11, raadpleegt u de Helpfunctie van Windows Media Player 11.
Het venster [Netwerkcentrum] wordt afgebeeld.
5
Selecteer [Aanpassen].
* Windows Media Player 11 wordt niet in de fabriek geïnstalleerd onder Windows XP. Ga naar de website van Microsoft, download het installatieprogramma en installeer Windows Media Player 11 op uw computer.
Het venster [Netwerklocatie instellen] wordt afgebeeld.
39NL
6
Kruis [Particulier] aan en selecteer [Volgende].
12
Vernieuw de serverlijst. Nadat u klaar bent met het instellen van Windows Media Player 11, vernieuwt u de serverlijst van het systeem en selecteert u deze server op de serverlijst. Voor informatie over het selecteren van de server, raadpleegt u "De serverlijst vernieuwen" (pagina 40).
De serverlijst vernieuwen Wanneer u een nieuwe server toevoegt aan het thuisnetwerk, of wanneer u de gewenste server niet kunt vinden op de lijst, vernieuwt u de serverlijst.
7 8
9
Controleer of [Type locatie] is gewijzigd in [Particulier], en selecteer [Sluiten]. Controleer of in het venster [Netwerkcentrum] de tekst [(Particulier netwerk)] wordt afgebeeld en sluit het venster. Als in het venster [Media delen] dat wordt afgebeeld in stap 3 [Mijn mediabestanden delen] niet is aangekruist, kruist u [Mijn mediabestanden delen] aan en selecteert u daarna [OK]. Een lijst met apparaten waarmee verbinding kan worden gemaakt wordt afgebeeld.
1
Terwijl de serverlijst wordt afgebeeld, drukt u op OPTIONS.
2
Druk op M/m om "Refresh" te selecteren, en druk daarna op ENTER. De vernieuwde serverlijst wordt afgebeeld.
Tip Het systeem houdt een historie bij van de laatste vijf servers waarmee een verbinding is gemaakt en deze servers worden bovenaan de serverlijst vermeld. Op de serverlijst kunnen maximaal 20 servers worden vermeld.
Een server vanaf de serverlijst verwijderen
1
Terwijl de serverlijst wordt afgebeeld, drukt u op M/m om de server te selecteren die u wilt verwijderen, en drukt u daarna op OPTIONS. Het optiemenu wordt afgebeeld.
2
De bevestigingsscherm wordt afgebeeld.
10
Selecteer [Instellingen…] dat wordt afgebeeld naast [Mijn media delen met:].
11
Kruis [Nieuwe apparaten en computers automatisch toestaan] aan en selecteer [OK]. Opmerking Haal bij dit item het kruisje weg nadat u hebt gecontroleerd dat het systeem kan worden verbonden met de server, en geef audiocontent weer die is opgeslagen op de server.
40NL
Druk op M/m om "Delete" te selecteren, en druk daarna op ENTER.
3
Druk op M/m om "OK" te selecteren, en druk daarna op ENTER. "Complete!" wordt afgebeeld en de geselecteerde server wordt verwijderd.
Opmerking Zelfs als een server van de serverlijst is verwijderd, zal deze server weer op de serverlijst worden vermeld als het systeem de server op het netwerk vindt (bijvoorbeeld bij het vernieuwen van de serverlijst).
Audiocontent weergeven die is opgeslagen op een server
2
Opmerking
Het systeem kan audiocontent weergeven dat op de server is opgeslagen in het MP3-, lineair PCM-, WMA- of AAC*-formaat. Audiocontent voorzien van DRM (Digital Rights Management)auteursrechtenbescherming kan niet worden weergegeven op dit systeem. Zie pagina 67 voor informatie over hoe u de auteursrechtenbescherming van een WMAbestand kunt controleren. * Het systeem kan alleen AAC-bestanden weergeven met de bestandsextensie ".m4a", ".mp4" of ".3gp".
Druk op M/m om de gewenste server te selecteren, en druk daarna op ENTER. Als de server de Wake-on-LAN-functie heeft, schakelt het systeem de server automatisch in. Als de server de Wake-on-LAN-functie niet heeft, schakelt u de server van tevoren in. Voor informatie over instellingen of bedieningen van de Wake-onLAN-funtcie van uw server, raadpleegt u de gebruiksaanwijzing of helpfunctie van uw server.
3
Als een ander onderdeel wordt afgebeeld, herhaalt u stap 3 om het aantal keuzemogelijkheden te verkleinen tot het gewenste onderdeel wordt afgebeeld. De onderdelen die worden afgebeeld verschillen afhankelijk van de aangesloten server.
4
Bediening
Druk op M/m om het gewenste onderdeel (playlist, album, map, enz.) te selecteren en druk daarna op ENTER.
Druk op M/m om de gewenste track te selecteren, en druk daarna op ENTER. De weergave begint. Controleer of het geluid wordt uitgevoerd door de luidsprekers van het systeem.
1
Druk op HOME NETWORK om de thuisnetwerkfunctie in te schakelen. Als het laatst geselecteerde onderdeel (playlist, album, map, enz.) wordt afgebeeld, drukt u herhaaldelijk op BACK tot de serverlijst wordt afgebeeld. Als "No Server" wordt afgebeeld, of wanneer de server op de serverlijst niet beschikbaar is, drukt u op OPTIONS. Selecteer "Refresh" en druk daarna op ENTER. De vernieuwde serverlijst wordt afgebeeld.
A Artiestennaam B Tracknaam C Verstreken weergaveduur D Codec
41NL
Tips
• Als u een map selecteert (zoals een artiestenmap,
•
genremap, enz.), drukt u op de N toets, waarna het systeem alle onderdelen in de geselecteerde map weergeeft. Wanneer de functie wordt terug veranderd naar de thuisnetwerkfunctie, hervat het systeem de weergave vanaf het laatst geselecteerde onderdeel totdat het systeem wordt uitgeschakeld. Wanneer "Network Standby" is ingesteld op "On", hervat de weergave vanaf het laatst geselecteerde onderdeel, ook nadat u het systeem hebt uitgeschakeld.
Opmerkingen
Als u het volgende Doet u het volgende: wilt, De server veranderen
Druk in de stopstand op OPTIONS. Selecteer "Server List" en druk daarna op ENTER. Selecteer de gewenste server en druk daarna op ENTER.
De herhaaldeweergavefunctie selecteren
Druk herhaaldelijk op REPEAT totdat "REP" of "REP1" gaat branden (pagina 49).
De willekeurigeweergavefunctie selecteren
Druk in de stopstand herhaaldelijk op PLAY MODE tot de gewenste weergavefunctie ("SHUF", enz.) gaat branden (pagina 49).
De beschikbare informatie bekijken
Druk herhaaldelijk op DISPLAY om de artiestennaam, albumnaam, verstreken weergaveduur, de klok, enz., te bekijken.
• Tracks die het system niet kan weergeven worden ook • • •
op het display afgebeeld. U kunt de lijst met tracks die kunnen worden weergegeven niet sorteren. "!" wordt afgebeeld vóór de naam van een track die niet kan worden weergegeven door het systeem, waarna de track tijdens weergave wordt overgeslagen. De weergave wordt niet hervat vanaf het laatst geselecteerde onderdeel als u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekt. Het systeem kan enige tijd nodig hebben voor het afbeelden van onderdelen uit een map waarin een grote hoeveelheid audiocontent zit. Als dit het geval is, gebruikt u de trefwoordzoekfunctie (pagina 51).
Overige bedieningen Als u het volgende Doet u het volgende: wilt,
42NL
De weergave pauzeren*
Druk tijdens de weergave op X (pauzeren). Druk op N (weergave) om de weergave te hervatten.
De weergave stoppen
Druk op x (stoppen).
Naar het begin van de huidige track, vorige track of volgende track gaan
Druk herhaaldelijk op ./ >.
Het onderdeel dat u wilt weergeven opnieuw selecteren
Druk herhaaldelijk op BACK tot de gewenste directory wordt afgebeeld. Of druk op OPTIONS, selecteer "Server List" en selecteer daarna het gewenste onderdeel. Om terug te keren naar het weergavescherm, drukt u op OPTIONS en selecteert u "Now Playing".
Met behulp van een trefwoord naar het gewenste onderdeel zoeken
Terwijl u de inhoud van de server selecteert, drukt u op ALPHABET SEARCH en voert u een trefwoord in (pagina 51).
* Afhankelijk van de server of track is het mogelijk dat de pauzestand niet werkt wanneer de thuisnetwerkfunctie is geselecteerd.
Luisteren naar muziekservices
De volgende stappen beschrijven hoe u "vTuner" kunt selecteren, als voorbeeld van muziekservices die via het internet worden aangeboden.
1
Druk op MUSIC SERVICES om de muziekservicefunctie te selecteren. De serviceproviderlijst wordt afgebeeld. Als het systeem automatisch de laatst geselecteerde service of zender afbeeldt, drukt u herhaaldelijk op BACK tot de serviceproviderlijst wordt afgebeeld.
Bediening
Met dit systeem kunt u luisteren naar muziekservices die via het internet worden aangeboden (muziekservicefunctie). Om deze functie te kunnen gebruiken moet het systeem zijn verbonden met het netwerk en moet het netwerk zijn verbonden met het internet. Voor informatie over het instellen van het netwerk, raadpleegt u "Het systeem verbinden met uw thuisnetwerk" (pagina 21). Ga naar onderstaande website voor meer informatie over muziekservices: http://www.sony.net/audio/musicservices
Muziekservices
Opmerking Voordat u gebruik kunt maken van services, kan het noodzakelijk zijn uw systeem te registreren, afhankelijk van de muziekserviceprovider. Voor informatie over het registreren, gaat u naar de website voor klantenondersteuning van de muziekserviceprovider.
2
Druk op M/m om "vTuner" te selecteren, en druk daarna op ENTER.
3
Druk op M/m om de gewenste map of zender te selecteren, en druk daarna op ENTER. • Druk op M/m om het onderdeel te selecteren.
• Druk op ENTER om naar de volgende directory te gaan, of om naar de zender te luisteren. • Druk op BACK om naar de vorige directory te gaan. Tip Het systeem beeldt automatisch de laatst geselecteerde service of zender af wanneer de functie wordt veranderd naar de muziekservicefunctie totdat het systeem wordt uitgeschakeld. Wanneer "Network Standby" is ingesteld op "On", wordt de laatst geselecteerde service of zender afgebeeld, ook nadat u het systeem hebt uitgeschakeld.
Opmerking Als "No Service" wordt afgebeeld en u geen serviceproviderlijst kunt verkrijgen, drukt u op OPTIONS en selecteert u "Refresh".
43NL
Overige bedieningen Als u het volgende Doet u het volgende: wilt,
Voorkeurzenders instellen Door gewenste zenders in te stellen als voorkeurzenders, kunt u deze eenvoudig opnieuw selecteren aan de hand van de bijbehorende voorkeurzendernummers. U kunt maximaal 20 voorkeurzenders instellen.
De zender of service veranderen
Druk op BACK om terug te keren naar de serviceproviderlijst en selecteer daarna de service opnieuw. Om weer terug te keren naar het weergavescherm, drukt u op OPTIONS en selecteert u daarna "Now Playing".
Diverse functies gebruiken terwijl het systeem een zender of service selecteert of weergeeft
Druk op OPTIONS. Het afgebeelde onderdeel kan verschillen afhankelijk van het geselecteerde onderdeel of directory.
De serviceopties selecteren
Terwijl de inhoud van de service wordt geselecteerd of weergegeven, drukt u op OPTIONS. Selecteer "Service Options" en druk daarna op ENTER. De inhoud van de serviceoptie verschilt afhankelijk van de geselecteerde service.
3
Druk op M/m om een voorkeurzendernummer te selecteren, en druk daarna op ENTER.
Met behulp van een trefwoord naar het gewenste onderdeel zoeken
Terwijl de inhoud van de service wordt geselecteerd, drukt u op ALPHABET SEARCH en voert u een trefwoord in (pagina 51).
4
De beschikbare informatie bekijken
Druk herhaaldelijk op DISPLAY om de artiestennaam, albumnaam, de klok, enz., te bekijken.
Herhaal de stappen 1 tot en met 3 om ook andere zenders in te stellen als voorkeurzender.
Het netwerkmenu afbeelden
Terwijl de inhoud van de service wordt geselecteerd of weergegeven, drukt u op OPTIONS. Selecteer "Network" en druk daarna op ENTER.
1
Selecteer de gewenste zender.
2
Druk tijdens de ontvangst op MEMORY. De voorkeurzenderlijst wordt afgebeeld.
Naar een voorkeurzender luisteren
1
Druk op MUSIC SERVICES om de muziekservicefunctie te selecteren. De serviceproviderlijst wordt afgebeeld. Als het systeem automatisch de laatst geselecteerde zender afbeeldt, drukt u herhaaldelijk op BACK tot de serviceproviderlijst wordt afgebeeld.
2
Druk op M/m om "Preset" te selecteren, en druk daarna op ENTER. "Preset" wordt afgebeeld bovenaan de serviceproviderlijst.
3
44NL
Druk op M/m om de gewenste voorkeurzender te selecteren, en druk daarna op ENTER.
Tip Druk op de cijfertoetsen om het voorkeurzendernummer in te voeren. Druk op de cijfertoets die overeenkomt met het voorkeurzendernummer en druk daarna op ENTER om de voorkeurzender rechtstreeks te selecteren.
Opmerking Mogelijk kunnen sommige zenders niet als voorkeurzender worden ingesteld, afhankelijk van de serviceprovider. Als u een dergelijke zender als voorkeurzender probeert in te stellen, wordt "Not Available" afgebeeld op het display.
U kunt luisteren naar de inhoud van een scala aan muziekservices die via het internet worden aangeboden. Ga naar onderstaande website voor meer informatie over muziekservices, hoe u er gebruik van kunt maken, en de registratiecode van het systeem. http://www.sony.net/audio/musicservices
Bediening
Genieten van een scala aan muziekservices
De registratiecode controleren U kunt gevraagd worden de registratiecode van het systeem in te voeren wanneer u naar een nieuwe muziekservice luistert.
1
Druk op MUSIC SERVICES om de muziekservicefunctie te selecteren. De serviceproviderlijst wordt afgebeeld. Als het systeem automatisch de laatst geselecteerde service of zender afbeeldt, drukt u herhaaldelijk op BACK tot de serviceproviderlijst wordt afgebeeld.
2
Druk op M/m om "Registration Code" te selecteren en druk daarna op ENTER. De registratiecode van het systeem wordt afgebeeld.
45NL
De PARTY STREAMING-functie gebruiken
De audiocontent die momenteel op dit systeem wordt weergegeven, kan tegelijkertijd ook worden weergegeven op alle apparaten van uw thuisnetwerk overeenkomstig de PARTY STREAMING-functie. Bij PARTY streaming houdt een apparaat (genaamd een "PARTY-host") een PARTY en streamt muziek naar de gasten, en een apparaat (genaamd een "PARTY-gast") neemt deel aan een PARTY en ontvangt muziek vanaf de "PARTYhost". Alvorens de PARTY STREAMING-functie te gebruiken, zorgt u ervoor dat "PARTY STREAMING" is ingesteld op "On" (pagina 54).
Een PARTY houden U kunt een PARTY houden, waarna andere apparaten die de PARTY STREAMING-functie ondersteunen, dezelfde muziek kunnen weergeven, ondanks dat ze in verschillende vertrekken staan opgesteld.
1
Zorg ervoor dat de apparaten van de PARTY-gasten ingeschakeld zijn en klaar staan om deel te nemen aan de PARTY.
2
Geef de gewenste geluidsbron weer.
PARTY-gast PARTY-gast
PARTY-host
De audiocontent van alle geluidsbronnen (FM-, DAB- (alleen CMT-MX750Ni), CD-, USB-, iPod/iPhone-, AUDIO IN-, thuisnetwerk- en muziekservicefuncties) van dit systeem kunnen worden gestreamd.
PARTY-gast
3
Houd PARTY ingedrukt totdat "START PARTY" wordt afgebeeld. Het systeem begint met het PARTY streamen als de PARTY-host.
Een PARTY afsluiten U kunt de PARTY STREAMING-functie gebruiken met andere apparaten* waarop het onderstaande PARTY STREAMING-logo staat.
* De leverbare PARTY STREAMING-compatibele apparaten kunnen verschillend zijn, afhankelijk van het land of gebied. Voor meer informatie over de leverbare apparaten, neemt u contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-dealer.
46NL
Houd PARTY ingedrukt totdat "CLOSE PARTY" wordt afgebeeld.
Aan een PARTY deelnemen Het systeem kan deelnemen aan een PARTY die door een ander apparaat wordt gehouden zodat u van dezelfde audiocontent kunt genieten als in een ander vertrek wordt weergegeven.
Terwijl de PARTY-host een PARTY houdt, drukt u op PARTY. "JOIN PARTY" wordt afgebeeld, waarna het systeem aan de PARTY deelneemt als een PARTY-gast.
Druk op PARTY. "LEAVE PARTY" wordt afgebeeld, waarna het systeem de PARTY verlaat. Tip Als "Network Standby" is ingesteld op "On", wordt het systeem ingeschakeld en neemt het automatisch deel aan de PARTY wanneer de PARTY-host een PARTY houdt.
Bij sommige IEEE802.11n-compatibele draadloos-LAN-routers/accesspoints, kan de overdrachtsnelheid van de draadloos-LANrouter/accesspoint lager worden wanneer "WEP" of "WPA/WPA2-PSK (TKIP)" is geselecteerd als de versleutelingsmethode. Als het geluid overslaat tijdens streamingweergave in de PARTY STREAMINGfunctie, verandert u de versleutelingsmethode naar "WPA/WPA2-PSK (AES)". Hierdoor kan de overdrachtsnelheid en de streamingweergave worden verbeterd. De configuraties van het versleutelen verschillen afhankelijk van uw model. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw router/accesspoint. U kunt ook ondersteuningsinformatie over draadloos-LAN-instellingen verkrijgen op de volgende website: http://www.sony.net/audio/netsettings
Bediening
Een PARTY verlaten
PARTY STREAMING in een draadloosLAN-omgeving
Opmerkingen
• U kunt niet deelnemen aan een PARTY in de volgende
•
•
gevallen: – wanneer dit systeem zelf een PARTY houdt. – wanneer dit systeem al aan een andere PARTY deelneemt. Als u op PARTY drukt terwijl geen PARTY wordt gehouden, maar een apparaat dat compatibel is met de PARTY STREAMING-functie bezig is met weergeven, zal dat apparaat de PARTY-host zijn en het systeem deelnemen aan de PARTY als een PARTY-gast. De functie van het PARTY-gastapparaat verandert automatisch naar HOME NETWORK wanneer het apparaat begint deel te nemen aan een PARTY. Zelfs als het PARTY-gastapparaat de PARTY verlaat, blijft de functie ingesteld staan op HOME NETWORK.
47NL
Naar audiomateriaal vanaf een externe component luisteren
U kunt luisteren naar het weergavegeluid van een externe component (zoals een draagbare muziekspeler, enz.) die is aangesloten op de AUDIO IN-aansluiting van het apparaat. Gebruik een audioaansluitkabel (niet bijgeleverd) om de AUDIO IN-aansluiting van het apparaat aan te sluiten op de audio-uitgangsaansluiting van de externe component. Zorg ervoor dat de audioaansluitkabel (niet bijgeleverd) stevig in beide aansluitingen is gestoken. Als dat niet het geval is, kan ruis worden gegenereerd in de geluidsuitvoer.
4
Begin met het weergeven van de aangesloten component en stel het volumeniveau in. Het weergavegeluid wordt voortgebracht door de luidsprekers van dit systeem. Voor informatie over de bediening van de aangesloten component, raadpleegt u de gebruiksaanwijzing die bij de aangesloten component werd geleverd.
Opmerkingen
• Verlaag het volumeniveau op dit systeem met
1
Druk op VOLUME – om het volumeniveau te verlagen op dit systeem.
2
Sluit een externe component met behulp van een audioaansluitkabel (niet bijgeleverd) aan op het apparaat.
AUDIO IN-aansluiting
3
48NL
Druk op AUDIO IN om de AUDIO IN-functie te selecteren.
•
VOLUME – voordat u de externe component loskoppelt. Het systeem kan automatisch in de standby-stand worden gezet als het volumeniveau van de aangesloten component te laag is. Stel het volumenivau van de component in. Zie "De automatische stand-byfunctie uitschakelen" (pagina 20).
Weergeven in diverse functies
U kunt luisteren naar tracks in willekeurige volgorde (willekeurige weergave), in geprogrammeerde volgorde (geprogrammeerde weergave) of herhaaldelijk naar dezelfde track (herhaalde weergave).
Weergavefuncties
Bediening
De beschikbare weergavefuncties verschillen afhankelijk van de geselecteerde geluidsbron.
*1 Alleen beschikbaar wanneer de CD- of USB-functie is geselecteerd. *2 Als de thuisnetwerkfunctie is geselecteerd, kunnen dezelfde tracks of bestanden worden weergegeven in willekeurige volgorde. *3 Wanneer u het systeem uitschakelt, wordt de geselecteerde willekeurige weergavefunctie ("SHUF" of " SHUF") geannuleerd en keert de weergavefunctie terug naar de normale weergavefunctie. *4 Tijdens het weergeven van een cd-da-(audio) disc, werkt de SHUF (willekeurig in map)-weergave op dezelfde manier als de SHUF (willekeurig)-weergave. 5 * Wanneer de CD-functie is geselecteerd, worden alle tracks of bestanden maximaal vijf keer herhaald weergegeven.
Weergavefunctie-indicators
Indicator
Beschrijving
Geen (normaal)
Het systeem geeft alle tracks of bestanden op volgorde weer.
(map)*1
Het systeem geeft alle tracks of bestanden in de huidig geselecteerde map weer.
SHUF (willekeurig)*2*3
Het systeem geeft alle tracks of bestanden in willekeurige volgorde weer.
SHUF (willekeurig in map)*1*3*4
Het systeem geeft alle tracks of bestanden in de huidig geselecteerde map in willekeurige volgorde weer.
PGM (geprogrammeerd)*1
Het systeem geeft alle tracks of bestanden in geprogrammeerde volgorde weer. Voor informatie over het maken van een programma, raadpleegt u "Uw eigen programma maken" (pagina 50).
REP (herhaald)*5
Het systeem geeft alle tracks of bestanden herhaald weer.
REP1 (herhaald 1)
Het systeem geeft het huidig geselecteerde track of bestand herhaald weer tot u de weergave stopt.
Herhaald weergeven
1
Druk herhaaldelijk op REPEAT om de gewenste herhaaldeweergavefunctie te selecteren. De herhaalde-weergavefunctie verandert als volgt: Normaal t "REP" t "REP1" t Normaal
2
Druk op N. De weergave start in de geselecteerde weergavefunctie.
De herhaalde weergave annuleren Druk herhaaldelijk op REPEAT om de normale weergavefunctie te selecteren.
49NL
Weergeven in willekeurige volgorde of geprogrammeerde volgorde
1
3
Druk herhaaldelijk op ./> om het gewenste track- of bestandsnummer te selecteren. Druk bij het programmeren van audiobestanden herhaaldelijk op +/– om de gewenste map te selecteren, en selecteer daarna het gewenste bestand.
Druk in de stopstand herhaaldelijk op PLAY MODE om de gewenste weergavefunctie te selecteren. De weergavefunctie verandert als volgt: Normaal t " " t "SHUF" t " SHUF" t "PGM" t Normaal
2
A Geselecteerde track- of bestandsnummer B Totale weergaveduur van de geselecteerde track of het geselecteerde bestand
Druk op N. De weergave start in de geselecteerde weergavefunctie.
4
Druk op ENTER om de track of het bestand toe te voegen aan het programma.
5
Herhaal de stappen 3 en 4 om andere tracks of bestanden toe te voegen aan het programma.
6
Druk op N om de geprogrammeerde weergave te starten.
De willekeurige of geprogrammeerde weergavefunctie annuleren Druk in de stopstand herhaaldelijk op PLAY MODE om de normale weergavefunctie te selecteren.
Uw eigen programma maken U kunt maximaal 25 tracks of bestanden programmeren. Merk op dat alleen de CD-functie en de USBfunctie beschikbaar zijn voor het maken van een programma.
Het programma blijft beschikbaar totdat de disclade wordt geopend of het USB-apparaat wordt losgekoppeld. Om hetzelfde programma nogmaals weer te geven, drukt u op N.
De geprogrammeerde weergave annuleren
1
Druk op CD of USB om de CD- of USB-functie te selecteren.
Druk in de stopstand herhaaldelijk op PLAY MODE totdat "PGM" uit gaat.
De laatste track of het laatste bestand van het programma wissen
2
Druk in de stopstand herhaaldelijk op PLAY MODE totdat "PGM" brandt. Het programmascherm wordt afgebeeld.
50NL
Druk in de stopstand op CLEAR.
Een onderdeel zoeken met behulp van een trefwoord
Opmerking
Wanneer een lijst wordt afgebeeld (zoals een artiestenlijst, tracklijst, enz.), kunt u een trefwoord invoeren om te zoeken naar een gewenst onderdeel op de lijst. Merk op dat zoeken aan de hand van een trefwoord alleen beschikbaar is wanneer de thuisnetwerkfunctie of muziekservicefunctie is geselecteerd.
Voer een trefwoord in dat overeenkomt met de letters of een woord aan het begin van de naam of titel van het onderdeel waarnaar u zoekt. Wanneer het systeem naar een onderdeel zoekt, worden "The" aan het begin van een naam en de daarop volgende spatie genegeerd. Bediening
A Invoerveld B Huidige positie van de cursor/aantal tekens dat u hebt ingevoerd C Tekentype
Cijfer-/ lettertoetsen
3
Druk op ENTER om het invoeren van een trefwoord te beëindigen. Een onderdeel dat overeenkomt met het trefwoord wordt afgebeeld. Als het afgebeelde onderdeel niet dat is wat u zoekt, drukt u op , om het vorige/ volgende onderdeel af te beelden. Druk nogmaals op ALPHABET SEARCH om terug te keren naar het trefwoordinvoerscherm.
1
Terwijl een lijst met onderdelen (bijv. een artiestenlijst, tracklijst, enz.) wordt afgebeeld, drukt u op ALPHABET SEARCH.
4
Herhaal stap 1 tot en met 3 om het aantal mogelijkheden te verkleinen tot de gewenste track wordt afgebeeld.
Het trefwoordinvoerscherm wordt afgebeeld.
2
Nadat u het gewenste onderdeel hebt gevonden, drukt u op ENTER.
Voer een trefwoord in. Voer een trefwoord in met behulp van de cijfer-/lettertoetsen. Een trefwoord mag maximaal 15 tekens lang zijn. Voor informatie over het invoeren van tekens, raadpleegt u "Tekens invoeren" (pagina 13).
5
Druk op M/m om de gewenste track te selecteren, en druk daarna op ENTER. De weergave begint.
51NL
Aanvullende informatie
Functies die betrekking hebben op netwerkbedieningen instellen 4
Druk op M/m om de te controleren instelling te selecteren, en druk daarna op ENTER. De huidige instelling wordt afgebeeld. U kunt de volgende instellingen* controleren. Connection
DNS Settings
SSID
Primary DNS
Security Setting
Secondary DNS
IP Settings
Proxy Settings
IP Address
Proxy Address
Subnet Mask
Port Number
Default Gateway
MAC Address
* De instellingen tijdens het instellen van het netwerk kunnen verschillend zijn, afhankelijk van de netwerkomgeving en verbindingsmethode.
De netwerkinstellingen controleren U kunt de huidige status van de netwerkinstellingen controleren.
52NL
De netwerk-standbystand instellen
1
Druk op HOME NETWORK en druk daarna op OPTIONS.
2
Druk op M/m om "Network" te selecteren, en druk daarna op ENTER.
3
Druk op M/m om "Information" te selecteren, en druk daarna op ENTER.
Terwijl de "Network Standby"-stand is ingesteld op "On", kan het systeem altijd worden verbonden met en bediend via het netwerk.
1
Druk op HOME NETWORK en druk daarna op OPTIONS.
2
Druk op M/m om "Network Standby" te selecteren, en druk daarna op ENTER.
3
Druk op M/m om "Off" of "On" te selecteren, en druk daarna op ENTER.
4
Druk op M/m om "Allow" of "Not Allow" te selecteren, en druk daarna op ENTER.
Beschrijving
Indicator
Beschrijving
Off*
Het systeem verbruikt minder stroom dan wanneer netwerk-stand-by is ingesteld op "On", maar het systeem heeft langer nodig om de werking te hervatten nadat het weer wordt ingeschakeld. De STANDBY-indicator brandt rood.
Allow*
Alle apparaten op het thuisnetwerk hebben toestemming voor toegang tot dit systeem. Dit systeem kan een PARTY houden als een host en op verzoek aan een PARTY deelnemen als een gast.
Not Allow
Het systeem beperkt een nieuw apparaat dat toegang zoekt tot het systeem. Wanneer een nieuw apparaat wordt verbonden met het thuisnetwerk, voegt u het apparaat toe aan de apparatenlijst en stelt u de toestemming voor toegang in (pagina 53).
On
Het systeem is verbonden met het netwerk ondanks dat het systeem is uitgeschakeld, en hervat de werking bij bediening via het netwerk. De STANDBY-indicator brandt oranje.
* Fabrieksinstelling
* Fabrieksinstelling
Opmerking
De toestemming voor automatische toegang instellen U kunt een beperking of toestemming instellen voor toegang tot een apparaten op de apparatenlijst.
1 2 3
Druk op HOME NETWORK en druk daarna op OPTIONS.
Druk op M/m om "Access Settings" te selecteren, en druk daarna op ENTER.
Maximaal 20 apparaten kunnen worden toegevoegd aan de apparatenlijst. Als al 20 apparaten zijn geregistreerd, wordt "Device Full" afgebeeld, en kan een nieuw apparaat niet aan de apparatenlijst worden toegevoegd. In dat geval verwijdert u eerst overbodige apparaten van de apparatenlijst (pagina 40).
Aanvullende informatie
Indicator
Apparaten toevoegen aan de apparatenlijst
1
Druk op HOME NETWORK en druk daarna op OPTIONS.
2
Druk op M/m om "Access Settings" te selecteren, en druk daarna op ENTER.
3
Druk op M/m om "Control Device" te selecteren, en druk daarna op ENTER. De apparatenlijst wordt afgebeeld.
4
Druk herhaaldelijk op m om "Add Device" te selecteren, en druk daarna op ENTER.
Druk op M/m om "Auto Access" te selecteren, en druk daarna op ENTER.
53NL
5
Druk op M/m om het gewenste apparaat te selecteren, en druk daarna op ENTER. Het geselecteerde apparaat wordt toegevoegd aan de apparatenlijst. Voor informatie over het instellen van de toestemming voor toegang, raadpleegt u "Toestemming voor toegang van de apparaten instellen" (pagina 54).
Toestemming voor toegang van de apparaten instellen U kunt de toestemming voor toegang van een apparaat op de apparatenlijst instellen. Alleen apparaten die zijn ingesteld op "Allow" worden herkend op het thuisnetwerk.
1 2 3
Druk op HOME NETWORK en druk daarna op OPTIONS. Druk op M/m om "Access Settings" te selecteren, en druk daarna op ENTER. Druk op M/m om "Control Device" te selecteren, en druk daarna op ENTER.
De PARTY STREAMINGfunctie instellen U kunt het systeem instellen op het gebruik van de PARTY STREAMING-functie.
1
Druk op HOME NETWORK en druk daarna op OPTIONS.
2
Druk op M/m om "PARTY STREAMING" te selecteren, en druk daarna op ENTER.
3
Druk op M/m om "On" of "Off" te selecteren, en druk daarna op ENTER. Indicator
Beschrijving
On*
Het systeem kan worden herkend door andere apparaten op het thuisnetwerk. Het systeem kan een PARTY houden of afsluiten, en aan een PARTY deelnemen of verlaten.
Off
Het systeem kan worden herkend door andere apparaten op het thuisnetwerk. Het systeem kan echter niet een PARTY houden of afsluiten, en kan niet aan een PARTY deelnemen of verlaten.
De geregistreerde-apparatenlijst wordt afgebeeld.
4
Druk op M/m om het gewenste apparaat te selecteren, en druk daarna op ENTER.
5
Druk op M/m om "Access" te selecteren, en druk daarna op ENTER.
6
Druk op M/m om "Allow" of "Not Allow" te selecteren, en druk daarna op ENTER.
Een apparaat van de lijst verwijderen Selecteer "Delete" in stap 5 en druk daarna op ENTER. Selecteer op het bevestigingsscherm "OK" en druk daarna op ENTER.
54NL
* Fabrieksinstelling
De naam van het apparaat veranderen U kunt de naam van het apparaat veranderen in een gemakkelijk herkenbare naam voor andere apparaten op het huisnetwerk.
Druk op HOME NETWORK en druk daarna op OPTIONS.
2
Druk op M/m om "Device Name" te selecteren, en druk daarna op ENTER.
3
Druk op ENTER om de huidige naam van het apparaat te selecteren.
4
Verander de naam van het apparaat en druk daarna op ENTER.
Aanvullende informatie
1
De naam van het apparaat mag maximaal 30 tekens lang zijn. Voor informatie over het invoeren van tekens, raadpleegt u "Tekens invoeren" (pagina 13).
55NL
De geluidsinstellingen veranderen
De lage en hoge tonen instellen U kunt de lage en hoge tonen op het gewenste niveau instellen.
1
Druk herhaaldelijk op EQ om "BASS" of "TREBLE" te selecteren.
2
Druk op M/m om het niveau in te stellen. Het instelscherm gaat uit wanneer gedurende 4 seconden geen bediening plaatsvindt.
Een dyamischer geluid genereren (Dynamic Sound Generator X-tra) U kunt de lage en hoge tonen versterken om een krachtiger geluid te genereren. Deze functie is in de fabriek ingesteld op "ON".
Druk op DSGX om "ON" te selecteren. De DSGX-functie wordt ingeschakeld.
De DSGX-functie annuleren Druk op DSGX om "OFF" te selecteren.
56NL
De timers gebruiken
Het systeem heeft twee timerfuncties. Als u beide timers tegelijkertijd gebruikt, heeft de slaaptimer voorrang.
De slaaptimer gebruiken U kunt de timer zodanig instellen dat het systeem na een bepaalde tijdsduur automatisch in de standbystand wordt gezet (slaaptimerfunctie). Deze functie werkt ook als de klok niet is ingesteld.
Geef de gewenste geluidsbron weer.
2
Druk herhaaldelijk op SLEEP. Nadat de ingestelde tijdsduur is verstreken, wordt het systeem automatisch uitgeschakeld. Als u "AUTO" selecteert, schakelt het systeem automatisch uit nadat de disc of het USB-apparaat die/dat wordt weergegeven is gestopt, of binnen 100 minuten.
Aanvullende informatie
1
Opmerking Als u de volgende bedieningen uitvoert voordat de ingestelde tijdsduur van de slaaptimer is verstreken, wordt de slaaptimer uitgeschakeld. – De stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken. – Het systeem uitschakelen. – Het systeem terugstellen op de fabrieksinstellingen.
57NL
De weergavetimer gebruiken U kunt de weergavetimer instellen op het weergeven van een cd, USB-apparaat of iPod/ iPhone, of het afstemmen op een FM-zender of DAB/DAB+-zender (alleen CMT-MX750Ni) op een bepaald tijdstip (weergavetimerfunctie). Zorg ervoor dat de klok is ingesteld op de juiste tijd.
6
Druk herhaaldelijk op M/m om de gewenste geluidsbron te selecteren en druk daarna op ENTER.
7
Druk op ?/1 om het systeem uit te schakelen.
Tip
1
2
Bereid de geluidsbron voor. Selecteer de geluidsbron en druk daarna op VOLUME +/– om het volumeniveau in te stellen. Om te beginnen vanaf een bepaalde cd-track of bepaald audiobestand, maakt u uw eigen programma.
Druk op TIMER MENU.
De instelling van de weergavetimer blijft geldig totdat u de weergavetimer handmatig uitschakelt.
Opmerkingen
• De instelling van de weergavetimer wordt gewist als u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekt.
• Als het systeem reeds is ingeschakeld op het ingestelde
•
tijdstip, zal de weergavetimer niet in werking treden. Bedien het systeem niet vanaf het moment waarop het systeem wordt ingeschakeld tot het moment waarop de weergave begint. De eindtijd van de weergavetimer mag niet hetzelfde zijn als de begintijd.
Opmerkingen voor de iPod/iPhone-gebruiker
3
Druk herhaaldelijk op M/m om "PLAY SET?" te selecteren, en druk daarna op ENTER. Het instelscherm voor "ON TIME" wordt afgebeeld.
4
Stel het tijdstip in waarop de weergave moet beginnen. 1 Druk herhaaldelijk op M/m om het uur in te stellen, en druk daarna op ENTER. De cursor wordt verplaatst naar de invoerpositie voor de minuten. 2 Druk herhaaldelijk op M/m om de minuten in te stellen, en druk daarna op ENTER. Het instelscherm voor "OFF TIME" wordt afgebeeld.
5
Stel het tijdstip in waarop de weergave moet eindigen. Herhaal stap 4 om de uren en minuten in te stellen van het tijdstip waarop de weergave moet eindigen.
58NL
• Zorg ervoor dat de iPod/iPhone niet weergeeft tijdens het gebruik van de weergavetimer.
• De weergavetimer wordt mogelijk niet geactiveerd, afhankelijk van de status van de aangesloten iPod/ iPhone.
De instelling controleren
1 2 3
Druk op TIMER MENU. Druk herhaaldelijk op M/m om "TIMER SELECT?" te selecteren, en druk daarna op ENTER. Druk herhaaldelijk op M/m om "PLAY SELECT?" te selecteren, en druk daarna op ENTER.
De timer uitschakelen Herhaal dezelfde procedure als hierboven tot "TIMER OFF?" wordt afgebeeld in stap 3, en druk daarna op ENTER.
De instelling veranderen Begin opnieuw vanaf stap 1.
De displayinstellingen veranderen
– de albumnaam (" ") of mapnaam (" ") tijdens
U kunt de informatie op het display en de displayfunctie veranderen.
normale weergave.
– de totale weergaveduur en het totaalaantal tracks op
Als u het volgende Doet u het volgende: wilt, De informatie op het display veranderen*1
Druk herhaaldelijk op DISPLAY terwijl het systeem is ingeschakeld.
De displayfunctie veranderen
Druk herhaaldelijk op DISPLAY terwijl het systeem is uitgeschakeld*2.
*2 *3 *4
Het systeem biedt de volgende displayfuncties. Als de netwerk-stand-bystand is ingeschakeld, kunt u de displayfunctie niet veranderen. Stel "Network Standby" in op "Off" (pagina 52). Displayfunctie
Wanneer het systeem is uitgeschakeld*2
Demonstratie
De demonstratie is ingeschakeld.
Energiebesparingsstand*3 Het display wordt uitgeschakeld om energie te besparen. De timer en klok blijven werken. Klok*4 *1
Opmerkingen over de displayinformatie
• Tekens die niet kunnen worden afgebeeld, worden afgebeeld als "_".
• Het volgende wordt niet afgebeeld: – de totale weergaveduur van een mp3-disc en een USB-apparaat.
– de resterende weergaveduur van een mp3-bestand. • Het volgende wordt niet correct afgebeeld: – de verstreken weergavetijd van een mp3-bestand dat
De klok wordt afgebeeld.
U kunt bijvoorbeeld informatie over een cd/mp3-disc of het USB-apparaat bekijken, zoals: – het track- of bestandsnummer tijdens normale weergave. – de track- of bestandsnaam (" ") tijdens normale weergave. – de artiestennaam (" ") tijdens normale weergave.
Aanvullende informatie
De instelprocedures voor het veranderen van de displayfunctie en -informatie verschilt afhankelijk van het al of niet ingeschakeld zijn van het apparaat.
de cd-da-disc (alleen wanneer de normale weergavefunctie is geselecteerd en het apparaat in de stopstand staat). – het totaalaantal mappen (albums) op de mp3-disc of het USB-apparaat (alleen wanneer de normale weergavefunctie is geselecteerd en het apparaat in de stopstand staat). – het volumelabel, indien aanwezig op de mp3-disc of het USB-apparaat (alleen wanneer de normale weergavefunctie is geselecteerd en de speler of het USB-apparaat in de stopstand staat). U kunt tevens informatie over de DAB/DAB+-zender bekijken (alleen CMT-MX750Ni), zoals de servicenaam, het kanaallabel, het voorkeurzendernummer, de frequentie, de DLS (Dynamic Label Segment) en het ensemblelabel. U kunt tevens informatie over de muziekservice bekijken, zoals de servicenaam, de zendernaam (" "), de artiestennaam (" "), de tracknaam(" "), de albumnaam (" "), de verstreken weergaveduur en informatie over de volgende track. De STANDBY-indicator op het apparaat brandt wanneer het systeem is uitgeschakeld. U kunt de klok niet instellen in de energiebesparingsstand. De klokweergave verandert automatisch na 8 seconden naar de energiebesparingsstand.
•
gecodeerd is met VBR (variabele overdrachtsnelheid). – de map- en bestandsnamen die zich niet houden aan het ISO9660 Level 1, Level 2 of Joliet-formaat in het uitbreidingsformaat. Het volgende wordt afgebeeld: – de resterende weergaveduur van een track. – de ID3-taginformatie voor mp3-bestanden wanneer ID3-tags van versie 1 en versie 2 worden gebruikt. (De weergave van ID3 (versie 2)-taginformatie heeft voorrang wanneer ID3-tags van zowel versie 1 als versie 2 worden gebruikt voor hetzelfde mp3bestand.)
59NL
Opmerking over de displayinformatie van een DAB/DAB+-zender (alleen CMT-MX750Ni) Het volgende wordt ook afgebeeld: – maximaal 8 tekens van de servicenaam, maximaal 128 tekens van de DLS (Dynamic Label Segment) en maximaal 16 tekens van het ensemblelabel.
60NL
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Als zich een probleem voordoet tijdens de bediening van het systeem, volgt u de hieronder beschreven stappen voordat u uw dichtstbijzijnde Sony-dealer om advies vraagt. Als een foutmededeling en een foutcode (Cxxx) worden afgebeeld, noteert u deze ter referentie.
1
Controleer of het probleem in dit gedeelte "Problemen oplossen" wordt beschreven.
2
Controleer de volgende websites voor klantenondersteuning.
U vindt de meest recente ondersteuningsinformatie en een FAQ met veelgestelde vragen op deze websites.
3
Als u na het uitvoeren van de stappen 1 en 2 het probleem nog steeds niet hebt opgelost, neemt u contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-dealer. Als het probleem aanhoudt nadat u al het bovenstaande hebt gedaan, neemt u contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-dealer. Bij het aanleveren van het apparaat ter reparatie, moet u het gehele systeem leveren (het hoofdapparaat, de afstandsbediening en de luidsprekers). Dit apparaat maakt deel uit van een systeem en het gehele systeem is benodigd om te bepalen welk onderdeel moet worden gerepareerd.
Trek onmiddellijk de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en controleer de onderstaande punten. • Zijn de + en – luidsprekersnoeren kortgesloten? • Worden de ventilatieopeningen in de bovenkant of achterkant van het hoofdapparaat afgedekt? • Zit er kortsluiting in de iPod/iPhoneaansluiting? Nadat de STANDBY-indicator stopt met knipperen, steekt u de stekker van het netsnoer weer in het stopcontact en schakelt u het systeem in. Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met uw dichtstbijzijnde Sonyhandelaar.
Problemen oplossen
Voor klanten in de Verenigde Staten: http://www.esupport.sony.com/ Voor klanten in Canada: [Engels] http://www.sony.ca/ElectronicsSupport/ [Frans] http://fr.sony.ca/ElectronicsSupport/ Voor klanten in Europa: http://support.sony-europe.com/ Voor klanten in Azië en Oceanië: http://www.sony-asia.com/support
Als de STANDBY-indicator rood knippert
Algemeen De demonstratie wordt op het display afgebeeld nadat de stekker van het netsnoer van het systeem in het stopcontact is gestoken, ondanks dat het systeem niet is ingeschakeld. , Druk eenmaal op DISPLAY terwijl het systeem uitgeschakeld is. De demonstratie gaat uit.
Het apparaat wordt niet ingeschakeld. , Is het netsnoer aangesloten? Het systeem is onverwacht in de standbystand gezet. , Dit is geen defect. Het systeem wordt automatisch in de stand-bystand gezet als gedurende 30 minuten geen bediening plaatsvindt of geluidssignaal wordt uitgevoerd. Zie "De automatische stand-byfunctie uitschakelen" (pagina 20).
61NL
De klokinstelling of de weergavetimerbediening is onverwacht geannuleerd. , Als ongeveer een minuut verstrijkt zonder dat bediening plaatsvindt wordt de klokinstelling of de weergavetimerinstelling automatisch geannuleerd. Voer de bediening opnieuw uit vanaf het begin.
Cd/mp3-speler Het geluid slaat over of de disc wordt niet weergegeven. , Veeg de disc schoon of vervang de disc. , Plaats het systeem op een trillingsvrije plaats (bijv. bovenop een tafeltje).
Er is geen geluid. , Zijn de + en – luidsprekersnoeren kortgesloten? , Gebruikt u alleen de bijgeleverde luidsprekers? , Worden de ventilatieopeningen van het systeem door iets geblokkeerd?
, De opgegeven zender heeft mogelijk het zenden tijdelijk onderbroken.
Het geluid wordt door slechts één kanaal voortgebracht, of de volumeniveaus links en rechts zijn niet in balans. , Stel de luidsprekers zo symmetrisch mogelijk op. , Sluit alleen de bijgeleverde luidsprekers aan. Ernstig gebrom of ruis is hoorbaar. , Plaats het systeem verder weg van eventuele bronnen van de ruis.
, Sluit het systeem aan op een ander stopcontact. , Monteer een ruisfilter (niet bijgeleverd) aan het netsnoer.
, Plaats de luidsprekers verder weg van het systeem, of plaats ze op afzonderlijke voeten. Op een hoog volumeniveau kan het geluid overslaan als gevolg van luidsprekertrillingen.
De weergave begint niet bij de eerste track. , Keer terug naar de normale weergavefunctie door herhaaldelijk op PLAY MODE te drukken totdat zowel "PGM" als "SHUF" uit zijn.
Het duurt langer dan gebruikelijk totdat de weergave begint. , De volgende discs kunnen de benodigde voorbereidingstijd voor het weergeven verlengen: • een disc waarop een ingewikkelde boomstructuur is opgenomen. • een disc waarop meerdere sessies zijn opgenomen. • een disc die niet is afgesloten (een disc waaraan nog gegevens kunnen worden toegevoegd). • een disc waarop veel mappen staan.
Tuner
De afstandsbediening werkt niet. , Verwijder alle obstakels tussen de afstandsbediening en de afstandsbedieningssensor, en stel het apparaat op uit de buurt van tl-verlichting.
, Richt de afstandsbediening op de afstandsbedieningssensor in het apparaat.
, Houd de afstandsbediening dichter bij het systeem. , De batterijen zijn mogelijk leeg. Vervang de batterijen door nieuwe.
De STANDBY-indicator blijft branden nadat de stekker van het netsnoer uit het stopcontact is getrokken. , De STANDBY-indicator gaat mogelijk niet onmiddellijk uit nadat de stekker van het netsnoer uit het stopcontact is getrokken. De indicator gaat na ongeveer 40 seconden uit. Dit is geen defect.
62NL
Ernstig gebrom of ruis is hoorbaar, of zenders kunnen niet worden ontvangen ("TUNED" of "ST" knippert op het display). , Sluit de antenne op de juiste wijze aan. , Zoek een locatie en een richting met een goede ontvangst, en plaats vervolgens de antenne opnieuw.
, Houd de antenne uit de buurt van de luidsprekersnoeren en het netsnoer om te voorkomen dat ruis wordt opgevangen.
, Schakel dichtbij geplaatste elektrische apparatuur uit.
De DAB/DAB+-zenders worden niet goed ontvangen (alleen CMT-MX750Ni).
De iPod/iPhone kan niet worden opgeladen. , Controleer dat de iPod/iPhone op de juiste wijze is
, Controleer alle antenneaansluitingen en voer daarna de eerste DAB-scan uit (zie "Een eerste DAB-scan handmatig uitvoeren" (pagina 32)).
, De huidige DAB/DAB+-service is mogelijk niet beschikbaar. Druk op +/– om een andere service te selecteren.
, Als u naar een andere streek bent verhuisd, kunnen bepaalde services/frequenties zijn veranderd en kan het onmogelijk zijn af te stemmen op uw gebruikelijke zenders. Voer de eerste DAB-scan uit om de inhoud van uitzendingen opnieuw te registreren. (Deze procedure wist alle eerder opgeslagen voorkeurzenders.)
iPod/iPhone Er is geen geluid. , Controleer dat de iPod/iPhone op de juiste wijze is , Zorg ervoor dat de iPod/iPhone muziek weergeeft. , Stel het volumeniveau in. Het geluid is vervormd. , Controleer dat de iPod/iPhone op de juiste wijze is aangesloten.
, Verlaag het volumeniveau. , Stel de "EQ"-instelling van de iPod/iPhone in op "Uit" of "Neutraal".
De iPod/iPhone werkt niet. , Controleer dat de iPod/iPhone op de juiste wijze is aangesloten.
, Controleer of de iPod/iPhone is bijgewerkt met de meest recente softwareversie. Zo niet, update de iPod/iPhone voordat u deze met het systeem gebruikt.
, Omdat de bediening van het systeem anders is dan die van de iPod/iPhone, kunt u de iPod/iPhone mogelijk niet bedienen met behulp van de bedieningselementen van de afstandsbediening of het apparaat. Gebruik in dit geval de bedieningselementen van de iPod/iPhone.
acculader voor de iPod/iPhone wanneer het systeem is ingeschakeld.
Het volumeniveau van de beltoon van de iPhone verandert niet. , Stel het volumeniveau van de beltoon af op de iPhone.
USB-apparaat Wanneer beide apparaten tegelijkertijd zijn aangesloten, wordt de iPod/iPhone of het USB-apparaat niet opgeladen. , U kunt de iPod/iPhone en het USB-apparaat niet tegelijkertijd opgeladen.
Gebruikt u een ondersteund USB-apparaat? , Als u een niet-ondersteund USB-apparaat aansluit, kunnen de volgende problemen optreden. Controleer de informatie over compatibele USB-apparaten op de websites waarvan de URL’s worden gegeven onder "Een bestand op een USB-apparaat weergeven" (pagina 35). • Het USB-apparaat wordt niet herkend. • Bestands- en mapnamen worden niet afgebeeld op dit systeem. • Weergave is niet mogelijk. • Het geluid slaat over. • Ruis is hoorbaar. • Een vervormd geluid wordt voortgebracht.
Problemen oplossen
aangesloten.
aangesloten.
, U kunt het systeem alleen gebruiken als een
"Over Current!" wordt afgebeeld. , Er is een probleem vastgesteld met betrekking tot het niveau van de elektrische stroom vanaf de (USB-)poort. Schakel het systeem uit en verwijder het USB-apparaat vanaf de (USB)poort. Controleer dat er geen probleem met het USB-apparaat is. Als dit displaypatroon aanhoudt, neemt u contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-dealer.
, Haal de iPod/iPhone van de aansluiting af en plaats hem er weer op.
Er is geen geluid. , Het USB-apparaat is niet goed aangesloten. Schakel het systeem uit en sluit het USB-apparaat opnieuw aan.
63NL
Ruis is hoorbaar, het geluid slaat over of het is vervormd.
De weergave begint niet bij de eerste track. , Stel de weergavefunctie in op de normale
, Schakel het systeem uit en sluit het USB-apparaat
weergavefunctie.
opnieuw aan.
, De muziekgegevens zelf bevatten ruis, of het geluid is vervormd. Mogelijk is ruis opgenomen tijdens het aanmaken van muziekgegevens als gevolg van de omstandigheden van de computer. Maak de muziekgegevens opnieuw aan.
, De overdrachtsnelheid die werd gebruikt bij het opnemen van de bestanden was laag. Sla bestanden op in het USB-apparaat die met een hogere overdrachtsnelheid zijn gecodeerd.
"Reading" wordt langdurig afgebeeld, of het duurt erg lang voordat de weergave begint. , Het leesproces kan lang duren in de volgende gevallen. • Er staan veel bestanden of mappen op het USBapparaat. • De bestandsstructuur is uitermate complex. • Onvoldoende vrije geheugenruimte. • Het interne geheugen is gefragmenteerd.
Foutief scherm , Zend de muziekgegevens opnieuw naar het USBapparaat omdat de gegevens die nu in het USBapparaat zijn opgeslagen mogelijk vervormd zijn.
, Alleen alfanumerieke tekens kunnen worden afgebeeld door dit systeem. Overige tekens worden niet juist afgebeeld.
Bestanden kunnen niet worden weergegeven. , Het audiobestand heeft niet de extensie ".mp3", ".wma", ".m4a", ".mp4" of ".3gp".
, De gegevens zijn niet opgeslagen in het MP3/WMA/ AAC-formaat.
, WMA-bestanden met DRMauteursrechtenbescherming kunnen niet worden weergegeven. Zie pagina 67 voor informatie over hoe u de auteursrechtenbescherming van een WMAbestand kunt controleren.
, USB-opslagapparaten die zijn geformatteerd in een ander bestandssysteem dan FAT16 of FAT32 worden niet ondersteund.*
, Als u een USB-opslagapparaat met partities gebruikt, kunnen alleen de bestanden op de eerste partitie worden weergegeven.
, Bestanden die zijn versleuteld of beveiligd door een wachtwoord, enz., kunnen niet worden weergegeven. * Dit systeem ondersteunt de bestandssystemen FAT16 en FAT32, maar sommige USB-apparaten ondersteunen niet al deze bestandssystemen. Raadpleeg voor meer informatie de gebruiksaanwijzing die bij ieder USB-apparaat werd geleverd, of neem contact op met de fabrikant.
Netwerkverbinding Een foutmededeling wordt afgebeeld.
Het USB-apparaat wordt niet herkend. , Schakel het systeem uit, sluit vervolgens het USBapparaat aan en schakel tenslotte het systeem weer in.
, Controleer de informatie over compatibele USBapparaten op de websites waarvan de URL’s worden gegeven onder "Een bestand op een USB-apparaat weergeven" (pagina 35).
, Het USB-apparaat werkt niet goed. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die bij het USB-apparaat werd geleverd voor informatie over hoe u dit probleem kunt oplossen.
De weergave begint niet. , Schakel het systeem uit, sluit vervolgens het USBapparaat aan en schakel tenslotte het systeem weer in.
, Controleer de informatie over compatibele USBapparaten op de websites waarvan de URL’s worden gegeven onder "Een bestand op een USB-apparaat weergeven" (pagina 35).
, Druk op N om de weergave te starten.
64NL
, Controleer de aard van de fout. Zie "Mededelingen" (pagina 68).
Het systeem kan geen verbinding maken met het netwerk. , Controleer de status van het netwerk. Druk op OPTIONS om het optiemenu af te beelden, en selecteer daarna "Information" – "Connection". Als "No Connection" wordt afgebeeld, stelt u de netwerkverbinding opnieuw in (pagina 21).
, Als het systeem is verbonden via een draadloos netwerk, plaatst u het apparaat en de draadloos-LANrouter/accesspoint dichter bij elkaar en stelt u opnieuw in.
, Controleer de instellingen van de draadloos-LANrouter/accesspoint en stel opnieuw in. Voor informatie over het instellen van de apparaten, raadpleegt u de gebruiksaanwijzing die bij de apparaten werd geleverd.
, Zorg ervoor dat u een draadloos-LAN-router gebruikt.
, Draadloze netwerken worden beïnvloed door elektromagnetische straling die wordt uitgezonden door magnetrons an andere elektrische apparaten. Houd het systeem uit de buurt van deze apparaten.
, Controleer dat de draadloos-LAN-router/accesspoint is ingeschakeld.
Thuisnetwerk Het systeem kan geen verbinding maken met een netwerk. , Controleer dat de draadloos-LAN-router/accesspoint is ingeschakeld.
, Controleer dat de server is ingeschakeld. , De netwerkinstellingen op het systeem zijn mogelijk verkeerd. Controleer de status van het netwerk. Druk op OPTIONS om het optiemenu af te beelden, en selecteer daarna "Information" – "Connection". Als "No Connection" wordt afgebeeld, stelt u de netwerkverbinding opnieuw in (pagina 21).
, De server is mogelijk instabiel. Start hem opnieuw wijze zijn verbonden met de draadloos-LAN-router/ accesspoint.
, Bevestig dat de server op de juiste wijze is ingesteld (pagina 37). Bevestig dat het systeem is geregistreerd in de server en het streamen van muziek vanaf de server toestaat.
, Als het systeem is verbonden met het draadloos netwerk, plaatst u het apparaat en de draadloos-LANrouter/accesspoint dichter bij elkaar.
, Als de ICF (Internet Connection Firewall)-functie is ingeschakeld op de computer, kan dit voorkomen dat het systeem een verbinding tot stand kan brengen met de computer (alleen wanneer de computer wordt gebruikt als een server). Het kan noodzakelijk zijn de firewall-instellingen te veranderen om het mogelijk te maken voor het systeem om een verbinding tot stand te brengen. (Voor informatie over het veranderen van de firewall-instellingen, raadpleegt u de gebruiksaanwijzing die bij uw computer werd geleverd.)
, Als u het systeem hebt teruggesteld of het besturingssysteem van de server hebt teruggesteld naar een systeemherstelpunt, maakt u de netwerkinstellingen opnieuw (pagina 21).
De server (zoals een computer, enz.) wordt niet vermeldt op de serverlijst. ("No Server" wordt afgebeeld op het display.) , Mogelijk hebt u dit systeem ingeschakeld voordat u de server hebt ingeschakeld. Open het optiemenu en selecteer op het serverlijstscherm "Refresh" om de serverlijst te vernieuwen (pagina 40).
(pagina 37). Bevestig dat het systeem is geregistreerd in de server en het streamen van muziek vanaf de server toestaat.
, Bevestig dat het systeem en de server op de juiste wijze zijn verbonden met de draadloos-LAN-router/ accesspoint. Open het optiemenu en selecteer "Information" om de instellingen te controleren (pagina 52).
"No Server" wordt afgebeeld op het display, of het systeem kan niet deelnemen aan een PARTY. , Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw draadloosLAN-router/accesspoint en controleer de multicastinstelling. Als de multicast-instelling is ingeschakeld op de draadloos-LAN-router/accesspoint, schakelt u hem uit.
U kunt audiogegevens niet normaal weergeven. , Willekeurige weergave is geselecteerd. Stel de weergavefunctie in op de normale weergavefunctie (pagina 49).
De weergave begint niet, of verandert niet automatisch naar de volgende track of het volgende bestand.
Problemen oplossen
op.
, Bevestig dat het systeem en de server op de juiste
, Controleer dat de server is ingeschakeld. , Bevestig dat de server op de juiste wijze is ingesteld
, Controleer of het audiobestand dat u probeert weer te geven van een formaat is dat wordt ondersteund door dit systeem (pagina 41).
, WMA-bestanden met DRMauteursrechtenbescherming kunnen niet worden weergegeven. Zie pagina 67 voor informatie over hoe u de auteursrechtenbescherming van een WMAbestand kunt controleren.
Het geluid slaat tijdens weergave over. , De bandbreedte van uw draadloze LAN kan te gering zijn. Plaats het apparaat en de draadloos-LAN-router/ accesspoint dichter bij elkaar zonder obstakels ertussen.
, Als u uw computer als een server gebruikt, kan het zijn dat op de computer veel toepassingen draaien. Als op de computer antivirussoftware actief is, schakelt u de software tijdelijk uit aangezien het een groot deel van de systeembronnen nodig heeft.
, Afhankelijk van de netwerkomgeving of eventuele radiostoring, kan het onmogelijk zijn tracks weer te geven op meer dan één apparaat tegelijk. Schakel de andere apparaten uit om het systeem in staat te stellen de tracks weer te geven.
, Controleer dat de draadloos-LAN-router/accesspoint is ingeschakeld.
65NL
"Cannot Play" wordt afgebeeld.
Apparaten op het thuisnetwerk kunnen niet worden verbonden met het systeem.
, U kunt geen andere bestanden weergeven dan audiobestanden.
, Bevestig dat de server op de juiste wijze is ingesteld (pagina 37). Bevestig dat het systeem is geregistreerd in de server en het streamen van muziek vanaf de server toestaat.
, Controleer om te zien of het audiobestand op de server beschadigd of verwijderd is. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die bij de server werd geleverd.
, U kunt de volgende tracks niet weergeven: • Een track die de weergavebeperkingen overtreedt. • Een track met ongebruikelijke auteursrechteninformatie. • Een track die u bij een online muziekwinkel hebt gekocht en streamen in een thuisnetwerk niet toestaat. • Een track in formaat dat niet door het systeem wordt ondersteund (pagina 41).
, Controleer dat de geselecteerde track niet vanaf de server verwijderd is. Als de track verwijderd is, selecteert u een andere track.
, Controleer dat de draadloos-LAN-router/accesspoint is ingeschakeld.
, Controleer dat de server is ingeschakeld. , De server is mogelijk instabiel. Start hem opnieuw op.
, Bevestig dat het systeem en de server op de juiste wijze zijn verbonden met de draadloos-LAN-router/ accesspoint.
"No Track" wordt afgebeeld. , Als er geen tracks of mappen in de geselecteerde map zitten, kunt u de map niet openen om de inhoud ervan af te beelden.
, "Network Standby" is mogelijk ingesteld op "Off". Schakel het systeem in of stel "Network Standby" in op "On" (pagina 52).
, Controleer of het netwerk correct is ingesteld. Als dat niet het geval is, kan de verbinding niet tot stand worden gebracht (pagina 52).
, Het apparaat op de apparatenlijst is ingesteld op "Not Allow" (pagina 53), of het apparaat is niet toegevoegd aan de apparatenlijst (pagina 53).
, Het maximumaantal van 20 apparaten waarmee verbinding kan worden gemaakt is al geregistreerd. Verwijder overbodige apparaten vanaf de apparatenlijst en stel daarna"Auto Access" in op "Allow" (pagina 53).
, De serverbediening van het systeem wordt onderbroken als het systeem één van de volgende bedieningen uitvoert. • Een track weergeven die op de server is opgeslagen (het systeem werkt als een speler) • Bijwerken van de systeemtoepassing • Formatteren van het systeem
, Het systeem kan geen audiocontent streamen naar meerdere spelers. Het systeem kan slechts verbonden zijn met één speler tegelijk.
Het systeem kan niet automatisch worden ingeschakeld wanneer apparaten op het netwerk toegang krijgen. , Het systeem zelf biedt geen ondersteuning voor de Wake-on-LAN-functie. Daarom kan het systeem niet worden ingeschakeld door Wake-on-LAN wanneer "Network Standby" is ingesteld op "Off". Stel "Network Standby" in op "On" zodat het systeem kan reageren op bedieningen door andere apparaten op het netwerk (pagina 52).
Het is niet mogelijk om een auteursrechtelijk beschermde track in het WMA-formaat weer te geven.
Apparaten op het netwerk kunnen het systeem niet inschakelen.
, Zie pagina 67 voor informatie over hoe u de
, Het systeem kan niet worden ingeschakeld door een
auteursrechtenbescherming van een WMA-bestand kunt controleren.
Een eerder geselecteerde track kan niet worden geselecteerd. , De trackinformatie op de server kan zijn veranderd. Selecteer de server opnieuw op de serverlijst (pagina 41).
Wake-on-LAN-commando gegeven door andere apparaten op een netwerk.
Het systeem kan de track niet weergeven die op dit moment wordt weergegeven door de PARTY-host. , De PARTY-host geeft een track weer in een audioformaat dat niet kan worden weergegeven door dit systeem.
, Het kan enige tijd duren voordat het weergavegeluid wordt uitgevoerd.
66NL
Het systeem neemt onbedoeld deel aan een PARTY.
Het systeem reageert niet op enige bediening. Het systeem werkt niet goed.
, Als meer dan één PARTY wordt gehouden op het
, Er is een interne storing opgetreden in het systeem of
moment dat het systeem deelneemt, is het mogelijk dat het systeem niet deelneemt aan de gewenste PARTY. Sluit de andere PARTY en neem daarna deel aan de gewenste PARTY.
het systeem wordt blootgesteld aan sterke elektrische interferentie veroorzaakt door abnormale omstandigheden in de elektrische voeding als gevolg van laten vallen, buitengewoon hoge statische elektriciteit of blikseminslag. In dat geval trekt u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact, wacht u ongeveer 30 seconden en steekt u de stekker van het netsnoer weer in het stopcontact.
Muziekservices U kunt geen verbinding maken tussen het systeem en een service. , Controleer dat de draadloos-LAN-router/accesspoint is ingeschakeld.
, Controleer de status van het netwerk. Druk op OPTIONS om het optiemenu af te beelden, en selecteer daarna "Information" – "Connection". Als "No Connection" wordt afgebeeld, stelt u de netwerkverbinding opnieuw in (pagina 21). netwerk, plaatst u het apparaat en de draadloos-LANrouter/accesspoint dichter bij elkaar en stelt u opnieuw in.
, Als uw contract met uw internetserviceprovider de verbinding beperkt tot één apparaat tegelijkertijd, zal dit systeem geen verbinding met het internet kunnen maken wanneer een ander apparaat reeds verbonden is. Raadpleeg uw internet- of serviceprovider.
Het geluid slaat over. , De bandbreedte van uw draadloze LAN kan te gering zijn. Plaats het apparaat en de draadloos-LAN-router/ accesspoint dichter bij elkaar zonder obstakels ertussen.
Dit systeem kan bestanden in het WMA-formaat met DRM-auteursrechtenbescherming niet weergeven. Als een WMA-bestand niet kan worden weergegeven op dit systeem, controleert u de eigenschappen van dat bestand om te zien of het bestand DRM-auteursrechtenbescherming heeft. Open de map of het station waarin het WMAbestand is opgeslagen en klik met de rechtermuisknop op het bestand om het venster [Eigenschappen] te openen. Als er een tabblad [Licentie] is, heeft het bestand DRMauteursrechtenbescherming en kan het niet worden weergegeven op dit systeem.
Het systeem terugstellen op de fabrieksinstellingen Als het systeem nog steeds niet goed werkt, stelt u het systeem terug op de fabrieksinstellingen. Druk op de toetsen van het apparaat om het systeem terug te stellen op de standaardinstellingen die in de fabriek werden ingesteld.
1
Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en steek hem er weer in, en schakel vervolgens het systeem in.
2
Terwijl u ENTER ingedrukt houdt, houdt u ?/1 ingedrukt totdat "RESET" wordt afgebeeld.
Overig Het system werkt slecht. , Het systeem kan onder invloed staan van statische elektriciteit of andere factoren. Schakel in dat geval het systeem uit en weer in. Als het systeem non steeds slecht werkt, stelt u het systeem terug (pagina 67).
Problemen oplossen
, Als het systeem is verbonden via een draadloos
De auteursrechtenbescherming controleren
Alle door de gebruiker geconfigureerde instellingen, zoals de netwerkinstellingen, voorkeurzenders, timer en de klok, worden gewist.
, Als een waarschuwingsmededeling wordt afgebeeld, doet u wat de mededeling u vraagt.
67NL
Mededelingen Alvorens navraag te doen, noteert u de foutcode (Cxxx) als die op het display wordt afgebeeld.
Audiospeler CD Over:
Not in Use: U probeerde een bepaalde bediening uit te voeren onder omstandigheden waarin die bediening niet mogelijk is.
Not Supported: Een niet-ondersteund USB-apparaat is aangesloten.
U hebt het einde van de disc bereikt terwijl u op M hebt gedrukt tijdens het weergeven of in de pauzestand.
OFF TIME NG!:
Data Error:
Push STOP!:
U hebt geprobeerd een bestand dat niet kan worden weergegeven toch weer te geven op het USBapparaat.
U hebt tijdens weergave op PLAY MODE gedrukt.
Error:
U hebt geprobeerd meer dan 25 tracks of bestanden te programmeren (stappen).
Het USB-apparaat kon niet worden herkend of een onbekend apparaat werd aangesloten.
De begin- en eindtijden van de weergavetimer zijn ingesteld op hetzelfde tijdstip.
Step Full!:
LOCKED:
Netwerkinstellingen
De disclade kan niet worden geopend. Neem contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-dealer.
Connection Error:
No Device: Geen USB-apparaat is aangesloten of het aangesloten USB-apparaat is gestopt.
No Disc: Er zit geen disc in de speler of er is een disc geplaatst die niet kan worden weergegeven.
No Memory: Het geheugenmedium dat u hebt geselecteerd als weergavebron geplaatst in het USB-apparaat.
Het systeem kon geen verbinding maken met het netwerk.
Input Error!: De ingevoerde waarden zijn onjuist of ongeldig.
Not in Use: Een bediening wordt uitgevoerd die op dit moment verboden is.
Not Supported: Het accesspoint biedt geen ondersteuning voor WPS-PIN-methode.
No Preset (alleen DAB/DAB+): Er zijn geen voorkeurzenders opgeslagen.
No Service (alleen DAB/DAB+): DAB/DAB+-uitzendingen worden niet ondersteund in uw land of gebied.
No Step:
Thuisnetwerk Cannot Connect: Het systeem kan niet worden verbonden met de geselecteerde server.
Alle geprogrammeerde tracks zijn gewist.
Cannot Get Info:
No Track:
Het systeem kan geen informatie over de server of inhoud ophalen.
Een bestand op het USB-apparaat dat weergegeven kan worden is niet in het systeem geladen.
Cannot JOIN: Het systeem kon niet deelnemen aan een PARTY.
68NL
Cannot Play:
Need Software update:
Het systeem kan geen audiobestanden weergeven als gevolg van een niet-ondersteund bestandsformaat of weergavebeperkingen.
De service is niet beschikbaar met de huidige versie van de systeemsoftware. Ga naar onderstaande website voor meer informatie over software-updates: http://www.sony.net/audio/musicservices
Cannot START: Het systeem kon geen PARTY houden.
Data Error: U probeerde een bestand weer te geven dat niet weergegeven kan worden.
No Preset: Er is geen zender opgeslagen in het systeem onder het geselecteerde voorkeurzendernummer.
No Service:
Device Full!:
Er is geen serviceprovider.
U kunt geen apparaten meer registreren op de apparatenlijst.
No Station:
No Server: Er is geen server op het netwerk waarmee het systeem verbinding kan maken. Probeer de serverlijst te vernieuwen (pagina 40).
No Track:
Not Found: Er is geen onderdeel op de server dat overeenkomt met een trefwoord.
Not in Use:
Not Available:
• De geselecteerde service is niet beschikbaar. • Een bediening wordt uitgevoerd die op dit moment niet beschikbaar is.
Not in Use: Een bediening wordt uitgevoerd die op dit moment verboden is.
Problemen oplossen
Er is geen bestand dat weergegeven kan worden in de geselecteerde map op de server.
Er is geen zender in de geselecteerde service.
Een bediening wordt uitgevoerd die op dit moment verboden is.
Muziekservices Cannot Connect: Het systeem kan niet worden verbonden met de server.
Cannot Get Data: Het systeem kan geen content vanaf de server krijgen.
Cannot Play: Het systeem kan geen service of zender weergeven als gevolg van een niet-ondersteund bestandsformaat of weergavebeperkingen.
Data Error:
• U probeerde een bestand weer te geven dat niet weergegeven kan worden.
• Het systeem herkent de gegevens op de server niet.
69NL
Voorzorgsmaatregelen/Specificaties
Voorzorgsmaatregelen
Over veiligheid
Over dit apparaat
• Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact als
• Als u verbonden bent met een extern netwerk, zoals het
het systeem gedurende een lange tijd niet gebruikt gaat worden. Pak daarbij altijd de stekker beet. Trek nooit aan het snoer zelf. Mocht een voorwerp of vloeistof in het apparaat terechtkomen, trek dan de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en laat het apparaat controleren door vakbekwaam servicepersoneel voordat u het weer gebruikt. Het netsnoer mag alleen vervangen worden door een erkend servicebedrijf.
internet, en toegang vanaf andere apparaten hebt toegestaan, kan onbevoegde toegang door kwaadwillende buitenstaanders plaatsvinden, afhankelijk van uw netwerkconfiguratie. Hierdoor kan schade ontstaan, zoals gegevensvervalsing. Om dit probleem te voorkomen, moet u voordat u het systeem gebruikt: – Een router gebruiken en deze correct configureren. – De apparaten registreren die toegang mogen krijgen tot dit apparaat. Het is volgens de wet op de auteursrechten verboden om zonder toestemming van de auteur producten die auteursrechtelijk beschermd zijn te zenden naar of achter te laten op een extern netwerk dat toegankelijk is voor zeer veel mensen. Over DLNA-ondersteuning: Dit apparaat is ontworpen in overeenstemming met DLNA-richtlijn v1.5. Dit apparaat is vercommercialiseerd om formele DLNA-accreditatie te verkrijgen. Dit apparaat mag worden bijgewerkt om de interconnectiviteit te behouden.
•
•
Over de opstellingsplaats
•
• Stel het apparaat niet op een aflopend oppervlak op, of
•
•
op plaatsen waar het extreem heet, koud, stoffig, vuil of vochtig is, of onvoldoende ventilatie is, of op plaatsen die worden blootgesteld aan trillingen, direct zonlicht of ander zeer helder licht. Wees voorzichtig wanneer u het apparaat of de luidsprekers opstelt op oppervlakken die zijn behandeld (bijvoorbeeld met was, olie of polish) omdat vlekken in en verkleuring van het oppervlak kan optreden. Als het apparaat rechtstreeks vanuit een koude naar een warme omgeving wordt overgebracht of in een zeer vochtig vertrek wordt geplaatst, kan vocht condenseren op de lens binnenin de cd-speler waardoor het apparaat defect raakt. In dat geval verwijdert u de disc en laat u het apparaat ongeveer een uur ingeschakeld staan totdat het vocht is verdampt.
Over warmteophoping • Tijdens gebruik is warmteophoping in het apparaat normaal en geen reden tot bezorgdheid.
• Raak de behuizing niet aan als het apparaat continu op •
een hoog volumeniveau is gebruikt omdat de behuizing heet kan zijn geworden. Dek de ventilatieopeningen op de achterkant van het apparaat niet af.
Over het verplaatsen van het apparaat Verplaats het apparaat niet terwijl er een cd in zit. Als u dit doet, kan de cd worden beschadigd.
•
Over het luidsprekersysteem Dit luidsprekersysteem is niet magnetisch afgeschermd waardoor het beeld op een televisie die in de buurt van de luidsprekers staat magnetisch vervormd kan raken. In dat geval schakelt u de televisie uit, wacht u 15 tot 30 minuten en schakelt u de televisie weer in. Als er geen verbetering optreedt, plaatst u de luidsprekers verder weg van de televisie.
Dit apparaat niet laten vallen Stel het apparaat niet bloot aan sterke schokken. Hierdoor kan een storing in het apparaat ontstaan.
Over het instellen van het volumeniveau Een plotselinge uitvoer van geluid met een hoog volumeniveau kan de luidsprekers beschadigen. Zorg ervoor dat u het volumeniveau verlaagt voordat de weergave begint.
Houd rekening met anderen Houd het volume op een bescheiden niveau om rekening te houden met uw buren, met name 's avonds laat.
70NL
De behuizing reinigen Reinig dit apparaat met een zachte doek die licht bevochtigd is met een milde-zeepoplossing. Gebruik geen schuursponsje, schuurpoeder of oplosmiddelen, zoals thinner, wasbenzine of alcohol.
Opmerkingen over het weergeven van mp3-discs • Dit apparaat ondersteunt het mp3-formaat, een
Over discs die kunnen worden weergegeven • Discs die dit systeem WEL kan weergeven – Audio-cd – Cd-r’s en cd-rw’s (audiodata/mp3-bestanden) • Discs die dit systeem NIET kan weergeven – Cd-rom – Cd-r’s en cd-rw’s anders dan die zijn opgenomen in
– –
– –
– – –
• •
Muziekdiscs die zijn gecodeerd met copyright-beveiligingstechnologieën Dit product is ontworpen voor het afspelen van discs die voldoen aan de CD-norm (Compact Disc). Onlangs hebben platenmaastschappijen muziekdiscs op de markt gebracht die zijn gecodeerd met copyright-beveiligingstechnologieën. Houd er rekening mee dat sommige van deze discs niet voldoen aan de CD-norm en wellicht niet met dit product kunnen worden afgespeeld.
Opmerkingen over cd’s
Bericht over DualDiscs
• Maak geen krassen en plak geen stickers op het
Een DualDisc is een tweezijdige disc, waarop aan de ene kant DVD-materiaal is opgenomen en aan de andere kant digitaal audiomateriaal. Echter, aangezien de kant met het audiomateriaal niet voldoet aan de Compact Disc (CD)-norm, wordt een juiste weergave op dit apparaat niet gegarandeerd.
•
•
•
•
•
oppervlak van de disc. Cd’s met een andere dan de standaardvorm (bijv. hartvormig, vierkant, stervormig, enz.) kunnen niet op dit apparaat worden weergegeven. Als u dit toch probeert, kan het apparaat beschadigd raken. Als u de disc reinigt, doet u dat met een reinigingsdoek en veegt u vanuit het midden van de disc naar de rand. Als de disc extreem vervuild is, veegt u de disc af met een licht bevochtigde doek, en daarna met een droge doek. Reinig een disc niet met behulp van benzeen, thinner, in de winkel verkrijgbare schoonmaakmiddelen of antistatische spray bedoeld voor langspeelplaten. Leg discs niet op plaatsen die erg warm kunnen worden, waaronder plaatsen die bloot staan aan direct zonlicht, in de buurt van verwarmingsbronnen zoals warmeluchtroosters, en in geparkeerde auto’s. Gebruik geen huurdiscs of tweedehandsdiscs waarop stickers zitten waarvan de lijm onder de rand vandaan komt. Als u dat toch doet, bestaat de kans dat de disc vast blijft kleven aan onderdelen binnenin het apparaat waardoor een storing kan optreden. Gebruik geen in de winkel verkrijgbare reinigingsdisc omdat hierdoor een storing kan optreden in het apparaat.
Voorzorgsmaatregelen/Specificaties
–
het muziek-cd-formaat of mp3-formaat die voldoen aan het ISO9660 Level 1-, Level 2- of Joliet-formaat Cd-r’s en cd-rw’s die zijn opgenomen met meerdere sessies die niet zijn afgesloten door "sessie afsluiten" Cd-r’s en cd-rw’s met een slechte opnamekwaliteit, cd-r’s en cd-rw’s waarop krassen staan of die vuil zijn, en cd-r’s en cd-rw’s die zijn opgenomen op een incompatibel opnameapparaat Cd-r’s en cd-rw’s die niet juist zijn afgesloten Discs waarop andere bestanden staan dan MPEG 1 Audio Layer-3 (MP3)-bestanden Discs met een andere dan de standaardvorm (bijv. hartvormig, vierkant, stervormig, enz.) Discs met plakband, papier of stickers erop Huurdiscs of gebruikte discs waarop stickers zitten waarvan de lijm onder de rand vandaan komt Discs waarop labels geprint zijn met inkt die bij aanraking kleverig aanvoelt
•
bemonsteringsfrequentie van 32, 44,1 of 48 kHz, en een overdrachtsnelheid van 32 t/m 320 kbps. Als u op dit apparaat een disc weergeeft die is opgenomen met een andere bemonsteringsfrequentie of overdrachtsnelheid, kan de weergave stoppen, een hard geluid worden voortgebracht, het geluid overslaan of de luidsprekers worden beschadigd. Als een bestand op een disc een mp3-extensie heeft, maar geen mp3-bestand is, kan het aparaat dat bestand overslaan of kan een storing optreden. Dit apparaat biedt geen ondersteuning voor bestanden opgenomen in het mp3-pro-formaat. In de volgende gevallen kan de werkelijk verstreken weergaveduur of de resterende weergaveduur van een mp3-bestand verschillen van de afgebeelde weergaveduur. – Tijdens weergave van een mp3-bestand met een variabele overdrachtsnelheid (VBR (variabele overdrachtsnelheid)) – Tijdens het snel vooruit of snel achteruit spoelen
71NL
Technische gegevens
Hoofdapparaat
Cd-speler-gedeelte Systeem:
Versterker
Compactdisc- en digitale-audiosysteem
Model voor Europa:
Eigenschappen van de laserdiode
DIN-uitgangsvermogen (nominaal):
Emissieduur: continu Laser-uitgangsvermogen*: Minder dan 44,6 µW
40 W + 40 W (6 ohm bij 1 kHz, DIN)
Continu RMS-uitgangsvermogen (referentie): 50 W + 50 W (6 ohm bij 1 kHz, 10% THV)
Muziekuitgangsvermogen (referentie): 50 W + 50 W (6 ohm bij 1 kHz, 10% THV)
Overige modellen:
* Deze uitvoer is de waarde gemeten op een afstand van 200 mm vanaf het oppervlak van de objectieflens op het optisch-opnameblok met een diafragma van 7 mm.
Frequentiebereik: 20 Hz – 20 kHz
Signaal-ruisverhouding: Meer dan 90 dB
DIN-uitgangsvermogen (nominaal):
Dynamisch bereik:
40 W + 40 W (6 ohm bij 1 kHz, DIN)
Meer dan 90 dB
Continu RMS-uitgangsvermogen (referentie): 50 W + 50 W (6 ohm bij 1 kHz, 10% THV)
Draadloos-LAN-gedeelte Compatibele normen: IEEE 802.11 b/g (WEP 64-bit, WEP 128-bit, WPA/WPA2-PSK (AES), WPA/WPA2-PSK (TKIP))
Radiofrequentie: 2,4 GHz
Tuner-gedeelte FM-tuner: FM-stereo, superheterodyne FM-tuner
Afstembereik: Model voor Noord-Amerika: 87,5 MHz – 108,0 MHz (frequentiestap van 100 kHz) Overige modellen: 87,5 MHz – 108,0 MHz (frequentiestap van 50 kHz)
Antenne: FM-draadantenne
Middenfrequentie: 10,7 MHz
72NL
DAB/DAB+-tuner-gedeelte (alleen CMT-MX750Ni):
Frequentie
Label
230,784 MHz
13A
FM-stereo, superheterodyne DAB/FM-tuner
232,496 MHz
13B
Afstembereik
234,208 MHz
13C
Band-III: 174,928 (5A) MHz – 239,200 (13F) MHz
235,776 MHz
13D
237,488 MHz
13E
Antenne:
239,200 MHz
13F
DAB/FM-draadantenne
DAB/DAB+-frequentietabel (Band-III)
iPod/iPhone-gedeelte
Label
Compatibele iPod/iPhone-modellen:
174,928 MHz
5A
Zie pagina 75.
176,640 MHz
5B
178,352 MHz
5C
USB-gedeelte
180,064 MHz
5D
Ondersteunde overdrachtsnelheid:
181,936 MHz
6A
183,648 MHz
6B
185,360 MHz
6C
MP3 (MPEG 1 Audio Layer-3): 32 kbps – 320 kbps, VBR WMA: 48 kbps – 192 kbps, VBR AAC: 48 kbps – 320 kbps
187,072 MHz
6D
Bemonsteringsfrequenties:
188,928 MHz
7A
190,640 MHz
7B
192,352 MHz
7C
MP3 (MPEG 1 Audio Layer-3): 32/44,1/48 kHz WMA: 44,1 kHz AAC: 44,1 kHz
194,064 MHz
7D
195,936 MHz
8A
197,648 MHz
8B
199,360 MHz
8C
201,072 MHz
8D
Luidsprekereenheden:
202,928 MHz
9A
Woofer, diameter 120 mm, conustype Tweeter, diameter 25 mm, type met zachte koepel
204,640 MHz
9B
206,352 MHz
9C
208,064 MHz
9D
209,936 MHz
10A
211,648 MHz
10B
213,360 MHz
10C
215,072 MHz
10D
216,928 MHz
11A
218,640 MHz
11B
220,352 MHz
11C
222,064 MHz
11D
223,936 MHz
12A
225,648 MHz
12B
227,360 MHz
12C
229,072 MHz
12D
Luidspreker Luidsprekersysteem: 2-weg luidsprekersysteem met basreflex
Voorzorgsmaatregelen/Specificaties
Frequentie
Nominale impedantie: 6 ohm
Afmetingen (B/H/D): Model voor Europa: Ong. 150 mm × 270 mm × 220 mm Overige modellen: Ong. 150 mm × 240 mm × 220 mm
Gewicht: Model voor Europa: Ong. 2,3 kg netto per luidspreker Overige modellen: Ong. 2,1 kg netto per luidspreker
73NL
Ingangsaansluitingen/ uitgangsaansluitingen FM-antenneaansluitingen: 75 ohm asymmetrisch
DAB/DAB+-antenneaansluiting: 75 ohm, F-vrouwtjesaansluiting
AUDIO IN (stereo-mini-aansluiting): Gevoeligheid 700 mV, impedantie 47 kilo-ohm
SPEAKERS: Accepteert een impedantie van 6 ohm
iPod/iPhone-aansluiting: Uitgangsspanning: 5,0 V gelijkstroom Maximale uitgangsstroomsterkte: 500 mA
(USB-)poort: Type A, maximale stroomsterkte van 500 mA
NETWORK
-poort:
10BASE-T/100BASE-TX
Algemeen Voedingsvereisten: Model voor Noord-Amerika: 120 V wisselstroom, 60 Hz Modellen voor Latijns-Amerika (behalve het model voor Brazilië): 110 V – 120 V of 220 V – 240 V wisselstroom van 50/60 Hz, instelbaar met spanningskeuzeschakelaar Model voor Brazilië: 127 V of 220 V wisselstroom van 60 Hz, instelbaar met spanningskeuzeschakelaar Model voor Taiwan: 120 V wisselstroom van 50/60 Hz Overige modellen: 220 V – 240 V wisselstroom van 50/60 Hz
Stroomverbruik: 43 W
Afmetingen (B/H/D) (excl. luidsprekers): Ong. 309 mm × 122 mm × 247 mm
Gewicht (excl. luidsprekers): Ong. 3,0 kg
Meegeleverde accessoires: Zie pagina 9.
74NL
Het ontwerp en de technische gegevens zijn onderhevig aan veranderingen zonder voorafgaande kennisgeving.
• Stroomverbruik in Standby: 0,5 W • Er werden geen halogene brandvertragende producten gebruikt in de betreffende printplaat/ printplaten.
Compatibele iPod/iPhone-modellen voor dit systeem
U kunt de volgende iPod/iPhone-modellen met dit systeem gebruiken. Update uw iPod/iPhone met de meest recente softwareversie voordat u hem gebruikt.
iPhone 3G
iPhone
iPod nano 5e generatie (videocamera)
iPod touch 2e generatie
iPod classic 120 GB 160 GB (2009)
iPod nano 4e generatie (video)
iPod classic 160 GB (2007)
iPod touch 1e generatie
iPod nano 3e generatie (video)
iPod classic 80 GB
iPod nano 2e generatie (aluminium)
iPod 5e generatie (video)
iPod nano 1e generatie
iPod 4e generatie (kleurenscherm)
iPod 4e generatie
iPod mini
Voorzorgsmaatregelen/Specificaties
iPhone 3GS
75NL
Verklarende woordenlijst
AAC
IP-adres
Dit is de afkorting van Advanced Audio Coding (geavanceerde audiocodering). Dit is een norm voor audiobestandscompressie vastgesteld door de MPEG (Motion Picture Experts Group), een werkgroep van de ISO (International Organization for Standardization)/IEC (International Electrotechnical Commission).
IP-adressen bestaan doorgaans uit vier groepen van elk maximaal drie cijfers, gescheiden door een punt (bijv. 192.168.239.1). Alle apparaten op een netwerk moeten een IP-adres hebben.
Byte Een van de fundamentele eenheden die worden gebruikt om gedigitaliseerde gegevens in computers uit te drukken. Gedigitaliseerde gegevens worden uitgedrukt in binaire digits (nullen en enen). Een enkele eenheid van dergelijke gegevens is één bit. Een byte bestaat uit acht bits.
Dit is de afkorting van Local Area Network (lokaal netwerk). LAN is een algemene naam voor een netwerk dat is ingesteld op communicatie tussen apparaten, waaronder computers, printers en faxmachines, in een relatief klein gebied, zoals een kantoor of ander gebouw.
MAC-adres
Dit is de afkorting van Digital Living Network Alliance. DLNA is een non-profitorganisatie die ontwerprichtlijnen opstelt voor digitale content die wordt gedeeld over netwerken. Voor verdere informatie, zie: http://www.dlna.org/home/
Dit is de afkorting van Media Access Control (mediatoegangsregeling)-adres. Dit is een identificerende naam die wordt toegewezen aan ieder netwerkapparaat. Elk apparaat heeft zijn eigen MAC-adres en er zijn geen dubbele adressen. Een MAC-adres kan noodzakelijk zijn om het apparaat onafhankelijk van andere apparaten (zoals een DLNA-server) te identificeren.
DNS
MP3
Dit is de afkorting van Domain Name System (domeinnaamsysteem). Een server die domeinnamen vertaalt naar IP-adressen, of IP-adressen vertaalt naar domeinnamen. Een DNS wordt geïdentificeerd door middel van een IP-adres. Wordt ook een "DNS-server" genoemd.
Dit is de afkorting van MPEG 1 Audio Layer-3. Dit is een norm voor audiobestandscompressie vastgesteld door de MPEG (Motion Picture Experts Group), een werkgroep van de ISO (International Organization for Standardization). Het maakt compressie van audiobestanden mogelijk tot ongeveer 1/10e deel van de gegevensgrootte van een standaardcompactdisc. Aangezien het codeeralgoritme van mp3 openbaar is, zijn diverse codeerders/ decodeerders beschikbaar die compatibel zijn met deze norm. De mp3-norm wordt daarom zeer veel gebruikt in de computerwereld.
DLNA
Internetserviceprovider Een bedrijf dat een verbinding met het internet levert.
76NL
LAN
Netwerksleutel (beveiligingssleutel) Een beveiligingssleutel wordt gebruikt om het aantal apparaten te beperken waarmee communicatie kan plaatsvinden. Dit wordt gebruikt om een hogere beveiliging te realiseren voor apparaten die via een draadloos-LAN-router/accesspoint communiceren.
Overdrachtsnelheid De overdrachtsnelheid is een maat voor de hoeveelheid gegevens uitgedrukt in bits per seconde (bps).
Proxy Een programma of een server dat/die internettoegang biedt aan computers achter een firewall en sneller downloaden van webpagina’s mogelijk maakt.
Router Een apparaat dat een brug vormt tussen netwerken door de protocollen en adressen van ieder netwerk om te zetten. Wanneer meerdere netwerkapparaten verbonden moeten worden met het internet, is een router noodzakelijk. De term "router" op zichzelf kan verwijzen naar één van deze apparaten.
SSID Dit is de afkorting van Service Set IDentifier. Dit is een naam die een bepaald accesspoint binnen een draadloos LAN dat voldoet aan IEEE 802.11 identificeert. Om een verbinding tot stand te brengen met een accesspoint, moet op een cliëntapparaat dezelfde SSID zijn ingesteld. SSID’s mogen maximaal 32 tekens lang zijn. Voor een betere beveiliging wordt normaal gesproken tevens een netwerksleutel (beveiligingssleutel) gebruikt. In dit geval kan een verbinding pas gemaakt worden wanneer de SSID overeenkomt met de netwerksleutel (beveiligingssleutel).
WEP
WPA2
Dit is de afkorting van Wired Equivalent Privacy. Dit is een beveiligingscode die wordt gebruikt voor draadoos-LAN-netwerken. WEP is een IEEE-norm gebaseerd op het RC4-versleutelingsalgoritme en wordt gebruikt om een draadloos netwerk dat voldoet aan IEEE 802.11b te beveiligen. Tijdens het zenden van een bericht tussen een draadloos-LAN-accesspoint en een cliëntapparaat, worden de gegevens aan de verzendende kant versleuteld en aan de ontvangende kant ontcijferd. Om tot communicatie te komen moeten beide apparaten een gemeenschappelijke sleutel gebruiken, die de "WEP key" wordt genoemd. Het beveiligingsniveau wordt aangegeven door het aantal bits van de sleutel, bijv. 64 bits of 128 bits. Hoe hoger het aantal bits, hoe hoger het beveiligingsniveau.
Dit is de afkorting van Wi-Fi Protected Access 2. Een beveiligingssleutel voor draadoos-LAN-netwerken. WPA is een door de Wi-Fi Alliance verbeterde versie van WPA. Deze norm maakt gebruik van AES-versleuteling (Advanced Encryption Standard) voor een nog betere beveiliging dan WPA.
WMA
WPA Dit is de afkorting van Wi-Fi Protected Access. Dit is een beveiligingssleutel voor draadoos-LAN-netwerken die is ontwikkeld door de Wi-Fi Alliance als oplossing voor een aantal ernstige beveiligingsproblemen met de WEP-versleutelingsnorm. Naast de netwerknaam (SSID) en de beveiligingssleutel (WEP) gebruikt dit protocol een gebruikersverificatiekader genaamd "EAP" (Extensible Authentication Protocol) en een protocol genaamd "TKIP" (Temporal Key Integrity Protocol) die de versleutelingscode met regelmatige intervallen automatisch bijwerkt voor een betere beveiliging.
Dynamisch-labelsegment De tekstgegevens die voor elk kanaal en elke service worden gezonden.
WPS
Ensemblelabel
Dit is de afkorting van Wi-Fi Protected Setup. Dit is een draadloos-netwerknorm ontwikkeld door de Wi-Fi Alliance waarmee u eenvoudig een draadloos netwerk kunt instellen. Dit werkt door middel van een drukknopmethode of een PIN-methode.
In DAB worden meerdere digitale radiokanalen gezonden via een enkele radio-uitzending of -frequentie. Een groep kanalen die op deze manier wordt gezonden, wordt een "ensemble" genoemd en een "ensemblelabel" is de naam van een dergelijke groep kanalen.
Servicelabel Dit is de naam van een afzonderlijk digitaal radiokanaal of service.
Voorzorgsmaatregelen/Specificaties
Dit is de afkorting van Windows Media Audio. WMA is een audiocompressietechnologie ontwikkeld door Microsoft Corporation waarmee audiobestanden kunnen worden gecomprimeerd tot ongeveer 1/22e deel van de gegevensgrootte van een standaardcompactdisc.
Termen die betrekking hebben op DAB (Digital Audio Broadcasting) (alleen CMT-MX750Ni)
77NL
Voorzorgsmaatregelen/Specificaties
Index
A
F
K
AAC 76 Aansluiten, het apparaat 15 Aansluitingen/Verbindingen Antenne 15, 16 AUDIO IN 48 Bedraad 26 DLNA 8 Dockadapters voor iPhone 17 Draadloos 22 Luidsprekersnoeren 15, 16 Netsnoer 15, 16 Netwerkkabel 17 Thuisnetwerk 21 Accesspoint 22 Afstandsbediening 11 Afstemfunctie 30 Alfabetisch zoeken 51 Audioformaat 35, 41 Automatische stand-by 20
FM-draadantenne 16 FM-tuner 30
Kenmerken 8 Klok 19
G
L
Gebruik van een lijst 14 Gebruik van een menu 14 Geluidsbronnen Beschikbaar 8 Geluidseffect 56 Geprogrammeerdeweergavefunctie 28, 36, 49
Lage tonen 56 Luidsprekerkussentjes 17
B Bedraad netwerk 26 Beveiligingssleutel 76 Bewerken Apparatenlijst 53 Serverlijst 40 Bijgeleverde accessoires 9
C CD 28
D DAB-draadantenne 16 DAB-tuner 30 Demonstratie 20 DLNA 8 DNS 76 Draadloos netwerk 22 Zoeken 22 Draadloze-LAN-antenne 18 DSGX 56
78NL
H Handmatig instellen Accesspoint 24 IP-adres 23, 27 Proxyserver 23, 27 Herhaalde-weergavefunctie 28, 36, 42, 49 Hoge tonen 56
I Informatie op het display 59 Instellingen Display 59 Geluid 56 Klok 19 Netwerkverbinding 21 Optionele netwerkinstellingen 52 Server 37 Timer 57 Toestemming voor toegang 53 Windows 7 37 Windows Vista/XP 39 Internet 43 IP-adres 23, 27, 76 iPod/iPhone 17, 33 Compatibele modellen 75 Dockadapters 9, 17 Luisteren 33 Opladen 34
M MAC-adres 76 MP3 28 Muziekservices 43 Optiemenu 44 Vooerkeurzender 44
N Naam van het apparaat Veranderen 55 Netwerkinstellingen 21 Bedraad 26 Controleren 52 Draadloos 22 Optionele instellingen 52 Verbindingsmethode 21 Netwerknaam 22 Netwerk-stand-by 52
O Onderdelen en bedieningsorganen 10 Ondersteuningssite 61
P PARTY STREAMING 46 Deelnemen 47 Houden 46 Optionele instelling 54 Problemen oplossen 61 Programma’s maken 50 Proxyserver 23, 27, 76
R Registratiecode 45
S
W
Server 37 Audioformaat 41 Lijst 40 Luisteren 41 Vernieuwen 40 Verwijderen 40 Windows 7 37 Windows Vista/XP 39 Serverlijst Vernieuwen 40 Verwijderen 40 Signaalsterkte van het draadloze LAN 18 Slaaptimer 57 Spanningskeuzeschakelaar 16 SSID 22, 76 Standaardgateway 23, 27 Stand-by-lampje Abnormale toestand 61 Kleur 10
Wake-on-LAN 41 Weergavefunctie 49 Weergavetimer 58 WEP 77 Willekeurige-weergavefunctie 28, 36, 42, 49 Windows 7 37 Windows Media Player 11 39 Windows Media Player 12 37 Windows Vista/XP 39 WMA 77 WPA 77 WPA2 77 WPS 24, 77 Druktoets 24 PIN 25
T Voorzorgsmaatregelen/Specificaties
Tekeninvoer 13 Thuisnetwerkfunctie 37 Luisteren 41 Optionele netwerkinstellingen 52 Serverinstellingen 37 Timer 57 Slaaptimer 57 Weergavetimer 58 Toestemming voor toegang 53 Trefwoord 51 Tuner 30 Eerste DAB-scan 32 Luisteren 30 Vooerkeurzender 32
U USB-apparaat 35
V Vast IP-adres 23, 27 Vooerkeurzender Muziekservices 44 Tuner 32 Voorzorgsmaatregelen 70
79NL
Voorzorgsmaatregelen/Specificaties Handelsmerken • PARTY STREAMING en het PARTY • • •
• • •
• •
STREAMING-logo zijn handelsmerken Sony Corporation. VAIO en VAIO Media zijn gedeponeerde handelsmerken van Sony Corporation. MPEG Layer-3 audio-codeertechnologie en -patenten gebruikt onder licentie van Fraunhofer IIS en Thomson. Microsoft, Windows, Windows Vista, Windows 7™ en Windows Media zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. iPod is een handelsmerk van Apple Inc., geregistreerd in de V.S. en andere landen. iPhone is een handelsmerk van Apple Inc. "Made for iPod" en "Works with iPhone" betekenen dat een elektronisch accessoire is ontworpen om specifiek een verbinding te maken met respectievelijk iPod en iPhone, en door de ontwikkelaar is gecertificeerd te voldoen aan de Apple-prestatienormen. Apple is niet verantwoordelijk voor de werking van dit apparaat of voor het voldoen aan de veiligheidsen overheidsvoorschriften. " " is een merk van Wi-Fi Alliance.
• DLNA®, het DLNA-logo en DLNA CERTIFIED™
• •
•
•
•
•
•
80NL
zijn handelsmerken, servicemerken of certificeringsmerken van Digital Living Network Alliance. Wake-on-LAN is een handelsmerk van International Business Machines Corporation in de Verenigde Staten. Dit product wordt beschermd door bepaalde intellectuele eigendomsrechten van Microsoft Corporation. Het gebruik of de verspreiding van dergelijke technologie buiten dit product om is verboden zonder een licentie van Microsoft of een erkend dochterbedrijf van Microsoft. De systeemnamen en productnamen die in deze handleiding worden vermeld, zijn over het algemeen de handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van de betreffende fabrikant. In deze handleiding wordt naar Microsoft Windows XP Home Edition, Microsoft Windows XP Professional en Microsoft Windows XP Media Center Edition verwezen als Windows XP. In deze handleiding wordt naar Microsoft Windows Vista Home Basic, Microsoft Windows Vista Home Premium, Microsoft Windows Vista Business en Microsoft Windows Vista Ultimate verwezen als Windows Vista. In deze handleiding wordt naar Microsoft Windows 7 Starter, Microsoft Windows 7 Home Premium, Microsoft Windows 7 Professional, Microsoft Windows 7 Ultimate verwezen als Windows 7. De tekens ™en ® worden niet vermeld in deze handleiding.
Voorzorgsmaatregelen/Specificaties
81NL
82NL
Voorzorgsmaatregelen/Specificaties
83NL
©2010 Sony Corporation Printed in China
4-199-695-53(1)